Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren 2009 Leiden, 30 september 2009
TOELICHTING OP DE SCORES
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
1. Inleiding Op 23 april 2009 heeft de verplichte jaarlijkse meting van de zorginhoudelijke indicatoren plaatsgevonden door middel van het invullen van een vragenlijst voor iedere bewoner van ’t Huis op de Waard. Er zijn voor 79 bewoners vragenlijsten ingevuld; de 2 KDO-bewoners (kortdurende opnames) zijn uitgesloten, evenals 10 bewoners die op het moment van meten korter dan 30 dagen in zorg waren. De uitslag wordt meegenomen in het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording. Daarnaast worden de scores verzonden naar de inspectie en worden ze (na akkoord van ’t Huis op de Waard) gepubliceerd op de website van Kiesbeter.nl. De uitslag wordt weergegeven in sterren. Hoe meer sterren, hoe beter het resultaat: * veel minder goed dan gemiddeld ** minder goed dan gemiddeld *** gemiddeld **** beter dan gemiddeld ***** veel beter dan gemiddeld 2. Uitleg Thema’s De tabel is opgebouwd uit tien thema’s. Dit zijn de tien thema’s van de Norm Verantwoorde Zorg, die elk weer bestaan uit één of meerdere indicatoren. Het betreft: 1. Zorg(behandel)-/leefplan; 2. Communicatie en informatie; 3. Lichamelijk welbevinden; 4. Zorginhoudelijke veiligheid; 5. Woon- en leefomstandigheden; 6. Participatie en sociale redzaamheid; 7. Mentaal welbevinden; 8. Veiligheid wonen/verblijf; 9. Voldoende en bekwaam personeel; 10. Samenhang zorg. De meting die ’t Huis op de Waard heeft uitgevoerd heeft betrekking op de thema’s: 4. Zorginhoudelijke veiligheid (alle indicatoren) 7. Mentaal welbevinden (indicator ‘depressie’) 8. Veiligheid wonen/verblijf (indicator ‘instructie tilliften’) 9. Voldoende en bekwaam personeel (indicatoren ‘beschikbaarheid verpleegkundige, beschikbaarheid arts en bekwaamheden voorbehouden handelingen) Op deze onderdelen zijn dus scores beschikbaar. De overige thema’s zijn beoordeeld o.b.v. de CQ-index (die ’t Huis op de Waard dus eveneens heeft laten meten). Bij de gemeten onderdelen vind je de sterrentoekenning terug. Het getal genoemd onder ‘N’ geeft het aantal cliënten weer waarop de indicator gebaseerd is. Dit getal kan lager zijn dan de 79 bewoners voor wie een vragenlijst is ingevuld; als er bijvoorbeeld ‘niet bekend’ is ingevuld, is die betreffende bewoner niet meegenomen in de berekening. Ook hadden enkele vragen alleen betrekking op de bewoners in de aanvullende zorg (op het moment van meten 59). De kolom ‘Zorg thuis’ is leeg; ’t Huis op de Waard levert deze zorg niet.
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
3. Correcties Bij het bepalen van de percentages wordt rekening gehouden met de kenmerken van de cliëntgroep van ’t Huis op de Waard. Verstorende factoren worden daarin gecorrigeerd. Een prestatie kan namelijk worden beïnvloed door een factor waarop ’t Huis op de Waard geen invloed heeft. Er is bijvoorbeeld een verband tussen leeftijd en incontinentie; hoe ouder, hoe groter de kans op incontinentie. ’t Huis op de Waard heeft geen invloed op de factor leeftijd en als er op het moment van meten veel bewoners met een hoge leeftijd in de organisatie verblijven, zou ’t Huis op de Waard slecht kunnen scoren op de indicator ‘incontinentie’ terwijl dit weinig zegt over de kwaliteit van zorg en inherent is aan de cliëntgroep. Ook is er gekeken of er bepaalde factoren van invloed konden zijn op een indicator. Het betreft de factoren: -
Houding Mobiliteit Gevaar ontwijken Contactvaardigheden Leercapaciteit Gebruik van psychofarmaca
4. De prestatie-index De prestatie-index wordt gebruikt voor de berekening van het aantal sterren: -
Zit HodW bij de 10% minst goede scores dan krijgt ze 1 ster Zit HodW bij de volgende 20% van de organisaties dan krijgt ze 2 sterren Zit HodW bij de daarop volgende 40% dan krijgt ze 3 sterren Zit HodW bij de daarop volgende 20% dan krijgt ze 4 sterren Als HodW een score heeft die in de hoogste 10% valt, krijgt ze 5 sterren
Over het algemeen geldt dat een lage prestatie-index (<1) in de meeste gevallen betekent dat de organisatie het beter doet dan verwacht mag worden. Dit hoeft echter niet te betekenen dat een lage prestatie-index meer dan drie sterren oplevert. Als bijvoorbeeld 80% van de organisaties een prestatie-index van 0.8 heeft en ’t Huis op de Waard heeft een prestatie-index van 0.9, dan krijgt ’t Huis op de Waard dus toch ‘slechts’ één of twee sterren, omdat zij tot de 20 % minst goed presterende organisaties behoort.
