uwv 66
s~ 1
I
.
I I
sec os owa 1e van plan naar markt
TSJECHOSLOWAKIJE
van plan naar markt
Tonny Dirkx Kwint Hoge Erik Jansen Carole Kommers Ellen Kostelijk Marlies van Laarhoven Willy Unssen
Willem Manders Alexandra Mols Fran9()is Olsthoom Erik Rovers Thea Stals Rob Swalef Willijan VtSSers Lars van Zomeren Drs. F.D.P. van Bel Prof. lr. C.H. Batter Eindredactie: Tonny Dirkx
U graag aangeboden door
Studievereniging voor
Technische Universiteit Eindhoven p/a Paviljoen A-20 Postbus513 5600 MB Eindhoven Telefoon 040-472471 Telex 51163
Voorwoord In 1985 ward Michall Gorbatsjov gekozen als president van de USSR. Nog geen jaar later lanceerde hij de begrippen •perestrojka" en •glasnosr, vnj te vertalen in "hervonnlng• en •openheid". Voor het eerst sedert het moment dat Stalin in de jaren '20 een rigoureus einde maakte aan Lenin's •Nieuwe Econornische Politiek" ward S8lieus en In een steer van openheld begonnen aan de doorvoering van economische hervonningen. De veranderingen In de USSR leten de satellietstaten ulleraard niet onberoerd en In de maanden november en december van 1989 viel het ljzeren gordijn. De ene na de andere politieke omwenteling vond plaats en het communistlsche Imperium stortte ats aen kaartenhuis In elkaar. Oude politieke structuren warden snel overboord gezet en nagenoeg aile Centraal- en Oosteuropese Ianden wendden zich tot meer democratische bestuursvonnen. De nieuwe • in enkele gevallen al vrij gekozen • regeringen zagen zich echter geconfronteerd met aen enorme economische achterstand ats gevolg van 40 jaar planeconomie en vestigden hun hoop op de vrije markteconomie. Deze onverwachte omwentelingen hebben de verhoudingen binnen Europa stark veranderd. In november 1990 werd op de Europese Veiligheidsconferentie In Parijs het einde van de Koude Oorlog officieel bezegeld. De relatles tussen de Westerse alliantle en hat Oostblok zijn ontspannen en door de liberalisatie van de Oosteuropese economieln zijn er nieuwe mogelijkheden en kansen voor het Westerse bedrijfsleven ontstaan. Oil was voor ons, laden van de studlevereniglng Industria, de redan om een korte studiereis te organiseren naar hat Oostblok. De reis moest het karakter krijgen van aen uitwisseling. In maart van dit jaar werd het eerste contact gelegd met studenten van de Technische Unlverslleit van Praag. Van 19 tot 29 oktober zijn we met 15 studenten en twee begelelders, prof. lr. Botter en drs. van Bel, in Tsjechoslowakije geweest, waar we diverse bedrijven en overheldsorganlsaties bezocht hebben. In mel 1991 zullen 15 studenten u1t Praag 1o dagen In Nederland doorbrengen.
Oil rapport is gemaakt voor de Facultelt Bedrfjfskunde van de Technische Unlversltelt Eindhoven en voor hat Nederlandse bedrijfsleven. Er is geprobeerd een zo volleclig mogelijk beeld van de situatie in Tsjechoslowakije, Binds kort CSFR geheten, te schetsen. Bovendien hebben we ons expliclet gerieht op de mogelljkheden voor Nederlandse ondememlngen in de CSFR. Het kan daarom een eerste oriOntatle zljn op Oost-Europa en de CSFR In het bljzonder, voor bedrijven die sarnenwerklngsverbanden of handelsvestlgingen overwegen. Oil rapport zou nlet tot stand zijn gekomen zonder de medewerking van prof. lr. Bekker, drs. F. van Bel en aile deelnerners. Wij wlllen hen bedanken voor hun tips, hun ondersteuning en lnzet bij hat schrijven van dit rapport en het organiseren van de reis in de aerste plaats.
Eindhoven, januari 1991 Erik Jansen Marlies van Laarhoven Thea Stals Lars van Zomeren
Samenvatting Op basis van een algemane vergelijking tussen de verschillende Oosteuropese Ianden kan gesteld worden dat van deze Ianden, de CSFR relatlef de beste mogelijkheden biedt voor de Nederiandse investeerders. Er blijkt namelijk dat het welvaansniveau in de CSFR relatief hoog Is, de lnfrastructuur relatief goed Is, de kapitaalbehoeften en de sehulden laag zijn en de polltieke structuur wordt gekenrnerkt door democratie. Ultgaande van de DESTEP..factoren, te weten: demografie, economie, soeiologie, technologie, ecologie en polltiek, wordt hieronder een aamenvattend beeld geschetst van de situatie In de CSFR. Polltiek De CSFR bestaat ult twee republieken: Tljechi6 en Slowakije, verenigd In een federale republfek. Het land heeft lange tijd een communistisch regime gekend. In november 1989 is, na demonstratfes en staklngen, In gang gezet door studenten. hat Centrale Cornlt6 afgetreden en Is de eerste stap gezet op de weg naar de huldige dernocratiSChe samenleving. In juni 1990 zljn er verklezlngen gehouden die geield hebben tat de vorming van een federale regering bestaande ult hat Burgerforum en de Christen Democratlsche Unie. De communistische panij heeft lindsdien definltlef haar macht moeten afsta'&. Demoqrafie De CSFR heeft 15,8 mlljoen lnwoners; 10,4 mlljoen van hen zljn woonachtig In Tsjechi&, 5,4
miljoen in Slowakije. De natlonallteltenkwestie, die zlch afspeelt tussen de Tsjechen en de Slowaken, drukt mornenteel een belangrijke stempel op de ontwikkeling van de CSFR. De republlek Tsjechi& ligt gunstlger ten opzichte van West-Europa en Is verder ontwikkeld op economisch en technologlsch gebled dan Slowaklje, dat meer gericht Is op hat Oosten van Europa. Door leldende polltlci wordt Of}derkend dat ten behoeve van een snelle ontwikkellng van de CSFR het een verelste Is dat de belde republieken zlch nlet van elkaar afschelden. De totale beroepsbevolking van de CSFR bestaat u1t 8 mlljoen mensen. De gezondheld van de bevolking en het systeem ter waarborglng van de gezondheld Is goed te noemen.
Socioloale Op maatsehappelljk en soclaal gebled Is er een groat aanta1 ontwikkellngen gaande. De arbeidsverhoudingen zullen hoe Ianger hoe meer bepaald gaan worden in de driehoek: overheid, werkgevers en werknemers. Voor de bevolklng van de CSFR zijn er vele onzekerheden ontstaan door de veranderingen die samenhangen met de overgang naar de dernocratische poiitleke structuur en het rnarktgeori&nteerd economisch systeem. Belangrijk Is soclale onrust te voorkomen die zou kunnen ontstaan door de dreigende werkloosheld en de prijsstijgingen. Op onderwijsgebied liggen er in de CSFR nauwelljks beperklngen: aile mogelijke opleidingen zijn voorhanden en het opleidingsniveau Is goed te noemen.
Economle De huidige regering van de CSFR heeft een hervormingsplan opgesteld, dat de ptaneconomle moat ombulgen naar een marktgeoriinteerde economie. Een aantal reeds doorgevoerde economische hervormlngen zljn: • het toestaan van private ondernemlngen volgens Westers model; - de wetgeving voor lnvestertngen door bultenlanclers; - de overheidsmaatregelen ter versoepellng van de In- en u1tvoer; - de reorganisatie van hat bankwezen; - de regels en mogelijkheden voor jolnt-venh.RS; • het stimuleringsbeleld van de overheld. Hoewel niet aile hervormlngen zonder problemen verlopen, blijft men geloven In het voorgenomen plan. Hervormlngen die nog verwezenlijkt moaten worden, zijn: - de introductie van het belastingstelsel; • de budgetregels voor de overheid; - de prlvatisering of restitutie van staatsbedrijven; • de prijsllberalisatie; - de convertlbilltelt van de koruna, de Tsjechoslowaakse rrudeenheid; - de structurale veranderingen in de Industria, de tertiaire sector en de mllieupreventie. Hat ultelndelijke doel van de hervormingen Is een hogera we1vaart In de CSFR te bereiken en voor de CSFR een plaats te verwerven In de wereldeconomle. Hiertoe is men erg afhankelijk van hulp en lnvesteringen vanuit het buitenland. Voor bultenlandse lnvesteerders verdienen met name de volgende punten de aandacht: • er bestaat nog steeds grote onzekerheld over de ulteindelljke wetgeving; - voor joint-ventures met staatsbedrijven Is direct veel kapitaal nodig; - de economlsche ontwlkkellngen voor de komende jaren zljn moellijk te voorzJen. Technologie De stand van de technofogie Is In de te onderschelden lndustrille aectoren erg verschitlend. De regering richt haar beleld op een accentvertegglng van de zware naar de Iichte Industria. Voor het Nederlandse bedrijfsleven zijn met name de volgende sectoren lnteressant: de chemische Industria die nog nauwelijks ontwikkeld Is, de bouw-tndustrie waarvoor veal grondstoffen aanwezlg zljn en de telecommunlcatie- en automatiseringsindustrie die onclerontwikkeld Is. De comrnercl&le dienstverlenlng Is nog nauwelijks van de grand gekornen. Er llggen vela mogelijkheden In transport en distributie en In advlsering. Ecologle Een van de problemen waar de CSFR mee kampt is het energlevraagstuk. Veal van de huidige energlebronnen zijn te vervuilend of te duur of te welnig voorhanden. Niet aileen de huidige energiebronnen leveren problernen op voor hat milieu. De Iucht, hat water, en de bodem zijn erg verontreinlgd, hat milieubewustzijn is laag en de kosten voor verbeteren van het milieu dusdanig hoog, dat de mllieuprobiematiek nog veal aandacht zal vergen.
lnhoudsopgave Voarwoon:J
Olnlaidil1g
9
1 Ooat..e.q:.
1.1
lnleiding Welvaart, ontwlkkeling en welzijn
1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
lnfrastructuur
Economische ontwlkkeling Kapitaalstromen Schuldenposltie
Kapitaalbehoeften Handelsstromen
De Nederlandse concurrentiepositle In Oost-Europa Van planeconomie naar rnarkteconomie De CSFR
1.11
10 10 11 12 13 13 14 15 17 18 19
2 Polltieke geschiedellls lnlelding De macht van de communlsten De Praagse lente De fluwelen revolutle
2.1 2.2 2.3 2.4
3 Geografie ... demaglafie 3.1 lnlelding 3.2 Geografie 3.3 De nationalltellenkwestie 3.4 Welzijn 3.5 Beroepsbevolking 3.6
Samenvatting en conclusies
4 Sociologie 4.1
InIeiding Arbeidsverhoudingen op rna~ en meso-niveau Arbeldsvoorwaarden in de CSFR Motivatie van werknemers
4.2 4.3
4.4
4.5 4.6 4.7 4.8
Management Onderwljs Sociale aspecten
aan de economische helvormingen Samenvatting en conclusies
21 21 22 22 24 24 24
25 25 26 27 27 27 29 29 31 32 33
5 Palliek 6.1 5.2 5.3
6.4 5.6 5.6
,
lnleldlng Revolutle De polltleke atructuur Verkiezlngen junl1990 Recente ontwlkkelingen Samenvatting en conclusies
·7-
34 34 34 35 36
37
6 Huidige economische sibmtie 6.1
6.2 6.3
6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.1 o
lnleiding De economische polltiek De huidige toestand van de economle Reeds doorgevoerde economlsche hervormingen Het bankwezen Overheldsmaatregelen tav. In- en ultvoer van goederen lnvesteringswetgeving Mogelijke samenwerkingsvormen Mogelijkheden en regels voor joint-ventures Stimuleringsbeleld van de overhek:t voor bepaaJde bedrijfstakken
38 38
39 40 40 41
43 43 44 '
6.11
Tips voor zakendoen In Oost-Europa
46 46
6.12
Samenvatting en conclusies
47
7 Economische hervormingen 7.1 lnleiding 7.2 Het macro-economlsche raamwerk 7.3 Micro-economische rnaatregelen 7.4 De prijsliberalisalie 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9
7.10 8 Tedvlc*Jgie 8.1
8.2 8.3 8.4 8.5
8.6 9 Ecologle 9.1
9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
Interne convertlbllltelt Het structurele beleid Binnen- en bultenlandse lnvloeden op de aconomie Vreemd kapltaal en hulp Strategie op het gebied van de ecologle Samenvatting en conclusies
lnleiding De vier produktiesectoren De produktiefactoren nader bekeken Sterkte/zwakte-analyse van de Jndustrieln De dienstensector Conclusles en aanbevellngen
48 48 50 51 51 52 52 53 55 56 57 57
59 61
64 66
68 68 69
lnleiding Energie Milieu
Luchtvervuiling door S02 in de CSFR
72
lnfrastructuur van de CSFR Samenvatting en conclusies
73 73 75
Lla'atwrlijst Bijlaga 1
Verslagen bedrijfsbezoeken
78
Bijlaga2
De levenscyclusbenaderlng
85
-8·
0 lnleiding De doelstelling van het rapport 1'sjechoslowakije, van plan naar markt', is het geven van een orientatie op de huidige situatie In de CSFR, uitgaande van het ver1eden en met een korte blik In de toekomst. Doelgroep is het Neder1andse bedrljfsleven; met name de bedrijven die momenteel of In de nabije toekomst de vraag in overweging nemen om in de CSFR of met bedrijven ult dat land zaken te gaan doen. Het rapport lean in dit kader als ultgangspunt van nut zijn. In de opbouw van het rapport is daze doelstelling terug te vinden. Om de grote hoeveelheid informatie toegankelljk te rnaken, is gekozen voor een duidelijke structuur in de vorm van de zogenaamde DESTEP..factoren (0]. Deze factoren zijn respectievelijk Demografle, Ecologie, Sociologle, Technologle, Economle en Politiek. De basis van het rapport werd gevormd door een voorverslag, dat voomamelijk was gebaseerd op lnformatie ult literatuur en artlkelen, aangevuld met informatle verkregen door interviews en bedrijfsbezoeken In Neder1and. Tijdens het verblijf In de Tsjechoslowaakse hoofdstad is de nog ontbrekende informatle verzameld. Hlervoor zljn bezoeken afgelegd aan diverse bedrijven. lnstituten en overheldslnsteliingen. In de bljlagen is een overzlcht van deze bezoeken toegevoegd.
Om de informatleverzametlng gestructureerd te Iaten verlopen. is de deelnemersgroep tijdens de voorstudie, de reis en het schrijven van het rapport In groepsvorm te werk gegaan. Elke groep van twee toe vier personen had hlerblj een bepaald deelonderwerp onder zijn verantwoording. Het uiteindelijke rapport Is loglsch opgebouwd, beglnnend met een vergelljklng van vier Oosteuropese Ianden waarult de CSFR als voor het bedrijfsleven zeer lnteressant naar voren kornt. Na een korte ultwljding over de politieke geschiedenis In dit land, wordt de situatie met betrekklng toe de factoren geografie, demografie en soclologie beschreven. Vervolgens wordt de factor politlek, die In de CSFR een grote rol speelt gezlen de ontwlkkellngen van afgelopen jaar, In haar huldige vorm beschreven en wordt de huldlge economlsche altuatie atsmede de economlsche hervormingen, gebaseerd op het economlsch scenario, belcht. Het rapport elndigt met de factor technologie en een uiteenzetting over de ecologlsche sltuatle in deCSFR. Tenslotte dient opgemerkt te worden dat men rekenlng dient te houden met de snelle ontwlkkelingen In de CSFR. Deze ontwlkkelingen hebben namelijk tot gevolg dat met name op het gabled van de politlek en de economie, bepaalc:Je lnformatie In dlt rapport zijn actuallteit reeds gedeeltelijk verioren kan hebben. Als pelldatum Is gehanteerd 1 januari 1991. Voor de overige factoren zal dit slechts in zeer geringe mate gelden, waardoor dlt rapport ondanks deze kanttekenlng aan zljn doelstelling blijft voldoen.
-9-
1 Oost-Europa 1.1 lnleiding
Met rulm honderd mlljoen inwoners vormen de Midden- en Oosteuropese Ianden (exclusief de USSR) een aantrekkelljke potentille afzetmarkt in de nabljheid van de Europese Gemeenschap. Door de recente politleke hervormingen &s veel belangstelling ontstaan voor de moge· lijkheden voor handel met en lnvesteren In het voormalige Oostblok. In dit hoofdstuk zal getracht worden een zo actueel mogelijk beeld te geven van de economische posltie van zes klelne Oosteuropese Ianden, te weten Bulgarije, Hongarije, de DDR, Polen, Roemenll en Tsjechoslowakije, dat we verder CSFR (Ceska a Slovenska Federativn[ Republlka) zullen noemen. De DDR bestaat weliswaar off'JCieel nlet meer door de eenwordlng met de BRO. maar zlj wordt toch aJs apart land behandeld, omdal zo een betere vergelijklng tussen de Oosteuropese Ianden mogelijk &s. Hierblj dient te worden opgemerkt dat door gehelmhoudlng en definltieYerschlllen weinig brulkbare gegevens voorhanclen zijn. Bovendlen moeten de c:lficllie statlstleken vaak gewantrouwd worden. Een vergelijking van de rna~ ontwikkelingen In daze Ianden wordt emstlg bemoeilijkt door twee redenen. Ten eerste geeft de off'JCIIIe wisselkoers de relatieve sehaarste van de munt onvoldoende weer en ten tweede wordt een aantal grootheden in het geheel nlet gereglstreerd (dit geldt voora1 voor allertei diensten). Deze problemen, die rond de vergelijkbaarheid en bruikbaarheid van de voorhanden gegevens bestaan, worden zoveel mogelijk opgelost door gebruik te maken van Westerse handeJs.. en sehuldstatistieken. Daze zijn helaas ook nlet foutloos, maar lijken betrouwbaarder te zljn dan die van de Oosteuropese Ianden [1). 1.2 Welvaart, ontwikkeling a1 walzijn
Cost-Europa heeft in het algemeen een lager welvaartsnlveau dan West-Europa. a&s we het lnkomen per hoofd van de bevolking bekljken. Aileen de DDR llgt boven het Europese gemiddelde, de CSFR llgt er net onder. Nochtans kunnen daze Ianden niet vergeleken worden met ontwikkelingslanden [2). label 1.1 Jnkcmen per hoofd 1n 1985 (1n pr1jzen en dollars van 1980) Europa West-Du1taland Nederland
DDR Ylren1gd Kon1nkr1jk CSFR Hongar1je Bulgar1je Polen Griekenland Roemen11i
7.450 10.900
9.100 8.700 8.700 7.400
5.800 5.100 4.900 4.500 4.300
Bron: [2]
Oat de Oosteuropese Ianden niet tot de ontwlkkelingslanden moeten worden gerekend blijkt tevens uit gegevens over de beschikbaarheld van duurzame consumptiegoecleran. waarblj aileen Roemenil onder het wereldgemiddelde zit. De DDR, gevolgd door de CSFR. besehlkt over de meeste duurzame consumptiegoederen per 1000 lnwoners.
·10.
Tabe1 1.2 Duurzama COI'ISUII!Pt1e-;oederen per 1000 1nwoners telefoons Bulgar1,je Hongar1Je DOR Polen
Roemen11
radio's
200
230
135 210 105
540
70
CSFR
225
IWerland ...,..,d
125
590
TV's auto's
385 270 145 270 790 310
115 135
190 370 360 255 180
200
,
100
280
170
450
340
135
80
Bron: [3]
De bestedingsmogelijkheden voor de Oosteuropeaan Zljn minder groot dan voor de Westeuropeaan. Een relatief groot gedeelte van het lnkomen wordt besteed aan voedsel, kleding en alcoholische dranken. Dit ondanks het felt dat voedsel en kleding vrij tors gesubsidieerd worden. Voor wonen. vervoer en gezondheid wordt vrij weinig uJtgegeven. Juist een vergelijking met West-Europa op het gebied van welzijnsvoorzlenlngen vall negatief uJt. De grate medische staf in Oost-Europa weegt blijkbaar niet op tegen de comblnatie van emstige milieu-verontreinigingen, onhygilnlsche omstandigheden, verouderde technieken en een gebrek aan geneesmlddelen en medische apparatuur. Ook de In West-Europa normaal geachte voorzienlngen. als stromend water, een douche of een eigen toilet. zijn in OostEuropa nog lang niet voor ledereen beschlkbaar. (1]
1.3 lrlraslruc::b.u Centraal en 0ost Europa zljn gemlddeld genomen vrij dun bevolkt. Een relatlef groot gedeeJte van de beroepsbevolklng werkt In de agrarische sector en woont derhalve nog in niet.. stedelijke gebieden. De dienstensector is er • In tegensteiJing tot de meeste Westeuropese Ianden • nog lang niet de belangrijkste sector u1t het oogpunt van werkgeiegenheld. Tabel 1.3
Beroepsbevo1k1ng naar MCtoran landbouw
8u1gar1Je Hongar1Je DOR Polen Roemen1ii
CSFR
IWerland
1ndustr1e
diensten
18 18 11
45
29
39
31 13
44
33 26
49
37
6
32
63
44 50
37 38 39
Bron: [4]
Dlt suggereert dat deze economieln nog niet volledlg zljn toegetreden tot het post-industriARoemenll nog het meeste acr.erblljven.
Ie tijdperk, waarblj Polen en
·11 •
Voor wat betreft het onderwijs blijft de participatie In het secundaire en tertiaire onderwijs wat achter bij het Westen. Dit geldt echter zeker niet voor de DDR en de CSFR. De cteelname van vrouwen aan deze vormen van onderwijs Is met name In de DDR en de CSFR daarentegen wat groter dan in Nedertand. Vergeleken met de lage inkomenslanden hebben aile Centraal· en Oosteuropese Ianden een veel grater cteelnamepercentage en Is er • althans theoretisch • geen sprake rneer van analfabetisme. Hat transportnetwerk Is, met name van Roernenil en de CSFR, minder ultgebreid dan men op basis van de grate hoeveelheden vervoerde goecteren en personen zou verwachten. Oil wijst op een lntensief gebrulk en op korte termljn lijkt lnvesteren In de transport-Wrastructuur nooclzakelijk. Ook het telecommunlcatienetwerk 1aat veel te wensen te over. Het energleverbrulk per eenheld output Is In Oost-Europa vee1 hoger dan In Nedertand, de produktie Is daardoor in re&le input-termen gemeten dwrder en meer mlliewervullend dan naar Westerse begrippen nodig Is. De miliewervuiling wordt extra In de hand gewerkl door het niet toepassen van milieiNriendelijke produktietecmleken. Julst de hervormingen In Oost· Europa kunnen op dit terrein nog emstige problernen met zich mee brengen. lnclien Oost· Europa over een met Nedertand vergelijkbaar autopark zou gaan beschikken. [1]
1.4 Economlsche ontwlkkalil~ Om een Idee te krijgen van de algemene economische ontwikkellng van een land wordt veelal het Bruto Nationaal Produkt (BNP) per lnwoner aJs Indicator gebruikt. In de centraal geleide Oostblok-economleln wordt echter het Netto Materieel Produkt (NMP) aJs maatstaf voor de economische actlviteit gebruikt. Dit concept verschlll van het In het Westen gangba· re BNP, doordat een groot gedeelle van de dienstensector nlet In de NMP Is meegerekend. Omdat de diensterisector In deze economieAn echter bljzonder welnlg voorstell, Is dit nlet fataal voor de vergelijkbaarheid van de ciJers. Ult de recente reAte ontwikkellng van het NMP blijkt een algemene groeivertraging, mede onder lnvloed van tegenvallende exportprestatles. Dit Is verontrustend omdat deze Ianden niet In staat blijken om nieuwe technologleln effectlef te benutten. Bovendien vermlndert de verspillng van produktJemiddelen niet en neemt de kwalltelt van de eindprodukten steeds vercter af.
Tabel 1.4 Ontw1kke11ng van hilt Netto Mater1M1 Proclukt (procentue1e w1ume verander1ng per jaar) .vem1dde1d 1985 1986 1987 1988 1989 '85-'89 Ongewogen
tem1dde1de 3,1
4,3
3,6
3,4
1,4
3,1
lka1gar1je Hongar1je
2,2 -1,4 5,2 3,4 5,9 3,0
5,5 0,9 4,3 4,9 7,3 2,6
5,1 4,1 3,6 1,9 4,8 2,2
6,2 4 0,5 0 3,0 1,5 4,7 -1,5 3,2 2,9 -1,5
4,5 0,8 3,5 2,7 5,2 2,0
DOR
Polen
Roenlen11 CSFR
• schatt1ngen
lronnen: [5],[6]
-
·.
-12.
'Er bestaan grote verschillen tussen de diverse Ianden. Een land a1s Polen heeft een NM P per inwoner c1at gelijk is aan sommlge ontwikkelingslanden, terwijl de DDR en de CSFR niet veel onderdoen voor bepaalde Ianden binnen de EG. label 1.5 Netto Mater1•1 Produkt 1988 absoluut (1n •ld US$) 8u1gar1Je Hongar1Je DDR
Polen Rollllen1¥
CSF'R
45,4 112,&. 133,5 &5,0 68,7 112,3
per 1111110M'1"
(in US$)
5.061 2.033. 8.042 1.717 2.994 7.203
Bron: [5], • [7)
Polen en Hongarije worden geconfronteerd met hoge lnftatiepercentages doordat ze geprobeerd hebben om economisch zinvollere prijzen te introduceren door subsidies af te schaffen. De sterke stljglng van de prijzen wordt nog eens extra In de hand gewerkt doordat de pnlsstijgingen vertaaJd worden In addltlonele 1oone1sen. Hierdoor komen de bedri)fsresultaten en daarmee het begrotingstekort onder sterke druk te staan. Enerzljds dalen de belastinglnkomsten, anderzljds moeten de tekorten van de staaiSbedrijven ult de staatskas worden aangevuld. 1.5 Kapbakd•omen De liquiditelt en de solvabllltelt worden bekeken om een beeld te krijgen van de mogelljke ontwikkelingen van kapitaalstromen. Bfj de liqulditelt wordt gekeken naar de omvang van de deviezenvoorraad In verhoudlng tot de betalingsverplichtingen voortvloeiend ult de lnvoer . van goederen en dlensten. terwijl de solvabilitelt afgeleid kan worden ult de ontwikkeling van ·• de buitenlandse schuld in relatie tot het Bruto Binnenlands Produkt (BBP). De devlezenvoorraden worden meesta1 rentedragend aangehouden bij het Westerse bankwezen. Het kengetal dat weergeefl hoeveel maanden lnvoer kunnen worden gefinancierd met het tegoed, geeft een goede lndruk van de intemationale liquldltelt van het desbetreffende land. In het algemeen wordt een lnvoerdekking van drie maanden als voldoende aangemerkl Aileen de DDR, Polen en Bulgarije konden aan het eind van het eerste kwartaal van 1989 ruim aan deze liqulditeitsvereiste voldoen. De deviezenvoorraden van de zes zljn echter slechts bij de invoemiveau's van voor de hervormlngen voldoende groot. Het is waarschQnlijk clat de politieke en economische hervormingen er op korte termijn toe zullen leiden c1at de lnvoer van deze Ianden gaat stijgen. Dan bevindt aileen de DDR zlch • ten gevolge van de eenwor· ding met de Bondsrepubliek • In een comfortabele posltie. Oat is van belang omdat volledige convertibiliteit slechts gerealiseerd kan worden lndien er voldoende vertrouwen In de munt bestaat. Een voldoende mate van macro-economlsche liquldltelt is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. Hieraan kan dus op korte termljn waarschijnlijk niet worden voldaan. (1)
1.6 SctUdenposlria Zowel de totale omvang van de netto-IChuld van Oost-Europa als de relatleve zwaarte van de schuld ten opzichte van het Bruto Binnenlands Produkt (BBP) vallen eigenlijk mee. De totale netto bultenlandse schuld van de centraal geleide economieln In Europa bedraagt slechts negen procent van het BBP van deze regio. Ter vergelijking, voor Afrika en LatijnsAmerika is dit ruim 40 procent (8]. De IChuld van de reglo Oost-Europa Is rninder dan de schuld van Mexico ~ BrazUil. De helft van de schuld is bovendien geconcentreerd In Mn land: Polen.
