NL90C0861-863
Treden die lijken te leiden naar het Natuurkundig Laboratorium der Vrije Universiteit te Amsterdam.
Jaarboek '81
Jaarboek '81 STICHTING VOOR FUNDAMENTEEL ONDERZOEK DER MATERIE FOUNDATION FOR FUNDAMENTAL RESEARCH ON MATTER
Bij de toto's Oud*, nieuwe, fraaie en minder fraaie gebouwen waarin de natuurkunde wordt beoefend vormen de illustraties in dit jaarboek. blz. 2:
FOM-bureau
blz. 33: FOM-Instituut voor Plasma¬ fysica (kasteel Rijnhuizen), Nieuwegein blz. 41: Kernfysisch Versneller Instituut, Groningen blz. 48: Energieonderzoek Centrum Nederland (hoge-flux reactor). Petten blz. 59: FOMInstituut voor Atoom- en Molecüulfysica, Amsterdam blz. 68: Zeeman-laboratorium, Amsterdam blz. 77: Natuurkundig Laboratorium der Universiteit van Amsterdam blz. 84: Laboratorium voor Fysische Chemie, Amsterdam blz. 95: Laboratorium voor Vaste Stof Fysica, Groningen blz. 103: Natuurkundig Laboratorium der Vrije Universiteit, Amsterdam blz. 112/113: FOMInstituut voor Plasmafysica, Nieuwegein blz. 123: Nationaal instituut voor Kernfysica en Hoge-energiefysica. gebouw sectie H, Amsterdam blz. 143: Technisch-Fysische Laboratoria, Groningen blz. 213: Laboratorium voor Algemene Natuurkunde, Groningen Op enkele bladzijden (27,54, 78,88, 137) treft u collages aan, die een impressie geven van hoe de Nederlandse natuur¬ kunde en FOM in 1981 in het nieuws zijn geweest.
Formation, purpose and working method Oprichting, doel en werkwijze
6 7
Samenstelling bestuur en directie Een bewogen jaar Verslag van het Uitvoerend Bestuur Financieel verslag Verslag FOM-personedsraad
10 11 13 34 39
Zakelijk/organisatorische verslagen Kernfysica AMOLF Atoomfysica Metalen FOM-TNO Molecuulfystca Vaste Stof Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica Theoretische Hoge-energiefysica NIKHEF Halfgeleiders
42 55 63 70 79 89 104 114 117 129
Speciale Commissies Theoretische Natuurkunde Technische Fysica
136 138
Trendariikelen Halfgeleiderelektronica in de jaren '80 Niet-perturbatieve methoden in de veldentheorie Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste stof Renormalisatietheorie van faseovergangen Personeelsbezetting Adressen van laboratoria en instituten waar FOM-groepen rijn gehuisvest
Inhoudsopgave
147 159 169 187 195 203 214
worfcwf nctfcod The Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (Foundation for Fundamental Research on Matter (FOM) was founded on April IS, 1946, by prof.dr. C. van der Leeuw (the Minister of Education, Arts and Sciences, representing as such the State of the Netherlands), prof.dr. H.A. Kramers (acting for him¬ self and on behalf or prof dr. J.M.W. Milatz), prof.dr. J. Clay, dr. H.J. Reinink and dr. H. Bruining (secretary of the Minister-President). In article 2 of the Statutes it says that the object of the Foundation is to promote fundamental scientific re¬ search in the Netherlands concerning matter, in the general interest as well as for the sake of university education. The Foundation tries to achieve this purpose by stimu¬ lating research in new fields of physics, by co-ordina¬ ting existing research projects and by employing its institutes and working-groups to educate and train young physicists. The Foundation operates through the Governing Council, the Executive Board of Directors and the Committees, that lead working-communities created by the Governing Council for research work in special fields. The working-communities consist of so-called working-groups, which are groups of scientific coworkers and technicians, directed by one or more working-group leaders. These working-communities, eight in number, are named after their fields of research: nuclear physics, atomic physics, metals FOM-TNO, molecular physics, solid state physics, thermonuclear research and plasma physics, theoretical high energy physics and semi-conductors. Besides, research is carried out in four institutes, which are completely or at least for a considerable part financed by FOM.
The FOM-Institute for Atomic and Molecular Physics in Amsterdam maintains relations with the workingcommunities for Solid State Physics, Atomic Physics, Molecular Physics, Thermonuclear Research and Plasma Physics, and Semi-Conductors. The FOM-Institute for Plasma Phy >ics at Rijnhuizen (in the province of Utrecht) forms an integral part of the working community Thermonuclear Research and Plasma Physics. For each of these institutes the Governing Council has set up a Policy Committee. The Nuclear Physics Accelerator Institute (KVI) in Groningen is a joint venture of FOM and the Universi¬ ty of Groningen. The working-community for Nuclear Physics directs and co-ordinates their research. A Poli¬ cy Committee advises the two councils of the partners. The National Institute for Nuclear Physics and High Energy Physics (NIKHEF) in Amsterdam is a collabo¬ ration of FOM, the University of Amsterdam, the Free University in Amsterdam, the Catholic University of Nijmegen and the Foundation Institute for Nuclear Physics Research (IKO). The NIKHEF-councit advi¬ ses FOM, which runs the institute and finances the major part of the research. NIKHEF maintains relations with (he workingcommunities for Nuclear Physics and Theoretical High Energy Physics. Beside fundamental-physical research with a pure scientific aim, the Foundation also performs research in the field of Technical Physics, in its programme for 'Technical Physi' and Innovation'. The Special Com¬ mittee for Technical Physics and the workingcommunity Semi-conductors are especially engaged with this on 'application' directed research.
The central office of the FOM Foundation is in Utrecht, Van Vollenhovenlaan 661, (Tel. 030-948341).
OpriefcfMg, doei e» werkwijze De Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) werd IS april 1946 in het leven geroe¬ pen door prof.dr. G. van der Leeuw, de toenmalige Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, als zodanig vertegenwoordigende de Staat der Neder¬ landen, prof.dr. H.A. Kramers (handelende voor zichzelf en voor prof.dr. J.M.W. Milatz), prof.dr. J. Clay, dr. H.J. Reinink, secretaris-generaal van het Ministerie van O. K. & W. r en dr. H. Bruining, secre¬ taris van de toenmalige Minister-President. De Stichting stelt zich, blijkens artikel 2 van de statu¬ ten ten doe): 'de bevordering van het fundamenieelwetenschappehjk onderzoek in Nederland omtrent de materie, in hel algemeen belang en dat van het hoger onderwijs'. Zij tracht dit doel te bereiken door het stimuleren van onderzoek op nieuwe gebieden van de natuurkunde, door het coördineren van beslaande onderzoekprojec¬ ten, en door haar instituten en werkgroepen in te scha¬ kelen bij de opleiding van jonge natuurkundigen. De Stichting verricht haar werkzaamheden door mid¬ del van de Raad van Bestuur, het Uitvoerend Bestuur, de Directie en de Commissies, welke laatste werkge¬ meenschappen leiden, die door de Raad van Bestuur voor het onderzoek binnen deelgebieden van de na¬ tuurkunde in het leven zijn geroepen. De werkgemeen¬ schappen bestaan uit zogenaamde werkgroepen. Dat zijn groepen van wetenschappelijke medewerkers en technici, geleid door één of meer werkgroepleiders. De werkgemeenschappen, acht in getal, worden ge¬ noemd naar hun onderzoekterrein: kernfysica, anomfysica, metalen, molecuulfysica, vastestof, thermonucleair onderzoek en plasmafysica, theoretische hogeenergiefysica, halfgeleiders. Daarnaast wordt onderzoek u'tgevoerd in een viertal instituten die FOM geheel of voor een belangrijk deel financiert.
Het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica te Amsterdam onderhoudt relaties met de werkgemeen¬ schappen voor de Vaste Stof, Atoomfysica, Molecuul¬ fysica, Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica en Halfgeleiders. Het FOM-Instituut voor Plasmafysica, gelegen op het landgoed Rijnhuizen te Nieuwegein, maakt als geheel deel uit van de Werkgemeenschap voor Ther-rcnucleair Onderzoek en Plasmafysica. Voor elk van deze twee instituten heeft de Raad van Bestuur een Beleids¬ commissie ingesteld. Het Kernfysisch Versneller Instituut te Groningen is een gezamenlijke onderneming van FOM en de Rijks¬ universiteit Groningen. Het daar verrichte onderzoek wordt geleid en gecoördineerd door de Werkgemeen¬ schap voor Kernfysica. Een Beleidscollege adviseert aan de besturen van de twee partners. Het Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hogeenergiefysica (NIKHEF) te Amsterdam is een samen¬ werkingsverband tussen FOM, de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Stichting Instituut voor Kernphysisch Onderzoek. Het NIKHEF-bestuur adviseert aan FOM, die het in¬ stituut beheert en het onderzoek voor het grootste deel financiert. Het NIKHEF onderhoudt relaties met de werkge¬ meenschappen voor Kernfysica en voor Theoretische Hoge-energiefysica. Behalve fundamenteel natuurkundig onderzoek met een zuiver wetenschappelijke doelstelling, verricht FOM ook onderzoek op hel gebied van de technische fysica, en wel in hel binnen de Stichting opgezette pro¬ gramma voor Technische Natuurkunde en Innovatie. De Speciale Commissie voor de Technische Fysica en de Werkgemeenschap Halfgeleiders houden zich in het bijzonder met dil op toepassing gerichte onderzoek bezig.
Het bureau, gevestigd te Utrecht, Van Vollenhovenlaan 661, is het centrak adres van de Stichting FOM (td. 030-948341).
Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie
prof.dr. J. de Boer, voorzitter1 prof.dr. H. de Waard, voorzitter2 prof.dr. A. Dymanus, ondervoorzitter2 dr.ir. H.L. Beckers prof.dr. J J.M. Beenakker prof.dr. J. Blok prof.dr. P.M. Endt prof.dr. J.A. Goedkoop dr. E.F. de Haan prof.dr. D. Harting dr. G. Klein, vertegenwoordiger TNO* prof.dr.ir. J.J.J. Kokkedee prof.dr. C. van der Leun prof.dr. J.J. van Loef prof.dr. F. van der Maesen prof.dr. P. Mazur dr.ir. B. Okkerse, vertegenwoordiger van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen3 prof.dr. J. Volger prof .dr.ir. W.J. Witteman J. de Boer, voorzitter1 H. de Waard, voorzitter* A. Dymanus, ondervoorzitter1 J.J.M. Beenakker C. van der Leun J.J. van Loef
Uitvoerend Bestuur
prof.dr. prof.dr. prof.dt. prof.dr. prof.dr. prof.dr.
Directie
dr. A.A. Boumans, directeur drs. F.R. Diemont, adjunct-directeur dr. C. Ie Pair, adjunct-directeur
1
tol I tepiemner 19*1 ' vanaf I september 19*1 ' namen* dr.ir. Okkertc worden de vergaderingen bijgewoond door dr». J.W. Muijtmant ' al« opvolger van D.A. van Meel
to
Een bewogen jaar
In 1981 is er op het gebied van de organisatie van de natuurkunde in Nederland heel wat gebeurd. FOM is daar natuurlijk nauw bij betrokken geweest. In dit voorwoord wil ik stilstaan bij enkele van de belang¬ rijkste gebeurtenissen. Op 1 januari 1981 is de bestuurlijke integratie van het NIKHEF een feit geworden en in de eerste helft van dat jaar is de concentratie van het experimentele hogeenergie-onderzoek in dat instituut voltooid. Zo zijn door geduldig en systematisch overleg, dat zich over een aantal jaren heeft uitgestrekt, optimale voor¬ waarden geschapen voor de voortgang van het Neder¬ landse onderzoek op het gebied van de elementaire deeltjes. En dit is juist nu zo belangrijk, omdat in Genève begonnen is met de bouw van de grote elek¬ tron-positron versneller (LEP), een machine waarmee ook door Nederlandse inspanningen het elementaire deeltjesonderzoek een stap verder moet worden gebracht.
schappij sterk is toegenomen. Binnen de bestaande organisatie van FOM kan deze belangstelling, se¬ dert enige jaren gestimuleerd door een apart compar¬ timent in de beleidsruimte, niet voldoende tot zijn recht komen. De nieuwe ontwikkeling leidt tot een betere afstemming tussen fundamenteel wetenschap¬ pelijk en technisch toegepast onderzoek, elk op eigen mérites beoordeeld, terwijl een goede coördinatie van beide aspecten wordt behouden doordat de STWsubsidie via FOM-kanalen wordt geleid. FOM heeft deze nieuwe geldstroombedding erkend door het deel van haar budget dat voor technisch-fysische projecten wordt besteed aan de STW af te staan.
Een andere gewichtige gebeurtenis voor de Nederlandse fysica was de succesvolle inwerkingstelling van de lineaire elektronenversneller ME A van de sectie K van hei NIKHEF, medio 1981. Hiermee heeft Neder¬ land de beschikking gekregen over een instrument met zeer bijzondere eigenschappen. Wij mogen verwachten dat dit niet alleen voor de kernfysici van het NIKHEF zelf, maar ook voor bezoekersgroepen uit binnen- en buitenland mogelijkheden voor origineel onderzoek zal scheppen. De machine daagt alle fysici die ermee werken hiertoe uit. In februari 1981 is de Stichting voor de Technische Wetenschappen opgericht; FOM adjunct-directeur dr. C. Ie Pair werd er voor de helft van zijn werktijd directeur van, Het bestaan van deze stichting is voor FOM belangrijk, omdat in de laatste jaren de be¬ langstelling van vele fysici voor technische toepassin¬ gen van de natuurkunde in bedrijfsleven en maat¬
De zojuist gememoreerde ontwikkelingen zijn groten¬ deels tot stand gekomen onder de bekwame leiding van prof.dr. J. de Boer die, na 22 jaar voorzitter te
11
zijn geweest van het FOM-bestuur, op 1 september 1981 zijn functie heeft neergelegd. De ZWO-FOMgemeenschap nam op 25 september 1981 op gepaste wijze afscheid van hem, in het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer. Leden van het Uitvoe¬ rend Bestuur belichaamden er een beginsel van de stichting door hem in korte voordrachten over hun onderzoek te vertellen, de voorzitter van ZWO be¬ lichtte op geestige wijze de unieke positie van De Boer binnen het plethora van voorzitters van ZtVO-s'tcht'mgen en de vertegenwoordiger van de Minister van OAW bekleedde hem na een waarderende toespraak met de Commandeursorde van Oranje Nassau. Wie met De Boer heeft meegewerkt aan de zojuist gememoreerde organisatorische ontwikkelingen weet, hoeveel tijd en moeite het kost cm solide bek.aslijnen te vinden die door de grote meerderheid der betrok¬ kenen con amore worden aanvaard. En hij heeft ook leren inzien, hoe belangrijk het kan zijn voorde goede ontplooiing van een organisatiestructuur om eerst tot een consensus te komen en dan pas belangrijke wijzi¬ gingen door te voeren. In 1981 is de belangstelling van de ministers van Onder¬ wijs en Wetenschappen en voor Wetenschapsbeleid voor de verdeling van het geld tussen verschillende gebieden van natuurkundig onderzoek verder toege¬ nomen. Enerzijds uit deze zich in de bereidheid bepaalde onderzoekgebieden - bijvoorbeeld de tech¬ nische Halfgeleiderfysica - tijdelijk extra te steunen, anderzijds in de soms indringend geuite wens de onderzoekinspanning op andere gebieden te beperken. Hierbij zijn bepaalde overtuigingen omtrent de rol die de natuurkunde in de samenleving hoort te spelen in het geding, die gemakkelijk kunnen leiden tot een min of meer geforceerde 'sturing op afstand', welke te weinig rekening houdt met de individuele onder¬ zoeker en met de bijzondere expertise die hij heeft opgebouwd. Hier de juiste middenweg te vinden is
12
geen gemakkelijke opgave voor het FOM-bestuur. Dit heeft immers als belangrijkste plicht de haar toe¬ vertrouwde middelen zo goed mogelijk te besteden en het moet daarom de vrijheid hebben de verdeling in een goed samenhangend heleid te regelen. Daarbij blijft de honorering van uitstekende nieuwe projecten één van de belangrijkste motieven. In een tijd van slinkende middelen geldt dit meer dan ooit. Om hier tot r'e juiste strategie te komen zijn frequent overleg en een goede verstandhouding tussen de betrokken beleidsvoerders eerste vereisten. Uit de verslagen die u in dit jaarboek worden gepre¬ senteerd blijkt ondermeer hoe ook in 1981 Nederlandse natuurkundigen weer aan vele nieuwe onderzoekpro¬ jecten zijn begonnen. Bijna altijd zijn daar jonge promovendi bij betrokken en daardoor ondergaat de natuurkundebeoefening een continu vernieuwings¬ proces. 'Ichas is dit proces aan de universiteiten de laatst*jaren in ernstige mate verstoord door langdurige blokkering van doorstroomplaatsen. Het bestuur is zeer bevreesd dat dit kwaad zich ook tot FOM zal uit¬ breiden. De eenzijdig negatieve beleidslijn waartoe Z WO ultimo 1981 ten opzichte van FOM besloot, baart ons in dit verband ernstige zorgen. Doorvoeren hiervan zou onvermijdelijk leiden tot blokkering of opheffing van een groot deel van de plaatsen voor promovendi, en dit moet ten koste van alles worden vermeden.
H. de Waard voorzitter
Verslag van het Uitvoerend Bestuur 1. Algemene beschouwingen
Het merendeel van de onderzoekingen die in het kader van FOM plaatsvinden is van fundamentele aard en ligt op het gebied van de natuurkunde. Daaronder bevindt zich in toenemende mate ook technisdvfysisch onderzoek. Daarnaast vindt in het kader van FOM bovendien radio-chemisch onderzoek plaats. Het onderzoek wordt uitgevoerd in enkele, voornamelijk door FOM gefinancierde, instituten en in een groot aantal gedeeltelijk door haar gefinancierde werk¬ groepen daarbuiten. Deze laatste zijn gehuisvest bij universiteiten, hogescholen en enkele andere instel¬ lingen. Onderzoekingen, die op eenzelfde deelgebied van de natuurkunde liggen, zijn gebundeld in een werkgemeenschap. Er zijn acht van deze werkgemeen¬ schappen, genoemd naar hun gebied van onderzoek: kernfysica, atoomfysica, metalen, molecuul fysica, vaste stof, thermonucleair onderzoek en plasmafysica, theoretische hoge-energiefysica en halfgeleiders. Deze bundeling beoogt in de eerste plaats het opstellen en uitvoeren van een gezamenlijk programma door de werkgroepen en instituten, die deel uitmaken van zo'n werkgemeenschap. Door het overleg tussen de leiding¬ gevende fysici, dat daaruit voortvloeit, draagt deze bundeling echter ook bij tot de coördinatie van natuur¬ kundig onderzoek dat buiten FOM-verband bij de uni¬ versiteiten en hogescholen wordt uitgevoerd. FOM heeft twee eigen instituten: het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica en het FOM-Instituut voor Plasmafysica. Het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica is gevestigd in Amsterdam op het terrein van het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer. Het onderzoek in dit instituut beweegt zich, zoals de naam al zegt, op het gebied van de atoomfysica en de mole¬ cuulfysica, maar cok op dat van de plasmafysica, de vaste stof, de halfgeleiders en de biomolecuulfysica. Het FOM-Instituut voor Plasmafysica, gevestigd
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
op het landgoed Rijnhuizen te Nieuwegein, is het Nederlandse centrum voor thermonucleair onderzoek. Het maakt deel uit van de Werkgemeenschap voor Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica. Naast deze eigen instituten financiert FOM tezamen met een of meer universiteiten twee instituten: het NIKHEF en het KVI. Het NIKHEF (Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-energiefysica) is een gezamenlijke onder¬ neming van de stichtingen FOM en IKO, de Univer¬ siteit van Amsterdam, de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Vrije Universiteit. Het is gevestigd op het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer in Amsterdam en het heeft een dependance in Nijme¬ gen. Het omvat een sectie voor kernfysica en een sectie voor hoge-energiefysica. De sectie voor kernfysica is wat betreft het onderzoekprogramma ingepast in het nationale programma voor kernfysica. In de sectie voor hoge-energiefysica is al het experimentele onder¬ zoek op het gebied van de hoge-energiefysica van FOM, de Universiteit van Amsterdam, de Katholieke Universiteit Nijmegen en Nederlandse onderzoekteams bij buitenlandse versnellers gebundeld. Het KVI (Kernfysisch Versneller Instituut) te Groningen wordt door de Rijksuniversiteit aldaar en FOM samen gefinancierd en beheerd. Niet alleen het NIKHEF en het KVI, maar ook de beide FOM-instituten hebben nauwe relaties met verschillende universiteiten. Hun onderzoekingen zijn via werkgemeenschappen gecoördineerd met die van universitaire groepen. Hun directeuren en andere stafleden zijn door bijzondere of buitengewone leer¬ stoelen aan universiteiten verbonden, studenten kunnen er als onderdeel van hun opleiding een stage doorbrengen en doctorandi kunnen er onderzoek verrichten waaruit een proefschrift kan voortkomen. Het FOM-Instiiuul voor Atoom- en Molecuul¬ fysica, het FOM-Instituut voor Plasmafysica, het NIKHEF en het KVI hadden in 1981 tezamen van
13
FOM 624 personeelsplaatsen, waarvan 220 voor wetenschappelijk medewerker en een budget van 74 miljoen gulden, waarvan 70 miljoen voor exploi¬ tatie. Buiten deze instituten waren er in 1981 95 werk¬ groepen met tezamen van FOM 350 personeelsplaat¬ sen, waarvan 259 voor wetenschappelijk medewer¬ ker en een totaal budget van 29 miljoen gulden. Het bureau beschikte over 47 personeelsplaatsen, de kosten van het bureau zijn omgeslagen over de instituten en werkgemeenschappen. De werkgroepen zijn gehuisvest bij de Rijksuniversiteiten te Groningen, Leiden en Utrecht, de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit te Amsterdam, de Katholieke Universiteit te Nijmegen, de Technische Hogescho¬ len te Delft, Eindhoven en Enschede en het Energie¬ onderzoek Centrum Nederland (ECN) te Petten. Ze worden in het algemeen geleid door hoogleraren van de desbetreffende universiteit of hogeschool en maken meestal deel uit van een grotere groep in het betrokken laboratorium waarin universitair en FOMpersoneel samenwerken. Uiteraard zijn hierbij ook studenten en promovendi betrokken. Uit het voorgaande volgt dat het totale FOM-budget voor exploitatiekosten en investeringen in 1981 103 miljoen gulden beliep. Daarvan stelde de Neder¬ landse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) 91 miljoen beschikbaar. Euratom droeg 4 miljoen bij in de kosten van het thermonucleair onderzoek. Uit verschillende andere bronnen waaronder het Ministerie van Onderwijs en Weten¬ schappen, de Minister voor Wetenschapsbeleid, het Ministerie van Economische Zaken, het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en de NV Philips' Gloeilampenfabrieken kwam in totaal nog 6 miljoen be¬ schikbaar, terwijl uit vorige jaren ongeveer 2 miljoen beschikbaar was.
Raad van Bestuur Uitvo*r*nd BMtuur
De onderwerpen van onderzoek waaraan de instituten en werkgroepen in 1981 hebben gewerkt zijn elders in dit jaarboek vermeld. Hetzelfde geldt voor de 311 publikaties in de internationale wetenschappelijke vakliteratuur en de 32 proefschriften van FOM-medewerkers die in 1981 verschenen en waarin de resultaten van hun onderzoek zijn neergelegd. In de volgende paragrafen van dit verslag wordt nader ingegaan op de bestuurlijke en organisatorische aspecten van het werk. Om daarbij een beeld te geven van de organisa¬ tiestructuur van FOM is een organisatieschema bijgevoegd, dat de situatie 1981 weergeeft.
14
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
ORGANISATIESCHEMA FOM ion
CCN
Eurctom
STW
NV Philip»' Slottltmptn fabriakan
Amtttrdnn
Unïv«rsi««it van Amstardam
c«4l»«« ras
Ministerie van Econom. Zaken
Minister voor Wetensch beleid
Bctrtds9>O9f>
Person»»)»tmhmn
Jury1» B*l*idsruimls
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
comm Evaluati* Nsluurhund*
15
2. Definanciëlesituatie Zoals gebruikelijk was het exploitatiesubsidie 1981 voor FOM als geoormerkt bedrag binnen de rijks¬ bijdrage aan ZWO vermeld in de memorie van toe¬ lichting op hoofdstuk VIII (Onderwijs en Weten¬ schappen) van de rijksbegroting 1981, die in oktober 1980 verscheen. In het bedrag waren de volgende wijzigingen ten opzichte van 1980 verwerkt: - e e n accres van kf 660 voor de sectie H van het NIKHEF overeenkomstig de in 1978 gedane toezeg¬ ging (k/staat voor ƒ x 1.000); - v o o r de derde achtereenvolgende keer een decres van k/ 300, dat bereikt moest worden door de insti¬ tuten met kf 500 te korten en de werkgroepen met k / 2 0 0 te verhogen; - een verlaging van kf 300 als eerste fase van de kor¬ ting in verband met de invoering van schaal 73 (zie paragraaf 7); - e e n decres van kf 800, te bereiken door de perso¬ neelsbudgetten van de instituten met 2% te verlagen in verband met vacatures. Tegen dit laatste maakte FOM bezwaar. Voorzover er bij de instituten vacatures waren, betrof dit plaatsen die bewust werden opengehouden om binnen de instituutsbudgetten de in de loop van de jaren sterk teruggelopen materiële kredieten weer enigszins op peil te brengen. In de tweede helft van november 1980 werd FOM er mondeling van op de hoogte gesteld dat haar naast de genoemde decressen een extra korting werd opge¬ legd van: -kf 750 op het NIKHEF en - kf 200 op de overige instituten. Zij kreeg een week tijd om eventueel een voorstel te doen om deze korting op andere wijze te bereiken. FOM maakte er ernstig bezwaar tegen dat zonder voorafgaand overleg voor bepaalde onderdelen van haar programma kortingen werden voorgeschreven, waardoor in het eigen beleid van FOM werd inge¬ grepen. Bovendien achtte zij het niet verantwoord om naast de reeds driemaal achtereen opgelegde korting nog meer op de instituten - ai met name op het pas gereed gekomen NIKHEF- te bezuinigen. De instituten waren immers geconfronteerd met sterke lastenverhogingen: in het algemeen door de stijging van de kosten van energie en van uitbestede werkzaamheden en meer in het bijzonder in verband met de in bedrij ('stelling van MEA (zie paragraaf 4) en de deelneming aan JET (zie paragraaf 3.2). Daar¬ om was FOM genoodzaakt een alternatief voorstel
16
te doen. De daarvoor beschikbare termijn üet • chter uitvoerig intern overleg niet toe, zodat geen ;. ^tlere mogelijkheid openstond dan een voorstel te doen dat zo weinig mogelijk ingreep in verplichtingen die i ' 'M ai op zich had genomen. Dat daardoor nieuwe ir'iiat ie ven niet zouden kunnen worden gehonoreerd was natuurlijk bijzonder te betreuren. Bij het voorleggen van dit alternatief an ZWO vernam FOM nog een beperkende voorwaarde: een voorstel waarin het NIKHEF enig aures werd toe¬ gestaan, zelfs een deel van het in de rijksbegroting toegekende accres, was voor de Minister voor Weten¬ schapsbeleid bij voorbaat onaanvaardbaar. Het uit¬ eindelijke alternatief voor de bezuiniging ter grootte van de in het voorgaande genoemde bedragen van kf 800, kf 750 en kf 200 tezamen, hield in: - opschorten van het accres van kf 660 voor de sectie H van het NIKHEF; -afzien van het voornemen om in 1981 de beleids¬ ruimte open te stellen voor nieuwe aanvragen, waar¬ door ongeveer kf 1.000 zou worden bespaard; - z o nodig tijdelijk blokkeren van vaente posities om het nog ontbrekende bedrag van ongeveer kf 90 te besparen. De in het voorgaande geschetste ontwikkelingen deden bij FOM de vraag rijzen welk beleid de overheid voor ogen had met betrekking tot de tweede geld¬ stroom voor de natuurkunde en welke consequenties dit voor de subsidiëring van FOM in de toekomst met zich zou meebrengen. Inzicht daarin is wezenlijk om binnen FOM een vooruitziend beleid te kunnen voeren en niet gedwongen te zijn van jaar tot jaar ad hoc maatregelen te nemen. Om dit inzicht te verkrijgen vroeg FOM in december 1980 via ZWO een onderhoud aan met de Minister van O en W en de Minister voor WB. Dit onderhoud heeft niet plaatsgevonden. Wel voerde de Minister voor WB in maart 1981 een informeel gesprek met een delegatie uit de besturen van ZWO en FOM. In dat gesprek vond een gcdachtenwisseling plaats die - naar mag worden verondersteld naar beide zijden - verhelderend heeft gewerkt. In januari 1981 diende FOM een aanvraag in voor een aanvullend subsidie in verband met de sterk gestegen elektriciteitskosten voor MEA (dit is de versneller van de sectie K van het NIKHEF) dis in de loop van 1981 in gebruik zou worden genomen en in 1982 in vol bedrijf zou zijn. In april 1981 diende FOM een verzoek in voor een aanvullend subsidie voor de bijdrage aan het JET-
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
project. Deze bijdrage nam sterk toe doer de ir f'atie in Engeland en de uitbreiding van het oorspronkelijke plan. De aanvraag omvatte tevens een advies v-.n de regering over het JET-ontwïkkelingsplan 1982 t/m 1986. De beide aanvragen (respectievelijk voor ME A :n voor JET) leidden tot een bespreking van FOM e.i ZWO op het Ministerie van O en W. Tijdens deze bespreking die in augustus 1981 plaatsvond, werden I OM en ZWO ervan op de hoogte gesteld dat de Mii..ster had besloten het FOM-subsidie met ingang van 1931 structureel te verhogen met k/ 900 voor ME A en k/ 800 voor JET. In de paragrafen 3.2 e • 4 wordt hierop nader ingegaan. In deze bespreking werd tevens van gedachten gewisseld over het beleid met betrekking tot het natuurkunde-onderzoek in de komende jaren en over de structurele invulling van de or het FOMsubsidie aangebrachte bezuinigingen. Het precieze bedrag van het totale M ^sidie 1981 en de wijze waarop het was berekend werden in de loop van 1981 bekend. Aanvankelijk was . et duidelijk welke compensaties het bevatte voor I >on- en prijs¬ stijgingen, vervallen BTW-vrijdom ei. onroerendgoedbelasting en welke compensaties J^arvoor even¬ tueel nog zouden kunnen worden geclaimd. Later bleek dat het subsidie ondermeer k/ 595 bevatte als compensatie voor prijsstijgingen tot en met 1980. In augustus werd het verhoogd met de in de vorige alinea genoemde bedragen van k/ 900 en k/ 800 voor respectievelijk MEA en JET en in september met k/ 632 ter compensatie van prijsstijgingen in 1981. Medio september 1981 ontving FOM de brief waarin het subsidie 1981 werd toegekend. Zolang FOM be¬ staat, is het nog niet eerder voorgekomen dat zij op een zo laat tijdstip officieel op de hoogte werd gesteld van het beschikbare bedrag. Het subsidie was gebaseerd op het loonniveau van juli 1980, verhoogd met 1,9%. Medio november 1981 stelde het Ministerie vast dal het loonniveau in werkelijkheid slechts 0,3427% was gestegen, zodat alsnog 1,5573%, overeenkomend met een bedrag van k/ 1,091, van het subsidie werd afgetrokken. Bij de vaststelling van het subsidie was voorts rekening gehouden met een incidentele loonkostenstijging van lff/o van de totale loonsom. Het daarvoor in het subsi¬ die opgenomen bedrag van k/ 675 was echter geblok¬ keerd. Het zou pas worden vrijgegeven als FOM zou hebben aangetoond dat de incdentele loonkosten¬ stijging 1981 voor de niet-doorstromers tenminste \°k beliep. FOM meende te kunnen aantonen dat deze stijging ruim boven 1% uitkwam, maar het Ministerie
Verslag van hel Uitvoerend Bestuur
achtte de berekening die daarvoor werd overgelegd niet voldoende en vroeg uitvoeriger gegevens. Daar¬ door bestond er op het eind van het jaar nog geen zekerheid over of de k/ 675 zou worden vrijgegeven. Als men deze k/675 meerekent was het uiteindelijke exploitatiesubsidie 1981 k/ 87.999. Hierin is ook begrepen de door ZWO voor 1981 ten behoeve van het project 'flash-pyrolyse' afzonderlijk ter beschikking gestelde kf 150. In de loop van het jaar was gebleken dat de personeels¬ kosten onder het aanvankelijk begrote bedrag zouden blijven. Bij de instituten hing dit, zoals reeds werd opgemerkt, samen met het beleid dat erop was gericht plaatsen open te houden om de in vergelijking met vorige jaren sterk gereducee»-: • materiele kredieten van de instituten op peil te brengt*. >. De vrijvallende bedragen werden daar dan ook \ H.I bestemd. Bedra¬ gen die bij de werkgemeenschappc <• ijvielen kwamen in eerste instantie in de algeru^. middelen van FOM. Een deel ervan werd bestem i voor verhoging van het bedrag dat voor verlenging v«-ii beleidsruimteprojecten was uitgetrokken, een ande deel werd bestemd voor verhoging var; materiële k.edieten in verband met opgetreden calamiteiten. Doordat pas medio november definitief vaststond welk subsidie FOM ter beschikking stond (afgezien van de onzekerheid over het bedrag voor incidentele loonkostenstijging) kon toen pas worden overzien welke openstaande urgente aanvragen voor aanvullend materieel krediet nog konden worden gehonoreerd. De daarvoor benodigde begrotingswijziging werd voorbereid. Daarbij werd Mf I uitgetrokken om te reserveren voor de beleidsruimte 1982. Voor deze reservering had ZWO toestemming verleend. Deze begrotingswijziging kon echter geen doorgang vinden door de ontwikkeling die in de volgende alinea is geschetst. In het najaar van 1981 stelde de Minister van Onder¬ wijs en Wetenschappen, zoals elk jaar, vast welk be¬ drag van de rijksbijdrage 1982 aan ZWO voor FOM was bestemd. Dit geoormerkte bedrag was, afgezien van correcties in verband met loonmaatregelen, gelijk aan het subsidie 1981. In november verzocht ZWO de Minister dit bedrag met M/ 5 te verlagen. FOM liet de Minister weten deze verlaging en de gevolgde proce¬ dure - over het verzoek had ZWO niet mei FOM over¬ legd-volstrekt onaanvaardbaar ie achten. Een en ander leidde tol een bespreking tussen hel ZWOBcstuur en het Uitvoerend Bestuur van FOM en een gesprek van beide besturen met het Ministerie. Daarbij maakten O en W en ZWO er ernstig bezwaar legen
17
dat zo Iaat in het jaar nog een belangrijke begrotings¬ wijziging, zoals in de vorige alinea werd bedoeld, zou plaatsvinden. Na deze gesprekken besloot FOM dan ook uit nog niet geheel bestede posten van haar budget 1981 een bedrag van M/ 1 ia het ZWO-fonds te storten aannemende dat het subsidie 1982 en de van vorige jaren gereserveerde bedragen niet zouden worden aan¬ getast. De reservering voor de beleidsruimte 1982 kwam daarmee te vervallen. De investeringsbegroting 1981 werd gebaseerd op een voorlopige aankondiging over de hoogte van het investeringssubsidie. Nadat bijna het gehele bedrag in bestellingen was vastgelegd, ontving FOM in sep¬ tember 1981 de toewijzing. Eind oktober werd een extra bedrag in verband met een nieuwe telefooncen¬ trale voor het FOM-Instituut voor Plasmafysica, als¬ nog toegewezen. Hierdoor werd het uiteindelijke investeringssubsidie van ZWO op k/ 3.432 vastgesteld. Naast ZWO vormt de Commissie van de Europese Gemeenschappen een belangrijke bron van inkomsten voor FOM. Met deze instantie heeft FOM een associa¬ tiecontract op het gebied van kernfusie-onderzoek. De uit dit contract voor 1981 voortvloeiende EGbijdrage werd geraamd op k/ 4.332, waarvan k/ 409 op de investeringsbegroting. Over het precieze bedrag bestond nog enige onzekerheid omdat de bijdrage over 1979 t/m 1981 aan een maximum is gebonden dat in ECU is uitgedrukt. Koersfluctuaties kunnen een belangrijke invloed hebben op het bedrag in guldens dat met dit maximum correspondeert. Behalve een contract over kernfusie had FOM met de EG een con¬ tract over onderzoek aan zonnecellen, waarvoor de EG in 1981 k/276 bijdroeg. De Minister van O en W stelde naast de subsidiëring via ZWO ook rechtstreeks aan FOM enkele subsidies ter beschikking: voor de Werkgemeenschap Halfge¬ leiders k/ 4.000 voor 3 jaar, waarvan k/ 2.400 voor 1981; voor de beleidsruimte, twee afzonderlijke pro¬ jecten en CERN-reizen tezamen k/ 1.098. Aan de Rijksuniversiteit Groningen stelde hij k/ 1.000 ter beschikking voor de aankoop van de ECRIS-bron. De RUG droeg dit bedrag over aan FOM, die het op haar investeringsbegroting opvoerde. De Rijksuniversiteit Groningen droeg voor het ma¬ teriële krediet van het KVI k/ 1.003,5 bij. De besteding van dit bedrag wordt door FOM geadministreerd en verantwoord. Uit andere bijdragen - bedrijfsleven, teruggaaf BTW en diverse kleine baten - kwam in totaal k/ 1.022,7 beschikbaar. Uit vorige jaren Mond nog
k/1.883 ter beschikking. In totaal beliepen de vorengenoemde bedragen k/ 100.622,7 voor exploitatie en k/ 4.841 voor inves¬ teringen. 3. Wetenschapsbeleid en onderzoekbeleid in FOM 3.1. De beleidsruimte Zoals in paragraaf 2 werd uiteengezet kon om finan¬ ciële redenen in 1981 geen volwaardige beleidsruimte worden gecreëerd. Dat wil zeggen: nieuwe aanvragen konden dit jaar niet worden gehonoreerd. Wel werd de mogelijkheid geopend om voorstellen in te dienen voor het verlengen van lopende projecten die medio 1979 tot medio 1981 waren goedgekeurd. Er werden 26 van deze vervolgaonvragen bij FOM ingediend: 16 voor het gewone programma en 10 voor het programma voor technische natuurkunde en innovatie. Daarnaast waren er nog 8 projecten die eveneens in 1979 voor twee jaar waren goedgekeurd, maar die pas in de loop van 1980 in uitvoering waren gekomen. Voor deze 8 werd de voortgangsevaluatie een jaar uitgesteld. Met het oog op de bijzondere omstandigheden wer¬ den de aanvragen deze keer beoordeeld door een jury bestaande uit de voorzitters en wetenschappelijke secretarissen van de commissies van de werkgemeen¬ schappen en van de Speciale Commissie voor Theore¬ tische Natuurkunde, alsmede de leden van de Speciale Commissie voor Technische Fysica. Op grond van deze evaluatie besloot de Raad van Bestuur 20 van de 26 aanvragen te honoreren en 6 pro¬ jecten (in elk van de beide programma's 3) te beëin¬ digen. Het niet openen van een beleidsruimte voor nieuwe aanvragen was een moeilijke beslissing. De Raad van Bestuur besloot om in elk geval in 1982 weer een beleidsruimte voor nieuwe projecten in het leven te roepen. Om dit te bereiken zou in de loop van 1981 alvast een deel van het iervoor benodigde bedrag worden vrijgemaakt en voor 1982 worden gereser¬ veerd. ZWO verleende toestemming voor deze reser¬ vering. Door het tegen het eind van het jaar genomen besluit om ten laste van 1981 M/ 1 in het ZWO-fonds te stor¬ ten (zie paragraaf 2), kon deze reservering niel door¬ gaan. Het besluit om in 1982 in elk geval een beleids¬ ruimte voor nieuwe projecten te creëren, bleef echter gehandhaafd.
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
3.2. Externe invloeden FOM staat als onderzoekorganisatie niet geïsoleerd van ontwikkelingen die elders plaatsvinden. Ze tracht er een bijdrage aan te geven dan wel ze te beïnvloeden voorzover dat tot haar taak behoort. Daaruit zijn in het verleden tal van initiatieven op wetenschappelijk en technisch gebied voortgekomen waarvan het vorig jaarboek in paragraaf 3.3 een reeks van voorbeelden geeH. Tot de meest recente behoren de instelling van het programma voor technische natuurkunde en inno¬ vatie en de oprichting van de Werkgemeenschap Halfgeleiders. Daarnaast zijn er echter ook externe gebeurtenissen waarvan FOM de invloed slechts als onvermijdelijk kan ondergaan. Daartoe behoren stijging van energie¬ prijzen, inflatie in het buitenland, koerswijziging van vreemde valuta en overheidsbeslissingen die in het FOM-beleid ingrijpen. Het past in het kader van dit verslag om na te gaan welke van dergelijke ontwikkelingen en gebeurtenissen in 1981 de gang van zaken in FOM hebben beïnvloed. In het volgende wordt echter eerst vermeld welke reeds eerder in gang gezette ontwikkelingen in 1981 tot een verdere afronding zijn gekomen. Over enkele ontwikkelingen die in vorige jaarboeken werden geschetst, werd in 1981 een definitieve beslis¬ sing genomen. Zo besloot de Raad van Bestuur van FOM het onderwerp biomolecuulfyska, dat in 1978 voorlopig voor drie jaar in het onderzoekprogramma van het FOM-lnstituut voor Atoom- en Molecuulfysica was opgenomen, voortaan als vast onderdeel van dit programma te beschouwen. De Raad van ZWO verleende FOM goedkeuring voor de oprichting van de Werkgemeenschap Halfgeleiders, waartoe de aan¬ zei in 1978 was gegeven door de samenwerking met de Contactgroep Technische Halfgeleiderfysica en -elektronica. Dit laatste hing samen met de groeiende belangstel¬ ling voor eigenschappen en toepassingen van half¬ geleider ma fcria]en waarmee de ontwikkeling van geïntegreerde elektronische schakelingen van steeds kleinere afmetingen en grotere complexiteit gepaard ging. De/e ontwikkeling heeft tevens nieuwe tech¬ nieken opgeleverd voor het vervaardigen van structu¬ ren met afmetingen van de orde van een micron en klei¬ ner, wat interessante perspectieven biedt voor tal van toepassingen ook op niet-elektronisch gebied. Zcefplaten en buigingsrooslcr.-» zijn daar voorbeelden van. De afdeling Technische Natuurkunde van de THDelft en de Technisch-Physische Dienst TNO-TH
Verslag van hel Uitvoerend Bestuur
hadden in 1980 het voornemen opgevat om in Delft een submicronfaciliteit te vestigen waar deze tech¬ nieken ter beschikking staan en verder kunnen worden ontwikkeld. De Minister voor Wetenschapsbeleid was van me¬ ning dat zo*n faciliteit een nationaal karakter zou moeten dragen. Hij vroeg FOM behulpzaam te zijn bij het uitwerken van een plan daarvoor. Met hei oog daarop stelde de Commissie van de Werkgemeenschap Halfgeleiders een rapport op waarin een overzicht wordt gegeven van de technieken en toepassingen van de submicrontechnologie, de wensen die op dit gebied bestaan en de investeringen die nodig zijn om ze te realiseren. Naar de mening van FOM zou zo'n centrum primair een aangelegenheid moeten zijn van de TH-Delft en/of de TPD en in het kader daarvan tot stand moeten komen. Wel onderkent FOM de betekenis ervan ook voor de fundamentele wetenschapsbeoefening. Ze zou de oprichting van zo'n centrum dan ook toejuichen en bereid zijn onderzoekvoorstellen die uit het centrum voortkomen en op haar gebied liggen, in aanmerking te doen komen voor aanvullende steun van FOM. De opzet die in het rapport wordt bepleit, zou naar haar mening geleidelijk moeten worden verwezenlijkt naar¬ mate er personen zijn die concrete detailplannen kunnen uitwerken en willen uitvoeren en naarmate de middelen daarvoor beschikbaar komen. Een goede aanzet zou kunnen worden gegeven door realisering van twee projecten die door de Commissie van de Werkgemeenschap Halfgeleiders waren beoordeeld en voor honorering voorgedragen en die betrekking hebben op respectievelijk 'ion beam lithography' en 'multibeam lithography'. Het rapport van de commissie werd met een advies van deze strekking aan de Minister voor Wetenschaps¬ beleid aangeboden. Deze verklaarde zich bereid voor de apparatuur ten behoeve van de projecten aan FOM een investeringssubsidie van k/ 450 ter beschikking te stellen. Door het instellen van het beleidsruimteprogramma voor technische natuurkunde en innovatie, het oprich¬ ten van de Werkgemeenschap Halfgeleiders en het meewerken aan het plan voor onderzoek op het gebied van de submicrontechnologie speelde FOM in op het overheidsbeleid dat een versterking van de relatie tussen onderzoek en toepassing beoogt en waarbij de micro-clcktronica een speciaal aandachtsgebied is. In nel vorig jaarboek werd vermeld dat de Minister van O en W in 1981 meedeelde binnen afzienbare termijn,
19
zeker de komende 5 a 10 jaar, geen middelen ter be¬ schikking te kunnen stellen voor de vervanging van de 7 MV Van de Graaf)'-generator van de Rijksuniversi¬ teit Utrecht door een soortgelijke machine van 15 MV. Nieuwe technische ontwikkelingen maakten het in 1981 mogelijk een voorstel te ontwerpen om de 7 MV machine te voorzien van een 10 MV naversnelter. De kosten daarvan zouden slechts een kwart zijn van die van het oorspronkelijke vervangingsvoorstel. Zowel de bouw van deze naversneller als het gebruik ervan zouden naast het primair beoogde doel - kern¬ fysisch onderzoek - bovendien interessante mogelijk¬ heden bieden voor technische innovatie. Bij de bouw gaat het hierbij om supergeleiding en microgolftech¬ niek, bij het gebruik om bepaling van isotopenverhoudingen, produktie van radioisotopen voor medisch en biologisch onderzoek en materiaalkunde. De groep rond de Utrechtse Van de Graaf f-genera¬ tor, waarvan de FOM-werkgroep K V deel uitmaakt, is een uitstekend functionerend researchteam. Het verricht onderzoek dat internationaal in hoog aanzien staat. Een adequate infrastructuur is aanwezig. Als op een geheel ander gebied van de natuurkunde zou moeten worden omgeschakeld zou dit nieuwe, grote investeringen vergen. Op deze gronden en mede met het oog op de oplei¬ dingsaspecten voor de fysica in het algemeen en voor het NIKHEF en het KVJ in het bijzonder, besloot FOM het voorstel tot bouw van de naversneller te steunen. Zij adviseerde de Minister van O en W de benodigde middelen aan de Rijksuniversiteit Utrecht ter beschik¬ king te stellen. Daarmee werd het driecentraplan dat in het jaar¬ boek 1977 op bladzijde 21 werd beschreven en dat voorzag in de vervanging van de Van de Graaff-generator, in zijn oorspronkelijke vorm verlaten. De ver¬ wachting dat dit ertoe zou bijdragen de exploitatiemiddelen voor het NIKHEF en het KVI als nationale centra te waarborgen, speelde daarbij mee. Het verzoek was voor de Minister aanleiding tot enkele vragen aan de rijksuniversiteit Utrecht met het verzoek deze in samenwerking met FOM te beant¬ woorden. Dit antwoord was aan het eind van het jaar nog in bewerking.
In het vorige jaarboek werd aandacht besteed aan de jaarlijkse bijdrage van FOM aan het JET-project dat als Europees kernfusie-experiment in Engeland in op¬ bouw is. Deze bijdrage stijgt door de uitbreiding van het oorspronkelijke ontwerp en door de inflatie in Engeland. Zij moet worden opgebracht uit het FOMkern fusiebudget dat daalt door aan FOM opgelegde bezuinigingen. Door deze daling vermindert echter tevens het per¬ centage dat FOM inneemt in de totale Europese kern¬ fusie-inspanning en naar evenredigheid waarvan haar bijdrage aan JET wordt vastgesteld. Voorts werd bij de uitvoering van het project enige vertraging onder¬ vonden en in 1981 nog niet met de uitbreiding begon¬ nen. Deze factoren compenseerden over de afgelopen jaren de gevolgen van de inflatie. De FOM-bijdrage over die jaren 1977 t/m 1981 verschilde daardoor niet wezenlijk van de verplichting die FOM oorspronkelijk op zich had genomen. Zij trok de aanvraag van een aanvullend subsidie voor die jaren dan ook in.
Een instrument als de 300 MeV lineaire elektronen¬ versneller van het NIKHEF zou in verband met de bedragen die in de bouw ervan zijn geïnvesteerd, eigen¬ lijk in continu bedrijf moeten werken. Hel oorspron¬ kelijke plan voor het NIKHEF ging daar ook van uit. In 1977 moest dit voornemen echter om budgettaire redenen worden verlaten omdat duidelijk werd dat niet
Voor de jaren 1982 t/m 1986 aanvaardde de JETCouncil een ontwikkelingsplan waarvan belangrijke aspecten zijn dat in januari 1982 met de uitbreiding wordt begonnen en in het voorjaar van 1983 de be¬ drij fsfase een aanvang neemt. De financiële conse¬ quenties leiden tot een FOM-bijdrage van M / 6 , 2 over deze vijfjaren tezamen in juli 1982-prijzen. Het be¬ drag dat FOM hieraan uit eigen middelen kan bestc-
20
meer op een reële stijging van het subsidie mocht worden gerekend. In 1978 stelde FOM zich op basis van de toen geldende energieprijzen garant voor het exploitatiebudget, nodig voor 2500 bedrij fsuren; de Minister van O en W deed de suggestie tezijnertijd met hem in overleg te ireden over een eventuele bijstelling voor energie¬ kosten. De sterke stijging van de elektriciteitstarieven sedert 1978 maakte in 1981 deze bijstelling noodzake¬ lijk. Nadat in 1980 enkele proefperioden waren door¬ lopen, werd de machine in de loop van 1981 in bedrijf gesteld. Met het oog daarop werd voor 1981 en 1982 een suppletoir subsidie gevraagd om de tariefstijging van de elektrische energie op te vangen. In augustus besloot de Minister van O en W in verband daarmee het jaarlijks FOM-subsidie met ingang van 1981 struc¬ tureel met k/ 900 te verhogen. Voor 1981 was dit toe¬ reikend om de tariefverhoging op te vangen, maar bij voortgaande stijging van de energiekosten in hetzelfde tempo zou dit reeds in 1982 ruim M / 2 te weinig zijn. Daarom werd, mede op suggestie van het Ministerie, gezocht naar structurele oplossingen. Het onderzoek hierover was eind 1981 nog gaande.
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
den is M / 0,5 per jaar. Dit is voldoende om de kosten die voortvloeien uit de oorspronkelijke opzet te beta¬ len, maar niet om ook de uitbreiding en de gevolgen van de inflatie te bekostigen. Voor dit meerdere vroeg FOM een suppletoir subsidie aan. In augustus deelde de Minister van O en W mee in ver¬ band met deze kostenverhogingen het jaarlijks FOMsubsidiemet ingang van 1981 structureel met k/800 te verhogen. Naar het zich laat aanzien zal dit tezamen met reeds gereserveerde bedragen de eerstkomende jaren de kostenstijging kunnen opvangen. In het voorgaande is het ECN-aandeel in de JETbijdrage buiten beschouwing gelaten. Doordat ECNwerk in de Euratom-FOM-associatie is ingebracht, worden de associatiekosten verhoogd met de kosten van dit ECN-werk. De bijdrage aan JET, die even¬ redig is met de associatiekosten, wordt dienovereen¬ komstig hoger. FOM en ECN dragen elk een even¬ redig deel van deze bijdrage. Het resultaat is dat het door FOM op te brengen deel van de bijdrage door de deelneming van ECN niet verandert. Aangezien FOM het Nederlands lidmaatschap van de JET Joint Undertaking bekleedt, diende zij de Nederlandse regering te adviseren over het door de regeringsvertegenwoordigers bij de Commissie en de Raad van de Europese Gemeenschappen met betrek¬ king tot het plan 1982 t/m 1986 in te nemen standpunt. Dit advies hield in dit geval de aanbeveling in om het plan te ondersteunen. In het voorgaande was ondermeer sprake van een be¬ langrijke lastenverzwaring als gevolg van inflatie in het buitenland. Een andere monetaire factor die in 1981 kostenverhogend werkte was de stijging van de dollar¬ koers. Een aantal aanschaffingen viel daardoor bij realisering duurder uit dan bij de toekenning van de desbetreffende kredieten en bij het plaatsen van de bestellingen was geraamd. Omdat zich in het verleden ook de omgekeerde situatie heeft voorgedaan, meende FOM de gevolgen binnen haar eigen budget op te van¬ gen. Een voorzichtig bestedingsbeleid maakte dit mogelijk. Een ander voorbeeld van een externe gebeurtenis waar FOM gevolgen van moest dragen, is hei faillisse¬ ment van een Amerikaanse firma waar de magneten voor het pionenkanaal van het NIKHEF waren be¬ steld. Van de extra kosten, ondermeer door prijsver¬ hoging, rechtsbijstand, elders samenstellen van het eindprodukt uit de tenslotte afgeleverde halfprodukten en andere kwam k/ 678 voor rekening van FOM. Een belangrijk deel hiervan werd door verschuivingen binnen de NIKHEF-begroting opgevangen.
Verslag van hel Uitvoerend Bestuur
In het vorig jaarboek werd vermeld dat de Minister van O en W tegen eind 1980 besloot voor de bouw van PAMPUS geen gelden ter beschikking te stellen. Wel kreeg ZWO gelden ter beschikking om een bundellijn te bouwen bij de synchrotronstralingsfaciliteit in Daresbury (UK) ten behoeve van onderzoek door Nederlandse groepen aldaar. Het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica, dat een kwart van zijn onderzoekprogramma op het gebruik van PAMPUS had willen richten, overwoog verschillende alternatie¬ ven. Dit leidde onder meer tot het project 'Fotonfa¬ briek met lasers' dat in paragraaf 4 (instituten en werk¬ groepen) verder ter sprake komt. Een tweetal andere over heidsbeslissingen die voor FOM ingrijpende consequenties meebrachten, betref¬ fen de voor 1981 opgelegde extra bezuinigingen en de honorering van jonge academici op doorstroomposities. Op deze onderwerpen wordt respectievelijk in paragraaf 2 (de financiële situatie) en paragraaf 7 (personele zaken) nader ingegaan. 3.3. Organisatie van de wetenschapsbeoefening In het vorig jaarboek werd de instelling genoemd van de Voorbereidingscommissie ZWO-projectfinancie¬ ring Technische Wetenschappen (VTW), die tot taak had het opnemen van de technische wetenschappen in het kader van de tweede geldstroom voor te bereiden. In november 1980 bood Je VTW haar eindadvies aan de Ministers voor O en W en WB aan. In januari 1981 hechtten de beide Ministers hun goedkeuring aan het in dit advies vervatte voorstel de Stichting voor de Technische Wetenschappen (STW) op te richten. De VTW werd opgeheven en oprichting van de STW vond zijn beslag in februari 1981. Dr. C. Ie Pair, adjunct-directeur van FOM, werd voor de helft van zijn werktijd benoemd tot directeur van de STW. De STW heeft inmiddels de financiering van projec¬ ten op het gebied van de technische wetenschappen ter hand genomen. Omdat de wet niet de mogelijkheid biedt dit in ZWO-verband uit te voeren, zal de STW voorshands nog geen deel van ZWO uitmaken. Zij werkt echter wel nauw samen met ZWO omdat het in de bedoeling ligt dat zij na de desbetreffende wijziging van de ZWO-wet de gebiedsraad voor de technische wetenschappen zal vormen in het kader van de toe¬ komstige ZWO-organisatie zoals deze in de BUOZnota is omschreven. FOM en STW beslo'en aan O en W en ZWO voor te stellen om de geldstroom voor technisch fysisch onder¬ zoek die thans van O en W via ZWO naar FOM loopt,
21
voortaan van O en W via STW naar FOM te geleiden. Er kwamen afspraken tot stand over de procedures die bij behandeling van aanvragen worden gevolgd. Deze afspraken beogen doublures bij de beoordeling en onnodige vertraging bij de verdere behandeling te vermijden. In 1981 verleende de STW aan FOM k/302 financiële steun voor een zestal projecten.
tot een onderzoek naar de structuur van het ZWObureau. De stichtings-bureaus werden bij de oriëntatie betrokken. Verdere raadpleging van de stichtingen vond plaats in het kader van het ZWO-voorzitlersoverleg en het ZWO-directeurenoverleg. In dit overleg kwamen ook andere onderwerpen van gezamenlijk belang ter sprake, zoals besluitvorming, aanvraagdruk en honoreringspercentage.
De Minister van Economische Zaken zegde FOM in 1978, 1979 en 1980 financiële steun toe voor in totaal een achttal projecten waarmee in het kader van het programma voor technische natuurkunde en innovatie in die jaren een begin werd gemaakt; deze steun strekt zich uit tot in 1983. De Minister voor Wetenschaps¬ beleid verleende in 1979 en 1980 voor dit programma financiële steun; deze strekt zich uit tot in 1981. Beide Ministers lieten in 1981 weten geen steun meer te zullen verlenen voor eventuele verdere verlenging van de des¬ betreffende projecten en evenmin voor nieuwe projec¬ ten in het kader van het genoemde programma. Derge¬ lijke steun zal voortaan van de STW moeten komen.
In de jaarboeken 1979 en 1980 werd melding gemaakt van het voornemen tot een organisatie-onderzoek bij FOM en van een eerste aanzet tot zo'n onderzoek. In de loop van 1981 werd begoten tot een onderzoek in drie fasen, die betrekking hebben op respectievelijk de directie, het bureau en de totale organisatie. De eerste fase werd eind 1981 afgerond, maar conclusies kwamen dit jaar nog niet tot stand.
De Minister van O en W heeft het voornemen opgevat een verkenningscommissie voor de natuurkunde in te stellen. Hij heeft hierover contact opgenomen met het Nederlands Comité voor de Natuurkunde, waarin FOM en een aantal andere natuurkundige organisaties zijn vertegenwoordigd. De Wet op het Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek bepaalt dat het ZWO-bestuur niet gedurende meer dan vijf achtereenvolgende jaren geiden ter beschikking mag stellen ten behoeve van een bepaald wetenschap¬ pelijk onderzoek, tenzij de Raad voor het ZuiverWetenschappelijk Onderzoek de voortzetting van de steunverlening goedkeurt. Met het oog daarop werd bij ZWO een nota ingediend waarin verantwoording wordt afgelegd over het in de afgelopen vijf jaren gevoerde beleid en waarin de voornemens voor de komende vijfjaar in kort bestek worden uiteengezet. Onderwerpen die in deze nota aan de orde komen, zijn: doel en werkterrein, werkwijze en organisatie, contacten met anderen, instrumenten voor onderzoek¬ beleid, middelen en output, belangrijke ontwikke¬ lingen in de afgelopen vijf jaar en plannen voor de komende vijf jaar met de daarbij behorende kosten¬ ramingen. Met het oog op de toekomstige ontwikkeling van de bestuursorganisatie in de richting die in de BUOZ-nota is geschetst, gaf ZWO een organisatiebureau opdracht 22
4. Instituten en werkgroepen
De instituten bevinden zich in een financieel moeilijke positie. Ze werden in elk van de jaren 1979, 1980 en 1981 geconfronteerd met een decres van k/ 500. In deze driejaren bevatte het subsidie alleen in 1981 een compensatie voor prijsstijgingen. De kostenstijging in de sfeer van de algemene en bedrijfskosten van de instituten gaat daar ver boven uit, ondermeer door de sterke toename van de energiekosten. De sectie hoge-energiefysica van het NIKHEF onlving in 1979 en 1980 de toegezegde accressen van res¬ pectievelijk k/ 1.400 en k/ ] .293, maar in 1981 niet het reeds in 1978 toegezegde en in de rijksbegroting 1981 aanvankelijk ook opgenomen accres van k/ 660. Wel ontving FOM met ingang van 1981 een structu¬ rele tegemoetkoming in de stijging van enkele bijzon¬ dere las'.en: k/ 900 voor de toename van de elektriciteitskos. ..i van MEA en k/ 800 voor de stijging van de bijdrage aan JET. FOM is de overheid daarvoor erkentelijk. Het kostenproblecm wordt erdoor verlicht maar niet opgelost. Hei is al geruime tijd noodzakelijk bij de instituten vrijkomende personeelsplaatsen open te houden om binnen hel totale instituutsbudget over voldoende middelen voor de noodzakelijke materiële uitgaven te beschikken. Zo hadden de instituten in 1981 (c/amen 36 manjaren minder ter beschikking dan het aantal posities dal hun hel jaar daarvoor was toegekend. Alle instituten hebben langs verschillende wegen nauwe relaties met universiteiten en universitaire werkgroepen: via werkgemeenschappen, overeenkom¬ sten, hooglcraarschappen, promovendi en studenten.
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
Ze zijn als onderzoekinstituten bij de opleiding van fysici betrokken. Ze werden destijds opgericht omdat taken moesten worden vervuld die hetzij door de aard van het werk hetzij door de kosten ervan niet binnen een universiteit konden worden gerealiseerd. De directeuren van de instituten wonen de vergade¬ ringen van de Raad van Bestuur van FOM bij. Daar¬ naast heeH het Uitvoerend Bestuur twee keer per jaar een afzonderlijke bespreking met de instituuts-directeuren over onderwerpen die de instituten regarderen. Het FOM-Instiluul voor Atoom- en Molecuulfysica stond sedert zijn oprichting onder leiding van prof .dr. J. Kistemaker. Omdat hij op I mei 1982 wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd de FOMdienst zou verlaten en daarmee als algemeen directeur van het instituut zou aftreden, werden in 1981 voorbe¬ reidingen getroffen voor zijn opvolging. Dit leidde ertoe dat prof.dr. J. Los, wetenschappelijk directeur van het instituut, met ingang van 1 mei 1982 werd be¬ noemd tot opvolger van prof. Kistemaker als algemeen directeur van het instituut. Zoals in paragraaf 3.2 reeds werd vermeld, besloot de Raad van Bestuur het onderwerp biomolecuulfysica voortaan permanent op te nemen als onderdeel van het onderzoekprogramma van het instituut. Het instituut had het voornemen een belangrijk deel van zijn programma te richten op onderzoek met PAMPUS. Toen de bouw van PAMPUS niet doorging werden verschillende alternatieven overwogen. Daar¬ uit kwam het project 'Fotonfabriek met lasers' voort. Dit omvat twee deelprojecten. Het ene behelst de bouw van een ver-ultraviolet lasersysteem met groot scheidend vermogen voor hel bestuderen van de dynamica van vervalprocessen van autoïoniserende molecuultoestanden. Het heeft een voornamelijk fundamentele doelstelling. Het vergt k/ 560 voor apparatuur; hiervoor werd een afzonder¬ lijke subsidie-aanvraag bij ZWO ingediend. Het andere beoogt een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van nieuwe, efficiënte optiek voor het zachte röntgengebied, ter ondersteuning van toepas¬ singen in de microscopic, lithografie en astronomie. Het is meer op toepassing gericht. Met de realisering komen faciliteiten ter beschikking voor het vervaar¬ digen en testen van submicronstructuren. Met dit deel is k/ 650 voor investeringen gemoeid. Hiervoor werd een afzonderlijke aanvraag ingediend bij de Minister van O en W. Deze kende het aangevraagde subsidie toe, verdeeld over de jaren 1981 l/m 1985, waarvan k/250 in 1981. Een ander project waarvoor een afzonderlijke sub¬
Verslag van hel Uitvoerend Bestuur
sidie van de Minister van O en W werd verkregen is het Meqalac-project, dat in he: FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica in het kader van de werk¬ groep TN III wordt uitgevoerd. Hel beoogt om, ge¬ bruikmakend van de ervaring met het maken van bundels negatieve waterstofionen, een radiofrequent naversnelsysteem voor negatieve ionen te ontwikke¬ len. Een negatieve-ionenbron van hoge intensiteit kan worden gebruikt om een bundel neutrale deeltjes te produceren voor plasmavcrhilting en plasmadiagnos¬ tiek in een groot experiment zoals JET. Voor de uit¬ voering van het project is boven de gewone begroting van de werkgroep TN III k/ 2.I00 extra nodig. Uit¬ gaande van de veronderstelling dat Euratom 25 V» van de kosten draagt, werd bij de Minister voor Weten¬ schapsbeleid k/ 1.575 aangevraagd. Deze kende het gevraagde bedrag toe, verdeeld over de jaren 1981 t/m 1985, waarvan k/ 250 voor 1981. Extra balen uit even¬ tuele voorkeursteun van Euratom voor dit project worden erop in mindering gebracht. Evenals in vorige jaren had het instituut in 1981 ver¬ schillende onderzoekprojecten onderhanden op basis van researheontracten met derden. Dit waien de NV Philips' Gloeilampenfabrieken (ionenimplantatie in halfgeleiders), de Commissie van de Europese Gemeenschappen (id. met het oog op zonnecellen), de Laboratoires d'Electronique et de Physique Appliqueé (eveneens ionenimplantatie in verband met zon¬ necellen) en High Voltage Engineering Europe BV (superhoogvacuüm-verstrooiingskamer). Daaruit vloei¬ den in 1981 baten voort lot een totaal van k/ 504. Daarnaast valt de in het instituut gehuisveste werk¬ groep TN III onder het associatie-contract met de Commissie van de Europese Gemeenschappen op hel gebied van thermonucleair onderzoek en plasma¬ fysica. Hel FOXf-Instiluuf voor Plasmafysica valt in zijn geheel onder de werking van hel zojuist genoemde associatie-contract. Begin 1981 werd dit contract voor de jaren 1979 t/m 1983 getekend. Tegelijk werd het oude contract, dat de jaren 1976 t/m 1981 bestreek, door middel van een aanhangsel alsnog beschouwd per ullimo 1978 te zijn geëindigd. Het FOM-lnstituut voor Plasmafysica vormt teza¬ men met de in het FOM-lnslituut voor Atoom- en Molecuulfysica gehuiste werkgroep TN III en de bij respectievelijk de Technische Hogeschool Twentc en de Technische Hogeschool Eindhoven gehuisveste werkgroepen TN VI en TN VII de Werkgemeenschap voor Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica. Het onderzoek van deze werkgemeenschap is te/amen met op kernfusie georiënteerd technologisch onder-
23
zoek van het ECN door middel van een associatiecontract tussen de Commissie van de Europese Gemeenschappen (Euratom) en FOM ingebracht in het Europese kernfusieprogramma. Het onderzoek bij ECN geschiedt in het kader van een daarbij beho¬ rend subcontract tussen FOM en ECN. Euratom neemt 25*t van de kosten voor zijn rekening. Voor enkele projecten (zogenoemde prioritaire acties) kan óeze bijdrage worden verhoogd tot 45*i (voorkeursteun). In 1981 kwam ongeveer 10*» van de kosten van het FOM-ECN-kernfusieprogramma voor deze voorkeursteun in aanmerking. Het Europese kernfusieprogramma omvat naast de programma's van de met Euratom geassocieerde instellingen ook het gezamenlijke project JET. Op de bijdrage van FOM aan dit project en de hiervoor in 1981 verkregen structurele verhoging van het ZWOsubsidie werd in de paragrafen 2 en 3.2 reeds ingegaan. Bij de ondertekening van het associatie-contract 1979 t/m 1983 en het aanhangsel aan het contract 1976 t/m 1980 kwam een eind aan het bestaan van het Comité van Directeuren, de Verbindingsgroep (Groupe de Liaison) en het CCF (Consultative Committee on Fusion). Het nieuwe advieslichaam dat hiervoor in de plaats komt is het CCFP (Consultative Committee for the Fusion Programme), in de Nederlandse tekst RCKP (Raadgevend Comité voor het Kernfusie Pro¬ gramma) geheten. Voor het Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hogeenergiefysica (NIKHEF) werd de bestuurlijke integra¬ tie, zoals deze in het vorige jaarboek werd beschreven, op I januari 1981 gerealiseerd. Tot deze integratie was in principe reeds besloten in de oveieenkomst tot op¬ richting van het NIKHEF die in 1975 met instemming van ZWO en de Minister van O en W werd getekend door de Stichtingen FOM en IKO, de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Nijmegen. De nadere uitwerking van de regelingen die in de geïn¬ tegreerde fase van kracht /ouden worden, vereiste een nieuwe overeenkomst, mede omdat de Vrije Universi¬ teit ook wenste toe te treden. Vooruitlopend op de complete nieuwe overeenkomst kwam een besluit over de bestuurlijke integratie tot stand dat de regelingen betreffende bestuur, dagelijkse leiding en personeel bevat. Het werd in 1981 door de Minister van O en W en ZWO goedgekeurd, maar de ondertekening vond in dat jaar nog niet plaats. Aangezien aan deze vertra¬ ging geen essentiële meningsverschillen lussen de par¬ tijen ten grondslag lagen, werd het met ingang van I januari 1981 gehanteerd. Op die datum (rad het NIKHEF-bcstuur-zij het
24
voorshands nog met de toevoeging 'in oprichting* - in functie. De directie bestond vanaf dat moment uil de wetenschappelijk directeur van de sectie hoge-energiefyska. prof-dr. A.N. Diddens. en de wetenschappelijk directeur van de sectie kernfysica, prof.dr. A.H. Wapstra. De functie van beherend directeur was aanvanke¬ lijk vacant. In deze functie werd met ingang van 1 april 19$ 1 dr. J. Schutten, voordien technisch en beherend directeur van het IKO, benoemd. De voorbereidingen voor een en ander werden in de vorige jaarboeken uitvoerig beschreven. Voor de sectie kernfysica is de 300 MeV lineaire elek¬ tronenversneller (MEA) de basisfaciliteit voor het onderzoek. Deze versneller en de in de dekironenverstrooiingshal opgestelde spectrometers werden in 1981 in gebruik genomen. Alleen de inrichting van de pimuhal werd nog niet afgebouwd en de nieuwbouw voor de radiochemie werd voorlopig uitgesteld. De versneller heeft uitstekende bundelkwaliteiten en werkt zeer sta¬ biel. Het scheidend vermogen van de spectrometers overtreft de specificaties. De versneller met de bijbe¬ horende installaties behoort tol de beste onderzoek¬ faciliteiten van deze soort in de wereld. Het is daarom te betreuren dal het beschikbare exploitatiebudget, mede als gevolg van de sterk gestegen elektriciieitskosten. niet meer dan 2500 uur per jaar gebruik toe¬ laten. De aanvraag van een compensatie voor deze kostenstijging werd gedeeltelijk gehonoreerd. Een en ander kwam reeds in de paragrafen 2 en 3.2 ter sprake. Bij de sectie hoge-energiefysica werd de basiscom¬ puter CDC 6400 vervangen door een CYBER 173. Deze computer vervult een belangrijke rol bij het uit¬ werken van meetgegevens die worden verkregen door onderzoek teams bij de SPS machine van CERN (Genève), PETRA bij DESY (Hamburg) en PEP bij SLAC (Stanford). Het gereedkomen en de ingebruikneming van de nieuwe gebouwen van het NIKHEF en andere institu¬ ten die op het terrein van het Wetenschappelijk Cen¬ trum Watergraafsmeer (WCW) zijn gevestigd was aanleiding tot de officiële ingebruikstelling door de Minister van O en W, dr. A. Pais, op 20 mei 1981. De in aansluiting daarop geplande open dagen van de op het WCW gevestigde instituten werden door ZWO afgelast in verband met verwachte acties van buiten. Er bestond al enige tijd het voornemen om een aan¬ tal voorzieningen die betrekking hebben op terrein en gebouwen van het WCW onder gezamenlijk beheer van de desbetreffende organisaties en voor rekening van de betrokken instituten uit (e voeren. Dit voor¬ nemen werd in ZWO-kadcr nader uitgewerkt door het
Verslag van hel Uitvoerend Bestuur
opstellen van conceptstatuten voor een Stichting Beheer WCW waarvan FOM, MC en SARA de deel¬ nemers zijn, alsmede een concept-samenwerkings¬ overeenkomst tussen deze deelnemers. Hoewel de officiële oprichting van deze stichting in 1981 nog niet tot stand kwam, werd dit jaar een begin gemaakt met het gezamenlijk beheer op deze basis. Wat FOM be¬ treft zijn hierbij het NIKHEF en het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuul fysica betrokken. Voor het cyclotron van het Kernfysisch Versneller Instituut (KVI) was in 1980 een bron voor zware ionen besteld, de zogenoemde ECRIS-bron. In 1981 verleen¬ de de Minister van O en W hiervoor via de Rijksuni¬ versiteit Groningen een afzonderlijk investerings¬ subsidie van M / 1. Op verzoek van de Minister van O en W vond in 1980 een evaluatie plaats van de regeling van bestuur en beheer van het KVI. In 1981 deelde de Minister mee dat het KVI, gezien de conclusies van deze evaluatie, voorshands op basis van deze regeling kan blijven functioneren. Het Ministerie van O en W nam in 1981 het initiatief tot het beleggen van een bijeenkomst over de evaluatie van instituten. Daarbij werd gedacht aan een "ergelijkende kritische b:schouwing door de instituten zelf over doelstellingen, organisatie, werkzaamheden en dergelijke. Het ging daarbij in de eerste plaats om instituten die rechtstreeks onder het Ministerie dan wei onder de KNAW ressorteren. De instituten die worden beheerd door een stichting die haar subsidie van ZWO ontvangt, werden echter ook voor de bijeenkomst uitgenodigd. In deze bijeenkomst werd ondermeer een werkgroep gevormd om een voorstel over de aanpak op te stellen. Uit de kring van de bèta- en ZWO-insti.uten '*.crd drs. J. Nuis (MC) in deze werkgroep benoemd. Het rapport van deze werkgroep was eind 1981 nog niet gereed. In het vorig jaarboek werd in paragraaf 3.2 e?n uit¬ eenzetting gegeven over de oprichting van de Werkge¬ meenschap Halfgeleiders, In 1981 hechtte ZWO zijn goedkeuring aan deze oprichting. In het kader van deze werkgemeenschap werden de volgende werk¬ groepen opgericht: THFE-A
(voorheen het project VS-A 1/2) dr. C.A.J. Ammerlaan; THFE-D I (voorheen THFE III) prof.dr.ir. S. Middelhoek; THFE-D II (voorheen THFE V)
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
prof.dr.ir. S. Radelaar; THFE-E I prof.dr. F.M. Klaassen (voor de duur van het project); THFE-E II (voorheen THFE IV) prof.dr. F.N. Hooge; THFE•E III prof.dr. F. van der Maesen; prof.dr. F.W. Saris; THFE F THFE G (voorheen THFE I) prof.dr. J.F. Verwey; THFE-N prof.dr. J. Bloem; THFE-T I (voorheen THFE II) prof.ir. O.W. Memelink; THFE-T II prof.dr. G.A. Bootsma. Prof.dr. J.F. Verwey werd benoemd tot voorzitter van de commissie van deze werkgemeenschap. De werkgroepen THFE I t/m V waren reeds eerder opgericht in verband met projecten op het gebied van de technische halfgeleiderfysica en -elektronica in het kader van het beleidsruimteprogramma voor techni¬ sche natuurkunde en innovatie. De middelen waaruit het onderzoek wordt gefinan¬ cierd zijn: - k/ 4.000 eenmalig stimuleringssubsidie, ter beschik¬ king gesteld door de Minister voor Wetenschapsbeleid voor de jaren 1981 t/m 1983; - k/ 400 per jaar uit het exploitatiesubsidie dat FOM van ZWO ontvangt; - het bedrag dat tot nu toe jaarlijks werd besteed aan het project VS-A 1/2 dat naar de nieuwe werkgemeen¬ schap werd overgebracht en daarin nu als werkgroep THFE-A functioneert; - het bedrag dat structureel vrijvalt door beëindiging van het pr. iect VS-U 1/2; - gelden uit de beleidsruimte voor projecten die bij de nieuwe werkgemeenschap zijn ondergebracht; - k/ 450 eenmalig investeringssubsidie voor submicrontechnologie, ter beschikking gesteld door de Minister voor Wetenschapsbeleid; - k / 125 investeringssubsidie voor submicrontech.nologie, door ZWO voor 1982 en 1983 ter beschikking gesteld. De exploitatie van de Werkgemeenschap (in oprich¬ ting) beliep in de jaren 1979, 1980 en 1981 respectie¬ velijk k/ 671, k/ 730 en k/ 2.430. Met betrekking tot de oprichting en opheffing van andere werkgroepen valt nog te vermelden: - d e oprichting van de werkgroep TF IX (beleids¬ ruimteproject 80.80.227, door de STW gehonoreerd onder nummer 0074) onder leiding van prof.dr.ir. M.J.W. Schouien;
25
- de opheffing van de werkgroep M V-L bij het ver¬ trek van de werkgroepleider prof.dr. A.J. Staverman. In het voorjaar stelde prof.dr.ir. G. Ooms FOM ervan op de hoogte dat een aantal onderzoekers op het gebied van de stroming van gassen en vloeistoffen en daarmee samenhangende transportprocessen zich hadden vere¬ nigd in een Werkgemeenschap Stroming en Warmte. Hij vroeg overleg over de vraag op welke wijze deze haar doelstelling zou kunnen realiseren en hoe zij in de onderzoekorganisatie in Nederland zou kunnen wor¬ den ingepast. Het Uitvoerend Bestuur vroeg hierover het advies van de Commissie van de Werkgemeenschap voor Molecuulfysica en de Speciale Commissie voor Tech¬ nische Fysica. Een en ander leidde tot de conclusie dat de omvang van de FOM-steun aan onderzoek op het desbetreffende gebied nog te beperkt is om de werk¬ gemeenschap in de FOM-organisatie op te nemen. Gewezen werd op de mogelijkheid om in het kader van de FOM-beleidsruimte (en bij de STW) aanvragen in te dienen. Het Uitvoerend Bestuur verklaarde zich bereid om indien daartoe voldoende aanleiding zou zijn, de werkgemeenschap bij de advisering over deze aanvra¬ gen in te schakelen. 5. Betrekkingen met andere organisaties 5.1. Binnenlandse betrekkingen
Allereerst moet hier de verhouding tussen onze stich¬ ting en de Nederlandse Organisatie voor ZuiverWetenschappelijk Onderzoek worden vermeld. Voor de financiële steun die ZWO binnen het raam van de haar door de regering ter beschikking gestelde midde¬ len aan het FOM-werk geeft is onze stichting ZWO en het Ministerie van O en W zeer erkentelijk. Een regel¬ matig contact ter uitwisseling van informatie vindt plaats onder andere doordat de Minister in de Raad van Bestuur is vertegenwoordigd door dr.ir. B. Okkerse, hoofd-directeur Onderzoekbeleid - die zich bij ver¬ hindering liet vertegenwoordigen door drs, J.W. Huijsmans-en doordat prof.dr. R. van Lieshout, di¬ recteur van ZWO, de vergaderingen van de Raad van Bestuur van FOM bijwoont. Ook vinden van tijd tot tijd besprekingen tussen ZWO en de stich'ingen plaats in het kader van het voorzittersoverleg en het directeurenoverleg. Bovendien bestaan er regelmatig contacten tussen functionarissen van het FOM-bureau, het bu¬ reau van ZWO en het Ministerie over problemen die daarvoor in aanmerking komen.
26
Voorts mag hier niet onvermeld blijven dat FOM door bemiddeling van de door ZWO gefinancierde Stichting Mathematisch Centrum (MC) gebruik kan maken van de computerfaciliteiten van de Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam (SARA). Hieraan kan nog worden toegevoegd dat de sectie H van het NIKHEF tezamen met MC en SARA is gehuisvest in een ge¬ bouwencomplex dat onder verantwoordelijkheid van ZWO in het Wetenschappelijk Centrum Watergraafs¬ meer (WCW) tot stand is gekomen. In verband met gezamenlijk beheer van een aantal voorzieningen werken FOM, MC en SARA samen in de Stichting Beheer WCW in oprichting (zie para¬ graaf 4). Van bijzonder belang is de samenwerking van FOM met de Nederlandse universiteiten en hogescholen. Deze manifesteert zich in hei onderzoekingswerk dat door FOM-medewerkers met materiële steun van FOM in de natuurkundige laboratoria en instituten van deze instellingen wordt uitgevoerd. Een ongedwongen coördinatie van het onderzoekprogramma van de diverse universiteitslaboratoria is hiervan het gevolg. In het bijzonder kan hier nog worden gewezen op de overeenkomst tussen FOM, IKO, de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Nijmegen inzake het NIKHEF, waarbij ook de Vrije Universiteit zich zal aansluiten, de overeenkomst tussen FOM, IKO en Vrije Universiteit inzake onderzoek bij de 300 MeVversneller van het NIKHEF en de overeenkomst tussen FOM en de Rijksuniversiteit Groningen met betrek¬ king tot het Kernfysisch Versneller Instituut. Zoals in paragraaf 4 werd uiteengezet, werden de beide secties van het NIKHEF met ingang van 1981 bestuur¬ lijk geïntegreerd. In het daartoe ingestelde NIKHEFbestuur i.o. werden door FOM prof.dr. J. Blok, prof. dr. J.C. Kluyver en prof.dr.ir. J.J.J. Kokkedee, door de Universiteit van Amsterdam prof.dr. D.W. Bresters en dr. K.O. Prins, door de Katholieke Universiteit Nijmegen dr. C.J.M. Aarts en prof.dr. R.T. Van de Walle en door de Vrije Universiteit dr. J.J. Vasmel benoemd. Het secretariaat berust bij FOM. Met de sectie natuurkunde van de Academische Raad, het bestuur van de Nederlandse Natuurkundige Vere¬ niging, de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen en enkele andere organisaties wordt over onderwerpen van gezamenlijk belang van gedach¬ ten gewisseld wanneer daaraan behoefte bestaat. Dit overleg is geformaliseerd in het Nederlands Comité voor de Natuurkunde (NCN); het is een forum van overleg voor de belangrijkste organisaties die in Neder-
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
land bij het beleid ten aanzien van de natuurkunde zijn betrokken. Voor FOM hadden hierin zitting prof.dr. J. de Boer, prof.dr. JJ.M. Beenakker en prof.dr. J. J. van Loef. In de plaats van de beide eerstgenoemden werden in de loop van het jaar prof.dr. H. de Waard en prof.dr. A. Dynamus aangewezen. FOM voert het secretariaat. Met de zojuist genoemde sectie natuur¬ kunde van de Academische Raad (ARNAT) en de in paragraaf 3.3 vermelde Stichting voor de Technische Wetenschappen (STW) bestond naast samenwerkingsoverleg op bestuurlijk niveau bovendien een band doordat het secretariaat van ARNAT en de directeur van de STW met zijn staf in het FOM-bureau zijn gehuisvest. De samenwerking met de Centrale Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onde-zoek (TNO) is op bestuursniveau geregeld, doordat deze in de Raad van Bestuur van FOM is vertegenwoordigd door dr. G. Klein, lid van het dagelijks bestuur van TNO. Deze organisatie is tevens door prof.dr.ir. B.H. Kolster vertegenwoordigd in de Commissie van de Werk¬ gemeenschap 'Metalen FOM-TNO'. Voorts bestaan afspraken met TNO op het gebied van de technische fysica. In het kader daarvan was in 1981 een TNOmedewerker op het FOM-bureau gedetacheerd. Met de Stichting Energieonderzoek Centrum Neder¬ land (ECN) onderhoudt FOM nauwe betrekkingen. Zo heeft FOM het recht van voordracht voor een plaats in het bestuur en voor drie plaatsen in de wetenschap¬ pelijke adviesraad (WAR). Ultimo 1981 had uit dien hoofde prof.dr. C.M. Braams zitting in het ECNbestuur, terwijl van de WAR op voorstel van FOM deel uitmaakten: dr. L. Lindner, prof.dr. J.J. van Loef en prof.dr. H. de Waard, Het kernfysisch onderzoek met behulp van de hoge-fluxreactor te Petten draagt het karakter van een gezamenlijk ECN-FOM-project. Het wordt begeleid door een daartoe opgerichte com¬ missie, de Kernfysische Contactcommissie, waarin beiue stichtingen leden benoemen die namens hen zit¬ ting hebben. De samenstelling van deze commissie was: prof.dr. P.M. Endt, prof.dr. P.W.M. Glaudemans, prof.dr. W.J. Huiskamp en prof.dr. H. Postma vanwege FOM, prof.dr. J.A. Goedkoop, drs. M. Bustraan en dr. K. Abrahams vanwege ECN. Prof. Goedkcop is voorzitter, dr. Ahr^hams onderzoekleider, het secretariaat wordt verzorgd door drs. F.R. Diemont. Voorts bestaat een overeenkomst tussen FOM en ECN betreffende samenwerking bij het kernfusieonderzoek. In de coördinatiegroep die in het kader van deze overeenkomst functioneert, hadden voor
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
27
FOM zitting, prof.dr.ir. W.J. Witteman, dr. R. Bleek¬ rode, prof.dr. C.M. Braams, en prof.dr. J. Kistema¬ ker en voor ECN: prof.dr. H.G. van Bueren, ir. A.C. Timmers, prof.dr. J.A. Goedkoop en drs. M. Bustraan. Drs. F.R. Diemon: treedt op ais secretaris. Aan het overleg van de coördinatiegroep namen ook deel de departementen van Onderwijs en Wetenschap¬ pen, Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken in de personen van respectievelijk ir. R.C. Cadee en ir. R.A. van Welt (beiden van O en W), drs. A J . van Galen Last en dr. H.J. Blaauw. Het contact met de Stichting Scheikundig Onderzoek in Nederland (SON) is op bestuursniveau gerealiseerd doordat de voorzitter van de ene stichting de bestuurs¬ vergaderingen van de andere kan bijwonen en doordat de stukken worden uitgewisseld. Tussen de Commissie van de Werkgemeenschap voor de Vaste Stof van FOM en de SON-Werkgemeenschap voor Chemie van de Vaste Stof vindt uitwisseling van wetenschappelijke stukken plaats, terwijl de FOM-werkgemeenschap bij SON wordt vertegenwoordigd door prof.dr. G. Blasse en de SON-werkgemeenschap bij FOM door prof.dr. C. Haas. Met de SON-werkgemeenschap voor Kristal- en Struc¬ tuuronderzoek (waarin de wetenschappelijke activitei¬ ten van de voormalige FOMRE zijn ondergebracht) heeft de Commissie van de Werkgemeenschap voor de Vaste Stof contact doordat dr. J. Bergsma als weder¬ zijds vertegenwoordiger optreedt. De voorzitter van de Contactgroep Technische Halfgeleiderfysica en -elek¬ tronica, prof.dr. J.F. Verwey, vertegenwoordigde deze contactgroep, waaruit in de loop van het verslag¬ jaar de Werkgemeenschap Halfgeleiders voortkwam, in de Commissie van de Werkgemeenschap voor de Vaste Stof. Met de Stichting voor Isotopengeologisch Onderzoek (IGO) wordt het contact onderhouden door dr.ir. A.J.H. Boerboom, die als vertegenwoordiger van het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica zitting heeft in het bestuur van deze stichting. Met de Gemeente Amsterdam en de NV Philips' Gloeilampenfabrieken werkt FOM samen in het kader van de Stichting Instituut voor Kernphysisch Onderzoek (IKO). De beide eerstgenoemde stichtingspartners wijzen in het Curatorium van deze stichting elk een lid aan, "OM benoemd drie of meer leden. In het verslag¬ jaar hadden in het IKO-Curatorium vier FOM-leden zitting, waarvan één op grond van de FOM-IKO-VUovereenkomst. Door de bestuurlijke integratie van het
28
NIKHEF zijn de taken van de Stichting IKO met betrekking tot het werk in het instituut met ingang van 1981 overgegaan op het NIKHEF-bestuur. Met de Nederlandse Natuurkundige Vereniging (NNV) bestaat op bestuursniveau contact doordat de voor¬ zitter van de NNV de vergaderingen van de Raad van Bestuur van FOM en de directeur van FOM de NNVbestuurs vergaderingen kan bijwonen. Het redactie¬ secretariaat van het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde-A wordt verzorgd door drs. J. Heijn, directiemedewerker van FOM. Het bureau geeft voorts administratieve hulp aan de Stichting Physica, waar¬ van de directeur van FOM penningmeester is. Met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen bestaan verschillende contacten via de afdeling natuurkunde van dit lichaam. De Stichting IKO is deelnemer in het Interuniversitair Reactor Instituut te Delft. In het Algemeen Bestuur van dit instituut is de Stichting IKO vertegenwoordigd door dr. A.A. Boumans, lid van het IKO-Curatorium en dr. L. Lindner van de radiochemische afdeling van het IKO. De vergaderingen van de Speciale Commissie voor de Technische Fysica werden bijgewoond door ambte¬ naren van Economische Zaken en Wetenschapsbeleid als vaste gast. Beide ministeries verleenden een finan¬ ciële bijdrage aan het technisch-fysisch onderzoek. 5.2. Buitenlandse belrekkingen De samenwerking met de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) vindt plaats in het kader van een associatiecontract, dat de werkzaamheden omvat van de Werkgemeenschap voor Thermonucfeair On¬ derzoek en Plasmafysica, alsmede technologisch onderzoek van ECN dat door middel van een subcon¬ tract in het associatieprogramma is opgenomen. In het beheercomité dat krachtens dit contract is ingesteld was onze Stichting vertegenwoordigd door dr. A.A. Boumans, prof.dr. J.A. Goedkoop, prof.dr.ir. W.J. Witteman en dr. H. Weijma. Van de zijde van Eura¬ tom hebben in dit comité zitting dr. D. Palumbo, G. de Sadeleer en dr. F.P.G. Valckx. Het secretariaat wordt gevoerd door drs. F.R. Diemont, In het in paragraaf 4 genoemde nieuwe advieslichaam CCFP (Consultative Comittee for the Fusion Pro¬ gramme) worden de leden door de betrokken rege¬ ringen aangewezen. Voor Nederland zijn hierin be¬ noemd: prof.dr. C.M. Braams (FOM), prof.dr. J.A. Goedkoop (ECN) en dr. J.D. de Haan (O en W).
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
Prol. Braams had voorts zitting in de 1FRC (IAEAInternational Fusion Research Council), de FPCC (IAE/OESO-Fusion Power Coordinating Committee) en het beheercomitè van de Euratom-NE (Zweden) associatie. Prot'.dr. F. Engelmann zat in het CCFPProgramme Committee, de INTOR-workshop en de beheercomité's van de Euratom-CNEN en -CNR (Italië) associaties. Verschillende medewerkers van de Werkgemeenschap voor Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica vertegenwoordigen FOM in Euratom-advieseommissies die zich bezighouden met speciale onderwerpen uit het kernfusieprogramma. Een afzonderlijke over¬ eenkomst voorziet in de kosten van uitwisseling van medewerkers tussen de verschillende associaties. Met betrekking tot het JET-project bestaat een overeen¬ komst tussen Euratom en de geassocieerde instellingen waaronder FOM. In de JET-Council is FOM vertegenwoordigd door prof.dr. C.M. Braams en dr. C. Ie Fair, in de JET Scientific Council door prof.dr. C.M. Braams en prof.dr. F. Engelmann, in het JET-ExecutiveCommittee hebben namens FOM ir. M.F. van Donselaar en C. Westland zitting. Aan de doelstellingen van de European Physical Socie¬ ty (EPS) verleent FOM steun doordat zij 'associate member' van deze organisatie is en zich bereid heeft verklaard enkele posities aan jonge fysici uit EPSlanden ter beschikking ie stellen. Met de Europese Organisatie voor Kernfysisch Onder¬ zoek CERN werd evenals vorige jaren een regelmatig contact onderhouden via het NIKHEF sectie H. Vanuit de/c sectie vonden in het verslagjaar onder¬ zoekingen plaats bij CERN (Genève), PETRA (Ham¬ burg) en PEP (Stanford). De directeur van deze sectie, prof.dr. A.N. Diddens, had zitting in enkele weten¬ schappelijke comilé's van CERN en PETRA. FOM werkt mee met enkele organisaties die op inter¬ nationale schaal wetenschappelijke informatie verza¬ melen met het doel de bestaande kennis beter toegan¬ kelijk te maken. Zulke organisaties zijn Dissertation Abstract International en de IAEA ie Wenen met zijn International Nuclear Information System (INIS)dal vanuit Nederland van gegevens wordt voorzien door Cobidoc, de Commissie voor Bibliografie en Docu¬ mentatie waarin FOM eveneens is vertegenwoordigd. Naast de hierboven genoemde vormen van samen¬ werking, die organisatorisch zijn geregeld en contacten
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
via commissies, waarin deskundigen van diverse researchinstellingen zitting hebben, bestaan tal van contacten en vormen van samenwerking op zuiverweiensehappelijk niveau tussen FOM-werkgroepen en wetenschappelijke laboratoria en instituten in binnenen buitenland. Deze contacten, die van groot belang zijn, worden bevorderd door de uitwisseling van onderzoekers en de deelneming aan internationale conferenties van specialisten. Met het oog daarop vonden deze uitwisselingen en deelnemingen ook in 1981 plaats. 6. Bestuur, commissies, bureau De Raad van Bestuur vergaderde in 1981 driemaal, het Uitvoerend Bestuur twaalf maal, afgezien van een aantal besprekingen met anderen. Twee leden van de Raad van Bestuur traden af: prof.dr. L.H.Th. Rietjcns op eigen verzoek, en prof.dr. J. de Boer wegens het bereiken van de 7O-jarige leeftijd. Prof. De Boer was een van de initiatiefnemers tot de oprichting van de Werkgemeenschap voor Molecuulfysica in 1950. Hij werd in dat jaar tot lid van de Raad van Bestuur be¬ noemd. In 1955 werd hij lid van het Uitvoerend Be¬ stuur en plaatsvervangend voorzitter. Ter gelegenheid van zijn afscheid vond op 25 september 1981 een bij¬ eenkomst plaats op het Wetenschappelijk Centrum Watergraafsmeer te Amsterdam. Prof. De Boer werd als voorzitter opgevolgd door prof.dr H. de Waard. Deze droeg op zijn beurt het plaatsvervangend voor¬ zitterschap over aan prof.dr. A. Dymanus. Prof.dr. C. van der Leun werd lid van het Uitvoerend Bestuur waardoor het aantal leden van dit college vijf bleef. Prof.dr. P. Mazur werd tot lid van de Raad van Be¬ stuur benoemd. De vergaderingen van de Raad van Bestuuren het Uitvoerend Bestuur werden bijgewoond door de directeur en de beide adjunct-directeuren van de stichting. De directeur van ZWO, prof.dr. R. van Lieshout, werd voor al deze vergaderingen uitgenodigd en woonde de meeste ervan bij. Voor de vergaderingen van de Raad van Bestuur werden voorts uitgenodigd: de voorzitter van SON; de voorzitter van de NNV; cV directeuren van het FOM-Instiluut voor Aloomcn Molecuulfysica, hel FOM-Instituut voor Plasma¬ fysica, het NIKHEF en hel KVI; twee FPR vertegen¬ woordigers en de eindredacteur van de Tweede Woordstroom. Voor de samenstelling van de Raad van Be¬ stuur, het Uitvoerend Bestuur, de directie en de diverse commissies kan worden verwezen naar de desbetref¬ fende overzichten elders in dit jaarboek. De aan de directeur van de stichting opgedragen taken
20
worden uitgevoerd in het FOM-bureau. De werkzaam¬ heden die in dit bureau worden verricht zijn in grote lijnen te onderscheiden in organisatorische, admini¬ stratieve, financiële en personele zaken. Daartoe behoren het secretariaat van het bestuur en de commis¬ sies van FOM, alsmede het fiscaal van FOM en IKO. Correspondentie met andere organisaties, werkgroep¬ leiders, personeelsleden, aanstelling en ontslag van personeel, het uitvoeren van regelingen, besluiten en wettelijke voorschriften alsmede alle betalingen vinden plaats vanuit dit bureau. Daarnaast waren in 1981 enkele stafmedewerkers aan het bureau verbonden in het kader van het project evaluatie natuurkunde. Voorts werd huisvesting verleend aan de directeur van de STW en zijn staf. Er werd een begin gemaakt met overleg over de integra¬ tie en automatisering van de financiële administraties van het bureau en de instituten. De directie stelde een projectgroep in die een onderzoek doet naar de behoef¬ te aan informatie, de mogelijkheden van realisering en de organisatorische, personele en financiële aspec¬ ten. In deze projectgroep zijn het bureau, de instituten, enkele universitaire laboratoria en het accountants¬ kantoor vertegenwoordigd. Specialisten op het gebied van administratieve organisatie en automatisering zijn ingeschakeld. 7. Personele zaken Het overleg tussen bestuur en personeel bevindt zich al enige jaren in een overgangsfase tussen een personeelsraad naar eigen model en een stelsel van onder¬ nemingsraden volgens de wet op de ondernemings¬ raden. De FOM-Personeelsraad (FPR) werd in 1969 opge¬ richt en door de Raad van Bestuur als overlegorgaan erkend. Sedert 1979 is er één lokale ondernemingsraad die de formele status van ondernemingsraad heeft: de OR-Rijnhuizen. In het NIKHEF fungeren voor de sectie kernfysica de OR-(voorma!ig)IKO en voor de sectie hoge-energiefysica de IR-sectie H. Deze hebben niet de formele status van ondernemingsraad maar ze worden door FOM wel als zodanig behandeld. Het ligt in de bedoe¬ ling dat er één OR-NIKHEF voor in de plaats komt. Het voorlopig reglement voor deze OR-NIKHEF werd door de Raad van Bestuur goedgekeurd. Het zal vol¬ gens de voorgeschreven procedure na verwerking van het commentaar van de vakverenigingen aan de Alge¬ mene Bedrijfscommissie worden voorgelegd. Het aanvankelijke voornemen om hel gehele NIKHEF als
30
de onderneming in de zin van de wet op de onderne¬ mingsraden aan te merken, vond in verband met be¬ zwaren van Nijmeegse zijde geen doorgang. De onder¬ neming in de zin van de wet beperkt zich nu tot de vestiging in Amsterdam. De NIKHEF-partners gingen ermee akkoord dat FOM wordt aangemerkt als de ondernemer in de zin van de wet. Het voorlopig reglement voor een Centrale Onder¬ nemingsraad (COR) was reeds in 1980 aan de Alge¬ mene Bedrijfscommissie voorgelegd. Deze heeft het echter nog niet in behandeling genomen omdat een COR pas kan worden ingesteld als er tenminste twee lokale ondernemingsraden zijn. Als de COR wordt ingesteld, wordt de FPR opgeheven. Het overleg met de personeelsraad van het FOMInstituut voor Atoom- en Molecuulfysica over de instelling van een lokale ondernemingsraad werd nog niet afgerond. De gecompliceerde overlegstructuur die in het voor¬ gaande is geschetst, betekent niet alleen dat over zaken die het personeel regarderen, met een groot aantal lichamen overleg zou moeten plaatsvinden maar ook dat sommige adviezen het Uitvoerend Bestuur zowel rechtstreeks als via de FPR zouden kunnen bereiken. Om deze complicaties te vermijden besloot het Uitvoe¬ rend Bestuur de FPR als COR te behandelen op het gebied van personeelszaken die voor FOM als geheel van belang zijn. Het behoort tot de taak van de FPR om voor zijn advisering de mening van de lokale overlegraden te peilen. Alleen de OR-Rijnhuizen, die als enige de formele status van ondernemingsraad heeft, adviseert rechtst.eeks aan het Uitvoerend Bestuur. Evenals in vorige jaren werden de vergaderingen van de FPR bijgewoond door dr. A. A. Boumans, directeur van FOM en drs. J. Heijn, eindredacteur van het interne communicatieblad van FOM, de 'Tweede Woordstroom'. De vergaderingen van de FPR-commissie Personele Zaken werden bijgewoond door drs. F.R. Diemont, adjunct-directeur en drs. L.C. Peek, centrale personeelfunctionaris. De FPR-commissie wetenschapsbeleid en structuur kwam in 1981 niet bijeen. De FPR wijst elk jaar twee vertegenwoordigers en een plaatsvervangend vertegenwoordiger aan voor de vergaderingen van de Raad van Bestuur, elk van de Commissies van de Werkgemeenschappen, de Speciale Commissies voor Theoretische Natuurkunde en Tech¬ nische Fysica en voor het volgen van de beleidsruimteprocedure. Zij ontvangen alle stukken die aan de leden van de genoemde lichamen, respectievelijk aan de belcidsruimtcjury, worden gezonden en nemen aan de vergaderingen deel. Op deze wij/.c beschikt de FPR
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
over alle informatie waarover de Raad van Bestuur en de commissies beschikken. In de overlegvergaderingen van de OR-Rijnhuizen met de ondernemer trad de bestuurder (d.i. de direc¬ teur van het instituut, prof.dr. C.M. Braams) op namens de ondernemer (d.i. FOM). Tweemaal nam tevens een delegatie van het Uitvoerend Bestuur en van de FOM-directie aan deze vergaderingen deel. In de overlegvergaderingen van de OR-(voormalig)IKO en de IR-sectie H traden de betrokken NIKHEF-directeuren namens de ondernemer op. Deze vergaderingen werden twee keer door een delegatie van het NIKHEFbestuur i.o. en FOM bijgewoond. Drs. F.R. Diemont trad af als voorzitter en lid van de Beleidsgroep Personeelszaken (BPZ). In zijn plaats benoemde de BPZ uit zijn midden drs. L.C. Peek tot voorzitter. Drs. Diemont woonde enkele van de vol¬ gende vergaderingen bij. De BPZ werkte ondermeer verder aan de in het vorig jaarboek genoemde 'Weg¬ wijzer personeelszaken FOM1. Drs. F.R. Diemont en drs. L.C. Peek organiseerden op gezette tijden het zogenoemde sociaal-management-overleg, waarin vraagstukken van personeels¬ beleid en -beheer met de instituutsdirecteuren werden besproken. Volgens de statuten van FOM dient de Raad van Be¬ stuur zich bij de besteding van de gelden die door de overheid (er beschikking worden gesteld, aan de door de overheid goedgekeurde loon- en salarisnormen te houden. Toen de overheid bij de vaststelling van het subsidie 1981 aan FOM rekening hield met inschaling van jonge academici op doorstroomposities in schaal 73 en in verband daarmee het subsidie kortte, stond de Raad van Bestuur geen andere weg open dan te beslui¬ ten om binnen FOM de nieuwe medewerkers in deze categor niet langer te honoreren volgens schaal 112 maar volgens schaal 73. Als ingangsdatum werd I juli 1981 vastgesteld. De OR-Rijnhuizen meende dat voor dit besluit de instemming van de ondernemingsraad was vereist, deed bij de Raad van Bestuur een beroep op nietigheid en diende bij de Algemene Bcdrijf.scommis.sic een verzoek tot bemiddeling in. De FPR en de andere raden van overleg steunden dc/c stappen. De Raad van Bestuur was met het ZWO-Bestuur van oordcel dat het ging om een verandering in de primaire arbeidsvoorwaarden die niel aan de ondernemingsraad ter instemming behoeft te worden voorgelegd. Een en ander was voor FOM aanleiding om de kantonrechter te Utrecht te verzoeken dit beroep ongedaan ie maken.
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
De kantonrechter willigde dit verzoek in. Daarna vroeg de OR-Rijnhuizen cassatie bij de Hoge Raad. Deze ver¬ klaarde de OR-Rijnhuizen niet ontvankelijk in zijn cassatieberoep tegen de beschikking van de kanton¬ rechter. Het loopbaanbeleid van wetenschappelijke medewer¬ kers bij universitaire FOM-werkgroepen was in een aantal vergaderingen van het Uitvoerend Bestuur onderwerp van bespreking. Het ging daarbij om sala¬ riëring in, respectievelijk bevordering naar de schalen 130 en 148 en bevordering op persoonlijke gronden. De discussie leidden tot de conclusie dat er geen aanlei¬ ding was wijziging aan te brengen in het beleid met betrekking tot het eerste punt zoals dat in de 'Weg.vijzer personeelszaken FOM* is weergegeven. Over bevordering op persoonlijke gronden lag een advies van de BPZ ter tafel dat de instemming van het Uitvoe¬ rend Bestuur verkreeg. FOM heeft vanouds voor wetenschappelijke mede¬ werkers salarisschalen die met een letter worden aange¬ duid. Enkele van deze schalen wijken enigszins af van vergelijkbare rijksschalen die door een cijfer worden aangeduid. In de laatste jaren heeft FOM deze laatste meer en meer toegepast. De Raad van Bestuur besloot met ingang van i juli 1981 bij elke aanstelling en schaalbevordering de cijferschalen te hanteren. Op verzoek van ZWO zullen aanstellingen in en bevorderingen naar schaal 150 en hoger voortaan vooraf ter goedkeuring aan ZWO moeten worden voorgelegd. In het vorig jaarboek werd uiteengezet dat een van de richtlijnen om gebruik te kunnen maken van de rege¬ ling vervroegd uittreden (VUT) vereiste dat men tien jaar ononderbroken ambtenaar in de zin van de ABPwet moest zijn geweest. Daardoor kon een aantal FOM-medewerkers hiervan geen gebruik maken. Op 1 oktober 1981 werd de Wet uitkering wegens ver¬ vroegd uittreden van kracht. De genoemde voorwaar¬ de werd daardoor gewijzigd in die zin dat men tien jaar ononderbroken in dienst van de betrokken instelling of organisatie moet zijn geweest, waarvan het laatst als ambtenaar in de zin van de ABP-wet. Hierdoor is aan het verschil van behandeling tussen FOM-mcdcwcrkers en ambtenaren mei betrekking lof de VUTregeling een einde gekomen. De minimum ingangslecftijd werd verlaagd tot «1 jaar. De uitvoering en finait cicring geschieden door het ABP. Naar aanleiding van cen voorstel van de FPR tot ver¬ nieuwing van hel internecommunicaiicblad van FOM,
3t
de 'Tweede Woordstroom' werd de status van dit blad onder de loep genomen. Nogmaals werd vastgesteld dat het blad is opgezet om personeelsleden en werk¬ groepleiders te informeren over wat er bestuurlijk in FOM omgaat en om daarover onderling van gedachten te wisselen; het is niet de bedoeling er een personeels¬ blad van te maken. Hierop dienen de gedragsregels van de redactie te zijn gebaseerd. De bijgaande tabel geeft een overzicht van de perso¬ neelsbezetting aan het eind van 1981.
Personeelsbezetting eind 1981 inclusief beleidsruimte en diverse projecten
wet. med.
techn. wet. adm. ass. huish.
Instituten Werkgroepen bij universiteiten en technische hogescholen (excl. NIKHEF sectie H en KV1) Bureau
211
16
402
212 7
1 —
87 37
Totale bezetting
430
17
526
Tot slot is een woord van dank op zijn plaats aan allen die door hun activiteiten hebben bijgedragen tot het functioneren van onze stichting in 1981. Het Uitvoe¬ rend Bestuur is bijzonder erkentelijk vcor de samen¬ werking die het ook dit jaar weer heeft ondervonden. Namens het Uitvoerend Bestuur, de directeur, A.A. Boumans
Publikatios C. Ie Pair: Personeelsbeleid, weten¬ schapsbeleid en wetenschapsonder¬ zoek. CSW-rapport, september 1981, p. 5. H.G. van Vuren: Kengetallen der
32
Technische Wetenschappen 1979. Een exercitie met betrekking tot diverse aspecten van het onderwijs en onderzoek aan de drie Technische Hogescholen in Nederland. 's-Gravenhage. november 1981. Bijdragen aan conferenties e.d. J. van Houten. H.G. van Vuren. C. Ie Pair. G. Dijkhuis: Diffusion of physicists to other academie disciplines in the Netherlands. In: 'Trends in physics 1981'. Papers presented at the Fitth General Conference of the European Physical Society. Istanboel, Turkije, 711 september 1981. Ed. I.A. Doro bantu. p. 1142. H. Benschoo. C. Ie Pair: The social framework of physics in the Nether¬ lands. Fifth General Conference on the European Physical Society. Istanboei. Turkije. 7-11 september 1981. Voordrachten C. Ie Pair: Sociale aspecten en procesti/d. Wetenschappelijke Kring. Schie¬ dam. 26 januari 1981. RAWB/FOM/STW-seminar 'Wetenschap als fenomeen'. C. Ie Pair: Over 'Communication m science'. Naar het boek van A.J. Mea¬ dows. London. Buttersworths. 1974. FOM bureau. Utrecht. 4 februari 1981. A. van Heeringen: Over Scientific productivity; the effectiveness of research groups in six countries'. Ed. F.M. Andrews. Cambridge. Cam¬ bridge University Press. 1979. RAWBbureau. Den Haag. 4 maart 1981. H. Benschop: Over Science since Babylon'. Naar het boek van D J de So I la Price. New Haven. Yale University Press. 1975. FOM-bureau. Utrecht. 6 mei 1981. M.C. van Oers: Internationale weten¬ schappelijke samenwerking. RAWBbureau. Den Haag. 3 juni 1981. H.G. van Vuren: Migratie van fysici naar andere academische disciplines in Nederland. FOM-bureau. Utrecht, 1 september 1981. K.S.M. Jurgens: Over 'Invisible colleges: Diffusion of knowledge in scientific communities'. Naar het boek van D. Crane, Chicago. 1972. RAWBbureau. Den Haag. 7 oktober 19C1 J. Heijn: Over 'Public knowledge; an essay concerning the social dimension of science. Naar het boek van J.M. Ziman, London. Cambridge University Press, 1968. FOM-bureau. Utrecht, 4 november 1981. B. Martin (Univ. Sussex). Assessing research performance: The case of electron high energy physics. FOMbureau, Utrecht. 2 december 1981.
Verslag van het Uitvoerend Bestuur
4 - **•»
•"y - - ~\-'*
/
x
'•-•A'
Financieel verslag
EXPLOITATIEREKENING Lasten (x ƒ 1.000) 1980
Lasten ( x ƒ1.000) 1981 Werkgemeenschap voor kernfysica: Personeelskosten Materiële kredieten
7.553,3 2.555,4
7.530,5 4.046,1
10.108,7
11.576,6 Werkgemeenschap voor Atoomfysica: Personeelskosten Materiële kredieten
2.301,8 395,0
2.192,1 501,5
2.696,8
2.693,6 FOM-Instituut voor A toom- en Molecuulfysica: (excl. TN III)
Personeelskosten Materiële kredieten Algemene en bedrijfskosten Project Flash-pyrolyse
7.772,3 1.084,3 1.116,5 260,6
7.431,1 2.787,4 1.335,0 302,4
10.233,7
11.855,9 Werkgemeenschap 'Metalen FOM-TNO': Personeelskosten Materiële kredieten
1.933,4 461,1
1.883,0 362,8
2.394,5
2.245,8 Werkgemeenschap voor Molecuulfysica: Personeelskosten Materiële kredieten
3.051,8 983,0
3.052,2 356,4
4.034,8
3.408,6 Werkgemeenschap voor de Vaste Stof: Personeelskosten Materiële kredieten
5.629,0 1.627,0
5.788,1 969,4
7.256,0
6.757,5 Werkgemeenschap voor Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica: Personeelskosten Materiële kredieten Algemene en bedrijfskosten
10.787,9 1.521,1 1.912,7
11.010,4 1.323,8 2.014,2
14.221,7
14.348,4 Werkgemeenschap voor Theoretische Hoge-energiefysica: Personeelskosten Materiële kredieten
1.035,0 35,1
1.143,6 37,9
1.070,1 7.251,9 3.859,1 1.746,4 12.857,4
34
1.181,5 Sectie Hoge-energiefysica van het NIKHEF: Personeelskosten Materiële kredieten Algemene en bedrijfskosten
7.929,1 3.465,0 2.996,0 14.390,1
Financieel verslag
Sectie Kernfysica van het NIKHEF:
Personeelskosten Materiële kredieten Algemene en bedrijfskosten
12.828,3 2.807,7 4.507,3
12.106,2 2.187,2 7.051,0 21.344,4
20.143,3 Werkgroepen Technische fysica: Personeelskosten Materiële kredieten
383,4 197,0
594,0 207,5 801,5
580,4 168,3 527,0
Werkgemeenschap voor Halfgeleiders: Personeelskosten Materiële kredieten
481,2 1.814,5
Kosten commissies Algemene kosten Bestuurskosten
186,1 264,6 3.797,2
2.295,7
695,3 196,3 251,8 3.759,9
4.247,9
4.208,0 154,0 228,0 277,7 832,6 — — — 1.452,4 93.445,4
Baten ( x ƒ 1.000) 1980 84.380,0 788,0 560,0 301,8 5.128,2 100,0 371,6 — 38,0 20,0 — 10,0 25,0 — — 447,7
Vervanging werktuigmachines Onroerend-goedbelasting BTW-compensatie Euratom inzake ECN Bijdrage aan JET ZWO-fonds Begrotingsreserve Halfgeleiders Overschot
Nederlandse Organisatie ZWO Ministerie van O en W Minister van Wetenschapsbeleid Ministerie van Ec. zaken Europese Gemeenschap Rijksinstituui voor de Volksgezondheid Philips Eindhoven Rijksuniversiteit, Groningen LEP, Parijs TH, Delft HVEE, Amersfoort Drukker, Amsterdam Hazemeijer STW ARNAT Overige inkomsten
1.300,0 1.000,0 1.244,0 326,7 102.766,3
Baten ( x ƒ 1.000) 1981 87.999,0 919,5 3.200,0 558,2 5.606,6 100,0 265,0 970,0 28,0 150,0 447,0 3,7 695,3 100.942,3
92.170,3 1.204,6 70,5 93.445,4
627,0 1.121,1
BTW-teruggave Vervallen reserveringen Overschot voorgaande jaren
329,0 610,0 885,0 102.766,3
' is npgcnomcn onder maieriële kredieten.
Financieel verslag
35
INVESTERINGSREKENING Lasten ( x ƒ 1.000) 1980 (vastgestelde begroting) p.m. 636,0 2.858,0 865,0 500,0
1981 (vastgestelde begroting) Bouw en inrichting: Sectie Kernfysica van het NIKHEF Grote apparatuur instituten: FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuul fysica (incl. TN III) FOM-Instituut voor Plasmafysica IKO / NIKHEF sectie K NIKHEF sectie H Kernfysisch Versneller Instituut
p.m. 567,0
1.680,0 894,0 1.300,0
4.859,0 250,0 55,0 120,0 102,0 1.211,0
100,0 1.838,0 6.697,0
36
4.441,0 Grote apparatuur werkgemeenschappen excl. instituten: Werkgemeenschap voor Kernfysica Werkgemeenschap voor Atoomfysica Werkgemeenschap 'Metalen FOM-TNO' Werkgemeenschap voor Molecuul fysica Werkgemeenschap voor de Vaste Stof Werkgroepen Technische Fysica
100,0
300,0 400,0 4.841,0
Financieel verslag
Baten (x ƒ1.000) 1980 (vastgestelde begroting)
1981 (vastgestelde begroting) Subsidies van ZWO:
p.m. 4.225,0 1.500,0 972,0
Bouw en inrichting Gewoon investeringssubsidie Extra investeringssubsidie
Euratom-bijdrage O <& W/RUG, inzake ECRIS-bron
6.697,0
Financieel verslag
p.m. 2.453,0 979,0 409,0 1.000,0
4.841,0
37
Toclkfclwic
Door het op tijd gereed kernen van het Financieel Jaarverslag 1981. zijn nu de exploitatierekeningen van zowel 1980 als 1981 naast elkaar vermeld. De cijfers van de exploitatierekeningen, die betrekking hebbei. op 1980 en 1981 werden ontleend aan resp. het Financieel Jaarverslag 1980 en 1981. De beide finan¬ ciële jaarverslagen werden door Blömer en Co.. registeraccountants te Utrecht, gecontroleerd en door de Raad van Bestuur van de Stichting FOM goedge¬ keurd. De genoemde Financiële Jaarverslagen liggen op het FOM-bureau ter inzage. De cijfers van de investeringsrekening werden ont¬ leend aan de vastgestelde begroting 1980 en 1981. welke ook door de Raad van Bestuur werd goed¬ gekeurd. Exploitatierekening
Onder LASTEN zijn onder meer de kosten van de werkgemeenschappen opgenomen, alle gesplitst in personeelskosten, materiële kredieten en eventuele andere kosten. De personeelskosten omvatten sala¬ rissen en toelagen alsmede het werkgeversaandeel in pensioenpremies en sociale lasten. De materiële kre¬ dieten zijn bestemd voor de aankoop van instrumenten e.d. Bij de werkgemeenschap voor Thermonucieair Onderzoek en Plasmafysica vindt men bovendien de algemene en bedrijfskosten van hel onder deze werk¬ gemeenschap ressorterend FOM-Instiluut voor Plas¬ mafysica afzonderlijk vermeld. Dit laatste geldt even¬ eens voor het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica, dat relaties heeft met verschillende werk¬ gemeenschappen, maar geen deel uitmaakt van een bepaalde werkgemeenschap. Met ingang van I januari 1981 zijn de kosten van het voormalig IKO, onder¬ gebracht onder 'sectie Kernfysica van het NIKHEF', en is in dit verslag geen aparte verantwoording meer van het IKO. De post kosten commissies heeft betrek¬ king op uitgaven ten behoeve van de commissies van de werkgemeenschappen, de beleidscommissies voor de FOM-institulen, de subcommissies e.a. Onder algemene kosten vallen verzekeringen, belastingen, kosten van buitenlandse reizen, alsmede controle en keuringen. De bestuurskoslen omvatten de perso¬ neelskosten en kantoorkosten van het bureau, de reis¬ kosten ten behoeven van het bestuur, uitgave van het jaarverslag, controle van de boekhouding ca.
wetenschappelijk Onderzoek (ZH'O). Met de Euro¬ pese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) bestaat een associatie-contract over plasmafysica en beheerste kernversmelting. Volgens dit contract draagt Euratom 25** bij in de exploitatiekosten van het FOM-Instiiuut voor Plasmafysica en de werk¬ groepen TN III. VI en VII. alsmede 20*« in de inves¬ teringen van bepaalde projecten. Philips verleende een bijdrage aan een onderzoek in het FOM-instif uut voor Atoom- en Molecuul fysica, het Ministerie van Volks¬ gezondheid en Milieuhygiëne en het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid dragen bij in de kosten van een ander project dat in dit instituut wordt uitgevoerd. De overige posten spreken voor zichzelf. De Minister van Economische Zaken verleent nog steun aan enkele projecten op het gebied van de technische natuur¬ kunde. Van Wetenschapsbeleid word! subsidie ont¬ vangen voor de Werkgemeenschap Halfgeleiders, een lump sum voor de financiering voor enkele pro¬ jecten van het programma voor technische natuur¬ kunde en innovatie, alsmede voor enkele projecten van het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuul fysica. lnvtsteriiigsrekrninj> Onder dit hoofd vallen de uitgaven van nieuwbouw en inrichting van laboratoria alsmede aankoop van wetenschappelijke basisapparatuur. Dit zijn grote installaties en apparaten, die niet uii het normale exploitatiebudget kunnen worden aangeschaft. De in de~e slaat vermelde bedragen zijn de cijfers van de vastgestelde begrotingen van die jaren. De eindaf¬ rekening van deze posten vindt niet per begrotingsjaar maar per object plaats.
Onder BATEN vindt men onder andere de subsidies, waaruil de kosten worden bestreden. Het belangrijkste is dat van de Nederlandse Organisatie voor /.uiver¬
38
Financieel verslap
Verslag FOM-personeelsraad
Samenstelling Wegens de teleurstellende wijze waarop de contacten tussen de FPR en de bestuursorganen van FOM waren verlopen, overwoog de raad aan het eind van de zit¬ tingstermijn '79-80 deze vorm van personeelsvertegenwoordiging te beëindigen. Slechts na lang beraad werd, met het oog op overbrugging van de periode tot de instelling van een Centrale Ondernemingsraad, besloten nog éénmaal een personeelsraad te formeren. Echter, van de oude bezetting van de raad stelde zich niemand herverkiesbaar. Daarom begon in januari 1981 de raad met een volledig nieuwe samenstelling. Alle groepen binnen FOM waren in de gelegenheid om óf op directe wijze via vertegenwoordigers (geldend voor de universiteiten, AMOLF, en NIKHEF-H) óf op indirecte wijze via waarnemers (geldend voor de ORRIJI.huizen en 'OR'-IKO) deel te nemen aan de verga¬ deringen. Het personeel van het FOM-bureau te Utrecht wenste géén gebruik te maken van de vertegen¬ woordiging. Het aantal (8) en de duur van de plenaire FPR-vergaderingen werd tot een minimum beperkt: vele zaken werden afgehandeld in de efficiëntere vorm van bij¬ eenkomsten in kleiner verband.
De waarnemers bij de werkgemeenschapsvergaderin¬ gen en de door de lokale OR's aangewezen directe ver¬ tegenwoordigers uit hun eigen adviescommissie vor¬ men, samen met mogelijke externe deskundigen, het adviesorgaan op wetenschappelijk gebied. De raad stelde voor de adviseringsprocedure voor per¬ soneelszaken doelmatiger en sneller te laten verlopen door de FPR hierin de coördinerende rol te laten over¬ nemen. Het UB stemde hiermee in en besloot de FPR aangaande de personeelsaangelegenheden als COR te gaan behandelen. Bezuinigingen Geconfronteerd met de in de loop van het verslagjaar aangekondigde bezuinigingsmaatregelen sprak de raad herhaaldelijk zijn verontrusting uit over het ont¬ breken van enige vorm van lange termijnplanning. Een nieuwe verlaging van de aanvangssalarissen van doorstroommedewerkers was voor de enige officieel erkende OR binnen FOM (OR-Rijnhuizen) aanleiding tot een gerechtelijke procedure. Anticiperend op toe¬ komstige reorganisaties stelde de raad aan FOM voor om over te gaan tot de instelling van een centrale vacaturebank. Funclieclassificatie
Centrale Ondernemingsraad De instelling van een COR bevond zich in het verslag¬ jaar in een impasse. De noodzaak van de constructie van een tweede, erkende, OR vormde een aanzienlijk struikelblok voor de oprichting van een COR. De FPR ging, in afwachting van de instelling van zo'n OR op het NIKHEF, verder met de voorbereiding van de toekomstige COR-adviescommissies. Een regle¬ ment voor de wetenschappelijke adviesraad (WAR) werd door een FPR-commissie opgesteld, Het voorstel probeert zo optimaal mogelijk gebruik te maken van de reeds bestaande informatiestructuur.
FOM-personeelsraad
De resultaten van een enquête, van enige jaren geleden onder FOM-personeel, gaven aan dat herziening en verduidelijking van salaris- en functiestructuur hoog op de wensenlijst van de FOM-medewerkers prijkten. Sedertdien gevoerde discussies mondden uit in een voorstel tot de invoering van een functieclassificatie¬ systeem. In het kader van haar nieuw verworven coördinaiieopdracht heeft de FPR de inventarisatie van de diverse meningen op zich genomen. Uit ter plaatse be¬ legde hoorzittingen of uil direct overleg met de verte¬ genwoordiging kon de volgende conclusie worden getrokken:
39
1. De universitaire werkgroepen volgen bij voorkeur het personeelsbeleid van de universiteiten. Dit houdt op langere termijn de invoering van het functieclassifi¬ catiesysteem van de overheid in. 2. Werknemers bij de instituten ondervinden de in¬ voering van zo'n classificatiesysteem als zeer bedrei¬ gend. Zij zijn echter óók ontevreden over delen van het huidige systeem en wensen meer duidelijkheid in speci¬ fieke onderdelen zoals bijvoorbeeld het bevorderingsbeleid. Een uitzondering vormt het FOM-instituut te Rijnhuizen, waar op voorstel van de OR reeds gestart is met het maken van functiebeschrijvingen. In nauwe samenwerking met haar commissie Perso¬ nele Zaken werden de adviezen van de lokale raden verzameld en besproken. De FPR concludeerde in haar samenvatting aan de BPZ dat invoering van func¬ tieclassificatie voor de FOM-organisatie als geheel blijkbaar niet gewenst is. Slotopmerkingen
Bovenstaand beknopt verslag belicht slechts een deel van een breed scala van onderwerpen, Waaronder de evaluatie van de BPZ, de evaluatie van de Wegwijzer Personeelszaken FOM en de sollicitatiecode, die bin¬ nen de raad of in een van haar commissies werden besproken. Dat veel van het genoemde èn niet genoem¬ de werk niet mogelijk zou zijn geweest zonder de hulp van vele anderen binnen en buiten FOM spreekt wel haast vanzelf. Een woord van dank aan hen mag hier dan ook niet ontbreken. Het werk zou ook niet moge¬ lijk zijn geweest als de contacten tussen FPR en bestuursorganen van FOM niet verbeterd zouden zijn ten opzichte van het jaar ervoor, hoewel de raad van mening is dat dit overleg altijd voor verbetering vat¬ baar is.
Namens de FOM-personeelsraad, C.J. van der Poel
voorzitter
40
Samenstelling van de personeelsraad en zijn commissies was in 1981 als volgt: FPR W.T.L. Bisseling P.J.M, van Bommel PA. Hoppe R.C.M v.d. Heyden Mevr. S. Kiel, tot 1 juli E. Kok, tot 1 september P. Kruit H. v.d. Mark C.J. v.d. Poel, voorzitter AG Veen, vanaf 1 juli J. Verhoeven, secretaris L.W. Wiggers Oe vergaderingen werden voorts bijge¬ woond door de directeur van FOM, A.A. Boumans. of zijn plaatsvervanger FR. Diemont, en de eindredacteur van de Tweede Woordstroom J. Heijn. Als waarnemer van de OR-IKO nam E.W.A. Lingeman deel aan het overleg. Voor de ORRijnhuizen waren W.J. Mastop en B.J. Grobben respectievelijk JA. Hoekzema aanwezig. Commissie Personele Zaken A. Bal kenende D.A. Bergman (coördinator) W.T.L Bisseling R. Blokzijl B.J. Grobben A.P. de Haas G. Mennenga C.H. van Oven A.Smit Namens de directie van FOM werden de vergaderingen bijgewoond door LC. Peek. Ad-hoc commissie Wetenschappelijke Adviesraad D.A. Bergman R.T. Jongerius P. Kruit J.C.fV. Sprenkels (coördinator) L.W. Wtggers Namens de FPR in de UB-commissie Ad-hoc FOMCOR P.J. van Deenen B. Jongejans P.WF. Louwrier W.J. Schrader
FOM-personeelsraad
Zakelijk/organisatorische verslagen WERKGEMEENSCHAPPEN EN INSTITUTEN
Kernfysica
1. 1.1. Doelstelling De Werkgemeenschap voor Kernfysica - een voortzetting van de oudste kern van FOM-onderzoek - heeft tot doel: a. zuiver-wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de kernfysica te beoefenen; b. het kernfysisch werk in Nederland te coördineren. Voorzover mogelijk wordt hierbij ook betrokken het onder¬ zoek dat buiten FOM-verband plaats¬ vindt; c. meetmethoden en instrumenten voor het kernfysisch onderzoek te ontwerpen en te perfectioneren; d. fysici, ingenieurs en hulpkrachten op het gebied van de kernfysica op te leiden; e. hulp bij het toepassen van kernfysica op technisch, medisch en ander gebied te geven.
2. Speurwerk Het kernspectroscopische onderzoek aan de Vrije Universiteit (K II) met directe reacties richtte zich vooral op het verkrijgen van informatie over de golffuncties die de grondtoestand en de aangeslagen toestanden van kernen beschrijven. Als projectiel werden daarbij zowel waterstof- en heliumkernen als elektronen gebruikt, als versneller de beide Amsterdamse versnellers, het KVI-cyclotron en enkele buitenlandse elektronenversnellers. Van de onderzochte kernen worden hier genoemd: " S i , *°Zr, "'Sn, "'Pb en '"Sr; in het laatste geval werd vooral het effect van -gat-excitaties nagegaan. Elektron-gammaspectroscopie werd dit jaar weer uitgevoerd in samenwerking met het KVI; van de vroeger vermelde som-spectrometer werd daarbij een dankbaar gebruik gemaakt. Hoge-spintoestanden werden bestudeerd bij neutrondeficiënte lood-nucliden en verder bij Sb-, Te-, Sm- en Sn-nucliden.
