PROTEST IN GRIEKENLAND ‘De markten geloven het verhaal van onbegrensde solidariteit binnen de eurozone niet.’
FINANCIER-HISTORICUS MARTIEN VAN WINDEN
‘Van de teloorgang van de euro ben ik héél zeker’ De euro is eigenlijk al geschiedenis. Daar bestaat volgens de Nederlandse financier-historicus Martien van W inden geen twijfel over. Voor zijn boek De financiële canon van Nederland onderzocht hij de roots van zijn vaderlandse financiële en monetaire beleid. En daar valt ook voor andere landen veel uit te leren, aldus Van W inden. — door Johan Van Overtveldt 32 15 DECEMBER 2010 KNACK EXTRA
GF BELGA
Martien Van Winden: ‘Integriteit is een keiharde realiteit. Zonder integriteit bouw je geen solide financieel en economisch systeem op. Daarom was het fundamenteel fout om landen als Griekenland en Italië in de euro toe te laten.’
‘V
Dit is een pensioencrisis Van W inden denkt altijd in scenario’s, doet zelden aan concrete voorspellingen (zie kader ‘Michiel de Ruyter achterna’). Met de voorspelling dat het einde van de euro onvermijdelijk is, wijkt de NederKNACK EXTRA 15 DECEMBER 2010 33
▲
oor wie aandachtig oplet, is het duidelijk dat het experiment met de Europese eenheidsmunt, de euro, eigenlijk al ten einde is. Politici verkondigen steeds maar opnieuw dat alle landen die in de euro zitten er ook in zullen blijven. Dat betekent per definitie dat er een onbegrensde solidariteit zal worden opgebracht om landen die in moeilijkheden komen te redden. Indien de markten dat verhaal echt zouden geloven, is er geen enkele reden om landen als Griekenland, Ierland en Portugal een hogere rente aan te rekenen dan Duitsland. Toch betalen die landen, en andere, vandaag veel hogere rentes. De markten hebben de euro al begraven. Alleen, centrale bankiers en ministers van Financiën kunnen of wil-
len dat nog niet onder ogen zien’, zo begint Martien van W inden zijn betoog. Van W inden doet daarmee zijn reputatie van euroscepticus van het eerste uur alle eer aan. De Nederlander Martien van W inden (°1957) is gepokt en gemazeld in de financiële markten. Na diverse andere publicaties kwam hij eerder dit jaar aanzetten met De financiële canon van Nederland, met de veelzeggende ondertitel Lessen uit het verleden zijn een garantie voor de toekomst. In dat boek gaat Van W inden terug tot halverwege de zestiende eeuw om de financiële geschiedenis van Nederland te reconstrueren, omdat hij in zijn professionele loopbaan als analist en belegger tot de conclusie k wam dat het hem aan historisch besef ontbrak om de zaken goed te kunnen inschatten. Hij richt zich in zijn boek vooral op twee variabelen: de rentevoet op lange termijn (tien jaar) en de index van aandelenkoersen. Exclusief voor Knack Extra deed hij, met de steun van Econopolis, de oefening nog eens over voor België (zie grafiek pagina 36). Uiteraard valt onder Van W indens historische borsteling van de Nederlanden tot en met 1830 ook – min of meer – het huidige België.