Tabel 1.6 Netto-schulden van een aantal reg1o's, e1nd 1985 M1ljard US$ Lat1jnsamer1kaanse NIC's Az1at1sche NIC's Amer1kaanse Ontw1kke11ngs1anden Europese centraa1 oe1e1de IICOI'ICIIII1 eln (a) Afrika (b) Az1at1.che Ontw1kkelingslanden Aziat1.che centraal geleide IICOI'ICIIII1elin (a) 1nclus1ef USSR Bron: [8]
In l reg1o BBP
217 107
88
42 28 43
88 80 58
g 43 21
11
4
(b) .clus1ef Zu1d-Afr1ka
Daarom staat In beglnsel nlets een relatlef overvloediga toasbOOm van bultanlands kapltaal naar da reglo In da wag, mat ultzondaring van Polan. De varhouding tussan schuldandianst (rente an aftossingan) en uttvoar ligt, alweer mat ultzondaring van Polan, op aan accaptabal ntveau vertoont duldalijk verbetaring en duic:tt niat op hat bestaan van aan raglonaal schuldanprobleem.
m
Tabel 1. 7 Schu1dend1enst/exportYer'houding (harde va1utatransacties)
Bu1gar1Je Hongarije DDR
1985
1986
15
32 65
53
Polen
41 96
Ro.nen11i
27
CSFR
17
•
schatting
1987
1988
1989*
34
39 54
14 32 34
.79
76 23 16
so so
46
63 27 17
30 18
53
,,,
89
Bron: [4],[6]
Da trend wijst op een varbatering van da sotvabilitait Polan Is natuur1ijk aan probleemgeval, maar ar Is geen strikt economischa redan waarom particuliare krecliatvar1aning da kapitaalbahoafta van da andere Oostauropasa Ianden niat gecleeltalijk kan dekken. [9]
Om da kapltaalbahoeftan van da Oostauropasa Ianden ta bepalan worc:tt gebrulk gemaakt van hat "trade-gap-modal", dat uit gaat van een vn] aanvoudiga weergave van da lntarnallonale batrakklngan. Bij da lntarpratatie van da resultatan moet rakaning gehouc:lan worden mat grate foutenmargas. De onbatrouwbaarhalcl van ~ens die door da communlstische regimes warden varspraid an da onvollecllgheclan van hat -arada-gap.madal" zljn hlar da redan van. (10] In tabel 1.8 Is aan tamalijk ambltiauze groelctoalstalling voor hat BBP van 5" par jaar doorge. rekend. Daze groaidoalstalling houdt In dat hat lnkomen per hoofd In da beida Dultslandan In hat jaar 2000 op aan vargelljkbaar ntveau kan Uggen, tarwijl CSFR zlch mogelljk met Nedartand kan metan. Voor Polen zljn ook lets beschaidener doalstallingen onclerzocht. De Dultse herenlglng haeft da doalstalling voor da CDR achtarhaald, maar door voor alia Ianden gelijke doalstallingen ta klezan zijn da resultatan bater vargelijkbaar. In hat basisscenario worc:tt ultgagaan van een ralla rente van 5" over da gehele periode an In hat pesslmlstische scenario Is een geleidalijke stijging tot 7% aan hat eind van daze eeuw verondarstaid.
Tabel 1.8 Glm1ddelde Jurl1Jkse kap1tulbehoaften 1990-2000 (in mld US$ van 1988) bu1ucenar1o .,1gar1je fobngar1je
DDR Polen
-11,9 --
1,5
2,2 0,9
4,8(a) (b)
Rollnenil CSFR (a) 41 BBP-grcei &ron: [10]
-
ongunst1oe IICOnO•11Che ontw1kk•11ng
16,8 9,5 3,6
0,0 2,1 (b) 3Z BBP-grce1
Ult de ci)fers blijkt duldelijk hoezeer Polen a1s een apart geva1 moet worden beschouwd. De andere Oosteuropese Ianden hebban een raclelijke ultgangsposltie wat betreft de betallngsbalans en de bultenlanclse schuld. De eerste concii.ISie lulclt dat de behoefte aan bultenlands kapitaal op de lntemationale kapitaalrnarkt lijkt te kunnen worden gedekt. Als de on1geving zich conform hat basisscenario ontwlkkelt en de groei doelstelling van 5% per jaar voor Polen wordt genuanceerd, ligt de kapitaalbehoefte van de zes Ianden rond de 8 miljard ECU per jaar. Een realistlsche waarde van 3 miljard dollar per jaar wordt verwacht voor de omvang van partlculiere kredletverlening aan de zes Ianden, orndat met name hat aantal jointventures een spectaculalre groei doormaakt. Hat resterende tekort beclraagt dan ongeveer 6 miljard ECU per jaar, dat door bultenlandse investerlngen en hulpprograrnma's moet worden gefinancierd. Elnd januari was hiervan voor de komende drie jaar reeds tweederde door hulpprogramma's gedekt.
1.8 Haride'ss'lumen De Oosteuropese Ianden zljn In hat algemeen tarnelljk gesloten economietn. Hat aandeel handel in hat BBP blijft opmerkelijk achier blj die van andere Westerse economietn. Schattingen geven aan dat de handel van centraal geleide economietn sJechts 1o tot so procent bedraagt van markteconomieAn met een vergelijkbare grootte en inkomensniveau. Collectieve economlsche beslultvormlng blljkt tot minder handel te leiden dan besluitvorming door lndividuele economische subjecten. Tot voor kort had niat iedere ondememing hat recht om bultenlandse handel te drijven. Slechta vier groepen organisatles hadden dlt recht: -foreign trade organisations (FTO's): - industrille beclrijven met handelsbevoegdheld; - trading houses, (FTO's met een breed produktenpakkat): - COOperatieve handelsorganisaties.
""
De FTO's vertegenwoordlgden aile bedrijven blnnen een bepaaJde branche en ale commercille contacten moesten via hen veriopen. Thana hebban de afzonderiijke bedrijven wei hat recht om relatles aan te knopen met bultenlandse organisatles. maar de FTO's proberen hat handelsmonopolie vast te houden.
De goederenhandel van de zes Oosteuropese Ianden vlndt voornamelijk plaats blnnen deze Ianden, waarbij met name Polen en Hongarlje zJch met 40% hat meest op hat Westen richten. De goederensarnenstelling van de totale handel van de Oosteuropese Ianden bestaat, wat betreft de uilvoer, voornamelijk uit machines en andere fabrikaten. De invoer bestaat naast fabrikaten vooral uit grondstoffen en minerale brandstoffen. De handelsaandelen van de diverse landengroepen In de In- en uilvoer van Oost-Europa zijn vrijwel identiek. Hat
aandeel van de Oosteuropese Ianden in de handel met de EG is ronc:l de 1%, helgeen nogal bescheiden is. Echter met de reeds sterk gewijzigde situatie in deze Ianden is hel handelspotentieel voor de EG zeker niet gering. Hierbij is met name hel te verwachten handels· patroon van de OOR, CSFR en Polen aantrekkelijk. Toegang tot Westerse markten en valuta betekenen toegang tot kennls, koopkracht en kapltaal die voor Oost-Europa zeker de komende tijd kunnen bijdragen aan structurale economische veranderingen. De bilaterale handelsstromen in de Oost-West handel worden min c:l meer In evenwicht gehouden. Voor de perlode 1987-1989 is er sprake van een bescheiden handelsoverschot van Oost-Europa met hel Westen.
Tabe1 1.9 Hande1sba1ans ..t 1ndustr111e lander! (waarde 1n m11J. US$, 1987-1989) 1987
1988
1989*
-1,6 ...(1,3 ...0,5 0,8 2,7
CSFR
o.,
-1,7 o. 1 ...0,4 0,7 2,8 0,,
-1,5 0 -1,5 ...0,2 3 0,3
Totu1
1,2
1,6
0,2
Bu1gar1J• Hongar1je DDR
P'o1en Roenlen11
•
schatt1ng
Bron: [11]
Oeze posltieve balans is een resultaat van een posltief saldo prtrnaire produkten en een klelner negatief handelssaldo voor industrille produkten. Hoewel industr161e produkten het hoofdbestanddeel vonnen van de totale ultvoer van Oost-Europa. is dlt in mlndere mate hel geval voor de ultvoer naar het Westen. De oorzaak hiervan ligt ten dele in kwallteltsverschHIen met de Westerse produkten. De lndustrille produkten die door de EG u1t Oost-Europa worden ingevoerd, zijn gemlddeld 25% lager geprtjsd dan de lndustri61e produkten ult de ontwikkelde Ianden. Uitzonderlngen zljn chemicallln en transportmlddelen. Lagere prljzen wijzen in samenhang met de relatief achterblljvende ultvoerprestati op kwalileltsverschillen. Er zljn echter in de landbouw en industrle belangrljke verbeterlngen van de produktivlteil te reallseren, waardoor op de tangere termijn de ultvoer zeker zal toenemen. Het is een misverstand te denken dat hel voormal"tge Oostblok een agrarische samenleving is. Oil beeld is aileen gebaseerd op de Oost-Wesl handel. Ult de gedesaggregeerde ultvoergegevens blijkt echter dat kapitaalgoederen en transportmlddelen de belangrljkste ultvoerprodukten zijn voor de kleine Oosteuropese Ianden. Oat is nlet zo verwonderl'~k. wanneer men zich realiseert dat In de CSFR lndustrille complexen a1s Skoda (zware lndustrle) en Tesla (elektronica) te vinden zijn die de concurrentie met de wereldmarkt goed aan lijken te kunnen. Hongarlje heeft twee grate producenten van transpOrtmiddel: Raba en lkarus. In de OOR kan men denken aan Carl Zeiss Jena (optlsche apparatuur en elektronica). In een aanta1 gevallen zal de produktie zeker geratlonaliseerd moeten worden, maar daama kan al op korte termtjn serleuze concurrentle ult Oost-Europa worden V8IW8ChL
- 16.
1.8 De Nedal1andsa conctmniapositi in Oast-Ewopa Op dit moment zijn de Nedertandse handelsbetrekkingen met Oost-Europa uiterst bescheiden. In het afgelopen jaar exponeerde Nederland goederen ter waarde van 1 3,75 miljard naar Oost-Europa ofwel1,8% van de totale Nederlandse ultvoer. De goedereninvoer van Nederland uft Oost-Europa Is rulm 1 5 mlljard ofwel 2,3% van onze totale invoer. Van de handel met Oost-Europa Is die met de USSR het belangrijkst Naar dat land gaat een derde van onze Oosteuropese export, terwljl de Import uft de USSR rulm de helft van de lnvoer uft Oost-Europa omvat.
De samenstelling van de lnvoer Ia vrtj MnZijdig. De lnvoer u1t de USSR betreft voor 80% olie
en olleprodukten. De lnvoer u1t de andere Oosteuropese Ianden Ia gedlfferentieerder en betreft vooraJ de meer traditlonele goederen (kunstmest, anorganische chemle, metalen, hout(waren), meubelen, textlel, schoeisel, alsmede landbouwprodukten). De belangrijkste goederen In de Nederlandse ultvoer naar Oost-Europa zijn chemlsche en farmaceutische produkten, landbouwprodukten, grondstoffen, machines, elektrische apparaten, wetenschappelijke lnstrumenten en klecfing. Een beschelden handel met Oost-Europa geldt overlgens n1et aileen voor Nederland, maar Is te beschouwen als een uitvloelsel van de fallliete Comecon-opzet voor de hele OESO, zij het dat onze handel met Oost-Europa naar verhoucfng nog bescheldener is dan die van het hele OESO-gebied. [12) label 1.10 Goederen .......telling van de u1twer van Nederland M de OESO naar Oost-£u1"0PPl 1n 1980 M 1987 Nederland 1980 1987 Lanclbouw Grondstoffen Mineral• bl"'anclstoffen Chlmisc:he produkten Fabl"'1lc.aten Machines en ~l"'llllter1aa1 Ollel"'1ge voedef"8n
Totaal
12 8
2
11 11 1 32 17
OESO 1980
1987
19 8 2 16
8 7
3
22
19 20
7
'C1 5
35 9
100
100
100
40 18 16
22
5 100
Bron: (6) De Oosteuropese afzetmarkten warden In de periode 198().1887 gekenmerkt door krlmp. Uit
een CMS (Constant Market Share) analyse blijkt dat onze concurrentleposltle verbeterde, ondanks dat de Nederlandse uitvoer naar Oost-Europa In die periode daalde. Dit kornt doordat het statische concurrentie-effect, dat weergeeft wat er gebeurd zou zijn als de omvang van de markt niet zou zijn gewljzigd, de dallng van de concurrentieposltie door schaaleffect, samenstelling goederenpakket en reglonale spreidlng overtreft.
-17-
Tabe1 1.11 C.M.S.-ana1)'M van de Nederlanclse export naar Oost-Europa 1n m11j01Nn US$ (1980-1987) Neder1anclse exporten 1n 1987 Neder1anclse exporten 1n 1980
1582 1690
Waargencmen wrander1ng (A)
-108
Analyst~
Yerwachte wrandertng tn ~ cloor'a 1. schaa1effect -152 2 • .-nste11tng goederenpakket -26 3. reg1ona1e spre1d1ng - 21 4. 1nterect1e tussen Mrkt en goederenpakket 26 Yerwachte wrander1ng b1j c:onstant Mrlctaanct..1(B) -173 5. stat1sch ~1e-eff11Ct '· d~1sch ~1e-eff11Ct Verbetertng concu,......,t;1epostt1e (-A-B)
I
182 -117 + 65
Bron: [13]
Per deelmarkt zijn afzondertijk conclusies getrokken over de ontwlkkeling van de Nederlandse expon In relatie tot die van de OESO a1s geheel. Opmerkelijk Is c:Jat de Nederlandse kapitaalgoederenstroom aanzfenlljk sneller groelt dan die van de OESO als geheel. Daarnaast doen de expon van dranken en organlsche oliln en vetten het goed. Export naar Roemeni& en Polen liet een grate terugval zien. Voor de andere markten, butten de enorme groei op de Bulgaarse markt en het aandeel op de grootste markt dat lets Is teruggevallen, hebben er geen grate veranc:Jerfngen plaatsgevonden. lndien de Oost-West handel wordt geliberaliseerd en de noodzakelijke hervormingen worden door gevoerd zal de handel toenemen. Als het potentieel in deze eeuw volledlg zou worden gerealiseerd, betekent dlt een additionele groel van bijna 10% boven op de groel van de wereldhandel. Handel op OostEuropa houdt ook voor Nederland belangrfjke beloften ln. Het marktaandeel van de Nederfandse banken Is In de zes Ianden ongeveer even groat (gemiddeld 2 3 %), dat van CSFR blijft echter achter (ongeveer 1.5 %), een relatieve ultbreiding van de kredietveriening aan CSFR ligt echter In de Ujn der verwachting, :zowel vanult het oogpunt van risicosprelding als gezien de gunstlge schuldcijfers.
a
1.10 Van planecanomie naar rnBI1cteconorni
De Oosteuropese Ianden zljn momenteel verwikkeld In een moeizaam transformatiepr van de nationals economle&n. Tot voor kon kenden de Oosteuropese Ianden allemaal een communlstlsche "npanijstelsel en een zogeheten planeconomle. Het plan beval:te rlchtlijnen voor de ontwikkellng van de produktie in de diverse sectQJ"en van de economJe alsmede van de consumptie. De staat legde bedrljven nJet aileen produktiehoeveelheden op, mur bepaalde ook de kostprfjs van de goederen en besliste voor welke afnemers ze bestemd waren. Bedrijven die hun norm niet haalden, konden rekenen op sanct1es tegen het management of lntrekking van bepaalde subsidies. Ook de handel tussen de broederlanden onderfing ward op die wljze van bovenaf gedirigeerd. Tekonen of overschotten op de betalingsbalans twee Oostblokstaten warden eens per jaar verrekend, Indian mogelljk in natura. (14]
tusse"
Om de economlsche achterstand ten gevolge van veertlg jaar planeconomle ongedaan te maken, hebben de meeste Oosteuropese Ianden nu al hun hoop gevestigd op het Westerse economische model. Vrijheld voor de burger en vrljheld van de markt Is het nieuwe ultgangspunt van dlepgaande hervormlngen. Nog steeds draait echter een fors deel van de onderlinge handel In de Oost-Europa op basis van meerderjarige handelsakkoorden. Het Is duldelljk dat het omzetten van een centraal gelelde planeconomle In een gedecentrallseerde markteconomle een proces Is dat jaren gaat duren. Er is nauwelijks kennls voorhanden hoe een dergelljk proces aangepakt moet worden. Voor het goed functioneren van een markteconomle moet ten minste aan zes voorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet er een samenhangend atelsel van marktruimende prljzen worden opgezet. Het is noodzakelijk dat de wlsselkoers convertlbel wordt gemaakt om de economie lntemationaal concurrerencl te maken. Dlt vereist in het algemeen een drastische devaluatie van de munt. Op de tweede· pleats moeten er prikkeJs zijn voor ondememend gedrag. Daarom moet de vorming van paniculier bezlt worden toegestaan en zelfs aangemoedigd. Ten derde moet er een adequaat ondememingsrecht, een personen- en handelsrecht komen en lnstanties en voorzieningen ter naleving, controls en rechtspraak. De vierde voorwaarde betreft een stable! macro-economisch klimaat. Als het begrotingstekort en de geldhoeveelheld niet in de hand wordt gehouden schlet de inflatie omhoog. Op de vijfde plaats moeten collectieve voorzieningen getroffen worden zoals belastlngstelsel, onderwijs, hulsvesting, infrastructuur, sociale voorzieningen en milieubeschermencle maatregelen. Ten slotte vereist de economische transformatle een voldoende mate van polltieke atabllitelt. [15]
De Oosteuropese Ianden hebben al een atart gemaakt met de privatisering en decelltralisering van economische bevoegdheden en verantwoordelijkheden naar zelfstandige ondememingen. Rendement wordt nu de belangrijkste prestatiemaatstaf. Cit betekent geheel nleuwe organlsatievormen binnen en tussen bedrijven en met de overheid. De relle kostprijs moet de basis worden van beslisslngscalculaties. Allerlei schaarste verslulerende prijssubsldies moeten verdwljnen en defensieve steun- en kredietver1enlng aan noodlijdende bedrijven moet worden stopgezet [12]. De gevoigen van cleze omwentellngen zijn slecht te overzien en er Is veel onduldelijkheid over de stappen die de verschllende overheden op dit moment nernen. 1.11 DeCSFR Als totaal beeld kan gesteld worden dat met name de CDR en de CSFR Interessante Ianden zijn om nader te onderzoeken In verband met hun welvaansniveau, hun lage kapltaalbehoefte en lage schulden. De schuldendienst ten opzlchte van hun exportopbrengst is klein. Dlt kan niet gezegd worden over Polen en Hongarije, die naast hun hoge schulden Ievens te kampen hebben met hoge inflaties. Voor Roemenll en Bulgarije geldt dat in hat land waarschijnlijk nog scherpe confrontatles zullen optreden, doordat erfgenamen van hat oude bewind de min of meer vrlje verklezlngen hebben gewonnen. (16) De groepen met een democratlsch politiek programma zljn Zlch pas gaan rnanlesteren gelijktijdig met de ravolutle. Politiek zijn deze Ianden dus nog det zover, ook gezi8n de samenstelling van de beroepsbevolking, hat wetvaartsntveau aJs ook hun infrastructuur dlent er eerst nog hat een en ander Intern te worden verbeterd, voordat deze Ianden voor het Westen aantrekkelijk worden. Het afbouwen van de bultenlandse schuld door een politiek van vermindering van de lmporten en van verhoglng van exporten heeft Aoemenll in 1990 wetswaar schuldenvrij, maar economisCh min of meer bankroet gemaakt.
De CDR echter Is voor Nederland minder aantrekkelijk dan de CSFR aangezien daar grote veranderingen zullen optreden ten gevolge van de eenwording met de BRO. De vroegere Oostdultse ondememingen geven sterk de voorkeur aan aamenwerking of lntegratie met
·19.
Westdultse ondememingen. Bovendien ligt een snelle loonontwikkeling in de DDR in het verschiet.
De ornvang van de bultenlandse schuld Is In de CSFR betrekkelijk gering, waardoor het land geen onoverkomelijke betalingsbalansproblemen ondervinclt Als de koers van de munt gestabiliseerd kan worden, zal het nlet zo moeilijk zijn een voldoende deviezenreserve op te bouwen. Het Is ook het enige Oosteuropese land waar de democratische avantgarde nog vrijwel onbetwist de toon aangeeft. Met polltieke lelders die In de hele wereld tot de verbeelding spreken, hlstorische voorbeelden en een concreet economlsch hervormingsprogramma, dat wei grote offers van de bevolklng vraagt, heeft de CSFR verult de baste papleren voor een reiatleve pijnloze overgang naar de liberale democratie. Het il opvallend dat Nederland In de CSFR, In vergeliJklng met de andere Oosteuropese Ianden. tot nu toe welnlg geTnvesteerd heeft. Terwijl Juist de CSFR een Interessante markt zou kunnen vormen of Interessante samenwerklngsverbanden zou kunnen opleveren. Daarom zalln dlt rapport verder de huidige sltuatie In de CSFR en de mogelijkheden voor Nedertandse ondernemingen aldaar besprOken worden.
2 Politieke geschiedenis 2.1 lnlaiding De CSFR. bestaande ult Bohemen, Moravi6, delen van Silezil (tezamen Tsjechil) en Slowakije is ontstaan In oktober 1918 als gevolg van de lneenstortlng van de Oostenrijks-Hongaarae dubbelmonarchle. De nleuwe staat protlteerde van 70% van de erfenls van de industrille capacitelt van het voormallg Imperium en wordt gezien als een progressieve. liberale democratle met een multi-partijen stelsel. De IOCiale democratische beweglng, die vrljwel altijd In de regerlng vertegenwoordlgd was, zorgde voor de voomaamste welvaartsvoorzlenlngen. De communlstische partij ward opgericht In 1921. Ze opereerde legaal en kreeg met name ondersteunlng blj de verklezlngen In de periode tussen de twee wereldoorlogen. 2.2 De macta., de COIIYIU1isten
Een zwak punt van de jonge republlek was de starke nationalistische gevoelens van met name de Slowaken, gevoed door de Dultse, Poolse en Hongaarse rninderheden In hat land. Bovenclien ontstond er een Slowaaks nationale wrok tegen hat meer econornische en cultureel bevoordeelde Tsjechil. Door de conferentie van MCinchen In 1938, waarblj de Duitsers toestemming kregen van de Fransen en Engelsen om Bohemen en Moravil te bezetten, vial de CSFR ulteen. Er ontstond een aparte Slowaakse staat onder Nazi beschermlng.
De CSFR werd opnleuw een eenheld na de Russlsche bevrijcllng In mel 1945. De democratische polltiek werd herateld, maar een groot deal van de bultenlandse polltiek was gericht op goede relaties met de USSR. Tot 1948 was hat mogelijk voor de CSFR om te balanceren tussen Oost en West als democratische socialistische staat. Echter met de start van de koude oorlog, dwong Moskou de communlstische partij haar pos1t1e te versterken en Stallnisatie van zowel de economie als ook de polltiek Yond plaats. Centrale contro1e en dlrecte planning ward lngesteld en de agricultuur ward collectief gemaakt. Hoogstaande posities warden van nu af aan bekleed door communlsten en diverse executies vonden pleats. Economische contacten met kapltallstische Ianden warden beperkt tot een minimum: de consumentengoederensector produceerde nu slechts voor de blnnenlandse vraag. De belangrijkste sector ward de zware Industria, waarmee de USSR de Tsjechoslowaakse economle direct afhankelijk maakte van de Russische. De USSR leverde lmmers de ruwe grondstoffen voor de zware industria en kreeg er kant en klare produkten voor terug. Deze economische structuur zou stabilisatie en veilige exportmarkten bieden, maar betekende tevens een isolatie van de technologische voorultgang In de rest van de wereld. In 1956 toen de misdaden van hat Stalin-tijdperk warden afgekondigd, was er geen enkele revisionist die eventuele hervormingen kon leiden. De relatieve sterkte van de economie en een redelijke levensstanc:Jaard droegen blj aan een aanhoudende kalmte In de CSFR. Aan hat einde van de jaren vijftig begonnen andere Oosteuropese Ianden hun basislndustrie te ontwikkelen, waardoor de export van de CSFR daalde. Gelukklg ward Chna een n1euwe klant op het gebied van lndustrille ba8isinstallati .....
In het begin van de zestlger jaren ward de communistlscfl zelfvoldaanheid vernletlgd door een economische crisis als gevolg van hat verbreken van de economische relatles door China, wat leldde tot een dallng van de export en tekorten van sommige essentiOie ruwe materialen. Destalinlsatle werd gestlmuleerd en vrijheld van disCI ISSie an publikatle ward grater. Tevens staan de zestiger jaren In hat teken van hat herteven van kunst. lteratuur, de 80Ciale wetenschappen en de versterkte positle van de lntellectuelen. Verreikende economische hervonnlngen warden voorgesteld: terug naar de Iichte lndustrie. met decentralisatle, de introductle van de markt en restrlcties van de rol van centrale planning en van de algemene strategische onderwerpen. Deze hervormingen zijn nooit begrepen cl doorgedrukt tljdens het lelderschap van Novotny en hebben starke oppositie ondervonden van de con. -21-
servatieve bureaucratische partij. Hat conflict In de partij over economische hervormlng en culturele liberalisatie leidde tot de formatie van een hervormlngscoalltie, tevens werd Novotny verdrongen aJs partijleider en vervangen door Alexander Dubcek In januarl1968.[17)
2.3 De Praagse ....
De lntellectuelen namen het polltieke lnltiatief over. de censuur stome lneen. De pers publiceerde artikelen waarin gavraagd werd naar democratisering van het polltieke aysteem, een overzicht van de totale communlstlsche rege1s en een radicale ontwikkeling van de voorgestelde economlsche hervormlng naar een zelfregelende markteconomle. Het YOlk ondersteunde massaal de regering Dubcek. Ondanks zijn poglngen om de USSR te overtulgen van zijn loyalltelt en van zljn commentaar op de sltuatle, besloot het SoYjet leiderschap tot een gewapende interventle door Warschau-troepen In de nacht van 21 op 22 augustus 1968. De posities van de reformisten werden geleidelijk aan verminderd en In april 1969 werd Dubcek vervangen door Gustav Husak. De communistische partij onderglng een zulverlng en de economische hervormtngen werden teruggedraaid. In 1977 werd Charta 77 opgertcht door een groep ax-communisten, lntellec:tuelen en religleuze vertegenwoordlgers, om de mensenrechten te verdedlgen zoals overeengekomen In de Helsinki akkoorden, die de CSFR regering had ondenekend In 1975. De beweglng publiceerde ook een krant onder de naam •Peoples News-. De krant werd verboden en daarna lllegaal gernaakt en verspreld. Charta 77 telde ongeveer 1000 leden en werd vertegenwoor· digd door drie woordvoerders, die jaarlijks wisselden. Een van die woordYoerders was de schrijver V. Have~ de huldige president van de CSFR. In de tachtlger Jaren begon Michail Gorbatsjov, president van de USSR. met het lntroduceren van economische hervormingen. De regering van de CSFR narn eerst afstand van deze hervormlngen, maar het groelende enthouslasme van de bevolklng ovenulgde Husak ervan een andere wending te nemen. In maan 1987 zou de CSFR Gorbatsjov'a perestrojka volgen. In december 1987 trad Husak uit zijn functle en hU werd vervangen door Milos Jakes. Verdere veranderingen In poslties vonden pJaats blj de formatie van een nleuwe regering In oktober 1988, Ieider werd Ladislav Adamec. Werkelljke veranderingen bleven blnnen nauwe grenzen. [17]
De positie van het leldende regime werd steeds wankeler In 1989, toen alleriel demonstratles apontaan ontstonden op natlonale feestdagen. De grip op het volk verminderde toen Havel en andere dlssldenten In juni vroegen om dernocratische veranderlngen. Een atraatdemonstratle die 17 november georganiseerd werd ter herinnerlng van de vijftlgste verjaardag van de executle door de Nazi's van student Jan Opletal, lelclde tot geweldadigheden van de nationale politle tegen stuclenten. Op 18/19 november werd er begonnen met ltakingen door stud.,.en van de Theater Academy, gevolgd door staldngen van acteurs. De communistische partij deed geloven dat alles In orde w• Maandag 20 november YOnden er demonstraties plaats op Wenceslav Square In Praag. De slogan Is: -No violence, no angry wortW'. Dinsdag 21 november was het plan van het Centrale Comitt werknerners Uit de orngeving van Praag wapens te geven en hen de untversitelt te Iaten bezetten. De werkne. mers weigerden echter en woensdag sloten zlj zlch aan bij de studer1ten. Op dezelfde dag werd het Burgerforum opgericht en deze vroeg meteen om onderhandeHngen met de rage. ring. Aan het elnde van de week keerde Alexander Dubcek terug op het polltleke toneel en het aantal personen dat deelnam aan een demonstratie op Wenceslav Square lep op tot meer dan een rniljoen.
Maandag ward een algemene staking afgekondigd van twee uur. De wensen van de studenten waren aJs volgt: - onderzoek naar de geweldadigheden op 17 november; - ontslag van laden van het Centrale Comlte, die te maken hadden gehad met de Russische lnval van 1968; • vrijlating van politieke gevangenen; • respectering van de mensenrechten; - een nieuw parlement. Onder drefglng van nog meer atakingen trad het Centrale Comlt8 af. In december ward er een nieuwe regering gekozen met enkele rnensen u1t het Burgerforum. Eind december ward Havel gekozen tot president. Het Is niet duidelijk waarom de autoritelten de leldende dissi· denten niet bij de eerste aanzet tot massaa1 protest hebben gearresteerd. Waarschljnlijk had een groep communlsten een coupe wlllen plegen. omdat zlj n1et tevreden zouden zijn met hun posltie, maar hebben zlj de kracht van de massa onderschat. De revolutie glng veal verder dan zlj hadden gedacht. De hierop volgende maanden keerde de CSFR terug naar een polltieke democratie. Restrictles met betrekklng tot buitenlandse handel warden opgeheven. De communistlsche lnvloed verdween uit de regering, doordat leidende figuren als bijvoorbeeld premier cana uit de partij traden. Hetzetrde gebeurde blj lokale overheldslnstantles. In opspraak zljnde personen warden verwijderd van de hoge posltles. De symbolische veranderingen waren het verwijderen van beelden van vroegere communlstlsche lelders en het hemoemen van straten. Ook de naam van de staat is veranderd, het woord socialism& is komen te vervallen.(17)
·23·
3 Geografie en demografie 3.1 lnleiding In dit hoofdstuk worden de onderwerpen geografl8 en demograf~e belichl. Hoewel sommige aangestlpte punten niet expliciet onder de noemer geografie of demografl8 vallen, worden deze, gezien hun samenhang met deze aspecten, toch behandeld. Aldus kornen achtereenvolgens geografie en bevolklngsopbouw, nationallteiten. welzijn en beroepsbevolking aan de orcle.
