Slikproblemen Wat zijn slikproblemen ? Slechte slikreflex : wat mag ik eten en drinken? Enkele raadgevingen om de voeding te vergemakkelijken Fiche met persoonlijke raadgevingen Nota’s
Het UMC Sint-Pieter organiseert zich onder de vorm van een algemene Rechtsvereninging onderworpen aan de wet van 8 juli 1976, en waarvan de sociale zetel gevestigd is in de Hoogstraat 322 te 1000 Brussel.
UMC Sint-Pieter | Campus Hallepoort Hoogstraat 322 - 1000 Brussel
UMC Sint-Pieter | Campus César De Paepe Cellebroersstraat 13 - 1000 Brussel www.umcsintpieter.be
Goeiedag Deze brochure is bestemd voor iedereen die zijn kennis over slikproblemen (of dysfagie) wil verbeteren. Als u, of iemand in uw omgeving, deze aandoening heeft, dan vindt u hier uitleg en praktische raad om veilig te drinken en te eten. Aan het einde van de brochure vindt u een fiche met persoonlijke raadgevingen van uw therapeut. Uiteraard staat uw zorgteam volledig ter beschikking voor bijkomende inlichtingen. Veel leesgenot,
Uw zorgteam
Inhoudstafel Wat zijn slikproblemen?
1
1. Definitie 2. Signalen van een verkeerde slikreflex 3. Gevaren van een verkeerde slikreflex
1 2 3
Slechte slikreflex: wat mat ik eten en drinken A. Vloeistoffen 1. De verschillende aanpassingen van de vloeistoffen 2. Hoe een ingedikte vloeistof drinken? 3. Hoe vloeistoffen indikken?
4 4 4 6 6
B. Vast voedsel 1. De verschillende aanpassingen van vast voedsel 2. Uitleg bij de verschillende stadia Stadium 1 : «Gewone»structuur Stadium 2 : «Gewone en gemakkelijke» structuur Stadium 3 : «Gehakt/gemalen» Stadium 4 : «Met structuur» Stadium 5 : «Glad geblenderd + brood» Stadium 6 : «Glad geblenderd» Stadium 7 : «Vloeibare» structuur Voedingssupplementen Stadium 8 : Niets langs de mond De maagsonde De gastrostomiesonde
8 8 9 9 9 10 11 13 15 17 18 18 19 19
Enkele raadgevingen om de voeding te vergemakkelijken Fiche met persoonlijke raadgevingen Nota’s
20 22 25
Wat zijn slikproblemen ? 1. Definitie De slikbeweging : Dit is het doorslikken van speeksel, voedsel of vloeistof. Normaal schuift voedsel van de mond naar de maag. Indien doorslikken moeilijk gaat spreekt men van dysfagie of slikproblemen.
Ademhaling
Voedsel
De verkeerde slikreflex of “in het verkeerde gat schieten”: men verslikt zich. Anders gezegd: het speeksel, een deel van het voedsel of van de vloeistof gaat naar de longen en niet naar de maag zoals normaal. Zich verslikken kan zware gevolgen hebben (zie «gevaren» pagina 6). Het is absoluut nodig dat u de aanbevelingen van uw zorgverlener opvolgt. 1
2. Signalen van een verkeerde slikreflex
• Hoesten bij het slikken. (Opgepast! Bepaalde personen hoesten niet wanneer ze zich verslikken, zij hebben een verminderde hoestreflex) • De keel schrapen • Trager eten • Ademhalingsmoeilijkheden • Een door tranen verstikte of rauwe stem na enkele happen of buiten de maaltijden (of het drinken) • Gewichtsverlies • Weigeren om te eten • Angst vóór de maaltijden • Vermoeidheid tijdens de maaltijden • ...
2
3. Gevaren • Benauwdheid • Longontsteking (pneumonie, chronische bronchitis, chronische hoest, …) • Gewichtsverlies • Dehydratatie • Ondervoeding • ...
3
Slechte slikreflex: wat mag ik eten en drinken ? De behandeling van slikproblemen: aanpassing van de textuur van vaste voeding en van de viscositeit van vloeistoffen.
