Thailand 2 april – 23 april 2013
In april loopt de zomer op zijn einde in Thailand. Daardoor hebben we sommige dingen overgeslagen, zoals bloemenplantages en sommige watervallen, omdat die uitgedroogd waren volgens onze reisgids. Maar dat wilt uiteraard niet zeggen dat die niet de moeite zijn. We hebben een deel van onze reis geboekt via het enige overheidsgecontrolleerde reisbureau van Bangkok: The Tiger Travel Group in Soi Phraengsanphasat Tanao Road. De bus- en treinritten en hotels die zij voor ons hebben geregeld, zet ik hieronder in het groen. De andere hotels hebben we allemaal geboekt via Booking.com, de meeste terwijl we daar waren. Daarvoor hadden we op voorhand een simkaart besteld via prepaidsimcard.org, waarmee we een maand onbeperkt internet hadden. (Nu ja, de beperking lag hem in de snelheid van het internet, maar we zijn er lang mee toegekomen omdat er op veel plaatsen wifi is) Alleen New Siam II hebben we via de website van het hotel geboekt.
Bangkok (4 dagen) New Siam II: tof en rustig hotel dicht bij Kao San Road (het kleine steegje aan de linkerkant als je binnen staat, loopt langs het zwembad naar Kao San Road) en bij de bootjes die je over de rivier naar de tempels brengen. Het ontbijt is zeker ok (de uitgebreide versie vind je aan de overkant van de straat, waar je je kamernummer kunt opgeven om aan te sluiten aan het buffet) en je krijgt handdoeken als je wilt gaan zwemmen. Wat een hele verademing is als je een dag in Bangkok rondgelopen hebt. Dankzij een bereidwillige Thai (ik heb niet gezegd dat ze niet bestaan) hebben we een overheidstuktuk te pakken gekregen die ons drie uur heeft rondgereden voor 20 baht. Gemakkelijk om de tempels te doen die niet aan het water liggen. Het koninklijk paleis is echt groot, daar ben je niet snel buiten. Wat Pho en Wat Arun (aan Wat Pho vertrekt een ferry naar Wat Arun) zijn kleiner, maar echt de moeite. Geloof de tuktukchauffeurs niet die je waarschuwen dat er een dienst bezig is en je niet in de tempels kunt. Die willen je gewoon ergens heen rijden. De bootjes op de rivier brengen je heel goedkoop naar de tempels, en het briesje krijg je er gratis bij. De stopplaatsen staan met nummers aangeduid op stadskaartjes. Op de boot betaal je minder dan aan het loket, maar soms kun je niet langs het loket zonder te betalen. Het National museum is het meest bouwvallige museum dat ik ooit gezien heb. Niet echt een bezoek waard. Khao San is ‘s avonds echt de moeite. Dit is de backpackersbuurt, dus je ontmoet veel toeristen. Deze straat, die fungeert als markt, is heel gezellig. Sprinkhanen maar ook pad thai zijn hier gewoon op straat te koop. Het één is al lekkerder dan het ander – die sprinkhanen hebben eigenlijk niet veel smaak, maar hier hebben we de beste Pad Thai in Thailand gegeten.
Sta vroeg op als je de floating markets wilt bezoeken. Wij zijn er niet geraakt, maar een koppel dat we ontmoetten betaalde 500 baht om naar een lege marktplaats te varen. We hebben nog in 3 andere hotels geslapen in Bangkok: toen we terugkwamen van Chiang Mai en naar Cambodja gingen, toen we terugkwamen van Cambodja en naar Ko Samet gingen, en de laatste nacht voor we terug naar België vlogen. Twee daarvan waren in de buurt van Kao San, maar niet zo goed als New Siam en dus niet echt het vermelden waard. Het laatste, in de buurt van de sky train om naar de luchthaven te gaan, lag dicht bij de sky bar omdat we daar nog eens naartoe wilden: Chang Siam Inn. Mooie kamers, de douches zijn echte kabines in plaats van een spuitkop boven de wc. Zalig! In vergelijking met Kao San is het eten in deze buurt best duur.