3.2 Geogia1e
De CSFR beslaat een oppervlakte van 127.899 vierkante kilometer en huisvest it totaa115,8 miljoen lnwoners. Hiervan wonen 10.4 miljoen lnwoners i\ Tsjechil en 5,4 miljoen In Slowakij· e. De drie belangrljkste steden van de CSFR hebben de volgende Jnwonersaantallen: - Praag, gelegen in de republiek Tsjechil: 1.211.000 lnwoners; - Bratislava, gelegen In de republiek Slowakije 435.000 lnwaners; - Brno. gelegen In Tsjechil 390.000 lnwoners. De bevolklngsdichtheld bedraagt 122 inwoners per vierkante kilometer. daarmee bevinclt de CSFR zich ongeveer op het gemlddelde van het Oostblok. Ter vergelijklng: Nederland heeft een bevDiklngsdichtheld van circa 360 lnwoners per vlerkante kilometer. De opbouw van de bevolking van de CSFR naar leeftijdscategorle Is aJs volgt: - 0- 14 jaar: 21,4% • 15 • 64 jaar: 66,5% - > 65 jaar: 12,1%.
3.3 De nationaliteitanestie De CSFR Is etnisch zeer divers. De belangrijkste nationals groep worclt gevormd door de Tsjechen (63% van de totale bevolking), gevolgd door de SIO\Yaken (32%) en er Is een Hongaarse minderheid overwegend woonachtig In SIO\Yaklje van 3,8%. Daamaast zljn er kleinere groepen Duitsers, Oekrainers, Russen, Polen en Roerr~enen (zigeuners). Zoals ook aJ blijkt utt de naam CSFR, Is het land verdeeld In twee gebleden: Tsjechll In het westen en Slowakije In het oosten. AJs gevolg van de geografische ligging van belde republieken heeft Tsjechil een grater potentieel als mogelijk afzetgebled of produktiecentrum voor Westeuropese Ianden. De belde republieken kenmerken zich door een aantal verschillende punten.
Enkele karakteristieken van TsjechiA zljn: - Tweederde deel van de totaJe bevolking Is er woonachtlg. - Het Is geindustrlaliseerd. maar moat verder tot rijpheld komen. Een van de middelen om dlt te bereiken Is hat toepassen van nieuwe technieken. • De technologische ontwikkeling van Tsjechil bevinclt ziCh In de i\dustrie-fase; aan een overgang naar een dienstverlenende maatschappij zijn ze nog nlet toe.
-24-
··
De karakteristieken van Slowakije daarentegen zijn: • Slechts een derde deel van de totale bevolking Is er woonachtig. - De economlsche actlvlteiten betreffen voomamelijk de arbeidslntensleve lndustrie en agrarische activitelten. - De Slowaken stellen zlch zeer nationalistisch op. De Slowaken hebben toegezegd hun nationalisme In te tomen onder voorwaarde dat de overheid haar budgetten gelijk over Tsjechil en Slowaklje verdeelt. Dit betekent echter bij een geringere bevolking In Slowakije een relatief hogere we1vaart dan In Tsjechil. Op industrieel vlak Is er een groat potentleel. Er Is echter welnig leans op succes wegens hat gebrek aan een koopkrachtige ornrlngende afzetrr)arkt. • Slowakije bevlndt zlch In de overgangsfase van landbouw naar lndustrie.
De scheidlng van Tsjechil en Slowakije Ievert grate problemen op In de CSFR. Hat nationalisme zorgt voor grate onderltnge verdeeldheid, die men op hat ogenblik niet kan gebrulken. Uit aile macht wordt door de regering gatracht eenheld In de CSFR te scheppen zodat men eensgezlnd aan de heropbouw van hat land kan YlfRen. &4WelzJjn In hat algemeen kan gesteld worden dat de gezondheid van de gemldcleide burger In de CSFR zich in vergelijklng met de rest van hat Oostblok op een reclelijk pijl bevindt. De enorme milieuvervuiling heeft echter een ultermate negatieve lnvloed op de gezonc:lheid van de lnwoners. Er is 6en arts per 2741nwoners beschlkbaar: hat aanta1 ziekenhulsbedclen per 1000 lnwoners bedraagt 7,9. In vergelijking met hat Westen zijn enkele gezondheidsindicatoren bedroevend. De levensverwachting voor mannen bedraagt 67,5 jaar en voor vrouwen 75.1 jaar. De sterftegraad van klnderen tot 1 jaar was In 198812,8 per 1000 geboorten. Abortus Is mogelijk lndien gevraagd en vormt hat belangrijkste geboortebeperkingsmlddel. Het aantal abortussen ligt hoger dan hat aantal geboorten, namelijk 56,2% van hat aanta1 zwangerschappen. Waarschijnlijk zal dlt gaan verancleren door een betere verkn)gbaarheid van a"'ticonceptiemiddelen. Voor wat betreft de verbetering van gezondheld zljn er verschlllencle rnaatregelen voorhanden. Dieren en dler1ijke produkten, pianten, plantedelen, zaden en vruchten dienen vergezeld te zljn van een gezondheldscertificaat en een certificaat van oorsprong. Oieren, leYensmk:kJe.. len en aile medlcijnen worden door de autoriteiten onclerzocht en getest. De levensomstandigheden In de CSFR zijn relatief goed. De hulsvestlng is redelijk goed verzorgd en was tot voor kort zeker niet duur; er zijn zelfs vrfj veel mensen die een tweede huls bezltten. In de grote steden Is er overigens wei clegelijk sprake van huisvestingsprobl men. Elementalre voorzleningen zoals stromend water, douche en toilet zljn voor bijna ieclereen weggelegd. De verkrijgbaarheld van voedseJ Is redeliJk. alhoewel men c:Jaar wei vaak voor In de rij moat staan. Hat enige waarin de CSFR verschilt to.v. Nederland Is de vertaijgbaarheld en betaalbaarheid van luxegoederen. Oeze zljn uitermate slecht vet1aijgbaar en zaer duur. . ~
as 8en)epsbevolldn De beroepsbevolking bestaat u1t 8 mftjoen mensen. Dlt Is 56,8% van de tota1e bevolldng. De beroepsbevolking bestaat enerzijds u1t mannen tussen de 15 en 59 jaar en anclerzijds u1t vrouwen u1t de leeftijdscategorie van 15 tot 54 jaar. Ongeveer een kwart van de bevolking die de pensioengerechtigcfe leeftijd berelkt heeft, Is nog in bataalde dienst. Ook Is de participatie van vrouwen in de hat arbeidsproces groot. ongeveer 75% van de vrouwen behorende tot de vrouwelljke beroepsbevolking werkt en vormt daarmee 46% van de economisch actie·25-
ven. Oorzaken hiervoor zijn ondermeer de wettelijk geregelde economische onafhankelijkheid van vrouwen, de wettelijke gelijkheld van mannen en vrouwen in de samenleving en de behoefte om het gezlnsinkomen te vergroten.
Als er naar de beroepsbevolklng gekeken wordt, valt op dat de percentages arbelders in het bultenland en gastarbelders nihil zijn. Dlt vindt zijn oorzaak in de polltieke achtergroncl, die een ultwisseling van arbeiders met het bultenland vrijwel onmogelijk maakte. Anno 1990 zullen deze cljfers beduldend hoger ult vallen. Tabe1 3.1 8aroepsbeYo1k1ng beroepsbeYo1k1ng pens1oengerteht1gde al"bbt1ders al"bbt1ders 1n bu1ten1and gutal"bbt1ders
92,01 7,71 0,01 0,31
Bronc [18]
De twee republieken in de CSFR zijn de laatste jaren, wat betraft de verdeling van arbeidskrachten over sectoren, naar elkaar toegegroeld. Aan het begin van de zeventiger jaren werkte 20,4% van de Slowaken in de Iand-en bosbouw en 33,8% in de industrie en in Tsjechil respectievelijk 14,8% en 41,7%. Slndsdien zijn de republieken qua verdeling naar elkaar toegegroeid. Onderstaande tabel geeft de laatste sltuatte weer. Tabe1 3.2 leroepst.Yo1k1ng naar
MCtor per
CSFR
Tsjech11
S1CM~k1Je
11,41
38,91 8,21 6,51
15,01 33,71 10,41 6,41
19,21 16,31
18,91 15,31
1and- en bosbouw 1nduatr1e
12,51 37,31 8,91 bow transport en commun1cat1e 6,51 wetensc:hap, ondllrw1Ja 18,71 Cl.l1tuur en d1enaten OYIII"1g8 15,91
repubHek
8ronc [18]
a& SamenvaU:ing .. COI'1CUies In dit hoofdstuk zijn gegevens op het gebled van geografie en demografie onder de loep genomen. Getracht is inzlcht te verschaffen in de woon- en werksltuatie In de CSFR Duldelijk is dat de CSFR zlch in vergelijking met andere Ianden In het Oostblok op een redelijk hoog peil bevindt. De gezondheid van de bevolking Is redeOjk te noemen. alhoewel de sterke mate van milieuvervuillng een groot probleem oplevert. Het gehele aysteem ter waarborglng van de gezondheld, dat wll zeggen een ~lijke dekklng van ondermeer ziekenhulzen en apecialisten Is tamelijk goed ontwlkkeld. Zodra echter een vergelijklng gemaakt wordt met Westerse Ianden dan va1t de vergelijking negatief ult voor de CSFR Blnnen de CSFR kan tevena een duldelijk onderscheid gemaakt worden tussen Tajechil en Slowaklje, waarblj opvalt dat Tsjechll zlch reeds verder heeft ontwlkkeld dan Slo\vakije. De verdeeldheld tussen de twee republieken Tajechil en Slowaklje heeft een negatieve lnvloed op de ontwikkellng van de CSFR Bij deze psychologische strijd tusaen de republleken apeelt nog een andere factor mee, te weten de geografische llgging. Tajechll heeft namelijk een riante ullgangsposltie als afzetmarkt en produktiecentrum voor het Westen. Slo\vakije daarentegen Is meer afhankelijk van de rest van het Oostblok. met name de USSR.
·26·
4 Sociologie 4.1 lnlaiclng
In dit hoofdstuk worden enkele soclologlsche aspecten beschouwd, d anders geformuleerd, een deel van de maatschappij In de CSFR za1 worden doorgelicht. Voomamelijk worden zaken bekeken die van directe d lndirecte lnvloed zljn op hat bedrijfsleven. Dit resulleert In de volgende onc:letwerpen cf.e aan de orde zu11en komen: arbeldsverhouc: mativatie, onderwljs, management en sociale ontwikkellngen.
4.2 AltJaic:lsvarho ap
macro-., rrao-rMau #
Op hat gebied van de arbeidsverhoudingen apeelden voorheen twee partijen een rol, te weten de overheid en de werknerr~ers. De werknemers werden officieel vertegenwoordigd door een centrale vakbond. De invloed van de werknerners op de arbeldsverhoudingen was echter zeer beperkt. aangezien de vakbond geleid ward door een lid van de COI11I'fUlistis partij.
In principe zijn er nu drie partijen te onderscheiden: overheid, werknerners ., werkgevers. Er wordt getracht een driehoeksverhouding In hat Ieven te roepen om zodoende een stabiel evenwicht te crelren. (figuur 4.1) A1s gevolg van de privatisering van de overheidsbedrijven wordt er een tcheidlng tussen overheid en werkgevers geschapen. Teneinde machtsposities In te kunn.. nemen zijn de werkgevers zich aan het organiseren In werkgeversvereniglngen en de werknemers in algemene en categorale vakbonden. De noodzakelijke wetgevlng voor de nieuwe arbeidsverhoudingen is echter nog nlet aanwezlg. Dit heeft tot gevolg dat onderhandelingen voor arbeidsvoorwaarden nog niet centraal, geCOOrdineerd en gestructureerd verlopen. Vanuit werknemerszijde wordt veel pressie verwacht met name op het gebied van de loonontwikkeling.
Warknamers F'igwr 4.1 Arbeidsverhoudingen in de toekcmst 1n de CSF'R
4.3 Arbeidsvoorwaar in de CSFR
Arbeldsvoorwaarden kunnen worden onderscheiden in geldelijk waarc:leert:Nn voorwaarden en zogenaamde secundaire arbeidsvoorwaarden. Onder geldelijk waardeerbare arbeldsvoorwaarden worden in dit geval zaken gerangschikt die direct gekoppeld zijn aan de financille beloning als tegenprestatie voor geleverde a'beld. '\
4.3.1 Baldelijk waardeerba'e arbeidsvoarwana
In het algerr~een geldt dat de lonen sterk genlvelleerd zljn. Gesteld lean worden dat tat dusverre handenarbeid geldelijk relatief bevoordeeld wordt ten opzichte van arbeid geleYerd door academisch gevormde werknerners. De ontwikkeling van hat gemlddeld loonniveau geeft een iangzame stijging te zien tot een gemiddeld bruto loon van circa 3250 koruna per maand anno 1990. Grdweg wordt van het bruto loon 20 tot 30% aan belasting ingehouden.
• ZT.
#
De tendens is dat de nivellering afneemt, onder andere door een opzienbarende stijging van lonen van managers sinds de revolutie. Het ministerie van Financien stelt voor een stelsel van basisloon plus ~ (een soon aandelen de totale waarde van de Tsjechische industria) in werking te Iaten treden tenelnde tegemoet te komen aan de looneisen van werknemerskant. Oeze vouchers zouden dan In een later stadium en onder nog nader te bepalen voorwaarden kunnen worden omgezet In 'echte• aandelen of aan derden worden verkochl. De achter1iggende gedachte hierbij is het uitslulten van een loonexplosie a1s gevolg van dreigende lnllatie. Dlt aandelensysteem is een van de resultaten van de prlvatisering die doorgevoerd wordt. De disce ISSie rondom dlt Idee is nog In volle gang, maar nu al kan worden gezegd dat bij de Tsjechlsche bevolldng grate weerstanden moeten worden overwonnen. Men heefl nauwelijks lnzicht In de waarde die de vouchers venegenwoordigen en men geeft de voorkeur aan nominale lnkomenstoename via loonstijging, zelfs als die wordt verkregen In korunas waarvan de waarde nog lteeds vermindart De gemlddelde werkweek voor de Tsjechoslowaakse werknamer bedraagt 40 uur. Op micronlveau, dat wl zeggen In ondernemlngen zljn allerlel 80Ciale fondsen unwezig, die volledig gefinancierd worden u1t de omzet van onclememlngen. Op macronlveau is vrijwel geen soclaJe wetgeving te bespeuren Men tracht een soclaal stelsel te verwezenlijken ana· loog aan dat van Nederland. Het valt echter ten zeerste te betwljfelen of dlt ooit te financieren zaJ zijn. De gezondheidszorg is gratis voor aile werknemers.
4.3.2 Sea.n:taire arbeidsvoorwaar Ontslag was In het ·communistlsche systeem onmogelijk, nu heerst er voor werknemers grote onzekerheid op dit gebied omdat de rechtspositie van werknemers nog niet helemaal ultge. kristalliseerd is. Promotie is afhankelljk van een aantal factoren waaronder het aanta1 jaren dat men werk· zaam is binnen de onderneming en het opleidingsnlveau van de werknemer. Tot voor kon waren er behalve een hogere sociale status geen noemenswaardige voordelen blj promotie. Met name het ontbreken van een financiOie prikkel heeft er toe geleid dat een prornotle niet altijd de meest wenselijke sltuatie schept. Op het gebied van opleidingen naast het werk zijn er diverse mogelijkheden aanwezig. Ook op dit gebled zijn ontwikkelingen gaande, zoals bijschollngsprojecten die met Westerse hulp opgestan worden. Ter waarborging van de veiligheid in bedrijven zljn er bepaalde normen aanwezlg waaraan iedere ildividuele onderneming dient te voldoen Vanult overheiclszijde is echter geen con. trolefunctie aanwezig. Binnen de ondernemlngen heerst momenteel een basisdemocratie. Overteg tussen directie en werknemers geschiedt ad hoc. De huldlge ondernemiAgsraden zijn voortvloeisels ult het communistische tljdperk en rnoeten nieuw Iaven lngeblazen worden Hiertoe zaJ eerst een wettelijke basis gecrelerd moeten worden om een goed ultgangspunt te kumen bieden. Voor aile werknemers zijn In principe vakantleoorden aanwezig waar men de vakantie door kan brengen.
4.4 Molivatie van wa1cnemers
Arbeidsvoorwaar zljn een onderdeel van de ruil die plaatsvindt, namelijk geestelijke en/of lichamelijke arbeld tegen een geschikte tegenprestatie van de werkgever. Voor stimulering van de motlvatie worden klassieke theorieAn gebruikt zoals die van Herzberg en Maslow. Concreet betekent dlt dat werkgevers werknemers tevreden proberen te stellen met redelijke arbeldsvoorwaarden.
De motlvatle van werknemers heeft danlg te lijden gehad van de economische ontwlkkelingen na de revolutie. Prlvatlsering van overheldsbedrijven heeft onder meer tot gevolg dat er grootscheepse saneringen voor de deur staan om zodoende de produktlvitelt op te schroeven. Dll resulteen In een bljzonder complexe lltuatie waarin men zich niet meer zeker lean wanen van een baan. Dlt heeft a1s gevolg dat de motivatle van werknemers daalt. 4.5~
Tijdens het communistisch regime waren bedrijven georganlseerd In een holding, bestaande ult een aanta1 werkmaatschappijen. De holding werd in het algemeen geleid door een voorzitter, een technisch directeur en een commercieel directeur. die allen lid waren van de Communlstische Partij. Als gevolg van de economische hervormlngen Is deze structuur losgelaten. De werkmaatschappljen zijn nu grotendeels overgegaan in handen van de staat en de functie van de holding is vervallen. De vroegere lelders van de holding houden zich nu veelaJ bezig met verhuur en verkoop van de gebouwen van de vroegere holding.
In de steenlndustrie is voor een andere oplossing gekozen. Daar Is de holding omgevormd tot een onderzoeksinstltuut, dat haar diensten verieent aan de vroegere werkmaatschappijen. Deze moeten voor de diensten betalen, omdat het lnstltuut zichzelf moet bedruipen. Dlt is voor bedrijven totaal nleuw. De mensen die zlch voorheen met de bultenJandse handel bezig hielden, fungeren nu vaak als tokale 28 adviseur, nadat ze een •aanbeveling" bij de T)8Choslowaakse Kamer van Koophandel hebben gekocht. De voordelen die deze advlseurs hebben. zijn: - ze zijn bekend met de Russlsche markt; - ze spreken. In tegenstelling tot Westerse advlseurs, Tsjechisch of Slowaaks; • ze zijn goedkoop. Er kleven echter ook nadelen aan advlsering door locale advlseurs: • ze hebben niet de Westerse kijk op handel en industrille produktie; - hun adviezen zijn niet klantspeclfiek; - ze missen achtergrond op het gebied van marketing, bedrijfseconomie, accountancy en spreken vrijwel geen Westerse talen. Het laatste punt is ook een groot probleem blnnen bedrijven. De meeste bedrijven kennan dan ook nog geen marketing- of verkoopafdeling. Door de starke verticale lntegratle binnen een bedrijfskotom (van grondstof tot consument binnen 66n bedrijf) ontbreekt in het grootste deel van de bedrijven ook een inkoopafdeling. Toch is de verhouding van indirect tot direct personeel vrij hoog. De oorzaak hlervoor ligt In het felt dat ondernemlngen voot11een alles zelf moesten verzorgen op het gebied van recreatle, gezondheidszorg, energlevoorzlening en catering. Bedrijven hebben over het algemeen meer werknemers dan nodlg, doordat werkloosheid blnnen het communisme ultgesloten was. Hlerdoor zijn de werknemers gewend veel aandacht aan persoonlijke verzorging te besteden tijdens werktijd.
Waarschljnlljk zullen de grate gelntegreerde bedrijven In de toekomst opgesplltst worden In kleinere, meer gespeclaliseerde ondememingen. De personele structuur van de bedrijven omvat veelal de volgende functies, gerangschikt volgens de lijnstructuur: - bedrljfsleider; • branche-c:lirecteur; • chef van de werkplaats; • chef; • werknemer. Het aantar werknemers onder een chef kan erg groot zljn, daar de chef slechls controleert of aile werknemers aanwezlg zljn en geen controle ultoefent op de ultvoering van hat werk. De arbelders controleren zelf hun werkzaamheden.
De mensen In de leidinggevende functies binnen de nieuwe bedrijven zljn die mensen die zich het snelst hebben kunnen aanpassen aan de verander(en)de samenleving. Opleidingen om managers om te scholen zijn er vrijwel niet. Men past hat principe toe van •de sterkste overwinr. Daardoor Is het goed mogelljk dat mensen plotseling van foocties verdwijnen of functies zelfs helemaal vervallen. Vaak Is het erg moellijk de managementfunctles op te vullen. Hiervoor zijn diverse oorzaken aan te wijzen: • loon voor hogere posltles Is. ondanks meer verantwoordelijkheid. niet veel hoger dan dat van een arbeider; • een managementfunctie biedt veel onzekerheid door de vale verandet1ngen In bedrijven; • men heefl geen ervaring met een markteconomle; • de talenkennls Is gebrekkig. Probiemen voor het management zljn ondermeer: - gebrek aan praktische ervaring, hoewel de theoretlsche kennls aanwezlg Is; • het felt dat men wei op de hoogte Is van nieuwe technologle&n, maar er geen geld Is om deze aan te schaffen; • de lage efflcilntie door het grate aandeellndirect personeel; • gebrek aan bedrijfseconomlsche en marketingkennls. Een mogelijke oplosslng voor deze problemen zou zljn om managers ervaring, nieuwe technieken en methoden op te Iaten doen in het buttenland. Hetaas Is dlt financieel niet haalbaar voor het merendeel van de ondememlngen. Het Tsjechoslowaaks management kent ook enkele belangrljke voordelen: • de planning gebeurt, hoewel niet geautomatiseerd, volgens Westerse methoden (planbard, tijdgraat); • men bezit in het algemeen over veet theoretische kennis; - ze hebben rulme ervaring met en kennls van de cultuur van hat land. Veet bultenlandse lnvesteerders ondersteunen daarom hat Tsjechoslowaaks management met cursussen en, met name voor junior managers, met de moge1ijkheid om In hat bulten. land te studeren en/of ervaring op te doen In bultenlandttft bedrijven. De Tsjechoslowaakse Kamer van Koophandel probeert hlerin ondersteunlng te bladen. In Nedel1and kent men hat Project Uitwlssellng Managers. waarin gepensloneerde managers gedurende bepaalde tijd In een bedrljf In de CSFR werkzaam zljn om hun ervaring over te brengen.
·30.
4.6 Ondarwijs Hat onderwijs in de CSFR Is grotendeels nog In handen van de staat. Priv6 scholen beginnan te ontstaan. voomameiljk door Europese t1 Amerikaanse lnltiatleven. KJnderen in de CSFR gaan vanaf twee t1 drie jaar naar een kleuterschool, totdat ze zes jaar zljn. Dan gaan ze gedurende acht jaar naar een baslsschool Vervolgens, op veertienjarige teeftijd, volgt de middelbare school.
BiJ deze vierjarige middelbare SChool kunnen drle aoorten onderscheiden worden: • de algemene middelbare school, waaronder gymnasia vallen, die opleldt tot een mogelijke vervolgopleiding op universltelt t1 hogeschool; - de speciale middelbare school, zoals de School voor Economle en de School voor Scheikunde, waama men kan gaan werken t1 naar een hogeschOol kan; - de -bedrijfsschool", die gekoppeid Is aan een speclfieke bedrijfstak. zoals de middelbare school voor de steenlndustrie in de bwrt van Bmo. De, na de middelbare school, volgende universlteiten en hogescholen, waartussen overigens geen verschil wordt gemaakt qua niveau van de opleiding, voorzien In vrijwel aile opleidingen die men ook In Nederland kerrt. De economlsche studierichlingen zljn echter onc:Jervertegenwoordigd en nog nlat voldoende gericht op een markteconomle. Er is een wettelijke leerplicht tot 16 • 16 jaar. De participaiJe Is In het 88CW'Idair onderwijs 40% en In het tertiair onderwijs 20% van de leeftijdsgroep waarvoor het onderwijs bedoeld Is. Hat aantaJ studenten in het academisch jaar 88/89 was 136.666. Opvallend Is het grote verschil In partlcipatie in het aecundair onderwijs tussen Jongens (28%) en melsjes (60%). Van de totale bevolking heeft 3,6% een tertiaire educatle genoten. Voor wat betreft hat taienonderwijs was tot nog toe Russisch en 66n moderne taa1 verplicht. In hat algemeen Is hierbij Engels het meest populair, voor Frans en tenslotte Dults. Tegenwoordig behoort Russisch niat meer tot de verplichte vakken. Hat niveau van het gymnasium Is te vergelljken met het niveau in Neder1and na viJf jaar WIO. De universltaire opleidingen In de CSFR duren over het algemeen vijf jaar en zljn dan te vergelijken met een HBO-opielding of het doctoraal gedeelte van een universltaire opleiding in Nederland. Over de hele linle ligt hat niveau dus lets lager dan In Nederland. De theoratlsche kemls is breed en goed; helaas zijn de opleldingen echter nauwelijks praktijkgericht. Meer informatie over de niveauvergelijklng tussen een specifieke Tj8Choslowaakse oplelding en een vergelijkbare opleiding In Nederland Is te verkrljgen bij het NUFFIC In 'sGravenhage. De financiering van hat onderwijs gebeurt voor kinderen In de vorm van ldnderbljslag voor de ouders; dit bedrag Is voor ledereen gelijk. Daarnaast zljn ar voor studerenden drle aoorten beurzen mogelijk: - sociale studiebeurs, afhankelijk van het lnkomen van de ouders. Ongeveer 4" van de studenten ontvangt deze beurs. - studiebeurs, afhankelijk van de studieresultaten. Men qnderlcheldt drle ldassen, met beurzen varilrend van 500 koruna tot helemaal niets. ""' - daarnaast Is er de mogeli]kheld een contract af te alulten met de toekomstlge werkgever. Dlt contract Is blndend voor een aanta1 jaren; contractbreuk leidt tot een boate. Hat Ieven voor studenten Is echter vriJ goedkoop. Zo kost een Ieamer alachts 36 koruna per maand. Voor zover mogeli]k, In verband met afstanden. wonen de maaste studenten bij hun ouders.
• 31-
.., ;-
Voor de ravolutle was er geen werkloosheld. ledereen die wilda deelnemen aan het arbeldsproces mocht werken, alhoewel de effectiviteit van sommige arbeidsplaatsen zeer discutabel te noemen was. Een lage werkdisclpline en een lage produktiviteit waren het gevolg van het systeem. Verwacht wordt dat na de hervonnlngen er aociale confllcten zullen komen ten gevolge van structurale werkloosheld. Daze werkloosheld zaJ ontstaan door het vervallen van niet..functionele banen (als voorbeeld hlervan va1t te noemen een lnvalploeg blj de autofabrlek Skoda voor het geval dat een arbelder even u1t zou vallen). Om een te grote werkloosheld te voorkomen zaJ men de aandacht moeten vestJgen op onder andere de volgende punten: • 0p het ogenbllk Is er een signlicante discrepantle tussen het aanbod en vraag naar arbeid in kwalitatieve zin. De sltuatie zou verbeterd kunnen worden door middel van scholingsprojecten die een betere afstemming bewerkstelligen. • Het economlsch beleld van de overheid zaJ er op gerlcht moeten zijn om de kwantltelt van vraag en aanbod van arbeid met elkaar in evenwicht te brengen. Concreet betekent dit een forse stijging van het aanta1 arbeidsplaatsen en afnarne van het aanta1 werkzoekenden. Het eerste kan nlet gebeuren door het scheppen van banen maar door starke economische voorultgang. Het laatste kan In de hand worden gewerkt door betere en langere scholing van jongeren en een afname van het aantal werkwillige vrouwen als gevolg van betere economische omstandigheden. - Forse overheidssubsldies zullen beschlkbaar moeten komen ten bahoeve van het crelren van arbeldsplaatsen voor gehandicapten.
Door de overgang van een planeconomle naar een marktgerlchte economie va1t voor vaal mensen de bestaanszekerheid weg. Mogelijke oplossingen voor dit probleem zi)n: - Een ultkering geven aan aile werklozen. Beperkende factor hierblj Is de beschlkbare hoeveelheid financi&le middelen. - Het instellen van minimum lonen hetgeen in OY8fteg zaJ moeten geschieden met de overheld en werkgevers. Verder zat het nodig zijn om bepaalde loonschalen in te stellen op grond van criteria als zwaarte van de arbeid, kwallteit en dergelijke zodat er een evenwichtlge betallng van werknemers ontstaat. Toch zaJ op den duur Ieder bedrijf zelf bepalen walk loon een werknemer In het bedrijf zal verdienen. Dlt kan men het eerste ullvloeisel van de vrije markteconomie noemen. De lonen zullen ulteindelijk gefinancierd dlenen te worden door de opbrengsten. Een ander ultvloeisel van de vrije markteconomie ligt op een geheel ander vlak. Voor de hervormingen waren de '"volksdoelert het belangrljkste criterium waar de gezlnnen op gebaseerd waren. Dlt zaJ langzamerhand veranderen, Ieder gezin zaJ zljn elgen doelen nastraven. Hierdoor zaJ de soclale en opvoedende functie van het gezin zeer belangrljk worden. Om het voortbestaan van gezinnen te garanderen zaJ er een soort sociaal zekerheidssysteem moeten komen, daarbij va1t te denken aan klnderbljslag, pensiQenregellng, aanpasslng belastingstelsel en dergelijke. Dlt alles zat betaald moeten worden ult de staatskas. Om deze staatskas te kunnen blijven voorzien van financi&le middelen zaJ een aanpassing van het belastingstelsel nodig zijn. Om de verwachte problemen het hoofd te kunnen bieden zuUen er nieuwe regelingen/wetten moeten komen, daze zijn ons inziens: - wet voor sociale zekerheid; - wet voor werkvoorziening; .. wet op de collectieve arbeidsovereenkomst.
