“The EU: Brussels capital” Position paper “Brussels Metropolitan”
Brussel heeft een gevestigde reputatie van “Capital of Europe”, door de aanwezigheid van de belangrijkste Europese instellingen en andere internationale instellingen. Deze aanwezigheid biedt een enorme toegevoegde waarde, niet enkel voor Brussel maar ook voor de rest van het land. Het belang van deze aanwezigheid wordt door de beleidsverantwoordelijken in dit land onvoldoende naar waarde geschat en vaak beschouwd als een “free lunch”. Deze paper geeft het belang van de Europese en internationale instellingen in Brussel aan en formuleert een aantal denkpistes om deze aanwezigheid te consolideren of verder te versterken. Deze paper biedt geen kant-en-klare roadmap, maar wil vooral een aanzet zijn tot een grondige debat dat moet leiden tot een doordachte strategie en een gepast beheersmodel voor de versterking van de Europese en internationale functie van Brussel.
I.
De EU als brandstof voor de Brusselse en Belgische economie 1. De EU-aanwezigheid in Brussel
1
•
Brussel is de zetel van twee Europese instellingen : de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie.
•
Hoewel de officiële zetel van het Europees Parlement in Straatsburg ligt en het secretariaat-generaal in Luxemburg, vinden de vergaderingen van de politieke fracties en van de parlementaire commissies in Brussel plaats. Concreet betekent dit dat de Europese parlementsleden, hun assistenten en een deel van de ambtenaren per maand drie weken in Brussel en één week in Straatsburg werken. In Straatsburg worden de plenaire zittingen van het EP gehouden (de stemmingen), maar regelmatig zijn er in Brussel ook zgn. mini-sessies.
•
Sinds het verdrag van Lissabon door alle EU-lidstaten geratificeerd werd, is de Europese Raad (ook “Europese top” genoemd) ook een Europese instelling, met als zetel Brussel.
•
Brussel is de zetel van twee raadgevende Europese organen: het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité.
1
Art. 9 van het Vedrag : “ […] De Instellingen van de Unie zijn: het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Europese Commissie, het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en het Rekenhof.”
1
•
2
Brussel huisvest tevens de zetel van 7 Europese agentschappen :
1. Het Europees Defensieagentschap (EDA) 2. Het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA)
3. 4. 5. 6. 7.
Het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (EACI) Het Europese GNSS-toezichtautoriteit (GSA) Het Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA) Het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERC) Het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnet (TEN- T EA)
•
Naast de Europese agentschappen vonden nog enkele Europese inter-institutionele organen onderdak in Brussel: het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO verzorgt de aanwerving van nieuw personeel van alle instellingen van de EU), de European Administrative school (EAS staat in voor de vorming en opleiding van deze personeelsleden) en het Bureau voor Publicaties (de uitgeverij voor publicaties van alle instellingen van de EU).
•
Er zijn nog twee andere communautaire instanties in Brussel: het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) en het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (DG JRC). Zij maken officieel deel uit van de Europese Commissie, maar genieten een grotere autonomie dan de andere DG’s (directoraten-generaal).
…ook internationale instellingen buiten de EU •
•
Brussel huisvest de zetel van verschillende internationale instellingen, zoals de NAVO, Eurocontrol, de West-Europese Unie, de Werelddouaneorganisatie, the European Committee for Standardization, het Secretariaat-generaal van de Benelux, … Brussel telt ook verschillende vertegenwoordigingen van internationale instellingen die elders hun zetel hebben, waaronder verschillende afdelingen van de VN (UNICEF, UNESCO, …), maar ook van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid, de Internationale Organisatie voor Migratie, …
2. Het economisch belang van de aanwezigheid van EU en internationale instellingen •
Goed voor 100.000 jobs De laatste studie die hierover verschenen is (2007) toont aan dat, naast de directe werkgelegenheid die de Europese en internationale instellingen verschaffen, hun aanwezigheid bijkomende jobs genereert in verschillende sectoren zoals de horeca (hotels, restaurants, cafés), handel en toerisme.
