UIT DE
1941
J~d:
Febru•rl
1946
H. Gortzak : In memoriam Anton Struik Paul de Groot: Het besluit tot opheffing der S.D.A.P. Eva Tas : Een vrij Spanje Theun de Vries: Rembrandt en de Regentenstaat, 111
No.
4
MAART 1946
POLITIEK en
marxlstlseh maandblad
NIEUWE REEKS
CUltUUr
--~~ ~ïê7A.AliGANG No.
4
MAART 1946
:PO.LITIEK en CULTUUR verschijnt eenmaal per maand, voorlopig in afleveringen van 32 bladzijden, en is een voortzetting van P. en C. verschenen in de jaren 1936 tot 1940 onder redactie van Mr. A. S. de LEEUW t, K. BEUZEMAKER t en J. W. DE GROOT (Dr. G. W. KASTElN) t.
REDACTIE F; Baruch, H. Gortzak, A. F. Mellink, hist. drs. en Eva Tas, ht.st. dra. Beer.· -
STUKKEN voor de redactie ·aan de secretaresse, Leidsebestraat 25, Alnsterdam-e vóór de 10de van iedere maand.
REDACTIEBAAD Ir. S. J. Rutgers, Theun de Vries, B. S. Polak, arts, Dr. N. Kof, J. Bot, arch., Mevr. B. van den Muyzenberg-Willemse, Mr. M. D. Proper, J. van Santen, G. Geelhoed.
AD MlN IS TRATIE Uitgeverij Pegasus, Leidseheatraat 25, Amsterdam-C. • TeL 35 9 57 Postrekening no. 173127
ABONNEMENTSPRIJS Franco per post f 2.- per halfjaar, f 4.- per jaar. Men abonneert zich tot wederopzegging voor een gehele jaargang.
LOSSE NUMMERS 35 Cent verkrijgbaar bij de boekhandel, kiosken en onze Agenten.
UI'I'GEVERU PEGASUS AMSTERDAM
1941 FEBRUARI Wat zich in de beroemd geworden Februari-dagen In en om Ámsterdam heeft afgespeeld, is uniek gebleven. Niet, helaas, de terreur en de rechtsverkrach'ing, maar het massale, indrukwekker'lde, . voor ieder zichtbare verzet: de algemene werkstaking. Nergens is het onrecht een - toen zelfs relatief kleine groep aangedaan, aanleiding geworden tot een zo · openlijke daad van alweer. Eenmaal althans volgde er op de zwart-groene provocaties het antwoord, dat deze verdienden. Amsterdam is dit ook in 1946 niet vergeten. Een meeting van 35.000 personen werd een machtig getuigenis \van de bereidheid der massa; meer dan 50.000 mensen namen deel aan een waardige herdenking van strijd en opoffering op het Waterloo!llein, voortaan het Plein Februari 1941. · De Februari-·actie onder het oog van de vijand was een lichtend baken op de weg naar de eenheid der arbeidersklasse. De herdenking"er van heelt aangetoond, dat de geest dier eenheid levend is, nu meer dan ooit. In 1946 niet minder dan in 1941.
.1·946
Wij publiceren hieronder enige passages uit een, kort na d• staking, illegaal verschenen brochure van de hand van L o u J a n se n, die een belangrijk aandeel in de voórbereiding heelt gehad en in 1943 is gefusilleerd.
Oe Februari-actie Het was de arbeidersklasse en met haar het gehele werkende volk, dat op 25 en 26 Februari als het ware bij een volksstemming de Duitse Nazi's en N.S.B.-ers toeriep: N e e n, d u i ze n d m a a I n e e n. Wij· willen niets weten van uw oorlog, van uw ,.nieuwe orde", van uw Musser!, van uw N.S.B.-bonzen, van uw terreur, van uw Joden-kwellingen! Stik in uw nazi-modder en ver d wij nl De arbeiders besloten de strijd te aanvaarden en namen het in.iti~tiel tot de proteststaking. · Nimmer werd een parool zo algemeen en strijdvaardig opgevolgd. De grote bedrijven gaven de stoot en bliksemsnel verspreidde 1 de staking zich over geheel Amsterdam en omliggende gebieden. De arbeiders traden daarbij prachtig en vol initiatie/ op. Zij, die het eerst het werk hadden neergelegd, trokken in demonstratie naar hun kameraden uit dezelfde bedrijfstak; de gemeente-·arbeiders naar de gemeente-bedrijven, de' metaalbewerkers naar de metaalbedrijven, toen delegaties naar de warenmagazijnen, de kantoren en de banken, waarvan het personeel op zijn beurt weer de collega's in andere zaken ging opzoeken. Vooral de jeugdige arbeiders leverden hier voortreffelijk werk. Zo .staakten op 25 Februari in Amsterdam reeds om 11 uur 's morgens 8~ procent van alle werkenden. Te Amsterdam staakten zo goed als alle arbeiders van de overheidsbedrijven, de metaalbedrijven, grote en kleine labrieken van allerlei soort, bouwwerken en werkverschaffingen, de persoi\Sien der grote warenmagazijnen, k,antoren en enkele grote banken, de ambtenaren van de m'eeste gemeente-
97
diensten, Vän de Arbeidsbeurs én de dienst van Maatschappelijke Steun. Zelfs bij de Posterijén werd in de nacht van 25 op 26 Februari gestaakt, terwijl het personeel van de grote dagbladdrukkerijen enige uren staakte tot het met geweld. gedwongen werd aan de arbeid te gaan, met uitzon· dering van de arbeiders van de drukkerij der .,Arbeiderspers", die verder staàkten. · Vele winkeliers en handeldrijvende middenstanders sloten hun zaken en ondersteunden de staking. De proteststaking_ begon op 25 Februari; de volgende dag breidde zij zich verder uit. Op de tweede dag sloten zich alle bedrijven uit de Zaanstreek erbij aan, evenals het Hoogovenbedrijf In Velzen en alle belangrijke bedrij· ven van Haarlem. In Hilversum staakte de N.S.F. en weldra volgden alle belangrijke bedrijven van Hilversum. In Utrecht legden de arbeiders van · Werkspoor en de staalgieterij de Muynck·Keizer eveneens het werk neer. M e e r d a n d r i e h o n d e r d d u i z e n d ·a r b e i d e r s, b e d I e n d e n, intellectueelen en middenstanders namen aan de staking deel. In geheel Nederland vond hun strijd een onverdeelde sympathie bij de overweldigende meerderheid der bevolking en heerste er in
IN MEMORIAM
Een leven
Anton Struik
itn dieruit oom de arbeiderskla8se
door Henk Gortzak "Ir. Struik, die zoveel tot de ontwikkeling van ons tijdschrift heeft bijgedragen, V!!rdween tijdens de "hongermarsen" in Noord-Duitsland". Deze zin schreef de redactie van ons tijdschrift, bij het wederverschijnen van Politiek en Cultuur. Anton Struik, een betrekkelijk kort, maar werkzaam leven in dienst der Nederlandse arbeidersbeweging, dit is het wat iemand steeds weer voelt, die over deze nobele strijdbare liguur denkt en spreekt. Geboren o·p 8 April 1898, nam hij teeds tijdens zijn studentenjaren een plaats in de rijen der Socialistische beweging in. Hij werkte ·mee aan de stichting der .Socialistische Jeugdbeweging in ons land aan het einde van de eerste wereldoorlog en zijn drukke werkzaamheden na zijn promotie te Delft, toen hij als jong ingenieur werkzaam was bij het Normalisatie Bureau, konden hem niet beletten om samen met zijn broer Dirk veel van zijn tijd beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van het Socialisme in ons land. Want dit was een der grote verdiensten van Struik, dat hij altijd de gelegenheid wist te scheppen om te doen, wat ge· beuren moest. In 1923 vertrok Struik naar de Sowjet-Unie, . om daar met een groep buitenlandse ingenieurs, onder leiding van onzen partijgenoot Ir. S. J. Rutgers, een werkzaam aandeel te hebben bij de opbouw van de Autonome lndustriele Kolonie .,Koesbas". Het betrof hier het weder op gang brengen en uitbreiden van een in Franse concessie uitgegeven, verwaarloosde mijnbouw-onderneming, met daaraan te ver· binden chemische industrie. Een en ander zou als grondslag moeten dienen voor een groot metallurgisch bedrijf, het l'ilter zo bekend geworden Koesnets-Oeralsyndicaat. Het pionierswerk voor dit reuzenbedrijf was met zeer grote moeilijk· heden verbonden en Anton Struik nam daaraan een uiterst belangrijk aandeel. Reeds spoedig werd hij belast met de leiding van het projectenbureau, waaraan Ingenieurs van verschillende nationaliteiten deelnamen. Door zijn bekwaamheid als ingenieur, zijn onvermoeide ijver, zijn uithoudingsvermogen en vooral ook door zijn persponlijkheid wist hij de verschillende elementen tot een harmonische samenwerking te brengen. Naast zijn omvangrijk technisch werk, nam Struik in die dagen tevens de leiding op zich van het scholingswerk onder de buiten· landse medewerkers aan deze onderneming, .waartoe hij in nauw contact werkte met de Russische Partijleiding. De Russische taal had hij zich op merkwaardig snelle en degelijke wijze eigen gemaakt. Toen in 1927 de onderneming kon worden overgedragen in het normale systeem van het Russische bedrijfsleven, werd Struik benoemd aan de bouw van de Turksib-spoorweg, die Siberië met Midden-Azië verbindt, bij velen bekend door de beroemde film "Turksib". Hier was hij leider van de bouw van de Zuidelijke sectie. In opdracht van de Sowjet-·Russische regering maakte hij een stu'diereis door Europa op- het gebied van spoorwegbouw. Daarbij bezocht hij o.a. ook Turkije, want het bleek, dat de moderne grootscheepse spoorwegaanleg op Europees gebied in die tijd, alleen in Turkije plaats vond. Na beëindiging van zijn werk aan de Turksib was Ir. Struik nog enige tijd werkzaam in algemene dienst bij de bouw van spoorwegen in de Sowet-Unie. ·
99
ZiJn vóortullamste belangstelling ging Intussen .uit na~r de studie en vérwerkeiU~ klng van het Socialisme en hij gaf dan ook gevolg aan een voorstel· om naar Nederland terug te keren •en daar aan het Partijwerk actief deel te nemen. Vanaf dit ogenblik is Struik onverbrekelijk aan het werk van de Nederlandse ;vhei· dersklasse en haar Partij, de C.P.N., verbonden. Zijn grote kennis omtrent de vraagstukken van· de Marxistische wetenschap en de toepassing van de Socialis· tische theorie in de practijk van het dagelijkse leven maakten hem lot een van die figuren in de Partij, die hulp en steun betekenden voor alle kameraden, diè met hem in contact kwamen. Indien wij thans de werkzaamheden van Struik overzien en ons de vraag stellen, waar wij hem het sterkst ontberen, dan. komt men steeds weer tot de conclusie, dat deze wonderbaarlijke kameraad op· elk terrein zijn werk verrièhtte. Hoeveel vertalingen van de klassieke, Marxistisc~e literatuur heeft Struik niet helpen bevorderen. In de periode, dat StruiK aan ons .dagblad verbonden was, leerde hij de jonge kameraden de grote verantwoordelijkheid, die de schrijvers in de krant tegenover ons volk en het Socialisme hebben. Hij eiste van hen volledige kermis van zaken, het gebruiken van een taal, die ook door den eenvoudig· sten arbeider begrepen kon worden en voor alles geen holle, rev.olutionnaire frasen, maar eén zakelijk· betoog over de problemen_, die de vooruitstrevende arbeidersklasse op de weg naar het Socialisme heeft op te lossen. Hierdoor bereikte Struik, dat de inhoud van onze krant reeds door grote groepen begrepen en gelezen werd en kweekte hij een korps van redacteuren, die in de moeilijke jaren, die voor ons volk zouden aanbreken, ten volle hun plicht zouden doen. Daarriaast leidde Struik in de Partij en ook daarbuiten de scholing van de kame· raden in de vraagstukken van het ·Socialisme. Wie zich de bijeenkomsten her· innert, waar Struik door zijn heldere en duidelijke uiteenzettingen de moeilijkste vraagstukken voor zijn gehoor wist te verklaren, die kan begrijpen, van welk een grote steun dit werk voor allen is geweest, die met deze scholing in aanraking kwamen. Struik leerde ons, waartoe de arbeidersklasse in staat is; als zij steunt ' op de kennis der Marxistische wetenschap. Door zijn heldere artikelen in bladen als .,Rusland van heden" en ons tijdschrift .,Politiek en Cultuur" vond hij de weg naar diegenen, die meer over het Socialisme ·wilden weten. De redevoeringen, welke Struik voor de radio in de V.A.R.A.·studio hield omtrent de industrialisatie, de vijf-jaren-plannen in de Sowjet;Unie droegen er toe bij, dat er bij de Nederlandscha bevolking een beter begrip ontstond omtrent' de ·historische gebeurtenissen, die' zich in een zesde deel van d'e wereld voltrokken. Het· zou ongetwijfeld een te veel aan plaatsruimte opeisen, indien wij 'al 'dit·werk' van Anten Struik uitvo·erig zouden bespreken. Maar een ding kan· en mag niet vergeten worden, dat was de mens Struik, die letterlijk voor. alles aandacht had. Struik, die voor zichzelf z'o weinig eiste, had altijd de grootste aandacht voor de persoonlijke moeilijkheden van de kameraden. K..,..amen zij tijd tekort en werden zij •overstroomd door het werk, Struik leerde hèn, hun tijd ·zo economisch · mogelijk te gebruiken, waardoor zij tijd kregen voor hun werk. Vooral daar, waar de moeilijke politieke verhoudingen de kame· raden wel eens· problemen stelden; die zij zo direct· niet konden verwerken, daar bléek Anton de aangewezen pérsoon om die met hen In rustig overleg te bespreken en hun behulpzaam 'te zijn bij het doorworstelen van de moeilijkheden. Deze· persoonlijke eigenschappen maakten hem ook bij uitstek geschikt voor het contact met onze Indonesische vrienden, die gaarne en vol vertrouwen bij hem met hun problemen kwamen. · Hij stelde de zaak der Partij en der arbeidersbeweging steeds verre boven per" soonlijke anti- e'n sympathieën en hij bracht dat ook anderen bij. Wel was hij· hard en scherp, maar bovenal kameraadschappelijk• en de bescheidenheid zelve. Indien een kameraad door Struik gecritiseerd werd, dan voelde hij, dat dit juist was. En hij voelde zich gelukkig, indien hij een pluim kreeg voor zijn werk, omdat hij wist; dat vleierij Anton vreemd was. Anton Struik, diè zelf geen arbeider was, werd ·gedragen ·door een grote liefde voor de arbeidersklasse. Hij werkte aan haar verheffing ·en kweekte bij de arbeidersfunctionarissen verantwoordelijkheids· besef, maar_ ook geloof aan eigen kracht. · En daarbij had hij ons land lief. Zijn ·diepe kennis van de rijke historie van ons land verbreidde hij onder het gehoor van de ·scholingscursussen en hij leerde de arbeiders, dat zij de dragers waren van het · beste, wat onze natie In haar geschiedenis heeft opgeleverd. Weinigen kenden zijn persoonlijk leven. Niet velen zullen 'geweten hebben, dat hij de weinige vrije ttjd, ·die hij zichzelf gundé, met voorliefde gebruikte om lange wandeltochten in de mooie streken van ons
140
land te maken, liefst aan de hand van een stafkaart, waardoor hij zo'n gebied • grondig leerde 'kennen. Toen de bezetting kwam, nam Struik evenals de overige communisten zijn plaats in het nationaal verzet in. Tezamen met de illegale leiding van onze Partij begon hij het moeizame werk, dat· ons in de komende jaren zou wachten en hij stond daarbij op een bela,11grijke post. In Juli 1940 kreeg Anton Struik tezamen met partijgenoot v. d. Drift de opdracht het solidariteitsfonds te gaan stichten," een fonds, dat later in' ons verzet zulk een grote rol zou spelen. De Partijleiding zag de weg, die ons volk zou moeten gaan om de vrijheid i'n het ·land op de fl!lscis· tische barbaren te' heroveren en zij wist,' dat deze .slechts te veroveren zou zij", als wij er in slaagden een brede solidariteitsbeweging te ontketenen. Tot aan zijn arrestatie in Mei 1941 heeft Struik hieraan al zijn krachten gegeven. Misschien ligt in deze arrestatie voor die lieden, die ons de vraag stellen, "waar waren de communisten v66r Juni 1941?", èn daarbij suggereren willen, dat het verzeiswerk der communisten pas een aanvang zou hebben genomen nadat de 'Sowjet-Unie door Hitier werd aangevallen, mede het antwoord op hun vraag. De arrestatie van Struik betekende een gevoelige klap voor de Partij, maar door het werk1 dat hij in de jaren daarvoor in onze Partij verricht hàd, was het mogelijk zijn opengevallen plaats door vele anderen te doen innemen . Ir. Struik heeft de lange weg van de gevangenis en het concentratiekamp door· gemaakt, die velen van ons met hem gegaan zijn. Een kameraad, die met hem in Amersfoort zat, vertelt ons daarvan het volgendé: "Het was eind Augustus 1941, toen Struik. bij ons In het kamp te Amersfoort aankwam. Wij stonden nog wat vreemd tegenover de fascistische methoden en Amersfoort was een zwaar kamp, minsteris zo erg als de kampen in Duitsland. De zweep van de honger knalde over oris allen en de ·commandant probeerde hiervan gebruik te maken om door verstrekken van extra voedsel corrupte elementen te vinden, welke spionnage In het kamp zouden doorvoeren. Het· ging er vooral otn namen"' te weten te komen van kameraden, die nog in vrijheid waren. Struik zag het grote gevaar en hij organiseerde de Partij-cel ·in het kamp. Hij gaf voorlichting, hoe de partijgenoten aaneengesloten in het kamp moesten optreden, hoe de solidariteit georganiseerd diende te worden en zette de politieke perspectieven van de strijd van ons volk, binnen, zowel als buiten het kamp, duidelijk uiteen. Voor alles leerde hij ons, hoe wij ·ons moesten beschermen tegen provocateurs, corrupte figuren en fascistische spionnen. Door de verb!n· dingen welke hij wist te leggen met de kameraden van andere politieke richtingen, o.a. de groep van O.D~ wist hij zich een grote autoriteit te verschaffen .. Dat de pogingen van den commandant mislukten, dat ondanks de honger en ellende het moreel bij de politieke gevangenen zo goed bleef, hebben wij ongetwijfeld in die tijd voor een belangrijk gedeelte aan het werk van Struik te danken. Daarbij wist hij gebruik. te maken van zijn functie in het· kamp. Hij was n.l. schrijver bij den dokter en vele kameraden, die het nodig hadden, werden door zijn toedoen in het ziekenhuis opgenomen. Dat betekende rust en de mogelijkheid weer QP kracht te komen en op deze wijze behouden te blijven voor de strijd van ons volk. Dat Struik daarvoor vaak rapporten heeft moeten vervalsen, heeft hij met vreugde gedaan. Hij kon op deze wijze de strijders van het verzet van elke richting van de grootste dienst zijn. Ook in de periode dat hij ,.,stuben" oudste was van barak 11 ·heeft hij voor de mede-gevangenen ongelooflijk veel gedaan. Daarnaast heeft kameraad Struik voor de Russische krijgsgevangenen zeer veel betekend. Hij was n.l. hun tolk bij den dokter en de wijze, waarop hij gebrul~ wist te maken van zijn kennis, van de mogelijkheden in het kamp, heeft velen van . deze Russische vrijheidshelden een riem onder· het hart gestoken. Toen Struik dan ook in September 1942 plotseling op transport gesteld werd naar Neuengamme in Duitsland, werd dit als een der ernstigste verliezen gevoeld, die wij in het kamp Aiffersfoort leden." . Deze grote figuur uit de Nederlandse arbeidersbeweging is niet meer. Wij weten dat het onmogelijk is om in dit artikel alles uit te drukken, wat hij voor ons betekend hee~t. Wij geloven het echter samen te kunnen vatten in de woorden, dat Struik ons leerde, dat een arbeidersbeweging, gedragen door de Marxistische wetenschap, en steunend op haar verbondenheid met het volk, in ·staat Is, de overwinning te bevechten. De Partij en de partijgenoten, zullen de dank, die zij aan Struik verschuldigd zijn, het best ~unnen inlossen, door de Partij in zijn geest te versterken en te zorgen, dat de Partij vooraan gaat in de strijd, welke ons volk te voeren heeft 'fOOr vàderland, democratie en Socialisme.
