(Uit: mensenrechteneducatie in het vak geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
THEMA
AMBACHTEN EN GILDEN IN DE MIDDELEEUWEN
Sluit aan bij
Deze les sluit aan bij de opkomst van de steden en het ontstaan van ambachten en gilden. De sociale en economische rechten komen aan bod, met o.a.: - Recht op kleding - Recht op medische verzorging - Recht op een behoorlijk loon - Recht op voedsel - Recht op onderdak De leerlingen worden zich ervan bewust dat ambachten zich in de middeleeuwen al bogen over kwesties die wij vandaag als sociale en economische rechten beschouwen, maar dat nu nog steeds niet iedereen van die rechten kan genieten. 3e jaar Groepswerk met getuigenisfiches
Mensenrechten
Doel
Niveau Type
Duur Materiaal
50 minuten - Informatiekaarten ‘Mozambique en suiker’ en ‘Nike’ - Getuigenissen - Schema met economische en sociale rechten. - Informatiefiche - Powerpoint met beroepen
http://www.vormen.org/MREingeschiedenis/index.html
Voorbereiding
Doelstellingen
- vereenvoudigde versie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens - Kopieer voor iedereen een informatiekaart en een schema met de economische en sociale rechten. - Kopieer voor elk groepje de getuigenissen. - Knip de getuigenissen uit voor elk groepje. - Lees de informatiefiche De leerlingen kunnen: - de verschillende beroepen in de middeleeuwse stad benoemen en uitleggen wat ze inhouden - het ontstaan van ambachten en gilden verklaren - de functie van ambachten en gilden uitleggen - de functies binnen een ambacht opsommen en verklaren - de sociale en economische situatie van boeren in armere landen of lageloonarbeiders beknopt weergeven - de rol van de EU in de situatie van de arme boeren uitleggen - de rol van de bedrijven in de situatie van lageloonarbeiders uitleggen De leerlingen willen: - zich grondig bezinnen over de ongunstige sociale situatie waarin veel mensen zich bevinden - de ernst van de ongunstige sociale situatie waarin veel mensen zich bevinden, inzien
1 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Vakgebonden eindtermen
VOET
- mogelijkheden ontdekken om de ongelijke verdeling van rijkdom in de wereld te veranderen - zich inzetten om de situatie van mensen waarvan de sociale en economische rechten worden geschonden, te verbeteren 8.1.1 Kennis, inzichten vaardigheden in verband met tijd, historische ruimte en socialiteit 8.1.1.2 Kennis, inzicht en vaardigheden in verband met de bestudeerde samenlevingen (tot ca.1800) De leerlingen 4 omschrijven per ontwikkelingsfase van de westerse samenleving enkele fundamentele kenmerken uit verschillende maatschappelijke domeinen en beoordelen deze als vernieuwend of behoudend. 8.1.1.3 Kennis, inzicht en vaardigheden in verband met de integratie tussen het historisch referentiekader en de samenlevingen tot ca. 1800 13 lichten uit de bestudeerde samenlevingen enkele elementen toe die in latere samenlevingen of vandaag invloed uitoefenen. 8.1.2.3 Historische redenering De leerlingen kunnen 22 met coherente argumenten hun eigen standpunt tegenover een historisch of actueel maatschappelijk probleem verdedigen. 8.1.3 Attitudes De leerlingen 25 hechten waarde aan de bevraging van het heden en het verleden bij de motivering van meningen en standpunten in de confrontatie met historische en actuele spanningsvelden. 28 zijn bereid waarden en normen uit heden, verleden en andere culturen vanuit de historische en actuele context te benaderen. Gemeenschappelijke stam creativiteit 2 kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren; empathie 5 houden rekening met de situatie, opvattingen en emoties van anderen; initiatief 10 engageren zich spontaan; kritisch denken 11 kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h.v. relevante criteria; 12 zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; 13 kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; open en constructieve houding 16 houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld; respect 18 gedragen zich respectvol; samenwerken 19 dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen; verantwoordelijkheid 20 nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving; zorgzaamheid 27 dragen zorg voor de toekomst van zichzelf en de ander; Context 2 Mentale gezondheid
2 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
3 erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp; Context 5 Politiek-juridische samenleving 3 tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten; 4 zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen; 13 geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt. Context 6 Socio-economische samenleving 3 zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld; 4 hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijskwaliteit en duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument; 5 geven voorbeelden van het veranderlijke karakter van arbeid en economische activiteiten; 6 geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden; 9 lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers en werknemersorganisaties in een nationale en internationale context. Context 7 Socioculturele samenleving 3 illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit; Instructies Starter/gespreksfase 1. Toon de leerlingen een snelle diaprojectie van allerlei beroepen. Vraag hen om zoveel mogelijk beroepen te onthouden. 2. Vraag hen vervolgens welke van die beroepen volgens hen ook al in de middeleeuwen bestonden. Vul hierna, indien nodig, hun lijstje aan. (zie informatiefiche) 3. Noteer op het bord in twee kolommen ‘export’ en ‘eigen markt’. Laat een leerling, met behulp van de klas, volgende beroepen in de juiste kolom plaatsen: wevers, volders, bakkers, slagers, metaalbewerkers, schoenmakers. Verklaar de beroepen indien nodig. (zie informatiefiche) 4. Vraag aan de leerlingen of er bij ons bepaalde afspraken zijn gemaakt i.v.m. het loon dat je met een bepaald beroep kan verdienen, of over de werkomstandigheden. 5. Vertel daarna zelf dat in de middeleeuwen, hetzij in een heel andere context dan nu, ook bepaalde afspraken werden gemaakt. Leg nu het ontstaan en de functie van ambachten en gilden uit. (zie informatiefiche) 6. Stel de volgende vragen aan de leerlingen: - Gelden onze afspraken over de lonen of werkomstandigheden voor een bepaald gebied of voor de hele wereld? Voor welk gebied? - Kan iedereen gebruik maken van deze rechten? - Ken je situaties waar dat niet het geval is? Welke? - Hoe gaat men daar in West-Europa mee om? 7. Vertel nu dat er een Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is waarin verklaard wordt dat alle mensen ter wereld bepaalde rechten hebben omwille van hun menszijn op zich. Overloop welk deze rechten zijn (zie bijlage). Deze verklaring en de opvatting dat ieder mens bepaalde rechten heeft, is nog zeer recent (1948).
