Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Bouwdienst
z-
Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat
BENELUXTUNNEL
Evaluatie Ontwerp- en besteksfase
Postbus 20000, 3502 LA Utrecht
Telefoon (030) 285 76 00
Griffioenlaan
Telefax 030 - 2897418
2, 3526 LA Utrecht
Bereikbaar vanaf station CS met buslijn 116 of sneltram Utrecht richting Nieuwegein/Ijsselstein Westraven)
(Halte
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
z- BENELUXTUNNEL Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Autorisatie/acceptatie
door:
Geautoriseerd:
Geaccepte
Geaccepteerd:
Projectleider
Bevoegd g
Accountmanager
G.L. Tan
J. Bi
MAM. Beljaars
rk
Paraaf:
para~.
~b/a
~~~
Datum:
IJ 01./1000
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
J/
,~f)()
11-
7'
-
tr\?
•
Doenr.
: 1915-98-0508
Status
: definitief
SDB
: 207A
Versie
: 1
Opsteller
: N. M. Ceton-O 'Prinsen
Datum
: 21 nov. 1999
Project 26 Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
Inhoudsopgave
1. INLEIDING
.................•.....••..•.....•..•....••.•.•...••..•..........•.•........•............................•..•..•.••••.••••••••••••.••••.••••1
1.1.
IDENTIFICATIE
1.2.
DOELSTELLING
1.3.
KADER
2. PROJECT
................................................................................................................•...••..
1
....................................................................................................................•.
1
.........................................................................................•..•.....•.......•.•..•..•...••..........
ACCEPT ATIENOORONTWERP-F
2.1.
WERKZAAMHEDEN
2.2.
CONCLUSIE'S
BOUWDIENST
TOT BEGIN
EN AANBEVELINGEN
3. LEERPUNTEN
ONTWERP-
3.1.
ALGEMEEN
3.2.
ONlWERPWERKZAAMHEDEN
2
ASE ..•...•.•......••.••.•••.....•.••.•••••.••••..••••••••••••••••••••.••.••• 3
1994
VOORONlWERPFASE
3 ..................................•............•..••....•.
3
EN BESTEKSF ASE ..•....•...•...•.......•.••••..•••.•.........••••••..••••••••.••.•.•••••••••• S
.............................................................................................................•......•....... .....................................................................................•............
5 5
3.2.1. Civiel rekenwerk
6
3.2.2. Civiel tekenwerk
7
3.2.3. Bouwkunde ontwerp
9
3.2.4. Elektromechanische
3.3.
11
installaties
BESTEK ................................................................................................•...........•.....•..•••.••.•..
4. ELEMENTAIR
12
...........•.................•...........•........•..•..........•.....•........••••••••.•...•..........••...•••.••.••.••.•••••••••••• 14
4.1.
BEGINFASE
4.2.
LEER-
4.3.
TIJDSPLANNING
4.4.
CAPACiTEIT
4.5.
ORGANiSATIE
18
4.6.
INFORMATIE ....................................................................................................•....................
19
4.7.
UITBESTEDING
19
........................................................................................................••.............•.•
EN VERBETERPUNTEN
PROCES .................................................................•..........•....•.
...........................................................................................•........•.......•.•..•.
...................................................................................................•....•.•.•.....•....•.
...............................................................................................•.......•......•.•....
5. INN 0 VATIEVE ASPECTEN ...•.......•............••.........•..............•...............•..•••••..........•••...•....•..••..••.•..•• 6. TEVREDENHEID
Bouwdienst
16 17
19
ANALYSE ....................••.•......•..............••.••..............••••.••••••••.••••••••••.•20
EN AANBEVELINGEN
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
14
PRINCIP AAL ........••..........................•.......•.........•..••.•...........•.•.•••..•••.•.••.••.•••••••.• 20
7. BEDRIJFSECONOMISCHE 8. CONCLUSIES
14
................•.......•................................••.•.•...•.•....•••••...•.••.•.•••. 21
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
1.
Inleiding
1.1.
Identificatie
Projectnaam
: 28 Beneluxtunnel
Projectcode PBMS
: 1915
Projectfase
: ontwerp- en besteksfase
Elementair
: SDB 207A
Documentnummer
: 1915/COP/ELEM/990508
Datum
: 19 april 1999
Principaal
: Directie Zuid-Holland A. Moerman
Bevoegd gezag
: J.H. Bijkerk
Projectleider
: G.L.Tan (ontwerp- en besteksfase) J. van Vliet (uitvoeringsfase)
1.2.
Doelstelling
De evaluatie objectieve
beoogd een overzichtelijk
en leesbaar document
weergave van de gebeurtenissen,
verwoord
te zijn, met een
in heldere conclusies
met
bruikbare aanbevelingen Het doel van de evaluatie is ter lering voor volgende projecten. de positieve
als negatieve
De evaluatie
is niet alleen bedoeld voor staf, projectleiders
kwaliteitszorg
ervaringen
Hiertoe zullen zowel
worden benoemd.
maar ook voor andere medewerkers
en medewerkers
van
van Tunnelbouw.
Opzet en werkwijze De tussentijdse
evaluatie maakt onderdeel uit van de totale evaluatie
Elementair (SDB 207). Aangezien afgesloten
is er na beëindiging
tussenevaluatie Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
er met het bestek een duidelijke
volgens
fase is
van deze fase gekozen om hierover een
te maken. Deze evaluatie
1/22
heeft echter gedurende
de ontwerp-
en
Project
2"
Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Doenr.: 1915-99-0508
besteksfase weinig tot geen aandacht gekend, zodat het een "achteraf
overzicht"
is geworden van de relevante gebeurtenissen. Aan de ontwerp- en besteksfase ging de voorontwerpfase
vooraf. Deze
fase is tevens in deze evaluatie meegenomen. Vervolgens zijn de belangrijkste leerpunten van de civiele, bouwkundige ontwerpwerkzaamheden
en electromechanische
beschreven.
Apart is vermeld de geschiedenis van de beheersaspecten organisatie, informatie,
tijd, geld, capaciteit met de belangrijkste aandachtspunten.
ervaringen met betrekking tot uitbesteding
Ook de
worden apart vermeld.
Aan de financiële evaluatie is in een apart document aandacht besteed (docnr. SOU 98-246).
1.3.
Kader
Deze evaluatie heeft betrekking op de (voor}ontwerp en besteksfase van de 28 Beneluxtunnel. De nadruk ligt op de activiteiten van de afdeling Tunnelbouw (DIU}. Op hoofdlijnen wordt echter ook aandacht besteed aan de afdelingen Electrotechniek (NIE), Bouwkunde (NICB) en bedrijfszaken (DIB). Deze tussentijdse evaluatie maakt onderdeel uit van de totale evaluatie volgens Elementair (SOS 207 A).
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
2/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
2.
Projectacceptatie/voorontwerp-fase
2.1.
WerkzaamhedenBouwdienst tot begin 1994
In 1990 wordt aan de Bouwdienst gevraagd een voorontwerp te maken voor de bouw van de 29 Beneluxtunnel met 2 keer 2 rijstroken autoverkeer en een mogelijke fietstunnel. Onder leiding van Jacob van Vliet is het project bij de afdeling Tunnelbouw gestart. Het projectteam bestaat dan uit ca. 4 a 5 personen.
Door het projectteam worden diverse tunneldoorsnedevarianten
berekend en getekend.
Ook wordt een begin gemaakt met het ontwerp van de toeritten. Tevens wordt voor de locatie van het bouwdok een alternatievenafweging
gemaakt, welke uiteindelijk
resulteert in een voorstel voor de keuze van het bouwdok te Barendrecht.
Omdat in deze fase de gebruikers van de toekomstige tunnel (nog) niet vastgesteld zijn, blijkt het moeilijk een definitieve doorsnede vast te stellen. De projectleider stelt dan ook in zijn beslisdocument (zie § 2.2) een lijst op van beslissingen die genomen dienen te worden door de opdrachtgever alvorens een volgende fase (ontwerpfase) worden. Er worden echter geen besluiten genomen door de opdrachtgever, ontwerpactiviteiten
ingegaan kan zodat de
bij de Bouwdienst tijdelijk op een laag pilje worden voortgezet.
In maart 1993 wordt door het kabinet beslist om een 29 Beneluxtunnel aan te leggen met 2 keer 2 rijstroken, een metro, een mogelijkheid tot doelgroepenscheiding,
een
wisselstrook en een fietsbuis. Tevens wordt een principe dwarsdoorsnede
gekozen.
Met deze beslissing worden de activiteiten bij de Bouwdienst weer opgepakt en wordt in 1994 gestart met de ontwerp- en besteksfase. Toch zijn niet alle punten uit het beslisdocument besloten en wordt weer geen formele opdracht aan de Bouwdienst verschaft.
2.2.
Conclusie's en aanbevelingen voorontwerpfase
• Met de principaal zakelijk omgaan en veel op schrift stellen is ook in de voorontwerpfase zeer noodzakelijk; • Niet eerder starten met de volgende fase van een project, dan wanneer is voldaan aan alle vooraf afgesproken randvoorwaarden. • Bij wisseling van projectleider in de volgende projectfase deze afspraken/voorwaarden Bouwdienst Rijkswaterstaat Droge Infrastructuur
goed met de nieuwe projectleider kortsluiten; 3/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
~.
I/
Wanneer geen overeenstemming met de principaal bereikt kan worden vóór de start van de volgende fase, dient dit op schrift gesteld te worden.
•
Tijdens de voorontwerpfase is te weinig aandacht besteed aan electromechanische
en bouwkundige aspecten. Hiervoor in de vo-fase
derhalve voor het budget een grote stelpost opnemen; • Door de uitbreiding met de fiets- en metrokokers is de voorontwerpfase eigenlijk nog niet afgesloten.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
4/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
3.
Leerpunten ontwerp- en besteksfase
3.1.
Algemeen
Begin 1994 wordt een hernieuwde start gemaakt met het project 28 Beneluxtunnel. Hiertoe wordt een startdocument opgesteld: de Voorontwerpnota. De Ontwerp- en besteksfase vormen één fase omdat het tijdspad van Directie ZuidHolland door de Bouwdienst als zeer kort wordt ingeschat. Binnen twee jaar dient het bestek gereed te zijn terwijl de vo-fase voor het civiele deel nog niet gereed is en met de vo-fase van de electromechanische
installaties en het bouwkundig deel moet worden
begonnen. Het dwarsprofiel uit de Voorontwerp nota 1990 wordt gewijzigd in de nieuwe voorontwerpnota.
De locatie van de fietsbuis wordt gewijzigd vanwege de technische
uitvoerbaarheid en kostenoverwegingen.
Tekening BXT 470 vormt de basis voor het
ontwerp.
3.2.
Ontwerpwerkzaamheden
Het definitief ontwerp van de 28 Beneluxtunnel kan worden opgedeeld in de volgende onderdelen: •
civiel rekendeel;
•
civiel tekendeel;
•
bouwkundig gedeelte;
•
EM-installaties.
Hoewel is afgesproken met het management dat ten behoeve van opleiding van eigen mensen, er geen uitbesteding plaats zou vinden van civiele engineering, gebeurt dit toch. Bij de onderhandelingen
over het af te sluiten Clustercontract
Tunnelbouw met
TEC en SAT wordt ook de 2 Beneluxtunnel genoemd. Deze onverwachte 8
uitbesteding
heeft gevolgen voor het ontwerp en bestek. Het tijds pad vertraagd en er is meer inspanning nodig aan Bouwdienstzijde van de opdrachtnemer bij de opdrachtnemer
dan verwacht door ondermeer de onbekendheid
met de Bouwdienst, de onervarenheid
van enkele medewerkers
en de moeilijkheid van het goed definiêren van de opdrachteisen
aan de opdrachtnemer.
Aanbeveling: opdrachteisen uitbesteding engineering goed definiëren.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
5/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Doenr.: 1915-99-0508
3.2. 1. Civiel rekenwerk
In de voorontwerpfase
zijn globale berekeningen gemaakt. Deze worden in de
ontwerpfase nader uitgewerkt en ten behoeve van het bestek zelfs tot een zeer gedetailleerd niveau. Het rekenwerk wordt verdeeld in de volgende onderdelen: •
beton en palen toeritten;
•
damwanden;
•
elementen;
• OTAO; •
diversen.
Het rekenwerk wordt het eerste jaar uitgevoerd door slechts één Constructeur Staticus, af en toe bijgestaan door een tweede Constructeur. Dit blijkt te weinig.
I
Aanbeveling: Bij dergelijke grote projecten dienen minstens twee Constructeurs Staticus continu bij het ontwerpproces betrokken te zijn, zeker wanneer het project als leerproject wordt aangemerkt.
Tijdens het ontwerpproces ontwerpverantwoordelijkheid.
speelde zich een onduidelijkheid over de Uiteindelijk is de projectleider (in dit geval technisch
inhoudelijk goed op de hoogte) weliswaar eindverantwoordelijk,
echter, wie neemt de
beslissingen over het ontwerp? Is dit de rekenaar of de disciplineleider?
Bij de 28
Beneluxtunnel stond een ervaren disciplineleider tegenover een minder ervaren constructeur staticus. Hierdoor kwam discussies zoals: de constructie moet dikker en dus moeten de tekeningen worden aangepast of berekening moet opnieuw worden gemaakt met de dikte zoals is getekend en dus meer wapening. Reden om de tekeningen niet te wijzigen is vaak, zoals in de inleiding reeds is aangegeven, de krappe tijd om de ontwerp- c.q. bestekstekeningen
en het bestek op tijd klaar te krijgen.
