V Informatie Verdriet en pijn in de afdeling
VERPEST JE CLUB NIET,
V4
OVER PESTEN EN TREITEREN Kinderen en jongeren komen graag naar Jong Nederland. Daar worden leuke dingen gedaan, daar kun je lachen en lol maken met andere jongens en meisjes en met de leiding. Jong Nederland probeert het voor alle kinderen leuk te maken. Dat betekent simpelweg, dat: • er voor alle kinderen leuke activiteiten zijn, • ieder kind plezier heeft, of het nu stoer of verlegen is, rood haar of een buitenboordbeugel heeft, • er niet gepest wordt, • leiding een basis voor een goede sfeer legt en • ingrijpt als er kinderen gepest worden. Betekent dat dan dat er nooit iemand van je club geplaagd mag worden? Of dat niemand eens flink beetgenomen mag worden? Natuurlijk niet: iemand er met open ogen in laten tuinen, of iemand eens een keer plagen kan geen kwaad. Maar dat is wezenlijk anders dan pesten.
V4.1
HET VERSCHIL TUSSEN PLAGEN EN PESTEN
Plagen: • de kinderen zijn aan elkaar gewaagd, • nu eens plaagt de één, een volgende keer een ander, • er zit geen regelmaat in, • plagerijen, zeker tussen een volwassene en een kind, kunnen zelfs vriendelijk bedoeld zijn, • plagerijen kunnen leuk en grappig zijn. Het gaat erom een ander beet te nemen. Zowel de plaaggeest als degene, die beetgenomen wordt, kunnen er vaak veel plezier om hebben, • na een plagerij wordt het weer goed gemaakt. Ieder kind en iedere volwassene moet er tegen kunnen om af en toe geplaagd te worden. Pesten: • het kind, dat pest, is altijd sterker dan degene die gepest wordt, • pesten is altijd vervelend voor degene die gepest wordt, • het is steeds hetzelfde kind, dat gepest wordt, • degene die gepest wordt kan en durft niets terug te doen, • bij pesten gaat het vaak om meer kinderen tegen één kind, • pesten blijft doorgaan zolang de samenstelling van de groep niet verandert en/of er niet ingegrepen wordt, • pesten wordt, als niet ingegrepen wordt of als het gepeste kind niet adequaat reageert, geleidelijk aan steeds een stapje erger, • pesten gebeurt meestal stiekem,
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V • pesten is nooit leuk en nooit vriendelijk bedoeld. Daarom hoeft niemand tegen pesten te kunnen en moet pesten voorkomen worden. Van pesten word je nooit hard, wel ongelukkig.
V4.2
OOK IN JOUW AFDELING WORDT GEPEST!
Er is veel onderzoek naar pesten gedaan. Uit die onderzoeken blijkt dat pesten veel vaker voorkomt dan iedereen denkt. Overal wordt gepest: op school, op de club, op straat, op het werk. Honderddertigduizend kinderen en jongeren gaan om die reden elke dag angstig naar school. Op school wordt tweemaal zoveel gepest als daarbuiten. Maar al wordt op school meer gepest dan op clubs, toch is het aantal kinderen dat buiten school gepest wordt aanzienlijk genoeg om ook op jouw club alert op pesten te worden of te blijven. Het ellendige van pesten is dat het vaak stiekem gebeurt. Leiders, leraren en ouders hebben het daardoor lang niet altijd in de gaten. Beweer daarom nooit dat pesten bij jou niet voorkomt!
V4.3
WIE WORDT GEPEST?
Soms lijkt het ogenschijnlijk duidelijk waarom iemand gepest wordt: hij is dom, hij is een 'stuudje', hij draagt merkkleding, hij draagt goedkope kleding, hij is een skater, hij houdt van hardrock, hij is een huilebalk, hij heeft sproeten, of .... Alles wat iemand anders maakt in een bepaalde groep kan een reden tot pesten zijn. Het erge is dat iedereen 'anders' en uniek is. In principe loopt iedereen dus kans gepest te worden. Daarbij maakt het niet uit waar je woont, in een stad of in een dorp, of je op een grote of kleine school zit, op een sportclub of een Jong Nederland-afdeling, of je mooi of lelijk bent, intelligent of minder slim bent. Wat in de ene groep 'cool' is en het kind tot een populaire bink maakt, kan het in een andere groep tot mikpunt maken. De kans dat kinderen gepest worden is groter in een groep: • waarin ze opvallen doordat ze anders zijn, • waar pestkoppen de kans krijgen om de baas te spelen. De eerste indruk is vaak dat kinderen en jongeren gepest worden om uiterlijke kenmerken. Veel vaker heeft het echter te maken met hun gedrag en de manier waarop ze zich uiten. Daarom kan in een zelfde groep een meisje met een buitenboordbeugel populair zijn, terwijl het andere erom gepest wordt. Sommige kinderen hebben, lijkt het wel, het stempel 'pest me' op zich. Zelfs als zij overgaan naar een andere groep, of als de samenstelling van de groep verandert, blijven of worden ze opnieuw het 'piespaaltje'. Kinderen worden eerder gepest wanneer: • ze moeite hebben zichzelf te verdedigen. Dit kan lichamelijk, maar zeker ook verbaal zijn. Ze voelen zich machteloos tegenover de pestkop, raken onzeker, durven niets te zeggen en zijn bang. • ze de indruk wekken 'toch niets terug te doen'. Ze zijn een makkelijke prooi, omdat ze niet voor zichzelf opkomen, ze stil, teruggetrokken zijn en weinig zelfvertrouwen hebben. • ze niet voor hun eigen mening uit komen en nooit 'nee' durven zeggen, ze vlug huilen als ze gepakt worden of zich terug trekken • ze geen vaste vriend of vriendin hebben, of bij een vriendengroepje horen, wanneer ze vaak alleen lopen en spelen, ze onhandig zijn en niet zo goed in spel en sport.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V Meisjes worden meer gepest dan jongens.
