VOx Leerlijn Sociale Competentie
Doelstellingen overzicht op basis waarvan de leerroutes gemaakt zijn. Dit overzicht is geordend per subdoelstelling. 1. Zelfbeeld •
1.1. Jezelf presenteren
•
1.2. Een keuze maken
•
1.3.Opkomen voor jezelf
•
1.4.Omgaan met je mogelijkheden/beperkingen
2. Sociaal gedrag •
2.1. Ervaringen delen
•
2.2. Aardig doen
•
2.3. Omgaan met ruzie
3. Leren leren •
3.1. Taakaanpak
•
3.2. Zelfstandig (door)werken
•
3.3. Samenwerken
•
3.4 Reflectie op werk en eigen leerproces
4. Toekomstoriëntatie •
4.1. Beeld van eigen mogelijkheden
•
4.2. Beroepsoriëntatie: keuze mogelijkheden
•
4.3. Beroepsoriëntatie: benodigde vaardigheden
•
4.4 Jezelf ontwikkelen op je werkplek
5. Werknemersvaardigheden •
5.1. Sociaal, economisch, veilig en milieubewust werken
•
5.2. Werken volgens kwaliteitssystemen
•
5.3. Klantgericht werken
•
5.4. Algemene procedures op en rondom het werk
Hieronder volgt van ieder ‘subdoel’ (bijvoorbeeld jezelf presenteren) de tussendoelen
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
1. Zelfbeeld Leerjaar
Instapniveau
1.1. Jezelf
Vertelt wat hijzelf en wat een ander
presenteren
goed kan vertelt in de kring Stelt zichzelf netjes aan een ander voor in een bekende omgeving (hand geven, naam zeggen)
Presenteert een idee aan iemand
3 Treedt zeker op bij een presentatie
die hij niet goed kent binnen de
voor de klas (houding, niet
school
steeds wegkijken, hardop spreken)
Stelt zichzelf voor aan onbekende leeftijdgenoten
Gaat adequaat om met gevoelens van nervositeit/onrust (heeft geduld, zoekt een oplossing om rustig te worden
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
Vertelt een idee aan de klas Reageert op positieve feedback (kijkt
Kijkt anderen aan wanneer hij iets
2
1
trots) Treedt bij een activiteit met groep medeleerlingen zeker op (houding en beweging spreek volume) Houdt een presentatie voor de klas
4 Reageert op negatieve feedback (door (te zeggen) iets te proberen te veranderen) Geeft feedback op een prettige manier (bij iets negatiefs ook iets positiefs noemen)
5 Geeft een presentatie voor een willekeurige groep (ouders, andere klassen) Presenteert zichzelf tijdens een gesprek voor stage of baan.
1. Zelfbeeld Leerjaar
Instapniveau
1.2. Een keuze
Denkt na voor hij een keus maakt
maken
Kiest tussen twee of drie aangeboden activiteiten Maakt een keuze en blijft daarbij Vertelt dat hij een andere keuze wil maken dan de ander (hij wil naar buiten, ik niet)
1 Kiest een activiteit die op dat moment mogelijk is Durft een andere keuze te maken dan een dominant persoon in de klas Legt een bekende zijn keuze uit (ik doe het liever niet, omdat) Benoemt keuzes waar je kort of juist langer over na moet denken (buiten/ binnen spelen, dure aanschaf)
2 Legt aan een ander uit dat hij op
3 Benoemt nadelen van zijn keuze
een (impulsieve) keuze wil terugkomen
voor een ander Vraagt de mening van een ander
Heeft respect voor de keuze van
als hij moeilijk een keuze kan
een ander (blijft vriendelijk) Benoemt voor- en nadelen bij een
maken Vraagt bedenktijd als hij het
keuze waar alleen hijzelf belang bij heeft (i-pod kopen of sparen) Benoemt dat je een dilemma kunt hebben (wie nodig je uit op je verjaardag, wat doe je met een gevonden voorwerp dat je wilt houden)
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
moeilijk vindt om te kiezen
4 Houdt rekening met de wensen/gevoelens van een ander bij het maken van een keuze Geeft de ander de tijd om over een keuze na te denken Voorspelt welke keuze een ander zal maken Zorgt voor extra informatie om een keuze te kunnen maken Maakt een keuze passend bij zijn mogelijkheden (beroep)
5 Benoemt dat er situaties zijn waarin je niet wil of kan kiezen Maakt een afweging bij een dilemma en komt tot een standpunt (besluiten dat hij een gevonden voorwerp teruggeeft) Maakt een afweging bij complexe keuzes en beargumenteert dit (geen partij willen of kunnen trekken)
1. Zelfbeeld Leerjaar
Instapniveau
1.3. Opkomen voor
Vertelt het als hij wordt overgeslagen of als iets dat
jezelf
beloofd is vergeten wordt Komt voor zijn mening uit in een één op één gesprek zonder deze
1 Zegt nee tegen een onredelijk verzoek Geeft een ander aan te stoppen (geeft stopteken) als die iets doet wat hij niet leuk vindt Zegt op een adequate manier tegen
