llederIzndse Organisatie voor toegepast-nztiarweterischappelkjk vaderzockpretherlands Organisation for Applied Sciemi5c Research
MO Bouw
en
Ondergrond
TKO
Offerte 1 00028
Bouw
maan van Westenenk 501 Postbus 342 Retouradres: Postbus 342, 7300 AH APELDOORN
7300 AH Apeldoorn
Ministerie van Economische Zaken www.tno,n1
Directie Energiemarkt
T +3 1 8 8 866 22 1 2
Postbus Zulu!
F +3 1 88 866 22 4 8
2500 EC DEN HAAG
[email protected]
111111"11111111111111116111111"111111 Datum 8 Juni 2009
Onze referentie 034-APD-2009-100028-hee Onderwerp
Contactpersoon
Ontwikkeling van een rekenmodel voor de vaststelling van de warmtekosten zoals opgenomen in Warmtewet
E-mail
Doorkiesfax
Geachte beer Kopie aan
Hierbij ontvangt u de toegezegde offerte Ontwikkeling van een rekenmodel voor de vaststelling van de warmtekosten op het gebied van de AMVB warmtewet voor een bedrag van TNO voert uw opdracht uit onder de door u voorgestelde "Algemene
Op opdrachten aan TNO zijn van
Rijksvoorwaarden voor het verstrekken van opdrachten tot het verrichten van
voor onderzeeksopdrachten aan TNO,
toepassing de Algemene Voorwaarden
Diensten" (ARVODI), doch met inachtneming van een aantal randvoorwaarden:
mats gedeponeerd blj de Rechtbank Den Haag en de Kamer van Koophandel Haaglanderk de Algemene Voorwaarden Wien op
Artikel 19 Aansprakelijkheid
verzoek worden toegezonden
TNO is slechts aansprakelijk voor schade die het rechtstreekse gevolg is van een TNO verwijtbare tekortkoming in de uitvoering van haar verplichtingen zoals opgenomen in de offerte. Indien TNO aansprakelijk is, geldt dat TNO uitsluitend aansprakelijk is voor directe schade van de opdrachtgever tot ten hoogste driemaal het bedrag van de opdrachtsom. Artikel 19.4 TNO vrijwaart Opdrachtgever niet tegen eventuele aanspraken van derden. Artikel 25.3 TNO draagt geen aanspraken uit verzekeringen over. Indien TNO aansprakelijk wordt geacht, kan TNO
via
een ingebrekestelling aansprakelijk worden
gesteld.
Overige voorwaarden TNO behoudt de auteursrechten van onder haar naam opgestelde rapporten, notities en andem resultaten. Het TNO rapport mag slechts als geheel ter inzage aan derden worden gegeven ofwel gepubliceerd. Het is niet toegestaan slechts delen uit het TNOrapport openbaar te maken en daar de naam van TNO aan te verbinden. Aan de opdrachtgever wordt een exclusief gebruiksrecht verleend, binnen het doel waarvoor de resultaten zijn opgesteld.
fiedettitithe Oivrt:rmtle voar tecgepastqLittturworenschappelijk onderzoekilietliLliands Claganisation fiu Applied Sdentilic Researcti
Offerte 1 000 28
Datum 8 juni 2009
De geldigheidstermijn voor deze offerte bedraagt 1 maand. Voor nadere informatie kunt u contact opnenien met ondergetekende.
Onze referentie 034-APD-2009-100028-hee Bled 2/12
Graag zien wij uw opdracht tegemoet. Daartoe verzoek en wij u bijgaande kopieofferte in zijn geheel ondertekend te retourneren en daarop aan te geven ander welke referentiegegevens AI de factuur wenst to ontvang en.
Nedetlandse Orpnisatie van megepastutaurvietenschappelijk onderzaeki Netherlands Organisatioli Fr Applied S::entitic Ileiearch
Offerte 1 00028
T411
Datum 8 junl 2009 Onze referentie 034-APD-2009-100028-hee
1. Inleiding Bled
Begin 2009 is door de Eerste Kamer. de Warmtewet aangenomen Een belangrijk onderdeel daarin is de bepaling van de prijs zoals genoemd in artikel 4. De kwantitatieve invulling van de warmtewet (de bepaling van de maximum prijs) zal tot stand komen via een algemene maatregel van bestuur (AMVB) waarin nadere regels worden gesteld met betrekking tot de elementen en wijze van berekening van die maximumprijs.
