tets over landverhuizing naar de Vereeniqde Staten van Amerika DOOR
Mr. F. E. H. GROENMAN, ViCE-COiSSUL DER
NEBERLANDEN.
(Overgedrukt uit aEconoinisclu' Verslagen^^ OPH jaarg. A'o. 5, bijlage vnn (.illandelsberichtcn)} So. 4'2'7 van 20 ifei i9l5.)
Gedrukt bij de Firma F. J. BELINFANÏE, voorh. A. D. SGIIINKEL.
INHOUD.
Bladz. Kennis van land en taal
-l
Reis en aankomst
2
Nederlandsche kolonies
4
Aankoop van land voor boerderijen
g
Goedkooper land in het Verre Westen
9
«Homesteads» en «desertland»
^1
Het Zuiden Onvolledigheid van dit verslag. Algemeene opmerkingen
12 15
IETS OVER LANDVERHUIZING NAAR DE VEREENIGDE STATEN VAN AMERIKA DOOK
Mr. F. E. H.
GROENMAN,
ViCE-Go.NSrL DBR NEDERLANDEN.
Kennis van land en taal. — ^Vls liet mogelijk was alles te lezen, wat over Amerika is geschreven, zou men bij aankomst toch vele dingen anders vinden dan men zich had voorgesteld. Wat altijd waarde heeft, is een onderzoek naar de streek, waar men denkt zich te vestigen en naar de toekomst in het vak, dat men denkt uit te oefenen. De Vereeniging „Landverhuizing" (1) .stelt zich ten doel zulke gegevens te verschaffen; zelf kan men zich in het bezit stellen van een landkaart en misschien van een onpartijdige beschrijving, maar op reclameboekjes moet men niet afgaan. Vóór men gaat en zelfs vóór men zich wendt tot de Vereeniging „Landverhuizing" om inlichtingen, dient men een zekere streek of hoogstens enkele streken op het oog te hebben. Niemand kan U zeggen: deze plaats is de beste, of: daar moet gij bij voorkeur heen gaan. Hoogstens kan een streek voor de uitoefening van een bepaald bedrijf worden afgeraden. Amerika is niet meer het land, waar men op goed geluk naar toe gaat. Een boerenarbeider kan er gewoonlijk terecht, een ambachtsman soms, een avonturier zelden. Losse werklieden vinden moeilijk plaatsing, behalve op de boerderij in den zomer. Hoe goed het ook is zich te verzekeren van vooruitzichten, men kan niet zoo ver gaan, dat men bij voorbaat een contract (1) Het Informatiebureau Houtstraat .'JC), 's-Gravenhage.
dezer vereeniging is gevestigd: Lange (RED.)
9
maakt Een contract maken met een -werkgever m a g niet: aan ieder, die dit gedaan heeft, behalve aan dienstboden, weigert de Regeering der Vereenigde Staten den toegang. Een contract met een hmdmaatschappij b e h o o r t men niet liier te malven, want men dient het land eerst te zien en de streek te kennen. Er is ook geen enkel voordeel aan verbonden — het is altijd nog tijd genoeg land te koopen, als men ter plaatse is en de toestanden heeft leeren kennen. Als de gelegenheid be^jerkt of het land schaarsch was, zouden de landagenten hun waar niet zoo dringend aanprijzen. Sommigen zeggen: wanneer gij nu uw contract teekent, wordt gij gemakkelijker in Amerika toegelaten. Dit is onwaar. Anderen organiseeren gezelschappen, die onder geleide de reis doen, ongetwijfeld een groot gemak, tevens een uitstekend middel om den kolonist te bewaren voor aanraking met lieden, die hem over den prijs of de hoedanigheid van het gekochte land zouden kunnen inlichten. Kennis van de Engelsche taal is onmisbaar. Er zijn in de Vereenigde Staten Nederlandsche kolonies, waar men zijn leven kan slijten zonder iets anders te sjjreken dan zijn moedertaal, maar naar Amerika gaat men om vooruit te komen. Juist wie zich naar een Hollandsche nederzetting begeeft, doet goed zich te wapenen met Engelsche taalkennis, daar hij anders uit gemakzucht licht voortgaat op zijn Xederlandsch te vertrouwen en daarmede steeds ondergeschikt, althans afhankelijk te blijven. Komt men in oen zuiver Amerikaansche omgeving, dan gevoelt men zich zonder kennis van Engelsch ongelukkig. Reis en aankomst. — Een som gelds van beteekenis is het beter niet bij zich te dragen. Men kan daarvoor een wissel koopen Ijij een solieden bankier, aan wien men zijn portret met handteekening geeft met verzoek dit op te zenden aan de op de i)laats van bestemming gevestigde bank, waaroj) de wissel is getrokken. Bij aankomst vraagt somtijds een oflicieele immigratiebeambte in uniform het bewijs, dat men over een zekere som gelds beschikt. Gewoonlijk is § 50,— genoeg. Oy) zijn verzoek moet hem dit natuiulijk getoond Avorden Overigens onihoude men er zich strikt van tegenooer tuien ook, landgenoot of vreemdeling^ te spreken over geld of geldswaardig papier, dat men bij zich mocht hebben. De aankomst geschiedt gewoonlijk in New-York. Daar wordt het den landverhuizers, die derde klasse reizen, zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt. De stoomvaartlijn zorgt ervoor, dat zij oj) p]llis Island, het algemeene immigratie-station, aan land gezet worden. Daar geschiedt het onderzoek — loopt dit gunstig af, dan gaat de toegelaten immigrant onder geleide naar zijn trein. De }ueesten hebben een doorloopend billet tot hunne plaats van ))estemming; wie dit heeft, moet het omruilen, wie het niet