2
http://europa.eu/agencies/inyourcountry/index_nl.htm
2
Op indirecte wijze creëren ze ongeveer 28.000 jobs. In totaal zou de Europese en internationale aanwezigheid verantwoordelijk zijn voor 13 à 14 % van de jobs en van het 3 Brusselse BNP, wat overeenstemt met zo’n 100.000 jobs. Dit betekent dat de aanwezigheid van de EU en de internationale instellingen op zich goed is voor circa 2,5% van de Belgische economie. Hun economisch gewicht is vergelijkbaar met de automobielsector, belangrijker dan de horeca, de textielsector of de productie van energie en water en vijf keer zo belangrijk als de landbouw. In deze cijfers zijn bepaalde meer afgeleide effecten nog niet in rekening gebracht, zoals de indirecte effecten voor dienstenverstrekkers en toeleveranciers op Brussels Airport, of de afgeleide effecten van de internationale merkbekendheid van Brussel als Europees beslissingscentrum. •
Economische impact langs verschillende kanalen a) Directe impact van internationale instellingen Het aantal Europese ambtenaren die werken in Brussel bedraagt tussen de 37.000 en 39.000 (op basis van meest actuele beschikbare bronnen, oktober 2009). Recente cijfers geven aan dat tweederde daarvan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woont. Bij de andere internationale instellingen in Brussel werken zo’n 6.400 mensen, waarvan 4.000 bij de NAVO. De 5 belangrijkste Europese instellingen en organen nemen 1,9 miljoen m² 4 kantoorruimte in beslag. Als je hier nog eens de kantoorruimte bijvoegt die de andere Europese actoren innemen (zoals de lobby’s, regionale kantoren, NGO’s, … ) groeit dit cijfer tot 3,3 miljoen m² of 30 % van de totaal beschikbare kantoorruimte in 5 Brussel. Een belangrijk deel van dit patrimonium is in handen van Belgische institutionelen (verzekeraars, pensioenfondsen, financiële instellingen). b) Activiteiten direct verbonden met EU en internationale instellingen 6
In Brussel werken 5.244 diplomaten , het grootste aantal ter wereld in één stadsgewest. Daarvan werken er circa 2.000 voor de permanente vertegenwoordigingen bij de EU en de Westeuropese Unie.
3
C. VANDERMOTTTEN ed., Impact socio-‐économique de la présence des institutions de l’Union européenne et des autres institutions internationales en Région de Bruxelles, ULB, 2007
4 5 6
“Het vastgoedbeleid van de Europese Commissie”, persbericht van de Commissie, maart 2009. “Brussels in Europe/Europe in Brussels. 50 years of convergence”, 2007, p. 36 Cijfers van de Protocoldienst van de FOD Buitenlandse Zaken, oktober 2009
3
De permanente delegaties en diplomatieke missies bij de NAVO tellen ongeveer 2.000 leden (slechts een deel van deze groep zijn diplomaten). Brussel telt daarnaast meer dan 300 vertegenwoordigingen van regionale en lokale autoriteiten bij de EU. Brussel is het grootste perscentrum ter wereld, met zo’n 1.140 EU-persmensen (cijfers oktober 2009, EU-Commissie). Na Washington telt Brussel het grootste aantal lobbyisten. Hun aantal wordt 7 8 algemeen geschat tussen 15.000 en 20.000 , al kan dit aantal volgens sommige bronnen nog hoger oplopen. Er zouden ongeveer 2.500 lobbyorganisaties actief zijn 9 in Brussel. Daarin zijn ook vakbonden, werkgeversorganisaties, studiecentra, NGO’s, beroepsverenigingen, advocaten begrepen. Brussel telt ongeveer 150 internationaal en Europees georiënteerde advocatenkantoren. Voor de aankoop van goederen en diensten doen EU-instellingen en direct daarmee verbonden instellingen (zoals de Europese scholen) in belangrijke mate een beroep op Belgische bedrijven. Een recent onderzoek geeft aan dat voor kleinere contracten (tussen 13.800 en 50.000 euro) Belgische bedrijven 38% in de wacht 10 slepen, en voor de EU-instellingen uitsluitend gevestigd in Brussels zelfs 67%. c) Activiteiten indirect verbonden met EU en internationale instellingen 11
Brussel telt een 2.300 vestigingen van buitenlandse ondernemingen. Daaronder bevinden zich onder meer enkele Europese hoofdkantoren van 12 multinationals, zoals die van Toyota, Coca Cola en IBM. Maar merendeels zijn het internationaal georiënteerde zakelijke dienstverleners. IT-diensten, financiële diensten en de internationale advocatuur zijn sterk vertegenwoordigd. De gemiddelde omvang van de buitenlandse bedrijfsvestigingen is relatief klein: ongeveer honderd 13 personen. Overigens zijn er weinig grote Belgische internationale ondernemingen. De aanwezigheid van internationale instellingen staat in voor 70% van het zakentoerisme en 30% van het vrijetijdstoerisme (Impactstudie ULB-Igeat, 2007)