De Warmtewet gaat uit van het Niet-Meer-Dan-Anders (NMDA) principe: de maximum prijs is gebaseerd op de in tegrate kosten die een verbru iker zou moeten maken voor het verlcrijgen van dezelfde hoeveelh eid warmte b ij h et gebruik van gas a ls energiebron . Deze kosten worden volgens a rtikel 4 van de Warm tewet bepaald met de ren dementsmethode. .
Tegen doze achtergrond zal een rekenmodel moeten worden ontwikkeld voor het bepalen van de maximum prijs. Het ministerie van Economische Zaken heeft TNO gevraagd om een offerte op to stellen om dit rekenmodel (de rekenregels voor de maximumprijs) te ontwikkelen. Daarin moet de mogelijkheid van correcties zijn opgesloten. Aan de hand van het model moeten effecten van invoering worden nagegaan.
De hierna door TNO beschreven werkzaamheden maken deel uit van een breder Inject. Op voorhand is het van belang dat het rekenmodel hanteerbaar is en eenduidige, indexeerbare resultaten levert . Dit past in de uitgangspunten zoals die bij de uitvoeringsregelgeving worden gehanteerd, te weten: • een transparante, eenvoudige tariefsstructuur • juiste balans tussen consumentenbeschenning en • levensvatbaarheid warmteprojecten
In artikel 5 van de Warmtewet staat: Een vergunningho uder heeft de plicht op een betrouwbare wijze en tegen redelijke pryzen en voorwaarden en met inachtneming van een goede kwa liteit van dienstverlening zorg te dragen voor de levering van warmte aan personen aangesloten op zijn warmtenet. De redelijke prijs is gebaseerd op de aan de levering van warmte redelijkerwys toe te rekenen kosten . Het uitwerken van de redelijke prijs inzake artikel 5 is Been onderdeel van de aan. TNO gevraagde werlczaamheden.
3/12
Ne,deriandse: Org,:aisatie noes to4epar,t-natuurvieteaschappelijk onski:zokiNetheklands Organiaatict; for Appbet: Scientifc 11,FeTuen
Offerte 1 0002 8
Datum
2. Overwegingen en uitgangspunten bij de aanpak van het rekenmodel
8 junl 2009 Onze referentle
Algem een EZ gaat er van uit dat er eon uniforme prijs voor warmte komt die voor alle (Ideinverbrulicende) aansluitingen gelijk is. Om tot een consistent NMDA rekenmodel te komen (die in feite de Gelijk-AanAnders ofwel GAA prijs berekent) is het van belang dat zowel de vaste als de variabele kosten beiden en los van elkaar NMDA zijn. Het te ontwikkelen rekenmodel moet zowel de bereken ing van de GAA vaste kosten als de GAA variabele kosten beschrijven. Die beschrijving wordt geoperationaliseerd in MS EXCEL om zo effecten van variabelen te kunnen laten zien. EnergieNed heeft een heldere en transparante methode ontwikkeld om de vaste kosten te berekenen (In bijlage 1 wordt de werking van de EnergieNed rekenmethode toegelicht). Het voorstel is, om deze methode — niet noodzakelijkerwijs de door EnergieNed gekozen kostenp arameters — toe te passen voor nieuwe aansluitingen. De vaste kosten van bestaan de aansluitingen zullen naar deze maatstaf gewogen moeten worden. Dit moet nader uitgewerkt warden. In ieder geval worden de effecten van het invoere n van de EnergieNed methode voor de bestaande warmte aansluitingen moeten worden doorgerekend.. Onderzocht moet worden welke waarden van referent iekosten van gasgestookte CV installaties (zie bijlage 1) realistisch zijn. Het gaat hierbij om aansluitkosten, afsehrijvingskosten en onderhoud. Voorgesteld wordt, om de prijs van warmte op brandst ofniveau of te rekenen (1 GJ = 31,595 m03 aardgas op onderwaarde). De invloed van de efficiency waarmee men aardgas gebruikt om warmte op te wekken in referentiewoningen op de prijs van warmte verdwijnt hiermee. Bovendien wordt het een zeer eenvoudig rekenmodel, dat niet geindexeerd hoeft te worden mbt de ontwikkeling van de technologie. De situatie wordt vergelijkbaar met de situatie voor het wegverkeer, wear 1 liter brandstof een zekere prijs heeft, die onafhan kelijk is van de manier waarop deze-wordt ingezet. Doze methode is in die zin een rendementsmethode omdat het rendement op 100 % wordt gesteld in beide warmtevoorzieningssystemen (warmtedistributie en aardgasdistributie). Naar het zich laat aanzien is het rendement waarmee de nieuwste CV ketels warmte opwekken (voor ruimteverwarming en warm tapwater) zodanig, dat de warmteprijs op brandstofniveau (vrijwel) GAA is, indien de verhouding warmtebehoefte voor tapwater ten opzichte van de warmteb ehoefte voor ruimteverwarming niet al te zeer afhangt van de gangbare verhouding (voor bestaande woningen is de warmtebehoefte voor tapwate r ongeveer 25 % van de totale warmtebehoefte. Voor nieuwbouw neemt dat aandeel toe).
