VRAGENLIJST VERGELIJKEND ONDERZOEK NAAR 'UP OR OUT' PERSONEELSSYSTEMEN BIJ ANDERE LANDEN (Verenigde Staten van Amerika)
Aanstellingssystematiek 1. Kunt u inzicht geven in de aanstellingssystematiek voor indiensttreding van militair beroepspersoneel ? - Zijn er een of meer aanstellingsvormen en zo ja hoe luiden deze ? Amerikaanse beroepsmilitairen worden bij de instroom louter aangesteld voor bepaalde tijd (BT). Daarnaast kan beroep worden gedaan op een breed reservistenbestand. In algemene zin geldt de volgende aanstellingssystematiek voor beroepsmilitairen. Manschappen krijgen een eerste BT-aanstelling van 4 of 6 jaar. Deze aanstellingsduur is afhankelijk van de loopbaankeuze. Voor specialistische functies kan de initiële aanstellings-duur hoger liggen. Daarna bestaat de mogelijkheid om de aanstelling steeds met een periode van 3, 4, 5 dan wel 6 jaar te verlengen tot in totaal maximaal 20 jaar. Bij iedere verlenging kan afhankelijk van de diensttijd en de loopbaankeuze een bonus (verlengings-premie) tot maximaal 60.000 dollar bruto worden toegekend. Overigens komt een militair pas in aanmerking voor een verlenging als deze tijdig een nader bepaalde rang heeft bereikt. Bij het bereiken van 20 jaar dienstverband kan de aanstelling opnieuw worden verlengd tot maximaal 30 jaar dienstverband met een maximale leeftijdsgrens van 55 jaar. Onderofficieren kunnen afhankelijk van het krijgsmachtdeel bij de instroom een BTaanstelling krijgen. Daarnaast is er sprake van doorstroom van gekwalificeerde manschappen naar bepaalde onderofficiersrangen (de ‘Limited Duty Officer’ en de ‘Chief Warrant Officer’). In beide gevallen kan de BT-aanstelling worden verlengd totdat de maximale leeftijdsgrens van 55 jaar dan wel maximaal 30 jaar dienstverband is bereikt. Officieren krijgen een eerste BT-aanstelling van 6, 8 of 10 jaar. Voor specialistische functies kan de initiële aanstellingsduur hoger liggen. Daarna bestaat de mogelijkheid om de aanstelling te verlengen tot maximaal 20 jaar. Overigens komt ook een officier pas in aanmerking voor een verlenging als deze tijdig een nader bepaalde rang heeft bereikt. Om de binding met de krijgsmacht te stimuleren worden ieder jaar bonussen toegekend aan officieren die daarvoor in aanmerking komen. Bij het bereiken van 20 jaar dienstverband kan de aanstelling opnieuw worden verlengd tot maximaal 30 jaar dienstverband met een maximale leeftijdsgrens van 55 jaar.
- Worden leeftijdsgrenzen gehanteerd bij de instroom van militairen en zo ja hoe luiden deze ? De minimale instroomleeftijd voor manschappen en onderofficieren is 17 jaar. De maximale instroomleeftijd is 35 jaar. Voor officieren bestaat er geen minimuminstroomleeftijd. De maximale instroomleeftijd voor officieren is afhankelijk van de loopbaankeuze en ligt omstreeks de leeftijd van 35 jaar. Voor specialistische functies kan deze leeftijd hoger liggen.
Internat vergelijkend onderz naar 'up or out'-personeelssystemen, bijlage 1 6 april 2005
Pagina 1 van 5
- Wordt per jaar het aantal benodigde militairen per rang vastgesteld en zo ja op basis van welke overwegingen ? De Amerikaanse krijgsmacht bestaat momenteel uit 1,4 miljoen beroepsmilitairen (zonder het reservistenbestand). Het personeelsbudget voor de Amerikaanse krijgsmacht wordt steeds voor 5 jaar bepaald. Op basis daarvan is in diverse uitvoeringswetten in detail vastgelegd het maximaal aantal militairen in rang en de minimale en maximale verblijfsduur in een bepaalde rang. De toegang en doorstroom in de militaire rangen is gebaseerd op een streng systeem van selectie waarbij enerzijds de organisatiewensen in termen van kwaliteit en behoefte gelden en anderzijds de geschiktheid, loopbaanpotentie en diensttijd van de militair worden beoordeeld. De militair die deze selectie niet doorstaat, wordt geacht de dienst te verlaten. De personeelsopbouw bestaat uit een brede onderbouw en een smalle bovenbouw waarbij het maximale aantal beschikbare plaatsen sterk afneemt bij een hoger rangsniveau. Hierdoor onstaat een relatieve smal topsegment in de bovenbouw. -
Wordt per rang bepaald gedurende welke termijn een militair die rang mag vervullen en zo ja hoe luiden deze termijnen ? Voor manschappen geldt een minimale verblijfsduur in rang van 1 tot 3 jaar. De maximale verblijfsduur verschilt per rangsniveau. De minimale verblijfsduur voor onderofficieren bedraagt 2 tot 4 jaar, de maximale verblijfsduur 6 jaar. Voor officieren bedraagt de minimale verblijfsduur in rang 1,5 tot 5 jaar. De maximale verblijfsduur in rang is afhankelijk van de diensttijd en bedraagt 3,5 tot 7 jaar.
Loopbaanbeleid 2. Kunt u inzicht geven in de samenhang tussen functietoewijzing, de daarvoor benodigde opleidingen en de bevorderingsmomenten ? - Wat is de gemiddelde duur van functievervulling ? De duur varieert van 12 tot 36 maanden, met 2 jaar als gemiddelde. De lengte hangt primair af van de standplaats en verder van de gezinsomstandigheden en de organisatiebehoefte. - Hoe is de relatie tussen de benodigde opleiding en de eerstvolgende functievervulling ? Iedere militair krijgt een basistraining. Daarna worden in voorkomend geval trainingen gevolgd die zijn gericht op de eerstvolgende functievervulling. Functietoewijzing vindt plaats op basis van de kwalificaties en de vereiste ervaring van de betrokkene en/of een vervolg-training. - Op basis van welke criteria vindt bevordering plaats ? De algemene vereisten voor bevordering zijn: a. men dient te beschikken over een minimale diensttijd in de krijgsmacht en een minimale verblijfsduur in de rang; b. men dient tot de betere militairen (meer dan gemiddeld) in de rang te behoren en c. men dient te beschikken over een aanbeveling van de huidige commandant.
Internat vergelijkend onderz naar 'up or out'-personeelssystemen, bijlage 1 6 april 2005
Pagina 2 van 5
Een en ander wordt vastgelegd in een beoordelingsrapport. De mate van verantwoordelijkheid in de huidige en eerdere functies zijn de belangrijkste bepalende factoren om in aanmerking te komen voor promotie. Met uitzondering van de lagere manschappenniveaus vindt voor iedere bevordering selectie plaats door centrale bevorderingscomités, die de daarvoor in aanmerking komende militairen tegelijk voorgelegd krijgen voor een beperkt aantal plaatsen in de volgende rang. De comités beslissen op basis van de beoordelingsrapporten over de betrokken militairen. De meeste bevorderingen vinden groepsgewijs per jaargang plaats in de cohorten die bij indiensttreding zijn ontstaan. Tussen majoor en kolonel kan men ook sneller dan gebruikelijk worden bevorderd. Dit gebeurt in maximaal 10 % van de gevallen, een jaar voordat men in aanmerking komt voor groepsgewijze bevordering. Wie bij de groepsgewijze bevordering niet wordt geselecteerd heeft een jaar later nog een herkansing. Degenen die dan nog niet worden geselecteerd, moeten de dienst verlaten of gaan afhankelijk van hun leeftijd met pensioen. Het overzicht van officiersbevorderingen wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan het Congres. Een benoeming in de twee hoogste opperofficiersrangen geschiedt op basis van coöptatie en bevestiging door de Senaat. Uitstroommomenten 3. Kunt u inzicht geven in de systematiek bij tussentijdse uitstroom van militair personeel ? - Zijn er een of meer gedwongen uitstroommomenten en zo ja op welke (leeftijds) momenten in de loopbaan ? De militair (met name officieren en onderofficieren) verlaat de dienst op het moment dat deze na 2 selectiemomenten niet meer in aanmerking komt voor bevordering naar een hogere rang. Meestal valt dit moment samen met het einde van de aanstellingsduur. In sommige gevallen vindt dit moment eerder plaats voordat de aanstelling afloopt. Overigens wordt het uitstroommoment niet bepaald door de leeftijd. Bij de officieren stroomt bijna iedereen nog wel door tot de rang van majoor. Maar vanaf die rang wordt de selectie steeds strenger. Voor onderofficieren ligt dit omslagpunt na ongeveer 6 jaar en voor manschappen na ongeveer 4 tot 6 jaar dan wel bij beëindiging van iedere BTaanstelling. - Welke criteria worden gehanteerd bij besluiten over uitstroom van personeel ? Bij wet is bepaald dat een militiair de dienst moet verlaten of wordt gepensioneerd bij: 1) een negatieve uitkomst ten aanzien van selecties met het oog op bevordering in een hogere rang; 2) bij het bereiken van een maximumduur in rang of 3) bij het bereiken van een bepaald maximum aantal dienstjaren. Wanneer men niet bevorderd wordt en men de maximale duur in zijn rang heeft voltooid, volgt uitstroom. - Op welke moment krijgt betrokkene een indicatie over het feitelijke uitstroommoment ? Direct na een selectie wordt de militair geïnformeerd over de uitkomst van de selectie en mogelijk het besluit tot gedwongen vertrek.
Internat vergelijkend onderz naar 'up or out'-personeelssystemen, bijlage 1 6 april 2005
Pagina 3 van 5
- Hoe is de positie van betrokkene bij een negatieve indicatie ? Een militair die de dienst moet verlaten krijgt een betrekkelijke korte periode om zich voor te bereiden op een loopbaan buiten defensie tenzij betrokkene in aanmerking komt voor direct ingaand pensioen. Indien het gedwongen uitstroommoment is gelegen binnen 2 jaar voor de datum waarop men anders in aanmerking zou komen voor militair pensioen (bij minimaal 20 dienstjaren), krijgt men in de praktijk veelal toestemming om die diensttijd vol te maken tot 20 dienstjaren. - Hoe luidt de ontslaggrond bij uitstroom ? De ontslaggrond luidt 'na selectie niet in aanmerking voor promotie'. Uitstroomvoorzieningen 4. Kunt u inzicht geven in de uitstroomvoorzieningen bij gedwongen tussentijds vertrek? - Welke voorzieningen zijn er op het gebied van begeleiding en bemiddeling ? De primaire verantwoordelijkheid voor het vinden van een nieuwe baan ligt bij de militair zelf. Het Amerikaanse ministerie van defensie zorgt daarbij voor ondersteuning. Alle militairen die de dienst moeten verlaten komen in een zogeheten 'transitieklas' en krijgen begeleiding bij de uitstroom. Deze verplichte uitstroomprogramma’s bevatten onder meer een sollicitatie-training. Ook kan men gebruik maken van bepaalde websites met vacatures bij de overheid en het bedrijfsleven. Over het algemeen echter heeft men in de VS niet veel moeite om als ex-militair weer aan het werk te komen (met name in de defensiegerelateerde industrie of op een van de vele vliegvelden of vliegmaatschappijen). Ex-militairen hebben ook een voorrangspositie bij sollicitatie op vacatures bij de overheid. - Welke financiële voorzieningen zijn er bij werkloosheid ? Bij een dienstverband van minder dan 20 jaar heeft de militair geen aanspraak op financiële voorzieningen van het Amerikaanse ministerie van defensie. Overigens stapt de militair vaak over naar de reserves om zodoende toch de loopbaan te kunnen voortzetten en in ieder geval voldoende pensioen op te bouwen. Bij een dienstverband van minimaal 20 jaar komt de militair in aanmerking voor een direct ingaand militair pensioen bestaande uit minimaal 50% (vanaf 2006 40%) van het laatstverdiende bruto salaris. - Zijn er aanvullende financiële voorzieningen en zo ja welke ? In beginsel niet. Wel blijft voor de gewezen militair en zijn gezin onder voorwaarden medische zorg tegen sterk gereduceerde prijzen beschikbaar. Ook kan de gewezen militair levenslang gebruik blijven maken van bepaalde gunstige facilititeiten voor militair personeel. Zo heeft men onder meer toegang tot Amerikaanse defensiewinkels en hotelen recreatie-mogelijkheden waar men tegen gereduceerde tarieven produkten kan afnemen. Ook kan men vrij reizen met militaire vluchten van de Amerikaanse krijgsmacht als er op vluchten plaatsen onbezet zijn.
Internat vergelijkend onderz naar 'up or out'-personeelssystemen, bijlage 1 6 april 2005
Pagina 4 van 5
In het kader van reductiemaatregelen kunnen vertrekbonussen worden gegeven. De hoogte daarvan is afhankelijk van rang en diensttijd. Pensioenleeftijd 5. Bij welke leeftijd gaat het personeel met pensioen ? - Hoe luidt de reguliere pensioenleeftijd ? De reguliere pensioenleeftijd is bepaald op 65 jaar. De verplichte pensioenleeftijd voor beroepsmilitairen is 55 jaar. Opperofficieren en bepaalde manschappen kunnen meestal langer dan 30 jaar blijven. - Bestaat er de mogelijkheid van vervroegd pensioen en zo ja hoe zijn daarbij de financiële voorzieningen ? In normale omstandigheden is pensionering voorzien na minimaal 20 en maximaal 30 jaar dienst. Na goedkeuring van het krijgsmachtdeel kan men langer dan 30 jaar blijven, maar dat gebeurt slechts in bepaalde omstandigheden. In 1986 is de militaire pensioenwet versoberd. Wie in dienst was voor 8 september 1980, ontvangt 2,5 % voor ieder dienstjaar van het laatste basissalaris, dus een direct ingaand pensioen van 50 % na 20 dienstjaren en een pensioen van 75 % na 30 dienstjaren. Wie in dienst is getreden vanaf 1 augustus 1986 ontvangt 40 % direct ingaand pensioen na 20 dienstjaren. Voor wie langer in dienst blijft neemt de opbouw vervolgens toe zodat men uiteindelijk na 30 dienstjaren, net als voorheen, een pensioen heeft van 75 %.
Internat vergelijkend onderz naar 'up or out'-personeelssystemen, bijlage 1 6 april 2005
Pagina 5 van 5