3 heeft, kan er een koopen in een afzonderlijke zaal, waar de loketten van de verschillende siTOorwegmaatschapj^ijen gevestigd zijn. Geld kan op het eiland onder Gouvernementscontróle gewisseld worden; de koers is buiten op het loket aangegeven. Bij dergelijke verrichtingen, spoorkaartje koopen, geld wisselen, bagage verzenden, proviand inslaan voor de reis, wordt hulp verleend door den landingsagent der HoUand-Amerika-lijn en door de vertegenwoordigsters der „missions" (inwendige zending). Op Ellis Island is ook een ÏSTederlandsche tolk in Gouvernementsdienst. Dezen zijn geregeld ter plaatse. De vertegenwoordiger van de Gereformeerde Kerk komt gewoonlijk bij aankomst van een Nederlandsch schip en die van het „Belgian Bureau"', indien vooruit aangezocht. Vroeger had veel oplichting en berooving van derde klasse immigranten plaats, maar daaraan is; door hen geheel van het publiek af te zonderen, een einde gemaakt. De tweede klasse is niet zoo veilig. De landing geschiedt aan den steiger, waar de boot aanlegt,'' en de passagiers moeten verder zelf hun weg vinden. De'Holland-Ameriba-lijn laat niemand toe op de landingsplaats, tenzij hij vooraf bij de havenautoriteiten een toegangskaart heeft aangevraagd. Zoodoende worden vele verdachte individuen buiten gehouden, maar zoodra men de hekken voorlnj is, heeft men kans in hunne handen te vallen. Zelfs binnen de hekken is bedrog niet volstrekt uitgesloten, b. v. door hotelhouders, die een' reiziger gaarne vertellen, dat zijn trein al vertrokken is, of dien dag niet gaat. De tweede klasse reiziger dient al zijn schikkingen te maken en al zijn inlichtingen in te winnen voor hij het afgesloten terrein van de landingsplaats verlaat. Hij heeft alle gelegenheid zich door betrouwbare personen te laten bijstaan en moet zich voornemen niet haastig te zijn. Voor alle inlichtingen betreffende hotels, treinen en bagage wende men zich tot de vertegenwoordigster'van de „Travelers' Aid Society", kenbaar aan haar rood en wit schild. Verder zijn aanwezig een vertegenwoordiger der maatschappij en gewoonlijk twee Nederlandsche predikanten. Overigens moet tegen landgenooten worden gewaarschuwd, vooral op Hoboken (de ligplaats van de booten der HollandAmerika-lijn). In/)"osion(l) landen de derde klasse passagiers direct aan den steiger, niet, zooals in New-York, op een verAvijderde plaats. De inspectie door de immigratie-beambten geschiedt voor de eerste en tweede klasse aan boord, voor de derde klasse aan den wal. Evenmin als in New-York is de landingsplaats voor het publiek toegankelijk, tenzij op vertoon van een kaart, uitgegeven door het havenbestuur. Wat in Ncw-l'ork dus (1) Zie &Handelsberichtenv No. 4]8, b!z. 2(i.
(RED.)
4 geldt voor de üveede klasse, is hier van toepassing op tweede en derde klasse: bedrog en oplichting wordt zooveel mogelijk tegengegaan, maar zijn niet volstrekt uitgesloten. Loketten van de spoorwegmaatschappijen, agenten van maatschappijen tot plaatselijk vervoer van personen en goederen en een wisselkantoor zijn aan de landingsplaats aanwezig. Inlichtingen over reis, bagage en hotels worden verstrekt door de „Travelers^ Aid Society", „Young Women's Christian Association" en „North American Civic League for Immigrants". Vertegenwoordigers dier vereenigingen zijn bij de landing tegenwoordig en vergezellen, indien zij dit nöodig oordeelen, de passagiers naar trem of hotel. Immigranten, die zich naar Canada inschepen, met het voornemen misschien door te reizen naar de Vereenigde Staten, moeten er op bedacht zijn, dat zij moeilijkheden zullen ondervinden aan de Amerikaansche grens. Men zou n.l. van het goedkoope tarief voor immigranten op de C a n a d e e s c h e spoorwegen kunnen proliteeren om een punt in het Westen der Vereenigde Staten te bereiken. Teneinde dit te voorkomen worden geen immigranten via Canada in de Vereenigde Staten toegelaten, tenzij de ambtenaren der immigratie de overtuiging hebben verkregen, gewoonlijk uit den duur van het verblijt van den immigrant in Canada, dat hij aanvankelijk ernstig van plan was zich aldaar te vestigen. Wel staat ^ het ieder vri] zich r e c h t s t r e e k s door Canada naar de Vereenigde^ Staten te begeven (in welk geval het goedkoope spoorwegtarief vervalt), maar dan moet men zich bij aankomst in de Canadeesche haven bij de aldaar gevestigde A m e r i k a a n s c h e immigratieambtenaren aanmelden. Nederlandsche Kolonies. — I N EN OM UE STEDEN, AMBACHTEN; EN GROENTENKWEEKERTJEN. — Vele Nederlanders begeven zich onmiddellijk na aankomst naar bestaande nederzettingen van landgenooten. Zulke kolonies zijn er in het Oosten (Rochester, Sodus Bav, Schenectady, Poughkeepsie in den Staat New-York; Paterson," Orange, Little Falls in New .Jersey), in het middenW^esten (Holland, Grand Ra,pids, Kalamazoo in Michigan; Chicago, Roseland, South Holland in Illinois; Little Chute, Kimberley, De Pere, Green Bay in Wisconsin; Wilhelmma m Missouri;' Pella, Orange Citv, Sioux City in Iowa; Gent en Leota in Minnesota) en in het verre Westen (LitchviUe en Westfield in North Dakota; Dempster, Platte, Harrison, Monroe, Springfield in South Dakota; BiUings, Bozeman, Conrad m Montana). Deze opgave is verre van volledig; met name zijn er nog kolonies in de Staten Washington en Galifornië en m Staten, die hierboven niet vermeld zijn; in de Staten, die wel vermeld zijn, bestaan nog andere nederzettingen dan de genoemde. De meeste Staten tellen, voorzoover kan worden nagegaan.
