Toespraak van de secretaris-generaal van Intermixt MARTIN VERSCHELDE
Algemene vergadering in Sint-Pieters-Woluwe 19 juni 2008
Mijnheer de minister van Staat, Mijnheer de burgemeester en schepenen van Sint-Pieters-Woluwe Mijnheer de voorzitter, Geachte Dames en heren,
Het jaarverslag van Intermixt voor het werkingsjaar 2007 werd U recent bezorgd en U kunt het raadplegen op de website van Intermixt. Mij valt de eer te beurt om dit verslag toe te lichten.
In 2007 voltrok zich de volledige vrijmaking van de Belgische energiemarkt. Vanaf 1 januari 2007 werd zowel in Brussel als Wallonië de openstelling van de energiemarkt uitgebreid tot alle gebruikers. Hierdoor werd thans ook de levering aan de residentiële gebruikers onder het marktregime gebracht.
Met deze openstelling van de markten beoogde men: -
voor de elektriciteitsafnemers via het marktmechanisme en de concurrentie een correctere prijszetting te realiseren;
-
de milieuvervuiling terug te dringen door het stimuleren van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen;
-
het veiligstellen van de bevoorrading waarbij het besef groeit dat het wellicht niet mogelijk is om het met minder elektriciteitscentrales te doen.
Om deze doelstellingen te bereiken beveelt de Europese Unie onder andere de volgende methodes aan: -
het scheiden van de activiteiten productie, transport, distributie en levering;
-
het invoeren van de vrije mededinging op de productie- en de leveringsmarkt;
-
het invoeren van openbare dienstverplichtingen;
-
het oprichten van onafhankelijke regulatoren die de markt controleren.
De Europese Commissie heeft in 2007 de discussie geopend over haar derde energiepakket. Deze set van beleidsvoorstellen mondde in september 2007 uit in een voorstel van richtlijn over de verbetering van de werking van de Europese energiemarkt. Hierbij wees de Commissie op het belang van investeringen in de interconnectiecapaciteit tussen de transportnetten van de lidstaten en toonde zij zich voorstander van een sterkere regulering in Europa. Aldus stelde ze de oprichting voor van een coöperatief agentschap van regulatoren.
Tot slot pleitte de Commissie voor een grotere onafhankelijkheid van de transportnetbeheerders en schoof daartoe twee mogelijke systemen naar voor. Ofwel moet een grotere eigendomsontvlechting tussen de transportnetbeheerder en de producenten/leveranciers bereikt worden ofwel moet men komen tot de zogenaamde onafhankelijke systeembeheerders waarbij de eigendom wordt gescheiden van het beheer van de netten.
Binnen CEDEC – de “Confédération Européene des Distributeurs d’Energie public Communaux” – stelde Intermixt dat de oprichting van een Europees Agentschap zinvol kan zijn. Mits men hierbij respect opbrengt voor het subsidariteitsbeginsel en de rol van de nationale en regionale regulatoren, waartegen ondanks hun onafhankelijkheid steeds passend beroep moet kunnen aangetekend worden. Zoniet dreigt men verder naar een technocratie af te glijden.
De volledige liberalisering van de Belgische energiemarkt heeft er voor gezorgd dat de Belgische gemengde distributie-intercommunales meer dan de helft van hun omzet en circa drievierden van hun winst zonder sluitende schadeloosstelling in rook hebben zien opgaan. De Belgische gemengde intercommunales zijn aldus afgeslankt tot loutere distributienetbeheerders.
In het Memorandum dat Intermixt samen met Inter-Regies publiceerde met het oog op de federale regeringsvorming van midden 2007, werd herinnerd dat de inkomstendaling van de intercommunales ingevolge de voormelde activiteitsbeperking uitgediept werd door de stringente tariefpolitiek van de CREG.