Het besluit
PAUL DE GROOT
tot opheffing der
I
s.o.A.P.
Nadat de S.D.A.P. gedurende vijf jaren buiten het, ondergronds bloeiende politieke leven had gestaan, werd, kort na de bevrijding, in een door Drees en Woudenberg ondertekend manifest zijn wederoprichting aangekondigd. In de eerste week van Februari, acht maanden 'later,· heeft het voorlopige Partij· bestuur van de S.D.A.P. een congres bij'eengeroepen, waar tot opheffirtg der partij besloten werd. Op 9 · Februari namen· de vertegenwoordigers van· de opgè· beven partij ·deel' aan het oprichtingscongres van de Partij van de Arbeid, waarin zij de ou,de S.D.A.P. wensen te zien opgaan. Het lijkt ons nuttig eens de redenen te onderzoeken, die tot een stap van zo groot gewicht hebben geleid. • De voornaamste reden, die door de voorstanders van de overgang naar de Partij van de Arbeid wordt opgegeven, is 'de zgn. doorbraak ·van de anti-these. In de nieuwe tijden; die wij beleven, zeggen deze voorstanders, mag de opbouw van het partijwezen niet langer gegrondvest zijn op godsdienst 'en kerkelijke richting. De grote scheidingslijn tussen godsdienstigen en ongodsdienstigen ·op politiek gebied, moet doorbroken worden. Grondslag voor de partijvorming moet zijn het politieke en maatschappelijke inzicht en een gemeenschappelijke moraal die zowel door hen die een religie belijden, als door hen die dit niet doen, aan· vaard wordt D~ze stelling is niets nieuws, althans niet voor de arbeidersbeweging. Bij de arbeiders vond de doorbraak van de anti-these reeds plaats~op 26 Augustus 1894, toen de hyaalf Apostelen, onder leiding van Troelstra" de S.D.A.P. oprichtten. De S.D.A.P., tot 1909, dus dertien jaar lang de enige arbeiderspartij in ons land, doorbrak met succes de anti-these en streefde naar de organisatie ,_van de arbei· ders die tot bewustzijn van hun taak in de klassestrijd zijn gekomen" (Beginsel· progra~ 1895), ongeacht geloof of kerk. Hetzelfde deden de vakorganisaties, het N.V.V. ·en het N.A.S. Na de scheuring van 1909 waren de marxisten In een afzonderlijke partij geor· ganiseerd.1 Hoewel gescheiden, bleven zij echter steeds een deel van de moderne arbeidersbeweging en erkenden de algemene grondslagen daarvan. Het is moge· lijk,, dat sommige nieuwe lichten van de Ned. Volksbeweging in de waan leven, dat zij het zijn, die Amerika ontdekt hebben. Dit is allerminst het geval, zoals wij zien, voor zover het de arbeidersklasse betreft.;-:Nieuw is echter in de na-oorlogse situatie h~t streven naar doorbreking der anti-these bij de kapitalisten, enerzijds bij het groot-kapitaal, anderzijds bij de kleine burgers, boeren en het bij deze sociale laag behorende intellect. \ Het streven naar nieuwe partijvorming bij de politieke vertegenwoordigers v~n het groot-kapitaal vloeit voort uit overwegingen, .die reeds in het Beginsel· program der S.D.A.P. van 1912 als volgt werden geschetst: "De tegenstellingen · binnen de kapitalistische klasse treden op den achtergrond naarmate de aandrang der arbeiders naar nieuwe rechten en hervormingen gevaarlijker wordt voor haar heerschappij en het kapitalistische stelsel zelf." (Alinea IX p. 23). De vrees voor de opmars der arbeiders Is het begin der wijsheid van de "zoekers naar vernieuwing" in 'het kapitalistische kamp. Vandaar het streven naar nieuwe partijen, hetzij op algemeen-christelijke groncfslag, van protestanten en katholieken, hetzij op algemeen protestantse grondslag, van anti-revolutionnairen eh christelijkhistorischen, hetzij op "personalistische grondslag", van christelijken en humanisten. Zelfs droomt, men in liberale kring van een "vernieuwde partij" op liberale basis. J Eensdeels heeft men met al deze nieuwlichterij op het oog om door het vormen van een nieuwe partij de nieuwe kiezers te winnen, anderzijds is daar het ernstige streven om de verzwakte positie van de kapitalistische klasse te herstellen door samentrekking van krachten en ov:erboord gooien der traditionele afscheidingen. · Is dit alles een reden voor de arbeiderspartijen om achter de kapitalistische , "vernieuwers" aan te lopen en eigen partij ten bate van hun nieuwe scheppingen ov:erboord te 'gooien? Geenszins. Als de kapitalisten gedwongen worden hun
10;1
troepen te hergroeperen, als gevolg van de door het offensief der arbeiders geleden verliezen; dan is dit een reden voor de ar.beiders om hun opmars met nog groter kracht voort te zetten en hun eigen rij.en nog hechter aaneen te sluiten. Bij de middenklassen en kleine ondernemers ligt de toestand anders. De voort· schrijdende centralisatie en concentratie van productie en kapitaal ontneemt deze sociale lagen hun bestaansgrond. Zij worden naar het proletariaat gedreven en zoeken aansluiting bij d.e arbeiders, bij het socialisme als enige redding, ook voor hen. Hun oude, traditonele politieke organisaties zonken krachteloos ineen. Concreet gesproken is het dit: de bevolkingslagen die vroeger achter de Vrij· zinnig-democratische en Christelijk-democratische, of Katholi.ek-Democratische partij (v/h Mr. Arts) stonden, oriënteren zich thans naar de socialistische arbeiders· beweging. Deze partijen hebben daardoor de grond onder hun voeten verloren, hun partij-organisatie is verdwenen en hun Kamerl.eden zweven op hun zetels lussen hemel en aarde. De sociàlistische arbeidersbeweging is de bron die hen aantrekt, die hen nieuwe krachten moet geven. Is dit een reden voor de arbeiderspartij om het v.eld te rujmen en zich aan de leiding van hen, die zelve leiding behoeven, ove~ te geven? Is dit een reden voor de S.D.A.P. om te verdwijnen ten gunste van een nieuwe parfij, waarin d.e Kamerleden-zonder-partij de meerderheid van 'het Partijbestuur uitmaken 7 Geenszins. Het feit, dat de kleinburgerlijke · partij.en hun grondslag verloren hebben, is een reden te meer voor de socialistische arbeidérsbeweging om eigen grondslag te verstevigén en daardoor de in beweging geraakte kleine burger-massa een houvast te geven, die zijzelve ontbeert. , Een ander argument, dat ten gunste van het opheffingsbesluit der S.D.A.P. werd aangevoerd, is de nÓodzaak om alle socialisten te verenig~n, d.w.z. de oude S.O.A.P.-ers met de thans uit de bourgeoisie overkomende politici, die :Z:ich tot het socialisme en d.e democratie bekennen. Ook dit is geen reden om de socialistische arbeiderspartij te laten verdwijnen, juist integendeel. Het streven naar vervanging van de kapitálistische productie en samenleving door een socialistische, heeft de geh.elè moderne arbeidersbeweging gemeen, zoowel de sociaal-democratische, als de communistische ricbting daarvan. Wanneer nu politici, die voordien het voortbestaan van· het kapitalisme voorstonden, tot de erkenning zijn gekomen van de noodzakelijkheid van het socialisme, dan · is dit een bewijs van d:e juistheid v.an de- beginselen van de moderne arbeidersbeweging. 2;ijn de nieuwe aanhangers daarvan geheel overtuigd, dan zullen zij tot die arbeidersbeweging moeten toetreden. Zijn zij nog niet geheel overtuigd en maken zij· voorbehoud, dan zullen zij op grondslag van de dagelijkse politiek met haàr moeten samenwerken, zonder dat de arbeidersbeweging afstand doet van haar zegevierende beginselen. Concreet gesproken is het dit: Als Professor Schermerhorn, Prof. Lieftinck, Ds. Miskotte e.a. overtuigd zijn geworden van de noodzakelijkheid van het socialisme, dan is hun plaats In de rijen van de socialistsiche arbeidersbeweging. lijn zij dit niet geheel, en maken zij er bezwaar tegen tot een arbeiderspartij toe te treden, dan zijn zij welkom als medestrijders tegen de reactie, voor het volbrengen van de taken van het ogenblik en van de toekomst, voor zoover ~ij de opmars van de arbeidersklasse naar het socialisme will.en volgen. Doch er is geen reden waarom zij als leiders van de socialistische arbeiders zouden moeten optreden, waarom de socialistische arbeiders naar hün pijpen zouden moeten dansen en eigen, in een halve eeuw van strijd en zwoegen verworven geestelijk en organisatiebezit aan hun voeten zouden moeten leggen. Alles goed en wel, zeggen de Vorrinkianen, maar ons drijft het heilige m oe ten. Wij moeten een grote partij hebben om te regeren. Wij moeten alle democraten verenigen tegen de reactie. Accoord, zeggen wij. De Nederlandse arbeiders en het Nederlandse volk h e b b e n een grote partij nodig, om te regeren en om alle democraten te verenigen. Maar daarbij zijn twee dingen te overwegen. Het eerste is: zij die geroepen zijn om het volk leiding te geven moeten niet alleen denken aan zijn te g e n w o o r d i g e belangen, maar ook aan zijn t o e k o m s t i g e belangen. Dat wil zeggen, zij dienen .een politiek te voeren, die op een beginsel steunt, want alleen een beginsel-politiek is een juiste politiek, die niet alleen vandaag, maar ook morgen juist is en de gestelde taak verwezenlijkt. Het tweede is: klopt de rekening wel? . Om met dit laatste te beginnen, is de Partij van de Arbeid inderdaad een grote partij? Men schreeuwt dit nu wel van de daken, maakt misbruik van zijn positie om het door de radio te laten uitbazuinen, ,rekent -de zetels bij elkaar die
103
S.D.A.P., V.D':B., C.D.u-. -enz. in de Tweede Kamer bezetten, zonder te bedenken dat dit grotendeels fictieve zet~ls' zijn, die niet op een uitspraak der kiezE!rs steunen. Men vergelijkt de P.v.d.A. met de Engelse Labour-Party. Maar dit is onjuist. De Labour Party is samengesteld uit de vakverenigingen en coöperatieven en uit de politieke club der parlements-leden. De Partij van de Arbeid heelt wel candidaát-Kamerleden, doch geen vakverenigingen noch coöperatieven in haar rijen. In de kringen van de Ned. Volksbeweging dweept men met "massa-psychologie", waarvan men zich heel wat voorstelt. Deze "massa-psychologie" gaat van de stelling uit, dat de massa zelve niet denken kan, en men haëlr tot alles kan brengen door ·middel van elieetvolle propaganda en meeslepende leuzen .. Dit procédf wordt thans toegepast om te sug-gereren .dat een combinatie, die bestaat uit nauwelijks de helft van de voor-oorlogse S:D.A.P., een tiende op zijn lioogst van de voor-oorlogse Vrijzinnig-Democratische en Christ. Democratische Partijtjes, gekruid met enkele dominees en katholie-ken, lesamen de vreselijk grrrroooote partij vormt, de grootste partij van Nederland. Wij willen· in alle bescheidenheid herinneren aan de tam-tam, die enkele maanden geleden de Ned. Volks Beweging maakte. Hoe heeft men zich daar toen op verkeken! Zou het niet mogelijk zijn, dat men zich eveneens op de nieuwe Partij van de Arbeid verkijkt? Is het geen vergissing, om te menen dat de massa der Nederlanders niet de n k !, en zich laat "psychologiseren"? Heeft ook Goebbels, die een meester was in "massa-psychologie", zich niet in de uitwerking daarvan vergist? Is het geen vergissing te meenen dat de 900.000 sociaal-democratische, en 100.000 communistische, samen een mi 11 i oen der oude kiezers der f10derne arbeidersbeweging, die ,een scholing van lange jaren doorlopen hebben, zomaar op hun knieën zullen valler:1 voor Professor Schermerhorn, Professor Lieftinck en Mr. Oud, lieden die nooit iets voor de arbeiders hebben gedaan, zo zij hen al niet hebben bestreden? OI zullen misschien de n i e u we k i e ze r s, die door de ondergrondse verzetsbeweging zijn opgevoed, in extase komen voor personages, die niet of slechts in de laatste minuut, aan de verzetsbeweging hebben deelgenomen? Het zou verstandig kunnen zijn, nuchter te blijven en zich niet door een Blueband-·reclame-campagne van de wijs te laten brengen. Het is vrij zeker, dat de lYartij van de Arbeid geen grote partij zou kunnen worden door de aanhang van de S.D.A.P. Men speculeert op nieuwe aanhangers. Vanwaar zouden die moelen komen? De verzuchting van naar vernieuwing strevende oud-A.J.C.'ers: "de S.D.A.P. was het sIerkst e b o I werk tegen he I co m m uni s me", werd reeds in dit blad aangehaald. . De achteruitgang van de S.D.A.P. maakt haar ongeschikt als "sterkste bolwerk tegen het communisme". Er moet een nieuw bolwerk komen en daarom moet de oude partij verdwijnen. Men hoopt van de Partij van de Arbeid zulk een nieuw bolwerk tegen het communisme te kunnen maken. De kreet, dat de Partij van de Arbeid de grootste partij van het land worden moet, is een appèl aan de vijanden van de arbeidersklasse, aan de vijanden van de leer van de arbeidersklasse, het marxisme, om zich achter die nieuwe partij . te scharen. · Ziet, zeggen de Vorrinkianen, wij zijn thans van alle marxistische smetten vrijl Zestig predikanten hebben het bevestigd, dat wij de klassenstrijd hebben afgezworen! De leiding van de nieuwe partij biedt alle garanties die gij maar wensen kunt. Zij is in handen van mensen, die thans de regering vormen en het volle vertrouwen genieten van Philips, de A.K.U., de Rotterdamse Bankvereniging, de Royal Dutch Shell en de Standard Oil beide. Zeven ministers en een loopjongen, medewerkers in "team-verband" van van Schaick, van Kleflens, van Boeyen en zo meer. Hier ligt inderdaad het vooruitzicht om een "grote partij" te worden, waa,rbij 'men moei afwachten of de Nederlandse kapitalisten tenslotte niet toch riog 1 de voorkeur aan de R.K.S.P. of Anti-Revolutionnaire Partij zullen geven. Echter, is het dit, waarvóor de S.O.A.P.-ers hun partij zouden moelen opgeven? Zulk een "grote partij" brengt ons geen slap vooruit, afgezien nog van het feit, dat zij geen kans heeft op een meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer, en zich zonder blikken of blozen reeds gereed maakt voor de coalitie met de Rooms-Katholieken en Anti-revolutionnairen. Op dezll wijze zou de Partif van de Arbeid, in samenwerking met de rechtse partijen, juist de mogelijkheid voor · de reactie scheppen om beslissende invloed op de regering te verkrijgen.
104
.
....