42
Het samenspel tussen collectieve en onafhankelijke deeltjesvrijheidsgraden stond daarbij centraal. Het onderzoek op het gebied van de middelhoge energiekernfysica bij K II concentreerde zich verder op het NIKHEF en MEA. Over het onderzoek met versnelde elektronen kunnen hier de eerste metingen worden vermeld over 180°-verstrooiing aan "'Pb en over inelastische verstrooiing aan " N i . De constructie van het pionenkanaal vorderde; het jaar 1982 zal, naar is te hopen, het laatste constructiejaar worden; parallel aan deze constructie worden de faciliteiten voor het pionenonderzoek opgebouwd. Het theoretische onderzoek richtte zich op de wisselwerking van pionen met atoomkernen en op kernmodellen. De invloed van medium-effecten (paultprincipe, binding) op de verstrooiing bij lage energie aan 'He en "O werd verder onderzocht. Verstrooiingslengten voor deze processen werden berekend en vergeleken met experimentele waarden. Een berekening van landauparameters In kernmaterie werd uitge¬ voerd, met inachtneming van de A-iso baarvrijheidsgraden. Het bleek dat 'crossed-channel'-renormering van de effectieve nucleon-nucleonwissel¬ werking een zodanig effect heeft dat het optreden van pioncondensatie, ook bij enkele malen de normale kernmateriedichtheid, vrijwel uitgesloten moet worden geacht. In K III (Kernfysisch Versneller instituut te Groningen) werd de mogelijke rol van p-bosonen {naast f-bosonen) in de beschrijving van laaggelegen toestan¬ den met negatieve pariteit met het IBAmodel getoetst met inelastische protonverstrooiing van '"Sm en "'Gd. Het bleek dat de toevoeging van p-bosonen niet nodig is. Wel was het nodig g-bosonen toe te voegen voor de beschrijving van hoger gelegen toestanden met positieve pariteit in '"Gd. Uit (p, t)-rea;ties bleek deze
toevoeging voor lager gelegen toestan¬ den niet nodig te zijn. Gekoppeldekanalenberekeningen gaven een goede beschrijving van grondtoestandbanden, 0-, v- en K- = 0 -banden in '"Sm. Nieuwe experimentele resultaten aan het verval van reuzenresonanties in lichte kernen wijzen erop dat de voor achter-asymmetrie van het verval van de quadrupoolresonantie kan worden verklaard door coherente interferentie met quasi-elastische knock-outprocessen. DWBA-berekeningen bleken in betere overeenstemming te zijn met de hoekcorrelaties dan PWBA-berekeningen. Succesrijke inelastische a-verstrooiingsmetingen zijn gedaan bij 0° aan " C en "Ca met behulp van de magnetische spectrograaf. Omdat bij deze hoek de excitatie van monopoolresonanties zowel absoluut als relatief maximaal is, zullen deze kunnen leiden tot een beter begrijpen van de monopoolsterkte in deze kernen. Studies aan het splijtingsverval van isoscalaire reuzenresonanties in actinidekernen werden voltooid met metingen buiten het reactievlak. Deze bevestigden eerdere conclusies over de gereduceerde splijtingswaarschijnlijkheid van deze resonanties. (JHe, d>- en (d, 3He)-experimenten werden uitgevoerd voor een toets van het supersymmetriemodel in " J Os, '"Pt en ""Hg. De gevonden spectroscopische sterkten tonen een sterke afwijking aan van voorspellingen met dit model. In de 'stripping'-reacties werd een systema¬ tische sterke aanslag gevonden voor een (1,2)'-toestand bij 2,5 - 3,0 MeV. De studie van opbreekreacties is voort¬ gezet met zowel 'He- als 'He-projectiel¬ kernen. Naast de beschrijving van het elastische en inelastische opbreken en 'breakup-transfer'-reacties van 'He is een begin gemaakt van de beschrijving van zogenoemde 'absorptive breakup', waarbij een van de deeltjes door de kern wordt geabsorbeerd. Direct opbreken
Kernfysica
van Q deeltjes bij 65 MeV bleek een orde van grootte minder frequent voor te komen dan voor 'He (sequentieel ejectielverval is hier de dominante reactie). Het experimentele onderzoek aan het mechanisme van zware-ionenreacties werd voortgezet met deeltje-deeltjecorrelatiemetingen aan "N + '"Tb. 2owel in als uit het reactievlak. Deze bevestig¬ den de aanwezigheid van ongecorre¬ leerde opbreekreacties naast sequen¬ tieel verval. Nieuw was het meter» van incomplete-fusiereactiesmet behulpvan coïncidentiemetmgen tussen zware ionen en K-röntgenemissie. De experimenten met a- en "C-bundels voor onderzoek van de quasi-continuumgammastraling zijn afgerond. Een energie-somspectrometer (in samen¬ werking met de VU) werd in gebruik genomen met enige testexperimenten waarbij de excitatie-energieën van begintoestanden voor y-verval na fusie¬ reacties zijn vergeleken met resultaten verkregen met het multipliciteitsfilter. Voortgezette 'in-beam-elektronenspectroscopie aan "'U toonde aan dat een tweede p-band, evenals de eerste p-band, vervalt naar de grondtoestands¬ band met snelle EO-overgangen. Testmetingen met een bhabhapolarimeter gaven reeds resultaten die de mogelijkheden voor een V+ A-bijdrage tot de elektro-zwakke wisselwerking significant beperken. De inzet van een verbeterde bhabhaverstrooier vergrootte de polarisatiegevoeligheid en opent de mogelijkheid tot een bijdrage aan basis¬ onderzoek naar unificatietheorieën. Een groot deel van de onderzoek¬ activiteiten van de theoriegroep was gericht op de toepassing van algebra¬ ïsche technieken voor de beschrijving van collectieve eigenschappen van atoomkernen en andere veel-deeltjessystemen. Op het gebied van kern¬ structuuronderzoek werd gewerkt aan verdere toepassingen en uitbreidingen van het kernmodel van wisselwerkende bosonen (IBA-model). Als nieuwe ontwikkelingen kunnen onder andere worden genoemd: de voorgestelde algebraïsche beschrijving van a•clustering' in zware kernen, de bereke¬ ning van magnetische eigenschappen van collectieve toestanden in termen van het IBA-model voor neutronen en protonen, en onderzoek aan de toepas¬ sing van het supersymmetrie-classificatieschema voor kernen van oneven A. Het succes van het IBA-model heeft ook de toepassing gestimuleerd van groepentheoretische methoden op de
Kernfysica
beschrijving van eigenschappen van andere fysisch > systemen. Aangetoond is dat de rotatie-vibratievrijheidsgraden van lineaire moleculen kunnen worden beschreven in termen van de dynami¬ sche O(4)-symmetrie. Een ander belangrijk deel van het theoretische onderzoek was gewijd aan de studie van relativistische zware ionenbotsingen. Met gebruikmaking van de boltzmannvergelijking is het mogelijk een systematische en consistente beschrijving te geven van verscheidene waargenomen eigenschappen, inclusief de vorming van samengestelde deeltjes. Begonnen is met een uitgebreide studie van de effectieve nucleon-nucleon- en nucleon-isobaarinteracties in een dicht nucleair medium. Deze worden berekend uit fundamentele 'one-boson exchange'diagrammen in een relativistische versla van de Bethe-Brueckner-Goldstonevergelijking. De bouw van een nieuwe extractor voor het cyclotron heeft het stadium bereikt voor bundeltests. De vernieuwing van de voedingsapparatuur voor de correctie¬ spoelen van het cyclotron verloopt voorspoedig. De toepassing van een computer voor het bedienen van cyclo¬ troncomponenten heelt het stadium bereikt waarin reeds enkele compo¬ nenten via het nieuwe bedienings¬ systeem worden bediend. Een van de diffusiepompen van het cyclotron werd door een cryopomp vervangen. De techniek van het meten van inelastisch verstrooide a-deeltjes bij een verstrooiingshoek van 0 graden is zeer aanzienlijk verbeterd. Dit maakt het mogelijk om rnelastische spectra te bestuderen waarin naar verwacht het aandeel van monopoolresonanties sterk is; metingen rijn uitgevoerd naar het verval van hoog aangeslagen toestanden van Ca en Mg in het kader van het onder¬ zoek na?r monopoolsterkte in lichte kernen. Binnenschilexcitaties van Pb-atomen door o-deeltjes (50 MeV) zijn uitgevoerd door in coïncidentie het inelastisch verstrooide a-deeltje en de K-röntgenstraling te meten. Om de inelastisch verstrooide a-deeltjes te detecteren in het beeldvlak van de magnetische spectograaf is een aparte detector ontwikkeld, die de grote telsnelheid van de elastisch verstrooide deeltjes goed kan verwerken. Om de experi¬ menten uit te voeren met lichtere trefplaatkernen is een goede energie¬ scheiding absoluut noodzakelijk. Daartoe is het energie-analysesysteem van de cyclotronbundel uitvoerig getest en verbeterd.
Voor de analyse van experimentele meetgegevens kon in 1981 volledig worden overgeschakeld van de twee oude PDP-15-installaties naar het in 1980 aangeschafte VAX-11/7890-computersysteem. De ontwikkeling van een nieuwe CAMAC-'ir.terface' en de bijbehorende programmatuur heeft de uitvoering van experimenten met een groter aantal parameters dan voorheen mogelijk gemaakt. Zolang er nog geen extra middelen beschikbaar zijn voor de bouw van een supergeleidende naversneiier wordt in de werkgroep K V (Utrecht) de aandacht geconcentreerd op het verbeteren van de tandem. Na het vervangen van een deel van de versnellerbuizen door een nieuw type, kan nu tot 7 MV worden gewerkt. Grotere bundelstromen zijn nu mogelijk en op dit punt is een verdere verbetering te verwachten indien het nieuwe ionenbronsysteem waarmee een hogere injectie-energie kan worden bereikt, gereed is. Verder wordt gewerkt aan de 'pre-tandem buncher' en voorberei¬ dingen zijn getroffen voor de bouw van een supergeleidende 'post-tandem buncher'. De verbetering van de tandem zal ook het "C-werk ten goede komen. De structuur van de laagliggende 0'toestanden in Ge zijn onderzocht met de (p, t)-reactie bij subcoulombenergieën. Hierbij zijn duidelijke aanwijzingen voor neutronenexcitaties en tweestapsprocessen gevonden. Onderzoek naar het mechanisme in de reactie "C + "C geeft aanleiding tot de veronderstelling van de pre-fusiecomponent. Het gebruik van twee comptononderdrukkingsspectrometers (CSS) met grote openingshoek (120 msr ieder) bij v-r coiïicidentiemetingen in reacties met zware ionen biedt opmerkelijke mogelijk¬ heden voor de studie van toestanden met hoge spin in lichte en zware kernen en voor onderzoek aan gammacontinuumstraling. De CSS blijkt ook nieuwe mogelijkheden te openen bij de bestude¬ ring van vangstreacties. Een speciaal ontwikkeld zware-ionendetectiesysteem is gereedgekomen en heeft de detectie van "C-ionen uit recent organisch materiaal mogelijk gemaakt. Hiermee is een gevoeligheid bereikt beter dan 1:10". Dankzij de grote bundelintensiteit blijkt het mogelijk te zijn met de 1MV-Vandegraaffversneller "C-activiteiten te produceren die bruikbaar zijn voor medische en biologische toepassingen. De ontwikkeling en toepassing van een nieuwe methode voor translatieinvariante berekeningen aan 1p-schil-
43
kernen is zeer succesrijk gebleken en kan verder worden uitgebreid tot 2huexcitaties. Onderzoek naar relaties tussen het scnülenmodel en het collectieve rotationele model aan een aantal fpschil-kernen heeft interessante infor¬ matie geleverd. Het theoretische onderzoek in de werkgroep K VI (Utrecht) was gericht op de statistische beschrijving van de spectroscopie van veel-deeltjessystemen. Het bleek dat ook voor nietscalaire tensoroperatoren de momenten voor toestanden van vaste spin en isospin konden worden uitgewerkt zonder gebruik te maken van de corres¬ ponderende eigenfuncties. De noodza¬ kelijke expliciete uitdrukkingen kunnen zonder benadering alle diagrammatisch worden weergegeven. De verdelingen van Ml-, E2- en E4-overgangen werden voor enkele gevallen numeriek uitgewerkt. Nog voor het eind van het jaar kon bij de werkgroep K VIII (Eindhoven) de ver¬ nieuwde gepolariseerde-protonenbron in gebruik worden genomen. Bij de eerste experimenten bleek dat de kwaliteit van de gepolariseerde bundel (produkt van stroomsterkte en kwadraat van de polarisatiegraad) met ongeveer een factor 4 is toegenomen. Verdere verbetering hiervan lijkt tot de moge¬ lijkheden te behoren. Een beschrij¬ ving van (p, dl-reacties rond 100 MeV werd opgesteld met behulp van een realistische G-matrix. De resultaten van een hierop berustende analyse van de reactie "Mg(p\ d) "Mgf/a'; 2,36 MeV) zijn in goede overeenstemming met het experiment dat voor de meer conven¬ tionele analysemethode een notoire discrepantie opleverde. Door polarisatiemetingen werd in de werkgroep K IX (ECN, Petten) voor ói reactie "Na{n, Y) aangetoond dat de kleine component die via kanaalspin 2' verloopt waarschijnlijk als direct proces dient te worden verklaard. Door toepas¬ sing van het statistische model van de atoomkern kon het "Sc(n, -yj-spectrum worden begrepen in termen van het reuzenresonantiemode' Ook voor de reacties " " "Ti(n, y) is nu het vangstmechanisme vastgesteld en uit de spectra van de (n, v)-reactie (gecombi¬ neerd met de (d, p(-spectra) is afgeleid dat hier sprake is van 'doorway'-, poten¬ tiaal- en valentievangst. Een tiental spins is toegekend aan p-toestanden van de kern "Cu met behulp van gammapolan.rtetrieen er zijn vervalschema's opgesteld voor de kernen M "Cu. Met gepolariseerde "Cu-kemen werden experimenten
44
uitgevoerd aan de reactie "Cu(n, y). In de werkgroep K/VS X (LAN, Gronin¬ gen) werd een nieuw soort mössbaueronderzoek begonnen. Tussen de door frequentiemodulatie opgewekte zijbanden van de 27,8 keV gammastraling van '"I werden quantumzwevingen waargenomen wanneer de centrale frequentie wordt onderdrukt. Veranderingen in de vorm van het spectrum van de quantumzwevingen geven een zeer gevoelige maat voor kleine isomerieverschuivingen. In de werkgroep K XI (Delft) werd het gehele jaar besteed aan modificatie v=»n de spectrometer.
3. Onderwerpen van onderzoek WERKGROEP K i l
Amsterdam - Natuurkundig Laborato¬ rium der Vrije Universiteit, prof.dr. J. Blok, prof.dr. R. van Wageningen 1. Onderzoek met behulp van het AVFcyclotron 1.1. Directe reacties; inefastische verstrooiing en overdrachtsreacties 1.2. Gamma- en elektronspectroscopie; nucliden rond Z = 50 en uit zeldzameaardengebied 1.3. Randgebieden (sporenonderzoek door middel van proto.igeïnduceerde röntgenfluorescentie) 2. Middelhoge-energiekernfysica 2.1. Inelastische elektronen¬ verstrooiing 2.2. Onderzoek met pionen en muonen (CERN; SIN) 3. Theorie 3.1. Pion-atoomkernwisselwerking 3.2. Kernmodellen WERKGROEP K III Groningen - Kernfysisch Versneller Instituut, prof.dr. rt.H. Siemssen, prof.dr. A. van der Woude 1. Experimenteel onderzoek 1.1. Kernstructuur van zeldzame aarden met behulp van inelastische protonen¬ verstrooiing 1.2. Verval van reuzenresonanties in lichte kernen met behulp van inelasti¬ sche «-verstrooiing 1.3. Diepgebonden gattoestanden in Pd en Sn isotopen met ('He, o) reacties 1.4. Hoge-spin toestanden in ""Sn met diverse reacties 1.5. Protonoverdrachtsreacties in het Pt-massagebied 1.6. Oe rol van de i „ „ schil in (a, ]He)reacties in lichte zeldzame aarden 1.7. Verval van collectieve toestanden in lichte zelfgeconjugeerde kernen met ;3He, t)-reacties 1.8. Kernstructuur in (middel-)zware kernen met behulp van (d, *Li) reacties
1.9. Het mechanisme van (p. t) reacties op zware kernen 1.10. Kernsplijting in actinidekernen geïnduceerd door inelastische verstrooiing en directe reacties 1.11. Reactiemechanismen van door 'He en *He geïnduceerde opbreekreacties in lichte kernen 1.12. Onvolledigefusiereacties en opbreekreacties geïnduceerd door zware ionen 1.13. 'Entry states' en 'quasi-continuum' v-straling in door "C geïndu¬ ceerde fusiereacties 1.14. Gamma-en elektronspectros¬ copie aan hoge-spintoestanden in lichte Pb-isotopen 1.15. Hoge-spintoestanden en collec¬ tieve traagheidsmomenten in Hf- en Wisotopen met Y-v-correlatie-experimenten 1.16. Elektrische monopoolovergangen in actinidekernen met 'in-beam' gamma- en elektronenspectroscopie 1.17. O'-toestanden in kernen met N > 50 en Z < 50 1.18. Spectroscopie in "'Hf uit het vervai van 30j '"Hf" 1.19. Binnenschilexcitaties van atomen door snell- ionen 1.20. Elektrozwakke wisselwerking; beta-polarisatie van fermi- en gamovtellerovergangen 1.21. Landelijk onderzoek naar de radonconcentraties in gebouwen 2. Theoretisch onderzoek 2.1. Macroscopische beschrijving van collectieve toestanden met het 'Interacting Boson Model' (IBM) 2.2. Microscopische beschrijving van parameters in het IBM, berekening van magnetische momenten 2.3. Dynamische supersymmetrieön in kernen 2.4. Beschrijving van a-clustering in zware kernen 2.5. Algebraïsche beschrijving van moleculaire spectra 2.6. Berekening van Smatrix met behulp van a gebraïsche technieken 2.7. Reactietheorie van kern-kern¬ botsingen bij relativistische energieën 2.8. Effectieve nuclecn nucleon en nucleon-isobare werkzame doorsneden in een nucleair medium en de invloed van pioncondensatie 2.9. Theoretische beschrijving van isoscalaire dipoolexcitaties 2.10. Alfa- en protonverval van reuzenresonanties 3. Instrumenteel onderzoek en ontwikkeling 3.1. Bouw en test van een nieuwe extractor voor het cyclotron 3 2. Nieuwe elektronische apparatuur voor het cyclotron 3.3. Instrumentale voor h.f.-fasemetingen aan de inwendige bundel 3.4, Computerbediening van het
Kernfysica
cyclotron; opbouw van 'hardware' en 'software' 3.5. Studies aan het cyclotroncentrum 3.6. Ontwikkeling van een zware ionenbron van het 'PIG'type 3.7. Ontwerp en opbouw van het axiale injectiesysteem 3.8. Opstelling van een zware ionenbron van het cCRIS-type en voorbereiding voor atoomfysisch onderzoek met deze bron 3.9. Verbetering van het bundeltrans¬ portsysteem door de analyselijn; onder¬ drukking van storende bundelcompo¬ nenten ten behoeve van metingen bij 0° met de magnetische spectrograal 3.10. 'Hardware' en 'software' voor de computersystemen voor data-opnarre en -analyse 3.11. 'Focal-plane' detectoren voor de magnetische spectrograaf 3.12. Verbeteringen aan ds bhabhapolarimeter 3.13. Constructie van een viervoudig mini-orange' elektronendetectie¬ systeem
FOM-verband) 3. Kernreacties (gedeeltelijk buiten FOM-verband) 4. Theoretisch onderzoek (buiten FOMverband)
odd A nuclei. Nucl. Phys. A366 (1981) 384 P.W.F Alons. HP. Blok. J.F.A. van Hienen. J. Blok: Coupled-channels analysis of the "Mglp,p')!tMg reaction at 24.0 MeV. Nucl. Phys. A367 (1981) 41 WERKGROEP K IX P.W.F. Alons. HP. Blok. J.F.A. van Petten - Energieonderzoek Centrum Hienen: Multistep processes in the Nederland, dr. K. Abrahams "Mg(p,d)"Mg reaction. Nucl. Phys. A351 1. Gammaspectroscopie en (n.y)(1981) 77. reactie B.L.G. Bakker, J.N. Maslow. H.J. Weber: 1.1. Metingen met een paarspectroOBE approximation of NN interaction in meter en een comptononderdrukkingsbag-model QCD. Phys. Lett. 104B (1981) spectrometer 349 P.J. Blankert. HP Blok. J. Blok: 1.2. Circulaire polarisatie en richtings¬ High-resolution investigation of the verdeling van gammastraling '"Sn(p,d)'"Sn reaction Nucl. Phys. 1.3. Vangst van neutronen met 24 keV A356 (1981) 74. energie W.H. Dickhoff. A. Faessler. J. Meyer-tor1.4. Reactietheorie Venn. H. Müther: Pion condensation 1.5. Modelberekeningen and realistic interactions. Phys Rev. 2. Pariteitsbijmenging in de '°Bjn,a)C 23 (1981) 1154. reactie W.H. Dickhoff: The particle-hole inter¬ 3. Instrumentatie action and pion condensation in 3.1. Kernoriëntatie nuclear matter. Proefschrift. VU-Amster¬ 3.2. 'On-line'-computers dam, 23 oktober 1981. 3.3. Bundelextractie en behandeling W.H. Dickhoff, A. Faessler, J. Meyer-terVehn. H. Mother: The quasiparticle WERKGROEP K/VS-X WERKGROEP K V Groningen - Laboratorium voor Alge¬ interaction: a shield of nuclear matter Utrecht - Fysisch Laboratorium, mene Natuurkunde, prof.dr. H. de Waard against pion condensation. Nucl. Phys. prof.dr. P.M. Endt. prof.dr.ir. A.M. A368 (1981) 445. 1. Hyperfijninteractïemetingen met Hoogenboom, prof.dr. C. van der Leun kernfysische methoden W. van Doesburg: Measurements on the 1. Versnellers 1.1. Mössbauerspectroscopie bare decay x° - e*e . Proefschrift. 2. 'On'- en 'off-line'-computers 1.2. Gestoorde-hoekcorrelatiemetingen VU-Amsterdam, 4 december 1981. 3. Onderzoek met de tandemgenerator 1.3. Kernoriëntatie A. van Egmond, P. Hofstra, E. Boeker, 3.1. Kernreacties 2. Isotopenseparator K. Allaart, V. Paar: Fermion-boson 3.2. Hoge spins, isomeren en levens3. Onderzoek met ionenbundels coupling model (QCVM) applied to odd duren 3.1. 'Channeling' en terugverstroonng Zn-isotopes. Z. Physik A300 (1981) 323. 3.3. Nauwkeurige levensduurmethgen G.J.F. Blommestijn, R. van Dantzig, met inverse reacties 4. Uitgloeier met een laser Y. Haitsma. RB.M. Mocy: The reaction 4. Onderzoek met de kleine versnellers 5. EXAFS 5. Onderzoek met thermische neutronen Leiden - Kamerlingh Onnes Laborato¬ d(p.pp)n measured with bol at £, = 50 MeV. Nucl. Phys. A365 (1981) 202. 6. Toepassingen rium, prof.dr. W.J. Huiskamp U. Sennhauser, L. Fewlawka, T. Koz6.1. Precisie-ijkingen met gamma¬ 1. Kernoriëntatie lowski H Walter. F. Schlepütz, R. Engenergieën 2. Kerndemagnetisatie fer. E. Her-Ties, P. Heusi, H. Isaak, H. 6.2. Kortlevende radionucliden voor 3. Mössbauerspectrometrie Pruys. A. Zglinski, W.H.A. Hesselink: medisch onderzoek Observation of particle unstable 'H in WERKGROEP K XI 6.3. Extreemgevoelige massaspectroDelft- Laboratorium vour Technische pion absorption in 'Li. Phys. Lett. 103B metrie met de tandemversneller |1981) 409 7. Theorie Natuurkunde, prof.dr.ir. J.8. Le Poole 8. Overzichtswerkzaamheden 1. Gebruik en verbetering van een radio¬ H. Pruys, R. Engfer, R. Hartmann. E. Her¬ mes. H. Isaak, F. Schleputz, U. Sennhau¬ frequente precisiemassaspectrometer WERKGROEP K VI ser. W. Dey. K. Hes, H. Pfeiffer, H. Wal¬ 2. NMR-magnetometer met klein Groningen - Instituut voor Theoretische'probe'-volume (buiten FOM-verband) ter, W.H.A. Hesselink: Charged particle Natuurkunde, prof.dr. A. Lande emisson following the absorption of 3. Synchrone (tot 3GHz) elektronmultistopped w in "C. "Co and '*'Au. 1. ir-aHe-JH koppelingsconstante plicator leldelector (buiten FOMNucl. Phys. A3S2 (1981) 388. 2. Stralingsmuonvangst in 3He verband) J.C. Vermeulen, AG. Drentje, H.T. For¬ 3. Theorie van meer-deeltjessystemen tune, L.W. Put. R.R. de Ruyter van SteveUtrecht - Fysisch Laboratorium. 4. Publikaties ninck, R.H. Siemssen (KVI), J.F.A. van prof.dr. P.J. Brussaard J.N.L. Akkermans: Proton neutron Hienen (VU). H. Hasper (LAN): High1. Onderzoek veel-deeltjessysternen resolution study of four nucleon pickup 2. Schillenmodelberekeningen correlations in a broken-pair model. via the (d.'Li) reaction at £,, = 55 MeV on Proefschrift, VU-Amsterdam. 28 oktober cd shell nuclei (I) Even-A nuclei. Nucl. WERKGROEP K VIII 1981. Phys. A362 (1981) 189. Eindhoven — Technische Hogeschool, K. Allaart: Are bosons termion pairs? J.C. Vermeulen, A.G. Drentje, L.W. Pul, Afdeling der Technische Natuurkunde, In: 'Interacting BoseFermi Systems'. R.R. de Ruyter van StevenincK, R.H. prof.dr. O.J. Poppema Ed. F. lacheHo, Plenum Press, New Siemssen (KVI), J.F.A. van Hienen (VU). 1. AVF-cyclotron en behandeling van de York. 1981, p. 201. H. Hasper (LAN), H.T. Fortune (Univ. of externe bundel (buiten FOM-verband) K. Allaart. P. Hofstra, V. Paar: A quasiPenn): High-resolution study of four 2. Gepolariseerde ionenbron (buiten particle cluster-vibration model for
Kernfysica
45
nucleon pickup via the Id.'Li) reaction at Ej = 55 MeV on sd shell nuclei (II) Odd-A nuclei. Nucl. Phys. A369 (198*) 82. J. de Kam: Pion nucleus optical poten¬ tial. Proefschrift. VU Amsterdam. 18 maart 1981. J. de Kam: Pauli blocking in pion-'He scattering including partial wave mixing. Phys. Rev. C 24 (1981) 1554. J. de Kam. W. VerKley. H. van Doremalen: Pion-'He scattering length. Nucl. Phys. A370 (1981) 413. J. de Kam: Binding and Pauli principle corrections in subthreshold pionnucteus scattering Nucl. Phys. A360 (1981) 297. J. Konijn: Band structures in '"Sm and "*Gd studied by means of the (a.2ny) reaction. Proefschrift. VU-Amsterdam. 18 maart 1981. J. Konijn. F.W.N, de Boer, A. van Poelgeest. W.H.A. Hesselmk. M.J.A. de Voigt. H. Verheul: The level structure of '"Gd studied by means of the (a,2ny) reaction. Nucl. Phys. A352(1981) 191. J. Konijn J.B.B. Berkhout, W.H.A. Hes selink, H. Verheul, P.M. Walker, F.W.N. de 8oer. C A Fields. E. Sugarbaker: Intrinsic structure effects in the octupole bands of '"Sm. Phys. Lett. 99B (1981) 449. P. van Nes, K. Allaart. W.H.A. Hesselink. J. Konijn, H. Verheul: Nuclear g-factors of the J' = 2V2~ isomer in '"In and the J' = 6' isomer in '"Sn. Z. Physik A301 (1981) 137. H. Smit, H. v.d. Goot, W. Nauta, 0 Timmerman, M.W.G. de Bolster, A.K. Stojthamer, R.D. Vis: Studies on the mecha nism of action of the copper (I) • complex of 2,9-dimethyl 1,10-phenanthroline on mycoplasma galtisepticum. Antimicro¬ bial Agents and Chemotherapy (1981). R.D. Vis, P.L. Oe. A.J.J. Bos, H. Verheul: On the bromine metabolism in ureamia. measured with PIXE. Nucl. Instr. & Meth. 181 (1981) 293. J.C. den Ouden. A.J.J. Bos, R.D Vis. H. Verheul: A proton microbeam under construction. Nucl. Instr. & Meth. 181 (1981) 131. C.K. Wafelbakker: Low energy pion-"O scattering; an application of the singlehole optical potential. Proefschrift, VU-Amsterdam, 23 september 1981. E.H.L. Aarts, R.K. Bhowmik, R.J. de Meijer. S.Y. van der Werf: The continuum part of ('He.t) spectra at E,ti = 52 MeV. Phys. Lett. 102B (1981) 307.' E.H.L. Aarts, P. Grasdijk, R.J. de Meijer, S.Y. van der Werf: Contributions ol elastic, inelastic and absorptive breakup to the inclusive deutoron spectrum o> the "SiCHe.d) reaction at E,n = 52 MeV. Phys. Lett. 1056 (1981) 130. Nuclear Structure. Eds. K. Abrahams. K. Affaart, A.EL. Dieperink. NATO Adv. Study Inst. Ser. B.. Physics, Vol. 67.
46
Plenum Press, New York, 1981. A. Arima. F. lachello: The interacting boson model. In: 'Ann Rev. Nucl. Part. Science'. Vol. 3 1 . 1981. Ann. Rev. Inc.. Palo Alto, p. 75. A.B. Balantekin, I. Bars, F. lachello: U(Sf4) dynamical supersymmetry in nuclei. Phys. Rev. Lett. 47 (1981) 19. A.B. Balantekin. I. Bars, F. lachello: U(6/4) supersymmetry in nuclei. Nucl. Phys. A370 (1981) 284. R.K. Bhowmik, E C Pollacco. J.B.A. England. G.C. Morrison, N.E. Sanderson: Emission of alpha-particles in deepinelastic reactions induced by 148 MeV "N. Nucl. Phys. A363 (1981) 516. K. van der Borg, M.N. Harakeh, A. van der Woude: The isoscalar strength dis¬ tribution in " "Mg, "Si and "Ca up till 25 MeV excitation obtained from inelas¬ tic alpha scattering at 120 MeV. Nucl. Phys. A365(1S*J1) 243. D. Chielewska, Z. Sujkowski. R.V.F. Janssens, M.J.A. de Voigt: K-shell ionization of Dy atoms produced in (a,xn) and ("C.xn) nuclear reactions. Nucl. Phys. A366 (1981) 142. A.E.L. Dieperink, F. lachello: Kernstructuur beschreven door wisselwerkende bosonen. FOM-jaaiboek 1980, p. 183. A E L . Dieperink, O. Scholten: Shapes and phase transitions in the interacting boson model. Notas de Fisica 4 (1981) 4. A.E.L. Dieperink: Application of the inter¬ acting boson model to electron scatte¬ ring experiments. Nucl. Phys. A358 (1981) 189c. A.E.L. Dieperink, O. Scholten: Shapes and shape phase transitions in the IBA model. In: 'Interacting Bose-Fermi sys¬ tems in nuclei'. Ed. F. lachello. Plenum Press, New York, 1981, p. 167. J. van Driel, S. Gonggrijp, R.V.F. Jans¬ sens, R.H. Siemssen. K. Siwek-Wilczyhska, J. Wilczyhski: Sequential ejectile decays and uncorrelated breakup pro¬ cesses in the "N+ "Tb reaction. Phys Lett. 98B (19C1) 351. J. van Driel, M.N. Harakeh. R. Kamermans. R.J. de Meijer: Properties of the fn,n') at very forward angles: coupled channel effects in single and mutual excitation. Phys. Rev. Lett. 46 (1981) 525. Philip D. Duval. Bruce R. Barrett: Confi¬ guration mixing in the interacting boson model. Phys. Lelt. 100B (1981) 223. C. Gaarde, J.S. Larsen, A G.Drenlje, M.N. Harakeh, S.Y. van der Werf: Decay of the giant Gamow- Teller resonance of "'Bi. Phys. Rev. Lelt. 46 (1981) 902. P.B. Goldhoorn, M.N. Harakeh, Y. Iwasaki, L.W. Put. F. Zwarts, P. van Isacker: Hexadecapole transition moments in strongly deformed nuclei and the vali¬ dity ol the sdboso') approximation in the IBA. Phys. Lett. 103B (1981) 291. D.C.J.M. Hageman, R.V.F. Janssens, J. Lukasiak, W.J. Ockels, Z. Sujkowski, M.J.A. de Voigt: Nuclear structure
effects in the quasi continuum y-ray deexcitation process of '"Dy and '"Dy nuclei produced in complete and incom¬ plete fusion reactions. Physica Scripta 24 (1981) 145. O C J . M . Hageman: Nuclear structure and reactions mechanism effects in quasi-continuum gamma decay. Proef¬ schrift, RU-Groningen. jufi 1981. M.N. Harakeh, A.E.L. Dieperink: Isosca¬ lar dipole resonance: Form factor and energy weighted sum rule. Phys. Rev. C 23 (1981) 2329. F. lachello: Algebraic methods for mole¬ cular rotation vibration spectra. Chem. Phys. Lett. 78(1981)581. F. lachello: An introduction to the Inter¬ acting Boson Model. In: 'Nuclear Struc¬ ture'. Eds. K. Abrahams, K. Allaart, A.E.L. Dieperink. Plenum Press, New York, 1981, p. 53. F. lachello: Bose-Fermi symmetries in nuclei. In: 'Interacting Bose-Fermi Sys¬ tems in Nuclei'. Ed. F. lacheiio. Plenum Press, New York, 1981. p. 365. F. lachello: Present status of the inter¬ acting boson-fermion model. In: 'Inter¬ acting Bose-Fermi Systems in Nuclei'. Ed. F. lachello. Plenum Press, New York. 1981. p. 273. F. lüchello. A.R. Rau: Group theoretic approach to two-electron correlations in atoms. Phys. Lett. 47 (1981) 501. F. lachello: Electron scattering in the IBM. Nucl. Phys. A358 (1981) 89c. F. lachello: Algebraic approach to nuclear quasi-molecular spectra. Phys. Rev. C 23 (1981) 2778. F. lachello. S. Kuyuca -^teracting Boson-Fermion model c. collective states. I. T'IP spin (6) limit. Ann. Phys. (NY) 136 (1981) 19. Y. Iwasaki, E.H.L. Aarts, M.N. Harakeh, R.H. Siemssen, S.Y. van der Werf: The ""Pt(d,3He)'"lr reaction: spectroscopie factors and supersymmetry predictions. Phys. Rev. C 23 (1981) 1477. J. Janecke. F.D. Becchetti. 0. Overway, J.D. Cossairt, R.L. Spross: Selective excitations in acfinide nuclei via alpha pickup. Phys. Rev. C 23 (1981) 101. R.V.F. Janssens, J.F.W. Jansen, J. van Klinken, S P . Steendam. J. Lukasiak, W.Z. Venema. W.E.M.P.E. Wempe: A double mini-orange spectrometer. Nucl. Instr. & Meth. 187 (1981) 635. R.V.F. Janssens, M.J.A. de Voigt, H. Sakai, H.J.M. Aarts, C.J. van der Poel, H.F.R. Arciszewski. D.E.C. Scherpenzeet, J. Vervier: Backbending in '"Hf and ""HI and the band-crossing picture. Phys. Lett. 1068(1981) 475. M. Kamimura: Transition densities between the 0;, 2;, 4;, 0\, 2\, J, and 3, states in "C derived from the three-alpha resonating group wave functions. Nucl. Phys. A351 (1981) 456. J. Konijn. F.W.N, de Boer, A. van Poelgeest. W.H.A. Hesselink. M.J.A. de Voigt.
Kernfysica
O. Scholten: The level structure of "Gcf der Woude: Gamma decay of the deeply J.F.A. van Hienen, H. Hasper, H.T. For¬ studied by means of the f«.?n->J reaction.bound hole states populated in the tune. R.R. de Ruyter van Steveninck. •"Pd('He.tty"Pd reaction at 70 MeV. Nucl Phys. A3S2 (1981) 191 R.H. Siemssen: High resolution study of Phys. Lett. 103B (1981) 309. IS Lee. W.J. Jordan, J V Maher, R. Kafournucleonpickup via the (d.'Li) reac¬ M. Sambataro. A.EL Dieperink: tnermans. J.W. Smits, R.H. Siemssen: tion at £., = 55 MeV on (sd)-shell nuclei: Proton hole states in the shape transi¬ G-lactors in the neutron-proton inter¬ II. Odd A nuclei. Nucl. Phys. A369 (1981) tional region via the Smfd.'HefPm reac¬ acting boson approximation. Phys. Lett. 82. 107B (1981) 249. tion at £. = 50 MeV. Nucl. Phys. A371 J.C. Vermeulen: Noise in resistive (1981)111. O. Scholten: The interacting bosoncharge-division positron-sensing R. de Leo. S. Micheletti: Energy depen¬ fermion model and some applications. methods. Nucl. Instr. & Meth. 185 (1981) In: 'Interacting Bose-Fermi Systems in dence of the isovector imaginary 591. nucleon optical-model potential. Phys. Nuclei'. Ed. F. lachello. Plenum Press. M.J.A. de Voigt. R.V.F. Janssens. New YorK. 1981. p. 285. Lett. 98B (1981) 233. H. Sakai. H.J.M. Aarts, C J. van der Poel. G. L«vh«iden. JR. Lien. J.C. Waddinq0. Scholten. A.E.L. Dieperink: On the H.F.R. Arciszewski. D.E.C. Scherpenzeel; ton. J Rekstad. I. Espe. C. Gaarde. J-S. Boson-Fermion interaction. In: 'Inter¬ y-y energy correlations in '" ""HI obser¬ Larsen. S.Y. van der Werf: High-spin acting Bose-Fermi Systems in Nuclei'. ved with two Comptonsuppression particle states in "Sm studied with the Ed. F. lachello. Plenum Press. New York. spectrometers. Phys. Lett. 106B (1981) (n.'He) reaction. Nucl. Phys. A369 (1981) 1981, p. 343. 480. 461. R.H. Siemssen. C Foster, W. Jacobs. H.J.M. Aarts: Design ol a ComptonW Jones. D. Miller. M. Saber. F Soga: Suppression spectrometer and its appli¬ R. de Leo. G. DErasmo. A. Pantaleo. On the 'missing' deep-hole strength in cation to the study ot high-spin yrast M.N. Harakeh, S. Michellelti. M. Pigna states. Proefschrift, Utrecht. 21 januari nefli: Proton excitation of "Mg, "Mg and "'S/7. Phys. Lett. 103B (1981) 323. "Sirbands. Phys. Rev. C 23(1981) 1355 F. Soga. PH. Pile, R.D. Bent. M.C. Green. 1981. J. de Boer, K. Abrahams, J. Kopecky, R. Malfliel: Non-equilibrium dynamics inW.W. Jacobs, T.P. Sjoreen. T.E. Ward. high-energy nucleus-nucleus collisions A.G. Drentje: Energy dependence of the P.M. Endt: Investigation of the '•P(ff,-i)"P II}. Multiple collision model based on thereaction "Cfp,*') to different final states.reaction. Nucl. Phys. A352 (1981) 125. Phys. Rev. C 24 (1981) 570. A. Holthuizen, A.J. Rutten, A. Becker. Boltzmann equation Nucl. Phys. A363 J. Speth. A. van der Woude: Giant reso¬ G. van Middelkoop, R. Kalish: Scaling of (1981) 429. the transient magnetic field with the R. Malfliet: Non-equilibrium dynamics in nances in nuclei. Reports on Progress polarization density ot the host. Hyperhigh-energy nucleus-nucleus collisions in Physics 44 (1981) 719. (II)- Calculation of inclusive particle 1. Talmi: The interacting boson model fine Interactions 9 (1981) 519. spectra. Nucl. Phys. A363 (1981) 456. and collective hamiltonians. Phys. Lett. C. van der Leun, G.J.L. Nooren: Spin J= 1/2 assignments to proton-capture E.H. óu Marchie wan Voorlhuysen. M.J.A. 103B (1981) 177. resonances. Phys. Lett. 98B (1981) 26. de Voigt. N. Blasi. J.F.W. Jansen: Band M. Vergnes. G. Berrier-Ronsin. G. RotB.C. Metsch. P.W.M. Glaudemans: structures in "flu and "flu. Nucl. Phys. bard. J. Vernotto H. Langevin-Joliot, Spectroscopie properties and collective A355(1981)93. E. Gerlic. J. van de Wiele. J. Guillot, R.J. de Meijer, L.W. Put, J.C. Vermeulen: S.Y. van der Werf: The ""Au(d,'He)""'Pt structure from a shell-model description of A = 53 nuclei. Nucl. Phys. A352 (1981) reaction and the supersymmetry Twonucleon cluster spectroscopie 60. factors: a search for the bound-state scheme. Phys. Lett. 107B (1981) 349. J.C. Ve; iieulen. J van der Plicht. A.G. parameters. Phys. Let». 107B (1981) 14. R.B.M. Mooy, P.W.M. Glaudemans, Drentje. L.W. Put, J. van Driel: A versa¬ A.G.M. van Hees: On the J-dependence T. Nojiri, M. Kamirnura, M. Sano. M Wakai. K. Yoro: Coupled-channel study tile detection system tor a broad range of excitation energies in tp-shell nuclei. of proton inelastic scattering from the magnetic spectrograph. Nucl. Instr. S Phys. Lett. 104B (1981) 251. second Cr state in "C by use of the 3
Kernfysica
tink, H.J.M. Aarts. C.J. van der Poel. H.F.R. Arciszewski: Coincident highvelocity DSA lifetime measurements on excited states of Si isotopes and stop¬ ping power investigations. Nucl. Phys. A349 (1981) 513. D.E.C. Scherpenzeel: Nuclear lifetimes and the slowing down of heavy ions in solids. Proefschrift. Utrecht, 12 oktober 1981. L. Klieb. H.P.C. Rood: Radiative muon capture in 'He: A comparison of the impulse approximation with elementary particle calculations. Nucl Phys. A356 {1981) 483. A.D. Jackson, B.K. Jennings, R.A. Smith, A. Lande: Hypemettedchain indications of phase transitions in the 'He and charged-Bose systems. Phys. Rev. B24 (1981) 105. J.J.M. Verbaarschot, P.J. Brussaard: A new method to evaluate operator moments for fixed angular momentum. Phys. Lett. 102B (1981) 201. J. Kopecky: Quadrupole strength in neutron capture. ECN-99. J.H. Polane: Transfer reactions on "Ni and "Fe induced by polarized protons on 25 MeV. Proefschrift, TH-Eindhoven. 5 juni 1981. W.F. Feix. J.H. Polane, P.J. van Hall, O.J. Poppema, J.M.J. van Oosten. S.S. Klein, G.J. Nijgh: Study of multistep processes in the reaction "sSn{p~,tj u 'Snat25,1 MeV. Nucl. Phys. A363 (1981) 333. W.J.G. Thijssen. B.J. Verhaar. A.M. Schulte: Behavior of coupled-channel wave functions in the centrifugally dominated region of the 1-r-plane. Phys. Rev. 0 23(1981)1984. W.J.G. Thijssen: Collective motion in nuclei and its excitation in scattering. Proefschrift, TH-Eindhoven. 22 septem¬ ber 1981. A.R. Arends. F. Pleiter: Structure of lattice defects trapped at In impurities in He-doped Ni and Cu. Hyperfine Inter¬ actions 10 (1981) 651. A.R. Arends, H. Hasper, C. Hohenemser. J.G. Mullen, G. van Opbroek, F. Pleiter: Lattice site configurations for In implan¬ ted in nickel studied by DPAC and chan¬ neling. Hyperfine Interactions 10 (1981) 659. A.R. Arends: Hyperfine interactions in cubic metals using perturbed angular correlation techniques. Proefschrift, Groningen, 29 juni 1981. G.J. Kemerink, J.C. de Wit, H. de Waard. 0.0. Boerma, L. Niesen: Anisotropic recoilles fraction and temperature dependent quadrupole interaction of substitutional '"I in Si due to JahnTeller distortion. Phys. Lett. 82A (1981) 255. G.J, Kemerink, F. Pleiter, A.R. Arends: DPAC measurements on '""TeSi. Hyperfine Interactions 10 (1981) 983.
Kernfysica
G.J. Kemerink: Hyperfine and ion beam interaction studies of Sn, Te. I and Sm impurities in silicon. Proefschrift. Groningen. 9 oktober 1981. P.J. Kikkert. L. Niesen: Crystal field of Dy implanted in Au single crystals, obtained by Mössbauer spectroscopy. J. Phys. F: Metal Physics 11 (1981) 547. P.J. Kikkert, L. Niesen: Crystal field of Dy implanted in Ag obtained by Möss¬ bauer spectroscopy. Phys. Rev. B 23 (1981) 2126. P.J. Kikkert, L. Niesen: Crystal field of Dy implanted in Al single crystals obtai¬ ned by Mössbauer spectroscopy. J. Phys. F: Metal Physics 11 (1981) 1597. L. Niesen: Study of point defects with hyperfine interaction methods. Hyper¬ fine Interactions 10 (1981) 819. F. Pleiter, C. Hohenemser, A.R. Arends: Stage III recovery in iron: at 200 or 500 K? Hyperfine Interactions 10 (1981) 691. F. Pleiter, KG. Prasad: Investigation of laser irradiated poly- and monocrystaltine aluminium by perturbed angular correlation measurements. Phys. Lett. S4A (1981) 345. B.D. Sawicka. J.A. Sawicki, H. de Waard: Mössbauer effect evidence of high inter¬ nal pressure at iron atoms implanted in diamond. Phys. Lett. 85A (1981) 303. R. Spanhoff, H. Postma: Nuclear orien¬ tation of '"Ir, '"In and '"Ir. Hyperfine Interactions 9(1981) 99. W.J.J. Spijkervet. F. Pleiter. H. de Waard: Calibration of the isomer shift of "Kr. Hyperfine Interactions 9 (1981) 333. 0. Visser: Magnetic resonance on orien¬ ted '"I nuclei in iron. Proefschrift. Groningen. 30 januari 1981. H. de Waard: Hyperfine interaction investigations of helium trapping in metals. 'Nuclear and electron resonance spectroscopies applied to materials science'. Amsterdam (1981) 199. H. de Waard. F. Pleiter, L. Niesen, D.W. Hafemeister: The influence of helium decorated vacancy clusters on the hyperfine interaction of impurities in metals. Hyperfine Interactions 10(1981) 643. H. de Waard. D.W. Hafemeister. L. Nie¬ sen, F. Pleiter: Large increase of magne¬ tic hyperfine fields of 5 sp-shell impuri¬ ties. Phys. Rev. B 24 (1981) 1274. H. de Waard, G. Calis: Small hyperfine anomaly of the g-factor ratio of firstexcited and ground states of "*l. Phys, Lett. 106B (1981) 457. H.E. Keus: Nuclear orientation of rare earth impurities in ferromagnetic host metals. Proefschrift. RU-Leiden, novem¬ ber 1981. H.Th. Ie Fever, R.C. Thiel. W.J. Huiskamp. W.J.M, de Jonge: Crystal field effects in the compounds RbFeCI,.2H,0 and CsFeCI3.2H,O. Physica 111B (1981) 190. H.Th. Ie Fever. R.C. Thiel. W.J. Huis-
kamp. W.J.M. de Jonge. A.M. van der Kraan: Magnetic ordering in the com¬ pounds RbFeCI,.2HzO and CsFeCI^Htf. Physica 111B (1981) 209. R.C. Thiel. H. de Graaf, L.J. de Jongh: Soliton contribution to the Mössbauer linewidth in quasi-one-dimensional antiferromagnets with Ising anisotropy: Theory versus experiment. Phys. Rev. Lett. 47(1981) 1415. L.G. Smith, E. Koets, A.H. Wapstra: The mass-difference 2T-'He and the neutrino mass. Phys. Lett. 102B (1981) 114. E. Koets: L.G. Smith's RF mass spectro¬ meter. J. Phys. E: Sci Instrum. 14 (1981) 1229. 5. Bijdragen aan conferenties e.d. A.EL. Dieperink (invited): Shapes and shape phase transitions in the IBAmodel. Symp. on Nuclear Physics. Oaxtepec, Mexico, 5-7 januari 1981. J. de Kam: The pion-'He scattering lenght: A three-body calculation. Fourth Nordic Meeting on Intermediate and High Energy Nuclear Physics. Geilo, Noorwegen, 3-10 januari 1981. R.H. Siemssen (invited): Incomplete fusion reactions and projectile breakup with light heavy-ions in the A - 160 region. Fourth Nordic Meeting on Inter¬ mediate and High Energy Nuclear Phy¬ sics, Geilo. Noorwegen. 3-10 januari 1981. A. Lande: Diagrammatic alternative to HNC for bosons. Second Intern. Conf. on Recent Progress in Many-Body Theo¬ ries', Oaxtepec, Mexico, 12-17 januari 1981. Lecture Notes in Physics. Springer-Verlag, Vol. 142, p. 474. M.J.A. de Voigt (invited): Nuclear struc¬ ture of the quasi-continuurn yray spec¬ trum. XIX Intern. Winter Meeting on Nuclear Physics, Bormio, Italië, 26-31 januari 1981. Proc. p. 1. Z. Sujkowski (invited): Deexcitation modes of nuclei produced in incomplete fusion reactions with light (A <20) ions. XIX Intern. Winter Meeting on Nuclear Physics, Bormio. Italië. 26-31 januari 1981. Proc. p. 737. F. lachello (invited): Dynamic symme¬ tries in nuclear physics. APS Meeting, New York, USA. 26-30 januari 1981. DPG-NNV-Frühjahrstagung, Hamburg, W-Duitsland, 23-27 maan 1981. Verhandlungen DPG (VI) 16. K. AHaart: Boson models and fermionboson models from the viewpoint of BCS and broken-pair model. Y. Haitsma, HP. Blok: Excitation of the 3 x (vp,,J ' doublet in ""Pb by singlenucleon pickup reactions. P.W.F. Alons, H.P. Blok, L.T. van der Bijl, J.F.A. van Hienen. J.J.A. Zalmstra (VU), P.K.A. de Witt Huberts (NIKHEF-K),
49
R. Frey (TH Darmstadt): Comparison of Voigt: Nuclear structure effects deduced ments. inelastic scattering results obtained from quasi-continuum y-ray spectra in D. Zwarts: A new shell-model computer with different probes. H.I. induced reactie ns. p. 697. programme. W.H. Dickholf: The quasiparticle inter¬ F. Zwarts, K. van der Borg, A.G. Drentje, J.J.M. Verbaarschot. P.J. Brussaard: action; a shield ol nuclear matter M.N. Harakeh, WA. Sterrenburg, A. van Generating functions for operator against pion condensation. der Woude: Decay of states in the giant averages. A. van Egmond: Application of the quasi- resonance region of "Mg and "Ca. K. Abrahams: Spectroscopy of p-states. cluster vibration model. p. 700. J. Kopecky: Gamma-ray strength in A.W. Bronkhorst, J.H.J. Distelbrink, P.C. M.N. Harakeh, R. De Leo, S. Micheletti, neutron capture. Dunn, J.W.A. den Herder, C.W. de Jager, J. van der Plicht, A. van der Woude, T.A.A. Tielens: Energy dependence of E. Jans, P.H.M. Keizer, J. van der Laan, P. David, J. Debrus, H. Janszen, J. Schul- the level density in "Sc. L. Lapikas. G. Luijks, R. Maas, J.G. Noo- ze: The (a,a'f) reaction on "2Th and "'U: W. Kretschmer, K.H. Frank, H. Loeh, men. A.M. Selig, J.M. Verheijen. C. de fission probabilities and angular corre¬ W. Schuster, P. Urbainsky (Univ. ErlanVries, H. de Vries, P.K.A. de Witt Huberts lations from the fission barrier to the gen-Nurnberg), J.F.J. Dautzenberg, (NIKHEF-K), H. Blok, H.P. Blok, L.T. van giant resonance region, p. 702. P.J. van Hall, S.S. Klein, G.J. Nijgh: der Bijl, A.J.H. Donné, G. van Middel¬ P.E.M. Huygen, J. van Klinken, V. Lakshi- Polarized proton scattering on Zr and koop, L. de Vries (VU): Electron scatte¬ marayana, S.M. van Netten, W.Z. VeneMo isotopes. Paper K 5.3, p. 742. ring facilities at Amsterdam. ma: Search for a 60-ms transition of low LD. Tolsma, H. Arnoldus: Solving J. Konijn, P. van Nes, B. Berkhout, energy in "Nb. p. 719. coupled equations by iteration for W. Hesselink, J. van Ruyven, H. Verheul, H.J.M. Aarts, C.J. van der Poel, G.A.P. heavy-ion collisions. Paper J 6.6, p. 767. M. de Voigt: On the coupling of quasi- Engelbertink, M.J.A. de Voigt, R.V.F. particles to core rotation. Janssens, J.F.W. Jansen, H. Sakai: W.K. van Asselt, O.C. Dermois, A.G. J. van Ruyven, J. Penninga, W. Hesse¬ Gamma-gamma energy correlations Drentje, H.W. Schreuder: Status devel¬ link, P. van Nes, Z. Sujkowski, H. Ver¬ with two Compton-suppression spectro¬opments and axial injection at the KVI. heul, M. de Voigt: A sum-spectrometer meters, p. 754. 18th European Cyclotron Progress Mee¬ for the study of the y-decay of high R. Bijker: Odd-A nuclei in the Pt-region ting, Louvain-la-Neuve, België, 26-27 excited nuclei. in the IBFA-model. p. 782. maart 1981. H.P. Blok, H. Wienke: A study of twoE.H.L. Aarts, R.K. Bhowmik, N. Blasi, W.K. van Asselt: Centring using an phonon states in '"Sn by the "'Sn(p,p') P. Grasijk, LP. Kok, R.J de Meijer, S.Y. excentric field bump. 18th European reaction. van der Werf: Continuum particle spec¬ Cyclotron Progress Meeting, Louvain-laF. Biesboer, H. Blok, Y. Haitsma, tra in *He induced reactions and quasi- Neuve, België, 26-27 maart 1981. H. Wienke, J.J.A. Zalmstra: A multi-wire free reactionmechanism. p. 790. B.J. Verhaar, J. v.d. Eynde, F.G. Mar¬ drift-chamber for focal plane detection. H. Sakai: DWBA calculations on vector tens: Harmonic oscillator states in a R.H. Siemssen (invited): Competition A, and tensor A,,, A,, analyzing powers 'otating frame as a basis for collective between incomplete fusion and break¬ of continuum spectra in (d^,,d'x) reac¬ nuclear states. Conf. on Nuclear Struc¬ up in heavy-ion reactions. tions, p. 797. ture and Particle Physics, Oxford, GrootW.A. Sterrenburg, A.G. Drentje, M.N. G.T. Emery, P.E.M. Huygen, R.V.F. Jans¬ Brittannié, 6-8 april 1981. Harakeh, S.Y. van der Werf, A. van der sens, J. van Klinken, W.Z. Venema: Spin R.H. Siemssen: Unvollstandige FusionsWoude: Excitation and pioton decay of dependent mixing of the K' = 8 bands reaktionen. Workshop iiber Schweriothe isospin and spin-isospin modes in in " W . p. 802. nenreaktionen um 20 MeV/n, Berlijn, "N. p. 616. P.E.M. Huygen, J.F.W. Jansen, R.V.F. W-Duitsland, 7-8 mei 1981. Y. Iwasaki, R.K. Bhowmik, M.N. Harakeh, Janssens, J. van Klinken, S.M. van R.V.F. Janssens, L.W. Put, H. Sakai: Netten, SP. Steendam, W.Z. Venema, 23e Vosbergenconferentie, Vlieland, Anomalous (p,t) angular distributions in W. Wempe: In beam observation of 12-15 mei 1981. the mass region N>82 at Er = 40 MeV. monopole transitions between higher- G. van Middelkoop: Hyperfine inter¬ p. 622. spin states in even Th, U and Pu nuclei. action in the kilotesla regime. A.M. van den Berg, G.T, Emery, R.V.F. p. 803. R.H. Siemssen: Nucleus-nucleus Janssens, A. Sana, W.A. Sterrenburg, P.M. Endt: Gamma-ray strengths in the collisions at low and medium energies. R.H. Siemssen: First excited Estates A = 91-149 region. P.J. Brussaard: Statistical aspects of of the even-A germanium isotopes stu¬ H.P. den Esch: The reaction "S(p,y)"CI. shell-model calculations. died via the Se (d,'Li) reaction, p. 623. P.W.M. Glaudemans (invited): Collective Y. Iwasaki, E.H.L. Aarts, R.K. Bhowmik, effects from microscopic calculations. R. Malfliet: Boltzmann equation M.N. Harakeh, J. Janecke, R.H. Siems¬ A.G.M. van Hees; Shell-model calcula¬ approach to high-energy nucleussen, S.Y. van der Werf, J.G. Yang, F. tions on non-normal parity states in nucleus collisions. Fifth Intern. High Zwarts: Holeparticle-core states in "Ca Ip-shell nuclei. Energy Heavy-Ion Study, Berkeley, and "Ni by the "Sc(d,'He>"Ca and C. van der Leun: M2 transition strenghts. Californie, USA, 18-22 mei 1981. "Cu(d,'He)"Ni reactions, p. 650. C. van der Leun: Gamma-ray energy Z. Sujkowski, D.C.J.M. Hageman, J. Lu¬ S. Gonggrijp, R.K. Bhowmik, J. van Driel, calibration standards. kasiak, M.J.A. de Voigt, R.V.F. Janssens: R.V.F. Janssens, R.H. Siemssen, B.C. Metsch: Central and non-central Statistical yrays in «• and "C-induced K. Siwek-Wilczynska, J. Wilczyriski: components of the Preedom-Wildenthal reactions: a nuisance or an interesting Heavy-ion production in "N + '"Tb interaction. observable? Adriatic Europhysics Study collision at 8-15 MeV/A. p. 692 C.J. van der Poel: Compton-suppressionConf. on Nuclear Physics: Dynamics on R.K. Bhowmik, J. van Driel, S. Gonggrijp, spectrometers and spectroscopy of Heavy Ion Collisions, Hvar, Joegoslavië, R.V.F. Janssens, R.H. Siemssen, light and heavy nuclei. 25-30 mei 1981. K. Siwek-Wilczynska, J. Wilczynski: C.J. van der Poel: Gamma-gamma J. Lakasiak, Z. Sujkowski, M.J.A. de Production of« particles in "N induced energy correlations with two Compton- Voigt: Role ol the breakup reactions reactions on '"Tb at 8-12 MeV/A. p. 693. suppression spectrometers. followed by fusion (BURFF) mechanism D.C.J.M. Hageman, R.V.F. Janssens, D.E.C. Scherpenzeel: Stopping power in non-iquilibrium effects in alpha J. Lukasiak, Z. Sujkowski, M.J.A. de for 0 in Mg from inverted DSA measure¬ induced reactions. Adriatic Europhysics
50
Kernfysica
Study Conf. on Nuclear Physics: Dyna¬ mics on Heavy Ion Collisions. Hvar. Joegoslavië, 25-30 mei 1981.
31 augustus • 12 september 1981
Physics. Trieste. Italië. 5-30 oktober 1981
9th International Conference on Cyclo¬ NNV-Najaarsvergadering. Sectie Kern¬ trons and their Applications. Caen. fysica. Petten. 16 oktober 1981. Miniconference on Atomic Physics Frankrijk. 7-10 september 1981. K. Allaart: Recent applications of the around the KVI Cyclotron, KVi, Gronin¬ W.K. van Asselt. O.C. Dermois. A.G. gen, 27 mei 1981. broken pair model. Drentje, H.W. Schreuder: The axial I. Martinson (Univ. Lund): Beam foi! spec injection system at the KVI. L.T. van der Bijl: Influence of -isobars troscopy applied to a) atomic energy le¬ O.C. Dermois. A.G. Drentje. H.W. Schreu¬ on the electro excitation of the 1' state vels, b) atomic lite times, c) Lamb shifts der: Recent developments at the KVI- ar 3 48 MeV in "Sr. (for one- and two-electron systems}, cyclotron. W.H. Drckhoff: LOM momentum compo¬ d) fine and hyper fine structureH.W. Schreuder. B.D. Taenzer: Computer nents in the nuclear G-matrix. fit. Niehaus: Autoionization. H. Wienke: A study of unnatural parity control at the KVI cyclotron. A. Boers: Surface Physics. states in >"Pb by the '"Pb(p.t)'"Pb F.W. Saris: Penetration of ions in solid 4th International Symposium on Neu¬ reaction. matter. tron Capture Gamma-Ray Spectroscopy A.E.L. Dieperink (invited): Geometrial D. Liesen (Univ. Darmstadt): Excitation and Related Topics. Grenoble. Frankrijk. properties of the interacting boson mechanisms in the inner shell (X-rays). 7-11 september 1981. model. F. lachello (invited): The interacting B ter Haar: The nucleondelta L. Klieb, H.P.C. Rood: Some comments boson model. interaction. on the r 'He 'H coupling constant. H. Sakai. R.K. Bhowmik. K. van Dijk. P.W.M. Glaudemans (invited): Recent Symp. 'Mesons and Light Nuclei'. A.G. Drentje. M.N. Harakeh. Y Iwasaki. results of shell-model calculations. Liblice. Tsjechoslowakije, 1-4 juni 1981. C. van der Leun: Consistency of gamma- R.H. Siemssen. S. Brandenburg, S.Y. van ray energy standards. A controversy in der Werf. A. van der Woude: Gammadecay of the deeply bound hole states 9th International Conference on High the analysis of (n,~,j and (p,y) data. m "Pd, "Pdand "Sn. Energy Physics and Nuclear Structure. K. Abrahams. M.G. Delfini. J.B.M. de WA. Sterrenburg. S. Brandenburg. A.G. Versailles, Frankrijk, 6-10 juli 1981. Haas. J. Kopecky. J.F.A.G. Ruyl. F. SreDrentje, MB. Greenfield. M.N. Harakeh. The Omicron Group: Backward elastic cher-Rasmussen, TA.A. Tielens: SpecH. Riezebos. H. Sakai. S.Y. van der Werf. scattering of negative pions from troscopy of 2p-states and 3p-states. A. van der Woude: Study of the "(X'He.t) oxygen in the (3,3) resonance region. J. Kopecky: Mass dependence of the reaction at 81 MeV. The Omicron Group: The it0 - ,'e giant resonance model. W.Z. Venema. D. Atkinson. J. van Klindecay. J.F.A.G. Ruyl: Mechanism of neutron ken, K. Stam: V±A experiments with a W. Berthel, C. Crab. E. Hermes, W. Hes- capture in " " "Ti. Bhabha polarimeter. F. Stecher-Rasmussen: An intense selink. H. Isaak. R. Kozlowski, J. v.d. beam of thermal neutrons obtained by H. Wienke. HP. Blok. Y. Iwasaki. W Ster¬ Pluym, A. v.d. Schaaf. F. Schlepüiz, renburg. A.G. Drentje. A study of the transmission through a system of U. Senhauser, A. Zglinski: High energy unnatural parity states in '"Pb by the neutrons emitted after muon capture. focussing mirrors. ""Pb(p.t) reaction. F. lachello: Supersymmetry in nuclear A. Becker: The (p,t) reaction on Ge and particle physics. F. lachello (invited): The interacting isotopes with sub-Coulomb triton F. Soga, P.H. Pile, R.O. Bent, M.C. Green, boson model. Intern. School of the energies. W.W. Jacobs, T.P. Sjoreen. T.E. Ward, Interacting Boson Model. Granada. A.G. Drentje: Energy dependence of the Spanje. 28 september - 30 oktober 1981. R.B.M. Mooy: Collective interpretation of shell-model results in tp shell nuclei. reaction "C(p,,')"C. P. de Wit: Consistency of gamma-ray M.A. Moinester. G.A. Azuelos. J. Alster. Workshop on Direct Reactions in energy standards. A.E.L. Dieperink: Charge and transition Nuclear P.iysics, Bad Honnef, W-DuitsL. Zyberi: Pre-tusion emission as a densities of Sm isotopes in the IBA land. 5-9 oktober 1981. possible mechanism I -r the decay of model. H.P. Blok (invited): The V state at 3.48 R. Malfliet: Nucleus-nucleus collision MeV in "Sr; test ior -isobars in nuclei. the "C+"C system. model based on the Boltzmann equa¬ Direct and indirect transfer reactions. J.J.M. Verbaarschot: A new method to evaluate operator moments tor fixed tion. R.H. Siemssen (invited): Incomplete angular momentum. fusion and breakup with light heavy L. Klieb, H.P.C. Rood: On the T 'He M J.B.M. de Haas: The Petten nuclear ions. coupling constant. Abstracts, p. 253. H. Sakai: Analyzing powers of the conti¬orientation setup. M.G. Delfini: The " "Cu(n,y) reaction. K. van der Borg: Radiocarbon dating nuum spectra induced by p and d with the Utrecht tandem accelerator. beams. First Intern. Symp. on "C and Archeo¬ H. Sakai: Gamma decay of deeply bound H. de Waard: Investigation of implanted logy, Groningen, 24-28 augustus 1981. Materials. Intern, Atomic Energy Agency hole states. R.H. Siemssen: Incomplete lusion Consultation, Wenen. Oostenrijk, 21-23 P.J. van Hall: Scattering of polarized reactions and breakup with heavy ions. protons around Ep = 20 MeV. oktober 1981. XII Masurian Summer School on Nuclear Physics, Mikoajki, Polen, 31 augustus International Symposium on Nuclear F. lachello (invited): Supersymmetry in 12 september 1981. Fission and Related Collective Pheno¬ nuclei. Intern. Conf. on Sypersymmetry. D. Chmielewska, 2. Sujkowski, P, van mena and Properties of Heavy Nuclei, Erice, Italië, 5-16 oktober 1981. Nes, J. van Ruyven, M.J.A. de Voigt, Bad Honne», W-Duitsland, 26-29 oktober G. Bonsignori: Two-broken pair J.F.W. Jansen. J. Hattula. M Jaaskeapproach to the structure of Sn nuclei. 1981. lainen: Some systematic trends in M.N. Harakeh: Fission decay as a Workshop on Nuclear Physics. Trieste. (rt.xn) and (h.i., xn) reaction crossmeasure of statistical equilibration of Italië. 5-30 oktober 1981. sections. XII Masurian Summer School coherent collective modes. R.H. Siemssen (invited): Pairing and on Nuclear Physics. Mikoajki, Polen. H. Janszen, S. Brandenburg, R. De Leo. alpha-structure. Workshop on Nuclear
Kernfysica
51
M.N. Haraheh. B. Visscher. A. van der Woud*: The Th fission barrier charac¬ teristics trom the :"Th(p.pf) reaction. A. van der Woude: Fission as a too' tor studying statistical decay.
20 juli 1981: Vrije Universiteit. Amster¬ dam. 4 november 1991; Rijks Univ. Gent. België. 19 november 1981 M.N. Harakeh: Giant resonance decay studies at the KVI. NIKHEF K. Am ster dam. 29 januari 1981; Univ. Bonn. 4 juni 1981; Kernforschungsanlage Jülich. W-Duitsland. 5 juni 1981 R.K. Bhowmik: Emission of alpha parti¬ cles in "N induced reactions. Pittsburgh Univ.. Pittsburgh: Michigan State Univ.. East Lansing: Univ. Maryland. College Park; Univ. Pennsylvania. Philadelphia: Univ. Michigan. Ann Arbor. USA. januari 1981; Univ. Oxford. Oxford. Groot Brittanme. met 1981. J. de Kam: De lage energie pion-kern wisselwerking. Vrije Universiteit. Amsterdam. 23 februari 1981. A.E.L. Dieperink. The interacting boson model. Univ. Bazel. Zwitserland. 26 fe¬ bruari 1981.
J- de Kanv The pion-'He optical poten¬ tial. Max Planck tnstitut fur Kernphysik. Heidelberg. W Duitsland. 20 april 1981. H. de Waard: Heliumdecoratie van onzuiverhedcn in metalen. FOM-lnstituut voor Atoom- en Molecuulfysica. Fall Meeting of the APS Nuclear Physics Amsterdam. 27 april 1981. R. Malf liet: High-energy nucleus-nucleus Division. Pacific Grove. USA. 28-30 okto¬ collisions and the Boltzmann equation. ber 1981. GSI. Darmstadt. W-Duitsland. 5 mei E H L . Aarts. A G Orentje. C. Gaarde. 1981: Vrije Universiteit. Amsterdam. M.N. Harakeh. J. Janecke: Isobar analog 16 september 1981: KU-Nijmegen. 18 no¬ states in rare-earth nuclei. BAPS 26 vember 1981. 1981. p. 1116. J. Janecke. E.H.L. Aarts. AG. Orentje. H. de Graaf: Soliton bi/drage aan de Y. Iwasaki. R.V.F Janssens. L.W. Put: Mössbauerli/nbreedte in quasi ééndi¬ Study of " "Neid.'Li)" "0 at 55 MeV. mensionale antiferromagneten met BAPS 26 1981. p. 1126. Ising-amsotropie. Micro Mössbauer S.Y. van der Werf. N. Blasi. S. Branden¬ Conferentie. Eindhoven. 22 mei 1981. burg. A G Orentje. M.N. Harakeh. W.A. J. van Klinken: Parity experiments in Sterrenburg. A. van der Woude. R. Oe nuclear beta decay. Inst. Theor. Physica. Leo. H. Janszen: Fission probability of RU-Groningen. 29 met 1981; Indiana the IAR in the actinide region via the Univ., Bloomington, Ind.. USA. 12 juni CHe.tf) reaction. BAPS 26 1981. p. 1119. A.E.L. Dieperink: Applications ot the 1981 Interacting Boson Model. Univ. Bazel. R. Malfliet: Particle spectra calculated A EL. Oieperink: On the interacting Zwitserland, 27 februari 1981. with a multiple collision model. Rutgers boson model. Winter Inst. on Statistical O.S. van Roosmalen: Path integral for¬ Univ.. NY. 4 juni 1981: SUNY at Stony and Dynamical Approaches to the mulation and semiclassical methods Brook. NY. USA. 4 juni 1961 Nuclear-Many-Body Problem. Rehovoth. applied to the IBA-model. Inst. Theor. F. lachello: The interacting boson Israel, 22 november - 18 december 1981. Natuurkunde. Groningen, februari 1981. model. Czechoslovaks Atomic Energy O.S. van Roosmalen: Application of L Klieb: Radiative muon capture in 'He. Commission. Rez bij Praag. Tsjechomean-field techniques to algebraic Inst. voor Theor. Natuurkunde. Gronin¬ Slowakije. 8 juni 1981. hamiltonians. Winter Inst. on Statis¬ gen. 2 maart 1981; A. van der Woude: Excitation and decay tical and Dynamical Approaches to the NIKHEF-K. Amsterdam, 14 mei 1981. ot giant resonances. Univ. Milaan. Italië. Nuclear-Many-Body-Problem. Rehovoth, R.H. Siemssen: Incomplete fusion and 9 juni 1981: Univ Padova. Italië. 11 juni Israel. 22 november • 18 december 1981. break-up processes in heavy-ion induced 1981. G. Lindström. G. Berg. H.P. Biok. reactions. Niels-Bohr Institut. Kopen¬ H.P. Blok: Inelastic s ittering with F.. Fretwurst. Y. Haitsma. J.F.A. van hagen. Denemarken. 2 maart 1981. different proiectiies Phys. Institut. Hienen. R. Kokalis. S Martin. J. MeissA. van der Woude: Isoscalar giant reso¬ Univ. Hamburg. W Duitsland. 15 juni burger. W. Oelert, K.F. von Reden. nances. Saclay. Frankrijk. 5 maart 1981- 1981. V. Riech. H. Wienke. P. Zarubin: Elastic W.H.A. Kesselink: Low energy pion R.J. de Meijer: Research at the KVI. and inelastic proton scattering from the scattering and absorption. TH Delft. Univ. Nantes. Frankrijk. 19 juni 1981 even isotopes of palladium. Proc. 6 maart 198L P.J van Hall: Scattering studies with 'Hamburg' days in Leningrad, Rusland, polarized protons. KVI. Groningen. A. van der Woude: Giant resonances. november 1981. 23 juni 1981. Inst. Nucl Science and Fadan Univ., F. lachello (invited): Algebraic approach Sjanghai. 4 april 19Si. Hefei Univ. of W.H. Dickhoff: The quastparticle in'erto the molecular spectra. Science and Technology. 13 april 1981: action; a shield of nuclear matter Winter Meeting of the APS. New York. Inst of Atomic Energy. Peking. China. agamst pion condensation. Regensburg. USA. 3-5 december 1981. 17 april 1981; FOM-lnstiiuut voor Atoom- W-Duitsland. 26 juni 1981. H. de Waard (invited): Mössbauer spec en Molecuulfysica. Amsterdam, 16 no¬ B.C. Metsch: Shell mode/ studies in sdtroscopy of implanted sources. Intern. vember 1981. en Ip-shell nuclei. Seminarium. Erlan¬ Conf. on the Applications of the Moss¬ H. de Waard: Mössbauer spectroscopy gen. W-Duitsland. 23 juli 1981. bauer Effect, Jaipur. India. 14-18 decem¬ of implanted sources. Fudan University S.Y. van der Werf: Breakup reactions ber 1981. and (un)related topics. Indiana Univ. and Nuclear Kssearch Institute. Shang¬ Bloomington. USA. 4 september 1981. M. Kamimura. M. Nakano, M. Yahiro: hai. 4 apnl 1981: Nankin Univ.. Nankin. A schematic large-dimension coupled- 9 april 1981; Hefei University of Science S.Y. van der Werf: Breakup reactions and spin rsospm vibrations. Ohio State channel study of strong inelastic excita¬ and Technology. 13 april 1981; Anhui Univ.. Columbus. Ohio. 1 oktober 1981; tions to high-lying states in colliding Univ.. China. 14 april 1981. Argonne Nat. Lab.. Argonne III. 12 okto¬ nuclei. Proc. 1980 RCNP Intern. Symp. R.H. Siemssen: Incomplete'fusion and on Highly Excited States in Nuclear break-up processes. NIKHEF-K. Amster¬ ber 1981; Univ. Pittsburgh. Penn.. 17 ok¬ tober 1981: Florida State Univ.. Talla¬ Reactions. Osaka. Japan. 1980. p. 75. dam. 9 april 1981. hassee. F l . USA, 15 oktober 1981. M.N. Harakeh: Fission decay of giant resonances in the actinide region. Univ. K. van der Borg: Ultrasensitive mass 8. Voordrachten spectrometry with the Utrecht tandem Gent. België. 13 april 1981. F. lachello: Supersymmetry in nuclei. F. lachello: Algebraic approach to mole¬ accelerator. Vergadering Sektie Radioen Stralenchemie. Bilthoven. 16 oktober NIKHEF-K. Amsterdam. 12 januari 1981; cular spectra. Yale Univ., New Haven. 1981 MIT. Cambridge. Mass.. 12 februari 1981; Conn , USA, 13 april 1981. R.H. Siemssen: Kern-kern botsingen met A.E.L. Dieperink: Impact of electron Brookhaven Nat Lab.. Upton NY. 24 fe zware ionen. TH-Eindhoven. 16 april bruari 1981; SUNY at Stony Brook. NY. scattering on spectroscopie fa< ',ors. USA. 16 apri! 1981; Univ. Pisa. Italië. Fysisch Laboratorium, Utrecht. 6 novem-
52
Kernfysica
*>er 1981. dagelijks leider werkgroep K IX H. Sakai: Gamma-decay of the deeply- prof.dr. P.M. Endt, leider werkgroep bound hole states in '"Pd, '"Pd, ""Pd K V and '"Sn. Univ Parijs, Orsay, 9 novem¬ prof.dr. SR. de Groot ber 1981; CEN, Saclay, Frankrijk, 12 no¬ prof.dr.ir. A.M. Hoogenboom, leider vember 1981. werkgroep K V S.Y. van der Werf: Nuclear physics at prof.dr. W.J. Huiskamp, leider the KMI. Florida A&M Univ., Tallahassee, werkgroep K /S XL Fl., USA, 13 november 1981. prof.dr. F. lachello R. Bijker: The IBFA-model and its appli¬ prof.dr. A. Lande, leider werkgroep cation to the Pt-Os region. Inst. Theor. K V/G Physics, Univ. Helsinki, Finland, 16 no¬ prof.dr. C. van der Leun vember 1981. prof.dr. G. van Middelkoop R.H. Siemssen: Incomplete fusion reac¬ prof.dr. O.J. Poppema, leider tion and break-up processes with heavywerkgroep K VIII ions. Univ. Parijs, Orsay, Frankrijk, prof.dr. R.H. Siemssen, leider 16 november 1981. werkgroep K III OS van Roosmalen: Algebraic prof dr. H. Verheul approach to rotation-vibration spectra. prof.dr. C. de Vries Hebrew Univ. Jeruzalem, Israël, 17 no¬ prof.dr. H. de Waard, leider werkgroep vember 1981. K/VS X-G R.K. Bhowmik: Light particle emission prof.dr. R. van Wageningen, leider in the reaction "N + '"Tb at 168 MeV. werkgroep K II Max-Planck Institut für Kernphysik, prof.dr. A.H. Wapstra, leider werkgroep Heidelberg, W-Duitsland, 19 november K XI 1981. prof.dr. A. van der Woude, leider R- Bijker: Description of the Pt and Os werkgroep K /// nuclei in terms of the IBA model. drs. F.R. Diemont vervulde de taak van Dept. of Physics, Univ. Jyvaskyla, Fin¬ secretaris. land, 20 november 1981; Inst. of Isoto¬ pes, Boedapest, 11 december 1981; Prof.dr. B.J. Verhaar en prof.dr. Inst. Nucl. Research ATOMKI, Debrecen, H. Postma waren vaste gasten van de Hongarije, 14 december 1981. Commissie. De vergaderingen werden P.J. van Hall: Calculations of (p,d) reac¬ voorts bijgewoond door dr. A.A. Boutions with a realistic nuclear interaction.mans en dr. C. Ie Pair (directie FOM), Univ. München, 24 november 1981; Univ. drs. A.G.M, van Hees en dr. E.W.A. Erlangen-Nürnberg, W-Ouitsland, 26 no¬ Lingeman (vertegenwoordigers FPR) vember 1981; KVI, Groningen, 1 decem¬ en drs. H.G. van Vuren in verband met ber 1981; Univ. Hamburg, W-Duitsland, de Beleidsruimte. 9 december 1981. P.J. van Hall: Scattering of polarized Prof.dr.ir. J.B. Le Poole, werkgroep¬ protons around Ep = 20 MeV. Univ. Mün¬ leider van K XI (Delft) maakt geen deel chen, 24 november 1981; Univ. Erlangen- uit van de Commissie. Deze werkgroep Nürnberg, 26 november 1981; Univ. wordt alleen vertegenwoordigd door Hamburg, W-Duitsland, 9 december medewerkgroepleider prof.dr. A.H. 1981. Wapstra. J. van Klinken; Monopote transitions Het Uitvoerend Bestuur van de Stichting in actinides observed with mini-orange wordt in de Commissie vertegenwoor¬ spectrometers. Univ. Parijs, Orsay, digd door prof.dr. H. de Waard. Frankrijk, 30 novernt er 1981. J. van Klinken: V±A experiments in De taak van de Commissie is omschre¬ weak interactions with a Bhabha pola- ven in het stuk 'Bestuurstaken van de rimeter. Univ. Parijs, Orsay, Frankrijk, Commissies van de Werkgemeenschap¬ 1 december 1981. pen'. G. van Middelkoop: Kernfysica in atomaire magneetvelden. Delft, In de loop van 1978 is uit de leden van december 1981. de Commissie een Kerncommissie gevormd met de bedoeling de zakelijkorganisatorische besluitvorming binnen 7. Commissies de Commissie efficiënter voor te berei¬ De Commissie van de Werkgemeen¬ den en te doen verlopen. Het streven daarbij is erop gericht de Commissie schap voor Kernfysica was op van de Werkgemeenschap daardoor 31 december als volgt samengesteld: meer gelegenheid te geven als weten¬ prof.dr. J. Blok, voorzitter, schappelijk klankbord te fungeren, leider werkgroep K II prof.dr. P.J. Brussaard, wetenschappe¬ waardoor meer nog dan voorheen regel¬ lijk secretaris, leider werkgroep K VIU matig aandacht aan het wetenschappe¬ lijke onderzoekprogramma zal kunnen dr. K. Abrahams, vertegenwoordiger worden besteed. Kernfysische Contactcommissie,
Kernfysica
De leden van de Kerncommissie hebben daarin geen zitting als vertegenwoor¬ diger van een of meer werkgroepen, maar wel is er met de samenstelling rekening mee gehouden dat via de leden zoveel mogelijk alle bij de werkgroepen levende gedachten naar voren worden gebracht. Op 31 december was de Kerncommissie als volgt samengesteld: prof.dr. J. Blok (namens K II), voorzitter prof.dr. P.J. Brussaard (namens K VI), wetenschappelijk secretaris prof.dr. R.H. Siemssen (namens K III) prof.dr.ir. A.M. Hoogenboom (namens K V) prof.dr. O.J. Poppema (namens K VIII, K IX en K/VS X) prof.dr. A.H. Wapstra (namens NIKHEF-K en K XI) Het secretariaat berustte bij drs, F.R. Diemont. De Kernfysische Contactcommissie is de begeleidingscommissie van de bij het ECN gehuisveste werkgroep K IX. Zij bestaat uit: voor ECN: prof.dr. J.A. Goedkoop, voorzitter dr. K. Abrahams drs. M. Bustraan voor FOM: prof.dr. P.M. Endt prof.dr. P.W.M. Glaudemans prof.dr. W.J. Huiskamp prof.dr. H. Postma Het secretariaat werd verzorgd door drs. F.R. Diemont. De vergaderingen werden bijgewoond door prof.dr. O.J. Poppema, die in de Kerncommissie o.a K IX vertegen¬ woordigt. Dr. K. Abrahams heeft de dagelijkse leiding van K IX, hij vertegen¬ woordigt de Kernfysische Contact¬ commissie in de Commissie van de Werkgemeenschap voor Kernfysica. Het Kernfysisch Versneller Instituut is een universitair instituut ex art. 104 WWO; het wordt bemand en gefinan¬ cierd door RUG en FOM tezamen. De taken van het Beleidscollege van het Kernfysisch Versneller Instituut zijn omschreven in de 'Regeling van Bestuur en Beheer'. Deze bestaan o.a. uit het adviseren van RUG en FOM inzake het instituut, het adviseren van de directeur van iiet KVI inzake het te voeren beleid en het opstellen van diverse financiële documenten. Het beleidscollege was op 31 december als volgt samengesteld: prof.dr. J. Borgman, voorzitter prof.dr. C. van der Leun. vicevoorzitter dr. F.E.H, van Eijkern, eerste secretaris dr. C. le Pair, tweede secretaris prof.dr. D. Atkinson prof.dr. J.C. Kluyver prof.dr. H. Verheul
53
De vergaderingen werden voorts bijge¬ woond door prof.dr. R.H. Siemssen (directeur KVI). dr. R.J. de Meijer (verte¬ genwoordiger Instltuutsraad) en ioor drs. H.G. van Vuren ter assistentie van de tweede secretaris. In de loop van het verslagjaar traden prof.dr. J.C. Kluyver en prof.dr. H. Ver¬ heul toe tot het beleidscollege. De eerste nam de plaats in van prof.dr.ir. HL. Hagedoorn en prof. Verheul volgde prof.dr. C.C. Jonker op. die op 1 maart overleed.
*sr*-s
54
Kernfysica
AMOLF FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica
1. Algemeen 1.1. Doelstelling Het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica stelt zich ten doel: - fundamenteel onderzoek te verrichten op het gebied van de dynamische atoom- en molecuulfysica. Wissel¬ werkingen ten gevolge van botsingen tussen afzonderlijke atomaire systemen, elektronen en fotonen vormen hierbij het object van studie. Deze interacties zijn in eerste instantie van belang voor alle processen die zich in de gasfase afspelen. Dit werkgebied vereist speciale experimentele en theoretische methoden, die voor een groot deel zijn ontwikkeld naar analogie met de tech¬ nieken die in de kernfysica en hogeenergiefysica worden gebruikt. De experimenteel toegepaste methoden kenmerken zich door het gebruik van bundels; bij het theoretische onder¬ zoek staat op de voorgrond de beschrij¬ ving van niet-gebonden toestanden van eenvoudige atomaire systemen; - fundamenteel onderzoek te verrichten op die gebieden van de fysica waar genoemde experimentele en/of theore¬ tische methoden leiden tot het verwerven van kennis, die op andere wijze niet of slechts zeer indirect is te verkrijgen. Onder dit aspect van de doelstelling valt het onderzoek van de chemische en fysische structuur van oppervlakken. Van zeer groot potentieel belang is het onderzoek naar de wisselwerking tussen atomaire systemen en oppervlakken met behulp van bundeltechnieken. Tenslotte behoort hiertoe het onderzoek naar de wisselwerking tussen plasma's en bundels geladen deeltjes - ionen en elektronen; -fundamenteel onderzoek te verrichten met een interdisciplinair karakter. Door de grote gevarieerdheid van de pro¬ cessen die aan oppervlakken of in de gasfase - onder aardse, laboratoriumof astrofysische omstandigheden plaatsvinden, is een brede, gedifferen¬ tieerde opzet van het onderzoek noodzakelijk. De hiertoe vereiste tech¬
AMOLF
nische en wetenschappelijke infra¬ structuur, alsmede de speciale experi¬ mentele technieken die voor dit onder¬ zoek zijn vereist, zijn tevens een voorwaarde voor interdisciplinair onderzoek. Onderzoekingen die verwant zijn aan het meer fysisch gerichte werk, zoals de studie van structuur en samen¬ stelling van grote biologische moleculen en aerosolen, worden hieronder gerekend. In de tweede plaats steit het Instituut zich ten doel actief mee te werken aan meer gericht onderzoek dat gelieerd is met een op toepassing gerichte algemenere doelstelling. Het Instituut beperkt zich bij deze tweede doelstelling tot die projecten, waarvoor zijn speci¬ fieke kennis en vaardigheden zekere garanties bieden voor het welslagen ervan. Onderzoekingen die va! en onder deze tweede doelstelling kunnen liggen binnen het lerrein van de fysica, zoals bijv. energiegelieerd onderzoek in het kader van het nationaal programma, dan wel een inter- of multidisciplinair karakter dragen, zoals bijv. het onder¬ zoek naar de identificatie van biologisch materiaal met behulp van massaspectrometrische technieken. In de derde plaats acht het Instituut het zijn taak jonge academici en technici op te leiden en te trainen. Voor het bereiken van de doelstelling is het voor het Instituut van het hoogste belang nauw samen te werken met universitaire groepen en contact te onderhouden met de belangrijkste centra in het buitenland. Dit laatste door bezoeken over en weer, door het verlenen van gastvrijheid aan onder¬ zoekers van elders en door actieve deelname aan internationale congressen e.d, 1.2. Intern nieuws In dit verslagjaar bleek het mogelijk het personeelsbestand constant te houden, door opgelegde bezuinigingen te compenseren met financiering uit externe bronnen. Verder verkreeg het
Instituut voor het eerst steun uit de nieuw-opgerichte Werkgemeenschap Halfgeleiders- Het afwijzen van de PAMPUS-plannen werd opgevangen door voorstellen voor een aantal nieuwe grote projecten in te dienen, waarvan er twee toegewezen werden. Aan de festiviteiten rond de opening van het WCW leverde AMOLF uiteraard zijn aandeel. Tenslotte werd gestart met de discussies over de opvolging van prof.dr. J. Kistemaker als directeur van het Instituut. 13 Internationale activiteiten In 1981 bedroeg het aanial publikaties in internationale tijdschriften 84. Door de wetenschappe'ijke staf werden 62 lezingen gehouden op binnen- en buitenlandse instituten en 87 conferentiebijdragen geleverd.
2. Speurwerk In 1981 heeft de trend van de laaiste jaren zich voortgezet; er treedt een steeds verdergaande verschuiving op in het wetenschappelijk programma, in de richting van de oppervlaktefysica. Momenteel valt nog slechts ongeveer veertig procent van het programma onder de 'traditionele' atoom- en molecuulfysica. Daarnaast was er een duidelijke toename van het aantal projecten in de sfeer van de techni¬ sche natuurkunde en innovatie; voor ieder van deze projecten geldt overigens, dat er een directe relatie bestaat met een van de fundamentele interessen in het Instituut. Ook in het programma van de plasmagroep TN-III verlegden wij de accenten zodanig, dat meer aansluiting met het overige werk in het Instituut ontstond, terwijl toch de steun van Euratom gewaarborgd bleef. Een verslag van het werk van deze groep is opge¬ nomen in het verslag van de Werkge¬ meenschap voor Thermonucleair Onder¬ zoek en Plasmafysica in dit Jaarboek. Het onderzoek dat wordt verricht in het kader van de Werkgemeenschap Half¬ geleiders, wordt expliciet toegelicht in het verslag van die werkgemeenschap,
55
elders in dit Jaarboek. Tot slot van deze inleiding zij vermeld, dat van het totaal van 31 lopende projecten, cq. experimenten - e r 14 behoorden tot het normale programma; - er 11 werden uitgevoerd met steun uit de Beleidsruimte (waarvan 4 in het programma Technische Natuurkunde en Innovatie); - en voor 6 projecten van externe bronnen van financiering werd gebruik¬ gemaakt. 2.1. Atoom-en Molecuulfysica In de activiteiten op dit terrein onder¬ scheiden wij twee hoofdrichtingen: etektronen/fotonenfysica en zwaredeeltjesverstrooiing. Wat de eerste richting betreft, werd het werk aan de geldigheid van dispersierelaties voort¬ gezet in een nieuw experiment voor verstrooiing onder zeer kleine hoeken. Hierbij zullen tevens gegevens over de polariseerbaarheid van de atomen worden verkregen. Het werk aan absolute drievoudig differentiële ionisatie-doorsneden werd afgerond; als laatste interessant punt is een nieuwe bijdrage aan de doorsnede afkomstig van elektron-kerninteractie geïdentificeerd en theoretisch beschreven. Een duidelijk accent had het werk aan verstrooiing in sterke stralingsvelden, ook vanwege de ondersteuning vanuit de theoretische groep. Enerzijds dient genoemd te worden het atomaira werk aan discrete en continue energieuitwisseling tussen het laserveld en de elektronen. Deze werd onderzocht zowel in "halve botsingen', als resultaat v a i een multifotonicnisatieproces. alswel in normale elektron-atoomsystemen. Anderzijds werd gewerkt aan de vervaldynamica van autoioniserende toe¬ standen van moleculen. Via multifotonaanslag ontstaan elektronisch aange¬ slagen moleculen waarin na interne energieuitwisseling een overgang naar diverse vibronische iontoestanden optreedt. De analyse van dit verval vormt een belangrijke bijdrage aan de moderne molecuulspectroscopie. Bij de zware-deeltjesverstrooiing gaat het zonder uitzondering om de bestude¬ ring van de diverse koppelingsmecha¬ nismen. De experimenten op dit gebied bestrijken een breed scala van verschijn¬ selen. Zo bleef de koppeling tussen discrete en continuümtoestanden onderwerp van onderzoek in een tweetal experimenten: enerzijds dat betreffende de ladingsoverdracht van atomen en hooggeladen ionen, waarbij met name de afhankelijkheid van hoofd- en azimuthaalquantumgetal aan de orde kwam. Anderzijds leverde het experiment van H botsend met edelgasatomen eerste
56
resultaten. Ook de koppeling tussen discrete toestanden, als functie van de interne energie van de botsingspartners, werd verder onderzocht. Een nieuwe ontwikkeling hier is de detectie van het negatieve ion van een ionenpaar via het elektron dat vrijkomt na autodetachment. Ook in het zwaredeeltjesprogramma wordt van het principe van de 'halve botsingen' gebruikgemaakt, waarbij dankzij aanslag via fotoabsorptie zeer grote selectiviteit kan worden bereikt. Met een tweetal opstellingen, één voor de analyse van thermische neutralen en een tweede voor keV-ionen en neutralen, werd het onderzoek aan de dynamica van de interactie van dissociatiefragmenten voortgezet. 2.2. Oppervlaktefysica Bij het onderzoek aan oppervlakken met bundels onderscheiden we twee aspecten: - de dynamica van de bundel-oppervlak¬ interactie; - het materiaalonderzoek, in de zin van het karakteriseren en wijzigen van de structuur en samenstelling van oppervlakken en dunne lagen. In het botsingsdynamica-onderzoek was het met name te doen om nieuwe inzichten in de oppervlaktepotentiaal. Hiertoe werden botsingen van alkaliatomen (van enkele 100 eV) met opper¬ vlakken bekeken. Deze gegevens zijn van belang onder andere voor een tweede experiment in deze richting, aan negatieve oppervlakte-ionisatie van H*-ionen. De toepassing van dit werk ligt in de mogelijkheid van het creëren van intense negatieve ionen¬ bundels, welke onder 2.4 wordt bespro¬ ken. In deze categorie valt verder het werk aan verstuiving van oppervlakken en bevroren laagjes onder invloed van keV-ionenbundels, met als belangrijk doel na te gaan of dit proces bijdraagt aan de vorming van moleculen in de interstellaire ruimte. Hierbij zou het oppervlak van stofdeeltjes een belang¬ rijke rol spelen. Tenslotte dienen de elektrongestimuleerde desorptieexperimenten genoemd te worden, waarin het speciaal ging om het mechanisme dat tot desorptie van adsorbaten aanleiding geeft. De tweede hoofdrichting in de opper¬ vlaktefysica bedient zich van een veel¬ heid van technieken, waarin de 'Ruther¬ ford backscattering' (RBS) een centrale plaats inneemt. Met behulp van deze analysetechniek werd kristallografie bedreven, in de ruimste zin van het woord, aan oppervlakken en dunne lagen (enkele tot tientallen nm). De meer fundamentele kant betrof onderzoek aan de relaxatie van oppervlakte¬ atomen, aan de positie van adsorbaatatomen en aan de grensvlakken tussen
halfgeleiders en metalen of oxiden. De methode werd verder gebruikt voor de analyse van materialen, waarvan de eigenschappen gewijzigd zijn door ionenimplantatie, laserannealing en recentelijk ook 'Molecular Beam Epitaxy' (MBE). Bij dit laatste gaat het erom, via opdampen en annealen geheet nieuwe structuren te creëren, zoals bijvoorbeeld een superrooster van alter¬ nerende laagjes p- en ngedoopt silicium, dat zeer bijzondere elektrische eigen¬ schappen heeft. Belangrijke voortgang werd geboekt bij het werk aan MBE van silicium (zie 2.4). Naast kennis van de geometrische structuur is ook die van de elektronische structuur van groot belang, met name voor halfgeleidertoepassingen. Dit is een van de motivaties van het project betreffende foto-elektronspectroscopie van grenslagen tussen groep-IVelementen en lll-V-verbindingen. Dit project, in samenwerking met Philips, werd uitgevoerd aan de elektronen opslagring ACO te Orsay. 2.3. Biomolecuulfysica In het kader van de structuuranalyse van complex, nietvluchtig organisch materiaal met behulp van nieuwe massaspectrometrische technieken heeft de werkgroep de beschikking over apparatuur voor curiepunt-pyrolysems (Py-MS), laserdesorptie-ms (LD-MS), en secundaire-ionen-ms (SIMS). Bovendien kunnen ionstructuren worden geanalyseerd met behulp van een dubbeltrapsmassaspectrometer, speciaal ontworpen voor het meten aan zeer snelle vervalprocessen van hoogmoleculair materiaal. Toepassingen van deze analysesystemen liggen op het gebied van de biochemie, medische wetenschappen, farmacieen geochemie. Zo werd het Py-MS-systeem gebruikt bij de chemische analyse van glycoconjugaat-vaccins en voor identificatie van tuberculose- en andere bacteriën van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIV); voor de taxonomie van imperfecte gisten (Centraal Bureau voor Schimmel¬ cultures (CBS)); bij de pathologie van weefsels, cellen en lichaamsvloei¬ stoffen; bij de typering van rivierslib in verband niet zware-metalencomplexering, en bij de typering van steenkool en olieschalies (TH-Delft). Het Py-MSonderzoek betreffende de identificatie van tubercutosebacteriën (mycobacteria) heeft nu geleid tot een methode waarmee het mogelijk is om de voor de mens belangrijke typen te onder¬ scheiden van de andere mycobacteria en wel sneller dan met behulp van de conventionele microbiologische methoden. Voor bacterievaccins op basis van kapselpolysaccharide geven de Py-MS-patronen directe informatie
AMOLF
omtrent de relatieve hoeveelheden van een aantal macromoleculaire neven¬ componenten (proteïnes, lipopolysaccharide, nucleïnezuren). zodat aparte chemische bepalingen van deze componenten niet meer nodig zijn. Gepaard aan het taxonomie-onderzoek van gisten werd de toepassing van factoranalyse en grafische rotatie uitgewerkt, methoden, die meer in het algemeen van groot belang zijn bij het chemisch interpreteren der verschillen tussen spectra van complexe monsters. Zo kon bijvoorbeeld in de spectra van steenkoolmonsters een factor worden gevonden, die een aantal aromatische fragmenten beschrijft en die in hoge mate is gecorreleerd met de inkolingsgraad (snetle-kooltypering). Ook de aard van biologisch inputmateriaal van de kool kan uit het programma worden afgeleid. Fundamenteel van aard zijn de recente experimenten aan LD-MS en FAB (Fast Atom Bombardment), die erop wijzen dat aan deze desorptieprocessen een thermisch mechanisme ten grondslag ligt. Teneinde hieromtrent meer evidentie te verkrijgen is de energieverdeling van de bij laserdesorptie ontstane ionen gemeten met een nauwkeurigheid van 0,2 eV. Verdere instrumentele ontwikke¬ lingen betroffen de uitrusting van de dubbeltrapsmassaspectrometer voor botsingsgeïnduceerde dissociatie met een curiepunt-pyrolysemonsterwisselautomaat. Met dit instrument werden metingen uitgevoerd om de structuur na te gaan van belangrijke ionen in het spectrum van gepyrolyseerde bacteriën (RIV) en om reactie¬ mechanismen te bestuderen bij ronisatie van organische verbindingen in het massagebied tot enige honderden Dalton (Universiteit van Amsterdam). 2.4. Technische Natuurkunde en Innovatie; projecten met externe financiering Dit punt betreft een belangrijk deel van het programma, dat volledig geïnte¬ greerd is met bovenbeschreven weten¬ schappelijke activiteiten, maar vanwege de technologische aspecten gefinan¬ cierd wordt uit de Beleidsruimte voor Technische Natuurkunde en Innovatie of uit andere externe bronnen. Met steun van vooral de Beleidsruimte, naast enkele andere bronnen, wordt al sinds enige jaren experimenteel werk gedaan aan wat wel 'material tayloring' wordt genoemd. Hieronder vallen: - het al eerder genoemde silicium-MBE project; - de ionenbundelmenging: het vervaar¬ digen van speciale legeringen die niet via thermodynamisch evenwicht gevormd kunnen worden; - laserannealing van materiaal voor
AMOLF
zonnecellen; - het recent gestarte project voor het opdampen van multilayer spiegels voor zachte röntgenstraling. Doel hiervan is efficiënte reflectie bij normale inval te verkrijgen. Een toepassing van de kennis over dynamica van ion-oppervlakverstrooiing vinden we in de ontwikkeling van een systeem voor vorming van intense H -bundels. Vanwege het belang voor verhitting van fusieplasma's gebeurt dit met steun van Euratom. De fundamen¬ tele kennis over fotoionisatieprocessen vormt de basis voor de ontwikkeling van een methodiek voor selectieve ionisatie van luchtverontreinigingen. Met name de kinetiek van de vorming van zure regen is tot onderwerp van onderzoek geworden. Verder is in dit verslagjaar gestart met de bouw van een RF-versnelsysteem {voor ionen) van een geheel nieuw type (MEQALAC). dat multipele ionenbundels met zeer hoge helderheid zal leveren. Dit is een interessante complementering van onze activiteiten op het gebied van de H -bron. Onder dit punt valt ook de uitgebreide inspanning aan routine analyses met de flashpyrolysemethode(zie 2.3). Dit verslagjaar betrof het 2500 analyses voor diverse instellingen; de financiering kwam voor een belangrijk deel van het Rijks Instituut voor de Volksgezondheid. Tenslotte is in het kader van de over¬ dracht van expertise vanuit het Instituut naar de industrie een succesvol project afgesloten: de bouw en tests van een ionenimplantatiekamer en sophisti¬ cated' energie-analysator met veelkanaalsdetectie door High Voltage Engineering (Amersfoort), uitgaande van een ontwerp uit het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica en onder frequente begeleiding van AMOLFmedewerkers. 3, Onderwerpen van onderzoek 1. Vastestof-en atoomfysica met ionenbundels 1.1. Kristailografie van oppervlaktelagen en grensvlakken 1.1.1. Oppervlak erelaxatie en thermische-vibratieaTiplitude van het Ni (100)oppervlak 1.1.2. 'lo r i beam mixing' 1.1.3. Biri'lingsenergieverschuivingen in binnenschihiveaus van atomen aan metaalopperv akken 1.1.4. Zonnecelprogramma en Sisuperroosters 1.2. De projectiel-ladingstoestand als parameter in ion-atoombotsingen 2. Excitatie en ionisatie van gassen 2.1. (e,e2) aan atomen 2.2. Verstrooiing onder kleine hoeken van elektronen aan gassen
2.3. Elektron vangst processen bij botsingen tussen meervoudig geladen ionen en atomen (emissie van fotonen) 2.4. Semiklassieke theorie van ion¬ atoom- en ion-molecuulbotsingen 3. Molecuulfysica 3.1. Fotodissociatie van hydriden 3.2. Fotodissociatie van alkaliclusters 3.3. Verstuivingsexperimenten 4. Atomaire botsingen 4.1. Totale werkzame doorsneden voor icnen en elektronenproduktie in botsingen tussen een alkali-atoom en een O,- of NO-molecuul 4.2. Differentiële verstrooiingsmetingen 4.3. Oppervlakte-onderzoek met bernlp van ionenbundels 4.4. Translatiespectroscopie 4.5. Verstrooiing van negatieve ionen (H ) aan edelgassen 4.6. Vaste-stofoppervlakken-onderzoek met behulp van elektronen 5. Atoom- en vaste-stoffysica met elektronenbundels 5.1. Spinpolarisatie in elektronenverstrooiing aan gassen 5.2. 'Free-free' overgangen 5.3. UV-foto-emissie aan oppervlakken 5.4. LEED met spingepolariseerde elektronen 6. Theoriegroep 6.1. Foto-ionisatieen inelastische verstrooiing van fotonen aan helium 6.2. Atomen in sterke stralingsvelden a. Veel-foton ionisatie b. 'Atomic collisions in intense laser fields' c. 'Two-foton free-free transitions in a coulomb field' d. 'Photon-atom scattering' 6.3. Botsingen tussen zware deeltjes en vaste stoffen 6.4. Elektron-atoom verstrooiingsamplituden 7. Biomolecuulfysica 7.1. Pyrolyse-massaspectrometrische analyses voor het RIV 7.1.1, Pyrolyse-massaspectrometrie van mycobacteriestammen 7.1.2. Glycoconjugaten 7.1.2.1. Polysaccrtaride-toxoide koppelingsprodukten 7.1.2.2. Analytische pyrolyse van polysaccharide modelverbindingen 7.2. Ondersteunende werkzaamheden 7.2.1. Computerprogramma's multivariantenanalyse 7.2.2. Computerprogramma factor-en discriminantanalyse 7.2.3. Factoranalyse op minicomputer 7.3. Botsingsgeactiveerde dissociatiemassaspectrometrie (BGD-MS) 7.3.1. Instrumentatie 7.3.2. Mechanismen van pyrolysereacties 7.3.3. Onderzoekingen aan tensiden met behulp van velddesorptie 7.4. Laser-desorptiemassaspectrometrie
57
75 Taxonomie van imperfecte gisten 7.6. Nevencnderzoek 8. Programma voor Technische Natuur¬ kunde en Innovatie 8.1. Negatieve oppervlakte-ionisatie van waterstof 8.2. Produktie van silrcium-superroosters 8.2.1. Silicium epitaxy op silicium 8.2.2. Zonnecelprogramma 8.3. 'Ion beam mixing' 8.4. Fotoionisatiemassaspectrometer voor meting van luchtverontreiniging 9. Technische werkgroepen 9.1. Constructiebureau 9.2 Mechanische afdeling 9.3. Elektronische afdeling 9.4. Afdeling informatieverwerking 9.5. Vacuüm-technisch laboratorium
composition of fulvic acids in Tjeukermeer, the Netherlands, as studied by curiepoint pyrolysis mass spectrometry. Hydrobiologia. 78 (1981) 87. M.S. de Vries, N.J.A. van Veen, T. Bailer, A.E. de Vries: Multiphoton ionization translational spectrometry (MITS) of lt. Chem. Phys. 56(1981)157. D. Dijkkamp, F.J. de Heer: The cross section for ionization of the 2s subshell of neon by electron impact. J. Phys. 14 (1981) 1327. F.J. de Heer: Electron excitation, disso¬ ciation and ionization of H3,D,,T2 simple hydrocarbons and their ions. Physica Scripta23(i981)i70. N.J.A. van Veen, M.S. de Vries, J.D. Sokol, T. Bailer, A.E. de Vries: Wavelength dependence of photofragmentation processes of the first excited states of Na and K halides. Chem. Phys. 56 (1981) 4. Publikaties 81. P.H. Woerlee, Yu.S. Gordeev, H. de E.G. Overbosch, A.D. Tenner, J. Los: Waard, F.W. Saris: The production of Diffusion of potassium in the selvedge continuous electron spectra in collisions of a W (110) surface. Radiation Effects of heavy ions and atoms. 8: Direct coup¬ 53(1980)73. ling with the continuum, J. Phys. B 14 J. Grosser, E.E. Nikitin, A. Shu'jhin, A.E. {1981) 527. de Vries: Ion pair formation by spin-orbit interaction in collisions between fluorine Yu.S. Gordeev, P.H. Woerlee, H. de atoms and zinc, cadmium and mercury Waard, F.W. Saris: The production of continuous electron spectra in collisions atoms. Chem. Phys. 56 (1981) 21. N.J.A. van Veen, M.S. de Vries, T. Bailer, of heavy ions and atoms. A: Molecular A.E. de Vries: Photofragmetitation of autoionization. J. Phys. B 14 (1981) 513. Thallium halides. Chem. Phys. 55(1981) G. Wieten, J. Haverkamp, H.L.C. Meuze371. laar, H.W. Boudewijn Engel, L.G. Berwald: Pyrolysis mass-spectrometry: H.A. van Hoof, M.J. van der Wiel: Anglea new method to differentiate between resolved ultraviolet photoemission specthe mycobacteria of the tuberculosis troscopy of the Si{001) surface. Appl. of complex and other mycobacteria. J. Gen. Surf. Science 6 (1980) 444. Microbiology 122 (1981) 109. M. Szymonski, A.E. de Vries: Beam H.A. van Hoof: An electrostatic lens for induced decomposition and sputtering polar-angle selection of photoemitted of Lit. Radiation Effects 54 (1981) 135. electrons. J. Phys. E 14 (1981) 325. M. Bakker, D. Hoonhout: A program to F.J. de Heer, H.A. van Sprang, G.R. Möhl- solve a solute diffusion problem with mann: Dissociative excitation of mole¬ segregation at a moving interface. cules electron impact. J. Physique 77 Comp. Phys. Comm. 22 (1981) 439. (1980) 773. R. Pedrys, RA. Haring, A. Haring. F.W. M.J. van der Wiel: Multiphoton ionization Saris, A.E. de Vries: Sputtering of Van der Waals molecules. Phys. Lett. of molecules. J. Physique 77 (1980) 647. 82A (1981) 371. A.S.M. Wahby, J. Los: The Lorenizian diffusion of hydrogen in neon and xenon, E.G. Overbosch, J. Los: Positive ioni¬ zation of hyperthermal sodium atoms on I. Ne, Xe-H,. Physica 105A (1981) 245. metal surfaces. Surface Science 108 A.S.M. Wahby, J. Los: The Lorentzian diffusion of hydrogen in neon and xenon, (1981)117. E.G. Overbosch, J. Los: Formation of II. We, Xe-D,. Physica 105A (1981) 257. negative sodium ions by hyperthermal A.S.M. Wahby, J. Los: The Lorentzian diffusion of hydrogen in neon and xenon, beam scattering from surfaces. Surface Science 82A (1981) 99, III. We, Xe-HD. Physica 105A (1981) 264. Th. van Dijk, J. Kistemaker: A new expla¬ J. Kistemaker: Some topics about ioni¬ zation in gases and solids. Proc. VII nation for the hexagonal shape of lunar Conf. on Atom. Coll. in Solids, Moskou craters. Z. Naturforsch. 36a (1981) 410. (1977) p. 149. E.W.P. Bloemen, H. Winter, T.D. Mark, D. Dijkkamp, D. Barends, F.J. de Heer: Wang Zhong-Lie, F.W. Saris: A thermal Absolute emission cross sections it melting model calculation of pulsed 30.4 nm for e-He collisions and at laser annealing in G*As. Phys. Lett. 20.8 nm for Ne"-He collisions. J. Phys. B 83A (1981) 367. J.W. Dallinga, N.M.M. Nibbering, G.J. 14(1981)717, Louter: Formation and structure ol H. de Haan, G. Halma, T. de Boer. J. Haverkamp: Seasonal variations in the (C,H,O)' ions generaled from gas phase
58
ions of phenylcyclopropylcarbinol and 1-phenyl-1 (hydroxymethyl) cyclopro¬ pane. Organic Mass Spectrometry 16 (1981) 183. M.J.M. Beerlage, PS. Farago: D/>ecf determination of the vector polarisation of electrons by means of a tilted wien filter. J. Phys. E 14(1981)926. B. van Wingerden. J.T.N. Kimman, M. van Tilburg, F.J. de Heer: Triple and double differential cross sections for electron impact ionization of helium and mole¬ cular hydrogen. J. Phys. B14 (1981) 2475. E.A. Gislason, A.W. Kleyn, J. Los: Calcu¬ lation of the vibrational distribution in quenching of Na(3'P) by W2 and CO. Chem. Phys. 59(1981)91. R.G. Smeenk, R.M. Tromp, F.W. Saris: Ion beam crystallography of the Ni (110)(2x1) O surface. Surface Science 107(1981)429. G.J. Louter, M.M.J. Lens, A.J.H. Boerboom: Application of matrix calculation. I. The design and adjustment of a tandem mass spectrometer for colli¬ sion-activated dissociation (CAD). Int. J. of Mass Spectr. & Ion Phys. 39 (1981) 197. A.W. Kleyn, E.A. Gislason, J. Los: Neutral scattering and vibrational excitation in K+ Br3 collisions. Chem. Phys. 60 (1981) 11. M. Gavrila, P. Mandal: High-energy form ol second born exchange amplitudes for electron-hydrogen scattering. Phys. Lett. 84A (1981) 417. J.B. Delos: Theory of near adiabatic collisions. Ill Coupled equations arising from expansions involving single-center states. Phys. Rev. A 23 (1981) 2301, G.J. Louter, M.M.J. Lens. A.J.H. Boerboom: Ion optics of a tandem mass spectrometer with variable dispersion and simultaneous detection: second stage. Nucl. Instr. & Meth. 187(1981) 137. H. van Halbeek. L. Dorland, J. Haver¬ kamp, G.A. Veldink. F.G. Vliegenthart: Structure determination of oligosaccharides isolated from A', H' and A , H Hog-submaxillary-gland mucin glyoproteins, by 360-MHz 'HNMR spectroscopy, permethylation analysis and mass spec¬ trometry. Eur. J. Biochem. 118(1981)487. P.H. Woerlee, R.J. Fortner, F.W. Saris: Charge-state dependence ol innershell vacancy production in heavy ion-atom collisions with atomic number larger than 10. J. Phys. B 14 (1981) 3173. M.J.M. Beerlage, P.S. Farago, M.J, van der Wiel: A search for spin effects in low-energy electron scattering from optically active camphor. J. Phys. B 14 (1981)3245. J.F. van der Veen, D.E. Eastman, A.M. Bradshaw, S. Holloway: Intrinsic steprelated states and4f-core levels on Ir (332). Solid State Comm. 39 (1981) 1301. P. Kruit, J. Kimman, M J , van der Wiel: Absorption of additional photons in the
AMOLF
till
1 IVP|
'Kil Uil' iijli
muitiphoton toni sat ion continuum of J. Kimman. Pan Guang-Yan. F.J. de Heer: tenon at 1064, 532. 440 nm. J Phys B 14 (e.2e) metingen aan argon. (1981) L 597 U. Klomp. J. Los: Vibratie-aanslag in D. üesen. A N Zinoviev. F.W. Saris: atoom-molecuulbotsingen. Oscillations in coincident molecular + orbital auger spectra emitted in 450 International Winter School on Atomic keV Kr' + Kr collisions. Phys. Rev. Lett. and Molecular Physics. Triest. Italië. 47(1981)1392 5-13 maart 1981. J.F. van der Veen. F.J. Himpsel. OE J. Los: Inelastic scattering of heavy Eastman: Hydrogen induced reconstruc particles tion of the W(1OO) surface studied by J. Los: Elastic scattering of heavy surface core level spectroscopy. Solid particles. State Comm. 40 (1981) 57. J. Los: Reactive scattering. A.JH. Boerboom. G.J. Louter. J. Haver¬ J. Los: Scattering theory. kamp: A tandem magnetic mass spectro¬ meter for collision activated dissociation T. de Jong. L Smit. V.V. Korablev. F.W. studies on ions generated in very short- Saris: Laser processing in molecular lasting processes. Dynamic Mass beam epitaxy of Si on Si. European Spectr. 6(1981)134. Workshop on Molecular Beam Epitaxy, M.J.M. Beerlage. Zhou Qing. M.J. van der Stuttgart. W-Duitsland, 30 maart-1 april 1981. Wiel: The polarisation of electrons elastically scattered from argon and T. de Jong. L. Smit. F.W. Saris: Substrate krypton at energies between 10 and 5T orientation effect on the annealing of eV. J. Phys. B 14 (1981) 4627. molecular-beam-deposited Si by laser G.J Q. van der Peyl. K. Isa, J. Haverkamp. pulses. European Workshop on Mole¬ P.G. Kistemaker: Gas phase ion/molecular Beam Epitaxy. Stuttgart. WDuitscule reactions in laser desorption mass land. 30 maart 1 april 1981. spectrometry. Org. Mass Spectr. 16 A.J.H. Boer boom, P.M.M, van Haard, <>981)416 J. Haverkamp: Pyrolysis mass spectrometric investigation of human nuclearG.J. Louter. M M.J. Lens. T. Matsuo: cataractous lenses. Easter Meeting of Applications of matrix calculations, II Mass scaling of CA D fragment spectra. the Mass Spectrometry Group. Dundee. Schotland. Groot-Bnttannie. 1-3 april Int. J. Mass Spectr. & Ion Phys. 40 1981. (1981)341. U.C. Klomp. J. Los: Orientational effects European Conference on Atomic Phy¬ in collisions ol cesium atoms with CO sics. Heidelberg. W-Duitsland. 6-10 april and N,. Chem. Phys. Lett. 84 (1981) 205. J. Kistemaker: Kernenergie en vervoer. 1981. Congresnummer KNVTO. september D.P. de Bruijn. J. Los. A new detector for 1981. translational spectroscopy M.R. Spalburg, J. Los: Differential cross G. van Graas, J.W. de Leeuw. P.A. sections for the processes K, Na (100. Schenck. J. Haverkamp: Kerogen of 600eV) + CH,I - K', K\ Na', Na' Toarcian shales of the Paris basin. + CH,I ". A study of its maturation by flash pyrolysis techniques. Cosmochim Acta J. Kimman. Pan Guang-Yan, F.J. de Heer: (e,2e) cross sections for argon. 45(1981)2465. P.E. van der Leeuw. J. Los: Electron J.J. Boon. W.R. de Boer. F.J. Kruyssen, J.T.M, Wouters: Pyrolysis mass spectro¬ detachment in Cl + Noble gas atom collisions. metry ol whole cell walls and isolated G.N.A van Veen, N.J.A. van Veen, cell wall polymers of bacillus subl/lis M.S. de Vries, A.E. de Vries: Photofragvar. niger WH. J Gen. Microbiology 122 mentation of SnCl, at 193 nm. (1981) 119. P. Kruit, J. Kimman, M.J. van der Wiel: Energy spectra of electrons produced 5. Bijdragen aan conferenties e.d. in 5- and (5 + 1)- photon ionization of Xe. D. Liesen: Excitation mechanisms in NNV-Sectie Atomaire Botsingsfysica en superheavy quasiatoms Spectroscopie, Lunteren, 5-6 februari 1981. G.N.A. van Veen. N.J.A. van Veen. T. Bal- Voorjaarsvergadering Nederlandse Natuurkundige Vereniging, Delft. Ier. MS, de Vries, A.E. de Vries: Foto21-22 april 1981. fragmentatie van SnC!,. C. de Vreugd, P.E. van der Leeuw, J. Los: J. Kistemaker: Gaskernreactor. Energieverdeling van elektronen vrijge¬ A.J.H. Boerboom, J. Los, Chen He-Neng, W. Genuit: Een massaspectrometerbron komen bi/ botsingen tussen Cl ionen voor selectieve iomsatie van veront¬ en edelgasatomen. reinigingen in lucht M.R. Spalburg. J. Los: Differentiële T. de Jong, L. Smit, D. Hoonhout, F.W. werkzame doorsneden voor de pro¬ cessen K, Na(50 800eV)+ CH3IK°,K*. Saris. Si-superroosters en zonnecellen. Na0. Na * + CH3I° .
60
D. Hoonhout. F.W. Saris: Optimization of pulsed-laser processing for the fabri¬ cation of silicon solar cells. 15th IEEE Photovoltaic Specialists Conference. Florida. USA. 12-15 mei 1981. G.N.A. van Vosn. N.J.A. van Veen. T. Bailer. M.S. de Vries, A.E. de Vries: Photofragmentation of SnCl, at 193 nm. 8th Intern. Symp. on Molecular Beams. Cannes. Frankrijk. 1-15 juni 1981. R. Pedrys. R.A. Haring. A. Haring, F.W. Saris. A.E. de Vries: Molecular beams of Van der Waals molecules. 8th Intern. Symp. on Molecular Beams. Cannes. Frankrijk. 1-15 j-ini 1981. G. Wieten: An update on pyrolysis mass spectrometry of mycobacteria. 2nd Mee¬ ting European Society of Mycobactenologists. Florence. Italië. 1-6 juni 1981. G.J.O. van der Peyl. J. Haverkamp, K. Isa. P.G. Kistemaker: Thermal aspects of laser desorption mass spectrometry (LDMS). Nordic Symp. on Ion Induced Desorption of Molecules from Bio Orga¬ nic Solids, Uppsala. Zweden, 15-18 juni 1981. R.G. Smeenk: The oxidation of NiflOO) and Ni(110). Forty-first Annual Conf. on Physical Electronics, Montana. USA. 29juni-1 juli 1981. R. Pedrys. RA. Haring. A. Haring. F.W. Saris. A.E. de Vries: Sputtering ol condensed noble gases by keV ions. Intern. Conf. on Radiation Effects in Insulators. Trento, Italië. 30 juni- 3 juli 1981. 9th International Conference on Atomic Collisions in Solids. Lyon, Frankrijk, 6-10 |uli 1981. J.B. Sanders. R.A. Haring, A.E. de Vries: Interpretation of sputtering measure¬ ments of condensed solid gases. R. Pedrys, R.A. Haring, A. Haring. F W. Saris, A.E. de Vries: Sputtering of condensed noble gases by keV ions. HE Roosendaal, R.A. Having, J.B. San¬ ders: Surface disruption as an obser¬ vable factor in the energy distribution ol sputtered particles. H. Westendorp. Wang Zhong-Lie, F.W. Saris: Ion beam mixing of W and Au coatings with Cu substrates. 2nd Gordon Research Conference on Analytical Pyrolysis, Plymouth, New Hampshire, USA, 13-17 juli 1981. J. Haverkamp: Curie-point pyrolysis mass spectrometry studies on biopolymers and cell fractions. W. Windig: The application of factor analysis and discriminant analysis on pyrolysis mass spectra ol yeasts. J.W. de Leeuw (THD): Diagenesrs and origin of sedimentary organic matter as revealed by analytical pyrolysis. J.J. Boon: Significance of analytical pyrolysis for ecology and biogeochemistry.
AMOLF
XII International Conference on the Physics of Electronic and Atomic Colli¬ sions. Gatlinburg. Tennessee. USA. T5-21 ju!i 1981. M. Gravila. P Mandal: Second born amplitudes for electron-hydrogen scat¬ tering of high energies. G.F. Hanne: Fine structure effect in inelastic electron atom scattering. UC. Klomp. J. Los: Generalisation of the Landau-Zener theory to a momfold of vibrational states. D.P. de Bruijn, J Los: A novel apparatus for photodissociation measurements. J. Kimman. Pan-Guang-Yan, F.J. de Heer: fe.2e) cross sections for argon. A.W. Kleyn: Sub-picosecond expert ments on molecular vibration P. Kruit. J. Kimman. M.J. van der Wiel: Additional absorption of one and two photons in the 5 photon ionization continuum of Xe. J. van Wunnik: Negative lomzation of hydrogen by scattering from a cesiated tungsten surface. Gordon Conf. on Dynamics of Gas-Surface Interactions. Plymouth State College. USA. 10-14 augustus 1981 F.W. Saris: Does Si really melt during pulsed laser annealing?; F.W Saris: Ion-beam mixing of Cu-Au and Cu-W. Meeting on Surface Modifi¬ cation by Directed Energy Processing. Trevi. Italië. 24-28 augustus 1981. G. Wieten: Pyrolysis mass spectrometry Its applicability to mycobacteriology including M. Leprae. Intern. Working Group Mycobacterial Tax./WHO. Mee¬ ting M. Leprae. Parijs. Frankrijk. 31 augustus-5 september 1981. J. Los: Electron detachment in ion-atom collisions. 5th General Conf. of the European Physical Society. Istanboel. Turkije. 7-11 september 1981. ECOSS 4. Munster. W-Duitsland. 14-16 september 1981. J.F. van der Veen. F.J. Himpsel, DE. Eastman: Hydrogen-induced reconstruc¬ tion of the vVflOO) surface, studied by surface core level spectroscopy. R.G. Smeenk: A RBS study of relaxation, reconstruction and oxidation of Ni surfaces. J. Verhoeven. J J Czyzewski: Oxygennickel (110) surface states of bonding investigated by appearance potential electron ^''mutated ion desorption. J. Haverkamp: New mass spectrometnc methods for analysis of carbohydrates andglucoconjugates. 1st European Symp. on Carbohydrates and Glucocon¬ jugates. Wenen, Oostenrijk. 14-17 sep¬ tember 1981. D. van de Meent, A. Los, J.W de Leeuw. PA. Schenck. J. Haverkamp: Sizefractionation and analytical pyrolysis of
AMOLF
suspended particles from the river Rhine delta. 10th Intern. Meeting on Organic Geochemistry. Bergen. Noorwegen. 14-18 september 1981. A.J.H. Boerboom: Rëcents dèveloppements dans l'instrumation et spectrométne de masse dans la region des hautes masses. The Annual Meeting of the GAMS-mass Spectrometry Group. Toulouse. Frankrijk. 23-25 september 1981 J.F van der Veen: Band mapping of metals using photoemtssion with syn¬ chrotron radiation. Conf. Werkgemeen¬ schap Metalen GNSM. Cosenza. Italië. 2829 september 1981. J. Haverkamp. P.G. Kistemaker: Pyro¬ lysis mass spectrometnc analysis of complex bio-organic matter. Decomposi¬ tion Symposium. Oosterzee. 29-30 okto¬ ber 1981. J.J. Boon. J. Haverkamp Characteri¬ zation of organic matter from plant decomposition, intact plants and algae by pyrolysis methods. Decomposition Symposium. Oosterzee. 29-30 oktober 1981. Materials Research Society Meeting on Thin Films and Interfaces. Boston. Massachusetts. USA, 14-21 november 1981. H. Westendorp. Wang Zhong-lie. F.W. Sarts: Determination of oxygen in laser annealed/cleaned Si. T. de Jong, L Smit. V.V. Korablev. D. Hoonhout. F.W. Saris: Laser proces¬ sing of UHV-deposited silicon films on Si(100)and(11i). Wang Zhonglfe. H. Westendorp. F.W. Saris: Ion-beam mixing of Cu Au and Cu-W systems E.C. Beuvery. RW. van Delft. D. Freudenthal. J. Haverkamp: The vaccine potential of memngococcal polysaccharidetetanus toxoid con/ugates 4th Intern. Conf. on Immunity and Immunization in Cerebrosprnal Meningitis. Siena. Italië. 16-17 november 1981. H.L.C. Meuzelaar. P.G. Kistemaker. R.B.H. Schutgens, HA. Veder. JR. Car¬ dinal. J.H. Bowers. AG Antoschechkin: Fast, quantitative profiling of urine, bile ana fibroblast samples by pyrolysis mass spectrometry. Proc. Current Developm. in Clinical Applic. of HPLC. GC and MS, Eds. A.M. Lawson, C.K. Lim. W. Richmond, Academic Press. 1980, p. 209. D. Hoonhout, F.W. Saris: Threshold energy density for pulsed laser annea¬ ling of silicon. Proc. Laser and ElectronBeam Solid Interactions and Materials Processing. Eds. Gibbon, Hess, Sigmon, North Holland Publ. Comp. 1980. p, 31. P.A. Schenck, J.W. de Leeuw, G. van Graas. J. Haverkamp, M. Bouman: Analysis ot recent spores and pollen and
of thermally altered sporopollenin by flash pyrolysis-mass spectrometry and flash pyrolysis-gas chromatography mass spectrometry. Proc. Organic Matu¬ ration Studies and Fossil View Explora¬ tion. Ed. J. Brooks. Academic Press. London. 1981. p. 225. E Wittendorp-Rechenmann. R.V. Rechenmann. B. Senger. J.B. Sanders: Secondaires lourds energetiques. influence sur les parcours de particle a d'énergies moyennes. Proc. 4th Symp. on Neutron Dosimetry. Radiation Aspects. Munich. Eds. G. Burger. H.G. Ebert. 1981. p. 317. E. Wittendorp-Rechenmann. B. Senger. J.B. Sanders. R.V. Rechenmann: Preli¬ minary range-energy determinations of heavy charged particles in dense compo¬ site media. Proc. 7th Symp. on Microdensity. Oxford. Ed. J Booz, Harwood Academic Press. 1981. p. 227. 6 Voordrachten J.F. van der Veen: Core-level spectros¬ copy of surface atoms. Fritz-HaberInstitut. Berlijn. W-Duitsland. 12 januari 1981. M. Gravila: Diffusion compton sur les electrons lies. Institut Curie. Parijs. Frankrijk. 13 januari 1981. F.J. de Heer: Atomaire botsingen met meervoudig geladen projectielionen. RU-Groningen. 10 februari 1981. J.B. Sanders: Time evolution of collisioninduced hot spikes. Laboratorium voor Kern- en Stralingsfysica. Leuven. België. 25 februari 1981. F.W. Saris: Kristallisatie van silicium met gepulste laserstraling. RU-Utrecht. 19 maart 1981. M. Gavrila: Atoms in intense laser fields. Université Libre de Bruxelles, België. 22 april 1981, W. Windig: Pyrolyse massaspectrometne van gisten. Jaarvergadering Stichting Biologisch Onderzoek Neder¬ land (BION). CBS. Baam. 29 april 1981. M.J van der Wiel: Electron spectrometer with acceptance angle 2 v SR. RU-Gro¬ ningen. 8 mei 1981. M.J, van der Wiel: Laser assisted atomic collisions. University of Aarhus. Dene¬ marken. 21 mei 1981. G.P.A. Frijlink: Ervaring met nieuwe typen diffusiepompen. Werkgroep Con¬ structies. NEVAC. RU-Utrecht, 3 juni 1981 T.Th N. Kimman: Absorption of addi¬ tional photons in the multiphoton ioni¬ zation continuum of xenon; T.Th.N. Kimman: Resonant four photon ionization of nitric oxide Argonne Nat. Lab,. Argonne. 8 juli 1981: ORNL. Oak Ridge. Tennessee. 14 juli 1981: JILA. University of Colorado, Boulder. 24 juli 1981: JPL. Pasadena. California, USA, 3 augustus 1981.
61
vember 1981.
T.Th.N. Kimman: Absolute (e,2e) crosssections for helium and argon. JPL,
J. Kistemaker: Progress in collision
Pasadena, California, USA. 3 augustus 1981.
physics, loffe Institute. Leningrad. USSR. november 1981.