3 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Vertel dat er ook een lijst is met sociaal- economische rechten die voor iedereen gelden. Toon het schematische overzicht van de sociaal- economische rechten (zie biljage). Vertel dat de leerlingen in het vervolg van de les met deze rechten aan de slag zullen gaan.
4 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Verwerking 1. Vraag aan de leerlingen waar en wanneer zij gebruik maken van hun sociale rechten en wanneer deze rechten voor hen geschonden worden. Vraag hen hun eigen situatie te vergelijken met leeftijdsgenoten in het Zuiden. 2. Verdeel de klas in groepjes van vier. Geef elke leerling van het groepje een informatiekaart, een schema met de rechten en een getuigenis. In bijlage is er telkens een extra getuigenis bijgevoegd, voor het geval er een groepje van vijf is. Er zijn twee verschillende situaties:‘Mozambique en suiker’ en ‘Nike’. Verdeel beide situaties gelijk over het aantal groepjes. 3. Laat de leerlingen in stilte de informatiekaart en de getuigenis lezen. Daarna moeten ze in het schema met rechten op zoek gaan naar de rechten die geschonden worden in de getuigenis. Deze duiden ze aan. 4. De leerlingen kunnen hierna in groep gaan zitten en de volgende vragen bespreken: - Hoe komt het dat deze rechten van de personages geschonden worden? - Wat is hiervan de belangrijkste oorzaak? - Wat moet er veranderen? De vragen gaan niet individueel over de getuigenissen, maar over het gehele plaatje. Voor stap drie en vier krijgen de leerlingen vijftien minuten tijd. Nabespreking 1. Bespreek nu met de hele groep de resultaten van het individuele werk en het groepswerk. Stel hierbij de volgende vragen: - Welke economische en sociale rechten worden er zoal geschonden? Wat is de oorzaak ervan? Wat moet er veranderen? - Welke schendingen hebben rechtstreeks/onrechtstreeks te maken met de Europese subsidies? Welke met grote bedrijven zoals Nike? - Geef voorbeelden van veranderingen voor de Mozambikanen wanneer de suikerhandel op volle toeren zou draaien. - Geef voorbeelden van veranderingen voor de werknemers in lage loonlanden wanneer hun lonen rechtvaardig zouden worden. - Wie wist er dat Europa en grote bedrijven invloed hebben op zo’n situaties buiten Europa? Had je hierover al gehoord? Ben je verbaasd? - Wie zal er, nu je dit alles weet, hiermee rekening houden wanneer hij iets koopt? - Kunnen we zelf ons steentje bijdragen om bijvoorbeeld de suikerboeren in het Zuiden te helpen? Hoe? (bv. Fair Trade- suiker kopen (o.a. in wereldwinkel)) - Wat kunnen doen om boeren uit de armere wereldlanden te steunen? (bv. wereldwinkel openen op school- sensibilisering rond Fair Trade opzetten) - Wat kunnen we doen tegen uitbuiting in lageloonlanden?1
1
REYNDERS, N., VAN PUYMBROECK, M., VORMEN VZW, RECHT-vaardig, menswaardig, Het suikerspel: minder zoet dan het lijkt…, internet, 2006, (http://www.vormen.org/Rechtvaardig/Suikerspel.html); REYNDERS, N., VAN PUYMBROECK, M., VORMEN VZW, RECHT-vaardig, menswaardig, Nike: het verhaal achter de sportschoenen, internet, 2006, (http://www.vormen.org/Rechtvaardig/Nike.html)
5 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Informatiefiche: ambachten en gilden in de Middeleeuwen Historische informatie In de 13e eeuw trof je in de stad heel wat economische activiteiten aan. Er leefden landbouwers, maar ook veel ambachtslieden. Voor de export werkten bijvoorbeeld volders, wevers, metaalbewerkers… Voor binnen de stadsmuren werkten bijvoorbeeld brouwers, slagers, bakkers, schoenmakers… Daarnaast waren er ook de rijken, die meestal ondernemer of groothandelaar beter koopman waren. Niet iedereen kreeg inspraak in het bestuur van de steden. Ondernemers, meesters en belangrijke figuren uit die stad wilden wel die inspraak en wilden meer controle over de economie. Daarom organiseerden ze zich per stiel of beroep in ambachten. Deze verdedigden de belangen van haar leden en had een eigen bestuur, een eigen reglement, een eigen kas een eigen militie. De vastgelegde reglementen uit de 13 e eeuw hadden betrekking op de beroepszaken, maar ook op de plicht van de leden om de erediensten bij te wonen en te zorgen voor de familieleden van overleden leden. De ambachten bepaalden ook de prijzen en lonen, de kwaliteit van de afgewerkte producten en regelden meningsverschillen tussen leden. Op die manier werd onderlinge concurrentie uitgeschakeld. De ambachten kunnen we niet vergelijken met de vakbonden zoals wij die nu kennen, want bij een ambacht waren alle ambachtslieden met hetzelfde beroep aangesloten, zowel meesters als leerjongens. Dat waren functies binnen een ambacht. De leider van een vereniging was de deken. Daarnaast waren er de meesters. Dat waren volwaardige leden die een eigen bedrijfje hadden. In hun dienst werkten dan weer gezellen die leerjongens opleidden. De leerjongens betaalden daarvoor ‘leergeld’. We kunnen ook stellen dat dit een vorm van opleiding binnen het ambacht was. Vaak kregen ambachten het alleenrecht om een bepaald beroep in hun stad uit te oefenen. Ze stelden looneisen tegenover hun opdrachtgevers en verzetten zich tegen te hoge belastingen. Het was niet zo dat alle beroepen zich mochten verenigen. Welke beroepen dat mochten hing af van stad tot stad. Soms werd de vereniging in ambachten zelfs gewoon verboden. Het is niet zo dat de vereniging in ambachten kon leiden tot een gezamenlijk protest tegen slechte werkomstandigheden. Daarvoor waren de arbeiders over te veel ateliers verdeeld en was er een te sterke hiërarchie aanwezig in de organisatie, waarbij de meesters de dienst uitmaakten. Ook de handelaars werkten samen om hun gemeenschappelijke belangen te beschermen. Daartoe verenigden ze zich in gilden. Wanneer de handelaars naar jaarmarkten reisden, gebeurde dit in groep. Zo waren ze beter beschermd tegen overvallen. Daarnaast verenigden ze zich ook in hanzen. De hanzen waren een verbond tussen steden die handel met elkaar dreven. Om de prijzen van goederen de hoogte in te jagen, maakten handelaars van verschillende steden afspraken om met elkaar handel te drijven in bepaalde goederen. 