te motiveren (ik vind voetbal
een volwassene dat hij aan de beurt
stom)
is (in een winkel, aan een loket)
Kiest in een vervelende situatie uit twee door de leerkracht aangereikte oplossingen
Vertelt het een ander als diegene iets heeft gedaan dat hij niet leuk vindt (iets dat eerder gebeurd is) Geeft in een één op één gesprek een afwijkende mening
2 Blijft bij zijn mening wanneer hij
3 Vertelt wat hij voelt als een ander
heeft gezegd dat hij iets niet wil
onaardig doet of hem ten
Geeft een motivatie voor zijn mening in een één op één
onrechte beschuldigt Vertelt een vriend(in) wat hij wel en
gesprek (ik heb er geen zin in, ik
niet fijn vindt in de vriendschap
vind dit te moeilijk/ niet leuk)
Zoekt hulp wanneer een ander niet
Spreekt een medeleerling er rustig
reageert op zijn pogingen om
op aan als deze zich niet aan de afspraken houdt Vertelt op een rustige manier dat hij onterecht wordt beschuldigd
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
voor zichzelf op te komen
4 Zegt het als hij op dat moment niet over zijn gevoelens wil praten Vraagt hulp over hoe hij iets kan aanpakken aan de juiste persoon (iemand die hem echt kan helpen) Spreekt een volwassene er op een adequate manier op aan als deze zich niet aan de afspraken houdt
5 Komt voor zichzelf op bij ongewenste intimiteiten door dit te zeggen Durft in een groep een afwijkende mening te geven
1. Zelfbeeld Leerjaar
Instapniveau
1.4. Omgaan met je
Vraagt om extra uitleg/ tijd/ ruimte als hij tekort komt
mogelijkheden en beperkingen
Accepteert het gebruik van bepaalde hulpmiddelen
1 Zoekt in een vertrouwde omgeving een oplossing als iets door zijn handicap niet lukt (inzet andere zintuigen, lichaamsdelen, hulpmiddelen) Maakt afspraken met zijn omgeving over welke hulp hij nodig heeft Geeft aan dat en hoe hij graag geholpen wil worden (benaderingswijze, hulpmiddelen)
2 Doet zelf wat hij zelfstandig kan
3 Zoekt een oplossing als iets door
(geeft niet te snel iets uit
zijn handicap niet lukt (inzet
handen)
andere zintuigen, lichaamsdelen, hulpmiddelen)
Weet aan welke personen hij het beste hulp kan vragen (eerder
Accepteert hulp van minder
caissière dan klant, eerder buschauffeur dan passagier) Spreekt mensen erop aan als ze teveel hulp bieden
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
bekende personen
4 Praat met vertrouwde personen op een open manier over zijn handicap. Vertelt wat zijn beperking/ stoornis
5 Geeft verschillen in beperkingen/ stoornissen aan tussen hemzelf en anderen Praat met minder bekende personen
inhoudt en wanneer hij in de
op een open manier over zijn
klas/stage merkt dat hij dit heeft
beperking/ stoornis
Deelt ervaringen en tips met mensen die dezelfde moeilijkheden tegenkomen als hij
2. Sociaal gedrag Leerjaar
Instapniveau
2.1. Ervaringen delen
Kiest als gespreksonderwerp iets wat hij samen met de ander heeft meegemaakt Vertelt een ander dat hij ergens teleurgesteld over is Herkent gevoelens van blijdschap, angst, boosheid en verdriet bij een ander
1 Vertelt over allerlei situaties die hij heeft meegemaakt (aan medeleerling of leerkracht) Vertelt dat je verschillende gevoelens tegelijk kunt hebben en geeft voorbeelden (boos zijn en lachen tegelijk) Vertelt hoe hij het vindt om iets alleen
Toont interesse als iemand iets
of iets samen te doen
vertelt (luisterhouding, knikken, vragen) 2 Praat met een ander over een
3 Maakt onderscheid tussen wat hij
afspraak die misliep Helpt iemand die iets naars heeft meegemaakt om te vertellen wat er is gebeurd (vragen stellen, Valt iemand die iets vertelt niet in de rede met eigen ervaringen
belevenis aan een minder
vertelt (houdt rekening met
vertrouwd dan aan een
heersende normen en waarden)
vertrouwd persoon Weet dat iemands persoonlijkheid
inwerken op hoe iemand zich
een rol speelt bij het inschatten
voelt (eerdere ervaringen,
van de gevoelens van een ander
humeur) Gaat adequaat om met gevoelens van verlegenheid en onzekerheid (benoemen, praat erover) Geeft een ander de ruimte om zijn eigen mening te vertellen over iets dat ze samen hebben meegemaakt
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
Vertelt zakelijker over een
aan bekenden en onbekenden
Benoemt verschillende factoren die
rustige plek opzoeken)
4