7
Resolutie van het Europees Parlement van 8 mei 2008 over de ontwikkeling van het kader voor de activiteiten van de belangenvertegenwoordigers (lobbyisten) in de Europese instellingen, (2007/2115(INI)). 8 « Lobbying in the European Union », Europees Parlement, Constitutional affairs, November 2007 (PE 393.266) 9 Resolutie van het Europees Parlement van 8 mei 2008 over de ontwikkeling van het kader voor de activiteiten van de belangenvertegenwoordigers (lobbyisten) in de Europese instellingen, (2007/2115(INI)). 10
J. Lambrechts & J. Michels, Belgiscje KMO’s in de “Europese wereld” in Brussel, SVO-Brussel, 2006
11
Cijfer dat gebruikt wordt door Bernd Schneider, Economisch adviseur van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij de Europese Unie. 12 De Europese directie van 188 internationale bedrijven ligt in Brussel. BECI, 7 oktober 2008 13 BruXpats. Het onthaal, het verblijf en de positie van expatrianten in Brussel", studie van Arjan van Daal, januari 2006.
4
Brussel telt drie Europese scholen (Ukkel, Woluwe, Elsene) waar bijna 9.000 leerlingen school lopen. Een vierde school opent in 2012 haar deuren in Laken. Verder is er de impact van de privé-aankopen door de personeelsleden van de Europese en internationale instellingen (en hun gezinsleden), met name in sectoren als vastgoed, kleinhandel, horeca, transport, vrijetijd… Daarbij dient ook beklemtoond dat EU-ambtenaren weliswaar geen personenbelasting betalen aan de federale overheid, maar ze betalen wel andere belastingen: BTW, onroerende voorheffing (gewest en gemeenten), registratierechten (gewest), gemeentelijke opcentiemen in de personenbelasting en andere gemeentelijke belastingen.
II.
Een beleid om Brussel als “Capital of Europe” te consolideren Het beleid inzake de vestiging van Europese en internationale instellingen zit te paard tussen het federale niveau en het regionale niveau. Het beleid terzake is niet coherent en onvoldoende pro-actief. Er wordt te gemakkelijk van uit gegaan dat instellingen in Brussel gevestigd zullen blijven. De Duits-Nederlandse lobby voor de verhuis van de NAVO naar Bonn geeft aan dat er kapers op de kust zijn. Het risico van delocalisatie van Europese en internationale instellingen is niet meteen groot, maar het blijft reëel. Het gaat hier om een cluster van instellingen: als één dominosteen valt, kan het snel gaan. Het gaat ook over slechts een beperkt aantal instellingen, waarvan de localisatie sterk afhankelijk is van politieke beslissingen in het buitenland, en waar gelet op het groot aandeel van het buitenlands personeel ook buitenlandse belangen spelen. Een verankering is dus niet verzekerd. Vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden er de voorbije jaren tal van initiatieven ontwikkeld om de EU beter de positioneren in Brussel, onder meer door een intens overleg over de inplanting van de EU-gebouwen in het gewest, evenals over de verdere ontwikkeling en de leefbaarheid en mobiliteit van de Europese wijk. Het Plan voor de Internationale Ontwikkeling werd gelanceerd, er op gericht om alle aspecten van Brussel als Europese hoofdstad te integreren in een coherente aanpak. Verder levert het Verbindingsbureau Brussel-Europa een belangrijke bijdrage in het versterken van de relaties tussen de Brusselaars en de Europese ambtenaren, onder meer met dienstverlening aan EUambtenaren die zich in Brussel komen vestigen en met acties om de Brusselaars en de Europese instellingen en hun personeel meer met elkaar in contact te brengen. Daarnaast is er een federale instantie die belast is met het zetelbeleid. Er is echter nood aan een meer coherente en pro-actief beleid voor het aantrekken én behouden van Europese en internationale instellingen in Brussel. Hieronder worden enkele denkpistes geformuleerd om hier toe bij te dragen. Deze denkpistes hebben zowel betrekking op de “governance” van dit beleid als enkele inhoudelijke acties om de aantrekkingskracht van Brussel voor Europese en internationale instellingen te vergroten.