2 Wereldlandbouw 96% van alle boeren in de wereld maken deel uit van ontwikkelingslanden. In die landen is landbouw de belangrijkste bron van inkomsten. Ongeveer drie vierde van de werkenden in de minst ontwikkelde landen zijn tewerkgesteld in de landbouw. De landbouwsector is noodzakelijk voor voedselzekerheid, armoedevermindering en economische groei. Toch worden in de praktijk vooral de rijken bevoordeeld door de regels rond landbouwhandel. Rijke landen kunnen hoge bedragen investeren om hun landbouwers te beschermen. Arme landen worden dan weer gedwongen om hun markten te openen voor die gesubsidieerde importen, terwijl de rijke landen hun eigen landbouwers wel beschermen. Zo kunnen die gesubsidieerde landbouwoverschotten gedumpt worden of veel goedkoper 2
GORIS, G., DECAT, F., e.a., Storia 3ASO, leerboek, Van In, Wommelgem, 2006, p. 90-91; MATTHEW, D., Atlas van de middeleeuwen, Atrium, Alphen aan den Rijn, p. 144-145; (red.), 7000 jaar wereldgeschiedenis, de middeleeuwen, Lekturama, Rotterdam, p. 339, 348-350
6 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
verkocht worden dan in het land van herkomst. De lokale boeren kunnen hiertegen niet concurreren en zo worden de plaatselijke landbouwmarkten in ontwikkelingslanden aangetast door de goedkope producten uit de rijke landen. Zelf hebben de ontwikkelingslanden niet de mogelijkheden om hun landbouw te subsidiëren. Daarnaast zorgen de hoge invoertaksen van de rijke landen ontwikkelingslanden zelf moeilijk kunnen invoeren in de rijke landen. 3
ervoor
dat
de
Eerlijke handel Via eerlijke handel betalen we een eerlijke prijs. Die prijs houdt rekening met allerlei factoren, zoals de aard van het werk, de geleverde inspanning en de koopkracht van de producent. Op basis daarvan wordt een fairtrademinimumprijs vastgelegd. Daarnaast ontvangen de producentgroepen ook nog een fairtradepremie die dient voor de sociale en economische ontwikkeling van de hele gemeenschap. Bovendien houdt eerlijke handel ook in dat men correcte arbeidsomstandigheden garandeert, net als respect voor het milieu en het uitsluiten van kinderarbeid. Het doel is om de arme producent sterker te maken. Deze eerlijke handel kan je stimuleren door zelf eerlijke producten te kopen. Dit kan bijvoorbeeld in de Oxfam wereldwinkels. Op school kan je zelfs met de hulp van minstens 8 leerlingen en 2 leerkrachten een winkeltje openen met eerlijke producten.4
3
Reynders, N., Van Puymbroeck, M., VORMEN VZW, RECHT-vaardig, menswaardig, Educatief pakket rond economische, sociale en culturele rechten, internet, 2006, (http://www.vormen.org/Rechtvaardig/downloads/RechtvaardigVolledig.pdf) 4
OXFAM WERELDWINKELS (red.), Eerlijke handel?, Wat is eerlijke handel?, internet, 10-11-2009, (http://www.oww.be/pageview.aspx?pv_mid=4901)
7 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Powerpoint landbouwer – volder – wever - metaalbewerker – brouwer
8 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
slager – bakker – schoenmaker - ondernemer/apotheker – textielnijverheid – glasblazen
9 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
timmerman – kunstschilder – bankier – visser
10 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) (vereenvoudigde versie) Artikel 1 Alle mensen worden vrij geboren en moeten op dezelfde manier worden behandeld. Artikel 2 Ieder heeft recht op alle rechten, ongeacht of je jong of oud, man of vrouw bent, welke huidskleur je hebt, welke godsdienst je belijdt of welke taal je spreekt. Artikel 3 Je hebt recht op leven in vrijheid en in veiligheid. Artikel 4 Slavernij is verboden. Artikel 5 Je mag niemand martelen. Artikel 6 Je hebt recht op dezelfde bescherming als iedereen. Artikel 7 De wet moet voor iedereen hetzelfde zijn; iedereen moet volgens de wet op dezelfde manier behandeld worden. Artikel 8 Je hebt recht om hulp van een rechter te vragen, als je vindt dat je volgens de wetten van je land niet goed wordt behandeld. Artikel 9 Niemand heeft het recht je zonder goede reden gevangen te zetten of het land uit te sturen. Artikel 10 Als je terecht moet staan, moet dat in het openbaar gebeuren. De mensen die je berechten, mogen zich niet door anderen laten beïnvloeden. Artikel 11 Je bent onschuldig tot je schuld bewezen is; je hebt het recht je te verdedigen tegen beschuldigingen. Artikel 12 Je hebt het recht op privacy: op bescherming als iemand je lastig valt, je brieven opent of kwaad van je spreekt. Artikel 13 Je hebt het recht om te gaan en te staan waar je wilt, in eigen land en in het buitenland. Artikel 