M. Gravila: Rayleigh scattering at nonrelativistic energies. Department of
J. Kistemaker: Photon physics in the
Physics. University of Pittsburgh, Penn¬ sylvania, USA. 13 juli 1981.
FOM Institute. Lebedev Institute. Moskou, USSR, november 1981. J. Kistemaker: Precision methods in
surface physics. Institute for Applied Electronics, Tashkent, USSR, november W (110) surface Thermo Electron Corpo¬ 1981. ration, Boston; Brookhaven National A.E. de Vries: Kunnen heV-ionen wat Lab.; Bell Laboratories, New York; leven brengen in een vaste stof bij 10 University of Chicago. Illinois; IBM Res. Kelvin? Laboratorium voor Algemene Lab. San Jose; Berkeley National Labo¬ Natuurkunde, Groningen, 19 november ratory; SRI International, California, 1981. USA, 9 augustus 10 september 1981. J. Verhoeven: Pumps and pump-choice.
J. van Wunnik: H and D formation by scattering H' and D' from a cesiated
J. Haverkamp: Laser desorption-n,as$ spectrometry; desorption-ionization or ionisation-desorption. Inst. Analyt.
Chemie, Univ. Wien, Oostenrijk, 18 sep¬ tember 1981. J. Verhoeven: Recent developments in photon and electron stimulated desorp-
tion effects. Institute of Nuclear Res. of the Hung. Acad. of Sc, Debrecen, Hon¬ garije, 5 oktober 1981.
surfaces. Rondreis Indonesië, 9-21 no¬ vember 1981.
of California Berkeley, USA, 10 oktober 1981. J. Verhoeven: Recent developments in photon and electron stimulated desorp-
surfaces. Peking en Shenyang, China, 22 november-5 december 1981.
tion effects. Institut für Allgemeine Physik, Wenen, Oostenrijk, 8 oktober 1981
P. Kruit: Electron spectroscopy in multi photon ionization of Xe and No
F.J. de Heer: Collisions between multiply charged ions and atoms. Gesamthoch-
University of Manchester, GrootBrittannië, 25 november 1981.
schule in Wuppertal, W-Duitsland. 15 oktober 1981.
7. Beleidscommissie
J. Kistemaker; Developments in atomic collision physics in the years 1960 to
Op 1 januari 1975 trad het Instituut uit de Werkgemeenschap voor Atoomf ysica.
1981 Afdeling Natuurkunde der Kon. Ned. Akad. van Wet., Amsterdam, 26 ok¬ tober 1981.
De Beleidscommissie voor het FOMInstituut voor Atoom- en Molecuul-
A.W. Kleyn: Rotational energy transfer In gas-surface collision. University of
Tokyo, Dept. of Applied Physics, 4 no¬ vember 1981; University of Tokyo, Dept. of Chemistry, 6 november 1981; Institute for Molecular Sc, Okazaki, Japan, 11 november 1981. A.W. Kleyn: Vibrational timing effects in atom-molecule collisions Tokyo Metro¬
politan Univ., Dept. of Physics. 5 novem¬ ber 1981; Sophia University, Tokyo, Japan, 6 november 1981. A.W. Kleyn: Sub-picosecond experi¬ ments on molecular vibration. University
of Tokyo. Dept. of Chemistry. Japan, 6 november 1981, A.E. de Vries: Verstuiving van bevroren gassen onder invloed van ionenbombar¬
dement. Instituut Lorentz. Leiden, 11 november 1981. A. van der Kaaden, J. Haverkamp: Pyrolyse massaspectrometrie
van complexe
koolhydraten. Najaarsbijeenkomst Ned. Ver. Glycoconjugaten, Nijmegen, 13 no¬
62
De vergaderingen werden voorts bijge¬ woond door dr. A.A. Boumans en dr. C. le Pair (directie FOM) pro».dr. J. Kiste¬ maker, dr.ir. J.G. Bannenberg, prof.dr. F.W. Saris, prof.dr. M.J. van der Wiel en prof.dr. J. Los (directie Instituut) van wie de laatste het wetenschappelijk secre¬ tariaat verzorgde, dr. F.J. de Heer en ir. P. Kruit (vertegenwoordigers Instituutsraad, de laatste tevens vertegen¬ woordiger FPR).
Total pressure measurements. Residual gas analyses. UHVmeasurement techni¬ ques. Cleaning procedures and workdiscipline. Techniques to investigate solid surfaces using electron beam. Techniques to obtain atomically clean
J. Verhoeven: Techniques to obtain ultrahigh vacuum. Techniques to investigate solid surfaces using electron beams. Electron beam effects on the adsorptiondesorption phenomena of surfaces. Techniques to obtain atomically clean
A W . Kleyn: Sub-picosecond experi¬ ments on molecular vibration. University
drs. F.R. Diemont. vervulde de taak van secretaris.
fysica kreeg per die datum eveneens een andere functie. De samenstelling werd geënt op de diverse onderzoekgebieden waarop het Instituut werkzaam is. Globaal gesproken vervult de Beleids¬ commissie thans dezelfde functie, verricht zij dezelfde taken en draagt zij dezelfde verantwoordelijkheden ten aanzien van het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica als een werk¬ gemeenschapscommissie ten aanzien van haar werkgemeenschap. Een en ander is vastgelegd in het 'Reglement Beleidscommissie voor het FOM-Insti¬ tuut voor Atoom- en Molecuulfysica'. Deze commissie was op 31 december als volgt samengesteld: prof.dr. J.H, van der Waals, voorzitter prof.dr. J. Drenth profdr.tr. HL. Hagedoorn prof.dr. H. de Kluiver prof.dr. A. Niehaus prof.dr.ir. J.B. Le Poote prof.dr. M.J. Sparnaay
AMOLF
Atoomfysica
1. Algemeen 1.1. Doelstelling De Werkgemeenschap voor Atoomfysica stelt zich ten doel die wisselwerkingen tussen atomen, moleculen, ionen, elektronen of fotonen met gasvormige of vaste doelwitten te onderzoeken, die van belang zijn voor een beter inzicht in de structuur van deze deeltjes en die op onderscheidene gebieden van de fysica en de chemie de basis vormen voor de beschrijving van gecompliceerde processen. Deze doelstelling leidt tot veelvuldige aanrakingspunten met andere deelgebieden van de fysica, zoals molecuulfysica, fysica van de hogere atmosfeer, astrofysica, spectros¬ copie, vastestoffysica, gasontladingsonderzoek, plasmafysica en de chemie. Daar de interacties tussen deeltjes het Kernpunt vormen van de te entameren onderzoekingen, wordt veelvuldig gebruik gemaakt van geavanceerde bundeltechnieken. Theoretisch zowet als experimenteel is er overeenkomst met de methoden die in de kernfysica worden toegepast. Daarnaast verzorgt de Werkgemeen¬ schap de coördinatie tussen de instituten en werkgroepen waarin overeenkomstig werk wordt gedaan. De Werkgemeenschap stelt zich mede ten doel jonge academici de gelegen¬ heid te geven, in het kader van haar onderzoekprogramma, hun studie af te ronden. 2. Speurwerk Het atoomfysische onderzoek in Utrecht (A II en A IV) wordt in samenwerking met de universitaire groep uitgevoerd. Binnen de werkgroep A II-2 werden de coïncidentiemetingen voortgezet met de combinatie heliumionen op neon, waarbij een verstrooid ion in coïnci¬ dentie gemeten wordt met een autoionisatie-elektron van bijvoorbeeld Ne"* (2p')'D(3sJ). De meettijd werd aanzienlijk verkleind door bij vier verschillende azimuthale hoeken simultaan te meten.
Atoomfysica
Uit deze metingen - in verschillende detectievlakken-volgen de amplitudines en fasen voor de bezetting van de verschillende magnetische subniveaus van de 'Dneon-toestand. De oriëntatie van het tijdelijk gevormde Ne'"D-niveau kan met behulp van een simpel klassiek beeld verklaard worden. Hel heliumion draait de ladingsverdeling van de dubbel aangeslagen Ne* *(2p')'D(3s')-toestand. Deze draaiing gebeurt via de wissel¬ werking van de lading van het heliumion met de quadrupool van de ladings¬ verdeling van de dubbelaangeslagen neontoestand; deze ladingsverdeling is bij kleinere afstanden ontstaan via rotatiekoppeling. Dit is in tegenstelling met het gedrag van een He**(2p!)'Dtoestand, die wordt aangeslagen bij botsingen tussen lage energie (2 keV) heliumionen met heliumgas, waarvoor gevonden werd dat de ladingsverdeling in de ruimte blijft staan, zoals ze gevormd wordt. In A IV werden aan helium verstrooide elektronen in coïncidentie met de bij dat proces ontstane fotonen bestudeerd. De hoekdistributie van deze fotonen gemeten bij een bepaalde verstrooiingshoek van de elektronen geeft informatie over de bezettingsamplitudines en fasen van de magnetische subniveaus van de bestudeerde toestand. In dit kader is de 2'P-toestand van helium bestudeerd bij lage energieën (26,6-40 eV) en voor elektronverstrooiingshoeken van 30° tot 110°. De resultaten bij 29,6 eV zijn in goede overeenstemming met die van een andere groep; bij 26,6 eV zijn er geen andere experimentele resultaten, maar de overeenstemming met R-matrixberekeningen is zeer goed. Verder zijn er een aantal metingen aan n = 3 niveaus van helium uitgevoerd waarbij de verstrooide elektronen in coïncidentie gemeten worden met 3'P - 1 'S en 2'P - 1'S fotonen, afkomstig van de 3'S(3'D) ~ 2'P - VS cascade. Door de verschillen in levensduur van de betreffende toestanden kan de coïncidentiepiek gescheiden worden in de afzonderlijke bijdragen van de 3'S, 3'P en 3'Dtoestand. Gemeten werd bij 28,5,
31,5, 34,6 en 45,6 eV. Bij hogere energie wordt de 3'D bijdrage verwaarloosbaar Hein; de 3'S bijdrage is slechts zichtbaar oij zeer kleine verstrootingshoeken. In Utrecht {A II-1)- werden neutralisatieprocessen oestudeerd die in verschil¬ lende oppervlaktelagen van een Ag(110}kristal voorkomen als er met helium-, neon- en water-ionbundels geschoten werd. Neon-ion-bundels tonen 'blocking' en schaduweffecten van de eerste twee lagen, terwijl heliumionen en negatieve zuurstofionen (ontstaan ten gevolge van wisselwerking van H3O' met een zilver¬ atoom) 'blocking' van dieper liggende lagen aantonen. De extra ionen¬ opbrengst uit verstrooiing aan diepere lagen blijkt voor positieve ionen veel kleiner te zijn (He* of Ne*, een factor 2) dan voor negatieve ionen (O , een factor 20). Uit het verstrooiingsonderzoek aan koperoppervlakken in Groningen (A III), blijkt dat de gemiddelde relaxatie van de (100) terrassen van Cu(410), bepaald met behulp van 10 keV heliumionen, verwaarloosbaar is: <0,03 A inwaarts, corresponderend met <0,17% van de interplanaire afstand h de < 100>richting. Combinatie van dit resultaat met eerdere verstrooiingsexperimenten met 21 keV waterstofionen waaruit voor de hoekatomen een gemiddelde inwaartse verplaatsing volgde, leidt tot een oppervlaktemodel, waarbij de stappen min of meer "afgevlakt' zijn door een inwaartse verplaatsing van met name de vooruitstekende hoekatomen en een opwaartse verplaatsing van de bijbehorende 'onder-hoek'-atomen (beide ca. 10%), zodanig dat de gemiddelde relaxatie van èlle opper¬ vlakte-atomen samen verwaarloosbaar klein is. Met behulp van een schaduwkegelmode! en een 3-atoom computer-simulatie¬ model is getracht informatie te verkrij¬ gen omtrent de positie van aan de stapranden van Cu(410) geadsorbeerd zuurstof. Beide modellen gezamenlijk leiden tot de conclusie dat het zuurstof iets vóór de stapranden (0,2-0,7 A) en ter hoogte van het terras ( - 0,2-0,8 A) zit.
63
Een interessant resultaat kon worden bereikt in Utrecht (A VI) bij het bestu¬ deren van botsingen tussen gealigneerde atomen. Bij botsingen tussen twee geëxciteerde natriumatomen in de ! P J;I toestand blijkt dat de werkzame door¬ snede voor de vorming van Na; en een elektron sterk ervan afhangt, hoe de bot¬ singspartners ten opzichte van hun rela¬ tieve snelheidsrichting (quantisatie-as) geahgneerd zijn. De ionisatiekans bij bcisingen van atomen in een m, = 1/2 subtoestand is 1,4 keer groter dan van atomen in een m| = 3/2 subtoestand. Het is te verwachten dat de alignering van de botsingspartners ook voor andere verstrooiingsexperimenten een belang¬ rijke parameter is; dit proces zal verder worden onderzocht. Het clusteronderzoek aan SF, zoals het wordt uitgevoerd in Nijmegen (A VII) heeft geleid tot een kwantitatieve analyse van clusterconcentraties. Metingen van sterische effecten resul¬ teerden in de vondst dat twee verschil¬ lende oriëntaties van hel NO-molecuul leiden tot maxima in de reactiewaarschijnlijkheid van de botsing van het NOmolecuul met een O3-molecuul. In de ene situatie fungeert het N-atoom als speerpunt, in de andere situatie is het NO-molecuul zijdelings georiënteerd, waarbij het O-atoom enigszins voorop loopt. Er zijn kennelijk twee verschil¬ lende paden waarlangs de reactie kan verlopen. De hyperfijnstructuur en het rotatie¬ spectrum van IO werden via lasergeïnduceerde fluorescentie gedetec¬ teerd. Voor de golflengtemeting werd een laser-golflengtemeter ontwikkeld met een absolute precisie van 1:10'. Er werd verder veel aandacht besteed aan het verkrijgen van frequentie-verdub¬ belde dye-laserstraling rondom de 300 nm. In Amsterdam (Vrije Universiteit A VIII) werd een aanzienlijk succes geboekt met de frequentieverdubbeling van de ringiaser. Er werd een vermogen van 30 m Watt UV-laseriicht geproduceerd met slechts 4 Watt Ar' pompvermogen. Deze laserlichtbron is zeer smalbandig (1-2 MHz) en continu afstembaar in het golflengtegebied van 291-308 nm. Met deze lichtbron is onderzoek op gang gebracht naar hooggeëxciteerde toestanden (Rydbergtoestanden) van het twee-elektron element barium. In het kader van het PAMPUSproject is in Eindhoven aan de TH (A V) verder gewerkt aan het opzetten en uitwerken van een algemene theorie - gebaseerd op het Hamilton-formalisme - voor het beschrijven van de invloed van nietlineariteüen in een circulaire versneller op de betatronbeweging. De 'real-time' studie van radicaal¬ formatie, opslag en verval in vast¬
64
gevroren gassen, die wordt uitgevoerd te Leiden (A X) heeft een aantal interessante resultaten opgeleverd. Er is aangetoond met behulp van ultraviolet photolyse dat het mogelijk is om wel 2% vrije radicalen op te slaan in een complex moleculair mengsel bij 10 K. Verder zijn er spectroscopische aanwijzingen dat het HCO-radicaal wordt vastgehouden doordat het een zwak gebonden complex vormt met elektronen donoren in het mengsel. Zowel theoretisch als experimenteel 2ijn vastestof-reactiesnelheidsconstanten V2rkregen voor de wissel¬ werking van koolstofatomen met koolstofatomen in waterige oplos¬ singen. Tenslotte werd in een aantal verschillende mengsels aangetoond dat bij een kritieke temperatuur van 27 K de chemische energie die in de radicalen in een vaste stof is opgeslagen volledig vrijkomt en leidt tot chemische explosies. 3. Onderwerpen van ondereoek WERKGROEPEN A II en A IV Utrecht- Fysisch Laboratorium, prof.dr. A. Niehaus 1. Interacties tussen elektronen- of ionenbundels en gasatomen of gasmoleculen 1.1. Resonanties en elektron-correlatie¬ effecten in de excitatie van edelgasatomen door elektronen (gedeeltefijk buiten FOM-verband) 1.2. Excitatie van autoioniserende toestanden door elektronen 1.3. Elektron-foton-coïncidentie¬ experiment 1.4. Foton-fotoncorrelaties bij botsingen tussen identieke atomen 1.5. Toestand geselecteerde ionmolecuulreacties bij thermische energieën 2. Studie van ionisatieprocessen bij ion-atoombotsingen 2.1. lon-elektronhoekcorrelaties 2.2. Elektronenspectroscopie onder 0° en 180° 2.3. Spontane ionisatie 3. Interacties tussen gasionen en metaaloppervlakken 3.1. lonenverstrooiing en oppervlakte¬ structuur 3.2. Ad- en desorptieverschijnselen aan monokristallijne metaaloppervlakken 3.3. Diffusie in grensvlakken onderzocht met MeV-ionenbundels (gedeeltelijk buiten FOM-verband) WERKGROEP A III Groningen - Laboratorium voor Techni¬ sche Natuurkunde, prof.dr. AL. Boers 1. Onderzoek aan de enkel- en meer¬ voudige verstrooiing van laagenergetische (<25 keV)-ionen en atomen aan vaste-stof-oppervlakken.
WERKGROEP A V Eindhoven - Technische Hogeschool, Afdeling der Technische Natuurkunde, prof.dr.ir. H.L. Hagedoorn 1. Koppeling tussen transversale en longitudinale bewegir.g in circulaire versnellers 2. Invloed van sextupoolmagneten op de controle van de 'transition energy' 3. Invloed van niet-lineaire magneet¬ velden op betatronresonanties WERKGROEP A VI Utrecht - Fysisch Laboratorium, prof.dr. C.Th.J. Alkemade 1. Botsingsverbreding en -verschuiving van rotatielijnen 2. Energierelaxatie met behulp van dubbelinstraling 3. Verstrooiing van geëxciteerde deeltjes door botsingen 4. Botsingsrelaxatie van geëxciteerde metaalverbindingen WERKGROEP A VII Nijmegen - Fysisch Laboratorium, prof.dr. J. Reuss 1. Clusteronderzoek 2. Sterische effecten bij botsingen en reacties 3. Populatie-inversie bij OH 4. Spectroscopie met hoog oplossend vermogen WERKGROEP A VIII Amsterdam - Natuurkundig Laborato¬ rium der Vrije Universiteit. dr. W. Hogervorst 1. Hogeresolutiespectroscopie met afstembare tasers aan atoombundels WERKGROEP A X Leiden- Huygens Laboratorium, prof.dr. J.M. Greenberg 1. De in het laboratorium gesimuleerde fotochemische evolutie van iniersteilaire stofmantels en de invloed hiervan op interstellaire gasfase-chemie 2. Bestudering van radicale reactiedynamica in de vaste fase bij lage temperaturen (10 K). en astrolysische toepassingen 3. Spectroscopische studie van verschillende radicaler» en ionen (HCO, C,, Cj, e.a.) in het infrarood en zichtbare gebied in de vaste fase om vaste faseinteractie (kuildiepte e.a.) te beschrijven 4. Circumstellaire siliciumchemie en de SiO maser. 5. Interstellair stof en kometen 6. Interstellair stof en de oorsprong van leven WERKGROEP A XI Amsterdam - Zeeman laboratorium, dr. A. Dönszelmann 1. Interacties in de Rydberg-series van de 3-elektron-spectra indium, gallium en aluminium
Atoomfysica
2. Veldionisat:e van vrije atomen door middel van elektrische velden 4 Ptiblikaties R.P.N. Bronckers: Surface structure analysis by low energy Ne' and HtO' scattering Proefschrift, Utrecht, 16 februari 1981. W. Duinker: Innershell-ionisation at small impact-parameters in proton-atom collisions. Proefschrift, Utrecht, 22 juni 1981. W. van de Water: Correlation effects in electron-atom collisions. Proefschrift. Utrecht, 25 maart 1981. W. Duinker, C.R. Boersma: Observation of energy shifts due to K-shell ionization in the reactions '*Mg(p.i)vAI and "AI(p,~,rSi. Phys. Lett. 1MB (1981) 13. R.P.N. Bronckers, A.G.J. de Wit: Shado¬ wing, focussing and charge exchange effects in the angular distributions of keV Ne and H2O ions scattered from Cu(110). I. The surface geometry of the first layer. Surface Science 104 (1981) 384. H.B. var, i_,nden van den Heuvell. G. Nienhuis, J. van Eck. H.G.M. Heideman: A scattered-electron cascadedphoton coincidence experiment on the electron impact excitation of the 3D state of helium. J. Phys. B14 (1981) 2667. G. de Roos. J.M. Fluit. J.H.W. de Wit. J.W. Geus: The reaction ol NiO and
R. Morgenstern: Coherent decay ol collisionally excited autoionizing atoms Atomic Physics 7 (1981) 385. W. Duinker. J. van Eck: Impact para¬ meter dependent Kshell lonisation of argon by protons scattered over large angles. J. Phys. B 14 (1981) 4825. R.P.N. Bronckers. A.GJ de Wit: Shadowing, focussing ana chargeexchange effects in the angular distributions of keV Ne' and H,O' ions scattered from Cu(110) II. The surface geometry of the first two layers Surface Science 112 (1981) 111. R.PN. Bronckers, A.G.J. De Wit: Reconstruction of the oxygen-covered Cu(1W) surface identified with low energy Ne' and H,O' ion scattering. Surface Science 112(1981) 133. A. Niehaus: Transfer ionization Comm. Atom. Molec. Phys 9 (1981) 153. A. Niehaus: Spontaneous ioniiation in slow collisions. In. The excited state in chemical physics, part 2' Ëd. J.W. McGowan. John Wiley & Sons, 1981. p. 399.
Aloomfysica
W. Duinker, J. van Eck: The influence of the nuclear lifetime on inner-shell ionisation in the case of resonant proton capture. In: Inner-shell and X-ray Physics of Atoms and Solids'. Eds. D.J. Fabian. H Kleinpoppen, L.M. Watson. Plenum Press, 1981, p 353. W. van de Water. H.G.M. Heideman: The effect of resonances and angular momentum exchanges in post-collision interaction. J. Phys B 14(1981) 1064. W. van de Water. H.G.M. Heideman. G. Nienhuis: A model for post-collision interaction based on an optical-potential description. J Phys. B 14 (1981) 2935. HG.M. Heideman. W van de Water: Electron correlation during postcollision interaction. Comm. Atom. Molec. Phys. 10 (1981) 87. R.P.N. Bronckers, Th.M. Hupkens, A G J. de Wit. W.C N Post: A versatile target manipulator for use in ultra-high vacuum. Nuclear Instr. & Meth. 179 (1981) 125. A.J. Algra: The structure of stepped surfaces. Proefschrift. Groningen. 15 mei 1981 C.J.A. Corsten, H.L. Hagedoorn: Uncoupled and coupled orbit motion in a Storage ring. IEEE-Trans, on Nuclear Science NS-28 (1981) 2624. A.A. de Jong. J.G. Kircz. C.Th.J. Alkemade. F. van der Valk: lonization of Na(3P) atoms by collisions with vibrationally excited nitrogen molecules in crossed molecular beams. Chem. Phys. 58 (1981) 243. W.A. Wensink. C. Noorman. HA. Dijkerman: Self-shifting of some rotational transitions of OCS and CH,CCH (propyne). A survey of measurements on shifting of rotational absorption lines ol molecules. J. Phys. B 14 (1981) 2813. T. Wijchers: Fluorescentiespectra en energie overdracht door botsingen van YO(A'\\, ,,,,,)moleculen in vlammen. Proefschrift, Utrecht. 16 november 1981 M.J. Jongerius: A study of radiation redistribution and broadening of the Na-D lines due to Ar and N: perturbers in flames and vapor cells. Proefschrift. Utrecht. 19 januari 1981 M.J. Jongerius. A.R.D van Bergen. Tj. Hollander. C.Th.J. Alkemade: An experimental study of the collisional broadening of the Na-D lines by Ar, N, and H, perturbers in flames and vapor cells I. The line core. JQSRT 25 (1981) 1. M.J. Jongerius. Tj. Hollander. C.Th.J. Alkemade: An experimental study of the collisional broadening ot the Na-D lines by Ar and N, perturbers in flames and vapor cells. II. The line wings JQSRT 26 (1981)285. G. Luijks. S Stolte, J. Reuss: Molecular beam diagnostics by raman scattering Chem. Phys. 62(1981)217. J. Geraedts. S. Setiadi. S. Stolte. J. Reuss: Laser 'nduced predissociation ol SF, clusters. Ghem. Phys Lett. 78
(1981) 277. M. Waaijer. M. Jacobs. J. Reuss Calcu¬ lation of the hyperfine spectrum for H,-Ne. H,-Ar. H,Kr dimers. Chem. Phys. 63(1981)247. M. Waaijer. M. Jacobs. J. Reuss. Analysis of the ortho H,-para H, hyper fine dimer spectrum. Chem. Phys 63 (1981)257 M. Waaijer. J. Reuss: Measurements of the hyperfine dimer spectrum for H.-Ne, H,-Ar, HyKr by the magnetic beam resonance technique. Chem. Phys. 63 (1981) 263 I. Ozier. W.L. Meerts: Avoidedcrossing molecular-beam spectroscopy of sym¬ metric tops. I. Phosphoryl fluoride (OPFJ. Canadien J. of Phys Vol. 59 No. 1 (1981). R.S. Lowe. A.R.W. McKellar. P. Veillette, W.L Meerts: Hyperfine and A-doubling parameters tor the = 1 state of NO from infrared-radiofrequency double reso¬ nance. J. Mol. Spectrosc. 88 (1981) 372. W.L. Meerts, I. Ozier: Avoided-crossmg molecular-beam experiments on fluoroformfCFtH) and tluoroform-d (CF,D). J. Chem. Phys. 75(2) (1981) 596 J. Verberne. J. Reuss: Calculation of the hydrogen dimer spectrum in zero mag¬ netic field. Chem. Phys. 54(1981) 189. K.A.H. van Leeuwen. ER. Eliel. B H . Post. W. Hogervorst: High resolution measurements of hyperfine structure and isotope shifts in 9 spectral lines of Ndl. Z. Phys. A301 (1981) 95. E R Eüel. W. Hogervorst. K.A.H. van Leeuwen. B.H. Post: A frequencydoubled frequency-stabilized CW ring dye laser lor spectroscopy: A study of the X - 293 3 nm transition in In! Optics Comm. 36 (1981) 366. E.R. Eliel. W. Hogervorst: F- ± 2 transitions in the hypertine spectrum of the X = 576.520 nm lines in Eul. J. Phys. B 14 (1981) 3037. E.R. Eliel. W. Hogervorst. K.A.H. van Leeuwen. B.H. Post: Ultraviolet transi¬ tions in Europium studied with a Ire quency-doubled CW ring dye laser. Optics Comm, 39 (1981) 41. L.B.L.S. dHendecourt. Ph.L Lamy: Collisional processes among interpla¬ netary dust grains: an unlikely origin for the ,i meteoroids Icarus 47 (1981) 270. W. Hagen. A.G.G.M. Tielens. J.M. Green berg: The infrared spectrum of amor¬ phous solid water and ice between 10 140 K Chem Phys 56 (1981) 367. W Hagen, A.G.G.M. Tielens: Infrared spectrum of H,0 matrix isolated in CO at 10 K: evidence for bifurcated dimers J Chem. Phys. 75(1981) 4198. J.M. Greenberg: Chemical evolution of interstellar dust • a source of prebiotic material7 In: 'Comets and the Origin of Life' Ed C Ponnamperuma. D. Reidel Publishing Co.. 1981, p. I l l
65
R.T. Wang. J.M. Greenberg. D.W Schuer man: Experimental results ot dependent light scattering by two spheres. Optics letters 6 (1961) 543 J.M. Greenberg: The largest molecules in space III) NTvN A46 J1981) 24. J. Tinbergen. J.M. Greenberg. C. de Jager: Multicolor linear polarimetry ot Betelgeuse and Cen tares. Astran.Astro phys. 95(1981)215. J.M. Greenberg. BAS. Gustafsson: A comet fragment model (or Zodiacal light particles. Astron Astrophys. 93 (1961) 35. A. Eviater. Y. Mekler. N. Brosch. T. Mazek: Anomalous plasma injection and diffusion during the Voyager I encounter with lo. J. Geophys Res. Lett. 6 (1981) 249. T. Mazek. N. Brosch: Photometry of X persei in late 1978. Astron. Astrophys. 95(1961)3. N. Brosch. EM Leibowitz: Nova CrA 1981. I.A.U. Circular No. 3596 N. Brosch: Nova CrA 1981. I.A.U. Circular No. 3601. N. Brosch: Cn the location of Nova CrA (1981). I.BUS No 2003. R E S Clegg. D.L. Lambert. J. Tomkin: Carbon, nitrogen and oxygen abun¬ dances in main sequence stars. II. Astrophys- J. 250 (1981) 262. L.J. Allamandola: Discussion. Phol. trans. R. Soc. Lond. A. 303 (1981) 509. J.H.M. Neijzen. A. Donszelmann: Configuration interaction effects in the 'S, „ '0,,.,,-, Rydberg series of neutral indium investigated with a frequencydoubled dye laser. Physica 106C (1981) 271. J.H.M. Neijzen. A. Donszelmann: A study of the np 'P, , ,,., Rydberg series in neutral indium by means of two-photon laser spee'roscopy. Physica 111C (1981) 127.
E. Boskamp. O. Griebling, R. Morgenmann: The 'P,,., , Rydberg series in Stern. A. Niehaus: Coherent verval van neutral indium. aangeslagen atomen bij He' - He en R. Heijeier. J.H.M. Neuzen. A. Oonszel He' — Ne-botsingen, p. 19. mann: Investigation of configuration R.P.N. Bronckers. A.G.J. de Wit. A. N i * interaction effects in the 'S and 'D haus: Structuuranalyse van een gere¬ Rydberg series in neutral indium by construeerd CuiiW)oppervlak, p. 24. means of a frequency-doubled dye laser. Th.M. Hupkens. R.P.N. Bronckers. A.G.J. de Wit. J.M. Fluit: Dissociatieve ver¬ L.J. Allamandoia: Infrared characte¬ strooiing van keV-ionen aan een opper¬ ristics ot interstellar dust: Evidence tor vlak, p. 24. gram mantles. Workshop on Interstellar H.B. van Linden van den Heuvetl: Grain. Manchester. Groot-Brittannie. Polarisatie eigenschappen van cascade 7-8 april 1961 fotonen. J.M. Greenberg (invited): Constraints W. van de Water: Correlatie-effecten on grain composition. Workshop on bii elektron-atoombotsingen l. Interstellar Gram. Manchester. GrootW. van de Water. H.G.M. Heidemann: Brittannie. 7-8 april 1961. Correlatie-effecten bij elektron-atoom N. Brosch: Properties of isolated botsingen II. p. 21. galaxies. 1961 Meeting of the Israel M.J. Jongerius. Tj. Hollander: Botsings¬ Physical Society (IPS). Tel Aviv. Israël, verbreding van de Na-D lijnen door Ar april 1961. en N,. N. Brosch: A direct measure cf the J-G. Kircz. AA. de Jong. F van der Valk: extinction law in an external galaxy. Meting en interpretatie van de Na(3Ph NGC 2685. 1961 Meeting of the Israel ionisatie in botsing met hoog vibratie Physical Society (IPS). Tel Aviv. Israel, aangeslagen N, moleculen. april 1981. J.J. van Vaals. W.L. Meerts. A. Oymanus: J.M. Greenberg: Organic molecules in Micro-golfspectroscopie aan KCN. space. NATO Advanced Study Institute G.M. Luijks. S. StoEte. J. Reuss: Rotatie- on Cosmochemislry and the Origin of relaxatie m moleculaire bundels Life'. Aquafredda di Maratea. Italië. gedetecteerd met Raman spectroscopie. 1-12 juni 1981. J. Geraedts. S. Setiadi. S. Stolte. J. Reuss: Predissociatie van SF, 8th International Symposium on Mole¬ clusters. cular Beams. Cannes. Frankrijk. M. Waaijer. M. Jacobs. J. Reuss: De 1-5|um 1981. intermoleculaire potentiaal van H3D. van den Ende. S. Stolte: Onentational edelgas dimeren onderzocht door effects tor the chemiluminescent reac¬ middel van RF spectroscopie. tion of NO with O,. D. Klaasssn. N. van Hulst. J.J. ter G. Luijks. S. Stolte. J. Reuss: Raman Meulen. A. Dymanus: Botsingsgeindu diagnostics ot relaxation in molecular ceerde rotatie overgangen van NH,. expansion. ER. Eliel. W. Hogervorst: F- * 2M. Bernardini. E. Borsella. R. Fantoni. overgangen in het hyperfijnspectrum A. Giardini Guidoni. J. Reuss. G. Sanna. van de\ = 576.520 nm lijn in Eul. A. Zecca: Laser induced processes ER. Eliel. W. Hogervorst. K.A.H, van in molecules, interaction of pulsed Leeuwen, B.H. Post: Hoge resolutie molecular beam with two I.R. wave¬ spectroscopie in het ultraviolet. lengths. 5. Bijdragen aan conferenties e.d. J.G. Kircz: Collisions! ionization ot L.J. Allamandola. F. Baas: Complex European Conference on Atomic Na(3P) atoms by vibrationatty excited interstellar mantles and photoche¬ Physics, Heidelberg, W-Duitsland. diatomic molecules in crossed mole¬ mistry. 2nd Molecular Cloud Meeting. 6-10 april 1981. cular beams Sterrewacht Leiden, 4 februari 1981. ER. Elief. W. Hogervorst: :.F = t 2 L. d'Hendecourt: Subthermal molecule transitions in the hyperfine spectrum J.J. van Vaals. W.L. Meerts. A. Oymanus: ejection from grain mantle analogs. of the \ - 576.520 nm line in Eul. The structure of KCN: Isotopic substi¬ 2nd Molecular Cloud Meeting. Sterre¬ Oeei I. p 213. tution of "C and "W. Thirty-Sixth Symp. wacht Leiden, 4 februari 1981. J. Geraedts. S. Setiadi. S. Stolte. on Molecular Spectroscopy. Columbus. fl. Morgenstern: Konkurrenz-Eflekte bei J. Reuss: Laser induced r'edissociation Ohio. USA. 15-19 juni 1981. atomarer und molekularer Autoienisaof SF, clusters. M. Waaijer, M. Jacobs. W.L. Meerts. tion. Conf. over Hochenergetische A. Niehaus. R Morgenstern. C.J. Zwak¬ J. Reuss: Hi-noble gas dimes. ThirtyAtomare Stösse . Oberstdorf. WDuitshals: Electron emission from the system Sixth Symp. on Molecular Spectroscopy. land. 5 februari 1981. Li' + We at keV collision energies. Columbus. Ohio. USA. 15-19 juni 1981 p. 770. C.J.A Corsten: The control of -,,. by sextupole magnets in IKOR. V Meeting Conferentie van de NNV-sectie Atomaire R. Morgenstern. E Boskamp. O Griebling, A. Niehaus: Comparison between of the International Cooperation on Botsingsfysica. Lunteren. 5-6 februari Advanced Neutron Sources. Jülich/ angular correlations of autoionization 1981. Karlsruhe. W-Duitsland. 22-26 juni 1981. G de Vlieger. D. van Pijkeren. J. van Eek. electrons from He"(2p')'D and ER. Eliel. W. Hogervorsl: A frequency Ne"(2p'3s')'D excited by He' impact. H.G.M. Heidemann: Simultane emissie doubled Cw ring dye laser lor high p. 814 van twee totonen bii He-He botsingen. resolution spectroscopy. Fifth InterJ.H.M. Neijzen. R. Heijeier. A. Donszel¬ p. 19.
66
Atoomfysica
national Conference on Laser Spectroscopy, Jasper. Canada, 29 juni - 3 juli 1981. T.M. Buck, G.H. Wheatley. D.P. Jackson, A.L. Boers. S.B. Luitjens, E. v. Loenen, A.J. Algra. W. Eckstein, H. Verbeek: Round-Robin Comparison of low energy ion scattering by ESA, timeof-flight, stripping technique and computer simu¬ lation. 9th Intern. Conf. on Atomic Collisions in Solids, Lyon, Frankrijk, 6-10 juli 1981. A.L. Boers, A.J. Algra, E.P.Th.M. Suurmeijer, E. v. Loenen: LEIS with alkali's. 9th Intern. Conf. on Atomic Collisions in Solids, Lyon, Frankrijk, 6-10 juli 1981. H.B. van Linden van den Heuvell: Deter¬ mination of the alignment and orien¬ tation of the 3'D state of helium in a scattered electron-cascade photon experiment. Intern. Symp. on Correlation and Polarization in Electron-Atom Collisions, Washington, USA, 13-14 juli 1981. Xllth International Conference on the Physics of Electronic and Atomic Colli¬ sions, Gatlinburg, Tennessee, USA, 15-21 juli 1981. H.B. van Linden van den Heuvell, G. Nienhuis, H.G.M. Heideman, J. van Eck: Polarization properties of cascade radiation induced by electron impact. p. 237. G.J.N.E. de Vlieger. J. van Eck, D. van Pijkeren, H.G.M. Heideman: Simulta¬ neous excitation of both collision part¬ ners in He-He collisions, p. 510. R. Morgenstern, E. Boskamp, O. Griebling, A. Niehaus: Angular correlations of autoionization electrons from Ne"(2pi3s1)'D, excited by He' impact. p. 771. A. Niehaus, R. Morgenstern, C.J. Zwak¬ hals: Analysis of autoionization elec¬ trons from slow Li' + He collisions. p. 773. W. van de Water, K.G.M. Heideman. An optical-potential model for postcollision interaction, p. 243. W. van de Water, H.G.M. Heideman: Correlation effects in the electron impact excitatior, of atoms near the ionisation threshold, p. 270. A, Niehaus: Penning ionization. S. Stolte: htra molecular interaction in H, and $F, dimers. S. Stolte: Orientational effects lor the chemiluminescent reaction of NO with Oj. Third International Conference on Matrix Isolation Spectroscopy, Notting¬ ham, Groot-Brittannië, 20-24 juli 1981. L. d'Hendecourt, L.J. AMdmandola, F. Baas, J.M. Greenbeg: Radical storage in photolyzed complex matrices: astrophysicai consequences. C.E.P.M. van de Bult, L.J. Allamandola,
Atoomfysica
F. Baas. J.M. Greenberg: Emission of C. C,r C2, C, and CH after photolysis of CH. in an argon matrix. F. Baas. J.M. Greenberg. L.J. Allamandola, W. Hagen: Astrophysicai appli¬ cation of matrix isolation techniques L.J. Allamandola (invited): Matrices in space, the evidence and implications. A. Niehaus: Interpretation of Li'-He molecular autoionization electron spec¬ tra. Vllth Intern. Symp. on ton-Atom Collisions, Storrs, USA. 23-24 juli 1981. H. Morgenstern: Coherence effects in electron-emission processes during ionatom collisions. Vllth Intern. Symp. on Ion-Atom Collisions, Storrs. USA. 23-24 juli 1981. S. Stolte: Orientational elfects tor the chemiluminescent reaction of NO with O3. Gordon Conf. on the Dynamics of Molecular Collisions, Plymouth. NewHampshire, Groot-Brittannië. 29 juli 1981. N. Brosch: Preliminary IR multiaperture photometry of 6 isolated galaxies. 1st UK t Symposium, Edinburgh. GrootBrittannië, juli 1981. L. d'Hendecourt: Physique des aggrégats moléculaires. Ecole d'été mediterranéenne, Aix en Provence. Frankrijk, augustus 1981. J.M. Greenberg (invited): Dust in dense clouds, iunmillimetre Wave Astronomy Conf., Queen Mary College, Londen, Groot-Brittannie, 7-10 september 1981. 7th Colloquium on High Resolution Molecular Spectroscopy, Reading, Groot-Brittannië, 14-18 september 1981. J.P.M, de Vreede. S.C. Mehrotra, A. Tal, HA. Drjkerman: Absorption line profile parameters trom frequence modulation. Th.G. Cats, H.A. Dijkerman: Rotational relaxation of BaO (A i;*; in Ar and N2O. W.L. Meerts, I. Ozier: Avoidedcrossing molecular-beam study ol the internal rotation in methyl silane. J.J. van Vaals, W.L. Meerts. A. Dymanus: KCN: Isotopic substitution, structure and nuclear hyperline effects. D.B.M. Klaassen, J.J. ter Meulen, N. van Hulst, A. Dymanus: Collision induced rotational transitions of NH,. J.M. Greenberg (invited): Chemical evolution of interstellar grains. Meeting of the Council of Europe Research Group on Cosmochemistry Chemical Evolution and Exobiology, Nijmegen, 27-29 september 1981. N. Brosch: A search for6cm continuum emission from nuclei of isolated gala¬ xies. XIV Young European Radio Astro¬ nomy Conference (YGRAC), Bad Honnef, W-Duitsland, november 1981. J.M. Greenberg (invited): What are comets made of • a model derived from interstellar dust. IAU Colloq lium no. 61:
'Comets: Gases. Ices. Grains and Plasma'. 6. Voordrachten A. Niehaus: Beobachtung und Interpre¬ tation neuer Interferenzphenomene bei der Elektronen-emission von Atomen. Univ. Kaiserslautern, W-Duitsland, 13 januari 1981. J.M. Greenberg: The chemical evolution of interstellar dust, a source of prebiotic material. RU-Groningen, Chemische Laboratoria. 16 januari 1981. J.M. Greenberg: Can interstellar grains be the source of the origin of life0 Univ. Lund, Lund, Zweden, 22 januari 1981. J.M, Greenberg: Laboratory analog studies ol the chemical evolution of dust. Imperial College, Univ. London, Groot-Brittannië, 28 januari 1981. W. Hogervorst: High resolution study of some transitions in Eul. Technische Univ., Berlijn. W-Duitsland, 29 januari 1981. W. Hogervorst: Laser spectroscopy of some rare earth elements. Freie Univ.. Berlijn, W-Duitsland, 29 januari 1981. J.M. Greenberg: The evolution of inter¬ stellar dust. Univ. Sussex, GrootBrittannië, 30 januari 1981. E.R. Eliel: Laser spectroscopy at the Free University Amsterdam. Chalmers Univ.. Gotenburg, Zweden, 9 februari 1981. J.M. Greenberg: Chemical evolution in space. Lorentz Colloquium, Leiden. 11 februari 1981; RU-Groningen, 15 mei 1981; Univ. Maryland, College Park, USA, 18 november 1981. J. Reuss: Molekulare Wechselwirkung im Stoss und Bindung. Univ. Erlangen, W-Duitsland, 23 februari 1981. L.J. Allamandola: Photochemistry and spectroscopy of interstellar dust. KUNijmegen, Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, 24 februari 1981. J. Reuss: Moleculaire wisselwerking, gebotst en gebonoen. Philips Natuur¬ kundig Laboratorium, Eindhoven, 18 maart 1981. J.M. Greenberg; Chemical evolution of interstellar dust. The Johns Hopkins University, Baltimore, USA. 19 maart 1981. J.M. Greenberg; Comets. Werkgroep kometen, Roden, 19 april 1981. C.J.A. Corsten: Nonlinear coupled orbit motion in accelerators. Dynamics Days, TH-Twente, Enschede, 7 mei 1981. W. Hogervorst: Atomic physics with lasers. Cairo Univ., Cairo, Egypte, 7 mei 1981. W. Hogervorst: High resolution User spectrosccpy. En Champs Univ., Cairo, Egypte, 12 mei 1981. A. Niehaus: Koharenzeffekte bei der Elektronenemission von stossangeregten Atomen. Univ. Bonn, W-Duitsland,
67
¥?•
11 mei 1981. A. Niehaus: Autoionization. Miniconfe¬ rence 'Atomic Physics around the KVI Cyclotron'. Groningen. 27 mei 1981. J.M. Greenberg: Exploding interstellar grains. A laboratory study of grain evolution. Harvard Univ. and MIT. Joint Colloquium. Cambridge. USA. 28 mei 1981. A. Niehaus: Coherence effects in elec¬ tron emission by collisionally excited atoms. Universiteit van Amsterdam. 1 juni 1981; RU-Groningen. 4 juni 1981. H. Morgenstern: Koharente Elektronenemission von stossangeregten Atomen. Physikalisches Kolloquium derTechnischen Univ.. Berlijn. W-Duitsland. 11 juni 1981. S. Stolte: Molecular beam study of the NO+O3reaction. Columbia Univ.. USA. 14 juli 1981. E.R. Eliel: Progress report on frequency doubling of CW ring dye lasers Spectra Physics. Mountain View. California, USA, 14 juli 1981. A. Donszelmann: Spectroscopy with Rydberg atoms. Summerschool on Quantum Optics, Wladyslawowo. Polen. 2 september 1981. J.M. Greenberg: Laboratory studies of molecule formation in space. FOMInstitüut voor Atoom en Molecuulfysica, Amsterdam, 7 september 1981. A. Niehaus: Coherence effects in elec¬ tron emission by atoms. Gordon Research Conf. on Atomic Physics, Wolfsboro, USA. 10 juli 1981; Vth General Conf. of the European Physical Society Trends in Physics'. Istanbul, Turkije. 11 september 1981: KU-Nijmegen, 8 december 1981. S. Stolte: Verstrooiing rnf.t georiënteerde moleculen. RU-Utrecht. 15 september 1981. A.L. Boers: Ionen-verstrooiing aan metaaloppervlakken. TH-Eindhoven. 17 september 1981. A.L. Boers: Structure analysis of stepped surfaces with LEIS. FOM-lnstituut voor Atoom- en Molecuulfysica, Amsterdam, 12 oktober 1981. S. Stolte: Reactieve verstrooiing met georiënteerde moleculen. SON. Nijme¬ gen. 30 oktober 1981. J. Reuss: Dimeren. SON, Nijmegen. 30 oktober 1981. J.M. Greenberg. Interstellar grains • a source and sink of molecules. Colum¬ bia Univ., New York, USA, 2 november 1981. J.M. Greenberg: Chemical evolution of interstellar dust • a source of complex molecules. Cornell Univ., Ithaca, New York, USA, 3 november 1981. J,M. Greenberg: Chemical evolution of interstellar dust • photochemical proces¬ sing of low temperature ices, Univ. Rochester, USA. 4 november 1981. J.M. Greenberg: Explosions of inter¬
Atoomfysica
stellar grains: a source of complex molecules and a possible connection with the origin of life Queens Univ.. Kingston. Ontario, Canada. 5 november 1981; Herzberg Institute of Astro¬ physics. National Research Council. Ottawa. Canada, 6 november 1981. J.M. Greenberg: What are comets made of - a model derived from interstellar dust. Washington Univ.. St. Louis, USA. 10 november 1981. J . M . Greenberg: Radical formation, photoprocessing, and explosions of interstellar grains: a source of complex molecules in space. Kitt Peak National Observatory and Steward Observatory. Joint Colloquium. Kitt Peak, USA. 12 november 1981. J.M. Greenberg: The simulation of outer space in a Leiden laboratory • a search for some answers to the origin of life. Lezing leiden Universiteit Alumni London, Cleveringa lezing, Groot-Brittannië. 26 november 1981. L.J. Allamandola: What infrared and visible spectroscopy of the interstellar medium tells us about dust composition and cloud conditions. RU-Groningen. Kapteyn Laboratorium, 7 december 1981. H.A. Dijkerman: Hef gebruik van lasers bij wetenschappelijk onderzoek in de atoom- en molecuulfysica. Nederlandse Vacuümvereniging, Werkgroep Con¬ structies. Utrecht. 9 december 1981
van den Heuvell (vertegenwoordiger FPR). dr. L.J. Allamandola (als plaats¬ vervanger van prof.dr. J.M. Greenberg) en mej. A.J.M. Luijckx. ter assistentie van de secretaris. In verband met het beëindigen van het beleidsruimteproject 74.74.75 verliet dr. Tj. Hollander in d<* loop van het verslagjaar de commissie. De werkgroep A IX van prof.dr.ir. J.B. Le Poole is onder supervisie geplaatst van de Speciale Commissie voor de Technische Fysica. Zijn lidmaatschap van de commissie is hiermede eveneens vervallen. De taak van de Commissie is nader omschreven in 'Bestuurstaken van de Commissie van de Werkgemeen¬ schappen'.
7. Commissie De Commissie van de Werkgemeen¬ schap voor Atoomfysica was op 31 december 1981 samengesteld uit: prof.dr. J. Los, voorzitter dr. J. van Eek. wetenschappelijk secre¬ taris, adjunct-leider werkgroep A IV prof.dr. C.Th.J. Alkemade, leider werkgroep A VI prof.dr. A.L. Boers, leider werkgroep A III dr. A. Donszelmann, leider werkgroep A XI prof.dr. J.M. Greenberg. leider werk¬ groep A X prof.dr.ir. H.L. Hagedoorn. leider werk¬ groep A V dr. W. Hogprvorst. leider werkgroep A VIII prof.dr. C.J.N van den Meijdsnberg prof.dr A. Niehaus. leider werkgroepen A lien A IV prof.dr. J. Reuss. leider werkgroep A vil prof.dr. N.F. Verster prof.dr. M.J. van der Wiel drs FR. Diemont vervulde de taak van secretaris. De vergaderingen werden bijgewoond door dr. AA. Boumans en dr. C, Ie Pair (directie FOM), dr. H.A, Di|kerman (adjunct-leider A VI), ir. H.B. van Linden
69
Metalen FOM-TNO
1. Algemeen 1.1. Doelstelling De Werkgemeenschap 'Metalen FOMTNO' stelt zich in de eerste plaats ten doel het fundamentele onderzoek te bevorderen van de fysische en chemi¬ sche eigenschappen van metalen, in het bijzonder die welke samenhangen met de structuur, de perfectie en stabiliteit van de atomaire ruimtelijke opbouw van metalen en legeringen. Deze eigen¬ schappen kunnen ook aan analoge nietmetalen worden bestudeerd. De Werkgemeenschap houdt zich ook bezig met dat deel van de vastestoffysica, dat verband houdt met het pri¬ mair gestelde meiaalkundig onderzoek. Deze onderzoekingen beogen mede een basis te leggen voor nieuwe of verbe¬ terde werkwijzen, toepassingen en be¬ reidingsmethoden in wetenschap en industrie. Ter verwezelijking van het gestelde doel maakt de Werkgemeen¬ schap, naast het daadwerkelijk verrich¬ ten van onderzoek, mede gebruik van de volgende middelen: - coördinatie van fundamenteel metaalkundig onderzoek in Nederland; - leggen van contacten met buitenland¬ se onderzoekcentra; -opleiding van fysici, chemici en inge¬ nieurs tot metaalkundigen. 2. Speurwerk Evenals in vorige jaren heeft de bestude¬ ring van roosterdefecten, kinetiek en ordeningsverschijnselen in de vaste stof in 1981 een belangrijk deel uitgemaakt van het onderzoekprogramma van de Werkgemeenschap. In de werkgroep Mt V {Amsterdam), waar onderzoek aan puntfouten, ordening en kinetiek van intermetallische verbindingen wordt verricht, is een serie metingen afgerond van de vanadiumdiffusie in de A 15 ver¬ binding VjGa, een materiaal dat door zijn supergeleidende eigenschappen (hoge supergeleidende overgangsapparatuuren hoge kritieke stroomdichtheid) wordt toegepast als technische super¬
70
geleider. De relatie tussen de diffusiecoëfficiënt en de temperatuur, die afwijkt van het gebruikelijke Arrheniusgedrag staat mogelijk in verband met een faseovergang. In het verslagjaar is een begin gemaakt met het meten van supergeleidende overgangstemperaturen van V,Ga-preparaten, die door mid¬ del van afschrikken thermisch ontordend zijn. Het blijkt dat de overgangstemperatuur door de ontordening aan¬ merkelijk afneemt. Tevens is begonnen met onderzoek aan een serie interme¬ tallische verbindingen, waarvan op grond van de theorie van Miedema wordt verwacht, dat er uitzonderlijk hoge vacatureconcentraties in zullen optre¬ den. Het onderzoek in Delft (Ivit II) aan polykristallijne siliciumlagen bereid door middel van Chemical Vapour Depo¬ sition (CVD) is vooral gericht op de invloed van koolstofdotering op de kortelgrootte en elektrische weerstand van deze lagen, omdat beheersing van deze parameters van belang is voor toepassing in elektronische schakelingsn. Röntgendiffractie, lijnprofielanalyse, textuurmetingen en SEM hebben in ongedoteerde lagen grote (100 nm) kolomvormige kristallieten met een duidelijke voorkeursoriëntatie en relatief lage spanningen aangetoond. Dotering resulteert in het verdwijnen van de voorkeursoriëntatie, in kleine (10 nm) bolvormige kristallieten en in hogere mechanische spanningen. Voorts is aangetoond dat bij een groeitemperatuur van 1000 °C de koolstof in de vorm van SiC in de laag aanwezig is, terwijl bij 900 °C de koolstof niet che¬ misch gebonden is. In Mt XII (Delft) worden genitreerd ijzer en genitreerde ijzerlegeringen en staal soorten bestudeerd. Er werd vastgesteld dat de aanwezigheid van een spannings¬ profiel in een genitreerd ijzerpreparaat dislocatieproduktie veroorzaakt. Tevens treedt georiënteerde precipitatie van a"Fe, 8 Nj op: dichtbij het oppervlak a"plaatjes evenwijdig met het opper¬ vlak en in de kern van het preparaat a "-plaatjes loodrecht op het oppervlak. Bij onderzoek van de microstructuur van
genitreerd staal is gebleken dat de macrorek (restspanning) nog kan toe¬ nemen terwijl de microrek reeds af¬ neemt. Ook werd een N-gehalte waarge¬ nomen dat hoog is in relatie tot het Cr-gehalte. Voorts werd in de werkgroep Mt XII de precipitatie in snel vanuit de smelt afgeschrikte AlSi legeringen onderzocht. Het precipitatiegedrag heeft men kunnen karakteriseren door interpretatie van het gedrag van de roosterparameter en de roostervervor¬ mingen. Het onderzoekterrein van Mt Vl-B (Groningen) omvat -iedislocatiedynamica en faseovergangen in binaire en ternaire legeringen. In 1981 is ge¬ werkt aan dislocatiestructuren in L1„en L1j geordende legeringen die werden onderzocht met behulp van transmissieelektronenmicroscopie. Dislocatiedynamica werd onderrocht met kernspinrelaxatietechmeken aan b.c.c- en f.c.c.metalen in combinatie met trans¬ missie en scanning elektronenmicros¬ copie. De NMR-metingen werden bij de Universiteit Dortmund (groep Prof. Kanert) uitgevoerd in het kader van een interdisciplinair samenwerkingspro¬ ject. Dit laatste onderzoeksproject heeft in 1981 noemenswaardige vooruitgang geboekt, omdat het mogelijk bleek deze techniek met succes voor het eerst op metallische systemen toe te passen. Binnen FOM-verband wordt met de FOM-werkgroep THFEG samengewerkt op het gebied van dislocatiestructuren in halfgeleiderelementen en met de werkgroep Mt II aan onderzoek van korrelgrensstructuren met behulp van computersimulaties. Kennis van de invloed van helium op de eigenschappen van materialen en wel speciaal van die welke bij de constructie van kernreactoren kunnen worden toe¬ gepast, is van groot technisch belang. Aan de TH-Delft wordt in samenwerking met het Interuniversitair Reactor Insti¬ tuut de interactie tussen helium en stralingsschade in metalen bestudeerd. In de groep Mt XI heeft men de bestude¬ ring van vacature-onzuiverheden inter¬ acties in metalen op het programma staan. Met behulp van heliumdesorptie-
Metalen FOM-TNO
spectrometrie (HDS) is de heliumdissociatie uit He„V in Mo onderzocht. Voor het eerste orde proces d HenV/df = r e x p ( - E^kT) is gemeten dat r van n afhangt: r varieert van 5 x 10'5 voor n = 1 tot 7x 10" voor n = 5-6. Voorts is geble¬ ken dat substitutioneel Ag in W helium bindt. Derhalve kan met DHS de disso¬ ciatie van vacatures van substitutioneel Ag worden onderzocht. Voor Ar-ionen geïnjecteerd in Mo met energieën tussen 0.1 en 2 keV zijn de rustconfiguraties die het Ar bereikt nagegaan, gebruikma¬ kend van heliumdesorptie. argondesorptie en de interactie met zelfinterstitiëlen. Viei verschillende configuraties konden worden onderscheiden. Tenslotte is in Mt XI met positronannihilatie (PA) waar¬ genomen dat stikstof in vacatures m Mo de stage III trap vertraagt van ongeveer 200 tot 800 °C. De binding van waterstof aan dislocaties blijkt ook met PA waar¬ neembaar te zijn. Het onderzoek aan amorfe materialen staat in de Werkgemeenschap in een toenemende belangstelling. Het onder¬ zoek in Mt II aan amorfe metalen is gericht op de structuurrelaxatie in metallische glazen, in het bijzonder op de bestudering van chemische en topo¬ logische processen en hun kruiseffec¬ ten. In 1981 zijn ternaire en quaternaire legeringen gebaseerd op Fe10B,„ onder¬ zocht (als functie van de thermische voorgeschiedenis) met behulp van rönlgendiffractie, differentiële microcalorimetrische metingen en elektrische weerstandsmetingen. Tevens werden oriënterende metingen gedaan van de gemiddelde levensduur van positronen in amorfe metalen. Het onderzoek aan bainitische staalsoorten. dat aan de TH-Twente (Mt VIII) werd uitgevoerd met behulp van de atomprobe, is in 1981 afgerond. De concentratieprofielen die aan fasegrenzen zijn waargenomen vinden een theo¬ retische verklaring in de kristallografie van het 'habit-plane'. Het onderzoek met de atomprobe zal worden voortgezet aan 'Dual Phase' staalsoorten. Het wprk aan Cu-bikristallen is in de verslag¬ periode verdervoortgezet. Experimenten aanbikristallen met |112|<111> en |110|< 112> oriëntaties hebben het idee van specifieke kiemvormingsmechanismen, die een rol spelen aan korrelgren¬ zen, bevestigd. Verder is een opstelling om koperbikristallen te vervaardigen operationeel gemaakl. Het atomprobe onderzoek van 9% Nistaai heeft opgele¬ verd dat Ni zich aan fasegrenzen afwij¬ kend gedraagt van hetgeen gevonden is bij Cr-Mo-stalen. De aan de TH-Twente op laboratoriumschaal vastgestelde optimale thermo-mechanische behande¬ ling van magnetische Mn-AI-C-legeringen is op het metallurgisch laboratorium van Philips op succesvolle wijze be¬
Metalen FOM-TNO
proefd. Door de STW zijn in 1981 binnen de werkgroep Mt VIII twee projecten gehonoreerd. In een van deze projecten worden röntgenografisch restspanningsmetingen uitgevoerd. Restspanningsmetingen aan getrokken staal¬ draad (in samenwerking met AKZO) zijn afgerond. In samenwerking met Hoogovens wordt de rol van restspanningen bij het vastklemmen van dungetrokken stalen produkten op het stempel onderzocht. Binnen het andere STW-project wordt de invloed van de walsparameters op de laagvorming en daardoor op het beitsgedrag van folies voor elektrolytische condensatoren bestudeerd. Het onderzoek is toege¬ spitst op de door Philips in ELCO's gebruikt en door VAW geleverd 99.99% zuiver Al. In Mt X (Delft) wordt stollingsonderzoek verricht. In 1981 is de gehele opti¬ sche apparatuur met het dubbele pulslasersysteem in gebruik genomen, als¬ mede een nieuwe programmeerbare viscosimeter en een verbeterde versie van een roergietapparaat met optische vensters. De eerste waarnemingen met het optische systeem lieten Taylorwervels. deeltjesgrootteverdelingen en stolvormveranderingen ten gevolge van roergieten zien. Nieuwe minder giftige modelstoffen vertoonden ook thixotropie en stolvormveranderingen. De moge¬ lijkheden van verschillende legeringen werden verkend. Voorts zijn in nauwe samenwerking met de aluminiumindustrie (Aldel, Alcoa-Nederland en Nedal) een project voor de combinatie van roergieten met het D.C. casting proces en een 'feasibility' studie van de koppe¬ ling van roergieten met spjitgieten gestart. Onderzoek met een uitgesproken metaalfysisch karakter wordt in Leiden (Mt IV) en Amsterdam (Mt V) uitgevoerd. In Leiden ligt de interesse bij het onder¬ zoek van ongewone magnetische en supergeleidende eigenschappen van nieuwe legeringssystemen en intermetallische verbindingen. De belang¬ rijkste resultaten in 1981 op experimen¬ teel gebied zijn de karakterisering van een kristallografische overgang in GdCu. de bepaling van de supergelei¬ ding en het magnetisch fasediagram van Laj.»()XS, gedoteerd met Gd en de obser¬ vatie van valentiefluctualies in CeBe,, via ESR aan voor Ce gesubstitueerd Er. Op theoretisch gebied is een dynamisch clustermodel ontwikkeld dat toegepast kan worden bij het susceptibiliteitsgedrag van verdunde spinglazen. Ten¬ slotte is een kwantitatieve theoretische beschrijving gegeven van de magnetosfrictie van zeldzame aardlegeringen. In Amsterdam (Mt V) heeft het terrein van onderzoek zich de laatste jaren uitgebreid van de intermediaire valentie-
toestand van zeldzame-aardatomen in intermetallische verbindingen naar instabiele fmomenten in het algemeen. Gedurende de verslagperiode zijn in samenwerking met Prof. MacLaughlin (University of California. Riverside) kernspinresonantie-metingen gedaan aan CeCu3Si3 en aan quasi-binaire en quasi-ternaire verbindingen gebaseerd op respectievelijk CeAl, en YbCuAI. Wat betreft de supergeleidende verbin¬ ding CeCujSi; kon geconcludeerd worden dat het 4f-efektron van Ce boven 6K een locaal karakter heeft, terwijl onder deze temperatuur spinfluctuaties een rol spelen. Voorts zijn magnet!Sdtieen soortelijke warmtemetingen gedaan aan YbCuAI-verbindingen waarin de intermediaire valentietoestand van Yb is beïnvloed door Sc substitutie. De resultaten vertonen een frappante over¬ eenkomst met de eveneens in Amster¬ dam onderzochte typische spinfiuctuatieverbindingen UAlj en UCo3. het¬ geen een uitdaging kan zijn deze syste¬ men in eenzelfde theoretische beschrij¬ ving onder te brengen. 3. Onderwerpen van onderzoek WERKGROEP Mt II Delft - Laboratorium voor Metaalkunöe, prof.dr.ir. S. Radelaar 1. Structuurrelaxatie in amorfe metalen 2. Fijnkorrelige imperfecte polykristallijne materialen 3. Structuur van kristalgrenzen 4. Spinodale ontmenging en klontering (buiten FOM-verband) WERKGROEP Mt III Delft - Laboratorium voor Metaalkunde, prof.dr.ir. P. Penning 1. Berekeningen aan roosterdefecten 2. Kinetiek van de interactie tussen defecten in kristallen 3. Dislocatiedynamica in legeringen 4. Kinetiek in kristallijne configuraties (buiten FOM-verband) WERKGROEP Mt IV Leiden - Kamerlingh Onnes Laborato¬ rium, prof.dr. JA. Mydosh 1. Elektronenspinresonantie in spinglaslegeringen 2. Bestudering bij lage temperatuur (T>20 mK) van magnetische ordening en supergeleiding in metallische lege¬ ringen 3. Effect van chemische korte-afstands¬ orde op de magnetische ordening en spinglas invriezen via neutronenver¬ strooiing, susceptibiliteits- en magnetisatiemetingen 4. Supergeleidende en magnetische eigenschappen van pseudobinaire intermetallische verbindingen. Meet¬ technieken zijn weerstand, soortelijke warmte, susceptibiliteit en magneti-
7l
satie WERKGROEP Mt V Amsterdam - Natuurkundig Laborato¬ rium der Universiteit van Amsterdam. prof.dr. G. de Vries 1. Intermetallische verbindingen 1.1. Intermediaire valentietoestand van zeldzame-aardatomen in intermetalli¬ sche verbindingen 1.1.1. Transporteigenschappen 1.1.2. Soortelijke warmte 1.1.3. Magnetische eigenschappen 1.1.4. Rönlgendiffractie bij lage en hoge temperaturen 1.1.5. Kernspinresonantie 1.2. Cohesie in legeringen 2. Roosterfouten en diffusie 2.1. Diffusie en vacatures in metalen, legeringen en intermetallische verbin¬ dingen WERKGROEP Mt Vl-A Groningen - Laboratorium voor Alge¬ mene Natuurkunde, prof.dr.ir. A. Wegener Sleeswijk 1. Dislocatiebeweging en quadrupooleffect 2. Implantatie en LCF levensduur 3. Anomale transient bij amplitude¬ verlaging in LCF in duralumtnium 4. Simulatie in zeer groot 'bubbleraft' WERKGROEP Mt Vl-B Groningen - Vakgroep Technische Fysi¬ ca, prof.dr. J.Th.M. de Hosson 1. Dislocatiedynamica in L1,, LVlegeringen onderzocht met behulp van transmissie-elektronenmicroscopte 2. Dislocatiedynamica in Al en Allegeringen onderzocht met behulp van kernspin-relaxatietechnieken in combi¬ natie met scanning- en transmissieel ektronenmicroscopie 3. Faseovergangen in binaire en ternaire legeringen 4. Computersimulaties van defecten in metalen en legeringen WERKGROEP Mt VIII Enschede-Afdeling Werktuigbouw¬ kunde, prof.dr.ir. CA. Verbraak 1. Structuur en kinetiek van korrel¬ grenzen en fasegrenzen in metalen en legeringen 1.1. De ontwikkeling en transitie van deformatie- en rekristallisatietexturen 2.1. De invloed van legeringselementen en deformatie op de y-a-transformatie in stalen 2.3. 9% Ni-staal voor cryogene toepas¬ singen 3. t-t transformatie in Mn-AI-C magne¬ tische legeringen 4. Röntgenografische spanningsmetingen in relatie tot elastische en plasti¬ sche anisotropie 5. Relatie tussen walsparameters en verdeling van stored energy in alumini-
72
umfolie voor efektrolytische condensa¬ toren WERKGROEP Mt X Dellt - Laboratorium voor Toegepaste Metaalkunde, Laboratorium voor Anor¬ ganische en Fysische Chemie en Laboratorii.m voor Technische Natuurkunde, prof.d..ir. F.J. Kievits 1. Microholografie van stromende, stollende legeringen 2. Roergieten 3. Sproeigieten 4. Flitsgieten 5. Smeltbehandeling en analyse WERKGROEP Mt XI Delft- Interuniversitair Reactor Insti¬ tuut, dr.tr. LM. Caspers 1. Bepaling van vacature/onzuiverheden-interacties in metalen met heliumdesorptiespectrometrie(HDS) 2. Bepaling van zelfinterstitiëlen/onzuiverheden interactie (buiten FOM-verband) 3. Bepaling van botsingscascadegegevens (buiten FOM-verband) 4. Onderzoek naar bubble-nucleatie met TEM en HDS (buiten FOM-verband) 5. Positronannihilatie (PA-) metingen; de combinatie van PA- en HDS-technieken wordt onderzocht (samenwerking Vakgroep Experimentele Kernfysica en Technical University Copenhagen, bui¬ ten FOM-verband) WERKGROEP Mt XII Delft- Laboratorium voor Metaalkunde, prof.dr.ir. B.M. Korevaar 1. Nitreren van ijzer, ijzerlegeringen en staalsoorten 2. Precipitatie in snel vanuit de smelt afgeschrikte aluminium-silicium lege¬ ringen 4. Publikaties F.W. Schapink, F.J.M. Mertens: Bicrystal symmetry determination. Scripta Met. 15(1981)611. E.J. Mittemeijer, P. van Mourik, Th.H. de Keijser: Unusual lattice parameters in two-phase systems after annealing. Phil. Mag. A 43 (1981) 1157. B.J. Thiisse: The dielectric constant of SF6near the critical point. J. Chem, Phys. 74(1981)4678. F.W. Schapink: Glide-induced steps in periodic grain boundaries. Scripta Met. 15(1981)1333. JJ.C. Hamelink, F.W. Schapink: Con¬ trast in TEM from hexagonal dislocation networks. Phil. Mag. A 44 (1981) 1219. G.E. Barberis, D. Davidov, H.D. Dokter, F.R. Hoekstra: Observation of the 'bot¬ tleneck effect' for a non S-state ion in a dbandintermetallic: LuRh2:Nd. Solid State Commun. 38 (1981) 67. G.E, Barberis, D. Davidov, H.D. Dokter,
I. Jacob: ESR study of Gd and Nd impu¬ rities in LaRh2 hydrides. Bull. Mag. Resonance 2 (1981) 264. P.E Brommer. J.J.M. Franse. B.M. Geer¬ ken. R. Griessen, H. Hölscher, J.A.M. Kragtwijk, J.A. Mydosh, G.J. Nieuwenhuys: Thermal expansion and forced volume magnetostriction of Pd-Mn alloys in the ferromagnetic and spinglass region. In: 'Physics of Transition Metals 1980'. Ed. P. Rhodes, Conference Series Number 55, The Institute of Physics, London, 1981, p. 253. H.D Dokter, D. Davidov. F.R. Hoekstra. G.J. NieuwenhuyS: ESR Study of AuEr dilute alloys. Physica 106B (1981) 93. J.C.M. van Dongen. G.J. Nieuwenhuys. J.A. Mydosh, A.M. van der Kraan, K.H.J. Buschow: Magnetic properties and elec¬ trical resistivity of transition metal Laves phase compounds: Y(Co, _ xFex)2, Y lr ( i-,F*x)2and Hf(Co,_ IFex)2- In: 'Phy¬ sics of Transition Metals 1980. Ed. P Rhodes, Conference Series Number 55. The Institute of Physics, London, 1981. p. 275. R.H.J. Fastenau. P. Penning: On the point defect-dislocation interaction in rate theory. Phys. Stat. Sol. (a) 66 (1981) 613. R. Vetter. R.H.J. Fastenau, M.I. Baskes: Atomistic computer calculation of the delatation caused by a '/2<111>\110\ edge dislocation in molybdenum. Phys. Stat. Sol. (a) 67 (1981) 585. A. van den Beukel, G.J. den Otter: Modu¬ lus effect and internal friction in cold worked copper and some copper based solid solutions. In: 'Internal friction and ultrasonic alternation in solids'. Ed. C.C. Smith, Pergamon Press. 1981, p. 73. D. Weiner, A. van den Beukel: Ampli¬ tude-dependent internal friction and modulus effect in copper single crystals. In: 'Internal friction and ultrasonic atternation in solids'. Ed. C.C. Smith. Perga¬ mon Press, 1981. p. 187. J.A. Mydosh: The present experimental situation in spin-glasses. In: 'Lecture Notes in Physics 149 • Disordered Sys¬ tems and Localization'. Eds. C. Castellani, C. Di Castro, L. Peliti, Springer Verlag, Berlin, 1981, p. 87. D. Vaknin, D. Davidov, G.J. Nieuwen¬ huys, F.R. Hoekstra, G.E. 3arberis. J.A. Mydosh: ESR study of the spin-glass and the mixed phase in AuMn dilute alloys. Physica 108B (1981) 765. W. Venhuizen, GA. Sawatzky, J.C.M, van Dongen, D. Hüser, J.A. Mydosh: The magnetic and superconducting phase diagram of Gd-doped Lanthanumsulfides. Solid State Commun. 40 (1981) 829. H.R. van Voorst Vader, G.J. Nieuwenhuys, D. Davidov, K.H.J. Buschow: Exchange and crystalline electric field parameters deduced from the specific heat of (PrxLa, x)lr2 with x = 0.02; 0. V, 0.2. Solid State Commun. 38 (1981) 713.
Metalen FOM-TNO
J.C.P- Klaasse. F P de Boer. P.F. de Chatel: Systematics in intermetailic compounds containing intermediatevalent Ytterbium. Physica 106B(1981) 178. P.F. de Chatel: The RK¥Y interaction in disordered systems J Magn Magn Mat. 23 (1981) 28. J. Aarts. FR de Boer, S Horn, F. Steg Itch: High-field magnetization of CeAI2 and(Ce,La)Al2. Physica 107B (1981) 381 A.R Miedema. F.R. de Boer. R Boom: Predicting heat effects in alloys Phy¬ sica 103B (1981) 67 A.K. Niessen, FR, de Boer: The enthalpy of formation of solid bondes, carbides, nitrides, silicides and phosphates of transition and noble metals J. Less Common. Met. 82(1981) 75. P.F. de Cbafel. Intermediate valence in rare earth materials. J Appl. Phys. 52 (1981)2118. J.J.M. Franse. P.H. Frings. FR. de Boer. A. Menovsky: Magnetic properties of intermetailic uranium compounds under high pressures Proc Int Conf on Phys. of Solids under High Pressure. Bad Honnet. W-Duitsland. 1981. Eds J.S. Schilling. R.N Shelton. North-Holland Publ Comp. Amsterdam, 1981, p. 181 A.H. van Ommen, J de Miranda: A dilato metric study of vacancy mobility in the intermediate compound CoGa. Phil. Mag A43(1981)387. A.H van Ommen. A.A.H.J. Waegemae kers, A.C. Moleman, H Schlatter. H. Bakker: Vacancies in CoGa Acta Mel. 29(1981)123. H Bakker, N.A. Stolwijk. M.A. HoetjesEijkel: Diffusion kinetics and isotope effects tor atomic migration via diva cancies and triple defects in the CsClfB2) structure Phil. Mag A43(1981) 251 N.A Stolwijk: Correlation factors lor diffusion in binary alloys. Phys Stat Sol. (b) 105(1981) 223. W.H.M. Alsem, A.W. Sleeswyk, H.J. Hackelöer, R. Munter, H. Tamler. O. Kanert: Dislocation dynamics in alkali kalide single crystals investigated by nuclear spin relaxation measurements J. Phy^.que 41 (1980) C6-146 J.C.M. van Dongen. O. vun Dijk. JA Mydosh: Kondo effect and spin glass freezing of the magnetic impurities Cr, Mn and Fe in superconducting palla dium hydride. Phys. Rev B 24 (1981) 5110. W. Gerhardt, F. Razavi, J.S. Schilling, D. Hüser. J.A. Mydosh: Pressure depen dence of the magnetic susceptibility of pure Pd to 3 7 GPa from 1.3 to 300 K Phys. Rev. B 24 (1981) 6744 A.F. Morgownik, J A. Mydcsh: TheCuMn spin-glass susceptibility above T,. Physica 1078(1981)305. A F J. Morgownik, J.A. Myrlosh: Hightemperature susceptibility of the CuMn
Metalen FOM-TNO
spin-glass. Phys. Rev B 24(1981) 5277. C A M Mulder, A.J. van Duyneveldt. H.W.M. van der Linden. B.H Verbeek, J.C.M. van Dongen. G.J. Nieuwenhuys. J.A. Mydosh: The frequency dependence of the ac susceptibility of the PdMn spin glass Phys. Lett. 83A(1981) 74. C A M . Mulder. A.J. van Duyneveldt. J.A. Mydosh: Susceptibility of the CuMn spin-glass frequency and field depen¬ dences Phys Rev B 23(1981) 1384. J.A. Mydosh: An experimentalist views the spin-glass problem. In: Recent Developments in Condensed Matter Physics' Ed. J.T. Devreese. Plenum Press. New York. 1981, Vol. 1. p 675. J.Th.M. de Hosson: Interatomic poten Hals in the study ol materials (Review). In: Interatomic Potentials and Crystal¬ line Defects Ed. J.K. Lee. TMS AIME. 1981. p. 3. W.H.M. Alsem. J.Th.M. de Hosson. H. Tamler. O. Kanert: Dislocation motion investigated by means of NMR. Bull Am Phys Soc. 26(1981)474. J.Tn.M. de Hosson. A de Rooy: Phase diagram of the ternary system CuNiZn. Bull. Am. Phys. Soc. 26(1981)475 G.J.L. van der Wegen. P.M. Bronsveld. J.Th.M de Hosson: Order and domain strengthening in higly pure and commer cnilCu2NiZn. Metall Trans A 12A( 1981) J.Th.M. de Hosson: Handbook of Inter atomic Potentials, II: Metals. Eds R. Taylor. A. Stoneham. Harwell. 1981. AERE-R 10205. W.H.M Alsem. J.Th.M. de Hosson. H. Tamler, H.J. Hackelöer. O Kanert: Dis location motion investigated by means of nuclear spin relaxation measure ments In: Recent Developments in Condensed Matter Physics Plenum Press, New York. 1981. Vol.2, p. 113. A. de Rooy, E.W van Royen. J.Th.M. de Hosson: Pseudopotentials and alloying behaviour In: Recent Developments in Condensed Matter Physics'. Plenum Press. New York. 1981. Vol. 2. p. 47. W.H.M Alsem. J.Th.M de Hosson. H Tamier, H.J. Hackelöer. O Kaner': The influence of impurities on the workhardening behaviour of alkalihalide single crystals investigated by nuclear spin relaxation measurements In: Nu¬ clear and Electron Resonance Spectros¬ copies Applied to Materials Science' Eds. EN Kaufmann, G.K. Shenoy. North Holland Publ Comp . Amsterdam. 1981, p. 481 H Tamler, W.H.M. Alsem, H.J. Hacke¬ löer, O. Kanert, J.Th.M de Hosson Dislocation motion in metals investiga¬ ted by means ol pulsed nuclear magne¬ tic resonance In: 'Nuclear and Elec¬ tron Resonance Spectroscopies Applied to Materials Science' Eds EN Kauf¬ mann, G.K. Shenoy. North-Holland Publ Comp.. Amsterdam, 1981. p. 421. G.J.L. van der Wegen, A. de Rooy. P.M.
Bronsveld, J.Th.M. de Hosson: The order-disorder transition in the quasi binaire cross section Cu^Ni^, ,2nt, I. Transmission electron microscopic observations. Scripta Met 15 no. 12 (1981) 1359 A. de Rooy. G.J.L. van der Wegen. P.M Bronsveld. J.Th.M. de Hosson: The quasi binaire cross section in the ter¬ nary system CuNiZn. II Electrical resis tivity measurements. Scripta Met. 15 no. 12(1981) 1362 W.H.M. Alsem: The mean tree path of mobile dislocations in tonic crystals. Proefschrift RU-Groningen. september 1981. O Kanert. H.J. Hackelöer. W.H.M Al sem. J.Th.M. de Hosson: Untersuchun gen der Versetzungsbewegung in Metal ten mil der Kernspmresonanz-Methode. Verhandlungen der Deutschen Physikalischen Gesellschaft (DPG) 3 (1981) 324. P.W. Bach: A field ion microscope atom probe investigation of the bainite trans¬ formation in Cr Mo steel. Proefschrift, TH Twente. 2 juli 1981. H.W.F. Heller. J.H van Dorp. G. Wolff. CA Verbraak; Recrystallisation beha viour of \1W\- 112> aluminium single crystals after rolling and plane strain deformation Met. Sci. 15(1981)333. R Meyburg. J. Beyer. C.A. Verbraak: How heat treatment can improve 9% Ni-steel weld thoughness Welding and Metal Fabrication, oktober 1981. 499 L.M. Caspers, MR. Ypma. A. van Veen. G.J. van der Kolk: The atomistirs ol helium bubble nucleation in bec metals Phys. Stat Sol (a)63(1981)K183. J.H Evans, A. van Veen. L.M. Caspers: Formation of helium platelets in molyb¬ denum Nature 291 (1981) 310. J.H. Evans. A van Veen. L.M. Caspers Direct evidence for helium bubble growth in molybdenum by the mecha nism ol loop punching Scripla metal¬ l u r g i c a l (1981) 323. G.J van der Kolk. L.M. Caspers. A, van Veen: Empirical pair potentials for noble gases in Mo and W Delft Progress Report 6(1981) T77. A.A. van Gorkum: Quantitative thermal desorplion spectrometry of noble gases in solids Proefschrift. TH-Delfl. E J Mittemei|er: Gilterverzerrungen in nitriertem f/sen und Stahl. HartereiTech Mill. 36(1981) 57. E.J Mittemeijor, P. van Mourik, Th.H. de Kei|5er: Unusual lattice parameters observed on annealing rapidly solidified AlSi-alloys. Acta Cryst. A37 (1981) C153 R. Delhe/, Th.H. cle Kei|se.. E.J. Mittemeijer, P. van Mourik. N.M. van der Pors: X-ray diffraction analysis of the non uniform microstructure of rapidly soli difwd AISi alloys. Acta Cryst A37(198t) C153.
E.J. Mittemeijer. P. van Mounk. Th.H- de Ketjser: Unusual lattice parameters in two-phase systems after annealing. Phil. Mag. A 43 (1981) 1157 P.F. Colijn. W.H. Kool. E.F. Mittemeijer. D. Schalkoord: Surlace layers of minded iron and steels analysed by optical microscopy, electron microprobe ana¬ lysis and Auger depth profiling. Sonderbande der Praktischen Metallography/ Practical Metallography, Vol. 12(1981) p. 81. W H Kool. E.J. Mittemeijer. 0. Schalk¬ oord: Characterization of surface layers on nithded iron and steels. Mikrochim. Acta. Suppl.9(i98i)349.
ty. Phoenix. Arizona. USA. 15-21 maart 1981. J Th.M. de Hosson: Dislocation motion investigated by means of NMR. Annual Meeting of the American Physical Socie¬ ty. Phoenix. Arizona. USA. 15-21 maart 1981.
Drie Landen Conferentie BACGDGKK KKN. Noordwijkerhout. 6-8 mei 1981. J.J.C. Hamelink. F.W. Schapink: The structure of dislocation networks in (111) Au bicrystals observed in TEM. J.C- van Dam. F.H. Mischgofsky: Solidi¬ fication of transparent organic alloys during stircasting. R.J. Smeuiders. H.J. Frankena: Micros¬ copic holography tor the study of solidi fication during rheocasting.
Wetenschappelijke bijeenkomst van de SON werkgemeenschap voor Quantumtheoretische Chemie en de SON-werkgemeenschap voor Kristal- en Structuur¬ onderzoek. Lunteren. 23 24 maart 1981. J A. Mydosh (invited): The present expe¬ I. Majewska. B.J. Thijsse, S. Radefaar: rimental situation in spin-glasses. Structuurrelaxatie in verschillende Intern. Conf. on Disordered Systems and types amorfe metaallegeringen bij ver¬ Localization, Rome, Italië. 13-15 mei 1981. oudering: FeBC. FeNiBSi en TiNiSi. F.W. Schapink, F.J.M. Mertens. Bicrystal Wetenschappelijke Bijeenkomst van de S. Bijdragen aan conferenties c d . symmetry determination. Werkgemeenschap voor Metalen FOM R. Delhez. Th.H. de Keijser. E.J. Mitte¬ J.C. van Jam, F.H. Mischgofsky. R.J. TNO'. Veldhoven. 26-27 met 1981. Smeuiders: Stolling van modelstot voor meijer. P. van Mourik. N.M. van der Pers: R. Delhez. Th.H. de Ketjser, E.J. Mitte¬ X-ray diffraction analysis of the noninnoverende giettechnieken. Werkge¬ meijer, N.M. van der Pers: X-ray diffraction uniform microstructure of rapidly soli¬ analysis of the non-uniform structure of meenschap Chemie van de Vaste Stof. dified AISi alloys. Lunteren. 12 13 januari 1981. rapidly solidified AlSi-alloys. CA. Verbraak (invited): Crystallography E.J. Mittemeijer. P. van Mourik, Th.H. de R. Delhez, Th.H. de Keijser. E.J. Mitte¬ and thermodynamics of martensite Keijser: Unusual lattice parameters obser meijer: Rbntgenditfractielijnprofielreactions. Materials Colloquium. Univer¬ analyse van polykristallijne materialen. ved on annealing rapidly quenched AlSisity of Aston. Birmingham, Groot-Britalloys tannie. 14 januari 1981. NNV-Voorjaarsvergadering. Delft. 21-22 J.J.C. Hamelink. F.W. Schapink: The J. Aarts. F.R. de Boer, S. Horn. F. Stegapril 1981. structure of dislocation networks in lich. D. MesctieóB.DemagnetizBtion of H.J. Frankena. R.J. Smeuiders: Hologra¬ (111) Au bicrystals observed in TEM. Cein (Cety)Alj. Proc. Intern. Conf. on fisch onderzoek van het stollen van snel- I. Majewska, B J. Thijsse, S. Radelaar: Valence Fluctuations in Solids, Santa Structuurrelaxatie in enkele metallische stromende metalen. Barbara. USA, 27-30 januari 1981. Eds. H. Bakker, A van Winkel: Een model voor glazen: röntgendilfractie, scanning caloL.M. Falicov.w. Hanke. MB. Maple, rimetry en andere technieken. vacaturevorming, ordening en dampNorth-Holland Publ. Comp., Amsterdam, F.J.M. Mertens, S.K.E. Forghany. F.W. drukken van binaire legeringen. p. 301. Scnapink: Bicrystal symmetry deter¬ A.H. van Ommen, A.A.H.J. Waegemaemination. kers: Experimentele bepaling van de P.F. de Chatel. F.R. de Boer: Binding energies of 4f electrons in metallic rare- interactie-energieën tussen atomen en K. blok. J.W. Drijver. F. Spit. W. Turken¬ defecten in de intermetallische verbin¬ burg. G. Winkels. S. Radelaar: Opper earth materials. Proc. Intern. Conf. on ding CoGa. Valence Fluctuations in Solids, Santa vlakteonderzoek en de opslag van water¬ Barbara, USA. 27-30 januari 1981, Eds. stof. H. Albers. A. Lubbes, Q. Rijke, H. Bakker L.M. Falicov. W. Hanke. M.B. Maple. F.W. Schapink, S. Radelaar: Korrelgren¬ J. Sietsma, A. van den Beukei. R. Delhez. North-Holland Publ. Comp.. Amsterdam, zen in silicium. Th.H. de Keijser. N.M. van der Pers, p. 377. S. Radelaar. Dislocatiedichtheidals func¬ I. Majewska. B.J. Thijsse. S. Radelaar. tie van de plastische rek bepaald uit E.J. Mittemeijer: De microstructuur van Structuurrelaxatie in amorfe metalen. röntgendiflractielijnverbreding. genitreerd ijzer en staal. Bond voor K. Blok. F. Spit. W. Turkenburg, G. Win¬ Materialenkennis. Studiekern Warmte¬ kels. S. Radelaar: Oppervlakteonderzoek A. van den Beukei: Dynamische en sta¬ tische veroudering in legeringen. behandeling, Wageningen. 18 februari en de opslag van waterstof. A.L. Mulder, J.W. Drijver, S. Radelaar: 1981. J. Aalders. S Radelaar: Berekening van On the fatigue properties of some metal¬ despinodaalin het CuNisysteem met F.R. de Boer (invited): Valence state of rare earth atoms in transition and noble behulp van de 'clustervariatiemethode' lic glasses. metal compounds 110th AIME Annual S. Radelaar: Waterstofadsorptie in Meeting, Chicago, USA. 22-26 februari Machevo en milieu, Utrecht, 4-8 mei 1981. amorfe metalen. 1981. Vakgroep toegepaste metaalkunde. sec¬ F.J. Kievits: Innoverende giettechnieken. tie produktie en hergebruik van metalen, R. Delhe?. Th.H. de Keijser, E.J. Mitte¬ J.C. van Dam, F.H. Mischgofsky: Stolling THD: Rapid solification oJ aluminium meijer: Rontgenbeugungslinienprofilen roergieten van transparante organi¬ scrap, p. 21 (Collected descriptions of analysepolykristalliner Sloffe. Martinssche legeringen. the Technological Universities etc.); rieder Symp. Apparative Entwicklung in R.J. Smeuiders, F.H. Mischgofsky, H.J. Rapid solification processing, p. 22 der Röntgen- und Neutronen-StrukturFrankena: Microholography for the study (ibidem); analyse. München, W-Duitsland, 9-13 of solidification during rheocasting. maart 1981. P.F. Willemse: RontgenspanningsmetinSlircastmg. p. 23 (ibidem,. J.C. van Dam, F.H. Mischgofsky: Solidifi¬ gen aan een plastisch vervormd produkt NA. Stolwijk. H. Bakker: Selbsfdiffusion met een scherpe textuur. in der VIIIIIIA Verbindung CoGa. DPG cation of transparent organic alloys H.P. Kneijnsberg, CA. Verbraak: Bepa¬ during stircasting. p. 24 (ibidem). Tagung, Munster. W-Duitsland. 9-13 ling van de verdeling van textuurcompo¬ R.J. Smeuiders. H.J. Frankena: Micros¬ maar! 1981. copic holography for the study of solidifi¬ nenten met behulp van een röntgeniopoJ.Th.M. de Hosson: Phase diagram of cation during rheocasting. p. 25 (ibidem). grafische methode. the ternary system CuNiZn. Annual E.J Mittemeijer, H.C.F. Rozendaat. P.F. Meeting of the American Physical Socie¬
74
Metalen FOM-TNO
Colijn. P.J. van der Schaaf, R.Th. Furnée: Samenstellingsvanaties in en structuren van genitreerd staal. G.J. van der Kolk: Simulatie van Hebinding aan vacatures, 'substitutional Ne and substitutional Ar'. J.C.M, van Dongen. T.T.M Palstra. A.F J. Morgownik. JA. Mydosh. K.H.J. Buschow. Irreversibele kristalroostereffecten in GdCu. FR. Hoekstra, G.J. Nieuwenhuys. 0. Vaknin, D. Davidov. J.A. Mydosh: Elektronspinresonantie, susceptibihteit en magnetisatiemetingen aan het spmglass systeem AuMn. D. Hüser, W. Venhuizen: Magnetic phase diagram of (La, yGdy)3 , ,S,. A.F J. Morgownik. J.A. Mydosh: De spinglassusceptibihteil van CuMn boven de 'f reezing-temperatuur'. CE Snel. T.J. Gortenmulder, B. Knook: Het Y4Co3 dilemma. W.H. Dijkman, A.C. Moleman. FR. de Boer: Abnormale thermische uitzetting van enige ZASi2 verbindingen bij lage temperaturen. W.C.M. Mattens. FR. de Boer: Energieen volume-effecten bij legeren. H. Bakker: Verandering van de entropie in vaste stoffen ten gevolge van onzuiverheden, roosterdefecten en ontordening. H. Bakker. A. van Winkel: Een model voor vacaturevorming, ordening en dampdrukken van binaire legeringen. A.H. van Ommen. A.A.H.J. Waegemaekers: Experimentele bepaling van de interactie energieën tussen atomen en defecten in de intermetallische verbinding CoGa. J.C. van Dam, F.H. Mischgofsky: Stircasting of transparent organic alloys; thixotropy and rosette-formation. The Metal Society'Rheocasting and Forming: Status and Potential". Londen, GrootBrittannie. 11 juni 1981. J.M. Molenaar: Mouldless solidification by stircasting in alloys. The Metal Socie¬ ty 'Rheocasting and Forming; Status and Potential'. Londen. Gnot-Brittannië. 11 juni 19B1. B.J. Thijsse: Structuurrelaxatie in enkele Fe-B-achtige glazen, onderzocht met röntgendiffractie en DSC. Bijeenkomst van de Werkgroep Vloeibare Metalen, Apeldoorn, 12 juni 1981. A. de Rooy, P.M. Bronsveld. J.Th.M. de Hosson: Internal friction in ternary n-CuNiZn alloys. 7-th Intern. Conf. on Internal Friction and Ultrasonic Attenua¬ tion in Solids, Lausanne. Zwitserland. 6 9 juli 1981. J. Beyer. P.W. Bach: A FIM-alom probe investigation of retained austeniiê in 9% Nisteel. Proc, 28th Int. Field Emission Symp., Portland. Oregon. USA. 27-31 juli 1981. Eds. L. Swanson. A. Bell. p. 236. A. van Veen. W.Th. Buters. G.J. van der Kolk, L.M. Caspers. T. Armstrong: Argon
Metalen FOMTNO
detect complexes in low energy Ar-irradiated molybdenum. 9th Intern. Conf. on Atomic Collision in Solids. Lyon. Frank¬ rijk, juli 1981. A. van Veen. L.M. Caspers. J.H. Evans: Room temperature precipitation of helium in Mo observed by TEM and THDS; helium platelet formation. 2nd Topical Meeting on Fusion Reactor Malerials. Seattle. USA. 9-12 augustus 1981. R.H.J. Fastenau, M.I. Baskes: Point defect-edge dislocation rate constants and bias factors using lattice relaxation and Monte Carlo-simulations. 2nd Topi¬ cal Meeting on Fusion Reactor Materials, Seattle. USA. 9-12 augustus 1981.
uniform microstructure of rapidly solidi¬ fied AlSialloys. 16th International Conference on Low Temperature Physics. Los Angeles. USA, 19-25 augustus 1981. P.F. de Chatel (invited): Mixed valence systems. J.A. Mydosh: The CuMn spin-glass Sus¬ ceptibility above Tt. J.A. Mydosh: ESR study of the spin-glass and the mixed phase in Au^Mn dilute alloys.
Fourth International Conference on Rapidly Quenched Metals, Sendai. Japan. 24-28 augustus 1981. I. Majewska. B.J. Thijsse. S. Radelaar: International Conference on Solid-Solid Phase Transformation. Pittsburgh. Penn¬ Structural relaxation in FeBbased glas¬ ses: the roles of the metallic and the sylvania, USA. 10-14 augustus 1981. metalloid atoms. P.M. Bronsveld. J.Th.M. de Hosson (session chairman): Disorder-order trans¬ J.W. Drijver, AL. Mulder. S. Radelaar: formation in Au3Cu studied by X-ray Compositional effects in the observation diffraction and Monte Carlo-computer of structural relaxation in metallic glas¬ simulation. ses by DSC. A.L Mulder, J.W. Drijver, S. Radelaar: J. Aalders. E.W. van Royen. CM. van On the latique properties of some metal¬ Baal. S. Radelaar: Cluster variation lic glasses. method calculation of short-range order parameters and miscibility gap in the F. Spit. K. Blok, M. Hendriks, G. Winkels, CuNi system. W. Turkenburg. J.W. Drijver, S. Radelaar: Kinetics of hydrogen sorption in some J. Aalders. C. van Dijk. S. Radelaar: metallic glasses and surface investiga¬ Study of the kinetics of clustering and tion of the metallic glass Ni64Zr36. spinodal decomposition in CuNi and A.L. Mulder, R.J.A. Derksen, J.W. Drijver, CuNiFe alloys by means of diffuse neu¬ S. Radelaar: Creep and tensile behaviour tron scattering. of Fe40Ni40B20 at elevated temperatures. A.F.J. Morgownik: A dynamical cluster model for the high temperature suscep¬ G.J.L. van der Wegen, P.M. Bronsveld, tibility of the spin-glass Cu^Mn. Scottisch J.Th.M. de Hosson: Microstructure and order strengthening in Cu^NiZn. Second Universities Summer School in Physics, RIS0 Intern. Symp. on Metallurgy and University of Dundee. Scotland. GrootMaterials Science, Deformation of PolyBrittannie. 10-29 augustus 1981. crystals: Mechanisms and Microstruc¬ J.A. Mydosh (invited): Spin-glasses • the ture, Roskilde, Denemarken, 14-18 sep¬ experimental situation. 3 Lectures and tember 1981. Proc. p. 485. 1 Tutorial. Scottisch Universities Sum¬ E.J. Mittemeijer, H.C.F. Rozendaal, P.F. mer School in Physics. University of Colijn. P.J. van der Schaaf. R.Th. Furnée: Dundee. Scotland, Groot-Brittannie. The microstructure of nitrocarburized 10-29 augustus 1981. steels. Heat Treatment '81, Birmingham, J.Th.M. de Hosson (invited): Localized Groot-Brittannië. 15-16 september 1981. states and scattered wave functions of dislocations. Intern. Conf. on Electron Transport in Metals. Ottawa, Canada, Discussion Meeting of the German Phy¬ 12-15 augustus 1981. sical Society (DPG). Dislocation Dyna¬ mics in Solid Solutions. St. Andreasberg, WDuitsland, 21-25 september 1981. Xllth Congress and General Assembly, J.Th.M. de Hosson (invited): Dislocations International Union of Crystallography. in solids investigated by means of NMR. Ottawa. Canada. 16-25 augustus 1981. O. Kanert (invited): Dislocations in W.H.M, van der Vegt, G.J.L. van der We¬ gen, P.M. Bronsveld. J.Th.M. de Hosson: solids investigated by means of NMR. The lattice parameter of Cu2NiZn. Suppl. A. van den Beukel: Dynamic and static Strain aging in alloys. Acta Crystallographica. Vol. A37(1981) J.Th.M. de Hosson. A.W. Sleeswyk: Dis¬ C101. locations in ionic solids investigated by E,J. Mittemeijer. P. van Mourik, Th.H. de pulsed NMR. Keijser: Unusual lattice parameters A.W. Sleeswyk: Plasticity of Al-Cu alloy observed on annealing rapidly solidified in the early stages of low cycle falique. AlSialloys. R. Delhez, Th.H. de Keijser. E.J. Mitte¬ The Sixth International Conference on meijer. P. van Mourik, N.M. van der Pers: Textures of Materials (ICOTOM 6). Tokio. Xray diffraction analysis of the non-
Japan. 28 september-3 oktober 1981. H.W.F. Heller. CA. Verbraak- Recrystallisation at grainboundaries in deformed bicrystals. CA. Verbraak (invited): Recrystallisation textures. H.P. Kneijnsberg, CA. Verbraak: Obser¬ vation on layer structures in Al-single crystals with stable orientations.
by means of nuclear magnetic reso¬ nance
J.Th.M. de Hosson: Annihilation of stac¬ king faults in Si by means of ion implan¬ tation. TH-Delft, april 1981. Najaarsvergadering van de Nederlandse CA. Verbraak: Restspanningen als oor¬ zaak van bepaalde problemen bil produkVereniging van Elektronenmicroscopie, tie, produkheprocessen en verminderde Lunteren. 17-18 december 1981. kwaliteit van het eindprodukt. Philips F.W. Schapink: Dislocation networks in Plastics and Metalware Factories Eind¬ grain boundaries. hoven, 8 mei 1981. S.K.E. Forghany. F.W. Schapink: Grain boundary characterization using conver¬ J.C.M, van Dongen: Kondo-etfect en spinglasordening van de magnetische gent-beam electron diffraction. E.J. Mittemeijer: The occurence of verontreinigingen Cr, Mn en Fe in super¬ macro- and microstrains on nitriding iron J. Beyer (invited): Application of 200 KV geleidend PdH. Werkbespreking Kamerto engineering materials. and steels. Second Conf. o 1 Carbides. lingh Onnes Laboratorium. Leiden. 8 mei G.J.L. van der Wegen (invited). P.M. Nitrides and Borides in Steel. Poznan1981 Bronsveld, J.Th.M. de Hosson: The use Kotobzreg, Polen, 30 september-4 okto¬ of TEM in the study of ordening alloys. ber 1981. Procp. 52. P.F. de Chatel: Superficial and profound H.J. Busscher, P.M. Bronsveld. G. Boom, similarities between mixed-valent com¬ P.F. Willemse: Auswertung von nichtJ.Th.M. de Hosson: AEM-study around linearen d-sin2ii Kurven bei texturierten pounds and itinerant-electron paramaga grain boundary in 2024T3. Stahldrahten. Fachausschuss Spannets. Laboratoire Louis Néel, Grenoble. nungsmesstechnik. Hannover, W-DuitsFrankrijk, 3 juni 1981. land. 23 oktober 1981. A. van Veen: THDS studies on the nude6. Voordrachten W. Lieke, U, Rausr.hwalbe, CO. Bredl. ation phase of helium bubbles in molyb¬ F. Steglich, J. Aarts, FR. de Boer: Super¬ P.F. de Chatel: Similarities between denum. Sandia Laboratories, Livermore. conductivity in CeCu2Si2. 27th Annual USA, 13 augustus 1981. mixed-valent ant it:-.erant-electron sys¬ Conf. on Magnetism and Magnetic Mate¬ tems. Imperial College, Londen, GrootA. van Veen: Analysis of defects in mo¬ rials, Atianta. USA, 10-13 november 1981. Brittannië, 14 januari 1981. lybdenum by thermal helium desorption A.F.J. Morgownik, J.A. Mydosh, L.Ê. L.M. Caspers: Heliumdesorptie en posi¬ spectrometry. Sandia Laboratories, Wenger: The high temperature suscep¬ Albuquerque, USA. 17 augustus 1981. tronannihilatie; complementaire tech¬ tibility of cobalt and manganese alumiA. van Veen: Delft analysis by thermal nieken voor defect onderzoek. Vergade¬ nosilicate glasses. 27th Annual Conf. on ring Wetenschappelijk Advies College helium desorption spectrometry. BrookMagnetism and Magnetic Materials, At¬ haven National Laboratory, Brookhaven. van het IRI, IRI, Delft. 27 januari 1981. lanta, USA, 10-13 november 1981. USA. 19 augustus 1981. P.F. de Chatel: Recent developments in 8. Nielsen, A. van Veen, LM. Caspers, the theory of mixed valence. IBM Thomas J.Th.M. de Hosson: Dislocations in solids W. Lourens, W. Wierzchowki, H.E. Haninvestigated by means of NMR. Atomic J. Watson Research Center, Yorktown sen, G. Trumpy, K. Petersen: Interaction Energy of Canada Ltd., Whiteshell Nu¬ Heights, USA, 2 februari 1981. between gas impurities and defects in clear Research Establishment. Pinawa, F.R. de Boer. Valentietoestand van zeld Mo studied by positron annihilation Canada, augustus 1981. zame-aardmetaalatomen in overgangstechnique. Conf. on Point Defects and F.R. de Boer: Valence states of rare earth en edele metalen. TNO, Apeldoorn, Defect Interaction, Kyoto, Japan, novem¬ 6 februari 1981. atoms in transition and noble metal com¬ ber 1981. pounds. Max-Planck-lnstrtut für MetallN.A. Stolwijk: Selostdiffusion in CoGa. forschung, Stuttgart. W-Duits!and, 11 Institut für angewandte und theoreti¬ September 1981. sche Physik der Univ. Stuttgart, W-Duits¬ Wetenschappelijke bijeenkomst FOMland, februari 1981; Institut für MetallH. Bakker: Entropie in vaste stoffen. Lab. Werkgemeenschap voor de Vaste Stof forsctiung T.U. Berlin, W-Duitsland, mei Techn. Fysica, RUGroningen. 2 oktober Veldhoven, 10-11 december 1981. 1981. 1981. F. Boreel, 8.M. Geerken, G.J. Nieuwenhuys; Thermische uitzetting en soorte¬ J.A. Mydosh: The spin glass menagerie. J. Aarts: NMR in CeCu2Si2- Natuurkundig lijke warmte van PdMn(H) spinglazen. TH-Eindhoven, 5 maart 1981. Colloquium, Universiteit van Amsterdam. W. Venhuizen, G.A. Sawatzky, D. Hüser, P.F. de Chatel: Gelocaliseerde momen¬ 22 oktober 1981. J.A. Mydosh: The superconducting and ten en bandmagnetisme in metalen. J.A. Mydosh: An experimentalist views magnetic phase diagram of Gd doped Algemeen Natuurkundig Colloquium, the spin-glass problem. Landelijk Semi¬ La3_, „S4. KU-Nijmegen, 31 maart 1981. narium Statistische Mechanica, Leiden, J.Th.M. de Hosson: Dislocation motion 6 november 1981. P.F. de Chatel: Fermi-vloeistot theorie in solids investigated by means of pul¬ J.Th.M. de Hosson: Dislocation dyna¬ van intermediair valente systemen. J. Aarts, FR. de Boer, DE. MacLaughlin: sed nuclear magnetic resonance (NMR). mics investigated by means of nuclear Univ. Pennsylvania, Philadelphia, USA, spin relaxation. TH-Twente. 25 november Kernspinresonantie in CeCufii? maart 1981. 1981. P.H. Frings, F.R. de Boer, J.J.M. Franse: De onderdrukk'ng van spinfluctuaties in J.Th.M. de Hosson: Coherent phase dia¬ J.A Mydosh: Spin-glasses • recent experi¬ UAI2enUCo2. gram ot Cu-Ni-Zn. Univ. California, Ber¬ ments and systems. Hahn-Meitner Insti¬ keley, USA. maart 1981. tut, Berlin, W-Duitsiand. 26 november I. Rachman, W.C.M. Mattens, F.R. de J.Th.M. de Hosson: Dislocation motion 1981. Boer: Valentie- en spmlluctuaties in in solids investigated by means ot NMR G.J. Nieuwenhuys: Several experiments (Yb.Sc)CuAI? techniques. National Research Council to detect crystalline electric fields in W.H. Dijkman, P.F. de Chatel. F.R. de rare-earth compounds Univ. Köln. WBoer: Demagnetisatie van Ce in (Ce, Y)ln3 of Canada, maart 1981. A. van Veen: Helium platelets formation Duitsland. 2 december 1981. en (Ce, Y)Sn3. in molybdenum. Risö National Labora¬ J.A. Mydosh: Crystal structure G.J. v.d. Kolk (poster): Zilver in woltraam tory. Risö. Denemarken. 15 april 1981. transformation and magnetic ordering onderzocht met thermische helium deJ.A. Mydosh: The present experimental inGd(Cu, xGaJ pseudo binary com¬ sorptiespectrometrie situation in spin-glasses Univ. Duispounds. Ruhr Univ.. Bochum. W-DuitsJ.Th.M. de Hosson: Dislocation dyna¬ burg. W-Duitsland, 27 april 1981. land. 3 december 1981. mics in metals and alloys investigated
76
Metalen FOM-TNO
\
,
\
IF
-;'-*&?*
ITT 1:
7. Commissie De Commissie van de Werkgemeen¬ schap 'Metalen FOMTNO; was op 31 december samengesteld uit: prof.dr.ir. S. Radelaar, voorzitter, leider werkgroepen Ml II en Mt IX dr. F.R. de Boer. wetenschappelijk secre¬ taris, adjunctleider Mt V dr.ir. L.M. Caspers. leider werkgroep Mt XI
prof.dr. J.Th.M. de Hosson. leider werk¬ groep Mt V/S dr. M. de Jong prof.dr.ir. F.J. Kievits. leider werkgroep MtX prof.dr.ir. B.H. Kolster. vertegenwoor¬ diger van de Nijverheidsorganisatie TNO prof.dr.ir. B.M. Korevaar. leider werk¬ groep Mt XII prof.dr. A.R. Miedema prof.dr. J.A. Mydosh. leider werkgroep MtlV prof.dr.ir. P. Penning, leider werkgroep Mtlll prof.dr.ir. CA. Verbraak, leider werk¬ groep Mt VIII prof.dr. G. de Vries, leider werkgroep MtV prof.dr.ir. A. Wegener Sleeswijk. leider werkgroep Mt Vl-A drs. F.R. Diemont vervulde de taak van secretaris. De vergaderingen werden voorts bijge¬ woond door dr. A.A. Boumans en dr. C. Ie Pair (directie FOM), dr. B. Knook en dr. F.H.M. Mischofsky (respectievelijk adjunctleider Mt IV en plaatsvervangendleider Mt X). drs. J. Aarts en drs. J.C.M, van Dongen (vertegenwoordigers FPR) en door mej. A.J.M. Luijckx, ter assisten¬ tie van de secretaris. In de loop van het verslagjaar is de werk¬ groep Mt VI gesplitst. Prof.dr.ir. A. Wege¬ ner Sleeswijk en prof.dr. J.Th.M. de Hos¬ son werden leider van Mt Vl-A respectie¬ velijk Mt Vl-B. De taken van de Commissie zijn nader omschreven in 'Bestuurstaken van de Commissie van de Werkgemeenschap pen'.
s
aantrekkelijker ma| op de Tcchni van een rol kennelijk v niet» is voo welen»».,. een bijdr' eisjes zijn natuurkun . Dat blij Ibaar ond» urkuiKk ij net vwo natuurkunde. Bi) ae*v vefk . kiest een aanzienlijk B . » « , r rwerk e jongeni voor natuurkunde. alt w " genomen ongeveer de helft natuurkuw
Metalen FOMTNO
Molecuulfysica
1. Algemeen 1.1. Doelstelling De Werkgemeenschap voor Molecuul¬ fysica stelt zich ten doel de eigenschap¬ pen van de wisselwerking en van het statistisch gedrag van de moleculen ter verklaring van de eigenschappen van gassen, speciaal ook onder hoge druk, van vloeistoffen en van vaste stoffen te onderzoeken. Het doel is dus funda¬ menteel' onderzoek, dat wil zeggen a. experimenteel onderzoek van ver¬ schillende fysische eigenschappen van gecomprimeerde gassen, vloeistoffen en vaste stoffen en wel in het bijzonder daar, waar een theoretische behande¬ ling redelijkerwijs het eerst mogelijk moet worden geacht, zodat dus het doel: verklaring van de macroscopische eigenschappen met de methode van de statistische mechanica in termen van de intermoleculaire krachten, op de voorgrond staat; b. theoretisch onderzoek enerzijds ter verklaring van directe experimentele resultaten en met het doel een leidraad te geven voor het experimentele onder¬ zoek, anderzijds van de fundamentele problemen en de grondslagen van de statistische mechanica. Dit onderzoek is van groot belang ook voor het goede begrip van meer gecom¬ pliceerde systemen, waarin behalve de statistisch-mechanische problemen en de onbekendheid met de intermolecu¬ laire Hrachten, die reeds voor eenvou¬ dige systemen karakteristiek zijn, inge¬ wikkelde verschijnselen een rol spelen, zoals bijvoorbeeld bij systemen van polymeren, halfgeleiders, metalen, meer ingewikkelde chemische systemen, hysteresisverschijnselen. gasontladin¬ gen, vlammen-aerodynamica, 'shockwaves', enzovoort, waardoor banden met andere gebieden van de fvsica en chemie en dus ook met een aantal andere werkgemeenschappen van FOM worden gelegd. Op het gebied van de molecuulfysica heeft ons land een oude traditie, die voor een deel wortelt in het werk van de
Molecuulfysica
fysici, die in het eind van de vorige eeuw leiding gaven aan het fysisch onderzoek in Amsterdam en Leiden. Door de grote belangstelling die in ons land voor andere gebieden van de fysica is ge¬ groeid, dreigde vooral na de oorlog, afgezien van een blijvende activiteit in enkele centra, de interesse voor onder¬ zoek op het terrein van de molecuul¬ fysica te verflauwen. Het bleek niet van belang ontbloot, voor het molecuulfysische onderzoek meer speciaal de aandacht te vragen. Daarnaast leek het van het grootste belang om, gezien ook de grote hoeveelheid onderzoekingen die nog moet worden verricht, onnodige doublures bij het onderzoek te voor¬ komen en dit zo goed mogelijk te coör¬ dineren, teneinde met de beschikbare krachten het beste resultaat te bereiken. In beide opzichten heeft deze Werkge¬ meenschap in de afgelopen jaren ge¬ tracht een rol van betekenis te spelen, daarbij zich ten doel stellend: a. onderzoekingen te stimuleren, d i e in de zin zoals boven omschreven - van belang zijn voor verdieping van het inzicht in de moleculaire verschijnselen. die aan het macroscopisch gedrag ten grondslag liggen en in het bijzonder ook van die onderzoekingen die, alhoe¬ wel voor het onderzoek van grote bete¬ kenis zijnde, door verschillende oor¬ zaken niet of onvoldoende zouden wor¬ den verricht; b. het onderzoek te coördineren, in die zin, dat door samenwerking en onder¬ linge besprekingen van onderzoekers van verschillende universiteitslaboratoria in den lande een zinvolle verdeling van hel te onderzoeken gebied tot stand komt en elkaar aanvullende onderzoe¬ kingen kunnen worden verricht. De aan¬ dacht moet hierbij worden gevestigd op het feit dat de coördinerende activiteit zich over een veel groter gebied van onderzoek uitstrekt dan door en in de werkgemeenschap in feite wordt ver¬ richt, omdat i,. onderlinge besprekingen ook het buiten FOM-vftrband verrichte werk natuurlijk ter sprake moet komen. zodat de wenselijkheid of de onwense¬
lijkheid van bepaalde nieuwe onder¬ zoekingen ook buiten FOM verband een onderwerp van bespreking en overleg vormt. 2. Speurwerk In het volgende worden de belangrijkste ontwikkelingen en resultaten in de werk¬ groepen van de Werkgemeenschap voor Molecuulfysica gedurende 1981 in be¬ knopte vorm gegeven. In het Van der Waals laboratorium vormt het onderzoek van faseovergan¬ gen en kritieke verschijnselen een hoofdthema; van groot belang is de toe¬ passing van hoge druk als experimen¬ tele parameter. In de werkgroep M II-A wordt het kritieke gebied gas-vloeistof bestudeerd aan de hand van het anomale gedrag van trans¬ portverschijnselen. Bij metingen langs de kritieke isochoor van de viscositeitscoëfficiènt rj van SF6 werd, bij nadering van de kritieke temperatuur TQ tot op 0.04 K, een anomalie waargenomen van circa 2 1 % van de achtergrondswaarde TJ. De resultaten kunnen worden voorge¬ steld als functie van de temperatuur T met een machtswet in {T TC)ITC met exponent - *. De waarde van * blijkt in goede overeenstemming te zijn met die, verkregen uit renormalisatiegroepberekeningen. Lichtverstrooiingsexperimenten in het kritieke gebied worden uitgevoerd in de werkgroep M IH-vdW. Uit de inmiddels afgeronde experimentele studies aan CO2 en Xe werden belangrijke nieuwe inzichten verkregen met betrekking tot meervoudige lichtverstrooiing bij het kritieke punt gas-vloeistof. Terwijl de bestaande lichtverstrooiingsapparatutir werd aangepast voor toekomstige depolarisatiemetingen aan polair CH3F, werd de mogelijkheid onderzocht of een nieuwe optische studie van kritieke verschijnselen uitgevoerd zou kunnen worden zonder last te hebben van de altijd zeer storend optredende zwaarte-
79
krachteffecten. Met dit doel voor ogen werd een studiemodel vervaardigd voor dergelijk onderzoek in het binnenkort ter beschikking komende Europese ruimtevaartlaboratorium 'Spacelab'. Het belangrijkste doei van dit werk was de miniaturisering van de tot nu toe op het laboratorium ontwikkelde aardse' experimentele tec*v»eken. Met behulp van NMR-onderzoek (M Vltl) bij drukken tot 10 kbar is belangrijke vooruitgang gemaakt met betrekking tot de interessante eigenschappen van vast methaan, dat als gevolg van het kleine traagheidsmoment en de zwakke anisotrope interacties sterke quantumeffeeten vertoont. Met zekerheid is thans het bestaan van een 'nieuwe' vaste fase IV van methaan vastgesteld, naast de drie reeds bekende vaste fasen. Deze fase is zeker stabiel bij een druk groter dan 5 kbar; bij lage druk is fase IV ten minste gedurende enige dagen stabiel. Het effect van het vervangen van water¬ stof door deuterium op het fasediagram van vast methaan kan worden verklaard in termen van een theorie van overeen¬ stemmende toestanden. De variatie van de overgangstemperatuur van de onge¬ ordende fase I naar de geordende fase il met de deutereringsgraad kan worden gecorreleerd met de quantumcorrectie op de klassieke dichthetdsafhankelijkheid van de overgangstemperatuur. Toepassing van de wet van overeen¬ stemmende toestanden levert als opval¬ lend resultaat een effectieve exponent n - 15 voor de radiële afhankelijkheid van de interactie, riie verantwoordelijk is voor de ordening. Met Raman-verstrooiingsexperimenten met behulp van de nieuwe techniek van de diamond-anvil cell is het drukgebied aanzienlijk uitgebreid; me! deze tech¬ niek is in de werkgroep M 111-vdWdefase IV van methaan waargenomen tot 64 kbar. Met behulp van infraroodspectroscopie werden in het Laboratorium voor Fysi¬ sche Chemie te Amsterdam (M lll-FCh) Van der Waals-moleculen van de edelgassen met HCl bestudeerd. De bepa¬ ling van de lage energieovergangen en vooral van de sterke temperatuurafhan¬ kelijkheid van de intensiteiten hebben een nauwkeuriger bepaling van de aard van de complexen mogelijk gemaakt Betrouwbare waarden voor de totale diepte van de potentiële energie en van de nulpunfsenergie voor A-HCl en XeHCI die zo verkregen zijn, lijken boven¬ dien in redelijke overeenstemming met de ligging van de energieniveaus die door het anisotrope dee! van de poten¬ tiaal bepaald zijn.
80
Prof .dr. J. de Boer. die sinds de oprich¬ ting van de Werkgemeenschap voor Molecuulfysica werkgroeDleider is geweest van M VIA l (instituut voor Theoretische Fysica te Amsterdam), nam in het verslagjaar ontslag uit zijn functies bij FOM wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. In hem verliest de Werkgemeenschap een vooraanstaand theoretisch fysicus en een markante persoonlijkheid, die veel voor de Stichting FOM heeft bete¬ kend. In het theoretisch onderzoek aan fase¬ overgangen in de werkgroep M VI A I ver¬ schuift het accent geleidelijk van de bestudering van exact oplosbare model¬ len en renormalisatietheone van kritieke verschijnselen in de richting van het grotere gebied van bifurcatieverschijn¬ selen. In de groep M VIA II wordt theore¬ tisch onderzoek verricht op het gebied van de relativistische kinetische theorie van verdichte plasma's en neutrino¬ systemen. In deze theorie zijn de begrip¬ pen druk en kracht in een gepolariseerd medium lange tijd het onderwerp van een controverse geweest. In het bijzon¬ der is er recent een discussie ontstaan over het al dan niet aanwezig zijn van anisotrope termen in de kracht die door een elektromagnetisch veld wordt uitge¬ oefend op een polariseerbare vloeistof. Met een statistische beschouwing kon nu worden aangetoond dat zulke termen wèl optreden, maar precies gecompen¬ seerd worden door overeenkomstige termen in de druktensor. In het Instituut Lorentz voor theoreti¬ sche natuurkunde |M VIL) wordt onder¬ zoek verricht naar de niet-evenwichtseigenschappen van fluïda met behulp van de fluctuerende hydrodynamics Voor de beschrijving van fluctuaties van een grenslaag tussen gas en vloeistof konden de basisvergelijkingen worden gegeven. Voorts is een schama ontwik keld om hydrodynamische interacties in veel-bol!ensystemen te berekenen. De werkgroep M VIN (Nijmegen) is erin geslaagd aan te tonen dat alle reeds bekende operator-identificaties tussen de vertexmodellen en het Gauss-model begrepen kunnen worden vanuit het renormalisatieverbanrt tussen deze modellen. Verder zijn een aantal nieuwe identificaties gevonden voor operatoren met een vectorkarakter. De werkgroep M VIT (TH-Twente) werkt aan de renormalisatie-groeptheorie van de lambdaovergang in *He Het doel is da berekening van de functionele inte¬ graal van de partitiefunctie voor het Bosegasmet wisselwerking. Een analy¬ tische uitdrukking voor de renormalisa-
tietransformatie van de pa'titiefunctre kon worden afgeleid, in de nabijheid van vier dimensies zijn de renormalisatievergelijkingen opgelost in de orde • = 4-0 en is de kritieke exponent bere¬ kend. Bij het theoretisch onderzoek in Utrecht (M Vl-U I) van cumulantontwikkelingen voor lineaire stochastische differen¬ tiaalvergelijkingen werden uitbreidingen verkregen: i. voor het geval van vergeli|kingen met een inhomogeen lid dat ook stochastisch is en gecorreleerd met de stochastiek van de coëfficiënten in de vergelijking: ü. voor de bereken-ig van tijdscorrelatiefuncties van de oplossing van Ce vergelijking. In de werkgroep M Vl-U II werd het onder¬ zoek van transportverschijnselen, m het bijzonder van oplossingen van de Enskog-Boltzmann-vergelijking. voort¬ gezet. Op basis van oplossingen van deze vergelijking voor een harde bollensysteem konden dtchthe;dsfluctuaties in een vloeistof waarvan het gedrag zeer gedetailleerd is waargenomen in neutronenverstrooiingsexperimenten aan argon en neon. kwalitatief en semikwantitatief worden verklaard. Voorts werd in deze werkgroep een kinetische theorie voor polymerisatie ontwikkeld. De resultaten voor kritieke eigenschap¬ pen nabij het gelatiepunt zijn m goede overeenstemming met die van roosterp»rcolat iemodei len. Bij het optisch onderzoek aan meeratomige moleculen in het Huygens La¬ boratorium (werkgroep M l-L/HL) werd de studie van de dubbele breking in een grenslaag bij aanwezigheid van een warmtestroom met succes voltooid. De metingen van c lijnbreedte van gedppolanseerde Rayleigh- en Ramanlijnen in H2-edeigasmengsel$ bij lage temperaturen kwamen gereed. Bij het onderzoek aan de fysische eigenschap¬ pen van gas- en vloeistofmengsels van optische isomeren <s voor het eerst een verschil in thermodynamische eigen¬ schappen tussen een racemisch meng sel en een zuivere stof waargenomen. Voor optisch actieve alcoholen werd in de vloeistof een kleine, maar goed meet¬ bare dichtheidsverandering bij menging waargenomen. Het is gelukt, via tweestapsexcitatie. Rydberg-toestanden waar te nemen voor ^moleculen Het bleek mogelijk voor een deel van het spectrum de corresponderende n-waarden (n * 60) te bepalen. De gevonden lijnen bleken een zeer grote drukverschuiving te vertonen, hetgeen interes¬ sante mogelijkheden voor verdere studie opent.