-32.
4.8 Samanvatling en c:onclusies
In dlt hoofdstuk is gatracht een beeld te scheppen van de sltuatie in de CSFR op maatschappelijk en sociaal gebled. Wat betreft de arbeidsverhoudingen kan gesteld worden dat een nieuw systeem ontwikkeld wordt met de driehoeksverhouding overheid-werkgeverswerknemers. Er wordt een steeds betere wattelijke basis geschapen om dit model werkelijkheld te Iaten worden en een evenwlcht tussen aile partijen te bereiken. De onderwijssltuatie binnen de CSFR is goed tot zeer goed. Aile mogelijke theoretische opleidlngen zijn voorhanden en men is naarstig op zoek naar aanslulting mat de praktljk. Qua management van ondemamlngen steunt de CSFR aan de ene kant op lelders van voor de revolutle en aan de andere kant op bultenlandse hulp. De maatschappij In de CSFR is bezig met een drastische verschulvlng. Voor velen is de rnaatschappij ondoorzlchtfg geworden met veel onzekerheden. Men zaJ zich aan een marktgeorilnteerd systeem aan moaten passen en moeten leren Ieven met daarbljbehorende onzekerheden en risico's. Voor de overheid Is hat nooctzakelijk snel duidelijkheld te verschaffen waar de grens van de overheidsinvloed zalllggen.
·33.
5 Politiek 5.1 lnleiding
In dit hoofdstuk zullen ean aanta1 onderdelen omtrent de politieke sltuatie In de CSFR besproken worden. Allereerst zal in aanslulting op de geschledenis, beschreven In hoofdstuk 2. lets verteld worden over de revolutie, die de aanzet was tot de grate hervormingen, vervolgens over de huidige polltieke sltuatie. De polltieke structuur is mede hat gevolg van de verklezingen In junl 1990. De verklezlngen worden ultvoerig toegellcht In paragraaf 4. De nleuwste, en meeste recente ontwikkellngen worden beschreYen In paragraaf 5. Zo is hat mogelijk om een duldeiijk beeld te krijgen van de huidige politiek:e sltuatie, ontstaan door de revolutie. 5.208~
De grate ommekeer In de CSFR begon mel de demonstratie op 17 november 1989. Deze was gericht tegen de regering Jakes, en werd door politie hardhancllg onderdrukt. Diverse demonstraties volgden, en het nieuws omtrent de demonstraties verspreldde zlch door het gehele land. Naast de studenten, die de demonstraties leidden, sloten ook de· arbeiders zlch aan. Uiteindelijk leldde al deze weerstand tegen de regering enoe dat de regerlng aftracl. Er werd een interim regering gekozen, waama er presidentsverklezingen gehouden warden. Yaclav Havel werd gekozen tot president. Na deze presldentsverklezingen voncten er In juni 1990 pariementsverkiezingen plaats. Oe uitslag van deze verkiezingen Is weergegeven In tabel 5.1. 5.3 De politieke struciLU
De twee staten Tsjechil en Slowakije vormen samen de CSFR. De federale wetgevende macht bestaat uit een twee-kamersysteem, een Huis van het Yolk mel 1SO laden, 101 ult het Tsjechische deel en 49 uit het Slowaakse deel, en een Huls van de Naties mel 1SO laden, waarin beide deelrepublieken met 75 leden zijn vertegenwoordigd. Aan het hoofd van de republiek staat president Yaclav Havel. De nationale structuur bestaat ult de Tsjechische nationale raad, mel 200 laden, en uit de Slowaakse nationals raad, met 150 leden. Het poiitieke systeem in de CSFR is de parlernentalre democratie. Wetsvoorstelien worden door de regering gemaakt, en moeten door het partement, het Huls van het Yolk en het Huis van de Naties goedgekeurd worden. Het Huis van de Naties neemt strateglsche beslissingen die uitgewerkt worden per staat In de desbetreffende Tsjechische of Slowaakse afdeling. Een voorstel wordt pas aangenomen bij een tweederde meerderheid In het hele Huls van de Naties en een tweederde rneerderheid in beide statenafdelingen. " Het kiessysteem werkt als volgt. Er vinden dlrecte verklezingen plaats via partijlljlten mel ean proponionele venegenwoordiging. Oil betekent dat grotere partijen meer rnensen op de lijst hebben staan. In vergelljklng tot klelnere partijen. De klesdrempel is 5% van de uitgebrachte stemmen. De laatste pariementsverklezingen vonden plaats op 8 en 9 juni 1990 en de eerstvolgende verkiezingen zijn gapland voor 1992. lnmiddeis hebben In oktober 1990 ook gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden, waarblj de polltieke verhoudingen niet belangrljk zljn gewijzigd.
-34-
5.4 Va1dezingen jla1i 1990
De terugkeer van CSFR naar een democratie werd op 8 en 9 juni 1990 bevestigd door vrije verkiezlngen voor het Tsjechische, het Slowaakse en het Federale parlement Dlt was voor het eerst sinds 1946 dat er vrije verkiezlngen zljn gehouden. De ultslag Is hleronder weergegeven (tabel5.1). Tabel 5.1 Verk1ez1ngsu1ta1ag Ben 9 Jun1 1990 wor be1angr1Jk• part1Jen en gl"QQIppMngen 1n I Federu1 Federu1 Nat1onu1 Nat1onu1 TaJec:h. S1owuka TaJeeh. S1owuka Burgerl'onn 51,6 Part1J Ulgen G.we1d c:cmn...n1at1ache Part1J 13,6 Christen Dlmccrat1ache Un1e 8,7 Vtlrlln1g1ng wor ZelfregeNnde Dlmccrat1e 1n Moravi¥ en S11ez1¥ 8,5 S1owaaku Nat1ona1e Part1J Hongaarse Democrat1ache Beweging Soc1aa1 Dlmccrat111d1e Part1J 4,0 Boeren Part1J 3,9 0. Groenen 3, 3 TaJechiache Soc1a11at1sche Pal"t1J 2,8 Dllllocrat1ache Part1J -
17,8 10,0
8,5
8,7
4,4
Bron: [19]
Deze uitslag bevestigt de popularitelt van het Tsjechische Burgerforum en haar Slowaakse zusterpartij, de Partij tegen Geweld. Vermeldenswaardig is In dlt verband ook het hoge opkomstpercemage van meer dan 90%. Deze overwinning kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan de popularltelt van bepaalde personen, zoaJs Havel, Klaus en Dienstbler. Een andere reden voor de overwinnlng is het felt, dat volgens de kiezers de twee bovengenoemde partljen het beste verkiezingsprogramma hadden. Hun programma stond onder het motto: "Terugkeer naar Europa•. Hiermee bedoelen zij het opnieuw aangaan van lnternatic).. nale contacten, het herstellen van de economlsche posltie van de CSFR en het herstellen van de dernocratie. Op het eerste en laatste genoemde gebied zljn aJ grate vordetingen gemaakt. Het herstellen van de economlsche kracht van de CSFR lljkt echter een lange en controversille weg te worden. Dlt zou een verklaring kunnen zljn voor het relatief goede resultaat van de Communlstlsche en de Soclalistische partij, die voor economlsche hetvormlngen waren. maar tegen de mogelijke sociale consequenties daarvan. "" Binnen verschillende partljen wordt verregaande privatiseling als sleutel voor aen 8UCC8SYOIIe economlsche hervormlng gezlen. Binnen de Communistlsche partlj wordl dlt echter gazien aJs een soort ullverkoop van het land. Voor verdere gegevens CNer de economlsche hervormlngen worc:lt verwezen naar het hoofdstuk over de Economle. De huldlge federaJe regerlng bestaat u1t een coalltle van Burgerforum en de Ctvisten Democratische Unie. Voor de verdeling van de ministers wordt verwezen naar tabel 5.2.
Tabe1 5.2 Verdeling van 11inistersposten (ju11 1990) PNmier
Marian Ca1fa Vac1av Vales 11inister van Wlttgeving Pavel R,ychetsky 111n1ster van lu1tenlandse Zaken .11r1 Dienstb1er V1ce-pt"W~1er, llinister van Onderwijs, Hanserrrw:hten, Cioclsd1enst I Cultuur .Jozef M1klosko Minister van o.fens1e Miroslav V-k Minister van 81nnen1andse Zaken Jan Langos Minister van F1Mnc11n Y.c:lav IClaus Minister van Werkgeltlgllllheid en Soc1a1e Zaken P.trMtller Minister van luitenlandse Handel Slavomir Stracar Minister van ~keer ..11ri Huval Minister van ECOI'ICIIIIisc:he Zaken Vladimir Dlouhy Minister van Communicat1e Thecdor P.tr1k Ministers zonder portefeu111e Pave 1 Hof•nn -losef Vavrausek ICwtos lava 1Co1"1nlcova V1ce-pt"W~ier Vice-pt"W~ier, Vice-pt"W~ier,
Voonitter van twt Pllrl-.nt Pres1denUI1e adv1eeurs
Alezander Dubcek Vera Cas lavska Saaa Vondra Milan Knuko ..liri 1Cr1zan
Bron: [19]
Er wordt blnnen de CSFR en ook daarbuilen druk gespeculeerd over de toekornst van onder andere het Burgerforum. De kans Is namelijk aanwezlg dat de verschillen binnen het Burgerforum in de toekomst zullen toenemen. Het Burgerforum is een polilleke beweglng met een grote verscheidenheid van opinies. Als nu de social& kosten van de economische hervormlngen te groot worden dan zou het best wei eens zo kunnen zijn dat de interne verschillen scherp en openbaar worden, hetgeen ultelndelijk tot het ulteenvatlen van de partij zou kunnen leiden. 5.5 Recem ontwikkelingen
Tsjechen en Slowaken zijn het In grote meerderheid eens over de noodz•ak van de ontmanteling van het cenlralistlsch bestuur en de communistlsche planeconomle. Meningsverschillen gaan over het tempo waarin en de manler waarop dat moet gebeuren en over de vorm die de nieuwe natie moet krijgen. De gevolgen zljn ruzies binnen polilleke groeperingen en tweestrijd tussen de Tsjechen en de Slowaken (20]. Oubcek zei zich bewust te zijn van de separistlsche tendensen binnen het Tsjechlsche en het Slowaakse volk. Volgens hen1 vormen de aanhangers van het separatlsme een mlnderheid. Voor hem Is het dulclelijk dat Tsjechoslowaklje een staat moet blljven: •Ais Tsjechoslowakije een pleats wll vlnden In een getntegreerd Europa is het nlet loglsch dat het zichzelf cleelt". Wei zlet hij pleats voor twee natles blnnen de staat en voor decanlrallsatle (21]. De Slowaken echter hebben de afgelopen maanc:Jen steeds lulder geroepen om een vergroting van hun autonomie en soms zelfs om een onafhankelijk Slowaklje [22]. Naast het nationaJisme zijn er nog andere bedrelglngen voor de nieuwe economlsche harvormingen. De roep om een eenzijdige terugkeer naar het verleden. Volgens Oubcek komt dat door het felt dat de weg van hervormlngen Is lngeslagen, maar nog geen posilieve resultaten zijn bereikt. Volgens Oubcek Is er een posltlef, begrijpelljk programma nocllg dat door de beYolklng wordt gestet.l'ld, waarvoor het volk zich verenigt en mobiliseert en waarvoor het bereid Is offers te brengen, In de wetenschap dat het uilelndelijk verbeteringen teweegbrengt [22]. Ondanks deze tendensen lijken de polltlci overeenstenming berelkt te hebben ewer de federatieve structuur van de CSFR.
-36-
De bultenlandse politiek en handel, evenals het financleel-economisch beleid zullen In principe in handen blijven van de federale regering In Praag. De Tsjechische en de Slowaakse republieken krijgen ruime autonomie, maar kunnen In zeer belangrijke kwesties niet heen om de overkoepelende regering en het parlernent (23]. &.6 Sarnenvaaing . , conclusies
De revolutionalre omwentellng van de CSFR In november 1989 naar een democratiSch bestel. heeft de weg vrljgemaakt voor grootscheepse pollieke veranderingen. De meest
lngrijpende veranderingen zijn: het lnstellen van aen democratisch ldessysteem;
de vormlng van een democratische ragering na de verklezingen van juni 1990; de realisatie van een democratisch twee-kamersysteem; het vormen van een federale republiek tussen de twee deelrepublieken TsjechiA en Slowakije.
Concluderend voor de nieuw ontstane polltieke sltuatie. client te worden opgemerkt. dat: de Communistische Partij dankzij de revolutie de macht definitief heeft moeten afslaan aan de eerste democratische regering van het Burgerforum en de Christen Democratische Unie; de politieke veranderingen grotendeels achter de rug zijn; de meeste ieidende politic!, waaronder Dubcek. het opheffen van de Federale Tsjechische en Slowaakse Republiek n1et ondersteunen. De meeste polltici zijn van menlng dat het opheffen van de federatle voor geen van beide deelrepublieken tot voordeel zal strekken.
• 37-
6 Huidige economische situatie 6.1 lnleiding
De overgang van plan naar markt is In vone gang in de CSFR. Dlt heeft tot gevolg dat de regelgeving met betrekking tot het opzetten van een joint-venture in de CSFR voortdurend aan veranderingen onclerhevig is. Sommige watten zijn reeds aangepast. andere nog nlet. Wat men ulteindelijk wil bereiken, staat beschreven In het Economische Scenario. De vraag is of men kiest voor de snell& of de gematigde aanpak. Ongeacht het 81tWOOrd op die vraag heeft men nog een lange weg te gaan. Vanwege dit verschil tussen de huidige sltuatle en het ultelndelijke doells het deel over economie opgesplitst In twee hoofdstukken. Dlt hoofdstuk besctvijft de huidige sltuatie met betrekking tot de economlsche aspecten van en de randvoorwaarden voor de vestiging van een joint-venture in de CSFR. Het volgende hoofdstuk gaat in op watten. regels en randvoorwaarden zoals ze beschreven zijn in het Economische Scenario voor de toekomst.
6.2 De ecaiOITiische polltiek
Het beleld van de overheld wordt gedomineerd door de vastberadenheld om een anelle overgang naar een markteconomie te berelken. Er worctt echter onderkend dat de overgang van planeconomie naar een goad functionerende markteconomie enlge tijd zal vergen. Tevens wil men vermijden dat de hervormingen de relatief stabiele economlsche sltuatie In gevaar brengen. Teneinde een privatlserlng en dernonopoliserlng (de opdeling van grate staatsmonopolies in kleinere en effacilntere produktie-eenheden) te kunnen realiseren. heeft de Tsjechoslowaakse regerlng het voorstel van de Tsjechische regering gevolgd door de staatsbedrijven om te zetten in naamloze vennootschappen. Hoewel de aandelen van deze NV's In handen zijn van de staat, worden ze bestuurd door afzonderlijke raden van bestwr. Deze NV's moeten aan dezelfde regels van rentabllitelt voldoen als priv8-ondememingen. zoals die in het Westen opereren. Privatiserlng kan dan een meer geieidelijk proces worden. Men zaJ de privatisering beginnen met kleine ondernemingen, die geen monopolies kunnen • vormen en aileen dan als de burgers In staat zijn aandelen te kopen. Een tweede aspect is de prijsvorming. Per 1 januarl 1991 wil men de prijzen geheel vrljlaten, hetgeen een aantal verstrekkende gevolgen zaJ hebben, namelijk een accelererende inflatie en een sterk toenemende werkloosheid. Men hoopt dlt op te vangen met een atrikte rnonetaire en fiscale politiek. Wil men een lneenstorting van de economle vermijden, dan zal een vorm van planning noodzakelijk zijn in de overgangsperiode van ptan.. naar markteconomie. Om de hervormingen succesvol te Iaten verlopen, heeft de CSFR kapltaal nodig. Aangezien dit niet voldoende voorhanden is In de CSFR, tracht men bultenlandse lnvesteerdera aan te trekken. Als argumenten om In de CSFR te lnvesteren noemt men onder andere: goedkope en goad opgeielde arbeidskrachten; centrale Europese basis voor activitelten; meer mogeHjkheden voor lenlngen dan in anc::tere Oostbloklanden; goede facilltelten, zoals fabriekshalien, electrlciteltsvoorzienlngen; lage buitenlandse SChuld van de CSFR; de lokale markt biedt nog veei mogelljkheden; netwerk van leveranciers; mogelijke distributiefunctie naar de rest van Oost-Europa; nog steeds democratlsche leldera aan het bewind.
6.3 De huidige toestand van de 8COIIOmie
Sinds 1984 Is er een daling waameembaar il de industriele produktie. De mogelljkheden op de lokale en buitenlandse markten verslechterden als gevolg van een slechte beheersing van de produktkwaliteit en een strikte cemrale planning. De daling In de lndustrille produktie heeft zich in het eerste kwartaal van 1990 doorgezet, terwijl deze zich In het tweede kwartaal stabiliseerde. Ook de bouwnijverheid, de landbouw en de mijnbouw hadden gedurende de 80-er jaren te kampen met een dalende output. Aileen de Yleesproduktie Is sterk gestegen. Als redenen voor de daling worden onder andere genoemd: een afnemende arbeidsdiscipline; de bestaande verwarring omtrent de posltie van Ieiding gevende personen; het ineenstorten van het cemrale plansysteem; een afname van de leveranties van vltale grondstolfen ult de USSR; een teruggang van de lnvesteringen. De verwachting Is dat de industriele produktie weer za1 gaan stljgen zodra de voorspelde effecten van de hervormlngen gerealiseerd Zijn. Men vreest dat de genoemde redenen ertoe lelden dat de consumenten het vertrouwen In de producem verliezen en overgaan tot paniekaankopen. De beschlkklng over grate lnactieve kassen maakt dit mogelijk. Dit inkomensoverschot garandeert nlet dat de inflatie definitief ingedamd wordt. Hiervoor zijn drie redenen aan te geven:
"
Om te voorkomen dat de mensen overgaan tot het besteden van hun inactieve kas, moet de rente hoger Zijn dan de verwachte prijsstijging. Aarzelen de financille autoriteiten het reme-instrument te hanteren, dan zou dit kunnen leiden tot een negatieve relle reme (reele reme • reme - prijsstijging). De overheid zal de verschaffing van subsidies aan bedrijven gaan vermlnderen. Een bedrijf zal op een andere manier zijn mlddelen moeten verwerven en wemelt waarschijnlijk meer kosten af op de klant door middel van prijsverhoglngen. Bedrijven maken minder winst. Dit heeft een vermindering van de te betalen winstbelasting tot gevolg. Het lnkomensoverschot op de begroting wordt niet gerealiseerd als gevolg van tegenvallende befastilginkomsten.
Voor de omwemelingen werd de inflatie kunstmatig laag gehouden (< 1") doordat de communistische regering een beleid van subsidies hanteerde. In oktober 1990 bedroeg het inflatiepercemage op jaarbasis volgens de Tsjechoslowaakse Kamer van Koophandel15". Van overheidswege Is geen lnflatiecijfer bekend gemaakt. Hoe het inflatiepercemage zich in de toekomst zal ontwikkelen, hangt van een aamal factoren af, onder andere van de lmportmogelijkheden en het eerder genoemde remepercemage. In het begin van de 9()..er jaren zal de inflatie naar aile waarschijnlijkheid groeien en een maximum van 30% berelken [24]. Er zijn echter ook meer pesslmistlsche (maar niet minder deskundige) zegslleden die percemages noemen die ruim 2x zo hoog liggen.
• 39-
6.4 Reeds doorgevoarde economische t&vorn*lgen
Een gedeelte van de geplande economlsche hervormingen Is In 1989 en per 1 januari 1990 van kracht geworden. Hieronder vo1gt een sarnenvattlng van reeds doorgevoerde hervormingen [25]: De afschaffing van associaties en bedrijven (1988) heeft plaatsgevonden. Een aantal bedrijven en associaties zijn gereorganiseerd, opgeheven of ingelijfd door grotere organisatles. De afschaffing van het bankmonopolie (1989-1990) Is gereallseerd. De Tsjechoslowaakse Centrale Bank Is opgesplitst In een Centrale Bank en een klein aanta1 commercllle banken. De regulering van de bultenlandse handel Is versoepeld (1989). Aile ondememlngen (niet aile joint-ventures) rnogen bultenlandse handel drijven. De controle op de hoeveelheid bultenlandse vaJuta Is beperkt. Een bultenlandse geldbeurs Is geTntroduceerd In 1989. Verschillende deelministeries zijn opgeheven of gereorganiseerd De joint..ventures/ondememlngswet (1989) Is opgesteld. Een nieuwe planningwet (1989) Is opgesteld. Het plannlngsproces voor de econom1e werd aangepast. echter het belang van de centrale plannen bleef gehandhaafd. Er zijn prijsherzleningen (1989) doorgevoerd. Een nauw systeem van cost-plus-pricing werd geTntroduceerd. Het doel van deze hervormingen was grotere autonomle voor tndivlduele bedrijven ten koste van de centrale overheid. Bedrijven rnoeten hun elgen financieringsbehoeften dekken zonder subsidie van de overheid. 6.5 Het bankwezen.
Ook de bankwereld was voor de aanvang van de hervormingen centraal georganlseerd. Voor de overgang van plan- naar markteconomie was het noodzakelijk de structuur van de bankwereld aan te passen. De voormallge centrale bank, de Staatsbank van de CSFR. Is opgesplltst in de Centrale Bank en een aanta1 onafhankelijke commercille banken: Nationale Centrale Bank; Algemene Kredietbank; lnvesteringsbank; Commercille Bank Praag. Oaamaast bestaan er nog een aantaJ andere banken, namelijk twee spaarbanken, 66n agrobank voor de financiering van agricutturele projecten en de Tatrabank. Aile banken moeten opereren op basts van zelffinanciering en bedrijven zljn vrlj In hun bankkeuze voor wat betreft het afsluiten van commercllle transactles. Banken kampen met een tekort aan kapltaal vanwege het ontbreken van pensloenfondsen, bultenlandse investeringen en levensverzekeringen. Vooral het aantrekken van bultenlandse lnvesteerders krijgt op dlt moment veel aandacht van de banken. "' Ongeveer acht bultenlandse banken hebben een -representative office~~ In de CSFR. Zlj fungeren als lntermediair tussen bultenlandse banken en bedrijven ult de CSFR. De 'representative offiCes- van bultenlandse banken zijn nlet geoortoofd aile bankactivltelten ult te voeren, maar hebben een representatieve functie. De vestiglng van een branche-kantoor, dat aile bankactivlteiten mag ultvoeren, rnoet goedgekeurd worden door de Centrale Bank. Echter, om te voorkomen dat de Tsjechoslowaakse banken van de markt geveegd worden wegens een gebrek aan concurrentiekracht. wordt er nauwelijks toestemmlng verleend voor vestiging.
-40-
6.6 CMirheidsrnaaiJ ta.v 6.6.1 Enkale ciJers rn.b.L de
in- en uilvoer van goederen
in- en uilvoer van goederen
De handel van Nederland met de CSFR heeft zich ontwikkeld volgens onderstaande tabel: label 6.1 Handel van .....,.land Mt de CSFR (1n 111ljoenen guldens)
1t83 1984 1985 1986 1987 1988 1989
1nvoer
u1twer-
sal do
318,5 391,9 324,7 386,0 335,5 316,3 407,1
215,8 260,9 324,7 288,2 315,6 307,6 359,1
-102,8 -131,0 -19,1 -97,9 -19,9 -8,7 -48,0
De Nedertandse In- en utlvoer van goederen naar de CSFR geclurende de maanden januari t/m aprft 1989 en 1990 is gespeclficeerd per produktgroep In de volgende tabellen: label 6.2 NederlandM 1nvoer naar de CSFR u1t;esp11tst. per produktgi'Oep (1n 11iljoenen guldens) 1rwoer totaal voeding, levencte dieren dranken en tabak gronclstoffen branclstoffen d1erl1jke en plantaardige oHin/vetten .. ct.n11Che produkten c fabrikaten III&Ch1nes, ver-.1011 •teM•l diverse gefabr1Cilel'de goederen niet afzonclerHjk genoamde goecleren
1989
1990
123,354 8,769 0,42 17,807 3,645
128,403 11,274 0,31 16,148 0,9
0,563 14,599 34,570 22,949 20,318
1,030 13.687 39,348 18,134 27,887
0,9
0,53
label 6.3 NlderlanciM u1tvoer naar de CSFR uttgesplitst per produktgroep (in 11i1joenen guldens) u1tvoer totaal voecling, 1evencte dteren drenken en tabak gronclstoffen brandstoffen d1er11jlce en plantaardige oliin/vetten ct.nische produkten fabrikaten .chines, ~ter1M1 diverse gefabriCMrde goederen ntet afzoncler11jk genoelllde goederen
1989
1990
90,695 2,756 0,368 18,796 0,560
111,389 7,050 0,449 17,187 0,639
0,971 38,612 9,155 12,566 6,743
0,755 36,885 9,803 29,060 9,399
0,178
0,163
• 41·
Het Is moeilijk te voorspellen hoe de samenstelling van de in- en uilvoer van goederen zich In de komende jaren zal ontwikkelen. Wells met zekerheid te zeggen dat er accentverschuivfngen zullen optreden. Specifiek voor Nederland lijken van belang de Iichte chemische lndustrie, de elektronische Industria, de agro-industrie en de voedselverwerkende industria, alsmede de milieutechnologie [24]. 6.6.2lrNoarreglen1amag Alhoewel de bedrijven alnds de lnvoering van de nieuwe wetgevlng onafhankelijker zijn geworden, blijft de overheid toezicht houden op federaal· en republieksntveau via de raden van bestuur. Bedrijven moeten zetf bronnen van financierlng gaan zoeken, terwijl ze de verworven winsten mogen behouden. Om het gebruik van deze winsten voor een efficiOntere produktie te bevorderen en om bedrijven In staat te stellen kostendekkend te produceren, Is de belasting voor de ondernemingen verlaagd. Er bestaat grote onduidelijkheid over de mate van staatstoezlcht In de toekomst en de lnvloed hiervan op de ontwikkeling van een onafhankelijke lndustrie. Om de markteconomie te lntroduceren is een hervormingsprogramma opgesteld. Dlt programma besteedt ook aandacht aan de mogelijkheden voor de In- en uilvoer van goederen: -
Sinds 1 januari 1990 is het lndividuele ondernemlngen toegestaan om handel te drijven zonder tussenkomst van de staat. Deze ondernemingen dienen geregistreerd te staan In het register van de Kamer van Koophandel. Vanaf 1 mel1990 is het mogelijk voor ondernemingen om zetfstandig en zonder tussenkomst van staatshandelsorganisaties handel te drijven met het bultenland.
De enige voorwaarden, die daaraan verbonden zijn, zijn: • -
•
het bedrijf moet geregistreerd staan blj het Minlsterie van Bultenlandse Handel; het bedrijf moet een deposito openen blj een Tsjechoslowaakse bank van mlnimaal 100.000 koruna, voor natuurlijke personen geldt een minimum van 20.000 koruna. De meeste handel verloopt nog via de staatshandelsondernemlngen c:l gespecialiseerde organisaties van de staatsbedrijven. Voor de lnvoer van goederen vanult het buitenland is geen vergunning nodig, maar er moet wei toestemming gevraagd worden voor de betreffende transactie bij het Mlnlsterie van Buitenlandse Handel door de desbetreffende staatshandelsondernemlng. Toestemming wordt pas verleend als de staatshandelsondernemlng financieel sotvabel wordt geacht. De staatshandelsonlng is varantwoordelijk voor de hefting van douanerechten. De CSFR heeft geen algemeen vergunnlngstelsel. Voor de In- en uilvoer van sommige goederen is een vergunning vereist teneinde de Tsjechoslowaakse markt te beschermen. De lljst met produkten, hatffabrikaten en grondstoffen, die zijn onderworpen aan een vergunning, wordt gepubliceerd door het Mlnisterie van Buitenlandse Handel. De handel van enkele strategische goederen, vooral grondstoffen, blijft In handen van de staatshandelsorganlsaties.
6.6.3 Betalingsragali
De Tsjechoslowaakse munt, de koruna, is niet convertlbel De nieuwe Bankwet. die met lngang van 1 Januarl 1990 van kracht is, stelt ondernemlngen In staat deviezen aan te kopen voor hun lmporten Ondernemlngen en personen kunnen rekenlngen aanhouden In bultenlandse valuta (decreetnr. 169/1989). De bultenlandse exporteur dlent erop toe te Zlen dat een eventuele vergunning ook aanwezig is atvorens de transactle wordt afgesloten. Betalingen geschieden via de Centrale Bank. Om te voorkomen dat een groot bedrag aan devfe.. zen In 68n keer naar het buitenland wordt getranSfereerd, zljn er betalingsregelingen opgesteld. Men kan kredieten aanvragen en het bedrag In delen betalen De rente wordt bepaald door de Centrale Bank en bedraagt 8 A 9% (oktober 1990).
6.6.4 Dotalalarlaven Het douanetarief van de CSFR Is per 1 januari 1989 gebaseerd op het Harmonisatie-Systeem en bevat uitsluitend waarderechten. Grondslag voor de berekening van de invoerrechtan Is de 'C.I.F•-waarde (Cost, Insurance, Freight) van de goederen. Dit wll zeggen dat ook verzekerings- en vrachtkosten In de prijs lnbegrepen zijn. Goederen, die oorspronkelijk ult ontwlkkellngslanden komen, kunnen geheel ~ gedeeltelijk vrij van invoerrechten worden lngevoerd. Bijkomende rechten zijn n1et verachuldigd.