14 Als je slachtoffer wordt van mensenrechtenschendingen, heb je het recht om naar een ander land te gaan en dat land te vragen om jou te beschermen. Artikel 15 Je hebt het recht een eigen nationaliteit te hebben. Artikel 16 Je hebt het recht te trouwen en een gezin te stichten. Artikel 17 Je hebt het recht op eigendom en niemand mag je bezittingen zonder goede redenen afnemen. Artikel 18 Je hebt het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. Artikel 19 Je hebt het recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Artikel 20 Je hebt het recht om te vergaderen als je dat wilt. Artikel 21 Je hebt het recht om deel te nemen aan de politiek van je land. Artikel 22 Je hebt het recht op maatschappelijke zekerheid en om jezelf te ontwikkelen. Artikel 23 Je hebt het recht op werk in het beroep dat je zelf kiest. Je hebt ook recht op een rechtvaardig loon voor je werk. Mannen en vrouwen moeten voor hetzelfde werk evenveel betaald krijgen. Artikel 24 Je hebt het recht op vrije tijd en vakantie. Artikel 25 Je hebt het recht op alles wat nodig is om ervoor te zorgen dat je niet ziek wordt, geen honger hebt en een dak boven je hoofd hebt. Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Artikel 26 Je hebt het recht op onderwijs dat gericht is op de volle ontwikkeling van de menselijkepersoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Artikel 27 Je hebt het recht om te genieten van wat kunst en wetenschappen voortbrengen. Artikel 28 De overheid moet ervoor zorgen dat er een "orde" is die al deze rechten beschermt. Artikel 29 Je hebt ook plichten tegenover de mensen om je heen, zodat ook hun mensenrechten kunnen worden beschermd. De wetten in je land mogen niet ingaan tegen deze mensenrechten. Artikel 30 Geen enkel land en geen enkel mens mag proberen om de rechten te vernietigen die in deze Verklaring staan.
11 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Informatiekaart ‘Mozambique en suiker…’
Lees onderstaande informatiekaart over de suikerlandbouw in Mozambique. Lees daarna de getuigenis die je gekregen hebt en duidt in het schema met de sociale en economische rechten aan en welke rechten er geschonden worden. Beantwoord vervolgens in groep de volgende vragen: - Hoe komt het dat deze rechten van de personages geschonden worden? - Wat is hiervan de belangrijkste oorzaak? - Wat moet er veranderen?
Mozambique en suiker ... Mozambique is één van de armste landen in de wereld. 80% van de bevolking leeft op het platteland, waar landbouw de belangrijkste bron van werkgelegenheid is. Suiker is het belangrijkste exportproduct. De kosten om suiker te maken zijn minder dan EUR 286 per ton, ongeveer de laagste in de wereld. De suikerlandbouw is de grootste werkgever in Mozambique, ongeveer 23 000 arbeiders (in 2001) werken op suikerplantages of in suikermolens. Maar als Mozambique meer suiker zou kunnen verkopen op de wereldmarkt, zouden er veel meer mensen kunnen werken in de suikerlandbouw. Doordat Europa de eigen suikeroverschotten in Afrika verkoopt aan heel lage prijzen, kunnen de suikerlandbouwers van Mozambique zelf minder verkopen. Ondanks het feit dat het maken van suiker binnen de EU het duurste is in de hele wereld, is Europa toch de tweede grootste suikerexporteur. Dit komt omdat Europese landen hun suiker buiten Europa veel goedkoper verkopen, omdat de Europese staat hen subsidies geeft om het verlies te compenseren. Mozambique kan niet meer concurreren met de goedkope gesubsidieerde suiker uit Europa. In 2001 voerde Europa bijvoorbeeld 770 000 ton witte suiker uit naar Algerije en 150 000 ton naar Nigeria, 2 belangrijke exportlanden voor Mozambique ... Bron: Stop the Dumping (Oxfam)
12 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Getuigenissen Getuigenis van Maria Gulela Suikerriet oogsten is fysiek heel zwaar en de werkdagen zijn lang. Soms moeten we 12 uur aan één stuk werken onder slechte omstandigheden. We werken zonder stoppen zowel in de brandende zon als in de gietende regen. We hebben ook veel problemen met malaria door de muggen. We hebben aan de bazen gevraagd of ze de muggen willen bestrijden met insecticiden maar ze vonden dat te duur en zeiden dat de arbeiders dat maar zelf moeten betalen. Maar als we dat moeten betalen, blijft er haast niets meer over van ons loon. (Maria Gulela, arbeidster op de suikerplantage Maragra, Mozambique) Getuigenis van Chico Chivone Er is wel voedsel maar het is heel duur. Het geld dat ik verdien op de suikerplantage is niet voldoende om het te kopen. Als ik meer zou verdienen, zou ik een goed huis kunnen kopen voor mijn familie. Mijn ouders zijn gestorven en ik moet nu als oudste in de familie zorgen voor tien broers en zussen. Als ik aan de bazen vraag waarom mijn loon zo laag is, zeggen ze dat het slecht gaat met de suikermarkt in Afrika. Ze zeggen dat niemand onze suiker wil kopen. (Chico Chivone, Arbeider op de suikerplantage Maragra, Mozambique) Getuigenis van Joao Bila Ik werk soms zo’n 9 uur aan een stuk, zonder pauze en verdien dan maar 37 400 Metical (ongeveer 1,5 euro) per dag. Ons loon is wel iets meer dan het wettelijke minimum in Mozambique maar je kan er ook maar 6 maanden per jaar, tijdens het oogstseizoen, werken. Ik ben zeker heel blij dat ik deze job heb want veel jobs buiten de suikerlandbouw zijn er niet. Toch is het