5 slechts enkele honderden of hoogstens enkele duizenden ge})oren Nederlanders. Maar Michigan heeft er over de 30.UUO. Ilhnois 14.000, lowa, New Jersey en New-York elk ongeveer 12.000 en Wisconsin 7000. Welke gronden zijn er, dat de stroom van Nederlandsche immigranten zich richtte naar deze streken, het Oosten en het Midden-Westen? Gedeeltelijk is deze richting bepaald door historische invloeden. Dat de Oostelijke Staten met hunne oudere beschaving, hunne kolonies van Nederlandschen oorsprong en hunne gevestigde kerken altijd een zekere aantrekkingskracht hebben vütgeoefend, is licht verklaarbaar. . De Nederlandsche kolonisatie van Michigan. Iowa, lUinois en Wisconsin is begonnen in de eerste helft van de 19e eeu\y. die van de beide eerstgenoemde Staten in 1846, die van Illinois in 1849 en van Wisconsin in 1880. In gemeld jaar was de Dominicaner pater van den Broek, eertijds pastoor te Amsterdam, als zendeling in^ Wisconsin werkzaam. De groote voorraad goedkoop land (8 0.50 per acre) bracht hem op het denkbeeld arme Nederlanders te bewegen naar Wisconsin te gaan. In 1830 voerde hij een scheepslading over en stichtte eene kolonie te Little Chute; van daar uit hebben de Nederlandsche Katholieken zich in de Fox River Valley langs den Westelijken oever van Lake Michigan verspreid. In 1846 verlieten velen, die zich afgescheiden hadden van de Nederlandsch Hervormde Kerk, hun vaderland teneinde vrijer te zijn in de uitoefening van hun godsdienst en tevens hun stoffelijk bestaan te verbeteren. Een gedeelte onder leiding van den predikant Scholte vestigde zich in lowa (Pella en Sioux Citv); Ds. van Raalte met een ander gezelschap trok naar Detroit zonder nog juist te weten waar zich te vestigen. Men dacht o.a. aan Texas, maar daar bestond toen nog slavernij, de toestand was ongeregeld en het klimaat lokte wemig aan. Te Detroit ontmoette van Raalte op den voorgrond tredende bewoners van Michigan, die hem overhaalden zich aldaar te vestigen. Hij vond aan den Zuidoosthoek van Lake Michigan wat hij wen'schte: goed en goedkoop land. ver weg van de Oostelijke speculanten en ruimte voor uitbreiding. _ _ De thans zeer talrijke kolonie te Roseland bij Chicago (Illinois) is gesticht in 1849 'door Protestantsche emigranten uit NoordHolland. Zij schijnen de keuze van land te hebben overgelaten aan hun leider, den onderwijzer Pieter de Jong, „die uit briefwisseling en brochures de noodige aanwijzingen had verkregen dat dit de best geschikte plaats was". Sedert hebben Katholieken en Protestanten in groote drommen zich bewogen naar streken, waar hunne vrienden en bloedverwanten gevestigd waren. Ondanks dien aanhoudenden toevoer
6 int de oude Avereld hebben vele der kolonies een sterk Amerikaansch karakter gekregen. Een der voornaamste ingezetenen van Holland, Mich., erkent het zelf in deze woorden: „de leerlingen van Hope College en van de voorbereidende „school hebben veel gedaan om die volmaakte americanisatie „van onze burgers teweeg te brengen, die, vergeleken bij andere „localiteiten, waar vreemdelingen ,,en masse" gevestigd zijn, „inderdaad verwonderlijk is"'. "En, sprekende van de betrouwbaarheid van de oorspronkelijke kolonisten: „het spijt mij hier „te moeten vermelden, dat sommigen hunner nakomelingen de „gewoonten van het land hebben geleerd en niet volkomen den „benijdenswaardigen roep handhaven, door hunne voorvaderen ,,verworven". In den aanvang was er datgene, wat de kolonisten bij elkander hield: gemeenschappelijke gevaren en ontberingen. Maar toen de kolonies begonnen te bloeien, was het alsof bij de ontplooiing in die groote ruimte de deelen ver uiteen weken. Thans treft het den bezoeker, dat het geloof de eigenlijke band is tusschen de kolonisten en de afkomst, de taal, iets bijkomstigs. Er zijn scholen, waar Xederlandsch onderwezen wordt, maar dat zijn in de eerste plaats Kerkelijke scholen; als leermiddel wordt bijna uitsluitend Engelsch gebruikt en de kinderen _ onder elkander spreken geen woord Hollandsch. _ Hun taal is niet wat zij thuis, maar Avat zij van liun vriendjes hooren. En wat zij thuis hooren is tien 'tegen een geen zuiver Nederlandsch, maar voor den een is het Friesch, voor een ander Groningsch, voor een derde Zeeuwsch. Hoe zouden dan de kinderen, waar zij van huis uit geen gemeenschappelijke omgangstaal hebben, er toe komen het hun'vreemd klinkende hoog-Nederlandsch te kiezen, dat zij misschien een uur per dag op school leeren, waar het Engelsch, dat zij overal om zich heen vernemen, hun van den aanvang af o}> school gemeenzaam wordt gemaakt? Hoog-Xederlandsch in Amerika is bijna een doode, althans een academische taal. Het wordt geleerd, beoefend, er wordt in gepreekt, er worden couranten in gedrukt, vele geboren Amerikanen kunnen er den bezoeker in te woord staan, maar het wordt nagenoeg niet g e p r a a t . Wat van het Nederlandsch in Vlaanderen geldt is ook waar van het Xederlandsch in Amerika — als omgangstaal wordt het vertegenwoordigd door een aantal dialecten. Voor den Nederlandschen emigrant is zulk een bestaande nederzetting in vele opzichten aantrekkelijk, vooral wanneer hij er bekenden of familieleden heeft en wanneer hij behoort tot een Kerkgenootschap, dat daar vertegenwoordigd is. De Nederlandsch Hervormden treden gewoonlijk toe tot de „Reformed Church in America", de oude gevestigde kerk, die in Holland, Mich., een universiteit heeft (Hope College). Daarvan heeft zich afgezonderd de „Christian Reformed Church", die niet wilde