Voor de douaneafhandeling zljn de volgende gegevens vereist: -
• -
-
adres van de verkoper en koper; blj adressering dlent men de p1aatsnamen In het Tsjechlsch ~ Slowaaks te vermelden; nummer en datum van de bestelling van de Tsjechlsche r:1 Slowaakse koper: omschrijvlng van de goec:teren met bljvoeglng van hat nurrmer van hat HarmonisatleSysleem, speclficatle en hoeveelheidsaanduldingen; prijs per eenheid en totale prijs; nummer van de vergunnlng Indian verelst; andere essentiele leveringsconditles (zoals dekklng van de transpOit- en verzekeringskosten, aard van de verpakking etc.); de originele factuur, die ondertekend dient te zijn.
Legallsatie van de factuur alsmede consulaire facturen zijn n1et vereist. CerUficaten van oorsprong zijn niet nodig met ultzondering van wljn en wijndestillaten. In enkele gevallen kan ook een garantie veriangd worden waarin ondermeer staat dat de geleverde waren in overeenstemming met het koopcontract zijn. 6.71nvestedngswetg Met lngang van april1990 bestaat er een wet, die als interimregellng fungeert in de overgangsperiode naar een markteconomla. In daze wet wordt nog onderscheid gemaakt tussen buitenlanders en lngezetenen met betrekking tot lnvesteringen in de CSFR. De wet definleert de mogelijkheld voor investeringen In economlsche activiteiten a1s produktie-, handels- en dlenstverienende activiteiten gericht op het behalen van wlnst met ultzondering van de . sectoren defensie en nationals veiligheid. De buitenlandse handelsactlviteiten van de (gemeenschappelljke) ondememing zljn onderworpen aan de regels van de wet op de Relaties met het Buitenland van april 1990, waardoor registratie en In sommige gevaJien voorafgaande vergunningen nodig zijn. De investeringswet voorzlet in ean beschermlng van bultenlandse elgendommen, wlnsten en andere rechten, maar er is nog geen investeringsbescherrningsovereenkomst met Nederland afgesloten.
Als een bultenlandse ondememlng activitelten wil ontplooien In de CSFR. dan zJjn er verschillende samenwerkingsvormen mogelljk [26]:
• -
contractproduktie; licentie-overeankomst;
-
businessassocia;
-
1~ eigen ondememlng; joint-venture.
-43-
Een joint-venture Is de meest voorkomende samenwerldngsvorm. Eind 1989 waren er 35 joint-ventures geregistreercl. Daze mogen opereren op aile gebieden. Hat is haast onmogelijk een 100% eigen ondememlng op te starten, omdat de Tsjechoslowaakse regering hiervoor nlet zo snel toestemming verleent. Bovendien kunnen aileen Tsjechoslowaken grond kopen In de CSFR [27] en zijn de huurprljzen van kantoorpanden vergelijkbaar met de huurprijzen van kantoorpanden In New-York of Tokio. Een vennootschap In de CSFR kan zowel gezamenlljk met Tsjechoslowaakse beclrljven als aileen worden opgerlcht door bultenlandse lnvesteerders. De aanvraag voor de oprlchting dient te geschleden blj hat federale Minlsterle van Financiln In overleg met hat Minlsterle van Financiln van de republiek (Tsjechlsch of Slowaaks). De respectievelijke minlsterles verlenen goedkeurlng voor de vaststelllng van tonen en prijzen. terwljl de Centrale Bank goedkeurlng dient te verlenen voor bankactivltelten. De aanvraag voor vestiglng dient lnformatie te bevatten over voorztene bestaansduur van de ondememlng, aard van de activltelten, hat vreemde en elgen vermogen nodig voor de oprichting, etcetera. De vereiste van de technische en economlsche rapportage Is komen te vervallen. De perlode waalbinnen de aanvraag behandeld dient te worden Is verminderd van drie naar twee maanden. De buitenlandse deelname kan zowel ult financllle a1s materllle mk:lclelen bestaan. De Tsjechoslowaakse overheid geeft voor de bultenlandse deelname geen leningen of subsidies, de ondememing zal aan moeten kloppen bij een bank. Op nationaal nlveau Is hat mogelijk ult een joint-venture te stappen. op lntematlonaal nlveau moat dit nog vastgelegd worden In lnternationale verdragen. In geval van een faillissement worden aandelen uitgekeerd In harde valuta, waarblj preferente aanclelen voorrang hebben op staatsaandelen. Indian een bultenlandse ondememlng beslult tot hat aangaan van een joint-venture met een Tsjechoslowaaks beclrljf, dan kan men op de volgende problemen stulten: -
-
waarderlngsproblemen van de beclrljven: machines In Tsjechoslowaakse beclrljven worden over een langere periods afgeschreven dan machines In Westerse beclrijven. In vergelijking tot de Westerse beclrijven zijn machines en dergelijke In Tsjechoslowaakse beclrijven verouderd; een verouderde managementstructuur; een alechte kwalltelt van de produkten: de grond, waarop de fabrieken gevestigd Zijn. kan stark vervulld Zijn; een verouderd produktie-apparaat; hat probleem om toeleverlngen van de lokale economle te verkrljgen. Een gemengde ondememlng kan nlat zonder meer aanspraak maken op de door de staat toe te wijzen grondstoffen en energieleverantles [24].
6.9 Mogelijkheden en regels voor joint-verues Een ondememlng krijgt te maken met een aanta1 wetten en regels wanneer ze deelnemen in een joint-venture in de CSFR. Aangezten men volop bezig Is met de hervormlngen. zijn daze regels en wetten stark aan veranc:lerlng onderhevig. De huidige stand van zaken wordt hleronder beschreven. Vooraf dient te worden opgernerkt dat een joint-venture zich n1et hoeft te houden aan de doelen van hat vijf..jaren-plan [25]. Tevens heeft de ondoorzJchtig werkende bureaucratie een remmende werklng op hat gehele proces van hat opzetten van ean joint-venture. .
6.9.1 Fondsen Hat crelren van fondsen In de joint-venture Is mogefiJk. Hat reservefonds mag n1et meer dan 5% van de jaarwinst na belastlng beclragen. Daze fondsen worden gealloceerd tot een van tevoren In hat joint-venture-contract vastgelegd maximum. Hiernaast mogen andere fondsen gecrelerd worden voor onder andere culturele, sociale en ontwlkkellngsdoeleinclen.
8.9.2 Winst . , belasUng
De winst wordt verdeeld overeenkomstig de deelname van de partners In de joint-venture. De eerste twee jaar van vestiging in de CSFR zijn de winsten belastingvrij. Bovendien mogen de winsten In deze perlode niet gerepatrleerd worden. Na deze twee jaren zljn er geringe vrijstellingen betreffende belastlng mogelijk voor een niet nader gedefinieerde perlode [25]. De belasting op de winst van de aandelen van de bultenlandse partner is in het algemeen 25%. De loonbelasting kan tot 50% van de totale loonsom bedragen, maar in bepaalde aectoren (tenlaire sector) is de belasting 20%.
Van de gegenereerde harde valuta moet 30% omgezet worden in koruna. Heeft men meer harde valuta nodig dan waarover men beschlkt, dan kan men deze tegen een hogere prijs blj de bank bestellen. Hieraan is geen maximum verbonden, terwljl men prlv(t niet meer dan 5.000 koruna per jaar kan wisselen. De bank (en niet de regerlng) staat garant. hetgeen tot een hogere kredietwaardigheid van het Tsjechoslowaakse bedrijfsleven leldt.
Het aanhouden van een bultenlandse bankrekening is geoortoofd. Echter. deze mag aileen het stichtingskapltaal bevatten. Ook kan men kredieten verkrljgen blj bultenlandse banken met toestemming van de Centrale Bank. lndien de joint-venture bultenlandse leningen wil aantrekken, moet dlt in het joint-venture-contract worden vastgelegd.
8.9.5 Buitenlandse wertcnemers Het in dienst nemen van bultenlandse werknemers Is mogelljk. De lonen mogen betaald worden in bultenlandse valuta ult de elgen voorraad van de joint-venture. Salarissen mogen getransfereerd worden naar het buitenland.
6.9.6 Repabilring van de invester"."19 Repatrilring van de lnvestering is mogelijk voor de gehele lnvestering in de munteenheld waarin de investering werd ingebracht. Het gedeelte, dat de investering te boven gaat, mag ook getransfereerd worden. Echter, aileen uit de eigen voorraad buitenlandse valuta van de joint-venture.
De meeste Oosteuropese regeringen stimuleren lndustrieAn In bepaalde bedrijfstakken. Men wil zelfs lmporten van Westerse produkten versoepelen voor de ontwikkeling van deze bedrijfstakken. De CSFR vormt hierop geen ultzondering. Deze produktgroepen zijn (28]: • • • • • -
milieutechnlek; telecommunlcatie; toerisme en toerisme-management; vliegtulgen en onderdelen; banken, verzekeringen, training en managernentconsulting; nucleaire veiligheld; energlebesparlng; medische apparatuur en technologie; consumentenprodukten en produktiemlcldelen voor deze proclukten; voedselverwerklng en verpakkingsindustrie;
-
textielindustrie.
6.111Tpa voor zaken doen In Oost-&mpa [28]
-
-
•
Bepaal een duldelijke strategle. Start vanaf het begin In deze markt met een duldelijke strategie (wat wil je bereiken). Verwacht geen successen op kone termljn. De meest succesvolle bedrljven starten In deze markt met een lange termljn oogmerk. Begin klein. Start In deze markt volgens de beschreven samenwerkingsverbanden van verkoop tot joint-venture. Een lange termljn lnvestering vergt research, planning en voorberelding. Herirrvestering van winst op kone tennljn. Pas op tangere tennijn kunnen winsten worden gerepatrieerd. Wees creatief In de marktbenadering. Creatlvltelt op het gebied van financiering, samenwerklng, verkoop en lnvesteringen zijn sleutels tot succesvol zakendoen. Bedenk dat creatlvltelt lange termijn denken inhoudt. Verkoop van produkten dit jaar moet leiden tot samenwerklng In research en development voor een produkt In de volgende jaren. Leer aile behoeften kennen van je samenwerkingspanner. Wat zijn de werk-, kapltaal·, equipment·, sociale en ec:ologlsche behoeften van je (potentiOie) partner? Bereid de lntroductie op de markt goed voor. Contacten met Kamers van Koophandel, reeds gevestigde collega's en andere marktinformatiebronnen zijn van groot belang. Mask je hulswerk en vervang research nlet voor verkenning van de situatie ter plaatse. Neem deel aan beurzen, handelsmissles en zakenontmoetingen. lndien uw bedrijf geen ervarlng heeft In dlt land, overweeg een consu1aat en/~ een advocaat In te huren. De Engelse taai wordt goed beheerst door de Oost-Europeanen. Echtw, blj tectvische en zakelijke onderhandelingen zijn tolken vaak onontbeerlijk.
-46-
6.12 Samenvalting en conclusies
De CSFR staat nu aan de vooravond van grootscheepse economische hervormingen, namelijk de overgang naar een markteconomie. Deze overgang zaJ een moeilijke en lange weg zijn, zeker gezien de huldlge neergaande economische situatie en de eerste resultaten van een -vrtjere• economie, zoals het toenemen van inflatie en werkloosheid. De CSFR is momenteel een relatief rijk Oostblokland, getuige een geringe bultenlandse schuld en een relatief hoog NMP per hoofd. Ondanks de risico'a. die verbonden zijn aan de economische hervormlngen, Is de vastberadenheld van de overheid groot. Men Is bereid enige jaren van economlsch ontij te trotseren. aJvorens de markteconomle een felt zaJ zljn. De blauwdruk van de hervormlngen voor de overgang naar de markteconomle Is klaar. Een aanta1 hervormingen is reeds doorgevoerd, zoals daar zijn: -
het toestaan van private ondememingen volgens Westers model; de wetgeving voor investeringen door buitenlanders; de overheldsmaatregelen ter versoepeling van de In- en ultvoer, waarbij de tnmenging van de staat Is beperkt; de reorganisatle van het bankwezen: de regel8 en mogelijkheden voor joint-ventures; het stimuieringsbeleld van de overheld met betrekking tot aantrekken van bultenlandse investeerders voor investeringen In bepaalde bedrijfstakken.
Uit het voorgaande kunnen de volgende conclusies worden getrokken. De CSFR heeft zlch losgemaakt van het communistische verleden en willntegreren met het marktgeorienteerde Westen. Daze overgang zal gepaard gaan met nodige moeilijkheden en economische problemen. Ondanks de huldige en opdoernende moeilijkheden ten gevolge van de economlsche hervormingen, blljft de CSFR geloven in het voorgenornen plan en het te berelken elnddoel, de markteconOmie.
7 Economische hervormingen 7.1 lnleiding Het doel van de economische hervormlngen Is het transformeren van de centraa1 geleide economle, naar een marktgerichte economle. Aan de voorgenomen transforrnatle zijn, gezlen het diepgaande en radicale karakter, grace risico's verbonden. Risico's. zoals lnflatle, werkloosheid en een grocere bultenlandse schulcl. Daar tegenover staat echler dat ultstel van de transforrnatle of reallsatle van slechts een gacleelte cJaarvan. tot gevolg kan hebben dat de zo gewenste markteconornle noolt bereikt zal worden. De hervormlng van de economie vindt p1aats In twee gacleelten. namelijk door: • het construeren van een macro-econornisch raamwerk; - mlcro-economische maatregelen. Deze gedeelten staan nader ultgewerkt In het zogenaarnde Economische Scenario (29]. Oil scenario geeft geen vaste stappen, waardoor de markteconomie beraikt kan worden, maar is richtlnggevend en zalln de tijd aan veranderlngen onderhevlg zljn. In de volgende paragrafen wont het scenario nader ultgewerkt en za1 daarmee een beelcl geschetst worden van het toekomstige economische bestel van de CSFR.
Het raamwerk Is vooral samengesteld ult financieel, budgettair en monetair beleld dat gericht Is op het realiseren van stablliteit. Verder behoren hat nieuwe belastingstelsel, budgettaire wetten en een set van maatregelen ter garantie van sociale zekerheid tot hat raarnwerk.
7 2..1 Het stabilisaliebelaic:t Het stoppen van de lnflatie heeft de hoogste prioritelt In het stabillsatlebeleid. Aile andere fundamentals macro-economische doelen, zoals werkgelegenhelc:t en economische groei zijn daaraan, tot op zekere hoogte, ondergeschikt. Het stabilisatiebeleld Is tevens gericht op het stopzetten van elkaar tegenwerkende econornische structuren.
De doelen van het stablllsatlebeleld voor 1990 zijn: -
een gelijkblijvende maatschappelljke gelc:thoeveelheld; een klein overschot op het staatsbuc:tget.
De doelen vastgestelcl voor 1991 zljn: - een strengere naleving van de wetten, In verband met de prijsliberalisatie en de dan intern convertibele koruna; - hat nastreven van een posltieve relle Interest; - een overschot op hat staatsbudget.
-48-
7.2.2 De balaslinghenlor Het c:Joel van de hervonnlng Is het ontwikkelen van een belastingsysteem dat: voldoet aan de voorwaarden van een markteconomie; een ftexibel patroon volgt, waarblj het natlonaal produkt en de staatslnkomens zlch beida kunnen ontwikkelen; de belastingdruk verlaagt; een gelijke concurrentle waarborgt; de gewenste actlvltelten van ondernemers promoot; kan inlegraren met het belastlngsysteem van de EG.
-
Het belastingsysteem zal de volgende onderdelen gaan bevatten:
• • -
BlW: consumentenbelasting; lnvoerbelasting; lnkomensbelasting; vennootschapsbelasting; wegenbelasting; onroerend goad belasting; belastlng op nalatenschap en giften; leges in rechtbank en ac:tministratieve en gemeentelijke leges.
De ruggegraat van het stelsel wordt gevormd door de BlW, samen met de lnkornens.- de vennootschaps- en de consumentenbelastlng. In 1990 wll men ten aanzien van de BTW, vier basistarieven van 1, 12, 22 an 32% gaan hanteren. Vanaf 1 januari 1991 wil man voor de binnenlandse bedrijven twee tarieven voor wlnstbelasting gaan gebruiken. Voor de agrarische bedrijven 50% en 55% voor de overtge bedrijven. Op 1 januari 1993 hoopt men aile belastinghervormlngen doorgevoerd te hebben.
In 1991 zal een nieuw set van budgetteringsmaatregelen van kracht worden. Daze regels zullen een radicale verandering in de huldige relaties tussen de staatsbudgetten teweeg brengen. De nieuwe budgetten zullen geen overtappingen meer vertonen en een duidelljkere opbouw hebben. Tevens zal de budgethouder de volleclige verantwoordelljkheld krijgen over het door hemzeH te voeren beleld. Het Is de bedoeling dat de veranderingen zullen lelden tot een duidelijkere structuur van de financltle relatles binnen de overheld, van het nhlaau van de repubiieken tot aan dat van de gemeenten. De budgetten dlenen vooraf bepaald te worden en regulerend te zijn. De hiertoe aan te brengen veranderingen Zljn:
• •
de oprichtlng van een fondS voor de sociale verzekering; het snoelen van de budgetten van de republieken; het versterken van de rechtrnatige inkomens van de gtmeentan; het lnbouwen van een compensatie voor de stljgende priJzen van voedsel.
7.3 Micro-economisch maat.ragelen
Voor het slagen van de hervormlngen Is het van belang dat het aandeel van de ondernemin· gen dat niet in staatshanden Is, stark groeit. Dlt dient gerealiseerd te worden door: -
het stimuleren van toetredlng van nleuwe ondememlngen op de markt en vervolgens een stlmulatie van de groel van daze ondernemingen; het privatlseren van staatsbeclrijven.
7 .3.1 De ldeina ptival:isering . . rastllfle
In aanmerklng komen voor de kleine privatlsering zljn klelne mlddenstandsbedrijven (bijvoorbeeld slagerijen en bakkers). Deze bedrijven. ultgezonderd degenen die In aanmerklng komen voor restltutie, zullen In de vorm van een veiling aangeboden worden aan de Tsjachoslowaakse bevolking. De betallng van de aankoop diant contant te geschleden.
De bedrijven die
De bedrijven die In 1948 zoncler compensatle genatlonallseerd zJJn. komen nu In aanmerklng
voor restitutie aan de rechtmatige elgenaar. Vaak spee1t bij de restltutle het probieem, dat de identitelt van de rechtmatige elgenaar nlet te achterhalen is. De klelne privatlsering zal het beglnnen van ondernemersactlvltelten stimuleren en tevens een klimaat van concurrentie crelren. De grotere ondernemlngen zullen geprivatlseerd worden op joint-stock basis. De helft van de aandelen zal daarblj In handen van de werknemers moeten komen. De andere helft biijft van de staat. 7.3.2 De grate prlvalisering Het doel van de zogenaamde grote privatisering Is het denatlonallseren van grate staatsbedrijven. Tegelijk met deze denatlonalisatle dienen andere staatsbedri)ven. die daarvoor nog niet rfjp zijn, organisatorisch en flnancieel geherstructureerd te worden. Ook deze privatlsering gebeun in principe op joint-stock basis. In het geval dat er bultenlandse lnvesteerders geinteresseerd zijn, zal er per geval een beslissing genomen worden over het at dan n1et doorgaan van de transactie. Het geheel zal plaats vlnden onder dlrecte supervisie van de overtleld. De staat wll voorkomen dat bultenlandse investeerders te veal opkopen en daarmee teveel macht verkrijgen binnen de CSFR. De Tsjachoslowaken worden daarom aangemoedlgd aandelen te kopen. De meeste Tsjechoslowaken hebben daar achter de financille mlddelen
niet voor. Vanc:taar dat minister Klaus van FJnanclln het systeem van de Invest~ pons wil toepassen. Bij dlt systeem krijgt ledere burger een waardepapler dat een klein stukje van een bedrijf vertegenwoordlgd. Later zouden daze coupons als aandeel kunnen "" gaan fungeren. Een van de naclelen van dlt systeem Is echter, dat veal mensen de waarc1e van een aandeel niet kennan. Men Is dan ook bang, dat aile coupons straks In het •grijze' circuit terechtkomen waardoor een ongewenste machtsconcentratle op lean treden. Een ander ongewenst gevolg kan zljn, dat de beslultvorming In de bedrijven belemmerd worctt. doordat mensen die relatlef welnig aandelen bezitten teveellnspraak kunnen oafenen.
De denationalisering van de staatsbedrijven Is een gevoellg onderwerp. Het boYenstaande voorstells dan ook nog nlet goedgekeurd door het parlement. Op het moment wordt het nog fel bekrttlseerc:t en het Is dan ook nog lang nlet zeker het coupon-systeem doorgang zal vinden. Het gevolg Is dat de grote privatisering nog even op zich zallaten wachten.
m
-50-
7.3.3 Hat fonds voor ltaaiSeigendorr
De overheid verwacht, dat de privatiserlng in een aantal geyallen wlnst zal opleveren. Daze gelden zullen gestort worden In een fonds voor staatseigenclommen en zullen gebruikt worden om onclememlngen op normale wijze het privatiseringsproces te kunnen Iaten onclergaan. Zo kan het geld bljvoorbeeld gebruikt worden bij de genoemde organisatorlsche en financiOie herstructurerlng van staatsbedrljven. 7.4De~
De prljsliberalisatie, die men voor 1 januarl1991 wll effectueren. heeft tot gevolg, dat de prljzen van produkten en diensten gebaseerd zullen zljn op het principe van vraag en sanbod. Dit In tegenstelling tot het prlncipe van de door de staat vastgestelde prljzen. Daze prljzen vormden namelijk geen relel beeld van de gemaakte kosten. De llberalisatle heeft de volgende karakterlstleke elgenschappen: -
een aantal groothandelsprljzen, die direct verbonden zijn met prljzen van de detallhandel zullen worden vrljgegeven: lntroductie van de lntem convertibele munteenheld.
Voor het slagen van de prljsregulatie zQn de volgende taken van prlmalr belang: -
het specificeren van de produktenldlensten, w8arvan de prljzen in aerate instantie n1et vrljgegeven worden. tenzij onder streng toezicht; het bepalen van een tijdsinterval waarblnnen de prljzen constant dienen te blijven ter bevorderlng van de stablliteit; het aangeven van kwantitatieve beperklngen aan de prljsveranderlngen; het stellen van een maximaal toelaatbare procentuele veranclering in de prijs van een produkt bij veranderlng van de prljs van een aanverwant produkt.
7.5 IIUme convertibMeit Uiteindelijk Is het de bedoeling de Tsjechoslowaakse koruna extem convertibel te maken. In verband met de huldige economische sltuatle, waarln de exteme vraag naar koruna ver achter blljft bij het aanbod, Is vooralsnog slechts Interne convertiblliteit mogelljk. Het concept van de Interne convertibiliteit Is gebaseerd op het volgende: - Buitenlandse valuta moet verplicht aan de staat verkocht worden. De valuta kan vervolgens vrlj aangekocht worden ter dekking van betalingen aan het buitenland. - Een stopzettlng van de circulatle van vreemde valuta binnen de Tsjechoslowaakse economie. - Regulerlng van de betalingsbalans met behulp van rnacro-economische lnterventies. - lncllen mogelijk, tnterventles van ~ centrale bank op • markt van bultenlandse valuta. Op dlt moment bestaat nog steeds onduldelijkheld omtrent de te hanteren aanvangskoers van de koruna. Voor het berelken van de Interne convertibllltelt Is in Ieder geval een grate stroorn van buitenlands kapltaal nodig. De CSFR hoopt deze mede te verkrijgen door mlddel van het lntemationaal Monetalre Fonds. Voorwaarcle hiervoor Is ulteraard wei dat het IMF Zijn goedkeurlng geeft aan het te volgen programma ter hervonning van de economie.
-51-
7.6 Hat 8ll'uCl1..nle belaid
In het huidige economlsche bestel kan men een aante1 negatleve invloeden van de planeconomie herkennen. Zo bestaan er te veel (staats)bedrljven die op niet-economisch wijze omspringen met materiaal, energie en kapltaal. Het structurele beleid is er op gericht af te rekenen met deze schadelijke invloeden. De overheid hoopt dit te kunnen realiseren, door middel van hervormlngen en een toename van het aandeelln de wereldhandel. Het ulteindelijke doel van het structurele beleid is een transformatie van de centraa1 geleide economie tot een markteconomle door het lnvoeren van de benodigde structurele verancleringen, op voorwaarde dat het functioneren van de economie gediend za1 worden door de harvormingen.
De directe lnvioed van de staat In de hervormlngen vindt p1aats door middel van de wetgevtng. Indirect kan zJj de hervormingen beTnvloeden door het stimuleren van de ontwikkeling van kleine en middelgrote bedrijven. Voorbeelden van trends. die voortv1oe1en u1t deze lndirecte invloed, zljn: - de beperklng van de zware lndustrie en de stlmulering van de winstgevende Iichte lndus-
trie; • • • • •
de reductie van de benodigde hoeveelheid energle en grondstoften; de versterking van de teniaire sector; de stlmulering van ondememerschap; de stimulerlng van bultenlands toerisme; de opruiming van het milieu.
7.7 Binrlerl- en bullenlandse lrNtoeden op de economle
7.7.1 Binnenlandse lnvloeden
1".
Het netto materieel produkt (NMP) is In het eerste hal jaar naar schattlng gedaald met De grate lndustrille produktle en het vrachtvervoer venonen zelfs een grotere dallng. De daling In het NMP is gerelateerd aan de verandering In de produktle voor het Ieger, de dalende expon naar de Oosteuropese Ianden en de claling van 18 In de kolenwlnnlng. De dallng is echter niet algemeen. In het eerste kwanaal steeg b1J zo'n 20% van de bedrijven de output met tenminste en lieten zo'n 40% van de bedrijven een toename van de winst met tenmlnste 10% zlen.
5"
De werkloosheid is nog steeds erg laag. Op 30 junl1990 zochten 12.600 mensen naar werk. Dit aantal zal zeker hoger worden, wanneer de economlsche hervormlngen hun tol beginnen te eisen, in eerste instantie met name In de nlet-winstgevende en/r:A lneffectleve bedrijven. 7.7.2 Bubnlandse lnvloeden
De economle wordt op het moment gerernd door de Golfcrisis. De stljglng van de ollepriJzen is schadeiijk voor de veel olie verbrulkende Tsjechoslowakse lndustrie. Verder kan de crisis een daiing In de wereldhandel teweeg brengen en alles wat de Westerse handelspartners van de CSFR achaadl, werkt belemmerend voor de CSFR zel. Daamaast heeft de crisis In de USSR en de overige voormallge socialistlsche Ianden een negatleve invloed op de economle van de CSFR. De USSR Is altijd de grootste olieleverancier geweest. Per 1 januari 1991 dient deze olie in harde valuta betaald te worden. Verder heeft zo'n 40% van de handel van de CSFR betrekking op Ianden zoaJs de USSR, Polen en Hongarije. Veei van de produkten die de CSFR rnaakt. kunnen aileen In deze Ianden afgezet worden, terwijl de orders ult die Ianden afnemen. Uit de volgende tabel kan men aftezen hoe de export en lmpon naar de voormalig sociaJistische Ianden zich in de eerste hell van 1990 ontwikkeld hebben.
Tabe1 7.1 liiiPOf"'t. en export 1n de ..,..te he1ft van 1990 IMPORT 11ld kon.tna USSR
Polen DDR
-4,0 -3,5 .0,9
s
-13,2 -45,6 -15,1
EXPORT mld
-4,9 +1,3 +0,7
kon~na
s
-17,0 +19,2 +10,3
Iron: [29]
7.8 Vraemct kaplaar an tup In deze paragraar worden een aantal punten behandeld met betrekking tot voorzieningen, die de deelname van het zo benodigde vreemd kapftaal en vreemde hulp aan de Tsjechoslowaakse economie moeten ondersteunen. .Daamaast zal diaper worden ingegaan op reeds bestaande overeenkomsten met de Europese Gemeenschap. Deze overeenkomsten maken geen deel uit van het economische hervormingsplan van de Tsjechoslowaakse regering, maar houden daar wei direct verband mee. Onder vreemd kapttaal verstaat men aile lnvesteringen door bultenlanders op het grondge.. bled van de CSFR, gedaan In overeenstemmlng met het Tsjechoslowaakse recht. De te onderscheiden lnvesteringsvormen zijn: - vaste en vlottende activa; - aandelen en overlge vormen van flnancllie deelneming In een ondememlng; - schulden en rechten. gerelateerd aan verplichtingen met een flnancilie waarde; - lndustrl61e rechten en lmmaterl&le rechten zoals goodwill en know-how. Ter stimulering van de lnstroom van vreemd kapltaal is het nodlg, dat: - de infrastructuur wordt verbeterd; - de bedrijfseconomlsche kentallen niet Ianger een foutieve voorstelling van zaken geven; · - de bereidheld van een Tsjechoslowaakse onderneming tot het aangaan van bijvoorbeeld een joint-venture met een bultenlandse ondernemlng vergroot wordt. Bij het zoeken naar een vestiglngsplaats moat een bedrijf er rekenlng mee houden dat de overheid een aantaJ gebieden, waaronder de sterk verontrelnigde, tot "'Yerboden• gebied verklaard heeft. Buitenlandse lnvesteringen die In samenhang met het structurale beleld van de overheid zullen leiden tot een optlmale ontwikkeling van bepaalde gebleden In de CSFR. zulien aile mogelljke steun gegeven worden. Ter COOrdinatie van de activitelten, die samenhangen met het accepteren van bt.*enlandse investeringen en hulp, zaJ het Mlnisterie van Economle een Bultenlands lnvesterings en Hulp Agentschap oprichten. Het agentschap zal actlef zljn op het nlveau van de republielcen. Het doel ervan is het opzetten van contacten tussen organisaties, die van plan zljn te gaan investeren en bijvoorbeeld de cfiY~ instanties. waarvart::goedkeuring vereist is.