5. De scores Ook al zegt de sterrenindeling zonder een achterliggende toelichting niet veel, op basis ervan is wel globaal te achterhalen op welke zorginhoudelijke indicatoren ’t Huis op de Waard goed scoort en op welk gebied verbetering nodig is. In de toelichting bij de resultaten van 2008 werden de scores weergeven van vijf sterren t/m één ster (dus van ‘veel beter dan gemiddeld’ tot ‘veel minder goed dan gemiddeld’). Dit jaar worden de indicatoren één voor één besproken. Om vergelijking mogelijk te kunnen maken en om de scores wellicht beter te kunnen plaatsen, zijn de resultaten van 2008 namelijk eveneens weergegeven.
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
Een overzicht: Decubitus (doorligwonden) 2009: ** 2008: *** In dit geval is gemeten welk percentage bewoners last had van decubitus in graad 2 t/m 4, die in ’t Huis op de Waard is ontstaan. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 2.5%, in 2009 is dit 2.6%. In aantallen: in 2008 was er bij 2 bewoners sprake van decubitus (N=81), in 2009 bij 4 personen (N=78). In 2008 hadden de betreffende bewoners decubitus in graad 3 en 4, in 2009 hadden 2 bewoners last van decubitus in graad 1, 1 bewoner in graad 2 en 1 bewoner in graad 3, in een iets ‘lichtere’ vorm dus. Decubitus in graad 1 valt buiten de indicator (zie omschrijving), dus qua aantallen is er in 2009 eigenlijk ook sprake van 2 bewoners die last hadden van decubitus. In 2008 was in beide gevallen de decubitus in ’t Huis op de Waard ontstaan. In 2009 is van 2 bewoners bekend dat de decubitus in de instelling is ontstaan (graad 2 en 3). Omdat decubitus in graad 1 buiten de indicator valt, is dit voor de andere 2 gevallen (graad 1) niet ingevuld en dus niet bekend. In 2008 was de score dus gemiddeld, in 2009 is de score minder goed dan gemiddeld. Dit terwijl het aantal bewoners (in beide jaren 2) volledig gelijk is. Dit lijkt dus onlogisch, maar heeft waarschijnlijk te maken met de landelijke cijfers. Ten opzichte van 2008 scoren zorginstellingen landelijk gezien in 2009 waarschijnlijk nog beter op de indicator decubitus, waardoor ’t Huis op de Waard met twee sterren alsnog bij de minst goed scorende instellingen hoort. Er lijkt dus sprake van een teruggang, maar in de praktijk is niets gewijzigd. Wat ’t Huis op de Waard zich hooguit kan aanrekenen, is dat zij niet is meegegaan in de landelijke trend. Voedingstoestand – wegen 2009: ** 2008: *** In dit geval is gemeten hoeveel bewoners te maken hadden met een onbedoelde, en niet binnen het afgesproken behandelbeleid passende, gewichtsafname van meer dan 3kg in de laatste maand of meer dan 6kg in de afgelopen zes maanden. Deze vraag is niet beantwoord voor bewoners die op het moment van meten kanker hadden of terminaal waren, aangezien gewichtsafname in dat geval vrijwel inherent is aan de situatie (in 2008 5 bewoners, in 2009 1 bewoner). Deze vraag is verder alleen beantwoord voor bewoners die aanvullende zorg ontvangen (in 2008 42, in 2009 59, op het moment van meten). Het wegen is in principe namelijk een standaard onderdeel van het aspect aanvullende zorg. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 2.4%, in 2009 is dit 5.3%.