Molecuulfysica
In de werkgroep M ML/HL werd door metingen van de invloed van een mag¬ netisch veld op de diffusie van mengsels van ondermeer N2 en He de impasse doorbroken die er bestond ten aanzien van de kennis van de precieze vorm van de niet-evenwichtspolarisaties. Het scalaire deel blijkt, in afwijking van wat tot nu too werd waargenomen, af te han¬ gen van de drijvende kracht. Voer de tensorpolarisatte kon door een nieuwe analyse van bestaande gegevens het scalaire deel nader worden bepaald. Bij het onderzoek aan sterk verdunde gassen is voor het eerst het optreden van niet-evenwichtspolarisaties in het verre Knudsen-regime experimenteel waargenomen. Met dit soort onderzoe¬ kingen wordt het nu mogelijk informatie te krijgen over het nietbolvormige deel van de wisselwerking van moleculen met een wand. De theorie van dit soor' verschijnselen van Borman en medewer¬ kers, die tot nu toe tot warmtetransport beperkt was, werd uitgebreid tot impuls¬ en deeltjestrensport. Het onderzoek met moleculaire bundels in de werkgroep M II-L/HL werd voort¬ gezet. Bij de verwerking van de meet¬ resultaten aan quantumoscillaties in de totale botsingsdoorsnede van edelgassystemen werd een uitvoerige studie gemaakt van de gevoeligheid van dit soort gegevens voor diverse aspecten van de intermoleculaire potentiaal. Dit leidde tot een aantal interessante con¬ clusies onder meer ten aanzien van de relaties tussen informatie, verkregen uit totale botsingsdoorsneden, optische metingen aan Van der Waals-moleculen en metingen van de tweede viriaaicoëfficiënt. Het onderzoek in het Kamerlingh Onnes Laboratorium (M II-L/KOL) was voor een belangrijk deel gewijd aan de nadere bestudering van het verschijnsel superfluïdiv 't', zoals dit optreedt zowel in de vloeibioffase van de beide heliumisotopen 3He en 4He en van hun mengsels, als in de zeer dunne (vrijwel tweedimen¬ sionale) 4He-film; het treedt eveneens op in systemen, gevormd door twee zwak-geleidend met elkaar verbonden supergeleiders. In superfluïde 4He wer¬ den zowel de akoestische als de stro¬ mingseigenschappen verder onderzocht. Bij het stromingsonderzoek is nu ook aandacht besteed aan het optreden vai. niet-stationaire verschijnselen, De bestu¬ dering van de invloed van turbulente stroming op de demping in resonatoren voor het tweede geluid is voortgezet. Metingen aan de superfluiditeit van de 4 He-film met behulp van een filmoscillator hebben aangetoond dat bij verklei¬ ning van de filmdikte er al (ook bij kleine transportsnelheden) wrijving
Molecuuifysica
optreedt, lang voor de superfluïditeit geheel verdwijnt. Bij het stochastisch tunnelen tussen twee (meta-)stabiele macroscopische quantumtoestanden, zoals dit wordt waargenomen in supergeleidende ringen ciie zijn onderbroken door een zwak supergeleidend contact, is in het ver¬ slagjaar de belangrijke rol van de nul¬ puntsbeweging voor de tunnelprocessen aangetoond. H?* onderzoek van de transportverschijn¬ selen in verdunde 3He-4He-mengsels in het temperatuurgebied van 0,05-0.6 K is zowel met behulp van tweede geluids¬ resonatoren als met warmtepuisen voortgezet. Met behulp van een compressiecel is het fasediagram van 3He-4He-mengsel bij lage temperatuur (0,05-0,31 K) en hoge druk (2,5-3,0 MPa) onderzocht en het bestaan van een vloeibaar 8% 3Hemengsel aangetoond bij 7 - 0 en een druk even groter dan de smeltdruk van 'He. In Utrecht (M V) werden de experimenten aan zeepvliezen afgerond. Ten einde de experimentele resultaten omtrent de grensvlakspanning in dunne films beter te onderbouwen, werden in Parijs (Ecole Normale Supérieure) nog een aantal experimenten verricht op het gebied van de dynamische lichtverstrooiing aan monolagen, gespreid op het grensvlak water/lucht. Deze experimenten bevesti¬ gen de experimentele resultaten waaruit blijkt dat de filmgrensvlakspanning gelijk is aan de bulkgrensvlakspanning. Dynamische lichtverstrooiingsmetingen werden gedaan aan silica-dispersies tot hoge concentraties bij verschillende temperaturen. De hierbij optredende optische contrastvariatie laat het toe om (vooral bij hoge concentratie) een zoge¬ noemde incoherente bijdrage aan de lichtverstrooiing af te splitsen van de normale, coherente bijdrage. De incohe¬ rente bijdrage relaxeert veel langzamer dan de coherente, zodat een scheiding van zelf-diffi'sie en collectieve diffusie¬ processen mogelijk wordt. Oe collectieve diffusiecoëfficiënt blijkt weinig van de concentratie af te hangen; de zelf-diffusiecoëfficiënt daarentegen daalt sterK bij toenemende concentratie. In de werkgroep Moleculaire Dynamica werd in Amsterdam (M Xl-A) de systema¬ tische bepaling van de transportcoëffi¬ ciënten in pen square-well-systeem voortgezet, Daarbij bleek de viscositeit sterk afhankelijk te zijn van zowel de diepte als de breedte van de potentiaalput. In tegenstelling hiermee werd voor de warmtegeleidingscoëfficiënt een aan¬ zienlijk geringere afhankelijkheid van de potentiaalparameters gevonden. Nadere beschouwing leert echter dat do afzon¬
derlijke bijdragen van 'molecular trans¬ fer' en 'collisional transfer' wèl afhanke¬ lijk zijn van de potentiaal, doch dat deze effecten elkaar compenseren. De R'c?-Davis-Sengers-»heone, die ge¬ zien kan worden als een logische uitbrei¬ ding van de harde-bollentheorie van Enskog, blijkt alleen bij hoge tempera¬ turen redelijk goede resultaten te geven. In Delfi (M Xl-D) is het onderzoek gericht op de moleculaire dynamica en op de studie van fase-overgangen in rooster¬ modellen. Voor inhomogene Isingroosters is anomaal kritiek gedrag van de randcorrelaties gevonden. De afname is langzamer dan exponentieel maar snel¬ ler dan een macht. De 'special purpose' computers voor het Isingmodel en de moieculaire dynamica zijn operationeel geworden. In Eindhoven (M XII) wordt onderzoek verricht in verband met de bouw van een mengkoeler met meerdere mengkamers. Recent onderzoek heeft aangetoond, dat bij de stroming van 3He door superfluïde 4 He een meesleepeffect optreedt. Dit is in strijd met de gangbare opvatting dat 4 He als een mechanisch vacuüm mag worden beschouwd. 3. Onderwerpen van onderzoek
WERKGROEPM I Amsterdam - Van der Waals-labcratonum, prof.dr. N.J. Trappeniers 1. ToestPndvergelijking 1.1. Isothermenmetingen 1.2. IJking van drukrr.eetcilinders 1.3. Fase-evenwichten bij ultrahoge druk 2, Toestandvergelijking van mengsels Leiden - Huygeiis Laboratorium, prof. dr. J.J.M. Beenakker, prof.dr. H.F.P. Knaap, prof.dr. C.J.N, van den Meijdenberg 1. Lichtverstrooiing in gassen 2. Dubbele breking in gassen 3. Fluorescentiornetingen aan gepola¬ riseerde moleculaire bundels 4. Experimentele bepaling van de vorm van de niet-evenwichtsdistributiefunctie in een Knudsen-gas in aanwezigheid van een temperatuurgradiënt 5. Twee-staps foto-excitatie van moleculaire (K2) Rydberg-niveaus WERKGROEP M II Amsterdam - Van der Waals-laborato¬ rium, pfof.dr, N.J, Trappeniers 1. Transportverschijnselen 1.1. Viscositeit in gecomprimeerde gassen 1.2. Viscositeit van gassen in het krit eke gebied 2. Warmtegeleiding van gassen in het kritieke gebied Leiden - Kamerlingh Onnes Laboraio-
81
rium, prof.dr. R. de Bruyn Ouboter, prof.dr. G. Frossati 1. De hydrodynamics van superfluïde 4 He 2. Akoestische verschijnselen in super¬ fluïde "He 3. Transportverschijnselen in verdunde 3 He-4He-mengsels 4. Superfluïde eigenschappen van zeer dunne 4He-films 5. Koeltechnteken voor ultra-lage temperaturen 6. Het fasediagram van 3He-4He-mengsels bij hoge druk en lage temperaturen 7. Transporteigenschappen van type-Hsupergeleiders 8. Magnetische-fluxovergangen in supergeleidende ringen die zijn onder¬ broken door een zwak supergeleidend puntcontact 9. Superfluïditeit van 3He in verdunde mengsels 3He-4He 10. De magnetische eigenschappen van vast 3He in het millikelvingebied 11. Spinpolarisatie van vloeibaar 3He Leiden - Huygens Laboratorium, prof. dr. J.J.M. Beenakker, prof.dr. H.F.P. Knaap, prof.dr. C.J.N, van den Meijdenberg 1. De invloed van een magnetisch veld op een Knudsen-flow van meeratomige moleculen 2. De invloed van uitwendige velden op transportverschijnselen in gassen 3. Verschil in interactie tussen optische isomeren 4. Moleculaire bundels (totale botsings¬ doorsnede) 5. Vrije verdamping van natrium 6. Theoretische activiteiten
stabiliteit van colloïdale dispersies (buiten FOM-verband)
WERKGROEP M VI - THEORETISCH ONDERZOEK Amsterdam - Instituut voor Theoreti¬ sche Fysica, prof.dr. J. de Boer, prof.dr. J. Hijmans 1. Bifurcaties en symmetrie-eigenschappen van het 16-vertexmodel Amsterdam - Instituut voor Theoreti¬ sche Fysica, prof.dr. SR. de Groot 1. Transporttheorie voor leptonsystemen 2. Kinetische theorie voor een plasma 3 Relativistische veeldeeltjestheorie 4. Transportprocessen en evolutie van cosmologische modellen Enschede - Technische Natuurkunde, dr. F.W. Wiegel 1. Renormalisatie-groeptheorie van de \-overgang in helium Groningen - Instituut voor Theoreti¬ sche Natuurkunde, prof.dr. N.M. Hugenholtz 1. Vrij Bose-gas in een uitwendig veld 2. Theorie van fase-diagrammen 3. Condities voor thermisch evenwicht (buiten FOM-verband) 4. Quantum-Langevin-vergelijking (buiten FOM-verband) Leiden - Instituut L orentz, prof.dr. P. Mazur 1. Correlatiefuncties en lichtverstrooi¬ ing van grensvlakken tussen vloeistof¬ fen 2. Diëlektrische eigenschappen vloei¬ stofoppervlakken, ellipsometrie, reflec¬ tie bij kritieke punt 3. Niet-lineaire fluctuerende hydrodynamica, entropieproduktie 4. Hydrodynamische interacties in WERKGROEP MIN Amsterdam - Van der Waals-laborato¬ suspensies Nijmegen - Instituut voor Theoretische rium, prof.dr. N.J. Trappeniers Fysica, prof.dr. G. Vertogen, dr. H.J.F. Optisch onderzoek Knops 1. Lichtverstrooiing en laser-interfero1. Renormalisatietheorie van kritieke metrisch onderzoek van gassen in het systemen kritieke gebied 1.1. Relatie tussen de vertexmodellen 2. Ramai-verstrooiing bij hoge druk en het Gauss-model 3. Lichtverstrooiing aan vloeistof1.2. 'Cross-over' naar klassiek gedrag mengsels Amsterdam - Fysisch Chemisch Labo¬ bij hogere dimensies Utrecht - Instituut voor Theoretische ratorium, prof.dr. J. van der E'sken Fysica, prof.dr. N.G. van Kampen 1. Ver-infrarood spectroscopie van 1. Stochastische differentiaalverge¬ Van der Waals-moleculen lijkingen 2. Bepaling van dichtheidscorrelaties Utrecht-Instituut voor Theoretische in vloeistoffen met behulp van spectros¬ Fysica, prof.dr. M.H.J.J. Ernst copie en moleculaire-dynamicabereke1. Tijdcorrelatiefuncties in gassen en ningen vloeistoffen 2. Kinetische theorie van polymerisa*ie WERKGROEP MV Utrecht- Van 't Hoff Laboratorium, WERKGROEP M VIII prof.dr. J.Th.G. Overbeek, prof.dr. A. Vrij Amsterdam - Van der Waals-laborato¬ 1. Interactiesen dynamische processen rium, prof.dr. N.J. Trappeniers in dunne, vrije vloeistoffilms 1. Kernresonantie 2. Interacties en dynamische processen 1.1. Kemmagnetische resonantie onder in geconcentreerde colioïdale disper¬ hoge druk in moleculaire kristallen sies 1.2. Kemmagnetische resonantie met 3. Synthese, structuuronderzoek en
82
hoog oplossend vermogen 1.3. Kemmagnetische resonantie bij lage temperaturen 1.4. NMR in xenon WERKGROEP M XI Amsterdam- Van der Waals-laborato¬ rium, prof.dr. N.J. Trappeniers 1. Moleculaire dynamica Delft- Laboratorium voor Technische Natuurkunde, prof.dr. J.M.J. van Leeuwen 1. Faseovergangen en kritieke ver¬ schijnselen ;n roostermodellen 2. Computer-simulatie van moleculaire systemen 3. 'Interface-problemen WERKGROEP M XII Eindhoven - Afdeling der Technische Natuurkunde, prof.dr. H.M. Gijsman 1. Een mengkoeler met meer dan één mengkamer 4. Publikaties N.J. Trappeniers, F.S. Stibbe, J.L Rao: Optical abscrption spectrum of Cr3 + ions doped in CsCI. Phys. Stat. Sol. B 105(1981)243. S.N. Biswas, P. van 't Klooster, N.J. Trap¬ peniers: Effect of pressure on the elastic constants of noble metals from - 96 to + 25 °C and up to 2500 bar. II. Silver and go/d. Physica 103B (1981) 235. N.J. Trappeniers, F.S. Stibbe, J.L. Rao: Effect of the phase transition on ESR spectra of Cu2+:NH4Br. J. Chem. Phys. Solids 42 (1981) 617. M. Sprik, N.J. Trappeniers: The rotatio¬ nal kinetic energy in the orientationally disordered phase of solid methane. A quasidassical approach. Physica 105B (1981) 417. J.P.J. Michels, N.J. Trappeniers: Molecu¬ lar dynamical calculations t-n the trans¬ port properties of a square-well fluid. III. The thermal conductivity. Physica 107A (1981) 158. B. Arends, K.O. Prins, N.J. Trappeniers: Seltdiffusion in gaseous and liquid ethylene. Physica 107A (1981) 307. J.P.J. Michels, N.J. Trappeniers: Molecu¬ lar dynamical calculations on the trans¬ port properties of a square-well fluid. IV. The influence of the well-width on the viscosity and the thermal conductivity. Physica 107A (1981) 299. M. Sprik, T. Hijmans, N.J. Trappeniers: The orderiig phase transitions in solirl methane und the cerium monochalcogenides compared. A test of universa¬ lity. Physica 109A (1981) 339. P.J. van der Valk: The effect of the \-transition on ESR of copper ions in ammonium chloride up to 1600 bar. Proefschrift, Amsterdam, 30 september 1981. A F. Turfa, H.F.P. Knaap: A theoretical
Molecuulfysica
study of depolarized Rayleigh spectral linewidths in gases. Chem. Phys. 62 (1981)57. P- Oudeman: Birefringence in nonuniform gases Proefschrift. Leiden, 26 mei 1981. P. Oudeman. J. Korving, H.F.P. Knaap. J.J.M. Beenakker: Birefringence in the boundary layer of a rarefied heat con¬ ducting gas. Z. Naturforsch. 36a (1981) 579 R.P. Slegtenhorst, G. Marees, H. van Beelen: Stationary and nonstationary flow of He II. In: 'Recent developments in condensed matter physics'. Eds. J.T. Devreeseet al.. Plenum Press, New York, 1981, vol 4. p. 433 A. Hartoog, H. van Beelen: Isothermal flow of supertluid helium in extremely long tubes. Physica 103B (1981) 263. B. van den Brandt, J.W. Tierolf, R. de Bruyrt Ouboter: Visual observations of the countert low of the two liquid phases in the 4He-cycling 3He-4He dilution refri¬ gerator. Physica 104B (1981) 371. R.P. Slegtenhorst, H. van Beelen: A sur¬ vey of expc'mental data on capillary flow of helium II in the temperature range between 1 K and 2 K. Physica 106B (1981) 200. A.G.M. van der Boog, L.P.T. Husson, Y. Disatnik, H.C. Kramers: Analysis of a second sound resonator for velocity and viscosity measurements in liquid helium II. Physica 104B (1981) 285. A.G.M. van der Boog. L.P.J. Husson, Y. Dtsatnik, H.C. Kramers: Experimental results on the velocity of second sound and the viscosity in dilute 3He-4He mix¬ tures. Physica 104B (1981) 303. A.G.M. van der Boog, Y. Disatnik, H.C. Kramers: Calculation of the 3He eflecfive mass.from experimental results on the second-sound velocity in dilute 3 He-4He mixtures. Physica 104B(1981) 316. R.P. Slegtenhorst: On the flow of helium II under the influence ot a heat current. Proefschrift, Leiden, 7 oktober 1981. B. van den Brandt: The construction of a Pomeranchuk cell driven by a 4He-circufating dilution refrigerator and some related experiments. Proefschrift. Lei¬ den, 17 december 1981. I. Kuscer, H.F.P. Knaap, J.J.M. Been¬ akker: Correspondence between classi¬ cal and quantum mechanical Boltzmann equations. Physica 108A (1981) 265. F. Pirani, F. Vecchiocattivi, J.J.H, van den Biesen, C.J.N. van den Meijdenberg: Effect ot rotational temperature on the glory undulations in the atomdiatom total collision cross section. J. Chem, Phys. 75(1981)104?. J.N. Breunese, F.W. Gödecke, L.J.F. Hermans, J.J.M. Beenakker: Experi¬ ments on the influence of a magnetic field on a molecular Knudsen gas flow. Physica 109A (1981) 347.
Molecuulfysica
E. Mazur: The structure of non-equili¬ brium angular momentum polarizations in polyatomic gases. Proefschrift, Leiden. ,0 december 1981. E.W. Boom: Anisotropic interaction effects in the tar-infrared spectra of HCI noble gas Van der Wsals molecules. Proefschrift, Universiteit van Amster¬ dam. 1981. J.H.R. Clarke, L.V. Woodcock: Boundary problems in the calculation ot light scattering intensities from liquids using computer simulation. Chem. Phys. Lett. 76(1981)121. J. van der Elsken, D.M. Heyes: Fourth order intermolecular correlation func¬ tions trom spectroscopie data and mole¬ cular dynamics calculations. Can. J. Phys. 59(1981)1532. D. Frenkel, J.F. Maguire: Molecular dynamics study ot infinitely hard rods: scaling behavior of transport properties. Phys. Rev. Lett. 47(1981) 1025. DM. Heyes: Electrostatic potentials and fields in infinite point charge lattices J. Chem. Phys. 74 (1981) 3. D.M. Heyes, F. van Swol: The electro¬ static potential and field in the surface region of lamina and semi-infinite point charge lattices. J. Chem. Phys. 75 (1981)5051. DM. Heyes, G.H. Wegdam. J. van der Elsken: Eight-point density correlation functions in Lennard-Jones fluids. Chem. Phys. Lett. 79 (1981) 28< J.F. i> aguire: Rotational dynamics of rigid rods. J. Chem. Soc. Faraday Trans. 1177(1981)513. J.F. Maguire, J.C.F. Michielsen. G. Rakhorst: Brillouin light scattering from binary liquid mixtures. J. Phys. Chem. 85(1981)2971. P. Menger, J, van der Elsken: Four time density correlations around a dissolved HCI molecule in dense argon, krypton and xenon as determined frcm linewidth data. J. Chem. Phys. 75 (1981) 17. N. Neil Cape, J.L Fenney, L.V. Wood¬ cock: An analysis of crystallization by homogenous nucleation in a 4000 atom soft-sphere model. J. Chem. Phys. 75 (1981) 2366.
L.P. Roodhart: Energy transport by a non-equilibrium rotational distribution. Proefschrift, Universiteit van Amster¬ dam, 1981. R.J.N. Spiekerman, J. van der Elsken: Influence ot higher order density corre¬ lations in a fluid on the linewidths of rotational transitions of a dissolved molecule. J. Chem. Phys. 75 (1981) 9. J.G.H. Joosten, H.M. Fijnaut: Dynamic light scattering from thin, free, liquid films. In: 'Light scattering in liquids and macromolecular solutions'. Eds. V. Degiorgio, M. Corti. M. Giglio, Plenum Press. New York, 1980, p. 157. A. Vrij, J.G.H. Joosten, H.M. Fijnaut: Light scattering from thin liquid films.
Adv. Chem. Phys. 48 (1981) 329. M.M. Kops-Werkhoven. H.M. Fijnaut: Light scattering from stencally stabili¬ zed silica particles. In: Light scattering in liquids and macromolecular soluti¬ ons'. Eds. V. Degiorgio, M. Corti. M. Gi¬ glio, Plenum Press, New York, 1980. p. 81. E.A. Nieuwenhuis. C Pathmamanoharan, A. Vrij: Liquid-like structures in concentrated latex dispersions. A lightscattering study ot PMMA particles in benzene. J. Colloid Interface Sci. 81 (1981) 196. A.K. van Helden, J.W. Jansen. A. Vrij: Preparation and characterization of spherical monodisperse silica disper¬ sions in nonaqueous solvents. J. Col¬ loid Interface Sui. 81 (1981) 354. M M . Kops-Werkhoven, H.M. Fijnaut: Dynamic light scattering and sedimen¬ tation experiments on silica dispersions at finite concentrations. J. Chem. Phys. 74(1981) 1618. P. van Beurten, A. Vrij: Polydisperslty effects in the small-angle scattering of concentrated solutions ot colloidal spheres. J. Chem. Phys. 74 (1981) 2744. M M . Kops-Werkhoven. H.J. Mos, P.N. Pusey, H.M, Fijnaut: Dynamic light scat tering and optical contrast in concen¬ trated silica dispersions. Chem. Phys. Lett. 81(1981)365. H.M. Fijnaut: Wave vector dependence of the effective diffusion coefficient of Brownian particles. J. Chem. Phys. 74 (1981)6857. H. de Hek: Interactions in mixed colloi¬ dal systems containing spherical silica particles and polymer molecules. Proef¬ schrift. Utrecht, 13 mei 1981. C. Pathmamanoharan. H. de Hek, A. Vrtj: Phase separation in mixtures of organophilic spherical sil-ca particles and polymer molecules in good solvents. Colloid and Polymer Sci. 259 (1981) 769. H. de Hek, A. Vrij: Preparation of stencally stabilized silica dispersions in nonaqueous media. J. Colloid Interface Sci. 79 (1981) 289. A. Vrij: Die Erfassuny der Struktur konzentrierter kolloider Dispersionen miltels Lichtstreuung. Chern • Ing - Techn. 53(1981)492. J. Hijmans: Katastrofe-lheone; kwalita¬ tieve theorie van niet-lineaire dynami¬ sche systemen. NTvN A47 (1981) 146. Ch.J.Calkoen.S.R. de Groot: The volume viscosity of a massive neutrino gas. Phys. Lett. 83A (1981) 319. L.J. van den Horn, Ch.G. van Weert: Effects of neutrino degeneracy on the transport properties ot presupernovac. Phys. Lett. 83A (1981) 88. L.J. van den Horn. Ch.G. van Weert: Transport properties ot degenerate neutrinos and photons Phys. Lett. 1018(1981)447. L.J. van den Horn, Ch.G. van Weert.
83
424. for a fluid-fluid interface: the ellipsoBulk viscosity of a reactive ti metric coefficient Physica 107A (1981) B. Derrida. H.J. Htlhorst: On correlation system. Phys. Lett. 84A (1981) 226. 91. functions in random magnets. J. Phys. L J . van den Horn. Ch.6. van der Weert: C14(1981)L539. On neutrino thermal conduction and vis¬J.J.M. Rtjpkema. H.J.F. Knops: Cross¬ over to classical behaviour for an Ising J.M J van Leeuwen, H.J Hilhorst: cosity in stellar collaps. Astrophys model with vacancies Physica 108A J. 251 (1981) L 97. Pinning of a rough interface in an exter¬ (1981) 589. nal potential. Physica 107A(1981) 319. LG- Suttorp, SR de Groot: Radiation pressure on the boundary of a Huid and a H.J.F. Knops, L.W.J. den Ouden: Renor- H.J. Hilhorst, J.M.J. van Leeuwen: Nonuniversal an anomalous decay of metal. I. Waves of infinite width. II. Wa¬ realization connection between eight vertex operators and Gaussian opera¬ boundary spin correlations in inhomo¬ ves of finite width Proc. Kon. Ned. geneous Ising systems. Phys. Rev. Lett. tors. Ann. Phys. 138(1982) 155. Akad. Wet. Ser B84 (1981) 315,325. 47(1981)1183. LG. Suttorp, SR. de Groot: On the aniso- J.B.T.M. Roerdink: Inhomogeneous linear random differential equations tropy of the pressure tensor and the J.M.J. van Leeuwen: Exact renormaliforce density tor a polarizable fluid in an with mutual correlations between multi¬ zation in the two dimensional Ising plicative, additive and initial value electromagnetic field. Physica 108A systems. In: 'Perspectives in Statistical terms. Physica 109A (1981) 23. (1981)361. Physics'. Ed. H.J. Raveché. North-Hol¬ N.G. van Kampen: Itö versus Stratonoland Publ. Comp., 1981. p. 227 M.C.J. Leermakers. L.G. Suttorp: Quart B. Payandeh. J.M.J. van Leeuwen: turn-kinetic theory for time-correlation vich J. Stat. Phys. 24 (1981) 175. The calculation of the magnetic ?xoofunctions in higher-order perturbation N.G. van Kampen: Stochastic descrip¬ tion of many-body systems. In: 'Perspec¬ nent in real space differential renoruatheory. Physica 108A (1981) 333. lization. Physica 106A (1981) 589. H. van Erkelens: Relativistic Boltzmann tives in Statistical Physics'. Ed. H.J. B. Nienhuis. E.K. Riedel. M. Schick: theory for a plasma VI The relativistic Raveché. North-Holland Publ. Comp.. 1981. The q state Potts model in general Landau equation. Physica 107A (1981) dimensions. Phys. Rev. B23 (1981) 6055. 48. N.G. van Kampen: The validity of non¬ linear Langevin equations. J. Stat. Phys. E. Domany, D. Mukamei A. Schwimmer, M. van den Berg: The Casimir effect in B. Nienhuis: Duality relations and equi¬ 25(1981)431. two dimensions. Phys. Lett. 81A(1981) valences tor models with 0{N) and cubic 219. N.G. van Kampen: Stochastic processes in physics and chemistry. North-Holland symmetry Nucl. Phys. B190 (1981) 279. M. van den Berg: On phase transitions H.W.J. Blote, MP. Nightingale, B. Derri¬ Publ. Comp., Amsterdam, december of sone models in statistical mecha¬ da: Critical exponents of two-dimensio¬ 1981. nics. Proefschrift. Groningen, 27 febru¬ nal Potts and bond percolation models ari 1981. I.M. de Schepper: Velocity-correlation A.C.D. van Enter: Stability properties of function for systems with strong repul¬ J. Phys A14 (1981) L45. G.M. Coops: Dilution refrigeration with sive potentials. Phys. Rev. A24 (1981) phase diagrams in lattice systems. multiple mixing chambers. Proefschrift. 2789. Proefschrift. Groningen, 20 februari Eindhoven, juni 1981. 1981. LM. de Schepper. M.H. Ernst, E.G.D. Cohen: The incoherent scattering func M. van den Berg: On a classical twocomponent plasma with quadratic inter¬ tion and related correlation functions 5. Bijdragen aan conferenties e.d. in hard sphere fluids at short times. action. Phys. Lett. 82A (1931) 241. J Stat. Phys. 25(1981)321. A.C.D. van Enter: A note on stability of Voorjaarsvergadering NNV Sectie M.H. Ernst. E.G.D. Cohen: Non-equili¬ phase diagrams in lattice systems. Atomaire Botsingsfysica en Spectros¬ brium fluctuations and the hierarchy. Commun. Math. Phys. 79(1981)25. copie. Lunteren, 5-6 februari 1981. In: Perspectives in statistical physics'. H.A.M. Daniels: Passivity and equili¬ P. Oudeman, H van Houten: Dubbele Ed. H.J. Raveché. North-Holland r'ubl. brium for classical Hamiltonian sys¬ breking in de grenslaag van een zeer Comp., Amsterdam. 1981, Ch. 2, p. 60. tems. J. Math. Phys. 22 (1981) 843. verdund warmtegeleidend gas M. van den Berg: On non-analytic ther- M.H. Ernst. H. van Beijeren: On a conjec¬ A.F.J. van Raan, J. Korving: Foto-ionisamodynamic behaviour of the classical ture of Alley and Alder for fluids and tie van alkali-dimeren en een heat-pipeLorentzmodels. J. Stat. Phys. 26(1981)1. linear chain. Physica 10BA (1981) 169. oven: een aanloop tot experimenten met G. de Brouckère. R. Broer, W.C. Nieuw¬ M. van den Berg, J.T. Lewis: On the free Rydberg-moleculen. boson gas in a weak external potential. poort. G. Berthier: Ab initio one-electron J.J.H, vart den Biesen. M.A. Treffers, property calculations. I Molecules Commun. Math. Phys. 81 (1981) 475. C.J.N, van den Meijdenberg: Experimen¬ COF2, SO2F2, SOF2. Mol. Phys. 41 (1980) tele semi-absolute botsingsdoorsneden P. Mazur, 0. Bedeaux: An electrothermal instability in a conducting wire: homo¬ 729. van edelgassystemen. geneous and inhomogeneous stationary G. de Brouckère, R. Broer: Ab initio oneA. Sondag. G.H. Wegdam: Rotatie¬ states for an exactly solvable model. electron property calculations. II Mole¬ distributie van HCI in de fotodissociatie J. Stat. Phys. 24(1981)215. cules CjHOs, C4Hs0, C3H6S. Mol. Phys. van alkylchloriden. D. Bedeaux. P. Mazur: Stability of inho¬ 43(1981)1139. LP. Roodhart, G.H. Wegdam: Energie¬ mogeneous stationary states for the H.J. Hilhorst. H N.J. Vogelij, C, van Leeu¬ overdracht in systemen met een niethot-spot model of a superconducting evenwichts-rotatiedistributie. wen. B.P.Th. Veltman: Monte Carlo microbridge. Physica 105A (1981) 1. measurements of the single vortex free W. van Saarloos, D. Bedeaux, P. Mazur: energy in the KosterlitzThouless theory' Frühjahrstagung DPG, Munster. Hydrodynamics for an ideal fluid: Hamil¬In: 'Numerical Methods in the Study of W-Duitsland. 9-13 maart 1981. tonian formalism and Liouville-EquaCritical Phenomena', Eds. J. Delia Dora. P.W. Hermans. A. van Die. H.F.P. Knaap: don. Physica 107A (1981) 109. J Demongeot, B. Lacolle, Springer Se¬ Collisional broadening of the depolari¬ G. van der Zwan, D. Bedeaux, P. Mazur: ries in Synergetics. Springer Verlag. zed Rayleigh and Raman lines in hydro¬ Light scattering from a fluid with a Berlijn, 1981, vol. 9. p. 97. gen-noble gas mixtures. stationary temperature gradient. Physi¬ D. Hilhorst, H.J. Hilhorst. E. Marode: J.N. Breunese, F.W. Godecke, L. J.F. ca 107A (1981) 491. Rigorous analysis of a time-dependent Hermans. H.F.P. Knaap: Experimental inhomogeous Coulomb gas problem in study of bulk and boundary layer contri¬ B.J.A. Zielinska, D. Bedeaux, J. Vlieger: bution to the viscomagnetic diffusion Electric and magnetic susceptibilities two dimensions. Phys. Lett. 84A (1981)
Molecuulfysica
85
J.G.H. Joosten: Interaction forces in Topics in Statistical Physics, Utrecht. thin liquid films, measured by means 18-19 juni 1981. of laser light scattering. Symp. on Thin M.M. Kops-Werkhoven: Dynamic light scattering on concentrated silica disper¬ Liquid Films, Sofia, Bulgarije, 21-25 september 1981. sions. Fourth Intern. Conf. on Surface and Colloid Science, Jerusalem. Israël, G. de Brouckère: Calculs ab-initio de 5-10 juli 1981. proprietès monoêlectroniques de mole¬ cules contenant quatre a six atomes 'lourds'. 12ième Congres Dels Quimics 8th AIRAPTConference/19th EHPRG Teories D'Expressio Llatina. Barcelona, Conference. University of Uppsala. Spanje, 28 september-1 oktober 1981. Zweden, 17 22 augustus 1981. M. Wrnnink: Attempts to prove the Gibbs J.I. Geijsel, JA. Schouten. N.J. Trappe¬ niers: Differential scanning calorimetry phase rule. Statistical Mechanics Conf. at the Open University, Milton Keynes. at high pressure. Groot-Brittannië, 11 december 1981. IUTAM-IUPAC Symposium on Interac¬ H. Wieldraaijer, JA. Schouten, N.J. tions of Particles in Colloidal Disper¬ Trappeniers: Detection of phase transi¬ G. de Brouckère: Calculs ab-initio de proprietès monoêlectroniques de mole¬ sions, Canberra, Australië, 16 21 maart tions in molecular solids with a dia¬ cules contenant quatre a six atomes 1981. mond-anvil cell. lourds. Hième Congres des Chimistes A. Vrij, A.K. van Helden, E.A. NieuwenD. v.d. Putten, N.J. Trappeniers, K.O. Théoriciens d'Expression Latine, Pau, huis: Light scattering by dispersions of Prins: A high pressure NMR study of model colloids solid CH4 at liquid helium temperature Frankrijk. 8-11 September 1980. jp to 10 kbar. H. Fijnaut, J. Dhont, E.A. Nieuwenhuis: Light scattering and sedimentation by S.N. Biswas. N.J. Trappeniers. J.H.B. 6. Voordrachten PMMA latexes in benzene. Hoogland: Measurements of thepVT J.Th.G. Overbeek: Strong and weak H.M. Fijnaut: Hydrodynamische wissel¬ properties of SF6 in the critical region. points in the interpretation of colloid werkingen van brownse deeltjes. Alge¬ Stability. meen Fysisch Colloquium, RU-Utrecht, 16th International Conference on Low 15 januari 1981. P. Mazur: On the motion and Brownian Temperature Physics, Los Angeles, motion of N spheres in a viscous fluid. USA, augustus 1981. H.J. Hilhorst: Une transition rugueuse en dimension deux? Rencontre de K.W. Taconis (invited): Refrigeration mécanique statistique. Parijs, Frankrijk, J. van der Elsken: Fourth order time research at Leiden. 15 januari 1981. dependent intermodular correlation R.P. Slegtenhorst, G. Marees, H. van functions in A, Kr and Xe. Symp. on Beeien: Observations of steady inhomo- P. Mazur: Formulation Hamiltoniènnede the Structure of Molecular Liquids, geneous flowstates in capillary flow of l'hydrodynamique d'un tluide idéal. Royal Society, Faraday division, Cam¬ Univ. Libre de Bruxelles, Brussel, België, helium II. Proc. LT-16. Physica 108B bridge, Groot-Brittannië. 6-8 april 1981. 16 januari 1981. (1981)1133. N.G. van Kampen: Foundations of R. de Bruyn Ouboter: Flux-overgangen G. Bannink, G.A.F, de Rijk, H. van Beestatistical mechanics. Vosbergenlen: A Helmholtz resonator of very low in een squid bestudeerd met een squid. conferentie, Vlieland, 12 mei 1981. Universiteit van Amsterdam, 22 januari frequency lor the very thin helium-ll N.M. Hugenholtz: On the Gibbs phase 1981; Kamerlingh Onnes Laboratorium, film. Proc. LT-16, Physica 107B (1981) rule in lattice spin systems. Vosbergerv 411. Leiden, 4 december 1981. conferentie, Vlieland, 12 mei 1981. B van den Brandt: Visuele waarne¬ R. de Bruyn Ouboter, B. van den Brandt, A. Sondag, G.H. Wegdam: Product rota ming van de twee-fasenstroming in de J.W. Tierolf: Visual observations of the tional distribution in the photodissocounter/low of the two liquid phases in Leidse mengkoelm'achine, en Pomeranciation of CF2CICH3. Intern Symp. on chuk koeling met behulp van deze koel¬ the 4He-cyc!ing 3He-4He dilution refri¬ Molecular 8eams, Cannes, Frankrijk, gerator. Proc. LT-16, Physica 107B (1981) machine. Kameriingh Onnes Labora¬ 1-5 juni 1981. torium, Leirion, 23 januari 1981. 557. H.J.F Knops: From statistical mecha¬ R. de Bruyn Ouboter, D. Bol: The influ¬ Eighth Symposium on Thermophysical ence of diss pat ion on the tunnel mecha¬ nics towards lattice gauge theory. Theoretisch Seminarium, TH-Delft. nism of magnetic flux at low tempeiaProperties. Maryland, USA, 15-18 juni tures in a superconducting loop closed 23 januari 1981; Theoretisch Semina¬ with a tow capacitance superconducting rium VU, Amsterdam, 28 januari 1981; H.R. van den Berg, N.J. Trappeniers: 'Workshop' NTH, Trondheim, Zweden. The density dependence of the viscosity pointcontact. Proc. LT-16. Physica 108B 18 mei 1981. (1981)965. ot krypton including the logarithmic term. H.J. Hilhorst: Exacte renormalisatieG.M. Coops, A.T.A.M. de Waele. H.M. transformaties. Universiteit van Amster¬ N.J, Trappeniers: The behaviour of the Gijsman. Experimental evidence for coefficient ol heat conductivity in the mutual friction between 3He-and super- dam, 29 januari 1981. I.M. de Schepper: Very short wavelength critical region of xenon and argon. fluid 4He. collective modes in fluids. Instituut voor J.H.B. Hoogland, N.J. Trappeniers: The coefficient ol viscosity of sulfur H.J. Hilhorst: Monte-Carlo measurement Theoretische Fysica, Universiteit van Amsterdam, 2 februari 1981; Los Alamos hexafluoride in the critical region. of the Kosterlitz-Thojless transition. National Laboratory. New Mexico. USA, CECAM Workshop on Two-Dimensional 12 mei 1981. A. Vrij: Structural properties of concen¬ Melting, Orsay. Frankrijk, 31 augustus trated dispersions of colloidal panicles 19 september 1981. B. Nienhuis: Phase transitions with (Freundlich Centennial Lecture). ACS; P. Menger: Higher order correlations order parameter of cubic symmetry. 55th Colloid Symp Cleveland, USA, in dense noble gases. XVth European Landelijk Seminarium Statistische 14-17 juni 1981. Conf. on Molecular Spectroscopy, Nor¬ Mechanica, 6 februari 1981. wich, Groot-Brttannie. 7-11 september I. Kuscer: How to analyze Sen f tieten P. Mazur: Fluctuating hydrodynamics 1981. Beenakker effects in the transition and brownian motion ol N spheres flux. H.J.F. Knops: Phase transitions ot continuous order. G.H. Wegdam: Anomalous heat conduc¬ tion in a system with a non-equiiibrium rotational distribution. DM. Heyes: Molecular dynamics calcu¬ lations of fourth order classical intermolecular correlation functions in Lennard Jones fluids. J. van der Elsken: Fourth order time dependent pair distribution in A, Kr and Xe
86
Molecuulfysica
General Physics Colloquium, Hebrew Univ., Jerusalem, Israel. 19 mei 1981. J.M.J. van Leeuwen: Renormalization at a surface. NTH, Trondheim. Zweden, 22 mei 1981; Symp. N.G. v. Kampen. Utrecht. 19 juni 1981. B. Nienhuis: Collapse of a polymer in two dimensions; exact results. Tel Aviv Univ., Tel Aviv, Israël. 29 mei 1981. H.M. Fijnaut: Correlatie spectroscopie, principes en enkele toepassingen KU-Nijmegen. 4 juni 1981. H.M. Fijnaut: Static and hydrodynamic interactions in colloidal dispersions. College de France. Parijs. Frankrijk. 12 juni 1981. H.J.F. Knops: Phase transitions of continuous order. Theoretisch Semina¬ rium, Hannover, W-Duitsland. 19 juni 1981. H.M. Fijnaut: Zelf- en mutuele diffusie. Gespreksgroep Dynamische Lichtver¬ strooiing, Leiden, 19 juni 1981. J.G.H. Joosten: Lichtverstrooiing en dunne films. Gespreksgroep Dynami¬ sche Lichtverstrooiing, Leiden. 19 juni 1981. A.F.J. van Raan: Photo-ionization of K2 in a heatpipe-oven. Centre d'Etudes Nucléaires. CEA-CEN. Service Physique Atomique. Saclay. Parijs, Frankrijk, 30 juni 1981. D. Bedeaux: Stability properties of spa¬ tially non-homogeneous stationary states in an exactly solvable non-linear dynamical system. Institüt für Theore¬ tische Physik. Kemforschungs-Anlage. Jülich, W-Duitsland, juni 1981. J. Hijmans: Catastrophe theory: Quali¬ tative dynamics of nonlinear systems. A. Vrij: Colloidale vloeistoffen. Natuur¬ Special seminar 'Viewpoints in Statis¬ kundig Gezelschap, Utrecht. 10 maart tical Physics'. In honour of Jan de Boer. 1981. Amsterdam, 18 september 1981 B. Nienhuis: Equivalences between J.M.J. van Leeuwen: Renormalization models with continuous and discrete symmetries. Seminarium Theoretische of the interface. Special seminar 'View¬ points in Statistical Physics'. In honour Fysica. KU-Nijmegen, 17 maart 1981. of Jan de Boer, Amsterdam. 18 septem¬ Cn.G. van Weert: Maximum-entropy ber 1981. principle and relativistic hydrodyna¬ mics. Instituut voor Theoretische I. Kuscer: Operator formalism for boun¬ Fysica. Amsterdam. 25 maart 1981. dary layer problems. RU-Leiden. 24 J.M.J. van Leeuwen: Faseovergangen September 1981. en renormalisatie. TH-Eindhoven. N.G. van Kampen: Nonlinear tluctua tions. City College. New York. USA. 2 april 1981. September 198 J. H.J. Hilhorst. Correlation functions M. Sprik: Critical phenomena and renor¬ in random magnets. Landelijk Semina¬ rium. Groningen, 3 april 1981; Colloquium malization in solid methane. National Research Council, Ottawa. Canada. Ehrenfestii. Leiden, 20 mei 1981. September 1981; MIT. Cambridge. USA, B. Nienhuis: Analytical calculation of the exponents of the Potts model. Theo¬ oktober 1981. retical Physics Seminar, Hebrew Univ. C. Cercignani: On the H-theorem lor Jerusalem. 11 mei; Theoretical Physics polyatomic gases RU-Leiden, 8 oktober Seminar, Weizmann Institute of Scien¬ 1981. ce, ftehovot. Israël, 27 mei 1981. 6.A. Mason: Study of ion-molecule N.G. van Kampen: Fluctuaties in popu¬ forces by mobility measurements. laties. Bijeenkomst voor Mathematische Instituut Lorentz, Leidei, 21 oktober Biologie, Mathematisch Centrum. 1981. Amsterdam, 15 mei 1981. P. Mazur: Hamiltonian formalism for the B. Nienhuis: Collapse of a polymer in hydrodynamics of an ideal fluid. Insti¬ two dimensions; theory and experiment. tuut voor Theoretische Fysica, HUregime? RU-Leiden, 10 februari 1981 J.G.H. Joost en: Light scattering from thin liquid films. College de France, Parijs, Frankrijk, 13 februari 1981. A. Vrij: Concentrated dispersions of colloidal particles, studies by light scattering methods. Vrije Univ. Brussel. België. 24 februari 1981. M. Sprik: Hef quantumeffect in de spinrooster relaxatie in vast CH*. Natuur¬ kundig Laboratorium, Amsterdam. 26 februari 1981. P. Mazur: Hamiltonian formalism for the hydrodynamics of ideal fluids. Depart¬ ment of Chemistry. Univ. California. San Diego, La Jolfa, USA. 26 februari 1981. P. Mazur: On non-linear hydrodynamic fluc'uations. Department of Chemistry, Univ. California, San Diego, La Jolla. USA, 27 februari 1981. M. Sprik: The dynamics of the proton exchange system in solid CH*II. Kernforschungs-Anlage, Jülich, W-Duitsland, februari 1981; Colorado State University, Fort Collins, USA, oktober 1981. P. Mazur: A solvable thermo-electric instability problem. Department of Chemistry. Stanford Univ., Stanford. USA, 3 maart 1981. P. Mazur: On the Brownian motion of n-spheres in a viscous fluid. Department of Chemistry, Univ. California, Davis. USA, 5 maart 1981. P. Mazur: Hamiltonian formalism for hydrodynamics of ideal fluids; On non¬ linear hydrodynamic fluctuations. Lawrence Livermore Laboratory, Univ. California, Livermore, USA. 10 maart 1981.
Molecuulfysica
Utrecht. 11 november 1981. L.G. Suttorp: Kinetic theory of dense plasmas. Instituut voor Theoretische Fysica. Amsterdam, 12 november 1981. N.G. van Kampen: Irreversibility. Tech¬ nische Hochschuis Aachen. W-Duits¬ land. 13 november 1981. M. Winnink: Attempts to prove the Gibbs phase rule. Dublin Institute for Advan¬ ced Studies. Dublin. Ierland. 25 novem¬ ber 1981. A.T.A.M, de Waele: Experimental eviden¬ ce for mutual friction between 3He and superfluid *He. KernforschungsAnlage. Jülich, W-Duitsland, 25 novem¬ ber 1981. M Sprik: De spinroosterrelaxatie in vast CH4-II bij lage temperatuur. Katholieke Univ. Leuven, november 1981. H. van Erkelens: De relativistische Boltzmann-theorie van hydromagnetische golven. Instituut voor Theoretische Fysica. Amsterdam. 3 december 1981. R.J. Creswick: Theory of quantum vorttces in helium film. Seminarium Theore¬ tische Fysica. Instituut voor Theoreti¬ sche Fysica. Universiteit van Amsierdam. 10 december 1981. Ch.G. de Weert: Normale oplossing van de relativistische transportvergelijking. Instituut voor Theoretische Fysica, Utrecht, 11 december 1981. J.M.J. van Leeuwen: Boundary correla¬ tion in the isingmodel. NBS, Washing¬ ton. 14 december 1981; Univ. Maryland. USA. 15 december 1981 P. Mazur: Een exact oplosbaar elektrothermisch instabiliteitsprobleem. Vrije Universiteit. Amsterdam. 16 december 1981. M. Winnink: The 1981 statutory public lecture on: The interplay of algebra and theoretical physics Dublin Institute for Advanced Studies. Dublin. Ierland. 17 december 1981. J.B.T.M. Roerdink: Cumulant expansion for linear stochastic differential equa tions. Instituut voor Theoretische Fysica, KU-Nijmegen. 18 december 1981. R.J. Creswick: Critical properties of the interacting bose gas near four dimen¬ sions Landeli|k Seminarium Statisti¬ sche Mechanica, Nijmegen. 18 decem¬ ber 1981 P. Mazur: A solvable electrothermal instability problem. Univ. Cambridge. Cambridge. Groot-Bnttannie. 22 decem¬ ber 1J31. 7. Commissie De Commissie van de Werkgemeen¬ schap voor Molecuultysica was op 31 december samengesteld uit: prof dr. P. Mazur. voorzitter, leider werkgroep M VI-L prof.dr. N.J. Trappeniers, wetenschap peli/k secretaris, leider werkgroep M I A , M II-A. M IHVdW, M VIII en M Xl-A
87
prof.dr. J.J.M. Beenakker. leider werk groep M IL en M HL/HL prof.dr. R. de Bruyn Ouboter. leider werkgroep MII l/KOL prof.dr. W.J. Caspers prof.dr. J. van der Elsken. leider werk¬ groep M lll-FCh prof.dr. M.H.J.J. Ernst, leider werkgroep M VI U II prof.dr. G. Frossati. leider werkgroep MIIL/KOL prof.dr. S.R. de Groot, leider werkgroep M VIA II prof.dr. H.M. Gijsman, leider werkgroep MXII prof.dr. J. Hijmans, leider werkgroep M VIA I pro'.dr. N.M. Hogenholtz. leider werk¬ groep M VI G prof.dr. N.G. van Kampen, leiaer werk¬ groep M VI UI prof.dr. C.J.N, van den Meijdenberg, leider ai. werkgroep M l-L en M II-UHL dr. H.J.F. Knops. leider werkgroep U VIN prof.dr J.M.J. van Leeuwen, leider werkgroep MXID prof.dr. J. Los prof.dr. M. Mandel prof.dr. J.Th.G. Overbeek. leider werk¬ groep M VU prof.dr. I.F. Silvera prof.dr. G. Vertogen, leider werkgroep M VIN prof.dr. A. Vrij. leider werkgroep M VU prof.dr. F.W. Wiegel, leider werkgroep M VIT drs. FR Oiemont vervulde de taak van secretaris.
medewerkgroepleider van M VIN en daarmede tot lid van de Commissie. Prof-dr. A. Dymanus werd op eigen ver¬ zoek ontheven van het lidmaatschap a titre personnel. Prof.dr. G. Frossati werd benoemd als medewerkgroepleider van M ll-L/KOLen daarmede tevens als lid van de Commis¬ sie.
Het Uitvoerend Bestuur van de Stichting wordt in de Commissie vertegenwoor¬ digd door prof.dr. J.J.M. Beenakker. De taak van de commissie is nader omschreven in 'Bestuurstaken van de Commissie van de Werkgemeen¬ schappen
De kip en de eieren
\*\&
y*>
^e e
De vergaderingen werden bijgewoond door dr. AA. Boumans (directeur FOM), dr. Ch.G. van Weert (plaatsvervangend leider werkgroep M Vl-A II) en dr. 0. Bedeaux (adjunctleider werkgroep M VIL), dr. H.R. van den Berg tn dr. W.A. van Leeuwen (vertegenwoordigers FPR) en door mej. A.J.M. Luijckx, ter assis¬ tentie van de secretaris. In de loop van het verslagjaar volgde prof.dr. H.F.P. Knaap, prof.dr. J.J.M. Beenakker op als wetenschappelijk secretaris. Na het overlijden van prof Knaap in mei werd prof.dr. NJ Trappeniers tot wetenschappelijk secretaris benoemd. Prof.dr. J. de Boer werd ontheven van het lidmaatschap van de Commissie in verband met zijn pensionering. Prof.dr. M. Mandel werd k litre personnel tot lid van de Commissie benoemd. Prof dr. A.J. Staverman werd van het lidmaatschap ontheven. Prof.dr. C.J.N, van den Meijdenberg volgde prof.dr. H.F.P. Knaap als werk¬ groepleider van M l-L en M HL/HL op, en tevens als lid van de Commissie Prof.dr. G. Vertogen werd benoemd tot
88
iet*
::
MolpcuuHysica
Vaste Stof
1.1. Doelstelling De Werkgemeenschap voor de Vaste Stof heeft tot doel het inzicht in de vaste materie te verdiepen, zowel door experi¬ menteel als door theoretisch werk. Onder vaste materie wordt hier niet alleen verstaan de kristallijne fase maar meer in het algemeen elke vorm van gecondenseerde materie. Er wordt naar gestreefd fysische verschijnselen in de vaste stof zowel als materiaaleigen¬ schappen in verband te brengen met fun¬ damentele begrippen in de natuurkunde. De Werkgemeenschap stelt zich mede tot doel het fundamentele onderzoek van de vaste stof aan universiteiten en hogescholen te stimuleren en een zo goed mogelijke coördinatie van het universitaire onderzoek van de vaste stof in ons land tot stand te brengen. 2. Speurwerk De fysica van de gecondenseerde mate¬ rie is een van de grootste deelgebieden van de natuurkunde, kent vele facetten en verenigt verscheidene andere disci¬ plines. Zo worden de grote deelgebieden van de theoretische natuurkunde, de quantummechanica. de statistische mechanica en de elektrodynamica, op uitgebreide schaal toegepast, in het bijzonder bij het onderzoek van vaste stoffen die door hun eenvoudige struc¬ tuur een model zijn voor een bepaald verschijnsel. Anderzijds is in onderzoek van stoffen met extreme of meer com¬ plexe eigenschappen een directe aan¬ sluiting aanwezig met de scheikunde, de toegepaste wetenschappen en de technologie. Voorts zijn er raakvlakken met de biofysica in onderzoek aan orga¬ nische kristallen. Een ander kenmerk van de vaste-stof fysica is de beoefening door groepen van meer individueel wer¬ kende onderzoekers. Door het samen¬ komen van andere disciplines, de rijke scala van toepassingen en het indivi¬ duele karakter van werken is vaste-stoffysica bij uitstek geschikt om jonge
Vaste Stof
fysici in contact te brengen met de meest verschillende en moderne metho¬ den v a i onderzoek, en hen op te leiden tot tsltstandige wetenschapsmensen. Aar. =*lle Nederlandse universiteiten en hogeschoitp bestaan afdelingen voor onderzoek aan de vaste stof, welke vrij¬ wel zonder uitzondering door de FOMWerkgemeenschap voor de Vaste Stof worden gesteund. In de coördinatie van de Nederlandse vaste stof fysica speelt de werkgemeenschap dan ook een cen¬ trale rol. niet alleen wat betreft het direct door FOM gesteunde onderzoek, maar op indirecte wijze door het stimuleren van persoonlijke contacten, ook van het universitaire onderzoek. In het belang van de coördinatie van het speurwerk onderhoudt de Commissie van de Werk gemeenschap via de leden a titre per¬ sonnel bovendien intensieve contacten met buitenuniversitaire instituten en de industrie. In 1981 vond voor de vijfde maal een tweejaarlijkse evaluatieronde plaats van de programma's van de werkgroepen. De methode, waarbij op uitgebreide schaal commentaar werd gevraagd van buitenlandse deskundigen, was dezelf¬ de als in vorige jaren. Op grond van de evaluatieresultaten werd een beleid voor 1982 en 1983 uitgestippeld, rekening houdend met een mogelijk krapper worden van de middelen. Op 10 en 11 december werd in Veldhoven de tweedaagse wetenschappelijke bij¬ eenkomst gehouden. Zowel het aantal bijdragen als het aantal deelnemers aan deze jaarlijkse bijeenkomst bleven een duidelijke groei vertonen. Voordrachten en posters gaven een beeld van de resultaten van het gevari¬ eerde onderzoek in de diverse werkgroe¬ pen. Ook vaste-stofonderzoek van bui¬ ten de FOM-groepen was vertegenwoor¬ digd. Traditiegetrouw werden vele nieu¬ we contacten gelegd en oude verstevigd. Vooral voor de jongere medewerkers biedt de wetenschappelijke bijeenkomst een voortreffelijke gelegenheid om de blik te verruimen door gesprekken met
onderzoekers uit andere steden. Het zien van eigen onderzoek door ander¬ mans ogen is daarbij een belangrijk aspect. Door de veelzijdigheid en verscheiden¬ heid van de vaste stoffysica is het niet verwonderlijk dat de projecten van onderzoek, waaraan in de Werkgemeen¬ schap wordt gewerkt, uiteenlopen als de figuren in een kaleidoscoop. Dit geldt zowel voor de doeleinden van onder¬ zoek, de onderzochte stoffen, als de toegepaste technieken. Dit overzicht moet zich beperken tot een gedeeltelijke opsomming en aanduiding van uiter¬ sten. Het programma van de Werkge¬ meenschap reikt van diëlektrische ver¬ schijnselen via luminescentie, elektronfononinteracties. vloeibare kristallen, supergeleiding, bandenstructuur en lager-dimensionaal magnetisme tot renormalisatie-theorie van kritieke ver¬ schijnselen en vierdimensionale groe¬ pentheorie van de kristalstructuur. De lijst van onderzochte stoffen loopt van eenvoudige structuren, zoals vaste waterstof, zuivere metalen en vierkante lagenroosters, die fundamentele toet¬ sing van effecten mogelijk maken, tot gecompliceerde stoffen zoals organi¬ sche verbindingen, amorfe stoffen en vloeibare kristallen, waarvan men tracht belangrijke eigenschappen te analyse¬ ren. Evenzeer verscheiden is het arse¬ naal van experimentele technieken, dat ondermeer omvat soortelijkewarmtemetingen, magnetische en elektrische susceptibiliteitsmetingen. zeer lage temperaturen (millikelvingabied). dyna¬ mische polarisatie van kernspins (microkelvingebied). magnetische resonantie (kernspinresonantie, elektronspinresonantie. ENDOR). mössbaueref fectmetingen, neutronverstrooiing, sterk gepulste en continue magnetische velden, ruismetingen. De Haas-Van Alphen-effectmetingen, magneto-akoestische effec¬ ten, optische methoden (LASER, Bril louin- en Raman verstrooiing. Faradayrotatie. submillimetergolvenspectroscopie. foto-emissie, luminescentie), fononpulsen. tunnelspectroscopie.
89
rnonochromatische ultrahoogfrequente fononen, elektrische en thermische weerstandsmetingen. en hoge drukken. Enkele ontwikkelingen en resultaten van het onderzoek van de verschillende werkgroepen van de Werkgemeenschap voor de Vaste Stof gedurende 1981 werden in het volgende aangeduid. Het sterk de aandacht trekkende onder¬ zoek aan atomaire waterstof in de werk¬ groep VS A I (Amsterdam) blijft interes¬ sante resultaten opleveren. Adsorptieenergieen van H aan 3He en 4He werden gemeten. De groep is er verder in geslaagd de kernspins van het waterstof te polariseren, waardoor de levensduur van de atomaire toestand aanzienlijk werd verlengd. Naast dit werk aan ato¬ maire waterstof werden goede resulta¬ ten bereikt bij het hoge-drukonderzoek. De groep vond een nieuwe faseover¬ gang in moleculair deuterium bij onge¬ veer 300 kbar. Van zowel H 2 als D2 werd de toestandsvergelijking bepaald tot een druk van ongeveer 400 kbar. Ook in de andere Amsterdamse werk¬ groep VS-A II, speelt waterstof een belangrijke rol. In het verslagjaar werd gevonden dat sterke isotoopeffecten optreden in de elastische, elektronischeen transporteigenschappen van metaal hydrrden en deuteriden Ook werd, voor hel eerst, aangetcond dat het superge¬ leidende kritieke punt van dunne metaalwaterstoflagen drastisch ver¬ laagd is ten opzichte van de Tc van de bulk. Dit is een gevolg van de beperking van de lange dracht van de waterstofwaterstofwisselwerking. De werkgroep VS DN (Deift-Nijmegen) richt zich in het bijzonder op gemodu¬ leerde kristalstructuren. De werkgroep beslaat uit een theoretische groep in Nijmegen en een experimentele groep in Deift. In het verslagjaar we.d de classificatie van de hoger dimensionale kristallografische groepen voortgezet, hetgeen leidde tot een volledige lijst van de {3 + i)-dimensionale ruimtegroepen De invloed van superruimtesymmetrie op de morfologie van incommensurabele kristallen werd voor het eerst aan¬ getoond. Het vibratiespectrum en het elektron-energiespectrum in incommensurabele kristallen werden geanaly¬ seerd en vergeleken. Tevens werd de oorzaak van het ontstaan van een incommensurabele grondtoestand onderzocht en de bijbehorende excitaties bestu¬ deerd Een computerprogramma, spe¬ ciaal geschreven voor de directe verfij ning van modulatieparameters, is gereedgekomen en met goed gevolg toe¬ gepast op Rb2ZnBr«. In samenwerking tussen de groepen VS-DN en VS-N
90
werden spectroscopische metingen aan incommensurabel Rb2ZnBu(NMR, Raman, ver infrarood, diêlekthsch) geanalyseerd. Zij konden ten dele in verband worden gebracht met super ruimtesymmetrie. In de werkgroep VS-E (Eindhoven) werd voor de eerste maal kritieke verstrooiing waargenomen bij een zogenaamde spinfloj; overgang in CoBrj • xH;O. hetgeen het voorkomen van een intermediaire fase bewijst. Sterke aanwijzingen wer¬ den gevonden voor soliton-fononverstrooiing in de warmtegeleiding van eendimensionale Mn"-verbindingen. De aandacht binnen de groep werd uitge¬ breid naar semimagnetische halfgelei¬ ders. Spinglasgedrag werd waargeno¬ men in Cd^Mn)As2 In de Leidse groep VS-L I werd in Ca(OH)2 ferromagnetische ordening van de protonspins gecreëerd. Deze wordt gekenmerkt door een domeinstructuur, mei domeinen in de vorm van platte schijven. De domeinstructuur verdwijnt bij opwarmen van het spinsysteem ten gevolge van spindiffusie van de protonspins. Uit waarnemingen van dit diffu¬ sieproces is gebleken dat de domeinen een dikte van ongeveer 700 nm hebben. Het experimentele onderzoek naar het dynamisch gedrag van de driedimensio¬ nale Heisenberg ferromagneet RbjCuj • 2H2O is afgerond. Een beschrijving van de spectrale dichtheden van de auto- en paarcorrelaties van de elektronspins werd verkregen in het gehele gebied van temperaturen en veldsterkten dat van belang is. Deze beschrijving stemt kwan¬ titatief goed overeen met de experimen¬ tele resultaten. Het werk aan de spin dynamica van de eendimensionale HeisenbergantiferromagneetCuSO* • 5H?O is. wat betreft de longitudinale Kernspinrelaxatietijden, afgerond met een be¬ schrijving van de experimentele gege¬ vens op basis van gemeten interactietensoren voor de kernspin-elektronspinwisselwerking. De overeenkomst die hiermee werd verkregen tussen theorie en experiment, is beter dan met een beschrijving op basis van dipoolinteracties. De groepen VS-L I en VS-L ll(Leiden) zijn er gezamenlijk is geslaagd aanzien¬ lijke kernspinpolarisaties te bewerkstel¬ ligen van de protonen in een monokristal van fluoreen. via dynamische polarisatie in de fotogeèxcifeerde triplettoestand van fenantreen gastmoleculen. Bij 1,2 K is een polarisatie van 3% bereikt, welke moet worden vergeleken met de thermi¬ sche evenwichtswaarde van 0,03%. Dit resultaat is zeer bemoedigend, omdat het nu mogelijk lijkt polarisatiewaarden van 30 tot 500/o te bereiken, welke nodig
zijn om kernordening te verkrijgen. Voor dit doel wordt een opstelling gebouwd met een supergeleidende spoel van 2.5 T. de microgolffrequentie wordt 75 GHz In de groep VS-L tl is verder een belang¬ rijke stap voorwaarts gedaan bij het verkrijgen van inzicht in verstrooiings¬ processen van triplet-excitonen in mole¬ culaire kristallen. Het blijkt dat een zeer bevredigende verklaring kan worden gegeven van het verstrooiingsmechanis¬ me, als wordt aangenomen dat deze pro¬ cessen worden geïnduceerd door veront¬ reinigingen. Bij de interpretatie en de daaruit volgende theoretische behande¬ lingen was de aanwezigheid gedurende de maand augustus, gerealiseerd met FOM-steun. van prof. R. Silbey van MiT van groot belang. Aanzienlijke vorderin¬ gen werden gemaakt bij de hogereresolutie-laserspectroscopte in het ver¬ klaren van de vibratie-relaxatie in elek¬ tronische aangeslagen toestanden van moleculaire kristallen. De werkgroep VS-L III verkreeg enkele belangwekkende resultaten bij de studie van quasi-eendimensionale magneti¬ sche verbindingen. In eendimensionale antiferromagneten met een spin-Peierlsfaseovergang werd een intermediaire fase gevonden tussen de paramagnetische en de geordende gedimehzeerde toestand. In lineaire magnetische ketens met ferromagnetische wissel¬ werking en in ketens met antiferromagnetische wisselwerking werd aange¬ toond dat solitonbewegingen een sterke invloed hebben op het tijdafhankeli|k gedrag van de magnetisatie, vooral in het paramagnetische gebied. Door de gevarieerdheid van beschikbare meet¬ technieken toonden magnetische mo¬ delsystemen zich uitstekend geschikt voor het experimenteel toetsen van metlineaire fysica. De werkgroep VS-N (Nijmegen) behaalde in het verslagjaar, naast de reeds ver melde inbreng bij de gemoduleerde kris¬ tallen, een aantal opmerkelijke resul¬ taten. In puntcontacten van een normaal metaal met normaal metaal werd 'pho¬ ton-assisted tunneling' gevonden. Verder werd een verklaring gevonden voor een reedr lang bestaand probleem, dat van de lineaire magnetoweerstand in eenvoudige metalen Inhomogeniteiten in het materiaal blijken het verschijn¬ sel te kunnen verklaren. Bij het onder¬ zoek van de invloed van microgolven op supergeleiders lijkt een nieuwe tussentoestand op te treden die nog nader wordt onderzocht. De werkgroep VSU I is erin geslaagd in optisch-geëxciteerd robijn (Cr1' : AI;O,i) gestimuleerde emissie van fononen
Vaste Stof
(roostertrillingen) te creëren met een ongekende intensiteit, overeenkomend met een fonontemperatuur van enkele duizenden keivin. Voorts zijn aanzien¬ lijke vorderingen gemaakt met het onderzoek aan de verstoring door een onzuiverheid van een overigens perfect tweedimensionaal rooster. Het is geble¬ ken dat rondom onzuiverheden in twee¬ dimensionale antiferromagneten zowel de lokale thermodynamische eigen¬ schappen als de dynamica van de magnonen zeer goed beschreven kunnen worden met berekende spectrale inten¬ siteiten van de excitaties. In de andere Utrechtse experimentele groep. VS-U II. werd gevonden dat het elektro-akoeslische effect in CdS wordt veroorzaakt door versterkte transversale akoestische golven, wanneer het elek¬ trische veld evenwijdig \s gericht aan de c-as. Impedantie- en Brillouin-lichtversUooiingsmetingen aan dit materiaal maakten dit duidelijk. Bij het ruisonderzoek kwam naar voren dat de weerstand van silicium afneemt indien de lading¬ dragers 'heet' worden ten gevolge «an een aangroeiend elektrisch veld. De werkgemeenschap omvat theore¬ tisch werk, dat op verschillende plaat¬ sen wordt verricht. De groep VS-th-L in Leiden berekende de vrije energie van vloeibaar 3He tot op tweede-orde-termei in het uitwendig-magneetveld. in de zwakke koppelingsiimiet. Dit werd ge¬ daan door de minimalisatie van een drieparameterfunctie, die aanleiding kan geven tot de Al-fase met een r utparameter, de ABM-fase met twee ordepara¬ meters en een generalisatie van de BWfase met drie ordeparameters. Verder werd een Miura-trartsformatie gevon¬ den, waardoor • en willekeurige oplos¬ sing van de klassieke Heisenberg-keten met uniaxiaie anisotropie in de continuümlimiet kan worden afgebeeld op een oplossing van de nietlineaire Schrödinger-vergelijking. In de groep werd de bestaande theorie voor randomwandelingen op roosters met periodiek verdeelde vallen uitgebreid tot systemen waarin de wandelaar bij elke stap de kans heeft om spontaan te verdwijnen en. als hij op een valpunt is aangeko¬ men, een kans om niet te worden gevan¬ gen. Verder werd een aantal resultaten afgeleid voor wandelingen op roosters met willekeurig verdeelde vallen. Het theoretisch werk in Delft en Utrecht, zowel ais het werk in de groep VS-BSB in Nijmegen, vond op de gewone wijze voortgang.
num der Universiteit van Amsterdam. prof dr I.F. Silvera. prof.dr. G. de Vries 1. Meting in hoge magneetvelden van (legeringen van) 4f- en 5-f metalen; itine¬ rant en lokaai magnetisme 2. De Haas-Van Alphen-effect in sterke magneetvelden aan harde supergelei¬ ders, uranrurrverbindingen en niet zeer verdunde legeringen 3. Magnetische en thermische volume¬ effecten van legeringen rond de kritieke samenstelling voor ferromagnetisme en van zwakferromagnetische legeringen (buiten FOM-verband) 4. De magnetische anisotropie van gadolinium als een functie van tempera¬ tuur en druk (buiten FOM-verband) 5. K'istalveldeffecten en transport¬ eigenschappen van verdunde zeldzameaard legeringen 6. Vast zuurstof: structuur en magne¬ tische eigenschappen onder druk 7. Onderzoek in vaste moleculaire waterstof door middel van laser-Ramanverstrooiing 8. Onderzoek atomaire waterstof in de gecondenseerde fase 9. Ontwikkeling van hogedruk-appar;tuur voor gecondenseerde gassen 10. Berekening van roosterdynamtca en gerenormaliseerde interacties in quantum solids 11. Bepaling van intermoleculaire wisselwerking en thermodynamische eigenschappen van waterstof 12. Fcchcpovergangen in vaste waterStof en helium 13. Metingen van isochoren in vaste waterstof en zijn isotopen 14. Raman-verstrooiing van moleculen en clusters in nozzle jet beams 15. Meten van toestandsvergelijkingen in vaste i tof ten met behulp van een diamam-anvii cel 16. Theorie van zwakwisselwerkende Bose gassen
3. Onderwerpen van onderzoek
WERKGROEP VSA II Amsterdam - Natuurkundig Laborato¬ rium der Vrije Universiteit, prof.dr. R.P Griessen 1. Elektronen en interstitiële ionen in legeringen (waterstof in metalen) 1.1. De Haas-Van Alphen-speelroscopie (buiten FOM-verband) 1.2. Isotoopeffecten in metaalhydriden 1.3. Protonafscherming, elastische en magnetoelastischeeffecten in metaal¬ hydriden 1.4. Elektronenverstrooiingen puntcontactspect roscopie 1.5. Elektromigratie en diffusrê van waterstof 1.6. Faseovergangen eri kritieke ver¬ schijnselen in metaal-vaterstof-systemen (buiten FOMverbênd)
WERKGROEP VSA I Amsterdam - Natuurkundig Laboraio
WERKGROEP VS D l ! Delft - Laboratorium voor Technische
Vaste Stof
Natuurkunde, prof dr.ir. JE. Mooi) 1. Nietevenwichtverschijnselen in supergeleiders 1.1. Gestimuleerde supergeleiding 1.2. Fase-slip-processen in superge¬ leiders 2. Ontwikkeling van DC SQUID meet systemen 3 Ontwikkeling Josephson juncties 3.1. Fysische eigenschappen van Josephsonjuncties 3.2. Josephsonjuncties van hogeTc-materialen WERKGROEP VS D III Delft - Laboratorium voor Technische Natuurkunde, dr.ir. D. van Ormondt 1. Toepassingen van tijddomein elek¬ tron paramagnetische resonantie (TDEPR) met behulp van de elektronspin-echo-methode 2. Experimenteel en theoretisch onder¬ zoek van (4f)7-ionen in de vaste stof (buiten FOM-verband) 3. Onderzoek aan enzymen (buiten FOM verband) WERKGROEP VS DN Delft- Laboratorium voor Technische Natuurkunde, prof.dr.ir. P.M. de Wolf», prof.dr. A.G.M. Janner 1.1. Structuuronderzoek in verband met faseovergangen van incommensurabel gemoduleerde kristalstructuren 1.2. Meting van fysische eigenschap¬ pen bij deze faseovergangen Nijmegen - Instituut voor Theoretische Fysica, prof.dr. A.G.M. Janner. prof.dr.ir. P.M. de Wolff 1. Gemoduleerde kristalstructuren 1.1. Symmetrie van incommensurabele kristallen 1.2. Spectroscopie aan incommensura¬ bele kristallen 1.3. Roosterdynamica van incommen¬ surabele kristallen 2. Geladen deeltjes in elektromagneti¬ sche velden (buiten FOM-verband) 2.1. Blochelektron in een uitwendig incommensurabel magneetveld 2.2. Elektronentoestanden in een incommensurabele kristalstructuur 3. Mathematische fysica (builen FOMverband) 3.1. Op de vaste-stoffysica gericht groepentheoretisch onderzoek 3.2. Coherente toestanden WERKGROEP VS-E Eindhoven - Technische Hogeschool. prof.dr.ir. W.J.M, de Jonge 1. Coöperatieve verschijnselen in voornamelijk magnetische systemen 1.1. Thermodynamische eigensciappen in laagdimensionalesystemen 1.2 Faseovergangen en kritieke ver schijnseten (gedeeltelijk in samenwer¬ king met ECN) 1.3. De magnetische grondtoestand en
9t
zijn excitaties 1.4. Verontreinigde systemen 15 Niet-magnetische verschijnselen
1.4. Kernspinoriëntatie via optisch pompen van tripiet-eiektronspins 2. Hogeresoiutie-iaserspectroscopie
G. Blasse. prof.dr. H.W. de Wijn 1. Twee-dimensionaal antiferromagnetisme 11 Dubbellaag 2D-antiferromagneten WERKGROEP VS-G 1.2. Planaire 2D-antiferromagneten WERKGROEP VS L IH Groningen - Laboratorium voor Vaste Leiden - Kamerlmgh Onnes Laborato¬ 1.3. Gemengde en verdunde 2D-antiStot. prol dr A.J. Dekker rium, prof.dr. W.J. Huiskamp ferromagneten 1. Metalen en legeringen 1. Intermetailische en ionische verbin¬ 1.4. Eflecten van onzuiverheden. inclu¬ 1.1. Amorfe legeringen dingen met Van Vleck-paramagnetisme sief de theorie van onzuiverheden in 1.2. Theoretisch onderzoek 2. Kernspinresonantie aan systemen roosters 2. lonenkristalien met een vergrote magnetische wissel¬ 2. Fononen werking tussen kernen 2.1. Experimenteel en theoretisch 2.1. Ruimtelijke en spectrale diffusie onderzoek aan kleine ionen 3. Magnetische faseovergangen bij 2.2. Orbachrelaxatie van optisch aange¬ 2.2. Dielektrisch en EPR-onderzoekaan lage temperaturen slagen toestanden in robijn vaste opfossingen XF2' RF3 (X = Ca. Sr 4. Fononen 2.3. Gestimuleerde emissie van fono¬ of Ba; R is een zeldzaam aard ion) nen 2.3. EPR- en EN DOR onderzoek aan WERKGROEP VS-N 3. lonengeleiders Gd 3+ -M + complexen in fluoriet kris¬ Nijmegen - fysisch Laboratorium, 4. Fotochemische watersplitsing tallen prof.dr P. Wyder 3. Vloeibare metalen 1. Spectroscopie in het verre infrarood WERKGROEP VS-U II 3.1. Elektrische transporteigenschap¬ aan vaste stoffen Utrecht - Fysisch Laboratorium, pen en knight shifts van vloeibare lege¬ prof.dr. R.J.J. Zijlstra 1.1. Instrumentatie ringen 1.2. Ver-infrarood-spectroscopie aan 1. Transportruis in halfgeleiders 3.2. Structuuronderzoek van vloeibare supergeleiders (buiten FOM-verband) legeringen 1.3. Fotogeleiding in ultra-zuiver 2. Piëzo-eiektrische halfgeleiders germanium 3.3. Theorie van elektronische eigen¬ 3. Vloeibare kristallen schappen van metalen op de grens van 1.4. Ver-infrarood-magnetospectroscoeen metaal-met metaalovergang pie aan metalen en halfmetalen WERKGROEP VS THEORIE 4. Vloeibare kristallen 1.5. Cyclotronresonantie in super Leiden - Instituut Lorentz. prof.dr. 4.1. Visco-elastische eigenschappen roosters PW. Kasteleyn van nematische vloeibare kristallen 1. Exacte theorieën voor veeldeeltjes1.6. Door cyclotronresonantie geïndu¬ 4.2. Raman-metingen van de oriëntatiesystemen met interacties ceerde geleiding in hallgeleiders orde van nematische vloeibare kristallen 1.7. Paramagnetische elektronenreso¬ 1.1. Systemen met separabele inter¬ nantie in het submillimetergebied 4.3. Smectische vloeibare kristallen acties en quantumvloeistoffen 4.4. Theoretisch onderzoek 1.2. Systemen met interacties van korte 1.8. Ver-infrarood-spectroscopie aan dracht (niet-evenwichtseigenschappen gemoduleerde structuren van eendimensionale spinmodellen) 1.9. Interactie van ver infrarood met WERKGROEP VS L I 1.3. Random-wartdelingen op kristal¬ Leiden - Kamerlmgh Onnes Laborato¬ puntcontacten tussen normale metalen 2. Quantumvloeistoffen roosters met defectsr. (buiten FOMrium, prof.dr.ir. N.J. Poulis 2.1. Fononen in helium verband) 1. Magnetische ordening van kernspins Utrecht - Instituut voor Theoretische 2. Dynamische polarisatie 2 2. Uiteenvallen van paren (paarbreFysica, prof.dr. JA. Tjon king) in supergeleiders 3. EN DOR 1. Renormalisatiegroepentheorie en 2.3. Photon-assisted tunneling' 4. Kernspmroosterretaxatie in verdunde kritieke verschijnselen 2 4. Niet-evenwichtssupergeleiding paramagneten 3. Metalen 5. Elektronspin roosterrelaxatie in 3.1. Transport eigenschappen van verdunde paramagneten WERKGROEP VS-BSB metalen 6. Dynamisch en statisch gedrag van Nijmegen - Fysisch Laboratorium singulet grondtoestandsystemen 3.2. Puntcontacten tussen normale prof.dr. F.M. Mueller metalen 1. Bandstructuur van vaste stoffen 7. Dynamisch en statisch gedrag van 1-dimensionate systemen 3.3. Kleine metaalsystemen. Submi2. Elektron-fononinieractie 8. Dynamisch en statisch gedrag van cronnatuurkunde 3. Gebruik van theta functies in band3-dimensionaleHeisenberg-ferromagstructuurberekeningen (in samenwer¬ net dn king met VS-DN-N) WERKGROEP VS-P 4. Supergeleiding Petten - Energieonderzoek Centrum 9. Kernspinresonantie aan metalen en Nederland, dr.ir. P.E. Mijnarends supergeleiders 5. Puntcontacten (in samertwerk;ng met 1. Twee-dimensionale positronenVS-N) 10. Optica annihilatie in metalen, intermetallische verbindingen en legeringen WERKGROEPVS-LII 4 Publikaties Leiden - Huygens Laboratorium. 1.1. Bouw van een opstelling voor 2D-positronen annihilate H. Hölscher, J.C.P. Klaasse. J.J M. Fran pro< dr. J.H. van der Waals se. P.E. Bromrrer: Thermal expansion 1.2. Impuls- en spmdichtheid in 1. Fysica van optisch geëxciteerde and specific heat in TiFe.Cot ,. Inst. Coo 92Feo os met behulp van gepolari¬ moleculen Phys.Conf.Ser. 55(1981)283. seerde positronen (buiten FOM-verband) 1.1. Spinorièntatieen quantum beats in P.E. Brommer, J.J.M. Franse. H. Höl¬ de optische pompcyclus: spin-spin en 1.3. Theorie van elektronenstructuur scher: The occurrence of terromagnespinroosterrelaxatie in foto-geëxcivan ongeordende legeringen (buiten Hsm in the Ti(Fei ,Co,) system. Inst. teerde tripletmoleculen FOM-verband) Phys. Conf. Ser. 55 (1981) 279. 1.2. Eleklronspinechospectroscopie P.E. Brommer. J.J.M. Franse. B.M, Geer¬ van geëxciteerde moleculen WERKGROEP VS-U I Utrecht - Fysisch Laboratorium, prof.dr. ken, R. Griessen. H Hölscher. J A M . 1.3. Dynamtca van triplet-excitonen
92
Vaste Stol
model tor a crystal with displacive Kragtwijk. J.A. Mydosh. G.J. NieuwenJ. Caro. R. Coehoorn. DG. de Groot: modulation. Phys. Rev 8 24(1981)2245 huys: Thermal expansion and forced Direct measurement of the electronvolume magnetostriction of Pd-Mn phonon interaction in Pd. Mo and W by T. Janssen. J.A. Tjon: Model for a ferro¬ alloys in the ferromagnetic and spinpoint contact spectroscopy. Solid State electric phase transition via an incom¬ mensurate phase. Ferroelectrics 36 glass region. Inst Phys. C >nf. Ser. 55 Comm. 39(1981)267. (1981)253. R.S Sorbello: Isotope effects in electron (1981) 285. N. Buis. P. Disveld. P.E. 8rommer. J.J.M. scattering by light interstitial impurities C. de Lange. T. Janssen: Incommensura¬ in metals Solid State Comm. 39 (1981) bility and recursivity: lattice dynamics Franse: Magnetic properties of some 487. of modulated crystals. J. Phys. C 14 ott-stoichiometric Ti(Feo iCoo 5) com pounds. J. Phys. F. Metal Phys. 11 R.S. Sorbello: Residual resistivity dipole (1981)5269. (1981)217 in electron transport and electromigra- R. Blinc. V. Rutar. J. Seliger. S. Zumer. Th, Rasing. i.P. Alexandrova. F. Milia: N. Buis. P.E. Brommer. J J.M Franse: tion Phys Rev. B 23(1981)5119. Magnetic resonance in incommensurate The magnetic properties of NijAI under J.E. Mooij: Enhancement of supercon¬ systems. In: "Recent developments in high pressures. Physica 106B (1981) 1. ductivity. In: 'Non-equilibrium Super¬ condensed matter physics Ed J.T Nguyen Hoang Luong, J.J.M. Franse: conductivity. Phonons and Kapi'za DeVreese. Plenum Press. New York. Thermal expansion, forced magneto¬ Boundaries'. Ed. K.E. Gray. Plenum 1981. vol. I, p. 369. striction, and pressure dependence of Press. New York. 1981. p. 191 the Néel temperature in GdCuj and J.E. Mooij: Actueel gebruik van tweeR.P.A R. van Kleef. Th. Rasing. J.H.M. TbCu2. Phys. Stat. Sol (a) 66 <1981) 399. vloeistoffen modellen in de supergelei¬ Stoelinga. P. Wyder: Temperature V.V. Goldman. IF. Silvera. A J . Leggett: ding. NTvN A46(1980) 141 dependence of the static dielectric Atomic hydrogen in an inhomogeneous 0. van Ormondt. K. Nederveen: Resolu¬ constant Ot RbiZnBr* Solttons in a magnetic field: density profile and BEC. tion enhancement in electron spin echo modulated structure ? Soled State Com Phys. Rev. B 24 (1981) 2879 spectroscopy by means of the maximum mun 39(1981)433. A. Lagendijk. I.F. Silvera: Roton softe¬ entropy method. Chem. Phys. Lett. 82 Th. Rasing. H.W.M. Salemink. P. Wyder. ning in the solid hydrogens. Phys. Lett. (198D 443. S. Strassler: Pair breaking in strongMA (1981) 28 coupling superconductors. Phys. Rev. R. de Beer. H. Barkhuijsen. EL de Wild. R.P.J. Merks: Fourier transformation of B 23 (1981) 4470. A.P.M. Mattheij. J T.M. Walraven. IF. two-dimensional spin-echo ENDOR. T. Janssen. C. de Lange: Vibration spec¬ Silvera: Measurement of pressure of Bull. Magn. Reson. 2 (1981) 420. tra of crystals in an incommensurate gaseous Hi: adsorption energies and phase. J. Physique C 6 (1981) 737. surface recombination rates on helium. 0. van Ormondt. K V. Reddy. C.J. Lupker. H W den Hartog. E J. Bijvank: ENDOR F. Boersma. W.J.M, de Jonge. K. Kopin Phys. Rev. Lett. 46 (1981) 668 study ol lattice distortion in Ca-r2 • ga: The anisotropic classical chain: G.H. van Yperen. A.P.M. Mattheij. J.T.M. Gd3*M + . Bull. Magn. Reson 2(1981) numerical calculations of thermodynaWalraven. I.F. Silvera' Adsorption 221. mic properties. Phys. Rev. B 23(1981) energy and nuclear relaxation of H on 3 186. He-4He mixtures. Phys. Rev. Lett. 47 K. Raghunalhan. J Andriessen. D. van (1981)800 K. Takeda. J.C. Schouten: Development Ormondt. S.N Ray. T.P. Das: First prin¬ of spin correlations in randomly diluted ciple theory of zero-field splitting ol I.F. Silvera. R.J. Wijngaarden: New lowtemperature phase of molecular deute¬ spherical hal ffilled shell rare earth ions quasi one dimensional spin systems. J. Phys. Soc. of Japan 50 (1981) 2554. rium at ultra high pressure. Phys. Rev. in ionic crystals. Bull. Magn. Reson. 2 W.J.M. de Jonge. C H.W Swüste. K. KG (1981) 186. Lett. 47 ('981) 39. pinga: Groundstate and local excita¬ P.M. de Wolff. T. Jansen. A. Janner: The V.V. Goldman. I.F. Silvera: Exchange interactions and adsorption isotherms superspace groups for incommensurate tions in Colpyr)2Cl2- In: Physics in one crystal structures ,vith a one-dimensio¬ dimension . Eds. J. Bernasconi. T. of spin polarized atomic hydrogen on Schneider. Springer Series in Solid nal modulation. Acta Cryst. A37 (1981) helium. Physica 107B (1981) 515. State Sciences, Berlin-Heidelberg-New 625 I.F. Silvera. J.T.M. Walraven: New quart York. 1981. p. 169. turn gases: atomic hydrogen and deu¬ F. Tuinstra. A.J. van den Berg: Incom¬ terium. In: Recent developments in mensurate phases of Rb2Wo4 and rela¬ A.M.C. Tinus. F. Boersma. W.J M. de condensed matter physics'. Ed. J.T. Jonge: Phase diagrams ot CuCh-2NsHs ted compounds. Acta Cryst. A37(1981) DeVreese. 1st Gen. Conf. Condensed and CsCuCh- Phys Lett. 86A (1981) 300 C-106. Matter Div. EPS. Antwerpen. 1980 H.Th. ie Fever. R.C Thiel. W.J Huis M. Boon. J. Zak: Amplitudes on VonPlenum Press. New York, 1981. vol. I. kamp. W.J.M. de Jonge. A.M. van der Neumann lattices. J. Math. Phys. 22 p 29 Kraan: Magnetic ordering in the com¬ (1981) 1090. pounds RbFeCh.2H,0 and CsFeCh. I.F. Silver». J.T.M. Walraven: Spin A. Janner. T. Janssen: Symmetry ol 2HtC. Physica 111B (1981) 209. polarized atomic hydrogen: a magnetic incommensurate crystal phases in the H.Th. le Fever. R.C. Thief. W.J. Huisgas. J. Appl. Phys. 52 (1981) 2304 superspace group approach. Matcdy. kamp, W.J.M, de Jonge: Crystal field J.T.M. Walraven, I.F. Silvera: Measure¬ Communie, in Math. Chemistry 10(1981) effects in the compounds RbFeCh2H2O ment of the static magnetization of spin- r polarized atomic hydrogen with a SQUID T. Janssen, A. Janner: Superspace sym¬ and CsFeCh-2H2O Physica 1118 (1981) 186 magnetometer. Physica 107B (1981) 517. metry of dynamical equations of three I.F. Silvera. J.T.M. Walraven: Atomic incommensurate physical systems. J.C. Schouten: Impurities in quasi onehydrogen • A new stable gas. New Scien¬ In: Symmetries and Broken Symmetries dimensional systems. Proefschrift. tist 89 (1981) 204 in Condensed Matter Physics'. Ed. N. Eindhoven. 20 januari 1981. F. Boersma: The anisotropic classical I.F. Stlvera. J.T.M. Walraven: The stabili¬ Boccara, IDSET. Parijs. 1981. p. 211 P.M. de Wolff. T. Janssen. A. Janner: chain Proefschrift. Eindhoven. 1981. zation of atomic hydrogen. Scientific The superspao groups for incommen¬ I Vincze. F. van der Woude. M G. Scott: American 246 (1981) 56 surate crystal structures with a oneLocal structure of amorphous Zr,iFe. W. Joss. R. Griessen. E. Fawcett: Fermi Solid State Commun. 37 (1981) 576. surface and band structure 01 homoge¬ dimensional modulation. Acla Cryst. A37 (1981) 625. A.S. Schaafsma: Comment on the evalu¬ neously strained metallic elements. T. Janssen. J.A. Tjon: One-dimensional ation on hyperfme field distributions in LandoltBornstein Tables, N.S. IIIM3b.
Vaste Stof
amorphous terromagnets. Phys. Rev. B 23 (1981)4784. H.J.F. Jansen: Electronic structure of iron. Proefschrift. Groningen, 29 mei 1981. A S Schaaf sma: Metallic glasses. Proef¬ schrift Groningen. 22 juni 1981. J.K. van Deen. F. van der Woude: Landau theory and ordering in N/jFe. Phys. Rev. B 23 (1981) 6001. J.K. van Deen, F. van der Woude: Phase diagram of the order-disorder transition in Ni3Fe. Acta Metallurgica 29(1981) 1255. F. van der Woude, A.R. Miedema: A cel¬ lular model tor the Mossbauer isomer shift of '»flu. 193lr, '95Pf and r97Au in transition metal alloys. Solid State Commun. 39(1981)1097. B.P. Aiblas, W. van der Lugt, O. Mensies. C. van Dijk: Structure of liquid potas¬ sium-cesium alloys. Physica 106B (1981) 22. W. van der Lugt: Vloeibare metalen. NTvNA47(1981)76. C. van der Marel: Electrons on the thres¬ hold of localization. Proefschrift, Gro¬ ningen, 4 december 1981. H.W. den Hartog, K. Post: Uniaxial stress effect of the EPR spectrum of SrCI2: Mn'+. Bull. Magn. Res. 2 (1981) 150. E.J. Bijvank, H.W. den Hartog: A syste¬ matic investigation of the crystal field splitting of Gd3 + in ionic hosts. Bull. Magn. Res. 2(1981)165. F. Hess, H.W. den Hartog: The potential well of Mn2+ in SrCh In: 'Recent devel¬ opments in condensed matter physics'. Ed. J.T. Devreese, vol 3 (1981) 75. E.J. Bijvank, H.W. den Hartog: Systema¬ tic investigation of the crystal field of Gcf 3+ -M + cenfers in alkaline earth fluo¬ ride crystals. In: 'Recent developments in condensed matter physics'. Ed. J.T. Devreese, vol. 3(1981)95. H.W. den Hartog, K. Post: The effect of uniaxial pressure on the EPR spectrum ofSrCI2: Mn2*. In: Recent develop¬ ments in condensed matter physics'. Ed. J.T. Devreese, vol. 3 (1981) 105. H.W. den Hartog: Dielectric experiments on concentrated solutions of XF?: R3 *. In: 'Recent developments in condensed matter physics'. Ed, J.T. Devreese, vol. 4 (1981)343.
Cryst.63(1981)83. intensity problem. Mol. Phys. 44 (1981) W.H. de Jeu. F. Leenhouts. F. Postma: 913. Molecular dimensions and elastic con¬ N. van Dijk: Th* metastable stales of stants of nematic liquid crystals. In: copper porphin and platinum porphin. 'Advances in liquid crystal research and Proefschrift. Leiden. 18 februari 1981. applications'. Ed. L. Bata, Pergamon H.M. van Noort: The metastable U'plet Press, Oxford (1980). state ot aniline and zincporphin. Proef¬ F. Leenhouts. A.J. Dekker: Elastic con¬ schrift. Leiden. 1981. stants of nematic liquid crystalline A.J. van Strien: Triplet exciton dyna¬ Schitrs bases J. Chem. Phys. 74 (1981) mics: an investigation using electron 1956 spin echo techniques combined with laser flash excitation. Proefschrift, J. Poot, W.Th. Wenckebach. N.J. Poulio: Leiden. 1981. Proton pulsed ENDOR measurements in deuterated copper Tutton salts. H. den Adel. H.B. Brom. D.J. Ligthelm. Physica 1066(1981) 368. R.A. Wind: Rotational motion of methyl L.J. de Haas, W.Th. Wenckebach, N.J. groups in (CHj)2SnF2- A comparison ot Pouiis: Magnetic resonance saturation NMR, heat capacity and neutron scatte¬ and cross-relaxation at low temperature. ring results Physica 111B (1981) 171. Physica 1118(1981) 219. R.L. Carlin. A. van der Bilt. K.O. Young. J. Poot: Pulsed ENDOR experiments on J. Northby, F.J.A M. Greidanus. W.J. diluted copper Tutton salts. Proef¬ Huiskamp. L.J. de Jongh: Magneticordeschrift, Leiden, 21 mei 1981. ring in [Co (yCHTC5H4NOM (CIO*)* J. Labrujere, T.O. Klaassen. N.J. Pouiis: Physica 111B (1981) 141. Spindynamics in a 3D Heisenberg ferro- R.J. Carlin, K.O. Young. A. van der Bilt. magnet in the paramagnetic state I. H. den Adel, C.J. O'Connor. E. Sinn: Physica 106B (1981) 83. Structural and magnetic properties of H.M. van Noort, C.A. van 't Hof, B. Wirnit- Co(urea)2Ci2.2H20: A two-dimensional zer. J. Schmidt: The phosphorescent Ising system with hidden canting. J. triplet state of aniline in a p-xylene host Chem. Phys. 75(1981)431. crystal: a study of spin-spin and spin- H. den Adel, H.B. Brom. Z. Dokoupil, lattice relaxation. Chem. Phys. Lett. 78 W.J. Huiskamp: Specific-heat measure¬ (1981)351. ments on monomethyl-pyridines. Physi¬ ca 111B (1981) 160. C. von Borczyskowski. A.J. van Strien, H.B. Brom. J. Battolomé: Rotational J. Schmidt, J.H. van der Waals: 0DMR in motion of NHj groups in NHAZDFJ stu¬ zero Held of the photo-excited triplet died by NMR. Physica 111B (1981) 183. state of naphthalene and quinoxaline Y. Tomkiewicz, T.D. Schultz, H.B. Brom, dissolved in argon matrices. Chem. A.R. Taranko, T.C. Clarke, G.B. Street: Phys. Lett. 82 (1981) 414. Solitons or inhomogeneous doping in A.I.M. Dicker, M. Noort, H.P.H. Thijssen, AsFj-doped polyacetylene- epr and dc S. Völker, J.H. van der Waals: Zeeman effect of the St - So transition of the two conductivity evidence. Phys. Rev. B 24 tautomeric forms of chlorin: a study by (1981)4348. photochemical hole-burning in an nF.J.A.M. Greidanus, L.J. de Jongh, W.J. hexane host at *2 K. Chem. Phys. Lett. Huiskamp, K.H.J. Buschow: Specific 78(1981)212. heat and frequency-dependent ac-susA.I.M. Dicker, J. Dobkowski, S. Völker: ceptibility of PrNi2 below 1 K. Physica Optical dephasing of the Si - So transi¬ 112B(1981)92. tion of free-base porphin in an n-decane A. van der Bilt, K.O. Young, R.L. Carlin, host studied by photochemical holeL.J. de Jongh: Low temperature suscep¬ burning' a Co je of slow exchange. tibilities of the S= Vi, simple cubic XY Chem. Phys. Lett. 84 (1981) 415. antiferromagnet Co(CsHsNO)s (NO^2 P. Devolder, N. van Dijk, H.P.H. Thijssen, Phys. Rev. B 24 (1981) 445. J.H. van der Waals: Photo-selection and L.J. de Jongh: Some recent experiments Zeeman experiments on the phospho¬ on quasi-1 or 2-dimensional magnetic rescence of platinum porphin between systems. In: 'Recent developments in 1.3 K and 77 K. Mol. Phys. 43 (1981) 335. condensed matter physics'. Ed. J.T. H.P.H. Thijssen, S. Völker: High resolu¬ Devreese, Plenum Press, New York, 1981. H.W. den Hartog, J.C. Langevoort: Ionic tion spectroscopy of bacteriochlorin in E.J. Veenendaal, H B. Brom, T. Mole¬ thermal current of concentrated cubic nalkane host crystal at 4 2 K. Chem. naar: Structural phase transition in solid solutions of SrF?. LaF3 and Phys. Lett. 82 (1981) 478. Rb2NaHoFs. Bull. Magn. Res. 2(1981) BaF2: LaF3. Phys. Rev. B 24 (1981) 3547. N. van Dijk, M. Noort, J.H. van der Waals: 147. R. Alcala, H.W. den Hartog: Lumines¬ Zeeman spectroscopy of the 4EU - 2Blg H, den Adel, H.B. Brom, R.A. Wind, D.J. cence of Nidoped CaF2. J. Lumines¬ phosphorescence of copper porphin in Ligthelm: NMR and heat capacity mea¬ cence 22 (1981)139. H. Hanson: Twist and order in choleste- an nalkane single crystal. Part I; The surements on 4-CH2D-pyridine. Bull. energy problem. Mol. Phys. 44 (1981) 891. Magn. Res. 2(1381)97. ric liquid crystalline mixtures, Proef¬ N. van Dijk, M. Noort, J.H. van derWaals: schrift, Groningen, 9 januari 1981. L.J. de Jongh, C.A.M. Mulder, R.M. CorZeeman spectroscopy of the 4EU - !Brg nelisse, A.J. van Duyneveldt: Energy W.H. de Jeu: Physical properties of liquid crystalline materials in relaxation phosphorescence of copper porphin in absorption from an oscillating magnetic an n-alkane single crystal. Part II: The driving field by soliton motions in the to their applications. Mol. Cryst. Liq.
94
Vaste Stof
Electronic properties of small metallic p. 153. particles. Physics Reports 78 (1981) 173. G. Bosman: Charge-transport noise in H.J.A. Bluyssen. L.J. van Ruyven: Radia¬ monocrystalline silicon. Proefschrift. tive processes in the active layer of an Utrecht. 21 juni 1981. intection laser studied in a strong mag¬ G. Bosman. R.J.J- Zijlsira. F. Nava: The netic field. J. Luminescence 24/25 (1981) longitudinal diffusion coefficient and 885. the mobility of hot electrons in silicon. Solid State Electronics 24 (1981) 5. P. Wyder: Vooruitgang en bestendig C.Th.J. Alkemade: Singe-atom detection heid. NTvNA47(1981)75. J.A.A.J. Perenboom: A simple, but sensi¬ Appl. Spectroscopy 35 (1981) 1. tive magnetometer for use in high mag¬ W Westera. R.J.J. Zijlstra: The ac impe netic fields PhysrcaiO8B + C (1981) 589 fiance of etectro-dcousticatfy activeCdS. Physica 1068(1981) 33. T.H.K. Frederking, H. van Kempen. M.A. Weenen. P. Wyder: Critical countertlow P.A. Gielen. R.J.J. Zijlstra: Acoustoelecin narrow He-ll tilled channels. Physica trie displacement and current fluctua¬ tions in CdS. Physica 103B (1981) 165. 1088-t-C (1981) 1129. H S Park. A. van der Ziel. R.J.J. Zijlstra. D. Snaathorst, H.M. Doesburg. J.A.A.J. S.T. Liu: Discrimination between two Perenboom, C.P. Keijzers: Structural, noise models in metal-oxide semicon¬ EPR and magnetic studies of a nonplanar Copper (ll)-maleonitriledithiola te ductor field-effect transistors. J. Appl. Phys. 52(1981)296. complex, fnorg. Chem. 20(1981) 2526. K. van Huist: Engineering and cryogenic A. van der Ziel. R.J.J. Zijlstra, H.S. Park: aspects of the Nijmegen 25 tesla hybrid Discrimination between lit noise mo¬ magnet. IEEE-Trans. Magn. 17(1981) dels in JF£Ts and MOSFETs, Numerical 1790. results. J Appl. Phys 52(1981)4300. H.J.A. Bluyssen, L.J. van Ruyven: Opera¬ KM van Vliet. R.J.J. Zijlstra: On mobility fluctuations in Iff noise. Physica 111B tion of a double heterojunction GaAsI (1981)321. AIGaAs injection laser with a p type active layer in a strong magnetic field. R. Brunetti. C. Jacoboni. F. Nava. L. IEEE J. Quantum Electron, QE 17 (1981) Reggiani, G. Bosman, R.J.J. Zijlstra: 2190. Diffusion coefficient of electrons in Silicon. J Appl. Phys. 52 (1981) 6713. A. Bansil, R.S. Rao, P-E. Mijnarends. L. Schwartz: Electron momentum densi¬ D. Frenkel, J.F. Maguire: Molecular dynamics study of infinitely thin hard ties in disordered muffin-tin alloys. rods: scaling behavior of transport pro¬ Phys. Rev. B 23 (1981) 3608. P.A. Breddels, G. Blasse: Spectral sensi- perties. Phys. Rev. Lett. 47(1981) 1025 tization of SrTiO3 electrodes with mag¬ L.W.J. den Ouden. H.W. Capel. J.H.H. Perk: Critical-exponent renormalization. nesium tetraphenylporphyrine. Chem. First-order transitions and demagneti¬ Phys. Lett. 79(1981)209. J. Schoonman, K. Vos. G. Blasse: Donor zing effects for Schofield's linear model. densities in T1O2 photoanodes. J. Elec- Physica 105A (1981) 53. F.W. Nijhoff. H.W. Cape!: Separable trochem. Soc. 128 (1981) 1154. interactions and liquid 3He. Physica R U E I Lam, J. Schoonman. G. Blasse: 106A (1981) 369. Intertacial phenomena of T1O2photoanodes. Ber. Bunsenges. Phys. Chem. G.R.W. Ouispel, H.W. Capel: Equation 85(1981)592. of motion for the Heisenberg spin chain. Phys. Lett. 85A (1981) 248. P.A Breddels, P.A.M. Berdowski. G. Blasse: Spectral sensitization of SnC-2 electrodes with Cu(i)-based dyes. Rec. 5. Bijdragen aan conferenties e.d. Trav. Chim. Pays Bas 100 (1981) 439. M.P.H. Thurlings: Studies on the magne¬ R.P.A.R. van Kleef, H.W. Myron, P. Wy¬ tism of basal-plane two-dimensional der: History and future of high gradient G.J.C.L. Bruls, J. Bass, A.P. van Gelder, H. van Kempen, P. Wyder: Linear magne antiterromagnets. Proefschrift. Utrecht, magnetic separation. Grenoble-Nijme28 januari 1981. gen High Field Laboratory Meeting, toresistance caused by sample thick¬ ness variations. Phys. Rev. Lett. 46 A.J. van der Wal, H.W. de Wijn: Magne¬ Grenoble, Frankrijk, 14-16 januari 1981. (1981) 553. tic-field dependence of nuclear spinmagnon relaxation in the two-dimensio¬ Bijeenkomst SON-Werkgemesnschap J.H.J.M. Ribot, J. Bass, H. van Kempen, nal antiferromagnet K2MnFi. Phys. Rev. Moiecuulspectroscopie. Lunteren, R.J.M, van Vuchi, P. Wyder: Electrical B 23 (1981) 5950. resistivity of aluminium below 4.2 K. 2-3 februari 1981. Phys. Rev. B 23 (1981) 532. J.H. van der Waals: 10 Jair onderzoek C.M.J. van Uijen, H.W. deWijn Critical R.W. van der Heijden, J.H.M. Stoelinga, line broadening of the F PR in tne double- aan porfines. H.M. Swartjes, P. Wyder: Photon assis¬ layer antiferromagnet KyMn2Fj. Phys. A.J. van Strien, J.F.C. van Kooten, J. ted tunneling in superconductor-normal Rev. 8 24(1981)5368. Schmidt: Experimentele bepaling van metal point contacts at far-infrared R.A. Panhuyzen, A.F.M. Arts, K.E.D. de verstrooiing van tripletexcitonen in frequencies. Solid State Commun. 39 Wapenaar, J. Schoonman: '9F NMR and moleculaire kristallen. (1981) 133. conductivity of Bat »La,F2 f, solid R.J. Platenkamp: Zeeman-spectroscoR.P.A.R. van Kleef, H.W. Myron: Magne¬ solutions. Solid State Ionics 5 (1981) 641. pieen fotochemiein MgP/noctaan bij 4.2 K. tische vuilscheiding. NTvN B47(1981)63. H.W. de Wijn: Fononen met hoge fre¬ quentie. FOM-jaarboek 1979(1981) J.A.A.J. Perenboom, P. Wyder, F. Meier: C.J. IMonhof: Quantum beats na inler-
quasi-one-dimensional terromagnet l(CHJ4N] NiCljITMNC) Phys. Rev. Lett. 47 <1981)1672 P.H. Kes. C.C. Tsuei: Collective-flux pinning phenomena in amorphous superconductors. Phys. Rev. Lett. 47 (1961) 1930. H. den Adel: Methyl group rotation in crystals at tow temperatures. Proef¬ schrift. Leiden, 2 december 1981. L.J. de Jongh. J. Bartolomé. F J A M . Greidanus, H.J.M, de Groot. H.L. Stipdonk, K.H.J. Buschow: Magnetic proper¬ ties of PrCoj and its ternary hydride PrC02H4. Journ. Magn. Magn. Mat. 25 (1981) J. Caro, R. Coehoorn, O.G. de Groot, A.G.M. Jansen: Direct measurement of a2Fp in transition metals using pointcontacts: Pd, Mo and W. In: 'Physics of transition metals, 1980'. Ed. P. Rhodes, Conference Series Number 55 (The Institute of Physics, Bristol and London. 1981), p. 523. H. van Kempen, J.A.A.J. Perenboom, P.J.M.W.L. Birker: Ferromagnetic excftang • in polynuclear copper(l)copperfll) complexes with penicillamine and related ligands. Inorg. Chem. 20 (1981)917. H W. Myron,C.J.M. Aarts.AR.de Vroomen, P. Wyder: Research at the Nijme gen high field magnet laboratory. In: 'Physics in high magnetic fields'. Eds. S. Chikazumi, N. Miura, Springer Series in Solid State Sciences, vol. 24, Springer Verlag, Berlin-Heidelberg-New York, 1981, p. 24. J.A.A.J. Perenboom, P. Wyder, F. Meier: Magnetic properties of samples coniai ning small indium particles. Phys. Rev. 8 23(1981)279. H. van Kempen, J.H.J.M. Ribof, P. Wyder. The electrical resistivity of potassium at low temperatures, J. Phys. F: Metal Phys. 11(1981)597. A.G.M. Jansen, AP. van Gelder, P. Wy¬ der, S. Strassler: Application of pointcontact spectroscopy in metals to the Kondo problem. J. Phys. F: Metal Phys.
96
Vaste Stof
system crossing. A I M . Dicker. M Noort. H PH. Thijssen. S. Völker. J.H. van der Waals: Zeer kleme Zeemanefftctengemeten via photo¬ chemical hole-burning'. H.M. van Noort. B. Wirnitzer. J. Schmidt. J.H. van der Waals: Exchange tussen de twee door het knstalveld gesplitste baan componenten van de triplet toestand van zinkporline.
liquid crystals different from other compounds'* 11. Arbeitstagung Flüssigkristalle. Freiburg. W Duitsland. 9-10 april 1981. A. Buka. W.H. de Jeu: Diamagnetic pro perties of some nematic liquid crystals. 11. Arbeitstagung Flüssigkristalle. Freiburg. W Duitsland. 910 april 1981.
Sixth International Conference on Noise in Physical Systems. Washington. DC. T. Janssen: Symmetry and equatons of USA. 6-10 april 1981. C.F. Hiatt. A. van der Ziel. R.J.J. Zijlstra: motions tn incommensurate crystals. Informal Meeting on Current Problems Theoretical interpretation of 1/f noise in Dielectric Incommensurate Systems in JFETs. p. 234. ETH, Zurich. Zwitserland. 5-6 februari R.J.J. Ziiistra. W. Westera: Electro 1981 acoustical noise p. 276. P. Heimann. P.E. Mijnarends. H. Miosga. J.P. van der Meuten. R.J.J. Zijlstra. J. van U. Misse. H. Neddermeyer. L Rabou. Kooten: The determination of elastic W. Radtik. P. Rupieper: Photoemission constants of nematic liquid crystals und Elektronenstruktur von Coo^Feoo»- from noise measurements of scattered Frühjartrstagung DPG. Munster. W laser light p. 343. Duitsland. 12-17 maart 1981. G. Bosman. R.J.J. Zijlstra: Hot carrier A. Bansil. R.S. Rao. P.E. Mijnarends. transport noise in p-type silicon, p. 409. L Schwartz: Electron momentum densi¬ ties in random alloys: Effects of selfNNV-Voorjaarsvergadering, Delft. consistent treatment of disorder. Paper 21-22 april 1981. AM17. American Physical Society. R. Griessen: Waterstot in metalen. March Meeting. Phoenix. Arizona. USA. H. Barkhuijsen. R. de Beer. K. Neder¬ 16-20 maart 1981. veen. D. van Ormondt. E.L. rJe Wild (pos¬ ter): Microcomputergestuurde pulsgeneA. Bansil. P.E. Mijnarends: Disorder smearing of a positron in a random alloy ratie. data acquisitie en off-line dataof muffin-tin alloys. Paper BG6. Ameri¬ bewerking in tweedimensionale elec¬ tron-spin-echo spectroscopie. can Physical Society. March Meeting. Phoenix, Arizona, USA, 16-20 maart 1981. Th.H.M. Rasing. H.W. Salemink, P. Wyder. S. Strassler: Pairbreaking in strongB.P. Alblas. W. van der Lugt: Ditfractiecoupling superconductors. onderzoek van vloeibare en vaste R.P.A.R. van Kleef. Th.H.M. Rasing. P. kalium-caesium legeringen. Bijeen¬ Wyder: Solitonen in HbilnQr*? komst werkgemeenschap SON. LunteP.A.M. Benistant. P. Wyder: Transver¬ ren, 23-24 maart 1981. sale elekfronfocussering in zilver. A. Janner: Incommensurate crystals: A new dimension in solid state physics. P.J.M, van Bentum. J.W. Gerritsen P. Wyder: Een nieuwe weerstandsdragenCouncil and Committees Meetings of de nietevenwichtstoestand in super¬ the European Physical Society, Greno¬ geleidende aluminium films geïndu¬ ble, Frankrijk, 23-27 maarl 1981. ceerd door microgolfsiraling W. van der Lugt. C. van der Marel. B.P. S.P Kashinje, P. Wyder: The influence Alblas, J. Hennephof. G.J.B. Vinke: of a parallel magnetic field on photonPhysical measurements on liquid assisted tunneling. lithium alloys. Seminar on Materials Behaviour and Physical Chemistry in R.W. van der Heijden. J.H.M. Stoelinga, Liquid Metal Systems. Karlsruhe. WH.M. Swartjes. P. Wyder: Wisselwerking Duitsland. 24-26 maart 1981. van vtr-infrarood straling met puntH.M. van Noort. B. Wirnitzer, J. Schmidt, contacten. J.H. van der Waals: The lowest triplet R.P.A.R. van Kleef. H.W. Myron. P. Wy¬ state of zincporphin. 13th Meeting on der: Deeltiesscheidmg met behulp van ESR of Inorganic Radicals and Metal hoge magneetveldgradiënten. Ions in Inorganic and Biological Sys¬ P. Wyder: Vooruitgang en bestendig tems, Lancaster, Groot-Brittannië, heid. 30 maart-3 april 1981. C. van der Marel: Aanwijzingen voor D. van Ormondt, K. Nederveen: Applica¬ sterke ladingsoverdracht in vloeibare tion of maximum entropy spectral analy¬ lithium en natriuinlegeringen. sis to one- and two-dimensional electron L.P.L.M. Rabou, P.E. Mijnarends: Posispin echo envelope modulation. 13th tronenannihilatie. gemeten en berekend. Meeting on ESR of Inorganic Radicals Paper VS25. and Metal Ions in Inorganic and Biologi¬ J.G.M, van Miltenburg, J.J.M. Geertzen, cal Systems. Lancaster, GrootBrittanH.W. de Wijn: Orbachrelaxatie in robijn. nië. 30 maart-3 april 1981. J. Wieman, A.F.M. Arts. K.E.D. WapeL.G.P. Dalmolen, W.H. de Jeu: Is the naar, J. Schoonman, H.W. de Wijn: orientational order in terminally polar Kernspinresonantie in superionogene
Vaste Stof
geleiders. H. van der Vlist. W W P. Oosterbeek. A.F.M. Arts. H.W. de Wijn: Lokale mag netisatie in twee-dimensionaleantiterro magneten. PA. Breddels: Desensibilisatievan SrTiO] met corphynnes. Bijeenkomst Materials Science Center. VI eland. 26-28 april 1981. H W. den Hartog. D. van der Marel: Ram?n onderzoek aan vaste oplossin¬ gen van BaF2 en LaFj tussen 300 K en 1400 K J. Meuldijk. H.W. den Hartog: Dielectrisch onderzoek aan vaste oplossingen van SrF2 en REF3. C. van der Marel: Metaal nistmetaal overgang in enkele vloeibare Li en Na legeringen. A.J. Dekker: Hef elastische gedrag van vloeibare kristallen. L.G.P. Dalmolen: Orde parameters van vloeibare kristallen. B.P. Alblas. W. van der Lugt. C. van Dijk: Diffractie-onderzoek van vloeibare en vaste KCs legeringen. I. Vincze: Structure of metallic glasses. G.R.W. Ouispel: Equations of motion for the Heisenberg spin chain. Dynamics Days. Enschede. 6-7 mei 1981. D. van Ormondt, K. Nederveen (invited): Spectrumanalyse met Fouriermethoden en autoregressieve signaalmodellen: een praktische vergelijking. Oscillatoire fenomenen in fysiologische systemen II. Afdeling Elektrotechniek, TH-Delft, 8 mei 1981 T. Janssen: The origin of incommensu¬ rate crystal phases. 23e Vosbergenconferentie 1981. Vlieland. 12-15 mei 1981. RA. Panhuyzen, A.F.M. Arts, K E.D. Wapenaar. J. Schoonman: 19F NMR and conductivity of Bat xLaxF2* 1 solid solutions. Intern. Conf. on Fast Ionic Transport in Solids. Gatlinburg, Tennes¬ see. USA, 18-22 mei 1981. A. Menovsky. J.J.M. Franse: Design o! a universal arc-melting installation for single crystal growth and purification of highly reactive metals and compounds Wetenschappelijke Bijeenkomst var. de Werkgemeenschap voor Metalen 'FOMTNO'. Veldhoven, 26-27 mei 1981. IF. Silvera (invited): Spin polarized atomic hydrogen, intern. Symposium on Mol. Beams, Cannes, Frankrijk, 1-5 juni 1981. G. Blasse: Solace watersplitsing: mate¬ rialen, problemen en mogelijkheden. Symposium NNV, Materialen voor ener¬ gie-opwekking, Eindhoven, 2 juni 1981. Conference on Metallic Glasses. Science and Technology, Boedapest, Hongarije, 3 juni-4 juli 1981. I. Vincze, T. Kemény. A.S. Schaafsma. A. Lovas, F. van der Woude: Chemical
97
and topological short-range order in metallic glasses. Proc. vol. 1, p. 361. T. Kemèny. I. Vincze. HA. Davies. I.W. Donald. A. Lovas: Crystallization pro¬ ducts ot Fe-B-Si based metallic glasses. Proc. vol. 2. p. 239. T. Kemèny. I. Vincze, J. Balogh. L. Granassy. B. Fogarassy. F. Hajdu. E. Svab: Thermal stability and crystallization of transition-metalbomn metallic glasses. Proc. vol 2, p. 231 Gy. Faigel, W.H de Vries. H.J.F. Jansen. M. Tegze. I. Vincze: Quasicrystallme modelling of amorphous alloys. Proc. vol. 1, p. 275. V.V. Goldman: Some aspects ot anharmonicity in lattice dynamics. CeCam Workshop on Ab-lnitio Calculations on Phonon Spectra, Antwerpen, 5 juni 1981. J.P. van der Meulert: Light scattering by liquid crystals. Meeting Dynamic Light Scattering, Leiden. 9 juni 1981. J. Schmidt (poster): Triplet exciton scattering in organic crystals via elec¬ tron spin echoes. Gordon Research Conf. Magnetic Resonance, Wolfboro. New Hampshire, USA. 15-19 juni 1981. P.E. Mijnarends: Momentum density in metals and alloys: Theory. Positrons in Solids. Course LXXXIII of the Inter¬ national School of Physics 'Enrico Fermi'. Varenna. Italië, 14-24 juli 1981. H.J.A. Bluyssen, L.J. vanfluyven:Radia¬ tive processes in the active layer of an injection laser studied in a strong mag¬ netic field. 1981 Intern. Conf. on Lumi¬ nescence, Berlijn, W-Duitsland, 20-24 juli 1981. J. Schmidt, A.J. van Strien: Electron spin echo spectroscopy ot triplet excitons in molecular crystals. Third Conf. on Dynamical Processes in the Excited States of Ions and Molecules in Solids, Regensburg, WDuitsland, 29-31 juli 1981. S. Völker, A.f.M. Dicker: Optical dt'pha¬ sing in porphyrins via localized phonons: limits of slow and fast exchange studied by photochemical hole-burning. Third Conf. on Dynamical Processes in the Excited States of Ions and Mole¬ cules in Solids, Regensburg, W-DuitsIsnd, 29-31 juli 1381. A. Janner: Symmetry groups for incom¬ mensurate crystal structures. 22nd Scottish Universities Summer School in Physics, Magnetism in Solids - Some current topics. Dundee, Schotland, Groot-Brittannië, 9-29 augustus 1981. P. Fischer, W. Halg, E. Kaldis, F.J.A.M. Greidanus, K.H.J. Buschow: New neu¬ tron diffraction results on magnetic properties of the cubic rare earth com¬ pounds HoPand PrX3(X = Ru, Rh, Ir, Pt) Symp. on Neutron Scattering, Argonne, USA, 1214 augustus 1981 H. van Kempen (invited): Normal metals pointcontacts. Conf. on Electron Trans¬
98
port in Metals, Ottawa. Canada. 13-15 augustus 1981. A. Janner: Superspace groups in crys¬ tallography. Xllth Intern. Congress of Crystallography. Ottawa, Canada, 16-23 augustus 1981. Abstracts C-2 ML 19 B R.J. Wijngaarden. I.F. Silvera: New phases of ortho deuterium at ultra high pressure. AIRAPT High Pressure Conf.. Uppsala. Zweden. 17-20 augustus 1981 T. Janssen. JA. Tjon: Microscopic model for incommensurate crystal phases. 5th Intern. Meeting on Ferroelectricity. State College. USA. 17-21 augustus 1981. Abstract P1C-6 W. van der Lugt: Knight shifts and resis¬ tivities of some liquid lithium alloys. Gordon Research Conf. on Molten Salts and Liquid Metals. Brewster Academy, Wolfeboro. NH. USA, 17-21 augustus 1981 16th Conference on Low Temperature Physics. Los Angeles. USA. 19-25 augus¬ tus 1981. Proc. LT16. IF. Silvera (invited): Spin-polarized hydrogen and deuterium: Quantum gases. V.V. Goldman: Exchange interactions and adsorption isotherms of spin pola¬ rized atomic hydrogen on helium. J. Romijn, T.M. Klapwijk. J.E. Mooij: Critical pair-breaking current in super¬ conductors far below Tc. Physica B + C 108(1981)981. M. Stuivinga, J E Mooij, T.M. Klapwijk: Non-equilibrium potentials of phaseslip centers in superconducting Al strips. Physica B + C108 (1981) 1023. C.J. Lobb, M. Tinkham, T.M. Klapwijk, A.D. Smith: Superconducting properties ot clustered PbBi films. Physica B + C 108(1981)17. J. Marks, J.C.M. Sprenkels, L.J. de Haas, W.Th. Wenckebach, N.J. Poulis: The onset of a transverse magnetic ordering of proton spins in Ca(OH)i. J. Labrujere, G. van Velzen, T.O. Klaassen, N.J. Poulis: Low frequency spin dynamics of a 3D Heisenberg ferromagnet in the critical region. J.A.A.J. Perenboom: A simple, but sen¬ sitive magnetometer for use in high magnetic fields T.H.K. Frederking, H. van Kempen, M.A. Weenen, P. Wyder: Critical counterflow in narrow He ll-tilled channels. A.P. van Gelder, A.G.M. Jansen, P. Wy¬ der (invited): The resistance of point contacts between normal metals. J.C. Maan, M. Altarelli, H. Sigg. P. Wyder, L.L. Chang, L. Esaki: Effective mass determination of a highly doped In AsGaSb superlattice using magnetoplasma effects. IVth Intern. Conf. on Elec¬ tronic Properties ot Two Dimensional Systems (EP2DS). New London, USA, 23-28 augustus 1981.
G.R.W. Ouispel. H.W. Capel: The Heisen¬ berg spin chain and Painlevt IV. Work¬ shop on Nonlinear Evolution Equations. Solitons and Spectral Methods. Triest. Italië 24-29 augustus 1981. H.W. Capel (invited): Wick's theorem and time correlations in the transverse fsing chain. II. Intern. Symp. on Selected Topics in Statistical Mechanics. Dubna. USSR. 25 29 augustus 1981 T. Janssen. C. de Lange: Lattice vibra¬ tion spectra of incommensurate crystal phases. Intern. Phonon Conf. Bloomington. Indiana. USA. 31 augustus 3 sep¬ tember 1981. Abstract p. 69. A. Janner: Advances in superspace groups. Xth Intern. Colloquium on Group-Theoretical Methods in Physics. Canterbury. Groot Britiannië. 31 au^ustus-4 september 1981. Abstracts p. 96. M.H. Boon. P.J. McCarthy: Topology ot countable subgroups of HeisenbergWeyl group. Xth Intern. Colloquium on Group-Theoretical Methods in Physics. Canterbury. Groot-Brittannië. 31 augustus-4 september 1981. Abstracts p. 14. T. Kemèny. I. Vincze. A.S. Schaafsma. F. van der Woude. A. Lovas: Crystalli¬ zation kinetics and local structure ot metallic glasses. Intern. Conf. on Amorphous Systems Investigated by Nuclear Methods, Balatonfüred. Hon¬ garije. 31 augustus-4 september 1981. J.H. van der Waals: ESR ot photo-excited triplet states in zero field. British Radiofrequency Spectroscopy Group. Jubilee Meeting, Nottingham. Groot-Brittannië. 3-4 September 1981. IVth International Conference on Crystal Field and Structural Effects in f-electron Systems. Wroclaw. Polen. 22 september 1981. J.J.M. Franse. R. Gersdorf, E. Koops: Field dependence of the magnetic anisoiropy of Gd at 4.2 K under high pressu¬ res. M.H. de Jong, J. Bijvoet, P.F. de Chatel: Crystal field splitting and thermal ex¬ pansion in dilute silver-rare earth single crystals. F.J..\ VI. Greidanus: Magnetic proper¬ ties and neutron spectroscopy of inter metallic Pr-compounds. Sixth Symposium on the Jahn-Teller Effect, Nijmegen, 22-25 september 1981. A. Janner: Crystal-field in the superspace group approach. Commensurate and incommensurate crystal case. Abstract no. 4. Th. Rasing: Superspace analysis ot Raman, far-infrared and NMR measure¬ ments. Abstract no. 5. T. Janssen: Lattice dynamics of incom¬ mensurate crystal phases. Abstract no. 6. Th. Rasing (invited): Superspace analy¬ sis of Raman, far-infrared and NMR
Vaste Stof
Jonge: Susceptibiliteit van (CHliNHjtên, ,Cd,Clj. C. van der Marel. W. Geert sma. W. van der Lugt: Merkwaardig gedrag van dt elektrische weerstand in vloeibare Li-Sn en Na-Sn legeringen. B.P. Alblas. W. van der Lugt: Structuur en thermodynamica van vloeibare Na-K en K-Cs legeringen. J Meuldijfc. H.H. Mulder. H.W. den Har I.F. Silver» (invited): Atomic hydrogen log: Depolènsatie experimenten en and deuterium: New quantum gases. ge'eidmg van vaste oplossingen Con f on Novel Materials and Techni¬ XFTRFj. ques in Condensed Matter. Argortne. H.W. den Hartog. K.F. Pen. J. Meuldijk: USA. 2>26 september 1981 Defectstructuur van geconcentreerde vaste oplossingen van BaF:en LaFj. Wetenschappelijke bijeenkomst van de W.H. de Jeu (invited): Intermodular F. van der Woude: Amorfe legeringen. forces and smectic behaviour. Bunsen- Werkgemeenschap voor de Vaste Stof. L.GP. Dalmolen. E. Egberts. W.H. de Jeu. Kolloquium 'Strukturen und PhasenumVeldhoven. 10 11 december 1981. Oriëntatie orde in vloeibare kristallen wandlungen thermotroper FlussigkrisP.H. Frings. FR. de Boer. J.J.M. Franse: bepaald met Raman-verstrooiing talle'. Paderborn. W-Duitsland. 24 25 Onderdrukking van spinfluctuaties in W.H. de Jeu: 'Re-entrant' fasen in sterk september 1961. UAhenUC02polaire vloeibare kristallen. W.W. Beens. W.H de Jeu: Flow measure¬ P.H. Frings. J.J.M. Franse. C J.M. Eijkel: WW. Beens. J.W. van Dijk. W.H. de Jeu: ments tor the determination of the visco¬ Kritisch gedrag van de itinerante ferm0e twist-viscositeit van nematische sity coefficients of nematic liquid crys¬ magneet UFej onder druk. vloeibare kristallen. tals. Bunsen-Kolloquium Strukturen J.J. van Straaten. R.J. Wijngaarden. I.F. und Phasenumwandlungen thermotro¬ Silvera: Toestandsvergelijking van vast J.W. van Dijk. WW Beens. W.H. de Jeu: per Flussigkristalle'. Paderborn. WH2 en Dj tot drukken van 0.4 megabar bi/ 'Flow-alignment' van nematische vloei¬ Duitsland. 24-25 september 1961. helium temperatuur. bare kristallen. W.H. de Jeu (invited). intermodular H P Godfried. G.M. van Waveren. I.F. W.H. de Jeu. E.J.R. Sudhölter. J.B.F.N. forces and smectic behaviour Fourth Silvera: Detectie van argon dimeren Engberts: Smectische fasen van amphiLiquid Crystal Con f of Socialist Coun¬ in een supersonische bundel door mid¬ phile moleculen. tries. Tbilisi. USSR. 5-8 oktober 1981. del van Ramanverstrooiing. W.G. Bos. T O Ktaassen. N.J. Poults: H.W. den Hartog (invited): The polariza- G.H. van tperen. J T.M. Walraven. K. NMR en spindynamica in antiterromagble point charge model and the crystal Salonen. I.F. Silvera: Ballistische golven netische lineaire ketens. field splitting of Gd3* in ,omc hosts. in spingepolanseerd atomair waterstof M. Lachmansingh. T.O. Klaassen, N.J. 9e Bunsen-Kolloquium. Munster. WJ.A. Julianus. F.F. Bekker. P.F. de ChaPoulis: Structurele fase overgang in Ouitsland. 12-13 oktober 1981. tel: Extreme versmalling van de 4d0. van Ormondt. J. Andriessen (invited): resonantie in goudlegeringen. J. Labrujere. T.O. Klaassen. N.J. Poulis: Many-body calculations of ZFS for f7A. Bosch. H. Feil. GA. Sawatzky. JA. Spin dynamica in een 3D Heisenberg ions and their comparison with experi¬ Julianus. F.F. Bekker: Fotoëlektronen ferromagneet. mental results. 9e Bunsen-Kolloquium. spectroscopie studie van virtual bound W Th. Wenckebach. N.J. Pouiis: Spin Munster. W Duitsland. 12-13 oktober States' in AyNi, ZnNi. CuNi en Au Co systemen bij extreem lage temperatuur. 1981. B.M. Geerken. L.M. Huisman. R. GnesJ. Sprenkeis. W.Th. Wenckebach. N.J. sen: Isotoop effect in de elastische Poulis: Magnetische ordening van R. de Beer. D. van Ormor.dt (invited): moduli van PdHJD,). kernspins in CafOHlj. Measurement of hyper line interactions L.J. de Haas. W.Th Wenckebach. N.J. with one- and two-dimensional electron A. Verbruggen. C. Hagen. R. Gnessen Het Gorskii effect in ,i-PdH Poulis: Spin-rooster relaxatie van kernspin echo spectroscopy. Proc. of the L.M Huisman: Metaalhydriden in de spins met een lage spintemperatuur. Autumn School on 'Moderne Methoden gemiddelde t-malrix benadering (ATA). H. van Kesteren. W.Th Wenckebach. der Hochfrequenzspectroskopie'. Leip¬ T. de Bruin. R. Feenstra. DG. de Groot. J. Schmidt, N.J. Pouiis: Dynamische po¬ zig, DDR. 2-6 november 1981. p. 123. R. Griessen: Kritischepuntverlaging larisatie van protonen door middel van J.A. Northby. H.A. Groenendijk. L.J. de in dunne PdH, lagen. fotogeëxciteerdethpiettoestanden Jongh. J. Bonner. IS. Jacobs. L.V. InterF. Boreel. B.M. Geerken. G NieuwenDing da Tung. TO Klaassen. N.J. Poulis: rante: Field-dependent differential huys: Thermische uitzetting en soorte Proton posities in HfViH, bij lage tempe¬ susceptibility study of TTFAUS4C4 lijke warmte van PdMn(H) spinglazen raturen. (CFj)* universal aspects of the spinJ.A.H.M. Buys. W.J.M, de Jonge. K Ko Peierls phase diagram. 27th Annual L.J. de Jongh: Experimenten aan solitopinga: Solilon • fonon verstrooiing in Con I. on Magnetism and Magnetic nen in magnetische ketens. TMMC Materials, Atlanta. USA. 10 november J. Schmidt: Verstrooiing van triplet 1981 excitonen in moleculaire kristallen. M. Otto. C. van der Steen. FA P. Blom. A I M . Oicker. S. Völker: Vibronische re W.J.M, de Jonge: Magnetisch gedrag A. lambrecht, R. Burriel, RL. Carlin. laxatie bestudeerd door middel van foto van CdHMn)Asj. G. Mennenga, J. Bartolomé. L.J. de chemische 'hole-burning'. Jongh: Two magnetic subsystems in K. Kopinga, A.M.C. Tinus. W.J.M. de \CotC$HsNO)6\ \CoCU\. 27th Annual Jonge: Thermodynamisch gedrag van de H.M. van Noort: Het mechanisme van de spinrooster relaxatie in de tnplettoeConf. on Magnetism and Magnetic ferromagnetische quantum ketens stand van fostorescerende moleculen. Materials. Atlanta. USA. 10 november CHACenCHAB. P.A.M. Benistanf: Ooublepoint-contact 1981. A.C. Phaff. C.H.W. Swüste. W.J.M, de transverse electron focusing in alumi¬ Jonge: Impurity resonantie in G. Blasse: Sensibilisatie van titanaatnium. (CHfoNHCot ,Mn,Chfotoanodes. Fotochemie in heterogene G.J.C.L. Bruis. J. Meyers: 'Linear'therJ.C. Schouten, K. Kopinga. W.J.M, de lasen, Breda, 20 november 1961.
measurements
W A JA. van dtr Poel (poster): JahnTelier and crystal-field effect in the lowest excited triplet states of metalporphms. J.H. van der Waals: Jahn-Tetler insta¬ bility and crystal field effects of metalporphms in n-alkane hosts.
Vaste Stof
P.A. Breddels: Sensibilisatie van halfge¬ leiders met organische kleurstoften. Fotochemie in heterogene tasen. Breda. 20 november 1981. W. Westera. Elektro akoestische eftec ten in CdS. Wetenschappelijke Bijeen eenkomst FOM-Werkgemeenschap Halfgeleiders. Lunteren. 1-2 december 1981 R.J.J Zijlstra: Elektrische stroomfluctuaties in silicium. Wetenschappelijke Bijeenkomst FOM-Werkgemeenschap Halfgeleiders. Lunteren. 1-2 december 1981
99
mal and electrical magnetoresistivity due to sample thickness variations tn aluminium. R.J.M. van Vucht. G.F.A. v.d. Waile: Electron-electron scattering and lattice imperfections in potassium. C.J. B«*rs. H.W. Myron. C.J. Schinkel. I. Vinczt: Magnetization and magnetoresistance of amorphous Fe,8t high magnetic fields.
