UW BABY GAAT MET ONTSLAG Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................. 2 Ziekenhuiscontrole ............................................................................................... 3 Telefonisch spreekuur ........................................................................................... 3 Belafspraak ......................................................................................................... 3 Consultatiebureau ................................................................................................ 3 Nazorgavond ....................................................................................................... 3 Voeding .............................................................................................................. 4 Borstvoeding .................................................................................................... 4 Flesvoeding ...................................................................................................... 4 Voedingstijden .................................................................................................. 4 Voeding verwarmen ........................................................................................... 5 Schoonmaken van fles en speen .......................................................................... 5 Extra vitamines ................................................................................................. 5 Spugen ............................................................................................................ 6 Buikkrampjes ...................................................................................................... 6 Huilen................................................................................................................. 7 Slapen ................................................................................................................ 7 Temperatuur van uw baby en omgeving .................................................................. 8 Natte luiers en ontlasting ...................................................................................... 8 Spelen ................................................................................................................ 8 Bezoek ontvangen ................................................................................................ 9 Naar buiten ......................................................................................................... 9 Ouders ............................................................................................................... 9 Ontslaggegevens................................................................................................ 10 Afspraken ......................................................................................................... 11 Hielprikje .......................................................................................................... 12 Medicijnen......................................................................................................... 12 Voeding ............................................................................................................ 12
Inleiding
In deze folder vindt u praktische informatie omtrent het ontslag. Ook staan er tips in over de verzorging van uw baby. We wensen u veel geluk met uw baby. NB. Waar in de folder ‘hij’ staat, kan ook ‘zij’ gelezen worden.
Team afdeling Neonatologie
Ziekenhuiscontrole
Na ongeveer drie weken wordt uw baby op de polikliniek Kindergeneeskunde verwacht voor een algemene controle door de kinderarts. U krijgt de afspraak mee bij het ontslag op een afsprakenbriefje. Bij de eerste poliklinische controle moet u, voordat u naar de arts gaat, een patiëntenkaart voor uw baby laten maken. Dit kunt u doen bij de inschrijfbalie in de centrale hal, tegenover de receptie en het restaurant. De polikliniek Kindergeneeskunde bevindt zich op de derde verdieping van het Sint Franciscus Gasthuis, blok 60. De polikliniek Kindergeneeskunde is telefonisch bereikbaar via telefoonnummer 010 - 461 6224.
Telefonisch spreekuur
Als er thuis problemen of onduidelijkheden zijn over de verzorging van uw baby, die niet kunnen wachten tot het eerstvolgende polikliniekbezoek, dan kunt u ook telefonisch contact met ons opnemen. Wij zijn te bereiken via telefoonnummer 010 - 461 6161, vervolgens vraagt u naar pieper 3618. Dit kan op de volgende tijden:
• •
maandag van 10.00 tot 16.00 uur; donderdag van 11.00 tot 17.00 uur.
Belafspraak
In de week volgend op het ontslag neemt de nazorgverpleeg-kundige op maandag of donderdag telefonisch contact met u op om te informeren hoe het gaat en beantwoord zij uw eventuele vragen.
Consultatiebureau
Op het consultatiebureau wordt de groei en ontwikkeling van uw baby gevolgd. U kunt ook advies en ondersteuning krijgen bij vragen over voeding, opvoeding en dergelijke. Het vaccineren van uw kindje wordt ook geregeld op het consultatiebureau. Via de gemeente krijgt de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau bericht dat uw baby is geboren. Er wordt dan binnen drie weken contact met u opgenomen. Indien uw kindje een aantal weken in het Sint Franciscus Gasthuis heeft gelegen, kunt u het beste zelf vlak na het ontslag telefonisch contact opnemen. Het telefoonnummer is: • Gemeente Rotterdam: 010 - 282 6002; • Gemeente Lansingerland: 0900 – 9300 (lokaal tarief).
Nazorgavond
Er is drie à vier keer per jaar een nazorgavond, begeleid door afdelingsverpleegkundigen. Deze avond is bedoeld voor ouders wiens kindje langer dan een week is opgenomen. Op deze avond wordt de gelegenheid geboden uw ervaringen, zowel positief als negatief te vertellen. Maar ook om deze ervaringen te delen met andere ouders. Als er nog vragen zijn kunt u deze ook stellen. Voor deze avond ontvangt u van ons te zijner tijd een uitnodiging.