Aanbevelingen: • Bij het ontwerp moeten bij de start van het proces afspraken worden gemaakt over waar de ontwerpverantwoodelijkheid
ligt.
o~
• Er dient gedU;;;;;de het ontwerpproces meer gestructureerd en spontaan overleg tussen de disciplines rekenen en tekenen plaats te vinden.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
6/22
_
("
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
3.2.2. Civiel tekenwerk
Opzet De afspraak van één fase voor ontwerp en bestek heeft ook voor het tekenwerk gevolgen gehad. Gekozen wordt voor een zodanige opzet van de ontwerptekening,
dat
deze tekening door verdere detaillering de bestekstekening wordt en tevens in de uitvoering gebruikt kan worden. Hierdoor zou tijdwinst te behalen zijn doordat er niet steeds een nieuwe tekening opgezet dient te worden. Het brengt echter ook een aantal problemen met zich mee: •
(te) grote mate van detaillering van de ontwerptekeningen. ontwerpwijzigingen
moeizaam door te voeren. Deze ontwerpwijzigingen
RET, dienstengebouwen) •
Hierdoor waren (alignement
horen echter bij een dergelijk ontwerpproces;
gevaar voor ondoorzichtigheid
van het ontwerproces door gebruik computer (CAD-
Calma systeem) en geen zichtbare tekenvellen; •
geen duidelijk overzicht van de ontwerptekeningen, wordt naar bestekstekeningen.
omdat er uiteindelijk gewerkt
Het was ook niet duidelijk wanneer de tekeningen
besteksgereed waren, zodat ze een basis konden vormen voor het schrijven van het bestek (90 % gereed bleek geen duidelijke maatstaf). •
late aanlevering van wijzigingen rekenwerk (palen/onderwaterbeton/damwanden), EM en bouwkunde, deze dienden in de bestekstekening
•
aangepast te worden;
diverse wijzigingen van alignement Zuid-Holland
In juni 1996 wordt door de projectleider besloten dat een stand van zaken van het ontwerpproces
richting Principaal ter kennisgeving gaat. Dit houdt in dat een soort
ontwerptekeningen
afgedrukt worden. Deze blijken ook in het projectteam van groot
belang. Een ieder heeft het complete overzicht en elke discipline kan de tekeningen op zijn/haar vakgebied toetsen.
Aanbeve/ingen tekenwerk in dit verband zijn: '
•
voorontwerpfase eerst afsluiten met een goed afgesproken Programma van Eisen voordat met ontwerpfase wordt begonnen;
• ontwerp- en besteksfase duidelijk gescheiden houden: eerst een ontwerp.
~
l
daarvan acceptatie en daarna bestek; •
gedurende de lange ontwerp- en besteksfase geregeld aan alle projectteam/eden een overzicht van de tekeningen (de A3 uitdraaien waren erg populair) verstrekken;
•
voor de tekeningen een tijd afspreken wanneer de ontwerptekeningen zijn en overgegaan wordt naar bestekstekening;
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
7/22
gereed
Project
2"
Evaluatie
Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
•
zoeken naar een mogelijkheid voor het maken van eenvoudige schetsen en inspelen op andere disciplines.
Hoeveelheid
Bij de start van de ontwerpfase wordt een inschatting gemaakt van 37 bestekstekeningen, incl. 2 tekeningen voor de viaducten Vijfsluizen. Uiteindelijk zijn er 39 bestekstekeningen geproduceerd excl. de viaducten (deze vormden uiteindelijk door gewijzigde afspraken met de principaal geen onderdeel meer van dit bestek). De toename van de ingeschatte hoeveelheid tekeningen met 11 % komt door de verdere detaillering van het ontwerp, nader onderzoek en uitbreiding van de opdracht: •
aanwezigheid veel vervuilde grond, die apart ontgraven diende te worden en dus op tekening werd gezet;
•
het bouwdok Barendrecht diende aangepast te worden hetgeen een extra tekening betekende;
•
uit nader geotechnisch onderzoek blijkt dat er oude constructieresten in de te ontgraven oevers zitten, die op tekening aangegeven zijn;
•
de kabelkokers tussen de bedieningsgebouwen van de bestaande en 28 Beneluxtunnel zijn op twee aparte tekeningen gekomen vanwege de complexiteit.
. J? .
G-.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
;'
8/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
3.2.3. Bouwkunde ontwerp
Het bouwkundige ontwerp betreft de volgende onderdelen: •
dienstengebouwen;
•
fietsbuisontsluiting
en -inrichting.
Aangezien de eisen en randvoorwaarden
ten aanzien van de fietsbuis nog niet geheel
duidelijk waren is gestart met de dienstengebouwen.
Ontwerp dienstengebouwen
Voor de twee dienstengebouwen
(geen "bedieningsgebouwen"
omdat er sprake wasJis
van centrale bediening van diverse objecten waaronder de Beneluxtunnels) wordt een duidelijk maar abstract Programma van eisen opgesteld (doem. 95073). De eisen zijn gebaseerd op het toenmalige programma van eisen van EM. Wanneer echter het ontwerpproces
EM vordert blijkt met name voor de diesels meer
ruimte nodig te zijn dan op moot 1 aanwezig is. Het programma van eisen ondergaat een belangrijke wijziging: de diesels worden op de wisselverkeerskoker toegangen tot de dienstengebouwen
gepland. De
dat via het dak van de wisselverkeerskoker
geprojecteerd waren werden verplaatst naar het front van de tunnelinganggen.
De wijzigingen hebben gevolgen voor zowel het bouwkundige ontwerp als het civiele teken- en rekenwerk. Er blijkt een goede afstemming van de drie disciplines nodig
ten aanzien van de het bouwkundige gedeelte, zodat wijzigingen en gevolgen snel afgestemd kunnen worden. Er kan gedacht worden aan een apart raakvlakkenoverleg.
Dit raakvlakkenoverleg
kan in de beginfase helaas niet worden
opgestart omdat de onderdelen in verschillende fasen verkeren, doch in de besteksfase is dat ook niet voldoende aanwezig geweest.
Een bouwkundige wijziging betekent tevens civiele reken- en tekencapaciteit.
Hierop
kon niet altijd worden gerekend. Met name voor bouwkunde dient in de ontwerpfase
capaciteit gereserveerd te worden voor het doorrekenen van een bouwkundige wijziging, of het uitwerken van een schets. Teneinde de wijzigingen zoveel mogelijk te beperken en zo min mogelijk constructiewijzigingen
te verkrijgen dient gewerkt te worden met kenmerkende
structurele wanden met daartussen een niet dragende scheidingsconstructies voor de bouwkundige indeling van de gebouwen. Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
9/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
Ontwerp fietsbuisontsluiting
De in- en uitgangsgebouwen
van de fietsers blijkt een interessant onderwerp voor vele
betrokkenen. Zowel de opdrachtgever als de betrokken gemeentes, de ENFB en de brandweer bemoeide zich met de fietsbuis, hetgeen nieuwe PvE opleverde en daardoor wijzigingen met zich meebrengt en tijd kostte. Dit is door het projectteam behoorlijk onderschat geweest. Bovendien is het aan opdrachtgeverszijde
niet geheel duidelijk
gecoördineerd.
Met name voor ondergrondse constructies voor niet-autosnelwegen
(zoals de
fietsbuis) dient aandacht en tijd ingepland te worden voor de benodigde afstemming met betrokkenen. Het PvE moet aanwezig zijn voordat er met een ontwerp kan worden begonnen.
Ook bleek de principaal zeer betrokken te zijn bij de uitwerking van de toegangspartij van de fietsbuis. Dit is door het projectteam ook te laat onderkend. Uiteindelijk is voor dit onderdeel door de Bouwdienst een apart Programma van Eisen opgesteld hetgeen door de principaal is ondertekend. Dit PvE bevatte ondermeer de eisen ten aanzien van de land mark, de sociale veiligheid, het onderhoud en de financiele randvoorwaarde.
(
Voor een gevoelig onderdeel zoals deze fietsbuisontsluiting
een apart PvE
opstellen en door de principaal laten ondertekenen. Dit creëert duidelijkheid
voor
zowel opdrachtgever, opdrachtnemer en derden.
Aanbevelingen bouwkunde zijn: • bij het reken- en tekenwerk rekening te houden met de diverse ontwerpwijzigingen uitwerkingsniveau,
die bij Bouwkunde kunnen plaats vinden (planning, opzet);
• een apart PvE opstellen en in een vroeg stadium door de principaal laten ondertekenen.;
• met name voor ondergrondse constructies voor niet-autosnelwegen (zoals de fietsbuis) dient aandacht en tijd ingepland te worden voor de benodigde afstemming met betrokkenen/omgeving; • meer aandacht voor raakvlakken EM,
cr en BKI
• goede afspraken maken met de principaal; • heldere en strakke afspraken maken met de architect.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
10/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie
ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
3.2.4.
Elektromechanische
installaties
Programma van eisen Voor de elektromechanische
installaties is door de werkgroep INBENCOR van de
directie Zuid-Holland een Programma van Eisen opgesteld. Dit PvE kent een te groot detailniveau.
Er werd over diverse onderdelen (kleur schakelaar) gesproken. Het is een
vertaling geworden van een vorig bestek en bevatte geen functionele eisen. Zeker gezien het lange tijdstraject voordat de EM-instaJlaties worden geinstalleerd, verdient het aanbeveling meer te verwijzen naar bestaande richtlijnen en een abstractere opzet te kiezen.
Aanbeveling: Het PvE EM abstracter opzetten, met meer functionele eisen en verwijzingen naar bestaande richtlijnen.
Voorontwerp Op basis van het programma van eisen wordt door TEC in opdracht van NIE een goed voorontwerp gemaakt. Het vormt de basis voor het bestek. Door de betrokkenheid van Tec bij de Wijkertunnel bevat het stuk veel kopie van de Wijkertunnel en was er te weinig ruimte voor nieuwe onderdelen. Deze werden uiteindelijk wel ingebracht door NIE en de specialisten DIU.
Aandachtspunt: Ook bij EM ruimte creëren voor innovatieve aspecten, niet alleen maar kopiëren van een vorige tunnel.
Ontwerp Het voorontwerp vormt de basis voor het bestek van het EM-gedeelte. geen apart ontwerp gemaakt.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
11/22
Er wordt dus
Project 2" Beneluxtunnel
Evaluatie
ontwerp- en besteksfase
3.3.
Bestek
3.3. 1
Algemeen
Datum:21-11-99
Docnr.: 1915-99-0508
Het bestek (incl.de bestekstekeningen)
bestaat uit drie delen:
•
het civiele bestek volgens het RAW systeem;
•
het bouwkundig bestek volgens het Stabu systeem en;
•
het Electromechanische
bestek volgens het design and build principe.
Het maken van de bestekken verliep in het algemeen zeer moeizaam. De oorzaak is de krappe tijd tussen de start van het (voor-)ontwerp en wanneer het bestek gereed moest komen, de wijzigingen tussendoor en het vergaren van de gegevens.
3.3.2
Het civiele bestek Het was afgesproken dat het bestek door de afdeling DIB zou worden geschreven. Dit bleek niet mogelijk te zijn en wel om de volgende redenen: •
de tekeningen waren niet gereed;
•
degene die het bestek schreef is bij het ontwerpen niet betrokken en beschikt daarom niet over voldoende kennis om een gedetailleerde omschrijving te kunnen maken.
De oplossing was, dat de ontwerper de omschrijving van het bestek maakte en de schrijver alleen de tekst invoerde en het RAW-systematiek bewaakte. De tekeningen hebben een vertraging ondergaan vanwege de verkeerde keuze van de modellering van de tekeningen zoals eerder in hoofdstuk 2 is toegelicht. De keuze die gemaakt is zou in de uitvoeringsfase tijdwinst opleveren doch voor de ontwerp en besteksfase was dat een extra tijdrovende belasting.
Aanbeveling: de civiele ontwerper maakt het RA W bestek met ondersteuning/toetsing
van de afdeling Bedrijfszaken
3.3.3. Bouwkunde Het bestek is door Zwarts en Jansma opgesteld. Door het gebrek aan tunnelkennis van de architect vergt dit veel tijd van de Bouwdienst mensen voor controle en toetswerk.
Aanbeveling: Meer BK capaciteit reserveren voor de begeleiding van de architect.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
12/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
3.3.4. EM Het bestek van de EM-installaties is grotendeels uitbesteed via het Clustercontract Tunnelbouw.
De begeleiding van het ingenieursbureau
werd door de afdeling NIE
verzorgd. Het toetsen van bepaalde onderdelen geschiedt door specialisten van de afdelingTunnelbouw.
Gezien de krappe planning waaruit vertragingen voortvloeit en de
beschikbare capaciteit van de specialisten ontstaan veel problemen.
De projectleider hoort de toetsingen te initiëren en dient tijdig de planning en capaciteifsreserveringen
aan te passen, met name vanwege de inplanning van
specialisten.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
13/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Doenr.: 1915-99-0508
4.
Elementair
4.1.
Beginfase
Elementair verkeert bij de herstart in de opstartfase. Er wordt binnen de projecten nog vooral gewerkt conform het ·Projectmatig Werken" principe. Aangezien het project 28 Beneluxtunnel reeds enkele jaren eerder was opgestart (zie hoofdstuk 2) wordt fase 100 niet nogmaals doorlopen.
Echter, zeker bij een herstart is het noodzakelijk hernieuwde afspraken te maken met de principaal, goed na te denken over de aanbieding (wat gaan we wanneer doen) en plan van aanpak. Het proces 100 Projectacceptatie zou opnieuw doorlopen moeten worden zodat er vervolgens gestart kan worden met proces 200 Procesrealiatie.
Bij de certificeringsaudit
in 1995 wordt het project door medewerkers van Lloyd's
beoordeeld. Deze test is door het team glansrijk doorstaan.
4.2.
Leer-en verbeterpunten proces
Wanneer voor het eerst gestart wordt met het voorontwerp 28 Beneluxtunnel was een opdracht op papier nog geen gewoonte bovendien bestond Elementair nog niet. De Bouwdienst wordt door Directie Zuid-Holland gevraagd mee te draaien in het project 28 Beneluxtunnel.
Ook een aanbieding en een duidelijke projectopdracht
deze Pre-Elementaire
ontbreken in
Fase.
Alvorens van start te gaan is door de projectleider een duidelijk DeelProjectplan Tunnel opgesteld op basis van de beginselen van Projectmatig Werken. Ook is een Voorontwerpnota
opgesteld welke diende als beslisdocument
conform Projectmatig
Werken hetgeen de Bouwdienst als leidraad voor het werkzaamheden
hanteerde. Naast
een overzicht van de afgelopen fase en de bevindingen hierin, is tevens een lijst toegevoegd met punten waarover de opdrachtgever
een beslissing diende te nemen
alvorens de volgende fase van start zou kunnen gaan.
Wanneer in 1994 een herstart van het project plaats vindt, wordt een 28 Voorontwerpnota
geschreven. Deze bevat ondermeer een hernieuwde
projectomschrijving. Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
Daar de 28 voorontwerpnota 14/22
door de principaal wordt ondertekend,
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
dient deze nota derhalve ondermeer als afsluiting van de toen verse fase 100 van Elementair.
Doordat Elementair nog niet is ingevoerd bij de start! herstart (van 1990-1994) van het project zijn er weinig startdocumenten waarin de vraag van de opdrachtgever duidelijk verwoord staat. Ook andere afspraken zoals een aanbieding, projectopdracht, programma van eisen worden weliswaar opgesteld conform het toen vigerende Projectmatig Werken, een duidelijke goedkeuring van de principaal ontbreekt.