De nleuwe lelders van Oost·Europa en met name de CSFR hebben ta kennen gegevan. dat zij graag zien dat de Europese Gerneenschap een belangrijke rei speelt b1J het versterkan van het proces van politieke en economische herVormingen. Tavens wlllen z1J betrokken worden bij Europese aangelegenheden en het internationaal economisch aysteem.(30] Op het moment waarop de omwentelingen In de CSFR plaatsvonden. bestond er al een overeenkomst tussen de EG en de CSFR. In 1988 namelijk werd een vierjarig akkoord geslo-
ten inzake handel in industri&le produkten. Hoofddoel van dit akkoord was aen zo groot rnogelijke liberalisering van hat handelsverkeer, dus het afschaffen van aen aantal kwantitatieve beperkingen van de Europese Gemeenschap. De tegenprestatie van de CSFR betrof het nemen van maatregelen om de toegankelijk van de eigen markt te verbeteren, door informatie te verstrekken over economlsche ontwikkelingsplannen en over lnlentles op hat gebied van invoer or lnvesteringen in industrlesectoren.[31] Tijdens de top van Parijs op 15 en 16 juU 1989 werd door de staatshoafden en regerlngsleiders van de Groep van Zeven (Bondsrepubliek Dultsland, Frankrljk, ltali&, Verenigd Koninkrijk, Japan, Canada en de Verenigde Staten) aan de Europese Comrnissie gevraagd de steun aan Polen en Hongarlje te COOrdineren. Dat steunprogramma werd aangeduid met de naam Phare (Poland Hongarian Ald for Restruction or Economics). Uiteindelijk waren hierbij 241anden betrokken. Het hulpprogramma behelst aspecten a1s voedselhulp aan Polen, lnvesterlngsplannen en joint-ventures, de toegang tot de Westerse markten. milieu en beroepsopleidingen. Ook lcwam de Europese Commissie met subsidies, aen opheffing lcwantitatieve handels-belemmeringen, concessies op landbouwgebled en toegang van Polen en Hongarije tot hat algemeen preferentleel stelsel en leningen van de Europese lnvesteringsbank. Tevens werd besloten dat de activiteiten van de groep van 24 ultgebreid zouden kunnen worden tot andere Ianden uit Oost-Europa m1ts zij aan de polltieke voorwaarclen van democratiserlng voldoen. Deze bepallng is belangrljk voor de CSFR en op dlt moment zijn er besprekingen gaande over een mogelijke ultbreiding van Phare naar de CSFR. Een aantal voorstellen van de Europese Commissie aan de Europese Raad, voor verdere hulp aan Ianden in Oost-Europa. heeft ook gevolgen voor de CSFR. De CSFR heeft met de Europese Gemeenschap onderhandeld over een overeenkornst inzake economische- en handelssamenwerklng, die verder gaat dan de overeenkomst ult 1988. Tijdens de top van Straatsburg op 8 en 9 december 1989 stemden de staatshoofden en de regeringsleiders van de Europese Gemeenschap in met de oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwlkkeling van Midden- en Oost-Europa.
AJs resultaat van de laatste onderhandelingen tussen de CSFR en de Europese Gemeen.. schap, met als doel hat verdrag uit 1988 aan te passen. Is • op 7 mel 1990 een nleuwe overeenkomst getekend.[32] De nieuwe overeenkomst Is een overeenkornst inzake handel, comrnerci&le en economlsche zaken tussen de Europese Gemeenschap en de CSFR. Deze nieuwe overeenkornst komt in de plaats van het verdrag van 19 clecember 1988. Het verdrag betreft eveneens handelsbepalingen, maar hat akkoord kent een gunstiger tijdsschema voor de liberalisatie van speclfieke kwantltatieve beperkingen en het akkoord bevat een veelomvattend hoofdstuk inzake economische samenwerking. Het akkoord omvat de volgende inhoudelijke punten: -
•
commercl&le samenwerking door het bevorderen van de handel en door een ultbreiding van de handel naar nieuwe sectoren; economische samenwerking door de versterking en de clversificatie van de economische betrekkingen, door een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de economie en aan een verhoging van de levensstandaard van beide partijen, door hat bevorderen van de wetenschappelijke en technlsche voorultgang en door hat ondersteunen van structurale wijzigingen in de Tsjechoslowaakse economie. ' maatregelen gerlcht op hat scheppen van gunstlge VOOIWaarden voor economlsche samenwerklng, gerlcht op het cre&ren van een gunstig invasterlngskUmaat en gericht op hat vergemakkelijken van uilwisselingen en contacten.
Voor nadera lnformatie over EG bepalingen kan men zich wenden tot: Bureau Europese Commissle in Nederland Korte Vijverberg 5
2513 AB Den Haag
7.9 Slral:egie op hat gebied val de ecologie Het beleld op dit gebied is erop gerlcht het voor beclrijven voordeliger te maken om: •
de consumptie van natuur1ijke hulpbronnen te vermlnderen; de vervuiling van het milieu en de onnatuurlijke verandering van het landschap tegen te gaan; produkten te gaan maken die mllieuvriendelijker zijn.
Aan het beleid zijn straffen en stimuli verbonden. Deze rnaatregelen zullen verschlllend zijn voor de diverse reglo's van de CSFR. afhankeUjk van de actue1e conditie van het milieu. De straffen voor verwoestlng van het milieu zullen gelelclelijk zwaarder worden. De snelheld van daze aanpasslng houdt er wei rekening mae, dat beclrtjven tijd noc:lig hebben om zich aan te passen aan de zlch wljzlgende omstandigheden. De snelheid waarmee de stimuli zlch zullen aanpassen zaJ afhankelijk zljn van de algemene gesteldheid van het milieu.
Hleronder volgt een opsommlng van maatregelen, die het gebruik van natuurlijke hulpbronnen moeten beperken en de vervuiling van het milieu moeten bestraffen. De maatregelen betreffen boetes, belastingen of vergoedingen, die beclrijven aan de staat dienen te betalen. De vergoedingen hebben het karakter van een prijs, die afhankelijk is van de, door de overheid, voor de dienst gemaakte kosten. 1.
Vergoedingen van beclrijven aan de staat voor:
- het permanent of tijdelijk gebruik van agrarisch land voor niet-agrarische doeleinden; - het permanent of tijdelijk gebrulk van beboste gebieden voor onelgenlljk gebrulk; - het gebrulk van agrarisch land ter cornpensatie van de daling van de waarcle van de aarde en de mate van vervulling; ".. - het explolteren van vlndplaatsen van mineralen. lnclusief aanverwante ruwe gronc:lstoffen; · • de consumptle van oppervlakte- en grondwater en de exploltatle ervan ten behoeve van energle-opwekklng en vervoer; • de opslag van vaste en vloeibare afvalstoffen op beveiligde plaatsen; - de veilige verbranding van atvalprodukten; • het chemisch of fysisch neutraliseren van schadelijk afval.
2.
Vergoedingen tar compensatie van de ultstoat van afvalln het milieu voor zo ver daze uitstoot blnnen de gestelde richtlijnen vaiL
3.
Boetes In geval de uitstoot de bovengenoemde richtlijnen overschrijdt. Deze boetes kunnen, afhankelijk van de zwaarte van de overtrading, oplopen tot een veelvoud van het normaliter verschuldigde vergoeding.
4.
Boetes voor ongeoorloofde aantastlng van het landschap, waarbij schade toegebracht wordt aan de functionele en esthetlsc~eigenschappen van het landschap.
s.
Een acologische belastlng op produkten, waarvan produktie en/of consumptie schade toebrengt aan het milieu of waarvan recycling niet t:A nauwelljks mogelijk is.
6.
Hogere lnvoerrechten op geTmporteerde goederen die schaclelijk zijn voor het milieu.
AI de bovenstaande lnstrurnenten hebben een direct effect op de economlsche sltuatie van bedrijven. die de hand hebben In de vervuiling van het milieu. Tevens zullen de maatregelen onherroepelljk lelden tot prijsstijgingen. De inkomsten die voorMoelen ul de maatregelen zullen gaan naar de diverse ecologische fondsen van de rapublieken t:A van de gemeenten.
• 55-
De maatregelen ter stimulering van milieuvriendelijke actlvltetten betreffen In eerste lnstantie tot recycling en vermindering van de atvalproduktie. Verder dienen de maatregelen te leiden tot een wederopbouw van het milieu. Oeze maatregelen omvatten: - toelagen, subsidies en dergelijke voor mllieuvriendelijke activitetten; - voordelen bij het aangaan van lenlngen, zoals lager rentepercemage mlangere looptijd; • verlenlng van krediet blj het schoonmaken van het milieu, ook als terugbetaling daarvan dubieus is; - belastlngvrijstelllngen gedurende hat voorberelden en raaliseren van rniliewriendelijke technologieln. Utteraard zal per geval bekeken worden mbovenstaande maatregelen van toepassing zijn. Het voor deze maatregelen benodigde kapitaal kan worden verkregen utt de opbrengsten van de boetes en vergoedingen zoals vermeld in voorgaande paragraaf. 7.10 Samenvatting en conclusies
De transformatle naar de markteconomie zalln de komende jaren de nodlge druk uttoefenen
op de Tsjechoslowaakse economle. Of de CSFR In de komende jaren het huldlge economlsche pijl zal kunnen handhaven, is nog maar de vraag, aangezien de lnftatie en de werkloosheid waarschijnlijk sterk zullen toenemen. Redenen voor deze toenernende lnftalle en werkloosheid zijn het wegvallen van prijssubsidies, vrije prijsvormlng, toenemende buttenlandse handel In vreemde valuta en rationalisering en privatiserlng van het bedrljfsleven. Het leeuwedeel van de voorgenomen hervormingen zal In komende jaren worden ctoorge.. voerd. Enkele voorbeelden van deze hervormingen zijn: .. • -
de lmroductle van een belastlngsteisel; de budgetregels voor de overheld; de privatisering rastltutle van staatsbedrljven; de prijsliberalisatie: de convenibilitett van de koruna; de structurale veranderingen in de lndustrie, tenlaire sector en mllleupreventie.
m
De overgang naar de vrije markteconomle zal uttelndelijk moeten lelden tot een verhoogde welvaart In de CSFR en de lmegratie van de CSFR In de wereldeconomle. De economie zal worden gestructureerd naar Europees model, waarblj de CSFR de lmemie koesten om In de toekomst tot de Europese Gemeenschap toe te treden. De hulp blj de transformatie van het economische bestel aangeboden door bultenlandse regeringen en buttenlandse lnvesteerders wordt door de Tjechoslowaakse regering aangemoedigd. Concluderend kan worden gesteld, dat de wilskracht en het vertrouwen in de toekomst van de CSFR aanwezlg zijn. Dit vertrouwen kwam veelvuldig naar voren tfJdens gesprekken met buitenlandse en Tsjechoslowaakse organisatJe..functionari. De investerlngen In de CSFR zullen op lange termijn ongetwijfeld hun vruchten afwerpen. Reden waarom reeds talrijke buitenlandse organisatle investeringsmogelljkheden onderzoeken mreeds hlenoe hebben besloten. Met name Franse en Engelse bedrijven hebben hlerblj het voortouw genomen. Kanttekeningen, die op dtt momem bij deze investerlngsvoomernens moeten worden gemaakt. zijn: - er bestaan grate onzekerheden met betrekking tot de uttelndelijke wetgevlng; - joint vemures met staatsbedrijven vergen beoordeling van de waarderingsrnaan en alsen door hun omvang reeds vanaf het begin een grote kapitaalsinjectle; - de economische ontwikkelingen voor de komende Jaren (bljvoorbeeld inftatle) zijn moellljk te voorzlen. De Tsjechoslowaakse revolte naar een markteconomle is een zaak van lange adem voor aile betrokkenen.
8 Technologie a 1 lnlaiding In dit hoofdstuk wordt de factor technologie In de CSFR besproken. Na de lnleiding zullen achtereenvolgens de vier produktiesectoren. de drie produktiefactoren, een sterkte/zwakte. analyse van de verschlllende lnclustrieln en de dienstensector en de produktkwaliteit voor de CSFR behandeld worden. Tenslotte zaJ een korte samenvatting en de daaruit voortvloelende conclusies en aanbevelingen gegeven worden. De doelstelling met betrekking tot het onderzoek naar de factor technologie is het geven van relevante factoren op technologlsch gebled die een rol spelen bij de overweglng om te lnvesteren In de CSFR, toegespitst op de sectoren industrie en commercille dienstvertenlng. Wanneer de CSFR vergeleken wordt met de andere Oosteuropese Ianden, dan blijkt de CSFR een aanta1 voordelen op technologisch gebied te bezltten ten opzichte van daze
Ianden: De CSFR had voor de koude OOJ1og een goede traclitie In de Iichte Industria en met name in textlel, krlstal, keramiek en bier. Er is een hoog opleldingsnlveau In de CSFR, onder andere ook op de technlsche unlversltelt, hetgeen zlch ult In een groot potentleel aan mensen met goede kennis en vaardlgheden. De CSFR kan sneller orngaan met de Westerse technologle dan de overige Oosteuropese Ianden en de denkwijze In de CSFR llgt het dichtst blj de Westerse denkwijze. Er is echter ook een nadeel op technologlsch gebied. In het verleden bepaalde de staat welke onderdelen de bedrijven at moesten nemen, ook al konden de bedrijven elders (in het buitenland) technisch betere onderdelen kopen. Op daze manier is de technologlsche ontwikkeling belemmerd. · In de huldige situatie stelt de regering een aanta1 prlorltelten in haar beleld. Genoemd worden in dit verband: - de Iichte industria; - de milieubeschermlng; - de agro-lndustrie; .. - de dienstverlening. Daarnaast besteedt men extra aandachl aan: - de lnfrastructuur en de telecommunicatie; • de gezondheldszorg: • de distributle.
• 57.
8.2. De vier produktiesactoren
De produktie van de CSFR kan onderverdseld worden in vier sectoren. De verdeling van de beroepsbevolking over deze sectoren is als volgt: • 13% is werkzaam in de landbouw; - 49% In de lndustrie; -37% In de dienstverlenlng (commercleel en niet..commercieeQ. In deze paragraaf zal sen algemene lltuatiebeschrijving gegeven worden van deze vier produktlesectoren In de CSFR. 8.2.1 De primaira procJuktiesactor: de lanclxluw
Het grootste gedsette van de landbouwproduktle is afkomstlg van landbouwbedrijven die de
staat beztt en utt landbouwbedrijven die samenwerken. De private sector is betrekkelljk klein, maar men neemt nu in overweging of de staats.fandbouwbedrij moeten worden geprivati· seerd of dat ze in beztt van de staat moeten blijven. Het management is relatief goed. De Tsjechoslowaakse landbouwproduktle is gebaseerd op produktle in grate hoevselheden. Echter kwantJtett en kwalltelt Iaten te wensen over. De manter van produktle heeft grate ecologlsche gevolgen, zoals erosle van de grond. Boven. dien is het grondwater vervuild door het betrekkelijk grote gebrulk van chemlsche substan. ties. Nederland Is op het terrein van de zaadveredeling a1 enige tijd actief in de CSFR. Nederland heeft dan ook sen voorkeursposltle In deze sector.[1]
Oeze sector Is duidelijk de grootste van de vier sectoren. De overheid heeft de laatste veertig jaar daze sector steeds sterker gemaakt. Het accent binnen deze sector heeft tijdens het communistisch regime gelegen op de zware industria, maar de regerlng wH nu haar aandacht op de Iichte industria gaan vestigen. Dlt is dan ook aen van de priorltelten ult het regeringsbeleid. Aangezien binnen daze sector de beste lnvesteringsmogelijkheden liggen wordt in paragraaf 8.4 sen sterkte/zwakte.analyse van de verschlllende industrieln gegeven. 8.2.3 De tertiaire sector: de corrwnercille diensta1seclor De commerciAie dienstensector Is nog nauwelljks ontwikkeld. Dlt is niet verwonderlijk gezlen het felt dat in de tijd voor de revolutie van november 1989 prive.bezlt niet toegestaan was. In de afgelopen maanden lleeft echter sen enorme groel plaatsgevonden binnen deze sector en men verwacht dat deze groei Zich nog wei enlge tijd zal voort zetten. Verder is de verwachting dat de komende maanden sen relatief groot aanta1 arbeiders in daze sector zal gaan werken. De Tsjechoslowaakse regering verwacht dat de toekomstige werkloosheid, die waarschljnlijk zal ontstaan vanwege de economische hervormlngen. op deze manter tegengegaan lean worden. ::
• 58-
8.2.4 De quartaire aactor: de niet~lle dienSiensector De niet-cornmerclele dlenstensector Is goed ontwlkkeld. Geld speelde In deze sector tijdens het communlstische regime geen rol, met name het openbaar vervoer Is erg goed georgani-
seerd. Het Is gewenst om de huldige sltuatie met het sociale zekerheldsstelsel, de medische verzorglng, de scholen en dergeJijke op het huldige nlveau te houden. Dlt zal echter veel geld kosten. Nieuwe geldbronnen zullen daartoe moeten worden aangesproken. &3De ~raterbekekan Om een algemeen beeld te krtjgen van de produktiesector In de CSFR Is inzicht In de produktlefactoren noodzakelijk. We onderschelden de produktiefactoren • natuur; · • arbeld; • kapltaal. De factoren natuur en arbeld worden elders In respectievelijk de hoofdstukken demOgrafie en ecologle, ultgebreld behandeld. Wij beperken ons derhalve op deze plaitS tot het aanstlppen van voor de factor technologle relevante felten.
8.3.1 Nab.u In de bodem van de CSFR Is een rijke hoeveelheld bruinkool te vinden. Andere foasiele brandstoffen zijn niet of slechts In beperkte mate aanwezlg. Naast bruinkool zijn met name de grondstoffen voor de bouwlndustrle rijkeljk aanwezlg. De produktle van zand· en cement kan in grote mate door grondstoffen ult eigen bodem worden gevoed. Voor de lndustrie Is het aantrekkelijk om ult nationale bronnen te putten. omdat kwalitelt en prijs erg gunstig zljn ten opzichte van het bultenland. , . . . VeeJ lndustrleOn worden gevestlgd nabij een vindplaats van de benodlgde grondstoffen. Met ·... , name In de steenlndustrie is dit duldelijk zlchtbaar. Aile benodigde grondstoffen voor deze tak van de Industria zijn In de CSFR aanwezlg. Toch Is de CSFR n1et rijk aan grondstoffen. VeeJ wordt geTmporteerd ult de USSR (veelal fossiele brandstoffen), Polen en Joegoslavit (onder andere grondstoffen voor de bouw). Het gevolg hlervan Is dat de Industria afhankelijk is van deze toevoer.
Meest kenmerkend voor de factor arbeid Is dat het arbeldspotentleel erg groat Is. In dit verband moeten twee punten opgemerkt worden. Ten eerste Is de beroepsbevolklng meer dan voldoende groot om de produktie op gang te houden. Het werkloosheldscijfer Is echter laag, daar er momenteeJ nog altijd In grate mate sprake Is van verborgen werkloosheld. Ten tweeds is de Tsjechoslowaakse beroepsbevolklng In reJatie tot de Nederlandse erg goed geschoold. Dit Is in het bljzonder het geval op technisch gabled. Werknerners bezltten in het algemeen de vaardigheden en kennis. om goede produkten voort te brengen. Voor wat betreft de factor arbeld Is de CSFR derhalve zonder twljfeJ lnteressant voor het Westen. Niet op aile gebieden beschlkt men echter over voldoende kennis; genoemcJ wor· den In dlt kader met name distributie, landbouw, voedselverwerklng, verpakklng en mlleu. Dlt hiaat zou verholpen kunnen worden door werknemers naar hat bultenland te sturen om daar de ontbrekende kennis op te cloen. Het hiervoor benodlgde geld Is ectter n1et voorhanden.
Een tweede manier om het ontbreken van speclf~eke kennls op te vangen is het samenwerken met Westerse ondememingen. Extreem gesteld Ievert de ondememing ult de CSFR de arbeid, terwijl de Westerse partner de technologische know-how voor zijn rekening neernt. Een voorbeeld van een dergelijke samenwerklng Is de bouw van het lntematlonale hotel Atrium In Praag. Een ondememing ult de CSFR heeft contact gezocht met een Franse onclememing. Het archltectonlsch ontwerp is ultgevoerd vanult de CSFR. De Fransen hebben vervolgens de planning met behulp van hun geautomatlseerd planningssysteem ultgewerkt. De werknemera op de bouw zljn ult de CSFR alkomstig. Naast genoemde aspecten van arbeld is het imaressant om de arbek:Jsproduktelt In
ogenschouw te nemen. Tabel 8.1 geeft een overzlcht van de arbeldsproduktleltsgroei van de CSFR In vergelljking tot een aanta1 andere Oosteuropese Ianden. Het blljkt dat de groel in de CSFR ten opzichte van deze Ianden achterblijft. Zolang men nlet de mlddelen heeft om nieuwe technieken in huls te halen, za1 hierin ook geen verbetering komen. TU.l 8.1 Industr1¥1e arbe1dsprodukt1v1te1tagroe1 (jaar11jkse procentuele ~ng) 1986 1987
1981-1985 1981
1982
1983
1984
1985
Hcngar1Je Polen Roemen1i
2,7 2,5 1,5 2,2 3,8 4,2 3,7 4,8 1,3 -10,6 2,5 0,5
2,2 0,7 2,9 4,7 2,7 -1,0
2,1 2,3 3,9 3,5 6,5 3,0
3,3 3,6 3,8 4,5 4,5 6,1
2,7 3,0 4,2 1,0 4,2 3,2
2,7 1,8 4,3 2,4 6,1 7,4
1,1 2,3 4,0 6,0 3,8 4,7
Ol:lst-Europa
2,6
-1,1
2,0
4,0
4,6
3,5
4,6
3,8
USSR
3,0
2,5
1,9
3,6
3,8
3,5
4,6
4,1
2,1
1,4
2,0
3,7
4,0
3,5
4,6
4,0
8u1gar1je CSFR DOR
Ol:lst-Europa
I USSR
Bron: ECE secretariat C'Ginon Data 8ue • Tota1e 1ndustr1¥1e output
per ..-~«w~er
aas Kapltaal De levensduur van de produktiemlddelen in de CSFR is over het algemeen vrij laag. Een van de oorzaken ligt in het felt dat de communisten weinig belangstelling toonden voor de Jevenscluur van gebouwen en machines. Deze zijn dan ook veelal gebouwd met materialen en technologleln van minder goede kwalltelt. Het gevolg hlervan is dat de gebouwen nu gerenoveerd moeten worden of geheel gesloopt vanwege hun slechte toestanc:J. Als voorbeeld kan de kantoorbehuizing genoemd worden. Oeze is in het aJgemeen vrij slecht. Dlt wordt mede In de hand gewerkt doordat het representatie aspect n1et belangr\lk wordt geacht. De produktiemiddelen zelf zijn In het algemeen veroudercl De mate van veroudering varieert echter nogal per produktiesector. Zo is de technologle In de staaJ. en mataalbewerkingslndustrie vrij nleuw. In de CSFR Is wei de kennls aanwezig over de nieuwe technologleln. maar In het algemaen nlet het geld om deze technologleln aan te schaffen. Aileen ondememingen die financleel meer daaclkrachtlg zljn, hebben de mogelijkheid om systemen u1t het Westen aan te schaffen. Als voorbeeld Is Skoda te noernen. die het produktie en loglstleke systeem voor de carrosserie van een ltaliaanse firma kocta, terwijl een Dultse firma een dergelijk systeem voor motoren leverde. Een belangri]k aspect dat In overweging dient te worden genomen blj de bespreklng van de produktiefactor kapltaalls de kapltaalproc:tuktivltelt. Tabel 8.2 geeft een overzicht van de
• 60.
groei van de kapltaalproduktivlteit In de industrie in de periode van 1981 tot 1986. Ter vergelijking zijn tevens de waarden van deze groei van een zestal andere Oosteuropese Ianden
opgenomen. Het blijkt dat de kapitaalproduktivlteltsgroel in de CSFR sneller afneemt dan in de andere gegeven Oosteuropese Ianden. Het lijkt waarschijnlijk dat de oorzaak hiervan voor een belangrijk deel te vinden Is in het felt dat produktiemiddelen sterk verouderd zijn en met veel moeite in bedrijf worcten gehouden.
Tabel 8.2 lnduftr111e lcap1taalprodukt1Yite1tagrol1 • (jaar11jkse procentuele verander1ng)
1981-1985
1981
1982
1983
1984
1985
1986
-3,1 -2,5 -o,e -2,5 -2,6 -4,6 -2,7
-3,0 -4,3 0,1 -1,9 -13,7 -6,0 -3,4
-4,7 -3,9 -2,2 -2,3 -4,2 -7,7 -3,7
-3,0 -1,7 -o,7 -4,2 3,4 -4,2 -2,4
-1,4 -1,2 -o. 1 -1,4 1,9 -2,6 -2,1
-3,6 -1,6 -o,e -2,5 1,0 -2,5 -2,1
-1,9 -2,1 -1,0
.,1gar1Je CSFR OOR Hongar1Je Polen ~11
USSR
-
2,3 -o,9 -o,7
Bron: [33] • De ratio van 1nduftr11le bn.rto output en vaste 11Ct1va
De meeste machines die gebrulkt worden in de produktieprocessen, worden In de CSFR zelf geproduceerd. Aileen erg specifleke machines worden uit het builenland geTmponeerd. De voomaamste leve~clers van dergelijke machines zijn West-Duitsland, Frankrijk en ltalll. AJs voorbeeld hiervan kan genoemd worden dat blj de bouw van het hotel Atrium grate hijskranen door Frankrijk ztjn geleverd, terwljl de bulldozers Tsjechoslowaaks zijn. Milieubescherming Is 6en van de aandachtspunten, die de regering In haar beleid hanteert. · Dit komt onder andere tot ultlng in de nieuwe milieuwetgeving. Om deze raden worden door bedrijven meer ecologlsch verantwoorde machines geproduceerd en/rA aangeschaft.
De mate van automatisering is in het algemeen beperkt. De mate waarin varieert echter per produktiesector. Op basis van de beschikbare lnformatie Is geen verantwoorde uitspraak te doen aier de verschillen tussen de verschillende sectoren. 8.4 Starkte/ZWakte-an van de industrialn De lndustriesector omvat een grate verscheidenheid aan industrleln. Omdat de sterkte van de verschillende industrieln nogal varieert is deze sector gesplitst in tlen speclfiekere lndustrieln. Deze industrieln zullen elk afzonderlljk besproken worden. Gekozen is voor de volgende indeling: • energie; - olie; • metaal; - engineering en metaalbewerklng; - chemie; • bouw;
• hout en papier;
• textlel: - voedselverwerklng: - elektrotechnlek: - andere lchte industrieln.
• 61-
8.4.1 Energie De grootste industria voor de produktle van energie is de brulnkoolindustrie. Deze voldoet aan rneer dan 50% van de vraag naar energie. De CSFR heeft bovendien het grootste kernenergie-programma van Oost-Europa. De output van kernenergie In elektricitelt is gestegen van 10% (1982) tot 30%. Vanwege de strengere milieu-eisen zal de geplande groei In zowel kern- als hydro-elektrische energie geremd worden. De regering wll in de toekomst mlnder afhankelijk worden van thermische krachtcentrales, maar hiervoor moeten In het bulteniand lenlngen aangegaan worden om dure niet-thermische centrales te construeren.
8.4.2018 Vrijwel aile olie In de CSFR wordt geTmporteerd vanult de USSR. Deze olie-afhankelijkheid heeft problemen met de betalingsbalans opgeleverd tussen de twee socialistische Ianden. De onzekerheld over de aanvoer van olie uit de USSR Is momenteel groot. In januari 1990 is de hoeveelheid olie die aangevoerd wordt sterk gereduceerd. De CSFR zalln het westen op zoek gaan naar andere leveranclers van olie.
8.4.3 Metaal De zware Industria heeft In het verleden een sterke posttie op kunnen bouwen dankzij staatshulp. Met name de staalindustrie heeft dan ook een sterke positie verworven. In deze Industria zijn echter momenteel lnvesteringen broodnodig. Er wordt een goedkoop produkt geleverd, maar de kwalitelt Is niet hoogstaand genoeg om lntemationaal concurrerend te zijn. De regering heeft haar priorftelten verlegd naar de Iichte Industria. Deze Industria is In het verleden enlgszlns .verwaarloosd en heeft nu behoette aan structurale lnvesteringen.
8.4.4 Engineering en metaalbewertdng · Blnnen deze lndustrle heeft vooral de autolndustrie zichzelf een goede posltle verworven. De kennls van en de vaardlgheld In allerlel nieuwe technieken is aanwezig. Een aanta1 bultenlandse ondernemingen toom grote Interesse om te lnvesteren. Er staan dan ook een aanta1 joint-ventures op stapel, zoals bijvoorbeeld Skoda met Renault en General Motors met BUS.
8.4.5 Chemie Met betrekking tot deze lndustrietak wordt de produktle van medicijnen genoemd. lnvesterlngen zijn hierin onontbeerlijk; er Is sterk behoette aan moc:lemlsering van de produktie. De produktie is bovendien erg vervullend, wat het milieu nlet ten goede komt.