5 Gaat adequaat om met gevoelens van eenzaamheid (praat erover, zoekt gezelschap) Geniet samen met anderen van een gedeeld succes
2. Sociaal gedrag Leerjaar 2.2.Aardig doen
Instapniveau
1
Blijft vriendelijk wanneer een ander
Houdt rekening met de mogelijkheden
een aanbod van hulp afslaat Geeft een compliment over iets dat een ander goed kan Reageert aardig op een voorstel
van een ander (een jonger iemand laten winnen) Houdt rekening met de wensen van een ander (soms doen waar de ander zin in heeft)
van een ander Doet bewust iets aardigs voor een ander (iets pakken, iemand verrassen)
Helpt uit zichzelf iemand die iets minder leuks moet doen Reageert adequaat als door hem iets is misgegaan (excuses aanbieden, proberen oplossing te verzinnen)
2 Maakt samen goede afspraken en
3 Helpt medeleerlingen die hij minder
4 Gaat aardig om met leerlingen die
5 Zorgt dat hij een ander niet kwetst
houdt zich hieraan (bv over
aardig vindt wanneer dit
anders zijn dan anderen (niet
ruilen en lenen)
gevraagd wordt
pesten, betrekken bij activiteiten,
wat niet hoort’ (u zeggen/ opstaan
complimenten geven)
voor ouderen, niet voor je beurt
Reageert blij voor de ander,
Reageert vriendelijk wanneer een
ondanks gevoelens van jaloezie
ander hem iets voorstelt wat hij niet leuk vindt
Gaat adequaat om met gevoelens van verliefdheid (uit verliefdheid,
Toont respect voor de gevoelens van een ander
valt een ander er niet mee lastig)
Biedt zijn excuses aan als hij een ander gekwetst heeft
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
Geeft zijn mening over ‘wat hoort en
gaan) Komt op voor een leerling die gepest wordt (haalt hulp, probeert te bemiddelen)
2. Sociaal gedrag Leerjaar
Instapniveau Herkent of iets expres of per
2.3. Omgaan met
ongeluk gebeurd is
ruzie
Past manieren om rustig te blijven toe wanneer hij boos wordt Benoemt wat een roddel is Laat een ander uitpraten bij het oplossen van een ruzie Vertoont spijt en maakt het goed met een ander
1 Probeert een ruzie op te lossen door te praten Luistert bij een ruzie naar wat de ander zegt Luistert naar een medeleerling wanneer de ander een voorstel doet over een oplossing Benoemt verschillende oorzaken en oplossingen bij (het ontstaan van een) ruzie Vertelt na een ruzie waarom hij iets heeft gedaan
2 Benoemt welke gedragingen bij anderen boze reacties oproepen Benoemt dat een meningsverschil
boos reageert of hem beschuldigt Onderhandelt met een medeleerling
niet tot ruzie hoeft te leiden Gaat adequaat om met gevoelens
over een oplossing bij ruzie Vertelt bij navraag welk aandeel hij
van afkeer Corrigeert zijn gedrag als hij weet
heeft gehad bij onenigheid Gaat adequaat om met gevoelens
dat het ongewenst gedrag is Wacht met het oplossen van ruzie
4
3 Blijft rustig wanneer een ander
van haat Zoekt hulp bij de juiste persoon als
tot zijn emoties zijn bedaard Toont begrip voor de gevoelens van een ander bij ruzie Probeert bij een roddel de waarheid te achterhalen
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
een ruzie uit de hand loopt
Benoemt vormen van hulp bij ruzie tussen anderen (voorstel doen, zeggen wie gelijk heeft, derde erbij halen) Benoemt wat hij bij een ruzie
5 Schat juist in wanneer hij zich beter niet met een ruzie van anderen kan bemoeien Bemiddelt bij een ruzie tussen anderen
acceptabel gedrag vindt en wat
Noemt voor- en nadelen van ruzie
hij te ver vindt gaan
Gaat adequaat om met gevoelens van
Bedenkt een compromis
schuld en spijt (probeert recht te
Benoemt hoe iemand die kritiek of
zetten, accepteert situatie waaraan
een negatieve reactie krijgt zich kan voelen Voorkomt ruzie door de ander tijdig aan te geven dat hij te ver gaat
niets te veranderen is) Verwoordt beide standpunten bij ruzie tussen zijn partij en een tegenpartij
3. Leren leren Leerjaar
Instapniveau
3.1. Taakaanpak
Plant met hulp van de leerkracht twee taken achter elkaar
1 Schrijft huiswerk in de agenda Plant zelfstandig meerdere taken
Voert twee taken achter elkaar uit
achter elkaar (binnen één vak)
met behulp van een planner
Bedenkt en vertelt hoe hij een taak
Bepaalt zelf in welke volgorde hij een taak uitvoert Leest van het bord of taakkaart wat en hoeveel hij moet doen Probeert een fout te herstellen