Ayutthaya (1 nacht) Trein vanuit Bangkok: duurt zo’n 2 uur en kost 20 baht per persoon voor een plaats in tweede klasse. Is geweldig traag, en de lokale bevolking zit zowat op uw schoot op de houten bankjes, maar is wel eens leuk om mee te maken. Moradokthai Guest House: het oude dametje dat dit hotel runt met haar familie kan een beetje Engels. Ze hebben fietsen die je kunt huren voor 20 baht per dag, wij hebben alles daar met de fiets gedaan. De ligging van het hotel is perfect om met de toer te beginnen en het ligt dicht bij het station, waar ze u komen halen en opnieuw naartoe brengen. De kamers zijn groot en proper, met airco. De mooiste wat ligt een stuk uit het centrum: Wat Chai Wattanaram. Als je van die wat terug naar het centrum wil, kun je in de vele sois (zijstraten) kleine eetgelegenheden vinden. Heel lekker en goedkoop eten.
Lopburi (1 uur) Trein vanuit Ayutthaya (half 9 ‘smorgens): had 3 uur vertraging en we hebben het hele uur rechtgestaan in een gangetje tussen 2 wagons, met alle bagage. Een hele beleving, maar het had zeker niet langer dan een uur moeten duren, want ze komen om de 5 minuten langs met eten en drinken en dan moet je met je hele hebben en houden opzij. Gaat dat niet snel genoeg naar hun zin, dan slaan die omaatjes je gewoon op je kont. Dat durven ze wel. Tip: het woord voor buitenlander is falang. Als je dat hoort, weet je dat ze over jou bezig zijn We hadden dus maar een uurtje meer over om in Lopburi rond te lopen, maar dat is eigenlijk genoeg. De bagage kun je in het station laten staan (zoek naar het plaatje ‘left luggage’). Eens je de apen gezien hebt, valt er niet meer veel te doen. In het nieuwe deel zijn we wel niet geraakt, maar de tempels in het oude deel stelden niet zoveel voor. Pas wel op met eten; die beesten kunnen echt agressief worden.
Sukhothai (2 nachten) Trein van Lopburi naar Phitsanulok: duurt 3 uur dus hier zaten we in tweede klasse, waar airco is en stoelen met zetelbedekking. Ge krijgt ook eten, maar dat smaakt niet naar veel. Ze komen een paar keer langs met drinken. Bus van Phitsanulok naar Sukhothai: moet je zelf regelen en de laatste bus vertrekt om 18u, dus je kunt alleen hopen dat die trein geen vertraging heeft. De bussen vertrekken niet aan het treinstation; je moet een tuktuk nemen om aan het busstation te geraken. Let wel op, want er is een oud en een nieuw busstation. Vraag de tuktukchauffeur (of beter: leg hem met handen en voeten uit) dat je naar het busstation wilt waar de overheidsbussen naar Sukhothai vertrekken. De rit duurt anderhalf uur. In Sukhothai kom je zo’n 2 kilometer van het begin van de nieuwe stad, waar ons hotel was, toe. Tuk tuks genoeg, maar wij zijn te voet gegaan. Onderweg zijn we een restaurantje tegengekomen (het was toen al half 8) waar je buffetgewijs je eten kunt bakken aan je eigen tafel in een soort omgekeerd vergiet, waar ze kolen onder leggen en olie in gieten. Bakken en koken in één, dus. Wij zijn er niet in geslaagd om uit te vogelen wat we precies moesten bakken en wat gekookt moest worden, maar kom, we hadden gegeten. Kost iets meer dan gewoon gaan eten, maar valt goed mee. Sabaidee Guesthouse: onze airco werkte niet goed, maar de kamer was wel proper. De tropische tuin waar ze zo prat op gaan zit helaas wel vol muggen. Heel apart om te verblijven, maar ook met muggenspray wordt je overal gestoken. Er zijn goedkopere hotels te vinden, met zwembad, wat heel welkom is na een dag tempels doen in de brandende zon. Want publieke zwembaden zijn hier niet. Om de 20 minuten stoppen er busjes op de grote weg van nieuw naar oud Sukhothai. De 15 kilometer kun je ook fietsen met de fietsen die het hotel gratis ter beschikking stelt, maar met die hitte hebben we dat niet gedaan. Aan de busstop in old Sukhothai, waar het park begint, kun je ook fietsen huren. In het centrale park heb je die niet echt nodig, en je moet er bovendien extra inkom voor betalen, maar om naar het noordelijk park te gaan, is het wel handig. Een grappig restaurant om te gaan eten is Poo restaurant. Ze zijn heel trots op hun collectie Belgisch bier en heel vriendelijk.