7 dulden, dat leden der Kerk behoorden tot geheime genootschappen (zoogenaamde ,.lodges'"). ^ij is vooral te Grand Rapids vertegenwoordigd en komt meer overeen met de Afgescheiden Kerk in Nederland. De kolonies in AVisconsin zijn overwegend Katholiek. In de meubelfabrieken van Grand Rapids, de papierfabriek te Kimberley en de fabriek van spoorviragens te Roseland bij Chicago (Pullman shops) werken een groot aantal Nederlanders. Arbeiders, die geen vak verstaan, verdienen § 1,75 a S 2 per dag; in Chicago, waar de levensstandaard hooger is, iets meer. Timmerlieden in Grand Rapids, papiermakers te Kimberley en draaiers en bankwerkers in de Pullman-fiibrieken worden veel beter betaald. Maar het is zaak zich niet op rei-i te begeven alvorens te onderzoehen of er behoefte is aan arbeiders. Niemand kan u werk beloven vóór 'ge er zijt, maar wel kan men u somtijds waa,rschuwen, dat gij er geen werk vindt. In December 1915 bijvoorbeeld wareii van de 16.000, die in goede tijden aan de Pullman-fabrieken werkten, nog slechts S.OüO in dienst. Het spreekt vanzelf, dat men loonen als bovengenoemd niet moet beoordeelen naar hunne waarde in Ncderlandsch geld. Wie b.v. S 12 in de week verdient, betaalt allicht evenveel in de maand aan huishuur. Alle levensmiddelen, behalve suiker, zijn duurder dan in Nederland ; kleederen en alles wat naar weelde zweemt veel duurder. In Chicago is het bijna noodzakelijk lid te worden van een vakvereeniging (labor union) om als ambaclitsman werk te kunnen vinden. Een examen en een vrij hoog entreegeld (b.v. S 50 i\ .$ 100) zijn vereischt; de door do „Union" gestelde loonen zijn hoog, maar er is niet altijd gelegenheid ze te verdienen en in alles moet men zich naar de voorschriften van de vereeniging gedragen. Een bedrijf, dat vooral veel door Nederlanders uitgeoefend wordt, is de groententeelt in de nabijheid van steden. Grond, die daartoe geschikt is, kost bij Grand Rapids ,S 300 ^ 8 400 per acre in perceelen van 5 of lÓ acres; bij Engiewood (Chicago) nog iets meer; te Roseland (Chicago), waar de grond volstrekt niet bijzonder goed is en zware bemesting noodig heeft, wel .S 700 tot .§ 1.200 per acre. Nieuw-aangekomenen kunnen haast niet anders doen dan een tuintje pachten. Voor lieden zonder kapitaal is het onmogelijk zich onder zulke omstandigheden in de groententeelt te begeven. Als knecht kan men, zoo er vraag is naar volk, in den zomer ,$ 1,75 t\ S 2 per dag verdienen; waar er kassen zijn, is het soms mogelijk een plaats te vinden voor winter en zomer tegen .<; 300 per jaar met kost en inwoning. Het werk vereischt bijzonder veel zorg en de dagen zijn lang; 's zomers moet de Avarmoezier soms twee keer per dag naar de stad om zijn waren af te zetten; 's winters nog dikwijls om stalmest te halen. Land voor boerderijen, verder van de .steden gelegen, is
8 aanzienlijk goedkooper, maar toch overal in het Oosten en Midden-Westen hoog genoeg in prijs of kostbaar genoeg in de voorbereiding om een behoorlijk kapitaal te vereischen. Aankoop van land voor boerderijen. — Vooral op de voorbereiding moet gelet worden. In Wisconsin b.v. of ergens anders wordt land aangeboden tegen S 15 per acre. Dit komt een Nederlandschen 'boer bijzonder laag voor — nog geen fl. lOO per H.A. Den koopprijs'behoeft men niet ineens te betalen; de eerste termijn is b.v. $ 1.25 per acre. De landagent legt u een berekening voor als deze: 160 acres — eerste afbetalint;- . . . 8 200 huis ,,400 4 koeien „400 § 1000;
f
is er een zuivelfabriek in de nabijheid, dan kan men van de opbrengst van vier koeien rondkomen. De landagent behoeft volstrekt geen bedrieger te zijn. Hij zal er dan bij vertellen, dat het land met bosch begroeid is ; dit moet men rooien en uit de stammen (1) laat men een huis in elkander zetten. Een aannemelijk voorstel, zal men zeggen. En toch, wie zulk em onderneming met S lOÓO of zelfs met het dubbele begint, werkt zich onherroepelijk vast. De Kederlandsche immigrant heeft geen l)egrip van wat het zeggen wil bosch te rooien. Zoo goed als altijd is het niet meer maagdelijk woud, maar dusgenaamd ,,cut o v e r l a n d " , d. w. z. van hoog geljoomte beroofd — alleen de stronken zijn over en na het 'omhakken der groote boonien is een dicht gewas van opgaand hout, gewoonlijk populierenhout, ontstaan. Om het land schoon te 'maken moeten de dunne stammen met de bijl bij den grond worden afgehakt, op hoopen geworpen en nadat zij gedroogd zijn, verbrand. De wortels worden omgeploegd. De stronken van de grootere populieren moeten worden uitgestoken of met paarden worden uitgetrokken. Ten slotte blijven over de stronken van de zware boomen, die men gewoonlijk met dynamiet laat springen of met behulp van een Avindas (stumppuller) door paarden uittrekken. Wanneer de maatschappij dus § 15 per acre vraagt, beteekent dit niet, dat men daarvoor bouwland heeft. Voor het schoonmaken kan men $ 85—50 per acre rekenen. Men is van plan dit zelf te doen, maar daartoe moet men zich toch uitgaven getroosten, o. a. dvnamiet koopen (per acre ongeveer 100 Ib. k -S 12) en paarden hebben om de stronken weg te trekken. Wie dit werk niet (1) Als de stammen dik genoeg zijn en er een zaagrnolen in de buurt is, laat men ze daar verwerken tot binten en planken.