~,in
berg systems. C A M . Mulder. J. Onderwaater. W.J. Looyesttjn. A.J. van Ouyneveldt. H.W. Capel: Dt temperatuwathankeiijkheid van de twee-dimensionale orthorhombische Heisenberg antiferromagneet W.Th.F. den Hollander. P.W. Kasteleyn: Random walks on lattices with traps
C.J B«crs. H.W Myron. P. Chu: High J.P. van der Meulen: Viscoëlastische field superconductivity in Chevrel pha¬ verhoudingen van nematische vloeibare ses (Euo êSn0 JMofS T. kristallen. Vloeibare Kristallen Dag. P.J.M. van Benlum: Zeeman splitting of Nijmegen. 18 december 1961. the density of states in thin supercon¬ H.P. Godfrted. I F Silvera. J. van Straaducting films. ten: Rotational temperature and densi¬ ties in H; and Dj tree-jet expansions. J.W. Gerritsen: The transition from the Rarefied Gas Dynamics II. Proc. Intern. classical to the quantum mechanical behaviour of photon assisted tunneling Symp.. Virginia. 1980. Ed. S.S. Fisher. in macroscopic superconducting /unc¬ Amer. Inst. Aeron Astron . New York. T981. p. 772. tions. R.W. v.d. Heijden: Investigation of the J.J.M. Franse. P.H. Frings. FR. de Boer. magnetoplasma effects in Bi in quanti¬ A. Menovsky: Magnetic properties of zing fields. intermetallic uranium compounds under H. Sigg: Far-infrared magneto-spectros- high pressures. Proc. Intern. Conf. on ~opy in n-n andn-p AIGaAs-GaAs hetero- Solids under High Pressure. Bad Honfunctions. nef. 1981 Eds. J.S. Schilling. R.N. She I ton, North-Holland Publ. Co.-np.. Amster¬ M.J.H. v.d. Steeg: Far-infrared photothermal lomzation spectroscopy in ultra dam. 1981. p. 181. pure germanium. I. Direct measurements I.F. Silvera: Quantum gases: spin-pola¬ of the electron-hole recombination time. rized atomic hydrcgen and deuterium. Fundamental Problems in Statistical II. Search for Quarks. Mechanics v. Proc. Enschede Summer A. P. van Gelder: 1/1'Noise. R.P.A.R. van Kleef: High gradient magne¬ School 1980. Ed. E.G. Cohen. NorthHolland Publ. Comp.. Amsterdam. 1981. tic separation. Magnetic lloculation of p. 369. particles in very high fields. Th. Rasing: Experimental investigations H.J.F. Jansen. G.G. Lonzarich. F.M. on incommensurate crystals. A super- Mueller: Electronic structure, De Haasspace analysis. Van Alphen effect and positron annihi¬ lation spectra of ferromagnetic iron. K. de Lange: Elektronen in incommenConf. on the Physics of Transition su'iabele kristallen. Metals. Leeds. Groot-Brittannië. 1981. P.E.Mijnarends: Tweedimensionale Institute of Physics Conference Series positronenannihilatie. Paper BV2. L.P.L.M. Rabou. P.E. Mijnarends: Onder¬ 55,191. zoek van de elektronenstructuur van P.M. de Wolff: Superspace group sym¬ CoowFeoM met behulp van gepolari¬ metry diagrams of incommensurate seerde positronen. Paper DP14. crystals. Proc. of the Colloque Pierre H. van der Vlist, W.C.M. Cfaassen, A.F.M. Curie, Parijs, Frankrijk, 1-5 september Arts, H.W. de Wijn: Dynamische proces¬ 1980. Parijs. 1981. p. 257. sen in gedoteerde tweedimensionale antiferromagneten. 6. Voordrachten J.G.M, van Miltenburg, J.J.M. Geertzen, J.l. Dijkhuis, H.W. de Wijn: Gestimuleer¬ P.W. Kasteleyn: Percolation theory and de emissie van hoogfrequente fononen the Potts model. Interuniversitair Semi¬ in optisch geëxciteerde systemen. narium voor Statistische Mechanica en R.J.G. Goossens, C.CG Visser, E A.C P Waarschijnlijkheidstheorre. Amster¬ van Hoppe, J.l. Dijkhuis. H.W. de Wijn: dam, 23 januari en 16 maart 1981. De invloed van optisch pompen op de H. van Kempen: Transport properties relaxatie van resoname fononen. in simple metals. Colloquium, Depart¬ W. Westera, R.J.J. Zijlstra: Elektroment of Physics, Univ. California, Berk >akoestische verschijnselen in CdS. ley, USA, januari 1981. J.P. van der Meden, R.JJ. Zijlstra: T. Janssen: Incommensurate phases: Viscoëlastische verhoudingen van enige their properties and their symmetry. vloeibare kristallen uit een homologe Colloquium Dép. Chimie Appliquée, reeks (Schiffse basen). Univ. Genève, Zwitserland. 3 februari F.W. Nijhoff, H.W. Capel: Separable 1981. interactions and liquid He. W.H. de Jeu: Orientational order and G.R.W. Ouispef. H.W. Capel: Soliton and anisotropic physical properties otnemasimilarity solutions in classical Heisentic liquid crystals. Univ. Leuven, België,
100
3 februari 1981: Institute cf Intermedia¬ ries and Dyes. Moskou. USSR. 12 okto¬ ber 1981 W.H. de Jeu: Liquid crystals with limited positional order. Univ. Leuven. België. 4 februari 1981: Solvay Seminar. Vrije Univ. Brussel. België, juni 1981. S. Völker: Photo-chemical hole-burning of porphyrins. Department of Physics. Freie Univ. Berlin, Berlijn. W-Duitsland. 5 februari 1981. J.E. Mooij: Non-equilibrium phenomena in superconductors. Landelijk Semina¬ rium Statistische Mechanica. Delft. 6 februari 1981. H.W. de Wijn: Twee-dimensionale antiterromagnetische spingolven. KU-Nijmegen. 10 februari 1981. H.W. Capel: Wicks theorem and time correlations in the transverse Ising chain. Theoretisch Seminarium. Bazel. Zwitserland. 13 februari 1981. I.F. Siivera: Atomic hydrogen: A quan¬ tum gas. TH-Delft. 17 februari 1981. P.W. Kasteleyn: Percoiatieproblemen. Algemeen Fysisch Colloquium. Utrecht. 19 februari; Colloquium Ehrenfestii, Leiden. 25 februari: Fysisch Colloquium. VUArrts'èrdam. 16 maart 1981. I.F. Silvera: Spin polarized atomic hydro¬ gen. KFA. Jülich. W-Duitsland. 20 febru¬ ari 1981: NYU. New York. USA. 24 sep tember 1981. P. Wyder: Ond: zoek aan vaste stof. Seminar voor eerste-jaars studenten. TH Delft, februari 1981 J.J.M. Franse: Magnetovolume effecten in overgangsmetalen. Kamerlingh Onnes Laboratorium. Leiden, februan 1981: Charles University. Praag. Tsjechoslowakije. september 1981. A. Lagendijk: Rotonverslapping in vast waterstof. Fysisch Chemisch Laborato¬ rium. Universiteit van Amsterdam, februari 1981. J.E. Mooij: Stimulated superconduc¬ tivity. Technische Univ. München, WDuitsland. 4 maart 1981. C.Th.J. Alkemade: Noise analysis tor spectral analysis. Seminar über Prozesseder Linienverbreitung, Dusseldcrf. W Duitsland. 16 maart 19R1 J.E. Mooij: Josephson juncties, achter¬ gronden en toepassingen. Kamerlingh Onnes Laboratorium, Leiden, 20 maart 1981. L.M. Huisman: Overgangsmetaal monooxiden. Vrije Universiteit. Amsterdam. 26 maart 1981. J.H. van der Waals: Molecuulspectroscopie als gereedschap in de chemie. Bijeenkomst t.g.v. 25 jarig jubileum Stichting SON, Utrecht. 28 maart 1981. S. Völker: Zeeman effect and vibronic relaxation in porhyrins: a study by laser induced photochemical hole-burning. MIT. Department of Chemistry. Boston. U3A, 30 maart 1981 IF. Silvera: Atomic hydrogen anödeuie
Vaste Stof
hum: Quantum gases. Univ. Leuven. België. 30 maart 1981 S. Völkcr: Excited states of porhyrms as studied by photochemical hole-bur¬ ning in n-alkanc single crystals. Univ. Pittsburgh. Dept of Chemistry. Pitts¬ burgh. USA. 1 april 1981 I F Silvers: Atomic hydrogen and deute¬ rium: New quantum gases. CERN. Gene¬ ve. Zwitserland. 2 april 1961. S. Völker: Progress in porhynn spec tros copy. IBM Research Laboratory. San Jose. USA. 6 april 1981 R.J.J. Zijlstra: Current noise in silicon. Centre de recherche de mathématiques appliquees. Univ. Montreal. Canada. 14 april 1961. I.F. Silvera: Spin polarized atomic hydro¬ gen and deuterium: Quantum gases. Freie Univ. Berlin. W-Duitsland. 16 april 1961 P. Wyder: 'Eenvoudige' transportver¬ schijnselen in 'eenvoudige' metalen. Algemeen Natuurkunde Kolloquium. KU Nijmegen, april 1981. L.J. de Jongh: Experiments on the perco¬ lation problem in diluted anti ferromag¬ netic compounds. Institut Laue-Langevin. Grenoble. Frankrijk, april 1981. R. Griessen: Isotope effects in metal hydrogen systems. Westfaiische Wil< helms Univ., Munster. W-Duitsland. 12 mei; Academy of Sciences. War¬ schau, Polen. 12 juni: Physico-techmcal Institute of Low Temperatures. Kharkov. USSR. 19juni; Polytechnical Institute. Donetsk. USSR. 23 juni; institute of High Pressure Physics. Moskou. USSR. 26juni1981.
Ljurtgskile. Zweden. 3-12 juni 1981. W.J.M, de Jonge: Manipuleren met dimensies. Natuurkunde afdelingscolloquium Eindhoven. 4 ,uni 1961. LJ- de Jongh: Experimenten aan solitonen. Coil. Leiden. S juni 1981. J E Mooij: Current induced nonequilibrium phenomena in superconduc¬ ting filaments. Univ. Geneve. Section de Physique. Genêve. Zwitserland. 9 juni 1961. J E Mooij: Nietevenwichtverschijn¬ selen in supergeleiders. Natuurkundig Laboratorium. Universiteit van Amster¬ dam. 11 juni 1981. R. Griessen: Response of the Fermi surface of transition metals to homoge¬ neous strains. Physico-technical Insti¬ tute of Low Temperatures, Kharkov. USSR. 18 juni 1981.
H. van Kempen: Noise properties of SIS array mixers. Colloquium. Department of Physics. Stanford University, Stan¬ ford. USA. juni 19A1. V.J. de Waal: Dc SQUIDs with high current density Josephson /unctions. Univ. Karlsruhe. WDuitsland. 3 juli 1981. T. Janssen: Microscopic model for incommensurate phase transitions. ETH. Zurich. Zwitserland. 6 februari 1981: Brookhaven National Laboratory. USA. 25 augustus 1981. C.J. Nonhof: Spin-orbit coupling in azaaromatic molecules. Lab. voor fysische chemie. Akademie van Wetenschappen. Warschau. Polen. 26 augustus 1981. T.M. Klapwijk: Explanation of subharmonic energy gapstructure and excess currents in metallic contacts. National Bureau of Standards. Boulder. Colora¬ H.W. den Hartog: Ionic superconduc¬ do. USA. 27 augustus 1981. tors. Univ. Zaragoza. Spanje. 12 mei W. van der Lugt: Knight shifts and 1981. resistivities of some liquid lithium J. Schoonman: Materials research for energy storage and solar energy conver¬ alloys. Simon Fraser Univ. Vancouver. Canada, 31 augustus 1981: Department sion. Memphis State Univ., Memphis. of Physics. Univ. Alberta, Edmonton. USA. 15 mei 1981. Canada. 17 september 1981. H.L.M. Bakker: Isotope effect in the J E Mooij: Stimulated superconduc¬ electronic structure of PdHrfD,). Ludwig tivity. National Bureau of Standards. Maximillians Univ.. Kiel. W-Duitsland. Washington. USA. 2 september 1981 21 mei 1981. J.E. Mooij: SQUIDs; gevoelige super¬ R.P.A.R. van Kleef. H.W. Myron, P. Wy¬ geleidende magnetometers. NNV/Klvl; der: Deeltiesscheiding met behulp van Sectie Toegepaste Natuurkunde. Sym¬ hoge magneetveldgradiënten. Opening posium geavanceerde instrumentatie. Wetenschappelijk Centrum Water¬ Amsterdam. 25 september 1981. graafsmeer, Amsterdam. 22 mei 1981. R.J.J. Zijlstra: Stroomruis in silicium. F.J.A.M. Greidanus: Kristalveld split¬ Laboratorium voor Fysische Chemie, singen in intermetallische PrverbinRU-Groningen, september 1981. dingen. Coll. Leiden. 22 mei 1981. W.H. de Jeu: Elastic properties of nemaJ. Verbruggen: De realiteit in de natuur¬ tic liquid crystals. Institute 'or Physical kunde. Alg. Natuurkundig Colloquium. Chemistry. Academy of Sciences of Nijmegen. 26 mei 1981. Poland. Warzawa. Polen, 2 oktober A. Lagendijk: Spectroscopie van vast 1981; Institute for Intermediaries and waterstof. Univ. Antwerpen. België, Dyes. Moskou, USSR. 16 oktober 1981. mei 1981. W.H. de Jeu: Dielectric properties and T.M. Klapwijk: Josephsone/fects and dipole correlation >n nematic liquid non-equilibrium superconductivity. crystals. Institute of Intermediaries Voordrachten gehouden tijdens de and Dyes, Moskou, USSR, 14 oktober Nordic Summer School on the Joseph1981, son effects Basics and Applications'.
Vaste Stof
A. Janner: The relationship between incommensurate structure and physical properties in the superspace descrip¬ tion. Institut Max von Laue-Paul Langevin. Grenoble. Frankrijk. 15 oktober 1961 I. Vincze: Local order in metallic glas¬ ses. Ruhr Univ. Bochum. W Duitsland. 15 oktober 1981: Univ. Louis Pasteur. Straatsburg. Frankrijk. 20 oktober 1981. T. Janssen: Symmetry, physical proper¬ ties and origin of incommensurate crystals- Institut für Mineralogie. Mun¬ ster. W Duitsland. 16 oktober 1981 I. Vincze: Amorphous alloys. Centre de Recherches Nudèaires, Straatsburg. Frankrijk. 21 oktober 1981. T. Janssen: Bifurcations and chaos in a lattice model. Seminarium Theoretische Natuurkunde, Jr.versiteit van Amster¬ dam. 29 oktober 1981. J.E. Mootj: Superconducting weak links and small area tunnel /unctions. Insti¬ tute di Cibernetica. Arco Felice. Italië. 29 oktober 1981. W. van der Lugt: Strong deviations from nearly-free electron behaviour in some alkali-based alloys. Department of Physics. Freie Univ. Berlin. W-Duitsland. 30 oktober 1981: Max-Pfanck-lnstitut für Metallkunde, Stuttgart. W-Duitsland. 2 november 1981. I.F. Silvera: Spin polarized hydrogen and deuterium: New quantum gases. ETH. Zurich. Zwitserland. 4 november 1981, G.R.W. Quispel: The relation between solitons and the Painlevé equations. Landelijk Seminarium Statistische Mechanica. Leiden. 6 november 1981. M. Boon: The Von Neumann lattice in phase space and the kq representation. Physikaiisches Institut, Univ. Koln, W-Duitsland. 13 november 1981. I.F. Silvera: Atomic hydrogen: A gas at zero kelvin. Univ. Bristol, Groot-Brittannië. 16 november; Univ Manchester. Groot-Britt^inië. 17 november; Univ. Sussex. Groot-Brittannië. 19 november; Univ. Oxford. Groot-Brittannië. 20 no¬ vember 1981. A.J van Strien: Triplet exciton dyna mics: an investigation using electron spin echo techniques combined with laser flash excitation. Univ. Stuttgart. W-Duitsland, IB november 1981: MaxPlanck-lnstitut. Heidelberg, W Duits¬ land, 19 november 1981. T. Janssen: Incommensurabele kristal¬ len: een nieuwe fase in de vaste stof. Fysisch Colloquium, Utrecht, 19 novem¬ ber 1981. P.M. de Wolff: Het gemoduleerde kris¬ tal: een kristallijne fase met vierdimen¬ sionale symmetrie. Colloquium Ehrenfestü. Leiden. 25 november 1981. PH. Frings: Magnetic properties of uranium compounds. Technische Univ.. Wenen. Oostenrijk, november 1981.
101
P.E. Mijnarends: Positronenannihilatie. ECNcoltoquium. Petten. 2 december 1981. A. Janner: Kristaltysica en de superruimte. Natuurkundig Laboratorium. Vrije Universiteit Amsterdam. 2 decem¬ ber 1981. W.Th. Wenckebach: Spinsystemen bij extreem lage spin temperaturen. Collo¬ quium Ehrenfestii. Leiden. 9 december 1981. K. de Lange: Electrons ami phonons in incommensurate crystals. Landelijk Seminarium Statistische Mechanica. Nijmegen. 18 december 1961. P. Wyder: Some experiment on electron transport in simple metals Colloquium. Physico-Technical Institute of Low Temperatures of the Academy of Scien¬ ces of the Ukraine. Kharkov. USSR, december 1981. P. Wyder: Electron transport in metals. Seminar. Institute for Physical Pro¬ blems, Academy of Sciences of the USSR, Moskou, USSR, december 1981.
prof.dr. JA. Tjon. leider werkgroep VS-thU prof.dr. N.J. Trappeniers. leider werk¬ groep VS-A III prof.dr. J.F. Verwey prof.dr. G. de Vries, leider werkgroep VS-AI prof.dr. A.R. de Vroomen prof.dr. J.H. van der Waals, leider werk¬ groep VS t II prof.dr.ir. P.M. de Wolft, leider werk¬ groep VSDND prof.dr. J.J. Zijlstra, leider werkgroep VS-U II drs. F.R. Oiemont vervulde de taak van secretaris. De vergaderingen werden bijgewoond door dr. A.A. Boumans en dr. C. Ie Pair (directie FOM), dr. T. Jansen en prof.dr. H.W. Capel (adjunct-leiders van respec¬ tievelijk VSDND en VS-th-L). ir. J. Labrujère (vertegenwoordiger FPR), drs. H.G. van Vuren (beleidsruimte en evaluatie) en mej. A.J.M. Lutjckx ter assistentie van de secretaris.
7
De Commissie van de Werkgemeen¬ schap voor de Vaste Stof was op 31 december samengesteld uil: prof.dr. P. Wyder, voorzitter, leider werkgroep VS-N prof.dr. H.W. de Wijn, wetenschappelijk secretaris, leider werkgroep VS-U I dr. J. Bergsma prof.dr. G. Blasse. leider werkgroep
Prof.dr. J. Volger werd overeenkomstig zijn verzoek van het lidmaatschap van de Commissie ontheven. Overeenkom¬ stig het voorstel van prof.dr. F. van der Maesen is in zijn plaats prof.dr. W.J.M, de Jonge als leider van de werkgroep VS-E en als lid van de Commissie be¬ noemd.
In verband met de honorering van beleidsruimteproject 80.80.201 is een prof.dr. A.J. Dekker, leider werkgroep van de indieners, dr.ir. D. van Ormondt. VSG tot leider benoemd van de nieuwe werk¬ prof.dr. R.P. Griessen. leider werkgroep groep VSD III. en daarmee, voor de duur van het project, tot lid van de Commis¬ VSA II sie. prof.dr. C. Haas prof.dr. W.J. Huiskamp, leider werk¬ Dr. J. Bergsma vertegenwoordigt de groep VS-L III Commissie in de Werkgemeenschap prof.dr. A.G.M. Janner, leider werkgroep voor Kristal- en Structuuronderzoek van VS-DNN de Sttchiing SON, en omgekeerd. Prof.dr. G. Blasse vertegenwoordigt de prof.dr. W.J.M, de Jonge, leider werk¬ Commissie in de SON-Werkgemeengroep VS-E schap voor Chemie van de Vaste Stof. prof.dr. P.W. Kasteleyn, leider werk¬ prof.dr. C. Haas vertegenwoordigt deze groep VS-th-L prof.dr. J.J. van Loef, leider werkgroep SON-Werkgemeenschap in de FOMWerkgemeenschap voor de Vaste Stof. VS-Dl Het Uitvoerend Bestuur wordt in de prof.dr. A.R. Miedema dr ir. P.E. Mijnarends, leider werkgroep Commissie vertegenwoordigd door prof. dr. J.J. van Loef. VS-P prof.dr.ir. J.E. Mooij, leider werkgroep Prof.dr. G. de Vries vertegenwoordigt VSD II de Commissie in de C-WGM-Metalen prof.dr. F.M. Mueller, leider werkgroep van FOM en omgekeerd. VSBSB dr.ir. D. van Ormondt, leider werkgroep De laak van de Commissie is nader VSD III omschreven in 'Bestuurstaken van pro* drs D. Polder de Commissies van de Werkgemeen¬ prof.dr.ir. N.J. Poulis, leider werkgroep schappen'. VSL I prof.dr. G.A. Sawatzky prof.dr. I.F. Silvera, leider werkgroep VSA I prof.dr. M.J. Sparnaay
VSUI
102
Vaste Stof
Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica
11 Doelstelling De Werkgemeenschap voor Thermo¬ nucleair Onderzoek en Plasmafysica stelt zich ten doel: 1. in internationale samenwerking, en voor wat de technische aspecten van het werk betreft ook in samenwerking met organisaties voor toegepast onderzoek en technische ontwikkeling in Neder¬ land, bij te dragen tot de oplossing van problemen met betrekking tot het win¬ nen van nuttige energie uit beheerste thermonucleaire reacties: in het bijzon¬ der: a. de fysische eigenschappen van plas¬ ma's die van belang zouden kunnen zijn .voor thermonucleaire toepassingen te onderzoeken: b. technisch onderzoek en ontwikke¬ lingswerk met betrekking tot thermo¬ nucleaire reactoren te volgen en even¬ tueel te bevorderen: c. theoretisch systeemonderzoek met betrekking tot mogelijke thermonucle¬ aire reactortypen uit te voeren, teneinde richting te geven aan het hierboven onder a en b. genoemde werk: d. kennis op de hierboven genoemde gebieden te helpen verspreiden. 2 bij te dragen tot de vooruitgang van de plasmafysica in ruimere zin; in het bijzonder: a. fundamenteel theoretisch en expe¬ rimenteel plasmafysisch onderzoek te verrichten; b. onderzoek en onderwijs op het ge¬ bied van de plasmafysica ar.n universi¬ teiten, hogescholen en andere instel¬ lingen van wetenschappelijk onderzoek in Nederland te bevorderen en door deel¬ neming daaraan te ondersteunen; c fysische, mathematische en techni¬ sche hulpmiddelen en werkwijzen die nodig zijn voor plasmafysisch onder¬ zoek te ontwikkelen. 1.2. Toelichting De Iwee in de naam van de werkgemeen¬ schap genoemde vakgebieden het ther¬ monucleaire onderzoek en de plasma¬
104
fysica, overlappen elkaar vooralsnog grotendeels. Naarmate het onderzoek voortschrijdt zal evenwel het thermonu¬ cleaire onderzoek steeds meer met problemen buiten de plasmafysica wor¬ den geconfronteerd, terwijl de plasma¬ fysica zich van haar kant zai uitbreiden, ook in richtingen die niet worden be¬ paald door de thermonucleaire proble¬ matiek. Oe werkgemeenschap stelt zich ten doel naast de thermonucleair ge¬ richte plasmafysica, waarin het zwaarte¬ punt van haar activiteiten ligt. ook de niet thermonucleaire plasmafysica en het niet-plasmafysische thermonucle¬ aire onderzoek te bevorderen 1.3. Wwfcwijze De werkzaamheden worden uitgevoerd in het FOM-Instituut voor Plasmafysica, het FOM-lnstituut voor Atoom- en Molecuulfysica. aan de TH-Eindhoven en de THTwente. Het programma van de experimentele afdeling in het FOMlnstituut voor Plasmafysica wordt in de eerste plaats getoetst aan de thermonucleaire doel¬ stelling van de werkgemeenschap, dat van de externe groepen aan de plasmafysische doelstellingen, en dat van de theoretische afdeling in het FOMInstituut voor Plasmafysica aan beide. Met de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) wordt in een associati^contract samengewerkt met het doel gemeenschappelijke onderzoe¬ kingen over plasmafysica en beheerste kernversmelling te verrichten. Onder auspiciën van dit contract wordt het onderzoek in beide FOMInstituten uit gevoerd, waarbij de kosten door beide partners worden gedragen. Met betrek¬ king tot de onder 1 b en 1 c genoemde punten wordt samengewerkt met het ECN 2 Speurwerk In de theoretische afdeling van het FOM¬ lnstituut voor Plasmafysica is het zwaar¬ tepunt van het werk blijven liggen op de magnetohydrodynamica. de golfriynamtca en transportverschijnselen rn
torotdale plasma's. Speciale aandacht is besteed aan de numerieke methoden voor het berekenen van plasma even wicht en stabiliteit, gebaseerd op het scherpe-grenslaagmodel Effecten van de vorm van de wand en van krachtvrije Stromen rond het plasma op het even¬ wicht zijn bekeken. Stabiliteitsstudies van diffuse evenwichten werden ver¬ sterkt voortgezet. De numerieke code voor deze analyse is verbeterd. In het bijzonder werd onderzoek verricht naar de stabiliteit van ballooning' modes in tokamak-. schroefpinch- en 'skinevenwichten: dit heeft geleid tol uit¬ spraken over stabiliteitsgrenzen. De studies aan laagfrequente golven met lange golflengte langs het magne¬ tische veld in toroidal? geometrie zijn nu geconcentreerd op analytisch onder¬ zoek in het botsingsbepaalde regime en een numerieke behandeling van de dis¬ persierelatie voor plasma s met zwakke botsingen. Op het gebied van elektron cyclotrongolven werden de optische constanten van thermische piasma's, waarvan de dichtheid zo hoog is dat de plasmafrequentie van de orde van groot¬ te is van de cyclotronfrequentie. verder bestudeerd. Analytische formules zijn afgeleid voor golven met een willekeu¬ rige voortplantingsrichting. Ook aan hef parametergebied van temperaturen waar effecten van de eindige Larmor straal van de elektronen belangrijk zijn | f j 5 keV) werd aandacht besteed Een studie van de voortplanting van de golfenergie in de omgeving van cyclotronresonanties werd begonnen. De inspanning die werd gewijd aan trans¬ portverschijnselen aan de rand van tokamakontladingen is versterkt. Mei behulp van een numerieke code voor de kinetische beschrijving van neutralen aan de plasmarand zijn effecten van neutralen, gegenereerd door ladingsruil. op de wanden van het onlladingsvat bekeken. In samenwerking met JET is werk verricht aan het ontwikkelen van een betere numerieke beschrijving van de plasmarand in ds code tCARUS Verder is een begin gemaakt met hel ontwikkolen van een tweedimensionale
Thrrmonur.lRair Onclnr/ork en Plasmalysica
numerieke code voor dtt piasmagebied. Op hel gebied van d* theorie van bov singsOepaald transport in toroïdale geometrie vond een beperkte inspan¬ ning plaats. De deelname aan de INTOR reactorstudie (fases I en ll-A) van de IA£A werd voortgezet. In juli van dit jaar is SPICA u.t bedrijf genomen. Precieze metingen van de verontreinigingsgraad van het SPlCA-plasma met behulp van zichtbare en VUVspectroscopie en met een snelle bolo¬ meter hebben aangetoond dat ttnt zeer gering is. hooguit 0.2% (zuurstof) in Standaardonl ladingen. Dit maakt aannemefijfc dat het plasma ir. SPlCA niet lijnstratingsgedomineerd is. een uitzon¬ dering onder de opsluitingsexperimenten met een isolerend vacuümvat. Na de ontmanteling van SPICA zijn de werk¬ zaamheden aan de ombouw van de expe¬ rimentele ruimte en aan de revisie van de snelle condensatorbank opgevat. Voor SPICA II zijn alle grote onderdelen ge¬ arriveerd, de bewerking en de samen¬ stelling zullen in 1962 plaatsvinden, evenals de voorbereiding van de basis diagnostieken en het dataverwerkings¬ systeem. De constructie van een nieuwe compacte 'power-crowbar' condensa¬ torbank is in 1961 gereedgekomen; deze bank wordt nu getest. De hoog-0-rcactorstudiegroep (FOMECN KEMA) heeft haar studie van een scnroefpinchreactor a'gesloten. Een interessant concept is ontwikkeld op basis van gepulste supergeleidende spoelen en isolerende wanden. Zowel de huidige technologie als de fysica zijn echter nog onvoldoende gevorderd om verdergaande gedetailleerde ontwerp¬ studies te rechtvaardigen. Naast afsluitende theoretische bereke¬ ningen aan de invloed van de vorm van de plasmadoorsnede en van de stroomverdeling op het evenwicht van toroïdale piasma's is verder gewerkt aan de be¬ schrijving van de eve iwichtscontiguratie met behulp van een variatieprincipe. Dit werk. dat wordt uitgevoerd in samen¬ werking met het Instituut voor Theore¬ tische Fysica te Innsbrück. beoogt het Woltjer-Taylor-formalisme voor minima¬ lisatie van de potentiële energie uit te breiden naar configuraties met een ein¬ dige drukgradiënt. Hiertoe is een nieuwe lokale vectoriele constraint Fp=Jx §) aan het formalisme toegevoegd. Als onderdeel van een onderzoek naar mogelijke toekomstige researchlijnen in het Instituut is een studie verricht aan het compacltorusconcept Oe studie heeft zich beperkt tot een literatuur¬ onderzoek, het samenstellen van een overzicht van de bestaande experimen¬ tele programma's op dit gebied en een aanbeveling aan het Instituut. In samenwerking met het ECN is een
commentaar geschreven op een in t977 in een IIASA rapport gepubliceerde vergelijking van fusie- en kweekreac¬ toren. In de TORTUR-tokamak wordt de verhit¬ ting van plasma's door stroomgedreven turbulentie bestudeerd. De opstelling is aanzienlijk verbeterd door het aanbren¬ gen van een tranformatorjuk. waardoor de ontfadingsduur tot vele tientallen milliseconden wordt verlengd. Het blijkt mogelijk te zijn. door de stroom voldoende snel te laten stijgen (circa 2 x 107 A/s), het plasma turbulent te verhitten met betrekkelijk lage elek¬ trische veldsterkte (E - 10 V/m). De hoogste elektronen- en lonentemperaturen worden enige tijd na de stroomtop bereikt. Dan is vermoedelijk de stroomvoerende grenslaag verbreed tot de gehele plasmadoorsnede. Door een tweede vermogensbron op het goede moment in te schakelen, kan de üchtturbulente plasmatoestand stationair worden voortgezet, waarbij geen veran¬ dering meer optreedt in 7", en f,. Aanzien¬ lijk hogere temperaturen werden bereikt dan volgen uit de voor tokamaks ge¬ bruikelijke schaal wet (en Overigens kunnen in TORTUR ook door de stroom langzamer te laten aangroeien, klas¬ sieke tokamak ontladingen worden geproduceerd. Deze metingen laten zien dat het moge¬ lijk is ook in betrekkelijk kleine appara¬ tuur plasma's met nagenoeg thermonucleaire parameters te produceren en op te sluiten. De roosterpoiyehromator voor het milli¬ metergebied, volgens een ontwerp van prof. W. Werner van TNO. is uitvoerig op optische eigenschappen getest. Het oplossend vemogen van dit uit de Be¬ leidsruimte verkregen instrument, vol¬ doet volledig aan de verwachtingen. Het instrument zal zijn vuurdoop onder¬ gaan bij de voorgenomen metingen van de elektronentemperatuurprofielen in de T-10 tokamak in Moskou, die in het kader van een uitwisselingsovereen¬ komst in 1982 worden verricht. Het diagnostisch beleidsruimteproject betreffende meting van de lokale snel¬ heidsverdeling in hete plasma's met behulp van energieanalyse van over kleine hoeken gestrooide atomen, vor¬ dert goed. Een discussie over mogelijke samenwerking met ASDEXdiagnostici van het IPP te Garchmg (BRO) is begonnen. In RINGBOOG II werden metingen ver¬ richt van de profielen var. e elektronentemperatuur, de eleklronenctichtheid en de emissie van spectraallijnen van waterstof en van verontreinigingen. Anders dan in gewone tokamaks blijkt de diameter van de plasmakolom niet
Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica
door de limiter te worden begrensd. Bij lage plasmadichtl^eid wijst een asym¬ metrie in de emissie van waterstof lijnen op een naar buiten gericht plasma¬ transport. De verklaring wordt gezocht in de PtirschSchlüter stroming in de vorm van een dubbel-wervel zoals eerder ook in RINGBOOG. werkeno met hoge dichtheid, was waargenomen. Numerieke berekeningen betreffende koude gas/plasma-dekens werden toe¬ gepast om de emissie van waterstoflijnen te verklaren en om het transport van helium in een watcstof plasma te beschrijven. Eveneens werd het reken¬ programma toegepast om na te gaan onder welke omstandigheden een koude deken kan bestaan in JET. In het jaar 1961 werd besloten het pro¬ gramma van de groep TN Itl in Amster¬ dam verder om te buigen in de richting van generatie en versnelling van bundels negatieve ionen. Dergelijke bundels kunnen ook bij hoge energieën met een grote efficiency worden geneutraliseerd en zijn dus een goede basis voor het efficiënt produceren van intense neutrale-waterstofbundels. Dit type neutra¬ le bundels is van groot belang voor de verhitting van fusieplasma's. Het experiment DENISE ('Dense Nega¬ tive ion Source Experiment') waarvan de opbouw in januari 1961 startte, heeft ais doelstelling het produceren van een H -bundel met een stroomdichtheid van 50 mA/cm2 (totale stroom 100 mA). Dit denkt TN III te realiseren door een H * bundel van 250 mA/cm2 met een efficien¬ cy van 20% om te laden in H via reflec¬ tie aan een oppervlak met een lage werkfunctie. In 1981 is de positieve ionenbron gereed gekomen en een 20-keV H * (H3*. H] + )-bundel van 300 mA (150 mA/ cm2) geëxtraheerd. Het ligt in de ver¬ wachting dat de stroomdichtheid in de nabije toekomst zal kunnen worden opgevoerd tot de gewenste 250 mA/cm2. De positieve ionen dienen te worden vertraagd tot energieën van de orde van 1 keV. In de eerste vertragingsmeting viel ruwweg de helft van de positieve bundei op het oppervlak. Deeltjesbaanberekeningen laten zien dat ook dit nog kan worden verbeterd. In het meer fundamenteel georiënteerde UHVexperiment NIOBE (Negative Ion Beam Experiment") zijn inmiddels alle voor het H -project van belang zijnde parameters bestudeerd. Hel blijkt dat maximale efficiencies voor conversie van H * (0 *) in H (D ) kunnen worden gerealiseerd van circa 35% (40%). Tevens blijkt dat H3* en H 3 * dezelfde omladingsefficiency per nucleon heb¬ ben als H *. 0e optimale omlading wordt bereikt voor energieën rond 400 eV per
105
Als belangrijke ontwikkelingen van de werkgroep TN VI kunnen vermeld wor¬ den het injecteren van nanosecondeCO2-laserpulsen met een energie van 1 joule, en de gevonden relaties tussen partiële gasdrukken, excitatiedichtheid en uitkoppeling voor KrF-lasers.
meter groot is. Ook in tokamak-plasma's zouden deze effecten van belang zijn. De gemeten snelheden en f luxen komen overeen met die van atoomstraalbronnen van het holle-kathodeboogtype. O«»?P br j n levert vrij intense bundels van snelle neutralen en metastabielen. Een algemeen toepasbaar excitatiemo¬ del is opgezet, dat van groot belang is voor de berekening van het straiingsverlies en voor de bepaling van dicht¬ heden in veel plasma's. Enkele karakte¬ ristieke eigenschappen van dit model zijn getest met tijdopgeloste f luorescentiemetingen. Deze modellen zijn toege¬ past in gemagnetiseerde plasma's en in hogedrukplasma's. De berekening van de invloed van een inhomogene ionen-'sheath' om een draadantenne op de stralingsimpedantie is vrijwel voltooid. De stralingseigen¬ schappen van een vlakke plaatantenne met spleet met vacuüm-'sheath' zijn onderzocht voor frequenties zowel onder als boven de plasmafrequentie. Impedantieberekeningen zijn uitgevoerd voor een vlakke-plaatantenne met een meer realistisch ionenlaagprof iel. Onderzoek naar de excitatie van plasmagolven door parametrische instabiliteiten in de buurt van het resonantievlak waar de frequentie van de pompgolf, uitgezonden door de antenne, gelijk is aan de lokale plasmafrequentie is in 1981 van start gegaan. Verder is een aanvang gemaakt met het in rekening brengen van nietlineaire effecten. In het bijzonder wordt onder¬ zocht parametrisch verval van een pompgolf in een plasmagolf en een ionen-akoestische. Het lineaire pro¬ bleem is nagenoeg opgelost. Voor een draadantenne in een plasma met ionenlaag zijn in samenwerking met H.J.L Hagebeuk impedantieberekeningen uit¬ gevoerd. Het onderzoek aan fluctuaties in MHDgeneratoren heeft zich in belangrijke mate toegespitst op de eigenschappen van de inhomogene ontladingsstruc¬ tuur. De nietlineaire instabihteitentheorie geeft aan dat lokaal volledige ionisatie van het cesium zal optreden. Lokale metingen van plasmaparameiers zijn in voorbereiding. Verder is aandacht geschonken aan de gasdynamische consequenties van sterke stroomconcentraties in de gasstroom.
Van de groe . TN VII kan het volgende worden gemeld. In een gemagnetiseerd plasma van een holle-kathodeboog tre¬ den grote systematische ionensnelheden op in azimutale en axiale richtingen. Deze zijn verklaard met behulp van een impulsmodel, waaruit ook blijkt dat rotatie gekoppeld met wrijving opslui¬ tend kan werken ook voor botsingsarme plasma's, mits de elektronen-Halt-para-
De bouw van de gezamenlijke Europese tokamak, JET, vordert in hoog tempo en in goede overeenstemming met de plannen. De gebouwen kwamen in 1981 goeddeels gereed en de aflevering van de grote componenten kwam goed op gang. Er werd een begin gemaakt met de opbouw van de wetenschappelijke afdeling, die, nadat de bouwfase in 1983 wordt afgesloten, de verantwoordelijk¬
nucleon bij reflectie aan wolfram (110)oppervlakken bedekt met een halve monolaag cesium. In november honoreerde het Directoraat voor Wetenschapsbeleid van het Minis¬ terie van Onderwijs en Wetenschappen het ingediende voorstel voor de bouw van een zogenoemde MEQALAC versnel¬ ler. Een MEQALAC-systeem ('Multiple Electrostatic Quadrupole Array Linear Accelerator') is een type lineaire ver¬ sneller dat in staat is een groot aantal parallelle ruimteladingsbegrensde bundeltjes te versnellen tot hoge ener¬ gieën. Versnelling vindt plaats via radio¬ frequent velden; radiale stabiliteit wordt gerealiseerd door de bundels te geleiden met behulp van een periodiek focusserend quadrupooltransportsysteem. Het toekennen van deze (extra) steun brengt met zich mee dat het Relativisti¬ sche Elektronenbundel Experiment BP-II in de loop van 1982 definitief wordt beëindigd. In dit experiment wordt een 850 keV, 8 kA, 150 ns elektronenpuls geïnjecteerd in een 3 m lange lineaire plasmakolom (plasmadichtheid 1019-5 x 102° m-3). In 1981 is naast het 4-mm microgolf ('cutoff')-systeem een tweede systeem opgezet om de plasma¬ dichtheid Ie meten, namelijk via de ver¬ zwakking van een loodrecht op de plasmakolom geïnjecteerde neutralewaterstofbundel. Er zijn verder onder an¬ dere metingen gedaan met diamagnetische loops. Deze metingen laten zien da' de meest efficiënte verhitting plaats vindt bij dichtheden rond 1020 m - 3 . De plasma-energiedichtheid is dan 2,6 k j . m - 3 , hetgeen een elektronentemperatuur van 200 eV betekent. Een ener¬ gieanalyse van de uit het plasma komen¬ de bundelelektronen laat een zeer sterke verbreding zien van het energiespec¬ trum. Dit duidt op een sterke interactie tussen bundel en plasma; waarschijnlijk een gevolg van het optreden van de elek¬ tronische twee-stroominstabiliteit.
106
heid voor het onderzoekprogramma op zich zal nemen. Reeds werden uitvoerige modelberekeningen verricht voor het te verwachten plasma en werden scena¬ rio's voor de experimenten uitgewerkt. Ook werden in samenwerking met de associatiepartners voorbereidingen getroffen voor het installeren van de benodigde plasmadiagnostiek. Zowel in de wetenschappelijke en technische sectoren als in de administratieve spe¬ len Nederlandse medewerkers in het JET-team een belangrijke rol. 3. Onderwerpen wan onderzoek FOM-INSTITUUT VOOR PLASMAFYSICA Nicuwegein - Rijnhuizen, prof.dr. CM. Braams 1. Toroïdale pinches 1.1. Afsluitend onderzoek SPICA 1.2. BouwSP:CAII 1.3. Voorbereiding diagnostiek en data-verwerking SPICA II 1.4. Theoretische ondersteuning 1.5. Hoog-p-reactorstudie (gezamenlijk met ECN en KEMA) 1.6. Oriënterend onderzoek compact torus 2. Turbulente verhitting 2.1. Het toroïdale experiment TORTURfl 3. Gasdekenonderzoek 3.1. Experimenteel onderzoek aan RINGBOOG II 3.2. Numerieke berekeningen aan koud plasma-gasdekens 4. Diagnostiek 4.1. Spectroscopie 4.1.1. Spectroscopie van zachte röntgenstraling 4.1.2. Vierkanaals-spectrometer voor zachte röntgenstraling 4.1.3. Ver-infraroodspectroscopie 4.1.4. Detectie van neutrale deeltjes 4.1.5. Pinhole camera 4.2. Interferometrie 4.2.1. C02-laser-interferometrie 4.2.2. 2-mm-interferometrie voor JET 4.3. Thomson-verstrooiing 5. Elektronische en mechanische techniek 5.1. Elekirotechniek 5.1.1. Bijzondere ontwerpstudies 5.1.2. Vermogenselektronica 5.1.3. Ontwerpgroep analoge en digitale elektronica 5.1.4. Elektronica - service, onderhoud, chemie en montage 5.1.5. Centrale-computerfaciliteiten 5.1.6. Beheer van terminals naar exter¬ ne computercentra 5.2. Mechanische techniek 5.2.1. Constructietekenkamer 5.2.2. Werkplaats 5.2.3. Vacuümtechnologie WERKGROEPTHEORIE Nieuwegein - Rijnhuizen, prof.dr.
Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica
F. Engelmann 1. Magnetohydrodynamica 1.1. Problemen met een vrije plasmagrens in de magnetohydrodynamica 'i.2. Conforme afbeeldingsmethoden in de tweedimensionale magneto¬ hydrodynamica 13. Stabiliteit van externe kink-modes bij hoge bèta t.4. Diffuse hoog-bètatokamaks 1.5. 'Ballooning-modes in verschillende hoog-bètatokamaks 1.6. Interne 'ballooning'modes in diffuse even wichten van het type tokamak, schroefpinch en TORTUR 2. Dynamica van golven 2.1. De niet-adiabatische respons van elektronen 2.2. Laagfrequente golven in toroïdale geometrie 2.3. Stralingstransport bij cycle*''•/>resonantie 2.4. Absorptie en emissie van elektroncyclotrongolven 3. Transportverschijnselen 3.1. Kinetische theorie van neutrale deeltjes bij de plasmagrens 3.2. Theorie van botsingsbeheerst transport 3.3. Simulatie van de behee sing van het plasma aan de rand in JET 3.4. Tweedimensionale computerbe¬ schrijving van de plasmagrens 4. Diversen 4.1. Problemen van tokamakreactoren 4.2. Gegeneraliseerde functies WERKGROEP TN III Amsterdam - FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica, prof.dr. J. Kistemaker 1. BP-llb-experiment 1.1. Experiment 1.2. Diagnostiek 1.3. Metingen 1.4. Transport van de REB in vacuüm 2. Intense negatief-waterstofbron (DENISE) 2.1. Experiment 2.2. Vertragingsmetingen 2 3. Baanberekeningen 2.4. Negatieve-ionenomzetters met lage werkfunctie 3. Negatieve oppervJjkie-ionisatie van waterstof (NIOBE) 4. MEQALAC WERKGROEP TN VI Enschede- Technische Hogeschool Twents, Afdeling Technische Natuwkunde, prof.dr.ir. W.J. Witteman 1. Gepulste hoogvermogen-COylasers 1.1. Onderzoek van enkelvoudige glim¬ ontladingen in hogedruk CO2-lasers met grote apertuur 1.2. Mode-locktechnieken en injectiemodelocking 2. Excimeer-lasers 2.1. Onderzoek aan de kinetiek van
electron cyclotron frequency in a highdensity plasma. Plasma Phys. 23 (1981) 89. Ft MO. Galvao, M A M . Santiago: Rests five instabilities in reversed-field confi¬ nement configurations without shear. Phys. Fluids 24 (1981) 661. B. Brandt, F. Engelmann: INTOR, een reactor ter ontwikkeling van de fusie¬ WERKGROEP TN VII Eindhoven - Technische Hogeschool, technologie. Energiespectrum 5(1981) 40. Afdeling Elektrotechniek, Afdeling Technische Natuurkunde, prof.dr.ir. R.M.O. Galvao: Application of the SuyD.C. Schram, prof.dr. M.P.H. Weenink dam method to the ballooning stability 1. Turbulentie en transport in botsingsproblem. Comput. Phys. Commun. 22 arme plasma's (1981)399. 11. Energie- en deeltjestransport van F. Engelmann: Is tokamak reactor opera¬ ionen; rotatie tion in the hot-ion mode attractive? Comm. Plasma Phys. Cont. Fusion 6 1.2. Ontwikkeling van ootsingsstra(1981) 147. lingsmodellen 2. Energietransport in botsingsarme J.P. Goedbloed: Stability of kink modes plama's at high beta. Nucl. Fusion 21 (1981) 1316. R.W.B. Best: The capacity factor of a 2.1. Resonante encryieabsorptie in wind turbine cluster. Wind Engineering inhomogene plasma's 5(1981)235. 2.2. Niet-lineaire excitatie van plasmagolven, ionen-akoestische golven en F. Pegoraro, T.J. Schep: Low-frequency harmonischer! door een pompgolf modes with high toriodal mode num¬ 2.3. Bepaling van de invloed van een bers: A general formulation. Phys. grenslaag om een antenne op het stra¬ Fluids 24 (1981) 478. lingsgedrag in het bijzonder op de straB. Brandt: Fusie-onderzoek in Europa • lingsimpedantieen het stralingspatroon Nu en in de toekomst. Energiespectrum 5(1981)94. 2.4. Variatieprincipes voor M HO-e venA.W. Kolfschoten, H.W. van der Ven, wichten (in samenwerking met het FOMInstituut voor Plasmafysica) A. Buijs: A simple ultrasott X-ray calibra¬ 3. Turbulentie in MHO-generatoren tion source. Nucl. Instrum. Methods 188 4. Kinetische theorie (1981)477. 4.1. Kinetische theorie van zwak R.W.B. Best, A.J.D. Lambert: Coherent geïoniseerde gassen nonlinear interaction of ion-acoustic 4.2. Kinetische theorie van nietwaves. Plasma Phys. 23(1981) 753. ideale plasma's M. Tessarotto: Collisional transport for general magnetized plasmas in the weakly collisional regime. Ann. Mat. 4 Publikaties PuraAppl. 127(1981)253. H.J.B.M. Broeken, H.W. van der Ven: D.A. D'lppolito, J.P. Goedbloed: Mode coupling in a toroidal, sharp-boundary Time-resolved spatial profile measure¬ plasma. I. Weak-coupling limit. Plasma ments of the ion temperature on JET. IEEE Trans. Plasma Sci., Vol. PS-9, Phys. 22 (1980) 1091; Science Applica¬ no. 3(1981)92. tion Report SAI-254-79-933-LJ. A. Nocentini, F. Engelmann: Element J. Winter, F. Waelbroeck, L Grobusch, separation in a plasma-gas transition P. Wienhold, B. Brandt: The behaviour layer. Astrophys. Space Sci. 76 (1981) of RG-cleaning discharges in large ves¬ 371. sels. Berichte der KernforschungsanR.M.O. Galvao, W.V. Machado: Influence lage Jülich Nr. 1712(1981). H. de Kluiver, rl.W. Piekaar: Turbulenties of equilibrium flows on the resistive internal kink and reconnecting modes. in plasma's. Trendartikel FOM-IKOjaarboek 1980, p. 171. Phys. Fluids 24 (1981) 365. F. Engelmann, W.J. Goedheer; Atomic and molecular physics problems in JET Contract Reports plasma blankets. Phys. Scr. 23(1981) H.W. Piekaar: Far-infrared ECE grating 115; Proc. 2nd Techn. Committee Mee¬ polychromator (Progress Report). JET ting on A&M Data for Fusion, Parijs, Contract No. 19.2, Nieuwegein. Frankrijk, 19-22 mei 1980. M. Bomatici, F. Engelmann, C. Maroli, Rijnhuizen Reports V. Petrillo: Propagation of electrostatic B. Brandt, H.Th. Klippel, W, Schuurman: electron cyclotron waves at oblique On fusion and fission breeder reactors: angles. Plasma Phys. 23 (1981) 229. The IIASA Report RR-77-8 reviewed and M. Bornatici, F. Engelmann, C. Maroli: updated. RR 81-129. Propagation and absorption of the J. Rem: Equilibrium and stability as¬ extraordinary mode at frequencies pects of a screw pinch based on the around the second harmonic of the sharp-boundary model of a high-beta excimeerreacties 2.2. Realisatie en beproeving van laserconstructies 3. CO-lasers 3.1. Gepulste CO-laser 3.2. Continue CO-laser met afgesloten systeem
Thermonucleair Onderzoeken Plasmafysica
107
tokamak. RR 81-130. trometer voor meting van cyclotron¬ zation of electron-beam excited kryptonW. Schuurman, C. Bobeldijk: On high-p emissie-straling afkomstig van hete, fluoride lasers. Proefschrift, TH-Twente, equilibria of plasmas in the quasi-uni¬ magnetisch opgesloten plasma's, 19 februari 1981. form current model: Influence of sha¬ zoals deze in het FOMInstituut voor W.J. Witteman: Steady-state model for ping the plasma cross-section and of the Plasmafysica te Nieuwegein is ontwik the electron-beam pumped KrF laser. second order in the inverse aspect ratio. Ace/of. IR 81/039. Appl. Scientific Research 37 (1981) 195. RR 81-131. P.J.M. Peters: Efficient high output R. Eppenga: Spectroscopie aan RINGT.J. Schep, B.J. Braams, F. Pegoraro: BOOG II: De ionisatietoestand van zuur¬ energy CO laser; construction details and delay-time studies. Proefschrift, Approximations to the non-adiabatic stof uit VUV-lijnen. IR 81/053. particle response in toroidal geometry. A.M. van Ingen, P. Manintveld: A power- TH-Twente, januari 1981. RR 81132. supply systeiti for the polo/dal-field coils R.J. Rosado: An investigation of non equilibrium effects in thermal argon W. Schuurman, J.W. Edenstrasser: First- of INTOR. IR 81/057. plasmas. Proefschrift, TH-Eindhoven, order toroidal correction to the minimum G.M.D. Hogeweij: Almost-classical Lie 1981. algebras I. IR 81/060. energy state of a cylindrical plasma column of finite 0. RR 81-133. B. Brandt: Adviesvoorstel: NietinducB.F.M. Pots, P. van Hooff, D.C. Schram, AW. Kolfschoten: Equilibrium studies tieve stroomaandrijving als onderzoek- B. van der Sijde: An experimental study of skin-like pressure and current-density thema in Rijnhuizen. IR 81/061. of the ion energy balance of a magneti¬ profiles. RR 81-134. zed plasma. Plasma Phys. 23 (1981) 67. A. Buijs: A four-channel analyzer for A.F.G. van der Meer: The influence of C.J. Timmermans, A. Luik, D.C. Schram: ultra-soft X-rays. IR 81/063. impurities on the discharge behaviour J. Fessey, C.A.J. Hugenholtz. L.C.J.M. The rotation of ions and neutrals in a in SPICA. RR 81-135; Proefschrift, cylindrical magnetized hollow cathode de Koek: Multiradian 2mm interfero¬ Utrecht, 26 oktober 1981. arc. Beitrage aus der Plasmaphysik 21 meter for JET. IR 81/064. H.J.B.M. Broeken: Timeofflightanaly¬ (1981)117. C.J. Barth, E.C. de Bruijn, A.W. Kolfscho¬ sis of charge-exchange neutral particles ten: Thomsonverstrooiingsapparatuur B.F.M. Pots, J.J.H. Coumans, D.C. from the TORTURII plasma. RR 81-136; bij TORTUR II. IR 81/065. Schram: Collective scattering of CO2 Deel proefschrift, Utrecht, 9 november A. Nijsen-Vis. H.W. Piekaar, A.M. van laser light from ion-acoustic turbulence. 1981. Ingen: Fusie-energie. IR 81/066. Phys. Fluids 24(3) 51~. D.C. Schram: Partially ionized plasmas. C. Bobeldijk, J.A. Hoekzema: Verslag H.J.B.M. Broeken: Space- and timeresolved measurements of ion energy over het compact-torus programma in In: 'Plasma Physics, a state of the art report for IUPAP, 1981'. Gepubliceerd distributions by neutral beam injection de USA. IR 81/067. in TORTUR II. RR 81-137; Deel proef¬ G. Kelfkens: Magnetische probe-meting als rapport van de school of Electrical Engineering Chalmers, University Göteschrift, Utrecht, 9 november 1981. in SPIV. Afstudeerverslag Universiteit borg 1981. E.J.M, van Heesch: Plasma confinement Utrecht; IR 81/068. in a screw pinch with elongated cross- L.Th.M. Ornstein (namens de GasdekenM.P.H. Weenink: The electromagnetic section. RH 81-138; Proefschrift, groep): Gasdekenonderzoek in het meer¬ torque on axially symmetry rotating Utrecht, 11 februari 1982. jarenprogramma (1982-1986) van het metal cylinders and spheres. Appl. M. Bustraan, B. Brandt, G.C. Damstra, FOM-lnstituut voor Plasmafysica, Rijn¬ Scientific Research 37(1981) 171. JA. Hoekzema, H Th. Klippel, K. Lievenhuizen. IR 81/069. C.A. van Duin: On the propagation and se, W. Schuurman, H.J. Veringa, K.A. W.J. Goedheer, J.H.H.M. Potters: Histo¬ ducting of waves in inhomogeneous Verschuur: The belt-shaped screwrie, huidige stand van zaken en moge¬ media. Proefschrift, TH-Eindhoven, pinch reactor. RR 81-139; ECN Report lijke voortgang van het nume^eke werk 1981. 110. aan koud-plasma/gasdekens. IR 81/070. M. Zlatanovic, A.F.C. Sens: Optical spec¬ trum of a closed cycle MHD generator G.C.A.M. Janssen, R. Jayakumar, E.H.A. plasma. J. of Quant. Spectr. and Interne Rapporten Granneman: The influence of static Radiat. Trans. 23 (1981) 291. A.J. van den Bogert: Berekeningen aan fields on the dynamic Stark spectra of A.J.D. Lambert, RW.B. Best, F.W. Sluijmagnetische velden. IR 81/001. ter: Van Kampen and Case functions D. Oepts: Thomson scattering in SPICA hydrogen Balmer lines. J. Phys. B 14 (1981) L51. applied to linear and weakly nonlinear II. IR 81/003. A. Tal: Charge-exchange neutral particle P.H. de Haan, R.N, Singh, H.J. Hopman, ion wave problems. Beitrage aus der Plasmaphysik 22(1982) nr. 2. measurements from the turbulent hea¬ G.C.A.M. Janssen, E.H.A. Granneman, P.S. Strelkov; A simple angular distribu¬ ting experiment TORTUR. IR 81/004. tion analyser for a relativistic electron A.M. van Ingen, P. Manintveld, A.B. 5. Bijdragen aan conferenties e.d. beam. J. Phys. E: Sci. Instrum. 14 (1981) Sterk: The power-crowbar system for 373. SPICA II. IR 81/006. W.J. Goedheer: Steady-state cold plas¬ C. Bobeldijk, J.A. Hoekzema, A.A.M. W.C. Turner, E.H.A. Granneman, C.W. ma blankets with an energy balance Oomens, J. Rem: De compact torus. Hartman, DS. Prono, J. Taska, A.C. dominated by impurity line radiation IR 81/019. Smith: Production of field-reversed losses. Proc. JET Workshop on 1-D H.R. Kok: Conversie van een vectorfile plasma with a magnetized coaxial plas¬ Transport Codes, Culham, Groot-Brittannië, 24-25 februari 1981. naar een rasterscanfile ten behoeve van ma gun. J. Appl. Phys. 52 (1981) 175. A.A. Rukhadze, J. Kistemaker: About the A.A.M. Oomens, C. Bobeldijk, E.J.M. van een elektrostatische printer. IR 81/025. C.J, van Anholt: Een PDP-11 test execu¬ possibility of existence of current-con- Heesch, J.A. Hoekzema, A.F.G. van der vective instability in REB-neutral gas Meer, D. Oepts: Experimental results tive voor CAMAC hardware. IR 81/026. injections experiments. Plasma Physics in the screw-pinch high-beta line in K. Imhof: Opto-eleklronica. IR 81/030. 23(1981)979. Ri/nhuizen. Proc. IAEA Technical Com¬ F. Engelmann, H, de Kluiver, H.W. Piekaar, W.J. Schrader: Electron cyclotron P.H. de Haan: Transport of a relativistic mittee Meeting on Critical Analysis of heating of tokamaks: status and possi¬ electron beam through hydrogen gas. Alternative Fusion Concepts, 23-27 maart 1981, en Proc. The International bilities. IR 81/031. Proefschrift, Universiteit van Amster¬ School of Fusion Reactor Technology, dam, 7 oktober 1981. J.A, Hoeben. Enige beschouwingen aangaande de efficiëntie van de spec¬ G.L, Oomen: Development and optimi¬ Erice, Italië, 23-25 maart 1981.
108
Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica
M. Bustraan, B. Brandt, G.C. Damstra, J A Hoekzema. H Th Klippel. W. Schuurman, K.J. Veringa, K.A. Ver¬ schuur: The belt-screw-pinch reactor and other high-beta systems. Proc. IAEA Technical Committee Meeting on Critical Analysis of Alternative Fusion Concepts, 23-27 maart 1981, en Proc. The International School of Fusion Reactor Technology, Erice. Italië, 23-25 maart 1981. K. Yamagiwa, PH. de Haan, G.C A.M. Janssen, H.J. Hopman: Low frequency instability excited in a REB plasma system. Annual Meeting of Physical Society of Japan, Hiroshima, Japan, 31 maart 1981. NNVVoorjaarsvergadering. Delft, 21 22 april 1981. J.M. Akkermans. J.P. Goedbloed: Tokamakevenwichten met vrije grens. A.W. Kolfschoten, H.J.B.M. Broeken: Plasmaverhitting in TORTURII. A. Buijs, H.W. van der Ven. A.W. Kolf¬ schoten: Zachte röntgenbron voor ijkingsdoeleinden. P.H. de Haan, G.C.A.M. Janssen. K. Yamagiwa. H.J. Hopman: Transport van een relativistische elektronenbundel door waterstofgas. J. Kistemaker, H. van Dam: Gaskernreactor. J.N.M, van Wunnik, H. Geerlings, J. Los: Negatieve oppervlakte ionisatie bij verstrooiing van atomair waterstof. F.J.F, van Odenhoven: Kinetische theo¬ rie van transportverschijnselen in zwak geïoniseerde gassen.
blems in magnetohydrcJyna'nics. Proc. Spring College on Fusion Energy, ICTP, Triest, Italië, 26 mei-19 juni 1981. R.W.B. Bes*. De capaciteitstactor van een windmolenpark. Nationale Wind¬ energie Conferentie, Veldhoven, 2-4 juni 1981. 19th Symposium on Engineering Aspects of MHD, Tullahoma, Tenn., USA, juni 1981. A. Veefkind, A.F.C. Sens, J.M. Wetzer: Shock-tube investigations on MHD conversion >n argon-cesium. P. Massee: A comparison of the perfor¬ mance of closed cycle disk generators operating with stable or unstable plasma. W.J.M. Balemans e.a: First power runs o, the Eindhoven MHD blow-down facility. PH. de Haan. H.J. Hopman, G.C.A.M. Janssen, K. Yamagiwa: Transport pro¬ perties of a relativistic electron beam injected into gas. Proc. 4th Intern, Topical Conf. on High-Power Electron and Ion Beam Resonance and Technics, Palaiseau. Frankrijk, 29 juni-3 juli 1981. Eds. H.J. Doucet, J.M. Buzzi, p. 171. G.C.A.M. Janssen, P.H. de Haan, H.J. Hopman: Plasma heating by a relativis¬ tic electron beam. Proc. 4th Intern. Topical Conf. on High-Power Electron and Ion Beam Resonance and Technics. Palaiseau, Frankrijk, 29 juni-3 juli 1981. Eds H.J. Doucet, J.M. Buzzi, p. 575.
IAFA Technical Committee Meeting on Diverlors and Impurity Control in Tokamaks, Garching, W-Duitsland. W.C. Turner, E.H.A. Granneman, C.W. 6-10 juli 1981. Hartman, D.S. Prono, J. Taska, A.C. Smith: Studies of the formation of field F. Engelmann: Summary of the Working reversed plasma by a magnetized coa¬ Session. III. Requirements for impurity xial plasma gun. Proc. Reversed Field control, exhaust and plasma-wall inter¬ Pinch Theory Workshop, Los Alamos action in the next generation of toka¬ Scientific Laboratory, NM, USA, april maks (JET, JT-60, f 75, TFTR)andin 1981. reactors (INTOR, etc.). Proc. p. 73. F. Engelmann: Plasma edge and divertor characteristics in tokamak reactors. 1981 IEEE International Conference on Proc. p, 83. Plasma Science, Santa Fe. USA, 18-20 mei 1981. A. Gibson, K.J. Dietz, A.E.P.M. Abels-van Maanen, M L Watkins: Living with W.C. Turner, G.C. Goldenbaum, E.H.A. impurities in JET. Proc. p. 85. Granneman, C.W. Hartman, D.S. Prono, A.C. Smith: Density and vacuum control M.L. Watkins, A. Gibson, A.E.P.M. Abelsof a plasma gun compact torus equip¬ van Maanen: Mechanisms for impurity control in JET. Proc. p. 94. ment, L.Th.rvi. Ornstein, C.J. Barth, W. van den G.C. Goldenbaum, E.H.A. Granneman, Boom, G.J. Boxman, J.J. Busser, W.J. C.W. Hartman, D.S. Prono, A.C. Smith. J. Taska, W.C. Turner: Energetics of the Goedheer, C.A.J. Hugenholtz, O.G. Kruyt, H.A. van der Laan, J, Lok, B.J.H plasma decay in beta II. Meddens, R.W. Polman, J.H.HM. Pot¬ D.S. Prono, G.C. Goldenbaum, E.H.A. ters, W.J. Schrader: Experiments on Granneman, J.H. Hammer, C.W. Hartcold plasma and gas blankets. Proc. man, A.C. Smith, J. Taska, W.C. Turner: p. 119. Studies of forced reconnection and plasma properties of a plasma-gunproduced compact toroid. M. Bofnatici (invited): Theory of electron cyclotron absorption of magnetized plasmas. Proc. 8th Annual Conf. on J.P. Goedbloed: F-ree-boundary pro¬
Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica
Plasma Physics, Swansea, Groot-Brittannië, 8-10 juli 1981. HP. Sakanaka, J.P. Goedbloed: Stability of axisymmetric toroidal plasmas with a distributed skin current. Proc. 33rd Annual Meeting of the Brazilian Society for the Progress in Science, Salvador, Brazilië, 8-15 juli 1981. 15th International Conference on Phenomena in Ionized Gases, Minsk, USSR, 14-18 juli 1981. W.J. Goedheer: Physics of cold plasma blankets. C.A. Borghi, H.J. Flinsenberg: Experi¬ mental investigation of a steady-state arc discharge in an Ar-Cs MHD genera¬ tor plasma. R.J. Rosado, C.J. Timmermans, D.C. Schram: High temperature, high density plasmas in a pulsed DC arc. J. van Wunnik: Negative ionization of hydrogen by scattering from a cesiated tungsten surface. Gordon Conf. on Dynamics of Gas-Surface Interactions, Plymouth S'ate College, USA, 10-14 augustus 1981. M. Tessarotto: A statistical approach to irreversible thermodynamics in terms of the BBGKY hierarchy. Proc. 6th Intern. Conf. on Mathematical Physics, Berlijn, W-Duitsland, 11-20 augustus 1981. M. Tessarotto: Perturbative-variational method in the theory of collisional transport for symmetric magnetoplasmas. Proc. 6th Intern. Conf. on Mathematical Physics, Berlijn, W-Duitsland, 11-20 augustus 1981. Europe Symposium of the Digital Equip¬ ment Computers Users Society, Ham¬ burg, WDuitsland, 1-4 september 1981. G.M.D, Hogeweij: Data organization and management for plasma physics experi¬ ments. T.C. van der Heiden: File transport between RT-11 and IAS using DMC-1 i's. J.A. Verdoes: Overview of and adden¬ dum to the IAS guide to writing device handlers. B.B, Kadomtsev, F. Engelmann: Magne¬ tic plasma confinement. EPS 5th General Conference Trends in Physics', Istanbul, Turkije, 7-11 september 1981. J.P. Goedbloed: Conformal mapping methods in two-dimensional magnetohydrodynamics. European Workshop on Computational Models of the Behaviour of Magnetically Confined Plasmas, Wildhaus, Zwitserland. 9-11 september 1981. Proc. in Comput Phys. Commun. 24(1981)311. 10th European Conference on Control¬ led Fusion and Plasma Physics, Mos¬ kou, USSR, 14-19 september 1981.
109
L.Th.M. Ornstein, H.W. Polman, E.P. Barbian, C.J. Barth, W. van den Boom, G.J. Boxman, J.J. Busser, R. Eppenga, W.J. Goedheer. CA J Hugenholtz. O.G. Kruyt, HA. van der Laan, J. Lok. B.J.H. Meddens. J.H.H.M. Potters, W.J. Schra¬ der, D.A. van Wezep' Experimental observations of toroidal discharges in RINGBOOG II. Proc. vol. I, paper A-5. J.M- Akkermans, J.P. Goedbloed: Tok a maks with a free boundary. Proc. vol. I, paper B-9. T.J. Schep, A.E.P.M. Abels-van Maanen. B.J. Braams, F. Pegoraro. The response of electrons to low-frequency modes. Proc. vol. I, paper B-12. A.W. Kolfschoten, H.J.B.M. Broeken, B. de Groot. T. Oyevaar, H.J. van der Meiden, E.C. de Bruin, C.J. Barth, H. de Kluiver: Plasma heating by weak turbu¬ lence in TORTURII. Proc. vol. I, paper H-7. M. Bornatici, F. Engelmann: Absorption of a plasma of finite density around the electron-cyclotron harmonics. Proc. vol. I, paper H 14. J.W. Edenstrasser. W. Schuurman. Finite-g minimum energy equilibria in the SPICA sere» pinch. Proc. vol. I, paper L-7. A.F.G. van der Meer, D. Oepts, A.A.M. Oomens: The influence of impurities on the discharge behaviour in SPICA. Proc. vol. I, paper L-9. P. Massmann, P.J. van Bommel. E.H.A. Granneman, H.J. Hopman, J. Los, F. Siebenlist, J N.M. van Wunnik: Produc¬ tion of negative deuterium ion beams by means of negative surface ionization. Proc. paper H-20. G.C.A.M. Janssen, P.H. de Haan, H.J. Hopman, E.H.A, Granneman A.G. Shkvarunets: Propagation of a relativistic electron beam through gas and plasma. Proc. paper C-14. E.H.A. Granneman, G.C. Goldenbaum, J.H. Hammer, C.W. Hartman, D.S. Prono, J. Taska, W.C. Turner: A study of the equilibrium and decay of compact toroids generated by a magnetized coaxial plasma gun. Proc. paper L-14.
A.F.C. Sens: Gasdynamische effecten van niet-unitormiteiten in een edelgas MHD generator. B. van der Sijde: Een algemeen excitatie¬ model voor de verzadigingstase
W.J. Witteman: Elektronenbundelexcitatie bij excimeerlasers. Colloquium Ehrenfestii, Instituut Lorentz, Leiden, 29 april 1981. M.P.H. Weenink: On the electromagnetic torque on resistive rotating cylinders 8. van der Sijde. J.J.A.M. van der Muilen, and spheres. Technische Hogeschool D.C. Schram: Elektro ?n excitatie van Bratislava, 5 mei 1981. aangeslagen niveau's. Wetenschappe¬ M.P.H. Weenink: Resonant energy lijke Bijeenkomst van de Werkgemeen¬ absorption and impedance calculations schap Halfgeleiders, Lunteren, 1-2 de¬ of wire antennes immersed in plasma. cember 1981. Technische Hogeschool Bratislava, B. van der Sijde, J J.A.M, van der Muilen, 8 mei 1981. B.F.M. Pots, O.C. Schram: Excitation M.P.H. Weenink: On the radiation admit¬ saturation in the argon neutral and ion tance of a wire antenne with an ion systems. Proc. 45 Physiker Tagung sheath. Technische Hogeschool Praag, Hamburg, W-Duitsland. 1981, p. 834. Tsjechoslowakije, 12 mei 1981. R.J. Rosado, Z. Kolacinski, C.J. Timmer¬ W. Schuurman: First-order toroidal mans, D.C. Schram: Diagnostics of a correction applied to a cylindrically pulsed high density cascade arc. Proc. symmetric minimum energy equilibrium. 45 Physiker Tagung, Hamburg, 1981, Institute for Theoretical Physics, p. 514. Innsbruck, Oostenrijk, 13 mei 1981. A.M. van Ingen: Energie en kernfusie. J. Los, E.A. Overbosch, J. van Wunnik: Werkweek Universiteit Groningen, Positive and negative ionization by Elspeet. 21 mei 1981. scattering from surfaces. Proc. 2nd L.H.Th, Rietjens: Advanced energy Intern. Symp. on Production and Neutra¬ conversion for large scale electrical lization of Negative Hydrogen Ions and power generation. Colloquium Vakbeurs Beams, Brookhaven National Labora¬ Machevo/Milieu '81, Utrecht, mei 1981. tory, Upton, New York, USA, 1980, p. 23. E.H.A. Granneman: De Livermore spherD.V. Anderson, E.H.A. Granneman et al.: Theory of field reversed mirrors and field omak. FOM-lnsti*uut voor Plasmafysica, Rijnhuizen, 9 juni 1981. reversed plasma gun experiments. J. Rem: Experiments in Jutphaas. Uni¬ Proc. 8th Intern. Conf. Plasma Phys. & versity of Campinas, Brazilië, 26 juni Contr. Nucl. Fusion Research, Brussel, 1981. 1980, IAEA. Wenen, p. 469. F. Engelmann: Introduction into fusion G.C.A.M. Janssen: Recent progress in plasma physics. Proc. Course Introduc¬ the Amsterdam REB experiment. Los tion to Plasma Physics for Fusion Reac¬ Alamos Scientific Laboratory, Los tors, Ispra, Italië, oktober 1979-januari Alamos, USA, 23 juli 1981. 1980. J. van Wunnik: H and D formation by scattering H' and D' from a cesiated W(110) surface. Thermo Electron Corpo¬ 6. Voordrachten ration, Boston: Brookhaven National Lab., Bell Laboratories. New York, J. Lok: Investigations of a cold gas University of Chicago, Illinois; IBM Res. blanket surrounding a dense plasma Lab., San Jose; Berkeley National Labo¬ core. Overzichtslezing van het proef¬ ratory; SRI International, California; schrift van Andras Kutiiy. Stockholm, USA, 9 augustus-1G september 1981. Zweden, 18 februari 1981. A.J.D. Lambert: Over het gemodificeerde J. Rem: Equilibrium and stability of screw pinches. University of Campinas. Klimontovichformalisme. Colloquium Brazilië, 4 september 1981. TN VII, Eindhoven, februari 1981. J. Rem: Experiments in Jutphaas. Uni¬ CM. Braams: Kernfusie I: Fysische versity of Sao Paolo, Brazilië, 14 sep¬ uitgangspunten. Kamerlingh Onnes C.J. Timmermans, Z. Kolacinski, R.J. tember 1981. Laboratorium, Leiden, 4 maart 1981. Rosado, D.C. Schram: Determination W.J. Witteman: Hoogvermogen-lasers. J. Rem; Ballooning stability of screw of thermodynamic slate of arc plasma TH-Twente, 6 maart 1981, decay by interferomelry and spectrospinch and tokamak. University of Cam¬ CM. Braams: Kernfusie II: Plasma¬ copy. 4th Intern. Symp. Arc Phenomena, pinas, Brazilië, 15 september; Federal opsluiting. Kamerlingh Onnes Labora¬ Polen, september 1981. University of Rio Grande do Sul, Brazi¬ torium, Leiden, 11 maart 1981. lië, 17 september 1981. W.J. Witteman: Excimeerlasers. Facul¬ A.J.D. Lambert: Coherent nonlinear Instituutsdag Sectie Plasmafysica en teit Wis- en Natuurkunde, KU-Nijmegen, interaction or longitudinal plasma Gasontladingen van de NNV, Eindhoven, 24 maart 1981. waves. Seminar Univ. Trieste, Italië, 25 november 1981. P. Massmann: The Amsterdam H -expe¬ 28 september 1981. L.P.J. Kamp: Golfvoortplanting in een riment. CEA-Grenoble, Frankrijk, 1 april W.J. Witteman: Gepulste UV-lasers. inhomogeen warm plasma. FOM-lnstituut voor Atoom- en Molecuul¬ 1981. P. Massee: Het 5 MW blow-down fysica, Amsterdam, 8 oktober 1981. E.P. Barbian: Diagnostiek aan een experiment van de vakgroep Direkte plasmadeken (RINGBOOG). FOM-Insti- L.H.Th. Rietjens: Fossil fuel fired closed Energie-omzetting. cycle MHD. Specialists Meetinn on tuut voor Atoom- en Molecuulfysica, P.P.J.M. Schram: Kinetische theorie Coal Fired MHD Power Gen*" : ' j n , van transportverschijnselen in plasma's. Amsterdam, 6 april 1981.
110
Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica
Sydney, Australië, oktober 1981. A.J.O. Lambert: Determination of elec¬ trical conductivity in non ideal plasmas with the use of Kubo's formula and a modified Klimontovich formalism. 3 Colloquia Ernst-Moritz-Arndt Univ., Greifswald. DDR: Studieconferentie Ahrer.sSoop, DDR. oktober 1981. D.C. Schram: Plasmafysica, een nieuwe positiebepaling. Vergadering Commis¬ sie TN, 6 november 1981. W.J. Goedheer: Atoomfysische aspec¬ ten van het onderzoek aan Houd-plasmal gasdekens. FOM-Instituut voor Atoomen Molecuulfysica, Amsterdam, 9 no¬ vember 1981. J. Lok: Experiments on cold plasma/gas blanket in RINGBOOG II. Technische Universitat, Stuttgart, W-Duitsland, 19 november 1981. W.J. Goedheer: Models of cold plasma blankets. NET-INTOR Working Meeting on Modelling of Edge Plasmas, Culham, Groot-Brittannië. 23 november 1981. L.H.Th. Rieijens: Scientific research in the field of MHD power generation. Colloquium Univ. Düsseldorf, W-Duits¬ land, november 1981. W.J.M. Balemans: Resultaten van het 5 MW MHD blow-down experiment. Afdelingscolloquium, afdeling E, THE. november 1981. R.W.B. Best: Windenergie: Nederlandse Vereniging van Onderwijzers in de Natuurwetenschappen. Stedelijk Gymnasium, Utrecht, 8 december 1981. C.A.J. Hugenhottz: Multiradian 2-mm interferometer for JET. Workshop on Interface between Diagnostics and CODAS, Culham, Groot-Brittannië. 8 december 1981. M.P.H. Weenink: Overzicht van de werk¬ zaamheden van de U.R.SJ. commissie H (waves in plasmas). TH-Delft, URSJ-dag georganiseerd door het NERG, Delft, 10 december 1981. C.J. Timmermans: Strohmpuls Entladung in kA-Bereich über continuierten <7> 5 mm cascaden-Bogen Lezing voor Chr.Albach Univ. Kiel, W-Duitsland. 17 december 1981.
groep TN III prof.dr.ir. P.C.T. van der Laan dr. J. Polman. prof.dr.ir. D.C. Schram, leider werngroep TN VII prof.dr.ir. J.A. Steketee ir. A.C. Timmers prof.dr. M.P.H. Weenink, leider werk¬ groep TN VII prof.dr.ir. L. van Wijngaarden drs. FR. Diemont vervulde de taak van secretaris. De vergaderingen we,den bijgewoond door dr. A.A. Boumans en dr. C. Ie Pair (directie FOM), drs. J. Hovestreijdt (beheerder Instituut), dr. C. Bobeldijk, prof.dr. H. de Kluiver en dr. L.Th.M. Ornstein (stafleden Instituut), dr. H.J. Hopman (plaatsvervangend leider TN III), drs. P.H. de Haan en dr. A.A.M. Oomens (vertegenwoordigers FOMpersoneelsraad), drs. H. Benschop (namens dr. C. Ie Pair) en mej. A.J.M. Luijckx, ter assis¬ tentie van de secretaris. De taken van de Commissie zijn nader omschreven in 'Bestuurstaken van de Commissies van de Werkgemeenschap¬ pen'. De Beleidscommissie voor het FOMInstituut voor Plasmafysica had aan het eind van het verslagjaar de volgende samenstelling: prof.dr.ir. W.J. Witteman, voorzitter dr. R. Bleekrode dr. A.A. Boumans prof.dr. J.A. Goedkoop ir. A.C. Timmers drs. F.R. Diemont vervulde de taak van secretaris. De vergaderingen werden bijgewoond door prof.dr. C.M. Braams en prof.dr. F. Engelmann (directie FOM-Instituut voor Plasmafysica), dr. C. Ie Pair (directie FOM), drs. M. Bustraan (ECN, vaste gast), prof.dr. J. Kistemaker (leider werkgroep TN III).
7, Commissies
De Beleidscommissie is een advise¬ rende subcommissie van de Commissie van de Werkgemeenschap voor Thermo¬ nucleair Onderzoek en Plasmafysica.
De Commissie van de Werkgemeen¬ schap voor Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica was op 31 december samengesteld uit: prof.dr ir. W.J. Witteman, voorzitter, leider werkgroep TN VI prof.dr. CM. Braams, wetenschappelijk secretaris, directeur FOM-Instituul voor Plasmafysica dr. R. Bleekrode prof.dr. F. Engelmann, adjunct directeur FOMInstituut voor Plasmafysica, leider theoretische afdeling prof.dr. J.A. Goedkoop prof.dr. J. Kistemaker, leider werk¬
Het Beheercomité, dat in het kader van het associatiecontract Euratom-FOM is opgericht, was op 31 december samen¬ gesteld uit: voor Euratom: dr. D. Palumbo, voorzitter G. de Sadeleer dr. F. Valckx voor FOM: dr. A.A. Boumans prof.dr. J.A. Goedkoop dr. H. Weijma prof.dr.ir. W.J. Witteman drs. F.R. Diemont vervulde de taak van secretaris.
Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica
De vergaderingen werden voorts bijge¬ woond door prof.dr. C.M. Braams (directeur FOM-Instituut voor Plasma¬ fysica), prof.dr. J. Kistemaker (leider werkgroep TN III), dr. H.J. Hopman (als plaatsvervanger van prof.dr. J. Kis¬ temaker, leider TN III) en dr. Ch. Maisonnier (Euratom, vaste gast). Het Beheer¬ comité is ingesteld om toezicht te houden op de uitvoering van het associaliecontract Euratom-FOM. De Coördinatiegroep Kernfusie FOMECN was op 31 december als volgt samengesteld: voor ECN: prof.dr. J.A. Goedkoop, voorzitter prof.dr. H.G. van Bueren drs. M. Bustraan ir. A.C. Timmers voor FOM: dr. R. Bleekrode prof.dr. C.M. Braams prof.dr. J. Kistemaker prof.dr.ir. W.J. Wtteman drs. F.R. Diemont vervulde de taak van secretaris. De vergaderingen werden bijgewoond door dr. A.A. Boumans en dr. C. Ie Pair (directie FOM), prof.dr. C. van der Leun (namens het Uitvoerend Bestuur van FOM), prof.dr. F. Engelmann (adjunct¬ directeur FOM-Instituut voor Plasma¬ fysica), dr. B. Brandt (Euratom-medewerker) dr. H.H.J. Blaauw(Economische Zaken), drs. H.W. Gelderblom en mr. J.D. Blomhert (Buitenlandse Zaken), ir. R.C. Cadée (Wetenschapsbeleid), mevr drs. R.M.E.JA. van Hees (Onderwijs en Wetenschappen), drs. J.D. Elen (ECN) en dr. C. Bobeldijk (FOM-Instituut voor Plasmafysica). De Coördinatiegroep Kernfusie FOMECN coördineert het fusie-onderzoek in Nederland en adviseert beide stich¬ tingen en diverse ministeries.
111
1
Ï-!
im K» f
•rrfrrj
*S*»»'f
ih?
I
» 'T.
.
•
•*•*
#
;
":
-
\v*
»k.
"9^L~ •
Theoretische Hoge-energiefysica
1.1. Doelstelling Het doel van de Werkgemeenschap voor Theoretische Hoge-Energiefysica is het verrichten van theoretisch onderzoek op het gebied van de eigenschappen en wisselwerking van elementaire deeltjes. Dit onderzoek is deels van fundamentele aard, deels ook meer direct gericht op de interpretatie van nieuwe experimen¬ tele resultaten. Door de gecompliceerd¬ heid van de te analyseren experimentele gegevens en de omvangrijkheid van de wiskundige apparatuur is het gebruik van de meest geavanceerde rekenautomaten noodzakelijk geworden. Steeds meer wordt in het theoretisch onderzoek in groepen gewerkt. Ook de onderlinge samenwerking van de theo¬ retische groepen in Nederland neemt toe en er wordt een nauw contact met experimentele groepen nagestreefd. Een goed contact met CERN is een belangrijk aspec: van de internationale samenwerking.
2. Speurwerk Oe sterke ontwikkeling van de elementairedeeltjesfysica zoals die met de ontdekking van de JAp-resonantie in 1974 was begonnen en in 1977 met de ontdekking van de upsilonresonantie een nieuwe impuls heeft gekregen, heeft zich ook in 1981 voortgezet. Onderzoek naar de charmonium en boltomoniumspectra vindt gestadig voortgang, zowel wat betreft de toestan¬ den met 'verborgen' als met 'open' charm of bottom. Grote overeenkomsten maar cok verschillen treden aan de dag. Dat de massaverschillen binnen het charmoniumspectrum van vergelijkbare grootte zijn als die binnen het bottomoniumspectrum moet misschien worden verklaard vanuit een geometrisch gluonquarkmodel. Meer onderzoek op dit gebied en op het gebied van glunn quarkwisselwerkingen in het algemeen is noodzakelijk en veel werk wordt
114
hieraan besteed. Het onderzoek naar geünificeerde ijkveldentheorieén heeft zich vooral gericht op de 'grand unification theo¬ ries' die binnen het kader van een enkele simpele groep, bijvoorbeeld SU(5), zowel zwakke en elektromagne¬ tische als sterke wisselwerkingen tracht te combineren. Enerzijds leidt dit tot instabiliteit van het nucleon, waarbij de (uiterst geringe) vervalwaarschrjnlijkheid wordt veroorzaakt door de in de theorie voorkomende uiterst zware ijkbosonen. Anderzijds wordt de weg geopend voor neutrino's met een rustmassa ongelijk nul (en wel van de orde van enkele elektronvolts) en een verkla¬ ring voor het feit dat het heelal baryonen en geen antibaryonen bevat. Een probleem blijft nog de permanente quarkopsluiting. Mogelijkerwijs bieden hier de 'lattice field theories' uitkomst. Verder is nog onduidelijk, ondanks veel theoretisch werk, hoe gravitaiie in de elementaire-deeltjesfysica moet worden geïncorporeerd. Bij al deze problemen is de moeilijkheid dat storingsrekening, zo succesvol bij quantumelektrodynamica, niet meer toepasbaar is. Veel werk is besteed aan het begrijpen van de eigenschappen van hadronen in het kader van de quarktheorie. Door de aanwezigheid van talloze meson- en baryonresonanties van het klassieke type (charmloos en bottomloos) en de aanwezigheid van zoveel onderlinge koppelingen is dit een omvangrijk werk dat bovendien wordt gehinderd door de afwezigheid van kennis van de funda¬ mentele interacties. Fenomenologie, onder andere in de vorm van het MITbagmodel en zijn varianten, is voor¬ lopig de aangewezen weg.
3. Onderwerpen van onderzoek WERKGROEP H - t h - A Amsterdam- Instituut voor Theoreti¬ sche Fysica, prof.dr, S.A. Wouthuysen 1. IJktheorieen op een rooster 1.1. Geometrische aspecten van ijktheorieën
2. Hogere-ordecorrecties in de quantumchromodynamica (buiten FOM verband) WERKGROEP H - t h - G Groningen - Instituut voor Theoretische Natuurkunde, prof.dr. D. Atkinson 1. Spectraalrepresentaties in QED 2. Niet-lineaire methodes in QCD 3. Supergravitatie WERKGROEP H - t h - L Leiden - InstituutLorentz, prof.dr. F.A. Berends, prof.dr. J.A.M. Cox 1. Stralingscorrecties in OED- en QCD reacties 2. Supergravitatie 3. Mathematische methoden in de quantumveldentheorie 4. Veldentheorieën voor hogere spins WERKGROEP H - t h - N Nijmegen - Instituut voor Theoretische Fysica, prof.dr. C. Dullemond. prof.dr.ir. J.J. de Swart, prof.dr. R.Ph.l. Van Royen 1. Baryon-baryon- °n baryon-antibaryonwisselwerking en resonanties 2. Multiquarktoestanden in het bagmodel 3. Groepentheoretisch onderzoek, in het bijzonder de groep SU(nm), ter ondersteuning van 2 4. Studie van de coulombwisselwerking in een schrödingerpotentiaal 5. Studie van het hadronspectrum en hadronverval op grond van eenvoudige quarkpotentialen 6. Toepassingen van de renormalisatiegroep op tweede-orde-faseovergangen en aanverwante problemen 7. Berekeningen aan hoge-energieprocessen met QCO WERKGROEP H - t h - U Utrecht-Instituut voor Theoretische Fysica, prof.dr. G. 't Hooft, prof.dr. Th.W. Ruijgrok 1. Twee-loop berekeningen in een ijktheorie 2. IJkveldentheorie op een hypertorus 3. Solitonfysica 4. NN-wisselwerking
Theoretische Hoge-energiefysica
4. PuMikatms L.H. Karsten. J. Smit: Lattice termions: Species doubling, chiral invariance and the triangle anomaly. Nucl. Phys. B183 (1981) 103. J. Hoek: SU(3) one link integral by recur sion. Phys. Lett 102B (1981) 129. L H . Karsten: Lattice lermions in euclidean space-time. Phys. Lett. 1MB (1981)315. N. Kawamoto, J. Smit: Effective lagrangian and dynamical symmetry breaking in strongly coupled lattice QCD Nucl. Phys. B192(t981) 100. J. Hoek: On Campbell-Baker-Hausdorff formulae and time-ordered exponen¬ tials. Proc. Kon. Ned. Akad. Wet. Ser. B84 (1981) 47. H.A. Slim: Spectral Ansau in quantum electrodynamics, spectral functions and gauge transformations Nucl. Phys. B177 (1981) 172. H.A. Slim: Dyson-Schwinger equations in quantum electrodynamics: The nonperlurbalive approximation of Salam and Delbourgo. Proefschrift, Groningen. 4 december 1981. D. Atkinson, J.K. Droh"-.. P.W. Johnson. K. Stam: Non-perturbative confinement in quantum chromodynamics. I. Study of an approximate equation of Mandelstam. Journ. Math. Phys. 22 (1981) 2074. E. Bergshoeff, M. de Roo. B. de Wit, J.W. van Holten, A. van Proeven: Exten¬ ded contormal supergravity and its applications. In: Superspace and Supergravity'. Proc. of Nuffield Work¬ shop. Eds. S.W. Hawking, M. Rocek, Cambridge University Press. 1981. E. Bergshoef». M. de Roo, B. de Wit: Extended conforms/ supergravity. Nucl. Phys. B182 (1981) 173. F.A. Berends, R. Kleiss: Distributions in the process e'e -* *< V hi Nucl. Phys. B177 (1981) 237. F.A. Berends, R. Kleiss: Initial state radiation for e'e annihilation into jets. Nucl. Phys. B178(1981) 141. F.A. Berends, R. Kleiss. Distribution lor electron-positron annihilation into two and three photons. Nucl. Phys. B186 (1981) 22. F.A. Berends, P. de Causmaecker, R. Gastmans, R. Kieiss, T.T. Wu: Single bremsstrahlung processes in gauge theories. Phys. Lett. 103B (1981) 124. F.A. Berends, Z. Kunszt, R. Gastmans: QCD corrections for two /et production in photon-photon collisions. Nucl. Phys. B162 (1981) 397. F.A. Berends, K.J.F. Gaemers: De expe¬ rimentele proef op de theoretische som in de jaren tachtig. NTvN A47 (1981) 39. A.N. Schellekens: Perturbative QCD and lepion-pair production. Proefschrift, Nijmegen, 12 juni 1981. A,N, Schellekens: Relation between
Theoretische Hoge-energiefysica
quantum chromodynamic corrections to deepmelastic scattering and leptonpair production. Phys. Rev. D 24 (1981) 1841. J.K. Drohm, LP. Kok. Yu.A. Simonov. J.A. Tjon. A.I. Vese'ov: Collision and rotation of solitons in three space-time dimensions. Phys. Lett. 101B (1981)204. W.M. Kloet, J.A. Tjon: On the resonance structure in nucleonnucleon scattering. Phys. Lett. 106B (1981) 24. M.J. Zuilhof, J.A. Tjon: Relativistic effects in the two nucleon system. Phys. Rev. C 24 (1981) 736. M.J. Zuilhof: On some aspects of the relalivistic description of the twonucleon system. Proefschrift, Utrecht. 26 mei 1981. R. Sasaki, R.K. Bullough: Geometric theory of local and non-local conserva¬ tion laws for the Sine-Gordon equation. Proc. Roy. Soc. Lond. A 376 (1981) 401. 5. Bijdragen aan conferenties e.d. A.N. Schellekens: QCD corrections to the Drell-Yan cross section Conf. on Perturbative QCD. Tallahassee. Florida, USA. 25-28 maart 1981. p. 207. R. Sasaki: On the complete integrability of self-dual fields. Vosbergen Conferen¬ tie. Vlieland. 13 mei 1981. J. Smit: Effective lagrangian and dyna¬ mical symmetry breaking in strongly coupled lattice QCD. Intern. Conf. on High Energy Physics. Lissabon. Portu¬ gal, 9-15 juli 1981. P.J.M. Bongaarts: Particles, fields and quantum theory. 5th Scheveningen Conf. on Different Equations, Scheve¬ ningen. 24-28 augustus 1981. R. Kleiss: Radiative process simulations. Summerschoo! of Theoretical Physics 'Gauge theories at high energies'. Les Houches, Frankrijk, augustus-september 1981. J.J. de Swart (invited): Multiquark states. VI fntern. Seminar on High Energy Physics Problems (Multiquark Interac¬ tions and Quantum Chromodynamics) Dubna, USSR, 15-19 september 1981. P.J.M. Bongaarts: Does QED exist as a rigorous mathematical theory? 6th School on Theoretical Physics •Applications of gauge theories'. Szczyrk, Polen, 21-28 september 1981
gravity. NIKHEF. Amsterdam. 12 januari 1981. D. Atkinson: Gluon propagator in QCD. Univ Karlsruhe. 12 januari 1981: Univ. Kaiserslautern. 13 januari 1981: Univ. Bonn. 15 januari 1981: Univ. Munster. W Duitsland. 1 juni 1981; TATA Institute, Bombay. India. 9 oktober 1981. J. Smit; Chiral symmetry breaking in lattice QCD. Amsterdam Meeting. 13 januari 1981. J.J. de Swart: Quarks, color, gluons and bags. Theoretisch Seminarium. Bazel. Zwitserland. 21 januari 1981; Experi¬ menteel Seminarium ITEP. Moskou, USSR. 23 september 1981; Theoretisch Seminarium. Leningrad Nuclear Physics Institute. Gatchina. Leningrad, USSR. 24 september 1961. D. Atkinson, J. van Klinken: CP Schen¬ ding: Nobel Prijs 1980, Colloquium. Groningen, 29 januari 1981. L.H. Karsten: Lattice gauge theories. NIKHEF. Amsterdam. 30 januari 1981. L.H. Karsten: Lattice fermions: species doubling, chiral invariances and the triangle anomaly. Niels Bohr instituut, Kopenhagen. Denemarken, 30 januari 1981; Physikalisches Institut. Bonn, W-Duitsland, 2 februari 1981; CERN, Genève. Zwitserland, 24 februari 1981; DESY, Hamburg, W Duitsland, 6 april 1981; Instituut voor Theoretische Fysica, Amsterdam, 4 december 1980. R. Kleiss: Monie-Carlo programs for radiative corrections. Stanford Linear Accelerator Centre, Stanford. USA. januari 1981; Cornell Univ., Ithaca, USA. januari 1981. A N . Schellekens: Perturbative QCD and lepton-pair production. Texas A&M Univ., College Station, USA, 9 maart 1981; Los Alamos National Laboratory, New Mexico, USA, 20 maart 1981; Theo¬ retisch Seminarium, Nijmegen, 3 juni 1981.
6. Voordrachten
Landelijk Seminarium Hoge-energie¬ fysica, Nijmegen. 20 maart 1981. G.J. Austen: Determination of a x°pp coupling constant from low energy ppscatlering. J.E, Ribeiro: Microscopic calculation of the repulsive core in elastic NN-scattering. W,A. van der Sanden: Very low energy ppscattering. R.Ph.l. Van Royen: Renormalizable sca¬ lar Held theories in three dimensions.
J.J. de Swart: Low energy pp-scatlering. Theoretische Hoge-energiefysica Semi¬ narium, Nijmegen, 9 januari 1981; Expe¬ rimenteel Seminarium, Bazel, Zwitser¬ land, 21 januari 1981; Experimenteel Seminarium. Zurich, Zwitserland, 22 januari 1981; Spec. Theor. Sem. ITEP, Moskou, USSR. 22 september 1981 M, de Roo: Extended contormal super-
E. Bergshoeff: Weyt and Poincaré supergravity. Landelijk Seminarium Hogeenergiefysica. NIKHEF. Amsterdam, maart 1981. T.A. Rijken: Een behandeling van de spectra van de hadronen Q, i, T, N en .1 met behulp van gekoppelde kanalen. Theoretisch Seminarium. VU. Amster¬ dam, 1 april 1981.
115
P.J.M. Bongaarts: Veldentheorie en het standaard formalisme van de quantum theorie. Instituut Lorentz, Leiden, 2 april 1981. H.A. Slim: On non-perturbative appro¬ ximations in QED. Univ. Wuppertal, W-Duitsland. 23 april 1981. L.H. Karsten: Lattice termion species doubling and the theorem of PomcaréHopf. Landelijk Seminarium, Amster¬ dam, 24 april 1981. J. Smit: Towards computing the effec¬ tive action in lattice QCD. Landelijk Seminarium, Amsterdam, 24 april 1981. R. Sasaki: Soliton equations and gauge theory. Univ. of Tokyo; Isukuba Univ.; three univ. in Tokyo; Tokyo, Japan, april 1981. P.J.M. Bongaarts: Gauge fields and the standard Wightman formalism. An example. Afdeling Theoretische Fysica, Univ. Bielefeld, W-Duitsland, 12 mei 1981. F.A. Berends: Elementaire deeltjes anno 1981. Leiden, 3 juni 1981. F.A. Berends: Radiative corrections at LEP. Saclay, Frankrijk, 17 juni 1981; Krakow, Polen, 6 november 1981. J. Smit: Effective lagrangian and dyna¬ mical symmetry breaking in lattice QCD. Kopenhagen, Denemarken, 23 juni 1981. R. Sasaki: On the complete integrability of self-dual fields. Trieste, Italië, 28 augustus 1981. J.J. de Swart: Multiquark states. Theo¬ retisch Seminarium ITEP, Moskou, USSR, 21 September 1981. T.A. Rijken: QCD in 2+ 1 dimensions. Landelijk Seminarium Hoge-energiefysica, NIKHEF, Amsterdam, 25 septem¬ ber 1981. J. Smit: Topics of the Lisbon Confe¬ rence. Landelijk Seminarium Hogeenergiefysica, NIKHEF, Amsterdam, 25 september 1981. C. Dullemond: Leptonic decay of reso¬ nant states in the coupled SchrödingerModel. Theoretisch Hoge-energiefysica Seminarium, Nijmegen, 2 oktober 1981. P. Mulders: Quarks and hadronic inter¬ actions. I. Forces between hadrons composed of quarks. General remarks and review of some models. Theoretisch Hoge-energiefysica Seminarium, Nijme¬ gen, 9 oktober 1981. M.J. Bergvelt: Partial differential equa¬ tions and prolongation structures. Insti¬ tuut voor Theoretische Fysica, Amster¬ dam, 10 oktober 1981. D. Atkinson: 0 decay and left-right symmetry. TATA Institute, Bombay, India, 15 oktober 1981. P. Mulders: Quarks and the nucleonnucleon interaction at medium energies. Colloquium Hoge-energiefysica, NIK¬ HEF, Amsterdam, 23 oktober 1981. P. Mulders: Quarks and hadronic inter¬ actions. II. Quark effects in NN, NA and AA interactions. A specific model
116
using Jafte-Low Pmatrix. Theoretisch Hoge-energiefysica Seminarium. Nijme¬ gen, 30 oktober 1981. J.J. de Swart: Gekleurde quarks en gluonen. Algemeen Colloquium, VU. Amsterdam, 2 november 1981; Alge¬ meen Colloquium. Groningen, 10 de¬ cember 1981. P. van Baal: Yang Mills on the torus, a possible test of confinement. Lande¬ lijk Seminarium Hoge-energiefysica. Amsterdam, 20 november 1981. R. Kleiss: Radiative corrections around the Z,,- NIKHEF Jamboree, Amsterdam, 23-24 november 1981. 7. Commissie De Commissie van de Werkgemeen¬ schap voor Theoretische Hoge-energie¬ fysica was op 31 december samenge¬ steld uit: prof.dr. S.A. Wouthuysen, voorzitter, leider werkgroep Hth-A prof.dr. C. Dullemond, wetenschappelijk secretaris, leider werkgroep H-th-N prof.dr. D. Atkinson, leider werkgroep H-thG prcf.dr. F.A. Berends, leider werkgroep Hth-L prof.dr. J.A.M. Cox, leider werkgroep H-th-L prof.dr. A.N. Diddens prof.dr. K.J.F. Gaemers prof.dr. G. 't Hooft, leider werkgroep H-th-U prof.dr. Th.W. Ruijgrok, leider werk¬ groep HU, U prof.dr. J.J. de Swart, leider werkgroep H-th-N prof.dr. JA. Tjon prof.dr. R.Ph.l. Van Royen, leider werk¬ groep H-th-N drs. F.R. Diemont vervulde de taak van secretaris. De vergaderingen werden bijgewoond door dr. W.L.G.A.M. van Neerven (vertegenwoordiger van de theoriegroep NIKHEF-H), door drs. H.G. van Vuren (waarnemend secretaris) en door dr. P.J.M. Bongaarts en dr. J. Smit (vertegenwoordigers FPR). In de loop van het verslagjaar werden prof.dr. H.A. Tolhoek en prof.dr. M.J.G. Veltman (de laatste wegens vertrek naar de Verenigde Staten) op eigen verzoek ontheven van het lidmaatschap van de commissie. Prof.dr. K.JF. Gaemers werd è titre personnet in de Commissie benoemd. Prof.dr. G. 't Hooft werd benoemd als mede-werkgroepleider van H-th-U. De taak van de Commissie is nader omschreven in 'Bestuurstaken van de Commissies van de werkgemeen¬ schappen'.
Theoretische Hoge-energiefysica
NIKHEF Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-energiefysica
de zogenoemde quarks 1.1. Doelstelling, geschiedenis Het doel van het Nationaal instituut voor Kernfysica en Hoge-energiefysica is het onderzoek van subatomaire deel¬ tjes en hun wisselwerkingen. Voorzover dit mogelijk is met middelbare ener¬ gieën kan dit ter plaatse gebeuren met de eigen 500 miljoen elektronvolt elek¬ tronenversneller MEA. Indien aanmerke¬ lijk hogere energieën gewenst zijn. vereist het onderzoek gebruik van zeer grote versnellers in het buitenland. Globaal gesproken, wordt net laatste onderzoek verricht door de sectie Hogeenergiefysica van het instituut, het eerste door de sectie Kernfysica. Dit neemt niet weg dat ook medewer¬ kers van K deelnemen aan onderzoek¬ projecten in het buitenland. Omgekeerd wensen vele buitenlanders onderzoek te verrichten met MEA (Medium Energy Ac¬ celerator) op grond van diens voortreffe¬ lijke eigenschappen. Bovendien omvat de sectie K een radiochemische afde¬ ling. De neiging om gebruik te maken van steeds hogere energieën in het sub¬ atomaire onderzoek hangt samen met het feit dat de dimensie van de te onder¬ scheiden structuren omgekeerd even¬ redig is met de beschikbare energie. Het is deze verschuiving naar hogere energieën, die het bouwen van grote varsnellingsmachines noodzakelijk heeft gemaakt. Om de processen te bestuderen, die zich binnen de straal van een proton (10'* m) voltrekken en die dus de structuur van het proton zouden kunnen onthullen, heeft men deeltjes van miljarden elektronvolt nodig. Het onderzoek heeft het bestaan aange¬ toond var, allerlei tot voorheen niet be¬ kende deeltjes, die hetzij direct bij een hoogertergetische botsing van twee pro¬ tonen kunnen ontstaan, hetzij uit de ont¬ stane deeltjes als vervalprodukten vrij¬ komen, Het heeft voorts structuurele¬ menten binnen het nucleon blootgelegd,
NIKHEF
De levensduur van de nieuw gevonden deeltjes is soms zo klein, dat zij zelf niet aan de dag treden, doch zich alleen door hun vervalprodukten manifesteren. Zoals de studie van het atoom tot de quantummechanica heeft geleid, die een geheel nimiw inzicht in het fysisch gebeuren heeft verschaft, zo zijn ook door het onderzoek in de hoge-energie¬ fysica verschijnselen ontdekt, die wijzi¬ gingen van ons denken noodzakelijk hebben gemaakt. Het is niet onwaar¬ schijnlijk, dat een voortgezette studie van deze verschijnselen tot nog meer fundamenteel nieuwe inzichten zal leiden. Het belang van de beoefening van de hoge-energiefysica in Nederland ligt in de eerste plaats in de inspirerende werking die ervan kan uitgaan op de gehele natuurkunde in Nederland. Deze inspiratie zal enerzijds komen door het fundamentele karakter van de probleem¬ stelling in de elementaire-deeltjesfysica en anderzijds door de uitdaging, aan het adres van ingenieurs en experimentato¬ ren wat betreft de oplossing van de ge¬ compliceerde technische problemen van de experimentele hoge-energiefysica. Ook in de kernfysica heeft zich een verschuiving voltrokken naar hogere energieën, teneinde de fijnere details te kunnen onderscheiden. Hierbij zijn twee tegengestelde wegen ingeslagen. Enerzijds wordt gebruikgemaakt van (versnelde) gecompliceerdere deeltjes dar» vroeger (zware ionen). Aan de andere kant wordt intensiever gebruik¬ gemaakt van meer elementaire deeltjes: elektronen, muonen en pionen Het NIKHEF-K specialiseert zich op het laatste gebied. Onderzoek daarop zal ertoe bijdragen zeer gedetailleerde en, vooral, zeer betrouwbare informatie te krijgen ovsr kernstructuren en kern¬ processen. De reden hiervoor is dat de wisselwerking van elektronen en muonen met kernen, de elektromagne¬ tische, zeer goed bekend is. Dit geldt niet voor pionen, maar voor pionen van
zeer lage energie wordt de wisselwer¬ king ook betrekkelijk eenvoudig; juist in dat gebied heeft gebruik van een elektronenversnefler als MEA voordelen. Het belang dat de internationale gemeenschap aan dit werk hecht blijkt wel uit de vele aanvragen om experi¬ menten met MEA te mogen verrichten. Eind 1981 is een internationale commissie ingestela om te adviseren over de toewijzing van bundeltijd aan voorgestelde onderzoeksprojecten. Het kernfysische werk is primair gericht op vermeerdering van onze kennis van de natuurwetten- De kern is daarbij wel genoemd een ideaal 'laboratorium' voor bestudering van de eigenschappen van 'meer-deeltjessystemen' in het alge¬ meen. Het chemische werk met de versneller is gericht op onderzoek van de invloed van straling op chemische reacties (stralingschemie) en op produktie van radioactieve isotopen voor studie van chemische reacties met thermische en met snelle atomen ('hot atom' chemie). Als hulp hierbij wordt dosimetrie bestu¬ deerd en worden werkzame doorsneden voor fotonucleaire reacties gemeten. Tenslotte worden chemische reacties bestudeerd waarin tot stilstand geko¬ men pionen en muonen een rol spelen, onder andere door meting van muonspinrotatie. De sectie K van het NIKHEF vindt haar oorsprong in het Instituut voor Kernphysisch Onderzoek (IKO), dat in 1946 opge¬ richt werd door de Stichting FOM, de Gemeente Amsterdam en de NV Philips' Gloeilampenfabneken. Zowel fysisch als chemisch onderzoek werd eerst uitgevoerd met een cyclotron, dat proto¬ nen tot 50 miljoen elektronvolt ver¬ snelde. Toen dit verouderd begon te raken werd besloten over te gaan op onderzoek met elektronen, waarvoor eerst een 95 MeV-versneller (EVA) werd gebouwd. Het zeer succesvolle onder¬ zoek daarmee leidde tot het voorstel
117
voor de bouw van de ambitieuze MEA versneller; het besluit daartoe vereiste echter uitbreiding van het IKO tot sectie van een Nationaal Instituut. Het kernfysisch onderzoek in Nederland buiten het IKO wordt gecoördineerd door de eveneens in 1946 opgerichte Werk¬ gemeenschap voor Kernfysica van FOM. \i deze werkgemeenschap werd in 1955 een Werkgroep Mesonenphysica gefor¬ meerd, die uitgroeide tot de in 1963 opgerichte Werkgemeenschap voor Hoge-energiefysica. Het experimentele werk op dit gebied werd in 1975 naar het Nationaal instituut overgebracht; in juni van dat jaar is een overeenkomst gete¬ kend tussen de Stichting FOM. de Stich¬ ting IKO. de Universiteit van Amsterdam en de Katholieke Universiteit Nijmegen, waarbij het Nationaal instituut voor Kernfysica en Hoge Energiefysica (NIKHEF) is opgericht. De Werkgemeen¬ schap voor Hoge-energiefysica houdt zich nu nog uitsluitend bezig met het theoretisch onderzoek en veranderde daarom van naam. Voor de sectie H is in de Watergraafsmeer te Amsterdam een nieuw laboratorium gebouwd, dat in 1980 werd betrokken. Het instituut vormt de thuisbasis voor groepen die experi¬ menten uitvoeren bij hoge-energieversnellers; rn zijn werkplaatsen wordt de benodigde detectieapparatuur gebouwd voor deze experimenten; meet¬ apparatuur en rekenmachines zijn beschikbaar voor het uitwerken van de gegevens die bij de versnellers worden verkregen. Een gedeelte van het pro¬ gramma wordt in Nijmegen uitgevoerd. In 1977 besloot de Vrije Universiteit te Amsterdam zich bij het NIKHEF aan te sluiten en een belangrijk deel van haar kernfysisch onderzoek In de sectie K te gaan verrichten.
2. Speurwerk 2.1. Sectie K In het verslagjaar is een speciale inspanning verricht om de nieuwe versneller MEA reeds vóór voltooiing in een zodanige toestand te brengen dat een wetenschappelijk programma van start kon gaan. Hierbij werd een belangrijke rol gespeeld door prof.dr. C. de Vries, aan wie hiertoe een aantal directiebevoegdheden werd gedelegeerd. Aan het e"'de van riet jaar werd een ener¬ gie van 32t> MeV bereikt; bovendien werk¬ te de versneller redelijk betrouwbaar. Deze factoren waren één der twee rede¬ nen op grond waarvan het verantwoord werd geacht een 'Program Advisory Commission' in te stellen.
118
De tweede reden was dat gunstige resultaten werden geboekt bij het testen van de spectrometers voor de hogeenergie' elektronverstrooiingshal. De opstelling met hoog scheidend ver¬ mogen bereikte een resolutie van 0.01 %. met de andere kunnen reactieprodukten worden gedetecteerd met een grote openingshoek (17 mster). Coïncidentiemetingen zoals (e.e'p) en (e.e'v) zijn mogelijk met een 'missing energy' resolutie van 100-200 keV. De gehele opstelling bezit een kwaliteitsfactor die aanzienlijk groter is dan tot nu toe elders gerealiseerd. Metingen ermee zullen het zeer gedetailleerde testen toelaten van verschillende theoretische kern¬ modellen. In de 'lage-energie' elektronverstrooi¬ ingshal ts een speciale opstelling gereedgekomen voor verstrooiing over hoeken rond 180°. Bij de bouw ervan, waarbij een groep medewerkers van de Vrije Universiteit sterk betrokken is. werd mede gebruikgemaakt van fondsen uit de beleidsruimte van FOM. De theoriegroep werd uitgebreid met twee tijdelijke medewerkers. Zij leverde, buiten eigen werk, een bijdrage aar de organtsatte van een miniconferentie over 'Few-body systems', samen met de elektronenverstrooiingsgroep, en het uitbrengen van een versiag ervan. Vermelding verdient dat dr. J.H. Koch een gedeelte van zijn tijd als gasthoogleraar doorbracht in Hannover. In de 'lage-energie' chemiehai kwamen opstellingen gereed voor het doen van bestralingen. Een opstelling ter verkrij¬ ging van een 'schone' bundel gamma¬ straling (vrij van primaire en secundaire elektronen) is thans beschikbaar, zowel voor activeringen als voor stralenchemisch onderzoek. Ook een opstelling voor pulsradiolyse is aanwezig. Het meeste onderzoek werd tot nu toe elders verricht. Het nieuwe onderzoek aan chemische verbindingen met muonspinrotatie werd te Zurich voortgezet. In halobenzenen werden de ortho-, meta- en paramuonische cyclohexadienylradikalen waar genomen. Bestraling van para-gedeutereerde halobenzenen leidde tot de identificatie van drie mogelijke isomeren. In benzotri'luoride werd ook 'ipso-attack' waargenomen. In Utrecht werden pulsradiolyse-experimenten gedaan. Berekeningen werden verricht samen met het Laboratorium voor Organische Chemie, om de gevonden reactiviteiten te verklaren. Eveneens werd het werk van merken van verbindin¬ gen voor derden, zoals het Interuniver¬ sitair Oogheelkundig Instituut, voort¬ gezet. Enige voortgang werd geboekt bij de voorbereiding van de bouw van nieuwe laboratoriumruimte in de nabij¬ heid van de 'hoge-energie' chemiehai.
Experimenten met pionen en muonen met de nieuwe versneller zullen pas najaar 1902 kunnen worden aange¬ vangen. De bouw van bundellijnen ondervond een grote vertraging door in gebreke blijven van de leverancier van de magneten. Het voltooien ervan werd in eigen hand genomen en vordert nu goed. Een aantal experimenten wordt elders verricht. Over dit onderwerp gaf dr. J. Konijn gastcolleges aan de Technische Hogeschool te Delft. 2.2. SeciieH Het neutrino-experiment in deuterium, waaraan wordt samengewerkt door groepen uit Amsterdam. Bergen. Botogna. Padova. Pisa. Saclay en Torino, is een activiteit die moet uitmonden in een volledige kennis van de structuur¬ functies van proton en neutron afzon¬ derlijk. De eerste bestraling vond plaats in 1979 in het bellen vat BEBC bij CERN. Dit werk zal nog een aantal jaren een belangrijke lijn van onderzoek zijn rn de sectie H. De eerste publikaties zijn verschenen. Het neutrino-experiment ter bestudering van de neutrale stromen (Amsterdam. CERN. Hamburg. Moskou. Rome) bestaat uit een grote. 200 ton wegende. zwaar geïnstrumenteerde hadron- en elektromagnetische calorimeter. Een aantal publikaties over een verscheiden¬ heid van onderwerpen is reeds versche¬ nen en het experiment zal nog enkele jaren worden voortgezet voor de verdere uitdieping van de fysica van de zwakke interact.es. Het PETRA-experiment (Aken. DESY. Madrid. MIT. NIKHEF. Peking) bij de e'e -opslagnng in Hamburg heeft een aantal belangrijke resultaten opgele¬ verd op het gebied van de quantumchromodynamica en verkeert nu in het stadium van een tweede-generatie¬ experiment, waarvoor grote verzame¬ lingen van gebeurtenissen nodig zijn. Een aantal verbeteringen aan de appa¬ ratuur zal aangebracht worden. De ACCMOR-Collaboratie (Amsterdam. Bristol, CERN. Cracow. Munich. Rutherford) heeft een lopend programma voor de bestudering van zeldzame processen, bijvoorbeeld produktie van gecharmeerde deeltjes, in hadron-hadroninteracties. Een programma voor vernieuwing en uitbreiding van de apparatuur is juist beëindigd. De EHS (European Hybrid System)faciliteit, waarvoor in het NIKHEF een aantal grote dradenkamers is gebouwd, heeft de eerste resultaten geleverd over de produktie van zeer kort levende
NIKHEF
- in casu gecharmeerde - deeltjes en heeft gegevens geproduceerd voor een aantal andere experimenten, die nu in het proces van analyse verkeren, onder andere voor een experiment dat in Nijmegen wordt uitgevoerd. Twee-fotonfysica wordt bestudeerd in een experiment (Davis. San Dtego. Santa Barbara en NIKHEF) aan de e'e-opslagring PEP van het Stanford Linear Accelerator Center in Caiiformë. USA. Het experiment heelt de opbouw¬ fase achter de rug en moet. tezamen met de 'Time Projection Chamber' in hetzelfde interactie-snijpunt van de opslagring. beginnen aan het verzame¬ len vai gegevens. Er wordt gewerkt aan de opbouw van een tweede-niveautrigger. te gebruiken in verschillende experimenten en geba¬ seerd op het. met de micro-processor MC 68000 uit te voeren, principe van 'parallel processing'. Hiervoor blijkt veef belangstelling te bestaan. Op de CERN Collider wordt de totale werkzame doorsnede van de antiprotonprotonwisselwerking gemeten bij 540 GeV zwaartepuntsenergie (Amsterdam. CERN. Genova. Napels. Pisa). De Collider' heeft zijn eerste botsingen inmiddels geproduceerd. Rond Crystal Ball heeft zich een grote collaboratie (CALTECH. Carnegie Mellon. Cracow. DESY. Erlangen. Florence. Hamburg. Harvard. Nijmegen. Princetown. SLAC, Stanford. Würzburg) gevormd die na de overbrenging van de Crys'al Ball van SLAC naar DESY. een program, na over de spectroscopie van het b-quark zal beginnen bij de e'eopslagring DORIS. Bij de antiproton-opslagring LEAR op CERN zal een experiment worden opgezet (Amsterdam. Bedford. Geneve. Londen (QMC). Surrey. Trieste) ter bestudering van de antiprotnnwisselwerking bij zeer lage energieën. Het experiment wordt voorbereid. Door de instrumentatiegroep is een aantal projecten ter hand genomen ter voorbereiding van toekomstige bedra¬ gen aan experimenten rond LEP. de door CERN te bouwen e'e-opslagring van. in de eerste fase. 50 + 50 GeV. De Iheoriegroep van het NIKHEF werkt aan verschillende onderzoekingen op het gebied van onder andere de quantumchromodynamica en grand unifica¬ tion'. Zij geert ondersteuning aan de experimentatoren.
NIKHEF
J. unoerwerpen van onaenoe> 1. Kernfysica 11 Elektronenverstrooiing 1 1 1 . Inrichten en testen EMIN hal 1.1.2. Inrichten en testen LEF hal 1.1.3. Elektronenverstrootingsproeven met MEA 1.1.4. Elektronenverstrooiing v experimenten uitgevoerd bij andere instituten 12 Onderzoek met pionen en muonen 1 2 1 Opbouw van opstellingen voor onderzoek met muonen en hadronen 1.2.2. Pion- en muonexperimenlen elders, in internationaal verband 1.2.3. Experimenten met antiprotonen (voorbereidingen) 1.2.4. Instrumentele ontwikkelingen 1.3. Chemisch onderzoek 1.3.1. Hoge-energtechemie 1.3.2. Stralenchemie en pulsradiolyse 1.3.3. Merken van verbindingen 1.3.4. isotopenproduktie 1.3.5. nu-Chemie 1.3.-6. Instrumentatie voor chemie 1.4. Theorie 1.5. Bouw en onderhoud van MEA 1 6. Ander werk van techn ische groepen 2. Hoge-energiefysica 2.1. Neutrino's in D; 2.2. Neutrinoreacties met neutrale stromen 2.3. PETRA, e e reacties bij 40 GeV zwaartepuntsenergie 2.4. ACCMOR. produktie van gechar¬ meerde deeltjes in hadroninteracties 2.5. EHS. produktie van kortlevertde deeltjes 2.6. Twee-fotonfysica (PEP) 2.7. Micro-processoren en triggersystemen 2.8. Totale werkzame doorsnede bij CERN-Collider-energieen 2.9. Crystal Ball, fotonfysica bij DORIS 2.10. LEAR. lage energie antiprolonprotoninleracties 2.11. Instrumental ieprojeclen 2.12. Theoriegroep
(1980)278. R. van Oantzig: 601.. Philips Techn. T. 39 (1960)286 H.J. Akkerman. J.J. Arendse. G.C. Gerrit¬ sen: Mechanische technologie Philips Techn. T. 39 (i960) 299. P Bakker.RA Koolhof.C.deV'«s: Lineair* elektronenversnellers. Philips Techn. T. 39 (1980) 309. G.A. Brinkman. R. Hevsman. J.Th. Veenboer. J Visser: The "Ni | v . : r « i reac non Int. J. Radial. Isotop. 32(1981) 13. J. Visser. G.A. Brinkman: Threshold detectors *s monitors tor Bremsstrahlung beams. Int. J. Appi. Radiat. Isotop. 32(1981)113. 0. de Jong. 8 W van Halteren. J. Th. Veenboer: Preparation of CF,—Br of high specific activity. Int. J. Appl. Radiat. Isotop 32(1981)101. A. P. Kaan: Special coupling and sealing devices tor vacuum components. Va¬ cuum 31 (1961)85. C.N.M. Bakker. F.M Kaspersen: Th* electrophihe mdination with '"I of N, substituted uracifs using cn'.orarr.ine- T as oxidant. int. J. Appl. Radiat. Isotop. 32(1981)176. G.W.M.Visser.EL Diemer.F.M.Kasper sen: The synthesis and in vitro stability of organic astatine compounds. J. Lab. Comp. Radiopharm. 18(1981) 127. GA. Brinkman. F.M. Kaspersen. J. Th. Veenboer: Reaction ot recoil "Cl atoms with liquid chlorobenzenes. Radiochim. Acta28(198D61. J. Konijn. W. van Doesburg. G.T. Ewan. T. Johansson. G. Tibell: Quadrupole interactions in pionic and muonic tanta¬ lum and rhenium. Nucl. Phys. A380 (1981) 187. P.J T. Brumsma: De 500 MeV lineaire elektronenversneller MEA van de Sectie K van het NIKHEF. NTvN M7 (1981) 60. R. van Dantzig: Onderzoek met pionen en muonen bij intermediaire en Inge ener
pie NTvNM7(1981)62.
C. de Vries: NIKHEF K. centrum voor studie van de elektromagnetische struc tuur van kernen. NTvN A47 (1981) 66 R. Beetz: Applications of a Compton suppression spectrometer in nuclear spectroscopy Proefschrift. Universiteit 4 Putrtifcaties van Amsterdam. 17 juni 1981. F.B. Kroes. A Maaskant. T Sluyk. J.B. Sectie K Spelt: Non intercepting high resolution D. Ganzorig. P.G. Hansen. T. Johansson. beam monitors. IEEE Trans. Nucl. So NS-28( 1981)2362. B. Jonsoo. J. Konijn, T. Krogulski. S.M. Polikanov. G. Tibell. L. Westgaard: P.J.T. Bruinsma. J.B Spelt. K Bouw Fission of'"Th and ""U in the interaction knegt: A low cost high resolution DAC with negative muons Nucl. Phys. A3S0 system for magnet control. IEEE Trans (1980)278 Nucl. Sci. NS-28(1981) 2365 J. Korsse. P.W.F. Louwrier: Short lived A. Maaskant. P.J.T. Bruinsma: A fast transient in KAI(SOJ,12H,O. Radiobeam protection system. IEEE Trans. chem. Radioanal Lett. 45(1980)355. Nucl. Sci. NS-28 (1981) 2367 G. Luijckx: Het cyclotron. Philips Techn. P.J.T. Bruinsma. E. Heme. J.B. Spelt: T. 39(1980)274 Performance of the MEA solid state high GA. Brinkman. W.B. Huising. J. Visser: duty factor modulator IEEE Trans. Nucl Radio isotopen Philips Techn. T 39 Sci. NS-28 (1981) 2764.
119
P.J.T. Bruinsma, T. Subrata, A.T. Visser: tion of pyrimidines and steroids. J. Lab. meter. Phys. Lett. 102B(1981) 285. A novel power supply for high duty factor Comp. Radiopharm. 18 (1981) 799. D. Allasia et al. (S. Barlag. P. van Dam. kicker magnets. IEEE Trans. Nucl. Sci. GA. Brinkman: Reactions of radioactive E. de Wolf, B. Jongejans. A. Tenner, NS-28 (1981) 3071. recoil atoms with arenes. Chem. Rev. C. Visser, R. Wigmans): Measurement of J.G. Noomen, J. Herling, B. Heutenik: 81(1981)267. the ratios of 'n'pn to 'n'np charged A high resolution absolute magnetic G.J.F. Blommestijn, R. van Dantzig, current cross sections at high energies. field measurement system. IEEE Trans. Y. Haitsma, R.B.M. Mooy: The reaction Phys. Lett. 107B (1981) 148. Nucl. Sci NS-28 (1981) 3076. d(p, pp)n measured with BOL at E, = 50 G. Arnison et al. (L.O. Hertzberger, D.J. J.C. Post, J.A.M. Peperkamp: MEA com¬ MeV. Nucl. Phys. A365 (1981) 202. Holthuizen): Some observations on the puter controls personal access system. C.N.M. Bakker, F.M. Kaspersen: The first events seen at the CERN protonIEEE Trans. Nucl. Sci. NS 28 (1981) 3080. bromination and iodination of N'-substi- antiproton collider. Phys. Lett. 107B J.G. Noomen, N. Geuzebroek. C. Schietuted uracils. Reel. Trav. Chim. Pays-Bas (1981)321. baan: A modulator cooling system for 100(1981)267. J. Badier et al. (J. Timmermans): Test of the MEA high duty factor electron Linac. G.A. Brinkman, P. Vernooys: Reactions nuclear effects in hadronic dimuon IEEE Trans. Nucl. Sci. NS-28 (1981) 3082. of recoil "F atoms with liquid and solid production. Phys. Lett. 104B (1981) 335. W. de Vries, L.J. Oostrijk, M. de Lange: D.P. Barber et al. (J. Bron, D. Buikman, mixtures of C,H, and C,Ft. Radiochem. The MEA computer control network. H.S. Chen, P. Duinker. J.C. Guo, Radioanal. Lett. 49 (1981) 95. IEEE Trans. Nucl. Sci. NS-28 (1981) 2228. L. Lindner: Radioactive decay versus D. Harting, E.J. Luit, G.G.G. Massaro): C.J. Martoff, J A Bistirlich, K.M. Crowe, chemical bonding in biological material. Experimental study of electroweak para¬ M. Koike, J.P. Miller, S.S. Rosenblum, Int. J. Radiat. Biol. 40 (1981) 206. meters at PETRA energies (12 < £ r „ W.A. Zajc: Orbital recoupling dominance J. Visser: Stralend gips in huis: waar is < 36.7Gev7. Phys. Rev. Lett. 46(1981) in the A = 20 isovector Ml transition. de bijsluiter? Oe Volkskrant, 26 septem¬ 1663. Phys. Rev. Lett. 46 (1981) 891. ber 1981. M. Barth et al. (L. Gatignon, W. Kittel, B. Aas, W. Beer, I. Beltrami, K. Bos, G.A. Brinkman, J. Visser: Reactions of W.J. Metzger, PA. v.d. Poel, DJ. SchotaF.W.N. de Boer, P.F.A. Gousmit, J. Kern, recoil F and Cl atoms with C,H,F, C,HSCI nus. A. Stergiou, R.T. Van de Walle): H.J. Leisi, W. Ruckstuhl, G. Strassner, and p-C,H,FCI. Radiochem. Radioanal. Jet-like properties of multiparticle sys¬ A. Vacchi, J.M. van der Velden, R. Weber: Lett. 49 (1981) 231. tems produced in K'p interactions at Search for anomalous muon-nucleon K.D. van der Linde, S. Spoelstra-van 70 GeV/c. Nucl. Phys. B192 (1981) 289. interactions; Precision measurements Balen, F.M. Kaspersen: The chemistry of M. Barth et al. (P.A. v.d. Poel, Z. Dziemo(2p-ls transitions in muonic 'Li, "C and "F-recoil atoms in gaseous CfjfV-CF,H bowski, L. Gatignon, W. Kittel, W.J. "C. SIN Physics Report No. 3 (April scavenged with H,S. Radiochem. Radio¬ Metzger, D.J. Schotanus, A. Stergiou, 1981)52. anal. Lett. 49 (1981) 239. R.T. Van de Walle): Inclusive neutral G.A. Brinkman, J. Visser: No selectivity kaon production in 70 GeV/c K'p inter¬ T. Johansson, J. Konijn, T. Krogulski, effects in aromatic substitution with actions. Nucl. Phys. B191 (1981)39. S. Polikanov, H.W. Reist, G. Tibell: recoil "F atoms. Radiochem. Radioanal. M. Barth et al. (P.A. v.d. Poel, L. Gatig¬ Muon induced fission. SIN Physics Lett. 49(1981)271. non, W. Kittel, W.J. Metzger, D.J. Schota¬ Report No. 3 (April 1981)62. nus, A. Stergiou, R.T. Van de Walle): G.A. Brinkman, P. Burkhard, H. Fischer, G.W.M. Visser, E.L. Diemer, C.M. Vos, Charged pion production in 70 GeV/c K'p F.N. Gygax, E. Roduner. W. Strub, B.C. F.M. Kaspersen: The biological beha¬ interactions. Z, Physik C 7 (1981) 187. Webster: Muonium substituted free viour of some organic Astatine com¬ M. Barth et al. (P.A. v.d. Poel, L Gatig¬ radicals. SIN Physics Report No. 3 pounds in rats. Int. J. Appl. Radiat. non, W. Kittel, W.J. Metzger, D.J. Schota¬ (Aprl 11981) 94. ISOtop. 32(1981)913. nus, A. Stergiou, R.T. Van de Walle): G.W.M. Visser, E.L. Diemer, F.M. Kasper¬ J. Visser: Stralenbundel. Gebundelde sen: The nature of the Astatine-protein Inclusive A and A production in K'p serie van 15 kranteartikelen over radio¬ interactions at 70 GeV/c. Z. Physik C 10 bond. Int. J. Appl. Radiat. Isotop. 32 activiteit. De Volkskrant, 1981. (1981) 205. (1981)905. L.G. Smith. E. Koets, A.H. Wapstrt J. Visser: Erfelijkheidsrisico straling The mass-difference 'T-'He and the M. Barth et al. (P.A. v.d. Poel, L. Gatig¬ overschat. De Volkskrant, 5 oktober neutrino mass. Phys. Lett. 102B (1981) non, W. Kittel, W.J. Metzger, D.J. Schota¬ 1981. 11*. nus, A. Stergiou, R.T. Van de Walle): L. Lindner, E.L. Diemer, K. Rössler: P.W.F. Louwrier: Inleiding tot ICRP-30, Slow proton and A" production in K'p On the recoil chemistry of "O in oxoadeel 2. NVS-Nieuws 6 (1981) (2) 16. interactions at 70 GeV/c. Z. Physik C 7 nion salts. Radiochem. Acta 29 (1981) 9. K.D. van der Linde, S. Spoelstra-van (1981)89. G.A. Brinkman, J.Th. Veenboer: Reac¬ Balen, A.H.W. Aten Jr., F,M. Kaspersen: F,A. Berends, K.J.F. Gaemers: De experi¬ tions of recoil tritium atoms with lluoro- mentele proef op de theoretische som in Chemistry of nuclear recoil "atoms in benzenes. Radiochim. Acta 29 (1981) 21. de jaren tachtig. NTvN A47 (1981) 39. gaseous tluoroethanes using the B. Scholten, J. Visser: Dodewaard kan "Ftp, pn) "F reactions Radiochim. Acta E. Bergshoeff et al. (B. de Wit): Extended dicht, maar wie doet het? De Volkskrant, con formal supergravity. Nucl. Phys. 28 (1981) 129. 19 september 1981. B182 (1981) 173. K.D. van der Linde, S. Spoelstra-van W. Duinker, J. van Eek: Impact parameter A. Bradley et al. (G. Shaw): O' duality in Balen, A.H.W. Aten Jr. F.M. Kaspersen: Reactions of "F recoil atoms in gaseous dependent K-shell ionisation of argon by two and four dimensions. Phys. Lett. 102B (1981) 180. CFi-CF, and CF,-CF,H. Radiochim. Acta protons scattered over large angles. J. Phys. 814(1981)4825. A. Bradley et al. (G. Shaw): Magic 28(1901)137. moments in QCD,. Phys. Lett. 102B G.A, Brinkman, G.A.V. Gerritsen, J. VisSectie H (1981) 359. oer: Formation of CHCI,i4mCI in liquid n . Brick et al. (H. de Bock, F. Crijns, mixtures of CCI,. Radiochem.Radioanal. B. Adeva et al. (F. Krijns, L. Gatignon, F. Hartjes, W. Kittel, A. Stergiou, D. Toet): W. Kittel, W. Metzger, C. Pols, M. SchouLett. 48 (1981) 121. ten, R.T. Van de Walle): The effectiveG W.M. Visser, EL. Diemer, F.M. Kasper¬ Observation of a fully reconstructed D'D' pair with long proper lifetimes in a energy dependence of the charged sen: The preparation of aromatic astatine compounds through aromatic high resolution hydrogen bubble cham¬ particles multiplicity in ph'IK' inter¬ mercury compounds. Part II: Astatina- ber and the European hybrid spectro¬ actions at U7GeV/c. Phys. Lett. 103B
120
NIKHEF
(1981)241. C. Daum et al. (C. Oaum, L.O. Hertzber¬ ger, W. Hoogland. R. Jongerius, J.C. Kluyver, G. Polok, W. Spierenburg, H. Tiecke, J. Vermeulen, L. Wiggers): A search tor the S(1936) in 100 GeVpBe interactions. Phys. Lett. 1008(1981)439. C. Daum et al. (C. Daum, P. van Deurzen. L. Hertzberger, W. Hoogland. R. Jonge¬ rius, S. Peters, G. Polok, H. Tiecke): Evidence tor the associated production of strange particles and Q-mesons Phys. Lett. 98B (1981) 313. C. Daum et al. (C. Daum, P. van Deurzen, L. Hertzberger, W. Hoogland, R. Jonge¬ rius, S. Peters, G. Polok, H. Tiecke): Inclusive
-meson production in 93 and 63 GeV hadron interactions. Nucl. Phys. B186 (1981) 205. C. Daum et al. (C. Daum, P. van Deurzen, L Hertzberger, W. Hoogland, R. Jonge¬ rius, S. Peters, G. Polok, H. Tiecke): Study of the charge-exchange reactions •K-p - (f',ri,n')n at 63 GeV. Z. Physik C 8 (1981)95. C. Daum et al. (C. Daum, L.O. Hertzberger, W. Hoogland, R.T. Jongerius, G. Polok, W. Spierenburg, H.G. Tiecke, J.C. Vermeulen, L. Wiggers): Observa¬ tion of double meson production in 100 and 175 GeV * -Be interactions. Phys. Lett. 104B (1981) 246. C. Daum et al. (C. Daum, P. van Deurzen, L Hertzberger, W. Hoogland, S. Peters, G. Polok, H. Tiecke): Diftractive produc¬ tion of strange mesons at 63 GeV. Nucl. Phys. B187 (1981)1. C. Daum et al. (C. Daum, P. van Deurzen, L. Hertzberger, W. Hoogland, S. Peters. G. Polok, H. Tiecke): Dif tractive produc¬ tion of 3n states at 63 and94 GeV. Nucl. Phys. B182 (1981) 269. A.N. Diddens: Deeltjesversnellers. Natuur en Techniek 49 (1981) 300. A.N. Diddens, R.T. Van de Walle: Waarom Hoge-Energie-Fysica. NTvN A47(1981)31. H.B. Dijkstra, C.J. Hardwick, W. Hoog¬ land: A simple technique for measuring with high accuracy relative wire posi¬ tions in MWPC's. Nucl. Instr. and Meth. 188(1981)59. P. Duinker: Het ISABELLEproject. NTvN A47 (1981) 45. Z. Dziembowski, W.J. Metzger, R.T. Van de Walle: Diquark clustering and the neutron charge radius. Z. Phystk C 10 (1981)231. D. Favart et al. (G. Bobbink, J. Sens): Measurement of pp elastic scattering at yjs = 52.8 GeV at the CERN intersecting storage rings. Phys. Rev. Lett. 47 (1981) 1191. B. Foster et al. (J.J. Engelen, W. Kittel, J.S. Vergeest, R.T. Van de Walle, R, Blokzijl, G.F. Wolters): Partial wave analysis of backwardlyproduced threepion sys¬ tems in K p interactions at 4.2 GeV/c. Nucl. Phys. 6187(1981)231.