gaat aanpakken Kiest uit twee manieren om een taak aan te pakken de beste manier Kijkt hoe medeleerlingen een taak aanpakken en neemt de strategie over Weet wanneer hij hulp nodig heeft Zet door en past oplossingen toe bij een taak die hij moeilijk of eng vindt Geeft aan wanneer hij toe is aan een moeilijkere taak
2
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
3
4
5
Controleert zijn eigen taak en
Stelt zichzelf bij een bekende taak
corrigeert waar nodig
een tijdsdoel (dan moet ik het af hebben)
Geeft aan wat hij verwacht te kunnen: soort en aantal taken in
Plant zelfstandig meerdere taken
een bepaalde tijd Plant zelfstandig meerdere taken
achter elkaar op meerdere dagen Houdt bij meerdere taken het
achter elkaar: -
op een dagdeel
-
op een dag
Achterhaalt bij een veelvoorkomende (of belangrijke) fout waar de fout zit Herstelt een fout
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
overzicht van wat wanneer moet gebeuren (agenda, actielijstje)
Plant taken van een vakgebied voor een week (agendabeheer) Schat in hoeveel taken hij af krijgt binnen een bepaalde tijd Stelt prioriteiten wanneer er
Maakt een plan voor de aanpak van een klein project (volgorde van taken, duur van taken, tijdsindeling, benodigdheden) Maakt voor drie vakken een volledige
meerdere dingen tegelijk moeten
weekplanning waarin onderscheid is
gebeuren
tussen instructietijd, zelfstandig
Geeft vooraf aan bij welk resultaat hij tevreden is met zijn werk
werken en huiswerk Houdt bij zijn planning rekening met eerdere ervaringen
3. Leren leren Leerjaar
Instapniveau
3.2. Zelfstandig
Werkt 15 minuten zelfstandig aan een taak
doorwerken
1 Werkt 30 minuten zelfstandig aan een taak
Maakt een langdurige opdracht af als daar af en toe aanwijzingen voor worden gegeven Maakt gebruik van hulp Werkt harder door om een taak af
Volgt een stappenplan om een grotere taak uit te voeren Werkt zelfstandig door zonder klassikaal teken Slaat een probleem over en gaat door
te krijgen als de leerkracht dit
met een andere deel van zijn werk
aangeeft
(ook ander vakgebied)
Maakt gebruik van een wachtwerkje
Zet door bij een taak die hij moeilijk of
als hij vast loopt of lost het
eng vindt (iets vragen aan andere
probleem op een andere manier
leerkracht, iets uitleggen aan
op
andere leerling, gymoefening die
Hanteert de zelfstandig werken regels bij alle vakken
niet lukt) Werkt door bij externe afleiding (onderbouw speelt buiten, maken lawaai)
2 Werkt 45 minuten zelfstandig aan
3 Werkt een uur zelfstandig aan de
een taak op een dag Houdt zelf de tijd in de gaten om op
taken op een dag Zoekt een oplossing bij tegenslag
tijd het werk af te krijgen Begint aan een volgende taak waarvan hij weet dat hij deze zelfstandig mag en kan doen van de eisen die aan de taakuitvoering worden gesteld
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
Werkt twee uur zelfstandig aan de taken op een dag Werkt door bij interne afleiding
met een taak (aanwijzingen
(schrijft vragen en gedachten die
onleesbaar, spullen onvindbaar)
afleiden op)
Zet zich langere tijd in voor een
Werkt netjes en/of snel afhankelijk
4
taak die hij niet leuk vindt of die niet lukt
5 Werkt een ochtend zelfstandig aan de taken op een dag
3. Leren leren Leerjaar
Instapniveau Houdt zich aan afspraken over wie,
3.3. Samenwerken
wat en waar bij het uitvoeren van een gezamenlijke opdracht Werkt samen in duo’s aan een activiteit die beperkt overleg vraagt
1 Werkt samen in duo’s aan een schoolopdracht (veel overleg) Werkt samen met kleine subgroepen (2-3 personen) met beperkt overleg Bespreekt een probleem onder leiding van een leerkracht
Werkt langere tijd samen met medeleerlingen bij het uitvoeren van een gezamenlijke opdracht Spreekt met een ander af wie wat
Maakt met medeleerlingen een taakverdeling en neemt hierbij ook minder leuke taken op zich Laat de ander zijn eigen taak uitvoeren Doet aan een ander voor hoe de taak
gaat maken Voert zonder aansporing zijn deel van de taken uit bij het samenwerken met een
gedaan moet worden Helpt uit zichzelf een ander die hulp nodig heeft bij het uitvoeren van een taak Zegt op een aardige manier dat hij een
medeleerling
idee van een ander niet leuk vindt 3
2 Werkt samen met kleine subgroepen
Maakt afspraken over de
(2-3 personen) aan opdrachten die
taakverdeling in een subgroep (4-6
veel overleg vragen.