Oe in 1994 opgesteld 28 Voorontwerpnota
wordt door de principaal ondertekend en
bevat de volgende (Elementair) documenten: •
overzicht genomen besluiten;
•
projectomschrijving;
•
programma van eisen (SOS 201 A);
•
aanpassingen bestaande tunnel;
•
plan van aanpak (SOS 201 C);
•
activiteitenplanning
(SOS 2010)
•
capaciteitsplanning
(SOS 201 E)
•
financiêle planning (SOB 201 F)
•
kwaliteit (SOS 201 G)
•
organisatieplan
•
informatieplan (SOS 201 H)
(SOS 2011)
Oe risicobenadering
zoals deze tegenwoordig in Elementair staat (SOS 201 S) is er nog
niet in opgenomen. Wel wordt een in die tijd gebruikelijke lijst met Kritieke Onderdelen en Elementen opgenomen in de nota.
Het document Voorontwerpnota 1994 vormde een goede basis voor de start van de ontwerp- en besteksfase. Alle Elementaire onderdelen van de 201 fase worden behandeld en zijn voor iedereen overzichtelijk gebundeld.
Wanneer het project vordert wordt een jaar later een Kwaliteitsplan opgesteld met medewerking van de kwaliteitsfunctionaris vervolg op de voorontwerpnota.
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
en bevoegdheden
van de
worden vastgelegd, de organisatie wordt verder ingevuld etc.
Oit document zou tegenwoordig
Bouwdienst
Oit plan is eigenlijk een
In dit document worden vooral de beheersaspecten
verder uitgewerkt. Oe verantwoordelijkheden projectteamleden
van Tunnelbouw.
Projectplan heten. 15/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
4.3.
Tijdsplanning
De beschikbare tijd voor het maken van ontwerp en bestek was kort. Reeds voor de start is dit gemeld bij de principaal. Het samenvoegen van ontwerp en bestek in één fase heeft uiteindelijk geen tijdwinst opgeleverd.
Het uitbesteden van engineeringswerkzaamheden
kost veel tijd.
De uiteindelijke deadline is enkele malen verschoven hetgeen voor de motivatie van Bouwdienstmedewerkers
niet echt stimulerend
was. Hierover dienen goede afspraken
met de principaal gemaakt te worden. Wel was de tijd hard nodig, mede door de diverse wijzigingen tijdens de ontwerp- en besteksfase.
Voor het controleren van de tekeningen alvorens te starten met het bestekschrijven door het PT te weinig tijd uitgetrokken. Hiertoe zijn enkele gezamenlijke
is
bijeenkomsten
noodzakelijk, waarin ruimte en tijd is voor discussie.
Ook het schrijven van een goed bestek (inclusief toetsen) kostte meer tijd. De bestekschrijver
dient ook inhoudelijke kennis te hebben van het ontwerp, om tot een
goed voorlopig bestek te komen. Met meer betrokkenheid van de ontwerpleider (toen nog disciplineleider)
bij het opzetten en schrijven van het bestek, is tijdwinst te halen.
Mede omdat deze wel weet wat er bedoeld wordt met een tekening.
Voor het beheersen van de activiteitenplanning
werd het systeem Time-fine gebruikt.
Hierdoor was het mogelijk zowel op hoofdlijnen als op detailniveau de planning op te zetten en te beheersen, PBMS biedt hiertoe niet de mogelijkheden.
projectbeheersingssysteem
(TIME-fine, MS Project) is voor het sturen van de
voortgang van projecten van deze omvang onontbeerlijk.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
Een
16/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwetp- en besteksfase
Doenr.: 1915-99-0508
4.4.
Capaciteit Bouwkunde De capaciteit van Bouwkunde was onvoldoende.
Om het architectenbureau
goed te
begeleiden (extern) en de raakvlakken goed af te dekken (intern) was meer capaciteit nodig van NICB. Er werd verzuimd op PT-vergaderingen
hetgeen de afstemming met de
andere disciplines niet ten goede kwam. Bovendien bood de door NICB ingehuurde persoon onvoldoende zwaarte. Doch een zware ingehuurde persoon op zo'n functie is niet wenselijk daar de kennis met het weggaan van de ingehuurde persoon verdwijnt.
EM In principe beschikt de afdeling NIE over voldoende capaciteit om het ingehuurde ingenieursbureau
te begeleiden. Doordat medewerkers
begeleiden was er te weinig capaciteit daadwerkelijk PT-vergaderingen
echter vele projecten moeten
aanwezig. Er werd verzuimd op
hetgeen de afstemming met de andere disciplines niet ten goede
kwam.
Civiel De rekencapaciteit was onvoldoende. In het eerste jaar van de ontwerpfase was slechts een rekenaar beschikbaar voor rekenwerk en toetsen van ingenieursbureau.
Ook later
bleek dat meer rekenaars gepland dienen te worden bij een dergelijk groot werk. De tekencapaciteit was voldoende en werd verhoogd wanneer dit nodig was. Er was te weinig capaciteit om het ingenieursbureau
inhoudelijk te begeleiden bij
uitbestede ir.-diensten. Zeker omdat dit bureau door onervarenheid veel begeleiding nodig had.
Bedrijfszaken Er was te weinig capaciteit ingepland door bedrijfszaken
(DIBC) voor het schrijven van
het bestek. Toen deze capaciteit werd ingehuurd was er niet altijd voldoende capaciteit voor de controle van het bestek. Bovendien was de inhoudelijke kennis van het ontwerp en de tekeningen onvoldoende bij de inhuur.
Ook het maken van de raming door bedrijfszaken (DIBK) was niet altijd optimaal (weinig interne controle bij bedrijfszakenI). Tijdens de ontwerpfase was er in het beginstadium onvoldoende ondersteuning afdeling DIBC (contractzaken).
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
van de
Met de toewijzing van een bedrijfszakenmedewerker
17/22
Project 'Z' Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
(BEP) aan het project is dit aanzienlijk verbeterd. Zij was ook bij de PT-vergaderingen aanwezig.
4.5.
Organisatie
Intern Het interne projectteam staat onder leiding van G.L. Tan. In de voorontwerpnota
van
februari 1994 is een organogram opgenomen. Bij wijzigingen werd het organogram aangepast. De taken, plaats in de organisatie en bevoegdheden van de sleutelfiguren zijn vastgelegd in het kwaliteitsplan uit 1995. Hierin is ook de vervangingsregeling opgenomen.
Naast de drie disciplines civiel, bouwkunde en EM, die alle onder leiding stonden van een disciplineleider, was ook de disciplineleider
uitvoering (latere directie UAV)
vroegtijdig bij het ontwerp en bestek betrokken.
Afstemming tussen de disciplines vond voornamelijk Een apart gestructureerd
raakvlakkenoverleg
plaats via de PT-vergaderingen.
CT-BK en EM was zeker nuttig geweest
Extern Het projectteam van de Bouwdienst is een onderdeel van de totale projectorganisatie
28
Benelux van de opdrachtgever. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden deelprojectgroepen
van de voorzitters van de
(werkgroepen) zijn niet vastgelegd door de opdrachtgever.
bestaat een projectplan uit de voorontwerpfase.
Dit is nooit aangepast in de ontwerp- en
besteksfase, hetgeen als een gemis is ervaren door het PT.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
18/22
Er
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Doenr.: 1915-99-0508
4.6.
Informatie
In het kwaliteitsplan staat vermeld welke overlegstructuren
er bestaan, zowel met
Directie Zuid-Holland als intern Bouwdienst. Ook staat in dit plan een verificatiematrix, voortgangsrapportages.
een ilo matrix en afspraken over de
Van het type overleg is niet structureel afgeweken.
Voor de beheersing van de documentenstroom
en de wijze van projectregistratie
en
archivering is een hoofdstuk opgenomen in het kwaliteitsplan. Hiervan is niet structureel afgeweken.
4.7.
Uitbesteding
Grondmechanische grondmechanicus,
onderzoeken dienen gecontroleerd te worden door interne hiervoor dient dus capaciteit geraamd te worden. De contracten zijn
op basis van nacalculatie en dienen dus kritisch gecontroleerd
te worden door de
contractgemachtigde.
Uitbesteding SAT Zie halfjaarlijkse evaluaties van het clustercontract Tunnels c.a.
Zwarts en Jansma: BDD 2157 Voor deze opdrachtnemer
betrof het één van de eerste tunnels. Toch diende ze een
ontwerp te maken op basis van een abstract PvE. Hierdoor was te veel begeleiding en tijd nodig van de opdrachtgever omdat bouwkundige zaken lastig overdraagbaar De opzet met een raamcontract en vervolgens vier deelcontracten
5.
werkte prima.
Innovatieve aspecten Er zijn in de ontwerp- en besteksfase geen bijzondere innovatieve aspecten opgetekend.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
19/22
blijken.
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
6.
TevredenheidPrincipaal Na de aanbesteding is een Klanten Oordeel Registratie Formulieren (KORFJE) naar de principaal gestuurd. Het betreft een KORFJE over de ontwerp- en besteksfase. Het KORFJE is door de principaal nooit officieel teruggestuurd. Wel bleek dat hij over een aantal zaken tevreden was (ontwerp, bestek). Enige problemen had hij soms met de klantvriendelijkheid
van de opdrachtnemer.
Dit vindt zijn
oorsprong in het feit dat naar het oordeel van de projectleider de principaal acties op de lange baan schoof en weinig besluiten nam en zich met zaken bemoeide die onder verantwoordelijkheid
van de Bouwdienst vielen.
Ter voorkoming van deze situatie dienen in een vroeg stadium schriftelijke afspraken met de principaal gemaakt te worden over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden.
7.
Bedrijfseconomischeanalyse Door het projectteam wordt het totaal aantal aan het ontwerp- en bestek bestede uren uitgezocht t.b.v. het bepalen van kentallen. Zie ook document SDU 98-246 waarin een financiêle analyse is uitgewerkt van de ontwerp- en besteksfase.
Bouwdienst
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
20/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.:
8.
1915-99-0508
Conclusies en aanbevelingen In het volgende worden de belangrijkste conclusies en aanbevelingen opgesomd. Voor het totaal aan conclusies en aanbevelingen wordt verwezen naar de betreffende hoofdstukken waar de aanbevelingen schuin en vet gedrukt staan.
• In een vroeg stadium (ook in voorontwerpfase) schriftelijke afspraken met de principaal maken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. • Met de principaal zakelijk omgaan en veel op schrift stellen.
•
Voorontwerpfase eerst afsluiten met een goed afgesproken Programma van Eisen voordat met ontwerpfase wordt begonnen.
\ •
Ontwerp- en besteksfase duidelijk gescheiden houden: eerst een ontwerp, daarvan acceptatie en daarna bestek.
•
Opdrachteisen uitbesteding engineering (reken- en tekenwerk) goed definiëren.
•
Bij dergelijke grote projecten dienen minstens twee Constructeurs Staticus continu bij het ontwerpproces betrokken te zijn, zeker wanneer het project als leerproject wordt aangemerkt.
• Bij het ontwerp moeten bij de start van het proces afspraken worden gemaakt over waar de ontwerpverantwoordelijkheid •
ligt.
Er dient gedurende het ontwerpproces meer gestructureerd en spontaan overleg tussen de disciplines rekenen en tekenen plaats te vinden.
•
Gedurende de lange ontwerp- en besteksfase geregeld aan alle projectteamleden een overzicht van de tekeningen (de A3 uitdraaien waren erg populair) verstrekken.
•
Voor de tekeningen een tijd afspreken wanneer de ontwerptekeningen
gereed
zijn en overgegaan wordt naar bestekstekening.
• Bij het reken- en tekenwerk rekening te houden met de diverse ontwerpwijzigingen uitwerkingsniveau, •
die bij Bouwkunde kunnen plaats vinden (planning, opzet).
Een apart PvE opstellen en in een vroeg stadium door de principaal laten ondertekenen.
Bouwdienst Rijkswaterstaat Droge Infrastructuur
21/22
Project 2" Beneluxtunnel
Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Docnr.: 1915-99-0508
• Met name voor ondergrondse constructies voor niet-autosnelwegen (zoals de fietsbuis) dient aandacht en tijd ingepland te worden voor de benodigde afstemming met betrokkenen/omgeving. • Meer aandacht voor raakvlakken EM, cr en BK! • Heldere en strakke afspraken maken met de architect (ook financiele randvoorwaarden).
•
Het PvE EM abstracter opzetten, met meer functionele eisen en verwijzingen naar bestaande richtlijnen.
• Ook bij EM ruimte creëren voor innovatieve aspecten, niet alleen maar kopiëren van een vorige tunnel.
• De civiele ontwerper maakt zelf het RA W bestek met ondersteuning/toetsing van de afdeling Bedrijfszaken. • Een betere interne controleltoets op de kostenraming bij de afdeling Kostprijszaken. • Meer BK en EM capaciteit reserveren voor de begeleiding van de uitbesteding bestek.
• Een projectbeheersingssysteem
(TIME-fine, MS Project) is voor het sturen van
de voortgang van projecten van deze omvang onontbeerlijk.
\ i
Bouwdienst
• Ook in de (voor)ontwerp- en besteksfase het evalueren onderdeel maken van het proces.
Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
22/22
Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Bouwdienst Rijkswaterstaat
EVALUATIE VAN HET PROJECT
T"WEEDE BENEL UXTUNNEL
••••
...:.. --sëiIIIiI
(ELEMENTAIR
200, ,300 EN 400)
(proces opdrachtrealisatie. contractvorming en begeleiding contractuitvoering)
Document nr.: Status: Versie:
1915 - 2003 - 0060 Definitief April 20041
Auteur:
M. van Veen IJ. Rundberg
Met bijdragen van:
J. Rundberg (Dir. U.A.V. - BOD 2702 + PM Bouwdienst) M. Kraus en C. Wilschut (Dir. UAV - BOD 2702) W. Bron (Dir. U.A.V. - BOD 3443)
Met het autoriseren van dit document door projectmanager Bouwdienst, Bevoegd Gezag Bouwdienst en Hoofdafdelingshoofd Bouwdienst is de evaluatie van de processen opdrachtrealisatie, contractvorming en begeleiding contractuitvoering geaccepteerd.
AUTORISATIE rojectmanager lng, J. van Vliet
L/6
evoegd Gezag r. B.P. Nieswaag atum/paraaf
atum/paraaf
)..rJ I
ACCEPTATIE
'-1
n
'2...\ -
/
i'2. .Oy
ACCEPTATIE irecteur Verkeersinfrastructeur lr, H. Ruijter atum/paraaf
INHOUDSOPGA VE o
PROJECTIDENTIFICATIE
1
1
VOORWOORD
2
2
MANAGEMENT SAMENVATTING
3
Leerpunten
organisatie
Leerpunten
techniek
en proces
3 5
3
HET PROJECT
8
4
ORGANISATIESTRUCTUUR
9
5
ORGANISATIE/ Bouwdienst
COMMUNICATIE
JO
Intern
Algemeen Projectleiding Directie U.A.V D.l.B.C N.I.C
~
Afstemming
Bouwdienst
<--Aannemer (H.C.B.)