NIKHEF
K.J.F. Gaemers: Numerical inversion of the problem of moments. Comp. Phys. Comm. 22(1981)115. L.O. Hertzberger, D. Gosman, G. Kieft. G.J.A. Por. M. Schoorel. L.W. Wiggers: FAMP system. Comp. Phys. Comm. 22 (1981)253. W. Hoogland: Detectie van elementaire deeltjes. Natuur en Techniek 49 (1981) 680. W. Hoogland: HERA: Elektron-proton botsingen bij zeer hoge energie. NTvN A47(1981)48. B. Humpert et al. (W.L. van Neerven): Graphical mass factorization. Phys. Lett. 102B (1981) 426. B. Humpert et at, (W.L. van Neerven): Infrared and mass regularization in AF field theories (I): • , ' . Nucl. Phys. B178 (1981)498. B. Humpert et al. (W.L. van Neerven): Infrared and mass regu'arization in AF field theories (II): QCD Nucl. Phys. B184 (1981) 225. B. Humpert et al. (W.L. van Neerven): Technical aspects of the axial gauge. Phys. Lett. 101B (1981) 101. B. Jongejans: Deeltjes met tover. Natuur en Techniek 49 (1981) 223. M. Jonker et al. (M. Jonker, J. Panman, F. Udo): Experimental study of differen¬ tial cross sections doldy in neutral current neutrino and antineuthno inter¬ actions. Phys. Lett. 102B (1981)67. M. Jonker el al. (M. Jonker, J. Panman, F. Udo): Experimental study of neutralcurrent and charged-current neutrino cross sections. Phys. Lett. 99B (1981) 265. M. Jonker er al. (M. Jonker, J. Panman, F. Udo): Experimental study of oppositesign and same-sign dimuon events produced in wide-band neutrino and antineutrino beams. Phys. Lett. 107B (1981)241. M. Jonker et al. (M. Jonker, P. Panman, F. Udo): Measurement of the cross section of antineutrino scattering on electrons. Phys. Lett. 105B (1981) 242. M. Jonker et al. (M. Jonker, F. Udo): Use of streamer tubes in a targe calorimetric neutrino detector. Phys. Scripta 23(1981)677. W. Kittel: Partons in soft hadro-produclion. Acta Phys. Polonica 812(1981) 1093. W. Kittel: Sott hadronic interactions review of three basic observations. In: Partons in Soft-Hadronic Processes'. Ed. R.T. Van de Walle, World Scientific Publ. Comp., Singapore, 1981, p. 2. J.C. Kluyver: De organisatie van de hogeenergiefysica. NTvN A47(1981)35. B. Koene, L. Linssen: A method for tension control of MWPC wires. Nucl. Instr. and Meth. 190 (1981) 511. M. Mazzucato et al. (R. Blokzijl. J. Enge¬ len, B. Jongejans, W.K. Kittel, J.C. Kluy¬ ver, W. Metzger, R.T. Van de Walle):
2(1320) and Z(1530) production in K p interactions at 4.2 GeV/c. Nucl. Phys. B178(1981) 1. B- Niczyporuk et al. (K.W. Chen): Charged hadron production in e*e annihilation in the T and T region. Z. Physik C 9 (1981)1. B. Niczyporuk et al. (K.W. Chen): T'(10.01) resonance parameters. Phys. Lett. 99B (1981) 169 P.S. Oud et al. (M.C. Raaymakers): The development of a cervical smear preparation procedure for the BioPEPR image analysis system. Anal, and QuantCytology Journ. 3 (1981) 73. P.S Oud et al. (M.C. Raaymakers, R.T. Van de Walle): Thionine-Feulgen Congo Red; A new staining technique tor automated cytology. Anal, and Quant. Cytology Journ., december 1981. E.J. Sacharidis et al. (W. Hoogland): Forward K"(892) production in K'p - x'K,°p at 12.7 GeV/c. Nucl. Phys. B179 (1981) 9. M. Schouten et al. (M. Schouten, H. de Bock, F. Crijns, Z. Dziembowski, W. Kit¬ tel, W. Metzger, C. Pols, R.T. Van de Walle): Inclusive and semi-inclusive p" production in T7T IK'lp p interactions at 14/ GeV/c. Z. Physik C 9 (1981) 93. F. Udo: LEP: Een nieuw instrument voor de hoge-energiefysxa. NTvN A47 (1981) 54. J.A.M. Vermaseren, K.J.F. Gaemers, S.J. Oldham: Perturbative QCD calculation of jet cross sections in e'e annihilation. Nucl. Phys. 8187(1981)301. B. de Wit et al. (B. de Wit): Extended supergravity with local SO(5) invariance. Nucl. Phys. 6188(1981)98. B. de Wit et al. (B. de Wit): Structure o/ N-2 supergravity. Nucl. Phys. B184 (1981) 77. B. de Wit et al. (B. de Wit, P. van Nieuwenhuizen): Quantization of 11-dimensional supergravity. Phys. Lett. 104B (1981) 27. M. Schouten: Inclusive Q° and * produc¬ tion in hadronproton interactions at 147 GeV/c incident beam momentum. Proef¬ schrift, Nijmegen, 15 oktober 1981. J. Panman: A study of inclusive neutrino interactions in a marble target. Proef¬ schrift, Universiteit van Amsterdam, 16 september 1981. G.J. Bobbink: Correlations between high-momentum particles in protonproton collisions at high energies. Proef¬ schrift, Utrecht, 11 juni 1981. ACCMOR-rapporten The NA11 collaboration: Continuation of the NA11 experiment in 1981. CERN/ SPSC/81-27. F, Puiz et al. (J. Timmermans): Evaluation of systematic errors in the avalanche localization along the wire with cathode strips read-out MWPC. CERN/EF/81-11. B. Jongejans et al.
121
neutrino beam at CERN with emulsion plates. CERN/EP/NBU/81-2B. Jongejans et al. (B. Jongejans): Re-analysis of an absolute calibration of muon lluxdetectors in the wideband neutrino beam. CERN/EP/NBU/81-5. W. Hoogland: Some remarks concerning the observability of a gluonium state decaying into K°,K°,. » 46. W. Hoogland: Some results in accep¬ tance for G — 6T production. # 47. Decay angular distributions for 4> resonances. # 48.
pBe interactions. Nr. 8. B. de Wit: Functional methods in quan¬ H.J. Snaterse: CCR68K. a CAMAC tum field theory. Voordrachten gegeven controller for the MC 68,000 micro¬ tijdens de '1981 Cargèse Summer processor. Part I: User's guide. Part II: Institute on Fundamental Interactions', Hardware description. Part III: CCR68K Cargèse, Frankrijk, 14-31 juli 1981. Nr. 27. & CAVIAR software. Nr. 9. I, II, III. B. de Wit, M. Rocek: Improved tensor B. Jonqejans, A. Marzari, C. Visser et al. multiples Nr. 28. (Ambopapisato-collaboratie): The cali¬ P. Duinker: Jet formation in e'e inter¬ bration of a wide band (anti-)neutrino actions. Nr. 29. beam at CERN with emulsion plates. P. Duinker: Search for new particles and Nr. 10. electreweak interference effects in e'e H.B. Dijkstra, W. Hoogland: Is there an interactions. Invited talk at the Inter¬ E(1420) signal in the semi-inclusive national Conf. on HEP, Lissabon, Portu¬ reaction x + p - K° + K + K' + X? Nr. 11. gal, 9-15 juli 1981 and at the International PEP9rapporten P.G. Kuijer: Study of inclusive and School of Subnucl. Phys. 19th course: J. Timmer: Compensating magnets for exclusive Feynman x distributions from the Unity of the Fundamental Inter¬ pp reactions at 7.23 GeVIc and 12 GeV/c. actions, Erice-Trapani-Sicilië, Italië, PEP9. TG216. 31 juli - 11 augustus 1981. Nr. 30. J. Timmer: Timing of CAMAC operations Pantip-report no. 29, Nr. 12. P.G. Kuijer: &" production in the reaction B. de Wit: Conformal invariance in on the PEP9 VAX. TG217. extended supergravity. Voordrachten W.G.J. Langevelr1, J.C. Sens, J. Timmer: pp — P P T ' T ' T I . Pantip-report no. 28. gegeven tijdens de 'Spring School on Bhabha angular- and energy-distribu¬ Nr. 13. Supergravity', Trieste, Italië, 22 april tions. TG220. F. Udo: A central detector. Nr. 14. 6 mei 1981. Nr. 31. C.S. Langensiepen, G. Shaw: Magic S. Carlson et at. (J.C. Sens): Radiation moments in QCD,. Nr. 15. W. Hoogland: Decay angular distribu¬ survey in IR2. TG228. W. Hoogland et al. (ACCMOR-collabotions for resonances. Nr. 32. F.C. Erne, J. Timmer: Pion-electron ratie): Observation of double -meson B. de Wit: New results in conformal discrimination in the mini-beta mode. production in 100 and 175 GeV * Be supergravity. Voordracht gegeven TG229. interactions. Nr. 16. tijdens de 'Erice Study Conf. on Unifi¬ S. Carlson et al. (J.C. Sens): Radiation B. de Wit, P. van Nieuwenhuizen, A. Van cation of the Fundamental Interactions', survey in IR2. TG231. Erice, Italië, 6-14 oktober 1981. Nr. 33. Proeyen: Quantization of 11-dimenJ. Timmer: PEP9 Septa. TG232. T.H. Chang, K.J.F. Gaemers, W.L. van sional supergravity. Nr. 17. H.P. Paar: Nal Calibration. TG233. Neerven: QCD corrections to the width J. Armitage: Report on the Two-Gamma G.F. Wolters: Magnetic moments and 2 and mass of the intermediate vector conference in Paris, april 1981. TG235. structure of the nuclei H', He and of bosons. Nr. 34. baryons. Nr. 18. J. Timmer, B. van Uitert: Time-offset calibration of the driftchamber digitiL. Linssen: Measurement of pp total and HEN-rapporten sers. TG238. differential cross sections at the CERN A. Stergiou: Note on the decay angular pp collider. An Essay. Nr. 19. H.P. Paar: Progress report on the TOF. distributions and positivity constraints B. de Wit: Conformal invariance in TG239. gravity and supergravity. Voordrachten in polarization measurements. Februari J.C. Sens: TPC normal coil. TG243. 1981, HEN-204. gehouden tijdens de '18th Winter School H.P. Paar: Inelastic electron-gamma of Theoretical Physics', Karpacz, Polen, W. Metzger: Some NA-5 scanning results scattering equations. TG244. on high p.-tilm. Februari 1981, HEN-205. J. Timmer: PEP9 septum magnets and 19 februari - 4 maart 1981. Nr. 20. P. van Nieuwenhuizen: Classical gauge L. Gatignon: Determination of the inter¬ related software. TG245. H.P. Paar: Current resolution of the TOF. fixing in quantum field theory. Nr. 21. nal structure of valons, using K'p inter¬ L.O. Hertzberger, G. Kieft, B. Kisietewski, actions at 70 GeV/c. Aprii 1981, HEN-207. TG248. L.W. Wiggers: The fast Amsterdam R.T. Van de Walle. L. Gatignon: Determi¬ J. Armitage: A low-cost background multiprocessor (FAMP) system hard¬ nation of the internal structure of valons. monitor for PEP9. TG250. ware. Nr. 22,1. Juni 1981, HEN-208. J.C. Sens, J. Weber: TPC normal coil D. Gosman, L.O. Hertzberger, D.J, Holt- P. v.d. Poel: Particle separation with twofield. TG251. J.C. Sens: Aircore skew quads. TG252. huizen, G.J.A. Por, M. Schoorel: The fast or three cavity RF separators for the 70 GeV/c K'p experiment. Juli 1981, Amsterdam multiprocessor (FAMP) NIKHEF -H- rapporten HEN-210. operating system. Nr. 22, II. P. v.d. Poel: Progress of scanning and L.O. Hertzberger, W. Hoogland, L.W. W. Hoogland et al. (ACCMOR-collabomeasurement of 70 GeVIc K'p interac¬ ratie): Inclusive -meson proc iction in Wiggers: Application of the FAMP multiprocessor system in experiment tions at Nijmegen, Juli 1981, HEN-211. 93 and 63 hadron interaction. Nr. 1. W. Kittel: Review ot developments in NA11 at the SPS. Proc. 'Topological W. Vallenduuk: ^-Spectroscopy. soft hadronic multiparticle physics. Conf. on the Appl, of Microprocessors ACCMOR-rapport 42, Nr. 2. Juli 1981, HEN-212. to High Energy Physics Experiments', L.O. Hertzberger: The fast Amsterdam L. Gatignon: The reactions K' — K" + X multi processor (FAMP) system. Nr. 3. CERN, Genève, Zwitserland, 4-6 mei in the valon mode'. Augustus 1981, P. Duinker: e'e physics at PETRA. Voor¬ 1981. Nr. 22. III. HEN-213. W. Hoogland, W. Spierenburg: Accep¬ drachten gehouden tijdens de 'XVIII tance calculations with the NA11 spec¬ L Gatignon, R. Hwa, R.T. Van de Walle: Intern. School of Subnuclear Physics, Determination of kaon and valon struc¬ trometer hi K,- and A0,,,» inclusive Ettore Majorana', Erice, Italië, Nr. 4, 5. tures from soft hadronic processes. production at 150 GeV n p. Nr. 23. B. Koene, L. Linssen: A method for Augustus 1981. HEN-214. tension control of MWPC wires. Nr. 6. E. Bergshoeff, M. de Roo, B. de Wit, A. Stergiou: The EHS spectrometer with S.J. Oldham: Comment on the Cornell P. van Nieuwenhuizen: Ten-dimensional a small holographic bubble chamber. model of hadron couplings. Nr. 7. Maxwell-Einstein supergravity, its W. Hoogland et al. (ACCMOR-collabocurrents and the issue of its auxiliary Oktober 1981, HEN-215. D. Weenink: Verslag praktisch werk op ratie): A search tor the S(1936) in 100 GeVfields. Nr. 25.
122
NIKHEF
'
•
4
1
Vi'
15 <
«-
de afdeling hoge-energie-fysica. Mei 1981. HEN-216. W.J. Metzger: High p, hadmn-hadron interactions and QCD. Oktober 1981, HEN217. F. Ronde. Scan handleiding voor NA-23. November 1981. HEN 218 S. PokorsKi: An alternative to grand unification. November 1981, HEN-219. Fr. Meyers: Basic concepts of holo¬ graphy and its applications to a small bubble chamber. Juni 1981. HEN-220
Light Nuclei, Praag, Tsjechoslowakije, 1-4 juni 1981. E.W.A. Lingeman: Career outlook for physicists in the Netherlands. Proc. of the Seminar on 'The career outlook for physicists in Europe'. 'Ettore Majorana Centre for Scientific Culture, Erice, Italië. 25-27 juni 1981. Ed. E.W.A. Linge¬ man, European Physical Society, 1981. p. 81.
1981. GA Brinkman: Stralingsdoses gedu¬ rende isotopenproduktie met remstratenbundels. G.W.M. Visser, EL. Diemer, F.M. Kaspersen: De astatium-eiwit binding. L. Lindner, P. Polak: A source of the "Si-"P decay system. P. Polak, L. Lindner: Recoilchemie van •'Pfn.-y^'P in zouten van PF.. D. de Jong, B.W. van Halteren: Readies van energetische " " "Br met gasvor¬ IX International Conference on High mige halomethanen. Energy Physics and Nuclear Structure, G.A. Brinkman, P.W.F. Louwrier, J.Th. Versailles, Frankrijk, 6-10 juli 1981. 5. Bijdragen aan conferenties e.d. Veenboer: Reacties van T en Mu met B. Balestri, P.Y. Bertin, C. Fournier, chloorethyleen. A. Gerard, E.W.A. Lingeman, J. Miller, Sectie K J. Picard, B. Saghai, K.K. Seth, P. Vermin: J. Korsse, G.J. Leurs: Analyse van J. Konijn: Strong interaction shifts and * * deuteron elastic scattering at 65 MeV. bestraalde EDTAoplossingen met widths of deep lying levels in pionic J.H. Koch, EJ. Moniz: Nuclear photogellilt ratit: in waterig milieu. atoms. Fourth Nordic Meeting on Inter¬ absorption and compton scattering at mediate and High Energy Nuclear intermediate energies. R. van Dantzig, J.M. van der Velden: Physics, Qeilo, Noorwegen, 4-10 januari P.K.A. de Witt Huberts: Electromagnetic On T -multineutron phenomenology. 1981. interactions with nuclei at high momen¬Workshop on i-production/absorption. H. de Vries: QDD and QDQ spectrometer tum transfer. Indiana University, Bloomington, USA, arrangements at IKO. Symp. on Coinci¬ 22-24 oktober 1981. T. Johansson, J. Konijn, T. Krogulski, dence Spectrometers, Mainz, W-DuitsS. Polikanov, H.W. Reist, G. Ibell: The A.H. Wapstra: Determination and use of land, 13-14 februari 1981. 3d — 1 s radiationless transition in nuclear masses. First Conf. on Nuclear muonic atoms ot "'U. Abstracts p. 356. Structure Data Evaluation, Asilomar, Ca45. Physikertagung Hamburg 1981. lifornië, USA, 27-30 oktober 1981. Friihjahrstagung Hamburg 1981 KernA.H. Wapstra: Nuclear capture reaction G.A. Brinkman, P.W.F. Louwrier: Reac¬ und Teilchenphysik, Kurzzeit- und energies and nuclear masses. Intern. tions of muonium with aromatic com¬ Plasmaphysik, Hamburg, W-Duitsland, pounds. Symp. on Nuclear and RadioConf. on Neutron Capture Gamma-Ray 23-27 maart 1981. Verhandlungen DPG chemist r,, Varanasi, India, 3-7 november Spectroscopy, Grenoble, Frankrijk, 4/1981. 1981. 7-11 september 1981. E.W.A. Lingeman: The career outlook A.W. Bronkhorst, J.H.J. Distelbrink, G.A. Brinkman: Reactions of muonium for physicist's in Europe. General Conf. with aromatic compounds. Symp. on P.C. Dunn, J.W.A. den Herder, C.W. de EPS, Istanbul, Turkije, 7-11 september Jager, E. Jans, P.H.M. Keizer, J. van der Nuclear and Radiochemistry, Varanasi. 1981. Laan, L. Lapikas, G. Luijckx, R. Maas, India, 3-7 november 1981. J.G. Noomen, A.M. Selig, J.M. Verhsijen, H. de Vries: The beam handling system J.H. Koch: Photoabsorptin en 'He at intermediate energy. Miniconf. 'The at NIKHEFK. Workshop on HighC. de Vries, H. de Vries, P.K.A. de Witt Study of Few Body Systems with Elec¬ Resolution, Large Acceptance Spectro¬ Huberts, H. Blok, H.P. Blok, L.T. van der tromagnetic Probes'. Amsterdam, 19-20 meters, Argonne National Laboratory, Bijl, A.J.H. Donné, G. van Middeikoop, november 1981. L. de Vries: Electron scattering facilities USA, 8-11 September 1981. H. de Vries: High-resolution QDD and C.J. Martoff, JA. Bistirlich, K.M. Crowe. at Amsterdam, p. 784. large solid angle QDQ at NIKHEF. J.P. Miller, S.S. Rosenblum, W.A. Zajc, B. Balestri, P.Y. Bertin, B. Coupat, H.W. Baer, A.H. Wapstra. G. Strassner, G. Fournier, A. Gerard, E.W.A. Lingeman, Workshop on High-Resolution, Large P. Truol: M2resonance fragmentation J. Miller, J. Picard, B. Saghai, K.K. Seth, Acceptance Spectrometers, Argonne in the series "O, "O, :'F. Bericht der P. Vernin: Pion scattering on helium at National Laboratory, USA, 8-11 septem¬ ber 1981. Herbsttagung der Schweizerischen Phylow energies, p. 628. sikalischen Gesellschaft. 53,1981, P.W.F. Alons, H.P. Blok, LT. van der Bijl, A.W. van Weers, P.W.F. Louwrier: p. 647. J.F.A. van Hienen, J.J.A. Zalmstra, P.K.A. Uptake and retention of '"Sb in the common mussel, shrimp and shore crab de Witt Huberts, R. Frey: Elastic and Sectie H In: 'Impacts of radiological releases into inelastic scattering and potential the marine environment'. Proc. of an J.C. Kluyver: Elementaire deeltjes in models II. p. 769. Intern. Symp., by the IAEA and the geuren en kleuren. Symp. Recente Ont¬ E. Jans, P. Barreau, M. Bernheim, OECD Nuclear Energy Agency, Wenen, wikkelingen in de Technische Natuur¬ M. Finn, J. Morgenstern, J. Mougey, kunde, Eindhoven, 5 febiuari 1981. D. Tarnovski, S. Turck-Chieze, M. Brussel, 6-10 oktober, p. 381. P.K.A. de Witt Huberts: Consequence of K.W. Chen: Physics program in the BBG.P. Capitani, E. de Sanclis, S. Frullani, I. Sick: The quasi-free (e.e'p) reaction on magnetic electron scattering results on region. DORIS Workshop, DESY, Ham¬ spectroscopie factor determinations. burg, W-Duitsland, 10 februari 1981. •He. p. 631. DPG-Tagung, Bad-Honnef, W-Duitsland, XVIth Rencontre de Moriond, Les Arcs, v'. Korsse: The kinetics ot the reaction of 9 oktober 1981. e3, with EDTA. Miller Conf., Manchester, J. Konijn: Radiationless transitions in Frankrijk. 23 maart 1981. muonic atoms of ""U. NNV-najaarsver- F.C. Erné: Correlations between frag¬ Groot-Brittannië, 12-16 april 1981. mentation baryons and mesons produ¬ gadering, sectie Kernfysica, Petten, B. Balestri, P.Y. Bertin, G. Fournier, ced in high energy pp interactions. 16 oktober 1981. A. Gerard, E.W.A. Lingeman, J. Miller, W. Hoogland: The 1' nonets in light J. Picard, B. Saghai. K.K. Seth, P. Vermin: quark meson spectroscopy. Diffusion èlastique t±-d,ir± en dessous Bijeenkomst Sectie Radio- en StralenW. Kittel: The influence of partons on chemie KNCV, Bilthoven, 16 oktober 70 MeV. Intern. Symp. on Mesons and
•24
NIKHEF
soft hadronic reactions.
actions. Blacksburg. Virginia, USA, 28-31 mei 1981. F.C. Erné: Fragmentation in high energy pp interactions. Intern. Conf. on Physics in Collision. Blacksburg, Virginia. USA. 28-31 mei 1981.
x'p
— x'pi'x
and
i p -
i p-x't
at
147
GeV/c.
BRUSSELS-CERNGENEVAMONS NIJMEGEN-SERPUKHOV Collaboration: Determination of the internal structure of valons. Forward distribution of identified charged Xllth International Symposium on Multi- particles and net charge and strangeness Topical Conference on the Applications particle Dynamics, Notre Dame, Indiana, distributions in K'p interactions at 70 of Microprocessors in High Energy Phy¬ USA, 21-26 juni 1981. GeVlc. sics Experiments, CERN, Genève. Zwit¬ International Hybrid Spectrometer Con¬ Production of vector and tensor mesons serland, 3 mei 1981. (CERN (81-07)). sortium (Nijmegen): Planar multiparticle in K'p interactions at 70 GeVlc. L.O. Hertzberger: The FAMP system production in hadron-hadron collisions BariCracow-Liverpool-München (MPI)hardware and operating system. at 147GeV/c. Nijmegen-Collaboration: Multiparticle L.O. Hertzberger et al. (L.O. Hertzberger, Inclusive strange resonance production production on hydrogen, argon and xenon G. Kieft, B. Kisielewski, L.W. Wiggers): targets in a streamer chamber. in t'p, K'p and pp interactions at The fast Amsterdam multiprocessor LENACollaboration(Nijmegen): Recent 147GeV/c. (FAMP) system hardware. Proc. p. 70. Inclusive and semi-inclusive Q' produc¬ results trom DORISILENA D. Gosman, L.O. Hertzberger, O.J. HoltM. Aquilar Bemtez et al. (F. Krijns. L. Gation in I'II IK'lp p interactions at huizen, G.J.A. Por, M. Schoorel: The Fast 147 GeVIc. tignon, F. Hartjes, W. Kittel, A. Stergiou. Amsterdam Multiprocessor (FAMP) D. Toet): Charmed particle production in Approach to scalling in inclusive I V I operating system. Proc. p. 83. 360 GeV * p and pp interactions. ratios in 147 GeV/c. K. Eggert et af. (L.O. Hertzberger, D.J. AMBEBOPAPISATO Collaboration (S. BarBHUSSELS-CERN-GENEVA-MONSHolthuizen): Fast on-line track finding lag. P. van Dam, E. de Wolf, B. Jongejans, NIJMEGEN-SERPUKHOV-Collaboration: for the muon trigger in the UA1 experi¬ Determination of the internal structure A. Tenner, C. Visser, R. Wigmans): Proton ment. Proc. p. 90. and neutron structure functions from r of valons. L.O. Hertzberger, W. Hoogland, L.W. Forward distribution of identified char¬ interactions in deuterium. Wiggers: Application of the FAMP multi¬ ged particles and net charge and stran¬ Observation of dimuon events in v_ and v processor system in experiment NA11 at geness distributions in K'p interactions deuterium interactions. Charged hadron multiplicities in high the SPS. Proc. p. 488. at 70 GeV/c. B. Berg et al. (L.O. Hertzberger): A multi- Production of vector and tensor mesons energyv_,nand vjp interactions. C. Daum et al. ;C. Daum, L.O. Hertzberger, microcomputer system for Monte Carlo in K'p interactions at 70 GeV/c. W. Hooytand, R.T. Jongerius, G. Polok. calculations. Proc. p. 594. Bari-Cracow-Liverpool-Munchen (MPI)W. Spierenburg, H.G. Tiecke, L.W. Wig¬ Nijmegen-Coilaboration: Multiparticle gers. J. Vermeulen, C. Hardwick): Obser¬ B. de Wit: Summary talk. Workshop on production on hydrogen, argon and vation of charmed baryon production in xenon targets in a streamer chamber. supergravity, ICTP, Trieste, Italië, 6 mei Deep inelastic hadron scattering with a 150 GeVpBe interactions. 1981. Observation of inclusive D' and D° pro¬ 2* calorimeter trigger. B. de Wit: Supersymmetry and superduction in 175 and 200 GeV T Be inter¬ gravity. Vosbergen-conferentie, Vlieland, W. Kittel: Review of developments in actions soft hadronic multiparticle physics. 14 mei 1981. G.F. Wolters: Magnetic moments and Baltimore Meeting of the American structure of the nuclei *H, : He and of International Conference on Neutrino Physical Society, Baltimore, Maryland, baryons. Physics and Astrophysics, Maui, Hawa'i, USA. 20-23 april 1981. R.T. Van de Walle (invited): Valon-model USA, 1-8 juli 1981. International Hybrid Spectrometer Con¬ for low-p, reactions. AMBEBOPAPISATO Collaboration (S. sortium (Nijmegen): Inclusive strange Barlag, P. van Dam, E. de Wolf, B. Jonge- P.H.A. van Dam: v, and v, charged current resonance production in *'p, K'p and pp jans, A. Tenner, C. Visser, R. Wigmans): interactions in deuterium. interactions at 147 GeV/c. Proton and neutron structure functions P. Duinker (invited): Search for new parti¬ Clusters in 147 GeVlc r p, K'p and pp cles and electroweak interference effects from y interactions in deuterium. interactions. Observation of dimuon events in v and v in e'e interactions. Comparison of low p, hadron reactions deuterium interactions. Charged hadron multiplicities in high ISABELLE Summer Workshop, Brookwith a charge model and a cascading energy v.n and vj> interactions. haven National Laboratory, NY, USA, model A.G. Tenner: v. and c» interactions in 20-31 juli 1981. P. Duinker, J.C. Guo, D. Harting, F. Hart¬ BioPEPR Afdeling Nijmegen: The devel¬ deuterium. jes, L.O. Hertzberger, J. Konijn, G.G.G. opment ola fully automa ted prepara tion Massaro: Vertex detector. device for automated cervical cytology. International EPS-Conference on High S.D. Holmes et al. (H.D. Paar): Report on Vlllth Conf. on Analytical Cytology and Energy Physics, Lissabon, Portugal, e p experiments at ISABELLE Cytometry, Portsmouth, New Hamp¬ 9-15 juli 1981. K.J. Foley et al. (H.D. Paar); The impact shire, USA, 19-25 mei 1981. International Hybrid Spectrometer of the e p option on ISABELLE experi¬ BioPEPR Afdeling Nijmegen: Visual Consortium (Nijmegen): Inclusive and screening of cervical smears prepared semi-inclusive e' production in ir'h IK'I mental areas. for automated cytology. Vlllth Conf. on p p interactions at 147GeVlc. P. Duinker (invited): Search (or new Analytical Cytology and Cytometry, particles and electroweak interference Approach to scaling in inclusive n'/v Portsmouth, New Hampshire, USA, effects in e'e interactions. ratios in 147 GeVlc. 19-25 mei 1981. The Gribov-Morrison rule and A, produc¬ P. Duinker: Jet formation in e'e inter¬ P. Duinker (invited): Search for new tion at 147 GeVlc. actions. Intern. Conf. on Physics in Double pomeron exchange in the reac¬ particles and electroweak interference Collision: High Energy ee/ep/pp Inter¬ effects in e'e interactions. Intern. tions pp - ppft, K'p - K'pr* , LENA-Collaboration (Nijmegen): Scan of the energy region 7.4 • 9.4 GeV in e'e annihilation. Frühjahrslagung Deutsche Physikalische Gesellschaft, Hamburg, W-Duitsland, 2327 maart 1981.
NIKHEF
125
School of Subnuclear Phys*cs. 19th course: The Unity of the Fundamental Interactions, Erice-Trapani-Sicilie. Italië, 31 juli - 11 augustus 1981. 10th International Symposium on Lepton end Photon Interactions at High Energy, Bonn, WDuitsland, 24 28 augus¬ tus 1981. LENACollaboration(Nijmegen): Recent results from DORIS/LENA. M. Aquilcr-Benitez et al. (F. Criins, L. Gatignon, F. Hartjes. W. Kittel, A. Stergiou, D. Toet): Charmed particle production in 360 GeV x p and pp interactions. AMBEBOPAPISATO Collaboration (S. Barlag. P. van Dam. E. de Wolf, B. Jongejans, A. Tenner, C. Visser, R. Wigmans): Protron-and neutron struc¬ ture functions from e interactions in deuterium. Observation of dimuon events in v and r deuterium interactions. Charged ftadron multiplicities in high energy v,n and rj> interactions. W.J. Metzger: Hadronhadron interac¬ tions: a. The Drell-Yan process; b. Pro¬ duction olhigh-p, photons; c. Production of high-p,hadrons. Vlth Intern. School of Theoretical Physics, Szcyzyrk, Polen, 21-23 september 1981. W. van Neerven: Order a, corrections to vector boson masses. QCD Workshop DESY. Hamburg, W Duitsland, 29 sep¬ tember - 1 oktober 1981. J.C. Sens: Synchrotron radiation stayclear limits at LEP. LEP Detector Work¬ shop, MIT, Cambridge. Mass.. USA, 18-21 oktober 1981. W.G.J. Langeveld, J.C. Sens: Muon pairs from e'e •- e'e ^ y at the Z, peak. LEP Detector Workshop, MIT, Cambridge, Mass., USA 18-21 oktober 1981. P. Duinker Results Irom a test driftchamber built at NIKHEF. LEP Instru¬ mentation Meeting, MIT, Cambridge. Mass., USA, 20 oktober 1981. E. Bergshoeff et al. (B. de Wit): Extended contormal supergravity and its appli¬ cations. In: 'Progress in Supergravity'. Proc. of the Nuffield Supergravity Work¬ shop, Cambridge. Eds. S.W. Hawking, M. Rocek, Cambridge University Press. 1981 W.G.J. Langeveld: Muon pairs from e'e - e ' f i i ' d at the Z, peak. SLC- Work¬ shop 1981. F. Crijns, W.J. Metzger. C. Pols, T. Spuybroek: Large transverse energy cross sections with a 2* calorimeter. Proc. XXth Intern. Conf.. Madison. Winconsin, USA. Eds. L. Durard, L. Pondrom, AIP. NY, USA, 1981, Vol. 1, p. 92. J.A.M. Vermaseren. Review of the theory parallel session. Proc. Fourth Intern. Colloquium on Photon-Photon Interacti¬ ons 1981. Ed. G.W London. World Scient. Publ. Comp.. Singapore. 1981.
126
6. Voordrachten Sectie K P.K.A. de Witt Huberts. Nuclear struc¬ ture implications of hi-multipole magne¬ tic electron scattering. KVI, Groningen.
8 april 1981. C. de Vries: Toekomstig onderzoek aan het binnengebied van atoomkernen. Genootschap ter bevordering van de Natuur-, Heel- en Geneeskunde. Amster¬ dam, 10 april 1981. G.W.M. Visser: Astatine compounds applicable as radiopharmaca. 22nd Dutch Federation Meeting (Federation of Medical Scientific Research). Utrecht, 22 april 1981. C. de Vrias: Plannen voor derde genera¬ tie e -versnellers; consequenties voor het NIKHEF-K. NIKHEF-K. M mei 198t. J.M. Bailey: Theantiprotonproton inter¬ action at low energy. Universiteit van Amsterdam. 18 juni 1981. J.H. Koch: Nuclearphotoabsorption at intermediate energies. Massachusetts Institute of Technology. Boston. USA. 22 juli 1981. C. de Vries: Status van elektronenverstrooiings-faciliteiten op het NIKHEFK. KVI, Groningen, 30 september 1981. P.K.A. de Witt Huberts: Consequence of magnetic eltctron scattering results on spectroscopie factor determinations Robert van de Graaff-Laboratorium. Utrecht. 2 oktober 1981. J.H. Koch: Photoabsorptie aan kernen bij middelhoge energie. Vrije Univer¬ siteit. Amsterdam, 7 oktober 1981. R. van Dantzig: Proton induced deuteron breakup at 50 MeV in 4*-4D view. TRIUMF, Vancouver, Carada, 28 oktober 1981. R. van Dantzig: The reaction p+d - ppn Studied with BOL. Univ. Washington. Seattle, USA. 3 november 1981 D. de Jong: Reacties van " "Br met halomethanen Organodynamica, Lunteren, 9 november 1981. GA. Brinkman: Experiments with the 500 MeV e accelerator ME A in Amster¬ dam. Variable Energy Cyclo'ron (VEC), Calcutta. India, 9 november 1981. G.A. Brinkman: Muonium chemistry in atomatic compounds. Bhabha Atomic Research Centre (BARC), Bombay, India, 12 november 1981. G.A. Brinkman: Chemical research at NIKHEF. Reactions of Cl atoms with arenes. Muonium chemistry. Reactions of T atoms with chloroethylenes. " "Br reactions with hale methanes. Wolfgang's theory of ho! reactions. Univ. Poona, India, 18-21 november 1981. GA. Brinkman: Reactions of halogen and T atoms with aromatic compounds. National Chemical Laboratories (NCL).
Poona, India. 20 november 1981. J.M. Bailey: Application of muons and mesons to energy generation and sto¬ rage and related problems. Uiiiv. British Columbia. Vancouver. Canada. 23 no¬ vember 1981. Sectie H Colloquia gehouden in het NIKHEF te Amsterdam C. Damerell (Rutherford): The possible application of Charge-Coupled Divisors fCCDs) as charged particle detectors having high spatial resolution, 23 janu¬ ari 1981. L.H. Karsten (Amsterdam): Lattice gauge theories, 30 januari 1981. H. Montgomery (CERN): Hadron produc¬ tion in deep inelastic muon scattering and evidence tor iet structure, 6 februari 1981 Landelijk seminarium. 13 februari 1981. A De Rujula (CERN): A new way to mea¬ sure th neutrino massE. Bergshoeff (Instituut-Lorentz). Weyt and Poincarè supergravity. R. Kleiss: Monte Carlo methods for QED reactions. G. Shaw (NIKHEF-H, Manchester): The determination of A from deep inelas¬ tic scattering data. 20 februari 1981. R. Wigmans: Recente resultaten van experiment WA25 (neutrino interacties in deuterium). 27 februari 1981. F. Krienen (CERN): Electron koeling in deeltjesversnellers, 3 maart 1981. W.L.G.A.M. van Neerven: Higher-order QCD corrections in Drett-Yan processes. 13 maart 1981. Sau Lan Wu (Univ. Wisconsin): Recent results Irom Tasso, 27 maart 1981. W. Hoogland: The L- 1 nonets in light quark meson spectroscopy. 3 april 1981. E. Kovacs(SLAC): Lattice predictions for low Q' phenomenology. 6 april 1981. J.H. van den Hende (Delft',. A system with lightly coupled processors, sharing a common data system, 10 aprii 1981. Landelijk seminarium. 24 april 1981. S. Rudaz (CERN): Experimental conse quences of Grand Unification. K. Gaemers: Can we measure the gluon mass. J. Hoek (Amsterdam): SU(N) and U(N) one link integrals. L.H. Karsten (Amsterdam): Lattice fermions species-doubling and the theo¬ rem of Poincaré-Hopf. J. Smit (Amsterdam): Towards compu¬ ting the effective action for dynamical symmetry in lattice QCD. E. de Wit: Supersymmetrie en supergravitatie. 15 mei 1981. A. Walenta (Brookhaven): High resolu
NIKHEF
lion verten chambers. 25 mei 1981. O. Luckey (MIT): Magnet possibilities. 25 mei 1981. U. Becker (MIT). Large precise driftchambers. 25 mei 1981. G.J. Bobbink: Correlations between high momentum particles in proton-proton collisions at ISR energies, 5 juni 1981. WW. Kittel: Partons in soft hadronic collisions. 12 juni 1981. F.W. Btisser (Univ. Hamburg). Space time structure ol weak current. 31 au¬ gustus 1981. J. Panman (CERN): Experimentele resul¬ taten van semileptonische neutrino interacties met de CHARM detector. 18 september 1981.
B.K.S. Koene: Progress report Total cross. J.C. Quo: First results Vertex detector. C. Nieuwenhuis. F. Bergsma: Future developments ol WA18 (neutrinos on marble). L. Gatignon: Results K'p. W.J. Metzger: Results of NA5. J. Konijn: Results from test with LASER beam. H. Tiecke: Recent results of ACCMOR. S.J.M. Barlag: Recent results of WA25 neutrinos in BEBC (DJ . L.O. Hertzberger: The FAMP system. A.M. Stergiou: Results from EHS. A. Könrg: Results from LENA. E.J Luit: Recent results trom PETRA. M.A. van Oriel: Progress report PESTOV counters. K.J.F. Gaemers: Physics with LEP. E.H. de Groot (Bielefeld): Non-standard models. R. Kleiss: Radiation corrections. A N . Diddens: Time schedule cf LEP. P. Ouinker: Ideas about a LEP experi¬ ment. F. Udo: More ideas about a LEP experi¬ ment.
Wetenschappelijke voordrachten gegeven buiten het NIKHEF.
H.P. Paar: Calculation of depolarisation in electron storage rings. Columbia Univ.. New York. USA. 10 januari 1981. P. Ouinker: Review of e'e physics of PETRA. High Energy Physics Seminar, Univ. Bielefeld. Bielefeld. W Duitsland. 15 januari 1981. R.T. Van de Walle: Status of particles physics. Colloquium King Mongkut Institute of Technology. Bangkok. Thailand. 16 januari 1981. L.O. Hertzberger: Toepassingen van een multi microprocessor systeem in expe¬ rimenten in de HEF. Microprocessordag KVVI, Antwerpen. België. 18 januari 1981. L.O. Hertzberger: The F AMP system and Landelijk seminarium, 25 september applications. Brookhaven National 1981. Laboratory, Long Island. NY, USA, 4 fe¬ P. van Dam: Results on deep inelastic bruari 1981; IEEE Nuclear Science Sym¬ lepton hadron scattering. posion. San Fransisco. Cal., USA. 17 ok K. Gaemers: Report on the Bonn con¬ tober 1981. ference. T. Rijken (t.h.e.f. Nijm): QCD in 2+ 1 B. de Wit: Introduction to supersymmedimensions (Feynman). try and supergravity. Colleges aan de P. Ouinker: Searches for new particles Kindergarten School, Karpacz, Polen. and electro weak interference efioct in 19 februari - 4 maart 1981. e'e interactions. W. van Neerven: The origin and cancel¬ M.J. Jonker: Measurement of the cross lation of mass and infrared singularities G. Wolters: Recent developments in sections of anti neutrino scattering on in quantum field theory. Universiteit quark physics. electrons. 27 november 1981. van Amsterdam, 12 maart 1981. J. Smit (Amsterdam): Topics of the S.U. Chung (Brookhaven National Labo¬ W. Kittel: The influence ol partons on Lisbon conference. ratory): Glueball candidates. 4 december soft hadronic reactions. MPI München, 1981. W-Duitsland, 19 mei 1981. J.M. Frère (CERN): Who needs axions, K.J.F. Gaemers: Hadron production in R.T. Van de Walle. D.J. Schotanus: 2 oktober 1981. Crystal Ball at DORIS, 11 december 1981. e'e annihilation to order a,'. Leipzig, G. Blanar (MPI): Recent results from DDR. 26 maart 1981. F. Englert (Brussel): From quantum cos¬ CESR. 9 oktober 1981. mology to quantum gravity. 11 december L.O. Hertzberger: Fast Amsterdam B. Berg (CERN): Topological charge on multi processor (FAMP) system. Lecture 1981. the lattice. 16 oktober 1981. in the Fourth Summer School on Compu¬ P. Mulders (Los Alamos National Labo¬ Colloquia gehouden te Nijmegen. ting Techniques in Physics. Stara Lesna, ratory): Quarks and the nucleonnucleon Tsjechoslowakije, 16 mei 1981. interaction at medium energies. 23 okto¬ H. Lubatti (Univ. Seattle): Hadron pro¬ P. Duinker: Instrumentation meeting on ber 1981. duction in ^interactions, 20 februari LEP. ETH Zurich, Zwitserland, 19 mei 1981. W. van Neerven: Some topics from the 1981. B. de Wit: Inleiding ijktheorieën, 16 fe¬ Hamburg QCD workshop, 30 oktober bruari 1981:19 februari 1981. 1981. J.C. Sens: Running experience at PEP. T. Rijken (t.h.e.f. Nijm): A couoledchan¬ A. Clegg (Lancaster): Photoproduction CERN at Villars, Villars sur Ollon, Zwit¬ nel treatment ol the e , i and Y states, of higher vector mesons and other high serland. 3 juni 1981. 12 mei 1981. mass states. 6 november 1981. J C. Sens: Panel discussion on critical J. Ballam (SLACStanford): The single E H . de Groot (Bielefeld): How does a comparison of current e'e experiments. pas e'e collider at SLAC, 7 mei 1981 boomerang work (with demonstrations), CERN at Villars. Villars sur Ollon. Zwit¬ J. Ballam (SLACStanford): Results from 13 november 1981. serland. 4 juni 1981. the hybridy-facility at SLAC, 8 mei 1981. A. Stergiou: Recent results on charm physics. Algemeen Natuurkunde Collo¬ Landelijk seminarium, 20 november 1981. A. Wroblewski (Univ. Warschau): Hadro nic vs. e'e and vp interactions, 15 mei quium, Nijmegen, 9 juni 1981. G. Gustafson (Lund): Fragmentation of 1981. J.C. Sens: De fragmentatie van protonen quark and gluon jets, and comparison m botsingen bij hoge energie. Algemeen A. Wroblewski (Univ. Warschau): Lear¬ with lowp, collisions. Colloquium. RU-Utrecht, 10 juni 1981. ning the history of physics from text¬ G. 'I Hooft (Utrecht): Topology of the A.N. Diddens: Verwachtingen en plan¬ books, 19 mei 1981. gauge condition and new confinement nen van de elementaire deelt/es-fysici R. Hwa (Univ. Oregon): Valon approach modes. voor de tachtiger jaren. Colloquium, to hadron reactions, 1 juli 1981 FA. Bais (Utrecht): Algebraic construe Leiden, 10 juni 1981. G. Gustafson (Univ. Lund): Fragmen¬ tion ol rnulti-monopole solutions. P. Duinker: Search lor new particles and tation of quarks and gluon jets • a cow P. van Baal: Yang-Mills on the torus, electroweak interference effects in e'e parison with low p,-collisions. 19 novem¬ a possible test of confinement? interactions. DESY, Hamburg. W-Duitsber 1981 land, 7 juli 1981. W. Hoogland: HERA, physics with elec¬ NIKHEF Jamboree 1981.23-24 november tron-proton colliders, 16 december 1981. HP. Paar: Compatibility of interaction 1981. regions for e p andp p at ISABELLE. K. Bos: Progress report LEAR.
NIKHEF
127
ISABELLE Summer Studies, BNL. Long K.J.F. Gaemers: QCD corrections to the Island. NY. USA. 20 juli 1981. masses of W and Z bosons. Aken. R.T. Van de Walle: Valons. Physics Col¬ W-Duitsland, 26 november 1981; loquium Junta de Energia Nuclear Utrecht. 9 december 1981. Madrid, Spanje. 14 september 1981. A.G. Tenner: »m and «•„ interactions in R.T. Van de Walle: Automatic prescree- deuterium. Vhje Univ. Brussel, België. ning of cervical smears. Meeting Junta 11 december 1981. de Energia Nuclear. Madrid. Spanje, R.T. Van de Walle: Kernenergie voor 15 september 1981. Voetgangers. Kulturele Kring 'Adriaen B. de Wit: Supersymmetry and superPoirters', Oisterwijk, 17 december 1981. gravity. E.H. de Groot: How does a boomerang New results in contormal supergravity. work. Leiden, Instituut-Lorentz, 1981. Local SO(N) in supergravity. Seminaria gegeven te DAMPT, Cambridge, GrootBrittannië, 14.15 en 17 september 1981. 7. Commissies B. de Wit: Local SO(8) invanance inN-8 supergravity. Göteborg. Zweden, 24 sep¬ Op 1 januari 1981 was de bestuurlijke tember 1981. integratie van het NIKHEF-sectie H en W. Hoogland: Photon physics. Discus¬ het IKO een feit. Per die datum bestaat sion meeting on physics with ep colli¬ het Interimbestuur van het NIKHEFders. Wuppertal, W-Duitsland, 2 oktober sectie H niet meer, en is het NIKHEF1981. bestuur i.o. ingesteld. Het IKO is als L.O. Hertzberger: The F AMP system. sectie K in het NIKHEF opgegaan. MIT, Cambridge, Mass., USA, 8 oktober Het Curatorium van de Stichting IKO 1981. houdt zich niet meer met de gang van S.J.M. Barlag: Resonance production in zaken in het instituut bezig. Het charged current v{v) D, interactions. NIKHEF-bestuur i.o. bestaat uit 8 leden, Bijeenkomst Italiaanse fysische vereni¬ te benoemen door FOM, de Universiteit ging, Pisa, Italië, 9 oktober 1981. van Amsterdam, de Katholieke UniverB. de Wit: New results in conformal siteit Nijmegen en de Vrije Universiteit. supergravity. Erice Study Conf. on Unifi¬ Op 31 december was het bestuur als cation of the Fundamental Interactions. volgt samengesteld: Erice, Italië, 11 oktober 1981; SUNY, Sto¬ prof.dr.ir. J.J.J. Kokkedee (FOM), ny Brook, NY, USA, 19 november 1981. voorzitter R.T. Van de Walle: Recent results K'p prof dr. J. Blok (FOM), plaatsvervangend 70 GeV/c BEBC-experiment. CERNvoorzitter USSR Joint Scientific Committee Mee¬ dr. C.J.M. Aarts (KUN) ting, Genève, Zwitserland, 13 oktober prcf.dr. D.W. Bresters (UvA) 1981. prof.dr. J.C. Kluyver (FOM) W. Kittel: Partonen en hadronen. Alge¬ dr. K.O. Prins (UvA) meen Natuurkunde Colloquium, Nijme¬ prof.dr. R.T. Van de Walle (KUN) gen, 13 oktober 1981. dr. J.J. Vasmel (VU) R.T. Van de Walle: Valon-interpretation dr. A.A. Boumans verzorgde het of low momentum hadron-fradron inter¬secretariaat. actions. Elementary Particle Seminar, De vergaderingen werden voorts bijge¬ Lab. Visual Techniques, Univ. Washing¬ woond door de directie van het ton, Seattle, USA, 23 oktober 1981. NIKHEF, prof.dr. A.N. Diddens (weten¬ R.T. Van de Walle. Low-p, phenomeno¬ schappelijk directeur NIKHEF-sectie H), logy. Seminar Lab. Nucl. Science, MIT, prof.dr. A.H. Wapstra (wetenschappelijk Cambridge, Mass., USA, 16 november directeur NIKHEF-sectie K) en dr. J. 1981. Schutten (beherend directeur NIKHEF) B de Wit: SO(8) invariance in N=8 en mevr. È.N.H.J. Johannes ter assis¬ superyravity and its implications for tentie van de secretaris. superunification. SUNY, Stony Brook, NY, USA. 13 en 20 november 1981; MIT, Voor de beide secties dienen weten¬ Boston, Mass., USA, 23 november 1981; schappelijke adviescommissies te Ann Arbor, Mich., USA, 25 november worden ingesteld. Zolang dit nog niet is 19S1; Bonn, W-Duitsland, 14 december gebeurd, biijven de Wetenschappelijke 1981. Programma Commissie en het Dagelijks W. Hoogland: Elektron-proton botsingen Bestuur van de Wetenschappelijke bit zeer hoge energie. Algemeen Natuur¬ Raad, voor de sectie H respectievelijk de sectie K, deze taak uitoefenen. kunde Colloquium, Amsterdam, 19 no¬ vember 1981 A. Stergiou: Physics with EHS. Grieken¬ De Wetenschappelijke Programma land, 2 december 1981. Commissie was op 31 december als L.O. Hertzberger: Multiprocessor sys¬ volgt samengesteld: tems ani their application. Computer prof.dr. A.N. Diddens, voorzitter Colloquium, DESY, Hamburg, W-Duits¬ prof.dr. F. Berends land, 4 december 1981. dr. P. Duinker
128
dr. W. Hoogland dr.ir. DJ. Schotanus prof.dr. A.G.C. Tenner dr. FA. Udo Het Dagelijks Bestuur van de Weten¬ schappelijke Raad was op 31 december als volgt samengesteld: dr. J.M. Bailey dr. R. van Dantzig dr. J.H. Koch dr. P.W.F. Louwrier prof.dr. G. van Middelkoop prof.dr. C. de Vries dr. P.K.A. de Witt Huberts
NIKHEF
Halfgeleiders
1. Algtfimwi 1.1. Doelstelling De Werkgemeenschap Halfgeleiders is voortgesproten uit de Contactgroep 'Technische Halfgeleiderfysica en -elektronica'. In deze Contactgroep, opgericht in 1976, namen 8 universitaire groepen deel, die onderling informatie uitwisselden en hun onderzoek coördi¬ neerden. In mei 1981 volgde de omzet¬ ting in een FOM-Werkgemeenschap 'Halfgeleiders', nadat ZWO goedkeuring had gegeven aan structurele steunver¬ lening door FOM aan het halfgeleideronderzoek. De Werkgemeenschap stelt zich ten doel het fundamenteel onderzoek op het gebied van de technische halfgeleider¬ fysica en -elektronica te bevorderen en te coördineren. Het onderzoek omvat een betrekkelijk breed spectrum van onderwerpen, waarbij de mogelijke toepassing van de onderzoekresultaten bij de fabricage van halfgeleidermaterialen of -elemen¬ ten steeds duidelijk op de achtergrond aanwezig is. De bestudeerde onderwerpen zijn ruw¬ weg onder te brengen in vier gebieden, te weten: a. materiaalonderzoek; b. technologisch onderzoek ten behoe¬ ve van de fabricage van halfgeleider¬ materialen en -elementen; c. onderzoek aan halfgeleiderelemen¬ ten; d. onderzoek van ontwerpmethoden voor geïntegreerde schakelingen. Uiteraard is de hierboven gegeven inde¬ ling zeer globaal. Er bestaat een sterke wisselwerking tussen de diverse aan¬ dachtsgebieden. De Werkgemeenschap beschouwt het mede als haar taak innoverend onder¬ zoek ten behoeve van de industrie te sti¬ muleren en waar nodig te initiëren. Een groot gedeelte van het onderzoek heeft dan ook betrekking op onderwerpen die kunnen leiden tot een praktische toepas¬ sing. Bij de beoordeling van projecten
Halfgeleiders
wordt de mogelijke praktische toepas¬ sing, de utilisatie als een belangrijk cri¬ terium gehanteerd. Teneinde de over¬ dracht van onderzoekresultaten naar toekomstige gebruikers te vergemakke¬ lijken, streeft de Werkgemeenschap naar een zo goed mogelijk overleg met de industrie. Bij bijna alle projecten zijn of worden daartoe gebruikerscommissies in het le¬ ven geroepen, die, zoals de naam aan¬ geeft, zijn samengesteld uit potentiële gebruikers van de onderzoekresultaten. 2. Speurwerk Het wetenschapsgebied 'Halfgeleiders' omvat vele facetten zoals de quantumfysica van de halfgeleiders, de fysica van verontreinigingen en defecten in halfge¬ leiders, fabricagemethoden zoals de submicronlithografie, ionenimplantatie en rekristaflisatie met behulp van laser¬ bundels, bouwelementen zoals transistoren, zonnecellen, sensoren, Schottkydiodes, halfgeleiderschakelingen met geringe drift en temperatuurafhankelijk¬ heid, filters, A/D-converters en automa¬ tisering van het ontwerpen van schake¬ lingen en technieken voor het simuleren van de eigenschappen van materialen, bouwelementen en schakelingen. Het vakgebied omvat vele vakdisciplines en voor het bereiken van een goede wetenschappelijke kwaliteit en kwanti¬ teit iseen zeer goedecoördinatie vereist. De leden van de Contactgroep hebben gekozen voor aansluiting bij de Stich¬ ting FOM omdat zij menen, dat de bij FOM gebruikte procedures van coördi¬ natie en kwaliteitsbewaking het meest geschikt zijn voor dit vakgebied. Ander¬ zijds heeft de Contactgroep zich terdege gerealiseerd, dat het spectrum van fun¬ damenteel onderzoek wat breder i3 dan het bij FOM gebruikelijke. Een ander facet van het door de Werk¬ gemeenschap Halfgeleiders bestreken vakgebied is, dat het vakgebied van groot belang is voor de Nederlandse industrie en dus voor de welvaart en het welzijn in Nederland. Daar het universitaire onderzoek in de
halfgeleiderfysica en -elektronica pas in 1966 in Nederland werd gestart, bestaat er nog een relatief grote achterstand ten opzichte van vooral de Verenigde Staten en Japan. Het is daarom ook niet verwonderlijk, dat de in de Werkgemeen¬ schap samenwerkende werkgroepen aandringen op een snelle groei en Jaar¬ toe vele kwalitatief goede onderzoekonderwerpen hebben ingediend voor de najaarsevaluatie 1980. Bovendien wer¬ den reeds eerder door leden van de Contactgroep projecten ingediend voor de FOM-Beleidsruimte voor Technische Natuurkunde en Innovatie, indien de financiële middelen het toelaten, zal de Werkgemeenschap binnen een redelijke termijn de achterstand hebben inge¬ haald. In het volgende worden de belangrijkste ontwikkelingen en resultaten van door FOM gefinancierd onderzoek in de werk¬ groepen van de Werkgemeenschap Half¬ geleiders gedurende het verslagjaar gegeven. In de werkgroep THFE-A (Amsterdam) werden de veelsoortige verschijnselen van complexvorming in met ijzer veront¬ reinigd silicium verdergaand onder¬ zocht. Met behulp van elektronspinresonantie werd vastgesteld dat interstitiéle ijzeratomen zich kunnen verbin¬ den tot paren, tot complexen van vier ijzeratomen en tot grotere precipitaten. De symmetrie, samenstelling en lading van verscheidene van deze centra werd bepaald. Op grond van de beschikbare gegevens konden gedetailleerde ato¬ maire modellen van de ijzercomplexen in siliciumkristallen worden voorge¬ steld. Bij het beschikbaar zijn van vaca¬ tures als gevolg van bestraling met hoog-energetische elektronen nemen de ijzeratomen substitutionele roosterplaatsen in. Het spectrum, corresponde¬ rende met dit centrum, werd voor het eerst waargenomen. Van het verontrei¬ nigingspaar bestaande uit een goud¬ atoom op een substitutionele plaats en een ijzeratoom op een interstitiële naaste-buurpositie werd het ESRspectrum bestudeerd. De spectra onder-
129
scheiden zich door een markante hyperfijnstructuur. Een gedetailleerde ana¬ lyse van de elektronische structuur kon voor dit centrum worden gemaakt. De metingen van reoriëntaties van stikstofatomen in diamant werden over een groot temperatuurgebied uitgestrekt. Het niet-Arrhenius-gedrag van de sprongfrequentie kon kwantitatief wor¬ den verklaard door het tunnelen van stikstofatomen door roosterpotentiaalbarrières in de beschouwingen te betrek¬ ken. In een eenvoudig model werd een verband gelegd tussen barrièrehoogte, vibratiefrequentie, deformatiepoten¬ tiaal, vervormingsgrootte en donorbindingsenergie. Eind 1981 werd een nieuw ESR-spectrum, samenhangend met stikstofverontreinigingen, op een hoogsymmetrische plaats in het siliciumkristal gedetecteerd. In de werkgroep TH FE-O I (Delft) zijn door gebruik te mak^n van interferentie¬ effecten zonnecellen van amorf silicium optisch geoptimaliseerd. Een nieuwe methode is ontwikkeld om de toestandsdichtheid in de verboden band van amorf silicium te bepalen met behulp van 'space-charge-limited current' metin¬ gen. Samenwerking met de firma OCÉ Nederland BV. is opgezet in verband met de toepassing van amorf silicium als fotoreceptor in fotokopieerapparatuur. In de werkgroep THFE-DII (Delft) is in het verslagjaar veel werk verricht aan het karakteriseren van fijnkorrelige polykristallijne CVD-siliciumlagen met behulp van röntgendiffractie (in het bijzonder lijnprofielanalyse, LPA) en elektronenmicroscopie. Van belang is dat men met behulp van röntgendiffractie zowel infor¬ matie verkrijgt over de kristallograf ische perfectie van de lagen (korrelgrootte, dislocatiedichtheden) als ook over de in de laag aanwezige mechanische span¬ ningen. Deze laatste blijken tot circa 50% van de breuksterkte te kunnen oplopen. In samenwerking met medewerkers van het Natuurkundig Laboratorium van de N.V. Philips is in 1981 een onderzoek gestart naar de structuur en morfologie van met koolstof gedoteerde CVD-lagen. Deze lagen zijn interessant vanwege het feit dat koolstof, hoewel het in principe niet elektrisch actief is, toch een vrij grote invloed op de elektrische weer¬ stand van de lagen heeft. Het onderzoek naar korrelgrensdiffusie en de structuur van korrelgrenzen in silicium is in het verslagjaar van start gegaan. De eerste resultaten van het diffusie-onderzoek wijzen op een onge¬ veer 100 x zo grote dif'usiecoëfficient van Sb in de korrelgrenzen ten opzichte van de bulk van het materiaal. Een com¬
130
plicatie bij de interpretatie van de resul¬ taten is het optreden van segregatie van Sb in de korrelgrenzen tijdens diffusie. Dit effect compliceert de mathemati¬ sche analyse van de meetresultaten. In de werkgroep THFE-E III (Eindhoven) wordt onderzoek verricht aan het ladingstra .-port in MIS-dioden, die met behulp van verschillende technologi¬ sche processen tol stand komen. Het blijkt, dat door een behandeling van de oppervlakken van monokristallijn p-silicium met bepaalde fluorhoudende oplossingen een zéér dunne (1,2-2 nm) stabiele oppervlaktelaag tot stand komt, die aan de cel opmerkelijke eigenschap¬ pen verleent. De elektrische eigenschappen van de devices kunnen goed door het thermionische emissiemodel worden beschre¬ ven voorzover het transport door de depletielaag betreft. Het ladingstransport door de dunne oxidehuiden geschiedt door tunneling. In fluorhoudende semi-isolatoren, die ook tot dikten rond 40 nm zijn te groeien, treedt een ruimteladings-begrensde stroom op. Het opbrengen van het me¬ taal met behulp van he: sputterproces blijkt een grote invloed te hebben op de eigenschappen van de cellen. Naast barrièreverhoging vindt er compensatie plaats van acceptoren in het depietiegebied, mogelijk door in-diffusie van ver¬ ontreinigingen onder invloed van het elektrisch veld. In de werkgroep THFE-F (Amsterdam, FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica) wordt de elektronische en geo¬ metrische structuur van halfgeleider¬ grensvlakken bestudeerd. Met behulp van ionen bundel-kristallografie is de structuur van het schone Si(100) (2 x 1)-oppervlak opgehelderd. Er is een begin gemaakt met de studie van de beginstadia van Pd2Si-vorming opSi(100)enSi(111). Zo heeft men gevonden dat stoichiometrisch PchSi entstaat, zowel op Si(100) als oo Si(111), zodra Pd wordt opgedampt op schoon silicium met een dikte van meer dan 1 monolaag. De structuur en de thermi¬ sche stabiliteit van de aldus gevormde Pd2Si lagen zijn ook gemeten.. Er is een UPSstudie gemaakt van GaAs (100)-oppervlakken, gegroeid met MBE. Zowel aan het schone oppervlak zijn de valentieband- en grensvlaktoestanden gemeten als aan het GaAs (100)-oppervlak dat bedekt is met een geordende overlaag Pb. In dit laatste geval zijn voor het (2 x 1)-oppervlak duidelijke toestan¬ den waargenomen die van het Pb afkom¬ stig moeten zijn. In de werkgroep THFE-G (Groningen) concentreert het onderzoek van isole¬
rende lagen zich op twee subsystemen, namelijk SiOHagen op eenkristallijn Si en op polykristallijn Si. Het is gebleken, dat transport van K'- en Na'-ionen in de SiOï-laag afhangt van vormingstemperatuuren nabehandeling. Zo hebben K'-ionen een hogere beweeglijkheid in S1O2 dat bij hoge oxydatietemperatuur op het Si gevormd is. Het totale aantal beweeglijke ionen bleek een functie te zijn van de nastooktemperatuur, het aantal heeft een maximum bij ongeveer 700° C. Uit deze resultaten en verdere metingen wordt inzicht verkregen in de microstructuur van en defecten in S1O2. Hierbij hoort ook de rol van Cl, dat in de techniek als additie in S1O2 kan voor¬ komen. Uit het onderzoek is gebleken dat geïmplanteerde Cl- (en F) ionen on¬ diepe donorcentra vormen bij het grens¬ vlak Si-SiOj. In het subsysteem S1O2 op poly-Si vertoont de SiC-2-laag een veel hogere elektrische geleiding door on¬ effenheden aan het grensvlak. Er wordt gewerkt aan een nieuw proces van rekristallisatie via zonesmelten van poly-Si om dit te verbeteren. De werkgroep THFE-N (Nijmegen) heeft de methode van anodisch etsen met succes toegepast op de substraten van galliumarsenide, waarbij hooggepolijste oppervlakken verkregen zijn, vrij van defecten of andere oppervlaktebescha¬ digingen. Deze substraten worden nu gebruikt om via MOCVD dunne epitactische lagen aan te groeien ter verdere bestudering van de interfacedefecten. De groep is er verder in geslaagd om een nieuwe gevoelige etsmethode te ontwik¬ kelen om kristallografische defecten in galliumarsenide aan te tonen, waarbij maar zeer dunne (0,2 M) lagen verwijderd hoeven te worden. In combinatie met de elektronenmicroscoop geeft dit de mogelijkheid om de interface defecten te identificeren en classificeren. Daar¬ naast is ruime aandacht besteed aan de fysische karakterisatie van in gallium¬ arsenide optredende effecten, met name de puntdefecten. Via luminescentie- en capaciteitsmetingen zijn bovengenoem¬ de substraten onderzocht op optische en elektrische activiteit, die het gevolg is van donor- of acceptor-niveaus die gelegen zijn tussen de valentie- en de geleidingsband. Tot nu toe zijn twee niveaus gelokaliseerd, waarvan het gedrag verder wordt onderzocht door de substraten te annealen onder goed gedefinieerde partiële drukken van gallium en arseen. Via defect-chemische studies wordt verwacht dat de aard van de optredende puntdefecten nader ge¬ specificeerd zal kunnen worden. De werkgroep Tl \fL T I (Enschede) opende op 12 november 1981 haar nieuwe IC-atelier, dat onder andere werd
Halfgeleiders
uitgerust met een do^r de FOM beschik¬ baar gestelde HVE 500 kV-ionenimplantatiemachine en een Canon-waferstepper. Voorbereidende studies werden gedaan ten aanzien van diepe ionenimplantatie in silicium. Bij het onder¬ zoek naar de invloed van oppervlakte¬ toestanden op het ladingstransport in CCD-vertragingslijnen bleek een lang bestaande discrepantie tussen de geme¬ ten en de berekende complexe over¬ drachtsfunctie te verklaren te zijn door een verfijning van het model van vangst en emissie van elektronen in oppervlak tetoestanden. In de werkgroep THFE-T II (Enschede) tenslotte werden in de afgelopen jaren automatische spectroscopische ellipsometers ontwikkeld en gebouwd die bruikbaar zijn voor meerdere doelein¬ den, zoals adsorptie en groei van dunne lagen, ionenbombardement en elektrodekinetiek. De magnetotransporteigenschappen van een tweedimensionaal elektronengas aan het Si/SiOj-grensvlak ondersteunen de Landau-theorie voor elektronenverstrooiing nabij het Fermi-niveau.
WERKGROEP THFE E III Eindhoven - Afdeling der Technische Natuurkunde, prof .dr. F. van der Maesen 1. Ladingstransport in MISzonnecellen 1.1. Invloed van sputtercondities (DC. ion-gun) op device-karaMeristieken 1.2. Recombinatieprocessen in majority MIS-Schottky-zonnecellen
4 Publikatits
C.A.J. Ammerlaan: Electron paramag¬ netic resonance studies of native defects in diamond. Inst. Phys. Conf. WERKGROEP THFE-F Ser. No. 59(1981)81. Amsterdam — FOM Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica, prof.dr. F.W. C.A.J. Ammerlaan, E.A. Burgemeister: Reorientation of nitrogen in typelb Saris diamond by thermal excitation and 1. Kristallografie van oppervlakielagen tunneling. Phys. Rev. Lett. 47(1981)954. en grensvlakken R.L Kleinhenz, Y.H. Lee, J.W. Corbett, 1.1. Structuur van siliciumoppervlakken E.G. Sieverts, S.H. Muller, C.A.J. Ammer¬ 1.2. ELS en elektrische metingen aan laan: EPR observation of a Au-Fe com¬ Si-Pdcontacten plex in silicon I: Experimental data. 1.3. Foto-emissie van GaAs-oppervlakPhys. Stat. Sol. 108 (1981) 363. ken met synchrotonstraling EG. Sieverts,S.H. Muller,C.A.J. Ammer¬ laan, R.L. Kleinhenz, Y.H. Lee, J.W. Cor¬ WERKGROEPTHFEG Groningen - Laboratorium voor Tech¬ bett: E PR observation of a Au-Fe com¬ plex in silicon II: Electronic structure. nische Natuurkunde, prof.dr. J.F. Phys. Stat. Sol. 108(1981). Verwey S.H. Muller: An EPR study on clustering 1. Ionentransport in SiOï-ftlms of iron and of oxygen in silicon. Proef¬ 2. De invloed van de mobiele lading op schrift, Universiteit van Amsterdam, mei de recombinatiestroom in bipolaire 1981. devices
3. Eigenschappen van het Si-SiO? grensvlak 4. Door plasma versterkte groei van WERKGROEP THFE-A nitridelagen op Si Amsterdam - Natuurkundig Laborato¬ 5. isolerende lagen op halfgeleiders rium der Universiteit van Amsterdam, (andere dan eenkristallijn Si) dr. C.A.J. Ammerlaan 1. Elektronenstructuur monovacature WERKGROEP THFF-N in silicium Nijmegen - Katholieke Universiteit, 2. Warmtebehandelingseffecten in afdeling Vaste Stof f- ysica III, prof.dr. zuurstof- en koolstofrijk silicium u Bloem, dr. L.J. Giling 3. Complexvorming in met ijzer en goud 1. Het groeien en etsen van eenkristal¬ gedoteerd silicium lijn silicium in een hete-wandreactor 4. Ondiepe acceptortoestanden in half¬ (buiten FOM-verband) geleiders 2. Groei en karakterisatie van amorfe, 5. Stikstof in diamant polykristallijne en eenkristallijne siliciumlagen, gemaakt door depositie uit WERKGROEP THFE-D I de gasfase (CVD) (buiten FOM-verband) Delft - Afdeling der Elektrotechniek, 3. Kristalgroei en defect-fysisch onder¬ prof.dr.ir. S. Middelhoek zoek van epitact jch gegroeide lagen 1. Optische optimalisatie van zonne¬ van galliumarsenide, gemaakt door cellen van amorf silicium depositie van metaalorganische ver¬ 2. Toestandsdichtheidsmetingen in de bindingen verboden band van amorf silicium WERKGROEP THFE-T I WERKGROEP THFE-D II Enschede- Afdeling Elektrotechniek, Delft - Laboratorium voor Metaalkunde, prof.ir. O.W. Memelink prof.dr.tr. S. Raöeiaar 1. Oppervlaktetoestanden in CCD's; 1. Korrelgrensdiffusie en structuur van hun invloed op het ladingstransport korrelgrenzen in polykristallijn silicium 2. MOSIC-technolooie; apparatuur ten behoeve van ionenimplantatie WERKGROEP THFE-E I 3. Diepe ionenimplantatie en toepas¬ Eindhoven - Afdeling der Elektrotech¬ sing daarvan niek, prof.dr. F.M. Klaassen 4. IC-technologie; additionele appara¬ 1. Verticale FET-logica tuur ten behoeve van IC-fabricage 3. Onderwerpen van onderzoek
WERKGROEP THFE-E II WERKGROEP THFE-T II Eindhoven -Afdeling der Elektrotech¬ Enschede- Afdeling der Technische niek, prof.dr. F.N. Hooge Natuurkunde, prof.dr. G. Bootsma 1. 1/f-Ruis 1. Adsorptie op halfge'aideropper-
Halfgeleiders
vlakken 2. lonenbombardement op halfgeleider¬ oppervlakken 3. Dunne lagen op halfgeleiders
E.G. Sieverts: Wave functions of the divacancy in silicon. J. Phys. C: Solid St. Phys. 14(1981)2217. R. Delhez, M. Hendriks, Th.H. de Keijser, S. Radelaar: Characterization of CVD polycrystalline silicon layers by X-ray diffraction. Inst. Phys. Conf. Ser. No. 60 277. W.J.H. Schins, S. Radelaar: Deformation and recrystallization of polycrystalline silicon. J. Mat. Sci. 16 (1981) 3153. W. den Boer, M. Ondris: Interferenceenhanced long wavelength response in amorphous silicon solar cells. Solar Cells 3 (1981) 209. T.G.M. Kleinpenning: Scattering mecha¬ nisms and lit noise in semiconductors. Physica 103B + C (1981) 345. T.G.M. Kleinpenning: 1lf noise of hot carriers in Ntype silicon. Physica 103B + C (1981) 340. T.G.M. Kleinpenning, L.K.J. Vandamme: Model for 1/1 noise in metal-oxide semi¬ conductor transistors. J. Appl. Phys. 52 (1981) 1594. F.N. Hooge, T.G.M. Kleinpenning, L.K.J. Vandamme: Experimental studies on 1/f noise. Rep. Prog. Phys. 44(1981) 479. R.M. Tromp, R.G. Smeenk, F.W. Saris: Ion beam crystallography of silicon surfaces, I. Si(100)-(1 x 1) 2H. Surface Sci. 10* (1981) 13. E.A. Burgomeister, F.W. Saris: Backscattering spectrometry of metal layers on diamond. Appl. of Surf. Science 6 (1981) 489. R.M. Tromp, R.G. Smeenk, F.W. Saris: Ion beam crystallography at the Si(100) surface. Phys. Rev. Lett. 46(1981)939. F.W. Saris, W.K. Chu. C.A. Chang, R. Lu-
131
deke. L. Esaki: Ion backscattering and channeling study of InAs-GaSb superlattices. Appl. Phys. Lett. 37 (1981) 931. F.W. Saris: Channeling studies of defect-impurity interactions in silicon. Inst. Phys. Conf. Set. No. 59(1981) 111. R.M. Tromp, R.G. Smeenk, F.W. Saris: The SiilOO) surface: symmetric or assymetric dimers? Solid State Comm. 39 (1981) 755. P.K. Larsen, J.F. van der Veen, A. Mazur. J. Pollmann, B.H. Verbeek: Photo-emis¬ sion from valence bands of GaAs (001) grown by molecular beam epitaxy. Solid State Comm. 40 (1981) 450. J. van Linschoten, J. Snijder, M.W. Hilien: Preprocessing of data from sprea¬ ding resistance measurements. Proc. IEEE 127 (pt.f.2) (1980) 100. M.W. Hillen, D G . Hemmes: The influen¬ ce of mobile ions on the SUS1O2interface traps. Solid St. Electron. 24 (1981) 773. M.W. Hillen: Charge trapping near the $i/$iO2 interface in semiconductor devices. Proefschrift, Groningen, 1981. WA. P. Claassen: Kinetic studies on the nucleation and growth of silicon via chemical vapour deposition. Proef¬ schrift, Nijmegen, 27 februari 1981. J.J.M. Binsma: Crystal growth and defect chemistry of CulnS?. Proef¬ schrift, Nijmegen, 16 december 1981. J.J.M. Binsma, L.J. Giling, J. Bloem: Order-disorder behaviour and tetragonal distortion of chalcopyrite compounds. Phys. Stat. Sol.
132
edge of a silicon inversion Isyer. J. Phys. C: Solid State Phys. 14 (1981) 4167. H.H.J.M Niederer, A.P.M. MatUiey. M.J. Sparnaay: Thermally activated conduc¬ tance of a silicon inversion layer by electrons excited above the mobility edge. J. Phys- C: Solid State Phys. 14 (1981) 4177. G.A. Bootsma. N.F-. de Rooi). A. van Sill hout: The solid/liquid interface. Sensors and Actuators 1 (1981) 111. G.A. Bootsma: Characterization of inter¬ faces. Sensors and Actuators 1 (1981) 289. 5. Bijdragen >an conferenties «.d. International Workshop on Ion Implan¬ tation, Laser, Treatment and Ion Beam Analysis of Materials. Bombay. India. 9-13 februari 1981. F.W. Saris: Channeling studies of de¬ fect-impurity interactions in silicon. F.W. Saris: Ion-beam crystallography of surfaces and interfaces. F.W. Saris: Pulsed-faser annealing of ion-implanted silicon. R. Oelhez, M. Hendriks, Th.H. de Keijser, S. Radelaar: X-ray diffraction and SEM study ofCVD polycrystalline silicon. Martinsrieder Symp. Apparative Entwickiung in der Röntgen- und Neutro¬ nen Strukturanalyse, München, WOuitsland, 9-13 maart 1981. R. Delhez. M. Hendriks. Th.H. de Keijser. S. Radelaar (poster): X-ray diffraction and SEM s tudy ofCVD polycrys talline si¬ licon. Wetenschappelijke Bijeenkomst van de SON Werkgemeenschap voor Quantum-theoretische Chemie en de Werkgemeenschap voor Kristal- en Structuuronderzoek. Lunteren. 23-24 maart 1981. R. Delhez. M. Hendriks, Th.H. de Keijser. S. Radelaar: Characterization of CVD polycrystalline silicon layers by X-ray diffraction. Second Oxford Conf. on Microscopy of Semiconducting Materi¬ als, Oxford, Groot-Brittannië. 6-10 april 1981. T.G.M. Kleinpenning: 1 ff Noise of hot carriers. Sixth Intern. Conf. on Noise in Physical Systems National Bureau of Standards, Gaithersburg, MD, USA, 6-10 april 1981. NSB Special Publication 614, p. 240. L.K.J- Vandamme, L.S.H. Dik: Bias tem¬ perature, surface state density and iff noise in MOST's. Sixth Intern. Conf. on Noise in Physical Systems, National Bureau of Standards, Gaithersburg, MO, USA, 6-10 april 1981. NSB Special Publi¬ cation 614, p.
toestanden in silicium en diamant. S.H. Muller. G. ïuyr.mjin. E G . Sieverts. C.A.J. Ammerlaan: Clustervorming van ijzer in silicium. A. Straayer (poster): Ladingstransport in MIS siliciumzonnecellen. H.H.J.M. Niederer: Locslisatie-effecten in twee dimensionale elektronentrans¬ port nabij het Si/SiOt grensvlak. Second International Conference. INFOS 81, Erlangen. W-Duitsland. 27-29 april 1981. M.W. Hillen. J. Holsbrink, J.F Verwey: On the S1/S1O2 recombination velocity. Proc. p. 43. E.J. Korma, J. Snijder. J.F. Verwey: Silicon nitride layers grown by plasma enhanced thermal nitridation. Proc. p. 224. G. Greeuw. H. Hasper: Chlorine implan¬ tation in SiOj. Proc. p. 203. Drie Landen Conferentie. 8ACG-DGKK KKN, Noordwijkerhout. 6-8 mei 1981. R. Oelhez. M. Hendriks. Th.H. de Keijser. S. Radeiaar: X-ray diffraction study of CVD-grown polycrystalline silicon. A.M. Beers: The amorphous crystalline transition of silicon during growth by CVD. HA. van der Linden. L.J. Giling: High q.iality new bandsaw for crystals and ceramics. Y.S. Oei: Epitaxial layer growth of silicon by CVD in a hot-wall reactor. J.J.M. Binsma: CVT-growth of CulnSi and CuGaS; assisted by VLS mecha¬ nisms. R. Delhez. M. Hendriks. Th.H. de Keijser. S. Radelaar (poster): X-ray diffraction study of CVD grown polycrystalline silicon. Wetenschappelijke Bijeenkomst van de Werkgemeenschap Metalen FOM-TNO, Veldhoven, 26-27 mei 1981. H. Albers. A. Lubbers. O. Rijke, H. Bak¬ ker, F.W. Schapink, S. Radelaar: Korrel¬ grenzen in silicium. Wetenschappelijke Bijeenkomst van de Werkgemeenschap FOM-TNO, Veldhoven, 26-27 mei 19&;. C.A.J. Ammerlaan: Clustering of iron in Silicon. Third Intern. Conf. on DeepLevel Impurities in Semiconductors. Heritage Village, Southbury, Connec¬ ticut, USA. 28 mei 1981. K G . Kerkhoff. M L . Tervoert, H.A.C. Tilmans: Design considerations and measurements results of MVL CCD's. Digest of the Intern. Symp. on MultipleValued Logic. Oklahoma, USA, mei 1981, p. 205. CA J. Ammerlaan: Clusterbildung von Eisen in Silicium. Arbeitskreis 'Punktdefekte in Silizium', Max-Planck-lnstitut fur Festkorperforschung. Stuttgart. W-Duifsland. 24 juni 1981. R.M. Tromp: Ion beam crystallography of the Si (100) surface Forty-first
Halfgeleiders
Annual Conf. on Physical Electronics. Montana. USA. 29 juni-1 juli 1961. R.M. Tromp. R G Smeenk. F. Nawa, F.W. Saris: Stotchiometry and microstructure ottheSi-Pdinterface. Forty-first Annual Conf. on Physical Electronics. Montana. USA. 29 juni-1 juli 1961. F.W. Saris: Ion beam analysis of thin filmt and interfaces. Intern. Conf. - Ion and Plasma Assisted Techniques. Am¬ sterdam. 30 juni-2 juli 1981. W. den Boer: Determination of midgap density of states in a-Si.H using spreecharge-limited current measurements. Proc. Ninth Intern. Conf. on Amorphous and Liquid Semiconductors. Grenoble. Frankrijk. 24 juli 1981. C4-451. F.W. Saris: Ion-beam crystallography of surfaces and interfaces. 9th Intern. Conf. on Atomic Collisions in Solids. Lyon. Frankrijk. 6-10 juli 1961 CA.J. Ammerlaan: Electron paramagne¬ tic resonance of boron in diamond. Diamond Conf. 1961. University of Rea¬ ding. Reading. Groot Brittanniè. 9 juli 1961.
CVD-grown silicon layers Proc. p. 128. J. Holleman: Growth parameters of LPCVD poly silicon. L J Vermij. B J Meyer. A.H.M. Kipper man: Energievoorziening met behulp van totovoltaïsche cellen. ECN - Conf. over Zonne-energie in Nederland. Utrecht. 1 oktober 1961. Energiespectrurrt 5 (1961) 333. R.M. Tromp. E J. van Loenen. M. Iwami. R.G. Smeenk. F.W. Sans Ion beam crys¬ tallography on silicon-metal interface Pd on Siilii). Meeting on Surface Pnysics. Lille. Frankrijk. 9-10 november 1981 • F.W. Saris: Ion-beam crystallography of interfaces. Materials Research Society Meeting on thin Films and Interfaces. Boston. Mass.. USA. 14-21 november 1961
Wetenschappelijke Bijeenkomst Werk¬ gemeenschap Halfgeleiders. Lunteren. 12 december 1961. C.A.J. Ammerlaan: Complexvorming van ijzer in silicium. L.J. Giling: Analysis of gastiows in hori¬ C.A.J. Ammerlaan. R. van Kemp: Ondie¬ zontal CVD reactors observed by inter¬ pe acceptoren in silicium en diamant. ference holography. 5th Intern. Conf. on E.G. Sieverts. S.H. Muller. C.A.J. Ammer¬ laan: Vorming van goud-ijzer paren in Vapour Growth and Epitaxy ICVGE V. silicium. San Diego. Coronado. USA. 19-24 juli 1961. M. Hendriks. Th.H. de Keijser. R. Delhez. S. Radelaar (poster): Microstructuur en J. Bloem: Mechanisms in the CVD of elektrische weerstand van CVD-polysilicon. 5th intern. Conf. on Vapour Growth and Epitaxy ICVGE V. San Diego. silicium. Y.S Oei. F.W. Schapink. S Radelaar Coronado. USA. 19-24 juli 1981. G.A. Bootsma: Chemisorption investi¬ (poster): Elektronenmicroscopte aan gated by ellipsometry. Fifth Intern. Sum¬ korrelgrenzen in silicium. P.K. Larsen. J.F. van der Veen. L. Smit: mer Institute in Surface Science. Mil¬ Photoemission from MBEgromn GaAs waukee. Wisconsin. USA. 24-28 augus¬ (001) surfaces. tus 1981. G. Greeuw. J.F. Verwey (poster): Elektri¬ L. Spaanenburg. R.C.C. Luchtmeyer: The automated design of BIGFET array sche effecten van halogeen implantatie in silicium. layouts by BISIC. Digest EDA 1981. Brighton, Groot-Brittanniè. augustus E.J Korma. J.F. Verwey. J. Snijder (pos¬ 1981. p. 110. ter): Isolerende lagen op silicium. P.K. Larsen. J.F. van der Veen. A. Mazur. F.S.C, de Jong. J.F. Verwey. J. Snijder J. Pollmann: Photoemission observation (poster): Eigenschappen van het Si-SiOj and tight binding calculation of Surface grensvlak. states for As • stable GaAs(oni) (2 x 4). A. Straayer. G. Hellings (poster): La¬ ECOSS 4. Munster. W Duitsland. 14-16 dingstransport in MIS silicium zonne¬ september 1981. cellen. A. van Hilfhout: Optisch en elektrisch R.M. Tromp. R.G. SmeenK. F.W. Saris: SiilOO) and Si(111): Pd surface studies onderzoek van ionenbombardementsby AES, LEED. TEM and ion scattering schade aan silicium en germanium oppervlakken ECOSS 4. Munster. W-Duitsland. 14 16 september 1981. L Wolterbeek Muller: Adsorptie van zuurstof aan silicium oppervlakken bestudeerd mei differentiële reflectoEighth International Conference on metne. Chemical Vapor Deposition CVDVIll, Gouvieux-Chantilly. Frankrijk. 15 18 sep¬ H.H.J.M. Niederer Negatieve magnetoweerstandsverandering en logarith¬ tember 1981. R. Delhez, M. Hendriks. Th.H. de Keijser. m/sen temperatuur afhankelijke gelei¬ ding, nieuw aspecten van lokalisatie S. Radelaar (poster): Characterization in het elektronen!ran sport langs het of CVD polycrystallme silicon layers. L.J. Giling: Gastlow patterns in horizon¬ SilSiOrgrensvlak, tal epitaxial reactor cells as observed by PK Larsen, J.F. van der Veen, A. Mazur. interference holography Proc. p. 199. J. Bloem. W A P . Claassen Structure of J. Pollmann: Oppervlaktetoestanden van
Halfgeleiders
GaAstOOV surfaces. Wetenschappelijke Bijeenkomst Werkgemeenschap voor de Vaste Stof. Veldhoven, t a i l december 1961. G.A. Bootsma: Chemisorption and sur¬ face film formation at solid/gas and solid/liqurd interfaces. Bat-Sheva Semi¬ nar on Semiconductor and Metal-Elec¬ trolyte Interfaces. Ein Gedi/Weizmann Institute. Renovoth. Israel. 13-22 decem¬ ber 1961. M.J. Sparnaay: Baste aspects of solid/ liquids interfaces: some systems of practical interest. Bat-Sheva Seminar on Semiconductor and Metal-Electrolyte Interfaces. Ein Gedi/Weizmann Institute. Rehovoth. Israel. 13-22 december 1901. H.G. Kerkhoff.ML Tervoert.J A Stemerdtnk: The design and application ot a CCO tour-valued full adder circuit. IEEE Digest of the COMPCON Spring meeting. San Francisco. USA. 1961. p. 96. M L Swanson.L.M. Howe.F.W.Saris. A.F. Quenneville: A channeling study of defect-boron complexes in Si. Proc. Defects in Semiconductors. Eds. Narayan. Tan. North Holland Publ. Comp.. 1981. p. 71. J. Bloem. Y.S Oei. J. Hanssen. L.J. Giling: Epitaxial growth ot silicon by CVD in a hot-wall furnace. Proc. 3rd European Conf. on Photo Voltaic Solar Energy. Cannes. Frankrijk. 1981. p. 574. Proc. International Conference on Insu¬ lating Films on Semiconductors. Ed. M. Schulz. Electrophysics Series. Sprin¬ ger Verlag. 1961. M.W Hitlen. J. Holsbrink. J.F. Verwey: On the Si/SiOj recombination velocity p 43 E.J. Korma. J. Snijder. J.F. Verwey: Sili¬ con nitride layers grown by plasma enhanced thermal nitridation. p. 224. G. Greeuw. H. Hasper: Chlorine implan¬ tation in SiOj. p. 203. 6. Voordrachten H. Wailinga: Programmable CCD filters. General Electric Research Labs.. Schenectady. USA. 12 januari 1981. H. Wallrnga. Design of a recursive CCD filter. General Electric Research Labs.. Schenectady. USA. 19 januari 1981. C.A.J. Ammerlaan: Passage effects in EPR with application to the determina¬ tion of spin-lattice relaxation time. 20 januari 1981: EPR on shallow donor states in silicon 22 januari 1981; The Jahn- Teller effect of nitrogen in dia mond. 27 januari 1981: EPR on shallow acceptor states in semiconductors 28 januari 1981: EPR on iron and iron'elated detects in silicon. 3 februari 1981; The study of hyperfme interactions by ENDOR. application on the divacancy in silicon. 5 februari 1981: EPR in germa-
133
nium. 10 februari 1981; EPP in Hl-V com¬ 1981. prof.ir. T. Poorter pounds. 12 februari 1981. Institute) de C.A.J. Ammerlaan: Substitutional nitro¬ prof.dr.ir. S. Radelaar, leider werkgroep Fisica, Universidade de Sao Paulo, Sao THFE-D II gen in diamond. Institute of Physics, Paulo, Brazilië. Academy of Sciences of the Ukrainian prof.dr. F.W. Saris, leider werkgroep C-A.J. Ammerlaan: Defects in semicon¬ SSR, Kiev, USSR, 24 september 1981. THFEF ductors studied by EPR. Instituto de L.J. Giling: The influence of hydrodyna¬ prof.dr. W.F. van der Weg Fisica, Univ. Federal do Rio de Janeiro, mics on gasflows in epitaxial reactor prof.dr. P. Wyder Riode Janeiro, 29 januari 1981; Departe- cells. British Telecommunications, prof.dr. R.J.J. Zijlstra mento de Fisica, Univ. Federal de Minas Ipswich, Groot-Brittannie, 25 september dr. C. le Pair vervulde de taak van Gerais, Belo Horizonte, 6 februari 1981; 1981. secretaris. Instituto de Ativtdades Espaciais, DiviC.A.J. Ammerlaan: EPR of shallow ac¬ sao de Estudos Avancados, Sao José De vergaderingen werden bijgewoond ceptor impurities in silicon and dia¬ dos Campos, 9 februari 1981, Brazilië. mond. A.F. loffe Physico-Technical Insti¬ door dr. L.S.J.M. Henkens en dr. P.A.J. H. Wallinga: Programmable split-elec¬ tute, Leningrad, USSR, 1 oktober 1981. Tindemans (Wetenschapsbeleid) en trode CCD filters. University of Califor¬ door ir. J.L Wackie Eijsten respectieve¬ A. Straayer: Karakterisering van MIS nia, Berkeley, USA, 11 februari 1981. Shottkydioden, gefrabriceerd door sput¬lijk moj. D.P. Hattke, ter assistentie van H. Wallinga: Filters en gefilterde indruk¬ teren van Au op p-Si. Af d. der Technische de secretaris. ken uit de VS. Afdelingscolloquium, Natuurkunde, TH-Twente, Enschede, 10 TH-Twente, Enschede, 18 maart 1981. november 1981. In de loop van het verslagjaar traden G.A. Bootsma: Optisch onderzoek aan L. Spaanenburg: The evaluation of digi¬ prof.dr.ir. P.M. Dewilde, prof.dr.ing. vaste stof oppervlakken. Nat. Lab., Uni¬ J.A.G. Jess, prof.dr. F.M. Klaassen (voor tal integrated circuits. ASI VLSI-dag, versiteit van Amsterdam, 9 april 1981. de duur van zijn project), prof.dr. W.F. Stichting Hogere Informatica, Utrecht, J. Bloem: Evaporation rate of laser hea¬ 20 november 1981. van der Weg (in de plaats van dr.ir. J. ted ceramics. Kernforschungsanlage, Bezemer), prof.dr. P. Wyder en prof.dr. J. Bloem: Theoretical predictions of Karlsruhe, W-Duitsland. 10 april 1981. R.J.J. Zijlstra tot de commissie toe. laser induced etching. Kernforschungs¬ A.H.M. Kipperman: Thin film MlS-solar- anlage, Karlsruhe, W-Duitsland. 20 no¬ Het lidmaatschap van dr.ir. J. Bezemer cells. IBM Research Center, Yorktown werd op eigen verzoek beëindigd. vember 1981. Heights, NY, USA, 8 mei 1981. L. Spaanenburg: Design for realizability. Alle leden van de commissie die geen H.H.J.M. Niederer: Localisatie-effecten Brunei Univ., Groot-Brittannië, 16 de¬ werkgroepieider zijn, zijn te beschouwen in tweedimensionaal elektronentrans¬ cember 1981. als lid van de commissie a titre per¬ port nabij het Si/SiO2 grensvlak. THG.A. Bootsma: Chemisorption investi¬ sonnel. Twente, 13 mei 1981. gated by ellipsometry, AES and LEED. S.H. Muller: Uzer in silicium: Defecten Prof.dr. J. Bloem fungeert als contact¬ Ben-Gurion Univ., Beersheva, Israël, en clustervorming. Nat. Lab., Universi¬ man tuss.n de Werkgemeenschap en de 27 december 1981. teit van Amsterdam, 14 mei 1981. Stichting SON. S. Radelaar: Polykristallijn silicium voor 7. Commissie zonnecellen. Sprekersdag 'Energie¬ Het Dagelijks Bestuur van de Werkge¬ onderzoek aan de THD'. Multidisciplinair meenschap besta 3 ! uit: De Commissie van de Werkgemeen¬ Centrum voor Energie, 25 mei 1981. prof.dr. J.F. Verwty, voorzitter schap Halfgeleiders was op 31 decem¬ C.A.J. Ammerlaan: Electronic instability prof.dr.ir. S. Middelhoek, wetenschappe¬ ber als volgt samengesteld: of substitution al nitrogen in diamond. lijk secretaris prof.dr. J.F. Verwey, voorzitter, leider State Univ. Naw York at Albany, USA, werkgroep THFE-G dr. C. le Pair, zakelijk secretaris 1 juni 1981. prof.dr. F.W. Saris prof.dr.ir. S. Middelhoek, wetenschap¬ C.A.J. Ammerfaan: Electron paramag¬ pelijk secretaris, leider werkgroep netic resonance studies of native impu¬ THFE-DI De taak van de Commissie is nader rities in dijmond. Lehigh University, omschreven in 'Bebtuurstaken van de prof.dr. G.A. Acket Bethlehem, Penn,, USA, 3 juni 1981. Commissie van de Werkgemeenschap¬ dr. C.A.J. Ammerlaan, leider werkgroep R.M. Tromp, R.G. Smeenk: Ion beam pen'. THFE-A crystallography of surfaces and inter¬ dr.ir. P. Bergveld faces. Bell Labs, Murray Hill; IBM, San prof.dr. J. Bloem, leider werkgroep José; R.M. Tromp: Ion beam crystallo¬ THFE-N graphy of Si(100j and Si(111) surfaces prof.dr. G.A. Bootsma, leider werkgroep and silicide interfaces formation. IBM, TH F E-T II New York; R.G. Smeenk: Relaxation, prof.dr.ir. J. Davidse reconstruction and oxidation of nickel ir. J. Delcour surfaces. Univ. California, Berkeley; prof.dr.ir. P.M, Dewilde R.M. Tromp: Ion beam crystallography prof.dr. H. Groendijk of silicon surfaces. XEROX, Palo Alto. prof.dr. F,N. Hooge, leider werkgroep Rondreis USA, 20 juni-11 juli 1981. THFE-EII H. Wallinga: CCD filters. NERG Werk¬ prof.dr.ing. J.A.G. Jess vergadering, TH-Twente, Enschede, 2 prof.dr. F.M. Klaassen, leider werkgroep september 1981. THFE-E I C.A.J. Ammerlaan: Complexing of iron prof.dr.ir. K.B. Klaassen in silicon. P.N. Lebedev Physical Insti¬ drs. R.P. Kramer tute, Moskou, 22 september 1981; Insti¬ prof.dr. F. van der Maesen, leider werk¬ tute of Physics, Academy of Sciences groep THFE-E III of the Ukrainian SSR, Kiev, 25 september prof.ir. O.W. Memelink, leider werkgroep 1981; A.F. loffe Physico-Technical Insti¬ THFE-TI tute, Leningrad, USSR, 30 september prof.dr.ir. J.B. Le Poole
134
Halfgeleiders
Speciale Commissies
135
Theoretische Natuurkunde
De Speciale Commissie voor de Theoretische Natuur¬ kunde (SCThN) is in 1973 ingesteld in hoofdzaak om het FOM-bestuur bij te staan bij de beoordeling van voorstellen op het gebied van de theoretische natuur¬ kunde en om het FOM-bestuur te adviseren in alge¬ mene zin bij beleidskwesties, die de theoretische fysica betreffen. Het beleid van FOM is er steeds op gericht geweest, theorie en experiment zoveel mogelijk met elkaar in contact te brengen. Daarom is het theoretisch onder¬ zoek nimmer in een aparte werkgemeenschap onder¬ gebracht, maar steeds ingedeeld bij een van de bestaande werkgebieden. Het is niet de bedoeling van het FOM-bestuur dit beleid te wijzigen. Door het krapper worden van de budgetten voor onderzoek sinds het begin van de jaren zeventig, ook dus voor theoretisch onderzoek, is het echter ook nodig geworden de onderzoekvoorstellen scherper dan voorheen te selecteren en onder¬ ling tegen elkaar af te wegen. De vrees bestond dat het theoretisch onderzoek, waarbij het vaak niet mogelijk is de plannen vooraf zo concreet te formuleren als bij de experimentele onderzoekingen meestal wel het geval is, bij de selectieprocedure in de werkgemeen¬ schappen niet de nodige steun zou verkrijgen, die een zekere continuïteit van de werkzaamheden zou waar¬ borgen. Het FOM-bestuur achtte het daarom wenselijk derge¬ lijke voorstellen ook te laten beoordelen door een breed samengestelde groep van theoretici, waardoor tegelijk de mogelijkheid werd geopend om de theore¬ tische voorstellen onderling af te wegen. In de tweede plaats bestaat in tijden van schaarste bij verschillende werkgemeenschappen de neiging om hun programma scherp af te grenzen. Dit kan een gevaar betekenen voor onderzoek dat zich op een grensgebied tussen twee werkgemeenschappen bevindt, of dat
136
anderszins moeilijk in het programma van een be¬ staande werkgemeenschap kan worden ingepast. Het FOM-bestuur stelt zich op het standpunt, dat de natuurkunde in zijn geheel door FOM moet kunnen worden bestreken. Ook daarom was het wenselijk voorzieningen te treffen, die in dergelijke gevallen een adequate kwaliteitsbeoordeling van voorgestelde theo¬ retische onderzoekingen zou waarborgen. De commissie bestaat uit de werkgroepleiders, de plaatsvervangende en de adjunct-werkgroepleiders van de FOM-groepen op het gebied van de theoretische natuurkunde. Daarnaast zijn enkele leden op persoon¬ lijke titel benoemd. De commissie heeft ook al vanaf 1973 geadviseerd over de voorstellen van theoretische aard in de Beleids¬ ruimte van FOM. In een bijzonder geval, nl. als een gehcoreerd onderzoekvoorstel niet in een bepaalde werkgemeenschap kan worden ondergebracht, bestaat de mogelijkheid dit onderzoek onder de directe verantwoordelijkheid van de SCThN te plaatsen, die dan dus, in weerwil van haar speciale karakter, toch een project 'beheert'. In het tijdvak van haar bestaan is dit éénmaal het geval geweest: gedurende de jaren 1973-1978.
Commissie De Speciale Commissie voor de Theore¬ tische Natuurkunde was op 31 december als volgt samengesteld: prof.dr. P.W. Kasteleyn. voorzitter, leider werkgroep VSth-L prof dr. D. Atkinson, leider werkgroep H-thG prof,dr. F.A. Berends, leider werkgroep Hth-L prof.dr. E. Boeker prof.dr H.J. Boersma prof.dr. P.J. Brussaard. leider werkgroep K Vl-U
Theoretische Natuurkunde
prof.dr. H.W. Capei. adjunct-leider werkgroep VS-th-L prof.dr. W.J. Caspers prof.dr. J A M . Cox, leider werkgroep H-th-L prof.dr. C. Dullemond, leider werkgroep
Hth-N prof.dr. F. Engelmann, leider theoriegroep FOMInstituut voor Plasmafysica dr. T. de Forest prof.dr. S.R. de Groot, leider werkgroep
M VIA II prof.dr. J. Hilgevoord prof.dr. J. Hijmans, leider werkgroep
M VIA I prof.dr. N.M. Hugenholtz. leider werkgroep M Vl-G prof.dr. F. lachellc prof.dr. A.G.M. Janner, leider werkgroep VS-DNN prof.dr.lr. J.J.J. Kokkedee prof.dr. A. Lande, leider werkgroep K V/G prof.dr. J.M.J. van Leeuwen, leider wer' groep M Xl-D prof.dr. P. Mazur, leider werkgroep
M VIL prof.dr. B.R.A. Nijboer prof.dr. Th.W. Ruijgrok, leider werkgroep H-th-U prof.dr.ir. J J . de Swart, leider werkgroep H-th-N dr. A. Tip prof.dr. J.A. Tjon, leider werkgroep VS-th-U prof.dr. R.Ph.l. Van Roven, leider werkgroep H-th-N prof.dr. B J . Verhaar prof.dr. R. van Wageningen, leider werkgroep K II prof.dr. M.P.H. Weenink, leider werkgroep TN VII dr. Ch.G. van Weert, adjunct-leider werkgroep M Vl-A II prof.dr. SA. Wouthuysen, leider werkgroep H-thA drs. F.R. Diemont vervulde de taak van secretaris.
ftnnen
In 1981 werd geen vergadering belegd mede omdat geen Beleidsruimte¬ projecten ter beoordeling waren voorgelegd. Wegens pensionering traden prof.dr. J. de Boer en prof.dr. L.J.F. Broer uit de commissie. Prof.dr. M.J.G. Veltman legde het lidmaatschap van de commissie neer, wegens zijn vertrek naar Amerika; prof.dr. H.A. Tolhoek werd op eigen verzoek van het lidmaatschap ontheven.
dogleraren beplèltv^ ^ rsterking kennissecfe^f Theoretische PJatuurkunde
137
Technische Fysica
1. Algemeen De Speciale Commissie voor de Techni¬ sche Fysica (SCTF) werd in 1974 inge¬ steld om te adviseren over voorstellen voor onderzoek waaraan een technischfysische verdienste kan worden toege¬ schreven. De inhoud van deze taak is sinds 1978 aanzienlijk verzwaard door de instelling in dat jaar van het Programma voor Technische Natuurkunde en Inno¬ vatie. Hierdoor werci voor het eerst - mede op instigatie van de Speciale Commissie- expliciet de mogelijkheid geopend bij FOM aanvragen in te dienen voortechnisch-fysisch onderzoek. In het kader van dit programma zijn de belang¬ rijkste taken van de SCTF: - begeleiding van de beoordelings¬ procedure; - het doen van concrete aanbevelingen aan het FOM-bestuur over de conse¬ quenties die aan het resultaat van de evaluatie zouden moeten worden ver¬ bonden; - toezicht houden op de utilisatie van al het in uitvoering genomen technisch fysische onderzoek; en - de supervisie over de zogenoemde TF-werkgroepen (deze zijn opgericht voor die technisch-fysische onderzoek¬ projecten die op grond van inhoudelijke overwegingen niet op de gebruikelijke wijze in een werkgemeenschap of insti¬ tuut kunnen worden ondergebracht). Daarnaast adviseert de commissie het FOM-bestuur over algemene beleids¬ zaken die op die technische natuur¬ kunde betrekking hebben.
evaluatie voort te kunnen zetten. Er werden 10 vervolgaanvragen ingediend. Gelet op de bijzondere situatie werd er vanaf gezien voor de beoordeling een externe jury in te stellen: de SCTF ver¬ vulde de jurytaak zelf. Voor het overige was de beoordelingsprocedure gelijk aan die in voorgaande jaren werd gehan¬ teerd. De geringe hoeveelheid geld leid¬ de ertoe dat voor drie projecten tot beëindiging moest worden besloten. Een beëindrgrngsbesluif betekent overi¬ gens geen acute stopzetting, maar een laatste toewijzing om tot redelijke afron¬ ding van het onderzoek te kunnen komen, mede in het belang van de utili¬ satie en de betrokken medewerkers. De eerder genoemde groei van het Programma voor Technische Natuur¬ kunde en Innovatie was mede mogelijk gemaakt door subsidies van de minis¬ ters van Economische Zaken en van Wetenschapsbeleid, in de loop van 1981 werd echter bekend dat beide ministers het bij de eerder gedane toezeggingen wensten te laten. Er zouden derhalve geen nieuwe toezeggingen meer volgen. Van de zijde van Wetenschapsbeleid werd meegedeeld dat een verdere uit¬ bouw van het programma door FOM moest worden gerealiseerd ten laste van andere gebieden van de fysica, met name de kernfysica. EZ stelde zich op het standpunt dat de nieuwe Stichting voor de Technische Wetenschappen voortaan het aangewezen kanaal zou moeten zijn, waaraan inmiddels zowel door O&W, W6 als EZ subsidies ter beschikking waren gesteld.
2. Werkzaamheden en ontwikkelingen In 1981 bleef de beleidsruimte door de bezuinigingen die van overheidswege op het FOM-budget werden aange¬ bracht, gesloten voor nieuwe project¬ voorstellen. Daarmee stokte tevens de groei die het Programma voor Techni¬ sche Natuurkunde en Innovatie in de jaren daarvoor had doorgemaakt. Wel was enig geld beschikbaar om lopende projecten die aan de beurt waren voor de gebruikelijke tweejaarlijkse voortgangs¬
138
Het niet continueren van de subsidies van Economische Zaken en Weten¬ schapsbeleid had ernstige consequen¬ ties. FOM was namelijk met de startsub¬ sidies en de daarbij gewekte verwach¬ tingen dat de subsidiegevers zich ver¬ antwoordelijk zouden weten voor een goede afronding van de eenmaal ge¬ starte projecten, omvangrijke verplich¬ tingen aangegaan, maar na deze mede¬ deling stonden daar voor een niet onaan¬ zienlijk deel geen inkomsten meer tegen¬
over. Het gevolg was dat lopend onder¬ zoek zou moeten worden beëindigd en/of in de toekomst minder nieuwe projecten zouden kunnen starten. De SCTF wendde zich daarop in de zomer met een brief tot het Uitvoerend Bestuur. Daarin werd in de eerste plaats gepleit voor voortzetting van het Pro¬ gramma voor Technische Natuurkunde en Innovatie. Gewezen werd op de ver¬ diensten van het programma zoals die in de korte tijd van zijn bestaan reeds waren gebleken: - de in het algemeen sterk gestegen aandacht vanuit het WO voor het gebruik van de onderzoekresultaten (mentali¬ teitsverandering); - de intensieve samenwerKingsverbanden die bij concrete FOM-projecten zijn ontstaan tussen onderzoekers en ge¬ bruikers (utilisatie via onder andere gebruikerscommissies); - nieuwe mogelijkheden voor een lande¬ lijke coördinatie van onderzoek op gebieden waar FOM of andere organisa¬ ties tot voor kort niet actief waren (half¬ geleiderfysica, stroming en warmte); - d e kwaliteitsverbetering van technischfysisch onderzoek via onderwer¬ ping van voorstellen aan adequate beoordelings- en selectiemethoden; - 'last but not least' de integrale over¬ name van het bij FOM ontwikkelde instrumentarium door de Stichting voor de Technische Wetenschappen. Voorts stelde de SCTF dat voor een goede ontwikkeling van het programma continuïteit in de voorziening van finan¬ ciële middelen noodzakelijk is. In dit verband werd het annuleren van de beleidsruimte betreurd. Tot slot werd gevraagd een oplossing te zoeken voor de financiële consequen¬ ties van de beëindigde steun van EZ en WB en wel zodanig dat de verwachte tekorten de verdere ontwinKeling van het Programma voor Technische Natuur¬ kunde en Innovatie niet zou belemme¬ ren. Gesuggereerd werd daarbij zonodig de hulp van de STW in te roepen. In een gesprek lussen het Dagelijks
Technische Fysica
Bestuur van de STW en het Uitvoerend Bestuur van FOM weraen in november 1981 de fundamenten gelegd voor een structurele oplossing van de gerezen problemen. Aan ZWO en O&W werd voor¬ gesteld het subsidie van ZWO aan FOM structureel te verminderen met een bedrag van Mr 2 15 en dit bedrag struc¬ tureel ter beschikking te stellen aan de STW. Dit werd in 1982 gerealiseerd. Vervolgens werd dit bedrag weer als lump-sum aan FOM ter beschikking gesteld voor de financiering van de projecten in het Programma voor Tech¬ nische Natuurkunde en Innovatie. Voorts werd afgesproken vanaf 1983 op de lumpsum jaarlijks een reductie toe te passen met een percentage dat ten hoogste 15% per jaar bedraagt, doch in elk geval niet hoger dan verantwoord is om de verplichtingen met betrekking tot reeds aangevangen projecten na te komen. Voor nieuwe aanvragen kan FOM voorzover de lump-sum daartoe niet toereikend is, een afzonderlijk beroep op de STW doen. FOM heeft zich in principe bereid verklaard om technisch-fysische projecten die recht¬ streeks bij de STW worden ingediend en door de STW worden gehonoreerd, ;n haar programma op te nemen. Jaarlijks zal de lump-sum voor deze nieuwe pro¬ jecten weer met een bepaald bedrag worden verhoogd. Aldus is v o c het Programma voor Technische Natuur¬ kunde en Innovatie een goede financie¬ ringsstructuur geschapen. De omvang van het programma zaf in de toekomst afhankelijk zijn van enerzijds de hoogte van het STW-budget (dal de komende jaren aanzienlijk zal toenemen) en ander¬ zijds de mate waarin rechtstreeks of via FOM technisch-fysische onderzoekpro¬ jecten van concurrerend niveau - in ver¬ gelijking met projecten uit andere technisch-wetenschappelijke disciplines bij de STW wordt ingediend. Impliciet is met de STW ook een regeling getrof-
jaar
over de wijze waarop de Werkgemeen¬ schap Stroming en Warmte zijn doel¬ stelling zou kunnen realiseren en over de inpassing van de Werkgemeenschap in de Nederlandse onderzoekorganisa¬ tie. Dergelijke verzoeken werden ook gedaan aan ZWO en de STW. Daartoe uitgenodigd door het Uitvoerend Be¬ stuur gaf de SCTF als haar mening dat de nieuwe werkgemeenschap zowel voor FOM als voor de STW een belang¬ rijke rol zou kunnen vervullen, bijvoor¬ beeld bij de beoordeling van onderzoekvoorstellen die vanuit dit gebied worden ingediend. Bepleit werd de Werkge¬ meenschap de facto te erkennen en haar waar dit van belang is in te schakelen bij het werk van FOM. Voor een erken¬ ning de jure werd het moment nog te vroeg geacht. Eerst zou moeten worden afgewacht hoe belangrijk het desbetref¬ fende gebied is. hetgeen zou moeten blijken uit de mate waarin FOM en STW - op grond van een vergelijkende beoor¬ deling met projecten op andere gebie¬ den - onderzoekvoorstellen uit deze sector zal honoreren. Bovendien be¬ stond op het tijdstip dat dit advies werd uitgebracht (mei) nog geen duidelijkheid over de toekomstige relaties tussen FOM en STW op bestuurlijk, organisato¬ risch en inhoudelijk vlak. Evenmin was duidelijk of de Werkgemeenschap zelf een dergelijke sterke binding met FOM en/of STW wei op prijs zou stellen. 3. Omvang van het programma TN&I Hoewel de beleidsruimte daarvoor ge¬ sloten bleef konden door de oprichting van de STW in 1981 toch 6 projecten aan het programma voor Technische Natuur¬ kunde en Innovatie worden toegevoegd, die rechtstreeks of via FOM bij deze nieuwe Stichting werden ingediend en nadien gehonoreerd. Zoals in de tabel wordt geïllustreerd zet de groei van het programma zich verder voort.
1977
1978
1979
1980
1981
2 3 34
9 11 401
21 20 908
29 32 1698
35 43 798
aantal projecten aantal medewerkers materieel krediet (in k fen voor de gevolgen van het wegvallen allen van de steun van EZ en WB. In de loop van het /erslagjaar werd FOM op de hoogte gesteld van de oprichting van de Werkgemeenschap Stroming en Warmte. De Werkgemeenschap presen¬ teerde zich met een inventarisatie van onderzoek op dit gebied dat aan Neder¬ landse universiteiten en hogescholen wordt uitgevoerd. De wens werd te kennen gegeven met FOM te overleggen
Technische Fysica
4
Speurwerk
Deze paragraaf heeft alleen betrekking op het onderzoek in de werkgroepen die onder supervisie van de SCTF zijn ge¬ plaatst. Het speurwerk van de tech¬ nisch-fysische projecten in andere werk¬ groepen komt, voorzover reeds van be¬ lang, elders in dit Jaarboek aan de orde bij de desbetreffende werkgemeen¬ schappen, instituten en de Werkge¬ meenschap Halfgeleiders.
De meest opmerkelijke ontwikkelingen in het project Apertuur-synthese voor ultrasone medische diagnostiek' (TF I) waren: 1. Het meet- en verwerkingssysteem voor de zaalakoestiek is mf>! succes toegepast in de praktijk. 2. Experimenten met het meet- en ver¬ werkingssysteem voor het industrielawaai op een bestaand indjstriecomplex hebben aangetoond dat de akoesti¬ sche antenne snel geschikt kan worden gemaakt voor commerciële toepassing. 3. Er zijn significante vooruitgangen geboekt in de ontwikkeling van metho¬ den om voortplantingssnelheden in inhomogene media te bepalen uit echoakoestische meetgegevens. 4. De positieve resultaten in het medi¬ sche project hebben geleid tot de spe¬ cificatie van een prototype. In het kader van het project 'Natuurlijke convectie in zonnewarmtecollectoren' (TF II) werd een met een honingraat¬ spleten structuur uitgeruste zonne¬ collector ontworpen en bij TNO getest. Het rendement bleek aanzienlijk verbe¬ terd en die van een vacuümcollector te benaderen. De stratificatiestudies gaven voor een modelstudie van rook¬ verspreiding dat de turbulente menging ook beneden het tot nu toe gehanteerde slratificaiiecnterium nog vrij lang gering blijft. Het project (TF III) betreffende de circulattestabiliteit van bellenkolommen met groot drukverloop liet goede vooruit¬ gang zien: het numerieke model voor het stationaire stromingsgedrag komt goed overeen met de metingen, terwijl het dynamische model in ontwikkeling is. Er zijn metingen gedaan voor het onderzoek naar de axiale menging in de kolom. De digitale bewerking van interferentie¬ patronen, ontwikkeld ten behoeve van project TF IV, is in routinegebruik door de warmtetransportgroep van de THD. Na verkennend onderzoek worden con¬ crete toepassingen bij NLR, ESO, PML en TPD geëvalueerd. In het voorjaar van 1981 is in het project 'Supergeleidende gelijkrichters' (TF V) de oogst van 1980 binnengehaald: in vijf publikaties van april, mei en juni 1981, betreffende een uitgebreide litera¬ tuurstudie en de vier reeds met succes gebouwde supergeleidende gelijkrich¬ ters, zijn deze resultaten verwoord. Aan de hand van de laatste, een 9 kA, 50 W thermisch geschakelde dubbel¬ zijdige gelijkrichter, beginnen de utilisa¬ tieperspectieven duidelijk te worden. Onderhandelingen met een Nederlandse partner zijn gaande voor participatie in een internationaal project met een 15 kA gelijkrichter. Inmiddels wordt gewerkt aan een 3-fase 25 kA, 1 5 kW supergeleidende gelijkrichtpr, welke
139
naar verwachting medio zomer 1982 operationeel zal zijn. Met de realisatie van deze gelijkrichter hoopt de werk¬ groep de perspectieven van supergelei¬ dende gelijkrrchters afdoende aange¬ toond te hebben. In het eerste jaar van het project (TF VI) 'Invloed van het omringende gas op het hanteren van poeders' werd het onder¬ zoek geconcentreerd op malen. De deel¬ tjesanalyse werd geautomatiseerd. De eerste maalexperimenten werden uitge¬ voerd en verwerkt. De resultaten laten een duidelijke invloed van de gasomgeving zien. Over het project (TF VII) Hoge gradiënt
magnetische separatie' valt te melden dat naast aanzienlijke vooruitgang in het begrijpen van magnetische filtratie bij HGMS-technieken en hun toepassing in dit laboratorium op diverse systemen als kolen, vliegas,, water, plantaardige olieèn - en in de nabije toekomst maan stof (van NASA) - , ook een geheel nieuwe methode ontwikkeld werd, namelijk magnetische sedimentatie. Magnetische sedimentatie of deeltjesaggregatie is bestudeerd aan diverse paramagnetische systemen, en ver¬ scheidene theorieën en modelbereke¬ ningen betreffende de vangst van deel¬ tjes zijn ontwikkeld. Experimenten
hebben aangetoond dat ook diamagnetische deeltjes magnetisch te vangen zijn. Genoemde methode heeft niet alleen een duidelijk praktisch nut bij separatieprocessen, maar kan in prin¬ cipe ook als 'optische magnometer' gebruikt worden. Ten slotte over het project (TF VIII) 'Heldere gasionenbron': Na het onder¬ kennen van de invloed van ladings¬ wisseling op de energiebreedte, is het accent van het onderzoek komen te liggen op het verhogen van de elektronenstroomdichtheid in het elektronenfocus.
In 1981 door de STW gehonoreerde projecten in het programma voor TN&I. affi Natie
werk¬ groep
Röntgengrafische spanningsmetingen in relatie tot elastische en plastische anisotropie
THT
Mt VIII
prof dr ir. CA. Verbraak
Relatie tussen walsparameters en de verdeling van de 'stored energy' in aluminiumfolie voor elektrolytische condensatoren
THT
Mt VIII
STW-0042
prof.dr. J. Bloem dr. L.J. Giling
Studies van defecten' de gasfase
KUN
THFEN
STW-0074
prof.dr.ir. M.J.W. Schouten ir. C. van Nieuwvelt
Het ontwikkelen van dunne-film signaalopnemers voor industriële toepassing in werktuigbouwkundige constructies
THE
TFIX
STW-0079
prof.dr.ir. S. Radelaar dr. F.W. Schapink
Rekristallisatie en korrelgroei in gedoteerd fijnkorrelig polyknstallijn silicium
THD
THFE-D II
STW0097
prof.dr. J.F. Verwey ir. J. Snijder
Isolerende lagen op halfgeleiders
RUG
THFE-G
project¬ nummer
indieners
titel
STW-0027
prof dr ir CA. Verbraak ir. P.F. Willemse
STW-0037
l-V-verbindmgen gegroeid uit
S. Onderwerpen van onderzoek
WERKGROEPTFI Delft- Laboratorium voor Technische Natuurkunde, prof.dr.ir. A.J. Berkhout 1. Zaal-en bouwakoestiek 1.1. Flankerende geluidoverdracht in gebouwen en constructies 1.2. Registreren en verwerken van pulsresponsies in concertzalen 1.3. Evaluatie kunstgalmsystemen 2. Verkeers- en industrielawaai 2.1. Rekenmodellen voor gefuidvoortplanting in de buitenlucht met bijzon¬ dere aandacht voor de invloed van absorberende bodems, wallen en scher¬ men, en vooral de invloed van wind (gesponsord door VOMIL) 2.2. Identificatie van lawaaibronnen op industrieterreinen (gesponsord door Beleidsruimte TH-Delft) 3. Echoakoestiek 3.1. Extrapolatie van geluidvelden in inhomogene media; het voorwaartse en inverse probleem 3.2. Bepaling van propagatiesnelheden in inhomogene media (gesponsord door olie-industrie) 3.3. Ontwikkeling van een nieuw ultra¬
140
soon echo-apparaat met een zeer groot scheidend vermogen (gesponsord door Organon Teknika en Economische Zaken) 3.4. Akoestische identificatie van weefsels (ZWO-projecl) 3.5. Nietdestructief onderzoek van materialen (in samenwerking met TPDTNO/TH) 3.6. Akoestische detectie van slib in havens en rivieren (in samenwerking met TPD-TNO/TH) WERKGROEP TF II Delft - Laboratorium voor Technische Natuurkunde, prof.ir. C.J. Hoogendoorn 1. Natuurlijke convectie in zonne warmtecollectoren 2. Luchtstromingen in ruimten met ïfiermische stratificatie WERKGROEP TF III Delft - Laboratorium voor Fysische Technologie, prof. J.M. Smith 1. Meng-en dispersieprocessen in meerfasensystemen 1.1. Hydrodynamica van roerders en
geroerde vaten (buiten FOM-verband) 1.2. Bellenkolommen (deels buiten FOM-verband) 1.3. Gaswolkbestrijding met watersproeisystemen (buiten FOM-verband) 1.4. Plonsende-straalreactoren (buiten FOM-verband, afgesloten in 1981) 2. Hanteren van visceuze en nietnewtonse vloeistoffen 2.1. Dubbelschroefextruders en hun toepassingen als reactoren en proces¬ sors (buiten FOM-verband) 2.2. Turbulen'e mengsystemen in viscoelastische oplossingen (buiten FOMverband) WERKGROEP TF IV Delft - Laboratorium voor Technische Natuurkunde, prof.dr.ir. C.J.D.M. Ver¬ hagen 1. Digitale bewerking van interferentiepatronen ten behoeve van automatische kwantitative evaluatie 1.1. Warmteoverdracht in zonnecellen 1.2. Conceniratiegradiënt in kristal¬ groei
Technische Fysica
13 Verplaatsing en rotatie 14 Flits-röntgenfoto's 1.5. Spikkel-eigenschappen 1.6. Vervorming in grote telescoop¬ spiegel 1.7. Rekverdeling in vliegtuigonder¬ delen
(1981) 740. 30 maart 1981. IEEE MAG 17 (1981) 2067. A.J. Berkhout: Wave field extrapolation H.H.J. ten Kate, D.A. Kamphuis. M. Ca« techniques in seismic migration. Geo¬ pari. L.J.M, van de KLundert. Z. Houkes: physics 46 (1981) 1638. Control system for a superconducting D. de Vries: Gedonder in de glazen. rectifier using a mini-computer. MT-7 Getuid en Omgeving 4 (1981) 88. Intern. Conf. on Magnet Technology, A.J. Berkhout: Wet geluidhindergevaar Karlsruhe, W-Duitsland. 30 maart 1981. voor stadsvernieuwing. Geluid en Omge¬ IEEE MAG 17 (1981) 2063. WERKGROEP TF V ving 4 (1981) 76. A.J. Berkhout. J. Ridder. L.F. v.d. Wal: Enschede - Technische Hogeschool S.J.M. Linthorst, W.M.M. Schinkel, C.J. The potential of wave Held extrapolation Twente, Afdeling Technische Natuur¬ Hoogendoorn: Flo* structure with natu¬ moihods in medical imaging. Part I: kunde, prof.dr. L.C. van der Marel ral convection in inclined air-tilled Theoretical considerations. Physics in 1. Supergeleidende gelijkrichters voor enclosures. J. of Heat Transfer 103 Medical Ultrasound. Durham, Grootsterkstroom; bouw en analyse (1981) 53S. Brittannië. 13-14 april 1981. 2. Magnetische, thermische en mecha¬ J.A.C. van de Donk: Water aeration L.F. v.d. Wal. J. Ridder, A.J. Berkhout: nische supergeleidende schakelaars with plunging jets. Proefschrift, Delft, The potential of wave field extrapolation voor sterkstroom 10 juni T981. method!, in medical imaging. Part II: 3. Hardware en software meet-, stuurM. van Doorn: The control and disper¬ Practical applications. Physics in Medi¬ en controlesystemen voor supergelei¬ sion of hazardous gas clouds with water cal Ultrasound, Durham, Groot-Brittandende gelijkrichters sprays. Proefschrift. Delft. 10 september nie. 13-14 april 1981. 4. Supergeleidende trai sformatoren. 1981. W. Cottaar, K. Rietema, A.L. Stuyts: 5. Verbindingstechnieken tussen L.P.B.M. Janssen: De extruder als reac¬ Fluidisatie in poeders. NNV-Voorjaarssterkstroomsupergeleiders tor, besparing van tijd en energie. De vergadering, Delft, 21-22 april 1981. 6. A.C.-verliesmetingen aan commer¬ Ingenieur 32-33 (1981) 7. R.P.A.R. van Kleef, H.W. Myron, P. Wy¬ ciële enkelvoudige of (zelf) samenge¬ A. Choudry: Digital holographic interder: Deetjesscheiding met behulp van stelde supergeleiders (grotendeels ferometry of convective heat transport. hoge magneetveldgradiënten. NNVbuiter FOM-verband) Appl. Opties 20(1981) 1240. Voorjaarsvergadering, Delft, 21-22 april 7. Ontwerp en samenstellen van a.c. A. Choudry: Digitale interterografische 1981. sterkstroomsupergeleiders metrologie. NTvN A47 (1981) 8. W. Cottaar K. Rietema, A.L. Stuyts: U . M . van de Klundert, H.H.J. ten Kate: The influence of interstitial gas on pow¬ WERKGROEP TF VI Fully superconducting rectifiers and der handling characteristics. Machevo Eindhoven - Laboratorium voor fluxpumps. Part I: Realised methods for en Milieu '81, Utrecht, 4-8 mei 1981. Fysische Technologie, prof.ir. AL. pumping flux. Cryogenics, april 1981, H.H.J. ten Kate: De 9 kA supergeleiden¬ Stuyts 195. de geliikrichter. LOTS-Symposium, TH1. De invloed van het omringende gas LJ.M. van de Klundert. H.H.J. ten Kate: Twente, 15 mei 1981. bij poederbewerkingen On fully superconducting rectifiers and J. Ridder, L.F. v.d. Wai: A new synthetic fluxpumps. A review. Part II. Commuta¬ focussing technique for medical ultra¬ WERKGROEP TF VII tion modes, characteristics and swit¬ sound. Proc. of the 4th European Con¬ Nijmegen- Fysisch Laboratorium, ches. Cryogenics, mei 1981. 267. gress on Ultrasonics in Medicine; Re¬ prof.dr. P. Wyder H.H.J. ten Kate, P.B. Bunk. R.B. Britton. cent Advances in Ultrasound Diagnosis 1. Magnetische separatie r
Technische Fysica
141
by natural convection in a cubical enclo¬ sure. Proc. 2nd Intern. Conf. Numerical Methods in Lamina, and Turbulent Flow, Venetië, Italië, 13-16 juli 1981. p. 1069. M.M.C.G. Warmoeskerken, J.M. Smith: Rushton turbines in gas-liquid systems: the real variables. 8th Mixing Conf. of the Engineering Foundation, Henniker, NH, USA, 9-14 augustus 1981. R. van der Lans, J M. Smith: Recirculation stability and mixing performance of tall recirculating bubble columns. 8th Mixing Conf. of the Engineering Foundation, Henniker, NH, USA, 9-14 augustus 1981.
51st Meeting of the Society of Explora¬ tion Geophysicists. Los Angeles, USA, 12-15 oktober 1981. P. van Riel, A.J. Berkhout, E. Poggiagliolmi: Deconvolution by means of parameter estimation. A.J. Berkhout: Acquisition and proces¬ sing techniques in medical acoustic imaging. A.J. Berkhout: Limits of lateral seismic resolution. A.J. Berkhout, M.P. de Graaff: Prestack modelling with the aid of the wave equation.