Voeding
Borstvoeding Indien uw kind borstvoeding krijgt, is het aan te bevelen om voor het ontslag, samen met de lactatiekundige (borstvoedingsdeskundige) van het Sint Franciscus Gasthuis een borstvoedingsplan voor thuis door te spreken. De lactatiekundige is ook na het ontslag voor vragen elke werkdag telefonisch bereikbaar van 13.00 tot 17.00 uur. Het telefoonnummer is 010 – 461 6161, vervolgens vraagt u naar pieper 3619. Ook kunt u terecht bij: • Borstvoeding Natuurlijk telefoonnummer: 0343 – 576 626 www.borstvoedingnatuurlijk.nl • La Leche League Nederland telefoonnummer: 0111 – 413 189 www.lll.borstvoeding.nl Flesvoeding U kunt babyvoeding naar eigen keuze kopen bij de supermarkt, drogist of apotheek. Op het blik staat vermeld hoe u de voeding dient te bereiden. In de eerste week na de geboorte verhoogt u dagelijks de voeding naar het advies van uw kraamverzorgende of verloskundige. Wanneer uw baby hongerig is, mag u in de tweede week en nogmaals in de derde week de voeding met tien milliliter per fles verhogen. Hierna krijgt u verder advies van de wijkverpleegkundige. Indien uw kindje hier langer dan drie weken heeft gelegen, spreekt u bij het ontslag met de verpleegkundige of arts de hoeveelheid voeding af voor de komende weken tot aan de controle op de polikliniek bij de kinderarts. Voedingstijden De voedingstijden die we in het Sint Franciscus Gasthuis hanteren en die thuis ook handig kunnen zijn, zijn als volgt (bij 7 voedingen); • 4.00 uur; • 8.00 uur; • 11.00 uur; • 14.00 uur; • 17.00 uur; • 20.00 uur; • 24.00 uur. Let op: Deze tijden zijn richtlijnen en dus aan te passen aan de tijden van u en uw baby. U kunt de laatste voeding zo laat mogelijk geven en de eerste voeding als uw baby erom vraagt. Dit kan ook om 5.00 of 6.00 uur zijn.
Het is belangrijk dat u thuis een zekere regelmaat probeert te krijgen in de verzorging van uw baby. Wij adviseren u niet langer dan dertig minuten met een voeding bezig te zijn, anders gaat dit ten koste van de rust van u en uw baby. Het is altijd mogelijk om thuis (af en toe) een achtste voeding te geven als uw baby bij zeven voedingen telkens te veel laat staan (af en toe mag hij best wat laten staan). Voeding verwarmen Het opwarmen van voeding kan in een flessenwarmer of in de magnetron. Het opwarmen van borstvoeding in een flessenwarmer of in een bakje warm water (‘au bain Marie’): • Verwarm de borstvoeding tot maximaal 35 graden (huidwarm). Door de geleidelijke verwarming behoudt de borstvoeding zijn beschermende stoffen. • Verwarm kleine hoeveelheden en gooi teveel opgewarmde restanten melk weg, maximaal één uur bewaren. Wanneer u voeding opwarmt in de magnetron: • De fles moet altijd rechtop kunnen staan of in een speciale schuine houder. • Laat de dop met speen eraf. Het opwarmen van borstvoeding: • Gebruik het laagste vermogen. • Tijdens het verwarmen altijd twee keer de voeding schudden. • Direct gebruiken. In de magnetron opgewarmde moedermelk is zeer bederfelijk omdat de actieve ziektekiembestrijdende bestanddelen niet meer functioneren. Voordat u een flesvoeding geeft: • De fles goed omzwenken om de warmte goed te verdelen. • Altijd de temperatuur van de voeding controleren door een beetje voeding op de binnenkant van uw pols te druppelen, als u de druppel niet voelt, is de voeding op de goede temperatuur. Zie de afdelingsfolder ‘afkolven van borstvoeding’ voor onder andere tips over afkolven en het bewaren van borstvoeding. Schoonmaken van fles en speen Spoel na het gebruik de fles en speen goed om, eerst met koud water, daarna met heet water. Dan af laten koelen en leeg wegzetten in de koelkast. Het is daarnaast belangrijk de fles, speen en/of fopspeen één keer per dag uit te koken. De fles en alle soorten spenen moeten drie minuten uitgekookt worden (het water moet drie minuten koken). Indien u een vaatwasser heeft, mogen fles en speentjes ook dagelijks op het heetste programma gewassen worden. Haal wel alle flesonderdelen uit elkaar, dit geldt ook bij uitkoken. U dient speentjes en fopspenen elke zes weken, of eerder bij zichtbare beschadigingen, te vervangen. Extra vitamines • Vitamine K Wanneer uw baby geheel of gedeeltelijk (meer dan de helft) borstvoeding krijgt, heeft hij vanaf de zevende dag tot en met de derde maand vitamine K nodig (zie de verpakking voor de dosering).