loon amper genoeg om van te leven. (Joao Bila, Arbeider suikerrietplantage Maragra, Mozambique) Getuigenis van Joao Bila Ik heb vier kinderen en er is niet genoeg geld voor kleding en medicijnen. Ook kan ik mijn kinderen maar enkele maanden per jaar naar school sturen. Bovendien lopen wij, de arbeiders op de suikerrietplantages, grote kans om malaria te krijgen omdat er zoveel muggen zijn. Mijn grote droom is een fulltime job, onder goede werkomstandigheden en een loon waar we een behoorlijk leven van kunnen leiden. (Joao Bila, Arbeider suikerrietplantage Maragra, Mozambique) Wij, de arbeiders van Manhica, willen betere arbeidsomstandigheden. Ook willen we dat er meer jobs komen in de suikerindustrie zodat onze familie of buren er ook werk kunnen krijgen. Daardoor zouden de inkomens kunnen stijgen, de criminaliteit dalen, meer kinderen zouden naar school kunnen gaan, en de zieken zouden verzorgd kunnen worden ... (Maria Gulela, arbeidster op de suikerplantage Maragra, Mozambique)
13 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Getuigenissen met geschonden sociale en economische rechten Getuigenis van Maria Gulela Suikerriet oogsten is fysiek heel zwaar en de werkdagen zijn lang. Soms moeten we 12 uur aan één stuk werken onder slechte omstandigheden. We werken zonder stoppen zowel in de brandende zon als in de gietende regen. We hebben ook veel problemen met malaria door de muggen. We hebben aan de bazen gevraagd of ze de muggen willen bestrijden met insecticiden maar ze vonden dat te duur en zeiden dat de arbeiders dat maar zelf moeten betalen. Maar als we dat moeten betalen, blijft er haast niets meer over van ons loon. (Maria Gulela, arbeidster op de suikerplantage Maragra, Mozambique) Veilige arbeidsomstandigheden Recht op rustpauzen Voorkoming, behandeling en bestrijding van ziekten
Getuigenis van Chico Chivone Er is wel voedsel maar het is heel duur. Het geld dat ik verdien op de suikerplantage is niet voldoende om het te kopen. Als ik meer zou verdienen, zou ik een goed huis kunnen kopen voor mijn familie. Mijn ouders zijn gestorven en ik moet nu als oudste in de familie zorgen voor tien broers en zussen. Als ik aan de bazen vraag waarom mijn loon zo laag is, zeggen ze dat het slecht gaat met de suikermarkt in Afrika. Ze zeggen dat niemand onze suiker wil kopen. (Chico Chivone, Arbeider op de suikerplantage Maragra, Mozambique) Recht op voedsel Recht op onderdak Recht op voldoende loon
Getuigenis van Joao Bila Ik werk soms zo’n 9 uur aan een stuk, zonder pauze en verdien dan maar 37 400 Metical (ongeveer 1,5 euro) per dag. Ons loon is wel iets meer dan het wettelijke minimum in Mozambique maar je kan er ook maar 6 maanden per jaar, tijdens het oogstseizoen, werken. Ik ben zeker heel blij dat ik deze job heb want veel jobs buiten de suikerlandbouw zijn er niet. Toch is het loon amper genoeg om van te leven. (Joao Bila, Arbeider suikerrietplantage Maragra, Mozambique) Recht op rustpauze Recht op behoorlijk loon Recht op behoorlijke levensstandaard
Getuigenis van Joao Bila Ik heb vier kinderen en er is niet genoeg geld voor kleding en medicijnen. Ook kan ik mijn kinderen maar enkele maanden per jaar naar school sturen. Bovendien lopen wij, de arbeiders op de suikerrietplantages, grote kans om malaria te krijgen omdat er zoveel muggen zijn. Mijn grote droom is een fulltime job, onder goede werkomstandigheden en een loon waar we een behoorlijk leven van kunnen leiden. (Joao Bila, Arbeider suikerrietplantage Maragra, Mozambique) Recht op kleding Recht op medische verzorging Recht op onderwijs Recht op bescherming tegen ziekten Recht op behoorlijke arbeidsomstandigheden Behoorlijk loon
14 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Wij, de arbeiders van Manhica, willen betere arbeidsomstandigheden. Ook willen we dat er meer jobs komen in de suikerindustrie zodat onze familie of buren er ook werk kunnen krijgen. Daardoor zouden de inkomens kunnen stijgen, de criminaliteit dalen, meer kinderen zouden naar school kunnen gaan, en de zieken zouden verzorgd kunnen worden ... (Maria Gulela, arbeidster op de suikerplantage Maragra, Mozambique) Recht Recht Recht Recht
op op op op
goede arbeidsomstandigheden werk onderwijs gezondheidszorg
15 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Informatiekaart Nike Lees onderstaande informatiekaart over Nike. Lees daarna de getuigenis die je gekregen hebt en duidt in het schema met de sociale en economische rechten aan en welke rechten er geschonden worden. Beantwoord vervolgens in groep de volgende vragen: - Hoe komt het dat deze rechten van de personages geschonden worden? - Wat is hiervan de belangrijkste oorzaak? - Wat moet er veranderen? Het verhaal van Nike Vanaf de jaren ’80 werd Nike het grootste sportmerk ter wereld. Nike betaalde enorme bedragen aan wereldberoemde sportmensen voor promotie. Toch bleef de concurrentie met Reebok (en andere sportmerken) aanhouden. Het was dus belangrijk om op de productiekosten te besparen, om zo meer geld te kunnen uitgeven aan reclame. Dit is de reden waarom Nike haar producten liet maken in fabrieken in landen waar de lonen laag liggen, vooral in Azië. Nike zoekt voortdurend naar landen waar de productiekosten het laagst liggen, waar de minimumlonen met andere woorden het laagst liggen en waar de arbeiders zo weinig