Immers, a 11 e e n rêgeren kan de rèactie niet meer, en durft zij niet méér. Zelfs voor de politiek van de dag biedt dus het oph"!ffingsbesluit der S.D.A.P ... geen uitkomst. Des te l)"'inder, wanneer men de zaak van het öogpunt der beginselen gaat beschouwen. W!'lke toekomst heeft zulk een Partij van de Arbeid, met een vaag urgentie-program, doch geheel zonder beginsel-program, een partij ; samengesteld uit onsamenhangende bestanddelen? Het is helaas al te vaak . voorgekomen,. dat. men in de árbeidersbeweging bereid is de beginselen rr.èt voetEm te treden, de laagst-bij-de-grondse tinnegieterijen te slikken, mits zij succes opleveren. Wat echter, als zij een mislukking worden, hetzij thans, hetzij in de toekomst? Dan zal de kater volgen op de dronkenschap van heden Dan zal het geen fusie zijn, zoals Koos Vorrink schreef, die een logisch gevolg is van vroegere scheuringen, doch dan zal de fusie gevolgd worden door veel meer en diepere scheuringen. Immers, wij leven niet in een rustige tijd. De barometer staat _op· storm. In die storm zal elke partlj beproefd worden en zware schokken te verduren hebben. Alleen een partij, die steunt op de vaste grondslag van haar beginselen en principiële eenheid, kan de schokken doorstaan. De Partij van de Arbeid ,is een samenraapsel, zonder grondslag, en zonder beginselen. Moest daarvoor de S.D.A.P. opgeheven worden? · Inderdaad, wij hebben een· grote partij nodig, om de democraten te verenigen en te regeren; tegen de reactie, voor de vooruilgang ,op de weg naar· het socia'lisme. Wij zijn het daarin met orize sodaa.l-democratische vrienden eens. En ziet hier hoe wij denken dat dit verwezenlijkt worden kan. De S:D.A.P.-ers moeten terugkeren op de weg die in 1909 werd ingeslage.n, toen de scheuring tussen sodaal-democraten en communisten een feit werd. Zij moeten de noodlottige Vcrrink-politiek van zich. afwerpen, die haar steeds meer tot een "bolwerk tegeri het communisme" maakte in plaats van een bolwerk te zijn voor het socialisme, voor de arbeidersklasse. Zij moeten opnieuw, zoals in het BeginselProgram van 1912 ges~hreven staat: "streven naar de eenheid van de proletarische klassenstrijd". In de oorlog, en door de overwinning d!!!r democratie op het fascisme, is de arbeidersklasse reusachtig gegroeid. Haar partij kan de grote parlij van het Nederlandse volk zijn, op voorwaarde, dat zij haar verdeeldheid · overwj.nt. De scheuring ~an 1909 moet ongedaan worden gemaakt en de gemeenschap!)elijke partij van sociaal-democraten en communisten hersteld wordèn op de grondslag van èen principieel-socialistisch beginsel-program en een reëel, uitvoerbaar, doch met vaste koers op het socialisme aansturend urgentie-program. Een gemeenschappelijke partij van sociaal-·democraten en communisten zal ongetwijfeld de grootste partij van het land zijn, en zij zal een vooruitstrevende regering ·kunnen dragen: Zij zal in staat zijn ook met Prol. Schermerhorn en anderen, samen te werken, met christelijke en met katholieke democraten, doch zij zal ze I v e de sleutel-posities in handen kunnen houden. Zij zal, door haar omvang niet alleE!IIIt, .doch ook door· de kracht van haar beginselen en de doorslaggevende sociale betekenis van de klasse, waarop zij steunt, met de kleinburgerlijke democraten als b o n d g e n o o t samenw-rken, niet als hun ondergeschikte. · Dat is de weg die wij onze sociaal-democratische vrienden tonen; In ons beider belang en in het belang van ons volk. Zij leidt naar de grote partij, die niet allen groot, doch ook sterk zal zijn, naar de machtsvorming en naar de regering. Zij leidt verder nog. Zo op het ogenblik de heersende macht nog in handen van het groot-kapitaal is, zo staat het toch vast dat het kapitalistische stelsel aan 't alsterven is, evenals de sociale lagen,' waarop het steunt. De arbeidersklasse is, ofschoon zij op dit ogenblik nog niet de heersende macht is, de klasse die groeit en· in krachten toeneemt. Haar· maatschappelijk stelsel, het socialisme, draagt de toekomst in zich. De partij van de arbeidersklasse is de enige die vooruitzichten heelt, alle ande,ren, ook al hebben zij voorbijgaand succes, moeten ,onvermijdelijk aftakelen. Wij vestigen de aandacht van de sociaal-democraten hierop en stellen hen voor zich niet' te richten op wat afsterft, doch op wat groeit. De verkiezingen staan voor de deur. Het zal een zware strijd worden, de reactie he·eft, dank zij de uitstel-tactiek van Ds. Banning, Schermerhorn, Vorrink c:s., de tijd gehad zich voor te bereiden. Laat· ons in deze strijd alle krachten van de arbeidersklasse samenbundelen. Een samenwerking in de verkiezingsstrijd ·is de beste voorbereiding tot de opbouw van een gemeenschappelijke socialistische partij, de· grote partij van de Nederlandse arbeidersklasse, en van· het Nederlandse volk, die' de doorbraak, eens door Troelstra en Wijnkoop begonnen, zal kunnen · voltooien.
105
Een vrij Spanje EEN GEWONNEN SLAG TEGEN HET FASCISME. door Eva Tas De· oorlog In Europa is niet begonnen met de overval op Polen op 1 September 1939, maar in Spanje, zoals de oorlog in Azië niet begon met de aans.lag op Pearl Harbour, maar in 1931 met liet door Japan geprovoceerde incident. !Thans· Is. de trotse Wehrmacht tot Wehrwolf ineengeschrompeld en de Japanse oorlogsmachine tot een half-legale politiemacht in Britse dienst. . Het fascisme is geenszins dood, maar wel is het vleugellam geslagen. Het kan geen oorlog In het open veld meer voeren, maar het voert een guerilla. Er staat echter nog één legerafdeling van de internationale fascistische horde, die Is omsingeld, maar waaromheen de .,tang" nog niet is gesloten, in het veld. Dit is geen beeldspraak. lruja, minister in de voorlopige republikeinse regering-. Giral heeft gezegd, dat Spanje militair is bezet door strijdkrachten, die, gesteund door Nazi's en fascisten, Franco aan de macht hebben gebracht. De Spaanse kwestie is een centraal vraagstuk in de wereld, omdat het fascisme nog steeds een ernstig vraagstuk is. De grote firma is gelikwideerd, een mooie gelegenheid ;r: 0 u men zeggen voor een vergeten filiaalhouder om zich zelfstandig te maken. En hij zou hierbij niet alleen staan. Want wie zou zo nalief zijn, te geloven, dat er werkelijk slechts 100 Duitse en 60 Japa•nse fascisten in Spanje aanwezig zijn? En dat de chemici onder hen alleen proeven met vuurwerk nemen? En dan laten we den .,Belg" Degrelle en zijn kornuiten nog maar rusten. De zaak- Franco is drieledig. Daar is in de eerste plaats het Spaanse volk, dat uitgehongerd, uitgeplunderd en geterroriseerd als het is, hulp behoeft. Er Is dan ook in ons land reeds een vereniging opgericht, die zich de onmiddellijke hulp· verlening na Spanje's bevrijding ten doel stelt. In de tweede plaats is de Franco-regering als fascistisch agentschap aiS zodanig een g~vaar voor de vrede. Het is duidelijk, dat Franco-Spanje niet tot de U.N.O. kon worden toegelaten: Byrnes' argument was, dat men niet met een regering, die met behulp van legers, die tegen de V. S. hebben gevochten aan de macht is gekomen, een wereldorganisatie der volkeren kan opbouwen en dat spreekt ook voor ieder der verenigde volkeren vanzelf. """ "J:enslotte staat het vast, dat onder het huidige regime Madrid een haard van fasèistlsche .besmetting zal blijven .en onverschilligheid ten opzichte van dit gevaar is de meest onverantwo.orde luxe gebleken. · Franco laat .,thuis" niets na om te tonen, dat hij uit het echte S.S.-hout is gesneden. Tweehonderdduizend republikeinen zitten ,thans opgesloten In kazernes. Deze kazerne-gevangenissen hebben een sterk vlottende bevolking; sinds 1940 vond een millioen mensen daar de dood. Het systeem wordt met de brutaliteit, de fascisten eigen, voortgezet, ja verscherpt. Bij de terreur voegt zich de provo· catie, zoals de moord op Garcia en de ziJnen. Toch bewijst dit tegelijkertijd, hoe onzeker Franco zich voelt en hoe ernstig de tegenstand der antl·fasclsten In Spanje zelf wordt geacht. Dit is weer van belang, omdat .,welwillende" beoor· delaars het nog wel eens als een zwakheid der republikeinse beweging plegen voor te stellen, dat vele bekende leiders zich In het buitenland bevinden en dat daarom het - natuurlijk voorlopige - kabinet-Giral geen vertrouwen zou verdienen. De bloedige oorlog, die Spanje van midden '36 tot begin '39 op zijn bodem heeft gekend, heeft een slechts schijnbaar mlnder bloedige tegenhanger gehad in de· kabinetten van Londen en Parijs. De non-interventie van Blum en Daladler, München, de halfslachtige onderhandelingen met de Sowjet-Unie Inzake Polen, het late aartsvaderschap van Pétaln, Quisling, de verraders· en collaborateurs· kliek, het zijn evenzovele schakels in een , noodlottigè . ket~. Het Is een keten; die geheel Europa, die de aarde omspant, een tragedie, 'die even zeker als In het Grieksche treurspel de ondergang ·der trieste hoofdpersonen moest brengen, maar eerst na het lijden en de dood van ·ongetelde onschuldigen. Op VE~ en
106
VJ-dag viel het doek vóór het dubbele toneeL Maar de stof Is nog iang nlei uitgeput. _ Ook thans, evenals tien jaar geleden, dringt de .zaak van Spanje zich aan de volkerèn op als een toetssteen van de eigen démocratische krachten. Toen lieten de democratische regeringen bij die proef verstek gaan. In de oorlog van '36 werd de onjuiste leuze van .de non-interventie op onjuiste wijze toegepast. Want Is het een vraag, of niet inderdaad onz.e eigen zaak aan de orde is, als bij een buurvolk de meest elementaire mensenrechten stelselmatig worden vernietigd? Bijzonder bedenkelijk wordt het echter, wanneer machtige en reeds overmoedige, oorlogszuchtige rijken .met cynische openhartigheid die ver· nietiglng steunen en propageren. En zelfs als we dit terzijde laten: was het in 1938 (het kroonjaar van Seyssl) niet leen aanfluiting van het gezonde verstand om te menen, dat men slechts de aanvoer van wapens naar het democratische Spanje behoefde stop te zetten en dat ook Hitier dan nog slechts olijftakken ZO!J gaan verzenden? Een aanfluiting van het gezondE( verstand, maar ook van de goede trouw. Want ook toen zonneklaar was gebleken, dat de fascisten door de democratische "edelmoedigheid" om zijn natuurlijke bondgenoten In de steek te laten noch bewogen noch besmet waren, ook toen wijzigden de Westelijke democratieën hun politiek niet. Slechts de Sowjet~Unie ~tuurde materiaal en litwinow bepleitte onafgebroken het goed recht '1der republikeinse regering in de Volkenbond. Zo kreeg Franco alle steun, die hij zich maar kon· wensen: tanks, vliegtuigen, goed gedrilde keurtroepen en medicamenten van Hitier en Mussolinl. Maar tevens de passleve medewerking van Frankrijk en Engeland, die een opm.erkelijké ijver aan de dag legden om alle wapentui-g etc. bestemd voor de republiek, tegen te houden. Wapens en vrijwilligers bestemd, voor Spanje $t alleen,· maar ook voor leders eigen land, bestemd In de ware zin voor een vrij Europa. De kanonnen en vliegtuigen, die de Parijse arbeiders met een juist inzicht voor Spanje opeisten, hadden Frankrijk verdedigd. Zij zijn nooit gekomen. Goerlng's eskader, dat Madrid bombardeerde, sloeg de eerste bres in de Maginot·linie. Laten . wij ons •vooral niet inbeelden, dat dit alles de grote politiek is, die ons niet aangaat. "Over ons, zonder ons en niet eens bij ons". Die tijd is voorbij.· Ook de Nederlandse regering, ook ons treft schuld. •De Franse arbeiders, die het recht van de wettige regering om zich te verdedigen erkenden, oordeelden dat men deze regering dan ook de middelen hiertoe niet mocht weigeren. Zij werden voor onpatriottische, slechte burgers uitgekreten. De Nederfanders, die voor de zaak van het Spaanse volk en daarmee voor de 'Zaak van ieder&' democraat kwamen vechten, werd hun Nederlanderschap ontnomen. Inmiddels hebben de' meesten dezer mensen, die reeds llewezen ·hadden, dat zij wereldburgers - en ereburgers( mochten heten, nogmaals getoond wat voor Nederlanders zij zijn. Met of zonder pas( Nu zij, die reeds tweemaal metterdaad \roorgingen In de strijd tegen het nazidom, ook op papier weer als Nederlanders worden erkend, wordt een onrecht goed. gemaakt. Een onrecht niet alleen tegenover henzelf, maar ook tegenover ons land en de democratie. In deze "nationale" Spanje-aangelegenheid Is het gegaan zoals In de Internationale: men volgde de politiek Ivan het kleinste kwaad, men staarde zich opze~telijk blind op de dode - en weldra dodende letter. 'Want zomin als de hooggeprezen en scrupuleus doorgevoerde niet· inmenging de hakenkruis-geweren tegenhield, zomin werden "goede Nederlander"s verhinderd zich In diensLvan Franco te stellen, zolang de~ een rebellengeneraal was. Want rebelleren tegen het volk 1s keurig netjes. Niet netjes Is het volk, dat zijn generaals niet weet te eren ........ En hoe democratischer een regering, hoe· minder nodig het Is, deze trouw te zijn. De goede democraten buiten Spanje, die met een zucht van verlichting Franco In Madrid zagen binnentrekken, zijn nog niet uitgestorven. Zij zijn een toontje lager gaan zingen en zij hebben hier en daar de melodie wat gevariëerd. Maar het lied is niet veranderd. De -Gaulle's gehechtheid aan een ambteloos bestaan zal wellicht minder onherroepelijk hlijken dan zijn voorkeur voor non-interventie In Spanje. De Labour-regering, die zich zo zenuwachtig maakt over 'de democratie · In War~chau e~ Belgrado, is h~el wat ~eruster over die 'in Madrid en B_arcelon~: 1 Deze· n1euwe u1tgave der non-mtervenbe Is als de oude: steun aan Franco. ZIJ Is, zoals de ex-premier Caballero het onlangs heeft gezegd, de zekerste weg naar een nieuwe burgeroorlog In Spanje. · De strijd Is reeds lang aan de gang. Duizenden Spaanse vrijheidsstrijders, ver· raderlijk gevangen gezet door Daladier, vastgehouden door Vlchy en voor zovèr
107
~espeard door de moffen, bevrijd door· het maqu.ls, .ziin; zodra zlj heL prikkel· draad waren gepasseerd, de leeuw in. zijn hol gaan bevechten. ReedJ; . in . de zomer -v.an 1944 ,·trokken- velen van hen in. grofi!pie.s .over ·de: Pyre.neeën. Doe~. al v.oordi.en· was in het geboorteland_ der g~erilla de. ,.kleine oorlog" ·Y"e.er opgeleG)fd. Het is geen wonder, dat Fr51nco.zich onru~tig voelt op,zijn door wijlen zijn.vrienden aangeschoven 'ietel. J!lij weet, dat. de grondslagen van zijo heerschappij zo voos iijh als een rotte. raap en hij voert dat dubbel, nu zoveel lielpendé handen hem zijn .Qn,vaflèn. Maar .hij geeft ,het niet op. Hij .zóekt zijn behoud. ten eerste hi het geliefde tijdverdrijf van ·zijn bèntgenoten, dë. terrèur . Maar eèris te _meer is In eéh wereld, die nu weer tijd gekregen heeft, het zóeldiè:ht. op_ Spanje gericht. Het gaat .Franco niet ~eer zo vÓÓ~ de wind. Hij .kijkt u.it naar heiPe;s. H.ü heeft· reeds een nobel gebaar gemaakt: Joodse kinderën zouden .. in Spanje worden opgenomen. Het was niet. alleen ..een zinnelo.os, het .was een. Mephisto-gebaar.. Er moet .(ets. voor -het volk worden gedaan: -er. wordt .een ,christelijk-sociale ,partij .,opgericht Nu, voor het. volk,is er werkelijk wel. i.ets .te doen; Natuurlijk zijn de verderfelijke pogingen van de republiek, O!ll hét grondbezit .van. de kerk, .dat '1/3 van het totaal bedroeg, tot iets redelijker proporties. terug· te brengen onmiddel· lijk na· franco's :zegenrijk en nog pas door den paus gezegefld- optreden grondig ongedljan gemaakt. En l!l'atuurlijk lopen de Spaansè, plattelandskinderen als vanouds in schilderachtige lompen, h~~>n.Qerig .en zonder onderwijs rond. Weliswaa~ ·zijn de lonen verdubbeld, maar de prijzen zijn verzesvoudigd: de fal:>rieken werken slechts 8 dagen per maand. Het transportprobleem is schier .onoplosbaar. Het bedrag aan bankbilJetten ili omloop i.s v.an 6 milliard p.esetas in 1936 gestegen tot . 17 milliard in September 1945. , · ·Gelukkig vóór .Franco heelt hij echter zorgzame vrienden. aangetroffen. :Het In 1945 .opgerichte ln~strie·lnstituut verkreeg de med.ewerking van' een . Franse maatschappij bij de oprichting· van een ·aluminium-fabriek ·te Valladolid. De potasproductie .kon worden opgevoerd dank zij de verbeterde scheépvaartverbin· dingen met Engeland. De Verenigde Staten, di.e het tijdens -de oorlog helaas .met de eigen, dure • kwikzilverproductie moest stellen, gaan ·weer tevreden goedkoop zilve_r uit Spanje betrekken. Maar ."voor. wat, hoort wa.t'', niet waar? 19 Douolastoestellen kwamen tegen goed geld naar Taag en Ebro gevlogen en het Ameri· kaanse departement laat er .braaf bij weten, dat het deze niet als militaire vlieg· tuigen wenst te beschouwen. · Zaken zijn zaken en ook· onze aardappelen zijn niet ·te goed om den laatsten gouwleider op de been· te houden. · Men ziet, de niet-inmenging· is de politiek van dè reddingsbrigade geworden. Maar het is ·niet het Spaanse volk, dat zo ·gered wordt. Dit zijn hardè feiten. Franco zoekt en zoekt: Hij inag dè Fa lange een tijdje in de hoek zetten af naar den troonpretendent Oori Juan loriken - die op zijn beurt weer . mèt de democratie èoquétteert, ..;; Franco weet, dat hij een verloren inán is. Is hij een slecht verliezer of ziet hij èrgens nog een kansje? Dit laatste · schijnt het geval. .Het fascisme I$ éen. gil; zelfs .een dood fa$cisme, want er bestaat zoiets als lijkengif. En· sp.elen niet ook zij, die het fascisme, met onschuldige kleurstollen willen .,fatsoeneren" de roi van gifmengers? Want in die verzachte vorm zou het fa.scisme zichzelf kunnen overleven. Niet voor niets heeft J,.a Pasionaria dit gevaar, dat dè nog niet eens herboren Spaanse republiek en ëlaarmee de democratie bedreigt, reeds scherp beticht. In haar brief aan . alle leiders van de Spaanse republikeinse instellingen, van de politieke partijen en andere organisaties ·zegt zij: "Het gevaar wordt. veroorzaakt door de manoeuvres, die de fascisten en reactionnairen in en buiten Spanje doorvoeren om het regime-Franco te redden uit. de cri~ is, waarin .het zich bevindt e.n· een uitweg te zoeken,.· die. in strijd is met de wensen van het volk en met het .nationaal belang. • .De ernstigste uitdrukking van deze manoeuvres is het .streven, een compromis tot stand te brengen tossen het Franeo·systeern en 'bepaalde repufllikeinse groepen. Mocht -zulk een ·compromis worden doorgevoerd1 dat zou dit de voortzetting van een reactionnair regime in ons vaderland mogelijk maken en zo de hoop van· het volk en zijn werkende. massa's de. bodem inslaan eri verder Spanje .tot' een aan een andere mogendheid onderworpen land maken." Een compromis met· Franco is echter een· verbond met den .d.uivel. Men .late zich niets wijsmaken. Ook zulk een compromjs. betekent burgeroorlog.