personen)
De leden van de subgroep: - wisselen ideeën met elkaar uit - maken afspraken over wie wat doet en houden zich hieraan - geven complimenten aan iemand
Heeft een eigen bijdrage in het bespreken van de taakverdeling Legt zich neer bij een groepsbeslissing Helpt een ander om iets in te brengen
die het goed doet Geeft feedback aan een medeleerling waarmee hij samenwerkt (wat goed is en wat beter kan/moet) Past in onderling overleg tussentijds afspraken aan
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
in de groep (wat vind jij?)
4 Noemt een aantal van de eigen capaciteiten (wat kan je goed) Benoemt en gebruikt capaciteiten van medeleerlingen
5 Neemt bij samenwerken aan een taak een leidende en volgende rol Benoemt naast zijn capaciteiten ook zijn beperkingen bij het uitvoeren van taken
Zet zijn capaciteiten adequaat in
(Æ en verdeelt op basis daarvan de rollen
Past zijn gedrag aan na terechte
tijdens het samenwerken)
kritiek van een medeleerling
3. Leren leren Leerjaar
Instapniveau Vertelt in een paar stappen hoe hij
3.4. Reflecteren
zijn taak heeft aangepakt Zoekt een fout op als de leerkracht vraagt nog eens goed te kijken Beoordeelt samen met de leerkracht hoe hij zijn taak gedaan heeft werkwijze, snel/langzaam, resultaat)
1 Onderbouwt zijn mening over de kwaliteit van een gemaakte taak (goed, omdat) Kijkt naar en praat over overeenkomsten en verschillen tussen eigen en andermans werk/aanpak Geeft aan op welk gebied zich een probleem voordeed en welke oplossing is gekozen (bij materiaal, taak of samenwerking)
2
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
3
4
5
Reageert zonder boos te worden op
Geeft feedback op het werk van
kritiek op zijn werk Stelt vorderingen bij zichzelf vast
een medeleerling Ontvangt feedback van een
(dit ging beter dan vorige keer)
medeleerling op zijn gemaakte werk
Vertelt achteraf waarom iets goed, minder goed of fout is gegaan
Evalueert planning en uitvoering
Legt samen met leerkracht een
van zijn dag-/meerdagen-
relatie tussen deze beoordeling
/weektaak op basis van de
en afspraken voor de volgende
feedback
keer
Reflecteert zowel op het resultaat
Geeft aan in welke vakken hij goed en minder goed is Evalueert de periode van
Bespreekt met anderen hoe hij zijn project of werktaken heeft
-
voor een enkelvoudige taak
aangepakt gericht op de
-
voor een taaksysteem
voorbereiding, het proces en het
Beoordeelt of hij een uitgevoerde taak goed had voorbereid en uitgevoerd en verbindt hier consequenties aan voor de volgende keer Beoordeelt of hij de juiste
resultaat Evalueert eigen werkweek (er is een balans tussen positieve en negatieve punten) Komt met suggesties voor aanpassingen op inhoudelijke (wat
prioriteiten heeft gesteld en geeft
wil/moet ik leren) en procesmatige
aan welke gevolgen dit heeft
aspecten van het
(hoe heb ik het aangepakt)
voor een volgende planning
onderwijsleerproces of stageproces
Onderscheidt daarbij persoonlijke (kun je zelf beïnvloeden) en
voorbereiding, het proces en het
externe oorzaken Evalueert zijn eigen werkdag gericht op de voorbereiding, het proces en het resultaat Verbindt consequenties voor de volgende keer aan zijn beoordeling
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
(meer/minder tijd nodig):
van een taak als op het proces
zelfstandig werken gericht op de resultaat
Stelt zonodig zijn tijdsplanning bij