V4.4
WIE PESTEN?
Het is moeilijk aan te geven welke kinderen pesten. Wel is het zo dat bepaalde eigenschappen meer voorkomen bij pesters dan andere. • Pestkoppen zijn lichamelijk vaak de sterksten uit de groep. Zeker jongens reageren snel met geweld of agressie. • Pestkoppen zijn vaak de populairsten in de groep. Ze maken indruk door stoer gedrag, laten zien wat ze allemaal durven zeggen en doen. Ze scheppen op over hun eigen prestaties en hun macht. • Pestkoppen komen vaak heel zelfverzekerd over. Ze overtreden regels, verzinnen plannen om andere kinderen en leiding dwars te liggen en durven die ideeën ook nog uit te voeren. • Pestkoppen willen andere kinderen tonen hoeveel macht ze hebben. • Jongens pesten meer. Maar meisjes pesten daarentegen geniepiger: met woorden, opmerkingen, anderen buiten sluiten. • Een kind dat in een eerdere situatie gepest werd, kan in een andere situatie zelf gaan pesten. Zo voorkomt het zelf weer slachtoffer te worden.
V4.5
OVEREENKOMSTEN TUSSEN EEN PESTKOP EN EEN GEPEST KIND
Hoewel het tegenstrijdig klinkt, is er een aantal overeenkomsten tussen het gepeste kind en de pester. • Pestkoppen en kinderen die langdurig gepest worden, leren allebei niet goed hoe ze plezierig en gelijkwaardig met anderen om kunnen gaan. • Zowel pestkoppen als gepeste kinderen zijn erg ongelukkig. Ook de pestkop kan heel eenzaam zijn, omdat hij geen echte vrienden heeft, omdat iedereen bang voor hem is. • Sommige pestkoppen zijn zelf vroeger gepest. In een nieuwe situatie: andere school, andere groep willen ze geen slachtoffer meer zijn. Dus gaan ze pesten.
V4.6
MEELOPERS
Pesten gebeurt meestal in een groep. De pester wil zijn macht tonen. Daarom heeft hij 'publiek' nodig, dat hem bewondert, hem geen strobreed in de weg legt en wanneer nodig met hem mee doet. Dit zijn de meelopers. Meelopers hebben minder duidelijke kenmerken dan pesters of gepesten. Zij zijn de rest van de groep, die vanuit zichzelf geen initiatief tot pesten neemt, maar die ook geen poging onderneemt het pesten te stoppen. Doordat zij meelopen krijgt de pester de stimulans door te gaan. Waarom lopen kinderen mee met een pestkop? Dit kan zijn, omdat: • ze bang zijn anders zelf gepest te worden, • ze het stoere gedrag interessant vinden, • ze bij een populaire groep willen horen. Ook zijn er onder de meelopers kinderen, die
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V • •
niet door hebben dat er gepest wordt, die denken dat het om een geintje of plagerijtje gaat, niet weten wat ze aan het gepest moeten doen en zich volkomen machteloos voelen.
V4.7
HOE BEGINT PESTEN?
Pesten begint vaak klein: 'Hé rooie, springt het licht nog op groen?', een vervelend briefje op iemands rug, of een spin in het broodtrommeltje. Als het slachtoffer reageert op een manier die de pestkop leuk vindt: huilen, hard weglopen, schelden, kwaad worden, is de basis voor een volgend geintje gelegd. 'Dat is lachen, die blijven we pesten!', 'Hé, ik ben sterker, nog eens proberen!'. Het moeilijke is, dat een kind dat gepest wordt, nooit weet, wat voor de pestkop een aanleiding kan zijn om door te gaan. Is dat negeren, of juist een vechtpartij aangaan, schamper lachen, of het de leider vertellen? De willekeur en ongrijpbaarheid waarom iemand gepest wordt, verlangt van een leider, dat hij altijd vierkant achter het gepeste kind gaat staan. Ook al vind je diep in je hart ook, dat het kind, dat wordt gepest een huilebalk is, of een slome, of rare dingen doet en zegt, een leider mag dit nooit aan de pester of het gepeste kind laten merken! Bedenk daarbij heel goed dat woorden alleen niet voldoende zijn om dit te zeggen. Jouw non-verbale reactie: je houding, je gedrag, je gezichtsuitdrukking zeggen even veel. Wanneer je woorden en non-verbale reactie niet overeenkomen voelen kinderen dit feilloos aan. Zij vinden dan dat jij ze eigenlijk gelijk geeft en zullen door gaan met pesten. Wanneer krijgt pesten meer kans? Pesten gebeurt bijna in alle groepen. Ook in groepen, die lekker draaien. Maar pesten komt eerder en vaker voor in een groep waar: • de sfeer minder plezierig is, • het behalen van resultaten overdreven belangrijk wordt gevonden, • niet alle kinderen tot hun recht komen, • meer negatieve aandacht dan positieve aandacht wordt gegeven, • de groep zo groot is, dat er weinig overzicht is, • niet leuke geintjes getolereerd worden, • de leider geen of te weinig overwicht op de groep heeft.