•
Vitamine D Wanneer uw baby geheel of gedeeltelijk (meer dan de helft) borstvoeding krijgt, heeft hij vanaf de veertiende dag dagelijks vitamine D nodig (zie de verpakking voor de dosering). Vanaf het moment dat uw kind geen flesvoeding of opvolgmelk meer krijgt, maar gewone melk gaat drinken, heeft uw kind tot en met de leeftijd van drie jaar ook dagelijks vitamine D nodig.
Deze vitamines zijn verkrijgbaar bij de drogist of apotheek. Spugen Veel baby’s geven na de voeding een mondje terug. Dit is niet erg. Laat uw baby rustig drinken en na de voeding goed boeren (ook tussentijds bij flesvoeding). Mocht het spugen meer worden dan alleen een mondje of vaker voorkomen en maakt u zich ongerust, raadpleeg dan uw huisarts.
Buikkrampjes
De meeste baby’s, zowel te vroeg geboren als voldragen, krijgen buikkrampjes. Dit is erg vervelend voor de baby, maar in principe onschuldig. Krampjes horen erbij en verdwijnen meestal na drie weken tot soms wel vier maanden. Het is een verschijnsel dat kan horen bij de gewenning van de darmpjes aan de voeding. Buikkrampjes komen plots en kunnen enkele minuten of uren duren, meestal verdwijnen ze even plots als ze gekomen zijn. Bij sommige baby’s bestaat er een soort regelmaat, bijvoorbeeld elke dag of nacht op hetzelfde tijdstip. Enkele tekenen van buikkrampjes kunnen zijn dat uw baby: • huilt; • een rood gezicht krijgt; • zijn beentjes optrekt; • zijn vuistje balt; • veel windjes laat. Het is overduidelijk dat hij zich niet lekker voelt. Soms zijn er andere oorzaken van buikkrampjes: • verandering van voeding; • te veel voeding; • verkeerd bereide voeding. Enkele tips om uw baby te helpen: • Laat uw baby goed boeren. • Voetreflexologie en/of buikmassage (vraag de verpleeg-kundige om instructie). • Verwarm het buikje met warme doeken of een pittenzak. • Leg het hoofdeinde van de matras iets hoger (door een kussentje onder het hoofdeinde van het matras te plaatsen). • Zet uw baby na de voeding gedurende vijftien minuten in een wipstoeltje of maxi-cosi. • Leg uw baby in de foetushouding in bed en wrijf over de rug en knuffel uw baby. • Houd uw baby warm, draag hem dicht bij u (bijvoorbeeld in een draagdoek). • Houd uw baby op de buik op uw onderarm met het hoofdje in uw handpalm en de beentjes gespreid langs uw elleboog. Wanneer u loopt en/of zachtjes wiegt is dit prettig voor de baby.
•
Er zijn bij de apotheek of drogist verzachtende middelen tegen buikkrampjes te koop. Overleg altijd met het consultatiebureau, uw huisarts of apotheek.
Soms lijkt niets te helpen, overleg gerust met uw huisarts of met het consultatiebureau als u het niet vertrouwt of als u advies wilt.