A. Vloeistoffen 1. De verschillende aanpassingen van de vloeistoffen De aanpassingen zijn functie van de ernst van het slikprobleem:
Stadium A : Toegelaten vloeistoffen Stadium B : Toegelaten vloeistoffen, met uitzondering van soep met vaste stukjes (deegwaren, rijst, balletjes, croutons…) Stadium C : Enkel heldere vloeistoffen: zwarte koffie (zonder melk en zonder suiker!), thee (zonder melk en zonder suiker!), bouillon, water met of zonder prik. Niets anders!
4
Stadium D : Indikken van alle vloeistoffen • Ingedikte vloeistoffen onder de vorm van «siroop» (stadium1) (dichtheid = kan gedronken worden met een rietje of uit een glas) • Ingedikte vloeistoffen onder de vorm van «lopende crème» (stadium 2)( dichtheid = kan niet gedronken worden met een rietje, maar wel uit een glas) • Ingedikte vloeistoffen onder de vorm van «crème» (stadium 3) (met de lepel te geven) Stadium E : Verboden vloeistoffen
OPGEPAST voor voedsel zoals ijscrème dat vloeibaar wordt in de mond (of gelatine…)
5
2. Hoe een ingedikte vloeistof drinken ? • Uit een glas • Uit een kopje • Met een rietje • Met een koffie- of soeplepel
Uw therapeut zal u aanduiden wat u moet doen.
3. Hoe vloeistoffen indikken ? Waarmee ? Met een indikkingsmiddel: een poeder dat de vloeistof verdikt maar de smaak van de vloeistof niet verandert. Dit poeder is te koop in de apotheek. Resource ThickenUp Clear® de Nestlé® Thick & Easy® de Frésénius-Kabi® Nutilis Clear® de Nutricia®
6
Welke vloeistoffen ? Indien u de raad gekregen heeft om uw drank in te dikken, dan moeten alle vloeistoffen die u tot zich neemt ingedikt zijn : • • • • • • • •
Water (lekkerder met siroop) Koffie, thee, chocolademelk Bier, wijn Frisdranken (cola, fanta, sprite, …) Sap Soep Geneesmiddelen (Losféron®, Dafalgan® ,….) Voedingssupplementen OPMERKING : Er bestaan gebruiksklare ingedikte vloeibare preparaten : dit zijn gegelifiëerde waters.
Hoe ? Lees aandachtig de dosering van het verdikkingsmiddel. Voor drank met prik: roeren tot alle gasbelletjes verdwenen zijn voordat u het indikkingsmiddel toevoegt.
Le CHU Saint-Pierre s’organise sous la forme d’une Association de droit public, régie par la loi du 8 juillet 1976, 7 dont le siège social se situe 322 rue Haute à 1000 Bruxelles.
B. Vast voedsel 1. De verschillende aanpassingen van vast voedsel De aanpassingen zijn in functie van de ernst van het slikprobleem
8
• Stadium 1 :
« Gewone » structuur (p. 9)
• Stadium 2 :
« Gewone en gemakkelijke » structuur (p. 9)
• Stadium 3 :
« Gehakt/gemalen» (p. 10)
• Stadium 4 :
« Met structuur » (p. 11)
• Stadium 5 :
« Glad geblenderd + brood » (p. 13)
• Stadium 6 :
« Glad geblenderd » (p. 15)
• Stadium 7 :
« Vloeibare » structuur (p. 17)
• Stadium 8 :
Niets langs de mond. (p. 18) Voedsel innemen langs de mond is verboden : de voeding gebeurt via een maagsonde of een gastronomie
2. Uitleg bij de verschillende stadia Stadium 1 : « Gewone » structuur
Het verpleegteam heeft u voeding met «Gewone» structuur voorgeschreven. U mag zonder beperkingen eten volgens uw dieet (diabeticus, cholestorolverlagend, …).
+ zie persoonlijke raadgevingen voor vloeistoffen (dranken, soep, behandeling…)
Stadium 2 : « Gewone en gemakkelijke » structuur Het verpleegteam heeft u voeding met een «Gewone en gemakkelijke» structuur voorgeschreven. Basisregel : Menu waarin de harde voedingsmiddelen (zoals steak, appel, …) of moeilijk eetbaar vanuit motorisch standpunt (zoals rijst, appelsienen…) aangepast zijn.