V4.8
PESTEN IS VOOR NIEMAND LEUK
Wanneer in een groep gepest wordt, is het voor alle kinderen minder leuk om lid van die groep te zijn. Dit telt niet alleen voor het kind dat gepest wordt, maar ook voor de andere kinderen. Want in een groep waar gepest wordt, is het zelden leuk en gezellig. Hoe langer het pesten duurt, hoe vervelender de sfeer wordt. Daarom moet het pesten stoppen. Wanneer dit niet gebeurt hebben de kinderen het niet meer naar hun zin en verlaten de club. Het eerst gaan vaak leuke, sociale kinderen, waarvan je het niet had verwacht. Maar juist zij zijn meestal extra gevoelig voor de sfeer in een groep.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V Probeer er achter te komen waarom leden de club verlaten. Neem geen genoegen met 'geen tijd' of 'geen zin'. Vraag door! (W1.2) Hoe merk je dat er gepest wordt? Het kan heel moeilijk zijn op te merken dat in jouw groep gepest wordt. Dit komt omdat: • pesten meestal stiekem gebeurt, • over pesten niet openlijk gesproken wordt uit angst voor wraak van de pestkop. Daarom moet je alert zijn op signalen: • het gedrag van een kind verandert langzaam: een vrolijk kind wordt teruggetrokken; een kind dat altijd ruim op tijd was, komt op het laatste nippertje binnen; een kind blijft na afloop treuzelen tot iedereen weg is of verdwijnt nog voor de anderen, • een kind wordt in tegenstelling tot voorheen steeds door een ouder gebracht, • een kind heeft vaak bulten, schrammen, blauwe plekken, kapotte kleding of spullen, • een kind wordt wel opvallend stoer en populair, • de sfeer in de groep wordt agressiever, • in de groep ontstaan kleine gesloten groepjes, • één kind wordt nooit gekozen, mag nooit meedoen, • een kind vertoont afwijkend gedrag om zo aandacht van de leiding te krijgen, • een of meerdere kinderen verlaten de afdeling om een voor jou niet duidelijke reden (W1.2), • de sfeer in de groep verandert geleidelijk. Dit kan erg langzaam gaan. Zo zelfs, dat het je nauwelijks opvalt, • pik opmerkingen van kinderen, andere leiders of ouders (C1.3) op en neem ze serieus. Denk nooit dat kinderen van pesten flinker worden en steviger in hun schoenen gaan staan. Pesten maakt alleen slachtoffers. Kinderen die bang of onzeker zijn, worden van pesten alleen maar banger en onzekerder. Pestkoppen worden van pesten agressiever, machtiger en eenzamer, omdat niemand ze echt aardig vindt. Daarom moet pesten altijd zo snel mogelijk gestopt worden.
V4.9
HOE PAK JE VERMOEDENS AAN?
Neem ieder signaal dat je opvangt over pesten serieus! Vermoed je dat er gepest wordt op je club, dan kun je dat het beste aan het gepeste kind zelf of aan een meeloper vragen. Sommigen zullen gewoon 'ja' zeggen, zo blij zijn ze dat eindelijk iemand het doorheeft. Beloof een kind, dat je vertelt dat er gepest wordt, nooit dat je er niet over zult praten met anderen. Pesten kun je namelijk alleen stoppen door er over te praten en actie te ondernemen. Heb je echter een kind beloofd er niet over te praten, dan zal zijn vertrouwen in jou geschonden zijn. Een volgende keer zal hij je gegarandeerd niets zeggen! Aanpak van de gepeste Zoek wel een gunstig moment waarop je er met het kind dat gepest wordt over wilt praten. Vraag je er naar wanneer alle kinderen om jullie heen staan, dan zal degene aan wie het gevraagd wordt wellicht zwijgen uit angst voor wraak van de pester. Vraag je het tijdens een activiteit, waarbij je nauwelijks tijd hebt om er op in te gaan, dan heb
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V je een kans er echt over te praten gemist. Wat zijn dan wel goede momenten? Zoek naar een moment, dat je: • met zijn tweeën bent, • op een rustige plek bent, • niet gestoord kunt worden en • liefst samen met iets bezig bent. Vraag degene die gepest wordt je even te helpen met materiaal opruimen, boodschappen doen, briefjes rondbrengen, afwassen, limonade inschenken. In de keuken, onderweg of in het materiaalhok kun je de zaak dan rustig bepraten. Voor veel kinderen is praten terwijl ze bezig zijn met afwassen, opruimen of boodschappen doen minder bedreigend dan er speciaal voor gaan zitten. Probeer er achter te komen: • wat er gebeurd is, • waar het gebeurde, • hoe lang het al gebeurt, • waarom de pester het deed, • hoe het gepeste kind reageerde. Vraag het kind, dat gepest wordt ook of hij het al aan zijn ouders verteld heeft, of aan een vriendje, of er iemand is, die hem helpt als het gebeurt. Beloof het kind samen naar een oplossing te zullen zoeken. Zeg een gepest kind nooit, dat het zijn eigen schuld is dat het gepest wordt. Dit is namelijk nooit zo en een kind dat zich toch al onzeker voelt, moet zich altijd door zijn leiding gesteund voelen.
Aanpak van de pestkop Later roep je op eenzelfde manier de pester bij je. Hem stel je dezelfde vragen als aan het kind, dat hij pest. Deze vragen vind je op de vorige pagina. Wanneer door deze gesprekjes je vermoedens bevestigd worden, dat er binnen je club gepest wordt, moet je direct tot actie overgaan.