A.J. Berkhout: Acoustic Imaging. Proc. van het ECCTD congres: 'Circuit Theory and Design', Oen Haag, 25-28 augustus 1981. Delft University Press/NorthHolland Publishing Company, 1981, p. 190. M.M.C.G. Warmoeskerken, J.M. Smith: Hydrodynamics and mass transfer in agitated systems: recent results. 7th CHISA Congress, Praag, Tsjechoslowakije. 31 augustus-4 september 1981. CHISA VII papers, B3.4. M. van Doorn, J.M. Smith: The use of water sprays in handling dangerous gas clouds. 7th CHISA Congress, Praag, Tsjechoslowakije, 31 augustus-4 sep¬ tember 1981. CHISA VII papers, J2.6. M.M. Boone, U. Stelwagen: Acoustic leakage of headphones. Vergadering van WG13 van IEC/SC29C Head and torso simulator for measurement of earphones and hearing aids, Braunsch¬ weig, W-Duitsland, 21 september 1981. A.J. Berkhout: Acoustic imaging tech¬ niques. Proc. Workshop in Aussois, Aussois, 21-25 september 1981. Aussois, 1981, p. 17.1.
J.M. Smith, M. van Doorn: Water sprays in confined applications: mixing and release from enclosed spaces. Gas cloud dispersion with water sprays, Manchester, Groot-Brittannië, 11 no¬ vember 1981. Inst. of Chem. Engrs. NW Branch Papers 1981, No. 5, paper 3. A.J. Berkhout: Simulatie en recon¬ strueren van akoestische golfveldentheorie en -toepassingen. Kwartaal¬ bijeenkomst Nederlands Akoestisch Genootschap, Utrecht, 12 november 1980. PR. Mesdag, A.J. Berkhout, D. de Vries, P. van Riel: Synthetic focussing in medical ultrasound. 2nd Workshop on Ultrasonic Tissue Characterization, Nijmegen, 30 november-2 december 1981. R.P.A.R. van Kleef: High gradient mag¬ netic separation. Magnetic tloculation of particles in very high fields. Weten¬ schappelijke Vergadering FOM-WG-VS, Veldhoven, 10-11 december 1981. LP.B.M. Janssen, B.J. Schaart: The twin screw extruder as a polymerisation reactor. Proc. 2nd World Congress, vol. IV, p. 543.
J.M. Smith: The dispersion of gases in liquids. 2nd World Congress of Chemi¬ cal Engineering, Montreal, Canada, 4-9 oktober 1981. Proc. vol. VI, p. 383. Inter-Noise 81 Congres, Amsterdam, 6-8 oktober 1981, Delft, oktober 1981. D. de Vries, J. van Bakel, A.J. Berkhout: Application of SEA. in building acous¬ tics: a critical note. Proc. p. 165. A.J. Berkhout, D.W. van Wulfften Palthe: A close look at ihe transfer function in outdoor noise problems. Proc. p. 233. B.A. de Jong, D.W. van Wulfften Palthe, A.J, Berkhout: A new method for calcu¬ lation of the influence of wind and tem¬ perature. Part II. Proc. p. 261. M.M. Boone, A.J. Berkhout: Industrial noise source identification with a spar sed microphone array. Proc. p. 997. L.F. v.d. Wal, J. Ridder: Computerized acoustic imaging in medical diagnostics and exploration seismology. North European FPL. Users Meeting, Delft, 8-9 oktober 1981.
142
8. Voordrachten C.J. Hoogendoorn; Zonnecollectoren. Huygens Laboratorium. Leiden, 25 maart 1981. H.W. Myron: Magnetic separation. Wetenschappelijke Bijeenkomst FOMWG-Metalen, Veldhoven, mei 1981. Nederlandse Vereniging voor Ultrage¬ luid, sectie Ultrageluidtechnieken, Delft, 10 juni 1981. A.J. Berkhout: De Delftse optiek op de echo-akoestiek. G. Faber; Technieken bij het ontwerpen en de fabricage van transducenten. MP. de Graaf»: Uit de bonte wereld der focusseringsoperatoren. J. Ridder, P.R. Mesdag: Weefseldiffe¬ rentiatie: analyse van 2D diffractiepatronen. D. de Vries: Technieken ter bepaling van snelheidsprotielen. L.F. v.d. Wal: De praktische aspecten van het synthetisch focusseren.
L.P.B.M. Janssen: The twin screw extru¬ der. Rede ter gelegenheid van de aan¬ vaarding van de Hogewerff Jongeren Prijs 1981, Delft, 24 juni 1981. A. Choudry: Digital processing of interferograms. United Technologies East Hartford Conn., USA, 27 juli 1981; TPD Delft, 6 november 1981; TH-Twente, 24 november 1981. J.M. Smith: The dynamics of bubble column loop fermentors and deep shaft waste treatment plant. Inst. Chem. Eng., European Branch, Den Haag. 23 septem¬ ber 1981; Du Pont Corp, Newark, Dela¬ ware, USA, 29 september 1981. C.J. Hoogendoorn: Zonneenergie in Nederland. Openingsvoordracht ECNSymposium, Utrecht, 1 oktober 1981. J.M. Smith: Static mixers in extrusion applications. Nederlandse Vakgroep Extrusie, Wageningen, 20 oktober 1981. H.H.J. ten Kate: Supergeleidende gelijkrichter voor 10-25 kA. Afdelingscolloquium Technische Natuurkunde, THTwente, oktober 1981. L.J.M, van de Klundert: Supraleitende Flusspumpen von 10 bis 25 kA. Jülich, W-Duitsland, oktober 1981. P. Wyder: Research in hoge magneet¬ velden. Natuurkundig Gezelschap, Middelburg, november 1981.
9. Commissie De Speciale Commissie voor de Techm sche Fysica was op 31 december aid volgt samengesteld: prof.dr.ir. J.B. Le Poole, voorzitter dr. C. le Pair, secretaris prof.dr. F.W. Saris, wetenschappelijk secretaris ir. J. Delcour dr.ir. R. Keuning prof.dr.ir. CA. Verbraak prof.dr.ir. G. Vossers prof.dr.ir. W.J. Witteman De vergaderingen werden bijgewoond door dr. L.S.J.M. Henkens (vertegen¬ woordiger van de Minister voor Weten¬ schapsbeleid), dr. P.W.J. de Graaf (ver¬ tegenwoordiger van de Minister van Economische Zaken), ir. R.H.J. Fastenai. (vertegenwoordiger FPR) en door drs. H.G. van Vuren, ter assistentie van de secretaris.
Technische Fysica
•*•***
v
Trendartikelen
145
Halfgeleiderelektronica in de jaren '80 J.F. Verwey Technisch Fysisch Laboratorium, Rijksuniversiteit Groningen
Weinigen zullen hebben voorzien dat de uitvinding van de transistor zo'n stormachtige ontwikkeling op het gebied van de elektronica op gang zou brengen. Want het zag er in het begin naar uit dat de transistor niet veel meer zou zijn dan een min of meer normale ontwikkeling in de richting van steeds kleinere ver¬ sterkerelementen en velen twijfelden eraan ot' hij ooit de elcktronenbuis zou kunnen evenaren. Zij kregen ongelijk, de transistor heeft niet alleen de vacuümbuis op de meeste plaatsen verdrongen, maar zelfs voor een revolutie gezorgd. Dat de transistor een nieuw tijdperk in de elektro¬ nica heeft ingeleid, komt door het feit dat een transis¬ tor tegelijk met vele andere in een stukje halfgeleider¬ materiaal kan worden samengebracht. Dat wil zeggen, met behulp van transistoren kan een geïntegreerde schakeling gemaakt worden: de chip. In dit artikel wordt de fabricage en werking van een MOS-veldeffeet-transistor in het kort uiteengezet. Daarnaast komen enkele trends in de halfgeleider¬ elektronica aan de orde, verkleining van transistoren, materiaalbeheersing, prestatieverhoging en verhoging van de betrouwbaarheid. Als afsluiting wordt een tweetal onderzoeken besproken.
belangrijkste is de Metal-Oxide-Semiconductor (MOS) veldeffect-transistor. We zullen in de volgende para¬ grafen bespreken hoe de MOS-veldeffect-transistor, of kortweg MOS-transistor, werkt en hoe hij wordt gefabriceerd. Hoe werkt een MOS-transistor? Aan het oppervlak van een p-type siliciumkristal be¬ vinden zich een twee n*-type gebieden: source en drain (figuur 1). Tussen deze twee kan, door de gate-elektrode, de oppervlaktepotentiaal gevarieerd worden en daarmee de concentratie van de elektronen en gaten. Een positieve gate-potentiaal verdringt de gaten, de gatenconcentratie, p, wordt dus lager. Echter het produkt van p en n (rt = e!ektronen*"onceniratie) is in een halfgeleider constant, n gaat dus omhoog en kan zelfs groter worden dan p. Deze toestand noemt men inversie. Door deze inversie fungeert de onder de gate gelegen oppervlaktclaag als geleidend gebied (kanaal) tussen de beide n*-gebieden. In andere woorden: door een positieve spanning op de gate-elektrode wordt de transistor aangezet. Daar de gaie door een oxidelaag, een zeer goede isolator, van het kanaal en de rest van
source
drain
De MOS-veldeffecl-transistor, een van de belang¬ rijkste elementen bij Very Large Scale Integration Het samenbrengen, het integreren van transistoren in een siliciumkristal wordt op het ogenblik in de indus¬ trie ver doorgevoerd. Men spreekt nu al van VLSI: very large scale integration. Hierbij worden enkele honderdduizenden transistoren samengebracht in een siliciumkristal met een oppervlak van enkele tientallen vierkante millimeters. Dit is mogelijk door de grote eenvoud van de transistoren, die als actieve elementen in de/e elektronische schakelingen worden gebruikt en door de mogelijkheid om /e /eer klein te maken. Welke zijn nu deze wonderen van de techniek? De
Halfgeleiderelektronica in de jaren '80
Am/
\f%\
kanaal (n)) P-Si / f'ifi. f: Doorsnede van een Melal-Oxide-Seniiconductor (MOS/ -transistor. Een positieve spanning op de fiiite-elektrode induceert een geleidend gehwd (kanaal) tussen source en drain.
147
de transistor gescheiden is, is de gat e-stroom nihil, alleen tijdens potent taalveranderingen vloeit er een laad- or ontlaadstroom. We kunnen dus met zeer weinig energie de kanaalstroom sturen. Hoc wordt een MCS-f ransistor gemaakt?
De fabricage van een MOS-transistor, als voorbeeld een n-kanaal type, is zeer schematisch weergegeven in figuur 2. We gaan uit van een plak p-type silicium (figuur 2a). Deze plak (diameter circa 10 cm, dikte ongeveer 0,5 mm) bestaat uit éénkristallijn silicium met een zeer hoge zuiverheid. Figuur 2 laat hiervan
een zeer klein stukje in doorsnede zien, in laterale richting circa 20 ^m. Als eerste stap wordt de plak geoxideerd. Door mas¬ kering is het mogelijk om plaatselijk de oxidelaag dun te maken, hier komt de transistor. Het dunne oxidcgebied is als een venstertje in het dikke oxide aange¬ bracht (zie figuur 2b). Het dikke oxide is ongeveer 1 pm dik, het dunne oxide een factor 10 dunner. Hier¬ aan kan men zien, dat de afmetingen in figuur 2 niet precies op schaal zijn weergegeven. Als volgende stap krijgen we de depositie van een polykristallijne siliciumlaag. In deze poly-Si-laag
a
b. Uil \SiO 2
c.
Fig. 2: Sterk vereenvoudigde weergave van de slap¬ pen in een fabricageproces voor MOS-transisioren.
148
poly-Si Halfgeleiderelektronica in de jaren '80
wordt met behulp van fotoiithografie een patroon van gate-elektrodes voor de MOS-transistoren gemaakt. Fotoiithografie bestaat uit het aanbrengen van een fotogevoelïge laklaag gevolgd door belichten door een masker met het gatc-elcktrodepatroon. ontwikkelen en fixeren, met als resultaat een lakiaag op de plaatsen waar de gate-elektrodes moeten komen. Dit laklaagpatroon nu wordt gebruikt als etsmasker voor het ver¬ wijderen van het overtollige poly-Si. bijvoorbeeld in een gasoniladingsplasma van halogenen en halogeenverbindingen. Na het maken van de poly-Si gate-elektrodes worden source en drain gevormd door ionenimplantatie van arseen (figuur 2c). De As*-ionen worden ingevangen in het dikke oxide en in het poly-Si. maar dringen naast de gate door het dunne oxide heen. De juiste keuze van de ionen-energie is hierbij erg belangrijk. Door de geïmplanteerde ionen wordt het êênkristallijne .silicium n* gedoteerd. Hierna wordt de plak nagestookt om deimplantatieschadc te herstellen, waarmee het aanbrengen van source en drain voltooid is. Na het aanbrengen van een oxidelaag op hel poly-Si en het maken van contact vensters hierin voor gate, source en drain wordt een aluminiumbedradingspatroon aangebracht, ook weer met behulp van foiolithografie en (plasma-) etsen. In figuur 2d is dit aluminium-patroon aangegeven. Met opzet is één van de aansluitingen (rechts) over het dikke oxide getekend. Deze vormt 10 het elektrische contact met de volgende transistor in de geïntegreerde schakeling. Nu kan ook meteen duidelijk gemaakt worden wat het doel is van de dikke oxidelaag, ze heeft lot laak de isolatie to: stand te brengen tussen twee naburige MOS-transistoren. Een elektrische spanning van 5 volt, zoals gebruikelijk is in de MOS-techniek, verzoorzaakt wel inversie door het veldcffect onder het gate-oxide, maar niet onder het dikke oxide. Daardoor won't de vorming van een (parasitair) kanaal lussen twee i-aburigc MOS-transistoren ver¬ meden en blijven /e van elkaar geïsoleerd op plaatsen waar dit gewenst is. In het voorgaande is slechts een /eer eenvoudige weergave van het MOS-fabricageproces gegeven, een volledig proces voor het maken van geïntegreerde schakelingen is veel uitgebreider. Het bevat bijvoor¬ beeld een tiental fotolithografischc stappen en vijf ioncnimplantaties. Voor het begrijpen van de rest van dit artikel is bovenstaande schematische weergave echter voldoende.
HalfgeleirierGlektronir.a in rtn |aron 80
T m t f s ia de fcalfgriridtrrfrklrowca Bij de bespreking van de trends in de halfjceleiderelektronica moet natuurlijk in de eerste plaats de verklei¬ ning van de transistoren aan de orde komen. De/e maakt hei mogelijk om steeds meer transistoren per vierkante millimeter chipoppervlak aan te brengen en zo meer geheugcnplaalsen per chip. complexere logi¬ sche functies en dergelijke te integreren. Daarbij worden de oxidelagen dunner, de poly-Si- en aluminium-banen smaller, de fotoiithografie steeds verfijn¬ de1". Veel, zoniet alles, hangt hierbij af van de beheer¬ sing van materialen en processen. Dit. tot in de kleinste details beheersen van de techniek is even/eer van belang om een andere ontwikkeling te kunnen blijven volgen: de strijd om verhoogde prestatie (grotere snelheid en minder energiedissipatie) en verhoogde betrouwbaarheid. Wat de prestalieverhoging betreft, die wordt in de MOS-techniek al goed gediend door de verkleining van de afmetingen, echter de verlaging van het stroomniveau. die hiermee hand in hand gaal, maakt de schakeling gevoeliger voor parasitaire effecten. Een betere materiaalbeheersing maakt het mogelijk deze in de hand te houden. Het belang van een grotere betrouwbaarheid moet hier met nadruk genoemd worden. Om twee redenen. Ten eerste omdat dit in overzichtsartikelen dikwijls over het hoofd wordt gezien en ten tweede omdat juist dit aspect de drijvende kracht is achter veel fysisch onderzoek op het gebied van de halfgeieidcrelektronica. Als kwalitatief voorbeeld van de vereiste vergrote betrouwbaarheid het volgende. In een systeem eist men een constante, lage uitvalsnclheid van elektro¬ nische onderdelen. Dit betekent dat een chip waarin 1024 (I k) geheugen plaat.sen zijn geïntegreerd na bijvoorbeeld 20 jaar geen hoger iiitvalspercentagc mag hebben dan een afzonderlijke transistor. Dat wil /eggen, dat bij integratie de betrouwbaarheid per iransistor, of in het algemeen per functie, drastisch moet toenemen. Om dit te bereiken is veel (fysisch) onderzoek nodig. Verder in dit artikel worden ook nog andere aspecten voor onderzoek genoemd. Voorlopig worden ze samengevat in figuur .1. Welk fysisch technologisch onderzoek is hier van belang? Dit is al enigszins aan te geven aan de hand van het vereenvoudigd fabricageproces uit de vorige paragraaf. Wc noemen als voorbeelden: - defecten in het silicium, kristalgroei; defecten aan het Si-SiO,-grensvlak; defecten in hel SiOj; - depositie van diëlcktrica. poly-Si, mctaallagcn;
149
kleinere afmetingen
hogere prestatie
fysisch onderzoek
grotere betrouw¬ baarheid
opbrengst
Fig. 3: Enkele aspecten van dehalfgeleiderelektronica die leiden tot fysisch onderzoek en welke op hun beurt weer beïnvloed worden door de resultaten van dit onderzoek.
Centra aan het Si-SiO2-grensvlak
- etstechnieken, mechanisme van plasma-etsen; - ionenimplantatie; -herstel van implantatieschade, laserannealing; - rekristallisatie in poiy-Si, eigenschappen van korrel¬ grenzen; - fotolithografie; -degradatiemechanismen door elektrische stromen; - metaal-halfgeleider contacten. Een deel van deze onderwerpen wordt reeds in de onderzoekgroepen van de Werkgemeenschap Halfge¬ leiders bestudeerd. Aan één van deze, ionenimplantatie, wil ik een spe¬ ciaal woord wijden. FOM heeft dit onderzoekgebied al onderkend als belangrijk voor halfgeleideronderzoek en een aanzienlijke investering gedaan voor een 500-keV-ionenimplanter aan de TH Twente (figuur 4). De machine is in 1982 geïnstalleerd. Het onderzoek zal zich onder andere gaan richten op diepe implan¬ taties, dus met ionen met een relatief hoge energie.
150
Deze paragraaf zou ook kunnen heten: een pro¬ bleempje bij het maken van MOS-transistoren. Het lijkt zo eenvoudig, het maken van MOS-transistoren. Maar waarom duurde het dan zo lang voor de eerste MOS-transistor werd gemaakt, vanaf 1930 (principe van MOS-transistor uitgevonden) tot de jaren zestig (realisatie MOS-transistor in silicium)? Het antwoord is: door het aanwezig zijn van oppervlaktetoestanden. Dit zijn centra aan het oppervlak van de halfgeleider, waarin' lading kan worden ingevangen. Een MOSstructuur is een condensator, waarbij door een span¬ ning op een metaalelektrode een tegenlading wordt geïnduceerd in een halfgeleider. Het is de bedoeling dat hierbij zoveel mogelijk lading wordt geïnduceerd in de inversielaag, om voor de geleiding in een MOStransistor te zorgen. Bij de aanwezigheid van opper¬ vlaktetoestanden wordt daarin lading geïnduceerd in plaats van in de inversielaag. In het begin van de halfgeleidertechniek werd er
Halfgeleiderelektronica in de jaren '80
Fiji. 4: Ionenitnplanter voor hoge energie (500 kil') aan de Til Twen te. Slechts een gedeelte van de opstel¬ ling is op deze foto's te zien.
Hrilfc)eloideroloktronica in de jaren HO
met germanium gewerkt, de eerste transistoren waren van germanium, maar niet van het MOS-type. Het probleem van de oppervlaktetoestanden was in Ge niet op te lossen. Men moet bedenken dat het oppervlak van een halfgeleider van nature (intrinsiek) één oppervlakte¬ toestand per oppervlakteatoom heeft, dus ongeveer 10" per cm2. In een MOS-transistor met zoveel opper¬ vlaktetoestanden zou men met de gate-spanning een lading in de halfgeleider moeten induceren, die hoger is dan deze 1015 per cm2. Echter, de oxidelagen tussen de gate en het kanaal vertonen (destructieve) elektri¬ sche doorslag bij een geïnduceerde lading van 10° per cm2. Een drastische vermindering van het aantal oppervlaktetoestanden is daarom nodig. Mogelijkheden hiertoe ontstonden door het gebruik van silicium als halfgeleider. Dit kan bij hoge tempe¬ ratuur in zuurstof geoxideerd worden en het gevorm¬ de oxide-siliciumgrensvlak blijkt dan een relatief lage toestandsdichtheid te hebben. Nastoken van de ge¬ vormde structuur in H, of H2O/Nj bij 450°C brengt de grenslaag in het bereik van toestandsdichtheden geschikt voor MOS-transistoren. De verklaring van het effect van deze laatste behandeling is, dat na de ox'datie nog veel bindingen van Si-atomen aan het oppervlak onverzadigd zijn (dangling bonds) die ver¬ volgens door een waterstof- of HjO-behandeling worden omgezet in SiH-bindingen, die niet meer actief zijn als invangcemrain. Trend in D„
De dichtheid van de oppervlaktetoestanden aan het grensvlak halfgeleider-oxide wordt aangeduid met Dit. De waarde van deze grootheid blijkt in de loop der
jaren aanzienlijk te zijn afgenomen. Dit is te zien in figuur 5, ontleend aan het proefschrift van M.W. Hillen. Bij deze grafiek doet zich meteen de vraag voor: is het model van siliciumbindingen, die omgezet worden in Si-H-groepen wel juist? Ik wil hier wel een antwoord geven: ik denk dat het beeld niet juist is, hoewel het algemeen wordt aangehangen, ik kan mij namelijk niet voorstellen, dat de loshangende bin¬ dingen in de loop der jaren een steeds grotere bereid¬ heid zijn gaan vertonen om Si-H-verbindingen te vormen. Een model waarbij onzuiverheden een grote rol spelen dringt zich op. Maar welke onzuiverheden dan wel? Hier laten de fysica en de chemie ons in de steek, het antwoord is nog steeds niet gegeven, hoewel er reeds veel onderzoek is gedaan, zie het vervolg. Interface spectroscopie
Het laagste niveau van oppervlaktetoestanden, dat in figuur 5 getoond is, bedraagt 5x 10* per cm2 en per eV. Dit betekent, dat één op de 10* oppervlakte¬ atomen van het Si nog een invangcentrum heeft. Dit niveau is één keer gerapporteerd in de literatuur, als resultaat van laboratoriumexperimenten. Het is echter heel gebruikelijk om niveaus van 5x 10* per cm2 te meten, dit is één op 10s oppervlakteatomen. In termen van de oppervlaktefysica: 10"5 monolaag! Het geeft aan welk extreem laag niveau van oppervlaktetoestan¬ den de hedendaagse siliciumtechnologie bereikt heeft. Waarom wordt dan nog onderzoek gedaan? Het antwoord is: omdat de toestandsdichtheid weer kan toenemen gedurende het gebruik van de transistoren in geïntegreerde schakelingen. Het is daardoor van belang voor de stabiliteit, of in het algemeen voor de betrouwbaarheid, van geïntegreerde schakelingen.
Dit dichtheid 1012 Si-SiO2 grensvlak toestanden (cm-2eV1) 10 10
10
10' Fig. 5: Evolutie van de toestandsdichtheid van centra aan het Si-SiO2 grensvlak. Ontleend aan M, W. Hillen, 'Charge trapping at the Si/SiO2 interface in semicon¬ ductor devices'. Proefschrift, Groningen 1981.
152
10'
1965
1970
1975
1980
Hallgeleiderelekironrca in de jaren '80
1.00 0.80
c/cox
0.60-
Y\ \*
CV curve gemeten
ff //
11 " f r
f i
/ i f i f i
11 !i 1;
0.40 0.20i i 0.00 -3120 -2.40 -1.60
Vp |
/ :
1 i
0.80
t
ox p-Si O—1
i
i
0.00 0.80
•
1.60
1
2.40 320
1
4.00
spanning VG(V) Hoe onderzoeken we oppervlaktetoestanden? Eén van de gebruikte methoden is de quasistatische capaci¬ teitsmeting, een interface-spectroscopische techniek, die we als voorbeeld willen behandelen. Dit doen we aan de hand van de figuren 6 tot en met 8. Bij deze methode wordt de capaciteit gemeten van een MOSstructuur, zoals weergegeven in de inzet van figuur 6. De meting vindt plaats als functie van de aangelegde gelijkspanning V. De naam quasistatisch slaat op het feit dat de verandering van V langzaam is, zodat de geïnduceerde lading in de halfgeleider steeds in even¬ wicht is met de aangelegde spanning. Als resultaat krijgen we een zogenoemde C- K-curve (figuur 6). De verklaring van ae vorm van de curve is als volgt. Bij negatieve spanningen is de p-type halfgeleider aan het oppervlak in accumulatie, de zeer dunne laag van extra gaten aan het oppervlak heeft een zeer hoge capaciteit, zodat we een capaciteit meten die alleen bepaald wordt door de oxidelaag. Bij meer positieve K ( - 1 V in figuur 6) raakt het halfgeleideroppervlak in depletie. De capaciteit van de ruimteladingslaag is nu van dezelfde orde van grootte als die van de oxide¬ laag en de totale capaciteit wordt kleiner. Nog verder naar rechts in de C- K-curve (positieve K) is het halfgeleideroppervlak in inversie. De lading in de inversielaag kan het meetsignaa! volgen (langzame veranderingen), waardoor de lading in de dcpletielaag niet meer meedoet in de capaciteitsbepaling en we ook weer alleen de oxidecapaciteit meten. In figuur 6 is ook de berekende curve weergegeven, voor een ideale MOS-structuur, dat wil zeggen zonder oppervlaktetoestanden. Wat opvalt is dat de curven ten opzichte van elkaar verschoven zijn en dat de gemeten curve vervormd (ondieper) is. Het eerste
Halfgeleiderelektronica in de jaren '80
Fig. 6: Curve van de capaciteit C, met betrekking tot de oxidecapaciteit Cox van een MOS-structuur (zie inzet) als een functie van de aangelegde spanning Vg. effect komt door een kleine hoeveelheid positieve lading in de oxide. Dit is in een transistor een hinder¬ lijk effect en een fysisch onbegrepen verschijnsel. De vervorming is het gevolg van oppervlaktetoestanden. Uit de C- K-curve kan een C-ij/ curve berekend wor¬ den, ii is de oppervlaktepotentiaal van het silicium. Dit is voor de curven in figuur 6 gedaan, met als resul¬ taat figuur 7. Het verschil in capaciteit tussen beide curven kan nu toegeschreven worden aan oppervlakte¬ toestanden. Hieruit kan hun dichtheid Dl( berekend worden als functie van ï/*,, waaruit weer een curve van Dj, als functie van de energie E in de verboden zone van de halfgeleider kan worden afgeleid (figuur 8). Figuur 8 toont een vrij constante dichtheid als functie van de energie. Hierbij past niet een fysisch model van oppervlaktetoestanden ontstaan door de begrenzing van het kristalrooster. Wat dan wel? Dit is nog niet duidelijk, zoals reeds eerder is opgemerkt. Misschien dat onderzoek met ionenimplantatie van onzuiverheden hierin inzicht kan geven. De eigenschappen van de SiO2-laag
Defecten Het onderzoek aan SiCVIagen op Si is in de eerste plaats van belang voor de opbrengst. Een zwakke plek of een klein gaatje in het oxide onder de gate-elektrode van een MOS-transistor veroorzaakt een elektrische kortsluiting. Indien deze transistor een onderdeel is
153
1.00 0,80
CV curve gemeten berekend
C/Cox ° - 6 0 0.40 C.20 0.00 -0.90-0.75 -0,60 -0.45 -0.30 -0.15 0,00 0.15 0,30 0.45 oppervlakte potentiaal 4>(V) Fig. 7: Capaciteit C/Cox als een functie van de oppervlaktepotentiaal $. De beide curves zijn afgeleid uit de curves van figuur 6. Fig. 8. Oppervlaktetoestandsdichtheid D„ als een functie van de energie E in de verboden zone van het silicium. Deze curve is berekend uit de gegevens in figuur 7.
10 13 E
jt-E curve
1rf
10 1(
10 5
154
0.00 0.10 0,20 0,30 0.40 0.50 0.60 0.70 0,80 0,90 1,00 1,10 1,20 eV Energie (bovenkant valentieband E v =0) Halfgeleiderelektronica in de jaren '80
van een geïntegreerde schakeling, dan werkt de hele schakeling niet. Welke hoge eisen er aan de SiO2-laag gesteld worden laat zich met een voorbeeld verduidelijken. Een scha¬ keling van redelijke afmetingen heeft al gauw een gateoxide-oppervlak van 1 mm1, De oxidedikte is ongeveer 50 nm. Als we de lineaire afmetingen met een factor 10* vergroten dan krijgen we het oppervlak van een voetbalveld met een dikte van een 0,5 mm. En een defect ter grootte van een fractie van de laagdikte kan een kortsluiting veroorzaken. Dit illustreert enigszins de hoge eisen, die aan de zuiverheid van de oxidelagen gesteld worden. Er is bovendien een trend naar steeds dunnere gate-oxides in VLSI, met overeenkomstig hogere eisen aan de materiaalbeheersing. Fysisch gezien zijn de verschijnselen in de SiO2-faag bij het aanleggen van een elektrische spanning nogal gecompliceerd. Als er zwakke plekken zijn, kan een elektrische spanning destructieve doorslag veroor¬ zaken. Bovendien blijkt, dat ook de beste oxidelagen een bepaalde, hoge, veldsterkte nooit kunnen over¬ leven: de intrinsieke doorslagveldsterkte bedraagt ongeveer 10 MV/m. Gelukkig is deze veldsterkte hoog genoeg voor het gebruik van SiO2-lagen in MOS-transistoren. De doorslag bij lagere veldsterkte, die door defecten bepaald wordt, geeft meer reden tot zorg. Experimenteel blijkt dat deze lage-velddoorslag sterk statistisch van aard is. Door vergroting van het oxideoppervlak neemt de kans op een lage-velddoorslag sterk toe. Door D. Wolters is gevonden, dat deze door¬ slag beschreven kan worden door extreme-waardenstalistiek. Voor verder fysisch onderzoek is dit van wezenlijk belang. Een resultaat van metingen aan een grote verzame¬ ling MOS-condensatoren staat in figuur 9. Te zien zijn
curven van het uitvalpercentage als functie van het aangelegde veld F. De verticale as wordt onderver¬ deeld volgens de regels van de statistiek, waarbij P de fractie is van de condensatoren die bij een bepaald veld doorslaan. Het oppervlak A van de condensatoren verschilt en volgens de extreme-waarden-statistiek moet de defect-gerelateerde doorslag volgens in/l toe¬ nemen. We zien dat dit klopt. De volgende vraag is: wat is de fysische achtergrond van de defecten? Het antwoord moet helaas zijn: dat is nog onvoldoende bekend. Het onderzoek wordt be¬ moeilijkt door het feit, dat de SiO2-laag niet monokristallijn is, waardoor de gebruikelijke vastestoftechnieken vaak tekort schieten. Een mogelijkheid om micro-fysisch onderzoek te doen, is het bestuderen van het transport van mobiele ionen door de SiO2-laag. Ionentransport in SiO2 Het ionentransport in de SiO2-laag kan op een aantal manieren gemeten worden. We behandelen hier de TSIC-methode: Thermally Stimulated Ion Current. De ionen die van belang zijn, Na* en K*f zitten bij kamertemperatuur in relatief diepe invangplaatsen (potentiaal putten). Door opwarmen van de SiO2-laag worden de ionen thermisch geactiveerd en beginnen ze zich, in aanwezigheid van een elektrisch veld, te Fig. 9: Uit valspercentage en -fractie P van MOScondensatoren als een functie van het aangelegde veld F. Het oppervlak van de condensatoren in de 3 curves verschilt een factor 4, namelijk 0,2 mm2 (onderste curve), 0,8 mm2 (middelste) en 3,2 mm2 (bovenste curve). Ontleend aan D.R. Wolters en J.F. Verwey, 'Breakdown and wearout phenomena in SiO2 films'. In druk.
Q. t
"c _J j.
c
U 6 8 F (M V/cm) Halfgeleiderelektronica in de jaren '80
10
12
U
155
TSIC o
2 in
0,5
c o o
Na* implant VG=-5.0V K* implant geen implant
300 temperatuurde verplaatsen door de SiOi-laag. Er ontstaat een piek in de oxidestroom; eerst tengevolge van de NaMonen, en bij hogere temperatuur, ook tengevolge van de K*ionen. In de TSIC-curve (figuur 10) ontstaan twee pieken. Door ionenimplantatie van Na* of K* in het oxide kan men de hoogte van de pieken beïnvloeden, zoals ook in de figuur te zien is. Uit de plaats van de pieken in de /-7-curve kan men de energiediepte van de centra afleiden. Kennelijk is het K*-ion dieper inge¬ vangen dan het Na*-ion. Uit (andere) metingen van de beweeglijkheid van de ionen tijdens het transport (dus na de emissie) blijkt, dat dit proces ook thermisch geactiveerd is. Het ion moet kennelijk tijdens het transport een aantal barrières passeren. Er zijn aanwijzingen, dat de hoogte van deze barrières samenhangen met de wijze waarop het oxide gevormd is. Daarom zou het ionen¬ transport een middel kunnen zijn om de microstruc¬ tuur van de amorfe SiO,-laag te onderzoeken. Afmetingen In een trendartikel over de halfgeleiderelektronica mag een beschouwing over de ontwikkelingen met betrekking tot de afmetingen niet ontbreken. De transisiorafmetingen zijn namelijk in de loop der jaren op dramatische wijze kleiner geworden. Dit is te zien in figuur 11 (ontleend aan J.C. van Vessem). Het geeft de ontwikkeling aan tot heden. Hoe gaat het verder in de toekomst? Dit wordt getoond in figuur 12. Deze figuur geeft de kleinste lijnbreedte in een geïntegreerde schakeling als functie van het jaartal. De kleinste lijnbreedte is de grootheid, die uiteindelijk de totale afmeting van de transistor voornamelijk bepaalt. Het geef» ook het prestatieniveau van de lithografische technieken aan. Bij de continu dalende lijn van de lijnbreedte staat ook de omvang van de schakelingen aangegeven. De getallen hebben betrekking op geheugens en de cijfers
156
Fig. 10: De ionenstroom in een SiOr-laag als functie van de temperatuur (Thermally Stimulated Ion Cur¬ rentJ. Ontleend aan het proefschrift van M. H\ Hillen. geven het aantal bits dat in één siliciumkristal (chip) kan worden gemaakt. Zo betekent I6k dat 16.384 bits in één chip gemaakt zijn, en 16 M dat men in 1998 een aantal van 16.777.216 denkt te bereiken. Figuur 12 laat ook het chip-oppervlak zien. Dit gaat als functie van het jaartal geleidelijk omhoog. Twee factoren beperken de chip-grootte. In de eerste plaats moet er meer kennis en kapitaal aangewend worden om een grotere chip te maken. Daarnaast is in elke siliciumplak met chips een bepaalde defectdichtheid aanwezig, waardoor bij grotere chips de opbrengst aan foutloze chips sterk achteruit gaat. Een grote rol bij dit op¬ brengst verlies spelen de defecten in het SiO2. Dit is in de industrie dus een belangrijk punt van onderzoek. Keren we terug naar de curve, die de lijnbreedte aangeeft. We zien, dat deze de grens van 1 pm passeert in 1988. We gaan dan het submicrongebied in, waar optische lithografische technieken niet meer gebruikt kunnen worden. Wat dan wel? Elektronen-, ionen- en röntgenbundels? Dit is nog allerminst duidelijk en nog steeds onder¬ werp van studie. Om deze reden steunt de Werkge¬ meenschap Halfgeleiders het stichten van een Centrum voor Submicrontechnologieén in Delft. Er ontstaan daardoor ook nieuwe mogelijkheden voor interessant fysisch onderzoek: de submicron fysica. Voor belang¬ stellenden verwijzen we naar het rapport dat door de werkgemeenschap is opgesteld (FOM-51331). Naast de laterale afmetingen zijn in de techniek van de geïntegreerde schakelingen ook de verticale afme¬ tingen van grooi belang. Het gaal in feite om een lechniek om dunne lagen te maken: source en drain door implantatie, gate-oxidc door oxidatie, poly-Si door depositie. Gaat men de laterale afmetingen verkleinen dan moeten ook de verticale afmetingen verkleind
Halfgeleiderelektronica in de jaren '80
mm2
Fig. II: Evolutie van de afmetingen van transistoren. Ontleend aan J.C. van Vessem, 'Ontwikkelingen in de microelektronica'. Congres 'De Mogelijkheden en gevolgen van de chip \ Holland Dataplan, Amsterdam 1981.
100 10
iGe-TRANSISTOR
o *.
1
UJ
u- 10~1 ii-TRANSISTOR 10'2
io-
1 GEÏNTEGREERDE > TRANSISTOREN
3
io- 4 10
1950
1960
1970
1980
Ontwikkeling V I S I geheugens (RAM)
0.01 1970
1980
worden. Een nieuwe mogelijkheid om dit te doen is de Molecular Beam Epitaxy (MBE). Hierbij wordt in super hoog vacuüm een bundel atomen gericht op een éénkristallijn substraat. De atomen vormen nu bij re¬ latief lage temperatuur éénkristallijne lagen op het substraat. De lagen kunnen ook nauwkeurig p-type-en n-type-gedoteerd worden en daar de depositietemperatuur laag is, blijven de concentratieprofielen zeer steil.
Hallgeleiderelektronica in de jaren '80
1990
2000
10 2010
Fig, 12: Omwikkeling van de afmetingen van VLSfgeheugens (chipgrootte) en de kleinste lijnbreedte hierin. Ontleend aan J.C. van Vessem (zie onderschrift figuur II). Door dunne lagen te deponeren kan men ook superroosters maken, iets waar nog veel onderzoek aan te doen is. Het is door de hoge kosten (vacuümeisen)
157
nog niet een techniek die meteen in de technologie gebruikt zal worden, maar voor onderzoek is het een erg interessant onderwerp. Nieuwe materialen en structuren In feite hoort een paragraaf over nieuwe materialen en structuren niet thuis in een verhaal over (geleidelijke) ontwikkelingen in de halfgeleiderelektronica. Het is namelijk helemaal de vraag of deze ook werkelijk toe¬ gepast zullen worden. Toch zijn nieuwe materialen en structuren vanuit onderzoeksoogpunt gezien interes¬ sant en mogen ze dus in dit overzicht niet ontbreken. We doen een greep. Bij de nieuwe materialen denken we aan Ga As en andere zogenoemde Ill-Vverbindingen. Deze hebben een veel hogere elektronenbeweeglijkheid en zouden dus in principe ge¬ schikt zijn voor snellere elektronische schakelingen. De technologie is echter moeilijker dan die van sili¬ cium, omdat bijvoorbeeld GaAs ontleedt bij verhitten. Er kan geen goed oxide gevormd worden, met een lage toestandsdichtheid aan het oxide-halfgeleidergrensvlak. Daardoor is een eenvoudige en goede MOStransistor in GaAs tot nu toe niet gemaakt. Misschien ontstaan er mogelijkheden door de nieuwe plasma¬ technologie. Hierbij worden isolerende lagen bij rela¬ tief lage temperatuur gedeponeerd vanuit een gasont¬ lading boven het halfgeleidersubstraat. Verder wordt op het ogenblik geëxperimenteerd met p-n-overgangen in lagen amorf silicium en in gerekristalliseerd poly-Si. Op deze manier hoopt men goede dtinne-film-transistoren te verkrijgen. Dit is onder andere van belang voor het gebruik van de derde dimensie in geïntegreerde schakelingen: men zou als het ware de transistoren niet alleen naast elkaar, maar ook boven op elkaar kunnen stapelen. Bij de nieuwe structuren wordt ook veel onderzoek gedaan aan sensoren. Dit zijn devices, die signalen uit de buitenwereld (licht, druk, concentratie, tempera¬ tuur, enzovoort) omzetten in een elektrisch signaal. De verdere integratie van elektronische systemen doet de behoefte ontstaan de sensor met de signaalpro¬ cessor te integreren. Vele mogelijkheden wachten nog op verder onderzoek.
een microcomputer op de markt met 450.000 transis¬ toren op één chip). Maar het ontwerpen en testen van dergelijke grote schakelingen is geen sinecure. Hier kan de computer assistentie verlenen, Computer Aided Circuit Design (CACD). Uitgaande van de gewenste eigenschappen en fysische mogelijkheden wordt een ontwerp gemaakt, de werking met de com¬ puter gesimuleerd en worden de benodigde maskers gegenereerd en gecontroleerd. Na het maken van de chip wordt de functie van de schakeling getest, waarbij men dan gebruik kan maken van hetzelfde gegevens¬ bestand als dat waarmee de schakeling is ontworpen (Computer Aided Design en Testing). Voor elk onder¬ deel van deze rij handelingen worden nu programma's ontwikkeld om deze handelingen zo snel en zo effi¬ ciënt mogelijk te laten verlopen. Conclusies Fabricage van micro-elektronica is een gecompliceerd proces. Dit is in dit artikel geïllustreerd aan de hand van de fabricage van MOS-transistoren voor geïnte¬ greerde schakelingen. De vele processtappen resul¬ teren uiteindelijk in een produkt dat voldoet aan hoge eisen met betrekking tot opbrengst, prestatie, afme¬ tingen en betrouwbaarheid. Om dit resultaat te bereiken is vee! onderzoek nodig op het gebied van processing, hulpapparatuur, mate¬ rialen en ontwerpen. Helaas kon slechts oppervlakkig worden aangeduid wat er op de verschillende gebieden gaande is. Het onderzoek aan het SiO2 werd, gezien de exper¬ tise van de auteur, in meer detail besproken als een illustratie van materiaalonderzoek. Men zou dit laatste in het algemeen kunnen om¬ schrijven als onderzoek om de fysische verschijnselen in de techniek te begrijpen en via dit begrip te komen tot verbetering van de micro-elektronica. Daarnaast krijgt de halfgeleiderfysica nu een sterke impuls door de nieuwe preparatieve mogelijkheden van submicron-, MBE-, laser- en plasmatechnologie om nieuwe verschijnselen in nieuwe structuren te bestuderen, zeer waarschijnlijk tot voordeel van de micro-elektronica.
Wie zal hel ontwerpen? Een essentieel onderdeel van de halfgeleiderelektro¬ nica is het ontwerpen van de schakelingen. Door de grote technologische mogelijkheden om veel transis¬ toren in één chip samen te brengen, worden steeds grotere en gecompliceerdere circuits gemaakt. (Er is al
158
Literatuur S.M. Sze: Physics of Semiconductor Devices. Second edition. Wiley, New York, 1981. Een algemeen boek over de fysica van de halfgeleiderelektronica.
Halfgeleiderelektronica in de jaren '80
Niet-perturbatieve methoden in de veldentheorie G. 't Hooft
J. Smit
Instituut voor Theoretische Fysica, Utrecht
Instituut voor Theoretische Fysica, Amsterdam
Met de komst van ijktheorieën werden vele raadsels omtrent de sterke interactiekrachten tussen elementai¬ re (en minder elementaire) deeltjes opgelost. Experi¬ menten waarbij uitsluitend deeltjes met zéér hoge energie een rol spelen konden namelijk met storingstheoretische methoden worden verklaard in een ele¬ gante ijk theorie genaamd 'Quantumchromodynamica'. Bij lagere energieën waarbij de De Broglie-golflengten van de deeltjes veel groter zijn, treden Iangeafstandseffecten op die niet met storingstheorie zijn te begrijpen. Hier blijkt diezelfde quantumchromodynamica 'twists' en andere topologische niet-triviale veidconfiguraties toe te laten die aanleiding geven tot geheel nieuwe verschijnselen. Eén daarvan veroor¬ zaakt een sterke splitsing in het massaspectrum van lichte deeltjes: het 'eta'-deeltje is er veel zwaarder door dan het 'pion'. Een andere getwiste veld format ie maakt dat de meest elementaire bouwsteentjes van dit soort deeltje, de 'quarks', niet verder dan enige 10" ' 4 cm van elkaar kunnen worden verwijderd: zij zitten permanent aan elkaar vast.
met de quantumelektrodynamica (QED) voor elektro¬ nen en fotonen. In beide theorieën is de zwakke-koppelingsexpansie nuttig voor zekere processen, figuur 1 geeft hiervan een voorbeeld. De zwakke-koppelingsexpansie is een ontwikkeling naar machten van de fijnstructuurconstante a = eV4irftc in QED en de ana¬ loge parameter a s in QCD. Een verschil tussen beide theorieën ligt in het gedrag van de effectieve-koppelingparameter als functie van de energie-impulsover¬ dracht, ofwel als een functie van de afstandschaal. In QED is deze vrijwel constant over het huidige energtebereik en men neemt a als standaardwaarde (a = 1/137). In QCD isa s energieafhankelijk en voor hoge energieën gaat « 5 naar nut, dit is de zogenoemde asymptoiische vrijheid. Hoge-energieprocessen als die van figuur 1 kunnen dan ook met succes worden bere¬ kend (zie bijvoorbeeld het trendartikel van 1979).
De laatste jaren heeft zich een opmerkelijke ont¬ wikkeling voorgedaan in de relativistische quantumveldentheorie: de ijktheorieën op een rooster. Door het ruimte-tijdcontinuüm te benaderen door een roos¬ ter kan een quantumveldentheorie vergeleken worden met de bekende roostermodellen uit de statistische fysica. De theorie van faseovergangen en kritieke ver¬ schijnselen blijkt zeer relevant voor de theorie der ele¬ mentaire deeltjes. Het ligt nu binnen ons bereik de eigenschappen der sterk wisselwerkende deeltjes zoals nucleonen en pionen numeriek te toetsen aan de theo¬ rie van quarks en gluonen. Het probleem der hadronen
In het begin der jaren '70 is QCD (quantumchromodynamica) ontstaan als theorie voor de hadronen (sterk wisselwerkende deeltjes). Het is een veldentheo¬ rie voor quarks en gluonen welke analogieën vertoont
Niet-perturbatieve methoden in de veldentheorie
Fig. 1: Feynman-diagram voor her proces e* + e ->q(quark) + q(anliquark) + G(gluon) bij hoge-energie. De quarks en gluonen transformeren zich vervol¬ gens in zogenoemde hadron-jets, welke experimenteel worden waargenomen. De sterkte van de interacties in QED en QCD wordt gegeven door de elementaire lading e en de effectieve koppelingsconstante geff.
159
Bij lage energie echter neemt as toe en gaat de zwakke-koppelingsexpansie niet meer op. Tot voor kort hebben dan ook de hadronen zoals de nucleonen (N), de pionen (TT) en de kort levende deeltjes A e n g zich onttrokken aan een kwantitatieve beschrijving mid¬ dels QCD (er bestaan wel op QCD geïnspireerde feno¬ menologische modellen voor het hadronspectrum, doch deze bevatten meer vrije parameters dan QCD). De deeltjes N,7r, . . . denkt men opgebouwd uit quarks en gluonen en het probleem van de gebonden toestand is van oudsher moeilijk in een relativistische quant urn velden theorie. QCD heeft als extra moge¬ lijke complicatie het 'confinement' (kluistering, op¬ sluiting) verschijnsel, hetgeen inhoudt dat vrije quarks niet eens voorkomen. De reden is dat, naar men aan¬ neemt, de interquarkpotentiaal f lineair toeneemt met de interquarkafstand r,
V<xKr,
(1)
mits rgroot genoeg is. De ionisatie-energie van quark'atomen' is dus oneindig groot. Deze formule volgt niet direct uit de storingstheorie zoals we nader zullen uiteenzetten. Niettemin menen we nu uit andere theo¬ retische beschouwingen dit gedrag te kunnen begrijpen en zelfs de snaarspanning K te kunnen berekenen. Hiertoe worden methoden gebruikt die al langer be¬ kend zijn in de statistische fysica. Yang-Mills-velden Een van de meest fundamentele en universele natuur¬ krachten is het elektromagnetisme. Het elektromagne¬ tische veld wordt beschreven door de maxwellverge¬ lijkingen, div£= (2)
rot£ = - 4:B at
Hierin zijn É en B de elektrische respectievelijk mag¬ netische veldvectoren en Q enj de ladingsdichtheid en stroomdichtheid. De snelheid van het licht, c, is hier voor het gemak op I gesteld. Eén van de opvallende aspecten van deze vergelijkingen is het afwezig zijn van de magnetische equivalenten van ladings- en stroomdichtheid: er bestaan geen enkelvoudige mag¬ netische noord- of zuidpolen die een bron zouden zijn 160
van het magnetische veld B: de divergentie van B is nul. Een gevolg hiervan is dat de vergelijkingen zijn te vereenvoudigen, men kan een nieuw stel velden vin¬ den, A en , zodanig dat r=rot A en Ê = - — - grad at
(3)
De keuze is niet uniek: men kan een verschuiving in¬ voeren van de vorm A — A - grad A (4)
zonder clai B en E hierdoor veranderen, terwijl A nog een willekeurige functie is van ruimte en tijd. Deze verschuiving heet 'ijktransformatie' en vormt een centraal aspect van dit systeem. In 1954 ontdekten C.N. Yang en R. Mills dat dit systeem van veld vergelijkingen kon worden gegenera¬ liseerd, indien men een nog ingewikkelder stelsel van ijktransformaties toeliet. De transformaties (4) heb¬ ben namelijk de eigenschap dat twee verschillende transformaties in successie uitgevoerd een netto trans¬ formatie teweegbrengen die niet afhangt van de volg¬ orde, net zoals bij verschuivingen over een rechte lijn, of rotaties rond één vaste as. Men zegt dat deze trans¬ formatiegroep commutatief is, of Abels. In een sys¬ teem met meerdere velden kan men echter algemene transformaties bedenken die niet commutatief zijn, zoals rotaties rond verschillende assen. Een dergelijk systeem heet niet-Abels. Zo verkreeg men de zoge¬ noemde Yang-Mills-vetdvergelijkingen, Deze zien er in wezen net zo uit als de maxwellvergelijkingen (2) met twee belangrijke verschillen: ten eerste zijn er nu meerdere vectorpotentiaalvelden Aa, met bijvoor¬ beeld a = 1, 2, 3 of a = 1,. . . , 8, en ten tweede komen de velden Aa nu zelf wéér voor in de brontermen Q en j , en wel niet-lineair. Dit maakt de vergelijkingen veel moeilijker om op te lossen. Voorts dient men dit systeem quanlummechanisch te behandelen, hetgeen een nog verdergaande complicatie teweegbrengt. Toen deze vergelijkingen werden voorgesteld be¬ stonden er nog geen quarks; wel leek het of de zwakke-interactiekracht met een Yang-Mills-systeem in verband stond, maar het was niet duidelijk hoe. Nu weten we dat de zwakke interactie beschreven wordt door een supergeleidingsvariant op deze theorie (het Glashow-Weinberg-Salam-modcl), maar daar zullen Niet-perturbalieve methoden in de veldentheorie
we hier niet op ingaan. Het zijn de 'quarks' (de bouw¬ stenen van de 'hadronen' waartoe proton, neutron en pion behoren), die een Yang-Milis-lading bezitten, genaamd 'kleur'. Zij kunnen de 'tinten' rood, groen en blauw vertonen. De Yang-Mi lis-versie met 8 poten¬ tialen Au . . . , As beschrijft de krachten die zij op elkaar uitoefenen. Storingstheorie
De in het begin genoemde storingstheorie bestaat nu daarin dat alle niet-lineaire termen in Q en J eerst wor¬ den weggelaten. Hierna worden voor deze omissie successievelijke correcties uitgevoerd. Het is gemak¬ kelijk deze procedure (welke zeer goed werkt in het geval van de zwakke interacties) te kritiseren maar men dient wel te beseffen dat dit de enige systemati¬ sche benaderingsprocedure is die we hebben. Iedere andere benadering, inclusief die welke we verder zul¬ len bespreken, is veel ingrijpender en moeilijker te corrigeren. Het beeld dat de storingsreeks levert ver¬ toont echter wel tekortkomingen. Zo zouden de krachten tussen quarks in eerste instantie lijken op de coulombkracht en die is wel heel anders dan vergelij¬ king f. Het is echter de storingstheorie zelf die ons vertelt dat het cumulatieve effect van de niet-lineaire termen sterker wordt naarmate we de afstanden tus¬ sen de quarks vergroten: hun effectieve lading wordt sterker en dus vinden we al een afwijking van de zui¬ vere coulombkracht. Bij hoge energieën (kleine De Broglie-golflengten, korte correlatieafstanden) werkt de storingstheorie steeds beter (afnemende effectievekoppelingsconstante a s ) maar op grote afstandsschalen wordt zij onbruikbaar.
tijd onopgemerkt gebleven, althans de fysische conse¬ quenties daarvan. Om het topologische verschil tussen Abelse en niet-Abelse transformaties te illustreren, beschouwen we de draaiingen om een vaste as in de ruimte (Abels) en de draaiingen om een vast punt in de ruimte (niet-Abels). Het is duidelijk dat onze zicht¬ bare wereld in zichzelf overgaat bij draaiing over 360° om een vaste as. De wereld van de kwantummechanica heeft een draaiing over 720° nodig om in zichzelf over te gaan, en we zullen die laatste beschou¬ wen aan de hand van een proef die iedereen kan uit¬ voeren. Stel dat we ii^et omhoog gestrekte arm een glas water vasthouden (zie figuur 2a) en de opdracht krijgen om dit glas om een vertikale as over 720° te draaien zonder zelf aan deze draaiing deel te nemen. Als de arm in vertikale stand blijft is dit een onmoge¬ lijke opgave. Brengen we de arm naar beneden en laten we het glas zonder te morsen onder langs de arm doorgaan (zie figuur 2b) dan is de draaiing over 720° verwezenlijkt zonder dat de arm uit de kom raakt. De gewenste draaiing is mogelijk gemaakt door een bijzondere topologische eigenschap van draaiingen rond een vast punt.
Magnetische ladingen
In de storingstheorie lijken de Yang-Mills-veldvergelijkingen het meest op de maxwellvergelijkingen, dus zonder enkelvoudige magnetische noord- of zuidla¬ dingen. Wat wij echter de laatste jaren geleerd hebben is het topologische verschil te onderkennen tussen de Yang-Mills-ijktransformatie en de Maxwell-ijktransformatie. Het algebraïsche verschil was al langer dui¬ delijk: de Maxwell-ijktransformatie is lineair en daar¬ om is het resultaat van twee opeenvolgende transfor¬ maties niet afhankelijk van hun volgorde. Bij de Yang-Mills-theorie is hel resultaat van twee draaiin¬ gen wèl van de volgorde afhankelijk. Dit algebraïsche verschil is al merkbaar bij relatief kleine transforma¬ ties en duikt dus al op in de storingsbehandcling van de theorie. Het topologische verschil is echter langere
Nietperturbatieve meihoden in de veldentheorie
Fig. 2: De groep van rotaties rond drie assen is topo¬ logisch verschillend van die van rotaties rond één as. Het glas water mag slechts rond de verticale as draaien indien we willen dat er niet wordt gemorst. Met een verticaal gestrekte arm (2a) kunnen we dat glas wel draaien, maar niet over een erg grote hoek. Houden we de arm gebogen (2b), dan kan de elleboog drie draaibewegingen maken en we kunnen nu (na enige oefening) hei glas ten opzichte van het lichaam een willekeurig aantal omwentelingen laten maken. De stippellijn geeft ruwweg de beweging aan die het glas 720° draait, waarna de arm in dezelfde positie terug¬ komt.
161
Dit soort topologische overwegingen nu vormt de basis voor een nieuw stel veldconfiguraties die in het pure Maxwell-systeem onmogelijk zouden zijn ge¬ weest: zij blijken een zuiver magnetische noordpool of zuidpool te vormen. Noodzakelijkerwijze zijn deze veldconfiguraties sterk geconcentreerd. Magnetische supergeleiding
Bovengenoemde argumenten zijn even zo goed geldig voor een geünifïceerde zwakke-interactietheorie en inderdaad betekent dit dat wij magnetische monopolen voorspellen in sommige van deze theorieën. Deze zouden consequenties hebben in de theoretische mo¬ dellen voor de vormingsgeschiedenis van het heelal. Echter ook in de quarktheorie heeft hun aanwezigheid drastische consequenties en deze zijn wel gemakke¬ lijker te controleren! De fundamentele onderstelling die formule (1) be¬ grijpelijk maakt, is deze dat de magnetische moiopolen waarmee de quarks zijn omringd, supergeleidend zijn. We bedoelen hiermee dat deze monopolen de¬ zelfde vorm van Bose-condensatie ondergaan ab elektronparen in een supergeleider of atomen in supervloeibaar He4. Dit is moeilijk te bewijzen uit 'first-principles', daar de krachten zeer gecompliceerd zijn. Als we dit echter aannemen, dan weten we dat het analogon van het Meissner-effect zal optreden: niet magnetische maar elektrische veldtijnen zullen afgestoten of gebundeld worden. Elektrisch geladen deeltjes kunnen dan net zo min vrij bestaan als mag¬ netisch geladen deeltjes in een gewone supergeleider. Natuurlijk heeft dit alleen betrekking op de 'kleur'lading van de quarks. Met deze theorie is het ver¬ schijnsel 'quark confinement' goed te begrijpen.
getwiste veidconfiguraties die behoudswetten schen¬ den. Zij worden 'instantons* genoemd, omdat ze niet alleen gelokaliseerd zijn in de ruimte maar ook in tijd. De behoudswet welke bij 'instanton-gebeurtenissen' wordt geschonden, is het behoud van een soort chiraie symmetrie, genaamd chiraie tl (1). Oppervlakkig gezien lijkt deze chiraie symmetrie een goede symmetrie van de quant umchromodynamica, maar een consequentie van die symmetrie zou moeten zijn dat er een deeltje bestaat met isospin 0 en met een massa bijna net zo klein als de ptonen. De pionen hebben isospin 1 en hun massa's zijn:
m*= 139,6 MeV . Het lichtste deeltje met isospin 0 is echter n°, met een massa m, = 548,8 MeV . Lange tijd heeft men zich over deze discrepantie gebo¬ gen, die nog markanter wordt als men zich realiseert dat het bij deze deeltjes niet zo zeer gaat om de mas¬ sa's zelf, maar om de kwadraten daarvan. Boven¬ dien vertoont het n° een ongewoon grote bijmenging van toestanden met 'vreemde' quarks. Zonder die bij¬ menging zou het waarschijnlijk nog zwaarder zijn. 'Instantons' zijn nu hoogstwaarschijnlijk de oorzaak van deze symmetriebreking. Veldconfiguraties met 'twist' komen nimmer aan bod in een storingsbehan¬ deling, zolang een amplitude A wordt benaderd door een reeks: (6)
Velden met 'twist'
De magnetische monopolen in een Yang-Mills-theorie zijn voorbeelden van veldconfiguraties met een 'twist'. Zij zijn voor te stellen als nieuwe 'deeltjes' in de drie¬ dimensionale ruimte die °en schending inhouden van één der voormalige Maxwell-wet ten: div B ± 0. De vraag kan gesteld worden of er nog meer velden met twist bestaan. In een v/ir-dimensionale ruimte zou men iets soortgelijks kunnen hebben. De geschonden wet is dan
l ^ L Zo
(5)
(het 4-dimensionale analogon van een derde maxwellwet). Dit nu is een behoudswet, en inderdaad zijn er 162
waarin g de interactie-sterkte aangeeft. Instantons bijvoorbeeld kan men associëren met een 'tunnelef¬ fect' waarvan de amplitude evenredig is met (7) een uitdrukking die harder naar nul gaat dan iedere macht van g. Quantumveldenfheorie als statistische fysica
R.P. Feynman heeft laten zien hoe quantummechanische processen opgevat kunnen worden als een som¬ matie over klassieke configuraties ('paden'). Deze sommatie wordt formeel equivalent met een partiiie-
Nielperturbatieve methoden in de veldentheorie
functie als we overgaan van de Minkowski-tijd-ruimte naar een euclidische 4-dimensionale ruimte door mid¬ del van de transformatie t ( - tijd) Lv4:
Hierbij symboliseert j CV een sommalie over alle con¬ figuraties van velden ^ix) [x~{xx, . . . . jrj). S(<) is de actiefunctie welke de theorie specificeert en h is de constante van Planck gedeeld door 2 T . In het ver¬ volg worden eenheden gebruikt waarin h - 1, c (licht¬ snelheid) = 1 zodat massa, energie en impuls elk de dimensie (lengte) 'hebben. De parameters van de veldentheoriemodellen ko¬ men voor in S(<) op dezelfde wijze als >i = I/A7"in de statistische fysica: de verschillende termen 5, in 5 kun¬ nen elk hun eigen stei kteparameter li, hebben, 5 = £ &, S,. Voor QCD heeft S de schematische vorm + M,
(9)
waarbij )i- l/g2 met g de koppelingparameter welke analoog is aan de elementaire lading e, en \ft is de massaparameter voor quarktypc f (f = u, d, s, c, b,..), waarbij u en d de quarks zijn ('up' en 'down', waar¬ uit nucleonen zijn opgebouwd; s, c, b zijn de 'strange', 'charme* en 'beauty' quarks). Voor het statistische systeem kunnen correlatie¬ functies gedefinieerd worden door G(JT„ jr ; ) = (« (.v,> ó (jr:)
- ó (*,)•
O ixz)
,
(10)
waarbij tfrfo) een veld is mei zekere quantumgetallen (bijvoorbeeld prolonveld of quant urn veld) en waarbij voor een willekeurige functionaal F(
, r= .V|-.V; , (12) waarbij de corrclaliclengtc £ eenvoudig samenhang! met de massa m van het deeltje met de quantumgctalIcn van <£>, volgens (13)
Hogcre-ordc-corrclatiefunclics bcircffcndc o(.V|) . . . [x„)), n = 3, 4, . . . worden gebruikt ter beschrijving van interacties en verstrooiingsprocessen.
Niet perturbatiRve methoden in de veldentheorie
Roosterrrcabrisatie
Een veld heeft oneindig veel vrijheidsgraden, op zijn minst één voor elk punt .v. en de partiiiefunctie (2) moet op een speciale wijze worden gedefinieerd om oneindigheden ie vermijden. Men doet dit vaak op het moment dat de moeilijkheden expliciet optreden zo¬ als in de zwakke-koppdingsexpansie. De roosterregularisatie ' definieert (I)) van begin af aan. Hel conti¬ nuüm van punten x wordt vervangen door een dis¬ crete verzameling punten liggend op een rooster (fi¬ guur 3a). Zodoende wordt het aantal vrijheidsgraden per volume-eenheid eindig en deze methode is bijzon¬ der geschikt voor gebruik van de computer '•-. Boven¬ dien is het de enige methode die we kennen welke theorieën als QLD en QCD kan regulariseren onaf¬ hankelijk van de zwakke-koppelingsexpansie. Hei rooster breekt de euclidische vier-dimensionale rotatiesymmetrie welke de vertaling is van de lorentzinvariantie in de Mtnkowski-ruimte. Verder is er slechts translatie-invariantie in stappen ter grootte van de roost erafstand a. Deze invariant ics verwachten we terug in de conlinuümlimiet o—o. De klassieke continuümlimict kan men zich eenvoudig voorstellen (figuur 3b). De roosterversie van de actie Sfc) is dan ook zo geconstrueerd dat deze in de klassieke conli¬ nuümlimiet overgaat in de oorspronkelijke 5(<). De quantumsituatie is ingewikkelder omdat in Zover alle veldconfiguraties wordt gesommeerd, ook die waar¬ voor <(.v) wild varieert op de schaal van een roosterafstand (figuur 3c). Quanlnm-conlinuiimlimiel als kritiek verschijnsel Om de quantum-continuümlimict te formuleren rich¬ ten we de aandacht op een hadronmassa m. De/c moet klein worden ten opzichte van het cutoff-golfgetal P^ = x/a als gevolg van het rooster (figuur 3c) en PmjlJ m = * / am — « in de continuüm limiet. Vol¬ gens (13) betekent dit $/a - » : de corrclaticlcngtc in eenheden van de roostcrafstand divergeert. De fy¬ sische Icngtcschaal wordt gegeven door de correlatielengte en als de/e veel groter wordt dan de roosterafstand, dan verdwijnt de roosterstructuur uil fysi¬ sche grootheden welke rolalic- en translatiesymmetrie /uilen vertonen. Dit kan geverifieerd worden in exact oplosbare modellen. Een divergente corrclaticlcngtc duidl op cen fase¬ overgang van de tweede orde, zoals in de statistische fysica bij cen kritiek punt voorkomt. De parameters »j en Mf in (9) moeten dus in de marl genomen wor¬ den van cen kritiek punt ti
163
t a
(a)
t
tieke punten is van belang voor een goed begrip van de theorie. Figuur 4 toont een fasediagram voor QCD. Het is belangrijk te bedenken dat er meerdere manieren zijn om de theorie te formuleren op een rooster en dat de fasestructuur daarvan kan afhangen. Echter, in de continuümlimiet verwacht men dat deze willekeur verdwijnt uit de fysische grootheden op grond van de bekende universaliteit van kritieke ver¬ schijnselen. Fig. 4: Fasediagram voor QCD 4; K=1/2M is Wil¬ son 's fermionparameter ', welke hier onafhankelijk van quark type J gekozen is. De lijnen m, = oen mN = o komen vermoedelijk samen in het kritisch punt gt. = o, Kc- 1/8. In dit punt moet de continuümlimiet geno¬ men worden, omdat daar zowel ^/a^ oo als%N/a— oo.
00 Fig. 3: a) Tweedimensionaal rooster met roosteraf¬ stand a. b) Klassieke continuümlimiet in één dimensie: voor een gegeven gladde configuratie ipfx) wordt Smosterff) gelijk aan de klassieke S(
Het is een geluk dat QCD asymptotisch vrij is, zodat we de zwakke koppelingsexpansie gebruiken kunnen om de relevante j3c en Mc te berekenen. Het blijkt dat
/3--j3c en M—Mc. De wijze waarop 0 en M naar (3C en A/c naderen als functie van a moet zo gekozen worden dat fysische grootheden niet veranderen in de limiet a—o. Dit is niets anders dan het vanouds bekende renormalisatievoorschrift uit de veldentheorie. QCD op een rooster is een soort ideaal kristalsys¬ teem in vier dimensies. Het kan in verschillende fasen voorkomen en kennis van de fasestructuur3 en de kri-
hetgeen een interpretatie geeft voor de asymptotische vrijheid: de effectieve koppeling op fysische lengteschaal r, geffC) zal naderen naar g(a) als r—a, en om¬ dat g(o) = o, zal dusgcff(r) —o als r—o. Het is belang¬ rijk op te merken dat het geff is welke de grootte van de bijdragen van processen als figuur 1 bepaalt. De energie-impulsschaal Q hangt samen met de lengteschaal r volgens Q= i/r en de eerder genoemde a s is gegeven
164
Continuümlimiel in QCD
0 C = » , ofwel gc = o,
(14)
Niet-perturbatieve methoden in de veljentheorie
door cts(Q) = gl(((r)/4v (men zegt wel dat de oorspron¬ kelijke g2 wordt gerenormeerd tot g2.,, als gevolg van de interacties). De manier waarop g(a) naar nul gaat, kan ook berekend worden. Het blijkt dat
Hierbij zal F zodanig van g2 af moeten hangen, dat m onafhankelijk wordt van a als g^o volgens (15-17). Dit impliceert een gedrag voor g—o, F(g2) =
- c/g') [ 1 + O(g2)],
(21)
(15)
(16)
zodat F niet analytisch is in g - o. Het is duidelijk dat de zwakke koppelingsexpansie faalt in de berekening van hadronmassa's. In termen van de correlatielengte £ = l/m kan (21) herschreven worden als
(17)
(22)
Hier is Nf het aantal quarktypen dat effectief bij¬ draagt. De parameter A, welke de dimensie heeft van een massa, bepaalt ook de grootte van de effectieve koppeling geft:
De getallen b en c zijn hier exponenten, kritieke expo¬ nenten genoemd (niet verwarren met b- en c-quarks!). De vorm (21) is eenvoudig te controleren: substitutie van (15) moet een resultaat leveren dat onafhankelijk is van a voor a—o. Het resultaat is
met t= ,=
24* 33-2/Vf
3{I53-19N() (33-2Aff)2 '
(18)
= CA.
(23)
met T = - In(rsA).
(19)
Hierbij is s een bekende numerieke factor welke af¬ hangt van de precieze wijze waarop gdf en g gedefini¬ eerd zijn. Omdat g—gQ in de continuümlimiet, is g geen vrije parameter meer. In plaats daarvan komt A. Omdat g dimensieloos is in het hier gebruikte gangbare eenhedenstelsel en A de dimensie heeft van een massa, spreekt men wel van dimensionele transmutatie. Ook de kritieke waarde A/,, kan berekend worden. Deze hangt echter af van de details van de gebruikte roosterversie van de actie S. Net als voor geU bepaalt de manier waarop M naar A/t. nadert, de effectieve quarkmassa m elt . Een interessante bijzonderheid is dat deze quarkmassa's zeer klein zijn voor de u- en dquarks waaruit N, A, n en Q zijn opgebouwd. Slechts de pionmassa m„ is gevoelig voor M-Mc; voor N, A en Q en de vele hogere aangeslagen toestanden kunnen we M=M^ nemen (verwachte fout in de massa's •& 1%). Dit verschijnsel heeft te maken met zogenoemde chirale SU(2) x SU(2) symmetrie waarop hier verder niet ingegaan kan worden. Uit het bovenstaande volgt nu belangrijke informa¬ tie omtrent het probleem der hadronmassa's. fn de benadering M=MC (waarvoor wT = o, doch mN, m^, m„ enz. * o ) wordt een hadronmassa in principe gege¬ ven door een formule van de vorm = F{g2)/a.
Niet-perturbatieve methoden in de veldentheorie
(20)
De verschillende massa's m hebben elk hun eigen C, en massaverhoudingen zoals mf/mN = C„/CN kunnen voorspeld worden zonder dat er maar één vrije para¬ meter aan te pas komt (in de benadering A/=M C ). De massaschaal wordt vastgelegd door A, welke de funda¬ mentele schaalparameter is in QCD. Volgens (18) kan A bepaald worden uit de meting van geft (bijvoorbeeld in het proces van figuur 1) en op deze wijze zou in principe de absolute waarde van de nucleonmassa voorspeld kunnen worden mits we CN kunnen bereke¬ nen. De experimentele fouten op geft werken echter ongunstig door in A Het omgekeerde is echter goed mogelijk: voorspelling van de grootte van ge({ uit de bekende waarde van my of m„. Numerieke resultaten Voor de berekening van hadroneigenschappen staan een aantal methoden ter beschikking zoals de Monte Cario-integratie en de hoge-temperatuurexpansie, beide welbekend in de statistische fysica. De hoge-temperatuurexpansie \ ook wel sterkekoppelingsexpansie genoemd, is een ontwikkeling naar machten van 0= l/g 2 . Bij sterke koppeling is de theorie betrekkelijk eenvoudig en vertoont expliciet confinement, (n dit regime kan een effectieve actie voor de hadronen geconstrueerd worden waarmee massa's en zelfs verstrooiingsamplituden berekend kunnen worden ft. Berekeningen hiervoor van de hogere orden in (i zijn op dit moment in ontwikkeling. De sterke-koppelingsexpansie is nuttig, mits het lukt
165
10
m. C2/2D
1
w-
• [3/3:
N
\
\
.1
i
.5
i
i
i
.9
i
i
1.
1.1
Fig. 5: Sea laire 'glueball'-massa in QCD zonder quarks, verkregen uit de hoge-temperatuursexpansie en Padé-extrapolatie7. Om de extrapolatie naarQ = oo te verbeteren, is overgegaan op de interne energie E(&) als nieuwe expansie variabele. — = Padé-approximanten, —=scaling-curven volgens (21). Het scaling-gebied begint reeds bij 1/^*0,9 en de massa wordt verondersteld de scaling curven te blijven vol¬ gen voor grotere l/g2, waar de hoge-temperatuurcurven fout gaan. de reeks in 0 te extrapoleren naar het gebied rond j8 = <x waar continuümgedrag optreedt. Figuur 5 is een voorbeeld van zo'n extrapolatie voor het geval van het spin-nul-gtueball (Iijmbal-)deeltje. Dit is een gebonden toestand van gluonen, welks bestaan door QCD voorspeld wordt. De extrapolatie naar 0 ~ « van de hoge-temperatuurexpansie, waarvan maar een eindig aantal termen bekend zijn, is een delicate zaak. Zodoende was er een tijd lang onzekerheid over de vraag, of het vermoeden juist is dat er niet alleen confinement is bij sterke koppeling maar ook bij zwakke. Is confinement com¬ patibel met asymptotische vrijheid? Anders gezegd: treedt er bij dalende 'temperatuur' g2 een faseover¬ gang op van de confinementfase naar een non-confinementfase, of is QCD voor alle g2>o in de confine¬ mentfase? Een eenvoudige moleculaire veldbenade¬ ring 5 welke goed is in hoge dimensies, voorspelt
166
\
i\Xv\\
i
1.2
1/g'
inderdaad zo'n faseovergang, maar men vertrouwde dit resultaat niet voor vier dimensies. De doorbraak kwam met Monte Carlo-berekeningen 2 welke sterk suggereerden dat de QCD-confinementfase zich uitstrekt tot £ 2 = o. Voor het interpre¬ teren van de numerieke resultaten is het uiteraard nodig een idee te hebben van de mogelijke waarde g* waar de confinement-fase ophoudt. Vergelijking met aan QCD verwante modellen is hierbij van essen¬ tieel belang. Figuur 6 laat zien dat de aan QCD ver¬ wante SU(2)-theorie wèl een faseovergang heeft in vijf maar niet in vier dimensies. De SO(2)-theorie is een roosterversie van QED welke in vier dimensies een faseovergang heeft bij g = g** 1. Deze faseover¬ gang is te verwachten, daar de fysische QED geen confinement heeft (hier dus het gebied o
Niet-perturbatieve methoden in de veldentheorie
Uit figuren 5 en ? is een voorspelling voor de glueball-massa te halen via m s = (335±3O)A, A = (0.0065 ±0.0015) Vtf en v X = 420 MeV, hetgeen volgt uit de zogenoemde Regge-helling voor de hogere hadron-
exitaties: mg = 915 ±250 MeV (Indien men de spins van hadronen van een bepaald type uitzet tegen het kwadraat van hun massa's ontstaan rechte lijnen met een bepaalde richting-coëfficiënt. Dit laatste wordt 1
i
1
1.0 SU(2) 5 DIMENSIONS x HEATING o COOLING
\ \
\
\ \
0.5
\
M
1 \ \
\ \ 1
«M\\ \J
1.0 SU(2) 4 DIMENSIONS * HEATING o COOLING
0,1 -
i
•
0.5
\ ,\ 1
!»
\ i * i * \
v\
0,01
0
SO (2) 4 DIMENSIONS » HEATING o COOLING
Fig. 6: Monte Carlo-berekening van de interne energie E= ( - S)/((i x volume) in de SU(2) theorie en de SO(2) = U(l) theorie, zonder quarks 2. De kleine kristallen worden opgewarmd en weer afgekoeld in de Monte Carlo-simulatieprocedure en faseovergangen Zullen hysteresi.s-effecten veroorzaken. Hier is 0 = 4/g2 voor SU(2) en 0=f/g2 voor SO(2). De curven geven het leidend gedrag van de sterke- en zwakke-koppelingsexpansie.
Niel-perturbalieve methoden in de veldentheorie
•
0.8
1 1.0 1.2
1/g1
Fig. 7: Monte Carlo-berekening van de snaarspan¬ ning in QCD zonder quarks (data van referenties 2 en S). De curve komt van de sterke-koppelingexpansie (zonder gebruik van de interne energie als in figuur 5) welke goed is voor l/gJ<0,8. De lijnen represen¬ teren het scaling-gedrag a2K-Ci (2c/g2pb exp (- 2c/g2) bij zwakke koppeling. de Regge-helling genoemd). De theoretische onzeker¬ heden zijn nog groot. Hopelijk /uilen we binnen niet al te lange tijd meer weten over glueballs, zowel theo¬ retisch als experimenteel. Bovenstaande resultaten betreffen de theorie zon¬ der quarks. Het effect van de quarks op w g is waar¬ schijnlijk niet zo groot (10% ?), het effect op A = m g /C p zou wèl aanzienlijk kunnen zijn. De eente berekeningen met quarks, welke ingewikkelder zijn 167
en meer computer-tijd vragen, zijn reeds gedaan 9- l0. Hoewel het misschien wat prematuur is, is het verlei¬ delijk alvast twee voorspellingen te noemen: de ver¬ houding mJmN en de waarde van a s voor korte af¬ standen. De experimentele waarde voor mJmN is 0.82 en referentie 9 voorspelt hiervoor 0.88 ± 0.08 bij A/=A/ c . Referentie 10 vindt uit de experimentele waar¬ de van m, en de berekende waarde van C, dat A = 0,9 MeV. In de veel gebruikte zogenoemde MS-conventie is de schaalfactor s in (19) gelijk aan 50,8, en (18) voorspelt nu dat bij afstanden r corresponderend met een impulsoverdracht Q= l/r van bijvoorbeeld 35 GeV (waar vijf quarktypen bijdragen, Nj=5), de waarde van a5=gfff/4ir gelijk is aan (24)
Een recente analyse " geeft als experimentele waarde «s(ö=35 GeV) = 0,125 ±0,01. In de nabije toekomst kunnen we meer theoretische resultaten omtrent de eigenschappen van hadronen verwachten welke geba¬ seerd zijn op QCD. Tot slot zij opgemerkt dat een hamiltoniaan-formalisme ook veel gebruikt wordt. Hierbij is de tijd gewoon reëel en de continue ruimte is vervangen door een rooster '2.
Referenties 1. K.G. Wilson, Phys. Rev. D10 (1974) 2445. In: 'New Phenomena in Subnuclear Physics'. Ed. A. Zichichi, Plenum Press, 1977 (Erice Lectures 1975). 2. M. Creutz, Phys. Rev. Lett. 43 (1979) 553; 45 (1980) 313; Phys. Rev. D21 (1980) 2308. 3. G. 't Hooft, Nucl. Phys. B138 (1978) 1; B153 (1979) 141; BI90 [FS3] (1981) 455. 4. N. Kawamoto, Nucl. Phys. B190 [FS3] (1981) 617. 5. R. Balian, J. Drouffe en C. Itzykson, Phys. Rev. D10 (1974) 3376; Dll (1975) 2098 en 2104; Erratum D19 (1979) 2514. 6. N. Kawamoto en J. Smit, Nucl. Phys. B192 (1981) 100. J. Hoek, N. Kawamoto en J, Smit, Nucl. Phys. B199 (1982) 495. 7. G. Munster, Nucl. Phys. B190 [FS3] (1981) 439;
168
Errata Nucl. Phys. B. J. Smit te publiceren. 8. E. Pietarinen, Nucl. Phys. B190 [FS3] (1981) 349. 9. H. HamberenG. Parisi, Phys. Rev. Lett. 47(1981) 1792. 10. A. Hasenfratz, P. Hasenfratz, Z. Kunszt en C.B. Lang, CERN Preprint TH. 3220. 11. A.J. Buras, Proc. of the 10th Intern. Symp. on Lepton and Photon Interactions at High Energies. Ed. W. Pfeil, Physikalisches Institut Bonn, 1981, (Bonn Conferentie). 12. J.B. Kogut en L. Susskind, Phys. Rev. Dll (1975) 395. J.B. Kogut, D.K. Sinclair en L. Susskind, Nucl. Phys. B114(I976) 119. J.B. Kogut, Rev. Mod. Phys. 51(1979)659.
Nietperturbatieve methoden in de veldentheorie
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire C.Th.J. Alkemade botsingen Fysisch Laboratorium, Rijksuniversiteit Utrecht
Botsingen zijn een vorm van communicatie; dat geldt zowel voor mensen als voor atomen. Ze werpen een licht op de eigen aard der partners èn op hun onderlin¬ ge relatie. Daarom worden in de atoomfysica vanouds botsingsexperimenten uitgevoerd. We bespreken die experimenten welke als hoofddoel hebben, de kans op een bepaald botsingsproces tussen vrije deeltjes te meten in afhankelijkheid van hun toestand. Men kan deze experimenten verrichten in een gas waarin de deeltjes een ongeordende beweging uitvoeren {zoge¬ noemde 'bulk'-experimenten) óf met bundels waarin een gerichte beweging optreedt (zogenoemde bundel¬ experimenten). We beperken ons tot niet-reactieve botsingen tussen vrije atomen of moleculen in het lage-energiegebied. Na een globale indeling van botsingsprocessen en een recapitulatie van elementaire botsingstheorie, bespreken we in het algemeen de uitvoeringswijzen en mogelijkheden van het bulk- en het bundelonderzoek, geïllustreerd met enige vüorbeelden, deels uit eigen keuken. Daarna wordt de balans opgemaakt van wat men met deze twee metho¬ den van onderzoek in principe wel en niet kan berei¬ ken. Dit verhaal van tussen-gisteren-en-morgen wordt besloten met het signaleren van enkele trends. In de sectie Molecuul fysica van het Fysisch Laborato¬ rium der Rijksuniversiteit te Utrecht, waarvan de FOM-werkgroep A VI deel uitmaakt, worden bulk- en bundelmethodcn zusterlijk naast elkaar toegepast bij de bestudering van verwante botsingsprocessen. De filosofie daarvan is dat beide onderzoekmethoden complementaire informatie kunnen leveren.
moleculen) of tussen zware deeltjes en elektronen van oudsher een centrale plaats inneemt. Het algemene doel van botsingsexperimenten is tweeër¬ lei. Door beschieting van een 'doelwit' met een 'pro¬ jectiel' kan men enerzijds iets te weten komen over de eigenschappen (zoals afmeting, structuur, inwendige toestand) van eerstgenoemd deeltje. Een welbekend voorbeeld is het experiment van Franck en Hertz ter bepaling van de aanslagniveaus van het Hg-atoom. Een recent voorbeeld is de bepaling van de relatieve be¬ zetting der rotatieniveaus in een bundel van N2moleculen uit het luminescentiespectrum dat door be¬ schieting met een elektronenbundel wordt opgewekt'. Anderzijds kunnen botsingsexperimenten ons iets le¬ ren over de wisselwerking tussen de botsingspartners. De botsingsduur tb is zó kort (typisch 10'" s) dat men het verloop van het botsingsproces niet rechtstreeks als functie van de tijd kan observeren. (Deze omstandig¬ heid kan men juist als een definitie van een bot¬ singsproces opvatten.) Uit waarnemingen van de eind¬ toestand, dat is de toestand der 'produkten' na de bot¬ sing, bij bekende begintoestand der 'reactanten', kan men echter bepaalde conclusies trekker, over het ver¬ loop der botsing. De mate van gedetailleerdheid van deze, indirect verkregen kennis hangt echter van de ex¬ perimentele condities en toegepaste observatietechnie¬ ken af, alsmede van de gebruikte theoretische model¬ len. Zo kan men bijvoorbeeld de dracht of reikwijdte, Ra, van de interactickracht uit verstrooiingsexperi¬ menten bepalen. Soorten botsingen
Inleiding Hel doel van bolsinpexperimenlen Fysica is voor een groot deel botsingsfysica. Dit geldt zeker ook voor de atoomfysica, waar de bestudering van botsingen (ussen zware deeltjes (vrije atomen oï
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
We kunnen botsingsprocessen allereerst indelen naar het aantal deeltjes dat bij het proces betrokken is. Bij binaire (of bimoleculaire) botsingen zijn slechts twee rcactanten betrokken, bij ternaire (of termoleculaire) botsingen drie, enzovoort. In een gas bij I atm druk en een tempera!uur van 2000 K is, voor een gegeven deel-
169
tje, de gemiddelde tijd tussen twee opeenvolgende botsingen (de zogenoemde inierbolsingstijd f, of reciproke botsingsfrequentie, cb') typisch van de orde 10~'° s. Daar /, » tb, is de kans dat drie atomen tege¬ lijk met elkaar botsen veel kleiner dan de kans op een binaire botsing. Men kan binaire botsingsprocessen experimenteel eenvoudig van ternaire onderscheiden doordat in het eerste geval v b evenredig met de druk, en in het andere geval evenredig met het kwadraat daarvan toeneemt. In een bundelexperiment, waarbij de dichtheid van de botsingspartners veel kleiner is dan in een gas van I atm, zullen dus praktisch uitslui¬ tend binaire botsingen optreden. We zullen ons in het vervolg tot deze laatste soort beperken. Men kan verder botsingsprocessen indelen naar hun effect. Zo onderscheiden we chemische reacties van fysische processen, waarbij bijvoorbeeld alleen de snelheid, inwendige toestand of ladingstoestand van de botsingspartner(s) verandert. Deeltjes die zich als gladde biljartballen gedragen ondergaan alleen elasti¬ sche botsingen: zij wisselen slechts translatie-energie en impuls (als vector beschouwd) uit. Bij inelastische botsingen wordt daarnaast ook inwendige energie uit¬ gewisseld of omgezet in relatieve-translatie-energie corresponderend met de relatieve beweging der deel¬ tjes ten opzichte van hun zwaartepunt. Men spreekt van een excitatie- en een deëxcitatieproces als de inwendige energie (elektronisch, vibrationeel of rotationeel) van de beschouwde partner toe- respectievelijk afneemt. Treedt toename van de totale inwendige energie der partners op ten koste van hun relatievetranslatie-energie, dan heet het proces endo-energetisch; in het andere geval heet het exo-energetisch. Wordt tijdens een botsing op een der partners een koppel uitgeoefend, dan kan ook zijn inwendig impulsmoment 7, naar grootte of richting veranderen. Hierbij blijft het totale impulsmoment van het botsend systeem uiteraard behouden. Een voorbeeld van een inelastische botsing waarbij de absolute waarde van 7j verandert, is de intramultiplet-mengingsbotsing, waarbij het atoom in een andere component van het¬ zelfde multiplet overgevoerd wordt. Een ander voor¬ beeld is de rotatie-excitatie botsing van een tweeatomip molecuul. Elastische botsingen waarbij alleen de richting van J, verandert spelen bijvoorbeeld een rol bij de depolarisatie van fluorescentiestraling.
De polarisatie van de straling die een atoom in ten toestand roei gegeven quantumgctal J uitzendt hangt af van de atomaire polari¬ satie in die toestand. Dc/e laatste wordt beschreven door de waar-
170
schijnlijkheidsverdciing van de bezettingen der (Z/ + I) mogelijke Mj-subloestanden. (W'e zien hier eenvoudigheidthake af van even¬ tuele coherentie-, lussen Je/e subtoestanden.) J en \tj fijn de quanlumgetallen die de «rootte van J respectievelijk zijn projectie op een Z-as karakteriseren. Men kan de atomaire polarisatie ook beschrij¬ ven door middel van zogenoemde multipoofcnomemen. waarvan eik een bepaalde be/euingsverdeiing over de/e subtoestanden represen¬ teert '. / o geeft hel 'dipooimomem' de gemiddelde oriëntatie van de impulsmomentvectiM-aan. Hei 'quadrupoolmonicm' karakteriseert dealignering of oplijning: de/e heelt ie maken met de voorkeur van het impulsmoment om zich loodrecht op. ó langs een bepaalde as op te stellen. Atomen kunnen gepolariseerd worden door ze te exci¬ teren met een gerichte siralingsbunüel. als in de etcilatietocstand J * 0 is. Als de daaropvolgende botsingen isotroop verdeeld zijn. leiden deze tol een afname van elk der initiële mullipoolcwnponcnten. onafhankelijk van etkaar. Dit leidt weer lot een afname van de polarisaliegraad der tluorescenticstraling.
Botsingen die een deeltje vanuit een gegeven quantumtoestand in een andere toestand overvoeren kunnen verder gekenmerkt worden door hun eventuele voor¬ keur om de pariteit van de deeltjestoestand al of niet te behouden. De totale pariteit van het botsingssysteem moet daarbij uiteraard behouden blijven. Tenslotte kunnen elastische botsingen ook, als enig effect, een kortstondige verstorirg of sprong van de fase van een stralend deeltje teweegbrengen. Derge¬ lijke botsingen uiten zich in een verbreding en ver¬ schuiving van de desbetreffende spectrale lijn. Het is vaak een kwestie van smaal of men ook fotonen als 'botsingspartner* wil behandelen. Deze bezitten, net als atomaire deeltjes, energie Es ( = /»»>; h is con¬ stante van Planck, v is frequentie) en impuls/?, (p,= Es/c = h/\ en richting evenwijdig aan de voortplantingsrichting der lichtbundel; c is lichtsnelheid en X is golflengte). Daarnaast bezitten ze ook impulsmoment, afhankelijk van het multipoolkarakter der straling. Zoals bekend, uit de fotonimpuls zich in het Compton-effect, dat alleen bij kortgolvige straling duidelijk waarneembaar is. Het is echter mogelijk gebleken, in een typisch bundelexperiment het effect van de foton¬ impuls op de beweging van een atomair deeltje ook met zichtbare straling te demonstreren. Beschouw een gerichte bundel van Na-atomen die zijdelings be¬ straald worden door een intense laserbundel welke is afgestemd op één der componenten van het gele Na-Z>-doublet. (We laten hier complicaties ten gevolge van de hyperfijnstructuur buiten beschou¬ wing.) Een Na-atoom dat een foton uit deze bundel absorbeert zal, wegens behoud van totale impuls, een zijdelings gerichte impuls h/\ meekrijgen. Door gesti¬ muleerde en spontane emissie keert het atoom weer in de grondtoestand terug en kan zich het proces her¬ halen. Deze herhaling is des te frequenter naarmate
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
de lascrintensiteit groter en dus de stralingsovergang sterker verzadigd is. We moeten echter nog bedenken dat bij gestimuleerde emissie van een foton in dezelfde richting als de laserbundel het atoom een terugstool in de tegenovergestelde richting ervaart. Deze terug¬ stool zal de. bij de voorafgaande absorptie meegekre¬ gen impuls precies compenseren. De kans op spontane emissie van een foton in twee tegenovergestelde maar overigens willekeurige richtingen is altijd even groot, ongeacht de polarisatie van de laserbundel. Het terugstooteffect bij spontane emissie zal dus gemiddeld nul zijn. Het atoom zal dan de bij absorptie meegekregen impuls, gemiddeld beschouwd, behouden. Bij zijn passage dwars door de eindig brede laserbundel ver¬ krijgt het atoom in totaal dus een zijdelings gerichte impuls Nh/\, als N het aantal spontane emissies is. Figuur 1 toont de daaruit resulterende afbuiging van Fig. 1: Dwarsprofielmeting van Na-bundelintensiteit zonder (I) respectievelijk met (II) excitatie door een loodrecht invallende laserbundel. Daar een deel der Na-atomen niet aan het excitatieproces deelneemt wegens de hyperfijnsplitsing van de grondtoestand, is curve II de som van curven III en IV die de profielen voor dit respectievelijk het overige deel beschrijven. De theoretische afbuiging 0 komt overeen met het midden van curve IV ".
de Na-bundet, in overeenstemming met de theore¬ tisch geschatte gemiddelde afbuiging 0 van ruim 0,2°. Men heeft zelfs voorgesteld, deze afbuiging te benut¬ ten voor gevoelige detectie of selectie van bepaalde atomen of hun isotopen '. Een klasse apart vormen de stralingsgeïnduceerde botsingsovergangen, ook wel op te vatten als botsingsgeïnduceerde stralingsovergangen, die recentelijk sterk de aandacht getrokken hebben. Men kan deze globaal beschrijven als processen waarbij in het sys¬ teem van botsingspartners een overgang plaatsvindt als gevolg van de aanwe ighcid van één of meerdere foton(en) tijdens de botsing *. Een voorbeeld hiervan is de nog te bespreken boisingsgeïnduceerde absorptie van een foton ruim buiten het centrum van het Na-Z>doublet. De in de literatuur gebezigde terminologie is niet geheel eenduidig. Het verdient overweging, de term 'optical collisions' te reserveren voor die gevallen waarbij het foton nog enigermate resonant is met een atomaire overgang (zoals in het laatste voorbeeld). De overige gevallen zou men dan met 'radiative collisions' kunnen aanduiden. Een voorbeeld van de/e laatste soort is ': Sr(5p'P) + Ca" * M498 n » - Sr" + Ca(6s'S), waarbij de index • de grondtoestand aanduidt. De frequentie e is zó gekozen dat aan behoud van totale inwendige energie voldaan wordt.
C Of
fio in c
c
ï
5
c A I
O
z
I
-0.4
(T 0.2 0.4 hoek t.o.v. N a - b u n d e l a s
Satans lussen bulk en bundelonderzoek van atomaire botsingen
171
Kinematics en dynamica van botsingen Uit behoud van totale energie, impuls en impuls¬ moment van het botsingssysteem volgen enkele alge¬ meen geldige 'kinematische' relaties. Deze relaties leren ons dus niets specifieks over de 'dynamica' of het mechanisme van het botsingsproces. Toch zijn ze onontbeerlijk voor de interpretatie van botsings¬ experimenten. We zullen daarom enkele hoofdzaken recapituleren.
Fig. 2: Newton-dtagram voor een elastische botsing tussen twee deeltjes (zie tekst). Symbolen v en ü duiden snelheden vóór respectievelijk na de botsing aan. Het botsingsvlak en het vlak door F, en vt vallen hier (toevallig) samen.
I NELAST.
E LAST.
Kinematica Beschouw een elastische botsing tussen twee atomen met massa's m, respectievelijk m2 en beginsnelheden v, respectievelijk v2 ten opzichte van het laborato¬ riumstelsel. Zij v z de snelheid van hun zwaartepunt, dan zijn de deeltjessnelheden in het zwaartepuntstelsel: - v z en
(1)
De relatieve snelheid vr vóór de botsing is gedefinieerd door: (2) Wegens impulsbehoud is de snelheid van het zwaarte¬ punt na de botsing üt gelijk aan Ut. Wegens energie¬ behoud is de absolute waarde van de relatieve snelheid na de botsing ur gelijk aan die van vóór de botsing vr. We stellen de hoek tussen w r en v T voor door 8l. Dit is tevens de hoek tussen de deeltjessnelheid in het zwaar¬ tepuntstelsel na de botsing, w f,,, en v\a. De snelheden üi,2 na de botsing en de afbuighoeken 0,,2 der deeltjes in het laboratoriumstelsel vindt men door vectoriële optelling volgens het in figuur 2 getekende Newtondiagram. De eindpunten van ü\,t liggen ieder op een bol met het zwaartepunt als middelpunt en met een straal gelijk aan v', respectievelijk v\. Hoe deze eind¬ punten over de bollen verdeeld zijn, wordt niet door de kinematica voorspeld, maar hangt van de dynamica van het proces af. Voor inelastische botsingen waarbij translatieenergie omgezet wordt in inwendige energie, en vice versa, kan men een soortgelijk Newton-diagram construeren. Het enige verschil is dat de absolute relatieve snel¬ heid, u r , na de botsing nu niet meer gelijk is aan t\. Uit de behoudswet voor de totale energie volgt name¬ lijk:
•/: n u) = Vifiv* + Q.
172
(3)
Hierin is p de gereduceerde massa en Q het verschil in totale inwendige energie der deeltjes vóór en na de botsing (Q > 0 correspondeert met een exo-energetisch proces). De eindpunten der deeltjessnelheden in het zwaartepuntstelsel liggen nu, na de botsing, ieder op een bol met straal u\,i =(ut/vt) v7%2. Het totale impulsmoment van het botsingssysteem in het zwaartepuntstelsel blijft behouden. Zien we vooralsnog van de inwendige impulsmomenten af, dan is er dus behoud van gezamenlijk baanimpulsmoment Lb. Deze laatste vector staat op ieder moment loodrecht op de relatieve snelheidsvector en op de relatieve plaatsvector R die de positie van de deeltjes ten opzichte van elkaar definieert. De deeltjes bewegen zich dus in een vast vlak loodrecht £ b door het zwaar¬ tepunt, het zogenoemde botsings- of verstrooiingsvlak. Het vlak van tekening in figuur 2, dat de relatieve snelheden v, en ü, vóór respectievelijk na de botsing bevat; is zo'n vlak. In een gas met isotroop verdeelde snelheden is het botsingsvlak willekeurig georiënteerd. In een bundelopstelling kan men wel f r prepareren (zie later) maar niet de 'microscopische' aanvangsposities der botsingspartners. De botsingsvlakken vormen dan een waaier evenwijdig aan v r . De absolute waarde van Lh is gegeven door: /.b = pvfb, waarin b de botsingsparameter is. Deze laatste is gedefinieerd als de afstand tussen de lijnen waarBalans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
langs de deeltjes zich vóór de botsing bewegen. Ook deze parameter is in een experiment niet 'microsco¬ pisch' te prepareren en slechts statistisch bepaald. De voorgaande beschouwingen gaan niet meer geheel op als de deel¬ tjes ook inwendige impulsmomenten bezitten waarvan de vectoriële som bij de botsing verandert. De bijdrage van de elektronenbewe¬ ging en van de kernspin tot het totale impulsmoment van het bolsingssystcem is gewoonlijk van de orde van h. De/e bijdrage is praktisch te verwaarlozen in het geval van een botsing tussen middelzware deeltjes met thermische snelheden en bij een botsingspara¬ meter b van de orde van de dracht, Rn, der interactiekracht (typisch 10" cm). Moleculaire botsingspartners bezitten echter ook een impuls¬ moment van rotatie/,,,,. Men kan eenvoudig nagaan dat voor tweeatomige moleculen met een gereduceerde massa van dezelfde orde als de massa's der botsingspartners en in geval van MaxwellBoltzrnannevenwicht gemiddeld geldt: Jnrt/Lh = ra/R0. Hierin is r„ de evenwichtsafstand der kernen in het molecuul, terwijl w e f t * /? 0 gesteld hebben. Zolang Ro > > r„ is, is het rotationele impulsmo¬ ment te verwaarlozen. Alleen als de rotatietempcratuur minstens een factor van de orde (RJr„)' groter is dan de translatietemperatuur, is deze verwaarlozing niet langer a priori gerechtvaardigd. Ais de rotatietemperatuur echter relatief laag is en/of de interactiekracht bolsymmetrisch, mogen we Lh als een behouden vector opvatten en kunnen we ondubbelzinnig van het botsingsvlak blijven spreken.
Dynamica
Bij de theoretische beschrijving van het verloop van een botsingsproces tussen twee atomen kan men, onder ruime voorwaarden, de beweging van hun ker¬ nen 'separeren' van die van hun elektronen. De kern¬ beweging wordt dan bepaald door een effectieve kracht welke afhangt van de relatieve positievector R en waarin de couiombkrachten tussen de kernen en de elektronen onderling verdisconteerd zijn. Deze effec-
V(R)
Balans lussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
tieve kracht kan men door middel van een potentiële¬ energiefunctie V(R), de zogenoemde (interactie-) potentiaal, beschrijven. In het algemeen bevat deze functie een isotroop deel, V(R), dat alleen van de grootte R van R afhangt, en een anisotroop deel, dat een krachtmoment oplevert. We beperken ons hier tot isotrope interactiepotentialen. Bij een relatief langzame (zogenoemd adiabatischc) beweging der kernen past de beweging der elektronen zich bij elke nieuwe /?-waarde momentaan aan. De twee atomen vormen met andere woorden tijdens de botsing een quasi-molecuul, waarvan de elektronen¬ toestand door de gebruikelijke moleculaire quantumgetallen beschreven kan worden. Bij verschillende elektronentoestanden behoren nu ook verschillende interactiepotentialen. Figuur 3 toont schematisch drie potentiaalcurven, waarvan curve 1 asymptotisch (dat wil zeggen voor R — » ) correleert met beide atomen in de grondtoestand en curven 2 en 3 met één atoom in een aangeslagen toestand (A*). Wanneer het systeem zich over één enkele potentiaalcurve beweegt, treedt een elastische botsing op. Bij een ineiastische botsing treedt een overgang tussen verschillende potentiaalcurven op; deze overgang kan bijvoorbeeld plaatsvinden in het punt R = Rs waar curven 1 en 2 elkaar (bijna) 'snijden'. Onder bepaalde condities kan men de relatieve kernbeweging in het potentiaalveld V(R) met de klassieke mechanica beschrijven. Eén zo'n conditie is dat de dracht Ro der interactiekracht Fig. 3: Drie denkbeeldige potentiaalcurven die de wisselwerking lussen twee atomen A" en B° in de grondtoestand, respectievelijk tussen een aangesla¬ gen atoom A*en B° beschrijven. R is de afstand tussen de atoomkernen; Eeu. is de aanslagenergie van een geïsoleerd A * atoom; hvisde energie van het foton dat bij een bepaalde waarde van R door A" geabsorbeerd kan worden.
A%B*
173
veel groter is dan de De-Broglie-golflengte der kern¬ beweging. De interactiepotentialen zelf moeten echter quantummechanisch berekend worden, evenals de kans op een overgang tussen twee potentiaalcurven. In het geval van een elastische botsing volgens een repulsieve potentiaalcurve (zie curve 3 in figuur 3), bestaat er een eenduidig verband tussen botsingspara¬ meter b en verstrooiingshoek 6l bij gegeven v,. Bezit de potentiaalcurve echter een minimum of 'put' (met diepte t en positie Rm; zie curve 1 in figuur 3), dan bestaan er meerdere ö-waarden die eenzelfde | 0 | waarde opleveren, bij gegeven vr. Deeltjes die elkaar bij deze ö-waarden treffen, worden dus in eenzelfde richting verstrooid. (In een verstrooiingsexperiment kan men banen met +8 en -8 niet van elkaar onder¬ scheiden.) Dit geeft aanleiding tot het optreden van quantummechanische interferentieverschijnselen. De intensiteit van de onder hoek \0\ verstrooide bundel is dan niet meer gelijk aan de som van de klassiek bere¬ kende intensiteiten der deelbundels die elk bij èên ö-waarde behoren. Analoge interferentieverschijn¬ selen treden bij de regenboog op: lichtstralen die langs verschillende 'geometrische' banen de regendruppel doorlopen hebben maar in dezelfde richting uittreden, hebben verschillende fasen en zullen dus interfereren. Men kan deze faseverschillen in goede benadering berekenen door de golflengte op deze banen af te passen. Een analoge berekeningsmethode is nu ook mogelijk bij de atoomverstrooiing wanneer we in plaats van de optische nu de De-Broglie-golflengte \ B afpassen *. Dit kan echter alleen als we XB als een 'locale' grootheid mogen opvatten. Zijn waarde in elk punt van de deeltjesbaan volgt dan uit: \B = h/p, waarin p de klassiek berekende impuls is. Beschrijvingswijzen van bolsingskansen Botsingen zijn kansprocessen. Dit komt doordat men niet alle 'microscopische' begincondities (zoals de posities der deeltjes en de botsingsparameter) kent en ten dele ook wegens de inherente quantummechani¬ sche onzekerheid van het proces. In de statistische beschrijving van botsingsprocessen speelt het begrip werkzame doorsnede een centrale rol. Men definieert deze in analogie met de oppervlakte a van een schietschijfje als maat voor de kans dat een geblinddoekte (of geheel onervaren) schutter het schijfje raakt. Voor een willekeurig botsingsproces (j) tussen twee deeltjes A en B (eventueel in gespecificeerde inwendige toe¬ standen) met gegeven relatieve snelheid v, definieert men de werkzame doorsnede o, door te stellen:
174
^kans op botsing j tussen gegevenX , A en 'n B in dr /
(4)
Hierin is n B de dichtheid van B, dat wil zeggen het aantal deeltjes B (in de beschouwde toestand) per volume-eenheid, en d/ een infinitesimaal klein tijds¬ interval. Voor de botsingsfrequentie i»b (in s"1) volgt hieruit: (5)
vb = a,vtnB.
In het geval van harde bollen met respectievelijk straal rA en r B vindt men: o = -K (rA + rB)*. Het aantal bot¬ singsprocessen per volume- en tijdseenheid R} is gege¬ ven door: s
= (a,vt
= k,nAnti
(6)
De evenredigheidsconstante kt is de snelheidsconstanie (bij gegeven i\). De vrije weg/engte Av van A ten aan¬ zien van botsingen 0) rnet stilstaand veronderstelde deeltjes B bedraagt (o}nBy. Idealiter zou men de 'microscopisch-gedetailleerde' werkzame doorsnede afi,j',vj willen kennen in afhan¬ kelijkheid van zowel v, als de verzameling van alle parameters |/j en [f] die de begin- respectievelijk de eindtoestanden van de botsingspartners in een zoge¬ noemd microproces vastleggen. In de praktijk is men echter niet altijd geïnteresseerd in zulk een gedetail¬ leerde beschrijving van het botsingsproces. Ook kun¬ nen experimentele beperkingen zulk een beschrijving in de weg staan. We zullen ons dan tevreden moeten stellen met het meten van een snelheidsconstante die een gewogen gemiddelde of een sommatie is over een aantal 'ingangs'- en 'uitgangskanalen' en over i\. Duiden we de verzameling van ingangs- en uitgangs¬ parameters waarover gemiddeld of gesommeerd wordt aan met |/ m | respectievelijk [fm\ en de overige, in het experiment geselecteerde parameters met |/,| respectie¬ velijk [fs\, dan is de gemeten snelheidsconstante gege¬ ven door:
k(is,/0 = E F[im) E j 'm
oOM
F(v,) vr dvt. (7)
/m " r'min
Hierin stellen de functies F de statistische verdeling van hun argument voor en is (t r ) mm de minimale waar¬ de die v, bij een endo-energetisch proces moet hebben vanwege het behoud van totale energie. Voldoen de genoemde verdelingsfuncties in goede benadering aan een Maxwell-BoItzmann-evenwicht bij temperatuur 7", dan kunnen we van een thermische snelheidsconstante
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
spreken. Deze heeft praktisch dezelfde waarde als in een systeem van volledig thermodynamisch evenwicht. We moeten hierbij bedenken dat meting van een snelheidsconstante altijd een bepaalde afwijking van ther¬ modynamisch evenwicht vooronderstelt. Immers, in thermodynamisch evenwicht zijn de snelheden, de bezettingen van de energieniveaus, de ionisatiegraad, enzovoort, door de Maxwell-Boltzmann-verdelingsfuncties, de Saha-formule, enzovoort, vastgelegd. Deze zijn onafhankelijk van de aard en de snelheid der processen waardoor de evenwichtstoestand gereali¬ seerd wordt. Dit is een direct gevolg van het Principe van Gedetailleerd Evenwicht. Men kan bijvoorbeeld de snelheidsconstante voor botsingsdeëxcitalie van het eerste resonantieniveau (3P) van het Na-atoom in een gas van Ni-moleculen meten door 'van buitenaf', via puKcM.ilatie, een extra be/eiting van dit niveau te creëren. Uit de snelheid waar¬ mee deze bezeiling naar zijn evenwichtswaarde terugkeert vindt men de gezochte snelheidsconstante als de Ni-uichthetd bekend is en voor hel bekende stralingsverval wordt gecorrigeerd. Als nu de translatiesnelheden van alle deeltjes en de bevolking van de Ni-niveaus vóór de deëxcilatiebotsing thermisch verdeeld zijn, vindt men de ther¬ mische snelrrcidsconstanie. Dit geldt ondanks het feil dat het Na(3P)niveau zelf niet thermisch bezet is. Dit gaat alleen op als de afwijking van de Na( 3 P)- bezel ting geen merkbaar effect heeft op de verdeling van de relatieve-translatie-energie en van de inwendige moleculaire energie en als botsingen tussen twee Na-atomen te verwaarlozen zijn. Aan deze voorwaarden is voldaan wanneer de Na-dichtheid relatief klein is.
De verhouding van de thermische snelheidsconstante, ACJ(7), van proces (j) bij temperatuur T tot die van het omgekeerde proces (-j) is gegeven door de gedetailleerd-evenwichtsrelatie: k,(T)/k.}m = K(T) •
(8)
Het bijzondere hierbij is dat de evenwichtsconstante K(T) alleen van de individuele eigenschappen der bot¬ singspartners (dus niet van hun wisselwerking) en van 7afhangt. Zij kan dan ook met behulp van de statis¬ tische mechanica berekend worden.
Hierin is vr de gemiddelde relatieve snelheid. Deze werkzame doorsnede kan, in tegenstelling tot die voor een microproces, sterk van de milieucondities afhan¬ gen waaronder de snelheidsconstante gemeten wordt. Zij is eigenlijk een artefact, waaraan vaak geen directe fysische beukenis toegekend mag worden. Van de parameters die de experimenteel geselecteerde e/nrftoestanden beschrijven kunnen sommige continu verdeeld zijn, bijvoorbeeld de verstrooiingshoek 0 of de energie Eci van een uitgeworpen elektron. Om te voorkomen dat de werkzame doorsnede tegelijk me* het experimentele hoekoplossend vermogen dB naar nul gaat, definieert men een differentiële werkzame doorsnede aé: da/d0.
(10)
Met behulp van het newtondiagram kan de differen¬ tiële werkzame doorsnede in het zwaartepuntstelsel getransformeerd worden naar die in het laboratorium¬ stelsel voor elk deeltje, en vice versa. Integreert men ad over 0, dan verkrijgt men de integrale werkzame doorsnede o,. Deze beschrijft de waarschijnlijkheid van het botsingsproces ongeacht de grootte der ver¬ strooiingshoek. Wegens de quantummechanische onzekerheidsrelatie blijft o, eindig ook al neemt de interactie slechts langzaam af voor R — » zoals bij de coulombverstrooiing tussen twee geladen deeltjes. Wordt niet alleen naar 0 maar bijvoorbeeld ook naar Etl geselecteerd, dan definieert men op overeenkomsti¬ ge wijze een dubbel-differentiële werkzame doorsne¬ de: d2a/ód d £ d . Wanneer meerdere uitgangskanalen (bijvoorbeeld elastische naast inelastische) tezamen gedetecteerd worden, dan vindt men een totale werk¬ zame doorsnede a(. Deze is de som van de (integrale of differentiële) werkzame doorsneden voor elk kanaal afzonderlijk. Bulkexperimenlen
Relatie (8) is gebaseerd op een directe relatie lussen de werkzame doorsneden voor een willekeurig microproces en hel tijdsomgekeerde microproces. D e « laatste relatie berust op het Principe van Microscopische Reversibiliieil en geldt ongeacht de sialistischc verdeling der botsingspartners over hun in- en uitwendige vrijheids¬ graden.
Uit de gemeten snelheidsconstante kfi^JJ, die een sommatie of middeling over een aantal toestandsparameters volgens vergelijking (7) inhoudt, volgt een fenomenologische werkzame doorsnede: kfivfj/vr.
(9)
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
Onder een huikexperiment verstaan we hier een expe¬ riment dat uitgevoerd wordt ir een bulkgas waarin de deeltjes (overwegend) een ongeordende, thermische beweging uitvoeren. Er bestaan twee algemene klas¬ sen van buikexperimenten waarbij botsingen een rol spelen: die waarbij een, door botsingen bepaalde buikeigenschap op macroscopische schaal, en die waarbij een botsingsproces op atomaire schaal onder¬ zocht wordt. Tot de eerste klasse behoort hel onder¬ zoek aan transportgroothcden (zoals diffusie- en warmtegcleidingscoëfficiënt) en relaxatiegroothe-
175
den (zoals rotatie-relaxatietijd, absorptie en dispersie van geluid en van elektromagnetische golven). Deze grootheden verkrijgt men door statistische middeling en de waargenomen effecten zijn het resultaat van veelvuldige botsingen tussen deeltjes met allerlei snel¬ heden en in allerlei toestanden. Bij buikexperimenten op atomaire schaal daarentegen, bestudeert men, liefst zo gedetailleerd mogelijk, het effect van een enkelvoudige botsing op de beweging of inwendige toestand van een atoom of molecuul. Een voorbeeld hiervan is de bepaling van de snelheidsconstante voor het deé'xcitatieproces Na(3P — 3S) of het doubletmengingsproces Na(32Pj/i * 3 z P, /2 ) door botsingen in een gas van N,-moleculen. Deze bepaling kan geschieden volgens een kinetische methode, waarbij het tijdsverloop van de intensiteit der Na-D-lijncn, na pulsexcitatie, geregistreerd wordt. Men kan ook een stationaire methode volgen door de relatieve intensi¬ teitten) van de Na-fluorescentielijn(en) als functie van de Ni-dichtheid, onder constante excitatiecondities, te meten. Om in dit laatste geval een absolute waarde voor de snelheidsconstante (waarvan de dimensie immers een factor [f]"1 bevat) te vinden, is een 'interne klok' vereist. Deze klok wordt in dit voorbeeld gele¬ verd door de bekende optische levensduur van het Na(3P)-niveau. Hel hier geschetste onderscheid urnen macroscopische en atomaire botsingsexperimenten is natuurlijk niet altijd even scherp. Dit onderscheid hangt mede af van de mate van selectiviteit bij de atomaire botsingse.xperimenten, dus van de 'scherpte' der verde¬ lingsfuncties F die via vergelijking (7) de gemeten snelheidscon¬ stante bepalen. De macroscopische transport- en relaxatieverschtjnselen zijn weliswaar ook door de snelheidsconstanten van enkelvoudige bolsingsprocessen bepaald, maar men kan deze laat¬ ste er niet zonder meer uit afleiden. Dit laatste verschaft de ato¬ maire botsingsfysica haar eigen bestaansrecht.
Bulksyslemen Er zijn buiksystemen waarin het onderzochte gas of gasmengsel stationair is, en andere waarin het gas in een stromende toestand verkeert. Voorbeelden van de eerste soort zijn de afgesloten verhitte cel met Nadamp en stikstof als butfergas, en de gasontladingsbuis gevuld met een zuiver edelgas. Tot de tweede soort behoren de waterstof-luchtvlam en de Ba-NjOvlam (waarbij de stroming continu is) en de schokbuis (waarin een gepulste gasstroom optreedt). In verband met eventueel storende wandeffecten of concurreren¬ de stralingsprocessen kiest men de gasdruk niet te laag zodat de relatieve waarschijnlijkheid van het be¬ schouwde botsingsproces groot genoeg is om waarge¬ nomen te worden. Wi! men echter alleen binaire bot¬
176
singen bestuderen, dan mag deze druk ook weer niet te hoog zijn. De toestand in een buiksysteem (afgezien van de stralingsdichtheid) wordt over het algemeen goed beschreven door zijn (eventueel plaats- en tijdsafhan¬ kelijke) druk, temperatuur en samenstelling. Meestal zijn deze grootheden niet alleen goed bekend in abso¬ lute waarde, maar ook eenvoudig te variëren. Men moet echter bedacht zijn op mogelijke afwijkingen van thermisch evenwicht. Zo kan het voorkomen dat de verschillende vrijheidsgraden van energie onderling niet in evenwicht zijn. In een gasontladingsbuis bij lage druk kan bijvoorbeeld de 'elektronentemperatuur' aanzienlijk hoger zijn dan de kinetische gastemperatuur. Overigens is een beperkte, meestal kunst¬ matig verwekte afwijking van thermisch evenwicht een noodzakelijke voorwaarde voor het bepalen van snelheidsconstanten (zie eerder). Buikexperimenten in een systeem waarvan de alge¬ mene toestand redelijk door één temperatuur beschre¬ ven kan worden, leveren ons onder bepaalde, eerder beschreven condities thermische snelheidsconstanten op. Voor zulke snelheidsconstanten geldt de in verge¬ lijking (8) gegeven gedetailleerd-evenwichtsrelatie. Men kan deze relatie gebruiken om in een gecompli¬ ceerd geval van botsingsovergangen tussen meerdere niveaus in beide richtingen, het aantal onbekende snelheidsconstanten te reduceren. Men kan haar ook gebruiken om de afzonderlijk gemeten snelheids¬ constanten voor twee processen die eikaars tijdsomgekeerde zijn, onderling te toetsen. In de sectie Molecuul fysica van hel Fysisch Laboratorium der Rijksuniversiteir Jlrcchr is op ruime schaal gebruik gemaakt van vóórgemengde chemische gasvlammen bij buikexperimenten aan mciaaldampen zowel op macroscopische als atomaire schaal '. De metaaldamp wordt nauwkeurig gedrseerd in de vlam via verneve¬ ling van een zoutoplossing. Een voordeel van vlammen die in de vrije atmosfeer, omringd door een extra beschermende g a v o o m . branden is dal er geen wanden of vensters nodig zijn. Vooral bij flitorescenticmclingcn met een nauwkeurig te richten laserbundel is dit een groot gemak. F en nadeel is dat hei vlamgas uit minstens twee componinicn (bijvoorbeeld H,O en Ni) bcstaai. Door de quantilaticvc gassamenstclling op bekende wij/e Ie variëren kan men echter toch de specifieke werk/ame doorsnede voor elke component apart bepalen. Hel 'natuurlijke' voorkomen van radi¬ calen zoals OH en H (overigens in mindcrheidsconcenlratics) maakt het mogelijk, chcmilumincscenlic en chemi-ionisatic reacties tussen de/c deeltjes en de mctaalalomcn te bestuderen,
Preparatie en analyse der bntiMiigsparlners
In buikexperimenten slaagt men er slechts ten dek in om de toestanden van de partners vóór en na het botBalans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
singsproces microscopisch-gedetailleerd te prepareren en te analyseren. De relatieve snelheid is meestal verdeeld volgens de Maxwell-formule, terwijl de oriëntatie van het botsingsvlak isoiroop verdeeld is. De gemeten snelheidsconstanten zijn bovendien vaak gewogen gemiddelden of sommaties over een aantal ingangs- en uitgangskanalen. Zij zijn daardoor slechts indirect met de microscopisch-gedetailleerde werk¬ zame doorsneden ofi.f.v,) via vergelijking (7) ver¬ bonden. Wegens de statistische verdeling der relatieve snel¬ heden r, zijn bulkexperimenten niet geschikt om de tv-afhankclijkheid van botsingsprocessen te meten. Wanneer deze afhankelijkheid echter zwak is of haar mathematische vorm theoretisch bekend is, kan men door variatie van de temperatuur (en dus van rr) toch enige conclusies omtrent deze afhankelijkheid trek¬ ken. Men meet dan wel bedacht zijn op mogelijke andere temperatuureffecten. In speciale gevallen kan men in een bulksysieem de rr-afhankeli;khettl van een botsingsproces ook direct meten. Zo heeft men bij¬ voorbeeld de boiMngsdeexcitatie van Na(3P) door N, als functie van vr gemeten door Na in de 3P-tocMand te produceren via fotodissociatie van Nad-damp volgens: NaCI t A r - Na|3P> + Cl • Ek '. H « overschot aan energie £ k wordt op bekende »ïj/e over de produkien ah kinetische energie (in hei /waartepuntstelsel) ver¬ deeld. Via de frequentie r kan men dus de gemiddelde absolute snelheid der Na(JP)-aiomen in hei laboratoriumsielsel selecteren en variëren, en daarmee ook hun gemiddelde relatieve snelheid len opzichte van de N,-moleculen. Kicsi men r en dus £ \ voldoende groot, dan is de spreiding in rr relatief klein. Men moei hier wel van de veronderstelling kunnen uitgaan dal de Na-snelheid niet noemenNVkaard door gaskinetischc botsingen gewij/igd wordt voord?! deexcifarie plaatsvindt. Een alternatieve seicclicmogclijkhcid voor v, berust op excitatie van hei Na-aioom in de vleugel van /ijn Doppler-verbreJe absorplielijn rnel behulp van een verstcmbarc. nauw handige laserbundel'. Men prepareert hierdoor aangeslagen Na-atomcn met een welbe¬ paalde, door de Dopplcr-formule gegeven snelheid in de richting der laserbundel. Als de/c snelheidscomponent flink groter is dan de overige, thermische snclhculsconiponcmen. verkrijgt men aldus levens t y s
Inwendige loestandsselcctte en -analyse geschiedt gewoonlijk met behulp van spectroscopische metho¬ den. Hierbij spelen lasers een belangrijke rol vanwege hun grote intensiteit, geringe spectrale breedte en vaak ook vanwege de afstcmbaarheid van hun fre¬ quentie. Gepulste lasers /ijn bovendien speciaal ge¬ schikt bij toepassing van kinetische meetmethoden. Als de laser frequent ie vast is maar in de buurt van bijvoorbeeld een gecombineerde rotalie-vibraticovergang va.) NU, ligt, kan men ook de/c laatste op de laser frequent ie afstemmen met behulp van het starkcffect "\ Men verkrijgt dan tevens | M/j -selectie, daar het slarkcffcct de M,-degeneratie gedeeltelijk
Balans tussen bulk en bundelonrterzoek van atomaire botsingen
opheft. Lasers die ultraviolette straling produceren komen meer en meer ir. gebruik. Om met zichtbare laserstraling deeltjes in hogere niveaus, in het bijzon¬ der Rydberg-niveaus te prepareren kan men ook frequentieverdubbeltng, multifoton- of meersiapsprocev*n toepassen. In het laatste geval gebruikt men verschillende laserbundels die elk op een opeenvolgen¬ de atomaire of moleculaire resonantie zijn afgestemd. Het gelijktijdige gebruik van twee verschillende laser¬ bundels kan ook dienen voor toepassing van dubbelstralingsmethoden (ook wel dubbelresonantie ge¬ noemd '"•"). Hierbij fungeert één intense bundel als selectieve stralingspomp voor een bepaalde molecu¬ laire resonantie, terwijl men met de tweede, zwakkere bundel het effect daarvan via botsingen op een andere resonantie analyseert. In buiksystemen kan overigens de selectiviteit der spectroscopische methoden soms door Doppler- of bo'-.ingsverbreding beperkt worden, als we afzien van speciale technieken om dit te ver¬ helpen. Geladen deeltjes die bij een ioniserende botsing worden geproduceerd kan men detecteren en naar massa analyseren met behulp van een ionen-massaspectrometer. Elektrostatische snelheidsanalyse van deze deeltjes heeft meestal geen zin, daar die door secundaire elastische botsingen wordt vertekend. Experimenten in buiksystemen hebben van oudsher een schat van informatie opgeleverd over absolute integrale werkzame doorsneden o, van inelastische en ioniserende botsingsprocessen lussen atomen en mo'eculen '. In sommige gevallen hoefde alleen dt begintoestand van één der botsingspartners geselec¬ teerd te worden, ci.tar zijn eindtoestand a priori bekend was, zoals bij de botsingsdeëxcitatie van het eerste alkali resonantiedoublet. In andere gevallen werd ook de eindtoestand geanalyseerd. Selectie van de begin- en eindtoestand der tweede partner is niet nodig als de/c bijvoorbeeld een cdclgasatoom is dai in zijn grondtoestand blijft. Anders ligt het wanneer de tweede partner een molecuul is dat vóór en na de botsing een, meestal verschillende verdeling over /ijn inwendige toestanden bc/it. Slechts in enkele gevallen heeft men uit analyse van zijn infrarode cmivsicbanden of /ijn absorpticbanden de vibraiic-cncrgicvcrdcling na dccxcilalic van cen aangeslagen metaalatoom rechtstreeks kunnen vaststellen \ Door preparatie van een molecuul (nu als eerste bot¬ singspartner beschouwd) in cen welbepaalde inwendi¬ ge toestand kan men /ijn botsingsovergangen naar
177
specifieke eindtoestanden met spectroscopische analy¬ semethoden bestuderen. Zo heeft men bijvoorbeeld uit fluorescentiespectra de snelheidsconstanten voor vibratie- en rotatie-overgangen in elektronisch aange¬ slagen YCHA'II./LJ/!)- en BaO(A'I )-molecuIen in een Ar- en N^milieu kunnen bepalen ' 2 . Figuur 4 toont een detail van het in rotatie-componenten gescheiden fluorescentiespectrum van laatstgenoemd molecuul in de vibratietoestand t ' = 8 , opgenomen in een lagedruk Ba-NjO-vlam met Ar als verdunningsgas. Het molecuul werd met behulp van een nauwbandige, ccntinu werkende ArMaser in het / ' = 49-rotatieniveau van genoemde toestand gepompt. Het verschijnen van rotatielijnen afkomstig van bovenniveaus met quan-
o
?
Ba0
TA1!-» XT
°°
[
m c
I a5 co
In ^
"
S en
a.
1
(t
t . J _i_i_
506
_i
1.
1
_l.
505 • golf I engte | . m]
Fig. 4: Een deel van het in rotatiecomponenten ge¬ splitste fluorescentiespectrum van BaO-moleculen die door een laser in de toestand Alz(v' = 8; J' = 49) zijn geëxciteerd. De twee hoge pieken corresponderen met de P- en R-lijnen die vanuit het lasergeëxciteerde J'-niveau worden geémimerd. De tussenliggende piekjes corresponderen met lijnen vanuit naburige J-niveaus welke door rotationeel-inelastische botsin¬ gen met Ar-atomen bevolkt zijn. Toevallig valt voor deze fv' — v") overgang een P-lijn paarsgewijs met een R-lijn samen. De relatief zwakkere component is tussen vierkante haakjes geplaatst, (frog niet gepubli¬ ceerde meting van Theo Cats in FOM-werkgroep A VI.)
178
tumgetal J * J' duidt op het optreden van rotatiere¬ laxatie. Experimenteel kon worden vastgesteld (door variatie van de Ar-druk) dat de waargenomen bezet¬ tingsveranderingen van de rotatieniveaus het gevolg zijn van enkelvoudige botsingsovergangen vanuit het niveau J' -49. Buikexperimenten hebben ook werkzame doorsne¬ den opgeleverd voor depolarisatie van atomen door elastische botsingen. De atomen werden door een gepolariseerde stralingsbundel georiënteerd of gealigneerd. Alignering van Na-atomen in de (3PJ/2J-toe¬ stand werd verkregen met een lineair gepolariseerde laserbundel die was afgestemd op de Na-D 2 -lijn. Uit de polarisatiegraad van de in een bepaalde richting uitgezonden fluorescentiestraling hebben we in een Hi-iuchtvlam de werkzame doorsnede voor dealignering door elastische botsingen met N 2 -moleculen kunnen afleiden. Men kan met een intense, circulair gepolariseerde laser, afgestemd op de Na(3 2 S, /2 — 3 J P, /2 )-overgang, langs een omweg de elektronspin in de (3 2 S,^-grond¬ toestand oriënteren. Na(3P)-excitatie vindt hierbij uit slechts één der Ms = ± Vi subniveaus in de grond¬ toestand plaats. Hoe sterker de oriëntatie is (dat wil zeggen hoe zwakker de bezetting van dit subniveau), des te zwakker is de Na(3P)-excitatie en dus ook de Na-fluorescentie. Deze laatste is daardoor een maat voor de snelheid der elektronspinrelaxatie ('spin-flip') ten gevolge van botsingen van de Na(3S)-atomen met het stoorgas. Deze methode werd met succes in een vlam bij I atm druk toegepast ". Depolarisatiebotsingen zijn feitelijk Afj-mengingsbotsingen. Men kan de werkzame doorsneden van deze laatste ook rechtstreeks meten door de A/y-subniveaus in een elektrisch of magnetisch veld op te splitsen en selectief te bevolken of ontvolken met behulp van een stralingspomp met afgestemde frequentie. De bevolkingsverde¬ ling over de andere subniveaus kan dan door spectrale analyse van de daarmee corresponderende emissie- of absorptielijnen gevonden worden. Uit deze verdeling volgen tenslotte de werkzame doorsne¬ den vojr My-menging.
Men heeft in buiksystemen ook uitvoerig het effect van botsingen op het profiel van spectrale lijnen onderzocht. In de laatste tijd hebben daarbij speciaal de verre lijnvleugels aandacht gekregen. Hierin treden botsingsgeïnduceerde stralingsovergangen ('optical collisions') op. Men kan de lijnvleugel door conventio¬ nele absorptiemetingen in een lange cel en bij hoge deeltjesconcentraties bepalen. Een meer gevoelige en verderreikende meetmethode is recent in Utrecht ontwikkeld '*. Deze berust op meting van de fluores-
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
centie-intensiteit van bijvoorbeeld het Na-£>-doublet als functie van de frequentie van de exciterende afstembare laserbundel. Hierbij wordt de plausibele veronderstelling gemaakt dat dit spectrale fluorescentie-excitatieprofiel dezelfde vorm heeft als het absorptieprofiel, wanneer de laserintensiteit niet te hoog is. Figuur 5 toont de fluorescentie-excitatie¬ profielen van de blauwe vleugel van het Na-£>-doublet. Deze werden in een Na-dampcel gevuld met Ar of N2 (7=500 K) en in een Hï-Oï-vlam verdund met Ar of
10
1
r
10"
1
——
Blue Wing N j
* \
\
v\
Iff"
Iff'
Bundelexperimenten -
\
\Wo, b
ie"
Ar
v\
10"'
-
xv
Av \ v \ \\ > \\
icr'
\
T 1 •I
\
^s. >. \
\
KT'
KT'
N2 (T= 1500 K) bij een gasdichtheid van circa 5x 10" cm' J gemeten. Op grote afstand van het lijncentrum (dat wil zeggen bij een verstemming van het golfgetal Aa > 10 cm"1) wordt het profiel bepaald door de af¬ hankelijkheid der versc/i/Ypotentiaal &V(R) van de afstand R tussen het Na-atoom en het stoordeeltje op het moment van fotonabsorptte. De frequentie v van het geabsorbeerde foton is hiermee verbonden door de relatie: hy=&V(R} (zie gegolfde verticale pijl tussen potentiaalcurven 1 en 3 in figuur 3). Spectrale profielmetingen stellen ons dus in staat, de interactiepotentidlen die met verstrooiingsmetingen (zie late:) of door berekening zijn gevonden, experimenteel te toetsen ' 4 . Tevens biedt lijnvleugelexcttatie een mogelijkheid om botsingsparen van bijvoorbeeld een geëxciteerd Na-atoom en een Ar-atoom met een botsingsparame¬ ter b « /? te selecteren, waarbij R volgens bovenstaan¬ de relatie met v samenhangt.