Chiang Rai (3 nachten, 2 dagen) De busrit van Sukhothai naar Chiang Rai duurt 7 uur. Onderweg stoppen ze om te eten en er is airco, dus het valt best mee. Om het kleine zusje van Chiang Mai te bezoeken, heb je niet meer dan 2 dagen nodig. Tenzij je van daaruit trektochten wilt maken in de jungle, natuurlijk. De night market heeft heel veel standjes, en een heel gezellig plein met allerlei eetstandjes waar je voor een appel en een ei kunt eten. (vooral ei, want dat draaien ze echt overal in) Het eten in het noorden is minder lekker dan in het centrum of het zuiden van het land, maar toch nog steeds de moeite.
Er zijn heel wat 'reisbureau's' die excursies aanbieden, te beginnen bij je eigen hotel. Dat maakt afdingen gemakkelijk. Als je er drie of vier bezoekt (daar moet je hooguit 50 meter voor stappen, zoveel zijn er), krijg je de prijs zelfs met de helft naar beneden. Niet te missen is de White temple. Als je een excursie boekt, zit die tempel vaak in het pakket. Wij hebben in het busstation in het centrum zelf de bus genomen voor 30 baht per persoon heen en terug. Er rijden heel wat bussen, dus om terug te komen, moet je niet lang wachten. Gewoon even zwaaien als hij eraan komt. Als je dat vergeet, toeteren zij wel naar jou. Elke passagier is een gewonnen passagier voor die mannen. Probeer niet op eigen houtje naar Mae Salong te gaan, tenzij je met een groep bent. De Lonely Planet beweert dat de eerste bus, die je afzet op een knooppunt waar je een ander busje kunt nemen, er een half uur over doet. In werkelijkheid duurt dat minstens een uur. En als je niet met 8 man bent, neemt het tweede busje, dat eerder een pickup is, je mee voor 500 baht voor 2. Om terug te komen, betaal je nog eens zoveel. Daar komt nog bij dat de laatste pickup al om half 5 vertrekt, dus het is niet echt de moeite. Als je echt wilt gaan, kun je dat dus best bij een reisbureau regelen. Alle bureau's bieden trips aan naar de Karen longneck stam en meteen ook 5 andere dorpen. Helaas kom je dan terecht in een soort Bokrijk, waar al die bergvolkeren een viertal huisjes hebben staan. Daarin verkopen ze zelfgemaakte sjaals, mutsen en prullen. Helaas leerde het Hilltribe Museum ons dat die dingen ver onder de prijs verkocht worden. In het museum verkopen ze dezelfde dingen voor een faire prijs.
Chiang Mai (4 nachten, 4 dagen) De busrit van Chiang Rai naar Chiang Mai duurt 3 uur. We hadden eerst een Green Tour bus in de namiddag geboekt, maar toen de tweede dag bleek dat we alles hadden gezien wat we hadden gezien, hebben we die nog kunnen omboeken naar ’s ochtends. Hotel: Yindee Stylish Guesthouse is goed gelegen, maar niet heel rustig met de discotheek iets verderop die je ’s nachts heel goed hoort aangezien ze daar in open lucht feesten. Prachtige kamers, gratis koffie en thee en de eigenaars kunnen heel goed Engels. Ze weten veel van de streek, het eten en de stad en kunnen je goed helpen als je een excursie wilt boeken. Wij kregen een mooie korting voor een dagje olifantrijden, bamboeraften (eerder varen) en een wandeling die uitkwam bij een waterval. Reken zeker op een rit van anderhalf uur tot in de jungle als je op een olifant wilt rijden. Door Songkran hebben we de stad niet meegemaakt zoals anders, maar de grote markt aan ... is zeker de moeite. Als je op zoek bent naar kruiden, thee, gebakken wormen of notenkoeken, kun je hier terecht. Ook stoffen en kleren vind je hier met (goedkope) hopen. De nachtbussen terug naar Bangkok (wij reden met een VIP bus van Green Bus) doen er maar 8 uur en een beetje over en liggen best comfortabel. Je krijgt zelfs eten, maar dat stelt niet zoveel voor.