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
In aantallen: in 2008 had 1 bewoner met de gemelde gewichtsafname te maken, in 2009 3 bewoners. In 2008 was de score dus gemiddeld, in 2009 is de score minder goed dan gemiddeld. Ten opzichte van 2008 zijn er in ieder geval 2 bewoners meer die met de onbedoelde gewichtsafname te maken hadden. Zowel in 2008 als in 2009 paste dit niet in het afgesproken behandelbeleid. Landelijk gezien scoren zorginstellingen blijkbaar erg goed op de indicator voedingstoestand - wegen, want met twee sterren hoort ’t Huis op de Waard bij de minst goed scorende instellingen. Voedingstoestand – navraag 2009: * 2008: ***** In dit geval is gemeten hoeveel bewoners te maken hadden met een onbedoelde, en niet binnen het behandelbeleid passende, gewichtsafname van meer dan 3 kg in de laatste maand of meer dan 6kg in de afgelopen zes maanden (gemeten d.m.v. navraag bij de bewoner zelf). Deze vraag is niet beantwoord voor bewoners die op het moment van meten kanker hadden of terminaal waren, aangezien gewichtsafname in dat geval vrijwel inherent is aan de situatie (in 2008 5 bewoners, in 2009 1 bewoner). Deze vraag is verder alleen beantwoord voor de bewoners die géén aanvullende zorg ontvangen (in 2008 34, in 2009 21). Hoewel ook deze groep in ’t Huis op de Waard op regelmatige basis gewogen wordt en er dus wel waardes bekend zijn, hoeft dit in principe geen vast onderdeel van het zorgaanbod te zijn (uitsluitend op indicatie). Vandaar dat deze vraag zich richt op het navragen bij de bewoner zelf, ervan uitgaande dat deze zijn of haar eigen gewichtsafname kan signaleren. In 2008 was van 2 bewoners onbekend of er sprake was van gewichtsafname (dus N=32), in 2009 was dit bij 1 bewoner het geval (dus N=20). In percentages: in 2008 was het ruw percentage 0%, in 2009 is dit 10%. In aantallen: in 2008 had geen enkele bewoner met de onbedoelde gewichtsafname te maken, in 2009 2 bewoners. In 2008 was de score dus veel beter dan gemiddeld, in 2009 is de score opeens veel minder goed dan gemiddeld. Het verschil in aantallen betreft ‘slechts’ 2 bewoners, dus een teruggang van 5 sterren naar 1 ster, lijkt erg drastisch. Voedingstoestand – wegen en navraag 2009: * 2008: *** Bij deze indicator zijn de vorige twee indicatoren gecombineerd weergegeven in de score. De sterrenscore van de vorige twee indicatoren bepaalt dus in feite ook deze score. Er is gemeten hoeveel bewoners te maken hebben gehad met een onbedoelde gewichtsafname van meer dan 3 kg in de afgelopen maand of meer dan zes kg in de afgelopen zes maanden, gebaseerd op oftewel de methode ‘wegen’ oftewel de methode ‘navragen’. Het totaal aantal
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
bewoners is hier dus bij betrokken. N=77 ( 1 bewoner valt af vanwege de uitsluiting ‘kanker of terminaal’ en van 1 bewoner is het niet bekend of deze onbedoeld gewicht heeft verloren). In percentages: in 2008 was het ruw percentage 1.4%, in 2009 is dit 6.5%. In aantallen: in 2008 heeft op het totaal aantal bewoners 1 bewoner onbedoeld gewicht verloren, in 2009 zijn dit er 5. De verklaring voor deze score is al weergegeven in de toelichting bij de indicatoren afzonderlijk.
Valincidenten 2009: ***** 2008: *** In dit geval is op het totaal aantal bewoners gemeten hoeveel bewoners de afgelopen 30 dagen (op moment van meten) te maken hadden met een valincident. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 9.9%, in 2009 is dit 2.5%. In aantallen: in 2008 hadden 8 bewoners te maken met een valincident, in 2009 zijn dit er 2. In 2008 scoorde ’t Huis op de Waard gemiddeld, in 2009 veel beter dan gemiddeld. Een mooie score en een teken dat het aantal valincidenten lijkt afgenomen.