+ zie persoonlijke raadgevingen voor vloeistoffen (dranken, soep, behandeling…) 99
Stadium 3 : « Gehakt/gemalen »
Het verpleegteam heeft u voeding met een «Gehakt/gemalen» structuur voorgeschreven. U vindt hier de voedingsmiddelen die u mag eten en die welke verboden zijn.
De lijst is niet volledig en wordt enkel als voorbeeld gegeven. Indien u vragen bijkomende heeft, aarzel dan niet om u tot de logopediste of de diëtiste te wenden.
Basisregel : Het vlees wordt gehakt, de groenten blijven heel en zijn zachtgekookt, de zetmeelproducten zijn gewoon. Het boterhambeleg is makkelijk te eten (mousse, smeerkaas, …)
+ zie persoonlijke raadgevingen voor vloeistoffen (dranken, soep, behandeling…)
10
Het ontbijt en het avondmaal • Brood met korsten + gezouten of gesuikerd beleg (confituur, chocoladepasta, hesp, kaas in sneetjes, smeerkaas …) • Sandwiches • Brioches • Koffiekoeken… Het middagmaal • • • •
Soep Vlees met « gehakte - gemalen » structuur Volledig gekookte en zachte groenten Voorbeelden : gehakt rundsvlees - wortelen - aardappelen
Verboden : Corn-flakes, harde koekjes, ...
Stadium 4 : « Met structuur » Het verpleegteam heeft u voeding met «Structuur» voorgeschreven. U vindt hier de voedingsmiddelen die u mag eten en die welke verboden zijn. De lijst is niet volledig en wordt enkel als voorbeeld gegeven. Indien u vragen bijkomende heeft, aarzel dan niet om u tot de logopediste of de diëtiste te wenden
11
Basisregel : De voedingsmiddelen met deze structuur zijn homogeen, dit wil zeggen met een enige structuur. Vermijd voedingsmiddelen die verkruimelen, korrelig of vezelig zijn.
+ zie persoonlijke raadgevingen voor vloeistoffen (dranken, soep, behandeling…)
Het ontbijt en het avondmaal • Wit brood met gesuikerd beleg (zonder graankorrels) of gezouten beleg • Yoghurt (zonder stukjes) • Clinutren Cereal ® (Nestlé) = grutten Het middagmaal • Gefilterde soep (geen brokjes noch draden) • Vlees: glad gemalen • Geselecteerde groenten (niet taai en draderig – niet korrelig) in zijn geheel gekookt of onder vorm van puree (erwten-, broccoli-, wortelpuree …) • Zetmeelproducten = aardappelen, aardappelpuree Verboden : Bruin brood, madeleine (kan verkruimelen), corn-flakes, beschuit, erwten, griesmeel, rijst, pasta, (farfalle, vermicelle, ...), maïs, druiven, ... 12
Stadium 5 : « Glad geblenderd + brood »
Het medisch team heeft u een voedseltextuur van het type «Glad geblenderd» voorgeschreven. U vindt hier de voedingsmiddelen die u mag eten en die welke verboden zijn. De lijst is niet volledig en wordt enkel als voorbeeld gegeven. Indien u vragen bijkomende heeft, aarzel dan niet om u tot de logopediste of de diëtiste te wenden.
Basisregel : Alle voedingsmiddelen moeten een gladde textuur hebben (zonder brokjes) en een « crèmeconsistentie » + wit brood zonder korsten is toegestaan.
+ zie persoonlijke raadgevingen voor vloeistoffen (dranken, soep, behandeling…)
13
Het ontbijt en het avondmaal • Puree zonder brokjes (fruit en groenten moeten geblenderd worden) • Gladde zuivelproducten (bv: gearomatiseerde yoghurt zonder brokjes, crèmes, flans, …) • Clinutren Cereal ® (Nestlé) = grutten • Witbrood zonder korsten met gesuikerd (zonder graantjes) of gezouten broodbeleg
Het middagmaal • Gefilterde soep (geen brokjes noch draden) • Puree zonder brokje (het vlees en de groenten moeten glad geblenderd worden) • Gladde zuivelproducten (ex: yoghurt zonder brokjes, crèmes, flan, …) • Witte boterhammen zonder korsten …
Verboden : Kramiek, suikerbrood, beschuit, bruin brood, ...