5
Omdat de aantrekkingskracht van Brussel voor Europese en internationale instellingen niet enkel voor Brussel zelf maar ook voor de anders landsdelen van groot belang is, dienen ook zij hierbij te worden betrokken én te investeren. 1. Actief zetelbeleid voor aantrekken/behouden internationale instellingen De federale overheid en de twee andere gewesten dienen samen met Brussel een proactieve strategie te ontwikkelen voor het aantrekken en behouden van internationale instellingen met Brussel als uithangbord. Daarin gaat bijzondere aandacht zowel naar de verankering van de Europese instellingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als naar de harmonische integratie van de Europese functie in het stedelijk weefsel. Op basis van een gedeelde strategische visie kunnen de verschillende betrokken entiteiten hun bijdrage leveren tot de versterking van de Europese en internationale centrumfunctie van Brussel. De werking van Beliris dient in dit perspectief te worden herbekeken. Er dient één minister voltijds belast te zijn met de coördinatie van het strategisch actieplan en de communicatie met de Europese instanties. De federale diplomatie en de federale en regionale vertegenwoordigers bij de EU moeten mee betrokken worden in een coherente en pro-actieve politiek van onthaal van de Europese en internationale instellingen in Brussel. 2. Versterking promotie van BM als Europese hub bij buitenlandse investeerders De drie regionale diensten bevoegd voor het aantrekken van investeerders dienen i.s.m. de federale FOD Buitenlandse Zaken een coherente strategie en gecoördineerd actieplan te ontwikkelen voor de promotie van BM als Europese hub, met focus op de BRIC. Brussel moet daarbij (nog) meer uitgespeeld worden als (Europese) merknaam. Dat betekent dat in de internationale promotie van Vlaanderen de link “Vlaanderen-Brussel” expliciet wordt gemaakt, zoals het Waalse gewest dit doet met “Wallonie-Bruxelles”. 3. Versnel de plannen voor de herinrichting van de Europese wijk De plannen voor een volledige herinrichting van de Europese wijk zijn in uitvoering. Maar het gaat traag, te traag. Deze werken dienen te worden versneld, onder meer door een versnelling van de vergunningsprocedure, maar tevens door een betere financering. Daarbij dient te worden ingezet op de ontwikkeling van een nieuwe Europese landmark, voortbouwend op het concept Europolis. 4. Bouw een aantrekkelijk bezoekerscentrum uit Een aantrekkelijk bezoekerscentrum zorgt voor een beter onthaal van nieuwkomers/expats, maar ook van toeristen, die er de Europese hoofdstad in al zijn facetten kunnen ontdekken en geholpen worden voor praktische formaliteiten.
6
5. Geef meer mogelijkheden voor het gebruik van het Engels de Brusselse metropool Internationale zakenluit moeten in Brussel, maar ook in de rand zoals op Brussels Airport, in het Engels kunnen worden onthaald. Expats dienen voor bepaalde formaliteitenn ook in het Engels bedeind te kunnen worden. 6. Bevorder samenwerking tussen Europese scholen en scholen van de Vlaamse en Franse Gemeenschap. Uitwisselingsprogramma’s voor lerares en leerlingen, of gemeenschappelijke activiteiten tussen Europese scholen en scholen van de Vlaamse en Franse Gemeenschap versterken interculturele en taalvaardigheden en kunnen bijdragen tot een betere integratie van expats en hun kinderen.
7