11
Afstemming
Bouwdienst
<--Aannemer (C.I.B.-2)
11
Afstemming
Bouwdienst
+-Principaal
12
Afstemming
Bouwdienst
+-Dienstkring
12
Raakvlakkenbeheersing
12
Teambuilding
13
Het Project op een Presenteerblaadje
13
Open Dagen
14
leerpunten Organisatie I Communicatie
6
~14
HET PROJECT IN UITVOERING
16
Algemeen
16
Het Ontwerp Toeritten
Versus Uitvoering
O.T.A.O. Afbouw
16
/ Bouwputten
Tunnelelementen
16
/ Bouwdok
17
-------------------------------
17 18
E.M.
18
Liften & RoItrappen
19
Fietstunnel
19
-------------------------------
Overige Kunstwerken
19
Innovatie
20
Veiligheid
20
Leerpunten 7
10 10 10 10 11 11
Project in Uitvoering
20
CONTRACTBEWAKING / FINANCIEEL BEHEER Algemeen
23
Bestek Tunnel c.a. (BDD 2702) Omschrijving overeenkomst BDD 2702 BDD 2702-01 (Civiel} BDD 2702-03 (Bouwkunde)
2.1
~____
23 23 24 24
BDD 2702-03 (E.M.) Aanvullende opdrachten Dienstkring Omschrijving CMF 25 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel Omschrijving CMF 25-01 (Variabel Onderhoud Beneluxtunnel) Omschrijving CMF 166 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel) Omschrijving CMF 285 (eind cmf) Planning BDD 2702 Oorzaken verschillen Kritische kanttekeningen Planning CMF 25 Planning CMF 25-0/ Planning CMF /66 Wijzigingen t.O.V. het bestek Suggesties t.a. v. verbetering op het bestek Bestek Overige Kunstwerken (BOD 3443) Planning BDD 3443 Oorzaken verschillen Kritische kanttekeningen
25
26 26 26 26 26
27 27
27 27 27 27
28 28
28 29
~
29 29
BDD 2157 (Architect Zwarts & Jansma)
29
BOD 3466 / 2188 (Ingenieursbureau
30
SAT)
CAR-verzekering
30
Leerpunten Contractbewaking
8
30
/ Financieel Beheer
KWALITEIT
32
Kwaliteitsborging BDD 2702 Procesbeheersing Samenwerkingsmodel
9
32 32 32
Toetsingsplan
32
SCopebeheer Procedure Afwijkingen Externe Kwaliteitsborging
32 33 33
(E.K.B.)
Interne en Externe Audits
33
Audits op Aannemer (intern)
34
Introductie B.F.B. (Borging Financieel Beheer)
34
Elementair / Projectmatig Werken
34
Leerpunten Kwaliteit
34
HET PROJECT OVERGEDRAGEN Expressbanen
-----------------------
Overdracht Projectarchief / Kwaliteitsregistratie Kwaliteitsregistratie Overdracht Projectarchief Tekeningenarchief Proces-verbaal van Overdracht
36
36 36 ._ 36 36 36
Onderhoudscontract
37
Hulpverleningsdiensten
37
Vergunning Wet Milieubeheer
37
Beheer & Onderhoudplan
37
/ TJ.S.B.O.
O-inspectie Veiligheidsvoorzieningen
10
36
38 Fietsbuis
38
Nazorg: Jaarlijkse evaluatie voor Sjaar
38
Leerpunten Overdragen Project
38
NOTEN
40
BIJLAGE I: TlJD
42
Perspeetieven
42
Kwaliteitsvoorwaarden
en -waarborgen
42
ConcIusie
43
BIJLAGE 2 - OVERZICHT AUDITS BDD 2702
-------------------
BIJLAGE 3 - KOSTENONTWIKKELING BDD 2702 Aanneemsom
versus gerealiseerd
Kostenontwikkeling Oorzaken
45 45
van het meerwerk
45
van het meerwerk
Verbetervoorstellen
44
45
voor toekomstige
Suggesties t.a.v, verbetering
projecten
46
op het bestek
46
BIJLAGE 4 - BEOORDELING (ONDER)AANNEMER - BDD 2702 Beoordeling
aannemer
BDD-2702
Beoordeling
onderaannemer
Beoordeling
onderaannemer(s)
47 47
BDD-2702
47
BDD-2702
47
Toelichting
48
BIJLAGE 5 - OVERZICHT AUDITS 3443
49
BIJLAGE 6 - KOSTENONTWIKKELING BDD 3443 IN CIJFERS
50
Aanneemsom
versus gerealiseerd
Kostenontwikkeling
50
van het meerwerk
50
BIJLAGE 7 - BEOORDELING (ONDER)AANNEMER - BDD 3443 Beoordeling
onderaannemer(s)
BDD-3443
51 51
BIJLAGE 9 - KOSTENONTWIKKELING PROTOCOLLEN IN CIJFERS
52
Protocol 232 (Tunnel c.a.)
52
Protocol 1189 (Overige Kunstwerken)
52
Protocol 1126 (Onderhoud
en Renovatie Bestaande
Protocol 1848 (Variabel Onderhoud
Beneluxtunnel)
Beneluxtunnel)
Protocol 1238 (Vervuilde Grond)
BIJLAGE JO-BESTEDE
UREN PER DISCIPLINE PER FASE (TOTALE PROJEC1)
52 52 52
53
T~EDEBENELUXTUNNEL Ha' .,.,; .. m~
o
PROJECTIDENTIFICATIE
I Proiectcode(s)
I Protocolnummer(s)
232 - Tunnel c.a,
I Opdrachtgever
I Opdrachtnemer
I Directie
U.A.V.
__
1915 - Tunnel c.a. -----_. . 3528 - Overige Kunstwerken _. .3640__ ._-- Vervuilde Grond ~---_. 3477 - Onderhoud & Renovatie Bestaande Beneluxtunnel ._----------..__ ._--_ ..4494 - Variabel Onderhoud Beneluxtunnel(s) _._--_._-----~----------_._-_.-
=--=-----------
-118~_=-_Q.~~e Kunstv~;ërken 1238 - Vervuilde . Grond 1----1126 - Onderhoud & Renovatie Bestaande Beneluxtunnel 1-----1848 - Variabel Onderhoud Bestaande Beneluxtunnel(s) RWS Directie Zuid-Holland .J.r:J.:_~~ilm
__
. .-
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
1 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL
Hn!·~·" 1
VOORWOORD
In 1998 werd tot doel gesteld om ter lering voor toekomstige projecten binnen de Bouwdienst Rijkswaterstaat, zowel de positieve als de negatieve ervaringen van het project Tweede Beneluxtunnel te benoemen. Hierbij werd met name gedacht aan facetten als: contracten, organisatiebeleid, informatiebeleid, innovatie, afstemming disciplines, de verhouding stafmanagement 1 projectmanagement en de verhouding projectmanagement I projectteam. Om de leerpunten van verschillende fasen in een project te kunnen benoemen, is besloten tot (bijna) jaarlijkse evaluaties door het afnemen van interviews bij diverse projectteamleden. Het document wat nu voor u ligt is een samenvatting van alle interviews die sinds 1998 zijn afgenomen. Het geeft de belangrijkste ervaringen, leerpunten en gebeurtenissen uit alle fasen van het project Tweede Beneluxtunnel weer en behandelt de Elementaire processen 200,300 en 400. (Project)evaluaties worden nog te vaak gezien als een noodzakelijk kwaad en het kan gebeuren dat eindrapportages pas na projectafhandeling worden opgepakt. Gevolg is dat de rapportage en conclusies te laat binnen de Bouwdienst worden uitgezet en er te weinig met de conclusies wordt gedaan. Toch zijn evaluaties een zeer belangrijk instrument binnen kwaliteitsborging en kennismanagement Variëteit, flexibiliteit, differentiatie, individualisering en nieuwe technieken zullen in de komende periode het beeld en de vormgeving van projecten veranderen - van een 'Iearning organisation' naar een 'Iearning project'. Zo vormen toetsen (interne en financiële audits) niet meer louter een middel om vast te stellen of het gewenste niveau van beheersing is bereikt, zij krijgen in een toenemende mate een functie in het leerproces (diagnose, voortgang, feedback, bijsturing). De opzet binnen de Tweede Beneluxtunnel is dan ook geweest om de regelmatige evaluaties te gebruiken om tussentijds en bij de overgang tussen verschillende fasen (organisatorische) verbeteringen door te voeren. Dus ook voor interne verbeteringen. Een belangrijk aspect in de beheersing van projecten is de sturing op tijd. In de voortdurende discussie naar agentschap is het voor de Bouwdienst van groot belang anders om te gaan met het fenomeen tijd (zie ook bijlage 1). Tijd wordt over het algemeen ervaren als 'sluitpost op de projectbegroting' . Binnen de Bouwdienst dient tijd te worden benut als projectmatige grootheid met het oog op het bereiken van optimale projectresultaten. Voorbeelden van een creatieve aanpak zijn de benutting van ICT-mogelijkheden en het hanteren van alternatieve werk- en organisatievormen. In een intergraal beleid op dit terrein en in tijdmanagement ligt een belangrijke sleutel voor kwaliteitsverbetering in het projectmatig werken. Het Projectteam zelf is van mening dat vele zaken zeer goed zijn gegaan, er een fantastische spirit en teamgeest was, het totale project royaal binnen de tijd is opgeleverd, inclusief veel extra werkzaamheden en dat het project is afgesloten binnen het budget. Dus vele positieve zaken. Dit neemt niet weg dat er leerpunten en -doelen zijn die gedurende dit project zijn geformuleerd en op projectniveau zijn aangepakt. Daarnaast zijn er leerpunten en -doelen die Bouwdienstbreed zouden moeten worden opgepakt. Het zelflerend vermogen van projectteams wordt gestimuleerd door evaluaties serieus op te pakken. Het evaluatieproces dient te resulteren in een probleemoplossend denken en handelen in plaats van louter verslaglegging. Het projectteam Tweede Beneluxtunnel roept de Bouwdienst en al haar medewerkers op om dit document in bovenstaand licht te lezen en te bespreken.
EVALUATIE
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
TWEEDE
BENELUXTUNNEL
2 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL
st-...:··
H
2
s'"
MANAGEMENTSAMENVATIING
In de evaluatie van het project Tweede Beneluxtunnel (inclusief deelprojecten) worden de belangrijkste ervaringen, leerpunten en gebeurtenissen uit alle fasen weergegeven en behandelt de Elementaire processen 200, 300 en 400. De evaluatie is aan de hand van een uitgebreide inhoudsopgave opgebouwd. Door zoveel mogelijk in tekstblokken te werken met titels, welke terug te vinden zijn in de inhoudsopgave, is getracht het overzicht te bewaren en tracering te vergemakkelijken.
Leerpunten organisatie en proces Contradbewaking / Financieel beheer Het ontbreken van een goed en integraal financieel beheersysteem is een groot gemis. Veel ruis omtrent de stand van zaken van de CMF'en alsmede de doorloopsnelheid hiervan en de (uiteindelijke) eindafrekeningen ontstond doordat de Directie U.A.v., het Projectmanagement en Bedrijfszaken met ieder hun eigen (van elkaar verschillend) bewakingssysteem werken. Gedurende de uitvoeringsfase hebben er zich Bouwdienstbreed wel ontwikkelingen voorgedaan (eg. CONSIS, workflow-management, PPS/UVS) maar het verschilt per (onder)afdeling hoe deze systemen in de praktijk (mogen) worden gebruikt. Eén overall en efficiënt systeem wordt nog steeds gemist. Gelet op de wijze waarop contractbeheersing wordt georganiseerd, in combinatie met contractvorm en attitude t.o.v. administratie bij middelgroot tot grote werken, dient de Directie U.A.V. versterkt te worden met een daartoe opgeleide administratief-juridisch ondersteuner. Dus: administratieve ondersteuning bij de Directie U.A.V. moet een veel hoger niveau krijgen.
Scopebeheer Communicatie naar opdrachtnemer dus aannemer over scope en aanpassingen is duidelijk en helder geformuleerd. Elke wijziging wordt middels een afwijkingenrapport vastgelegd en indien deze financiële consequenties hebben dan wordt het via een CMF geregeld. Een dergelijk helder en duidelijke communicatie is er minder met Principaal. Vanaf start is veel tijd besteed aan programma van eisen, ontwerpuitgangspunten, etc. Deze zijn uiteraard vertaalt naar bestek. Wijzigingen en aanvullingen hierop worden niet goed eenduidig vastgelegd met Principaal. Besluiten in het ZH projectteamoverleg worden genotuleerd en vastgelegd maar dekken niet alle veranderingen. Het zou verstandig zijn om een regelmatig overleg te hebben met Principaal waarin alle veranderingen besproken en beter vastgelegd worden. Mede ook gelet op het feit dat het onontkoombaar is dat gedurende de looptijd van een dergelijk groot project, ook bij Principaal personele wijzigingen voordoen.
Omgaan organisatieveranderingen gedurende looptijd Gedurende de looptijd van grote, infrastructurele projecten is het evident dat (ingrijpende) organisatorische veranderingen zullen optreden. Voor de Tweede Beneluxtunnel valt hierbij te denken aan interne veranderingen zoals invoering Elementair en EKB. Maar daarnaast vinden ook externe veranderingen plaats zoals reorganisatie Dienstkring, maar ook fusies/overnames binnen de aannemerij. Dergelijke veranderprocessen gaan nooit onopgemerkt aan het projectteam voorbij. Een belangrijk aandachtspunt en ook verantwoordelijkheid voor de Bouwdienst is dan ook dat ingrijpende processen van sociale en bedrijfskundige veranderingen zich alleen dan laten verwezenlijken als het in samenspraak gaat met de mensen. Het overtuigen van hun collectieve verantwoordelijkheid geschiet alleen dan wanneer zij ook de instrumenten krijgen om invloed uit te oefenen op hun eigen omgeving. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
3 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
H'S'
S"~
Samenwerkingsmodel Het samenwerkingsmodel heeft goed gefunctioneerd met behoud van ieder zijn eigen verantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheden waren in het begin helder afgesproken waardoor het samenwerkingsmodel op dit project tot een succesvolle samenwerking heeft geleid.