14
Stadium 6 : « Glad geblenderd »
Het verpleegteam heeft u voeding van het type «Glad geblenderd of crème» voorgeschreven. U vindt hier de voedingsmiddelen die u mag eten en welke verboden zijn. De lijst is niet volledig en wordt enkel als voorbeeld gegeven. Indien u vragen bijkomende heeft, aarzel dan niet om u tot de logopediste of de diëtiste te wenden.
Basisregel : Alle voeding moet glad zijn (zonder brokjes) met de consistentie van een « crème ».
+ zie persoonlijke raadgevingen voor de vloeistoffen (dranken, soep, behandeling…)
15
Het ontbijt en het avondmaal • Puree zonder brokjes (fruit moet geblenderd zijn) • Gladde zuivelproducten (bijv.: gearomatiseerde yoghurt zonder brokjes, crèmes, flan, …) • Clinutren Céréal ® (Nestlé) = grutten
Het middagmaal • Gezeefde soep (geen brokjes, noch dradens) • Puree zonder brokjes (het vlees en de groenten moeten glad geblenderd worden en saus toegevoegd om de happen makkelijker doorslikbaar te maken) • Vruchtenpuree • Gladde zuivelproducten (bijv. : yoghurt zonder brokjes, crèmes, flan, …)
Verboden : Brood, corn-flakes, draderig vlees (bijv. : blanquette), pasta, rijst
16
Stadium 7 : « Vloeibaar »
Het verpleegteam heeft u voeding van het type «Vloeibaar» voorgeschreven. U vindt hier de voedingsmiddelen die u mag eten en die welke verboden zijn. De lijst is niet volledig en wordt enkel als voorbeeld gegeven. Indien u vragen bijkomende heeft, aarzel dan niet om u tot de logopediste of de diëtiste te wenden.
Basisregel : Alle voeding is vloeibaar (met een textuur aangepast volgens de consignes van uw zorgverlener).
Het ontbijt en het avondmaal • Voedingssupplementen • Melk, koffie, thee, sap,…
Het middagmaal • Gezeefde soep (geen brokjes, noch draden) • Voedingssupplementen
17
Een voedingssupplement : wat is dat ?
Wanneer er te weinig gegeten wordt, en de dagelijkse maaltijden niet de nodige energie (calorieën), vitamines en mineralen aanvoeren, dan zal het verpleegteam voedingssupplementen aanraden.
Ze worden aangeraden als tussendoortje (buiten de maaltijd) maar kunnen deze in bepaalde gevallen volledig vervangen. Deze supplementen bestaan onder verschillende gedaanten : vloeibaar, crème, soep, granen. Deze producten zijn te koop bij de apotheker en dieetwinkels of -afdelingen.
Stadium 8 : « Niets langs de mond » Voedsel innemen langs de mond is verboden: de voeding gebeurt via een maagsonde of via een gastrostomie (Cfr. uitleg op de volgende pagina).
18
Wat is een maagsonde ? Een maagsonde is een slangetje dat door de neus in de maag zit. Deze techniek laat toe om de persoon van de noodzakelijke voedingsstoffen te voorzien. Eenmaal de sonde op zijn plaats zit gaat de verpleegequipe er de sondevoeding op aansluiten : vloeibare voeding. Voor sommige personen dient de sonde om bijkomende calorieën bovenop het gewone voedsel toe te dienen, en voor anderen is de sonde de enige manier van voeden.
Wat is een gastrostomiesonde ? Een gastrostomiesonde is een slangetje dat rechtstreeks in de maag zit. Het wordt meestal voorgesteld wanneer de voorziene duur van de sondevoeding meer dan een maand bedraagt. Het geeft een hoger comfort aan de persoon. Voor sommige personen dient de sonde om bijkomende calorieën bovenop het gewone voedsel toe te dienen, en voor anderen is de sonde de enige manier van voeden. Na de plaatsing is er een dagelijkse verzorging door een verpleegkundige volgens een vastgelegd protocol.