V4.10
STOP PESTEN ZO SNEL MOGELIJK
Het is belangrijk om pesten zo snel mogelijk te stoppen. Doe je dat niet dan: • kan pesten een gewoonte worden van de pester, • vormt zich een groep meelopers, • heeft de pester de indruk dat van hem verwacht wordt, dat hij ‘geintjes’ uithaalt en stoer doet. Een pestkop weet meestal niet eens waarom hij pest. Ooit is hij ermee begonnen, als geintje wellicht. De groep moest erom lachen. Daarom doet hij het nog eens, en nog eens. Als een leider niet ingrijpt, interpreteert de pestkop dat zijn gedrag geaccepteerd wordt en gewoon is. Gewoon gedrag hoef je niet te veranderen. Zo kan het ook voorkomen, dat kinderen op
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V de club pesters zijn, terwijl ze op school heel aardig zijn. Keur je het pestgedrag niet af, dan gaat het pesten door. Daarom is het heel belangrijk een geintje, dat voor de ander geen geintje is direct de kop in te drukken. Laat daarbij altijd weten, waarom je dit gedrag niet tolereert. Pak pesten direct aan! Geef het geen kans een gewoonte te worden. Grijp in zodra je ook maar één kind ziet plagen op een manier die je te ver vindt gaan. Hoe langer pesten doorgaat, hoe moeilijker het wordt er iets aan te doen. Grijp dus in, voordat de meelopers gaan meedoen. Hoe kun je pesten stoppen? Praten met het kind dat gepest wordt (zie V4.9) • Beloof hem te zullen helpen. Maar geef ook aan dat pesten niet van de ene op de andere dag stopt. Praten met de pestkop • Praat met de pestkop. Zeg duidelijk, dat je weet dat hij pest. Wees echter voorzichtig met het noemen van de namen van kinderen die hierover spraken. Dit om te voorkomen dat een kind daar straks om gepest en bedreigd wordt. Vraag de pester waarom hij pest, wat er zo leuk aan is. Hoe zou hij het zelf vinden om gepest te worden? En heeft hij wel eens bedacht hoeveel pijn hij iemand doet en hoe onzeker en bang iemand kan worden? Zoek samen met hem naar de reden van het gepest: gewoonte, eigen onzekerheid (door te pesten zelf niet gepest worden), genieten van macht en aandacht. Maak de pestkop duidelijk dat zijn gedrag niet wordt getolereerd en vertel welke sancties volgen bij herhaling van gedrag. -
Leg goed uit hoe erg het is wat hij een ander kind aandoet; dat het kind er niet van kan slapen, niet meer alleen naar de club durft, niet meer buiten wil spelen, onzeker wordt omdat hij denkt dat het zijn eigen schuld is, hoe eenzaam hij is, omdat niemand hem te hulp schiet. Vaak realiseert een pestkop zich dat niet. Een pester kan zo schrikken als hij hoort hoe verdrietig, bang of eenzaam hij een ander maakte. Dat was niet de bedoeling. Het was toch maar een 'geintje'. Hij kan daardoor stoppen met pesten. Laat een pestkop dus weten hoe iemand zich voelt als hun slachtoffer. Een gesprek met een pester kan echter ook anders uitpakken. De pester voelt zich verraden en wil zich wreken. Wees er na zo'n gesprek daarom extra alert op wat er gebeurt in de groep, want de pester kan nu nog meer in het geniep gaan werken dan ervoor. Een pestkop kan vaak niet zomaar stoppen met zijn gedrag. Als hij stopt is er niemand meer, die tegen hem opkijkt en met hem meeloopt. Een pestkop weet vaak niet hoe hij vrienden moet maken. Echte vrienden heeft hij niet. Iedereen is bang voor hem of kijkt tegen hem op. Maar vriendschap gaat uit van gelijkwaardigheid en waardering voor elkaar. Een pestkop kan zich daarom, net als een gepest kind, ongelukkig voelen. Ook hij is eenzaam. Een pestkop
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V moet een kans krijgen te leren hoe je echte vrienden maakt. Een oplossing zit lang niet altijd in een harde aanpak en in forse straffen. Andere mogelijkheden zijn: • het geven van aandacht als de pester niet pest, • een confrontatie met de meelopers, die aangeven dat zij het pesten niet waarderen, • de sfeer in de groep zodanig te veranderen dat niemand, dus ook de pestkop niet, bang hoeft te zijn voor pesterijen. Dit kan bijvoorbeeld door minder competitiespelen en meer samenwerkingsspelen. Door een grotere diversiteit aan activiteiten aan te bieden. Door sterke kanten van leden te benadrukken. Praten met de meelopers Soms wil een pestkop wel ophouden met pesten, maar hij weet niet meer hoe. Hij gaat door, omdat de meelopers dat van hem verwachten. Praat daarom ook met de meelopers, zonder dat de pester of het gepeste kind erbij zijn. •
In dit gesprekje kunnen de meelopers door de volgende vragen ontdekken wat hun rol is. In de groep wordt gepest, wat vinden jullie daarvan? Waarom denk je dat ... zo'n pestkop is? Hebben jullie wat met het pesten te maken? Waarom denken jullie dat ... gepest wordt? Heeft hij geen vrienden? Waarom willen jullie geen vrienden met hem zijn? Vind je het eerlijk wat er gebeurt? Hoe zou jij je voelen als jij gepest werd en niemand het voor je opneemt? Hoe denken jullie dat we samen het pesten kunnen stoppen? Belangrijk is dat je de kinderen mee laat denken over de oplossing. Kinderen zijn daartoe bereid, omdat er slechts weinigen zullen zijn, die echt plezier beleven aan het pesten. De meelopers zijn erg belangrijk in het proces het pesten te stoppen, omdat: juist zij met elkaar op kunnen komen voor het gepeste clubgenootje en vriendschap met hem kunnen aanknopen, juist zij, bewust of onbewust, de pester stimuleren door te gaan (V4.6), juist zij de pester een kans moeten geven een nieuwe plaats in de groep in te gaan nemen, niet langer meer als pestkop, maar als een gezellig sociaal lid van de club. Dat is wennen, voor zowel de meelopers, de gepeste en zeer zeker voor de pestkop zelf.