Afronding project / Overdracht naar principaal In de eindfase van een project, worden projectteam leden al weer snel op nieuwe werken geplaatst. Ook nu weer heeft dit tot gevolg dat de afronding minder prioriteit krijgt en dus veel langer duurt dan nodig. Daarnaast speelt dat met name de beheerder pas in een laat stadium geconfronteerd wordt met de nieuwbouw. Bij de Tweede Beneluxtunnel is geprobeerd dit te voorkomen. De Beheerder heeft vanaf de eerste dag grote inbreng gehad in de totstandkoming van de ontwerpuitgangspunten en bestek. Als gevolg van een interne reorganisatie van de beheerder is er echter ruim anderhalf jaar geen communicatie geweest. Na de reorganisatie zijn er andere mensen met andere inzichten verantwoordelijk geworden. Dit heeft tot gevolg dat eerdere afspraken ter discussie worden gesteld (zie ook scope beheer), maar ook prioriteiten anders worden gesteld. De Bouwdienst dient zich bewust te zijn dat na de oplevering, de nieuwbouw is afgerond maar het project nog niet ten einde is. Beheerder blijft nog lange tijd vragen om een aanspreekpunt voor eventuele ondersteuning. Daarnaast is het ook voor de Bouwdienst van belang om te weten wat ondervindingen zijn van de gebruiker om in volgende projecten weer mee te nemen. Om deze reden is er met Directie Zuid-Holland afgesproken om tot vijf jaar na oplevering een jaarlijkse evaluatie te houden. Deze evaluatie zal worden voorafgegaan door een gezamenlijke schouw. Aan de jaarlijkse evaluatie dienen van Bouwdienstzijde mee te doen de disciplineleiders CT, BK en EM.
Teambuilding Een project staat of valt met de betrokkenheid van iedereen. Alle betrokkenen moeten niet alleen doordrongen zijn van het belang van het project, maar ook zelf er achter staan. Er moet teamgeest gaan ontstaan, of desnoods gekweekt worden. Bij de Tweede Beneluxtunnel waren de teambuildingdagen en 'uitjes' niet alleen bedoeld om het projectteam de kans te geven elkaar als mens te leren kennen, ook werd hiermee een uiterst hecht team gevormd. Naast bovenstaande activiteiten en de reguliere projectteamoverleggen, zijn ook 'specials' georganiseerd. Tijdens deze specials kregen diverse projectteamleden de mogelijkheid om in een korte presentatie de anderen te informeren over de rol van hun discipline in het project, hun eigen werkzaamheden en de werkwijze van hun onderafdeling. Vooral gezien het multidisciplinaire karakter van het project is deze vorm van informatie-uitwisseling erg nuttig. Daarnaast werden probleempunten, onder andere als resultaat van de tussentijdse evaluaties, besproken op de 'specials'. Het projectteam heeft het geheel aan activiteiten als uiterst positief ervaren.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
4 van 52
TWEEDE BENELUXfUNNEL
&t· ... · .. =~
Inzet i.r.t. toegevoegde waarde onderafdelingen Bouwdienst Bouwkunde
(N.ln
Gedurende het project, en dan met name de uitvoeringsfase, is de beschikbare capaciteit vanuit de afdeling N.I.C. (Bouwkunde) bijna continue onvoldoende geweest. Als gevolg van deze capaciteitsproblemen is te laat aan de slag gegaan met de bouwkundige uitvoeringstekeningen. Het is raadzaam een keuze te maken of N.I.C. dient te worden ingeschakeld of dat het projectteam direct zelf bouwkunde (en architectenbureau) aanstuurt. Elektromechanische De ontwikkelingen
Installaties M (N.I.E.l bij de discipline
EM gaan erg snel. Dit betekent
dat de onderafdeling
N.I.E.
nog slechts op hoofdlijnen kennis kan hebben van alle installaties en de technische mogelijkheden. Omdat ontwikkelingen zo snel gaan, en de projecten zo'n lange tijd bestrijken, gebeurt het dat gespecificeerde installaties reeds 'ingehaald' zijn door nieuwe ontwikkelingen. Verder bestaat er een grote afhankelijkheid van de (onder)aannemers en leveranciers ten aanzien van de technische specificaties, vooral op software gebied. Er schuilt een groot gevaar op een onbeheersbaar proces indien specialistische kennis over beschikbare installaties niet wordt ingehuurd tijdens besteksfase. Het advies is om alle EM-installaties laten aan te besteden, inruil aller functionele eisen te specificeren en eventueel weer "echte deskundigen" in te schakelen.
Leerpunten techniek Civiel Het tunnelontwerp wordt tijdens de uitvoeringsfase algemeen als goed ervaren. Wel hebben zich tijdens de uitvoering veel wijzigingen voorgedaan, zowel door principaal als Bouwdienst geïnitieerd, welke een grote invloed hadden op het ontwerp en de uitvoering hiervan. De bouw van de toeritten startte redelijk traag (heiwerk, paaltype en optimalisatie) maar uiteindelijk is het gelukt om binnen het afgesproken tijdschema te blijven. De bouw van de tunnelelementen in het bouwdok Barendrecht verliep zeer vlot. Een geregeld overleg van ontwerp Utrecht, dir UAV en uitvoering van de aannemer heeft bijgedragen tot dit vlotte verloop en een verantwoord wapeningsnet, waarbij ook de veilige (ARBO) verwerking van de wapening als de uiteindelijke samenwerking beton/staal hoog in het vaandel stond. De voorbereiding, detailengineering en uitvoering van het O.T.A.O.-proces heeft veel inspanning gevergd van alle betrokken partijen. Met name de toetsing van de ontwerpuitgangspunten aan de opgelegde randvoorwaarden vergde veel energie en noodzaakte tot veelvuldig overleg. Er ;s vanaf de start van het project veel discussie geweest over de aan te houden grootte van de horizontale krachten op de tunnelelementen als gevolg van passerende scheepvaart. De fout die de Bouwdienst hier gemaakt heeft is dat men meegegaan is in de discussie in plaats van vast te houden aan hetgeen hierover vastgelegd was in de ontwerpdocumenten behorende bij het bestek. Een en ander heeft de aannemer de gelegenheid gegeven te dimensioneren op zelf afgeleide waarden terwijl de juistheid hiervan niet vaststond. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het moeten zoeken naar een alternatieve funderingsmethode voor een aantal tunnelelementen. Dit heeft geresulteerd in het afzinken op grind van een viertal tunnelelementen. Het afzinken van het tweede tunnelelement (het eerste op grind) is de eerste keer mislukt vanwege overmatige slibafzetting op het grindbed. Door aanpassing van grindbedconfiguratie (minder grindruggen, meer ruimte voor slibberging) bleek het mogelijk te zijn het tunnelelement te kunnen afzinken. Sluitvoeg (oorzaak en aanbeveling): Een probleem heeft zich voorgedaan ter plaatse van de wiggen in de sluitvoeg. Geconstateerd werd scheurvorming in de buitenwanden met als gevolg lekkages en afspringende schollen beton van de wiggen zelf. Naar later is geanalyseerd is de scheurvorming ontstaan door uitzetting van de tunnelelementen als gevolg van oplopende temperaturen (overgang winter-voorjaar). Deze uitzetting heeft geleid tot een overbelasting van de wiggen en ook van de buitenwanden van de aanliggende tunnelelementen. Alhoewel met het optreden van de scheurvorming en de afspringende schollen het probleem van de uitzettende tunnelelementen feitelijk oplost was, was het een geluk bij een ongeluk dat de vloerstort van de sluitvoeg op handen was. Door deze stort versneld (maar zonder de in het bestek voorgeschreven alveolith voegvulling) uit te voeren kon het risico tot een acceptabel laag niveau worden teruggebracht. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
5 van 52
TWEEDE BEN EL UXTUNNEL
Hw . ...:.
S' idIiI
De oorzaak van de scheurvorming is gelegen in het niet onderkennen van de seizoenstemperatuureffecten in de tunnel. Het ontwerp van de sIuitvoeg is gebaseerd op het ontwerp van de siuitvoeg van de Wijkertunnel. Bij deze sluitvoeg speelde het temperatuureffect een mindere rol aangezien deze siuitvoeg in de zomermaanden drooggezet werd en definitief gemaakt is in de winter. In het ontwerp van de sluitvoegomranding was in eerste instantie uitgegaan van een wig met een hoogte van 6 m en een breedte van 0.4 m. Op verzoek van HeB is deze wig aangepast naar een hoogte van 4 m en een breedte van 0.6 m. Voordeel was het hierbij het eenvoudiger kunnen monteren van de console waarop de wig geplaatst wordt. De aanpassing betekende een verbreding van de wig en derhalve het optreden van een grotere excentriciteit ten opzichte van de hartlijn van de wand. Een aanpassing waarvan achteraf afgevraagd kan worden of deze nou zo gelukkig was. De wandbelasting ter plaatse van de wig bleek daarnaast zodanig groot te zijn dat een stalen kraag om de wand heen noodzakelijk bleek om de kracht te kunnen inleiden in het beton. Normaalkracht en moment in de wand hebben geleid tot een zeer grote hoeveelheid wapening en daardoor een noodzakelijke aanpassing van het beton mengsel ter plaatse. De problematiek van het wegzetten van het moment en de normaalkracht kan voor een groot deel ondervangen worden door het toepassen van een kraag over een grotere tunnellengte (bijvoorbeeld een mootlengte). Feitelijk wordt dan over het deel van de "langere" kraag een grotere wanddikte toegepast. Voordeel is het verdwijnen van de excentriciteit waardoor meer marge ontstaat om een temperatuurbelasting op te nemen. Nadeel is een significant groter mootgewicht.
EM Het ontwerp van de elektromechanische elementen (liften en roltrappen) is niet voldoende afgestemd op het ontwerp van de open constructie. Op EM-gebied kan verder gemeld worden dat er met betrekking tot de liften en roltrappen geconstateerd is dat ontwerpaspecten automatisch worden overgenomen van andere projecten terwijl met slechte uitvoeringservaringen uit die andere projecten te weinig gedaan is. Voor dergelijke constructies is het noodzakelijk een expert in te huren. Bouwkunde De gewenste kwaliteit van het architectonische ontwerp is niet bereikt. De glazen overkapping vergt veel onderhoud. Zowel in de detaillering als in de totale vormgeving zijn weersinvloeden onderschat, waardoor ontwerpaanpassingen noodzakelijk waren. Het architectonisch ontwerp bleek op een aantal onderdelen niet uitvoerbaar te zijn. Te noemen zijn, de vrij uitkragende lamellenwand, de gewalste kolommen van de fietsbuisoverkapping en de afmeting van de glasplaten. Door aanpassingen in het ontwerp bleek het mogelijk te zijn een en ander qua vormgeving, maar gestoeld op andere constructiemethodes, alsnog te realiseren. Oorzaak ligt echter al in een veel vroeger stadium. Ten tijde van het ontwerp, civiel en bouwkundig, heeft de principaal meermalen in het ontwerp ingegrepen. Om geen vertragingen op de uitvoering te krijgen is besloten om het architectonische deel van de toerit uit het bestek weg te laten en dit later in te voegen. (zonder dat de vorm vaststond)
Raakvlakken disciplines Tijdens de uitvoering zijn er op diverse onderwerpen afstemmingsproblemen opgetreden tussen de diverse disciplines. Voor een groot deel werd dit veroorzaakt door in tijd gezien het grote verschil tussen de detailengineeringsfasen tussen de disciplines. Daar waar civiel al gebouwd wordt verkeerd EM nog in het ontwerpstadium. Het ideale beeld is dat de ontwerpstadia voor EM en civiel tegelijkertijd kunnen worden afgesloten. Voor EM is dit echter een moeilijk of niet haalbare aangelegenheid door de snel optredende veranderingen binnen de EM-markt. Wat vandaag wordt ontworpen is over 2 jaren niet up to date en mogelijk niet meer leverbaar. De miscommunicatie op civiel-bouwkundig gebied is voor een groot deel veroorzaakt doordat de architect een ontwerp neergelegd heeft waarvan door civiel uitgegaan was dat dit haalbaar zou zijn, terwijl dit in de praktijk (met lettend op de centjes) zeker niet het geval bleek te zijn. Een noodzakelijke aanpassing betreft hier het neerleggen van de ontwerpverantwoordelijkheid van civiel en bouwkunde bij 1 discipline. Overige kunstwerken Ondanks veel opgetreden wijzigingen en het gevoel soms met een inhaalslag bezig te zijn is de uitvoering uiteindelijk zeer voorspoedig verlopen, exact volgens planning en met een prima kwaliteit. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
6 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
Hts' . ...:....::...-.••
Innovaties In de uitvoeringsfase zijn ook een aantal innovatieve aspecten aanwezig geweest. De belangrijkste ten aanzien van de techniek waren: Koelkist (Bouwdok); Verdichtingsvrij beton mengsel (Bouwdok, tussenwand metro); Temperatuur en chloridenmetingen (tunnelelementen en toeritten); Grindbedden (4 van de 6 tunnelelementen) i.p.v. onderstromen; Fijn zand in beton (toeritten); Dimbare verlichting (tunnel): Roltrappen met traploze versnelling en bediening op afstand. Computergestuurd vijzelen van een dek van het oude viaduct Vijfsluizen (eervolle vermelding beton prijs 2000). Uitvoering Houdt bij het bouwkundig ontwerp rekening met de invloed van het ontwerp op de omgeving tijdens de gebruiksfase en het onderhoud van het ontwerp. Dit in relatie tot de aspecten sociale en verkeersveiligheid. M.b.t. het voorontwerp E.M. zoveel mogelijk ruimte creëren voor innovatieve aspecten en niet klakkeloos onderdelen kopiëren van een ander project. Voordat wijzigingen in het EM-ontwerp (opgelegd door principaal of door de projectorganisatie zelf) worden doorgevoerd: eerst kijken welke gevolgen dit heeft voor overige disciplines (Civiel i.r.t. Bouwkunde i.r.t. E.M.) Vooraf Bouwkunde volledig uitwerken en géén wijzigingen meer tijdens uitvoering! Kortom. Het bestek pas op de markt, als alle onderdelen geaccordeerd zijn. Dus veel tijdverlies aan het begin van het ontwerpproces inbouwen. Zie opmerkingen bij: Leerpunten techniek BOUWKUNDE
EM - leerpunten diverse installaties Hierbij een opsomming met de belangrijkste leerpunten van verschillende deelinstallaties: Tunnelver/ichting - deelinstallatie 21: werkt op zich goed, maar moet eenvoudiger kunnen werken. (bijv veel schakelstanden, diverse overgangen, etc), Dienstgangverlichting - deelinstallatie 22: dit werkte zo verschrikkelijk moeilijk dat men zich verschillende malen in het donker zette en vervolgens de bedieningsknoppen niet meer kan vinden. (daglicht inval in de dienstgang is er niet veel).Wij adviseren gewoon aan en uit stand, welke ook te bedienen is door de operator. Laat een paar lampen permanent branden voor een beetje oriëntatie. SDS - deelinstallatie 42: de beschreven functionaliteit van het systeem is zover beschreven, inclusief alle denkbare situaties, dat deze installatie extreem veel data genereert, te veel eigenlijk, waardoor er zoveel meldingen zijn dat je er niets meer mee kunt. Hierbij adviseren wij een nieuwe heldere en simpelere beschrijving van de functionaliteit. UDB's (uitklapbare dwangpijlborden) - deelinstallatie 48: deze elementen blijken qua robuustheid en functionaliteit niet goed te voldoen. Op zich is het systeem een goede. maar meer aandacht dient besteed te worden aan de product omschrijvingen en beoordelen hoe e.e.a. past in het geheel. N.B. Overigens zijn de in het ontwerp meegenomen vormgeving van de UDB's in 2004 nog toegepast in Frankrijk (o.a. Lille-Parijs). Het ontwerp. met daarbij de verbreding (0,60m) van de toerit kon dus toegepast worden, maar paste niet in de ogen van de (onder)aannemer. De veiligheid komt nu bij een aanrijding in gedrang. Brandblusvoorzieningen - algemeen deelinstallatie 50: wij adviseren dat moet worden opgenomen het innemen van water t.b.V. de wandenwaswagen of andere gebruikers van water. Ervaring leert dat op oneigenlijke manier water uit de hulpposten wordt gebruikt wat dan weer aanleiding tot geeft tot storingen. CCTV - deelinstallatie 61: in ontwerp meer overleg met de feitelijke gebruiker (operators,etc.) en deze daar ook aan houden. Nu is het te vrijblijvend en mopperen achteraf kan altijd. Besturing - algemeen deelinstallatie 80: reactie tijden beter omschrijven; geen verhaal over CPUtijden, etc, maar gewoon druk op de knop en na zoveel tijd moet het lampje branden.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
7 van 52
r.