Huilen
Er zijn tal van redenen waarom uw baby kan huilen, bijvoorbeeld als: • hij honger heeft; • hij in een andere houding wil liggen; • hij het warm of koud heeft; • hij een vieze luier heeft; • hij uw onrust of moeheid voelt; • hij moe is; • hij niet aangehaald wil worden; • er een boertje dwars zit; • de ontlasting moeizaam komt; • hij pijn heeft (bijvoorbeeld door buikkrampjes of ontlasting die dwars zit). Soms kunt u de reden niet achterhalen. De eerste weken tot maanden hoeft u zeker niet bang te zijn om uw kindje te verwennen/gewennen door het op te pakken wanneer het huilt. Draag het desgewenst lekker bij u in de draagdoek*. Als u toch bang bent dat uw kindje went aan het oppakken, is het misschien een idee om uw kindje, wanneer het huilt, op de slaapkamer te troosten. Dit kan terwijl uw kindje in bed ligt, maar ook op uw arm naast het bedje. Een kindje mag op zijn tijd best huilen, soms is het juist even nodig om indrukken te verwerken of in slaap te komen. Nogmaals: probeer op uw gevoel te vertrouwen. * In de draagdoek mag uw kindje vanaf eerste dag, want uw kindje ligt namelijk in een gebogen houding. In de draagzak, waarin uw baby rechtop zit, mag uw baby vanaf zes weken.
Slapen
Uw baby moet misschien nog wennen aan de thuissituatie. Op de afdeling Neonatologie zijn sommige baby’s voortdurend aan veel geluiden blootgesteld. Ook hebben baby’s soms moeite met het dag- en nachtritme, u zult uw baby dus moeten leren onderscheid te maken tussen dag en nacht. Dit kan bijvoorbeeld door overdag de gordijnen op de slaapkamer open te laten (of alleen dunne gordijnen tegen fel licht te sluiten). ‘s Avonds sluit u de gordijnen (eventueel verduisterend). Eventueel laat u een nachtlampje branden. Na de voeding is uw baby gewoonlijk ontspannen. Maak er overdag een fijn moment van door met hem te spelen, liedjes te zingen en hem te vertroetelen. Probeer de voeding ‘s avonds en ’s nachts zo kort, en de baby zo slaperig mogelijk te houden. Doe eventueel alleen een klein lampje aan tijdens verschonen en voeden. Het is niet altijd nodig om ’s nachts te verschonen. Wanneer uw baby overdag huilt, kunt u hem gewoonlijk wel troosten door hem te strelen of met hem te spelen. Als hij ‘s nachts wakker
wordt, kan hij zich met een fopspeen misschien weer in slaap zuigen. Heeft uw baby last van de stilte, laat dan eventueel wat rustige muziek spelen. Tegenwoordig slapen veel baby’s bij de ouders op de slaapkamer. Voordelen hiervan zijn: • Hongersignalen worden sneller door de ouders herkend, al vóórdat de baby gaat huilen. • De baby ervaart veiligheid doordat het nabij zijn ouders is, de baby hoort de ouders ademen. Stichting consument en veiligheid adviseert ouders in de folder ‘veilig slapen’ om het eerste halfjaar het wiegje/bedje zo dicht mogelijk bij het ouderbed te zetten. In deze folder staan nog meer waardevolle tips. De folder is te vinden in de folderkast op de afdeling Neonatologie of op het consultatiebureau van het Sint Franciscus Gasthuis. Ook is er een website: www.veiligheid.nl
Temperatuur van uw baby en omgeving
In verband met de hoge omgevingstemperatuur op de afdeling Neonatologie, vragen ouders zich vaak af of hun baby het thuis niet te koud zal hebben. Thuis draagt uw baby kleertjes en ligt het in een bedje onder de dekens of in een slaapzak. Een omgevingstemperatuur van ongeveer 15 tot 18 graden Celsius is voldoende. Gebruik liever een kruik om het bed (voor) te verwarmen dan een extra verwarmde kamer. U kunt indien nodig uw baby de eerste dagen temperaturen. De normale lichaamstemperatuur van een baby ligt tussen de 36.8 en 37.3 graden Celsius.
Natte luiers en ontlasting
Baby’s hebben in principe per 24 uur minimaal zes plasluiers. De urine is heel licht van kleur en nauwelijks zichtbaar in de luier. De ontlasting kan met name bij borstvoeding nogal wisselend zijn; soms bij iedere voeding, vanaf vijf tot zes weken soms zelfs enkele dagen helemaal niet. Ook kan een baby dunne ‘spuitluiers’ hebben. Baby’s die flesvoeding krijgen, hebben gewoonlijk dagelijks ontlasting. De ontlasting is meestel zacht en geelbruin. Sommige prematuur (te vroeg) geboren kinderen kunnen last hebben van harde ontlasting en kunnen hierdoor moeilijk hun ontlasting kwijt. Enkele tips: • Geef als eerste 10 milliliter extra water per fles. • Doe aan de thermometer extra vaseline. • Masseer de buik of rond de anus (eventueel met een billendoekje), dit stimuleert de stoelgang. Blijft het echt een groot probleem, overleg dan met het consultatiebureau of uw huisarts. Als uw baby diarree krijgt en u het herkent niet als normale ‘spuitluiers’, wees dan bedacht op een infectie en overleg met uw huisarts.