108.
"De voorstanders van een compromis," aldus Pasionarla, "spreken van het orga• niseren van een ,.vol.lu~temming ·ond.er leiding van Franco's ·agenten en onder buitenlandse controfè·; Gndêr. di-e omstandighedeti zou ede, vglksstemming een aanfluiting en een schandelijk bedrog zijn, dat Ffanco in staat zou stellen zijn fascistisch-terroristisch regime een democratische schijn te· geven. De Communistlsèhe Partij verklaart zich beslist tegen enig COI'('Ipl'Omis met Franco en zal geen buitenlandse interventie aanvaarden, die een .tijdelijke of' definitieve inkrimping van de souvereinitelt en onafhankelijkheid van óns land zou betekenen." De reddingscampagne valt, zoals was te verwachten, bij de Spaanse comll)unisten niet in de smaak. .,De Communistische Partij" - zoo gaat Dolores lbarruri verder - .,heelt pogingen gedaan om de gewapende strijd en de nationale opstand tegen het regime van Franco en zijn Falange te organiseren als de beste manier om er een eind aan te maken en de wortels er van te vernietigen. Maar wij hebben nooit afgezien van' andere middelen van actie en strijd tegen het Franco-systeem, indien ~e eenheid der. anti-Franco-·krachten deze mogelijk en . . · doeltreffend maakt," Qat het thans mogelijk 15, openlijk zo tot Franco's legenstanders va!l allerlei richtingen te spreken, toont reeds voldoende aan, hoever _de ontevredenheid reeds Is gekomen, evel'\als .de. vermeiding van de reeds begonnen opstand, [)e brief van La Pasionaria is een oproep tol deelneming aan een werkelijk Nationaal Front van dè .emigratie in .al zijn geledingen en schakeringen tegen de antinatiqnale, anti-Spaanse Franco-kliek. Maar over de hoofden der 'geadresseerden heen richt de brief zièh tot het Spaanse volk: .,Daarom is de C.P., die een enid wenst te . maken aan het lijden van ons volk en nieuw bloedvergieten dat de onder'gàng van ons land zou brengen, 'bereid, een overeenkomst aan te gaan met alle anti-Franco-krachten, op· de grondslag vi:m de organisatie van een volksuitspraak, waarbij het volk vrijelijk en op democratische wijze te kennen zal geven door welk een regering het wenst te worde.n bestuurd. . ., De C.P. heelt volstrekt vertrouwen \in de lièfde, die· het volk de democratische republiek toedraagt. Daarom stelt de partij een 'volksuifspraak voor, ·maar op de. grondslag van bepaalde voorwaarden, die wezenlijk verschillen van het plebisciet, dat de voorstanders van een compromis wensen." . .. Pasionaria neemt ten scherpste stelling tegen de lapmiddelen der zachte heel-'. meesters: geen ·volksstemming naar Neurenbergs recept, onder lei.ding van lieden,. die de film der nazi-misdaden in Madrid hebben toegejuic;ht, maar vrije verkiezingen na het verjagen van Franco en dan eventueel de instelling van een Nationaal Coalitiekabinet en van autonome regeringen in Catalonië en Euzkadi, het Baskenland. Doel dezer verbonden regeringen zal moeten zijn: het bevrijden der politieke gevangenen, het V!argemakkelijken yan de terugkeer der ballingen, het zuiveren van het staatsappa-raat en het voorbereiden van de v.erkiezingen. Aàn duidelijkheid. laat dit alles .niets te· wensen ,over: een nationale samenvatting va11 de anarchiste!\ af, die naar de laatste berichten aan invloed schijnen te hebben verloren ten gunste der socialistische groepen, tot aan de mQnarchisten en ·militaire kringen, mits tegen Franco, toe. Ket is de enige oplossing voor een v.olk, dat leVPn wiJ . en ondêr de fascistische hiel zucht. En dat· sleéhts zichzelf kan helpen. Steeds meer republikeinse staatslieden zijn de oceaan overgestoken: zij zijn reeds dicht bij h•tis. De regering-Giraf ze.telt te Parijs en heelt al 'Contact gehad met de Ouai .. d'Or.say, waar eindelijk ernstig .-aan de ..._breuk met. -Franco· wordt gewerkt. .Sommige lieden aan Theems en Hudson zien .in'7Franco nog steeds. een antiseptisch midde.l tegen rode. ·bacillen. Houdt ze in -de. gaten, die ,,stillen" der resde .colonne! ' · Want de Spaanse zaak is niet alleen .de zaak :van Spanje. Me_n· h~eft onlangs in .. een· ,;grappig" weekblad een pl-aatje kunnen zien, waargp. Franco verzucht:. "Wat moet ik doen? Heel .Amsterdam. is tegen mij." Dit nu is geen grapie. Niet alleen Amsterdam, heel Nederland, dat vooruit ziet, heel Spanje, de gehele voor- uitstrevende mensheid is tegen Franco. Omdat in Franco het fascisme -verder bestaat .. En .omdat. yrije mensen, die het fascisme, waa~ ook, Jaten voo~twoe.len en -woekeren, ·de hand aan zichzelf slaan; Daarom Js Franco ~or. ons, bevriJde Nederlanders, wat Hitier en Seyss voor ons betekenden, . toen zij nog "slechts" In Berlijn en Wenen zaten. Maar we zijn nu zo gewaarschuwd, dat we wel voor tien tellen. Ook voor ons luidt de klok! Geen economische steun aan een Hitlerknechtl GFen Nederlands gezant meer bij een beul van recht en democratie! Laat ook fn Nederlariel de kreet weerkli'nken vari · Pasionaria, die op 1 December Ie Parijs de menigte toeriep: "De zaak van het republikeinse Spanje is de ·zaak van· aUenl".
SCHIP Enige . beschouwingen over de geldsanering en over· financiële problemen.
, dat vaart in de mist door Johan de Witt
Oe geldsanering is th~JnS in het laatste stadium gekomen. Er zijn nu twee soorten geld: vrij geld en geblokkeerd geld. Volgens Minister Lieftinck is de geldsanering geslaagd. Dit heeft hier en daar de mening doen postvastten, dat de grootste financiële moeilijkheden zijn opgelost. Niets is echter minder waar. Wij hebben slechts een heel klein stukje afgelegd van de lange weg naar financlëel herstel. Oe grootste moeilijkheden liggen nog voor ons. Wij hebben nog niets anders gedaan dan enkele van de meest dringende problemen - voorl()pig - op te lossen. Wij hebben de moeilijkheden een paar jaar verschoven. Een definitieve oplossing is er nog niet en· we weten zelfs nog niet hoe die moet komen. Wij rijn een schip dat vaart In de mist. Wij zullen thans nog eens terugzien op hetgeen in 1945 is geschied. Daarna zullen we enkele financiële en economische· problemen beschouwen die In een nabije toekomst moeten worden opgelost. ONZE FINANCI~N TIJDENS OE OORLOG. Tijdens de oorlog ontstond een sterke vergroting van de geldcirculatie. Er zijn hiervoor twee redenen aan te gevel'\. Ten eerste de begrotingstekorten, die leidden tot het scheppen van geld teneinde daarmede de begrotingstekorten te dekken. Om hiervan een beeld te geven· ver-melden wij onderstaand de cijfers van de uitgaven, de middelen en d~ tekorten gedurende de oorlog: tekort middelen uitgaven (in mililoenen guldens) 715 1005 1720 1940 1725 '1739 3464 1941 1807 1832 3639 1942 1918 1487 3405 1943 1187 1525 2712 1944 Hel nadelig saldo van de Nederlandse Regering in Londen bedroeg In deze jaren In totaal t 97,8 miliioen. . Een tweede oorzaak van de vergrote geldcirculatie lag In de uitvoér van goederen naar Duitsland, dit zoals bekend veel groter was dan de invoer uit Duitsland. Oe uitgevoerde goederen werden door de Duitsers betaald met Nederlands bank· papier, dat Rost van--Tonningen hun gewillig ter beschikking stelde. De Nederlandse Bank kreeg op deze manier een vordering op Duitsland van 4% mitliard gulden. Dit bedrag werd aan de geldcirculatie toegevoegd. De goederen weg en nieuw bankpapier er voor in de plaats, dat thans weer waardeloos gemaakt moet worden. Het is duidelijk, dat ons geldverkeer vast mo~st lopen. Voorts bedroegen de "bezettingskosten" 8 milHard gulden. Ook tengevolge hiervan werd nieuw geld aan de circulatie toegevoegd. De vermeerdering in de geldcirculatie kwam voor. een groot deel terecht bij de zwarte handel, die op deze manier heeft meegewerkt aan de uitplundering van Nederland door de moffen. DE TOESTAND NA DE BEVRIJDING. Na de bevrijding bedroeg de totale geldcirculatie 11 è 12 mllliard gulden. De normale geldcirc;ulatie kan voor ons land gesteld worden op 3Y2 milliard. Er was . • dus circa 8 milliard gulden teveel In omloop.
110
be regering Sc:hermerhorn stond voor de taak dit reusachtige bedrag weg te werken. Dit kon echter niet op korte termijn geschieden, door technische bezwa· ren. De Ned. Regering in Londen had namelijk verzuimd tijdig nieuw bankpapi.er Ie doen- drukken. Het is nog nooit opgehelderd hoe dit mogelijk Is geweest. DE GELDSANERINGSMAATREGELEN. Minister Lieftinck begreep, dat hij iets moest doen, wilde hij het leven val'l de regering Schermerhorn niet ernstig In gevaar brengen. Hij besloot in Juli 1945 maar vast te beginnen met het Intrekken van de biljetten van f 100.-. Deze maatregel was een verrassing; echter niet alleen voor het publiek, doch achteraf ook voor het Ministerie. Tengevolge van de onvoldoende voorbereiding van de maatregel, kwam het Ministerie voor ónaangename puzzle's Ie s;taan. Tot het einde toe is men met de kwestie van de ingeleverde f 100.biljetten blijven sukkelen. Na het intrekken van de biljetten van f 100.- brak een moeilijke tijd aan. Vooral de boeren weigerden te leveren; zij wilden wachten op het "nieuwe geld". Tegen het einde van September was er voldoende papiergeld beschikbaar om een begin te maken met het grote veldtochtsplan. Op 26 September werd de blokkade van het geld afgekondigd. Men noemde deze dag op het Departement "B·day". Alleen de zinken pasmunt (in totaal 40 millioen gulden) deed niet mee. Door de omstandigheid, dat reeds in Juli de biljetten van f 100.- waren inge· trokken, kon "8-day" niet meer als een verrassing komen. Dit onderscheidde de geldzuiv~tring in Nederland van die In andere landen. Een tweede nieuwigheid in ons hmd was, dat er geen' gangbaar oud naast nieuw geld in omloop was, behoudens de f 10.- per persoon. Dit betekendé in het gehele land echter slechu een bedrag van f 90.000.000.-. Bij een geldcirculatie van f 11.000.000.000.- à f 12.000.000.000.- was dit niet van belang. Door deze maatregel was het voor de zwarte handel practisch niet mogeiijk nieuw geld met oud geld te lkQpen. N"a 2 October werd 25 % van het geblokkeerde geld weer vrijgegeven tot een maximum van f 10.000.-. Daarenboven werd nog geld vrijgegeven op speciale vergunning. Tijd
1812 mlllloen
111
f
Voor 1946 wordt het tekort geschat op 3500 millioenl Dit is f 400.-_ per hoofd van de bevolking! • Deze begrotingstekorten leiden tot inflatie. W!Jar immers moet het geld vandaan komen om de tekorten. te dekken? Het klassieke middel is: de bankbiljettenpers laten draaien. Dan wordt echter de geldcirculatie weer opgeblazen ·en zijn we weer even ver als voor de sanering. Er moet dus een andere oplossing gevonden worden. . Eerst echter nog iets over de principiële zijde van de inflatie.. Wij menen, dat Minister Lieltinck te!ilen inflatie is. Het is ons echter niet geheel duidelijk, of men in verantwoordelijke kringen toch niet een zekere mate van · inflatie nastreeft. In de nota inzake "De monetaire en budgetaire positie van Nederland" van Mr. Dr. J. P. van Tienhoven c.s. komt op pagina 13 de volgende verontrustende zinsnede voor: ". . . . . dat een zekere mate van inflatie zowel het loonpeil ·alsook de · "valutasituatie van Nederland ongetwijfeld vergemakkelijken zaL" Het gestegen prijspeil bewijst, dat er al een zekere m~te van i~flatie is. Wil de regering dit bevorderen of wil zij het tegengaan? Wellicht driJft de regering zelf nog In de mist. Het zou ons te ver voeren hier thans dieper op in te gaàn. l-Iet probleem van onze begrotingstekorten is thans nog niet zo benauwend, omdat deze tekorten thans nog door het- buitenland worden gefinäncierd. Het buitenland levert o.a. levensmiddelen op crediet. Deze worden door het publiek direct betaald. De regering ontvangt deze gelden en dekt hiermede het begro~ tingstekort. · . . Het Is duidelijk, dat .~it niet lang goed kan gaan. Deze eredieten houden op _en moeten worden terugbetaald. Wat dan? . . Dan zal de begroting in evenwicht moeten worden gebracht. Dat betekent meer belastingen .en een drastische beperking van de Staatsuitgaven. Indien onze productie op peil komt, wçrdt het nationale inkomen groter en zullen de belastingen dus automatisch ruimer vloeien. Allereerst moet de productie dus omhoog. Daartoe is de arbeidskracht de belangrijkste factor. De arbeidskracht moet dus door goede bestaansvoorwaarden op peil gebracht worden. REORGANISATIE VAN DE STAATSADMINISTRATIE. De kosten van het overheidsapparaat moeten omlaag. Dit zal gebeuren indien de distributiemaé!tregelen kunnen worden opgeheven. . . Anderzijds moet het Staatsapparaat gerationaliseerd worden. Het is in vakkr,ingen geen geheim, dat de Staats.adminisratie sterk ve~ 0 uderd is en niet meer voldoet aan de eisen die men er thans aan moet stellen. · In het bedrijfsleven heelt men gedurende de laatste 25 jaar de administratie ver· beterd en dienstbaar gemaakt aan de controle op het beleid en op de bedrijls· zuinigheid. Vernieuwing in de Staatsadministratie is dringend nodig. In de millioenennota heeft . Minister L.inck aangekondigd, dat hij tot vernieuwing zal overgaan. INTERNATIONALE HANDEL. Sanering op het gebied van de financiën is - hoe belangrijk ook - niet vol· do!'mde. f.let herstel moet ook en vooral in de goederensector worden bereikt. Wij kunnen dit probleem thans niet uitvoerig behandelen, doch wij willen: wel iets z~ggen over de internationale handel. Een goede internationale handel is noodzakelijk voor het herstel. Zijn wij goed ingelicht, dan is men in invloedrijke kri.fQen van meni~g. dat wij ons hoofdzakelijk moeten orijntèren op Amerika. Wij erkennen de noodzakelijkheid van goede handelsbetrekkingen met Amerika, , doch wij zouden het een ernstige fout vinden ons teveel naar Amerika te· richten .. Amerika zal door ernstige financiële en economische crises geteisterd worden. · Wij wijzen op de grote stakingen en op het feit, dat men voor de zomer van 1946 een getal van 8 millloen werklozen voorspelt. Dit is wel een voorbeeld van een slecht-geleide economie. Indien wij ons te zeer binden ë!an een land, dat, ondanks zijn rijkdommen en zijn hoog technisch ontwikkelingspeil, niet in staat is zijn economische aroblemen op te·lossen, dan zullen wij de weerslag van de :.:omende crisis in Amerika zwaar voel11n.
112
Daar komt nog biJ, dat Amerika wellicht van onze liefde niet gediend is. Opmer~ keiijk is in dit verband een artikel van Blair Bolke in Harper's Magazine van Juni 1945, getiteld: .,Should.we mind Holland's l:>usiness?" (Moeten wij ons om . , •· . _.. ___ • , .; Holland Pe~or'nmftren?) , , : ,Bolke' betoègt, dàt Amerika veel sympathie heeft voor Neder'land, Hoch dat des-• alnlettemin Amerika en Nederland op economisch gebied tegenstanders zijn. Bolke meent, dat Amerika .:zal eisen, dat Nederland de zelftsandigheid van Indonesië erkent en dat Nederland zijn monopolie aan banden legt. Hoe denkt men hierover in Nederlandse reactionaire kringen? Wij vinden het best als Amerika dit eist, al zijn onze motieven waarschijnlijk anders. Wij twijfelen er sterk aan of de .·Amerikaanse liefde voor een onafhankelijk Indonesië en de Amerikaanse antipflthie tegen ·monopolies (de N e d e r- _ I a n d se monopolies van kina, rubber, tin, enz., wel te verstaan) voortvl_oeien uit )deàlistische motieven. Wij vermoêden, dat de overwegingen meer van handelspolitieke aard zijn. · ' PERSPECTIEVEN. Ons land is een scbip dat vaart in de mist. Onze economie en e~nze linan~iën zijn volkomen -ontredderd. Hi,ermede willen wij echter niet zeggen, dat er geen reddding is. . · . ' . Wij ;zullen de opl_ossing langs wete;nschappelijke we,g moeten vinden in de richting van een p)anmati,ge economie. Met een ,goed plan kunne_n wij een vaste ko.ers varen en drijven ·wij niet langer _ontredderd in de mist. Wij moeten_ hierbij ec;Mer tot het inzicht _komen, dat_ een planmatige economie noodzakelijk een socialistische economie zal moeten zijn. Het doel zal daarbij zijn: opvoering van de productie en verhoging van het welvaartspeil van de , werkende bevolking. Wij komen hierbij nog eens terug op onze internationale handelsbetrekkingen. Niet uitsluitend ·oriënteren' op· Amerika, hebben wij betoogd. Wij moeten onze plaats innemen tussen· de landen die streven n·aar eèn planmatige socialistische economie. Wij moeten daartoe vooral goede handelsbetrekkingen aanknopen met die landen in Europa en in het Oosten, waar men reeds een socialistische economie heelt of waar m·en de eerste schreden op de weg er heen heelt gezèt. Die landen zijn in de eerste plaats de Sowjet-Unie, waar het herstel met minder schokken gepaard gaat dan in Amerika, zódat wij met· dit land stabiele handelsbetrekkingen kunnen opbouwen. ;toorts noemen wij Engeland, Scandinavië;_ Frankrijk, Polen, · · de Balkan, enz. Nederland heelt· thans een historische kans om de schakel -te worden tussen Oost-Europa en Amerika en tn die· politiek past geen eenzijdige oriëntatie op de Verenigde Staten .