Doen met alle leden • Zoek activiteiten waarin het kind, dat gepest wordt sterk is. Laat, vooral de meelopers, de positieve eigenschappen van de gepeste ervaren. Is de gepeste een slimme jongen, doe dan een denk-doespel. De clou daarvan is, dat de gewonnen punten bij een sportspel worden verdubbeld als een quizvraag goed beantwoord is. Verzin een aantal vragen over een onderwerp waar het gepeste kind goed in is. Leg dit er echter niet te dik boven op! •
Zoek activiteiten waar de pester zwak in is. Denk eens aan een concentratiespel, een avondspel in een donker bos, goocheltrucs en proeven, aan creatieve spelen als schminken of schimmenspel, aan constructieve activiteiten als pionieren, aan samenwerkingsspelen of tochttechnieken.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V Laat de pestkop maar eens iets doen waar hij niet goed in is. Hij voelt dan aan den lijve wat het is om niet zo machtig te zijn. •
Neem met de hele groep de regels nog eens door: wat zijn de normen op de club, welk gedrag wordt wel en welk niet getolereerd, hoe gaan we op de club met elkaar om. Schrijf deze afspraken en ideeën samen op een mooi versierd vel papier. Hang dit goed zichtbaar in het clublokaal. Wanneer kinderen zich niet aan afspraken houden kunnen andere kinderen of leiding ze er op wijzen.
•
Creëer een sfeer waarin pesten bespreekbaar wordt. Maak kinderen duidelijk, dat het nooit klikken is wanneer je aan leiding vertelt dat er gepest wordt.
•
Als de pestkop, ondanks al deze stappen toch blijft pesten en klieren stuur je hem weg. Echter nooit zonder dit aan de ouders te melden en ook hen daarbij de reden te vertellen waarom je deze maatregel neemt.
Bedenk wel dat voorgoed wegsturen nauwelijks een oplossing is. De kans dat het pesten erger wordt, maar nu volkomen onzichtbaar en ongrijpbaar voor jou, is heel erg groot. Praten met de ouders • Licht ook de ouders van de pestkop en het gepeste kind in. Ga op huisbezoek (C1.3), zoek samen naar mogelijke oorzaken en oplossingen. Vertel de ouders ook welke afspraken op de club tellen. Mocht je een pestkop onverhoopt naar huis moeten sturen, dan zijn de ouders daarop voorbereid. Vraag ouders je te bellen als ze het idee hebben dat er weer gepest is. Je kunt de ouders van het kind, dat gepest wordt bijvoorbeeld adviseren, het kind een weerbaarheidstraining te laten volgen. Hier leert het kind voor zichzelf op te komen, zelfverzekerd en rechtop de wereld in te kijken, 'nee' te zeggen en voor zijn eigen mening uit te komen. •
Het organiseren van een ouderavond (C1.4) kan mogelijk tot een oplossing leiden, wanneer: • veel kinderen van de groep betrokken zijn bij het gepest, • of wanneer het je niet lukt er in de groep zelf uit te komen. Wat doe je op zo'n avond? • Je legt alle ouders het probleem voor. • Je zoekt samen naar oplossingen. • Je spreekt met elkaar de sancties af die genomen worden als een kind pest. • Je kunt ouders ook vragen alert te zijn op pestsignalen en ze aan een van de leiding door te geven.
Hoewel ouders niet objectief zijn, vinden alle ouders het vervelend als hun kind gepest wordt of pest. Juist die betrokkenheid zal de basis zijn om een probleem waar jullie als leiding zelf niet uitkomen
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V op te lossen. Een ouderavond (C1.4) over het onderwerp pesten kan preventief werken! Je kunt een deskundige uitnodigen om hierover te praten. Wanneer jezelf niemand kent, die dit wil en kan, kun je een van de volgende instellingen vragen je verder te helpen. Hun telefoonnummer vind je in het telefoonboek van je eigen regio. • Schoolbegeleidingsdienst, • Spel- en Opvoedingsvoorlichting, • Riagg-preventieafdeling, • GGD/GVO-afdeling, • Schoolgezondheidsdienst. Hoewel bovenstaande suggesties je zeker kunnen helpen het pesten te laten stoppen, moet je je ook realiseren, dat er geen methode bestaat die gegarandeerd bij iedere groep helpt. Dat komt, omdat iedere afdeling anders is, pestsituaties van elkaar verschillen, evenals het stadium waar het pesten zich in bevindt of het karakter van de pester en zijn motieven, de reactie van de meelopers, de houding van het gepeste kind. Daarom kan in jouw afdeling of groep een andere manier om het pesten te stoppen beter werken. Wat je echter altijd moet doen is: • over het pesten praten • met alle partijen, die er bij betrokken zijn • en ongewenst gedrag consequent afkeuren. Ook moet je je realiseren, dat je de kinderen maar 1,5 à 2 uur per week ziet. Als de kwetsbaarheid van het gepeste kind duidelijk wordt, dan zou dit voor de pester wel eens een reden zijn om door te gaan. Bedenk daarom goed, dat: • voorkomen beter is dan genezen. De suggesties bij V4.12 kun je ook in dit stadium gebruiken. • het kwaad beter aangepakt kan worden als het nog klein is, • duidelijkheid en consequentie in woorden en gedrag als het om pesten gaat, veel ellende voorkomen.