034-APD-2009-100028-hee Blad 4/12
Nederiandse Organisatie =or toesepaslitatuarayetroachappelkilt nederrnek /Netherlands Organisation car Applital Srlentific Retearrh
Offerte 1 0002 8
Datum 8 Junl 2009
EPN als basis van de ren demen tsm ethode
Voorgesteld wordt, de berekeningsmethodiek van de EPN (NEN 5128) als
Onze refer° ntle 034-APD-2009-100028-hee
uitgangspunt te kiezen gebruikt voor de gekozen rendementsmethode . (De nieuwe ontwerpversie NEN 7120 die volgend jaar actueel zal worden wijkt op dit
Blad 5/13
punt niet af van NEN 5128) Om de invloed van de woning en installatie op het gebruiksrendement vast to stellen zullen de zes referentiewoningen van SenterNovem (zie site wvvw.epn.senternovemul ) als uitgangspunt dienen. Deze referentiewoningen hebben als referentiedaturn : 1 januari 2006. Het rendement waarmee CV ketels aardgas omzetten in warmte hangt niet alleen af van de eigenschappen van HR ketel zelf, maar ook van de manier waarop deze gebruikt wordt. De verhouding warmte voor tapwatergebruik en warmte voor ruimteverwarming kan bepaald worden aan de hand van de EPN, waarmee voor een zekere woning een zgn. Energie Prestatie Coefficient (EPC) waarde kan worden berekend. Deze EPC waarde is opgenomen in het Bouwbesluit, en moet warden overlegd alvorens een bouwvergunning wordt verstrekt. Deze woningen worden doorgerekend met de erkende EPN software mbt warmtegebruik voor ruimteverwanning en warm tapwater. De woningen zullen voor gangbare warmtevoorziening vanuit aardgas on gangbare warmtevoorziening vanuit warmtedistributie worden doorgerekend, waarbij de finale vraag naar warmte — per woningtype - gelijk blijft. Dit resulteert in aardgasverbruiken en wannteverbruiken die bruikbaar zijn als basis voor de rendementsmethode. Het gaat hier mn woningen die volstrekt identiek zijn (oppervlakken, isolatiegraad, orientatie, glasoppervlakken, materiaalgebruik, afgifterendementen, leidingrendementen, etc, etc.) behalve de manier waarop in de externe warmtevraag wordt vaorzien. NB Omdat de extern° warmtevoorziening voor SV woningen enders wordt gewaardeerd dan de warmtevoorziening van aardgasgestookte woning hoeft de EPC waarde niet gelijk te zijn.
De rendem en tsm ethode, toegepast op de bestaande woning voorraad
Eventueel kunnen, voor zover gegevens beschikbaar zijn, de gegevens van de historische woningvoorrraad worden bepaald om de historische warmteprijs 1 van bestaande woningen te berekenen. Op deze manier wordt in kaart gebracht wat de effecten van de nieuwe, op brandstof gebaseerde warmteprijs voor de bestaande woningen en de bestaande warmteprijzen zijn. Bestaande niet "state-of- the-art"-CV ketels — in bestaande woningen - hebben een lager rendement, vooral ketels die geen HR label hebben. Wanneer het rendement deze (technisch verouderde) ketels als maatstaf geldt voor SV woningen die opgeleverd zijn in de periode dat deze CV ketels zijn geplaatst, dan leidt dit uiteraard tot warmteprijzen die hoger zijn dan in nieuwe woningen met de nieuwste HR CV techniek.