.--,--"THE ECONOMIST"---~-----.... het vooraanstaande Engelse -tijdschrift op economisch gebied, over ~ns land:
Het zijn de -próblemen op lange termijn, die Nederland de meeste zorg baren. De rijkdom van bet. land _berustte voor de oorlog op twee .pijlers: Nederlands-Indië en de handel met Duitsland; beide zijn wankel' geworden. Wat Indië betreft: verre van winsten uit_ de overzeese gebiedsdelen aan te trekken, zal Nederland zich integendeel opofferingen moeten getroosten voor de wederopbouw in deze gebieden. En Duitsland? De Nederlanders spreken reeds .over ,een lundamèntelli! verandering in hun _economische structuur: industrial,isàtie met- overneming van de vroegere Duitse à1zet~ markten. Weliswaar' besellen ,zij zeer goed, dat andere landen·- Zweden, Zwitserland, Tsjecho-Siowakije, dè Verenigde Staten en l;ngeland - er veel gunstiger voorstaan om in deze wedstrijd hi starten, maar hun energie wordt hierdoor niet verzwakt. De waárheid is, dat ni'ets het verlies van de grootste afzetmarkt van continentaal Europa kan compenseren en dat de Nederlanders dit vermoedelijk spoediger zullen voelen- dan enig ander land. Nederland in 1939 Was rijker, maar daarom nog niet gelukkiger; Nederland in -1946 heelt nog een moeilijke weg voor zich; maar hel volk · schrijdt met· vaste tred voort. · ' (Uit: · Economlsch.Sfafisflsche Sérlchfen, 27 Februari 1946) '
113
Het stelsel der
SOCIALE WETGEVING door G. Digor
Ons eerste artikel over de Sociale verzekering b)tsloten wij met de vaststelling, · dat het allesbeheersende vraagstuk op dit moment Is: Zullen wij In staat zijn een samenleving op'te bouwen, wa!lrin ook degenen, die door zeker.e omstandigheden niet meer In staat zijn aan het productie· proces deel te nemen, een behoorlijk levenspeil Is gewaarborgd?" Wanneer wij dit doel, n.l: de waarborging van een behoorlijk ·levenspeil voor al degenen, die riet meer kunnen deelnemen aan het productie·proces voor ogen houden, dan zien wij, dat in de bestaande complex van sociale verzekerlngs· we.tten zeer zeker veel veranderingen gebracht moeten worden. Ja, \iat het zelfs mlsschi~m nodig zal zijn, om de bestaande opvattingen op dit gebied op radicale wijze te veranderen. Zelfs al zullen wij hierbij vaak oude wetenschappelijke opvat· tingen overboord moeten werpen en de zaak meer uit sociaal oogpunt beschouwen. Welke veranderingtin zouden aangebracht moeten worden? Daarvoor zullen wij verschillende punten, reeds in ons eerste artikel aangestipt, onder de loupe moeten_ nemen! 1e. UNIFORMITEIT IN DE VERZEKERING. Wij wezen er op, dat in de bestaande wetgeving de mogelijkheid schuilt, dat Iemand onder alle verzekeringswetten valt, maar ook, dat hij slechts onder 1 of 2: dier wetten valt. Dit zou m.i. direct reeds opgelost kunnen worden door te bepalen, dat )11 degenen, die op welke wijze dan ook arbeid tegen loon verrichten (of daarmede gelijk te stellen vólontairs, enz.) onder alle verzekeringswetten vallen, dus onder de Onge.vallenwet, Ziektewet, Zlekenfondsbesluit, Ouderdoms· e.n Invaliditeitswet. Dat men hierb~ een begrenzing naar boven wil stellen, wat Inkomen betreft, zou een nader punt van bespreking kunnen .zijn. En wel In dien zin, dat dit alle~n zou gelden voor-de berekening der uitkering. Voorbeeld iemand: verdient f 4.000.- per jaar. Hij valt onder de Ongevallen· wet, maar niet onder de Ziekte· en Ouderdoms/lnvalidlteitswet. Onder _de Ongevallenwet is zijn uitkering begrensd op een maximum loon van f 8.- ·per df'g. Tot de hoogte van dit loon Is hij verzekerd. · Voor zijn ziekenverpleging, ouderdoms~ en lnvallditeitsverzorglng, ziekenhuis• verpleging is, hij echter aangewezen op particuliere verzekering. Dit nu Is uit den boze. Gestreefd moet worden, dat ook deze werkenden onder alle wetten vallen, waarbij men de bepaling zou kunnen ma'ken, dat voor het ihkomen, hetwelk boven een zekere grens ligt, de verzekering voor dat meerdere niet geldt. EEN VERDERE UNIFORMERING DIENT TE WORDEN INGEVOERD TEN OP· ZICHTE DER UITKERINGEN. Bij de Ongevallenwetten is het zo, dat de eerste 42 dagen een tijdelijke uitkering van 80 % wordt verstrekt. Met Ingang van de 43ste dag wordt vastgesteld de blijvende Invaliditeit, die op basis van 100 % Invaliditeit met zich brengt een uitkering van 70 %. Het bestuur der R.V.B. heeft daarbij de bevoegdheid om periodiek den getroffene op te roepen voor. een nieuw onderzoek en dan vast te stellen, hoe groot de Invaliditeit op het moment van het nieuw onderzoek Is en dienovereenkomstig de -uitkering te verlagen. Meestal blijft echter bij een _ ernstige getroffene een zekere graad van invaliditeit aanwijsbaar en dus ook . en uitkering pestaan. Bij de Ziektewet vinden wij echter een geheel ander beeld. Hier geschiedt de uitkering gedurende maximum 26 weken. Is de getroffene dan nog niet hersteld, dan houdt de uitkering toch op en wordt hij verwezen naar de Raad van Arbeid voor een uitkering op grond van de Invaliditeitswet. Dit is m.r.· een systeem, dat uit den boze Is. Want practisch betekent een uitkering uit hoofde van de lnva· liditeitswet ·een uitkering van enkele guldens per week, waardoor degene, die
114
door ziekte voorgoed Invalide Is gewordel'\, ziJn toekomst aneen gewaarborgd ziet door de steun, die h~m door den Dienst voor Sociale Zak•n wordt verleend · (dus Armenzorg). Hier zou zeer zeker de wet zo veranderd moeten worden, dat ook hierbij bepaï~ld wordt, dat de getroffene, indien hij door ziekte (waarmede gelijk te stellen is, een ongeval hem buiten zijn beroep o:verkomen) geheel of gedeel,telijk blijvend Invalide is, recht heeft op e.en uitkering van zijn loon berekend op dezelfde basis als in de Ongevallenwet. HOOGTE DER UITKERING. 9ij 4e Ongevallenwet is de hoogste uitkering voor blijvende lnv~liditelt 70 % (men moet dan echter wel geheel en al "gekreukeld" zijn), De uitkering voor tijdelijke gehele invaliditeit (dat is gedurende de eerste 42 dagen) bij Ongevallen en de uitkering bij ziekte (gedurende maximum 26 weken) is 80 %. M.i. zouden deze percentages ook gewijzigd moeten worden. Sociaal bezien · is het een dwaasheid om iemand, die door ongeval of ziekte niet In staat is tot werken, een uitkering te geven, die lager .Is dan zijn loon. Want zo Iemand heeft niet mlnder behoeften dan een ·gezond mens, doch integendeel vaak mew. Hier zou men een oplossing kunnen vinden, door gedurende een zekere periode het volle loon als uitkering te verstrekken en vervolgens, indien vaststaat, dat -de ge.troffene blijvend invalide is, een· percentage van zijn loon, dat hem het minimum levensbestaan (vast ·te stellen aan de hand van indexcijfers) waarborgt. Dus b.v. voor hen, die weinig loon verdienen minstens 100% van hun laatstverdiend loon en voor hen, die meer dan het bestaansminimum verdienden, een percentage van het loon, dat gelijk staat met het bestaansminimum (het spreekt vanze.lf, dat bij de vaststelling van een bestaansminimum uitgegaan moet worden van een vooruit· · strevende geest). Het denkbeeld; dat ik hiervoren ontwikkelde, n.l. een uitkering op grond van het bestaansminimum, zou ook toegepast moeten worden bij de vaststelling van de uitJ<eringen aan weduwen en i!Waoz:en. Hoe deze uitkering thans gereld Is, wordt' het best geïllustreerd met het volgend voorbeeld: een onzer gefusileerde kameraden liet een zoontje achter. Dit zoontje kon, omdat zijn vader een rente· kaart had, een we:r;enuitkering ontvangen. Op grond van het aantal betaalde zegels werd deze uitkering vastgesteld op f 1.92% per week, waarop dan een duurtoetoeslag van f 0.96Y2 wordt gegeven, dus een totaal-uitkering van f 2.89 per week. Dit is een aanfluiting. van sociale zorg voor wezen. Bij zulk een uitkering is het kind aangewezen op bijbetaling van steun door Sociale zaken of In dit geval door de Stichting 1940/1945. Wij weten wel, dat de wetenschappelijke werkers van R:V.B. en R.v.A. zullen zeggen: ja, dat Is nu eenmaal zo, want de wet en de technische wetei'!Schappelijke grondslagen daz:rvan laten geen andere oplossing toe. Maar dit Is een standpunt, dat juist bewijst, dat wij In de sociale wetgeving een radicale wijziging moeten doorvoeren en die moeten schoeien op nieuwe gedachten en Inzichten. HERSCHOLING VAN GETROFFENEN (INVALIDEN). Wanneer wij hier pleiten voor een hogere en ruimére uitkering aan invaliden, weten wlj, dat uit de 'kringen van de oude garde der R.V.B. en dergelijke organen s\e~men zullen opgaan: "dat Is alles mooi en prachtig, maàr hiermede schept men de mogelijkheid, dat. de Invaliden de sociale verzekering gaan zien als een gemakkelijke manier om met niets doen aan de kost te komen." Wij wiUen niet ontkennen, dat onder de werkenden zeker ook wel elementen zullen schuilen, die dergelijke boze voornemens koesteren. Maar dit zullen slechts weinigen zijn. Want het feit is zo, dat iemand liever recht op van lijf enJeden aan het maatschappelijk leven deelneemt dan dat hij, teneinde zijn leven lang invaliditeitsrente te gaan trekken, zich zal blootstellen aan een ongeval of ziekte, die hem levenslang tot een invalide maakt. Wanneer doet zich dan het verschijn· sel voor, dat iémand levenslang van zoals men noemt· "de bank" wil trekken?. Wanneer hij eenmaal invalide Is geworden. En dit is m.i. een verschijnsel dat psychologisch is te verklaren. Zulk een getroffene ziet het ongeval, dat hem overkomen is, als iets, waardoor zijn toekomst verwoest is. Hij weet, dat Iemand met één been of één arm niet zeer gewild is bij de werkgevers. De huidige uitkeringen voor dergelijke verminkingen zijn echter van dien aard, dat hij zichzelf en zijn gezin er nl.et van kan onderhouden. Hij weet uit gesprekken, dat ·"die verdomde doktoren van de bank er op uit zijn, om Invaliden te korten
t15
in hun uitkering enz.". En hier komen wij m.i .op een terrein, dat zeer zeker ook on'der de loupe genomen di~mt te worden. Men zal dergelijke getroffenen moeten helpen. Door het verstrekken van kunstledematen; door hen in de gelegenbeid · te stellen, om in hun eigen beroep of_ een and.er geschikt ~eroep .zich ,te her-. scholer'. Wij wijzen in dit verband op.het feit,. dat .in Amsterdam o.a. eeri i':lstelling · bestaat voor Ä(beid .aan Onvolwaardigen (m.i. een .lelijk wo.ord, _waarcloQ!' dergelijkeL getroffenen juist gesterkt worden .in hun gevoel van minderwaardigheid). (Çien zal echter ook in dit vraagstuk radicaler moeten optreden. EQerzljds door ·dergelijke getroffenen, indien zij nog op een leeftijd zijn, dat zij er nut van hebben, te verplichten, om zich te onderwerpen aan een, herscholing. Anderzijds om door het stichten van bepaalde bedrijven (welke echter niet het karakter moeten gaan dragen van weldadigheidsinstellingen) de mogelijkheid .te sche'ppen, dat zij ook op een behoorlijke wijze in hun nieuwe beroep hun' brood kunnen verdienen. Vo.órts om via de arbeidsbemiddeling de werkgevers te verplichten der'gelijke mensen, indien· zij geschikt zijn tot werken, tegen het. voor v a I i d e n g e I d è n d e I o o n . tewerk te stellen. Wij moeten bij dergelijke getroffenen de geestelijke bewustheid bijbrengen, dat, zij niet onvolwaardig :liijn, doch dat zij, ondanks hun . gebrek, nog een bruikbaar element in het maatsé:hpppelijk leven kunnen zijn. (Ik wil ·hier wijzen op het we'rk van blinden, die . bif het weven door. h'un fijne tastzin praèhtige voortbrengselen produceren). M:ï. zal bij de 'oplossing van het vraagstuk der sociale bestaanszekerheid een behoorlijke sociale zorg in de zin van herscholing· en plaatsing in het productieproces een allesbeheersende. factor zijn. · · /
PERSPECTIEVEN. Wij wilden in dit artikel enige punten naar voren brengen; die van belang zijn voor de discussie over het vraagstuk der sociale bestaanszekerheid. Wij willen op de . voorgrond stellen, dat er nog veel meer .over dit vraagstuk · te zeggen zou zijn. B.v. over de kwestie, hoe de financiering in de toekomst· zou m.oeten zijn, om alle uitkeringen te kunn~tn verstrekken. Dit vraa.gstuk .achtte . ik echter buiten de strekking .van dit artikel te liggen (wellicht kunnen wij binnenkort hierover eens een artikel brengen). , Belangrijker acht ik het, om ·er nog kort op in, te gaan, pf er op dit moment· in, dit vraagstuk reeds gewerkt wordt. - En daarop. kunnen wij een bevestigend antwoord ge:ven, Reeds tijdens de· bezetting heeft de toenmalige regering in Londen. een commissie benoemd, die zich met dit vraagstuk bezig hield, n.l. de . Commissie van Rhijn. Deze commissie heeft reeds .een rapport doen verschijnen. Daarin komt zij tot· conclusies, die er op wijzen, dat de denkbeelden in ons artikel ontwikkeld; ook door haar voorgestaan worden. Zeker, wij hebben op dikpunt ·hief en daar -nog verder gaande voorstellen, doch dat neemt niet. weg, dat wij de cbnclusies. van de Commissie van Rhijn zeer zeker zu.lk een -verbetering achten, dat wij met veel van. datg.ene, wat zij voorstelt, accoord kunnen gaan. lndie.n haar .voorstellen .binnen· afzienbare tijd werkelijkheid zullen worden, zou dit betekenen een grote stap voorwaarts in de richting van een bestaanszekerheid voor al degenen, die buiten hun wil, niet meer kunnen deelnemen aan het arbèidsproces. Het zou b.etekenen · een stap voorwaarts in .de richting, waarbij de gemeenschap zich de garant s.telt voor haar zw:akkere leden en hun een be~laanszekerheid ~aarborgt..
I
In het · Atlantisdie Handvest, . dat lri ·.Augustus 1941 door' Churchtll en Roosèvelt werd opgesteld en dat de· gron'dilag voor het verbolid der Ver; enigde Volkeren is· geworden, verklaren beiden van hun landen: · Zij wensen ·de meest volledige sa'menwerkiiig tussen 'de. naties op economisch gebied tot stand te b~engen met het doel, allen verbèterdé arbeids~ voorwaarden; toenemende' welvaart en sociale zekerheiä tl;l verschaffen. . Na de uiteindelijke vernietiging der 'Nilii:tyrannie h~p·e~ . zij een V~ede . ·gegrondvest te zien, die alle. naties de ·middelen zal verlenen om veilig·. binnen hun grondgebied te wonen en die alle mense'n In alle landen de zekerh\id. zal verstrekken: ,dat :tij hun leven Yrij .van yrees en nood zullen doorbrengen ..
.
* U6
VORRINK .
,·· . . .