mogelijk rechten hebben. Eerst gebeurde de massaproductie van Nikesportschoenen (en van andere sportmerken) vooral bij onderaannemingen in Zuid-Korea, Taiwan, Filippijnen en Maleisië. Wanneer arbeiders in deze landen meer rechten kregen, sloten vooral de fabrieken in Zuid-Korea hun deuren en hun eigenaars trokken naar China, Indonesië en Thailand om daar nieuwe fabrieken te bouwen. In deze landen mochten arbeiders zich namelijk niet organiseren om meer rechten te eisen. Rond 1995 begonnen vooral de Indonesische arbeiders onrustig te worden, protesten voor een hoger loon en betere werkomstandigheden volgden al snel. De toen grote sporthelden Michael Jordan en Andre Agassi moesten jaarlijks betaald worden voor het dragen van Nike sportschoenen (respectievelijk 20 miljoen en 10 miljoen Dollar per jaar). Bovendien gaf Nike jaarlijks in totaal 300 miljoen dollar aan reclame uit. Het werd voor Nike weer tijd om landen met nog lagere lonen op te zoeken. Vietnam werd één van de nieuwe productielanden. De fabrieken die geopend werden in Vietnam bleven nog steeds in handen van Zuid-Koreaanse en Taiwanese onderaannemers. Tegenwoordig laat Nike haar producten vooral in China, Vietnam, Thailand en Indonesië produceren maar ook nog in Zuid-Korea en Taiwan (vooral voor het moeilijkere werk) en in Cambodja, Bangladesh, Pakistan, Mexico, El Salvador, Dominicaanse Republiek... In Azië zijn er tegenwoordig zo’n 50 onderaannemingen of fabrieken die sportschoenen produceren in opdracht van Nike en zo’n 300 kledingfabrieken. Nike is Amerikaans en laat haar producten (vooral) in Azië produceren maar verkoopt natuurlijk ook massaal in Europa. Het hoofdkwartier van Nike Europa bevindt zich sinds 1999 in Nederland en de plaats van waaruit alle Nike producten over heel Europa verspreid worden is in ons land, in Laakdal. Ook in Australië en Nieuw-Zeeland is er een Nikekantoor, net als in verschillende Aziatische landen. De zogenaamde Niketowns schieten als paddestoelen uit de grond: dit zijn gigantische winkels (van enkele verdiepingen hoog) waar Nikeproducten verkocht worden. In Europa kan je zo’n Nike Town vinden in Berlijn en Londen, daarbuiten kan je in een tiental Amerikaanse grootsteden terecht voor zo’n Nike Town maar ook in vb. Melbourne in Australië en in Honolulu... Zo zie je maar: Nike vind je overal!!
16 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Getuigenissen getuigenis van Sadisah Ik ben Sadisah en ik werk in een fabriek in Jakarta in Indonesië waar schoenen gemaakt worden voor Nike. In de fabriek werken 13 000 mensen waarvan 85 % jonge vrouwen. Ik moet soms 18 uur per dag werken en verdien maar 56 EUR per maand. Dit is het minimumloon dat vastgelegd werd door de overheid. Het minimumloon is wel aanzienlijk verhoogd ten opzichte van vorig jaar maar de prijzen van de levensmiddelen zijn ook gigantisch gestegen. Rijst is bijvoorbeeld dubbel zo duur als vorig jaar. Ik woon samen met mijn 3 kinderen in een klein huisje in een voorstad van Jakarta. We hebben er twee kleine kamertjes voor ons alleen, de waskamer en de keuken moeten we delen met 4 andere gezinnen. Er is geen elektriciteit, noch stromend water... De vrouwen die bij ons wonen, werken ook in de Nikefabriek.
getuigenis van Laura Hi, ik ben Laura Powell en ik ben 17 jaar. Enkele jaren geleden ben ik met mijn ouders en mijn oudere broer in Indonesië op vakantie geweest. Daar heb ik een meisje leren kennen, Utami. Ze was 17 jaar. We hebben elkaar leren kennen op een bus in Jakarta. Ik vroeg haar of ze nog naar school ging. Ze vertelde me dat ze maar tot haar 12de naar school kon gaan en dat ze toen in een schoenenfabriek is gaan werken waar ze vooral schoenen maakten voor Nike. De omstandigheden waarin ze moest werken, waren vreselijk en het loon stelde amper iets voor. Vanaf dat moment moest ik telkens aan Utami en al die duizenden andere vrouwen denken wanneer ik mijn Nikeschoenen aandeed.
getuigenis van Nguyen Mijn naam is Nguyen Thi Lap. Ik werk voor de firma Sam Yang en ben arbeider met het nummer 11204. Sam Yang is een schoenenfabriek in Ho Chi Minh City, Vietnam. Wij maken vooral Nikeschoenen. Ik werk in de fabriek sinds oktober 1995. In maart 1996 kreeg ik promotie. Ik werd verantwoordelijke van naaiafdeling 15. Vanaf dat moment heb ik zeer veel voor het bedrijf gedaan. Ik werkte zelfs speciale programma’s uit om de arbeiders aan te sporen sneller te werken. Hiervoor kreeg ik een geldbonus. Enkele jaren geleden ging ik op een dag ziek naar het werk. Het was een zondag, normaal gezien onze enige rustdag. Maar die dag moest ik overuren doen, zoals op de meeste zondagen. Ik had een vreselijke pijn in mijn hoofd. Toen ik even mijn hand op mijn hoofd legde, in een poging de pijn te verzachten, sloeg mijn baas me. Ik ging naar de verpleegster omdat ik door de slag mijn arm amper kon bewegen. Ze zei dat mijn arm gekneusd was en dat ik maar beter naar huis kon gaan om te rusten. De volgende dag kreeg ik te horen dat ik ontslagen was als afdelingsverantwoordelijke en dat ik gewoon terug moest werken als arbeidster. Ik ging terug aan de naaimachines zitten, maar werd daar al snel weggehaald. Ik mocht vanaf dat moment alleen nog maar de vuile en de zware werkjes opknappen. Mijn loon is nu ook nog maar de helft van dat als afdelingsverantwoordelijke. Ik kan er amper van leven...