TVi1EEDE BENELUXTUNNEL
H,.
3
HET PROJECT
Het Beneluxtraject, waarvan de eerste Beneluxtunnel deel uitmaakt, schoot reeds een aantal jaren tekort in capaciteit door toename van verkeersstromen in de omgeving Rotterdam/Europoort. In 1988 is besloten tot een verbreding van de A-4 tussen Kethelplein en knooppunt Benelux en de aanleg van een tweede Beneluxtunnel onder de Nieuwe Maas. Dit besluit is gebaseerd op de projectnota/MER-studie "Projectstudie oeververbinding ten westen van Rotterdam" en vormde het startsein voor het project Tweede Beneluxtunnel (voorheen Project Beneluxcorridor). Dit project betreft de bouw van een, naar Nederlandse maatstaven gemeten, zeer brede tunnel (inclusief de technische installaties), (aanpassingen aan) de dienstengebouwen, de realisatie van geluidsschermen en grondkerende constructies, de aanpassingen aan en nieuwbouw van een (tweeling)viaduct en, niet te vergeten, de wegsignalering van het gehele wegvak Kethelplein knooppunt Benelux. Medio 1987 wordt door de Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland opdracht verleend aan de Bouwdienst Rijkswaterstaat voor het ontwerpen en begeleiden van de bouw van de Tweede Beneluxtunnel, en ook aanpassingen aan bestaande en bouw van nieuwe kunstwerken. De Bouwdienst is vervolgens gestart met het opstellen van een Programma van Eisen, het maken van voorontwerpen, het ontwerp en tenslotte het bestek. In maart 1993 neemt het toenmalige kabinet het besluit om een tweede Beneluxtunnel aan te leggen met 2*2 rijstroken, een metro, een mogelijkheid tot doelgroepenscheiding, een wisselstrook en een fietsbuis. Tegelijkertijd wordt dan een principe dwarsdoorsnede gekozen. Met dit besluit worden de activiteiten bij de Bouwdienst weer opgepakt en wordt in 1994 gestart met de ontwerp- en besteksfase. Op 1 oktober 1997, is na een onderhandelingsperiode waarin enige optimalisaties en een herziene risicoverdeling is afgesproken, het contract met de H.eB.U getekend en kon met de uitvoering van de bouw van de Tweede Beneluxtunnel worden gestart. In het daaropvolgende jaar, op 21 augustus 1998, is na een zeer korte voorbereidingstijd het contract met de aannemerscombinatie eI.B.-2m getekend en kon met de uitvoering van de bouw van de Overige Kunstwerken worden gestart. Op respectievelijk 21 februari 2002 en 11 april 2002 zijn de Tweede Beneluxtunnel en de Overige Kunstwerken conform de planning opgeleverd. Het mag een bewonderenswaardige prestatie genoemd worden om in een zo complex contract - in een omgeving waar een groot deel van de Nederlandse economie om draait - alle tussenliggende mijlpalen en eindmijlpalen te kunnen vasthouden. Er is tussen 1987 en 2003 veel gebeurd. Niet alleen de perikelen binnen de aannemerij (even afgezien van alle zaken die gespeeld hebben rond de bouwfraude) maar vooral de veranderingen binnen de Bouwdienst (e.g. invoering Elementair, I.K.B.lE.K.B.) zijn voelbaar geweest in de werksituatie.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
8 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
H'S' -...:.. 4
Z"~
ORGANISATIESTRUCTUUR RWS ZUID-HOLLAND Principaal
Dienstkring
T.X.MJT.X.U.
Rijnmond (vjh Rhoon) J. de Vries (van
M. van Breda
Urn 2000)
M. Thijsse
Urn 2001)
. van Bree (van 2000 Meneer
1997
A.J. Moerman
Projectmanager:
Aanspreekpunt:
Hallo
C.Abrahamse
(van2001
(van
(van 1997 (van
tot
1999)
Urn 2001) Urn 2004)
1999
2002
Urn 2001)
(van 2002
t/m
2004)
BOUWDIENSTPROJECTORGANISATIE Projectmanager:
J. van Vliet (uitvoeringsfase t/rn nazorgfase)
Ass. PL:
A. Gerrits (van 1997 Urn 1998 Tunne/ c.a, I van 1998 Urn nazorgfase Overige Kunstwerken) M. Wilschut (van 1998 Urn 2001) J. Rundberg (van 2002 Urn 2004)
Projectbureau:
M. van Veen (van 1997 t/rn 2003) A. van Waterschoot (van 1997 Urn 1999) L. Rensen (van 1998 Urn 2004) M. Wolfert (van 1999 t/rn 2001)
Contractbewaking:
s. Scho/ten (voorontwerpfase
Ontwerpleiding:
M. Proper (voorontwerpfase Urn nazorgfase A. van Aart (bestek- en uitvoeringsfase CT) M. Mees (ontwerpfase Urn nazorgfase EM) J. Vos (ontwerpfase Urn l' deel uitvoeringsfase 8ouwkunde) P. Bossrhaart (2' deel uitvoeringsfase Urn nazorgfase Bouwkunde)
Dir. U.A.V.:
L. Leeuw (van 1997 Urn medio 1998) F. v.d. Heuve/ (van 1998 t/rn 2004) W. Bron (Overige Kunstwerken) R. Hoeboer (CT/p/v. Urn 2000) J. Rundberg (Clip/v. van 2000 t/rn 2001) M. Kraus (CT/p/v. van 2001 Urn 2004) R. Priester (EM van 1997 Urn 2001» c. Wilschut (EM van 2001 Urn 2004) H. de Groen I H. Ho/ I H. Hessel H. Weij I P. Stadhouder I J. Jongejan
t/rn nazorgfasse) L. Ha/dan-S/ee (bestei
en
Integrale aanbesteding
H.C.B. Raad van bestuur: Project directeur: QA manager: rbo coördinator: Hfd werkvoorbereiding:
H. Kruizinga. J.e. de Pagter, D. Vinks P. Numan P. vld Berg D. Weijters
W. Boonstoppel PL Bouwdok: G. Jonkheim Coördinatie materiaaldienst: J.H. Schutten PL toeritten: W. Bijlsma PL afzinken: W. Boonstoppel E/M-civiel coördinatie: W.Jonker E/M onderaannemer: L.G. van Es I A. Luijten Hfd administratie: R. Dikker
C.I.B.- 2 J. Kitselaar. A. Rongen. M. de Vries.
Raad van bestuur: erkcommissie: Hoofdprojectleider
&G en KAM: erkadministratie: Projectieider:
:
M. van Dongen. J. de With P. Nelleman. J. V.d. Heuvel. P. Reedijk. R. van Laan. B. Gedink B. Gedink M.Daan G. V.d. Kroon P. Kasterman (Viaduct Vijfsluizen/Spoorviaduct) E. van Houten (Grondwerk en Verhardingen) (Geluidsschermen en Portalen)
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915
- 2003
- 0060
- Definitief
- april 2004
9 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL
Hl'E-~'"
wisseling van de wacht door tijdgebrek bij de vertrekkende projectleider van de aannemer onvoldoende. De cultuurverschillen bij de combinanten (beton, staal en wegenbouw aannemers) werkten zowel in posititieve als negatieve zin door in de uitvoering van het contract en vroegen om de nodige flexibiliteit van de Directie U.A.V.
Afstemming Bouwdienst
+-+
Principaal
Hoewel de verstandhouding tussen Bouwdienst en principaal goed te noemen valt, moet gezegd dat de besluitvaardigheid van de opdrachtgever ook nogal eens te wensen over liet. Dit kan mede geweten worden aan personele wijzigingen, te weten gedurende de uitvoeringsfase heeft de principaal drie projectmanagers gehad. Deze wijzigingen vinden plaats buiten de invloedsfeer van de Bouwdienst en benadrukt de noodzaak van een goed scopebeheer. Ook nu weer blijkt met name dat wijzigingen ten opzichte van de uitgangspunten naar principaal niet altijd eenduidig vastgelegd zijn. Ook blijkt dat het traject dat de Bouwdienst volgt inzake de risicobeheersing (i.e. E.K.B.) niet synchroon loopt aan het traject dat gevolgd wordt door de principaal. Met name de snelheid waarmee het E.K.B.-systeem is verwezenlijkt bij de Bouwdienst heeft grote invloed op het hele project gehad. De principaal erkent dat de snelle invoering en acceptatie binnen de Bouwdienst vooruitliep op de ontwikkelingen binnen de Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland - met soms 'hinderlijke' gevolgen voor met name de Overige Kunstwerken.
Afstemming Bouwdienst
+-+
Dienstkring
Vooral in het eerste jaar is de samenwerking zeer intensief geweest, uitgangspunten en kwaliteiteisen zijn in detail uitvoerig besproken. Vele personele wisselingen en de reorganisatie bij de Dienstkring hebben geresulteerd in een communicatieve stilstand van ruim anderhalf jaar. Dit heeft tot gevolg gehad dat vele wijzigingen c.q. afwijkingen op het ontwerp niet altijd goed gedetailleerd genoeg doorgecommuniceerd zijn richting Dienstkring. Zo gebeurt het dat de Dienstkring niet (tijdig) op de hoogte is van afwijkingen op het bestek (e.g. het afwateringsplan, fietsplein, hoogtedetectie). Overigens dient de Dienstkring ook zelf zorg te dragen voor de betrokkenheid van hun medewerkers bij het project, zowel tijdens het voortraject als tijdens de uitvoeringsfase. Tevens is ook nu weer duidelijk geworden dat een beheerder zich niet echt bewust is van het product dat hem zal worden overgedragen tot het moment zelf. Ook nu weer stond de beheerder niet gesteld om direct bij overdracht onderhoud over te nemen. Daarnaast levert gebruik van het product nieuwe vragen en vele verzoeken tot aanpassingen op. Bouwdienst dient zich bewust te zijn van dergelijke verzoeken in de overdrachtsfase.