Past zijn werkstijl (kwaliteit t.o.v. hoeveelheid) aan waar nodig Schat in wat nodig is om de leerstof te beheersen/werktaak uit te voeren (aanvullende instructie/oefenstof nodig)
4. Toekomstoriëntatie Leerjaar
Instapniveau
4.1 Beeld van eigen
Vertelt van een taak of hij die lichamelijk aan kan
mogelijkheden
Noemt vakken waar hij goed en waar hij minder goed in is
1 Benoemt bij een taak (achteraf) welke vaardigheden hij wel en niet beheerst Vertelt van een taak of hij die cognitief aan kan
2 Benoemt dat vaardigheden aan te
3 Vertelt van een beroep/ functie of
leren zijn en eigenschappen niet
hij die cognitief en sociaal aan kan
Vertelt van een beroep/ functie of hij die lichamelijk aan kan
Benoemt bij een taak of hij in staat is deze volgens de gestelde
Benoemt bij een taak (vooraf)
kwaliteitseisen uit te voeren
welke vaardigheden hij wel en niet beheerst
Benoemt bij een taak of hij in staat is deze zelfstandig uit te voeren
Benoemt bij een taak of hij in staat is deze in de genoemde tijd af te
Benoemt bij een werkplek
maken
vaardigheden die hij al kan en dingen die hij nog moet leren
4 Benoemt bij een vaardigheid of hij in staat is deze aan te leren Benoemt bij een functie of hij voldoende zelfstandig is om deze uit te kunnen voeren Onderscheidt eigenschappen en vaardigheden (sterk zijn versus
Benoemt bij verschillende functies binnen één bedrijf welke voor hem haalbaar zijn Benoemt op welke wijze (bij welke instantie) benodigde aanpassingen zijn te realiseren Benoemt welke activiteiten hij naast
een bepaalde techniek kunnen
het werk kan ondernemen om
toepassen)
uitgerust op zijn werk te komen
Benoemt welke aanpassingen voor hem nodig zijn om op een bepaalde werkplek te kunnen werken
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
5
(balans tussen werk en privé)
4. Toekomstoriëntatie Leerjaar
Instapniveau
4.2.
Benoemt verschillende beroepen
Beroepsoriëntatie:
waarmee hij in het dagelijks
keuzemogelijkheden
leven wordt geconfronteerd (bakker, kapper, vuilnisman) Benoemt verschillende vormen van werk die hem aanspreken
1 Vertelt dat de school na het VSO overgaat in een werkomgeving Benoemt voorbeelden van betaald en onbetaald werk wat hij kan uitvoeren Benoemt bij een activiteit dingen die hij leuk en dingen die hij minder leuk vindt
2 Benoemt de belangrijkste
3 Benoemt twee voor hem haalbare
producten of diensten die verschillende bedrijven leveren
werkplekken Benoemt verschillende functies
(bij die werkplek maken ze pizza’s)
binnen één bedrijf Benoemt bij een beroep de sector
Benoemt verschillende
waartoe het behoort (ober hoort
beroepssectoren (zorg, horeca, tuinbouw)
bij horeca) Zoekt informatie (op Internet) om
4 Benoemt een voor hem haalbare opleidingsmogelijkheid in de regio Benoemt bij een werkplek dingen die hij leuk en dingen die hij minder leuk vindt Maakt onderscheid tussen beroepen die hij leuk vindt om korte tijd uit
meer te weten te komen over
te voeren en beroepen die hij
wat voor soort stagebedrijf hij wil
langere tijd zou kunnen
werken
uitvoeren Stelt een werknemer in een bedrijf vragen over zijn werkzaamheden om te kijken of de baan wat voor hem is
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
5 Benoemt bij een functie naar welke functie hij door zou kunnen groeien Benoemt wat hij moet investeren om een bepaalde opleiding/werktraject te voltooien (tijd, geld, doorzetten) Zoekt informatie (op Internet) om meer te weten te komen over een bedrijf waar hij later wil werken
4. Toekomstoriëntatie Leerjaar
Instapniveau
4.3.