··
. zet de klok terug
J. Hulsebos
'voor· in ij ligt een boek:' Hèt werd gesch·reveri in 1919~ het eerste vredesjaar na het beëindigen ·van d!i! grote wereldoorlog eli ·de a!Jteur is Pi eter Jetles Troelstra, de grotEdeiqer der Sociaa·I~democratie. . · ·' lndit werk:' "De S.D.A.P. en de revolutie~·; bespreekt Troèlstrà de gebe11rte~issen in Nederland, welke zich Onmiddellijk .na de oorlog en in verband met de. revoluticinnaire voorvallen in Duitsland voordeden, En wanneer wij thans, nu. wij wederom staan in een eerste vrede~jaar na een çmtzaggelijke wereldbrand, de. heldere taal vari Traelstra's klare betoogtrarit tot ons laten spreken, dan beseffen wij, hoezeer deze voormári de tragedie, welke zich nu in dê S.D.A.P. ~eelt voltrokke'nr toert reeds voorvoelde. Waar Troelstra· de roetigé. Novemberdage-n beschrijft, lezen wij: "Er is gevaar, dat bu[gerlijke -opvattingen. de geest, van onze _.voorwq_artsstormende arbeiderspartij zullen over.vleugelen, indien wij ons· !)iet de sociale çli:htergrond dier opvattingen (inzqke .de democrati.e) bewu.st blijven." Het bewustzijn, dat in de Novemberdagen doç:>-r hen, die rev-<;>lutionnaire propaganda voerden, de machtspositie van .. onze peweging js oversc-hat, leidde .er toe, het gebeurde te bespreken op een wijze, die, het zelfvertrouwen der massa, haar ontwaakt revolutionnair en socialistisch elan, moest _ondermijnen. Het soci<;llisme, thans r:neer dan ooit' de. beheersende vraag in de Europese politiek, loopt echter niet op pantoffeltjes; het is thans,. meer dan ooit, een geharnast strijder, die zijn vaandel fier ontplooit en een flink, zelfbewust', daadkrachtig leger nodig heeft. Het woord, door den politieken woordv~erder der .•arbeiçlers de bezittende kLasse in ~ef ~;~angezicht gesli(lgerçl, mog~ 'crftief< . van· tactiséhe èn o-rgánisaforische èard verdiend hebben, - het is de uiting geweest van het beste wat er .leeft in. de harten der mOderne arbeiders. . Op dat beste; hun opstandigheid tegen de heerschappij der bourgeoisie, .berust elke .arbeidersbeweging, die meer dan enkel hervormingen beoogt. Valt dat weg, dan is aan de arbeidersbeweging haar idealisme, haar eigen politiek err sociaal bwustzijn ontnomen; dàn ·vervalt ··zij tot het peil der Amerikaanse en een deel der Engelse vakbeweging; ·dan kan de Sociaaldemocratie zich opbergen en aan een· kleur1oze · v'ë!kÇleyvegin·g het terrein worden overgelaten." · · · · Het is, alsof nog eenmaal de ·voorman der sociaal-democratie waarschuwend de stem verheft - het is echter tevergeefs geweest. Datgene, wat Traelstra bijna dertig jaar geleden voorzag en vreesde, is werkelijkheid geworden. Koos Yorrink, de nieuwe, met "onleil:n1re intuïtie" begaafde leider der sociaal-·dell'locratie, de man met de welspreke'nde mond eri het improviserende gebaar, hij is de.uitvoerder en het werktuig gewetden van de krtthten der ontbindin~ van het socialisme in de S.D.A.P., krachte;~, welke Traelstra reeds wist te onderscheiden. · Het is Vcrrink geweest, die zijn partij' meegesleurd heeft. in de mist van vage ideologieên. Hij was het, die de opvatting, van het. wezen .der democràtie, losgeweekt heeft van het ·Socialisme en die ;zijn begrip. omtrent deze democratie meet. aan de màatstaf van een vals en kwasi 7humanisme. l;rger,. op grond van ·deze, van het sócialisme vervreemde, ·democratische opvattingen, weigert hij thans samenwerking met de .c.ommunisten, hoewel deze, zowel' tijdens ·als na bezetting, tekennen hebben gegeven de Westerse, burgerlijke democratie op zijn juiste waarde te schatten: wij erkennen de g~otere betekenis van de Westerse, burgerlijke democratie boven de. fascistische dictatuur, doch wij zijn. niet bereid deze demo~ratie als de wezenlijke te aanvaarden ..,. ·gelijk •Troelstra dit eveneens weigerde, toen hij schreef: . .. . ·,.De _liefde onzer burgerlijke tegenstanders voor de democraUe. is apenliefde; hun streven is, met de politieke democratie de economische l::ievoor~ rechting der bezittende rtinderhe,id, haar stelsel van uitbi.Jiilng "en. onder-
117
, ~ r9
drukking te redden. Het Is hun niet te doen om cle demoeratte, doch om het kapitalisme.. Zij strijden niet voor cle, meerderheid, doch voOir een minderheid in het volk, niet voor de vrijheid van millioenen, doch voor een minderheid van duizenden. Zij gebruiken de democratie niet -als wapen voor de wezenlijke vrijmaking der massa van de machten; die haar drukken beneden volledig menselijk levenspeil, doch als schild tegen• de opstormende voorhoeden dier steeds sterker oprukkende massa." Wij vJeien ons niet met de ijdele hoop, dat deze woorden den heer Vorrlnk en de zijnen thans nog iets zeggen zullen. Wellicht spreken de feiten, die zij de laatste dagen rond de geboorte van de Partij van de Arbeid hebben meegemaakt, een duidelijker !aal tot hen. Bijvoorbeeld de redevoering van den nieuwen partij· 'genoot Minister Lieftinck, die als zijn mening uitspra~, dat "conservatis"!.e naast radicalisme" moest 'staan ln de nieuwe partij. Misschien de uitspr.sak van de huidige p.g. Mr. Oud, die tijdens het fusiecongres der Vrijzinnig-Democraten de uitgesproken vrees voor socialisatie afdeed met het antwoord dat "dit begrip als dogma reeds Is prijsgegeven." Wellicht het feit, dat de aanhangers van groepe· ringen buiten de voormalige S.D.A.P. de term "'socialisme" op het eongres angst· vallig wisten te vermijden. Het is wederom Vcrrink geweest, die tijdens dit eongres bekende: "Vijfentwintig jaar heb ik naar dit ogenblik verlángd en naar de verwezenlijking er van ge· streefd." Vijfentwintig jaar lang dus heeft Koos Vcrrink de verzaking van het socialisme reeds bij zich gedragen. Het is niet noodzakelijk een "onfeilbare intuïtie" te bezitten om in de annalen der gesehiedsehrijying te worden aan· getekend; de naam van Koos Vcrrink zal evenmin vergete11 worden als die van Eduard Bernsteln of Leo Trotski -· hij zal blijven voortleven in de historiè der Nederlandse arbeidersbeweging als de liquidator van het socialisme in de Sociaal· Democratie.
r
.DE FRANSE REVOLUTIE LsnohêiALISME Ik weet ook, dat de demoeraten zich van meet af aan hebben bediend van het mensenrecht van alle mensen, om het kiesrecht voor allén te vragen en te veroveren. Ik weet, dat de proletariërs van meet af aan op de Rechten van de Mens hebben gesteund! om tot aan hun economische eisèn toe kracht bij te zetten. Ik weet, dat de arbeidersklasse, hoewel zij in 1789 nog sleehts in de kiem bestond, niet gedraald heeft om de Rechten van de Mens in proletarische zin toe te passen en uit te breiden. Zij heéft sinds 1792 verkondigd, dat het bezit van het leven de eerste van alle eigendommen Is en dat de wet van dit allesbeheersende eigendom ook vóór alle andere zou moeten gelden. Men behoeft dus $J.echts de zin van het woord leven onbeschroomd te verruimen. Men Vii!rsta er niet sleehts het voortbestaan, onder en· het Is het communisme zelf, dat' het proletariaat op de Verklaring maar het gehele leven, de gehele ontwikkeling der menselijke vermogens, van de Rechten van de Mens ent. Zo had, van meet af aan, het mensenreeht, dat door de Revolutie was verkondigd, een diepere en ruimere betekenis dan de revolutlonnaire bur· gerij er 'Ban gaf. Deze was, met haar nog sterk aristocratisch, benepen recht, niet geschikt om het gehele, uitgestrekte terrein van het mensenrecht te bestrijken; het rivierbed was breder dan de rivier en er zal een nieuwe stroom, de grote proletarische, menselijke atroom nodig zijn, opdat einde· lijk het denkbeeld der rechtvaardigheid In vervulling ga. ·Alleen het socialisme zal aan de Verklaring van de Rechten van de Mens haar volle betekenis verlenen en het volledige mensenrecht tot werkelijk· held maken. (Overgenomen uit: Cahiers du communisme, 1945, nr. 8/9.
ua
Jean Jaurès.
J
FRIEDRI~D ENGELS ende
Natoorwetenschappen door D. J. Struik
Prof. d'r. D. J. Struik, de broer van den in dit nummer herdachten ir. A. Struik, is een Nederlands wiskundige, die thans in Amerika hoogleraar is aan het ·Massachusetts lnstitu'te of Technólogy en eveneens verbonden aan de Je.ffe·rson School of Sociaal Science te New York. Het hieronder volgende artikel verscheen ook in het Amerikaanse maandblad .,New Mass&.;". ·
"
Onder de denkers van vroegere generatles vallen er enkelen op, wier gedachten zo scherpzinnig, wier blik zo helder was, dat de bestudering van hun werken een leidraad verschaft aan hen, die de principes willen begrijpen, die ten grondslag liggen· aan de hedendaagse wetenschap. Lelbnltz was een van hen en Hegel 1 ondanks al zijn grillen, ook. Friedl'ich Engels behoort tot deze groep van uitblinkers. Men herdenkt Engels altijd In de eerste plaats als de medewerker van Marx en het is waar, dat hij het voorrecht bezat van een voortdurende, prikkelende aansporing door den grootsten denker van de 19e eeu~. Het Is ook wáar, dat Engels zich altijd als nummer twee van het tweetal beschouwde. Dit leidt er toe, de grote verdiensten van Engels zelf, als denker en als. man van actie In de schaduw te stellen. Het Is nÓg steeds nodig, de nadruk te leggen op het feit, det Engels persoonlijk een denker van de allereerste rang was, wiens denkbeelden bestemd zijn niet alleen de wereldpolitiek, maar ook de filosofie de.r wetenschap voor vèle toekomstige generaties te beïnvloeden. · Het Is misschien jammer, dat Engels de wereld nooit een groot, omvattend werk heeft geschonken, een fundamentele verhandeling als "Het Kapitaal" van Marx of Spinoza'~ "Ethica". Zijn denkbeelden s~aan, zelfs meer dan die van Leibnitz, verspreid In strijdgeschriften, In korte verhandelingen, In brieven en In beknopte aantekeningen. Veel van zijn fundamenteel werk Is pas In de laatste jaren gepubliceerd In zijn "Dialectiek der natuur". Vele bèoefenaars der natuurwetenschap• peq en filosofen, die bevangen zijn in het gangbare vooroordeel tegen het matèrialisme der arbeidersklasse, h~bben nog geen aandacht geschonken aan de bijdragen van Engels, ondanks het beroep door geleerden als Bernal, Haldane, Wawilow of Komazof gedaan. Hoe kunnen wij het werk van Engels kenschetsen in het verband van moderne eii vroegere richtingen in de wetenschap? Wij kunen herhalen, wat Engels zelf heeft gezegd en uiteenzetten, dat dit werk bestaat In het opsporen van de fundamentele, dialectische wetten, die het heelal zowel als de onderzoekende geest beheersen. · Velen staan achterdochtig tegenover zulk een uiteenzetting, daar men hun heeft verteld, dat dialectlek een vorm van sofisterij Is en dat Engels om kort te gaan en paar natuurwetten heeft genomen en die In een dwangbuis van verouderd Hegellaans formalisme geperst. Het vereist weinig studie om In te zien, hoe slecht deze f9rmulering past op de levendige, rake en scherpzinnige analyse, waaraan Engels de resultaten van de vroegere en de huidige wetenschap onderwerpt. Laat Iemand, die er belang In stelt Engels te begrijpen, alleen de 34 bladzijden van zijn "Inleiding tot de dialectlek der natuur" lezen en hij zal zien hoe ver Engels er van verwijderd Is, enig lelt In een dwangbuis te persen.- Zijn pogingen waren er eerder op geconcentreerd menig vêrsteend begrip te bevrijden uit het dwangbuis waarin academische pedanterie het placht te persen. De dialectiek, zoals Engels deze opvatte, was een bevrijding, geen knechtlng. In feite, wat kan men anders verwachten van een zo humaan mens als Frledrlch Engels was, ontvankelijk voor alle belangrijke gebeurtenissen In de wereld, van
119
Engeland . tot Chihal ·een' leider;. der arb'eidérsbeweging, èen ontleder ~ah · de foedaod; . eèn e~:onoom met aérizie_nlijkÈ! •liandels~rv~'rjng,. :~en . .oudsoldaat, die zich op de hoogte hield van alle nieuwe militaire ontwikkelingen, een talenkenner, die Russisch las om landbouwtoestanden te begrijpen en Perzisch om te genieten van de lichtzinnige_ poëzie van Hafiz? Marx placht zich bezorgd t. r.~aken om Engels' sto.ute:. stukjes op-·de'·vo'ssenjacht, ·Toen .Ehgels.:zii::h gedurende zijn laatste levensjaren toelegde op de studie der natuurwetenschappen, pakte hij dit terrein niet alleen aan naar de beste tradities van Duitse geleerdheid, maar ook met de achtergrond van een man van de wereld in de beste en edelste zin. Daarom, toen Engels het ondernam, de algemene wetten van natuur en maatschappij zowel als van het denken te lormuleren en voor dit doel de taal van Hegel uitkoos, .had hij daar goede reden voor. Die reden was, dat geen ~etere terminologie was uitgevonden en voorzover ik weet is deze ook nu nog niet vervangen. Wij doen er beter aan, te trachten, de betekenis dezer wetten te begrijpen, dan hen opnieuw te formuleren. Dan hebben we inderdaad een vondst gedaan. De eerste wet is die van de omzetting van ·kwantiteit in kwaliteit en omgekeerd. Dit betekent in wezen, dat in de natuur zowel als in de jplaatschappij op een wijze, die voor ieder individueel geval wordt vastgesteld, l<wailtatieve veranderingen voorkomen door de kwantitatieve toevoeging of onttrekking van materie of energie of beide. Wat de één een verandering in hoedanigheid· toeschijnt, b.v. het verschil in eigenschappen van chloride en bromide, verschijnt de ander als het verschil van· de aantallen electrenen in hun atomen, .in dit geval resp. zeventien en vijl en dertig. En waar een ander alleen een verschil in aantal ziet, zoals in het gewicht op de rug van een kameel, daar kan dit voor de ·kameel het ..verschil betekenen tussen een .gezonde en een gekwetste ruggegraat. Engels, die graag de geldigheid der fundamentele wetten in alle richtingen schetste, haalde Napoleon als een. van zijn autoriteiten aan. "Twèe Marnelukken waren ongetwijfeld drie Fransen de baas, 300 Fransen konden over het algemeen 300 Marnelukken slaan en 1000 Fransen· versloegen o·nveranderlijk ·1500 Mamelukken". Engels· lichtte dikwijls de betekenis der fundamentele wetten toe met· uiterst eenvoudige voorbeelden, vooral in zijn ,,Anti··Dühring", dat voor het grote publiek was ~eschreven. Dit heelt bij gelegenheid gekunstelde lezers teleurgesteld. Wat een. abstracte en veç gezochte manier om te zeggen, dat tien struiken een kreupelbosje en 5000 een wildernis vormen! Wat deze • brave lieden ontging, is de algemene geldigheid van de wet, ·die voor struiken, bonen en Marnelukken. evengoed .opgaat als voor electronen; vezels en zonnestelsels. leder, die het pas ·gepubliceerde rapport over de atoomenergie van ptol. Henry D: Smyth leest, ziet, hoe diep kwantitatief ·verschil· en daarbij !,eel eenvoudig kwantitatief 'verschil, op de kwalitatieve differentiatie van de materie 'inwerken. Dit fundàm'entele karakter van Engels' wetten geelt ons het algemene. vertrouwen, dat kwantitatieve analyse en synthese de oplossing van nog onopgeloste raadsels kunnen brengen, zoals van de verdere ontwikkeling der kern-physica en dè .omzetting va·n elementen, de schepping · van nieuwe biologische soorten of de samen'Stelling van de levende materie zelf. Maar zelfs . élls We dit alles toegeven, zei~en enige critici, wat. is dan nog het nut van die wet? Leert hij ons, hoe een bepaald biologisch of chemisch proces in eèn bepaald geval ~an worden voltrokken? Het antwoord is natuurlijk een beslis.t: neén. Geen algemeen beginsel kan het gedulèlige .werk ,aan de schrijftafel è_n in het laboratorium vervangen. Hoe algemener het pegin.sel, des te minder verkonèligt het 'ten aanzien Van een concrete toepassing. De beginselen der e.volutie 9! va~ de.. ornzetth1g der energie, verschaffen ook een. leidraad. bij het onderzoek, zonder de · nauwkeurige loop der ·gebeurtenissen .voor te schrijven Toch zijn er weinig mensen,. die hun fundamentêle betekenis. ontkennen. Het grond~eginsel van Engels is zelfs algemener dan het evolutie· of energiebeginseL Hef verdient te worden getoetst en geanalyseerd, eerder. dan te worden verwor• pen, De huidige gen!"'atie van geleerden ver~eert niet meer in de mening van ènkele ouderwetse positivisten, die de waarde van een filosofische leidraad in het belang der wete.nsc~ap · verwierpen. ·D.e formulering van Engels verdient ernstige studie en begint . die te verkrijgen. Soortgelijke overwegingen kunnen gelden voor de beide ··andere fundamentele wetten van· Engels. De tweedé daarvan is bekend als de wederzijdse doordringing
~.politieke.
\
'120
der tegendelen. Hoewel Engels 'de, betekenis hiervan niet zo- nauwkeurig heeft verklaard als hij het voor de eerste deed, is het beginsel voldoende duidelijk. In de eerste plaats drukt het het feit uit, dat ieder ding of begrip zinloos is zonder zijn tegendl'!el. Dit is soms afgezaagd als in mens-niet mens of warm-kóud, maar er zijn vele gevallen waar het onderzoek der tegendelen en hun betrekking belang-· rijke resultaten oplevert, zoals in het geval van positieve en negatieve electriciteit, van aantrekking en afstoting of van de beide magnetische polen. Engels' behandeling vàn de betrekking tussen een kracht en de manifestatie ervan, de ene als de actieve, de andere als de passieve zijde van de beweging is geheel modern en staat in scherpe tegenstelling tot· de metaphysische opvatting, die In zijn tijd gebruikelijk was, die kracht behandelde, alsof deze een onafhankelijk bestaan had. Dit laalste voorbeeld illustreert bovendien dat er meer aan deze wet vastzit dan alleen de samenhang der tegenstellingen. Deze' wet stelt het feit vast, dat er geen strakke scheidsKjnen in natuur of maatschappij bestaan, dat dingen, die tegenstellingen schijnen, verschillende aspecten van dezelfde zaak zullen blijken. De term "tegenstelling" moet in een ruimere zin dan in de klassieke logica word'en opgevat, zodat erfelijkheid en aanpassing in hun onderling verband uitkomen, zoals zij in eindeloze' afwisseling de ontwikkeling der levende materie vanaf de eencellige diertjes tot aan de mens beheersen. De belangrijkste schreden vooruit in het wetenschappelijke werk hebben altijd bestaan in de ontdekking van de betrekkingen tussen twee categorieën, die tegenstellingen schijnen op het ogenblik van de ontdekking, tussen categorieën, zoals onveranderlijkheid en verandering, tussen oorzakelijkheid en statistiek, leven en dood. Engels' analyse over het diepgaande verband tussen toevallige en statistisch bepaalde betrekkingen, die berust op een lnaterialistische opvatting van enige plaatsen in Hegel's logica, behoort tot het beste werk, dat over dit onderwerp is geschreven. De .derde wet der dialectiek is de ontken-ning van de ontkenning, die in zijn abstracte formulering een der meest steriele uitspraken, natuur en maatschappij betreffende, schijnt. Wat helpt het ons, als we water in ijs en ijs· in water veranderen? Het woord ontkenning schijnt bovendien alleen van toepassing op specifiek menselijke beweringen. Toch beriep Hegel zich op dit principe als op de hoeksteen van zijn hele systeem en Engels' formulering schijnt het te staven. , Het is nodig, deze opvatting van "tegenstelling" in een nieuwe en ruimere, objectieve betekenis te begrijpen, waarvoor moeilijk een andere term is te vi11den. Engels lichtte zijn uitlegging toe met het beroemde voorbeeld van de gerstekorr~ die zich "ontkent" tot plant en de plant, die zich in vele korrels "ontkent". Op deze manier vinden we in de wet van de ontkenning van de ontkenning een schets van .het scheppingsproces, dat beschrijft, hoe nieuwe processen uit vooralgaande opkomen. Bijna ieder proces in de natuur heelt de tendens teaenge~telde processen te ontwikkelen om het te doen ophouden en in dit proces van tegenhouden ontwikkelen zich nieuwe en vaak meer omvattende protessen. De evolutie van de levende materie van primitieve organismen tot de zoogdieren .toe volgt zulk een weg en eveneens de vorming van bergketens zowel als de groei van een individueel wezen. Zelfs de evolutie der materie zelf volgt, zoals wij het nu beginnen in te zien, dergelijke dialectische processen .. De moderne natuuren scheikunde is knap geworden in het• ontdekken van dergelijke ketens van tegensprakèn, die elkaar ontkennen, zoals in de tegenstelling van de theorie van het licht van Newton, die van atomen, tegenover de theorie van Huygens, die van golv.en uitgaat. Beide theorieën worden thans .in de kwantentheorie van het licht "ontkend". Laat ons hier een citaat. geven. "Er zijn twee principes, die de hoeksteen van de moderne natuurkunde zijn geweest. Het eerste, dat de materie kan worden geschapen noch vernietigd, maar alleen van vorm kan worden veranderd,. heelt geleid tot het principe, dat bekend is als de wet van het behoud van de stof. Het tweede, dat arbeidsvermogen kan worden geschapen noch vernietigd, is sindsdien altijd de plaag van de zoekers naar het perpetuum mobile (een machine, ·die altijd in beweging blijft) geweest; het is bekend als de wet van het behoud van het arbeidsvermogen." "Deze beide principes hebben voortdurend· de ontwikkeling en· de toepassing der wetenschap geleid en in de goede banen gehoudén. Voor allerlei doeleinden zijn ·zij onveranderd en gescheiden gebleven tot voor ongeveer' vijl jaar. Voor de meeste practische doeleinden zijn zij dat nog, maar het is nu bekend, dat zij in feite twee kanten van een enkel principe zijn, want wij hebben ontdekt, dat arbeidsvermogen soms in materie kan worden omgezet en materie in arbeidsvermogen."