1 Stel dat een warmtewoning in 1980 is gebouwd. De historische warmteprijs voor doze woningen wordt dan gerelateerd aan de stand der techniek voor aardgaswoningen anno 1980.
Nederlotthe Orgardsatie mar tceppag-naruurtr&enschappelijk tintierzaekltiotherlanck Otgxaisatiuu for Applied Scientifa: Research.
Offerte 1 00028
Datum
Er moet worden nagegaan wat de invloed is van de algemene invoering van de berekende maximum prijs voor de vaste kosten. Mogelijk zal voor bestaande aansluitingen een correctiefactor moeten worden ingevoerd die de overgang voor leverancier en/of SV aangeslotene accepta bel maken (harmonisatie).
8 juni 2009 Onze referentie 034-APD-2009-100028-hee Bled 6113
De keuze vo or de warmfeprijs Men zou kunnen kiezen voor een `nieuw op nieuw' warmteprijs. In dat geval gaat de warmteprijs vermoedelijk voor vrijwel alle bestaande SV aansluitingen omlaag. Men zou kunnen kiezen voor het gemiddelde rendem ent van de bestaande ketelpopulatie. In dat geval is de warmteprijs voor `nieuw op nieuw' SV aangeslotene `rneer dan anders' en voor de oudste SV woningen 'minder dan anders (echter niet noodzakelijk meer of minder dan het huidige tarief dat in rekening wordt gebracht). Overigens is dit gemidd elde rendement wellicht niet eenvoudig vast te stellen. Er zijn echter ook mengvormen denkbaar. Zo is het mogelijk om bestaande SV aansluitingen over een zekere periode toe te laten groeien naar een warmteprijs op brandstofniv eau dat, zoals gezegd, vermoedelijk vrijwel gelijk is aan het `nieuw op nieuw' warmte tarief (harmonisatie).
Rekening houdend met voomoemde overwegingen en uitgangspunten zullen de werkzaamheden warden uitgevoerd.
rieder!andse Organisale vnnr toegerzst•natuutwetemcliappelijk nntierzoirknictheriands Organisation for Applied Sc entific lbzwarell
Offerte 1 00028
Datum 8 juni 2009
3. Werkzaamheden Onze referentie 034-APD-2009-100028-hee
Het ontwikkelen van een GAA rekenmodel voor de berekening van: Blad 7/12
A . De vaste kosten van een SV a ansluiting: Voor dit deel van het model wordt aanvullend uitgevoerd: A.1 Onderzoek naar de praktijkwaarden van de parameters van het EnergieNed rekenmodel (zie bijlage 1)
A.2. Nagaan van de effecten van invoering van de EnergieNed methode met correcte parameters op de (historische) woningvoorraad.
A.3 Het uitwerken van een voorstel voor mogelijke correctiefactoren voor de bestaande SV woningvoorraad.
B. De variabele kosten van een SV aansluitinz Voor dit deel van het model wordt aanvullend uitgevoerd: B.1. Doorrekenen van de zes referentiewoningen op warmtegebruik en aardgasgebruik, resulterend in warmte en aardgasverbruiken op basis waarvan rendementen kunnen worden berekend.
B.2. Nagaan van de effecten van invoering van de rendementsmethode op basis van stookwaarde op de (historische) woningvoorraad.
B.3 Het uitwerken van een voorstel voor mogelijke correctiefactoren voor de bestaande SV woningvoorraad.
Rapportage Rapportage van de uit to voeren werkzaamheden vindt als volgt plaats: tussenresultaten van de door TNO uitgevoerde werkzaamheden door middel van een presentatie; schriftelijk concept-eindrapport; schriftelijk eindrapport (in 2-voud), waarin de achtergronden bij de in het rekenmodel voorgestelde benadering en kentallen beknopt worden gerapporteerd
Het eindrapport wordt oak als pdf beschikbaar gesteld.