FINANCIER-HISTORICUS MARTIEN VAN WINDEN
ben gesprokkeld. Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en in mindere mate ook de VS legden wel aanzienlijke reserves aan. ‘Ik ben er zeker van’, zo benadrukt Van W inden, ‘dat landen als het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland onder meer vanwege die heel verschillende uitgangspunten ten aanzien van de vergrijzingsproblematiek buiten de euro gebleven zijn, en er ook wel buiten zullen blijven.’ Dat het met de euro fout gaat lopen, hangt in de analyse van Martien van W inden heel nauw samen met het pensioenenplaatje. ‘De crisis die ons sedert een drietal jaren overspoelt, begon als een kredietcrisis en zit nu in de fase waar het volop een landencrisis geworden is. Die landencrisis zal in de komende periode geruisloos overgaan in een pensioencrisis. De begrotingen van de meeste eurolanden zullen compleet onbeheersbaar worden omdat bij gebrek aan reserves alle pensioenbetalingen uit de lopende begrotingen zullen moeten komen. De huidige deficits zullen lachertjes blijken in vergelijking met de toekomstige tekorten. Een mogelijke oplossing is langer wer-
MICHIEL DE RUYTER ACHTERNA Martien van Winden aarzelt geen seconde als hem gevraagd wordt naar zijn lichtend voorbeeld. Michiel de Ruyter, zo luidt het heel gedecideerd. De op 24 maart 1607 in Vlissingen geboren Michiel Adriaenszoon de Ruyter is een van de markantste figuren uit de geschiedenis van de maritieme oorlogsvoering. Hij boekte onder meer ophefmakende overwinningen tegen de onklopbaar gewaande Britse vloot. De Ruyter was van alle markten thuis: hij werkte zowel voor de staat als voor rijke reders en speelde zelf een tijdje ondernemer, als walvisjager. Michiel de Ruyter raakte zwaargewond in de slag met de Franse vloot in de buurt van het Italiaanse Agosta, in april 1676. Enkele dagen later overleed hij. In maart 1677 kreeg De Ruyter in Amsterdam een massaal bijgewoonde staatsbegrafenis. ‘Michiel de Ruyter’, zo legt Van Winden uit, ‘diende nagenoeg alle zeeslagen die hij uitvocht aan te gaan met minder schepen, minder manschappen en minder financiële middelen dan zijn tegenstanders. Toch boekte hij opmerkelijk veel successen. De reden daarvoor is te zoeken bij zijn minutieuze strategische voorbereiding. De Ruyter was uitermate sterk in het denken in scenario’s. Wat doen we als er plots mist opduikt? Wat als de tegenstander op wijze x dan wel y aanvalt? Hij besprak die eventualiteiten en hun mogelijke gevolgen
34 15 DECEMBER 2010 KNACK EXTRA
GF
▲
lander af van die gedragslijn. ‘Ja, inderdaad’, knikt hij. ‘Maar van de teloorgang van de euro ben ik dan ook héél zeker. Kijk, je kunt twee dingen écht voorspellen: de opeenvolging van de seizoenen en de demografie. Je weet vandaag exact hoe, in termen van aantallen binnen de verschillende leeftijdsgroepen, de demografie van je samenleving er over vijf, tien en twintig jaar, en zelfs nog verder in de toekomst, zal uitzien. Welnu, Europa zal de komende decennia een nooit geziene vergrijzing van de bevolking ondergaan. Dat weet ondertussen zelfs de spreekwoordelijke hond met een hoed op. W einigen beseffen echter ten gronde de gevolgen daarvan. Geen enkel land van de eurozone is daarop voorbereid, behalve Nederland, dat door inspanningen in het verleden nu kan pronken met méér dan 1000 miljard dollar (aan de wisselkoersen van vandaag afgerond 750 miljard euro) aan effectief opgebouwde, beschikbare pensioenreserves.’ Zet je de globale cijfers om in bedragen per hoofd van de bevolking, dan vormen in alle andere eurolanden de aangelegde pensioenreserves slechts een schijntje van wat de Nederlanders geduldig bij elkaar heb-
MICHIEL DE RUYTER overliep nauwgezet alle scenario’s die zich konden voordoen, iets wat Van Winden mist bij Europese beleidslieden.
uitgebreid met zijn manschappen. Uit die discussies kwam dan een strategie waar iedereen achter stond en die alle betrokkenen ook begrepen. Legendarisch is zo de manier waarop hij de Engelsen meelokte naar de zandbanken voor de Nederlandse kust. Zijn mensen kenden die als hun broekzak, de Engelsen wisten totaal niet hoe te reageren.’ Ook Van Winden denkt continu in scenario’s en baseert daar ook zijn hele financiële strategie op. Hij stelt met ontzetting vast dat bij bewindslui een dergelijke wijze van denken nagenoeg volledig ontbreekt. ‘Ik verwijt mensen als Nout Wellink, voorzitter
van de Nederlandse centrale bank en lid van de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB), en Jean-Claude Trichet, voorzitter van diezelfde ECB, helemaal niet dat zij de financiële crisis niet hebben voorspeld. Wat ik hen wel verwijt, is dat ze zich klaarblijkelijk nooit concrete voorstellingen hebben gemaakt over dergelijke scenario’s. Wat gebeurt er als een of meerdere grote financiële instellingen in Europa failliet dreigen te gaan? Wat zijn de consequenties van een mogelijke implosie van het Amerikaanse financiële systeem? Scenariodenken en beleidsverantwoordelijkheid lijken wel water en vuur in Europa. Ik zag tijdens de hoogdagen van de financiële crisis enkel paniekende bewindslui in Europa.’ In de context van de financiële crisis die in de zomer van 2007 begon, toont Martien van Winden zich positiever over Ben Bernanke, de voorzitter van de Fed, de Amerikaanse centrale bank: ‘Er valt zeker veel op te merken over het beleid van Bernanke. Wat de man vandaag allemaal aan het forceren is, lijkt me niet echt zinvol, misschien wel gevaarlijk. Maar je moet Bernanke in ieder geval meegeven dat hij ook tijdens de zwartste momenten van de financiële crisis nooit in paniek raakte. Dat heeft allicht veel te maken met het gegeven dat hij zijn geschiedenis kent. Niemand is immers meer vertrouwd met de geschiedenis van de Grote Depressie van de jaren 1930 dan de huidige voorzitter van de Amerikaanse centrale bank.’