121
Dit klinkt als een typische aanhaling van Engels' "Dialectiek der natuur", tot we ons te ·binnen brengen, dat "ongeveer vijf Jaar geleden" 1940 moet zijn, De aanhalfng Is gehaald uit het nie~we boek van prof. Smyth over de atoomkracht. De omzetting van materie in energie is waargenomen in de kernsplitsing van uranium, die een enorme hoeveelheld energie vrij maak~. Dit vrij maken van kern-energie is dia_lec:tiek der natuur met woekerwinst. Bij dèrgelijke gelegenheden placht Engels te spreken van "gevallen, die den ouden Hegel pielzier zouden hebben gedaan", De moderne wetenschap volgt een richting, die "den ouden Engels" pielzier gedaan zou hebben. Door middel van het gedetailleerde onderzoek van de wetenschap van zijn tijd en hun Interpretatle als aspecten van drie -algemene wetten, hielp Engels nog een andere taak vervullen: de modernisering van het materialisme. iedere generatle heeft, sinds de Gt-ieken tot op de huidige dag ,zijn eigen Interpretatie van het materlalisme gehad en zijn voornaamste leerstellingen, dat uiteindelijk de werkelijkheld materie In beweging Is en dat geen van belde geschapen kunnen worden, dat wil zeggen, dat zij hun eigen laatste oorzaak zijn. Engels ·zag duidelijk, dat het materlalisme op de grondslag van de oude mechanica van Newton en Lapieee voortdurend onhoudbaarder werd en dat de negentlendeeeuwse materialisten bij hun· poging om het te verdedigen slechts slaagden In een ruwe vulgarisatie. Hij wees de weg, waarlangs de oude beginselen der Jonische filosofen moesten worden uitgewerkt om de revoJutionnerende wetenschappelijke ontdekkingen van een nieuw tijdvak te kunnen bewerken. Dit stelde hem in staat, niet alleen om een eenheids-voorstelllng der moderne wetenschappelijke methode te geven, maar door dieper op de natuur der dingen in te gaan zelfs dan vele moderne gele~rden. ledere lezer van Engels' verhandelingen over de dialectiek der natuur moet worder;~ getroffen door de meesterlijke wijze, waarop hiJ- zijn methode toepaste op het begrijpen van het verleden. De geschiedschrijver der wetenschap kan onderricht en Inspiratie en ongetwijfeld vaak een uitdaging vinden op elke bladzij, die Engels aan een bespreking van mensen en stelsels van vroegere tijden wijdde. Deze moderne kijk is te treffender, als we zijn geschriften vergelijken met die van enige vooraanstaande historici uit het midden der 19de eeuw. Zelfs vergeleken met een modernen schrijver, als Dampier, is zijn visie merkwaardig fris. Onze · jonge, boeiende geschiedenis der technologie schijnt zich te bewegen langs het spoor, dat En.gels naliet, zelfs zonder dat men zich bewust op hem beroept. Zowel de geschiedenis der wetenschap als die der technologie kan slechts baat hebben bij een ernstige bestudering van de . "oude generaal" der arbeidersbeweging. Wij kunnen daarom de studie van Engels' essay's· aan filosofen, natuuronderzoekers en historici evenzeer aanbevelen. De man, wiens werk op sociaal gebled zoveel heeft bijgedragen tot het succes van de Sowjet-Unie en daarmee tot een der diepst Ingrijpende verschijnselen van de moderne tijd, verdient inderdaad de volle opmerkzaamheid van alle denkende mensen.
uist hierin lag echter de ware betekenis en het revoluticmnaire karakter van Hegel's filosofie, dat zij aan het definitieve van alle resultaten van het menselijk denken en handelen voorgoed een eind maakte. . De waarheid, die men in de filosofie moest leren kennen was bij Hegel niet meer een verzameling van vaststaande, dogmatische stellingen, die, eenmaal gevonden, slechts uit het hoofd moeten worden geleerd; de waarheid lag nu in het proces van het kenneh zelf, in de lange historische ontwikkeling van de wetenschap, die van lagere tot steeds hogere trappen van kennis stijgt, zonder echter ooit door het vinden van een zogenaamd absolute waarheid het punt te bereiken, waar zij niet meer verder k!m, waar haar niets anders overblijft, dan de handen In de schoot te leggen en de ver1 kregen absoh.ate waarheid aan te gapen. Friedrich Engels
122
REMBRANDT en de regentenstaat door Theun de Vries
ill
De drie levenstrappen van Rembrandt van Rijn
Hooggestemd,_ cultuur-scheppend, zij het niet meer gestuwd uit de brede· volkslagen, maar vän bovenaf geleid, voltrekt zich de tweede fase van de regentenstaat, om met name na de vrede van Munster de· heldere straling, die elke ,facet des levens uitschiet, in een brandpunt van patricische beschavin!J en weelde op te vangen; ,Het staatkundig aristocratisme beheerst met zijn zware top het gemene· best en beslist over het uitwendig voorkomen van de staat. De belangen van volk en regeerders dekken elkaar nog slechts, voor zover de rijkdom en het welbe·gre• peri beleid der laatste in staat zijn, een welvaart met de daarbij passende levensstijl te scheppen, waarin de positieve bestanddelen overheersen. In het leven van Rembrandt van Rhijn grijpt, in tegenstelling met dit beeld van horizontale krachtsexpansie een proces plaats van een versobering der gevoelens, dat daarom niet minder levenskrachtig is, en bovenal middelpuntzoekend is gericht. In 1641 heeft Saskia weer een kind ter wereld gebracht, dat met de naam Titus gedoopt wordt; nog geen jaar later bezwijkt ze, en laat Rembrandt met het jongetje achter. ., Het _mag voor Rembrandt een uiterlijke aanleiding geweest zijn, om de reeds begonnen schredé naar een nieuwe levensfase te voleindigen en te vervolgen. Het is de fas.e van vereenvoudiging der jeugdige barok, van een soort be·schou· welijke, weemoedige verdieping. Vrijwel nooit nemen we bij Rembrandt onver· hoedse schokken van groei waar; - dit leven wordt te sterk behee-rst door de zwaartekracht van behoedzame innerlijke overgangen. Het .is echter, na de dood van Saskia, nu alleen de kleine Titus hem herinnert aan dat eerste, bijna roekeloze verleden, of Rembrandt naar wegen in een ernstiger wereld speurt. De schilderijen verliezen hun overmatige glans; het clair-obscur :t}, in jongere jaren als een gelukkige stijlfiguur van Lastman overgenomen, verdiept zich meer en meer tot het ,.zichtbaar geheim" der realiteit, dat ons als het eerste en beste kennmerk van Rembrandt's kunst voorkomt. Terwijl de republiek van jaar tot jaar uiterlijker verkilt, terwijl onder het bewind van De Witt de diplomatie, de intrigue en het p~litieke kansspel achter de scher• men zijn losgemaakt van het volksleven, en het gemenebest in scherper tegen· gestelde kringen en klassen uiteenvalt, waarbij het e·igenbelang alle andere sirevingen overvleugelt, neemt men bij Rembrandt een groeiende neiging waar, de betrekkelijkheid van alle aardse zaken te erkennen. De innerlijke normen, die zijn kunstenaarschap hem openbaart, spreken een overtuigder _taal dan die, w&lke het leven van de staat hem wil opdringen. Hij verkeert duidelijk op de grens van twee werelden, en het verinnigd clair-obscur van zijn doeken lijkt mij de artistieke uitdrukking voor een gesteldheid, waarin de eenheid der tegendelen, zowel van het uitwendige als inwendige leven, dat hij leidt, meesterlijk en onna· volgbaar wordt uitgedrukt, ja, als het eigenlijk· domein be·grepe'n wordt, waarin hij zich thuis voelt, van waaruit hij denkt en ~chept. . Daarbij voegt zich .zijn Diss-enterschap als een· kracht, die het onbewust opposl· tionele in zijn natuur versterkt, en hem nog bewuster ,.tussen licht en schaduw" post doet vatten. Het staat thans wel vast' - de• recente onderzoekingen van prof. Kühler aangaande de geschiedenis der Doopsgez1'hden in Nederland tijdens de Republiek hebben het nogmaals bevestigd -, dat Rembrandt zich gedurende• deze beslissende jaren afwendt van de officiële orthodoxie. Zo hij al in zijn jeugd deel heeft uitgemaakt van het rechtzinnig kerkelijk lichaam, mettertijd wordt hij krachtiger getrokken door de geloefswereld der Waterlandse Mennisten, wier vreedzame secte in Amsterdam aanzienlijke aanhang had. De samenhang blijkt naar buiten toe duidelijk uit zijn herhaalde portretten 1van den Doopsgezinden 1 )
Sterke contrastwerking van licht en donker.
1.23
voorganger Reyer Anslo, ;oals zij innerlijk bewezen wordt' door een Christus· mystiek, wier opvatting lijnrecht, tegen_ het rechtzinnig genade-principe met zijn wets· en uitverkiezingsdogma indruist. Reeds te Leiden vonden wij Rembrandt in conflict met de puriteinen, wier voor· naamste aangelegenheid het nu schiJnt te worden, het leven van zijn feestglans en de menselijke ziel van haar innigheid te beroven. Spreekt er uit Rembrandt's vroege bijbetstukken een nog overwegend traditionele opvatting -... de barokke stijl, waarin zij worden_ voorgedragen, VIermag die traditie niet te· verhullen -, allengs matigt zich Rembrandt een vrijheid van voorstelling aan, die uit een volmaakt : gewijzigde beleving van het religieuze voortkomt. Zo lang de Opstand zich voltrok en het religieuze element niet anders was dan de verkapte economische bewustwording van een gehele natie, kon het ook leven· wekkend en bezielend zijn. Thans is het Calvinisme in kerkqrdening en .catechismus vastgelegd èn daarmee gemummificeerd tot een vormendlenst Het religieus beleven als zodanig heeft geen andere toevlucht dan het individuëel gemoed. In Rembrandt heeft het met intense vroomheid geleefd, en deze vroomheld laat zich geen grenzen stellen. Het is dezelfde ongecompliceerde gelovigheid, vergelijkbaar slechts met die van Bach, de sluitsteen van de aëra der barok, die In Rembrandt een van haar fundamenten vindt. De dogmatische schriftuurlijkheid, wier echo thans door de blanke, holle kerkgewelven van Holland galmt, kan deze indi· viduele vreemdheid· niet bevredigen. Rembrandt moet het mysterie beleven,· dat den schriftuitleggers ontsnapt is, ja, waarvoor zij in hun gestrenge tékstvergoding bevreesd zijn. In deze persoonlijke vorm blijft Rembrandt's gelovigheid ook voor den niet-gelovige nog in sterke mate ontroerend. Het is duidelijk, dat hij zich na de dbod van Saskia in het Nieuwe Testament heelt verdiept, en dat de naïeve en simpele wondersleer der gelijkenissèn, de passie .van Christus, voor hem niet besloten gebleven zijn binnen de bewoordingen van een bijbeltekst, maar als levende nabijheid van het onuitspreeklijke zijn verstaan. Christus is althans veor Rembrandt geen idee achter de dingen, geen logos, hij wordt werkelijk "vlees en , bloed", en waar hij bij Rembrandt verschijnt, is hij het onmiddellijke wonder. De nieuwe Christusopvatting van den meester, waarbij hij zich als model veelal van de jonge Joden der Breestraat bediende, bovenal de Christus, die de ver· drukten en lijdenden troost en geneest (ik wijs b.v. op de zogenaamde Honderd· guldensprent, wier al te· zakelijke benaming in barbaarse tegenstelling is met de gemoedsdiepte, die eruit straalt) wijst op de doorleefde, nooit tot week en dweepziek mysticisme vervallende mystiek, die tegelijk realistisch is geaard. Zij is niet alleen realistisch, omdat zij zich bij voorkeur bedient van de vormen van het levend alledaagse, maar bovenal, omdat zij zich doet kennen als onomwonden uitstorting van het menselijk levensgevoel, kortom, omdat zij van het p!Jurste_ h u m a n Is rn e is. Dit Hollandse humanisme weerspiegelt zich in de geestes· gesteldheid van de besten onzer vaderlanders in dez-e eeuw, wijsgerig in het stoïcijns en abstract christelijk· ideaal van een Coornhert of Spieghel, literair in de verlijnde lyriek van een Hooft, ietwat versmald, maar toch nog goed herkenbaar in de knappe filologie en experimentendrang onzer geleerden; het weerspiegelt zich echter nergens zo tastbaar en warm als in het werk van Rembrandt. Oe middeleeuwer, de normatiel begrensde, de aan ,alle zijden sociaal begaafde mens der Gothiek, is overwonnen door het nieuwe, vrije individu; en het Is niet de "vrije", nog altijd abstracte burger, de republikein, wiens neo·romeinse statigheid zich voor ons in de ideeën van een De Groot verheft, de mens, die zijn maat· schappelijke· zelfstandigheid in het "kunstwerk van de staat" bevestigt, maar de lijdende en denkende, dikwijls anonieme, maar juist daardoor persoonlijke mens, die begin en einde van alles is, welke in Rembrandt zijn waarachtigen uitbeelder · · vindt. Een Dissenterschap, dat op zulk eene individuële wijze de hemel naar de aarde haalt en de aarde in zulk een bovenaards licht verheft, wijkt wel lijnrecht al van de gangbare traditie, die op schriftgezag en tekstkloverij teruggaat, en in het menselijk beleven van de godheid een zonde tegen i·edere openbaring ziet. Al · kan men nog steeds met de grootstè erkentelijk(leid spreken over de tolerantie der 17e eeuw in Holland, die voor de dagen van d~stijds een belangrijke schrede voorwaarts betekent naar de bevrijding van het de'nken, men mag niet over het hoofd zien, dat die tolerantie een historisch verschijnsel is, aansluitend bij de economische politiek der r-egenten, en dat zij daardoor geladen is met dezelfde onopgeloste tegenstrijdigheid, die ook het sociale leven splitst. Een Dissenter werd inderdaad niet méér dan getolereerd. Staatslunctie's kon hij niet bekleden, verantwoordelijke posten bij leger· of admiraliteit blijven voor hem gesloten, een
124
leerstoel kan hij niet .Innemen. De Dissenter in de 17e eeuw is, of hij wil of niet, • voorbeschikt tot de rol van passieve oppositie, en naar de oppositie van d~ geest. is Rembrandt één ~an dit niet onaanzienlijk getal. (Het hoeft in dit verband niet de minste verwondering te wekken, Clat de revolutie van 1795, die de Rechten van den Mens huldigde en ·de regentenstaat wegvaagde, een overwe$1end door Dissenters geleide en bezielde volksbeweging was; zij hebben meer dan anderhalve eeuw naar toelating tot het openbare leven gesmacht.). Naar geest en karakter, naar de norm van zijn individuëel beleefd kunstenaarschap komt Rembrandt allengs naast en zelfs tegenoy.er zijn omgeving te s,taan. Zijn verdieping in de Christusgestalte, die de .vriend der beladenen en belasten is, is de graadmeter voor zijn terugwijken naar een werkelijkheid binnen de werkelijkheid, die hij zichzelf begint te scheppen. Sterk en sober worden nu ook de portretten, de etsen en teken,ingen, die hij van zijn naaste omgeving ontwerpt: Titus, spelend of dromend over zijn schoolboek; zijn vrienden, den rabbijn Efraïm Bonus, den schoonschrijver Coppenol, den kunstminnaar en -beschermer Jan Six, een . der weinige regenten, die hij geconierfeit heeft, den dichter Asselijn, - àllen beeldt hij uit in dezelfde geest van kracht en bezinning op den mens, waarmee hij de slagen van het lot te boven komt. - Grote rust moet hij ook na de jaren omtrent 1650 geput hebben uit een nieuwe liefde, die hem met een vrouw verenigt: de liefde voor Hendrickje Stoffels, het boerenmeisje, dat eerst zijn huislto11dster, _later zijn vertrouwde, geliefde en model wordt. Hoe hoog Rembrandt leze vrouw .heeft geschat en liefgehad, spreekt zlthtb,aar uit de met aandacht en vertedering geschilderde portretten, die ons haar in verschillende "rollen" voorstellen, waarbij men steeds weer getroffen wor·dt door haar bescheiden en bekoorlijke beminnelijkh·eid, die wel geschikt moet zijn geweest, hart en zinnen van een niet meer jongen, tot inkeer neigenden kunstenaar te binden. Dat hij met haar nooit een officiëel huwelijk heeft aangegaan, bewijst niet alleen, dat Hendrickje van een ongewone moed was - het wildeîn die dagen iets zeggen voor een vrouw, in "overspelige verhoudingen" te leven! - maar ook, dat zij met Rembrandt de moraal der tijdgenoten heeft veracht. Een uiterlijke reden daarbij mag gelegen hebben in het feit, dat Rembrandt door Saskia's testament gehouden was, het erfdeel van Titus intact te bewaren, en dat hij zi)n uitgebr-eide huishouding niet voeren kon zonder het vruchtgebruik van dit kapitaal, dat hem immers ontgaan