Medicijnincidenten 2009: ** 2008: ** In dit geval is op het totaal aantal bewoners gemeten hoeveel bewoners de afgelopen 30 dagen te maken hadden met een medicijnincident. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 13.7%, in 2009 is dit 12.7%. In aantallen: in 2008 hadden 10 bewoners te maken met een medicijnincident, in 2009 zijn dit er ook 10. In 2008 zijn 8 bewoners uitgesloten van de meting, in hun geval was niet bekend of zij met een medicijnincident te maken hadden gehad omdat zij de medicatie in eigen beheer hebben en er dus geen toezicht is op het al dan niet plaatsvinden van een incident. Het niet meerekenen van deze 8 bewoners veroorzaakte een hoger percentage, aangezien het aantal incidenten werd ‘verdeeld’ over een lager aantal bewoners. Aangezien N=81 in 2008, en N=79 in 2009 heeft dit ook nog invloed op het uiteindelijke percentage! Zowel in 2008 als in 2009 scoort ’t Huis op de Waard minder goed dan gemiddeld op deze indicator. Het te verwachten percentage (o.b.v. de landelijke cijfers) is in 2009 6.9%. ’t Huis op de Waard zit daar dus flink boven. Deze score behoeft verbetering!
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
Psychofarmaca (excl. antidepressiva) 2009: *** 2008: *** In dit geval is gemeten hoeveel bewoners op het moment van meting de afgelopen zeven dagen één dag of vaker psychofarmaca hebben gebruikt. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 38.9%, in 2009 is dit 36.4%. In aantallen: in 2008 gebruikten 32 bewoners psychofarmaca, in 2009 zijn dit er 31. In 2008 was deze vraag voor 9 bewoners niet ingevuld, in 2009 voor 2 bewoners. Dit had te maken met het feit dat zij de medicatie in eigen beheer hebben. Dit zou het verschil in verhouding tussen percentages en aantallen kunnen verklaren. ’t Huis op de Waard scoort gemiddeld op deze indicator. Het landelijk gemiddelde is 38.5%.
Psychofarmaca (antidepressiva) 2009: **** 2008: **** In dit geval is gemeten hoeveel bewoners op het moment van meting de afgelopen zeven dagen één dag of vaker antidepressiva gebruikte. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 14.3%, in 2009 is dit 11.1%. In aantallen: in 2008 gebruikten 8 bewoners antidepressiva, in 2009 zijn dit 11 bewoners. In 2008 was deze vraag voor 9 bewoners niet ingevuld, in 2009 voor 2 bewoners. Dit had te maken met het feit dat zij de medicatie in eigen beheer hebben. Dit zou het verschil in verhouding tussen percentages en aantallen kunnen verklaren. ‘t Huis op de waard scoort in vergelijking met andere zorginstellingen goed op deze indicator (beter dan gemiddeld). Dit is positief. Vaccinatiegraad – cliënten 2009: ***** 2008: ** In dit geval is gemeten hoeveel bewoners het afgelopen jaar tussen de tweede week van september en de tweede week van november gevaccineerd zijn tegen influenza. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 94.3%, in 2009 is dit 100%. In aantallen: in 2008 zijn 50 bewoners gevaccineerd, in 2009 zijn dit er 34. Deze sterrenscore lijkt dus onlogisch… Dit wordt veroorzaakt door het feit dat er van veel bewoners niet bekend is of zij gevaccineerd zijn; in 2008 28 bewoners, in 2009 44 bewoners van wie het niet bekend was. Deze bewoners worden vervolgens buiten beschouwing gelaten bij de bepaling van het aantal gevaccineerde bewoners, waardoor het lijkt alsof alle bewoners gevaccineerd zijn.