9 gewend is, schiet slechts zeer hmgzaam op en ondertusschen moet men, misschien met zijn gezin, zonder verdiensten liunnen leven: Of als men zijn inkomsten zoekt in het houden van vee, schiet er weinig tijd voor het kappen over. Maar juist rondkomen is niet voldoende. Er moet geld zijn voor de tweede afbetaling; daarbij komt de rente, waarop de kolonist niet altijd gerekend heeft. En wil men meer koeien gaan houden, dan dient men rapen, maïs of ander veevoeder te verbouwen, d. AV. Z. het land moet bewerkt worden, waartoe kostbare werktuigen en paarden noodig zijn. Sommige der landmaatschappijen beloven den kolonisten ook werk l)ij houtaankap of ontginning. Nogmaals moet erop worden gewezen hoe zwaar dit werk valt aan wie het niet gewoon is. Als dit bedacht werd, zouden jongelieden uit de groote steden, die nooit veldarbeid hebben verricht, zich niet, zooals is voorgekomen, laten overhalen op zulke aanbiedingen in te gaan. Wil men zich de moeiten en teleurstellingen van boschontginning besparen, dan zijn de prijzen ook weer veel hooger. Het beste .,farmland" in Michigan, niet te ongunstig gelegen ten opzichte van de markten, kost $ 100—150 per acre: m Wisconsin, 25 mijl van de dichter bevolkte centra, $ 40—45; in Missouri $ 40—80, Iowa $ 150, enz. De kolonist met weinig kapitaal moet of jaren lang als knecht werken en geld oversparen of verder naar het Westen trekken. (Joedkooper laud in het Verre Westen. — Hier zijn weer andere voordeden en andere nadeelen. Er is volop prairieland, dat als het ware gereed ligt voor den ploeg en geen kostbare ontbossching noodig heeft om het in bouwland te herscheppen. Het is voor minder geld, soms voor niets te krijgen. Maar de regenval is gering en, indien men op dezelfde wijze zou willen boeren als in het Oosten, de kans op misgewas groot. Om op een oogst te kunnen rekenen moet óf kunstmatig water worden toegevoegd (irrigatie) óf de neerslag van meer dan één seizoen moet zich in den grond ophoopen (dry farming). Bevloeiïng is gewoonlijk zoo kostbaar, dat er een maatscha])pij gevormd moet worden om de noodige werken tot stand te brengen Dry-farming kan ieder voor zich doen. Het land moet zorgvuldig bewerkt worden, na het ploegen meermalen geëgd ; na elke iiinke regenbui moet de bovenlaag worden losgemaakt om verdamping tegen te gaan: het moet bij tusschenpoozen braak liggen en er moet gezorgd worden voor wisselbouw. Wie te veel land wil l:)ebouwen en geen tijd heeft het grondig te bewerken, heeft kans zijn geheelen oogst te zien mislukken. Voor dry-farming is niet zooveel kapitaal noodig als voor bewerking" van ge'irrigeerd land, dat duur is en waarop men elk jaar waterrechten moet betalen, maar toch dient gewaarschuwd tegen den aankoop of het opnemen van land zonder
10 middelen om zich werktuigen, paarden en mondvoorraad aan te schaifen. Hoe verder Westelijk, hoe duurder het geld en voor alles wat men op crediet koopt, wordt een hooge rente berekend (tot 10 pCt.). Het is altijd wenschelijk, zoo mogelijk, ervaring op te doen als boerenarbeider alvorens men zich zelfstandig vestigt. In den zomer is het dikwijls mogelijk werk te vinden, vooral wanneer men Engelsch spreekt, tegen S 30—$ 40 per maand. In September loopt het seizoen af, in tegenstelling met het Midden-Westen, waar maïs verbouwd wordt; daar duurt het werk tAvee n:aanden langer. Het Verre W^esten brengt vooral tarwe, haver en gerst voort, verder vlas, aardappelen en koolra])en. Alles wat niet ter plaatse verkocht Avordt, maar vervoerd moet naar de markten van het Oosten, brengt minder op naarmate men verder naar het Westen komt. Immers de spoorvracht gaat van de opbrengst af en die bedraagt b.v. van Westelijk Montano naar Chicago licht 13 pCt. van de Avaarde. Levensonderhoud is op een boerderij nooit buitengcnvoon duur, maar wat men moet koopen is hooger in prijs naarmate men meer afgelegen Avoont. Tevens wordt de gelegenheid aan bederf onderhevige voortbrengselen, als boter en eieren, van de hand te doen moeilijker (1). Rinlhaiidel komt in de plaats van verkoop en kruideniersAvaren van contant geld. Wij hebben nu eenigszins nagegaan Avat er staat tegenover den lageren prijs A^an den grond. In hoeverre is deze nu lager dan in het ^Midden Westen? Geploegd kleiland, op betrekkelijk korten afstand van de spoor, doet b.v. in ^Montana omstreeks $ 25 per acre. Men kan ook land pachten voor de helft van de opljrengst, als de eigenaar ploegt, zaad levert en de halve dorschrekening betaalt. Wanneer men dit alles zelf doet, bedraagt de pacht '/.s van de opbrengst. Deze laatste hangt in streken van geringen regenval, meer dan elders af van de bewerking. Een Nederlander, gevestigd op een plaats, waar minder dan 20 inclaes per jaar valt, maakte na zorg voddig en arbeid in 1913, eeii niet al te droog jaar, 40 bushei Avintertarwe pev acre, in 1914: 24 en van zijn voorjaarstar we 16. Voor geïrrigeerd land Avordt opgegeven : 30—40 bushei per acre. De maagdelijke prairie, ongebroken, ver van den spoorweg, kan men voor niets van het Gouvernement opnemen. Maar den eigendom verAverft men niet voor niets — daartoe moet men zijn arbeid geven en dien in den grond vastleggen. (]) Zie in dit \erband ook het rapport van •Vice-Consul SCHUURMAN te NeAv-York nopens den handel in hoendereieren in de Vereenigde Staten en de mogelijkheid van afzet van Nederlandsche eieren daar te lande, gepublireeVd als No. 2 van de « E c o n o m i s c h e Verslagen», 9den Jaargang, bijlage van cHan d e l s b e r i chtens No. 422. (RED.)