Werietilande Orgettis at ie. treier C(31!MiiSt41.atalirWeierisrhapppliil iondernuekitietlietlaadis Organisation tor Applied iiieritibc tivseatrh
Offerte 1 00028
Datum 8 Juni
4, Projectorganisatie, projectplanning en projectprijs
Onze referentie 034-APD-2009-100028-hee
Projectorgan isatie
De werkzaamheden zullen in nauw overleg met EZ en door EZ aan to wijzen partijen (waaronder SenterNovem) worden uitgevoerd. Gezien de korte doorlooptijd van het project is het van belang dat de data van alle projectb esprekingen bij de start van het project worden vastgesteld. Voor de werkzaamheden door TNO
als projectleider optreden
Doorlooptijd en prijs
De startdatum van het project valt samen met de datum van opdrachtverstrekking. De opleverdatum van dit project is 15 juli 2009, uitgaand e van een startdatum van 9 juni 2009.
Projecgdanning
Concept-eindrapportage versie 1 (presentatie): 1 juli 2009 Schriftelijk concept-eindrapport versie 2: 8 juli 2009 Schriftelijk eindrapport: 15 juli 2009
Voorwaarden
Het is noodzakelijk dat partijen in de markt (met name wartnteleveranciers) meewerken aan het tijdig leveren van relevante data die in hun bezit zijn en die tijdig leveren aan de opdrachtnemer. °
Datum
Voor akkoord: Ministerie van Economische Zaken
Naarn:
2009
Datum:
6:-
e..y
Blad 8/12
thdcrklut,e org;:morie ;roar toogepAss•Attrutsveten$Lhappelf;k inuletz, wki Net Realm% OtgaritsatiLn ter Applied Scientitk Research
Offerte 1 00028
Datum
8 junl 2009
Bijlage 1: de EnergieNed methode voor vaste kosten Onze referentle 034-APD-2009-100028-hee
De eenmalige kosten De eenmalige aansluitbijdrage voor SV-woningen wordt opgebouwd uit de standaard.-
Blad
aansluitbijdrage zoals die geldt voor GD-woningen plus een extra aansluitbijdrage
9/12
gebaseerd op bet verschil tussen de noodzakelijke investeringen voor een SV- en een GD-installatie. Op basis van aangenomen bedragen voor installatiecomponenten van zowel GD- als SV-installaties (EnergieNed geeft hiervoor geen referentie) volgt de extra aansluitbijdrage als aangegeven in Figuur 1.
Extra
Extra
cW
co .c a)
aansluit bijdrage
investering aardgas
Extra
installatie
Investering warmte Installatie
N
Basis Installs%
installatie
Basis
Basis
aanslult
aanslUit
bijdrage
bijdrage
GD
SV
Figuur 1 Verge* in vesteringsniveau GD en S V installaties voor de eigena ar va n de woning. De extra a ansluitbijdrage (EAB) volgt uit het gelijktrekken van beide inve steringen De basis aansluitbijdrage van de SV-woning (datgene wat voor de aansluiting van de woning aan de warmteleverancier/netbeheerder wordt afgedragen) is gelijk aan die van de GD-waning. Dit geldt ook voor de basisinstallatie, dat zijn die installatiedelen die voor beide installaties gelijk zijn (oa radiatoren, leidingen). De investering die door de SV-bewoner moet worden gedaan in de `eigen' instaliatie is lager dan die door de GD-bewoner moet worden gedaan. In de EnergieNed-methode worden de investeringen in GD en SV gelijkgetrokken door het invoeren van de extra aansluitbiidrage.
NB In deze rekenmethode heeft de extra aansluitbijdrage van de SV-woning dus nets te maken met de investeringen die het SV-bedrijf moet doen om SVsystemen aan te leggen. De extra aansluitbijdrage volgt - uitsluitend - uit het gelijktreldren van de investeringen die de SV- en de GD-woningen moeten verrichten.