V4.11
MOET JE IEDER KIND BIJ DE GROEP HOUDEN?
Natuurlijk hoef je niet kost wat kost elk kind als lid van je afdeling te behouden. Er zijn kinderen, die ontdekken, dat ze een sportclub toch leuker vinden dan Jong Nederland, of liever panfluit willen gaan spelen, of op de toneelclub willen, of .... Ook zijn er soms kinderen waarvan de leefwereld en interesses zover van de andere kinderen af liggen, dat het zich nooit in de groep thuis zal voelen. In dat geval kan het voor alle partijen beter zijn dat dit kind van Jong Nederland af gaat. Dat kan gebeuren, daar is niets mis mee. Maar als dit 'buitenbeentje' van de groep afgaat, omdat het gepest werd, dan is er iets mis met jouw groep! Informeer wanneer een kind je groep verlaat altijd naar de reden waarom hij dat doet. Laat je niet afschepen met een oppervlakkige reden, als je denkt dat er meer of andere redenen zijn. Vraag door (W1.2), zo krijg je nuttige informatie over je groep!
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V V4.12
ALS HET PESTEN GESTOPT IS
Wanneer een pestsituatie in je groep gestopt is, zal de rust in de groep terugkeren en de sfeer verbeteren. Alle leden van de groep moeten de kans en rust krijgen een nieuwe plek en een nieuwe rol in de groep te vinden. Blijf echter in de gaten houden of het pesten na verloop van tijd niet weer de kop opsteekt. Onderstaande suggesties kunnen daarbij helpen. • Blijf de regels hanteren, die jullie samen bedachten om pesten tegen te gaan. • Probeer regelmatig over de sfeer en normen in de groep te praten. Dit kan ook op een speelse manier, bijvoorbeeld als opdracht bij een levend ganzenbord of in kleine groepjes tijdens een boswandeling. Belangrijk is dat je de kinderen laat merken, dat het nog steeds een belangrijk onderwerp in de groep is. • Blijf op je eigen gedrag letten: hoe praat je over de kinderen, hoeveel aandacht geef je ze, krijgt iedereen aandacht van je, zijn jullie activiteiten zodanig dat ieders capaciteiten uit de verf komen?
V4.13
HOE GEEF JE PESTEN WEINIG KANS?
Wanneer je nog niet met pesten in je groep te maken hebt gehad, bof je. Toch is het goed om eens te bespreken, waarom pesten bij jullie in de afdeling nauwelijks een kans krijgt. Het is heel belangrijk om daar met alle leiding over te praten. Een afdelingsvergadering (O1.2) is daar een goede gelegenheid voor. Pesten komt namelijk minder vaak voor in een afdeling, waar alle leiders zich aan dezelfde regels houden en van dezelfde waarden en normen uitgaan. Mag er bij jullie gevloekt worden? Mag er een geintje uitgehaald worden? Wordt agressief gedrag getolereerd? Wat vinden jullie agressief gedrag: een duwtje tijdens voetbal, of intimidatie met woorden, of bewust negeren of .... Grijp je ook in als je kinderen van een andere groep ziet pesten? Of als je kinderen net buiten het clubhuis ziet pesten? Maak afspraken met elkaar hoe je handelt en ingrijpt bij pesten. Trek altijd één lijn. Kinderen weten dan waar ze aan toe zijn. Zo krijgen ze geen kans bij de ene leider wel vervelend te zijn en het bij de ander niet te durven. Hieronder vind je een aantal tips, die je kunt gebruiken om de kans op pesten in je afdeling zo minimaal mogelijk te houden. • Zorg voor een goede sfeer op je club (V4.7). • Geef alle kinderen aandacht. Laat merken, dat jij alle kinderen van de club aardig vindt; of ze nu sportief zijn of dik, of ze populair zijn of verlegen. Straal naar alle leden van je groep uit, dat ieder kind waardevol is voor de club. Bovendien voorkom je zo dat kinderen op een negatieve manier jouw aandacht moeten vragen. • Neem kinderen serieus. Bouw een goede band met ze op. Laat ze voelen dat je er voor ze bent, dat ze met hun problemen bij jou kunnen komen. Lach kinderen niet uit en praat niet over ze op een denigrerende manier. • Bied veelzijdige activiteiten aan. Dan komen alle kinderen tot hun recht. Wissel sportspelen af met een quiz, doe in het bos zowel sluipspelen als natuuronderzoekjes. Speel toneel en zet een tocht met diverse tochttechnieken uit. • Leg niet te veel accent op competitie. Verwerk in een zeskamp bijvoorbeeld eens een keer een kansspel: wie wint mag om zijn score dobbelen met een tien- of twintigzijdige dobbelsteen. • Leer kinderen voor zichzelf en voor anderen op te komen. In 't Zinnige activiteitenboek' vind je vele activiteiten, waardoor kinderen spelenderwijs leren
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V hun eigen grenzen te bepalen. Het boek is in het bezit van iedere afdeling, maar ook te koop bij de Jong Nederland Winkel (C2.4). • • • •