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
Het verschil in percentage tussen 2008 en 2009 komt voort uit het feit dat in 2008 van 3 bewoners bekend was dat zij niet gevaccineerd waren, en in 2009 van 1 bewoner. De sterrenscore en het percentage zijn in dit geval dus NIET betrouwbaar. Beter is het om af te gaan op het werkelijke aantal gevaccineerde bewoners. Vaccinatiegraad – medewerkers 2009: *** 2008: *** In dit geval is gemeten hoeveel medewerkers het afgelopen jaar tussen de tweede week van september en de tweede week van november zijn gevaccineerd tegen influenza. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 13%, in 2009 was dit 17.6%. In aantallen: in 2008 zijn 15 medewerkers gevaccineerd (op een totaal van 115), in 2009 zijn dit er 19 (op een totaal van 108). ’t Huis op de Waard scoort hiermee gemiddeld. Incontinentie – prevalentie 2009: * 2008: **** In dit geval is gemeten hoeveel bewoners een paar keer per week of elke dag incontinent zijn van urine. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 36.4%, in 2009 62.2%. In aantallen: in 2008 waren 33 bewoners een paar keer per week of elke dag incontinent van urine, in 2009 waren dit er 46. Uit de resultaten is gebleken dat de grootste stijging waarneembaar is in de groep cliënten die elke dag incontinent is van urine. Dit waren er 18 in 2008 en 38 in 2009. ’t Huis op de Waard scoorde vorig jaar nog beter dan gemiddeld op deze indicator, dit jaar veel minder goed dan gemiddeld. Er is dan ook een duidelijke stijging waarneembaar. ’t Huis op de Waard biedt een grote groep bewoners aanvullende verpleeghuiszorg, maar wordt als zorginstelling wel vergeleken met de groep verzorgingshuizen. Dit zou van invloed kunnen zijn op de scores. Incontinentie – diagnose 2009: *** 2008: * In dit geval is gemeten bij hoeveel bewoners de diagnose incontinentie officieel is vastgesteld door een arts of incontinentieverpleegkundige. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 0%, in 2009 is dit 88.6%. In aantallen: in 2008 is de diagnose voor geen enkele bewoner officieel gesteld, in 2009 is dit voor 41 bewoners wél het geval.
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
’t Huis op de Waard scoorde in 2008 slechts 1 ster. Logisch, aangezien er tot op dat moment geen aandacht was besteed aan het stellen van een diagnose. Afgelopen jaar is dit ingezet, 41 bewoners hebben nu een officiële diagnose. Van de 46 incontinent zijn (zie vorige indicator) is dit een mooie score. De score gemiddeld lijkt wat licht, maar blijkbaar wordt er landelijk gezien op deze indicator erg goed gescoord. Dit verbaast ’t Huis op de Waard overigens wel. De ervaring van de verzorgenden is namelijk dat artsen niet erg bereidwillig zijn om mee te werken aan het officieel bevestigen van de diagnose incontinentie.
Verblijfskatheter 2009: ** 2008: * In dit geval is gemeten hoeveel bewoners een verblijfskatheter hebben die langer dan 14 dagen geleden is ingebracht. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 7.4%, in 2009 is dit 5.1%. In aantallen: in 2008 hadden 6 bewoners een verblijfskatheter, in 2009 zijn dit er 4. De toevoeging ‘meer dan 14 dagen geleden ingebracht’ is opgenomen om bewoners die tijdelijk een katheter hebben, bijv. vanwege een operatie, uit te sluiten. Het betreft enkel de bewoners die langdurig van een katheter gebruik maken. In 2009 waren dat 4 bewoners, bij 1 bewoner was de katheter korter dan 14 dagen geleden ingebracht. Deze bewoner is buiten beschouwing gelaten. 4 bewoners op een totaal van 79 lijkt relatief weinig. Toch scoort ’t Huis op de Waard dit jaar minder goed dan gemiddeld. Blijkbaar ligt het landelijke cijfer m.b.t. indicator verblijfskatheter dusdanig laag (3.5%) dat ’t Huis op de Waard bij de groep minst goed scorende instellingen behoort.