N;detlanest Outavisatie v co : tuegepastltratulwatenschappziljk ovAierzvek Net herlands (;rganisatio n for Applied 5LicittiN lit!SE a 1th
Offerte 1 00028
Datum 8 Juni 2009
In somrnige gevallen wordt de extra aansluitbijdrage verhoogd met een zogenaamde rentabiliteitsbijdrage. Hierin is verwerkt dat er bij nieuwb ouwwoningen minder in de woning zelf gelnvesteerd hoeft te worden om een zekere EPC waarde te halen. Dit laatste wordt veroorzaakt door de hoge (forfaita ire) opwekkingsrendementen van warmte voor SV woningen die in de EPN worden aangehouden. De rentabiliteitsbijdrage is omstreden en wordt lang niet altijd toegepast. Het is duidelijk dat het realiseren van eenzelfde EPC waarde door het toepassen van minder isolatie — de basis voor de rentabiliteitsbijdrage — in het nadeel is van de SV-woning omdat deze dan meer warmte gaat gebruiken die uiteraard ook betaald moet worden. De rentabiliteitsbijdrage blijft hier verder buiten beschou wing. Het jaarlijks vastrecht Vervolgens worden ook de jaarlijkse kosten van de installaties (GD en SV) aan elkaar gelijk gesteld. Het resulterende verschil in jaarlijk se vaste kosten worden de `vetutedeni kosten genoemd. Deze venneden kosten worden in de EnergieNedmethode aan de SV-bewoner in rekening gebracbt ander de noemer ` vastrecht'. Figuur 2 geeft aan hoe dit plaatsvindt. De GD-woning betaalt jaarlijks (a) vastrecht voor zijn gasaansluiting en (b) onderhoudskosten voor zijn CV-installatie, daamaas t schrijft hij (c) af op zijn CVinstallatie. De SV-woning betaalt jaarlijks (a) (geringe) onderho udskosten voor zijn eigen SVinstallatie, daamaast schrijft hij (b) af op zijn SV-insta llatie en betaalt (c) rente en glossing over zijn extra aansluitbijdrage. Deze laatste post ontstaat door het feit dat hij een extra aansluitbijdrage heeft moeten betalen, waar gem investering en dus geen afschrijving tegenover staat.2 De vermeden kosten worden door EnergieNed opgebo uwd uit: 1. Vastrecht voor aardgas 2. Kosten onderhoud CV ketel — Kosten onderho ud SV installatie 3. Levensduurverschillen Ad 1:
De kosten van het vastrecht voor aardgas zijn te ontlenen aan de door de locale netbeheerder vastgestelde tarieven. Deze tarieven kunnen van regio tot regio en van netbeheerder tot netbeheerder verschil len. Ad 2: Daarnaast spaart de SV-woning onderhoud uit aan zijn gasketel: hij heeft deze inuaters niet. Er wordt hier uitgegaan van de situatie dat de warmteleverancier alle onderhoud van de installatie voor zijn rekenin g neemt. Hiervoor wordt door EnergieNed een bedrag van E 90 aangehouden. De SV-woning heeft volgens EnergieNed €16 per jaar aan onderhoudskost en, voomamelijk voor de thermostatische radiatorafsluiters en/of de ruimtet hermostaat. Ad 3: Omdat na doorberekening van vermeden kosten en afschrijvingen nog steeds een verschil resteert tussen tussen SV en GD op te heffen, wordt tenslotte een
zijn dus de (periodieke) fmancieringskosten van de (eenmalige) extra aansluitbijdrage.
2 Dit
Onze referentle 034-APD-2009-100028-hee Blad 10/12
▪ •
1,7+26i:11,1nd 51: Organi5atie your ineppdst-Itawurwptenvilapptlijs.ondtrcoek,/ Netherlands Organisation. for Apptted Scternific Research
Offerte 1 0002 8
TAI
Datum 8 junl 2009
post levensduurverschilleni opgenomen, waarin tot uitdrukking komt dat de Onze referent's
jaarlijkse kapitaalslasten ten gevolge van de investeringen Met gelijk zijn,
034-APD-2009-100028-hee
maar gelijk worden getrokken vanwege GAA.