11 „Homesteads" en „desertland". — Wie een homestead wil opnemen moet allereerst de streek uitkiezen, waar hij zich wenscht te vestigen. Algemeene kaarten zijn niet te krijgen, wel tabellen van de oppervlakte en het karakter van het beschikbare land in de verschillende staten, t w.: Alabama, Arizona, Arkansas, Californië, Colorado, Florida, Idaho, Kansas, Louisiana, Michigan, Minnesota, Mississippi, Missouri, Montana, Nebraska, Nevada, New Mexico, North Dakota, Oklahoma, Oregon, South Dakota, Utah, Washington, Wisconsin, Wyoming. Men schrijft aan: Department of the Interior, General Land Office, Washington D. C , en vraagt aan : circular No. 335. Is de streek (township) uitgezocht, dan wendt men zich tot het United States Land Oifice van bet district, waarin het ,,township" gelegen is om een schema (township diagram) voor S 1, aangevende het land, dat officieel opgenomen is. Al het andere is onopgenomen, maar daarom nog niet beschikbaar. Het is n.l. mogelijk, dat het onopgemeten is, of mineralen of zout bevat of binnen een „reservation", stad of dorp ligt of eindelijk dat het door iemand anders bezet is. Dit alles is alleen door eigen onderzoek definitief uit te maken. Heeft men een geschikt stuk land gevonden, dat volgens het schema niet opgenomen is en waarvan men zich overtuigd heeft, dat het beschikbaar is, dan kan men bij het Land Office zijn „entr_y" doen. Maar daartoe moet men de ligging van het terrein weten te beschrijven. Dit is moeilijk voor wie niet met het systeem van indeeling (1) en landmeting vertrouwd is. Teneinde het geheele bezwaar van raadpleging van schema's en plaatsbepaling te ondervangen, maakt men wel gebruik van zoogenaamde „locators", waarmede het zaak is zeer voorzichtig te zijn. Deze lieden vragen soms buitensporige betaling of wijzen land aan, dat niet meer beschikbaar is, enz. De betaling varieert van § 25—100. Wenscht men gebruik te maken van een locator, dan dient men eerst terdege naar hem te informeeren en daarna schriftelijk te bedingen, de betaling (waaronder te begrijpen vervoerkosten) en dat geen betaling verschuldigd is, tenzij men het land werkelijk opneemt. Wie nu een homestead heeft opgenomen, moet aan zekere verplichtingen voldoen, alvorens het eigendomsrecht te verwerven. Hij moet 21 jaar zijn of hoofd van een gezin en burger van de Vereenigde Staten, of verklaren dit te willen worden. Voor ]60 acres moet hij betalen $ 10 kosten en $ 4 — 12 commissie. Hij moet 3 jaar op het land gaan wonen, maar mag elk jaar 5 maanden afwezig zijn. Hij moet elk jaar een gedeelte bewerken (1) Dit is ongeveer g:elijk; aan dat in Canada, waarvoor verwezen kan worden naar het verslag van schrijver dezes, gepubliceerd als No. 11 van de « E c o n o m i s c h e V e r s l a g e n » 7den jaargang (bijlage van « H a n d e l s b e r i c h t e n ! ) No. 341).
12 tot minstens '/s in bebouwing is en hij moet een bewoonbaar huis oprichten. Ten slotte moet hij door vier getuigen laten bezweren, dat hij aan de vereischten voor bewoning en bebouwing voldaan heeft. ,..,,/.A T i^ De grootte der homesteads is gewoonlijk 160 acres, i n üe Ptaten Arizona, Californië, Colorado, Idaho, Montana, ïvevada, New Mexico. North Dakota, Oregon, Utah, Washington en Wvoming ziin ook homesteads van 320 acres te verkrijgen pp land dat geclassificeerd is als zonder mineralen, onbegroeid, onbevloeibaar. Het is over het algemeen land, waar te weinig regen valt voor gewone cultuur en daar het onbevloeibaar is, kan het alleen bewerkt worden onder buitengewone voorzorgen voor het bewaren van vocht in den bodem. i, i • In streken van geringen regenval, waar het land wel bevloeibaar is kan men ook terreinen opnemen van hoogstens ólO acres onder de „desert act". Men betaalt het Gouvernement 95 dol -c per acre contant en wanneer men dan binnen vier jaar erin geslaagd is er water op te brengen en '/s m bewerking heeft, kan men tegen betaling van S 1 per acre het eigendomsrecht verwerven. Men behoeft niet op het land te wonen. Het water kan men of zelf op het land brengen, of betrekk.en van een irrigatie-maatschappij. Noo- op andere wijze heeft het federale Gouvernement getracht de ont£?inning zijner dorre gronden te bevorderen. De dusgenaamde Carev Act voorziet, dat zulk land kan worden overgedragen aan den Staat, waarin het gelegen is, onder voorwaarde, dat^ deze het doet bevloeien en in stukken van met meer dan 160 acres aan werkelijke kolonisten verkoopt. De staten hebben doorgaans de irrigatie niet zelf ter hand genomen, maar laten deze onder hun toezicht over aan particuliere maatschappijen. De priis, dien de staat voor het land vraagt (ïj 0.50 a 2! oU per acre^ is meestal zeer onbeduidend, vergeleken bij de kosten, waartegen de irrigatiemaatschappij het bevloeiïngsrecht verkoopt. Bovendien eischt zij een jaarlijksche som voor het verstrekken van water. De voornaamste „Carey act states" zijn Idaho, Wvominc^, Oregon en Montana. Bijna drie miUioen acres zijn aangewezen voor irrigatie, verdeeld over 75 ontwerpen, maar noc^ slechts een .half millioen acres, verdeeld over 11 ontwerpen, zijii werkelijk aan de betrokken staten overgedragen op bewijs van voldoenden watervoorraad. Het Zuiden. — Wij hebben boven gezien, dat de stroom van Nederlandsche immigranten steeds gericht is geweest naar het Oosten en het Midden-Westen. Is het Zuiden met m aanmerkina- gekomen, of is het met opzet vermeden ? In het geval van pastoor van den Broek bestaat geen a;anleiding aan eene bewuste keuze te denken. Hij bracht zijne emigranten naar het land. waar hij woonde en dat hij kende.