• 62.
a4.&Bouw
De bouw neemt een belangrljke plaats In de Tsjechoslowaakse industria. Zowel de daadwerkelijke bouw van huizen en gebouwen a1s de produktie van de benodigde materialen vallen blnnen deze lndustrietak. De levensduur van vaste activa Is tijdens het communistisch regime onderbellcht geweest. Het enige wat telde was de voonbrenglng van een bepaald aantaJ gebouwen en huizen. Vanwege het tekort eraan werden deze sne1 en In grote aantallen geproduceerd. Met name rondom grate steden werden jarenlang grate bouwprojekten voor woonnats ultgevoerd. Dit is een reden voor het feit dat men bouwde met materialen van slechte kwalltell en men nlet veel aandacht schonk aan an:hltectonische aspecten. Daamaast sprong men zeer onvoordelig om met het bouwmateriaal. Grote bouwprojecten worden nog afgerond, nleuwe worden er tot nader vast te stellen datum nlet meer opgestart. Men wil eerst meer lnzicht krijgen In deze problematiek. en reeds bestaande woonfacilitelten verbeteren. Wat betreft dlt bouwmateriaal geldt dat voor de koude oorfog voora1 de keramlsche Industria sterk was. De stand van de technologle In deze Industria Is nog steeds relatlef hoog. De glasindustrle Is eveneens een aantrekkelijke industrie, omdat ook deze goed ontwikkeld Is vanult het verleden. De grondstof voor gias, ziiverzand, Is in voldoende mate In de CSFR aanwezig. Echter, de kwalitelt geeft soms de doorslag om bepaalde produkten te lmporteren. Neem bijvoorbeeld ramen die vanwege het veiligheidsaspect ult Frankrljk gelmporteerd worden. Een probleem blnnen de bouwlndustrle Is dat de levertljd van de produkten relatlef erg lang Is, waardoor het moeilijk Is om lntemationaal concurrerend te zijn. Een voorbeeld hlervan Is de levertijd van gewapend beton die In de CSFR ongeveer een jaar Is, terwijl deze In Frankrijk slechts sen dag bedraagt. Tenslotte geldt dat technlsch hoogwaardige produkten In het algemeen vanult het bultenland worden geTmporteerd. Kijkend naar de bouw van bljvoorbeeld het hotel Atrium, zien we dat onder andere ventilatleapparatuur ult Frankrljk afkornstig Is. ·· ·a4.7 Haul an pap1er
Hout Is naast cement en staa1 sen van de belangriJkste exportprodukten van de CSFR. Netto Ievert deze export echter te weinig op voor de CSFR.(34] Deze lndustrietak Is nlet erg interessant voor Nederland. De CSFR Is in principe zelfvoorzlenend voor wat betreft papier, met name servetten en wcpapier. Echter ook in deze lndustrietak 1aat de technologle te wensen over. Zo zou men over willen gaan tot de produktie meeriagige servetten en wc-papier met luchtkussentjes, maar heeft men niet het geld om de benodigde machines te kopen. a4.8 Taxliel
De textiellndustrie was voor de koude oortog erg sterk. De leerlndustrle, bljvoorbeeld, Is een goed ontwikkelde en aantrekkelijke lndustrle. maar ook ,.,r zijn lnvesteringen nodig. Nederlandse grootwinkelbedrijven kopen af. enlge jaren het textielln de CSFR. Hat Verre-Oosten Is niet meer per definltie goedkoper.[34] Voor de revolutie waren textielproducenten sterk afhankelljk van bultenlandse handelsbedrijven. Oft wordt als ongewenst ervaren. Er zijn nu ongeveer vljftien ondememingen. die zich individueel goed weten te redden. De zwakkere zijn reeds afgevallen.
8.4.9 Yoadselvarwarkin
Daze industriatak krljgt rnomenteel extra aandacht van de regaling. Deze tak is erg interessant. De voedselproduktie Is relatief modem. Voor de produktie van zoetwaren en de verwerking van varkensvlees geldt dat de kwalltelt-kosten verhouding erg gunstig is. De lntematio. nale concurrentleposltie Is derhalve stark. Met name voor hat midden- en klelnbedrijf is de groothandelsector aantrekkelijk. De distributie van etenswaren Is nog nlet goad ontwikkeld. Er zijn welnig supermarkten. In grate steden, zoals de hoofdstad Praag, kan men aileen In hat centrum terecht voor de dagelijkse inkopen. BIJ de ultgestrekte en dichtbevolkte woonwijken aan de rand van de stad is een grate behoefte aan wtnkelcentra Aan de oprlchting ervan worc1t momenteel veal aandacht besteed. 8.4.10 Elakbatachniak
Ondanks hat felt c:1at de kennis op hat gebled van de alektrotechniek aanwezig is, is daze sector erg achlergebleven biJ West-Europa. Met nama meat- an regelapparatuur voor de produktie van hoogwaardige produkten ontbreekt vrljwal volledig. Dl maakt daze sector voor Nederland erg lnteressant. In de produktie van medische apparatuur zijn lnvesterlngen nodig. Ook op hat gebled van de telecommunicatie zijn verbeterlngen gewenst. Telecommunlcatie en gezondheidszorg behoren dan ook tot de sectoren die In hat regeringsbeleld extra aandacht krijgen In opdracht van de regering ontwikkeld een Franse ondememing in dlt leader verblndingen op lange afstanden. Verder zijn lnvesterlngen nodig in de luchtvaart en in proc:luktie van automatiseringsapparatuur. Veel bultenlandse ondememlngen tonen reeds grote interesse in daze sector. Dl blijkt onder meer ult de vela joint-ventures die op stape1 zijn 8.4.11 Andere lict4e lndustrleln
Naast genoemde lndustrie&n zijn er nog een drietal andere die aandacht van hat bedri,.,. van verdienen. Ten eerste bestond er voor de koude oorlog een goede tradltie voor de blerindustrie. De verpakkingsindustrie Is lnteressant, omdat de regering daze industrletak starker wll maken. Daamaast maken ontwikkelingen In hat milieubeleid de sector milieu in hat bijzonder interessant. Er bestaat een toenemende vraag naar produkten ala waterzuiveringsinstallaties en compostmachines. Als gevolg van hat belang dat aan de mllieuproblematiek wordt gehecht. is hiervoor ook hat geld beschlkbaar. 8.5 De c:liensta1Sector
E6n van de prlorlteiten In hat beleld van de regering ligt biJ de dlenstensector. Tijdens hat communistische regime is daze proc:luktiesector stark verwaarloosd. De niet-oommercille dienstensector was dan wei goad ontwikkeld, maar men had geen oog voor de kwalltelt van de diensten. Van commercllle craenstvertenlng was geen ~e; hat winst-prlncipe was immers onbekend en prlv6-bezit was n1et toegestaan. "'. Echter door de huldige polltieke en eConomische veranderlngen, is de dlenstensector stark In ontwikkeling gekornen De sector bevindt zk:h in een fase van starke groei. Deze ontwikkeling brengt veel goede rnogeiijkheden met zich mea. met name In een aantal specifieke
branches.
-64.
8.5.1 Toerisme
De eerste branche die goede groelkansen heeft, is het toerisme. In de CSFR is het toerisme sterk In opkomst en de verwachtlng is dat deze groei zich nog wei enige tljcl zal voortzetten. De CSFR is zogezegd In blj het publiek. Het land heeft veel te bieden, In het bljzonder op cultureel gebied. Ondanks de miliewerontrelniging zijn er nog gebieden In de CSFR te vlnden waar de natuur ultgesproken mool is. Met name de bossen in Zuid-Bohemen zijn de moeite waard. Echter, Praag ultgezonderd, heeft het toerisme zich nog vrijwel nergens In de CSFR ontplooid. Welnlg Nederlandse ondememingen hebben tot nu toe actie ondemomen om van deze mogelijkheden te proftteren. Met name Oostenrljkse en Finse bedrljven zijn al actief In de exploitatie van hotels.(34) 8.5.2 TIBIISJ)Ofta"' distrii:Uie
De CSFR heeft een centrale liggfng blnnen Europa. Zij wordt door zes Ianden omsloten. Dlt gegeven maakt de CSFR bij voorbaat allnteressant voor de transpOrt- en distrlbutiefunctie. Daarblj komt nog het felt dat stakingen er uit den boze zijn. wat met name voor deze branche een belangrijke facet Is. Het grootste deel van het vervoer Is nu nog In Tsjechoslowaakse handen. Afhankelijk van de ontwikkeling van de lnflatie za1 het bultenlands aandeel toenemen. De lnfrastructuur Is recle-lijk, maar laat In vergelljkfng tot Westeuropese Ianden nog te wensen over. Het wegennet is beperkt. Er is nog geen doorvoerroute In de vonn van snetwegen. Deze problematiek wordt door de regerlng onderkend. Derhalve heeft ook de infrastructuur de bljzondere aancJacht In het regeringsbeleld. Op het moment telt de CSFR ongeveer 700 export-bedrljven. Vele hebben relaties met Oostenrijkse en Westduitse ondernemfngen. Ook Nederlandse bedrljven hebben steedS frequenter contact. ·Dit contact houdt vaak In dat Tsjechosiowaakse transportbedrijven worden gecontracteerd voor het vervoeren van Nederlanclse produkten. De reden voor het ultbesteden van deze dienst aan Tsjechoslowaakse ondernemingen Is dat deze een dienst leveren van voldoende kwalitelt voor veellagere kosten dan de Nederlandse.[34) 8.5.3Advies
Ten gevolge van de ontwikkelingen op economlsch gebied Is er een grote behoefte ontstaan aan adviesorganisatles. Veel specifaeke gegevens zijn hierover niet bekend. Een ontwikkeling die zichtbaar aan de gang Is en In met name de steenfndustrie al een felt is, is de vOigende: Overkoepelende organlsatfes In een bepaalde branche hadden voorheen tot taak het vaststellen van de te produceren produkten en aantallen voor de aangesloten ondememingen op basis van een gegeven vijfjarenplan. De betreffende ondernemlngen zijn door de economische veranderingen zelfstandig geworden, waardoor de overkoepelende organlsaties hun taak verlfezen. Zij hebben echter veelaJ de beschikking over rnarktgegevens, branche-gegevens en contacten met lnstantfes. Hun nieuwe doeistelling wordt nu het adviseren van ondernemingen In de betreffende branche. De aangesloten ondernemlngen betalen voor deze diensten. Ook In de transportsector is allangere tijcl sprake van samenwerkfng van ondememlngen In een overkoepelende adviserende organlsatle.[34) '
-65-
8.6 Conclusies . . aanbevelingen Resurnerencl kan gesteld worden dat zowel de i'ldustrille sector als de sector van de COITl-mercille dienstver1enlng voor het Nederlandse bedrijfsleven lnteressant zijn. De accentverleg· glng van zware naar Uchte industria bledt mogelijkheden op een gabled waar Nederland aterk Is. De nog onontwlkkelde dienstensector Is zelfs een gat In de markt. De CSFR Is niet rijk aan grondstotfen. Brulnkoolls er echter In grate mate. Ook de voor de produktle van bouwmaterialen benodigde grondstotfen zijn rijkelijk aanwezig. Dlt geldt met name voor keramlek. glas, zand en cement. Het arbeidspotentleells groat: de beroepSbevolklng Is voldoende groat en het opleldlngsniveau Is hoog. Een probleem Is echter de ralatlef lage groel van de arbeldsproduktivltelt. Nieuwe technleken zullen hlerop achter een posltieve lnvloed hebben. De levensduur van vaste actJva is kort. Veel produktiernlddelen zljn verouderd of van slechte kwaliteit. Een gebrek aan voldoende financille mlddelen stelt bedrljven nlet In staat nleuwe technleken aan te sehaffen. In de energlebehoefte wordt voor de helft voorzlen door de brulnkoolindustrie. De grate afhankelijkheld van de USSR voor de olie-lmport werkt In de hand dat de CSFR op zoek Is naar nieuwe leveranclers van olie. De tijdens het communistisch regime stark gemaakte zware i'ldustrie rnoet lnboeten voor de Iichte i'ldustrie. Het goedkope staa1 blijkt lnternalionaal nlet concurrerend vanwege het lage kwallteltsnlveau. De auto-Industria Is echter aterk. De financlele middeien zijn aanwezig om de nleuwste technieken aan te schaffen. De chemische Industria Is nlet ontwlkkeld en derhalve voor de Nederlandse onclememlngen In de chemische Industria lnteressant. lnvesteringen zljn er broodnodig. De bouwindustrie lijkt voor het midden- en kieinbedrijf de moelte waard om actlef In te worden. De aanwezlgheld van veel gronclstoffen voor de bouw en de afwezigheld van hoogwaardige materialen zljn hlervoor aJs reden aan te voeren. Midden- en klelnbedrijf ontbreekt In deze sector volledig. De hout-, papler- en textielindustria zQn mlnder lnteressant. De voedselverwerklng Is ralatlef modem. De kwalitelt-kostenverhoudingen zijn gunstig. De distrlbutle van etenswaren Is onvoldoende ontwlkkeld, wat de groothandelsector voor met name het midden- en klelnbedrijf aantrekkelijk maakt. De gebieden van de teiecommunlcatie en de automatisering bieden goede mogelijkheden. Hoogwaardige technologleln ontbreken, waardoor lnvesterlngen van bultenlandse ondernemlngen noodzakelijk zljn. Tenslotte heeft de mllieuproblematiek ertoe geleld dat er een grote vraag is ontstaan naar kennls en technleken om verdere vervuUing tegen te gaan en de ecologische omstandigheden te verbflleren. De dienstensector heeft priorltelt in het beleid van de regerlng. De nlet-commercilie dienstensector Is erg ultgebreid, de comrnercleie daarentegen is nog vrljwel n1et ontwikkeld. Hierln komt echter In hoog tempo verandering. Met name het toerisme is stark In opkomst en biedt veel mogelijkheden. Door de centrale Jigging van de CSFR Is het land ultermate geschikt voor de transport- en distributlefunctle. De lnfrastructuur 1aat nog te wensen over, maar het beieid van de regering Is erop gericht om hlerin op kortere termijn verbfllering te brengen. Tenslotte bestaat er een grate behoefte aan advies in deze tijd van structureie en snelle veranderingen.
Resumerend:
Tabel 8.3 Kroonjuwelen en kansal"!!llln Anal~ van TsJtchoslowaakse sectoren
.,
2
3
4
5
6
7
1.0
.1
L
s
50
D
Inclustr1e en •1Jnbouw waarvan:
174
125
- energ1evcorz1en1ng
.,
3.0
30
L L
s
52
L-M
120 15
1.3
1
Landbouw
- ..ta11U1"Q1e - chem1e - • 1ektrotechn1ek/ -.chine - text1e1 - voec!Mlverwerkend
nvt s-M 105 s-M 175
M-G M-G M-G
52
M-H
- O¥er1ge 11chte
61
M
70 •5 65 •5
8ouw
65
0.7
93
M
10
D1ensten
333
3.3
100
M
65
Totale ec:oncm1e
813
8.0
102
92
M-H M-H
D D
p p p
PI PI I PI I
Bron: [5], CI"''ICC1tanata1t Bankvel"e1n, bereken1ngen tt1B
Toelichting: kolom kolom kolom kolom
1: 2: 3: 4:
toegevoegde waarde (Koruna mid); werkgelegenheld (min); arbeidsproduktivitelt, bei'ekend als het quotllnt van de eerste en de tweede kolom; technologle, de letters hebben de volgende betekenis: L•low tech., M•medlum
tech., H•hich tech.; kolom 5: kwalltelt, perceptie van de kwalltelt van de produktie: S•slecht. M•matig, G•·
goed; kolom 6: kapitaal per werknemer, benodigd bedrag om produkttvltelt van een arbelclsplaats te modemlseren naar Westers ntveau, In 1000 dollar; kolom 7: juweel of kansarm, de letters hebben de volgende betekenis: P•prospektlef, D•desinvestering op langere termijn.
-67.
9 Ecologie 9.1 lnleiding Hat energieverbrulk in de CSFR is 2 tot 3 maal hoger dan in de Westeuropese Ianden. Ook de milleuproblematlek Is dermate schrijnend dat er stante pede maatregelen getrorfen moeten worden op hat gebied van hat milieu. Dit geldt nlet aileen voor hat gebied van de CSFR. maar voor hat gehele Oostblok. Dit hoofdstuk heeft betrekklng op de ecologische problemen die In de CSFR spelen. Achtereenvolgens worden de volgende aspecten behandeld: • energie; • milieu; • luchtvervulling door 801 ; • lnfrastructuur van de CSFR. Voor deze aspecten werd gekozen omdat dit de belangrijksta acologlsche punten zljn waar een ondememlng rekening mee moat houden bij hat nemen van aen investeringsbeslissing.
9.2 Energie
De belangrijkste bronnen van energle voor de CSFR zijn brulnkool, aardgas en oUe. De CSFR bezit aileen bruinkool, een ollevervangende stof met 90% koolstof en 5% zwavel, de rest bestaat uit sllicaten en mineralen. Brulnkool is verantwoordelijk voor hat grootste gedeelte (ongeveer 54%) van de elektrlciteltsproductie (35]. De CSFR bezit echler nog maar aen beperkte voorraad bruinkool. Verwachl wordt dat de voorraad over 50 jaar, in hat jaar 2040, uitgeput zal zijn. Hat brulnkoolgebruik moat echler gauw lngedamd worden daar de belasting op hat milieu hiervan erg groat Is. De CSFR behoort tot de Ianden met de grootste hoeveelheid -as-neerslagt' per km2 door hat gabruik van brulnkool. Een andere energiebron waarover men kan beschikken Is kamenergie. De velligheld van de kerncentrales vormt gaen probleem voor de produktie van kernenergie, daar deze door verschillende wetenschappelijke teams onderzochl en veilig ganoeg bevonden zijn. Wat wei een probleem vormt, Is dat men niet over ganoeg koelwater kan beschikken. Gevolg hiervan is dat de kemenergie, als onderdeel van de totale energleproduktie, nlet veel hoger kan komen te liggen dan 25%, het niveau waarop men nu zit. Dit betekent dus dat men voor energlebronnen erg afhankelijk Is van hat buitenland. De CSFR besehlkt zelf niet over olie, en Is voor de volle 1ClO% van haar ollevraag afhankelijk van de USSR. Voorheen vormde dit geen probleem daar men In voldoende mate olie kon verkrijgen van de USSR. tegen zeer laga prljzen. Deze handel geschiedde meestal in rull voor consumptie- en industriOie goederen. De ruil ging nlet direct maar via bur8aucratische tussenpersonen. De CSFR heeft nog steeds 40% van haar export te danken aan deze ruilhandel. In de huidiga situatie zullen er echler onoverkomelijke problemen ontstaan omdat de USSR ongeveer 30% mlnder olle Ievert dan verwacht. ~ redenen hiervoor zljn drieledlg: - een serie ongalukken op olievelden; "' - de verkleining van de produktie van olie in de USSR (In de eerste helft van 1990 was de produktie 4% lager dan In de eerste helft van 1989); • de poglng van de USSR-regerlng om olie in de eigen Sovjet.fabrieken te houden en harde valuta van Westerse Ianden voor de olle te krijgen. Verder kan men met ingang van 1 januarl1991 oUe aileen nog maar verkrljgan In harde valuta en tegen wereldmarktprljzen. De CSFR zal dan ook een van de Ianden zljn die hat ergst getrorren worden door de verhoging van de olieprljs. Met een olieprljs van 30 dollar per barrel betekent dit dat zij ongeveer 90% van aile buitenlandse ontvangsten weer ult zou
-68-
'
moeten geven aan olie. Voor de CSFR betekent deze ontwikkeling dus een verwachte verdubbeling van de ollerekening. Olt moet gecompenseercl worden door de chemische industria en andere consumptiegoederen. De CSFR overweegt daarom altematleve bronnen, bijvoorbeeld ruwe olie van het Mldden..oosten via de Adria-pijpleiding of ult Venezuela Bovendien probeert men aanslulting te vinden bij het Westeuropese pijpleidingennetwerk (36,37]. Een laatste mogelljkheld Is hydro.energle, maar deze energiebron spee1t nog nauwelijks een rol van betekenis. De CSFR en Hongarije hebben wei de mogelijkheden ondelzocht om een samenwerkingsproject voor een waterkrachtcentrale in Bratislava op te starten. Dlt project drelgt echter te mislukken omdat van HongaMie zljde de sttu'l voor het project Is stopgezet. Het energieverbruik In de CSFR Is 2 tot 3 maa1 hoger dan in de Westerse Ianden. Een prijsverhoging van energie zou kunnen lelden tot energlebesparing en daarmee tot vermindaring van de aantasting van het milieu. Een staat die jaartljks echter vol trots een groei In de kolenproduktle bekend rnaakt werkt n1et bevorderend in deze. Daamaast zijn isolatie, c.v., dubbel glas ala energlebesparende mlddelen vrijwel onbekend [38].
8.8Uileu AI jarenlang karnpt de CSFR, net zoals aile andere Oosteuropese Ianden, met een enorm milieuprobleem. Oost-Europa is momenteel een van de meest vervuilde en vervuilende streken van de wereld. Dlt komt onder andere door het niet toepassen van milleuvriendelijke produktietechnieken, door de verouderde produktiemlddelen, alsmede door een gebrek aan discipline met betrekklng tot het milieu. Deze vervuiling Is een erfenls van het communistische regime dat tot voor kort in Oost-Europa heerste. De hervormlngen In Oost-Europa kunnen de milieuproblemen nog erger maken: er zljn namelijk nog zoveel andere urgente en geldversllndende problemen die oplosslng behoeven. 1.3.1 Vera.,ailllglng De ernstige mllleuverontrelniging is er ook mede de oorzaak van dat er een lage levensver· wachting en een hoge klndersterfte is. Volgens de Tsjechische Groene Partij hebben meer dan 10% van de geboren kinderen in Noord·Bohemen een afwijking bij de geboorte. In de Bohemen is erg veel chemische industria en zljn erg veel bruinkoolmljnen [38,39]. Van twee kanten wordt er een onevenredig groot beroep gedaan op het water in de CSFR: - de industria, die haar afval in de rivieren dumpt; - de gemeenschap, die u1t dezelfde rivieren haar steden van drinkwater voorziet. Er is 470.000 ton afvalwater met anorganische alkaNn, zuurstoffen en zouten van anorganische stoffen, 220.000 ton waswater en 310.000 ton overtge afvalln 19891n de openbare kanalen terecht gekomen. In 1989 zljn er 214 gevallen gemeld van catastrofale vervulling van het water. Bij 102 van deze gevallen was olie in het spel [38.40]. "'\
De luchtvervuiling door zwave1 en star Is n1et aileen te wijten aan het ouc1e aysteern. De CSFR heeft haast geen elgen olle- en· gasbronnen en ze hebben geen valuta om de olle te kopen die de vrije markteconomle c:Jestljds zo krachtig heeft gemaakt. Dlt is dan ook een van de hoofdredenen waarom nog steeds de vervullende brulnkool gebruikt wordt. Ook een grote vervuiler in de CSFR zijn de goedkope fosfaathoudende kunstmesten afkomstig u1t Gabon met glftige hoeveelheden cadmium, die veelvuldig In de landbouw gebruikt worden. Een 81dere vervuiler zljn de afvalgassen. Zo zljn er in 1989 900.000 ton stlkstof, 590.000 ton S02 (hierover in paragraaf 3 meer) en 126.000 ton mengsels van diverse afvalgassen de Iucht lngejaagd (38,40].
De oppervlaktecleMng gebeurt op hetzelfde land, waarop mensen moeten Ieven en waarop voedsel verbouwd moet worden (38). Vervulllng van bos en grond leidt tal verzuring. Van de totale oppervlakte aan bossen is 49% aangetast. Dlt betreft dan vooralloolbomen [40]. 9.3.2NvaJ In het Tsjechlsche gedeelte van de CSFR Ia In 1989 15 miljoen ton glftlg afvaJ geregistreerd. Kijkt men volgens de tevenscyclusbenaderlng (bljlage 1), naar de soonen afval dan kan men 2 soonen onderschelden: • bedrijfsafval; • gemeentelijk afval van huizen (dlt vormt een vee1 grater probleem dan het bedrijfsafval). Het afval vermengt zlch met het grondwater met a1s gevolg dat vee1 meta1en (voomamelijk cadmium) en plastic In het grondwater terechtkomen. Ulteindelijk komen deze Btoffen In het voedsel terecht. De hoeveelheid cadmium aangetroffen In aardappelen Ia 250 maal hoger als de maximaal toegestane hoeveelheid. Veel voedsel moet hierdoor lngevoerd worden. Een oplosslng voor dlt probleem zou pyrolyse (verbranden) kumen zt1. Veel afval, bijvoorbeeld as, komt van de verwarmingsfabrieken. Deze as wordt gebruikt voor de bouw van huizen. Ook asbest wordt er nog Bleeds aangetroffen. In Nederland mag deze Btof allang niet meer gebruikt worden daar deze stof kankerverwekkend is. In de CSFR zijn ats grootste vervuilers aan te wljzen: - de cementlndustrie; - de staallndustrie; - de kolenwinning; - de chemische industrie. Verder zijn de elektriclteltscentrales traditioneel grote vervuilers en Ia ook de glasindustrle een grote bron van vervuUing. In de CSFR Is veel zilverzand beschlkbaar maar door de schadelijke gassen die bij de produktle van glas vrljkomen moet deze lndustrle ook In het milieuvraagstuk betrokken worden. In de CSFR zijn veellndustrieln bij de bron geplaatst. Bij deze bronnen zljn woonkazemes gebouwd van slechte kwalitelt. Hierdoor hebben vele mensen een tweede wonlng als vakantiehulsje. Dit betekent dat er meer gereisd wordt en dat inpliceert een grotere belasting op het milieu. Ten tljde van het communlsme had men nauwelijks aandacht voor de leYensduur van produkten. Oit Is dan ook de hoofdreden waarom de tevensduw van scholen, hulzen en andere gebouwen zeer kort is. De huizen in de CSFR zqn gebouwd met slechte materialen en slechte technologieln. Vele hulzen verkeren In een zeer slechte toestand. Men probeert nog een aantal huizen te renoveren, maar de meeste huizen zullen geheel opnteuw gebouwd moeten worden. Ook dit gaat niet geheel probleemloos: hulzen moeten dan namelijk ge. sloopt worden met als gevolg het ontstaan van een ander probleem: het afval. Men weet niet waar men met het afvaJ naartoe moet. E8f\ mogelijke oplossing zouden de oude brulnkoolmljnen kunnen $ Eventueel kunnen de mijnschachten gevuld worden met afval, maar dit moet eerst grondig onderzocht worden, daar schadelijke atoffen de bodem emstig zouden kunnen verolllrelnlgen.
-70-
9.3.3 Probleemaanpak Een van de prioriteiten van de overheid in de CSFR ligt bij het milieu. Zo Is er reeds een goede milieuwetgaving. Zij zlet zlch echter geconfronteerd met enkele grote problemen, namelijk: - er heerst een sterk onderontwikkeld milieubewustzijn bij de bevolking; - de overheid kan de kosten verbonden aan de bekrachtiging van de milieuwetten en de controle op naleving hiervan niet opbrengen. In de llfgelopen 40 jaar Is er niet of nauwelijks aandacht besteed aan hat milieu. In het Westen Zijn de lndustrieln al begonnen mlnder vervuUend te werken daar het steeds onvoordeliger voor hen wordt om vervuilend te werken. In Oost-Europa onc:tergaan de mensen echter nlet aileen de vervuiling, ze subsldi6ren het nog ook: Oostdultse fabrieken betaalden In 1988 bijvoorbeeld meer dan 60 mlljoen dollar aan milleuboetes. Het doet ze echter nlets: hun doells nlet om wlnst te maken. Daar de bedrijven eigendom van de staat waren (en zljn), wordt de controle op de naleving van de milieuwetten ultgevoerd door hetzelfde orgaan als die de wetten heeft ingevoerd, namelijk de staat. In de praktijk komt het er op neer dat er geen controle wordt uitgevoerd (38). Er Is dus weinig begrlp voor ecologie. Er zijn wei goede mllieuwetgevingen, maar de controle op de naleving hlervan Is beneden pen. De vervuiling neemt ondertussen alsmaar toe en de kosten voor het verwljderen hiervan worden steeds hoger. In het algemeen Is het zo dat er eerst een grote gedragsverandering tot stand moet komen met betrekklng tot het milieu bij de mensen. Dit hoopt men te bewerkstelligen door onder andere televisieprogramma's die de mensen wljzen op de milieuproblemen. Er zljn In de CSFR, ondanks dit alles, a1 bedrljven die in staat zijn minder mHieuvervuilend te produceren. Bedrijven moeten ook zorg gaan besteden aan de vervulling, daar er een overeenkomst is die ei'Voor moet zorgen dat in 1993 de vervuiling door sulfaten en metalen teruggebracht wordt tot ten hoogste 30% van de vervuiling In 1986. Nieuwe fabrieken worden dan ook ultgerust met technologle6n die de vervuiling vermlnderen. bijvoorbeeld door recycling van water. Veel bedrijven zijn echter nog nlet zo ver. Om te voorkomen dat bedrijven Zich In de CSFR vestlgen om de mllieuwetgevingen te omzeilen, zijn de regels uit het land van oorsprong van toepassing. Boetes zijn echter ten opzichte van de vereiste investering te laag, waardoor bedrijven vaak een boete prefereren boven een lnvesterlng. Ook In dit geval zijn bultenlandse lnvesteringen een verelste voor een beter milieu. De moellijkheden In de aanpak ter verbetering van het milieu. IChuilt voomamelijk In de vraag of Oosteuropese overheden milieuwetgevingen wei kunnen bekrachtigen. Een van de grootste problemen Is dat er te weinlg geld Is voor het ultvoeren van de mllieuwetten. Twee jaar geleden werd In de aangenomen vijfjarenplannen een bedrag vrijgemaakt voor het milieu en besloten werd dit bedrag jaariijks te verdubbelen. Ook via de Europese bank en door het verwijderen van vele vervuilende en nlet meer wlnstgevende fabrieken kan de CSFR aan het benodigde geld komen om milieuproblemen op te Jossen en te bestrijden. Wat de kosten zullen zijn voor het verbeteren van het milieu weet de CSFR nog niet pracies, daar een analyse hiervan nog niet belindigd Is. Er blijken echter overal problemen te zljn: In de Iucht, op het land, In het water (38].