Bled 11112
Afschrijvind
Afschrijving 'elgere installatie
'eigen' installatte Renal•e flossing Extra aansluit Bijdrage (EAB)
Levensduur
A Directs kosten SV 1
kapitaalslasten
V A
versottillen
Vermeden kosten SV
Onderhoud CV installatie
JaarWks 'out of pocket' kosten GD
Afschnivingsposten
Vastrecht aardgas
Rente en aflossing EAB SV \
GD
SV
Directs kosten SV 2
Onderhoud SV Vermeden kosten SV
Figuur 2 Vergelijk jaarlifkse vaste kosten G D en S V installatles voor de eigenaar van de woning. De vermeden kosten voor de S V waning volgen uit het gelgktrekken van de Jaarlifkse kosten. NB het gaat hier uitsluitend om de kosten die ten laste komen van de eindge bruiker
Nedvdarulse Orgmtiscni:: von' teegepast.naturwrtenschappelijk c n derzot k NeIhtr tan du anzprusa riful for 5c:entific Aesharoh
Offerte 1 00028
TOW
Datum
Onderstaand rekenschema geeft de rekenresultate n voor het advies van 2006 weer (in euro, ex BTW).
8 Juni 2009 Onze referent's 034APD-2009-100028-hee
Blad 12/12
REIA714 17•dragon Int on 47071B7W 5V 0439011•F Is 4112811841Wann lapvealsr In4151189. RAM.
6.09 161106 1500
Pt* CV ka4119R 748001CW3 lovvnaduur CV 178141 [Om u c h nrata p CV 076 1 8 1 151 1 . ( ma gas ) Radi sta ref t ku let a, . 1 . 0 08 0 4 4 0 0914 04
l uv ost
4 080 CV HR 80087 1 (trui ViRV 0 0 C177 3 4,7 93u 1
2 6 Jonnast 1q 4f: 2 14 15 3, 41"r 1 7 ) 2 1 e3
4 410007 097 078 8 1 • 407 pi4I N1 3 190891919 en g a s ktu a l
30
1 30 01
179970 9747 5 an eut , 7 8 7 0 707009.44 795 997•91 10'
204 ,72
4
1
5. 0 5 W a rr wtEt t 400474 7
nf ile a t
00071 1 05 22 0 V 17 01 404 9 a , pa nsi svm
75. 70
is
1 01 11 8
30
1 03 05
1 . 105 544 1 0 50405 0 . 001
25 23
30
5 49
7404 1
I n e004/109
9 10
200 0 1
30
3 5 ,4 17
0
WC 3 1 52 . 07
31357
3554 00 314, 1 55 0 . 50
4a anatt VE:t 355 . 5 7
1 01 :09
335, 5 7
335 ,57
0399 . 1 4
t,
141 61 32 3 1
14144 1
31 5251
31 57:8 7
Va m m em 703 4 1 a nyla0s 1 1759777 T o lae l Ai sch97100
0 . 75
30
GO
Ewa 4407 54 90710019
2 24
30
1 02:42 ' 1 1 5 2.57
Itiva ate ting
6 0 4 194017.51 8078447,71 47k 9 14 1 0 % aenn e nwun7 I I O f 2 41 8 81
15
AtInta no 4704044 Ivu e t rucv H R k u lot 1 11 . % st annsmot a n tam o
iove nsd
041 8 4 0 744 00 17713 1 7 i n •u 7 1 14 4 4 tf Et 09 5 9109143/9 ,494 0 7 1131 00 1 9951 0 2. 47 104 ,, 4 97 77 , 2 9 9
15
00 915. 101+ pan 010, 01j
7ne 1 0 10
1
10 1 G O meaga"
00 010 . e0a94 141 0 004
335 5 7 0 5411941 1878303 11 77 0 POO
eim e cti • I tve0st l u1t ra41 sc lieen
14908 SondooVitsta tt 04 1371V 0444 0189171
1 4 16 1
0 00
32.31 335 5 7
335 6 7
4 5 5.37
4 2 5. 5 7
9 7: 8 9 101441
4079970vIt70 *10677
101001 504
71001 4 0409 04 71 10 5
.1 0 1 00
13 5 7
. 1 4 1 01'
and• rhou ti
• 4 0 00
•91 00
1 053 1
990
E xi ts vest . 08 . 2.0 1 . 4 4 1 vmo racht s o rd ri si Ai n 0040:0010 0•074t le st to
betabl n
4 2, 9 , Atst 37 1 41
26
7 70 , 7 3
30
52 3 5
39
4 . 51
92 4 0
30
921
90 19
-16
0. 4u
15
0 150
J 3 3 0 30
i01 48 54
52 0
ea
40 .9]
30
1 4 1 05
30
1 55 11,5 0
32 , 17
4 37 1 2 56 1 9 1 ,48