-
10
10"
10
10'
10'
103 cm J
A
Fig. 5: De blauwe vleugel van het Na-D-doublet ver¬ breed door botsingen met Ar respectievelijk Nlt zoals gemeten in een Na-dampcel (gestreepte krommen) en in een waterstof vlam (getrokken krommen) l*. De genormaliseerde absorptiecoëfficiënt is dubbettogarithmisch uitgezet tegen de verstemming van het golfgetal o ten opzichte van het centrum der Dj-lijn (1 cm'' £ 0,035 nm bij X - 589 nm). Depunt-streeplijn heeft een helling -2, overeenkomend met een zuiverlorentzprofiel.
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
Bundelsy sternen
Men kan een gerichte bundel van neutrale deeltjes vormen door gas, via een nauwe opening, in een lagedruk vat te laten stromen en met behulp van een ver¬ derop geplaatst diafragma te collimeren. De druk dient zó laag te zijn, dat de vrije weglengte Xv voor gaskinetische botsingen groter is dan de afmetingen van het vat. Een bundel van geladen deeltjes kan men realiseren door deze in een gericht elektrisch veld te versnellen en daarna te collimeren. De continue instroom van deeltjes en de eis van lage druk maken het nodig dat voortdurend gepompt wordt *. Dit voor¬ komt tevens condensatie van minder vluchtige bot¬ singspartners op de eventueel aanwezige vensters. Voor het meten van de 'bundelintensiteit' worden deeltjesdctectoren ingezet. Zo kunnen bijvoorbeeld alkali-atomen gedetecteerd worden doordat zij aan het oppervlak van een hete wolfraamband geïoniseerd worden en vervolgens op een ionendetector terecht¬ komen. De ionenstroom kan rechtstreeks met een gevoelige elektrometcr gemeten worden. De ionen kunnen ook afzonderlijk geteld worden nadat elk ion door een multiplicator in een puls van secundaire elektronen is omgezet (zoals bij de fotomultiplicatorbuis).
• Er beslaan ook gepulste biindclsvstcmcn waarmee men botsingscxpcrimcnicn hij hoge concentraties kan verrichten /onder dat uitzonderlijke eisen aan de vaeuiimpompen gesteld hoeven te worden.
179
Er bestaan verscheidene soorten van bundelsystemen. In het eenvoudigste geval wordt van slechts één der botsingspartners een bundel gevormd die door een gas bestaande uit de andere partier gestuurd wordt. Meting van de relatieve verzwakking der bundelinten¬ siteit levert dan bijvoorbeeld de totale werkzame doorsnede o, op, als de doorlopen weglengte en gasdruk bekend zijn. Men kan echter ook van beide botsingspartners twee aparte bundels maken die elkaar onder een gegeven hoek snijden. Botsingen vinden dan alleen in het doorsnijdingsgebied (ook wel botsingsof interactievolume genoemd) plaats. Vanwege hun lage concentraties botsen de partners hoogstens één¬ maal met elkaar. De waargenomen verandering in hun beweging of inwendige toestand is dus het resultaat van slechts één botsing. Dit vereenvoudigt de interpre¬ tatie van bundelexperimenten, maar gaat wel ten koste van de signaalsterkte. Preparatie en analyse der botsingspartners
Bundelsystemen bieden de mogelijkheid om niet alleen de richting maar ook de grootte der snelheid van één of beide botsingspartner(s) te selecteren. Daarmee wordt ook hun relatieve snelheid vóór de botsing geselec¬ teerd. Snelheidsselectie van geladen deeltjes geschiedt door regeling van het totale potentiaalverschil in het doorlopen elektrisch veld. Men kan hier zonder veel problemen hoge snelheden realiseren, uiteraard nog afhankelijk van de massa van het ion of elektron. Voor neutrale deeltjes kan men een mechanische snelheidsselector toepassen. Deze bestaat uit een reeks van op één as gemonteerde roterende schijven die langs hun omtrek voorzien zijn van equidistante gleuven. De opeenvolgende schijven zijn ten opzichte van elkaar iets gedraaid, zodat alleen deeltjes met een bepaalde looptijd (dus snelheid) doorgelaten worden. Deze methode werkt alleen bij niet te hose snelheden. Het snelheidsbereik is verder beperkt door de breedte der snelheidsverdeling in de oorspronkelijke bundel. Door gebruik ie maken van een bij hoge druk uitstromende super¬ sonische bundel kunnen hyperihermische snelheden mei een relatief nauwe verdeling verkregen worden. Men kan de snelheid verder nog verhogen door de bundel te mengen mei een lichler, snel stromend gas dal de /waardere component meesleept. Een bijkomend voor¬ deel van moleculaire supersone bundels is soms dat de relatio¬ nele en vibralionelc vrijheidsgraden in verschillende male gekoeld worden, zodat tussen hun bijdragen aan het bolsingsproccs gedis¬ crimineerd kan worden. Neutrale bundels met een hoge snelheid kunnen worden gerealiseerd door de deeltjes eerst als ion in een elektrisch veld te versnellen en daarna, bij passage door een geschikt geko/en gas, te neutraliseren.
Men past soms een tweede snelheidsselector als analysator toe op deeltjes die na een inetastische botsing in
180
een bepaalde richting verstrooid of uitgeworpen zijn. Voor geladen deeltjes bestaan etektrostatische analysatoren met een hoog scheidend vermogen. Snelheidsanalyse biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld een kinetisch energieverlies-'spectrum' op te nemen dat gerelateerd is aan de inwendige-energieverdeling van de moleculaire botsingspartner na de botsing. Een recente toepassing hiervan is de meting van de rotatieen vibratie-excitatie van H2, Oi en COj-moleculen door botsing met snelheidsgeselecteerde H*-ionen ' \ Een andere toepassing is de meting van de vibratieexcitatie van N2-moleculen die Na(3P)-atomen hebben gedeëxciteeid '*. Wezenlijk bij al deze toepassingen is dat de inwendige-energieverdeling niet door secun¬ daire botsingen met bijvoorbeeld restgasdeeltjes ver¬ tekend wordt. Bundelsystemen bieden verder een unieke mogelijk¬ heid om het verstrooiingspatroon, dat is a^ als functie van de verstrooiingshoek 6, te meten. Men vindt dit patroon door de deeltjesdetector te verplaatsen langs de omtrek van een cirkel met het centrum van het botsingsvolume als middelpunt. Wanneer het vlak waarin de detector beweegt samenvalt met het vlak door de twee elkaar snijdende bundels, is dit tevens het verstrooiingsvlak van de gedetecteerde deeltjes in het zwaartepuntstelsel. Wanneer de richtingsverde¬ ling der verstrooiing in het zwaartepuntstelsel cylindersymmetrisch is ten opzichte van de initiële relatieve snelheidsvector vr, kan men deze verdeling volledig bepalen door het verstrooiingspatroon alleen in dit vlak te meten, als tenminste v' > v7 is (zie figuur 2). Figuur 6a toont het patroon voor elastische verstrooi¬ ing van Na-atomen aan Ar-atomen, beide in de grond¬ toestand. In dit experiment bewoog de Na-ionisatiedetector zich in een vlak loodrecht op het vlak door de Fig. 6: Verstrooiingspatronen van snelheidsgeselecteerde Na-atomen in botsing met Ar-atomen, zoals gemeten met de gekruiste-bundelopstelling beschreven in referentie 17. In figuur a is de intensiteit der ver¬ strooide Na(3S)-atomen, vermenigvuldigd met sin 0, uitgezet tegen de verstrooiingshoek, 8, in het laborato¬ riumstelsel. In figuur b is op overeenkomstige wijze het verschil der Na(3S/- en Na(3Pin)-verstrooiingspatronen uitgezet. De exciterende laserbundel stond loodrecht op het vlak door beide atoombundels en was lineair gepolariseerd evenwijdig aan de relatieve snel¬ heid. De getrokken krommen werden theoretisch bere¬ kend met aangepaste potentiaalparameters. (Nog niet gepubliceerde melingen van frank van den Berg in FOM-werkgroep A VI).
Balans lussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
r
—
f
r
Na°/Ar
5
V = 900.5 m/s
C >
1
-I
6
si c Q)
r
Na
3
•>—r
si •*
c 0) 0) —• +3
(Na°-Nai)/Ar V = 900.5 m/s Na
C
'Ui a>
-1
J
i__
_ ! _ _ .i
Balans lussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
181
bundels en werd alleen de Na-snelheid (mechanisch) geselecteerd. De langzame oscillaties in he: verstrooi¬ ingspatroon (regenbogen) en de daarop gesuperponeerde snelle oscillaties zijn een gevolg van quantummechanische interferentie-effecten *. Deze oscillaties hangen gevoelig af van de vorm, plaats en diepte van de potentiaalput voor het systeem (Na° +Ar 0 ) (verge¬ lijk met kromme 1 in figuur 3). Men kan deze groot¬ heden dan ook vinden door aanpassing van hu daar¬ uit berekende verstrooiingspatroon aan het experi¬ ment |T. De getrokken kromme in figuur 6a toont het resultaat van zulk een aanpassing. Inwendige toestandsselectie en -analyse kan met behulp van spectroscopische technieken verkregen worden, zoals besproken bij de buikexperimenten. Afwezigheid van botsingslijnverbreding verhoogt hier de selectiviteit. Doppler-verbreding kan onder¬ drukt worden door loodrecht op de deeltjesbundel in te stralen of te observeren. Het Doppier-effect kan overigens ook benut worden om uit de Dopplerverschuiving van de resonantiefrequentie van een ato¬ maire overgang de hoekverdeling van inelastisch verstrooide atomen af te leiden ". Men maakt daarbij gebruik van een verstembare laserbundel die even¬ wijdig aan de initiële relatieve snelheidsvector vr invalt. Figuur 6b toont het resultaat van een verstrooiings¬ experiment aan geëxciteerde Na(3P)-atomen in bot¬ sing met Ar-atomen. Het verschil tussen de verstrooi¬ ingsintensiteiten gemeten met respectievelijk zonder een op de Na-ZVlijn afgestemde laserbundel, is uit¬ gezet tegen 9. Door aanpassing van de parameters van de beide (Na(3P) + Ar)-potentialen kon redelijke over¬ eenstemming tussen het theoretisch berekende en het experimentele verschilpatroon bereikt worden (zie ook 17 ). De uit figuur 6a afgeleide parameters voor de (Na(3S) + Ar)-potentiaal werden bij deze aanpassing gebruikt. Vanwege de lage druk kunnen bij de toestandsselectie soms complicaties ontstaan als men een bepaalde hyperfijnovergang met behulp van een resonante, nauwbandige laserbundel wil verzadigen. Door spon¬ tane emissie kan namelijk het aangeslagen atoom terugvallen in een ander hyperfijnniveau van de grond¬ toestand, dat niet door de laser wordt 'aangesproken'. In tegenstelling tot buiksystemen, treden vanwege de lage druk geen botsingen op die voor een snelle bevolkingsuitwisseling tussen de hyperfijnniveaus zorg¬ dragen. Deze lage druk biedt anderzijds de mogelijk¬ heid om met behulp van een elektrisch of magnetisch
182
multipoolveld inoleculen in een bepaalde ( toestand van de vibronische grondtoestand 'e prepare¬ ren of te analyseren ". Het voordeel van bundelexperi¬ menten met deeltjes die op deze of andere wijze (zie eerder) in de grond- of aangeslagen toestand gepolari¬ seerd zijn, is dat de stand der polarisatie-as ten opzich¬ te van v, geselecteerd kan worden. Daardoor kan hier, in tegenstelling tot buiksystemen, ook de invloed van deze stand op het botsingsproces onderzocht worden. Toepassingen hiervan zijn de onderzoekingen van de polarisatie-afhankelijkheid van de snelheidsconstante voor K(4*P) doublet-mengingsbotsingen met He 1 0 en voor het associatieve ionisatieproces: Na(3PJ/,) + Na(3P3/i) - Nal + e 2I. Dit laatste proces werd bestu¬ deerd in een enkele bundel van Na-atomen die door een loodrecht invallende, lineair gepolariseerde laser¬ bundel verzadigd werden. De invloed van de richting der polarisatievector op de totale ionenproduktie werd hierbij gemeten en geanalyseerd. Een verfijnde analyse van botsingsprocessen kan bij bundelsystemen verkregen worden door toepassing van coïncidentietechnieken. Zo heeft men bijvoor¬ beeld de polarisatiegraad der K(4P—4S)-straIing onderzocht in vertraagde coïncidentie met de in een bepaalde richting inelastisch verstrooide K-atomen ". De K-atomen werden bij een hoge, vaste snelheid (verkregen door omlading van versnelde ionen) door botsing met edelgasatomen geëxciteerd. Daar er een verband bestaat tussen de verstrooiingshoek en de bot¬ singsparameter b, kon men aldus de afhankelijkheid der polarisatiegraad van b bepalen. Uit deze afhanke¬ lijkheid werden de quantummechanische coherentie¬ eigenschappen van het excitatieproces afgeleid. Deze eigenschappen bleken bij sommige edelgassen beïn¬ vloed te worden door de mogelijkheid van gelijktijdige excitatie der botsingspartners. Balans en besluit In tabel I is een balans opgemaakt van de experimen¬ tele mogelijkheden en praktische beperkingen van bulk- en bundelmethoden in onderlinge vergelijking. De in de tabel opgenomen aspecten zijn in het voor¬ gaande ter sprake gekomen en behoeven geen verdere toelichting. Het beperkte kader van de hier gepresen¬ teerde evaluatie mag niet uit het oog worden verloren. We hebben ons hoofdzakelijk beperkt tot nietreactieve zware-deeltjesbotsingcn in de gasfase bij niet te hoge energieën. Binnenschilexcitatie en -ionisatie, elektron-atoombotsingen, bundelinteracties met vaste oppervlakken, bijvoorbeeld, bleven buiten beschou-
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
Tabel I. Balans tussen bulk- en bundelmethoden No. Aspect t 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II 12 13 14 15 16 17 I»
Bulk "
Bundel "
signaalsterkte flexibiliteit der opstelling toegankelijkheid der opstelling apparatuurkosten toestandsselectie (reactanc produkt) eliminatie van Doppler-verbreding snetheidsseleci ie snelhcidsbereik selectie van botsingsparameter eèn-botsingsconditicN meting van absolute werkz. drsn. meting van differentiële werkz. drsn. coincident iemetingen meting van thermische snelheidsconst. meting van coherentie-effecten meting van botsingslijmcrbreding toetsing van interactiepoientialen toetsing van botsingsthvoric + : mogelijk ot gunstig: : matig ot'beperkt mogelijk: - : onmogelijk of ongunstig. Behoudens speciale gevallen l/ic tekst).
wing. In aansluiting op de tabel volgen hier nog enkele opmerkingen en conclusies van meer algemene aard. Dankzij hun grotere flexibiliteit en eenvoudigere op¬ zet (zie punten 2 - 4 in de tabel) werden bulkexperimenten tot nu toe op een grotere verscheidenheid van processen en botsingspartners toegepast. We noemen als voorbeeld het onderzoek aan straiingsgeïnduceerde botsingsprocessen en het onderzoek van inelastische botsingen met atomen in Rydberg-toestanden. Som¬ mige processen zijn later ook in bundelsystemen onder beier gespecificeerde condities (zie punten 5, 7, 9, 10 en 12) onderzocht, hetgeen meer gedetailleerde infor¬ matie opleverde. De bulkexperimenien hebben in deze gevallen een pioniersfunctie vervuld. Soms werden de hiermee verkregen absolute werkzame doorsneden (zie punt 11) gebruikt om relatieve bundelmetingen te calibreren. Bij de onderlinge vergelijking van snelheidsconstanten gemeten in bulk- en bundelsystemen dient men reke¬ ning te houden met de verschillen in de statistische verdelingsfuncties die in vergelijking (7) optreden. Ook in een snelheidsgeselectecrd bundelexperiment is het relatieve-snclheidsprofiel niet oneindig scherp. Als dit profiel echter bekend is, kan men ervoor corri¬ geren door deconvolutie van de waargenomen v,afhankclijkheid. De verdelingsfuncties in buiksyste¬ men onder thermische condities zijn weliswaar relatief breed maar goed bekend. De onder dc/c condities
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
gemeten thermische snelheidsconstanten (zie punt 14) bieden het voordeel dat men de gedetailleerd-evenwichtsrelatie vergelijking (8) kan toepassen om de snel¬ heidsconstanten voor het omgekeerde proces te vinden. Langs deze weg is men bijvoorbeeld in staat, de geme¬ ten thermische snelheidsconstante voor een deëxcitatieproces te vergelijken met excitatiemetingen in een bundelsysteem. Een ander voordeel van thermische snelheidsconstanten is dat men uit hun temperatuur¬ afhankelijkheid conclusies kan trekken over de even¬ tuele activatie-energie van het proces. De bepaling van thermische snelheidsconstanten op zich heeft ook een nuttigheidsaspect. Ze kunnen worden toegepast in de plasmafysica, de astrofysica, de laserfysica, de studie van de hogere atmosfeer en van verbrandingssystemen enzovoort, om de daarin optredende complexe ver¬ schijnselen te begrijpen. Snelheids- en toestandsgeselecteerde bundelexperi¬ menten (zie punten S en 7) stellen ons uiteindelijk in staat, de microscopisch-gedetailleerde werkzame doorsneden te vinden. Daardoor wordt directe verge¬ lijking met de theorie mogelijk gemaakt. Het verdient overigens aanbeveling de werkzame doorsnede voor een bepaald microproces te vergelijken met een apart gemeten doorsnede voor het tijdsomgekeerde proces. Men kan dan hun verhouding toetsen aan de microscopische-reversibiliteitsrelatie. Bij de bepaling van interactiepotentialen uit bundelverstrooiingsmetingen (zie punten 12 en 17) dienen deze gecombineerd te worden met de uitkomsten van spectroscopische waar¬ nemingen in buiksystemen (absorptiespectra van stabiele moleculen bestaande uit de botsingspartners; botsingslijnprofielen). Verstrooiingsmet ingen met moleculaire botsingspartners zijn speciaal van belang om het anisotrope deel in de interactiepotentiaal te bepalen. Er is nog steeds een grote behoefte aan experi¬ mentele toetsing van theoretische potentialen, waaraan nog vaak onzekerheden kleven. Welke algemene trends kan men in de nabije toekomst verwachten voor het bulk- en bundelonderzoek in de atomaire botsingsfysica? We volstaan ermee slechts twee te signaleren. Ten eerste mag aangenomen worden dat de effecten van botsingen op de quantummechanische co/imvj//p* van decltjcstocstanden op ruimere schaal onderzocht * Men spreekt hier v;in coherentie als er bepaalde fascrcliities opircilcn tussen de quantiimiocsfandcn die hij ilc beschrijving van de dcclljcsiocstand een rol spelen.
183
zullen worden. Enerzijds heeft men de mogelijkheid om door een èu/tcfe/experiment, gecombineerd met een geschikte coïncidentietechniek, de coherentie-eigen¬ schappen van het botsingsproces zelf te leren kennen (zie eerder). Dit kan uiteraard alleen bij die excitatieof ionisatieprocessen waarbij minstens twee 'produkten' (bijvoorbeeld een geëmitteerd foton en een verstrooide botsingspartner) verschijnen wier coïnci¬ dentie van deze coherentie-eigenschappen afhangt. Anderzijds heeft men de mogelijkheid om in bulkexperimenten de verstoring of overdracht van een stralingsgeïnduceerde deeltjescoherentie door botsin¬ gen te onderzoeken. Bij toepassing van een continu werkende, incoherente stralingspomp uit deze versto¬ ring zich in de eerder besproken botsingsdepolarisatie der fluorescentiestraling. Met een gepulste, coherente stralingspomp kan men deze verstoring afleiden uit de tijdsafhankelijkheid van het (reeds genoemde) dubbelstralingssignaal ". Dit signaal bevat namelijk een gedempt oscillerende component, waarbij de mate van demping afhangt van de coherentieverstoring. Wordt dit dubbelstralingssignaal bijvoorbeeld gemeten op een resonantie tussen twee rotatieniveaus die niet rechtstreeks met de pompstraling gekoppeld zijn, dan wijst de aanwezigheid van een oscillerende component op coherentie-overdracht door een rotationeel-inelastische botsing. Deze verschijnselen zijn als het optische analogon te beschouwen van het bekende nutatie-ef fect in de magnetische-resonantiespectroscopie. Optische coherentie-experimenten zijn tot nu toe nog slechts op beperkte schaal gedaan.
Alhoewel bundelexperimenten ongetwijfeld meer gedetailleerde informatie over botsingsprocessen leveren, zullen geavanceerde bulkeverimenten hun bestaansrecht blijven behouden, beide methoden zijn in vele opzichten als complementair te beschouwen.
Ten tweede is een meer spectaculaire ontwikkeling te verwachten in het botstngsonderzoek, die met de term overgangstoestandsspectroscopie aangeduid kan worden. Men richt zich hierbij op een directe spectroscopische waarneming van het kortlevende complex dat de partners tijdens de botsing vormen ". In feite is de eerder besproken botsingsgeïnduceerde stralingsovergang in de Na-lijnvleugels een voorbeeld van zulk een waarneming aan het complex Na(3P) + N, of Ar. Bij moleculaire botsingspartners kan men bijvoorbeeld proberen de verschuiving in de vibratiefrequentie(s) tijdens de botsing rechtstreeks te meten. Dit betekent een wezenlijke winst aan informatie over de botsingsdynamica, die speciaal bij reactieve botsin¬ gen van groot belang is. Toestandsgeselecteerd bundelonderzoek aan deze laatste soort botsingen fdie hier verder onbesproken zijn gebleven) zal zeker ook in de nabije toekomst met kracht worden voort¬ gezet, niet in het minst vanwege haar belang voor de ontwikkeling van chemische lasers.
184
Balans tussen bulk- en bundelonderzoek van atomaire botsingen
1. M. Faubel. ER. Wciner. J. Chcm. Phys. 75 (1981) 641. 2. W.E. Baylis. Chapt. 28 in: 'Progress in aiomic spectrosccpy; Part B'. Eds. W. Hanle, H. Kleinpop¬ pen, Plenum Press, New York, 1979, p. I227. 3. V.l. Balykin, G.l. Bekov, V.S. Letokhov, V I . Mishin, Sov. Phys. Usp. 2J(I980) 651. 4. S.I. Yakovlenko, Sov. J. Quantum Electron. 8 (1978) 151. 5. S.E. Harris et al., in: 'Tunable lasers and applica¬ tions'. Eds. A. Mooradian et al.. Springer, Berlin, 1976, p. 193. 6. N.F. Verster, NTvN A45(1979) 3. 7. C.Th.J. Alkemade, Tj. Hollander, W. Snelleman, P.J.Th. Zecgers: Metal vapours in flames. Pergamon Press, Oxford, 1982. 8. J.R. Barker, R.E. Weston, J. Chem. Phys. 65 (1976) 1427. 9. J. Apt, D.E. Pritchard, Phys. Rev. Lett. 37(1976) 91. 10. J.P.M, de Vreede: Infrared-microwave doubleresonance experiments on Stark-tuned NH3-transilions. Proefschrift, Utrecht, 1977. J.P.M, de Vreede, H.A. Dijkerman, J. Phys. E 12(1979) 5%. 11. H.A. Dijkerman, C.Th.J. Alkemade, in: FOMJaarboek, Utrecht, 1971, p. 105. 12. T. Wijchers: Fluorescentiespectra en energieoverdracht door botsingen van YO(AzTl,,ij/i)-moleculenin vlammen. Proefschrift, Utrecht, 1981. 13. S.M. Curry, W. Happer, A.C. Tam, T. Yabuzaki, Phys. Rev. Lett. 40(1978)67. 14. M.J. Jongerius: A study of radiation redistribu¬ tion and broadening of the Na-D lines due to Ar and /V2 perturbers inflames and vapor cells. Proefschrift, Utrecht, 1981. M.J. Jongerius, A.R.D. van Bergen, Tj. Hollander, C.Th.J. Alkemadc, J. Quant. Spectrosc. Radiat. Transfer 25 (1981) I en 26(1981) 285. 15. F. Linder, in: 'Electronic and atomic collisions'. Eds. N. Oda, K. Takayanagi, North Holland, Amsterdam, 1980, p. 535. G. Bischof, V. Hermann, J. Krutein, F. Linder, J. Phys. BI5 (1982) 249. 16. I.V. Hertel, W. Stoll, in: 'Advances in atomic and molecular physics; Vol. 13'. Eds. D.R. Bates, B. Bederson, Academic Press, New York, 1977, p. 113. 17. J.M.M. van Deventer: Differential cross sections for the scattering of Wa(S,,t> and Na(P>n) by Xef.%). Proefschrift, Utrecht, 1980. J.M.M. van Deventer, F. van der Valk, Physica 112C (1982) 119 en II3C (1982) 217. 18. W.D. Phillips, J.A. Scrri, O.J. Ely, D.E. Prit¬
Balans lussen bulk- en bundelonder/oek van atomaire botsingen
chard, Phys. Rev. Lett. 41 (1978)937. 19. J. Reuss, in: 'Molecularscattering'. Ed. K.P. Lawley, Wiley, London, 1975, p. 389. 20. J.M.MestdaghetaL.Z. Phys. A3O4(I982)3. 21. J.G. Kircz, R. Morgenslcrn, G. Nienhuis, Phys. Rev. Lett. 48(1982) 610. 22. L. Zehnle et al., Z. Phys. A292 (1979) 235. 23. J.I. Steinfeld (Ed.): Laser and coherence spectroscopy. Plenum Press, New York, 1978. 24. Zie diverse'invited papers'in: 'Physics of electro¬ nic and atomic collisions'. Ed. S. Datz, North Holland, Amsterdam, 1982.
185
. - - « • *
i .
Fig. I: Röntgendiffractie-opnamen van Rb2ZnBr4. Links een opname van de reflecties Oh2h}, rechts van lh2h}. Daaronder zijn kwadranten schematisch weer¬ gegeven. Gevulde cirkels: hoofdreflecties. Open cir¬ kels: wegens symmetrie uitgedoofde hoofdreflecties hj = oneven. Kruisjes: satellieten.
186
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste slof
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste stof A. Janner, T. Janssen
P.M. de Wolff
Instituut voor Theoretisch* Fysica, Katholiek» Universiteit Nijmegen
Laboratorium voor Technische Natuurkunde. Technische Hogeschool Delft
Johannes Kepler schreef in het jaar 1611: "Er moet wel een duidelijke reden zijn waarom sneeuwvlokken altijd de vorm van een zeshoekige ster aannemen . . . " We weten nu dat sneeuwvlokken kristallen zijn, die er zo regelmatig uitzien vanwege de strenge rangschik¬ king van de atomen: door herhaling van precies de¬ zelfde elementaire groepjes atomen ontstaat een rang¬ schikking volgens een driedimensionaal rooster. De hele moderne fysica van de vaste stof is geba¬ seerd op dit inzicht, en men dacht dat op dit gebied geen verrassingen meer mogelijk waren. Gedurende de laatste honderd jaren zijn immers ontelbaar vele kristallen bestudeerd, zowel macroscopisch als micro¬ scopisch, onder allerlei omstandigheden. Dit gebeurde met vele verschillende technieken. In het bijzonder werd onderzoek op atomaire schaal mogelijk sedert de ontdekking van de kristalverstrooiing van elektromag¬ netische röntgenstraling (door Von Laue), en later die van elektronen en van neutronen. De diffractiebcelden die men zo kreeg, vertoonden allemaal hetzelfde regel¬ matige patroon van reflecties (de Bragg-pieken). Toch weet men nu dat er ook andere kristallijne structuren mogelijk zijn dan die welke men dacht volledig te hebben geclassificeerd naar symmetrietypen. In dit artikel zullen we trachten zo eenvoudig moge¬ lijk uiteen te zetten waaruit dat verrassende, nieuwe ordebeginsel bestaat, en wat men mei incommensurabiliteit in de kristalfysica bedoelt.
genoemd), hoe dichter de bijbehorende diffractiepieken bij elkaar liggen. Kristallen komen soms in verschillende vormen (fasen) voor, afhankelijk van de temperatuur. Vaak is het zo dat een bepaalde fase bij zekere temperatuur overgaat in een andere, die gezien kan worden als cen periodieke verstoring van de eerste (een zogenaamde modulatie). Neem nu aan dat daarbij de elementaire cel bijvoorbeeld vijf keer zo groot wordt, dan treden additionele diffractiepieken op, met een vijfde van de oorspronkelijke afstand. Als de vervorming klein is ten opzichte van de roosterafstanden, dan is de rela¬ tieve intensiteit van de nieuwe reflecties zwak ten opzichte van die der hoofdreflecties. Deze verschijnen ais zogeheten 'satellieten' rond de Vtoo/tf'-reflecties (figuur I). De afstand tussen deze beide is omgekeerd evenredig met de golflengte van de modulatie. Dit fenomeen komt in de natuur heel vaak voor en is heel goed bekend. Men spreekt dan van een superstructuur. Wal heel nieuw is, en omstreeks 1965 onder meer in Delft aan water vrije soda (Na2COi) werd waargeno¬ men, is het feil dat in een gegeven temperatuurinterval de relatieve posities van de satellieten niet weergegeven kunnen worden door eenvoudige breuken, en vooral dat zij een continue temperatuurafhankelijkheid ver¬ tonen (figuur 2). Dat dwingt tot de conclusie dat de periodiciteit van de modulatie onafhankelijk van de normale verandering van de roosterafstanden als ge¬ volg van de ïhermische uitzetting varieert. De conceptuele consequenties van deze bevindingen zijn groot. In zo'n fase bestaat geen vaste verhouding tussen rooster en modulaticperiodicitcit. Men zegt dan dat de modulatie incommensurabel is (ten opzichte van het onderliggende rooster). Een vaste verhouding kan altijd, en willekeurig precies, door cen breuk wor¬ den benaderd. Dal is niet /o bij een verhouding die continu verandert: dus moeten ook irrationale verhou¬ dingen geaccepteerd worden. Daardoor gaat de regel¬ maat schijnbaar geheel verloren. Dit betekent echter geenszins wanorde: er is een even sterke correlatie van
Experimentele bevindingen
Het is door het bestuderen van het röntgendiffracticpatroon dat het nieuwe fenomeen voor het eerst als zodanig werd gevonden. Het normale diffractiebceld van een kristal is een puntentralic, juist zo een als men in twee dimensies waarneemt als men door een vitrage naar cen lichtpunt kijkt. De oor/aak is dat de ladingsverdeling in een kristal cen periodiek patroon vertoont. Hoc groter het basispatroon (ook elementaire cel
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste stof
187
Fig. 2: Verandering van de golf vector q = ba* var. de modulatie in NaNO2 als functie van de temperatuur (Durande.a., J. de Physique 43 (1982) 149.)
de atoomposities als in een gewoon kristal. Dat deze visie de essentie van het fenomeen correct weergeeft, vond later een bevestiging door de waarne¬ ming dat heel vaak bij een lagere temperatuur weer een faseovergang plaatsvindt waar de modulatiegolflengte een vaste verhouding aanneemt ten opzichte van het rooster, de welbekende superstructuurvorming, maar nu vanuit een incommensurabele kristalfase. De na¬ tuur maakt duidelijk verschil tussen de twee vormen van kristalorde, maar beide zijn in principe toegestaan. De overgang naar de contmensurabele structuur kan voorbereid worden door de vorming van bijna commensurabele gebiedjes, gescheiden door wanden, die als solitonen beschreven kunnen worden, een term ontleend aan de mechanica van niet-lineaire systemen (figuur 3).
Fig. 3: Solitonen: wanden die vrijwel commensurahele gebiedjes van . lkaar scheiden. (Electronenmkroscopie-opnatnen van TaSe2 door J.A. Wilson en J. W. Steeds, Bristol.)
188
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste stof
r-b-f
-b-
• • • •
•
o o o o o o o o
• • • * • • ••!•
• • • • •
•-••-•-•
p o o o o o o a o •~44> • •- • • • • ••
Mt>
4 4 4 • • • è--W
• • • •
f • • # #
* 4 1 * • • X
® 1
•
f
m normale krblalfasen
In de vorige paragraaf werd een verschijnsel beschre¬ ven dat tot het begrip incommensurable kristalTase heeft geleid. Het geval van Na>CO3 is slechts een van de vele voorbeelden. Het is goed om even het nieuwe begrip in een iets abstractere en algemenere vorm aan te geven, om verschil en verwantschap met de normale kristaidefinitie te onderstrepen. Fundamenteel voor een normale kristalfase is de driedimensionale periodieke bouw, die tot een roostersymmetrie aanleiding geeft. Anders gezegd: een kristal wordt gekenmerkt door drie fundamentele perioden a, b, en c, die tevens de afmetingen van de elementaire cel weergeven. (Strikt genomen zijn a, b, enr vectoren.) Typerend voor een incommensurabel kristal is het optreden van ten minste een vierde fundamentele periodiciteit die (in beginsel althans) als fysische para¬ meter onafhankelijk van de eerste drie is. Om de zaak niet onnodig ingewikkeld te maken, zullen we hier ons beperken tot vier periodicitciten. Een gemoduleerd kristal kan dus worden beschreven uitgaande van de basisstructuur met normale roosterpcriodiciteit en gekenmerkt door de roosterparameters a, b, c. Daarnaast wordt een modulatie beschreven als een periodiekeafwijking(met periodiciteit rf = >.)van de basisstructuur. Deze afwijking kan bestaan uit ver¬ plaatsingen (verplaatsingsmodulatie: figuur 4a), zoals in Na ; CO 1t of uit een bczettingsgolf (bezettingsmodu¬ latie: figuur 4b), of uit een combinatie van deze of nog andere soorten afwijkingen. De aard van de modulatie is niet essentieel, wel hel optreden van (ten minste) een vierde fundamentele periodiciteit, zodat hei kristal gekarakteriseerd wordt door: a, b, c, en d. Deze vier periodicitciten kunnen ook op een heel andere manier ontstaan. Bijvoorbeeld in het geval van
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste stof
- -
•
— (>-9 a<»» — 6 —ó *-# • -c-
o » o #
o o o » • • • o Q o •-• • •
o o t1 -•-#-• o o ö • #--è
® Fig. 4: Drie vormen van incommensurable kristal¬ fasen, a) Verplaatsingsmodulatie; b) Bezettingsmodulalie (de grootte der schijfjes geeft de kans weer een bepaalde atoomsoort daar aan te treffen); c) Samenge¬ stelde structuur van twee deelroosters met verschillen¬ de perioden cenc'. een samengestelde structuur bestaande uit de combi¬ natie van twee (of meer) deelstructuren, ieder met zijn eigen roosterperiodiciteit: a, b, c; a', b', c'. Stel nu dat a-a' ,b = b' e n c * c ' , dan worden de vier fundamen¬ tele periodiciteiten o, b, c, en d = c'. Als deze onafhan¬ kelijk zijn, heeft men een incommensurabele samen¬ gestelde structuur (figuur 4c). In :o'n structuur kan bovendien ook nog modulatie optreden, wat de zaak praktisch ingewikkelder kan maken, maar conceptueel niet. In het geval van een superstructuur bestaat er een relatie tussen a, b, c en d, bijvoorbeeld door d= 3c, zodat het kristal opnieuw beschreven kan worden door een elementaire cel met A = a, B = b en C = 3c; dat wil zeggen mei behulp van slechts drie fundamentele pe¬ riodiciteiten. Het woord superstructuur herinnert er¬ aan dat een soort verborgen vierde periodiciteit aan¬ wezig is. Daarover meer aan het einde van dit artikel. Oorzaak van hel verschijnsel
De laatste jaren zijn honderden incommensurabele kristalstructuren bekend geworden, van allerlei type. De oorzaak van dit verschijnsel kan van verbinding tot verbinding cen andere zijn. In sommige gevallen is dc/e oorzaak heel goed bekend. Voor de/e is de modulatie al vele jaren geleden theoretisch voorspeld. In andere gevallen heeft men sterke aanwijzingen, in weer andere weet men het eigenlijk nog niet.
189
Geleidingselektronen l.unnen aanleiding geven tot het optreden van ladingsdichtheidsgolven (Charge Density Waves, CDW), die de oorzaak zijn van ato¬ maire verplaatsingen, dus van modulatie. De periodi¬ citeit daarvan hangt af van het aantal elektronen per volume-eenheid en is in het algemeen onafhankelijk van de roosterconstanten, die meer met de afmetingen van de atomen te maken hebben. De modulatie zal dus in het algemeen incommensurabe! zijn. Dit fenomeen wordt Peierb-instabiliteit genoemd, naar de fysicus die deze vervorming in het geval van éèn-dimensionale metalen heeft voorzien. In ionogene kristallen zijn er geen gdeidingselektronen: daar moet de oorzaak worden gezocht in een in¬ stabiliteit van de structuur die zich hierin uit dat de frequentie van bepaalde roostertrillingen (zachte fononen) naar nul gaat bij het benaderen van de kritieke temperatuur. Beneden de kritieke temperatuur ont¬ staat een structuur met een statische vervorming die als 'ingevroren' zacht fonon beschouwd kan worden en die zowel commensurabel als incommensurabel kan zijn (ten opzichte van de basisstructuur, die door de oorspronkelijke hogere-temperatuurfase wordt beschreven.) Voor een dergelijke structuurinstabiliteit zijn nu ook meer gedetailleerde mechanismen aan te geven. Heel recent is namelijk aan de hand van één-dimensionale modelberekeningen duidelijk gemaakt dat onder be¬ paalde omstandigheden met-lineaire korte-dracht¬ krachten aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van incommensurabele kristalstructuren. Hel symmetrieproMeem
Zelfs een betrekkelijk klein kristal van enkele milli¬ meters groot, bevat een bijzonder groot aantal atomen. De fysica van zo'n kristal zou hopeloos ingewikkeld zijn indien de periodiciteit (translatiesymmetrie) niet voor een geweldige vereenvoudiging zou zorgen. Dit ondanks het feit dat een ideale kristalstructuur, zoals hier beschouwd, alleen bij benadering in de natuur wordt gerealiseerd: de translatiesymmetrie bestaat strikt genomen alleen voor een oneindig groot kristal. Dankzij deze translatiesyminctrie bestaat het diffractiebeeld uit scherpe pieken; de structuur van hel hele kristal is bekend, zodra men de atoomverdeling (of de ladingsverdeling) kent in een elementaire cei, dal wil zeggen over een gebiedje waarvan de afmetin¬ gen van de orde van enkele tiende nm zijn; de elektrontoes'anden, de vibratietoestanden, enzovoort kunnen worden beschreven door gebruik te maken van de zo¬ genoemde Brilloum-zone. wat een soort elementaire
190
cel in de reciproke ruimte is, die niet aanwezig is als er geen translatiesymmetrie is. De verdere symmctrie-elementcn die het kristal heeft (rotaties, spiegelingen, schroefassen, glijspiegelingen enzovoort), geven aanleiding tot verdere vereen¬ voudigingen. Zij scheppen relaties tussen bijvoorbeeld de intensiteiten van verschillende diffractiepieken. systematische uitdovtngen enzovoort: alle informaties die van essentieel belang zijn voor een snelle structuurbepaling. Ook in een incommensurabel kristal zou men graag een analoge vereenvoudiging willen hebben, en wel gebaseerd op het feit dat de structuur ideaal geordend is. waarbij vier (of meer) fundamentele periodiciteiten een primaire rol spelen. Vier verschillende periodiciteiten in een drie-dimen¬ sionale ruimte maken echter een ïranslatiesymmcirie onmogelijk. Daarom heeft men bedacht deze kristal¬ structuren anders te beschrijven, en wel op een zoda¬ nige manier dat er wél een periodieke bouw ontstaat. Daarvoor is het wel nodig de dimensie van de ruimte die men voor de beschrijving gebruikt, te vergroten. In een vierdimensionale ruimte is het immers helemaal niet moeilijk om uitgaand van vier verschillende perio¬ diciteiten tot een periodieke structuur te komen. De basisstructuur van een gemoduleerd kristal kan men beschrijven in de driedimensionale ruimte, zoals gewoonlijk. Langs de as van de additionele dimensie wordt dan de vierde periodiciteit uitgezet in de vorm van de modulatiegolf, en wel zo dat de waarde de uit¬ wijking aangeeft van de modulatie op het desbetref¬ fende punt van de basisstructuur. Zo ontstaat een vier¬ dimensionaal patroon met translatiesymmetrie (figuur 5), waarvan de doorsnijding met de driedimensionale ruimte van de basisstructuur het gemoduleerde kristal weergeeft. Op een analoge manier kan men ook samen¬ gestelde incommensurabele kristallen beschrijven. De symmetrie van zo'n periodieke patroon, het zo¬ genaamde superkrisfal, wordt dan de .symmetrie van het kristal genoemd. Het bijbehorende di f fractiepatroon bestaat weer (in de geometrische benadering) uit scherpe pieken, gesitueerd op punten van een vier¬ dimensionaal rooster. Omdat de projectie de duale operatic is van de doorsnijding, komt het experimen¬ teel waargenomen diffracticbeeld overeen met de pro¬ jectie (op de driedimcnsionaL* ruimte) van deze vier¬ dimensionale periodieke verdeling. Additionele symmetrieën van het superkristal in de vorm van rotaties, spiegelingen, schroefassen en glijspicgelingen, maar nu in vier dimensies, geven weer aanleiding tot relaties lussen de intensiteiten ven de diffractie-picken en tot systematische uitdovingen, die
Incommensurabfile kristallen: een nieuwe fase in de vaste slof
interne ruimte
interne ruimte
positie ruimte
dan ook bij de projectie behouden blijven en dus heel nuttige informatie leveren over de structuur. Op deze manier kan men ook bij incommensurabele kristallen de structuur ontrafelen. Men maakt welis¬ waar gebruik van een hogerdimensionale ruimte, maar men heeft het grote voordeel dat een volledige classifi¬ catie van de mogelijke symmetrieën alleen een kwestie van werk is, en dat de relatie tussen symmetrie en diffractie in wezen dezelfde is die men in de kristailografie kent. Afwijkende eigenschappen: subtiel, maar reëel
De beweringen die deze titel bevat, zullen we aan de hand van een paar typische kristaleigenschappen toe¬ lichten. 1) De habitus van een incommensurabel kristal. Kristalsymmetrieün hebben ook consequenties die met het blote oog waargenomen kunnen worden, onder andere aan de vorm van een kristal, zoals Kepler al vermoedde (figuur 6). De habitus van een normaal kristal vertoont aller¬ eerst de rotaties en de spiegelingen die ook in de ato¬ maire structuur voorkomen. De kristalvlakken zijn eigenlijk netvlakken van het kristalrooster. Kiest men de assen van het kristal op een geschikte manier, dan worden de netvlakken gesneden in punten waarvan de afstanden tot de oorsprong zich verhouden als gehele getallen. Dit staat bekend als de Wet van de rationale indices. Op een incommensurabel kristal komen de vlakken
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste stof
positie ruimte
Fig. 5: Superkristal in twee dimensies, overeenko¬ mend met een gemoduleerd kristal in één dimensie. Links (schematisch) posities van de ionen, rechts de elektronendichtheid zoals waargenomen in Fe,-^. (Nakazawa e.a., AIP Conf. Proc. 53 (1979) 358.) voor die verwacht kunnen worden op grond van de basisstructuur, wat heel natuurlijk is gezien het feit dat de bijbehorende periodiciteiten hun relevantie blijven behouden. Er komen echter, vanwege het op¬ treden van een vierde periodiciteit, ook nieuwe vlakken voor. Een uitgewerkte en statistisch goed gefundeerde theorie van de vorm van incommensurabele kristallen ontbreekt nog steeds. Het is interessant tr. vermelden dat de tot nu toe verrichte waarnemingen consistent zijn (tot op zekere hoogte althans) met het idee dat de vorm van het incommensurabele kristal beschouwd kan worden als de driedimensionale doorsnijding van een vorm van het bijbehorend superkrista! in de superruimte, die kan worden verkregen op grond van een simpele generalisatie van de bekende geometrische wetten voor normale kristallen. 2) Nieuwe fononexcitaties. Ook hier behouden de nor¬ male roostertrillingen van de basisstructuur hun bete¬ kenis. Vanwege de extra periodiciteit komen echter nieuwe eigentrillingen voor en wel in de vorm van fasonen en van amplitudonen. Zoals hun naam aan¬ duidt, kunnen deze excitaties beschreven worden als trillingen in respectievelijk de fase en de amplitude van de modulatiegolf (figuur 7).
191
Fig. 6: Een kristal van Rb2ZnBr4 dat bij kamertem¬ peratuur, dat wil zeggen in de incommensurabelefase, is gegroeid. Het grote hellende begrenzingsvlak rechts¬ boven is een nieuw soort vlak samenhangend met de vierde periodiciteit. Fig. 7: Schematische voorstelling van een fason en een amplitudon als fluctuaties in de modulatiefunctie. AMPLITUDON MODE
PHASON MODE
Beide soorten excitaties zijn waargenomen, maar niet in alle incommensurabele kristallen, wat men ten dele wel begrijpt. Vanuit de superruimte bekeken kunnen deze modes eenvoudig worden vertaald als vierdimensionale roostertrillingen met een uitwijking die in het geval van fasonen langs de additionele as gericht is. In de limiet van lange golven zijn er in een normaal kristal drie onafhankelijke eigentrillingen met fre¬
192
quentie nul, vanwege de ontaarding van de grondtoe¬ standenergie ten opzichte van translaties. In een incommensurabet kristal in dezelfde limiet en op grond van analoge redeneringen verwacht men vier zulke eigen modes met frequentie nul. Drie komen wel altijd voor, maar de vierde, de fasonmode niet altijd, wat de complexiteit van het verschijnsel helpt onderstrepen. 3) Gedrag van elektronen. Ook elektrontoestanden kunnen worden analyseerd, rekening houdend met de superruimte. Een ééndimensionale modelberekening laat zien wat verwacht wordt typerend te zijn: het voor¬ komen zowel van volledig gedelokaliseerde elektrontoestanden, als van periodiek (kristalachtig) gelokali¬ seerde elektronen, alsook van volledig gelokaliseerde elektronen (figuur 8). Dit alles is afhankelijk van de bijbehorende energieeigenwaarde. Overeenkomstig de hierboven gegeven indeling komen in het energiespectrum niveaus voor die banden vormen, en andere mei een meer puntvormig karakter, of zelfs zuiver puntvormige. Het geheel van het spectrum heeft een nogal ingewikkelde struc¬ tuur die aan Chinese doosjes doet denken, met een sterk hiërarchische bouw die nog niet volledig ont¬ raadseld kon worden.
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste sto<
2TC t
'L
( ( C C
' C <
71
J
CC
n-2
x
n-1 5/ Elektronendichtheid in een superkristal, over¬ eenkomend met een ééndimensionaal kristal met ver¬ plaatsingsmodulatie. De elektronen zijn in dit geval gelokaliseerd (De Lange en Janssen),
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste stof
193
Treads e» verwachtiBgea
LitcratHBr
De algemene verwachting is, dat het mogelijk zal wor¬ den om eerst het kristal als een superkristal te beschrij¬ ven; dan op zo een model aan het werk te gaan op een manier, analoog aan die in drie dimensies voor de nor¬ male kristallen; om ten slotte de zo verkregen resul¬ taten voor het incommensurable kristal in de reële ruimte te interpreteren. Daarmee is pas een aarzelend begin gemaakt. Het moet wel duidelijk gezegd worden dat de superruimtebeschrijving niet strikt nodig is, omdat ook voor incommensurabele kristalten geen nieuwe fysische wetten voorkomen. Vele fysici die in de hele wereld intensief bezig zijn met het bestuderen van incommen¬ surabele kristallen, maken dan ook geen gebruik van deze formulering in een hogerdimensionale ruimte. Toch heeft men, tenminste bij de structuurbepaling, heel duidelijk ingezien dat de superruimtebeschrijving grote voordelen levert. Dit geldt zelfs voor het geval van superstructures Dat men het formalisme ook daar kan toepassen, is duidelijk: verrassend is echter het feit, dat dit nieuwe en nuttige symmetrieën kan leveren. Daarom is een commentaar misschien de moeite waard. In een superstructuur is er een vaste relatie tussen de vierde periodiciteit (die van de modulatie bijvoor¬ beeld) en de andere drie: zeg bijvoorbeeld d= 5c. Maar dit betekent nog niet noodzakelijk dat het aantal 'fun¬ damentele' periodiciteitcn tot drie beperkt is. Overi¬ gens, ook in een normaal kubisch kristal zijn er vaste relaties tussen a, b, en c, namelijk a=b=c. Maar het be¬ langrijkste is wellicht het feit dat deze relaties een kristailografische betekenis hebben: dit lijkt ook het geval te zijn voor bepaalde superstructuren, waar men via de superruimte relaties kan aangeven die kristallografisch in drie dimensies verloren gaan. Wanneer dit optreedt en wat dit precies betekent, weet men eigenlijk nog niet.
1. J.M. Cowley, J.B. Cohen, M.B. Salamon en B.J. Wuensch (samenstellers), 'Modulated structures', American Institute of Physics Conference Proceedings Vol. 53 (1979). 2. P.M. de Wolff, T. Janssen, A. Janner: The superspace groups for incommensurate crystal structures with a one-dimensional modulation. Acta Cryst. A 37(1981)625. 3. J. Przystawa: Modulated z'.ructures, in 'Physics of Modern Materials', Vol. II, IAEA, Wien, 1980, p. 213. 4. A. Janner, T. Janssen: Symmetry of incommen¬ surate crystal phases in the superspace group appro¬ ach. Communications in Mathematical Chemistry MATCH nr. 10(1981)5. 5. T. Janssen, J.A. Tjon: Microscopic model for incommensurate crystal phases. Phys. Rev. B 25 (1982), 3767.
194
Incommensurabele kristallen: een nieuwe fase in de vaste stof
Renormalisatietheorie van faseovergangen J.M.J. van Leeuwen Laboratorium voor Technisch* Natuurkunde, Technisch* Hogeschool, CMft
De beschrijving van faseovergangen en in het bijzon¬ der van het kritieke punt staat al zon honderd jaar in de belangstelling van de statistische mechanica. In de laatste tien jaar is het inzicht verdiept door een ver¬ band te leggen tussen faseovergangen en het gedrag van wisselwerking onder schaaltransformaties. Deze uit de veldentheorie afkomstige renormalisatietheorie heeft geleid tot een nauwkeurige berekening van het singuliere gedrag van 'hermodynamische functies en correlatiefuncties in de buurt van het kritieke punt. Tevens komt het universele karakter van de kritieke verschijnselen uit de renormalisatietheorie naar voren. De ontwikkeling heeft zowel theoretisch als experi¬ menteel onderzoek aan een variëteit van modellen en systemen gestimuleerd. Het onderzoek aan faseovergangen heeft met name in Nederland een lange traditie. Van der Waals' heeft als eerste een wiskundige beschrijving van een faseover¬ gang gegeven. Zijn toestandsvergelijking heeft betrek¬ king op de gas-vloeistofovergang. Het bijzondere daarin is het optreden van een kritiek punt als eind¬ punt van de lijn van cocxisterende gas- en vloeistoftoestanden. Boven de kritieke temperatuur gaan gas en vloeistof continu in elkaar over en beneden 7"c gaat de overgang gepaard met bijvoorbeeld een sprong in de dichtheid. Toen het beeld van faseovergangen en superfluïditeit gecompliceerder werd trachtte Ehrenfest1 orde te scheppen door een classificatie voor te stellen in 1ste, 2de, ...-orde-faseovergangen. De orde van een faseovergang is de orde van de laagste afge¬ leide van een karakteristieke functie die discontinu is. Zo is de gas-vloeislofovergang 1ste orde omdat de afgeleiden van de druk naar volume en temperatuur discontinu zijn behalve op het kritieke punt waar hij 2de orde gedacht werd. Landau' heeft de theorie van de faseovergangen, in het bijzonder die met een kri¬ tiek punt, in een algemeen kader gegoten. De uit¬ komsten van de landautheorie zijn kwalitatief hetzelf¬ de als die van Van der Waals. De vanderwaals-
Renormalrsatietheorie van faseovergangen
vergelijking zou men evenwel microscopisch kunnen noemen omdat de constanten, zeker later, in verband konden worden gebracht met de moleculaire wissel¬ werking. Landaus theorie is daarentegen fenomeno¬ logisch. Hij beschouw, een ordeparameter (dichtheid voor de gas-vloeistofovergang) en leidt zijn resultaten af uit een aanname over de vrije energie als functio¬ naal van het ordeparameterveld. De constanten in de¬ ze functionaal zijn afhankelijk van het systeem en de toestand daarvan (temperatuur) en ze worden als pa¬ rameters aan de theorie toegevoegd. Hiermee kon het probleem van de faseovergangen min of meer als opgelost worden beschouwd. Een in¬ zicht in de mogelijke soorten overgangen was verwor¬ ven (Ehrentcst) en een fenomenologische beschrijving ontworpen (Landau). Resteerde nog een microscopi¬ sche theorie om het verband tussen de constanten in de landautheorie en de moleculaire wisselwerking te geven. Hiervoor was een arsenaal van benaderingen beschikbaar te beginnen met de vanderwaalsvergelij¬ king. De benaderingen als de moleculair-veldbenadering, de quasichemische methode, de clustervariatiemethode (Kikuchi) enzovoort waren in de statistische mechanica met allerlei oogmerken ontworpen en geen van alle was bevredigend. Dat is op zich niet verba¬ zingwekkend want we hebben te maken met een situa¬ tie van sterk wisselwerkende vrijheidsgraden, zoals in een vloeistof, waarvoor geen algemene theorie is. Twijfels Dit bouwwerk vertoonde evenwel al bij de constructie verdachte scheuren. Rond 1900 heeft Verschaffclf veel aandacht besteed aan de vorm van hel cocxislentiegebied in een p-^-diagram van de gas-vloeistof¬ overgang. Hij kwam tot de conclusie dat de paraboli¬ sche vorm, voorspeld door Van der Waals, niet met de experimenten klopte. Zijn metingen kregen niet de aandacht die ze verdienden. Ook Onsagcrs5 exacte oplossing van hel tweedimensionale isingmudcl gccfl
195
een logaritmische singutariteit in de soortelijke warm¬ te terwijl de landaulheorie een sprong geeft (zie figuur 1). Men heeft dit wel weggewuifd met de gedachte dat tweedimensionale systemen abstracties zijn en de wer¬ kelijkheid driedimensionaal is. Maar de Iandautheorie bevat geen enkele indicatie dat de dimensie van het systeem belangrijk is voor de faseovergang. Het belang van de dimensie voor een faseovergang werd eveneens duidelijk door de afwezigheid van overgangen in ééndimensionale systemen, wat op algemene gronden kan worden bewezen. Fig. 1: Soortelijke vrarmte C van hel tweedimensio¬ nale isingmodel. J is de koppelmgssterkte tussen nabuur-spins. (I) Onsagers oplossing. (2) De benade¬ ring van Kramers-Wannier.
6.0
3.0 C/k 2.0
1.0
2
3 kT/J
StegvHer gedrag in hel kritieke pan! Ook in de vanderwaalstheorie is het kritieke punt een singulier punt, maar het is van een eenvoudig soort. In de vrije energie ontwikkelt zich een 'plooi'. De faseovergang beneden 7*c bestaat hierin dat niet de plooi wordt gevolgd maar een sprong tussen twee coexisterende punten wordt gemaakt. In een p-Vdiagram (zie figuur 2) is dat de rechte lijn die de slin¬ ger afsnijdt (volgens de gelijke-oppervlak- of max¬ wellconstructie). De wiskundige samenhang tussen gas en vloeistof beneden Tc speelt een belangrijke rol bij de verklaring van verschijnselen als spinodale decompositie, maar is misleidend \OOT de gedachtengang over faseovergangen. Zo'n samenhang teidt onvermijdelijk tot een parabolische top van de coexistentiekromme (zie figuur 2) terwijl de experi¬ mentele gegevens in de richting van een veel vlakkere top (ongeveer kubisch) wijzen. Het besef groeide dat
196
de coexistentiekromme in de buurt van het kritieke punt met een exponent 0 moest worden beschreven. Evenzo moet het gedrag van de soortelijke warmte als functie van T- Tt met een exponent a
Cv* | r - r c | -
(i)
worden beschreven. Spoedig hadden alle belangrijke thermodynamische grootheden hun eigen exponent. Hiermee was de bodem onder de ehrenfestklassiricatie en de Iandautheorie weggevallen. Men spreekt nu van continue en discontinue overgang al naar gelang de ordeparameter continu of discontinu is bij de over¬ gang. De overgangen die hei singulier gedrag volgens de Iandautheorie hebben worden klassiek genoemd. Klassieke exponenten zijn bijvoorbeeld a = 0, 0 = lA. In de jaren 60 en volgende zijn de kritieke exponenten nauwkeurig bepaald, niet alleen voor gas-vloeistofovergangen maar ook voor binaire mengsels, magne¬ tische overgangen enzovoort. Daarnaast heeft van theoretische zijde een bepaling van exponenten plaats¬ gevonden via extrapolatie van reeksontwikkelingen. Eenvoudige modellen laten hoge-temperatuur- en/of lage-temperatuurontwikkelingen toe en met behulp van padé-approximatie kan de aard van de sir^ulariteit van de functie, die door de reeks wordt voor¬ gesteld, worden bepaald. Niet alle kritieke exponenten zijn onafhankelijk. Thermodynamische en subtielere overwegingen leiden tot exponentrelaties als (2) Hierbij is y de exponent van de macht van | T- Tc \ waarmee de compressibiliteit divergeert nabij Tt. Widom* bracht orde in de veelheid van kritieke verschijnselen door op te merken dat de singulariteiten rond het kritieke punt worden beschreven door de volgende vorm van het singuliere deel in de vrije energie:
TQ is de kritieke temperatuur, pc de waarde van de thermodynamische potentiaal in het kritieke punt. Deze zijn evenals de constanten C en D voor ieder systeem verschillend. De exponenten a en A zijn even¬ als de functie h voor een grote klasse van systemen dezelfde. Bijvoorbeeld voor alle gas-vloeistofovergangen zijn a, A en h hetzelfde. De Iandautheorie geeft de klassieke waardeer = 0, A = 3/2en de klassieke
Renormalisatietheorie van faseovergangen
Vc
V
Fig. 2: p-V (druk-volume)-diagram van de gasvloeislof overgang. Getekend is een isotherm voor T< T,-. De gestippelde lijn is de verzameling coëxislerende punten, mei het kritieke punt als top.
schaalfunctie h. Dus ondanks hel feit dat « en A geen eenvoudige getallen zijn, is weer een classificatie mogelijk van faseovergangen naar de bijbehorende exponenten. Men spreekt van universaliieitsklassen voor faseovergangen met dezelfde exponenten. Mei. ziet aan (3) dat twee exponenten voldoende zijn om de andere vast te leggen. Kadanoff heeft vrijwel tegelijkertijd dit idee uitge¬ breid naar de correlatiefuncties en tevens het verband gelegd tussen de vorm (3) en het gedrag van de wissel¬ werking onder een schaallransformatie; vandaar dat (3) een schaalwei wordt genoemd en h een schaal¬ functie. Het idee van universaliteit gaf richting zowel aan de analyse van experimentele gegevens door ze aan te passen aan een vorm (3), als aan het theoretische onderzoek. Hel gaat erom de universalilcitsklassc vast te leggen en hiervoor mogen vele vereenvoudi¬ gingen in het model worden aangebracht (bijvoorbeeld het isinpmodcl is zo'n karikatuur) zonder dat de universele eigenschappen er door veranderen. Renormalisalielheorie In 1971 vervolgde Wilson" het idee van Kadanoff om het gedrag van de wisselwerking onder een schaaltransformatic te bestuderen. Hij was geïnteresseerd in de renormalisalic van de veldentheorie. Hier bestudeert men het gedrag onder een verandering van de 'cut-off' in divergenties. In roostcrtaal is dat het uil middelen van'de snelle componenten van het veld, Kadanoffs groepering van een blok variabelen (spins)
Renormalisalietheorie van faseovergangen
tot een nieuwe is analoog een vorm van 'coarsegraining'. Ook Landaus idee om de vrije energie te beschouwen als een functionaal van het ordepara¬ meterveld kan worden gezien als een vorm van coarsegraining. Het ordeparameterveld is het enige over¬ blijfsel van de microscopische vrijheidsgraden. Wilson vatte de landauvorm op als de hamiltoniaan voor de overgebleven vrijheidsgraad: het ordepara¬ meterveld. Dit is een effectieve en geen microscopische hamiltoniaan want de parameters hangen af van de toestand (temperatuur) van het systeem. De sleutel¬ observatie is dat de kritieke singulariteiten worden veroorzaakt door de fluctuaties in de lange-golfcomponenten van het ordeparameterveld. Dus het uitgangspunt van Landau is correct, alleen Landaus behandeling is onjuist door alleen de optimale bijdrage van het ordeparameterveld mee te nemen en niet de fluctuaties daarin. De fluctuaties van de langgolvige componenten in het ordeparameterveld kunnen in rekening worden gebracht door de korte-golfcomponenten uil te midde¬ len (die aan de rand van de brillouinzone liggen) en na te gaan wat voor effect dit heeft op de wisselwerking van de overgebleven lange-gol fcomponent en. Algemeen kunnen we stellen dal een coarse-graining een wijziging van de wisselwerking van de over¬ gebleven of coarse-grained vrijheidsgraden bewerkt. Het was Wilsons idee om het kritieke punt in verband te brengen met een vast punt in de afbeelding van wisselwerkingen op elkaar zoals die door coarsegraining wordt geïntroduceerd. Door de afbeelding in de buurt van het vaste punt te analyseren kon een verband tussen de vrije energie van het oorspronkelijke en het gerenormalisecrde systeem worden gelegd waarvan de vorm (3) een oplossing is. Hel gaat er dus om de vaste punten van de afbeelding te vinden, de afbeelding rond dat vaste punt te benaderen door een lineaire afbeelding en de eigenwaarden van deze lineaire afbeelding te bepalen. We moeten ons realiseren dal de afbeelding zich afspeelt in een zeer grote ruimte van wïssclwcrkingsparameters. De wisselwerking is een gecompliceerd gegeven en er is geen garantie dat coarse-graining tot een eenvoudiger wisselwerking leidt. In de buurl van het vaste punt /uilen cigcnrichtingcn met eigen¬ waarde >. > 1 punten bevatten die onder rcnormalisalic verder van hel vaste punt afraken. De eigenwaarden >.<\ geven een beweging naar het vaste punt toe. Men kan nu in/icn dat de eigenwaarden k > I corres¬ ponderen mei cen singuliere richting van de vrije energie en cen kritieke exponent van de singularilcit
197
wordt door de eigenwaarde bepaald. Eigenwaarden i < I geven een reguliererichtingvan de vrije energie. Hiermee komt het begrip universaliteit op natuur¬ lijke wijze naar voren. Een kritiek punt heeft twee singuliere richtingen (temperatuur en een vdd-achtige: de thermodynamische potentiaal voor gas-vloeistoffen). De overige richtingen rond het vaste punt zijn regulier en worden door het vaste punt aange¬ trokken. Een schets van de renormalisatiestrooni met één singuliere (4>1, ook wd relevante) richting en twee reguliere Ü < 1, ook wd irrelevante) richtingen is gegeven in figuur 3.
variabelen zoals temperatuur, thermodynamische potentiaal die als onderdelen van de hamiltoniaan van het systeem kunnen worden opgevat. Dan zal een coexistentidijn een stroomlijn van de renormalisatie zijn en naar een zogenaamd discontinuïteits-vast punt lopen. Zo'n punt heen maar één relevante richting met een speciale exponent die zorgt dat de singulariteit van de vrije energie bij de coexistentidijn een sprong in de eerste afgeleide is. Naar de andere kant hebben we ook hogere-orde kritieke punten, zoals trikritieke punten waar drie fasen van het systeem coexisteren en aan elkaar gdijk worden. (Dus het eindpunt van een lijn van tripdpunten). Deze zullen corresponderen met een vast punt met drie relevante richtingen. In het kort komt het erop neer dat de vaste punten van de renormalisatiestroom het fasediagram bepalen. De c -expaask
Fig. 3: Schets van een kritiek oppervlak in een driedi¬ mensionale parameterruimte. Het domein van attrac¬ tie van het vaste punt is een tweedimensionaal opper¬ vlak: het kritieke oppervlak. De verzameling punten aangetrokken door het vaste punt is zijn domein van attractie. Een richting door een punt van dit domein die het domein doorsnijdt is singulier. Onder renormalisatie schuift zo'n lijn op naar het vaste punt en de singulariteit is langs zo'n lijn hetzelfde als langs de singuliere richting in het vaste punt waar hij toe nadert. Het vaste punt geeft dezelfde exponenten voor alle punten in het domein van attrac¬ tie, dat dus bestaat uit de systemen die kritiek zijn. Twee kritieke punten van verschillende systemen (bijvoorbeeld water en argon) zijn verschillende punten in het domein van attractie van hetzelfde vaste punt en liggen daardoor in dezelfde universaliteitsklasse. De theorie slaat niet alleen op kritieke punten. We dienen het fase-diagram op te stellen in intensieve 198
Het cruciale punt voor de renormalisatietheorie is het vinden van een hanteerbaar renormalisatieschema waaruit de renormalisatiestroom kan worden afgeleid. Wilson dacht in eerste instantie aan het uitmiddden van de kortgolvige component en van het ordeparamet erveld. Wilson en Fischer* ontdekten dat voor dimensies d>A de landautheorie kwalitatief correct is dat wil zeggen dat de fluctuaties in de langgolvige componenten de kritieke exponenten van Landau niet modificeren. Voor d= 4 kruisen twee vaste punten en verwisselen hun rol van stabiliteit. Voor >4 is een kritiek vast punt stabiel waarbij de ordeparameter Gaussisch is gedistribueerd. Voor d<4 is het stabiele vaste punt een ordeparameterverdeling met twee maxima en dus lijkt de ordeparameter op een isingachtige variabele. Dit vaste punt wordt het ising-vaste punt genoemd. Noemen we e = 4 - <ƒ dan ligt voor kleine t het isingvaste punt dichtbij het Gaussische vaste punt en kunnen de eigenschappen van het ising vaste punt door storingsrekening om het Gaussische vaste punt worden verkregen. De expansieparameter blijkt t te zijn .en de exponenten volgen als een machtreeks in *. Duidelijk wordt hiermee de rol van de dimensie voor het gedrag van de kritieke singulariteiten gedemon¬ streerd. Niet-klassiek gedrag speelt zich af tussen twee dimensies: een bovenkritieke dimensie du, waarboven de klassieke theorie geldt en een onderkritieke dimensie
Renormaltsaitetheor ie van faseovergangen
voren gekomen: de dimensie n van de ordeparameter. Voor isingmoddkn. gas-vloeistofovergangen en binaire legeringen is #t= I; voor XY-moddkn en superfluïde helium is n » 2 en voor het heisenbergntodd van het magnetisme is n * 3. De n-afhankeiijkheid kan in de t-expansie expliciet worden bepaald. Men vindt bijvoorbeeld
Fig. 4: Groepering van de spins van een triangutair rooster lol cellen. De kruisen zijn de plaatsen van de ceispins.
4-n
2
(4)
2(n + 8)
Voor c = 1 en n = 1 worden in eerste orde a = i/6 en 0 = 2 - a - A = I / 3 hetgeen aardig overeenkomt voor de experimentele waarden voor gassen en vloeistoffen. Hogere orde-termen zijn berekend maar maken de aansluiting niet beter. Men heeft evenwel het karakter van de reeks onderkend en hersommatie leidt tot zeer nauwkeurige waarden10 voor de exponenten in rf= 3. De gevonden waarden o = 0,110 ± 0,003
0 = 0,325 ± 0,001
(5)
liggen binnen de experimentele meet fout. Ook f-expansies zijn mogelijk vanuit dt met (=d-df. Voor n-\ is ,= ! terwijl voor n>2 d\ = 2. Het geval n = 2 en rf= 2 is speciaal. Rral-space renonnalualk De «-expansie resulteert uit een coarse-graining bestaande- uit het uit middelen van de kortgolvige componenten. In plaats van de renormalisatie in 'momentum-space' kan men de coarse-graining ook in de gewone ruimte uitvoeren hetgeen nog dichter slaat bij Kadanoffs gedachtengang. Het best werkt dit voor eenvoudige vrijheidsgraden zoals isingspins en laagdimensionale systemen. Men groepeert de spins in cellen, bijvoorbeeld zoals aangegeven in figuur 4 voor een triangulair rooster", zodanig dat de cellen weer een Iriangutair rooster vormen. Aan de cellen wordt een nieuwe isingspin 5,toegekend die dus weer de waarden ± 1 kan aannemen en bijvoorbeeld zodanig dat hel teken door de meerderheid in de cel wordt bepaald. De interactie tussen de ceispins wordt bepaald door uitsommcren van alle microconfigura¬ ties die met een celspinvcrdeling compatibel zijn. Hel voordeel van deze rcal-spacc renormalisatie is dat het renormalisatieproces zich op microscopisch
Renormalisalietheorie van faseovergangen
niveau afspeelt. Daardoor kan het hele fasediagram worden bepaald voor een groep systemen. De renor¬ malisatie gebaseerd op de landauvorm voor de vrije energie concentreert zich op de universele eigen¬ schappen, omdat het uitgangspunt al een onduidelijke relatie met de microscopische beschrijving heeft. Het nadeel van de real-space methode is dat geen systema¬ tische expansieparameter als t is gevonden. Verschil¬ lende benaderingsmethoden zijn ontworpen van variërende complexiteit en efficiëntie. Ook kan de real-space renormalisatie op andere modellen worden toegepast, zoals het pottsmodei dat een
199
probleem van de faseovergangen voor wat de evenwichtseigenschappen betreft min of meer is opgelost. Er bestaat een inzicht in de typen faseovergang (universaJiteiLtklassen) en er i* een methode om de karakteristieken van een faseovergang te bepalen (renormalisatietheorie). Om voor een gegeven wissel¬ werking de faseovergangen kwantitatief vast te leggen wordt vindingrijkheid vereist in de keuze van de renormalisatieprocedure, veelal gepaard met een substantiële hrevedheid rekenwerk. Het onderzoek bevindt zkh nu in een fase waarbij moeilijker fase¬ overgangen worcJen aangevat zoals percolatie. polyme¬ ren, niet-evenwichisexponenten, smelten, enzovoort.
Refemrties 1. J.D. van der Waals: Over de continuïteit van den gas- en vloeistoftoestand. Proefschrift (Sijthoff, Lei¬ den 1873). 2. P Ehrenfest, Proc. Amsterdam Acad. 36(1933) 153. 3. L.D. Landau, E.M. Lifshitz: Course of Theoreti¬ cal Physics: Statistical Physics. Pergamon Press. 4. Zie: J.M.H. Levelt-Sengers, Physica §2A (1976) 319, voor een interessante discussie van Verschaffelts werk. 5. L. Onsager, Phys. Rev. «5 (1944) 117. 6. B. Widom, J. Chem. Phys. 43 (1965) 2989. 7. L.P. Kadanoff, Physics 2 (1966) 263. 8. K G . Wilson, Phys. Rev. S4 (1971) 3174 en 3184. 9. K.G. Wilson, M.E. Fisher, Phys. Rev. Lett. 2S (1972)240. 10. J.C. Ie Guitlou, J. Zinn-Justin, Phys. Rev. Lett. 3» (1977) 95. 11. Th. Niemeyer, J.M.J. van Leeuwen, Physica 71 (1974) 17. 12. R.H. Swendsen, Phys. Rev. Lett. 42 (1979) 859.
200
Renormalisatietheorie van faseovergangen
r
Mevr. Elisabeth H. Bolte, sinds mensen¬ heugenis directiesecretaresse op het FOM-bureau, nam op 23 december 1981 officieel afscheid.
Personeelsbezetting
wwv* wettnicfapptijfc in vaster verband WkUG M wetenscftappetijfc medewerker in gewoon verband Wlm s WeienaCnappeiU* meOCWCPICr (buitenlandse gast) MM * wetenschappcliik assistent S= student TA a technisch assistent V=volontair fa) geeft aan, dat de persoon in het verslagjaar werd aangesteld of voor langere tijd aanwezig was, al dan niet DezoMigo, (o) geeft aan, dat de persoon in het verslagjaar de Stichting heeft verlaten-, M geeft aan, dat de persoon het gehele verslagjaar of een deel ervan met verlof in het buitenland vertoefde; (u) geeft aan, dat de persoon gedurende het gehete verslagjaar of een deel ervan was uitgezonden.
Diractaur dr. A.A. Boumans Secnrraresse; mej. E.N.H.J. Johannes Adiunctdiractaur: drs. F.R. Oiemont
Sacralarassa: mej. A.J.M. Luijckx Aüiunct-diractaur: dr. C. Ie Pair mej. E.H. B o l t e d mej. OP. Hatlke(§)
drs. H. Benschop drs. J. Heijn drs. H.G. van Vuren fr. J.L. Wacki» Etjsten, door TNO Stcr9lêr»$**: mevr. H.P.M. Beens-de Vries me). M.J.H, van Hooren (*) Mtdtwtrktr Bibltolfiêtk: E.J. Rinta
Personeelsbezetting
Mmmatrataar.
ftaproduktim: J.M. Jansen
Boakhouduto, Hoofd: C.LR. Versluijs OeawerMeMer
mevr. J. Beans-Stiel (o) mej. S.H. Ruqsbroek (at
wal J A awl
Huishovdfijka dmnst
C. Westland
Va>e~ll~iiT>
mej A. Agterberg A. Bergkamp (a, o) mej. T.B.M. Broekhuizen mej. A.H. Kuyf mevr. W.H.M. Michies-Vis (a) J.A. Repi A.R. Schotanus mevr. G.A.M. Ypma-Scholman (a) Cantraf* parsonaaifunctionaris: drs. L.C. Peek Stafmadawarkat oanorwalszakan: W.H. Luikinga Rachtspositiaiagatinoan: F. Troost Panonaals- art salarisadministratia Hoofd: T. van Egdom Buitanlandsa raizan: mej. M.M. van Meeuwen Parsonaalsadministratia: mej. E.A.E. Hofman W.P. van der Kraats mevr. A.C. van Lent-Be, kouwer (o) Salamadministratia: R.E. da Graca H.M. Vening E. de Vries, p/v. hoofd Iniarna dianttan Hoofd: W. Kalksma Typa-afdaling Hoofd: mevr. M.H. Louwen-BrandenDurg Madawarkstar: mevr. R. van Ginkel-Erkelens mevr. I.C. Martens-van den Berg me;. J.M. van Maurik mej. J. van den Schilden mevr. E.J. Verhoef-Hekel
mevr. F. Froon-Hetl n^aiMv M VWHI •*!>« ft3^a^t ITtWri. UV W»lt« nffi
Kernfysica WERKGROEP K i l dr. j . Rethmeier, WM/V dr. J.N.L Akkermans. WkUG (o) drs. H. Blok, WkUG dr. L.T. van der Bijl. WkUG dr. W.H. Dicknoff. WkUG (o) drs. A.J.H. Donné, WkUG drs. A. van Egmond, WkUG (a) drs. M. Gouwetoos, WMIQ (a) drs. L.R. Kouw, WkUG (a) dr. P. van Nes, WkUG dr. C D . van Rooden, WM/G (of dr. J.J. van Ruyven, WM/G drs. J. Vogelzang, WM/G (a) ir. C.K. Wafelbakker. WM/G (o) drs. H. Wienke. WM/G drs. J.J.A. Zalmstra, WM/G profdr. R.D. Lawson, MM* fa, oj J. Bouma, TA ing. W.P.J. Heubers, TA ing. E. Kappen, TA R. Mooy, TA ing. A.J.M. Ponjée, TA ing. J.J. Welling, TA J. Zevering, 7* WERKGROEP K III dr. A.E.L. Oieperink, WMN prof .dr. F. lachello, WkUVfr) dr. j . van Klinken, WM/V dr. J.P.F Mulder. WM/V prof dr. A. van der Woude, WM/V drs. E.H.L. Aarts. WM/Q ir. W.K. van Asselt, WM/Q (o) drs. A.V van den Berg, WM/Q mej.drs. N. Blasi, WM/Q drs. J.M.R. van der Blij, WM/Q drs. S. Brandenburg, WM. i
203
drs. R. Bijker, WM/G dr. K.H. Cornells, WM/G (a) drs. P.B. Goldhoorn, WMIG fa) drs. S. Gonggrijp, Vil MIG (o) drs. P. Grasdijk, WM/G (a) drs. B. ter Haar, WM/G dr. D.C J M. Hageman, WM/G (o) dr. M.N. El Harakeh, WM/G drs H.J. Koeslag. WM/G (a) dr. P.A. Kroon, WM/G dr. W. Ockels, WM/G
ing. F.A. Hoppe, TA ing. J.J. Langerak, TA G.W.M, van der Mark, TA A.J. Michielsen, TA C.J. Oskamp, TA ing. W. Smit, TA BA. Strasters, TA A.J. Veenenbos, TA ing. H. de Vries, TA WERKGROEP K Vl-G drs. L. Klieb, WM/G WERKGROEP K Vl-U dr. G.A. Timmer, WM/G (o) dr. J.J.M. Verbaarschot. WM/G WERKGROEP K VIII ir. J.F.J. Dautzenberg, WMIG {o) ir. W.H.L. Moonen, WMIG (a) ir. C.W.A.M. van Overveld, WM/G (a) G.P.H. Hamers, TA R. Janson, TA WERKGROEP K IX dr. J.B.M, de Haas, WM/G (o) drs. P.J.J. Kok, WM/G (a) ir. J.F.A.G. Ruyl, WMIG drs. T.A.A. Tielens, WM/G G.J.T. Davids, WA ia) WERKGROEP K/VS X-G drs. J. de Jong, WMIG dr. H.J. Ligthart, WMIG (a) drs. F.C. Magendans, WMIG (a) dr. E.H. du Marchie van Voorthuysen, WMIG (o) drs. W.J.J. Spijkervet, WM/G (o) dr. H.G. Devare, WM (a, o) dr. M. Kopcewicz, WM (a, o) prof.dr. M. Pasternak, WM fa, o) dr. K.G.I. Prasad, WM (o) dr. G.L. Zhang, WM ia) G. Andries, TA M.H. Menninga, TA G.A. Nolmans, TA J.L.W. Petersen, TA B.J. Rigteriik, TA H.S. Rutgers, TA R.L. Sohotanus, TA J.J. Smit, TA WERKGROEP K/VS X L drs. E. Bongers, WMIG drs. H. de Graaf, WM/G drs. G.A. Vermeulen, WM/G R. Hulstman, TA
FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica Algemeen directeur: prof,dr. J, Kistemaker Wetenschappelijk directeur: prof.dr. J, Los
Adjunctdirecteur: prof.dr. F.w. Saris prof.dr. M.J. van der Wiel
BednitsingenieurlBeheerder: dr.ir. J.G. Bannenberg Wetenschappelijk medewerker in vaster verband: dr.ir. A.J.H. Boerboom prof.dr. M l . Gavrüa dr. F.J. de Heer dr. M.J. Offerhaus dr. A. Tip dr. CA. Visser dr. A.E. de Vries Wetenschappelijk medewerker in gewoon verband: dr.ir. M.J.M. Beerlage, (o) ir. DP de Bruijn drs. D. Dijkkamp drs. F. Dijkstra dr. J.W.R. Fennema, (u) drs. W.J.L Genuit, (a) drs. H.C. Gerritsen, fa) drs. R.A. Haring dr. J. Haverkamp dr. D. Hoon hout, (a, o, a) drs. T. de Jong drs. J.T.N. Kimman dr. P.G. Kistemaker dr. A.W. Kleyn, fa) dr. U.C. Klomp ir. P. Kruit drs. P.E. van der Leeuw dr.ir. G.J. Louter, (o) drs. H.G. Muller, (a) drs. C.E.D. Ouwerkerk, fa; drs. G.J.Q. van der Peyl dr. J.B. Sanders drs. W.C. Sinke, ia) dr. R.G. Smeenk drs. MR. Spalburg, ia) mevr.drs. A.D. Tenner ir. R.M. Tromp drs. G.N.A. van Veen dr. J.F. van der Veen ir. J. Verhoeven drs. R.W. Wagenaar drs. J.F.M. Westendorp,
dr. A S M . Wahby, (a, o) dr. Wang Win-Mao
Sys teemprogrammeur: ing. CB. Okhuysen
mej. E.C. Koestal Hoofd secretariaat: mevr. L. Roos
Mechanische afdeling Hoofd: A.F. Neuteboom Instrumentmaker: W.J. Barsingerhorn R. Boddenberg W.H. Brouwer J.W.M, van Dorsselaer P.T. Këa R I J M . Koper H. Neerings R. Schrijver C. van der Zweep Leerling instrumentmaker: C. Cramer, (o) L.J.F. den Haak, fa) Glastechnicus: J.A. van Wel Hootdanalist: A. Haring Hoofdopera tor/technicus: S. Doorn F.L. Monterie
Secretaresse:
dr. Wang Zhong-iie dr. R. Weber, (a, o) Wetenschappelijk assistent: J.H.M. Bonnie, (a) M.P. Bruijn, (a) J.W.M. Franken J.J.C. Geerlings, (a) drs. W.J.L. Genuit, (a, o) drs. H.C. Gerritsen, (o) R. Hoogerbrugge, (a) R. de Jonge, (a) W. Koot, (a) ir. E.J. van Loenen, fa, o) drs. H.G. Muller, (a, o) J. Neuteboom, (a) drs. L. Smit, (o) drs. M.R. Spalburg, M M E M . Spruit
drs. P.F.M. Stalmeier, (o) A. van Tubergen, fa; drs. J.F.M. Westendorp, fo) R.L. van der Woude, fa) Student: J.H.M. Bonnie, (o) M.P. Bruijn, (o) W.A.S. Douma, W J.J.C. Geerlings, (o) R. Hoogerbrugge, CoJ W. Koot. fo) M.G.M. Vervaat, (a) R.L. van der Woude, (a, o) Biomol: drs. W. Eshuis, WM/G drs. G. Wieten, WM/G (a) mevr. B.J. Brandt-de Boer, Laborante mevr. A. Torn, Analiste Technisch personeel Laboratoriumassistent: ing. J.R. Dassel, (a) ing. H.H. Holsboer, (o) ing. H.H. Kersten ing. C.H. van Oven ing. H.D. Pape ing. N.J.M. Sijm ing. M. van Tilburg, (o) Elektronische afdeling Hoofd: ing. P.J. van Deenen Elektronicus: ing. H.P. Alberda ing. A.N. Buyserd ing. H.A. Dekker T. van der Hauw J. ter Horst T. van den Noort ing. T.A. Schotvanger
Elektromonteur: G.A. de Ruyter Afdeling informatieverwerking Elektronicus: ing. C.J. van Doornik ing. J.N. van Eist ing. J. Fokkema, (o) ing. F.C. de Haan
Operator/technicus: T.S. Balier A. de Boer H. van den Brink J.W. Derks, (a) R. Hoep R. Kemper E.G. Steginga, (o) R.J.J. Taminiau Constru^tiebureau Hoofd, tevens hoofd technische dienst: ing. E. de Haas Tekenaar/constructeur: M. Hoogervorst ing. A.P. de Jongh Calqueuse: mevr. J.J. Smid Vacuumtechnicus: G.P.A. Frijlink Wetenschappelijk rekenaar: W.E. van der Kaay F. Vitalis Volontair: C.I.M. Bakker, (o) mej. E. Boswinkel, (a, o) M.A. Brandehof, (o) M. van den Brink, (a, o) A. Drent, (a) F. Goud, fa, o) R. Hoogendoorn, fa) D.J.J. Mus, (o) S.H. Niemann, fa) H. Nijkamp, fa, o) E.J. Oud, (a, o) R.S.A. Schram, fa) S.J. Willig, (a, o)
Administratief personeel en algemene dienst Hoofd administratie: M.J.J. van Gelderen Boekhoudkundig typiste:
mej. T. Doorn mevr. A.H.L. Nolen-Alleman Bibtiothecaresse: mevr. M.E. Harlaar-Scholten mevr. A.J. Kras-van Harreveld Telefoniste/typiste: mevr. W. Carnas, (o) mevr. G.W. Grigoriou-van der Wijk, fa) mevr. JA J.M Manshanden-
Blankennagel Typiste: mevr. C.J. Köke-van der Veer mevr. J.J. Smit-Boerma
Magazijnmeester: J.F. Stiel
Magazijnmeesterlinkoper: H.J.M. van der Schot Onderhoudsdienst Hoofd, levens concierge: A.J. Akkermans Monteur: C. Fokke Oftsetdrukker: H. Sodenkamp Jr. Huishoudelijke dienst Hoofd: D.Larooi
Medewerk(st)er: H. Sodenkamp Sr. mevr. F.H. Bleijerveld mevr. H.J. Boer mevr. W. Bouland-van Nigtevegt mevr. N. Fokker-Koudijs, (o) mevr. C. van Gaveren-de Ronde mevr. A.G. Hartog-Blase mevr. B.C. Polstra mevr. C. Weernink-van der Werf
mevr. J. Wiemer-Koster, (o) mevr. N.R. Zorgvol, (o) Atoomfysfca WERKGROEP A II dr. J.M. FLuit, WM/V, adjunct-leider ir. E.B. Boskamp, WM/G drs. R.P.N. Bronckers, WM/Q (o) drs. T.M. Hupkens, WM/G drs. A.G. Kuiper, WM/Q ir. J.M. van Zoest, WM/Q fa) ing. C.J.J.M. den Adel, TA ing. G.B. Crielaard, TA DL Eleveld, TA P. Engels, TA W.C.N. Post, TA WERKGROEP A III dr. A.J. Algra, WM/Q (o) drs. J.H. van Dijk, WM/Q ir. B.J.J. Koeleman, WM/Q fa) drs. A. Tal, WM/Q fa) prof.dr. W. Soszka, WM/Q fa, o) ing. R.D. Alkema, TA ing. G. van der Kruk, TA
WERKGROEP A IV dr. J. van Eek, WM/V, adjunct leider drs. P.J.M, van der Burgt, WM/G (a) dr. W. Duinker, WM/G (o) ir. H.B. van Linden van den Heuvell, WM/G drs. D. van Pijkeren, WM/G (a) dr ir. G.J.N.E de Vlieger, WM/G ing. K.J. Goslinga, TA ing. J. van der Weg, TA
WERKGROEP Mt VI dr.ir. W.H.M. Alsem, WM/G (O) dr. G.J. Kemerink, WM/G (a) drs. E.W. van Royen, WM/G (o) dr.ir. G.J.L. van der Wegen, WM/G U.B. Nieborg, TA
prof .dr. R.L. Fulton, WM (a, o) A.C. Holsbeeke, TA
WERKGROEP Mt VIII dr.ir. P.W. Bach, WM/G (o) ir. H.W.F. Heller, WM/G
WERKGROEP M VIA I drs. H.M. Schram, WM/G
WERKGROEP A V dr.ir. C.J.A. Corsten, WM/G
WERKGROEP Mt X ir. R.J.A.M. Smeulders, WM/G
WERKGROEP A VI ir. F.T.M, van den Berg, WM/G drs. TG. Cats, WM/G dr. J.P.M, de Vreede, WM/G ing. F. Ditewig, TA
WERKGROEP Mt XI ir. G.J. van der Kolk, WM/G
WERKGROEP A VII drs. H.T.M, van den Ende, WM/G ir. J.M.P. Geraedts, WM/G dr. W.A. Majewski, WM/G (o) drs. J. Mettes, WM/G (a) drs. J.J. van Vaals, WM/G drs. C.A.M. Veeken, WM/G (a) dr. M.J.M. Waaijer, WM/G (o) WERKGROEP A X drs. C.E.P.M. van de Bult, WM/G (a) drs. G.P. van der Zwet, WM/G (a) Metalen FOM-TNO WERKGROEP Mt II mevr.drs. I. Glabus-Majewska, WM/G ir. M. Hendriks, WM/G dr. J.R. Heringa, WM/G (a) WERKGROEP Mt III dr.ir. R.H.J. Fastenau, WM/G (o) WERKGROEP Mt IV dr. 8. Knook, WM/V dr. J.C.M, van Dongen, WM/G drs. F.R. Hoekstra, WM/G drs. D. Hüser, WM/Q ir. A.F.J. Morgownik, WM/G drs. T.T.M. Palstra, WM/Q (a) drs. R. Zweistra, WM/G (o) prof .dr. D. Davidov, WM (a, o) ing. T.J. Gortenmulder, TA CE. Snel, TA ing. H.J. Tart, TA ing. G.L.E. van Vliet, TA WERKGROEP Mt V drs. J. Aarts, WM/G dr. W.C.M. Mattens, WM/G dr. J. Veerman, WM/G drs. A.A.H.J. Waegemaekers, WM/Q (a) drs. A. van Winkel, WM/G P.H.M, van Berge Henegouwen, TA A.J. Riemersma, TA F.A. Slagt, TA (o)
WERKGROEP Mt XII drs. H.C.F. Roozendaat, WM/G
WERKGROEP M V-U ir. J.G.H. Joosten, WM/G (o) mevr.dr. M.M. Kops Werkhoven, WM/G
WERKGROEP M VIA II drs. C.J. Calkoen, WM/G ia) drs. J.S. Cohen, WM/G drs. H. van Erketens. WM/G drs. M.C J. Leermakers, WM/G dr. W.A. van Leeuwen, WM/G drs. G.A.Q. Salvati, WM/G (o) WERKGROEP M VI G dr.ir. M van den Berg, WM/G (o) drs. A.C-D. van Enter, WM/G (o)
Motecuulfysica WERKGROEP M I-A dr. G. de Brouckère, WM/G drs. J I Geijsel, WM/G (o) drs. P.W.E. Peereboom, WM/G ia) G.J.F. Holman, TA G. Lubbers, TA WERKGROEP M I L dr. J. Korving, WM/V dr. J.J.H, van den Biesen, WM/G drs. J.E.M. Haverkort, WM/G (a) dr. P.W. Hermans, WM/G drs. M.A. Treffers, WM/G (a) prof. I. Kuécer, WM (a, o) prof. E.A. Mason, WM (a) dr. A.O. Rietveld, wel. documentalist E.J. Haast, TA (a) ing. H.T. Klein Wolterink, TA P. Zwanenburg, TA (o) WERKGROEP M Il-A dr. H.R. van den Berg, WM/G drs. J.H.B. Hoogland, WM/G WERKGROEP M II-UKO dr.ir. B. van den Brandt, WM/G (o) drs. R.P. Slegtenhorst, WM/G (o) WERKGROEP M II-L/HL dr. J.N. Breunese, WM/G drs. H. van Houten, WM/G dr. E. Mazur, WM/G drs. L.K. van der Meij, WM/G prof. C. Cercignani, WM
WERKGROEP M VIL dr. T. Morita, WM/G (a) mevr.drs. B.J.A. Zielinska, WM/G dr. J.M. Rubi Capaceti, WM (a, o) WERKGROEP M VIN dr. L.W.J. den Ouden, WM/G (o) WERKGROEP M VIT dr. R.J. Creswick, WM/G ia) WERKGROEP M Vl-U I drs. J.B.T.M. Roerdink, WM/G WERKGROEP M Vl-U II dr. I.M. de Schepper, WM/G dr. R.M. Ziff, WM ia, o) WERKGROEP M VIII drs. D. van der Putten, WM/G dr. M. Sprik, WM/G (o) S.H. Chen, TA H. Luigjes, TA WERKGROEP M XIA dr. M. Bishop, WM/G (a) drs. F. Moeijes, WM/G (o) WERKGROEP M XID dr. H.W.J. Blote, WM/G (o) drs. F. van Dieren, WM/G ia) dr. B. Nienhuis, WM/G (a) dr. A. Erzan, WM (a, o) prof. F.Y. Wu, WM (a, o) WERKGROEP M XII dr.ir. G.M. Coops, WM/G (o) Vastestoffytica WERKGROEP VS A l drs. H.P. Godfried, WM/G drs. M.H. de Jong, WM/Q (o) dr. A. Lagendijk, WM/G (a) drs. L. Lassche, WM/G (o) ir. A.P.M. Matthcij, WM/G
drs. R.J. Meier, WUJG mej.dr. S.H. Muller, WM/G (o) drs. R. Sprik, WM/G (a) drs. J. van Straaten, WM/G drs. R.J. Wijngaarden. WM/G drs. G.H. van Yperen, WM/G K.T. Salonen. WM (a, o) C.P.A. Alderhout. TA B.J. Harrison, TA (o) T.M. Huymans, TA R. Scheltema, TA A.G. Veen, TA WERKGROEP VS-A II drs. J. Caro, WM/G ir. B.M. Geerken, WM/G dr. L M . Huisman, WM/G drs. A.H. Verbruggen, WM/G prof.dr. M.J.G. Lee, WM (a, o) ing. J.H. Rector, TA WERKGROEP VS-A III dr. J.H. Kuyt, WM/G J.H. ten Berge, TA WERKGROEP VS-D II mej.drs. M.E.C. Stuivinga, WM/G ir. V.J. de Waal, WM/G WERKGROEP VS-D III ir. H. Barkhuysen, WM/G fa) WERKGROEP VS-DN-D ir. A.C.R. Hogervorst, WM/G WERKGROEP VS-DN-N dr. T.H.M. Rasing, WM/G WERKGROEP VSE dr.ir. F. Boersma, WM/G (o) ir. L.A. Bosch, WM/G (a) drs. A.C. Phaff, WM/G ir. A. Straayer, WM/G WERKGROEP VS-G drs. B.P. Alblas. WM/G ir. W.W.Beens, WM/G drs. L.G.P. Dalmolen, WM/G dr. F. Hess, WM/G
drs. L.J. de Haas, WM/G (o) drs. H.W. van Kesteren. WM/G (a) dr.ir. J. Labrujère, WM/G drs. J.C.M. Sprenkels. WM/G drs. J.C. Voorhoeve, WM/G la) drs. C.M.B, van der Zon, WM/G J.M. Freeze, TA R.C.M, van der Heijden, TA J.N. Hovenier, TA ing. H. van der Mark, TA E.S. Engelsma, V {o) M. Kuylman, V (a, o) F.C. van Westrenen, fa) WERKGROEP VS-L II drs. J.F.C, van Kooten, WM/G dr. C.J. Nonhof, WM/G dr. A.J. van Strien, WM/G dr. J. Dobkowski, WM (a, o) dr. H. Post, WM (a, o) prof.dr. R. Silbey, WM (a, o) ing. L. Crama, TA ing. M. Noort, TA WERKGROEP VS-L III dr. F.J.A.M. Greidanus, WM/G drs. G. Mennenga, WM/G drs. E.J. Veenendaal, WM/G drs. A.J. Wolthuis, WM/G F.J. Kranenburg, TA WERKGROEP VS-N drs. P.A.M. Benistant, WM/G drs. P.J.M, van Bentum, WM/G drs. R.W. van der Heijden, WM/G dr. M.J.H, van de Steeg, WM/G drs. R.J.M, van Vucht, WM/Q J.G.H. Hermsen, TA WERKGROEP VS-P drs. P. Zwart, WM/G (u) WERKGROEP VS-U I drs. A.F. Aalders, WM/G (e) drs. PA. Breddels, WM/G drs. B.J. Dikken, WM/G (a) drs. R.J.G. Goossens, WM/G dr. F.J.A. Kellendonk, WM/G (o) drs. J.G.M. Miltenburg, WM/G dr. M.P.H. Thurlings, WM/G (o) drs. C.W.M. Timmermans, WM/G T.W.L. Koen, TA ing. C.R. de KoK, TA J.G.J. van Lingen, TA WERKGROEP VS-U II drs. J.P. van der Meulen, WM/G dr. W. Westera, WM/Q F.J.M. Wollenberg, TA WERKGROEP VS-th-L drs. F.W. Nijhoff, WM/G drs. G.R.W. Quispel, WM/Q WERKGROEP VS-th-U drs. B.M. Mulder, WM/G fa) dr. J. Jurkiewicz, WM (a, o) dr. K. Sokalski, WM la) prof. T.T. Wu, WM (a, o)
WERKGROEP VS-BSB prof.dr. F.M. Mueller. WM/V. leider drs. J.J.M. Buiting, WM/G (a) dr. AT. van Kessel. WM/G (o) drs. M.S. Meth.essel. WM/G la)
Thermonucleair Onderzoek en Plasmafysica FOMINSTITUUT VOOR PLASMAFYSICA Directeur, tevens hoofd experimentele afdeling: prof.dr. C.M. Braams Adjunct-directeur, tevens hoofd theoretische afdeling: prof.dr. F. Engelmann (Euratom/FOMverband) Beheerder drs. J. Hovestreijdt Experimentele afdeling: Wetenschappelijk medewerker in vaster verband: dr. C. Bobeldijk prof.dr. H. de Kluiver dr. L.T.M. Ornstein dr. W. Schuurman Wetenschappelijk medewerker in gewoon verband: dr.ir. H.J.B.M. Broeken, (o) dr. A.P.H. Goede dr. W.J. Goedheer dr.ir. E.J.M, van Heesch (o) dr. J.A. Hoekzema dr.ir. L.C.J.M. de Koek, (u) dr. A.W. Kolfschoten dr. J. Lok drs. N.J. Lopes Cardozo, (a) dr. A.F.G. van der Meer, (o, a) drs. G.H J. Notermans mevr.drs. A.L. Nijsen-Vis dr. D. Oepts dr. A.A.M. Oomens dr.ir. H.W. Piekaar dr.ir. R.W. Polman drs. J.H.H.M. Potters dr. W.J. Schrader dr. F.C. Schüller, (u) drs. R.M.J. Sillen, la) ir. J.W.A. Zwart, (u) Wetenschappelijk medeweker in Euratom/FOMverband: dr. EP. Barbian dr. B. Brandt Theoretische afdeling: Wetenschappelijk medewerker in vaster verband: dr.ir. R.W.B. Best dr.ir. J.P. Goed bloed dr. J. Rem Wetenschappelijk medewerker in gewoon verband: drs. J.M. Akkermans drs. B.J. Braams,
dr. J.W. Edenstrasser, fa, o) prof dr. R.M.O Galvao, (a, o) prof .dr. Y. Kawai. (a, o) dr. A. Nocentini, fa, o) V. Petrilio. (a, o) prof. PH. Sakanaka,fa. o) dr. M. Tessarotto
W. Kooijman ing. O.G. Kruyt H.A. van der Laan ing. W.J. Mastop ing. B.J.H. Meddens H.J. van der Meiden T. Oyevaar P.H.M. Smeets ing. H.W. van der Ven ing. A. Verheul C.S. Vos T.G.A. Winkel, (u)
Student: drs. B.J. Braams, (o) drs. A. Buijs, (o) R.M. Hof, (a) J.A. Horten, (o) G. Kelfkens, (o) J.W.J. Verschuur, fa) R. Woltjer, raj
Elektrotechnische afdeling Hoofd: ir. A.M. van Ingen, WWV Documentatie/administratie: H.T.G. Spitholt Bijzondere ontwerpstudies: ing. P. Hellingman ing. P. Manintveld
Volontair: C.J. van Anholt, fa, o; J.P. Cnossen, (a, o) D. Douma, (o) R. Eleveld. fa, o/ P. Hendriks, faj J.A.H.M. van den Heuvel, (a) J.L.P. Hilkes, la, o) C. Imhof, fa, o) H.J. Kamperman, fa; H.R. Kok, (a, o) H.6. Koopman, (o) R.Kooij,fa,o; F. Kuylman, foj M. van Leeuwen, (o) H.T.G. van Lintel, fa, o} R.H. van der Lit, (a, o) N. Middelkoop, (a, o) H.J.M. Olsthoorn, (a, o) H.P.J. van Ooyen, (a, o) H.G. van Os, (a, o) M. Reincke, fa; J.P. Roozemond, la) P.J. van Rijnbach, (a, o) C.H.M. Siebert, (o) R. SMjkhuis, fo; A.P.M. Smeele, (a, o) H.L.C.J. van Strien, (a, o) C. den Uyl, (o) mevr. I.M. Versluis-Jaspers, (a) M.O.G.J. Vlug, fc' A.M. van Woerkom, (a, o)
Dienst voor elektronica Elektronicus: ing. A. Agterberg F.T.M. Koenen L. Kroonenburg ing. A.J. Putter H.F.J. van Ramele Reparatie en controle: J. van Elk J.J. Kamp J. Pouwelse H.J.W. de Vor Elektrochemie: F.F. Hekkenberg Centrale computer afdeling: dr. G.M.D. Hogeweij, WM/G Senior systeemontwerper: ing. T.C. van der Heiden Systeemprogrammeur: ing. JA. Verdoes
Laboraloriumassister . ing. JW l'Ami, (a) ing. C.J. Barth W. van den Boom ing. G.J. Boxman E.C. de Bruin ing. PJ. Busch ing. J J Busser, (o) G. van Dijk C.A.J. van der Geer A.C. Griffioen B.J.J. Grobben ing. B. de Groot C.A.J. Hugenholtz
Instrumentmaker//: Hoofd: F.A. Meeuwissen Souschef: W.J.H. Nobbenhuis Instrumentmaker: JW. Bode B.S.O. Elzendoorn G.E. Godschalk L de Jong W. Kersbergen A.H. Kragten H. de Kruyf J. Nienhuis
mevr.dr. A.E.P.M. van Maanen-Abels, fa) dr.ir. T.J. Schep drs. M. Venema
Gastmedewerker:
Dienst energietechniek Hoofd: A.B. Sterk Technicus: A.F. van der Grift M. van der Kaaij S.W.T. de Kroon Mechanischtechnische afdeling Hoofd: ir. M.F. van Donselaar, WM/V
W.J.P. Nieuwhoff G A Wildschut P.M. Wortman Leerling instrumentmaker J. Lagerwey
Magazijn: RW. Peizel Constructie-tekenkamer Hoofd/Coördinator MTA: D.M. Imhof Souschef: H. Oosterom Constructeur: J.O.M.van Leusden J. Pluygers P.R. Prins Reproduktie Hoofd: P.A. van Kuyk Tekenaar: W. Tukker Fotograaf: W. van Zanten Dienst voor vacuumfysica en •technologie Hoofd: ing. W.J.J. Wolfis Technicus: O.B. Blogg P.F.M. Delmee D L Wardenaar, (o) Glasblazer: H. Warsen Secretariaat: Hoofd: mevr. H. Tuft-Betke Medewerkster: mevr. E. Foppema mevr. P.C. van Geuns-de Bruijne mevr. J.M. Hamers-Smit mevr. F.M. Stenfert-Bouman mevr. H.J.C. Thoden van Velzen mevr. L.M.P. van VeenendaaI-van Uden mevr. G. Verweij Bibliothecaris: D. Spruijt Personeelfunctionaris: H.J. Lammers Algemene dienst en technische onderhoudsdienst Hoofd¬ ing. D.A. Bergman Technische onderhoudsdienst Hoofd: T.W. Westra Monteur: J.C. Goes C.J. Tito J.T, de Waal Financiële administratie Ad/unctboekhoudster: mevr. N. Versluis
Administratief medewerk(st)er: A.A. de Ridder mevt. P M . Zwezerijnen Teletoniste/receptionis te: mevr. L.A.M. Maurer-Ording mevr. L M . van de Ven-van den Akker, (a) Centraal magazijn Magazijnmeester: L. Gieling Magazijnbediende: C. Kooijman H.F. van der Laan Terreinen en tuin: Hoofd: J.M. Klees Medewerker: W.C. van Wijk Huishouding Hoofd: C.W. Coomans Hoofd kantine: mevr. M.A. Koppelaar-Leegwater Medewerkster: mevr. M.J. de Groot-Tersteeg mevr. E. van Tuijl-de Waal Bewaking: C.J. Kranendonk Chauffeur/monteur CA. van Kilsdonk WERKGROEP TN III dr. H.J. Hopman, VJM/V ir. P.J.M, van Bommel, WM/G dr.ir. E.HA. Granneman, WM/G dr. P.H. de Haan, WM/G (o) drs. G.C.A.M. Janssen, WM/G drs. J.N.M, van Wunnik, WM/G dr. P. Massmann, WM (Euratom/FOMverband) F. Siebenlist. WA Y.L.C. Althuis, WA ing. J. ter Beek. TA ing. T. Bolhuis, TA (o) M. Dasia, TA ing. H.G. Ficke, TA ing. J. de Graaf, TA (o) L.H.R. de Haan, TA J. Ladru, TA ing. J.D.E. Platvoet, TA (o) W. Tebra, TA H.J. Timmer, TA H. van der Veen, TA ing. A.J.M. Vijftigschild, TA M. Wijnberg, TA (a) H. Zeijlemaker, TA WERKGROEP TN VI ir. F.A. van Goor, WM/G ir. B.M.H.H. Kleikamp, WM/G (a) dr.ir. G.L. Oomen, WM/G (o) WERKGROEP TN VII dr. L.P.J. Kamp, WM/G dr.ir. A.J. Mesland, WM/G (o)
Theoretisch* Hogt-amrgtefysiea WERKGROEP H-th-A drs M.J. Bergvelt, WM/G la) dr. ..H. Karsten, WM/G (o) dr. J Smit, WM/G dr. N. Kawamoto, WM (o) WERKGROEP H-th-G drs. W.J. Schoenmaker, WM/G dr. H.A. Slim. WM/G (o) profdr. PW. Johnson, WM(a) WERKGROEP H-th-L dr.ir. R.M.F. Houtappel, WM/V drs. E.A. Bergshoeff. WM/G dr. P.J.M. Bongaarts, WM/G dr. R.H.P. Kieiss, WM/G WERKGROEP H-th-N drs. E.J.H, van Beveren, WM/G (a) dr. J.E.F.T. Ribeiro, WM/G dr. A.N.J.J. Schellekens, WM/G (o) drs. L J.A.M. Somers, WM/G drs. P.H.A. Timmers, WM/G WERKGROEP H-th-U drs. P.J. van B--.al, WM/G drs. J J . van der Bij, WM/G (o) drs. E.E. van Faasen, WM/G ia) dr. W.M. Kloet, WM/G (a, o) dr. R. Sasaki, WM/G (o) profdr. H. van Dam, WM(a, o)
Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-energiefysica Beherend directeur: dr. J. Schutten Stafmedewerkers Beleid en organisatie: dr. J.E.J. Oberski Contacten toegepast onderzoek: H.J.M. Akkerman, (a) Arts voor stralingshygiëne: drs. J.W.C, van Steeden Kernfysica Wetenschappelijk directeur profdr. A.H. Wapstra Radiochemische afdeling Wetenschappelijk medewerker: R.N. Bhave, M.Sc, (a, o) dr. G.A. Brinkman dr. D. de Jonn drs. J. Korsse dr. M. van der Leij, (a) dr. L. Lindner dr. P.W.F. Louwrier dr. P. Polak drs. Y.H. Thoeng, (a) dr. G.W.M. Visser Anallst(e) en technisch assistentie): C.N.M. Bakker E.L. Diemer J.J. van Gelder
B.W. van Halteren mej. J.C. Kapteyn G.A.J. Leurs B. Peelen A. Schimmel FR. Stock J.T. Veenboer J. Visser J. Wisse Glasinstrumentmaker: W. van der Veen Elektrcnenverstrooiingatdeling Wetenschappelijk werkgroepleider: prof.dr. C. de Vries Wetenschappelijk medewerker dr. P.C. Dunn dr. C.W. de Jager drs. E. Jans drs. P.H.M. Keizer drs. J.B. van der Laan dr. L. Lapikas ir. G. Luyckx, projectleider Emin dr. R. Maas drs. K.R. Scholten, (a, o) drs. A.M. Selig dr. H. de Vries dr. P KA. de Witt Huberts Gastmedewerker: prof. H. Crannel, fa, o) Wetenschappelijk assistent: A.J.C. Burghardt, la) J.W.A. den Herder J.M. Verheijen, (o) Student: R.J.M. Bonnie, (a) W.T.A. Borghols, (a) A.J.C. Burghardt, (a, o) L. Prins, (a) E.N.M. Quint, (a) I. Zacharov, (a) PIMU groep Wetenschappelijk medewerker: dr. H. Arnold, projectleider dr. J.M. Bailey dr. R. van Oantzig dr. W. Duinker, (a) dr.ir. J. Konijn dr. E.W.A. Lingeman Wetenschappelijk assistent: A.A.M. Kuijk R. Moddemeijer, (a) J.C.M.N. de Ronde, (o) J.M. van der Velden, (o) Student: R. Moddemeijer, (o) J. Goudoever, (a) H.P.J. Veerman, (a) Theoretische afdeling Wetenschappelijk medewerker: dr. T. de Forest drs. W.C. Hermans dr. J.H. Koch dr. N. Ohtsuka, fa) dr. H. Sagawa, (a) Gastmedewerker: dr. G. Audi, (a)
Groep Versneller Techmtk Hoofd: ir. P.J.T. Bruinsma Ingenieur: ir. R. Hoekstra ir. F.B. Kroes ir. J.G. Noomen Hoofd elektronische en bedrijfsgroep: ing. J.B. Spelt Hoofd mechanische groep: ing. A.G.C. Vogel Hoofd bedrijf MEA:
LH. Kuijcr Technicus: K. Bakker H. Bar I.H. Boeisma, (o) H. Boer Rookhuizen W.E.J. Buitenhuis ing. N.R. Geuzebroek P.J.M, de Groen E. Heine B. Heutenik N. Hoetmer L WA. Jansen G.J. Koenderink ing. J.J. Kuijt C. Moerman ing. J.C. Molendijk, la) C.W.J. Noteboom ing. C. Schiebaan H. Schwebke ing. T.G.B.W. Sluijk W.A. Steman A.C. Stoffelen R. Stroo A.M.A. van der Voort H.C. Vriese J.P.A.M. Wieman, gedetacheerd door Gemeente Amsterdam P. Wieten Volontair: A.J. van Boven, (a, o) R.C. Gopie, fa) E.J. Hoekstra, (a) FA. Kok,(a, o) E. Smit, la, o) E.V. Stoepker, (o) R.W. Termaat, la, o) E.W. Vergragt, la, o) Elektronischedigitale aldeling Hoofd: ir. E. Kwakkel Elektronicus: A.L.J. Boerkamp E.A. van den Born J.P. Dekker N. Dijkstra J.T. van Es C.J. Harmsen J.J. Hogenbirk ing. P.U. ten Kate E. Kok A.H. Kruijer ing. K. Oostveen J.S. Pebesma H.Z. Peek ing. J.P. Pol
A.T.H, van Reen E. Ros R. Stammes, (o) J. Slolte J.H. van Trigt dr. J.L. Visschers ing. A.N.M. Zwart Mechanicus: W.J. Schendeier Magazijnbeheerder: J. de Boer Medewerker magazijn: C. Feijen, gedetacheerd door Gemeente Amsterdam Volontair: P.J.M. Bosman, la, o) CC. Broersen, (a, o) A. Dolstra, (a, o) mevr. C.M. Gibas, (a, o) P A L den Haan,la) R.J. Nieuwenhoff, la, o) L.G. van der Park, fa, o) C.G.M. Schijf, (o) C.P. Velthuis, la, o) J.C. Verkooijen, (o) M.K. Woudboer, lo) Computer systeem groep Waarnemend hoofd: ir. W. de Vries, lo)
Programmeur: dr. J.E.P. de Bie ing. H. Bokman drs. M. van Gelderen ing. R.G.K. Hart C.M. Huis dr. P. Koldewijn ing. A. Maaskant J.D. Oudolf, gedetacheerd door Gemeente Amsterdam, la) drs. T.W. van der Raaij ing. J.D. de Ruiter R.F. van Wijk ing. A. Zuijdendorp Mechanisch Technologische afdeling Hoold MTG: ing. A.P. Kaan Hoofd tekenkamer: ing. J.H.M. Bijleveld Hoofd instrumentmakerij: J. Touw Tekenaar-constructeur: R.P.J. Arink A. Boucher T. Gelderblom P. Lassing Administratie: mevr. J.G. Boomgaard-Hilferink Galvanotechnicus: H. Beumer P. Daalmeijer P. Faber, (o) Fijnmechanicus: G.J. Bosman M. Bron M. Doets G.C. Gerritsen G.H. Koehof
G. Koopman J.S. Langedijk D. Spruit P.H. Thobe J. van Veen J. van der Veen Bemetel leerling: W.H. Dirkzwager A. Muiier Volontair: LJ. Akkerman, (a, o) J. Berghuis. Ia, o) O.P. Damen, (a) C.F.A.M. Frederiks, la) W. Izeboud. fa. o) E. van der Linden, (o) R. Roco, (a, o) E.P. Vermeersehen, (o) G.P.A. V«t, (o) H.P. Vulink, la, o) Groep Speciale Technieken Hoofd: ing. J.F.J. van den Brand Technicus: H.G. Bruijne ing. J.A. Heemskerk Y. Lefevere W.F.H.P. Verlegh Veiligheidsdienst Hoofd: dr. J.C. Post Technisch assistent: C.L.J.A. Audenaerde ing J.A.M. Peperkamp drs. C. Orfanidis, lo) Student: D. Jung, (a, o) Technische en huishoudelijke dienst Hoofd: K E. Ovezall Medewerker: R.J.H. Breukers H.F.R. van Doornik H.P. Masseling F. Ploeg, wnd. hld. A. Prins C. Ypma Kan tinebeh eerder: J. Kolkman Medewerkster huishouding: mevr. E. Heiner-Tasma mevr. A. Kitz-Hendriksen mevr. S.E.H. Moi-Thuk-ShungSparendam mevr. V. Zeko-Simic Bewaking Hoofd. J.L. Jansen Bewaker: C.T. Ardonne W. van Geene W. Jelles G. Snelling Berg J. van Wettum
Algemene dienst Hoofd:
Secretaresse: iiievr. J. van Bueren-Kooij mevr. M. Oskam-Tamboczer nwvr. C.M. Reuvers-Verkerk Administratie Personeelszaken: E. Ouastvn Bibliothecaris* mevr. W.J. Botter-Scheen m«j. N. Kuijl Boekhouder
GW. Briaire Ass. boekhouder m«j. J.J.E. Tierie Algemeen magazijn en transport Hoold: G.L. Hammer Medewerker A. Langsnhorst J. van Lunteren W. d« Vries W. van Zeist Telefoniste/typiste: mevr. G.A. van den Heuvel Oflseldrukker: H.J. Hultzer Gedetacheerd door de NV Philips' Gloeilampenfabrieken Wetenschappelijk medewerker: at.it. W.K. Hofker dr. A.H. van Ommen, (o) ür.a. J. Politiek dr. Y. Tamminga Hoofdassistent: P. Bakker Assistent: R.J. Lustig A.J. Oost L.JP.M. Oosterwaal R. van Silfhout, (o) H.C.J. Verstegen M.F.C. Willemsen, (o) Werkplaats Hoold, tevens hoofd mechanische afdeling Kernfysica: H.J.M. Akkerman, (o) Instrumentmaker: J.J. Arendse P. Schreuder, (o) Constructeur: F.J. Ferguson Secretaresse: mevr. G.N. Otto-Hetebrij Volontair: R.J.M. Bloamer, {o) B. Brouwer, (a, o) J.F.P. Jansen, (a) A.M. van Nieuwmegen, (a, o) Hoge energiefysica Amsterdam Wetenschappelijk directeur: prof.dr. A.N. Diddens
Wetenschappelijk medewerker in vaster verband: dr. C. Oaum dr.ir. F.C. Ernê dr. D J . Holthuizen dr. W. Hoogland dr. B. Jongejans dr. G.G.G. Massaro prof.dr.ir. J.C. Sens dr. F. Udo dr. B.Q.PJ. de Wit dr. G.F. Wolters Wetenschappelijk medewerker in gewoon verband: dr. J.C. Armitage ir. F. Bergsma drs. G.J. Bobbink. (o) dr. K. Bos. Ia) dr. J. Bron, (o) drs. D. Buikman dr. H. Chen dr. J.P. Oorenbosch, (a) dr. MA. van Oriel dr. P. Duinker drs. H.B. Dijkstra dr. E.H. Je Groot, (a, o) dr. J.C. Guo dr. C.J. Hardwick drs. F.G. Hartjes dr. M.C. Ho, la) drs. R.T. Jongerius, (o) drs. M.J. Jonker dr. B.K.S. Koene dr. J. Konijn, la) drs. W.G.J. Langeveld dr. P.G.M. Lauwers, fa) drs. E.J. Luit dr. W.L.G.A.M. van Neerven, (a) drs. C.H.M. Nieuwenhuis prof.dr. P. van Nieuwenhuizen, fa, o) dr. S.J. Oldham, (o) dr.ir. H.P. Paar dr. J.K. Panman, (o) c!rs. R. Pfeijffers dr. B.J. Pijlgroms, (o) drs. G.A.F, de Rijk, (a) mevr.drs. L.H.A.J. de Rijk-Linssen, (a) drs. W. Spierenburg drs. RW. van Swol dr. H.G.J.M. Tiecke dr. J. Timmer, (o) dr. D.Z. Toet drs. B.K. van Uitert dr. J.A.M. Vermaseren, (a> dr.ir. J.C. Vermeulen, (ai dr. L.W. Wiggers dr. M.E.J. Wigmans Gastmedewerker: dr. G.J. Poiok, fa, o) prof.dr. G. Shaw, (a, o) Wetenschappelijk assistentie): R.A. Kunne, fa) mevr.drs. L.H.A.J. de Rijk-Linssen, (a. o) Volontair: J.H.C. Hurenkamp, la, o) R.A. van de Jagt, la) F.V. Meijknecht, (a, v) G.R.Mulder, la)
Computer systeem groep Applica tieprogram meur: dr. R. Blokzijl drs. W.M. van Leeuwen Systeemprogrammeur: M. Schoorel. (a) drs. E. Wassenaar
Programmeur: O.A. Sastradiwiria ing. B.M. Taal, (o) Operateur: R.C. Hessing P. Heymens Visser N.C.G. MacNack R. van Petten F. de Zwart Administratie: drs. T.J. van der Linde Automatische meetapparatuur en scantafels Scan(stXn)er W. Brogt R.F. van Dierendonck E.S. Donkers E. Euwe H.W. Exmann G. van 't Hof mevr. E.G. Koek-Tippmann mej. C.M. Molenaar M.A.G.M, van Raaij, (o) J.C.A. Smits, (o) H.J. Tresoor, fa) mevr. J.H. Visser-Jansen mevr. H.E. van Vliet-Hempel A. Voorbraak H.G. Vuurmans mevr. S.H. Westbroek-Phillips P.J.C. Wester, (o) mevr. J.H. Wischhoff-Bos Mechanische afdeling en tekenkamer Instrumentmaker: G.R. Brouwer R. Buis J.l. de Groot J. Homma P.J. Hunck K. Kes J.W. Kok M.J.M. Kroezen W.C. Kuilman P.E. Rietveld H.J.A. Vink Tekenaar-constructeur: T. Meijer, (o) ing. H.W.A. Schuijfenburg T.J. Ypma Elektronische afdeling Elektronicus: A.W.M. Berkien G.J. Evers G.W. Gotink ing. H.L. Groenstege GO. Homeman F.W.M. Hulman, la) ing. G.N.M. Kieft W. Panneman
ing. P.A.M. Rewiersma ing. W.H. Schüller ing. J. Weber Laboratoriumtmehnieus: T.G.M, van den Akker, (a) Tekenaar WE. Vree
WERKGROEP THFE F ir. E.J. van Loenen, WM/G (a) drs L. Smit, WM/G (a)
Technisch» en huishoudelijke dienst Hoofd: J. Knip Medewerkfstter: A. van den Berg mevr. J. Gerritsen-Visser J.C.M. Stam
WERKGROEP THFE N drs. J. van de Ven, WM/G (a) dr. J.L. Weyher, WM/G (a)
WERKGROEP THFE G drs G. Greeuw, MfM/G drs. E J Korma, WM/G (a)
WERKGROEP TH FE-T I drs. S. Oosterhoff, WM/G (a) drs. R.G.M. Penning de Vries, WM/G
Algemene Dienst
Secretaresse: ment. R.J. Hofstee,
Technische Fysica WERKGROEP T F I ir. M.P. de Graaft, WM/G WERKGROEP TF II ir. A.J.J.M. van den Eisen, WM/G ir. S.J.M. Linthorst, WM/G WERKGROEP TF III ir. R.G.J.M. van der Lans, WM/G WERKGROEP TF IV prof.dr. A. Choudry, WM/G (o) WERKGROEP TF V ir. H.H.J. ten Kate, WM/G ing. J.H.A. Knoben, TA (a) WERKGROEP TF VI ir. E.J.E. Cottaar WM/G WERKGROEP T" VII drs. R.P.A.R. van Kleef, WM/G (a) WERKGROEP TF VIII ir. P.E. van der Leeden, WM/G
K
A d r m w wan laboratoria an instituten waar FOaf-oroapeft vjn gehuis»ast (situatie per M-1982)
AMSTERDAM FOM-lnstituul voor Atoom- en Molecuulfysica Kruislaan 407 Postbus 41883
Natuurkundig Laboratorium der Vrij* Universiteit De Boelelaan 1081 1081 HV
AMSTEROAM
020-5489111 K II. A VIII, VS-A II
1009 D B AMSTERDAM
020-946711 TN «II, THFE-F Natuurkundig Laboratorium van dc Universiteit van Amsterdam Valckenierstraat 65 Postbus 20215 1000 H E AMSTERDAM
020-5229111 Mt V, VS-A (, THF6 A Instituut voor Theoretische Fysica Universiteit van Amsterdam Valckenierstraat 65 1018 X E AMSTERDAM
020-5229111 M Vl-A I, M VIA II, H-th-A Laboratorium voor Fysische Chemie Nieuwe Achtergracht 127
DELFT
Postbus 513 5600 MB
EINDHOVEN
040-479111 TFVI Afdeling der Elektrotechniek Technische Hogeschool Dan Dolech 2 Postbus 513
interuniversitair Reactor Instituut Mekelweg 15
5600 M B EINDHOVEN
040-479111 THFE-E II
Postbus SO42 2600 GA DELFT
VS-D I, Mt XI
ENSCHEDE
Laboratorium voor Metaalkunde Rotterdamseweg 1 37
Afdeling der Technische Natuurkunde Technische Hogeschool Twente Drienerbeeklaan 5
Postbus 5025 2600 GA DELFT
Postbus 217
015-784752 Ml II, Mt III, Mt X, Mt XII, THFE-D II
7500 AE ENSCHEDE
Laboratorium voor Technische Natuurkunde Lorentzweg 1
053-899111 M VIT, TN VI, TF V, THFE-T II Afdeling der Werktuigbouwkunde De Achterhorst
Postbus 5046
Postbus 217
Postbus 20240 1000 HE AMSTERDAM 020-5223936 M-lll-FCh
2600 GA DELFT
7500 AE ENSCHEDE
015-785355 K XI. M Xl-D, VS-D II, VS-D III, VSDN-D. TF I, TF II, TF IV, TF VIII
053-899111 Mt VIII
Van der Waals-laboratorium Valckenierstraat 67
Afdeling der Elektrotechniek Mekelweg 4
1 0 * l 8 X E AMSTERDAM
020-5223355 M I-A, M Il-A, M lll-VdW, M VIII, M Xl-A, VS-A III Zeemanlaboratorium Plantage Muidergrachl 4 1018 T V AMSTERDAM
020-5222105 A XI Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge-energiefysica Sectie H Kruislaan 409 Postbus 41882 1009 D B AMSTERDAM
020-5929444 NIKHEF-H AMSTERDAM Heet ie K Oosterringdijk 18 1009 A J AMSTERDAM
Postbus 217
Postbus 5031
7500 AE ENSCHEDE
2600 GA
053-899111 THFE-T I
DELFT
015-782851 THFE-D I Laboratorium voor Fysische Technologie Prins Bernhardlaan 6 2628 BW DELFT
015-781804
T F III
GRONINGEN Laboratorium voor Algemene Natuurkunde Westersingel 34 9718 C M GRONINGEN 050-115144 K/VS-XG, Mt V I A
EINDHOVEN Afdeling der Technische Natuurkunde Technische Hogeschool Den Dolech 2 Postbus 513 5600 MB EINDHOVEN
040-479111 K VIII, A V, M XII, VSE, TN VII, THFE-E III
Postbus 4395 020-5929111
Afdeling der elektrotechniek Oude Drienerloweg
Afdeling der Scheikundige Technologie Technische Hogeschool Den Dolech 2
Technisch Fysische Laboratoria Universiteitscomplex 'Paddepoel' Nijenborgh 18 9747 A G GRONINGEN
050-115917 A III, Mt Vl-B, THFEG Kernfysisch Versneller Instituut der Rijksuniversiteit Universiteitscomplex 'Paddepoel' Zernikelaan 25 9747 A A GRONINGEN
050-115700 K III
Instituut «oor Theoretisch* Natuurkunde Universiteitscompltx 'Paddepoel' Hoogbouw WSN Nettelbosje2 Postbus 800 9700 AA
oftOMNGEN
050-116903 K Vl-G, M VIG. H-th-G Laboratorium voor Vaste Stof Fysica Melkweg 1 9718 EP GAONINGEK
050-115439 VS-G
LEIDEN Gorlaeus Laboratoria der AU Wassenaarseweg 76 Postbus 9502 2300 RA LEIDEN
071-148333 MV-L Huygens Laboratorium Wassenaarseweg 78
NIJMEGEN Fysisch Laboratorium Katholi*kt Universiteit ToernooiveW 1 6525 EO NUMEGCN
080-558833 A VII. VS-N. VS-BSB. TF VII, NIKHEF-H Nijmegen, TH FE-N
Instituut voor Theoretische Fysica Princetonplein 5 Postbus 80006 3508 TA uTittCHT
030-533056 M Vl-U I. M Vl-U II. VS-th-U. H-th-U
instituut voor Theoretische Fysica Katholieke Universiteit Toernootvek) 1 6525 ED NUMEGEN
080-558833 M Vl-N, VS-DN-N. H-th-N
PETTEN Energieonderzoek Centrum Nederland Westerduinweg 3 Postbus 1 1755 ZG PETTEN
02246-6263 K IX, VS-P
STANFORD
Postbus 9504 2300 RA LEIDEN
071-148333 A X, M I-L, M II-L/HL, VS L II
Stanford Linear Accelerator Center (SLAC) P.O. Box 4349 STANFORD, Ca. 94305
Instituut Lorentz Nieuwsteeg 18 Postbus 9506
USA 09-14156543300 NIKHEF-H
2300 RA LEIDEN
071-131725 M VIL, VS-th-L, H-th-L Kamerlingh Onnes Laboratorium Nieuwsteeg 18 Postbus 9506
UTRECHT Van 't Hoftlaboratorwm voor Fysische en Colloidchemie Transitorium 3 Padualaan 8
2300 RA LEIDEN
3484 CH UTRECHT
071-141341 K/VSXL, Mt IV, M II-UKOL, VS-L I VSL III
030-532877 MV-U
NIEUWEGEIN FOMlnstituut voor Plasmafysica Edisonbaan 14 Postbus 7 3430 AA NIEUWEGEIN
03402-31224
Fysisch Laboratorium Universiteitscentrum 'De Uithof' Princetonplein 5 Postbus 80000 3508 TA UTRECHT
omvattende: Laboratorium voor Kernfysica en Vaste Stof 030-532414(VS); 532512(K) K Vl-U, VS-U I Laboratorium voor Experimentele Fysica 030-532294 A II, A IV, A VI, VS-U II Robert J. Van de Graaf/laboratorium 030-532512 KV
215
Colofon Redactie: J. Heijn, M.J.H, van Hooren Omslag en typografie: Stichting Basispers Foto's: W. van Zanten en anderen Druk: Schilperoord, Vinkeveen Qezet uit Times Roman en Helvetica
216