17 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
getuigenis van Chung Ik ben Chung Tsai, Manager van de fabriek Yu Yuan in Dongguan City (China), één van de 1350 dochterbedrijven van de Pou Chen-groep. Sinds 1985 laat ik in opdracht van Nike producten maken, toen nog in Taiwan. Ik richtte toen een fabriek op om schoenen voor Nike te kunnen maken. We probeerden de lonen zo laag mogelijk te houden, zodat Nike zeker bestellingen zou plaatsen. Want hoe lager de loonkosten, hoe minder Nike ons moet betalen... Toen de overheid de minimumlonen verhoogde en we dus verplicht waren onze arbeiders meer te betalen, zocht Nike naar fabrieken in landen waar de lonen lager lagen. Toen kregen we het idee om zelf fabrieken te bouwen in andere landen, vooral China was ideaal om uit te wijken. Mede dankzij ons, produceren ze in China ongeveer de helft van alle sportschoenen in de wereld, van alle mogelijke merken. Toch merken we dat onze arbeiders in China meer en meer onrustig worden omdat ze de lonen te laag vinden. Aangezien Nike niet meer wil betalen voor de productie kunnen wij onze arbeiders ook geen opslag geven. Bovendien is Nike ertegen dat de Chinese overheid de wetgeving die vakverenigingen verbiedt, misschien zal afschaffen. Want, vakbonden betekenen vaak loonsverhoging en vermindering van de arbeidsduur... We zijn aan het overwegen om de Yu Yuan fabriek naar Vietnam te verplaatsen, omdat de lonen daar lager liggen en er nog niet zo veel geprotesteerd wordt.
getuigenis van Ida Mijn naam is Ida en ik werkte 9 jaar in de PT Doson fabriek in Indonesië. Wij maakten sportschoenen voor Nike. Na die 9 jaar dienst verdiende ik nog steeds maar 70 EUR per maand. Dit is niet voldoende om van te leven. Ik heb een man en 2 kinderen. We hebben zo’n 250 EUR per maand nodig om van te leven. Als we allebei heel veel overuren werkten, kwamen we net rond. Omdat we ons geen kinderopvang konden veroorloven, stuurden we onze kinderen naar mijn ouders die op 36 uren reisafstand van ons wonen. Ik zag mijn kinderen maar één keer per jaar, gedurende 4 dagen. Meer verlofdagen kon ik niet krijgen. In september 2002 werden de 7000 arbeiders uit PT Doson ontslagen omdat Nike geen bestellingen meer plaatste en de fabriek gesloten moest worden. PT Doson weigerde de wettelijke ontslagpremies volledig uit te betalen. Veel van deze 7000 arbeiders hebben een gezin dat ze nu niet meer kunnen onderhouden, terwijl Nike meer dan 10 jaar geprofiteerd heeft van hun noeste arbeid. Nike vindt dat de uitbetaling van de ontslagpremies volledig de verantwoordelijkheid is van PT Doson. Nike heeft ondertussen beloofd om te helpen, maar hetgeen aangeboden werd, stelt niets voor tegenover dat waar de arbeiders wettelijk recht op hebben. Sommige ontslagen arbeiders zijn nu wel een rechtszaak aan het voeren tegen PT Doson, op eigen kosten natuurlijk. Zo’n rechtszaak kan echter jaren duren en daar heeft niemand het geld voor.
18 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Getuigenissen met geschonden sociale en economische rechten getuigenis van Sadisah Ik ben Sadisah en ik werk in een fabriek in Jakarta in Indonesië waar schoenen gemaakt worden voor Nike. In de fabriek werken 13 000 mensen waarvan 85 % jonge vrouwen. Ik moet soms 18 uur per dag werken en verdien maar 56 EUR per maand. Dit is het minimumloon dat vastgelegd werd door de overheid. Het minimumloon is wel aanzienlijk verhoogd ten opzichte van vorig jaar maar de prijzen van de levensmiddelen zijn ook gigantisch gestegen. Rijst is bijvoorbeeld dubbel zo duur als vorig jaar. Ik woon samen met mijn 3 kinderen in een klein huisje in een voorstad van Jakarta. We hebben er twee kleine kamertjes voor ons alleen, de waskamer en de keuken moeten we delen met 4 andere gezinnen. Er is geen elektriciteit, noch stromend water... De vrouwen die bij ons wonen, werken ook in de Nikefabriek. Recht Recht Recht Recht
op op op op
een eerlijk loon vrije tijd voeding, kleding en huisvesting verbetering van hygiëne
getuigenis van Laura Hi, ik ben Laura Powell en ik ben 17 jaar. Enkele jaren geleden ben ik met mijn ouders en mijn oudere broer in Indonesië op vakantie geweest. Daar heb ik een meisje leren kennen, Utami. Ze was 17 jaar. We hebben elkaar leren kennen op een bus in Jakarta. Ik vroeg haar of ze nog naar school ging. Ze vertelde me dat ze maar tot haar 12de naar school kon gaan en dat ze toen in een schoenenfabriek is gaan werken waar ze vooral schoenen maakten voor Nike. De omstandigheden waarin ze moest werken, waren vreselijk en het loon stelde amper iets voor. Vanaf dat moment moest ik telkens aan Utami en al die duizenden andere vrouwen denken wanneer ik mijn Nikeschoenen aandeed. Recht Recht Recht Recht
op op op op
onderwijs een eerlijk loon veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden bescherming van kinderen tegen economische en sociale uitbuiting