BELGA
‘Door een harde muntpolitiek moet je focussen op kwaliteit en innovatie. Zo verwierf Nederland wereldfaam met snijbloemen, ook al is het klimaat daar niet echt geschikt voor.’ ken maar dan praat je over vrij extreme dingen als de pensioenleeftijd optrekken tot boven de zeventig jaar, gekoppeld aan diepgaande hervormingen van het hele arbeidsmarktgebeuren. Is dat politiek realistisch?’ W at Martien van W inden in ieder geval als politiek realistisch beschouwt, is dat Nederland de euro verlaat. ‘W ij zijn het enige euroland met massale pensioenreserves. Nederlanders zullen nooit tolereren dat die reserves door inflatie substantieel uitgehold worden. Elke Nederlandse politicus wéét dat de publieke opinie daar erg gevoelig voor is.’ Van W inden wijst er verder op dat een uittrede uit de euro technisch helemaal niet zo complex is als vaak wordt voorgehouden: ‘Ieder land binnen de eurozone drukt zijn eigen eurobiljetten. In het geval van Nederland begint de code op elk biljet met een X. Je kunt dus de eurobiljetten die guldens moeten worden heel duidelijk definiëren. Hetzelfde geldt voor de muntstukken: de Nederlandse uitgiftes dragen allemaal de beeltenis van de koningin. De omschakeling kan in een weekend plaatsgrijpen. Uiteraard zullen de voorzitter van onze centrale bank en de regeringsverantwoordelijken daar nooit op voorhand over praten. De dag dat ze daar iets concreets over zeggen, is het om te melden dat het zover is.’
Nederland wees de weg
Vrouwen aan de macht Maar waar kwam die integriteit waar Nederlanders volgens Van W inden prat op mogen gaan dan vandaan? Diverse elementen zijn hier volgens hem aan de orde. ‘Allereerst is er het gegeven dat je lang voor de komst van Calvijn systematisch heel typische calvinistische trekjes bij de Nederlanders ontwaart. De Nederlanders als een zuinig en hardwerkend volkje: dat concept gaat minstens terug tot de tijd van de Batavieren. Allicht nog belangrijker is de rol van de Nederlandse vrouw. A l tijdens de periode van de V ikinginvallen speelden vrouwen een veel prominentere rol in Nederland dan elders. Tijdens de zeventiende eeuw waren er al vrouwen die ondernemingen leidden. De maatschappijen waar vrouwen een belangrijke rol speKNACK EXTRA 15 DECEMBER 2010 35
▲
In zijn boek reconstrueert Van W inden de Nederlandse financiële geschiedenis. Op basis van zijn minutieus studiewerk komt hij tot de conclusie dat alle belangrijke lessen voor het financiële en monetaire beleid al in de Nederlandse geschiedenis besloten liggen. ‘Ik ben absoluut geen chauvinist maar inderdaad: uit de Nederlandse finan-
ciële geschiedenis, die trouwens tot 1830 parallel loopt met de Belgische, valt enorm veel te leren. Nederland was het eerste land ter wereld met een centrale bank. Zo mogelijk nog belangrijker is dat wij als eersten het renteverbod hebben opgeheven. De katholieke kerk droop in die periode van de corruptie en de decadentie. Grote geesten als Maarten Luther (1483-1546), Desiderius Erasmus (1466-1536) en Thomas More (1478-1535) k laagden die wantoestanden steeds scherper aan. Ook het verbod op de heffing van rente kwam zwaar onder vuur. Uiteindelijk was het de Nederlandse paus Adrianus VI (1459-1523) die het renteverbod officieel ophief.’ Volgens Van W inden kunnen we het belang van de opheffing van het renteverbod moeilijk overschatten: ‘Onmiddellijk ging de langetermijnrente stevig de hoogte in, omdat in die periode de vraag naar kapitaal groter was dan het aanbod. Die vraag kwam vooral van de overheid, die toen in een oorlog met Spanje verwikkeld was. Eens de oorlog voorbij liep de overheidsvraag naar kapitaal fors terug en kon de rente op lange termijn sterk naar beneden. Zo werd de basis gelegd voor de Gouden Eeuw der Nederlanden, de zeventiende eeuw. Het besef van de noodzaak aan een solide monetair beleid en aan zuinig beheer vanwege de overheid in het algemeen dateert uit die periode. In de andere Europese landen bleef de rente in de zeventiende eeuw – en nadien –over het algemeen hoger.’ Die opmerkelijke vaststellingen uit de Nederlandse financiële geschiedenis doen meteen de vraag rijzen waarom het dan precies in Nederland was dat die lessen opgepikt werden en naar het beleid doorstroomden. ‘Het begrip integriteit staat voor mij centraal in die discussie’, aldus Van W inden. ‘Ik zie integriteit als een keiharde economische realiteit. Zonder integriteit bouw je geen solide financieel en economisch systeem op. Typische voorbeelden van integere en ook economisch succesvolle landen zijn de Scandinavische landen, Canada, A ustralië, Zwitserland en in zekere mate ook de Verenigde Staten. Enkel landen die integriteit hoog in het vaandel voeren, hebben tijdig en systematisch oog voor zaken als de noodzaak aan kapitaalreserveringen ter vrijwaring van het pensioenstelsel. Het is fundamenteel fout geweest om landen als Griekenland en Italië in de euroconstructie toe te laten. Op de internationale rangschikking inzake betrouwbaarheid staan Griekenland en Italië op de 67e respectievelijk de 78e plaats. Met dat soort landen kun je nooit iets ernstigs opbouwen.’
▲
len, zijn over het algemeen meer integer en betrouwbaarder dan die waar ze een ondergeschikte rol hebben. Dat geldt ook vandaag nog.’ Zo mogelijk nog belangrijker is de functie van het onderwijs. Het is echt geen toeval dat Zwitserland misschien wel het meest solide economische bestel ter wereld heeft en tegelijk als kennisland nummer één, met een uitzonderlijk degelijk onderwijssysteem, geldt. Martien van W inden: ‘Om het met de woorden van Erasmus te zeggen: onderwijs heeft niet enkel te maken met kennisoverdracht maar ook met vorming. Het gaat vooral om het aanscherpen van zelfstandig en oorspronkelijk denken. Het heeft geen zin veel geld in onderwijs te stoppen als je het beperkend en sturend organiseert, zoals bijvoorbeeld in een aantal landen in het Midden-Oosten. Het onderwijs bepaalt in hoge mate het gedachtegoed van iedere nieuwe generatie. Eeuwenlang liepen de Lage Landen voorop inzake de kwaliteit van het onderwijs. Denk aan de pioniersrol die de universiteit van Leuven heeft gespeeld. Nederland is geleidelijk het kwaliteitslabel van zijn onderwijs aan het verliezen. België doet het op dat vlak nog altijd beter.’ Integriteit gevoed door de rol van de vrouw en de kenmerken van het onderwijs vormt in Van W indens analyse het hoofdingrediënt van het langdurige economische succes van Nederland. Vanuit zijn historisch onderzoek schuift hij nog drie bijkomende succesfactoren naar voren. ‘Op een rijtje: onze eeuwenoude handelsmentaliteit, het besef van de noodzaak van monetaire orthodoxie en de openheid voor immigratie. De twee eerste onderstrepen het gegeven dat in de Nederlandse samenleving geld best wel belangrijk is. Gekoppeld aan een hoge graad van integriteit leidt dat tot consistent behoorlijke economische resultaten.’ De openheid voor immigratie kenmerkt Nederland al vele eeuwen. Bij de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), allicht de eerste multinational ooit, werkte al in de zeventiende eeuw een meerderheid aan buitenlanders. ‘Immigratie’, zo betoogt Van W inden, ‘zal de komende tijd meer dan ooit cruciaal worden. Canada is voor mij ter zake het grote voorbeeld. De behoeften die er bestaan, worden objectief en gedetailleerd in kaart gebracht. Buitenlanders worden vervolgens binnengelaten in functie van hun scholing, werkervaring en de specifieke vraag op de arbeidsmarkt. W e zullen de immigranten broodnodig hebben om, tegen de achtergrond van de vergrijzing, onze economie draaiende te houden. Meer nog dan voor Nederland geldt die immigratierealiteit voor België. Jullie hebben echt wel nood aan massieve immigratie willen jullie er ooit enigszins redelijk uitkomen inzake pensioenen.’