Pai (1 dag) Vanuit het busstation van Chiang Mai is Pai zo'n 3 uur rijden. Heen en terug betaal je 300 baht per persoon. Zorg ervoor dat je op tijd bent en een plaatsje vooraan kunt bemachtigen, want de rit door de bergen is heel hobbelig en bestaat uit 1001 haarspeldbochten. Een iPod in je oren steken kan ook helpen, want er wordt wat afgekotst in die bussen. In Pai kun je brommers huren, maar er zijn ook taxi's. De canyon is zeker de moeite, net als de Pem Bok waterval. De memorial brigde hebben we overgeslaan. Voorzie zwemkledij en klimschoenen, of schoenen met genoeg grip, want in de canyon moet je soms stijl naar beneden.
Siem Reap (Cambodja) (3 nachten, 2 dagen) De transferbus was gelukkig geregeld door het reisbureau in Bangkok. De oversteek was geen pretje, maar het kan nog veel erger, als ik andere horrorverhalen hoor. En hadden we de oversteek niet direct in het begin geboekt, dan hadden we die door Songkran gewoon niet kunnen doen. Hoe werkt het: ze komen je ophalen aan het reisbureau en brengen je tot zo’n 10 kilometer voor de grensovergang van Poipet, waar ze je een uur tijd geven om te eten en visa’s verkopen aan degenen die er nog geen hebben. Iedereen wordt daar in andere busjes verdeeld en naar het consulaat gereden, waar ze nog iets met die visa’s uitsteken. Dan rijden ze naar de grens, waar je door de controles moet en als alles goed gaat de gids aan de andere kant van de grens terugziet, waar hij je op een shuttlebus naar het busstation zet. Daar vertrekt 1,5 uur later de bus naar Siem Reap. Die doet er zo’n 3 uur over, maar je krijgt ook nog eens een uur tijd om te eten. Wij zijn om 8 uur ’s morgens vertrokken en waren er rond 8 uur ’s avonds. Hotel: Angkor Secret Garden Inn hebben we via Booking.com geboekt, en was echt een aanrader. Ligt heel rustig net buiten het centrum. We hebben 33 dollar betaald voor 4 nachten met 2 personen, en daar zat het ontbijt bij. Ze bellen een tuktuk als je dat vraagt, die je voor 15 dollar een dag rondrijdt in Angkor. De ‘big tour’ kost 18 dollar, en hebben wij op de tweede dag gedaan. Vraag naar mister Sophea, hij heeft een mooie tuktuk, kan redelijk goed Engels en is heel vriendelijk.
Ko Samet De transfer van Bangkok naar de kust duurt 3,5 uur en de overzet met de boot duurt in principe 20 minuten. Alleen moet je soms wachten tot heel die boot volgeladen is met eten, en dan zit je daar gemakkelijk een uur. De laatste twee dagen gingen we uitblazen op Ko Samet. Nu ja, uitblazen, na een dag strand waren we het beu en dus zijn we de tweede dag te voet het eiland rondgetrokken. Er is één taxibedrijf dat met groene jeeps rondrijdt, maar die vragen 900 baht om naar het zuiden te rijden. Dus zijn wij maar te voet tot halverwege het eiland gegaan. Warm, maar leuk! We hadden het onszelf gemakkelijk gemaakt en een kamer geboekt bij Sunrise Villas, vlakbij Nadan Pier. Er zijn veel mooiere hotels aan het strand, maar dit hotel ligt best rustig en het meest populaire strand, Sai Kaew. Pas op, je moet betalen wanneer je van de boot stapt en om naar dit strand te
gaan, moet je in principe opnieuw betalen. Wij zijn elke keer aan de overkant van de weg door de poort geslopen, en niemand heeft ons ooit teruggeroepen. In de restaurantjes hier op het strand kun je heel lekkere vis eten. Het tweede grootste strand is Ao (Thais voor strand) Thian. We hebben een klein uurtje gewandeld om daar te geraken. Best rustig, maar hier liggen veel stenen in de zee, dus zwemmen gaat niet zo gemakkelijk als op Sai Kaew. Iets verder vind je heel mooie uitkijkpunten als je van de weg afwijkt en de struiken door kruipt. De wandeling is best stevig, dus voorzie genoeg water. Van daar zijn we naar het westen gewandeld, naar Ao Prao. Daar zit je het best om de zon te zien ondergaan. Ze hebben hier ook heel lekkere watermeloenshakes.