19
Enkele raadgevingen om de voeding te vergemakkelijken Maaltijden zijn dikwijls vermoeiend voor personen met slikproblemen, en dit leidt tot lange en moeizame maaltijden. Personen met slikproblemen hebben dus de neiging om minder te eten, en dikwijls tè weinig … met alle gevolgen vandien voor hun gezondheid.
Enkele raadgevingen om ondervoeding te vermijden :
• Zorg voor een rustige omgeving (zonder TV …) • Geef de voorkeur om in de zetel te eten • Het is absoluut nodig om te eten en te drinken met een rechte rug (= hoek van de romp met de benen van 90°) en de kin op de borst (= hoofd gebogen)
20
• Het is aan te bevelen om de maaltijden te verdelen over de dag, dus kleinere hoeveelheden eten maar meer maaltijden op een dag. • Om de maaltijd attractiever te maken : kies voedingsmiddelen die smaak en kleur hebben. Verzorg de presentatie en let op de temperatuur van de maaltijd (warme maaltijd/koel dessert)… • Het is aan te bevelen om de voeding te verrijken, ofwel door toevoeging van courante voedzame voedingsmiddelen (room, boter, ham, kaas, suiker, chocolat fondu, …), ofwel door toevoeging van verrijkte producten te koop bij de apotheker (hyperproteïnepoeder, maltodextrines, vezels, …). • In de handel zijn er ook voedingssupplementen verkrijgbaar (zie uitleg pagina 18)
21 21
Fiche met persoonlijke raadgevingen Uw vloeistoffen • Stadium A Vloeistoffen toegelaten
• Stadium B Vloeistoffen toegelaten met uitzondering van soep met brokjes (pasta, rijst, balletjes, croutons, …)
• Stadium C Enkel heldere vloeistoffen: zwarte koffie (zonder melk en zonder suiker!), thee natuur, bouillon, plat water, spuitwater. En niks anders! • Stadium D Enkel ingedikte vloeistoffen zijn toegelaten : • Ingedikte vloeistoffen in de vorm van «siroop» (stadium 1) (consistentie = kan met een rietje en uit een glas opgedronken worden) • Ingedikte vloeistoffen in de vorm van «vloeibare crème» (stadium 2) (consistentie = kan niet met een rietje maar wel uit een glas gedronken worden) • Ingedikte vloeistoffen in de vorm van «crème» (stadium 3) (met de lepel te geven) • Stadium E Geen vloeistof toegelaten
22
Uw vaste voeding Stadium 1
« Gewone » structuur pag. 9
Stadium 2
« Gewone en gemakkelijke » structuur pag. 9
Stadium 3
« Gehakt-gemalen » pag. 10
Stadium 4
« Met structuur » pag. 11
Stadium 5
« Glad geblenderd + brood » pag. 13
Stadium 6
« Glad geblenderd » pag. 15
Stadium 7
« Vloeibare » structuur pag. 17
Stadium 8
Niets langs de mond. pag. 18 Voedsel innemen langs de mond is verboden : de voeding gebeurt via een maagsonde of een gastronomie
23
Veiligheidsconsignes voor het ETEN EN HET DRINKEN
24
p
Zit goed rechtop (90°)
p
Trek uw kin in (het hoofd naar voren buigen)
p
Draai het hoofd naar links - naar rechts
p
Kantel het hoofd naar links (met het oor tegen de schouder)
p
Kantel het hoofd naar rechts (met het oor tegen de schouder)
p
Drink kleine slokjes
p
Neem één slok met een keer
p
Praat niet terwijl u eet
p
Eet kleine hapjes
p
Verdeel de maaltijden over de dag: kleinere maar frequentere maaltijden
p
Verrijk de voeding
p
Gebruik aangepast bestek (volgens de raadgevingen van het team)
p
Blijf na de maaltijd een half uur rechtop zitten
p
Andere : …………………………………………………
Nota’s ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
25
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ...............................................................................................................................
26
GEGEVENS VAN UW ZORGVERLENER
Brochure gerealiseerd door Geraldine Maes in het kader van het Geriatrie Zorgprogramma. In samenwerking met de Dienst Dieetkunde van het U.M.C. Sint-Pieter 27
Met de steun van :