zou, als hij ·hertrouwde. Hendrickje Stoffels is hem· onvoorwaardelijk trouw gebleven, zoals hij haar zijnerzijds nimmer verloochend heeft. Zij hebben gezamenlijk de schande op zich genomen, die hun relatie onvermijdelijk meebracht. Bij de brede en diepzinnige studie van den mens, die· waarschijnlijk wel een toppunt vindt in dat jongemannen-portret, waarin men de beeltenis van Nicolaes. Bruyningh vermoedt, voegt zich in even diepzinnige en doorleefde mate Rem· brandt's studie van de natuur. Hij moet in de dagen van zijn vereenzaming Amsterdam letterlijk ontvlucht zijn, om zichzelf bij de bezonken rust van weiland en poldersloten te hervinden. In zijn tekenwer~ treffen wij het landschap beurte· lings aan in hartstochteloze, troostende klaarheid, dan weer als het grimmig en bovenmenselijk element, dat de beperktheid der stervelingen door zijn geweld ontbindt. Tal van kleine, zuivere etsjes, maar ook het aan spanning en contrast zo rijke Landschap met de drie bomen (1643) getuigen hiervan; schuren en bomen, molens en bruggetjes, - zij verrijzen voor Rembrandt ·uit de laagvlakte van Holland, zinnebeelden van elementair leven; door hem afgebeeld worden zij bewijsstukken van een geestesgesteldheid, die het volslagen buiten de oriëntaalse, do?rpurperde dromen kan stellen, waarin hij zich te. voren zo dikwijls heeft geworpen. Eenvoud en boerse kracht van dit Holland-eigene moeten hartversterkend geweest zijn: terwijl de regentenstaat zich als het ware aan het ontnationaliseren is, blijkt Rembrandt de schilder te worden, die zijn Hollanderschap in alle opzichten bevestigt. Het begrip nationaal, het gevoel nationaliteit moet men immers bij hem opvatten als de uitdrukking van de moeder-en-kind verhouding, die den Hollandsen mens met de Hollandse aarde verbindt ....... als de verbeelding van dat typisch atmosferische, waaruit de dampkring rondom ons is geschapen en waarmee ·onze ziel is gekleurd. Dit psychisch en stoffelijk even reële begrip van nationaal voelen is het wezenlijke bestanddeel van Rembrandt's verdiepte visie op de natuur. • • Waneer men dit alles Ocverweegt, is het niet mqeilijk vast te stellen, dat Rembrandt en· het Holland der regenten in dit stadium al bezig zijn, uiteen te ·gaan. Rembrandt zoekt het "eeuwige Holland", - de regenten zij (I de exponenten van een uitermate voorbijgaand Holland. Kunst en natuur voor hen? Het mocht watt
125
Oe rijke regeerders van .stad en gewest, wat zoeken zij in de artistieke uitingen; die hun staat oproept, wat betekent voor hen de kunst, die :zij betalen, de weten· schap, die :zij aanmoedigen? Zij :zoeken er slechts de bevestiging, de pompeuze decoratie in van hun ·pas verworven àan:zienl De maatschappij - toen niet en nu nauwelijks - erkent dim kunstenaar niet in :tijn functionele hoedanigheid, deel uitmakend van de innigste samenhangen van het volksleven; :zij :ziet in hem slechts het ornament; :zij beschikt over hem, :zij verhoogt of verlaagt hem, al naar de mate van gebleken bruikbaarheid. Verhoogd heeft de regentenstaat Rembrandt, :zolang hij er aan tegemoet kwam, :zolang :zijn eigen roerige en :zoekende opkomst met die van de republiek samen· viel. Thans is de periode van vervreemding tussen den meéster en de staat aangebroken, die aan het verlagen voorafgaat. Men mag - het is weer Hui:zinga, die er op gewezen heeft - in de 17e eeuw niet :zoeken naar een artistieke waardering, naar een aesthetisch beleven van het kunstwerk, die ook weer historische producten :ziw, evenals het moderne bewust· :zijn, waaruit :zij voortkomen. De regenten konden niet anders dan de wens koes· teren, :zichzelf, hun glorie en hun wereldbeeld in de door hen betaalde kunst te herkennen. - Bij Rembrandt echter vindt een volkomen tegengesteld streven plaats: Remlirandt - wi) lazen het reeds af van :zijn portretten, :zowel die van anderen als :zichzelf - wil e i ge n p e r s o q n I ij >k h e i d herkennen, .;,il :zichzelf be· 1even als typisch individu met al :zijn menselijke kanten en levenservaringen. W'rf het :zelfportret met de hoed ('ftl48) bestudeert, :ziet daarin· een man, die de soni van zijn leven opmaakt, een plastische filosofie van de persoonlijkheid, die nog spontaan is en niet bevlekt door de trieste hoogmoed van een later individualisme, \ waarbij ieder kunstenaar :zich als iets bi:zonders en onvervangbaars beschouwt. Ook in :zijn individualisme blijft Rembrandt de humanist, d.w.z. :z i c h o p i e der ogenblik bewust van de bil:zon'derheid van eiken mens. Hoe onverzoenlijk Rembrandt's wereldbeeld aan het einde vàn dit tweede levens· stadium begint af te wijken van de strevingen, die de regentenstaat eigen :zijn, treedt aan het licht in :zijn in 1656 voldongen bankroet. In deze finantiële Ineen· storting ligt, op plotselinge en tragische wijze, de eigenaardige breuk onthuld, die er reeds jaren was en die :zich nu consequent :zal blijven verwijden. Dezelfde maatschappij, die bereid is, den kunstenaar ·als bruikbaar ornament te verhogen, :zolang hij bewijst, :zijn ornamentale opdracht te verstaan, v, e r s t o o t hem bij misachting harer normen. En de norm van sociaal gedrag in deze fase van de regentenstaat ligt :zeer :zeker in de onuitgesproken, maar tyrannieke eis, dat men om maatschappelijke erkenning te erlangen, deze maatschappij :zelf volledig erkennen moet, - m.a.w. dat men in alle opzichten blijk moet geven, doordrongen te :zijn van de· betekenis der k o o p m a n s v e r h o u d i n g e n, die haar lesamen houden. Het waarderen der realiteit in termen van gang- en wisselbare munt, van rentabiliteit en solvabiliteit, is een van deze koopmansverhoudingen ~ven ·onaf· scheidelijk bestanddeel als de winstmarge, de speculatie en het exploiteren van andermans werkkracht. Aan' geen val) deze dingen heeft Rembrandt :zich ooit bezondigd; krachtens :zijn aard en aanleg deugde hij daarvoor ook niet. Het geld is voor hem altijd een middel, nooit een doel geweest. Het valt dan ook niet te verwonderen, dat hij, bij het afnemen van opdrachten, steeds meer geldelijk hoofdbrekens gekregen heeft: de hoge kosten van :zijn levensstaat, :zijn voorliefde voor schone dingen, de afbetalingen van :zijn huis' aan de Jodenbreestraat, gevoegd bij een vorstelijk aandoende nonchalance in :zaken en vrijgevigheld jegens behoeftige bentgenote_n hebben hem finantiëel uitgeput. Schuldeisers van alle slag 11ope0' :zijn drempel plat; hun groeiend ongeduld en de onmogelijkheid, om ten slotte iets uit handen van den meester los te krijgen - alle beschikbare geld is vastgelegd In kunstwerken, stoflage's en verzamelingen - bewogen hen, de beheerders der Desolate Boedelkamer op hem los te laten. Rembrandt heeft, in :zijn kenmerkende ontwikkeling, de mercantiele maatstaven van :zijn tijd en. omgeving moeten schenden; en overal, waar deze maatstaven in een samenleving beslissen, wordt .de aanrander er van :zonder pardon buiten de wet gesteld. Rembrandt's bankroet drukt als :zodanig ffiet alleen :zijn economische afvalligheld van de regentenmaatschappij uit, het is ook de aankondiging van de derde levens· trap in :zijn bestaan, die de bèkroning van :zijn artistieke en persoonlijke lotgevallen :zal brengen, voor :zover men menselijkheid en kunstenaarschap nu nog bij hem scheiden kan.
126
Balla~~ HEIMWEE door THEUN de VRIES
I
(
VOOR LBO)
De eerste sterft aan slagen, de ander aan koliek, de derde hoest en spuwt zijn longen uit, de donkre cel maakt tot de waanzin ziek, de dood plukt hier een rot, afvallig fruit, doch deze éne ligt in. de barak aan 't daaglijks onvervulbre te kreperen: 'een jongen wien. men 's levens snoeren brak om hem een dans aan 't poppentouw te leren Maar heimwee is een oud en sluipend zeer en wie het treft, telt mens noch meehtsspreuk meer.
1
Zijn moeder stierf, hij ziet zijn zuster staan In 't boers en rustig voorhuis met de tegels, zij smeert 't brood en roert de gortpap aan; 't bestaan glijdt door 't bestek van kalme regels zijn vader wast zich 't stof uit nek en baard, de dag dempt weg zonder· gerucht of kleuren zijn broer komt van het land en stalt het paard, de nacht vat buiten post bij raam en deuren Hem plaagt het heimwee naar dit warm weleer en wie -het treft, hij kent geen heden meer. Zijn blik loopt vast op draad en mitrailleur en vlucht vol angst terug In eigen hunkren d, grafspelonk ,van de barakkendeur waarachter stapels zwarte kribben donkren, ontvangt hem weer - hij ligt en durft niet denken . hij staart - de kamerwacht stelt hem een vraag hij antwoordt niet - door zijn geheugen zwenken kinderlandschappen, reeds ontkleurd en vaag Heimwee verft de ziel grauw als regenweer en wie dit treft, begrijp\ de zon niet meer. Hij ligt, de tijd wordt geel van herfstverdriet hij slinkt als avondlicht in stille plassen dokter en kapelaan baten hem niet, er is voor hem geen medicijn · gewassen; hij slinkt, hoe hard het poppentouw ook trekt op .'t voorhoofd draagt hij een noodlottig teken van al wat lijdzaam In een · hoek verrekt, 0111dat de zl'l haar woord. niet weet te spreken: Heimwee verdooft de schreeuw der tegenweer, want wie het t~eft, verdedigt zich niet meer. Hij werd met velen op transport gesteld, hij zag de poortên van het kamp zich sperren (de nacht droop koud van 't stalactiet der sterren): een ogenblik won dwaze hoop het veld; maar de uniformen bleven aan zijn zijde, toen wlst hij dat het niet de vrijheld was, hij wierp zich blindverloren in het gras; daar sloeg men hem totdat hij niet meer schreide. De mens, die door het helmwee Is gewonn~n diens leven Is onteigend en genaast het heimwee Is het moordnaarswerk begonnen; stok, vuist en laars hebben het slechts verhaast. P.D.A. September 1944
127
Boekenen Brochures SOETAN SJAHRIR: ONZE STRIJD (Uitgegeven onder auspiciën van de Perhimpoenan lndonesia bij "Vrij Nederland", Amsterdam). In een beknopt bestek van eeri twintigtal bladzijden geeft de premier van de In· donesische ·republikeinse regering een samenvatting van de wezenlijkste vraag• stukken, die er op dit ogenblik voor de Indonesische nationale beweging bestaan, Het geschrift dateert van October 1945, maar bezit nog ten volle zijn actualiteit, daar juist alle principiële kanten van de strijd van het Indonesische volk er il') be· licht worden. In deze twintig bladzijden wordt misschien meer waardevols gezegd dan men in alle kolommenl<;~nge kranten· en weekbladartikelen over het probleem Indonesië in de afgelopen maanden te onzent bij elkaar heeft kunnen lezen. De Indonesische vrijheidsstrijd wordt ge· kenschetst als ·een democratische revo-· lutie met sociale strekking. Een demo· cratische revolutie in een achterlijk land met een sterk inheems feodalisme en eeri eeuwenla~ge vreemde overheersing, die in de jongste tijd tot koloniaal fascisme - eerst van Nederlandse, vervolgens van Japanse herkomst - was uitgegroeid. Tegelijk wordt ·getoond, hoe deze demo· cratische revolutie zich volt~ekt in de eindfase van het kapitalistisch-imperialis· tisch systeem over de gehele wereld, welke om'standigheid haar democratisch en sociaal karakter verdiept, maar er .tevens een grens aan stelt, zolang de constellatie in de Pacific nog door' de heerschappij van hét Engels-Amerikaanse Imperialisme zal worden bepaald. ;Even· wel legt Sjahrir ook de nadruk op de mogelijkheid, die de verschuiving van het politieke evenwicht in dit gebied van En-geland naar de Ver. Staten voor het streven van Indonesië naar zelfstandigheid biedt. De Nederlandse heerschappij over Indonesië was immers sinds ruim een eeuw slechts een aanhangsel van de buitenlandse politiek van het Britse Rijk. De democratische revolutie zal haar or· ganisatorische vormen vinden in verte· genwaardigende lichamen in het hele land, vanaf de desa's tot de centrale regering toe; haar sociale basis zal moe· ten liggen in de arbeidersklasse en de
128
..
boerenmassa. De arbeiders zullen in de vrijheidsstrijd hun klassenbewustzijn moe· ten versterken en ·de boe'ren zullen de democratische revolutie als een bevrij· ding van leodal'e druk moeten voelen. Industrialisatie, invoering van electriciteit en machinerieën in de desa - ziedaar het opbouw· en welvaartsprogramma van Sjahrir. Het is niet te verwo~deren, dat de schrijver zich met alle scherpte keert tegen ·die resten van Japanse beïnvloeding· en vergiftiging vooral onder de jeugd, die de nationale revolutie in fascisme en militairisme zouden verstikken. De Indonesische premier legt hier getuigenis al van de politieke rijpheid van de voorhoede der nationale beweging van Indonesië, van haar verantwoordelijkheidsbesef en haar zelfbewustzijn in de strijd voor !ndonesia merdeka. A.M.
PROF. DR. J. H. W. VERZIJL, DE NIEUWE BOND DER VEREENIGDE NATIES. l::Jitg. "Vrij Nederland", Amsterdam. Dit werk is een overzicht van het raam, waarbinnen de internationale betrekkingen zich ontwikkelen en, naar wij slechts kunnen ho'pen, dit blijven doen. Men vindt hier in uitstekende verta,ling bijeen: de voorstellen van Jalta, het Handvest der V.:renigde Naties van San Francisco en ' een aantal opmerkingen over samenstelling en werkwijze der U.N.O. Een nuttig geschrift voor wie iats naders over de nieuwe wereldorganisatie wil weten. Zijn mening heelt de schrijver aldus samengevat: ",k ben geneigd aan de nieuwe Verenigde Naties meer crediet te geven dan .ik in 1919 aan de Volkenbond gal." Een begin.
E. T.
*
BINNENKORT bij de
Uit~everij
VERSCHIJNT
Pegasus -
Amsterdam
.J. STALIN REDEVOERINGEN EN LEGERORDERS IN DE PERIODE 1941-1945
De omvang van dit 'historisch werk vertaalt uit het Russisch is ongeveer 160 bladzijden • . Het bevat AL de legerorders en de redevoeringen, die .StaZin gedurende de periode van de oorlog met het fascistische Duitsland heeft gehouden. Een werk van blijvende waarde. Door de tijdsomstandigheden is de oplage helaas beperkt. Het boek komt uit gebonden in fraaie om.. Blag met een pnrtret v~ Stalm. Dè pr{is bedraagt f ~."15. Bestellingen word_en nu reeds aangenomen.
INHOUD VAN
Pa~t.
1946 ......................................... .
97
H. Gortzak: In memoriam Anten liàtruik ................... ..
9J
Pa ui de Groot: Het besluit tot opheffing der S.D.A.P ... .
102
Eva Tas: Een vrij Spanje het Fascisme ....
106
DIT .1941
NUMMER
Februari
Een gewonnen slag tegen
Johan de Witt: Een Schip dat vaart In de mist ........... .
110
G. Diaor: Het stelsel der Sociale Wetgeving ............
114
J. Hulsebos: Vcrrink zet de klok teru" .. .. .. .. . .. .. .. .. .. .. 117 D. J. Struik: Frledrich Engels en de Natuurwetenschappen
119
Theun de Vries: Rembrandt en de Regenten staat, 111 .. .
123
Theun de Vries: Ballade van het heimwee
127
Boeken en brochurN ...................... ..
128
LJOEBA DWORSON WANNINGSTR. 6- AMSTERDAM-Z
LERARES RUSSISCH M. 0. BE~EDIGD TOLK EN TRANSLATRICE
Verkrijgbaar bij
Pegasus LEIDSCHESTRAAT 25 - AMSTERDAM-0.
Hans Kmoch
EERSTE SCHAAKM4TCH U.S.A.-U.S.S.R. Franco per post f 1.,-
Prijs 95 cent
Boetan Bjahrir
ONZE STRIJD FrQIR,CO per post
Prijs 76 cent
f 0,80
B. Evewu1
DE RUSSISCHE KERKEN EN DE OORLOG Prijs 40 cent- Franco per post
Pat Bloam.
VAN DE RUSSISCHE BEVOLtrnE roT YALTA Een overzicht van de buitenlandse poltttele der B.l1. Prijs 30 cent - Franco per post
Marx e;" EngeliJ
HET COMMUNISTISCH MANIFEST Prijs 60 cent -
FraMo per post
Mr. H. A. KeuZa
HET LONDENSE TONEEL IN OORLOGSTIJD Na enige algemene beso'houwingen over het Engels toneel geeft de schrijver een overzicht van de Londense tonelt8tet& tn de afgelopen jaren. Bizonder belangwekkende hoofdstukken zf,jn gewijd aan het N ationaZ Theatre, de theaterclubs en het dilettantentoneel. Geb, f 3.50, Franco per post ! S.60.
( TERPERSE) om binnenkort t.e verschijnen:
T. A. Jacksoo
WAAROM SOCIALISME? Toezendimg vatn al deze uitgaven vindt plaats door storti,ng ap ons Gi'ro no. 173127.