getuigenis van Nguyen Mijn naam is Nguyen Thi Lap. Ik werk voor de firma Sam Yang en ben arbeider met het nummer 11204. Sam Yang is een schoenenfabriek in Ho Chi Minh City, Vietnam. Wij maken vooral Nike-schoenen. Ik werk in de fabriek sinds oktober 1995. In maart 1996 kreeg ik promotie. Ik werd verantwoordelijke van naaiafdeling 15. Vanaf dat moment heb ik zeer veel voor het bedrijf gedaan. Ik werkte zelfs speciale programma’s uit om de arbeiders aan te sporen sneller te werken. Hiervoor kreeg ik een geldbonus. Enkele jaren geleden ging ik op een dag ziek naar het werk. Het was een zondag, normaal gezien onze enige rustdag. Maar die dag moest ik overuren doen, zoals op de meeste zondagen. Ik had een vreselijke pijn in mijn hoofd. Toen ik even mijn hand op mijn hoofd legde, in een poging de pijn te verzachten, sloeg mijn baas me. Ik ging naar de verpleegster omdat ik door de slag mijn arm amper kon bewegen. Ze zei dat mijn arm gekneusd was en dat ik maar beter naar huis kon gaan om te rusten. De volgende dag kreeg ik te horen dat ik ontslagen was als afdelingsverantwoordelijke en dat ik gewoon terug moest werken als arbeidster. Ik ging terug aan de naaimachines zitten, maar werd daar al snel weggehaald. Ik mocht vanaf dat moment alleen nog maar de vuile en de zware werkjes opknappen. Mijn loon is nu ook nog maar de helft van dat als afdelingsverantwoordelijke. Ik kan er amper van leven... Recht Recht Recht Recht Recht
op op op op op
een eerlijk loon gelijke kansen op het werk lichamelijke en geestelijke gezondheid geneeskundige bijstand voorkoming, behandeling en bestrijding van ziekten
getuigenis van Chung 19 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Ik ben Chung Tsai, Manager van de fabriek Yu Yuan in Dongguan City (China), één van de 1350 dochterbedrijven van de Pou Chen-groep. Sinds 1985 laat ik in opdracht van Nike producten maken, toen nog in Taiwan. Ik richtte toen een fabriek op om schoenen voor Nike te kunnen maken. We probeerden de lonen zo laag mogelijk te houden, zodat Nike zeker bestellingen zou plaatsen. Want hoe lager de loonkosten, hoe minder Nike ons moet betalen... Toen de overheid de minimumlonen verhoogde en we dus verplicht waren onze arbeiders meer te betalen, zocht Nike naar fabrieken in landen waar de lonen lager lagen. Toen kregen we het idee om zelf fabrieken te bouwen in andere landen, vooral China was ideaal om uit te wijken. Mede dankzij ons, produceren ze in China ongeveer de helft van alle sportschoenen in de wereld, van alle mogelijke merken. Toch merken we dat onze arbeiders in China meer en meer onrustig worden omdat ze de lonen te laag vinden. Aangezien Nike niet meer wil betalen voor de productie kunnen wij onze arbeiders ook geen opslag geven. Bovendien is Nike ertegen dat de Chinese overheid de wetgeving die vakverenigingen verbiedt, misschien zal afschaffen. Want, vakbonden betekenen vaak loonsverhoging en vermindering van de arbeidsduur... We zijn aan het overwegen om de Yu Yuan fabriek naar Vietnam te verplaatsen, omdat de lonen daar lager liggen en er nog niet zo veel geprotesteerd wordt. Recht op een eerlijk loon Recht op vakverenigingen Recht op stakingen
getuigenis van Ida Mijn naam is Ida en ik werkte 9 jaar in de PT Doson fabriek in Indonesië. Wij maakten sportschoenen voor Nike. Na die 9 jaar dienst verdiende ik nog steeds maar 70 EUR per maand. Dit is niet voldoende om van te leven. Ik heb een man en 2 kinderen. We hebben zo’n 250 EUR per maand nodig om van te leven. Als we allebei heel veel overuren werkten, kwamen we net rond. Omdat we ons geen kinderopvang konden veroorloven, stuurden we onze kinderen naar mijn ouders die op 36 uren reisafstand van ons wonen. Ik zag mijn kinderen maar één keer per jaar, gedurende 4 dagen. Meer verlofdagen kon ik niet krijgen. In september 2002 werden de 7000 arbeiders uit PT Doson ontslagen omdat Nike geen bestellingen meer plaatste en de fabriek gesloten moest worden. PT Doson weigerde de wettelijke ontslagpremies volledig uit te betalen. Veel van deze 7000 arbeiders hebben een gezin dat ze nu niet meer kunnen onderhouden, terwijl Nike meer dan 10 jaar geprofiteerd heeft van hun noeste arbeid. Nike vindt dat de uitbetaling van de ontslagpremies volledig de verantwoordelijkheid is van PT Doson. Nike heeft ondertussen beloofd om te helpen, maar hetgeen aangeboden werd, stelt niets voor tegenover dat waar de arbeiders wettelijk recht op hebben. Sommige ontslagen arbeiders zijn nu wel een rechtszaak aan het voeren tegen PT Doson, op eigen kosten natuurlijk. Zo’n rechtszaak kan echter jaren duren en daar heeft niemand het geld voor. Recht Recht Recht Recht Recht
op op op op op
een eerlijk loon bescherming van het gezin voeding, kleding en huisvesting vakantie met behoud van loon vrije tijd
20 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)
Schema economische en sociale rechten
Recht op gelijke kansen op het werk
Recht op werk
Recht op een eerlijk loon
Recht op vakantie met behoud van loon
Recht op vrije tijd
Recht op Vakverenigingen
Recht om te staken
Recht op Bescher-ming van het gezin
Recht op bescherming voor moeders
Recht op voeding, kleding en huisvesting
Recht op sociale zekerheid
Recht op eerlijke verdeling van het voedsel in de wereld
Recht op lichamelijke en geestelijke gezondheid
Recht op verbetering van hygiëne
Recht op geneeskundige bijstand
Recht op gratis (en verplicht) primair onderwijs
Recht op verschillende vormen van secundair onderwijs
Recht op vrije keuze van school
Recht op studiebeurzen
Recht op veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden
Recht op bescherming van kinderen tegen economische en sociale uitbuiting Recht op bescherming van kinderen tegen economische en sociale uitbuiting Recht op vermindering van het aantal dood-geborenen en van kindersterfte
Recht op voorkoming, behandeling en bestrijding van ziekten
Recht op goede materiële omstandigheden en goede leerkrachten
21 | Ambachten en gilden in de Middeleeuwen (MRE in geschiedenis: leerlijn sociale onrechtvaardigheid)