En dan is er België De financiële geschiedenis van België loopt tot 1830 parallel met die van Nederland. Ook nadien blijven de gelijkenissen aanzienlijk. W at Van W inden zeer opvalt als hij de grafieken naast elkaar legt, ‘is dat het oplopen van de rente na de Tweede W ereldoorlog, en dan vooral tegen de jaren zeventig, zich in België nog meer uitgesproken voordoet dan in Nederland. Ik meen te mogen stellen dat jullie over het algemeen iets minder oog kregen voor de noodzaak aan monetaire orthodoxie en zuinig beheer vanwege de overheid. België kende diverse devaluaties en de rol van de centrale bank was minder doorslagge36 15 DECEMBER 2010 KNACK EXTRA
GF
FINANCIER-HISTORICUS MARTIEN VAN WINDEN
De binnenplaats van de beurs te Amsterdam, een doek van Emmanuel de Witte uit 1653.
vend. In Nederland is die een rots in de branding, vandaag nog altijd. In België speelt de Nationale Bank die rol minder uitgesproken.’ Het consequent kiezen voor een harde muntpolitiek heeft in Van W indens analyse verregaande consequenties voor de algemene economische ontwikkeling. ‘Een dergelijk beleid creëert een erg lastige omgeving voor de ondernemingen. Concurreren met de prijs is haast onmogelijk omdat de concurrenten uit devaluerende landen steeds in het voordeel komen. Je k weekt in zo’n omgeving ondernemingen die erg de nadruk gaan leggen op kwaliteit en innovatie. Een heel typisch voorbeeld vind ik de sector van de snijbloemen. Nederland verwierf daar een wereldpositie in, alhoewel ons klimaat niet echt geschikt is voor dat soort product. Het is echt geen toeval dat Nederland meer grote multinationals heeft dan België’, aldus Van W inden. De auteur van De financiële canon krijgt de woorden aarzelend over de lippen wanneer hij de laatste stukjes van de puzzel over de vergelijking tussen België en Nederland legt. ‘ W e kunnen er niet aan voorbij dat België op de internationale betrou wbaarheidsrangschikking de 22e stek bekleedt. Zeker niet slecht, maar ook zeker niet top. De Belgische overheid legt al vele decennia relatief minder zuinigheid aan de dag en ook qua monetaire stabiliteit liep het in België meer fout dan in Nederland. Het ontbreken van betekenisvolle pensioenreserves getuigt van een totaal gebrek aan voorbereiding op de vergrijzing. Meer nog blijkt daaruit dat er misschien toch wel iets schort aan de integriteit van het land. Dat maakt echter niet dat het niet aangenaam leven is in België, integendeel zelfs’, zo besluit Martien van W inden.
FINANCIER-HISTORICUS MARTIEN VAN WINDEN
Vier eeuwen rente en aandelen in de Lage Landen
38 15 DECEMBER 2010 KNACK EXTRA
De rode lijn toont de langetermijnrente in onze contreien sinds 1540, de blauwe de beursevoluties sinds 1602: tot 1830 is dat de Nederlandse index en daarna een combinatie van de koers van de Generale Maatschappij en, later, de Brusselse beursindex.
Uit de rode rentecurve blijkt dat, met uitzondering van twee ‘excessen’, de rente in de Lage Landen een evenwicht vindt tussen 4 en 5 procent. De eerste uitzondering, van 1550 tot 1600, valt samen met het begin van de Tachtigjarige Oorlog. De tweede hobbel, na de Tweede
Wereldoorlog, volgt op een onverantwoord leen- en bestedingsgedrag van de overheid. De rentegrafiek eindigt met de huidige eurocrisis, waarbij de Belgische rente van minder dan 3 naar 4 procent ging in het najaar van 2010. In de beurscurve vallen de
aandelengekte en de daaropvolgende crash van de vroege achttiende eeuw op (de Tulpenmania, 1720), de crash van 1929, de steile opgang sinds de frankdevaluatie in 1981, de dotcomcrash van 2001 en de kredietcrisis van twee jaar geleden.
KNACK EXTRA 15 DECEMBER 2010 39