Raakv lakkenbeheersing De zogeheten raakvlakkenbeheersing verloopt tijdens de uitvoering moeizaam. Acties blijven lang staan, zie ook capaciteitsproblemen zoals verwoord bij N.l.e Veelal zijn meerdere (aanvullende) onderzoeken nodig geweest. Hierbij speelt vaak mee dat voor de bouwkundigen 'vormgeving' en 'esthetica' van belang is en er dus continu feedback nodig is van de architect. Voor de andere disciplines zijn constructieve aspecten en functionaliteit vaak doorslaggevend. In een vergevorderd stadium van uitvoering is in samenwerking tussen de Directie U.A.V. en de ontwerpleider de ontwerp/uitvoeringscoördinatie zeer intensief opgepakt. Opvallend is dat zowel de Bouwdienst als de aannemerscombinatie H.eB. de communicatie tussen de verschillende disciplines gedurende de uitvoeringsfase als niet soepel ervaart. Ook blijkt dat niet iedereen zich bewust is van het belang en de complexiteit van de raakvlakken tussen de E.M.-, Civiel- en Bouwkundedisciplines. Dit is tijdens de uitvoeringsfase eerst en vooral een praktisch aandachtspunt welke in de praktijk meer aandacht behoeft. Dit zou bijvoorbeeld op te lossen zijn door een aparte deskundige coördinator te benoemen die direct onder de Bouwdienstprojectmanager opereert.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
12 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
H'S' .~. De slechte afstemming tussen de E.M.-, Civiel- en Bouwkundediscplines kent meerdere oorzaken. Afstemmingsproblemen Civiel en EM vinden zijn oorzaak in het feit, dat civiel al een gereed product heeft en dat EM aan het uitwerken van het ontwerp bezig is, waardoor bijvoorbeeld het op een voor de uitvoering geschikt tijdstip van de EM ontwerpen op de tekening te krijgen in strijd is met het aanleveren van de tekeningen aan HCB. Het opereren van Bouwkunde wordt door het projectteam als oncoöperatief ervaren, zo wordt er bijvoorbeeld in een veel te laat stadium gereageerd op de vormgeving (e.g. camera en ventilatoren in de fietsbuis). Het latere "fietsbuls-bestek" is vooral de E.M.-discpline blijven achtervolgen. Een belangrijk aandachtspunt in het niet soepel verlopen van de ontwerpcoördinatie is het veranderingsproces dat zich afgespeeld heeft binnen de afdeling Tunnelbouw ten tijde van de uitvoering. Teambuilding Een project staat of valt met de betrokkenheid van iedereen. Alle betrokkenen moeten niet alleen doordrongen zijn van het belang van het project, maar er ook zelf achter staan. Er moet teamgeest gaan ontstaan, of desnoods gekweekt worden. Bij de Tweede Beneluxtunnel waren de teambuildingdagen en 'uitjes' niet alleen bedoeld om het projectteam de kans te geven elkaar als mens te leren kennen, ook werd hiermee een uiterst hecht team gevormd. Behalve de reguliere standaard projectteamoverleggen en voornoemde teambuildingdagen zijn door de Bouwdienstprojectorganisatie ook jaarlijkse 'specials' en teambuildingsdagen georganiseerd. Deze specials werden gedurende de uitvoeringsfase minimaal vier keer per jaar gehouden. Tijdens de specials kregen diverse projectteamleden van alle disciplines de mogelijkheid om, middels een korte presentatie, onder andere te vertellen over hun rol in het project, hun werkzaamheden (en op welke wijze deze worden uitgevoerd) en de werkwijze binnen hun onderafdeling. Vooral gezien het multidisciplinaire karakter van het project is deze vorm van informatieuitwisseling een pré en wordt door het projectteam als uiterst positief ervaren. Tevens werden de probleempunten zoals geconstateerd tijdens de tussenevaluaties tijdens de 'specials' besproken en aangepakt/opgelost. Het Project op een Presenteerblaadje De communicatie door de principaal richt zich hoofdzakelijk op het algemene publiek en de direct omwonenden. Hiertoe heeft zij een informatiecentrum ingericht met voorlichters. Dit informatiecentrum heeft niet goed gefunctioneerd. Daarnaast had de principaal een website verzorgd die helaas nooit up-tc-date was. Om deze redenen is de communicatie/voorlichting naar de overige belanghebbende partijen door de Bouwdienst zelf uitgevoerd. Om het project (intern) over te brengen is een aantal communicatieactiviteiten opgestart: ~ Leaflets: Hiermee wordt, in het kort, informatie gegeven over de verschillende technische c.q. innovatieve aspecten van het project. ~ Posters: Vooral bedoeld om aandacht en interesse te wekken voor het project. ~ Video: Op een korte band wordt de algemene context van het project weergegeven en wordt informatie gegeven van de actuele stand van zaken op het werk. • "Meer ruimte onder de Nieuwe Maas": algemene eindvideo over totale werk in het Nederlands én Engels op video, DVD en CD-ROM (definitieve versie: juni 2003) • "Eureka ... ": bouwmethode afgezonken tunnels op video (definitieve versie, maart 1999 ) • "Bouwdok Barendrecht": aanpassingen aan het bouwdok op video (definitieve versie, oktober 1998) • "Bouw Toeritten": inpassing toeritten in de omgeving (definitieve versie, 1999) ~ Presentaties: Kant en klaar, goed vormgegeven en eenduidig presentatiemateriaal (in PowerPoint) t.b.V. lezingen, symposia, etc. Hier zijn tevens sheets en dia's van gemaakt. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief
- april 2004
13 van 52
id"ta
TWEEDE BENELUXTUNNEL
Hts' .,.,; ..
~
Foto's:
~
Eindboek:
rA
Gedurende (bijna) de gehele uitvoeringsperiode van het project zijn van alle belangrijke gebeurtenissen foto's gemaakt. Contract en coördinatie door ZH met MD. In samenwerking met de aannemer is het boek "2d• Beneluxtunnel. ... dat heb ik gemaakt!" verzorgd. Dit boek laat ondermeer de techniek, persoonlijke beleving van verschillende medewerkers en de samenwerking gedurende de realisatie aan bod komen.
Alle middelen zijn in principe op alle voor de Bouwdienst interessante doelgroepen gericht. Dit uitgebreide communicatietraject heeft alle betrokkenen intensief op de hoogte gehouden van de voortgang van het project. Aangezien infrastructurele projecten langdurig zijn en grote invloed hebben op de omgeving, is het nuttig en noodzakelijk om veel en helder te blijven communiceren. Ook voor medewerkers van (delen van) het project blijft het overzicht duidelijk. Dit verhoogt het teamverband en de bereidheid tot inzet. De principaal heeft overigens van de meeste van deze communicatieproducten gebruik gemaakt voor de externe partijen. Achteraf bezien had de Bouwdienst beter zelf het informatiecentrum kunnen runnen. Uiteindelijk heeft de Bouwdienst de communicatiemiddelen aangedragen en technisch voorlichters georganiseerd, terwijl er geen vat gekregen kon worden op het aansturen van het centrum. Open Dagen Om het project ook bij de familieleden van de projectmedewerkers te laten leven, hield het project in 1999, 2000 en 2001 open dagen. Deze, uiterst succesvolle, open dagen zijn in samenwerking met de voorlichtster van het informatiecentrum en de aannemerscombinatie georganiseerd. Leerpunten Organisatie / Communicatie • •
•
•
• • •
•
• • •
Waak ervoor dat projectteam leden (i.e. sleutelfunctionarissen) bij het ingaan van de onderhoudfase te snel op andere projecten worden geplaatst. Maak als projectleiding heldere en duidelijke keuzes in de strategie hoe om te gaan met verantwoordelijkheid van Directie UAV. m.b.t. scopebeheer en 'meer- en minderwerk'discussies. Zorg dat er bij de verschillende afdeling voldoende capaciteit aanwezig is - anders werkzaamheden uitbesteden: nagedacht dient te worden in hoeverre (en welke) werkzaamheden uitbesteedt kunnen/mogen worden. Zorg bij wisseling van sleutelfunctionarissen (Dir. U.A.V.lprojectmanagement) voor een goede overdracht - de vertrekkende sleutelfunctionaris dient alle gemaakte afspraken te hebben vastgelegd (op papier). Posities en verantwoordelijkheden van mensen duidelijk afstemmen, b.v. door updates van het Projectplan (m.n. 'organisatieplan') middels een presentatie nader te toe te lichten. Zorg voor goede externe publiciteit (foto's. video. informatiecentrum, voorlichting). Teambuilding en sociale interactie stimuleren. Onder meer door 'projectteam specials', teambuildingsdagen. Regelmatige interne informatie-overdracht draagt bij aan het groepsproces. Ook overwegen dit met principaal te doen - de principaal maakt nu nog te weinig onderdeel uit van het team. De contractbewaker moet actief onderdeel uitmaken van het projectteam. Ook een vervanger is zeer aan te raden. Niet alleen zorgt dit voor helderheid m.b.t. afstemming juridische zaken, ook kan de contractbewaker als DIB-contactpersoon fungeren voor het projectteam. Wees zakelijk in het optreden naar de aannemer. Communiceer wijzingen/afwijkingen op het ontwerp ook tijdig door aan de toekomstige beheerder. Neem in het projectteam (liefst al in de ontwerpfase) een raakvlakkencoördinator op (tijdens ontwerp- en besteksfase is er middels werkgroep tunnels voldoende gelegenheid voor coördinatie geweest, ook met derden zoals RET(=GWR) en ZHontwerp ) . Deze kan de afstemming en het opereren van de diverse disciplines bewaken, bijsturen en waar nodig ingrijpen. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
14 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL
*7' .~
• • •
Organiseer regelmatig evaluaties tussen opdrachtgever / Directie UAV / aannemer (minstens één maal per jaar). Dit verhoogt de onderlinge verstandhouding en begrip. Organiseer startbijeenkomsten (kick-off's) bij nieuwe onderdelen, zoals start contract, onderhoudsfase, etc. Geef prioriteit aan communicatie en -middelen. Indien principaal hiertoe niet genoeg ruimte/financiën voor vrijmaakt dan in overweging nemen, ook het informatiecentrum te organiseren.
.EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
15 van 52
.••
TWEEDE BENELUXTUNNEL
H'S' .~
6
HET PROJECT IN UITVOERING
Algemeen Infrastructurele projecten vragen om een multidisciplinaire aanpak. In algemene zin benadert de Bouwdienst dergelijke projecten nog te vaak vanuit de civiele hoek (meeste projectleiders en contractgemachtigden hebben dan ook een civiele achtergrond). In hoofdlijnen kan het project Tweede Beneluxtunnel als volgt worden verdeeld: 65% civiel, 30% E.M. en 5% bouwkundig. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de 5% bouwkundige aspecten in grote mate de beleving van de principaal bepalen over het object (het betreft zichtbare producten). Hoewel E.M. en bouwkunde financieel 'slechts' een derde van de totale aanneemsom beslaat, is dit ook het deel waar de grote discussiesmet principaal over ontstaan (zichtwerk en installaties). Bij de Tweede Beneluxtunnel hebben met name de bouwkundig aspecten onevenredig veel discussie en coördinatie opgeleverd, aangezien de gehele fietsbuisontsluiting hieronder viel. De diverse onderdelen komen hierna aan bod.
Het Ontwerp Versus Uitvoering Het tunnelontwerp wordt tijdens de uitvoeringsfase algemeen als goed ervaren. Wel hebben zich tijdens de uitvoering veel wijzigingen voorgedaan, zowel door principaal als Bouwdienst geïnitieerd, welke een grote invloed hadden op het ontwerp en de uitvoering hiervan. De gewenste kwaliteit van het architectonische ontwerp is niet bereikt. Met name de glazen overkapping en het fietsplein blijken tijdens de uitvoeringsfase niet te voldoen aan de gestelde eisen. De Bouwdienst heeft gedurende de uitvoeringsfase veel extra energie moeten steken in het ontwerp. De glazen overkapping vergt veel onderhoud. Hiertoe moesten extra onderhoudsvoorzieningen worden getroffen (met name voor de glazenwasser). Als gevolg van een gewijzigde normering ten aanzien van glazen overspanningen zijn onder de glazen overkapping achteraf kabels aangebracht, ontworpen door de Bouwdienst ten behoeve van de opvang van glas in geval van bezwijken. Zowel in de detaillering als in de totale vormgeving zijn weersinvloeden onderschat. Zo bereiken neerslag en wind de liften en roltrappen. Achteraf zijn windschermen en afvoergoten aangebracht. De elektromechanische elementen (liften en roltrappen) zijn niet voldoende afgestemd op het ontwerp van de open constructie. Dit laatste is te wijten aan de door de principaal opgelegde wijziging van het ontwerp, i.e. de glazen constructie moest een open constructie worden. De architect had overigens in het ontwerp glasplaten van een type en grootte beschreven welke niet in Europa konden worden gemaakt (c.q. geleverd). Het was een geluk bij een ongeluk dat de hele discussie omtrent het glaswerk zo lang (circa driekwart jaar) heeft geduurd - op het moment dat de discussie afgerond werd, had een Belgische glasleverancier nieuwe capaciteit gerealiseerd waarbij het glas conform het ontwerp kon worden geleverd. Het betrof wel een eerste levering van dergelijke extreme glasplaten, dat onder andere groot uitval tot gevolg had. Algemeen kan gesteld worden dat de haalbaarheid van het architectonische ontwerp zeer kritisch beschouwd dient te worden. Bij de architect zelf heeft dit ogenschijnlijk geen primaire aandacht. Als bijzonderheid kan hier nog genoemd worden het ontwerp van de lamellenwand. Alhoewel het ontwerp van de architect is, is hier door de Bouwdienst in nauwe samenwerking met de aannemer HeB een zeer grote ontwerpinspanning verricht om zonder de vormgeving aan te tasten toch een haalbare constructie te realiseren.
Toeritten / Bouwputten De bouw van de toeritten startte redelijk traag (heiwerk, paaltype en optimalisatie) maar uiteindelijk is het gelukt om binnen het afgesproken tijdschema te blijven. De volgende bijzonderheden zijn te noemen bij de bouw van de toeritten: • de onderwaterbetonvloeren (afmetingen o.a. 55*25 m en 45*20 m) waren van prima kwaliteit, geen watervoerende scheuren; • de damwanden waren nagenoeg volledig waterremmend; • veel aandacht is geschonken aan de overgang tussen de landhoofden en de eerste moot van het open gedeelte qua vervorming; EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief
- april 2004
16 van 52
.••
T'V\lEEDE BENELUXTUNNEL
*$"~'A
• de landhoofden tunnelelement.
waren slechts gedeeltelijk gereed voor het afzinken van het eerste
Tunnelelementen / Bouwdok De bouw van de tunnelelementen in het bouwdok Barendrecht verliep zeer vlot. Het 2wekelijkse overleg tussen ontwerp(BD Utrecht) / UAV / HCB en Wapelux (vlechterscombinatie) heeft bijgedragen tot een vlot verloop van de bouw, waarbij de kwaliteit van de combinatie beton én staal als één samenwerkende constructie bovenaan stond Resulterend in een zelfde overleg bij de bouw van de (hierboven genoemde) toeritten, waardoor wapeningsproblemen in een vroegtijdig stadium konden worden gesignaleerd en worden voorkomen. Het woord 'Benelux' werd in het bouwdok wel erg letterlijk opgevat: de bouw van de elementen werd door een Belgische onderaannemer uitgevoerd en de nieuwe damwanden kwamen uit Luxemburg. In een tweetal bouwstromen werd een zodanige cyclus bereikt dat er iedere week een vloerdeel, een wanddeel en een dakdeel gestort werd. In 15 maanden werden alle tunnelelementen gebouwd. Qua ontwerp is er in de beginfase veel discussie geweest over de toe te passen norm voor het berekenen van de dwarskracht. Uiteindelijk is gekozen voor de TNO-IBBC-methode. Door foutgevoelige interpretatiemogelijkheden op het gebied van de veiligheidsbenadering is nadien door de het Management van de Afdeling Tunnelbouw besloten deze methode in het vervolg niet meer toe te passen. Een klein probleem heeft zich voorgedaan met de rubberafdichting van de kopschotdeuren. Maar met een snelle - en een voor de aannemerscombinatie dure - herstelactie is dit opgelost. O.T.A.O.IV De voorbereiding, detailengineering en uitvoering van het O.T.A.O. -proces heeft veel inspanning gevergd van alle betrokken partijen. Met name de toetsing van de ontwerpuitgangspunten aan de opgelegde randvoorwaarden vergde veel energie en noodzaakte tot veelvuldig overleg. De berekeningen van de invloed op de scheepvaart op afgezonken tunnelelementen blijkt nog steeds een moeilijk proces te zijn. Er is vanaf de start van het project veel discussie geweest over de aan te houden grootte van de horizontale krachten op de tunnelelementen als gevolg van passerende scheepvaart. De fout die de Bouwdienst hier gemaakt heeft is dat men meegegaan is in de discussie in plaats van vast te houden aan hetgeen hierover vastgelegd was in de ontwerpdocumenten behorende bij het bestek. Een en ander heeft de aannemer de gelegenheid gegeven te dimensioneren op zelf afgeleide waarden terwijl de juistheid hiervan niet vaststond. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het moeten zoeken naar een alternatieve funderingsmethode (grind) voor een aantal tunnelelementen toen bleek dat de besteksdocumenten niet aantoonbaar onjuist waren. Uiteindelijk zijn twee tunnelelementen onderstroomd met zand en vier tunnelelementen op een grindbed geplaatst . Hierbij mag zeker opgemerkt worden dat de ervaringen met grindbedden, opgedaan bij de 0resundtunnel in Denemarken, de uitvoering en voortgang van het afzinken veel hulp heeft geboden. Met het afzinken van het eerste tunnelelement werd gestart op 7 november 1999. Het tweede tunnelelement kon niet op zijn eind positie gebracht worden door snellere slibafzetting dan verwacht. Dit element is uiteindelijk weer opgedreven. Een primeur voor in ieder geval Nederland, aangezien er nog nooit tevoren een tunnelelement vanaf zijn eindpositie weer is opgedreven. Vele brainstormsessies waren het gevolg en diverse alternatieven hebben de revue gepasseerd. Door het grindbed met grotere tussenruimten uit te voeren is ruimte gecreëerd voor slibberging. In nauwe samenspraak met de aannemer is een oplossing gerealiseerd. Hier blijkt de waarde van de afspraken techniek en contract te scheiden. Door zuiver op technische argumenten te discussiëren, is in een zeer korte tijd een goede, snelle oplossing gerealiseerd. Het proces werd vanaf half december weer gecontinueerd De totale vertraging is zeer beperkt gebleven en op zondag 16 januari 2000, om 11:30 uur, lag het laatste tunnelelement op zijn plek", Vooral het beter beschrijven van de randvoorwaarden en de omgevingsaspecten is bij bovenstaande een groot en belangrijk aandachtspunt. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - aprîl2004
17 van 52
n'.