Benoemt op welke wijze hij
1 Benoemt verschillen tussen school en
Beroepsoriëntatie:
schoolvakken nodig heeft in het
werk (werktijden, collega’s, baas,
benodigde
dagelijks leven (Engels spreken
loon, contract)
vaardigheden
op vakantie, plaatsen in Nederland kennen op reis)
Benoemt enkele algemene afspraken waar een werknemer zich aan moet houden (er verzorgd uitzien, op tijd komen)
2 Benoemt op welke wijze
3 Benoemt voorbeelden van taken op
4 Benoemt taken die de werknemers
5 Benoemt de taken die hij naast de
schoolvakken terugkomen in
een genoemde werkplek
in verschillende bedrijven
huidige taken als werknemer in het
verschillende werkplekken (als
waarbij netheid belangrijk is
uitvoeren
stagebedrijf uit kan gaan voeren
bakker moet je recept kunnen
(juiste aantal schroeven in
lezen, in magazijn moet je
doosje)
kunnen rekenen)
Benoemt voorbeelden van taken op
Benoemt voorbeelden van taken op
een genoemde werkplek
Benoemt voorbeelden van taken op
moet leren om een bepaalde functie
zelfstandig uit moet kunnen
te kunnen uitvoeren
voeren
een genoemde werkplek
waarbij samenwerken met
waarbij tempo belangrijk is
collega’s belangrijk is (samen
werk kunnen verschillen van op
sjouwen)
school geleerde vaardigheden
(pizza’s beleggen binnen een tijdslimiet)
Benoemt voorbeelden van taken op een genoemde werkplek waarbij praktische vaardigheden van belang zijn (bij het onkruid wieden kunnen schoffelen)
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
Benoemt welke vaardigheden hij nog
een genoemde werkplek die hij
Benoemt dat vaardigheden op het
(andere zaagtechniek, andere bereidingswijze van een gerecht)
4. Toekomstoriëntatie Leerjaar
Instapniveau
4.4. Jezelf
Geeft aan waar een medeleerling goed in is
ontwikkelen op je werkplek
relevante vaardigheid wil leren
Stelt samen met de leerkracht vast waar hij goed in is 2 Stelt zelfstandig vast waar hij goed
3 Beoordeelt of hij de juiste
en niet goed in is Vertelt achteraf waarom iets fout is gegaan en hoe dat de volgende keer voorkomen kan worden kritiek op zijn werk
Geeft een baas aan waar zijn werk aangepast moet worden (meer
uitgevoerde activiteiten
tijd nodig, bepaald hulpmiddel
leerkracht vast waar hij aan wil werken
Reageert (op gepaste wijze) op
4
prioriteiten heeft gesteld bij zijn Stelt samen met een baas/
Raadpleegt verschillende bronnen om meer kennis over de werk- of stageplek op te doen Geeft feedback op werk van medeleerlingen
nodig) Beoordeelt of hij de juiste prioriteiten heeft gesteld bij zijn stage/werk Bespreekt met een baas/leerkracht op welke wijze hij nieuwe dingen gaat leren Benoemt positieve en minder positieve kanten van werk en werkplekken
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
1 Benoemt dat hij graag een bepaalde Stelt zelfstandig vast waar hij goed in is 5 Bespreekt met anderen hoe hij zijn project heeft aangepakt Evalueert eigen werk (balans tussen positieve en negatieve punten) Vraagt collega’s/medeleerlingen om hun mening over zijn werk Doet een voorstel over wat hij wil leren of verbeteren en op welke wijze hij dat wil doen
5. Werknemervaardigheden Leerjaar
Instapniveau
5.1. Sociaal,
Verzorgt zijn lichaam goed, zodat
1 Benoemt wat hij kan en moet doen om
economisch, veilig en
hij fris ruikt en er verzorgd
voldoende conditie te hebben om
milieubewust werken
uitziet
het werk vol te houden (op tijd naar
Volgt werkinstructies op (blijft van apparaten af waar hij niet aan mag komen)
bed, voldoende bewegen) Houdt zich aan kledingvoorschriften op het werk (muts, overall)
Benoemt het belang van meedoen aan een brandoefening
Draagt (werk)kleding die schoon en heel is Geeft aan wanneer een taak (bijvoorbeeld in de praktijkles) te moeilijk voor hem is
2
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
3
4
5
Vertelt hoe er zorgvuldig en veilig
Benoemt welke
om moet worden gegaan met
beschermingsmiddelen (helm,
gevaarlijke apparaten (apparaten
handschoenen, oordoppen) bij
die heet worden of scherp zijn) Benoemt bij welke persoon hij
welke werkzaamheden horen Beseft dat machines het milieu
terecht kan voor veiligheid bij
vervuilen en gebruikt ze met
een calamiteit (leerkracht,
mate
leidinggevende, bhv-er)
Benoemt waar in het bedrijf/school
Benoemt wie op school eerste hulp
vluchtwegen en branduitgangen