13 De Protestantsche kolonisatie daarentegen schijnt het Zuiden te hebben vermeden om den ongeregelden staat van zaken en het klimaat. , ^i . -1,4. Er ziin wel eens pogingen ondernomen tot het oprichten \ a n Nederlandsche kolonies in het Zuiden en, indien deze bijzonder geslaagd waren geweest, zouden zij den stroom wellicht atgeleid hebben. Maar de gronden, waarop Ds. van Raalte besloot zich niet aldaar te vestigen, zijn gedeeltelijk nog van kracht. Slavernii bestaat niet meer, maar wel negerarbeid. Het ongezonde van het Zuidelijke klimaat is dikwijls overdreven, maar niet weg te redeneeren is een zekere verslappende invloed op de energie, zoo niet van het eerste dan van het volgende De Noordelijke kolonisten willen niet van het Zuiden hooren. Zii trekken naar de onherbergzame streken van het Westen, die arm ziin aan regen, om goedkoop land te vinden, slechts zelden naar Texas of Florida. „De warmte is niet goed voor ons", is hun oordeel, „ons gestel heeft de winterkoude noodig . En niet alleen het klimaat, ook de gesteldheid van den bodem speelt hier een rol. Er is zooveel land in het Zuiden, dat eene kostbare bewerking, drainage of irrigatie, noodig heeit. Het wordt wel onder gemakkelijke conditiën aangeboden, maar des te langer blijft de betahngslast op de opbrengst drukken. De landbousver gaat naar streken, waar Mj als boerenarbeider geld kan verdienen, zooals het Midden-Westen, of waar goedkoop land is, zooals op de prairie in het Verre Westen. Wie als arbeider in dienst wil treden, zou een positie innemen, die bijna alleen door negers wordt vervuld Men moet den afstand, die in de Zuidelijke staten de beide rassen scheidt, hebben waargenomen om te begrijpen hoe onhoudbaar zuik eene positie voor een blanke zou zijn. Wie zich dus op landbouw in de Zuidelijke staten willen toeleggen, moeten _ ()t kapitaal genoeg hebben om dadelijk land te koopen ot zich vereenigen in een kolonie, waar al het werk door blanken wordt verricht. „ ., , •. -, In de Staten, die nog juist tot het Zmden worden gerekend, zooals de beide Virginië's, trachten de landbouwers meer en meer hunne negerarbeiders door blanken te vervangen, maar tot dusver nagenoeg alleen door geboren Amerikanen. _ Toen na de afschaffing der slavernij de negers, die 111 staat waren in dat heete klimaat zwaren veldarbeid te verrichten niet meer gedwongen konden worden tot werken,_ was er overal gebrek aan arbeidskrachten. Deze moeilijkheid is het Zuiden nog niet te boven. Verwaarloosde plantages, m die halve eeuw tot bosch en kreupelhout verwilderd, komen overal voor. i n Virginië kan men ze koopen voor $ 15 per acre, maar meestal is het uitgeput land, dat zware bemesting noodig heelt. _ In Texas en de ten Oosten daarvan gelegen staten bezuiden
14 den 37en breedtegraad heeft de aanhoudende cultuur van katoen, zonder wisselbouw, den grond verarmd. Het vernielende optreden van een insect, den „boll weevil", is noodig geweest om de katoenplanters tot andere inzichten te brengen, zoodat nu ook maïs en haver geteeld wordt, terwijl het gebruik van kunstmest steeds toeneemt. Nu de prijzen van katoen tengevolge van den oorlog sterk gedaald zijn, is een nog krachtiger stoot gegeven aan de beweging voor „mixed farming". Men wil de veeteelt aanmoedigen, niet meer uitsluitend op de groote prairiën van West-Texas, maar op de boerderij, zoodat het risico van het bedrijf Avordt verdeeld en er mest beschikbaar komt om het land vruchtbaar te maken. Voor een Nederlander, die z i c h i n het Zuiden zou vestigen, is het dus niet voldoende, dat hij zich aan de gewoonten van de streek aanpast — van hem wordt iets nieuws verwacht: hij moet helpen de mogelijkheid aan te toonen van veehouderij en zuivelbereiding. Sommige streken zijn onder quarantaine gesteld vanwege het optreden van de veeziekte, genaamd „cattle tick''. Hier en daar in Texas, maar vooral in de lage streken van Louisiana ten Zuiden van de Red River en langs de Mississippi wordt suikerriet verbouwd. Ook deze cultuur verkeert in een kritieken toestand, tengevolge van de beraamde verlaging van invoerrechten op suiker. Rijst verbouwt men, waar gelegenheid is water uit de rivieren of regenwater, dat men in reservoirs verzamelt, op het land te brengen. In Zuid-Texas, tusschen Beaumont en Port Arthur, wonen een aantal Nederlanders, die zich met rijstbouw bezig houden. Zij schijnen zich geheel vertrouwd te hebben gemaakt met deze voor hen vreemde cultuur, die intusschen alleen loonend is op land, dat l)eneden een zekeren prijs is gekocht. Men rekent de opbrengst op 8—12 zakken (1 zak is 180 k 200 lbs., waarde S 3 a 4) per acre; het land moet ongeveer 100 dagen, van Mei tot Juli, onder water staan, de irrigatie kost $ 6 per acre per jaar. De oogst wordt verkocht aan de pelmolens, die op verscheidene plaatsen aanwezig zijn. Bij den afzet van andere producten doet zich het gemis gevoelen van groote markten in de nabijheid. Zooals naast de katoen de zuivelbereiding op den voorgrond wordt geschoven, zoo wordt naast rijst en suikerriet de aandacht gevestigd op de groententeelt. Overal in de nabijheid van steden of waar gelegenheid bestaat tot verscheping naar de groote markten, 'zijn warmoezerijen in het leven geroepen. Hiervoor, en tot het verbouwen van sinaasappelen en andere vruchten, bestemt men ook de moerassige terreinen, die, vooral in Louisiana en Florida, dikwijls met groote kosten worden ingedijkt. Men rekent voor het eonstrueeren der dijken alleen (m groote l)erceelen) ongeveer S 35 per acre. De kosten van het verwijderen der boomen of boomstompen, waarmede de moerassen meestal begroeid zijn, loopen uiteen van $ 5 tot 100 per acre (in het
15 laatrite geval geldt het land, dat voortdurend onder water staat en met zware cypressen begroeid is geweestj. Al het land, 'dat pas is drooggemaakt, is zuur en moet enkele jaren braak liggen, of met kalk behandekl worden. Goed ingedijkt land kost $ 150 —>:UU per acre, bij de bteden veel meer. De hout-aankapmaatschappijen bieden de gronden, waar zij de waardevolle hoornen hebben afgehaald, te koop aan (de prijzen variëeren van $ 15, 20 tot 50 per acre). Voor dit „out over land" geldt wat boven gezegd is onder „Aankoop van laad voor boerderijen'\ Onvolledigheid vau dit verslag. — Algemeene opmerkingen. — De staten ten westen van het Rotsgebergte zijn geheel buiten beschouwing gebleven. Ook over vruchtenteelt, die, behalve in Californië, Oregon en Washington, wordt uitgeoefend in de oudere Oostelijke Staten en in Virginië, de Carolina's, Georgië. Florida is nauwelijks gerept. Zij vereischt trouwens te veel kapitaal dan dat zij )-)elang zou hebben voor den gemiddelden immigrant. De arbeidstoestanden, het klimaat, de producten van _ den bodem looperL in de Vereenigde iStaten bijna even sterk uiteen als in Europa. Dit alles in één verslag te verwerken zou jaren van voorbereiding nemen en als resultaat geven yen lijvig boekdeel, voor den aanstaanden landverhuizer onbruikbaar. Hier is alleen getracht eenige dingen neer te schrijven, die Avellicht voor degenen, die er over denken naar Amerika te verhuizen, niet zonder l^elang zijn. Zoodoende geraken zij althans vooruit bekend met enkele der bezwaren, die door landagenten en reclameboekjes zoo zorgvuldig over het hoofd worden gezien. Er zijn nog andere, ernstige bezwaren, in dit verslag niet genoemd. Een dezer wordt juist door die reclamebrochures geïllustreerd. Bij de lezing van zulk een geschrift zal men opmerken, dat het veelal spreekt in den overtrelfenden trap. Dit zou in Amerika niemand van de wijs brengen. „Het beste land ten Westen van de Mississippi"', „een van de grootste fabriekssteden ter wereld", „de meest succesvolle land])puwtentoonstelling in de geschiedenis der Vereenigde Staten"', ieder weet wat met zulke uitdrukkingen bedoeld wordt, n.l : ,.goed land", een groote fabrieksstad", „een wel geslaagde tentoonstelling". Maar buiten de Vereenigde Staten, in litteratuur bestemd in Europa te worden gelezen, wordt het anders. Wat ginds beeldspraak Avas, wordt hier leugen. Een nauwkeurige omschrijving van de bepalingen en voorschriften der Immigratiewet kan achterwege blijven. In het algemeen geldt, dat men normaal moet zijn om te worden toegelaten. Twijfelt men, clan doet men voorzichtig, alvorens te vertrekken, schriftelijk inlichtingen in te winnen bij den Nederlandschen consul op de plaats, waar men denkt te zullen landen. Is het geval zoo twijfeViohtig, dat deze geen definitief uitsluitsel
16 kan ueven, en wil men het er toch op wagen zich m te schepen, dan kan men vooraf kennis geven van zijn komst aan eender bureaux van voorlichting, waarvan de adressen door de Vereeniging „Landverhuizing" op aanvrage worden verstrekt Indien zich onverwacht nog moeilijkheden voordoen betreffende de toelating, kan de bijstand worden ingeroepen van het Consulaat en in New-York ook van eene der „Immigrants Aid Societies •, op Ellis Island vertegenwoordigd. . .^u+,,. Maar hoe voorzichtig het moge zijn zich nauwkeurig te laten inlichten, of men soms onder een der uitsluitingen valt, veel beter is het alleen te gaan, indien er geen sprake is van uitsluiting. De immigratiewet ontzegt den toegang aan lichamelijk en geestelijk gebrekkigen, enz. (1). .Maar wie erover denkt te emigreeren, behoort strenger te zijn voor zichzelf dan de wet Hij moet de overtuiging hebben: ik zou het wel verder brengen in de wereld, als ik maar gelegenheid had. i^^^Kpn •? AVelke eiiïenschappen zijn noodig om succes te hebben ^ Ge/ond verstand, opgewektheid en doortastendheid. Allen hebben in den beginne een moeilijken tijd. Door ongewone toestanden mogen zij zich niet van de wijs laten brengen, door bezwaren niet laten ontmoedigen. „^^v,-,if leder, die erover denkt zich in te schepen, behoort zich vooruit twee dingen of te vragen: „Ben ik geschikt?" e n : „ H e b i k m i j voldoende voorbereid ?" (1) De volgende opmerkingen zijn gedeeltehjk ontleend aan een Tersa- van Ichriiver dezes, getiteld: «Toekomst voor Nederlanders m Ganadi;«, gepubhcierd als ' No. 11 van de aEconomische Ver s l S A n ' ) 7den jaargang (bijlage van «Handelsberichten», No.o41).
Amerikaansche maten en gewichten en Amerikaansch geld.
1 inch 1 foot 1 mile
-= 25,4 m.M. = 12 inches = 5280 feet
1 1 1 1 1 1 1 1 1
= ^/s H.A. = 0,56 L. = 2 pints = 1,13 L. -— 4 quarts — 4,54 L. = 60 lbs. = 27,2 Kg. = 28,35 gram. = 16 ounces = 0,45 Kg. = 21/2 cent Nederlandsch. = 5 dollarcent = l2'/2 c. Ned.
acre pint quart gallon bushei tarwe ounce pound (lb.) (dollar)cent nickel
= 30,49 c.M. = 1609 M.
1 drine
=
10
„
—
25
„
„
1 quarter 1 dollar ($)
= 25 = 100
„ „
= 62'/2 „ - fl. 2,50
,,