Grijp in wanneer een geintje voor een ander kind niet leuk is, kinderen buiten de groep gesloten worden of iemand agressief in woorden of gedrag is. Maak met de kinderen duidelijke afspraken over wel en niet getolereerd gedrag. Agressieve woorden en agressief gedrag vallen daar altijd onder. Laat duidelijk je afkeuring blijken als kinderen, en leiders, deze regels overtreden. Wees consequent, zowel in je eigen gedrag als in het goedkeuren en afkeuren van iemand anders zijn gedrag. Maak pesten bespreekbaar. (V4.14)
V4.14
MANIEREN OM OVER PESTEN TE PRATEN
Over pesten moet je praten. Doe je het niet, dan wordt het alleen maar erger. Iedereen in de groep is er dus bij gebaat, dat erover gesproken wordt (V4.9, V4.10). Wel moet je je realiseren, dat pesten niet stopt door er alleen over te praten. Wat je met praten wel bereikt is, dat je: • de ogen van meelopers opent zodat ze zien, wat hun rol in het pestgebeuren is, • een pestkop bewust maakt van de pijn, die hij een ander kind aandoet, • pesterijen voorkomt. Echter zomaar in een kring over pesten gaan praten werkt zelden. Kinderen klappen dicht, niemand durft er iets over te zeggen. Daarom is een activiteit vaak een goede manier om kinderen over dit onderwerp aan de praat te krijgen. Dat pesten een onderwerp is waar kinderen zich mee bezighouden, blijkt ook uit de keuze van de 'Prijs van de Jonge Jury'. Deze jury, bestaande uit 3600 twaalf- tot zestienjarigen bekroonde in 1998 het boek 'Spijt' van Carry Slee. Het uitverkoren boek gaat over een zeer venijnig euvel uit het kinderleven: het pesten van die ene die er kennelijk niet bij mag horen. Lees het zelf eens een keer!
•
Een verhaal vertellen Lees een verhaal voor met het thema 'pesten'. Houd hierna een kringgesprekje. Vragen, die je de kinderen kunt stellen zijn: Vond je het een goed verhaal? Waarom wel of niet? Wie vond je aardig in het verhaal? Waarom? Wie vond je vervelend? Waarom? Heb je zelf zoiets weleens meegemaakt? Wanneer? Hoe vond je dat? Wat heb je toen gedaan? Zou zoiets in onze groep ook kunnen gebeuren? Waarom wel, of waarom niet? Vanuit het verhaal, ga je langzaam over naar de eigen situatie. Kinderen zijn dan al aan de praat en gaan dan vaak zonder schroom verder.
Degene die het gesprek leidt, moet stevig in zijn schoenen staan om zoiets op een goede manier te kunnen leiden! Daarom is het aan te raden altijd met meerdere leiders bij zo'n gesprek te zijn. Zo kun je ook beter op non-verbaal gedrag letten. Probeer dat ook bespreekbaar te maken. Tijdens het gesprek moet je er in ieder geval voor zorgen, dat:
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V • •
alle kinderen hun zegje kunnen doen, en niemand uitgelachen wordt om wat hij zegt.
Creatief • Geef aan kleine groepjes een creatieve opdracht. Gebruik die als uitgangspunt om het onderwerp 'pesten' aan de orde te stellen. Een voorbeeld: Maak met je groepje een verhaal waarin flink gepest wordt. Maak van dit verhaal een toneelstukje. Al spelend ervaren kinderen hoe rot het is gepest te worden. Praat over de toneelstukjes na met de kinderen. Laat de spelers vooral verwoorden wat ze voelden toen ze in het spel pestten, gepest werden, meededen zonder het eigenlijk te willen of het voor het gepeste kind op wilden nemen, maar het niet durfden. • In plaats van een toneelstukje kun je ook kiezen voor een videoclip, een rollenspel, een stripverhaal of collage over 'pesten'. Wanneer er in jouw groep gepest wordt, kun je het beste zelf de rollen in het toneelstuk verdelen. Zo krijgt ieder juist een rol, die hij in de werkelijkheid niet inneemt. Laat de pestkop maar eens het slachtoffer spelen. Laat een meeloper maar eens ervaren hoe eenzaam je bent als niemand je vriend wil zijn. Welk woord hoort erbij? • Laat de kinderen alleen of in groepjes zoveel mogelijk woorden opschrijven die met pesten te maken hebben. Ieder woord wordt op een apart kaartje geschreven. Je kunt zelf ook meedoen. Schrijf dan op wat bij jullie in de groep voorkomt. Bekijk daarna alle kaartjes met elkaar. De volgende vragen kunnen een gesprek op gang helpen. Hebben al deze woorden met pesten te maken? Wat vinden jullie de gemeenste vorm van pesten? Waarom? Waarom vindt de een dit en de ander dat erger? Kun je met elkaar de kaartjes in een volgorde leggen: van plagen tot heel gemeen pesten. Heb jij weleens een van deze dingen gezien of meegemaakt? Waar? Wil je er wat over vertellen? Is iemand van jullie wel eens gepest? Wat voelde je toen? Waarom was dat zo erg? Heeft iemand van jullie een ander wel eens gepest? Waarom deed je dat? Is een van jullie wel eens opgekomen voor een kind, dat gepest werd? Wat deed je? Waarom deed je dat? Wordt er op de club ook gepest? Waarom is dat? Vind je dat vervelend? Wat kunnen we er aan doen om het te stoppen of het een volgende keer te voorkomen? Wanneer je praat over onderwerpen als pesten is het belangrijk een ontspannen sfeer te creëren. Zoek een rustige plek, waar je niet te veel wordt afgeleid. Begin het gesprek naar aanleiding van iets wat gebeurd is, of vanuit een activiteit. Ga daarna in kleine stapjes verder en probeer tenslotte de situatie in jouw groep en de gevoelens van de leden bespreekbaar te maken.