Zo bleek uit een recente studie van de CREG over de prijscomponenten dat de stijging van de elektriciteitstarieven tussen juli 2003 en april 2008 toe te schrijven is aan de energiecomponent. De Toespraak secretaris-generaal Intermixt
2/5
DNB-tarieven
zijn met andere woorden niet aansprakelijk voor de huidige prijsstijgingen. Meer nog,
de daling van de DNB-tarieven slaagde erin tijdens de beginjaren van de liberalisering de prijsstijgingen van de leveringstarieven te compenseren. Vanaf 2008 bleek dit niet langer haalbaar door enerzijds de te sterk oplopende leveringsprijzen en anderzijds het gegeven dat een verdere daling van de DNB-tarieven niet meer kon gerealiseerd worden door de oplopende rentetarieven en de pan uit swingende openbare dienstverplichtingen.
Vanuit de vaststelling dat de DNB’s en de gemeenten via hun dividendverlies meer dan hun steentje hebben bijgedragen tot het welslagen van de vrijmaking van de energiemarkten, werden door Intermixt in het memorandum dan ook de volgende principes gesteld: -
de behoefte aan een stabiele, coherente en billijke regulering van de tarieven;
-
de eis dat de federale wetgeving op het niveau van de prijzen en de acties van de CREG geen obstakel vormen voor de uitvoering van de opdrachten die door de gewesten aan de DNB’s worden toevertrouwd;
-
men de kosten zou aanvaarden die het resultaat zijn van openbare gunningsopdrachten, collectieve arbeidsovereenkomsten, veiligheidsnormen en andere wettelijke of reglementaire verplichtingen;
-
er een billijke vergoeding gegarandeerd wordt die rekening houdt met de economische waarde van de netten.
Vermits
de
vrijmaking
van
de
energiemarkt
door
de
karakteristieken
van
de
elektriciteitsproductiemarkt en de aardgasbevoorrading niet aan alle klanten op dezelfde wijze ten goede komt dringen er zich marktcorrigerende maatregelen op. Zowel de sociale als ecologische dienstverplichtingen die in dit kader opgelegd worden beantwoorden daarom aan een absolute noodzaak. Hierbij wordt door de sector enkel gevraagd dat de effectiviteit ervan opgevolgd wordt, zodanig dat de baten ervan reëel aan de klanten toekomen en niet voor administratiekosten moeten aangewend worden.
De gemengde DNB’s scharen zich eveneens achter de Europese doelstelling om de CO2 uitstoot te verminderen en dit door de combinatie van energiebesparing en de inschakeling van hernieuwbare energie. In dit kader heeft de CREG in de reeds geciteerde studie over de prijscomponenten gewezen op het prijsverhogend effect van de REG-verplichtingen die de DNB’s moeten halen en van de subsidieregelingen voor de groene stroomproductie en WKK.
Toespraak secretaris-generaal Intermixt
3/5
De aansluitingsverplichtingen die voorzien zijn voor de inschakeling van de alternatieve energiebronnen vergen investeringen in de infrastructuur. Het netwerk in België is tamelijk verouderd. Volgens de heer Delbeke, de adjunct directeur-generaal Milieu van de Europese Commissie, komen we uit een vrij lange periode van onderinvesteringen. Veel centrales zijn derhalve toe aan vervanging. Ook is er nood aan slimme netwerken, omdat de energieproductie veel minder gelijkmatig zal worden. In dit kader werd berekend dat de prijsstijging van elektriciteit verbonden aan de voormelde evolutie in Europa voor een doorsnee gezin minstens 10% zal bedragen.
Naast de toenemende verplichtingen van de DNB’s t.a.v. de ondersteuning van hernieuwbare productie is er de ombouw van de aardgasnetten die op ons afkomt. De verwachte ombouw van de gasnetten van het laagcalorisch Slochtergas op rijk gas is een van de grote investeringsdossiers waarmee België zal geconfronteerd worden.