8.4l..uctDervuling door 801 In de CSFR
De S02-uitstoot per hoofd van de bevolklng In de Oosteuropese Ianden en mel name de CSFR, de DDR, en Polen, Is de hoogste van de wereld. De CSFR staat op de tweede plaats in de wereld voor wat betreft de zwavelemissie. Per jaar Is deze groter dan 18 tontm' (ter vergelijking In de BRD bedraagt de emissie 9 ton/m~. In de jaren 70 steeg de S02uitstoot voortdurend, maar in de jaren '80 stabiliseerde deze uitstoot zich. Het hoge S02• niveau wordt veroorzaakt door het gebruik van slechte fossiele brandstcffen met veel zwavel erin (met name bruinkool). In de dlchtbevolkte stedelljke gebieden In de CSFR Ugt de gemlddelde conca lbatle rond de 200-300 J1 g/m3 per jaar, waarbij de concentratie In de winter bijna 2 keer zo hoog Is als in de zomer. Het 24-uurs gemiddelde van de S02-concentratJa In West-Europa kwam in c:lecember 1989 niet boven de 250J~ g!m'.ln dichtbevolkte gebieden van de CSFR. DDR en Polen ligt de 24-uurs 98-percentiel S02-waarde boven de 500 J~ g/m1• In de Bohemen en MoraviA is in 1987 de 250 J~ g/m3-grens vaak overschreden met aJs hoogste waarde een waarde van 600 I' g!m'. Hlerbij moet men bedenken dal het 24-uurs gemiddelde van S01 niet veel hoger mag zljn dan 125J! g/m1 1n combinatie met 110J! g/m3 SPM (Suspended Particulate Matter, diverse stoffen In de Iucht). Aan een concentratle van 350 J1 g/~ mag men maar een wr blootgesteld worden, aan 500 J1 g/m1 hoogult tien rninuten. Wordl men Ianger hleraan blootgesteld dan zijn er zeker grote gevolgen voor de gezondheid. Concentraties boven de 500 J~ g/m1 leiden tot een verhoglng van het aantal sterfgevallen. Behalve naar de S02 moet ook naar de SPM-concentratie gekeken worden. De jaargerniddelde concentratie voor de CSFR ligt tussen de 40-140J~ g!m". Voor heel Oost-Europa ligt de 98-percentiel waarde SPM tussen 250-2200 J1 g/~. Ook de concentratie cadmium Is beduldend hoger dan in Noordwest-Europa (NWE}. De concentratle arsenlcum Is In NWE 0,003 Jl g/m1• In Noord-Bohernen Is dlt 0,02 Jl g/~. De oorzaak hlervan Is wederom de uitstoot van bruinkool van lage kwalitelt en met een hoog arsenlcumgehalte. Opvallend Is dal Bulgarije en RoemeniO deze problemen elgenlijk niet hebben. De lb'eek rond Zuid-DDR. Noord-CSFR en Zuid-Polen Is het sterkst vervuld [39,40]. Onderstaand Is een tabel opgenomen mel enige cijfers over afvaluitstoot In West-Europa. Oost-Europa en de USSR.
Tabe1 9.1 En1ge c1Jfers
OYer
afvalu1tstoot (106 ton)
1980
West-Europa Oost-Europa Wurvan USSR Bron: [13,33,39]
1988
~
CX)2
so2
CX)2
11,5 14,5 6,4
850 1.250
7,8 3,2
750 1.450
5,0
9.5 lnfrastrucll..u van de CSFR
In het algemeen kan gesteld worden dat de urbanisatiegraad in het Oostblok geringer is dan die in West-Europa. Tevens kan men stelten dat de infrastructuur veel slechter is dan In West-Europa waardoor distrlbutie van produkten er niet makkelijker op wordt. Tabel 9.2 Tnnsport-tnfrast.ruc:tuur wgen
d1c:t'rt'-1d
apoor11,;tnen (1000 kill)
d1c:t'rt'-1 d
0,1 0,3 1,0 1,2 1,0 0,3
13
0,10 0,04 0,08 0,13 0,08 0,
(1000 kill)
CSFR
73
8u1;ar1je Hclnga,.1.;te DDR Polen Roemen1¥
37
91 125 340
73
4
8 14 24 11
Brona [3,13,39]
De regerlng van de CSFR is ook van plan de telecommunicatie-infrastructuur van een betere kwalitelt te maken. Het aantal telefoonaanslultingen per 1.000 inwoners is lit de CSFR trouwens het hoogste van het hele Oostblok (39]. Tabel 9.3 Aantal telefoonaanslu1t.1ngen per 1000 1nwoners CSFR
225
Bu1;a,.1je Hongar1je DDR Polen Rcemen11
135 210 105
USSR
100
Nederland China Braz111i Wereld
200
70
590 5 80
125
Bron: [3,39]
9.6 Samenvalting an conclusies De CSFR kampt met een groot energieprobleen1. De bestaande energiebronnen zijn narnelijk veelal te verwllend, te duur of te welnig voorhanden. Bij het bekljken van een aanta1 energlebronnen bleek dat de enige fossiele brandstof die de CSFR bezit, namelijk brulnkool. zo vervuilend is voor het milieu dat niet vroeg genoeg met de produktie hiervan lean worden opgehouden. Andere energiebronnen Zijn kernenergie, hydro-energie en olie. Kemenergle zal noo1t genoeg voorhanden kunnen Zijn om de totale energieproduktie te ondervangen daar men niet over genoeg koelwaler beschlkt. Verder is aver de mogeRjkheden van hydroenergie nog niet zoveel bekend. Tenslotle is de one door de recente ontwikkelingen In hat Oostblok voor de CSFR zeer duur gewarden. Oost-Europa is momenteel een van de meest vervullde gebieden en vervullende streken In de wereld. De CSFR vormt In deze geen ultzondering op haar buurstaten. Deets Is dat te wijten aan nalatlgheld van het communlstische regime, maar ook deels door natuur1ijke ornstandigheden. Van de huldige stand van de Iucht-, water· en bodemverontreinlging In de CSFR is een opsomming gemaakt. Ook is er aandacht besteed aan de levensduur van gebouwen. Bil het aanpakken van de mUieuproblemen moet rekening gehouden worden met
hat stark onc:lerontwikkelde milieubewustzljn en de hoge kosten, die verbonden zijn aan de bekrachtiging van de mllieuwatgeving en de controle op de naleving van deze watgeving. De CSFR staat op de tweede piaats In de wereld voor wat betreft de zwavelemlssie. Deze ultstoot wordt veroorzaakt door het gebrulk van fosslele brandstoffen met een hoog zwavelgehalte. In heel de CSFR, maar vooral in Noord-Bohemen overschrijdt hat zwavelgehalte In de Iucht de toegestane norm vele malen en leldt daar tot grote gevaren voor de gezondheid van de bevolking. De berelkbaarheld van bepaalde delen van de CSFR 1aat te wensen over zowel telefonisch als via hat weg- of spoorwegverkeer. De overheid van de CSFR probeert hler hat nodlge aan te doen. Hat zaJ echter nog enlge jaren duren voordat hler verbetering In kan optreden. Concluderend kan men stellen dat op milieugebied snel naar oplosslngen gezocht moet worden en dat men tot daadwerkeDjke actie moat overgaan. Diepte-investeringen van hat Westen zullen onvermljdeUjk zijn. Voor hat energlevraagstuk kan men eenzelfde conclusle trekken en ook de infrastructuur behoeft verbetering. Ott om te voorkornen dat de CSFR in een isolement raakt.
• 74.
Literatu urlijst (0]
Batter, prof. ir. C.H., 'Industria en Organisatie", Kluwer Bedrijfswetenschappen, 15• druk 1988
(1]
Bergeijk van, P.A.G. en W. Noe en H. Oldersma, -zicht op Oost-Europa•, Ministerie van Economlsche Zaken, Den Haag, 13 februari 1990
[2]
Summers. R. en A. Heston. •A new set of international comparisonS of real products and prices: Estimates for 130 countries 1850-1985•, Review of income and wealth (1988), jg 34, biz. 1-25
[3]
Economist Newspaper Ud., tlfhe world In figures•, Londen, diverse jaren.
(4]
Wereldbank, World development report, Washington, 1988
(5]
Economist Intelligence Unit. 'Czechoslovakia•, Country profile 1989-1990, junl1989, •ooR•, Country profile 1989-1990, JuD 1989, 'Hungary", Country profile 1989-1990, oktober 1989, 'Poland", Country profile 1989-1990, november 1989, •Romania. Bulgaria, Albania', Country profile 1989-1990, augustus 1989
[6]
OESO, 'Finaclal market trends 42', 1989
[7]
Abecor country report, DDR, 1988
[8]
Lensink, B.W. en P.A.G. van Bergeijk, 'Private capital flows In SARUM: The world model approach to developed countries capital requirements", Development & Security, speclale ultgave maart 1989
(9]
Bergeljk van, P.A.G. en R. Lensink. 1ntemationale kredletwaardigheld", Economisch Statistische Berichten, 19 april 1989, biz. 389-393
(10]
Bergeijk van, P.A.G., •Economische hulp aan 0ost Europa-, Economisch Statistische Berichten, 11/18 april 1990, biz. 356-359
[11]
Verenigde Natles, 'Economic survey of Europe In 1988-1989", New York, 1989
[12]
Lede van, C.J.A., 'Cost-Europa: gat In de markt voor hat bedrijfsleven?", Economisch Statistische Berlchten, 11/18 april1990, biz. 360-363
(13]
BEB, 'Oost-Europa In 1988. Beleld en Ontwikkelingen.•, Den Haag 1988
-75-
(14]
Safe, nr. 1, jaargang 9, februarl1990
(15]
Geest van der, L, -van plan naar markt", Economlsch Statistische Benchten, 11/18 april 1990, biz. 333
(16]
Volkskrant, "Het
[17]
EIU Country Profile 1990-91
(18]
Country reportS, 111e economist Ud.
(19]
EIU Country Report No 3 1990, biz 2-20
(20)
proces-, 22 september 1990
1987, Ziehl op Oost-Europa
-praag In de herfst: Swing is vervangen door de blues-, de krant van Zondag, 11 november 1890
(21]
-Dubcek wlllntensievere aamenwerktng-, NRC handelsblad, 8 november 1990
(22]
•oubcek ziet bedreigtng In nationaiJsmell, NRC handelsblad, 9 november 1990
(23)
.,.sjechoslowakije krijgt federatleve structuur-, de Volkskrant. 13 november 1990
(24]
Economic Forecast. FORCE '90, Eastern Europe
(25]
·U.S. Embassy Prague, Business Outlook Abroad, "Czechoslovakia•, Bustness America, February 26 1990
(26]
-ventures In Czechoslovakia", ABN, October 1989
[27]
Wijnands F., .,.sjechoslowakije klest voor harde economische aanpak", De Stem, 8 september 1990
(28]
Converse R. and S. Galbraith. •Eastern Europe, new frontier for business, Business America, June 18 1990
(29]
Scenario of the economrc reform, ultgegeven door de Tsjechoslowaakse regering
(30]
Europese almanak, ultgave bureau Europese Commissle Neder1and, achttiende editie, ultgave 1990
(31]
Publicatieblad Europese Gemeenschap nr. L 88/1, Staatsultgeverij Den
Haag,31-3-1989 (32]
Publlcatieblad Europese Gemeenschap nr. L 390/22, verordening (EG) nr. 4061/89 van de Aaad. Staatsultgeverij Den Haag, 30-12-1989
-76-
[33]
ECE Secretariat, Common Data Base
[34]
Olsthoorn P. e. a, Tsjechoslowakije, diverse artikelen, MT Weekend, 1B augustus 1990
[35]
Tully S., "'What Eastern Europe offers", Fortune, 12 maart 1990
[36]
"'Welcome to this cruel, competitive world', The Economist, 11 augustus 1990
(37]
Alperowlcz N., "'Western firms offer to buy Czechoslovak factories•, Chemlcalweek, 4-11 juli 1990
[38]
Wallich P., •om days, Eastern Europe brings to mind the West's poilu· pasr, Scientific American, augustus 1990
ted [39]
Philips P.J.M., Ondememen In het Oostblok, t.b.v. het college I.I.P. TUE, augustus 1990
(40]
Persbureau CTK. Prirocla Zaluje -oe natwr klaagtt, broChure 1990
[41]
Bekker Ph.D., Prof. Or. lr. P., Measuring lie cycle costs cl buildings an building-systems
• 77-
Bijlage 1 Verslagen bedrijfsbezoeken
Plaats: Datum: Gelegenheld:
Thema:
Congresgebouw Praag 22 oktober 1990 Congres •east meets West"
Het ochtendprogramma bestond ult een lazing door dr. T.R. Horton, Chairman en Chief Executive Officer van de American Management Association. In de lazing werd aangegeven welke kwallteiten onontbeer1ijk zijn voor goed lelderschap. Deze kwalitelten hebben betrekking op de volgende aspecten: -duidelijke perceplie van de werkelijkheld; -teamvorming; -beslultvaardigheld; -acties durven ondernemen; -bereldheld om aller1ei problemen te ondervangen; ..tntegr1telt. Het mlddagprogramma was samengesteld u1t workshops ewer verschlllende onderwerpen. Er Is deelgenomen aan een drietal workshops, namelijk: •een nleuwe manager voor het nleuwe Europa•, •Management In jonge organlsaties" en -oe invloed van de jonge generatie op strategische beslulten•.
2 Gesprek met docente geschiadenls
Plaats: Datum: Gesprekspanner: Functle: Specialisatie:
TU Praag 26 oktober 1990 Mevr. Vlasta Kubisova Docents geschledenis op TU Praag Revoluties, in het bijzonder de Franse revolutle
De polltlek heeft een bepaalde •niet-zlchtbare" invloed op het bedrljfsleven die nlet wettelijk Is vastgelegd. De twee staten Tsjechll en Slowaklje willen zelfstandig worden. Oat wordt echter door de staat tegengewerkt omdat dlt grote economische problemen met zlch mee brengt. aangezlen Tsjechll welvarender Is dan Slowakije. Er Is nu een soon •competltle" tussen deze twee staten. Het politleke systeem in de CSFR wordt gevormd door een partementaire democratie met een president, partement en regering. Dlt partement bestaat ult een Huls van de Naties en een Huis van het Volk, belde met 150 afgevaardlgden. Het Huls van de Natles is weer te scheiden in een Tsjechlsch en Slowaaks gedeelte, elk met 75 afgevaardigden. De strategische beslisslngen worden In het Huls van de Naties genomen; de beslissingen op staatsnlveau worden door het Tsjechisch en Slowaaks g~lte ultgewerkt.
-78-
3 Gesprek met vice-decaan van de faalleil CMele Tectnek Plaats: Datum: Gesprekspartner Functie: Specialisatie:
TU Praag 26 oktober 1990 Vice-decaan aan de facultelt Clviele Techniek Managemem
Na 1 januarl 1991 zullen grondlge economlsche veranderingen p1aats gaan vlnden: verandaring van het rechtssysteem, vrlje prijsvormlng, vrlje handel naar het bultenland, prlvatisatle en convertiblllteit van de Tajechische munteenheld. Het basisprobleem in de Tsjechoslowaakse bedri)ven Is het gedrag en de lnslelling van de arbeiders; deze moeten verbeterd worden. De Tsjechoslowaken bezltten veel theoretlsche kennls; ze mlssen aileen veel praktische ervaring, vooral op het gebied van management. Een joim-vemure in de CSFR moet geleid worden door Tsjechoslowaakse en nlet door WestetSe managers, omdat de cultuurverschillen te groat zijn. De WestetSe investeerders moeten zich beperken tot advlseren. De belangrijkste sterke punten van de CSFR zijn: -hoog opleidingsnlveau; -goedkope arbeiders; -lage bultenlandse schuld; -mooi land; -enthousiaste, open, vriendefijke en betrouwbare mensen. 4
Bedrfsbezoek aan SURTEC Gameinsamas urllter'natlnan
Bedrijf: Vestigingsplaats: Datum bezoek: Gesprekspanner: Functie: Gesprekspartner: Functie: Actlvlteiten: Afzetmarkt:
Surtec Gemeinsames umernemen Praag 26 oktober 1990 Dhr. J.Siaby Bedrijfsleider Dhr. T.Schejbal Directeur Import van copieerapparaten, coating-bedrijf CSFR
Surtec heeft een joim-vemure opgericht samen met het Nederlandse bedrijf Hauzer Technocoating B.V•. Dit Nederiandse bedrijf gaat aan Surtec een coatingmachine leveren. De geplande leverdatum is eind november. De levering moet voor het elnde van het jaar geschieden omdat anders de prijs van de maChine met 20% zal stijgen. Een groat prObleem bij het opzetten van de joim-vemure was de financiering. Er Is nog steeds grote onduidelijkheld omtrem een aanta1 zaken, zoals de BTW-tarieven en belastingwetgeving. Er wordt gewacht op nieuwe wetgeving op dlt gebied•
• 79.
5 Bedrfsbezoek aan ZW Bedrilf: Vestlgingsplaats: Datum bezoek: Gesprekspartner
Zavody Vitezneho Unora. ZVU
Functie:
Hoofd produktie en ontwerp van suikennachlnes
Aantal werknemers: Omzet: ActMtelten:
Afzetmarkt:
Hradec Kralove, Oost-Bohemen 24 oktober 1990 5500
1,1 mlljard koruna Ontwerpen en bouwen van fabrieken voor onder andere de chemische Industria, bierbrouwerfJ8fl, de voedselindustrie. Voomamelljk de CSFR en Oostbloklanden, voor een klein gedeelte West-Europa (vooral brouwketels)
De fabriek is opgericht In 1869, op dlt moment is het nog een staatsbedrijf, maar de aandelen zullen onder aandeelhouders verspreld worden. Ongeveer 50% van de produktie is bestemd voor de voedselindusbie, waarvan 28% voor brouwerijen en 22% voor de suikerindustrie. Nieuwe technologi80n worden niet aileen door zw ontworpen maar voora1 in samenwerking met andere bedrijven (ook bultenlandse), lnstituten en universitelten. Door de huldige omschakeling naar een vrije markteconomie heeft men moelte mensen te krijgen voor de hogere managementfunctles. Men heeft verschillende produktiehallen, zo vindt In 66n hal aileen maar koperbewerklng plaats (veel handwerk) en il de overige hallen voora1 staalbewerking. Het gebnllkte materiaal wordt door andere bedrijven geleverd met levertijden variArend van 6 maanden tot 1 jaar. Op het fabrieksterrein llggen grate voorraden, dit is echter aileen materiaal voor orders In bewerklng. Ook ligt er veel oud materiaal, dit wordt door ZVU gebrulkt als voorbeeld voor nleuwe produkten. In de produktiehallen vait verder op dat er veellawaai is en dat • een slechte afzulging van lasgassen plaatsvlndt. Voor de ontwerpafdeling (ook R&D) is 30% van de winst beschlkbaar, op deze afdeling werken ongeveer 550 mensen.
6 Bezoek aan de bouwput van het Hotel AlrUn Praha Bedrilf: Vestigingsplaats: Datum bezoek:
Hotel Atrium Praha Praag 23 oktober 1990
Functie gesprekspartner: Aantal werknemers: Projectkosten:
Bouwleider Varilrend van 700 tot 1.000 200 mlljoen Zwitserse francs
Het Atriumhotel wordt een vlersterren hotel met een capacitelt van circa 1600 bedden. Begonnen ten tijde van het communlsme was de oorspronkelijke bouwtijd begroot op 24 maanden. Na het aangaan van een joint-venture met het Franse CBC (en nog enkele andere Franse bedrijven) is deze echter verkort tot 20 maanden. ""'' De Franse bedrijven brengen vooral technlsche know-how in en hoogwaardige technologleen. Ook zorgen zij voor de voortgangscontrole. De Tsjechoslowaakse lnbreng bestaat voora1 uit het Jev•en van grondstoffen, arbeid, kemis van de locale situatie en de axploltatie van het hotel. Ook worden er ult and•e Ianden grondstoffen gehaald. In Praag hearst er een nijpend tekort aan hotelaccomodaties om de steeds toenemenc:te stroom west.- toertsten en zakenlieden te herbergen.
7
Bedrfsbezoek aan Skoda
Bedrijf: Vestigingsplaats: Datum gesprek: Aantal werknemers: Omzet: Activitelten: Afzetmarkten:
Skoda Mlada Boleslav 25 oktober 1990 21.000 11 miljarcl koruna Fabricage van personenauto's Europa. hoofdzakelijk Oost-Europa
Skoda is opgericht In 1894 en heeft momenteel aen produktiecapacltett van 220.000 auto's per jaar, die men door modemlsering wll opvoeren tot 300.000. Skoda heeft 21.000 werknemers, waarvan 5.500 mensen werkzaam zljn aJs ondersteunend personeeL De auto's worden In twee typen op de rnarkt gebracht de Favorit 135, met aen kleine motor voor de binnenlandse markt en de Favorit 136 met aen grotere motor voor zowel de binnenlandse als de buttenlandse rnarkt. Deze typen wll Skoda tot ongeveer de eeuwwlssellng op de markt brengen en dan vervangen door een nleuw type. De fabrlek lonkt near de automarkt In de Sovjet-Unle, hlervoor is echter geld nodig en moderne know-how. Skoda wll daartoe een samenwerklng aangaan met Volkswagen d Renault.
Bedrijf: Vestigingsplaats: Datum bezoek: Gesprekspartner: Werknemers: Activitetten:
Afzetmarkten: ·
Onderzoeksinstituut bouw en keramiek
Bmo 24 oktober 1990
lr. Fetter 200 Dlensten en onderzoek betreffende reconstructies, samenstelling van ruwe materialen, economische adviezen Men verricht arbeld voor ledereen die geTnteresseerd is
Voor de economische hervormlngen had dlllnstlluut de Ieiding over de steeninclustrie In de CSFA. Nu is men zelfstandig geworden en is men zelf afhankelijk van de steenlndustrie, aangezlen daar hun belangrijkste bron van inkomsten ligt. Zij zljn van mening dat de steenindustrie aileen kan overieven met bullenlandse steun. 8 Bezoek aan de ambassade van de Veranigde a.an Organisatie: Vestigingsplaats: Datum bezoek: Gesprekspartner: Functie: Activlletten:
Ambassade van V.S. Praag 24 oktober 1990 Roben Shipley
Handelsaltach8 Ondersteunen burgers en bedrijven ult V.S. op allerlei gebleden, onder andere het leggen van contacten voor het Amerikaanse bedrijfsleYen.
.,
De Amerikaanse ambassade steunt zOveel mogeiiJk bedrijven ull de Verenigde Staten blj het leggen van contacten, het opzetten van joint-ventures en dergelijke. Op korte terrnijn moeten buttenlandse bedrijven weinlg tot geen rendement verwachten, gezien de grate hervorrningen die thans doorgevoerd worden. Men stelt dat contacten nu het belangrijkst zijn, voordat eventueie verdere &tappen ondemomen kunnen worden. De CSFR biedt veel mogelijkheden maar de problemen moeten niet onderschat worden•
• 81.
10 Gesprek met professor Rohan. spec:ialisl op milia lgebiecl Plaats: VestiglngspJaats: Datum bezoek: Gesprekspartner: Functie:
Technische Unlverslteit Praag Praag 26 oktober 1990 Dr. tech. (habll.) Dipl.-lng. Pavel Rohon Specialist op milieugebied aan de Bouwkundefaculteit
Dhr. Rohon onderzoekt de mllleu-aspecten en natuurproblemen die ontstaan blj het construeren, renoveren of afbreken van gebouwen en bouwwerken. Ull het gesprek blljkt dat de CSFR nog steeds met een zeer groot anergle- en milleuprobleem kampt. Het probleem Is echter dat dll aileen opgelost kan worden als de mensen bewust worden van de heersende problematiek en er geld beschlkbaar komt om de mllieuproblemen te bestrijden.
11 ~ aan Kovoprojekta Praha Bedrijf:
Vestiglngsplaats: Datum bezoek: Gesprekspartner: Functie: Aantal werknemers: Omzet: Activiteiten: Afzetmarkten:
Kovoprojekta Praha Hradec Kralove 24 oktober 1990 lng. J. Otcenasek Directeur 200 25 mlljoen koruna Ontwerp en tekenen van projectplannen CSFR, vooral Tsjechll
Kovoprojekta Praha Is een onderdeel van het bedrijf met dezelfde naam. Oil bedrijf heeft verder nog een filiaal In Bmo en drie kantoren in de Bohernen. Het hoofdkantoor Is gevestigd in Praag. Kovoprojekta Praha bestaat aJs ondemernlng slnds 1 januari 1990, voort1een was het een staatsbedrijf. Van de opdrachten die zij ullvoert, Is 80% afkomstlg van, veelaJ Tsjechische, bedrijven en 20% van de overheld. Op het moment maakt Kovoprojekta moeilijke tijden door. Voorheen kreeg zlj per )aar drle grote orders van het ministerie van Zware lndustrie, hetgeen overeenkomt met tweederde van de produktle. Deze zekerheid is aJs gevolg van de hervormingen echter weggevallen. Kovoprojekta bestaat ull drie produktiecentra van ongeveer 50 projectanten, te weten: het bouwwezen, technologie, ecologie en energie.
-82-
12 Bezoek aan KPMG Bedrijf: PJaats: Datum bezoek: Gesprekspartner: Functie: AantaJ werknemers: Actlvitelen:
Klynveld Peat Marwick Goerdeler (KPMG) CSFR Praag 23 oktober 1990 Dhr. J. Swinkels Directeur 7 Adviserlng over samenwerklngsverbanden en handelsmogelijkheden, en accountancy
Afzetmarkten:
Wereldwljd
GezJen de toenemende belangstelllng van bec:lrijven voor de CSFR heeft KPMG onlangs een kantoor geopend In Praag. De activitelten betreffen voomamelljk lnformatieverstrekklng en advlsering aan Westerse bec:lrijven omtrent lnvesteringsbesllsslngen. KPMG heeft voomamelijk Tsjechoslowaken in dienst. daar zij het best op de hoogte zljn van de ontwikkellngen en naast kennls ook over de noodzakelijke kennlssen beschikken. Daamaast beschlkt .KPMG natuuriijk over de Westerse blik op handel en lndustrille produktie. In het gesprek is nader lngegaan op de huldlge sltuatie in de CSFR, de te verwachten ontwikkelingen en de voor- en nadeien van lnvesteren In de CSFR. De onzekerheden In de situatie van de CSFR zljn: • de wetgevlng; (er Is geen bllateraal verdrag van Neder1and met de CSFR); • de politleke situatie; • het klimaat voor investeerders: de lonen, wlnsten en belastingen.
13 Bezoek aan de Kamer van Koophandel Bedrijf: Vestlgingsplaats: Datum bezoek: Functie Gesprekspartner: Activiteiten: Afzetmarkten:
Karner van Koophandel van de CSFR Praag 26 oktober 1990 Consultant AcMes over samenwerkingsverbanden, handelsmogelijkheden en lnfonnatie over wetgevingen CSFR
Een joint-venture Is de enige mogelijkheid voor Westerse ondememingen om te opereren in de CSFR. Dit kan op drie manieren: • door een minderheid in het aandelenkapitaal; ·door een meerderheid In het aandelenkapltaaJ (tot 11:)()% mogelijk); • door het opkopen van een deel van een Tsjechoslowaakse fabriek. De CSFR moet de handelsrelatie met USSR benutten: ""'n kent de taal, cultuur, markt en omstandigheden van de USSR. De CSFR zou een interrri&diair tussen het WS$ten en de USSR kunnen zijn. De CSFR kan Westerse technologie beter aan dan de USSR. De oorlogslndustrie wordt momenteel ontmanteld en fabrieken worden omgebouwd om nu bulldozers te maken In pJaats van tanks. Er is veel interesse vanu1t het Westen hiervoor, omdat werknemers kennis en vaarc:ligheden bezitten om goede produkten te maken. Helaas zijn de machines vaak erg oud en zljn er problemen met de grondstofvoorzienlng.
14 Bedrijfsbezoek lnveslnicni Banka Beclrijf: Vestigingsplaats: Datum bezoek: Gesprekspartner:
Functie: ActMteiten:
lnvesticnl Banka (nationale lnvesteringsbank) Praag 22 oktober 1990
dhr. K.Subert adviseur van de General Manager financiering van coOperatieve behulzlng, grate projecten en het vergaren van geld voor collectieve uitgaven.
Gesprekspunten: • de structwr van het bankwezen - actlvlteitenvan de Nationale lnvesteringsbank (NIB) - concept voor de toekomst • barri8res blj en argumenten voor het investeren In Tsjechoslowaakse ondememingen.
-84-
Bijlage 2 De levenscyclusbenadering De basisgedachte achter de levenscyclusbenadering [41), is c1at aile kosten, verbonden aan een investeringsbeslissing van een lnvesteerder c.q. beslisser, potentieel belangrijk zijn voor die beslissing. Hiermee worden zowel huidige als toekomstige kosten becloeld. De levenscyciUSbenadering Is een filosofie op basis waarvan een model kan worden opgesteld inzake de (maatschappelijke) kosten en de ecologische gevolgen van bljvoorbeeld het bouwen. Dlt model omvat: de winning van grondstoffen en energle; de produktie van bouwmaterialen, componenten en lnstallatles; het produktieproces op de bouwplaats; het onderhoud alsmede aile instandhoudingsprocessen gedurande de hele gebruiksduur van een bouwwerk; het slopen aan het elnde van de levensduur; het hergebruiken van materialen, componenten en lnstallaties; de recycling van lloopafval tot grondstoffen; het storten van sloopafval; het transport behorend bij aile fasen en activitelten; de ecologische gevolgen van aile met het bouwen verbonden activitelten.
Het snelgroeiende gebrek aan natuuriijke hulpbronnen leidt tot een schaarste aan de •inpurzijde ten behoeve van het ,hroughput"-proces dat vervolgens resulteert in een •output" van emissies en afval, hetgeen wederom ecologische gevolgen heeft.
-85.