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V Meespeeltheater • Nodig een theatergroep uit, die een toneelstuk speelt rond dit thema. In zo'n 'meespeeltheater' krijgen de kinderen een rol in het spel. Omdat het contracteren van zo'n theater erg duur is, is zoiets wellicht haalbaar op een districtsactiviteit. Omdat het thema een hoog 'maatschappelijk prioriteitsgehalte' heeft, is er wellicht de mogelijkheid bij de gemeente of een fonds aan te kloppen om de financiën hiervoor bij elkaar te krijgen (F3.7) Het landelijk bureau heeft het adres van een meespeeltheater, dat al eerder zeer succesvol optrad op een Spelmarkt. Vraag bij het Infocentrum (C2.15) om advies bij het verwerven van fondsen of gemeentesubsidies en lees F3.7 uit de Informatiemap voor afdelingen. •
Je kunt ook met de leiding een 'meespeeltheater' over pesten opvoeren. Studeer dit met elkaar in en voer het op. Van belang is wel, dat je serieus speelt. Na het toneelspel vraag je de kinderen oplossingen te geven om het pesten te voorkomen of te laten stoppen. Laat een kind zijn oplossing meespelen in het toneelstuk. Helpt dat? Moet er iets anders verzonnen worden? Wie weet nog een oplossing? Wie speelt die mee?
Ouderavond • Niet alleen met de kinderen, maar ook met de ouders kun je over pesten praten. Organiseer eens een ouderavond voor de ouders van de hele afdeling over dit onderwerp. (C1.4) De bedoeling van zo'n ouderavond is preventief. Dat wil zeggen: proberen te voorkomen dat pesten een kans krijgt. Op zo'n ouderavond: vertel je de ouders iets over pesten: hoe ontstaat het, wie doen het, hoe herken je het (V4.2 - V4.3 - V4.4 - V4.5 - V4.6 - V4.8), bedenk je met de ouders mogelijkheden om pesten te voorkomen, vraag je de ouders aan jullie door te geven wanneer zij horen of vermoeden dat er gepest wordt, spreek je de maatregelen af die genomen gaan worden als kinderen op de afdeling pesten. Maak een documentatietafel met leesboeken en brochures met achtergrondinformatie over pesten. Vraag ouders en kinderen beide hetzelfde boek te lezen en er daarna eens uitgebreid met elkaar over te praten. De Stichting Opvoedingsinformatie, postbus 1206, 3800 BE Amersfoort, heeft een aantal handige brochures geschreven over pesten: • Pesten hoort er niet bij, informatie en advies voor kinderen en ouders van 8 tot 15 jaar. • Kinderen pesten kinderen, wat alle kinderen van 8 tot 12 jaar tegen pesten kunnen doen. • Pestpokke!, een special voor jongeren met tips en feiten over pesten. In deze brochures vind je ook titels van jeugdboeken over pesten. Kijk ook eens in de bibliotheek naar boeken rond het thema pesten.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
V V4.15
OOK LEIDING WORDT GEPEST
Verbazingwekkend is dat het niet alleen kinderen zijn, die achter de rug van leiders om treiteren en jennen. Het komt ook voor dat leiding onderling elkaar het leven flink zuur maakt. Het afdelingsbestuur, en met name de voorzitter, draagt een grote verantwoordelijkheid om gepest in het leidingteam te voorkomen, te onderkennen en bespreekbaar te maken. Met een kleine vertaalslag kan hij hetgeen in dit hoofdstuk over kinderen beschreven is, toepassen. Ook voor leiding telt: een leider mag best de afdeling verlaten, omdat hij iets anders wil gaan doen. Hij mag echter nooit weggaan omdat hij gepest wordt! Gebeurt dit toch, dan mag betwijfeld worden of zo'n afdeling kinderen wel een veilige plek kan bieden, waar niet gepest wordt en waar ieder kind tot zijn recht komt. Maak van dit hoofdstuk een kopie voor alle leiders. Omdat bijna al deze informatie gericht is op het draaien van een groep, kan ze hen goed van pas komen. Hebben leiders deze in een eigen map thuis, dan zal hij makkelijker gebruikt worden.
V4.16
AFDELINGEN BEDANKT!
In 1997/1998 werd binnen Jong Nederland een onderzoek gehouden over het thema 'Veiligheid in Jong Nederland'. Daarin interviewde de projectgroep 'Veilig Spel' afdelingen ook over 'pesten en vandalisme'. Veel afdelingen beschreven bij deze vragen hoe zij in de praktijk met pesten omgaan. Deze handige en praktische tips zijn verwerkt in dit hoofdstuk. Veel dank dus aan alle afdelingen die de vragenlijst 'Veilig Spel' zo uitgebreid invulden. Mede door die informatie en bruikbare tips is het te hopen, dat pesten slechts sporadisch een kans krijgt in Jong Nederland-afdelingen en mogelijk voorkomen wordt.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend