Prijs ƒ 3,OCTROOIRAAD Tér inzage gelegde Octrooiaanvrage Nr. NEDERLAND
/
'
'
Indieningsdatum: 12 december 1972, 24 u u r .
"^
B
01
d
7^ 59
1 6 8 6 7
/fB'
Datum van terinzageleggmg:
16'juli
1973.
De hierna volgende tekst is een afdruk van idb beschrijving met conclosie(s) en tekening(en), zoals deze op bovengenoemde datum werd ingediend.
Aanvraagster: Mobil Oil Corporation te Ne*/ York, New York, Verenigde. Staten van Amerika Gemachtigde:
Octrooibureau Polak & Charlouis te (Ir. G.'ïï. Boêlsma c.s.)
's-Gravenhage
Ingeroepen recht van voorrang: 12 januari 1972, Verenigde .Staten van Amerika, nr. 217.245 Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het scheiden van de componenten van een gasachtig mengsel bevattende, relatief zware en relatief lichte species door schokscheiding.
De uitvinding heeft, betrekking op een werkwijze voor het scheiden van de componenten van een mengsel van gassen bevattende relatief lichte- 'en relatief zware species. Zij is in het bijzonder toepasbaar op de scheiding van de gasachtige fluoriden'van uranium, dat wil zeggen op de scheiding van '• 235 2 38 U F en U F - . ' , . : • 6
6
De problemen" die zich voordoen bij de scheiding van de verschillende componenten van. gasachtige mengsels en in het bijzonder'de scheiding Van gasachtige uraniumisotopen, zijn gedurende vele jaren een onderwerp geweest, waaraan veel aandacht is geschonken." VeIs>.oplossingen zijn tot dusverre voor-
$ Q & -7 0 0 0 /
•
-.2-
gesteld om de gewenste scheiding te bewerkstelligen, waaronder differsstiale diffusie door poreuze barrièrelagen; differential absorptie; gedeeltelijke of complete condensatie van één der cor.pc ;r.ten; condensatie van het hele mengsel gevolgd door fracticnele distillatie of overöistilleren en het produceren van een supersonische straal van het gasachtige mengsel en het plaatsen van een bemonsteringssonde in de as van de straal. Ofschoon elk der bovengenoemde werkwijzen een zekere mate van succes gehad heeft, zijn deze werkwijzen -niettemin in het algemeen kostbaar gebleken. Eet Amerikaanse octrooischrift 3.465.500 beschrijft een werkwijze, welke een nieuw-wetenschappelijk principe toepast voor de scheiding van de componenten van een gas, dat zowel lichte als zware species bevat. Bij deze werkwijze wordt het mengsel versneld onder vorming van een stroom, die met supersonische snelheid zich beweegt. Een aantal holle sonden wordt over de gehele dwarsdoorsnede van de stroom geplaatst teneinde een schokgolf aan de voorzijde van de voorste randen van elke sonde te vormen. De zwaardere species hebben de neiging in de sonden te stromen en de lichtere species hebben de neiging om afgebogen te worden, zodat zij om de sonden stromen. Een verminderde druk wordt gehandhaafd binnen de sonde en een gas, dat- verrijkt is aan de zwaardere species, wordt onttrokken aan een gemeenschappelijke ringleiding die "verbonden is met de sonden. Hen aanvullende verbetering op dit vakgebied wordt beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.62S.665. De hoeveelheid via de sonden onttrokken gas wordt geregeld binnen berekende grenzen teneinde de beste scheiding te verkrijgen. Aanvraagster heeft nu gevonden, dat een behoorlijke verbetering kan worden verkregen door holle sonden op verschillende afstanden te plaatsen langs de stromingsas van de , supersonische gasstroom in plaats van ze alle in hetzelfde dwarsvlak te plaatsen. De werkwijze is uitzonderlijk efficiënt en neigt ertoe de totale hoeveelheid afzonderlijk werk tot een maximum op te
voeren, welk werk kan worden bewerkstelligd in een systeem, waarbij schokscheidingstechnieken worden toegepast met betrekking tot de totale hoeveelheid verbruikte energie. Men dient te realiseren dat er een aanzienlijk verschil is tussen het versohaffen van een scheidingsproces, dat de verrijking van hetzij een sjwaardere of lichtere component uit een gasachtig mengsel tsot eën maximum zal opvoeren, en het verschaffen van een werkwijze, welke dit op een. efficiënte wijze zal bewerkstelligen, niet alleen met betrekking tot de totale hoeveelheid verbruikte energie, maar tevens met betrekking tot kapitaalinvestering. Aldus door een al te vereenvoudigde voorstelling is gebleken, .dat het meest efficiënte s cheidingsprooe-S niet gelegen is in die situatie, waar de maximale verrijking van zwaardere species onttrokken wordt aan de bemonsterende sonden in -een schokscheidingsproces: de bekende stand der techniek heeft allang erkend, dat bij de 235 • 238 scheiding van U P^ uit eëri mengsel hiervan met U F^ de meest voordelige economische situatie optreedt, wanneer een zogenaamde ideale cascade wórdt verkregen. Zoals bekend is is een cascade zuiver een aantal scheidingstrappen en dit gaat op onverschillig of het betreffende proces gebruik maakt van schokscheidingstechnieken of conventionele gasd,if f usietechnieken. In elke trap van een cascade is er een voedingsstroom, een verrijkte stroom, die gewoonlijk de kop genoemd wordt, en een verarmde stroom, die gewoonlijk de staart .genoemd wordt. De ideale cascade voor uraniumisotopenscheiding staat bekend als de cascade-opstelling, welke leidt tot een minimum totale tussentrapse stroming. De ideale cascade wordt benaderd door fabrieken voor isotopenscheiding ontworpen voor minimale kosten, en het is bekend, dat deze wordt verkregen voor uraniumhexafluorlden, wanneer elke trap een kop tot - voedingsverhouding heeft van 0,5. Representatieve kennis over de bekende stand der techniek, waarin het bovenstaande wordt geopenbaard, kan worden gevonden in Nuclear Chemical Engineering/ McGraw-Hill Uitgeversmaatschappij , 1957.
' '
4
Het zal onmiddellijk ingezien worden, dat ofschoon het. in de tech'niek bekend is, dat de ideale afsnijding bij 0,5 dient te liggen, betekende dit niet, dat het mogelijk was een dergelijke afsnijding te verkrijgen voor een gegeven proces wegens de fysieke beperkingen, die eigen zijn aan elk proces. Aldus was bij het in het Amerikaanse octrooischrift 3.626.565 beschreven proces de maximaal verkrijgbare afsnijding niet de ideale van 0,5, maar eerder 0,75. .In het in het Amerikaanse octrooischrift 3.636.665 beschreven proces woröt het pompwerk, dat gedaan moet worden in een aantal of cascade van schokscheidingstrappen, of in een .enkele trap, bij een systeem dat al zijn sonden in een enkelvoudig öwarsvlak heeft, per eenheid van scheidingswerk, dat wordt uitgevoerd, beheerst door bij benadering de volgende betrekkina: x - ' "I 2 r t [ Q I n P i + (1-0) l n P i j Pt Ph
x fcC- l) 2 9
(1-9)
wsarin H is de standaardgasconstante ï = een temperatuur, waarvan de waarde afhankelijk is van het betreffende gas, r 235 cC= de verhouding van U
aanwezig in de kop gedeeld door de
' 2 3F8 a6
u
235 verhouding van U
F^
in de staart,
b de afsnijding, dat wil zeggen de verhouding van de totale UF- koo on de totale UF. stroom, bovenstrooms van de sonden, •
6
-
6
P. = de aanvangsdruk van het ÜF^ voordat het het convergentedivergente mondstuk passeert, P
= ds druk van het gas, nadat het het tweede convergente-
divergente mondstuk gepasseerd is; en = de druk, waarmede het UF^ verrijkt aan de zwaardere isotoop onttrokken aan de sonden opnieuw moet worden samengedrukt teneinde ca volgende trap binnen te gaan, o = ds verhouding van de totale gasstroom benedenstrooms van de
sonden: totale gasstroofl bovenstrooms van de sonflen; .en X = de mol? fractie van U F g i n het aanvankelijke
gasmengsel,
alvorens . d'it het conver^ente-divergente mondstuk
doorloopt.
Het meest efficiënte proces voor de scheiding van uraniumisotopen vindt plaats, wanneer de bovenstaande uitdrukking een minimum is, dat wil zeggen het pompwerk tot een minimum is teruggebracht per eeriheid van
scheidingswerk.
Bovenstaande formule --werd echter toegepast op een stelsel, waarin slechts één. dwarsrangschikking van sonden werd gebruikt en in een dergelijk stelsel wordt de scheidingsfactor dat wil zeggen oC -1 nul als ö.onder 0,75 gaat. Dit komt, omdat in het genoemde stelsel,. 'indien & beneden 0,75 'gaat, er een neiging is voor de schokgolven om door de sonden te worden ver zwolgen. Aanvraagster
heeft ontdekt,
afsnijding,
eigen
d a t de b e p e r k i n g m e t
trekking
tot
stelsel,
kan w o r d e n o v e r w o n n e n d o o r t o e p a s s i n g
verschillende
dwarsdoorsneden
Ofschoon e l k e
rangschikking
steeds
zal
snijding
worden b e h e e r s t
aan h e t b o v e n
langs
afsnijdingen
cascade-afsnijding
van 0 , 5
beschreven van sonden
in
de a x i a l e
stromingslijn.
van sonden i n een
dwarsdoorsnede
door een o n d e r g r e n s
v a n 0,75, kan e r v o o r g e z o r g d w o r d e n ,
som van a l l e
be-
iait e l k e öf'
zelfs
v a n de
dat de. t o t a l e
dwarsdoorsnede lager
af-
de
ideale
benadert.
In overeenstemming met de onderhavige uitvinding wordt een werkwijze verschaft voor. -het scheiden van componenten uit een gasachtig mengsel bevattende relatief zware en relatief lichte species, waarbij het gasachtige mengsel versneld wordt door een mondstuk in. een .'kanaal zódanig dat ér een stroom gevormd wordt bij supersonische snelheid met een Mach nummer van 2 tot 5, waarbij de stroom geleid wordt voorbij een rangschikking van holle sonden in'de ' supersonische stroming, welke sonden opgesteld" zijn in!tènminste drie verschillende
dwars-
vlakken ten opzichte van de .s'ttfomingsas, De sonden bezitten kritische afmetingen ten opzichte van de gemiddelde vrije weglengte van de stroming en déze zullen hieronder worden uiteengezet. De stroming door hét 'kanaal en door de sonden wordt
geregeld teneinde de meest gunstige scheiding te bewerkstelligen. • De uitvinding zal hieronder beschreven worden met bijzondere verwijzing naar de scheiding van de gasachtige uranium235 233 hexafluoriden CJ F,, en U F-, maar de werkwijze kan zoals 6
6
hierboven vermeld eveneens worden gebruikt om andere gasachtige mengsels te scheiden, welke door fysische methoden kunnen worden gescheiden, bijvoorbeeld mengsels van betrekkelijk lichte en betrekkelijk zware species. Het mengsel wordt versneld door een mondstuk in een kanaal zodat het daaruit opkomt en uitzet onder vorming van een supersonische stroom met een Mach numm-er van 2 tot 5, een temperatuur van 24-66°C en een druk van 6,8 x 10 ^ tot 6,8 x -3 10
atmosfeer. De holle sonden worden in tenminste drie verschillende
dwarsvlakken geplaatst langs de stromingas van de stroom. Het eerste stel sonden wordt opresteld op een voldoende afstand van het mondstuk teneinde een losse staande schokgolf te laten vormen vooraf aan ds voorste randen van elke sonde. De uitvinding zal hieronder aan de hand van de figuren der bijgaande tekening nader worden toegelicht. Fig. 1 geeft een schematische doorsnede van een kanaal bevattende vier stellen sonden; en fïc
1
fig. 2 geeft een doorsnede van het kanaal bij A-A' van Onder verwijzing naar de tekeningen bevat de inrichting
een kanaal 10 met een intreemondstuk 11 en een uittreemondstuk 12. Een aantal holle sonden, algemeen aangegeven met 13, zijn opgesteld volgens vier rangschikkingen 14, 15, 16 en 17 in verschillende dwarsvlakken langs het kanaal 10. Rangschikkingen 14 en 16 bevatten vijf sonden elk en rangschikkingen 15 en 17 bevatten er zes elk. Elke sonde 13 bevat een star lichaam met t
een iuchtfilmdwarsdoorsae&e en een nauwe sleuf met meskanten/ die bovenstrooms wijst, dat wil zeggen naar het mondstuk wijst. De sonden in elke rangschikking zijn gestaffeld ten opzichte van ds sonden in elke aangrenzende rangschikking. De sonden
in elke rangschikking, zl-j.n verbonden met een gemeenschappelijk verdeelstuk 18, waaraan de "staartfractie"
(verrijkt,
met de zwaardere species) wordt onttrokken. De verdeelleidingen van een enkele trap, bijvoorbeeld van vier rangschikkingen zoals weergegeven in fig. 1, kunnen buiten het kanaal 10 met elkaar verbonden worden, Het gasmengsel wordt in het kanaal 10 ingevoerd door het convergente-divergehte intreemondstuk 11. Wanneer het gas het mondstuk verlaat 2èt het uit. onder vorming van een stroom met supersonische snelheid,. Wanneer de stroom over de sonden geleid wordt, wordt een losse -staande schokgolf gevormd aan de kop van elke sonde 13. Het zwaardere gas treedt de sonden 13 binnen en wordt vervolgens via.: de gemeenschappelijke verdeelleiding 18 onttrokken, Dé,..."'koppen "-fractie, nadat zij de rangschikkingen gepasseerd is, Verlaat het-kanaal door het uittree convergénte-divergente ;möndstuk 12. Zij kan daarna opnieuw worden samengeperst en naar een andere trap worden geleid, welke soortgelijk kan zijn a.an de weergegeven trap. Het gasachtige mehgs.el, \dat het mondstuk 12 verlaat, • • • vr' ,
bezit bij voorkeur ee'n druk van 0,07 tot 0,7 atmosfeer en een temperatuur van 66 tot; 2S0°C. Alle sonden worde^ g'ëh.e'el binnen het supersonische gedeelte van de stroom,.opgesteld, welke zelf het. kanaal volledig vult. De sonden in een gegeven dwarsvlak bezitten assen, welke gescheiden zijn eri zich van- elkaar onderscheiden -èn gelegen zijn in verschillende, dwarsg.edeelten van de stroming. Het totale doorlaatgebied van de bovenstrooms wijzende openingen van de sonden (dat wil.zeggen naar het mondstuk wijzende in een gegeven dwarsvlak bedraagt 0,05 tot 0,5 van het totale dwarsdoorsnededoorlaatgebied van het kanaal, waarin zij zijn geplaatst). De afzonderlijke spaden in elke rangschikking zijn voldoende ver van elkaar verwijderd, dat de in het front van de ene sonde gevormde staande schokgolf niet interfêreert met de in het front van een andere so'nde gevormde staande schokgolf. Aan deze conditie kan voldaan worden wanneer de sonden niet
dichter bij elkaar liggen dan cp een afstand gelijk aan de karakteristieke dimensie
(breedte) van één van de sonden.
De scheiding verkregen met dit schokproces hangt onder andere af van de karakteristieke dimensie van het fronteinde van de sonden. Indien elke sonde een cilindrische buis is, is de karakteristieke dimensie de diameter van de buis. Indien het frontale einde van de sonde een sleuf is, dan is de breedt bij de voorste rand de karakteristieke dimensie. Het is gebleken, dat teneinde een werkwijze te verkrijgen, waarbij het scheidingswerk tot een maximum kan worden opgevoerd, het noodzakelijk is, dat de verhouding van de gemiddelde vrije weglengte van het uraniumhexafluoride gemeten in een supersonische stroom, bovenstrooms van de schokken tot de karakteristieke dimensie, gebaseerd op de voorste rand van de sonde zodanig dient te zijn, dat de combinatie Knudsen nummer heeft van 0,001 tot 1,0 en bijvoorkeur 0,01 tot 0,1. Eet totale aantal van verschillende dwarsvlakken, waarin de sonden worden geplaatst, bedraagt 3 tot 20. Het voorkeursgetal Tran verschillende dwarsvlakken, welke worden gebruikt, bedraagt 4 tot 12. De voordelen verkregen met de werkwijze nemen toe wanneer het aantal vlakken toeneemt, maar op geleidelijk verminderende wijze, zodat er een optimaal aantal zal zijn, waarboven de extra kosten niet langer economisch wenselijk zullen zijn. Ook dient het aantal vlakken niet dat aantal te overschrijden, dat de gasstroom in het kanaal subsonisch doet worden. De afstand tussen elk verschillend dwarsvlak, waarin de sonden zijn geplaatst, is niet kritisch. Elk vlak dient bij voorkeur echter verwijderd te zijn van een ander over een afstand gelijk aan ongeveer 3 tot 10 sondelengten, waarin een sonde-lengte wordt bepaald als de lengte van de sonde in de stromingsrichting. t
Een bijzonder de voorkeur verdienende
uitvoeringsvorm
van deze uitvinding is gelegen in die situaties, waarin de sonden in elk dwarsvlak van elkaar verwijderd zijn over nagenoeg een gelijke afstand van elkaar.
- 9 r-
Dé scheiding wórdt geléidelijk beter naarmate elk vlak gepasseerd wordt. Dit' komt omdat de voeding naar het tweede dwarsvlak in kwaliteit wordt verbeterd aangezien sommige van de ongewenste zwaardere isotopen in de eerste trap zijn ver5
wijder-d. Op. soortgelijke wijze, .is de voeding aan de sonden in de derde trap nog meer verbeterd, enz. Bij de typische uitvoering van het proces, wordt uranium.hexafluoride samengedrukt totdat het een druk heeft in het bereik van 0,14 tot 2,04 atmosfeer en een temperatuur van onge-
10
veer 66 tot 260°C. Dit uraniumhexafluoridegas wordt vervolgens geleid door een conVërgent-idivergent mondstuk, zodat het het mondstuk verlaat met een snelheid van Mach 1,5 tot Mach 4, een druk van 0,0007 tot 0,.07 atmosfeer en een temperatuur van ongeveer 24° tot 66°C. Het. ur.aniymhexafluoride wordt vervolgens
15
geleid door een langwerpig, cirkelvormig kanaal sodat nagenoeg enkel evenwijdigerstroming.slijnen worden verkregen. Aan deze voorwaarde wordt, voldaan Wanneer de genoemde uraniumhexafluoridestroom in een kanaal stroomt eri dit volledig vult». Over verschillende dwarsvlakken van het kanaal is een
20
groot aantal holle sonden•geplaatst, welke'onderling verbonden zijn aan een verdeelleiding, .welke op haar beurt verbonden is met een pomp. Een verlaagdeJéruk wordt in de verdeelleiding gehandhaafd 'en een staande schokgolf wordt in het front van elke sonde gevormd. Het zwaardere species van het gas treedt binnen
25
in het eerste dwarsvlak' van sonde en
wordt onttrokken via de
verdeelleiding, terwijl het lichtere species van het gas om het eerste vlak van sonden stroomt naar het volgende dwarsvlak van sonden , waar . de scheiding./wörd't herhaald enz.
".
Nadat het gas het; leiatste vlak van sonden verlaat, door30
loopt het een tweede convergent-divergent mondstuk, waar het wordt samengedrukt tot een hogere temperatuur en -druk. Het gas.achtige; men'gsteib- wordt daardoor'onderworpen aan herhaalde scheiding zonder de noodzaak om het gas tussen elke scheiding opnieuw samen ^è^d-rUkken (aangezien de, scheiding
!5
plaatsvindt bij elke rah'gschikking van sonden) . Aangezien een groot deel van de kosten voor vervaardiging en het doen werken
7 si v& Q 'Je ƒy -10."
- .10 -
van de cascade de kosten omvatten, die toegeschreven zijn aan het pompen- (samendrukken) van het gasachtige mengsel, zijn de bewerkstelligde besparingen door het uitvoeren van een aantal scheidingen zonder het opnieuw samenpersen enorm. Aldus maakt het proces aanzienlijke besparingen mogelijk, welke bewerkstelligd worden door het gas over een aantal sondeopstellingen te leiden zonder de snelheid van het gas te verminderen tot subsonische waarden voor het opnieuw
samendrukken.
Het bovenstaande geeft slechts één trap weer van een scheidingsproces en in het werkelijke bedrijf zullen er een aantal of een cascade van dergelijke trappen zijn. Aldus wordt het gas, dat het laatste vlak van sonden
(de koppen) na her-
nieuwde samsndrukking gevoerd naar een andere trap. Op soortgelijke wijze kunnen de staarten worden gecombineerd en gevoerd worden naar een andere trap. Het volgende Voorbeeld wordt slechts bij wijze van illustratie gegeven. VOORBEELD 2 35 Een mengsel bevattende 0,700 delen van U F. en 99,300 233 delen van U F. wordt zodania samengedrukt, dat het een tem6 peratuur bezit van 150 C en een druk van 0,51 atmosfeer. Dit materiaal wordt vervolgens geleid door een convergent-divergent mondstuk zodanig dat het een snelheid heeft van ongeveer Mach 4, een druk van ongeveer 0,0014 atmosfeer, en een temperatuur van ongeveer 24°c. Het gas, dat zich voortplant met supersonische snelheden, stroomt door een langwerpig buisvormig kanaal en vult dit volledig, zodat evenwijdige
stroraingslijnen
ontstaan. Sonden, bevattende een aantal sleuven met ïneskanten van ongeveer 1 tot 2 mm tussen de meskanten zijn verspreid aangebracht over de dwarse doorsnede van het kanaal. Onder deze omstandigheden wordt het Knudsen getal van de stroom, die refereert aan de sleufrand-tot-randdimensie, gehandhaafd op ongeveer 0,01. Het totale open doorlaatgebied van de sonden bij een gegeven dwarsvlsk wijzend in de bovenstroomse richting is ongeveer 0,10 van het totale dwarsdoorsnedegebied van het lang-
t
werpige buisvormige kanaal. Sonden worden geplaatst in dwarsvlakken bij- tien axiale".posities. Ben verlaagde druk wordt gehandhaafd in elk dwarsvlak van sonden door een gemeenschappelijke verdeelleiding
verbonden
met een pomp en een fra'cti4 van UF^ wordt daaraan onttrokken. Deze fractie, welke het mengsel, is van de staarten van elk vlak 2 38 van sonden is verrijkt aan U - ' èn vertoont bij analyse onge23 8 veer 99,3055 gew.delen ü F en ongeveer 0,6945 gew.delen b 2 35 U Fg. Deze ontnomen fractie bezit een druk van ongeveer 0,0 2 atmosfeer en een temperatuur van ongeveer 178°C. Z,ij. wordt bij voorkeur opnieuw samengedrukt en.toegevoerd aan een andere scheidingstrap. De fractie van
o
s'tfrOmên rondom het laatste dwarsvlak • •.
van sonden wordt door een, eojavergent-divergent mondstuk
geleid,
zodat zij een druk bezit ya«V: ohgeyeer 0, 136 atmosfeer en een temperatuur van 178°C. Zij. bevat ongeveer 0 ,7055 delen U 2 3 5 F f i 2 38 en ongeveer 99,2945 delen • U. .: Fg • Deze met lichtere isotopen,, verrijkte fractie, wordt bij. voorkeur opnieuw samengedrukt èn geleid door andere"soortgelijke
scheidingstrappen. Door een willekeurig geschikt middel, zoals.het inbrengen
van een smoorklep in de p o m p ^ w e l k e is verbonden met de sonden, wordt de hoeveelheid uraniumhexaf l.uoride, welke aan de sonden wordt onttrokken, zorgvuldig geregeld, zodat de verhouding van de totale uraniumhexafluoridestroom benedenstrooms van de sonden tot de totale uranif|i|ie.X'a;él.üoridestroom bovenstrooms van de sonden ongeveer Ö../.5Ö' "is.- ";
. C 0
L- U S I E S
1. Werkwijze voor. het' schciöen van de componenten, van. een gasachtig mengs-el.,;kêv-ftt&è$ofe:'- r é l a t i e f
zware en-Relatief
lichte species door schoksoheiding, waarbij het mengsel versneld wordt door een mondstuk, onder vorming van' een- super-. . sonische gasstroom, 'welke: stroom geleid wordt langs- sonden opgesteld in de gasstroom. "i^-eeï.. kanaal, dat volledig door de stroom gevuld wordt, m'e.t- • . t ó . ^ ^ ' è . a m e x k ,
dat de sonden worden
opgesteld in tenminste drie verschillende dwarsvlakken ten opzichte van- de as van de gasstroming. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sonden worden opgesteld in 3 tot 20, bij voorkeur 4 tot 12 vlakken. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het totale doorlaatgebied van de sonden in een gegeven dwarsvlak 0,05 tot 0,5 bedraagt van het totale doorlaatgebied van het kanaal. 4. Werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stroom een Mach getal van 2 tot 5 bezit, een temperatuur van 24° tot 66°C en een druk van 6,8 x 10 ^ tot -3 6,8 x 10
atmosfeer.
5. Werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het Knuasen getal ligt tussen 0,001 en 1,0. 6. Werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gasachtige mengsel, dat niet door de sonden stroomt, wordt geleid door een mondstuk, vanwaar het uittreedt met een druk van 0,07 tot 0,7 atmosfeer en een temperatuur van 66 tot 260°C. 7. Werkwijze volgens één der voorafgaande 235 conclusies, 238 met het kenmerk dat het gasabhtige mengsel ü F^ en U Fg bevat. S. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies, bevattende een kanaal met een intree convergerend-divergerend mondstuk, een uittree convergerend-divergerend mondstuk en een rangschikking van sonden in het kanaal, met het kenmerk, dat de sonden
(13) opge-
steld zijn in tenminste drie verschillende dwarsvlakken 17)
over het kanaal
(10).
(14-
FIG. A —>
10 15
.13
rs/J
16
13 13
•o
A
.18
FIG. 2
e
i 7
12
H