kan verlenen Weet met welke
zijn Verzamelt en sorteert afval en
verbruiksmaterialen hij zuinig om moet gaan
restmateriaal op de juiste wijze Benoemt welke materialen hergebruikt kunnen worden
Kiest passend gereedschap bij een uit te voeren opdracht
Benoemt de betekenis van veelvoorkomende milieukeurmerken en –logo’s
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
Benoemt wie op het werk eerste hulp kan verlenen Gaat zorgvuldig en milieubewust om met de apparaten in een
Kiest bij het werken een lichaamshouding waarmee hij de taak langere tijd kan uitvoeren Herkent onveilige, niet-milieubewuste
bedrijf (deuren dicht, kraan
of onhygiënische situaties en meldt
dicht, machines uit)
deze
Gaat hygiënisch om met de apparaten en spullen in een bedrijf (vleesplank en groenteplank, doekjes) Zorgt voor voldoende voorraad van de materialen die hij nodig heeft (niet te veel en niet te weinig)
5. Werknemersvaardigheden Leerjaar
Instapniveau
5.2. Werken volgens
Herkent een werkplanning
1 Tekent op een lijst af of afgesproken werk is uitgevoerd
kwaliteitssystemen
Controleert eisen waaraan een product moet voldoen met behulp van een checklist 2 Benoemt enkele
3 Stelt zijn handeling bij als hij fouten
bedrijfsvoorschriften Meldt fouten en afwijkingen in eigen werk- of productieproces
Controleert na de uitvoering van
5 Controleert tijdens de uitvoering van
en afwijkingen signaleert in zijn
zijn werk de juistheid van de
zijn werk de juistheid van de door
eigen productieproces
door hem gehanteerde werkwijze
hem gehanteerde werkwijze
Registreert werkzaamheden (in logboek handelingen noteren) Benoemt criteria waaraan het werk of product moet voldoen
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
4
Meldt mogelijke verstoringen van de voortgang van zijn werk bij de juiste persoon
5. Werknemersvaardigheden Leerjaar
Instapniveau
5.3. Klantgericht
Luistert naar de vraag of opdracht van een opdrachtgever
werken
1 Geeft netjes antwoord op vragen van een klant
(leerkracht, medeleerling) Is beleefd tegen een klant (u zeggen, aankijken) Toont een correcte houding naar een klant 2 Blijft beleefd wanneer een klant iets
3 Kent de codes van het bedrijf voor
moeilijks vraagt
klantvriendelijkheid (deur openhouden, koffie aanbieden)
Verwijst een klant naar een ervaren collega wanneer hij zelf niet kan
Vraagt hulp aan een collega om zelf
helpen
een klant verder te kunnen helpen Komt afspraken met klanten na
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
4 Blijft beleefd wanneer een klant onaardig doet Spreekt zich tegenover klanten niet negatief uit over zijn werk Benoemt of hij een klant goed heeft geholpen en waarmee
5 Praat met een klant op een neutrale wijze over het eigen werk Is een klant van dienst, ook wanneer hij bezig is met andere werkzaamheden
5. Werknemersvaardigheden Leerjaar
Instapniveau
5.4 Algemene
Benoemt het verschil tussen een werkgever en een werknemer
procedures op en
1 Noemt enkele belangrijke plichten op het werk (op tijd komen, je aan kledingvoorschriften houden)
rondom het werk
Benoemt verschillende redenen waarom mensen willen en moeten werken (geld verdienen voor basisbehoeften, jezelf ontwikkelen, sociale contacten, iets doen voor de maatschappij) 2 Benoemt dat het loon van mensen
3 Benoemt wat er in een contract
4 Geeft in een sollicitatiegesprek
afhangt van de functie die ze
staat en wat het ondertekenen
antwoord op de vragen van de
uitvoeren
hiervan inhoudt
werkgever (vertelt wat hij leuk
Benoemt welke activiteiten je kunt
Noemt enkele belangrijke rechten
ondernemen om werk te vinden
op het werk (niet zomaar
(uitzendbureau, advertenties lezen, sollicitatiebrief schrijven)
ontslagen kunnen worden) Benoemt wie de stagebegeleider is Vraagt hulp aan de juiste persoon bij het regelen van uitkering en werk
Vult formulieren op het werk zelfstandig in Neemt deel aan een vergadering (niet
vindt aan de baan, wat hij goed
steeds aan het woord, eigen
kan)
inbreng, bij onderwerp blijven)
Benoemt de globale organisatie van
Benoemt onderdelen van een
een bedrijf (baas, projectleiders,
bedrijfsstructuur (hoofdkantoor,
werknemers)
distributiecentrum, andere filialen)
Toont betrokkenheid bij zijn (stage)bedrijf (trots vertellen over wat bedrijf levert)
VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep
5