Probleemgedrag 2009: ** 2008: * In dit geval is gemeten hoeveel bewoners op het moment van meten de afgelopen zeven dagen probleemgedrag vertoonde tegenover medewerkers en/of andere bewoners. In percentages: het ruw percentage was in 2008 32.1%, in 2009 is dit 32.9%. In aantallen: dit is niet aangegeven. Het probleemgedrag is opgedeeld in 5 typen gedrag en het is niet duidelijk welke bewoners één of meer van deze typen gedrag vertoonden. De indicator ‘probleemgedrag’ bestaat uit vijf factoren: -
dwalen verbaal probleemgedrag fysiek probleemgedrag sociaal onacceptabel of storend gedrag weigeren van zorg
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
2008 14.8% 24.7% 8.6% 4.9% 14.8%
2009 19% 16.5% 8.9% 8.9% 13.9%
De score is min of meer gelijk aan die van vorig jaar. Er zijn in beide jaren geen bewoners uitgesloten van de score, dus dat is niet van invloed. Het feit dat ’t Huis op de Waard dit jaar twee sterren scoort kan te maken hebben met het feit dat het verwacht percentage ten opzichte van 2009 wat is verhoogd (22.9% in 2008, 24.2% in 2009). De score is nog steeds hoog, dus dit aspect blijft een aandachtspunt.
Fixatie 2009: *** 2008: *** In dit geval is gemeten bij hoeveel bewoners in de afgelopen 7 dagen fixatie is toegepast. In percentages: in 2008 was het ruw percentage 2.5%, in 2009 is dit ook 2.5%. In aantallen: in 2008 werd bij 2 bewoners fixatie toegepast, in 2009 is dit ook bij 2 bewoners het geval. Fixatie mag in ’t Huis op de Waard niet worden toegepast, enkel in noodgevallen met een maximum van 7 dagen. Het betreft hier onrustbanden, diepe stoelen of een tafelblad. In ’t Huis op de Waard wordt bij twee bewoners een tafelblad (rolstoelblad) gebruikt. Het is niet mogelijk deze te verwijderen uit het oogpunt van veiligheid voor de bewoner (zij glijden anders uit hun rolstoel). Overplaatsing is echter niet aan de orde, de zorgzwaarte is acceptabel voor de organisatie. ’t Huis op de Waard scoort gemiddeld op deze indicator. Het verwacht percentage is 3.3%. In vergelijking met het landelijk gemiddelde zit ’t Huis op de Waard hier nog vrij ver onder.
Depressie 2009: *** 2008: * In dit geval is gemeten hoeveel bewoners op het moment van meten de afgelopen drie dagen symptomen van depressie vertoonden. In percentages: het ruw percentage in 2008 was 34.6%, in 2009 is dit 24.1%. In aantallen: dit is niet aangegeven. Depressie is opgedeeld in 7 symptomen en het is niet duidelijk welke bewoners één of meer van deze symptomen vertoonden. De indicator ‘depressie’ bestaat uit 7 factoren: -
negatieve uitspraken voortdurend boos zijn uitingen van irreële angst klagen over gezondheid angstig klagen/bezorgd zijn droevige, pijnlijke gelaatsuitdrukking huilen
2008 19.7% 28.4% 27.1% 14.8% 28.4% 22.2%
2009 12.7% 25.3% 16.5% 16.4% 21.6% 15.4%
18.5%
14%
Afgezien van het symptoom ‘klagen over gezondheid’ vertonen de bewoners deze symptomen in 2009 minder dan in 2008.
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting
’t Huis op de Waard scoort nu gemiddeld op deze indicator, een vooruitgang ten opzichte van vorig jaar. Positief is ook dat met de daling van het voorkomen van (symptomen van) depressie niet tegelijkertijd het gebruik van antidepressiva is gestegen (zie de score op de indicator psychofarmaca – antidepressiva)
6. Tot slot Tot besluit van deze toelichting op de zorginhoudelijke indicatoren worden de scores van 2008 en 2009 nog even overzichtelijk naast elkaar gezet in een tabel: INDICATOR
2008 2009 Slechter/gelijk/beter t.o.v. 2008 Decubitus *** ** ↓ Voedingstoestand – wegen *** ** ↓ Voedingstoestand – navragen ***** * ↓ Voedingstoestand – wegen en navragen *** * ↓ Valincidenten *** ***** ↑ Medicijnincidenten ** ** ↔ Psychofarmaca *** *** ↔ Antidepressiva **** **** ↔ Vaccinatiegraad – cliënten ** ***** ↑ Vaccinatiegraad – medewerkers *** *** ↔ Incontinentie – prevalentie **** * ↓ Incontinentie – diagnose * *** ↑ Verblijfskatheter * ** ↑ Probleemgedrag * ** ↑ Fixatie *** *** ↔ Depressie * *** ↑
Uitslag meting zorginhoudelijke indicatoren/PdW/300909/toelichting