Spelen
Spelen is belangrijk voor de baby. De baby kan zien, horen, ruiken en voelen. Hij houdt van al deze dingen, hij wil leren! Spelen met uw baby betekent praten, lachen, zingen, muziek beluisteren, kijken naar felgekleurde dingen dichtbij zijn hoofdje, wiegen en knuffelen. Het is voor u zelf ook aangenaam, want uw baby zal u belonen met een stralende lach. Vergeet hierbij niet dat momenten van rust voor uw kind ook essentieel zijn.
Bezoek ontvangen
Het is belangrijk voor uw familie om eindelijk uw baby te kunnen zien waarover u hen heeft verteld. Probeer echter het aantal bezoekers te beperken. Bezoek is vermoeiend zowel voor u als voor uw baby. Probeer één à twee dagen voor u en uw baby vrij te plannen om bij te komen en thuis aan elkaar te wennen. Omdat baby’s (vooral te vroeg geboren kinderen) gedurende het eerste jaar gevoelig blijven voor ontstekingen van onder andere de bovenste luchtwegen is het belangrijk dat personen met een flinke verkoudheid niet op bezoek komen. Een rookvrije omgeving is daarbij een pré.
Naar buiten
Wij adviseren u om uw baby nog een dag of twee na het ontslag binnen te houden, dan kan hij een beetje wennen aan het temperatuurverschil tussen de afdeling Neonatologie en thuis. Voor u met uw baby gaat wandelen, moet hij binnenshuis zijn lichaamstemperatuur op peil kunnen houden. Houd de eerste uitstapjes kort. Uw baby moet nog wennen aan de buitenlucht. Ga het liefst wandelen bij zacht weer, zonder regen, zonder wind en vooral geen mist. Pas op bij een brandende zon tijdens de zomer. Kleed uw baby in principe één laagje meer aan dan u zichzelf aankleedt. Wanneer de baby erg klein is, kunt u hem beter iets dikker aankleden en een mutsje opdoen. Bij koud weer kunt u een kruik meenemen of de wagen voorverwarmen met een kruik.
Ouders
Het ouderschap is een mooie en belangrijke taak. Maar het kan ook, zeker in het begin, behoorlijk zwaar zijn. Je • • • • • • • • •
zorgen maken en slaapgebrek kunnen uitputtend zijn. Hier enkele tips: Probeer het bezoek in het begin te beperken. Combineer kraambezoek dat elkaar kent en houd het kort. Kook gezond, maar eenvoudig. Ga samen met uw baby slapen en laat de boel de boel. Probeer minder veeleisend te zijn in het schoonmaakwerk, het komt later wel weer. Schakel de telefoon tijdelijk uit. Neem voldoende ontspanning (televisie kijken, een boek lezen, bad nemen et cetera). Geef om de beurt de nachtvoeding. Ga als ouderpaar af en toe samen op pad, maak samen een wandeling of misschien wilt u eens lekker uit eten. Vraag dan iemand die u goed vertrouwt om op uw baby te passen.
En verder: Familie en vrienden zijn vaak een grote steun. Maar soms raakt u juist in de war van alle goedbedoelde adviezen. U kent uw kindje het beste en u beslist hoe er het best gehandeld kan worden, vertrouw hierbij ook op uw gevoel.
Ontslaggegevens Opnamedatum:
Gewicht in gram
Lengte in centimeters
Schedelomtrek in centimeters
Ontslagdatum:
Afspraken Poli-controle bij de kinderarts: ……….. om ……….. bij ……………………………………………………………… Overige controle afspraken: ……….. om ……….. bij ……………………………………………………………… ……….. om ……….. bij ……………………………………………………………… ……….. om ……….. bij ……………………………………………………………… ……….. om ……….. bij ………………………………………………………………
Hielprikje
(de landelijke neonatale screening op de vierde dag na de geboorte) Is wel / niet gedaan
datum:
………………………………………
Medicijnen ……………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………..
Voeding
De voorgeschreven voeding van uw baby bij ontslag is: ……… x daags ………. milliliter
Juli 2009 397