Momenteel worden zowel op het niveau van Fluxys als op het niveau van de DNB’s studies uitgevoerd om de impact en timing van deze ombouw te bepalen. Dat is geen sinecure, want niet minder dan 1,4 miljoen klanten zouden bij deze conversie betrokken zijn. Gelet op de recente heronderhandeling van het Slochtercontract is het momenteel nog niet duidelijk wanneer voor de DNB’s deze ombouw zal moeten ingeleid worden.
De gemeenten zijn vanuit de verantwoordelijkheid die zij van oudsher genomen hebben voor de uitbouw van de lokale economie en de energiebevoorrading van hun bevolking veel meer dan de loutere verankeraars van de distributienetbeheerders.
Via Publi-T en Publigas zijn of zullen de gemeenten de referentieaandeelhouders van de transportnetbeheerders Elia en Fluxys worden. Aldus verankeren de gemeenten deze draaischijven voor de verbinding van het Belgisch energienet met het buitenland.
Ook dragen de gemeenten van de gemengde sector bij tot de ontwikkeling van de hernieuwbare energieproductie door te participeren in lokale projectvennootschappen voor de uitbouw van windmolenparken. In Vlaanderen hebben de Vlaamse gemeenten van de gemengde sector bovendien ook een participatie in EGPF. Electrabel Green Projects Flanders is een joint venture die indertijd door de Vlaamse gemengde sector werd opgezet.
Na de doorstart in 2002 werd de participatie van de gemeenten naar een minderheidsbelang van 30% teruggeschroefd en nam Electrabel de operatingopdracht erin op en onderschreef het 70% van Toespraak secretaris-generaal Intermixt
4/5
de aandelen ervan. Deze heroriëntering kan als relatief succesvol bestempeld worden, omdat EGPF thans reeds over een productievermogen van 24 MW beschikt met een meer dan gewenste verdubbeling ervan in de eerstvolgende twee jaar.
Hoewel de banden tussen de privé-partner en de gemeenten van de gemengde sector ingevolge de Europese ontvlechtingsvereisten op het vlak van distributie en transport afstandelijker geworden zijn, illustreert het vermelde dat er de bereidheid bestaat om waar het kan met Electrabel te blijven samenwerken. Er mag immers niet vergeten worden dat de Suez-dochter Electrabel nog steeds een belangrijke aandeelhouder is in de gemengde intercommunales, Elia en Fluxys. In dit kader kunnen wij vaststellen dat Electrabel hoewel het de evolutie betreurt waarbij het geen operatingopdracht meer in de gemengde distributienetintercommunales kan vervullen, loyaal aan de implementatie ervan meewerkt.
Gelet op de akkoorden die er in Brussel (BNO) en Vlaanderen (EANDIS) zijn afgesloten over de vorming van werkmaatschappijen met uitsluitend DNB’s als aandeelhouders, heeft Electrabel zich in 2007 en 2008 ook geschaard achter de voorziene oprichting in 2008 van NetWal.
Vanuit dit gegeven ging binnen Intermixt dan ook veel aandacht uit naar de fusieplannen van Suez met Gaz de France. In het bijzonder de toegevingen die Suez aan de Europese Commissie diende te doen inzake de herstructurering van de Belgische gassector belangden ons aan. In essentie betreft het vooral het in de vitrine zetten van Distrigas en de verplichting om in Fluxys nog slechts een secondaire rol te spelen.
De voorzitter zal in zijn toespraak ingaan op de bepalende rol die Publigas en de gemeenten in het voormelde dossier en vooral dit van Distrigas gespeeld hebben met het oog op de vrijwaring van de Belgische aardgasbevoorrading.
Tot zover een bloemlezing uit het activiteitsverslag van Intermixt, waaruit blijkt dat de taak van de gemeenten in de gas- en elektriciteitssector nog lang niet uitgespeeld is.
Ik dank u voor uw aandacht.
Martin Verschelde Secretaris-generaal Intermixt
Toespraak secretaris-generaal Intermixt
5/5