TWEEDE BENELUXTUNNEL
Hts' - .... " Afbouw
Hoewel de afbouw zeer vlot verliep, was er soms veel discussie omtrent de fietsbuisontsluitingen, glasplaten en afwerkingen van de terreinen. Er brak ook even paniek uit toen er ter plaatse van de sluitvoeg schollen beton van de wiggen afsprongen en scheuren in de buitenwanden werden gesignaleerd. Nadere toelichting: • Een probleem heeft zich voorgedaan ter plaatse van de wiggen in de sluitvoeg. Geconstateerd werd scheurvorming in de buitenwanden met als gevolg lekkages en afspringende schollen beton van de wiggen zelf. Naar later is geanalyseerd is de scheurvorming ontstaan door uitzetting van de tunnelelementen als gevolg van oplopende temperaturen (overgang winter-voorjaar). Deze uitzetting heeft geleid tot een overbelasting van de wiggen en ook van de buitenwanden van de aanliggende tunnelelementen. Alhoewel met het optreden van de scheurvorming en de afspringende schollen het probleem van de uitzettende tunnelelementen feitelijk oplost was, was het een geluk bij een ongeluk dat de vloerstort van de sluitvoeg op handen was. Door deze stort versneld (maar zonder de in het bestek voorgeschreven alveolith voegvulling) uit te voeren kon het risico tot een acceptabel laag niveau worden teruggebracht. De oorzaak van de scheurvorming is gelegen in het niet onderkennen van de seizoenstemperatuureffecten in de tunnel. Het ontwerp van de sluitvoeg is gebaseerd op het ontwerp van de sluitvoeg van de Wijkertunnel. Bij deze sluitvoeg speelde het temperatuureffect een mindere rol aangezien deze sluitvoeg in de zomermaanden drooggezet werd en definitief gemaakt is in de winter. • In het ontwerp van de sluitvoegomranding was in eerste instantie uitgegaan van een wig met een hoogte van 6 m en een breedte van 0.4 m. Op verzoek van HeB is deze wig aangepast naar een hoogte van 4 m en een breedte van 0.6 m. Voordeel was het hierbij het eenvoudiger kunnen monteren van de console waarop de wig geplaatst wordt. De aanpassing betekende een verbreding van de wig en derhalve het optreden van een grotere excentriciteit ten opzichte van de hartlijn van de wand. Een aanpassing waarvan achteraf afgevraagd kan worden of deze nou zo gelukkig was. De wandbelasting ter plaatse van de wig bleek daarnaast zodanig groot te zijn dat een stalen kraag om de wand heen noodzakelijk bleek om de kracht te kunnen inleiden in het beton. Normaalkracht en moment in de wand hebben geleid tot een zeer grote hoeveelheid wapening en daardoor een noodzakelijke aanpassing van het beton mengsel ter plaatse. De problematiek van het wegzetten van het moment en de normaalkracht kan voor een groot deel ondervangen worden door het toepassen van een kraag over een grotere tunnellengte (bijvoorbeeld een mootlengte). Feitelijk wordt dan over het deel van de "langere" kraag een grotere wanddikte toegepast. Voordeel is het verdwijnen van de excentriciteit waardoor meer marge ontstaat om een temperatuurbelasting op te nemen. Nadeel is een significant groter mootgewicht. De plaatsing van de wiggen aan de buitenzijde van de constructie (sinds de Noordtunnel) komt door de toepassing van de gestorte sluitvoeg en/of het ontbreken van mogelijkheden ter plaatse van de middenwand. In de toekomst zal van geval tot geval moeten worden onderzocht of de kraagoplossing voor de sluitvoeg optimaal is. Voordeel, van het buiten de constructie plaatsen van de wiggen, is dat er in binnen de tunnelconstructie zonder sloopwerk aan de tussenwanden kan worden begonnen. Als bijzonderheid is nog te noemen dat het betonstorten boven in de sluitvoeg 'gevolgd' werd door een camera.
E.M. Er is bij de ontwerpfase te weinig rekening gehouden met het feit dat tussen het het ontwerp en de uitvoering voor E.M. een periode van circa drie jaar zit. In een zeer vroeg stadium moet er op detailniveau worden gewerkt. Op E.M.-gebied vinden ontwikkelingen echter in een EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
18 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7' .~ dusdanig snel tempo plaats dat dieptekennis dreigt te gaan ontbreken bij de Bouwdienst met als gevolg dat de Bouwdienst alleen in staat is om op (technische) hoofdlijnen te toetsen. Het vertrouwen in adviseurs en leveranciers moet in dit geval wel heel groot zijn. De verantwoordelijkheid voor de E.M.-coördinatie is bij de aannemerscombinatie (H.CB.) neergelegd conform het gesloten contract. Bij de H.CB. was daar intern het nodige overleg over. Ook vormen de verschillen in bijvoorbeeld systematiek tussen de drie deelbestekken een probleem voor de H.CB. Daarbij moest de H.CB. de volledige detailengineering verzorgen. Er is een bewuste keuze gemaakt om tijdens de Bouwvergaderingen van beide kanten 'slechts' projectleiding, inclusief site verantwoordelijke, te laten deelnemen. Op deze manier zou alleen op hoofdlijnen worden gesproken. Achteraf had, met name in de afbouw- en opleveringsfase, ook de directie U.AV-E.M. en de E.M.-coördinator van de H.CB. aanwezig moeten zijn. In deze fasen ligt de nadruk toch hoofdzakelijk op de EM discipline.
Liften & Roltrappen Mede doordat bij andere projecten al met roltrappen en liften wordt gewerkt bestaat het risico dat ontwerpaspecten automatisch worden overgenomen. Zo blijkt dat het aspect 'Liften & Roltrappen' in het bestek slecht omschreven staat. Er is hiervoor bij de Bouwdienst slechts kennis op hoofdlijnen in huis. Ook met de slechte ervaringen van het project Tweede Heinenoordtunnel is te weinig gedaan. Zoals TEe én/of SAT wordt ingeschakeld voor elektrische installaties zou een expert moeten worden ingehuurd voor liften en/of roltrappen. De uiteindelijke bedrijfszekerheid is bepalend in de beeldvorming van de gebruikers van de fietstunnel. Uiteindelijk is bij dit project een oplossing geforceerd door een onafhankelijk adviesbureau, die goed tegenspel heeft geleverd aan de leverancierVI. Eerder inzetten van een expert zou veel negatieve energie (en geld) hebben bespaard. Kan het autoverkeer van de tunnel gebruik blijven maken als enkele installaties uitvallen, wanneer de liften uitvallen kunnen diverse groepen gebruikers (bijvoorbeeld invaliden) geen gebruik meer maken van de fietstunnel. Duidelijke keuzes over toegankelijkheid dienen dan ook in een zo vroeg mogelijk stadium te worden gemaakt.
Fietstunnel Het Programma van Eisen voor de fietstunnel is niet gedetailleerd genoeg uitgewerkt. Zo bestaat er onduidelijkheid over het wel of niet toestaan van bromverkeer. Ook blijkt de beheerder niet ingesteld te zijn op 'langzaam verkeer'. Er is te weinig aandacht besteed aan het effect op de ontwerpuitgangspunten, de sociale veiligheidsaspecten en het onderhoud in relatie tot beleving.
Overige Kunstwerken Er hebben zich tijdens de uitvoering vele wijzigingen voorgedaan op zowel het viaduct als op de keerwanden, portalen en de geluidsschermen. Dit is mede te wijten aan het feit dat er geen goed besteksontwerp was. Voor een dergelijk globaal ontwerp was eerder bewust gekozen. Ook was de afstemming met de gemeente Schiedam omtrent het bestek niet goed te noemen. Terugkerend aandachtspunt is dat tijdens de besteks- en aanbestedingsfase het gehele contract zeer snel moest worden opgesteld en (mede hierdoor) onvoldoende diepgang kon worden gerealiseerd. De vele wijzigingen hebben een grote invloed gehad op de uitvoeringswerkzaamheden. Men had het gevoel vooral bezig te zijn met inhaalslagen c.q. correcties. Ook de (vele) locatiewijzingen van de portalen heeft vooral de Bouwdienst gehinderd in de voortgang van het werk en ook de onduidelijkheden omtrent de locatie van de hoogtedetectie. Laatstgenoemde is, ondanks intensief overleg tussen de Bouwdienst en de Dienstkring, niet snel genoeg opgelost. Goed voorbeeld van geldverspilling is wel dat diverse portalen 'weggegooid' konden worden door de wijziging van de borden. Uiteindelijk verliep de uitvoering toch zeer voorspoedig, exact volgens planning en was de gerealiseerde kwaliteit prima. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
19 van 52
.••
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*,..~ .•
Innovatie In de uitvoeringsfase zijn ook een aantal innovatieve aspecten aanwezig geweest. De belangrijkste ten aanzien van de techniek waren: ).- Koelkist (Bouwdok); ).- Verdichtingsvrij beton mengsel (Bouwdok, tussenwand metro); ).- Temperatuur en chloridenmetingen (tunnelelementen en toeritten); ).- Grindbedden i.p.v. onderstromen VII; ).- Fijn zand in beton (toeritten); ).- Safety proef 2001 (tunnel): "ls ie tunnel biins klaar, steken ze de fik d'r in!" Dat zal menigeen gedacht hebben toen in november 2001, na ongeveer anderhalf ;aar vootbereidingsiiid, de uitvoering van het proleetdeel "Brandproeven in de Tweede Beneluxtunnel" van het proteet Safety Proef plaatsvond. Gelukkig betrof het een proef die onder zware controle van de brandweer werd uitgevoerd, zodat we in de toekomst meer gegevens hebben omtrent de tunnelveiligheid in Nederland en daarbuiten. Tevens was de proef een uitgesproken kans voor de Bouwdienst zich te profileren als deskundige op het gebied van tunnelveiligheid. Er ziin gedurende tien nachten circa viiitien proeven gehouden, met auto's en oliepannen. Het doel was onderzoek te doen naar brandontwikkeling, rookontwikkeling, rookverspreiding en temperatuur in realistische omstandigheden. Ook werd het gedrag van de brand en rook in combinatie met ventilatie onderzocht. Daarnaast is getest met detediesystemen en een sprinklerinstallatie. De proeven zijn op video vastgelegd, zodat ook naderhand kan worden gedemonstreerd wat een brand in een tunnel betekend voor het vluchten en het bestxiiden van de brand.
).-
Dimbare verlichting (tunnel): Het invoeren van dimbare verlichting in de tunnel wordt in eerste instantie door de principaal afgewezen. Wanneer de werkgroep Energiezuinig Ontwerpen van de Bouwdienst een substantiële financiële biidrsge van ongeveer 0,5 miljoen euro levert kan het alsnog ingevoerd kan worden. Het budget voor de dimbare verlichting is door het Hoofdkantoor beschikbaar gesteld.
).- Roltrappen met traploze versnelling en bediening op afstand. ).- T.a.v kwaliteitsborging is dit project aangewezen tot pilot-project "Werken onder het Samenwerkingsmodel" . ).- Computergestuurd vijzelen van een dek van het oude viaduct Vijfsluizen (eervolle vermelding betonprijs 2000).
Veiligheid Er hebben zich geen noemenswaardige ongevallen voorgedaan - 'slechts' De ARBO-coördinator heeft een positieve invloed gehad op het werk.
kleine incidenten.
Leerpunten Project in Uitvoering Aangezien de (voor)ontwerpfase werd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een andere projectleider worden uit .dle fase alleen die leerpunten benoemd welke van invloed waren op de uitvoeringsfase en overdrachtfase VIII. • • • • • • •
Start niet met de volgende fase van een project eer is voldaan aan alle vooraf afgesproken randvoorwaarden en uitgangspunten. Maak voor gestart wordt met ontwerpwerkzaamheden eenduidige afspraken tussen de diverse opdrachtgevers. Zorg dat bij wisseling van projectleiding in een nieuwe projectfase de afspraken en (rand)voorwaarden goed overgedragen worden. Besteed tijdens de ontwerpfase ook voldoende aandacht (ook qua budget) aan de E.M.en bouwkundige aspecten van het project. Sluit de voorontwerpfase af met een geaccepteerd Programma van Eisen alvorens met de ontwerpfase wordt begonnen. Sluit de voorontwerpfase af met een goede en heldere raming welke is geaccepteerd door de principaal. Helder voorzieningenniveau (ondermeer aankleding c.q. technische installaties) dient met zowel principaal als beheerder reeds in de voorontwerpfase te worden afgestemd. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
20 van 52
m.
T~EDEBENELUXTUNNEL
H'S' . ..: ..
• • • • • • • •
•
• •
•
• • •
•
• • •
•
• • •
Maak tijdens het civiele ontwerpproces al een (voorlopige) bouwkundige risicoinventarisatie naast de 'civiele' risico-inventarisatie. Steek eerder in met het bouwkundig ontwerp (bijvoorbeeld d.m.v. een ontwerptekening, voorlopig Programma ven Eisen, e.d.), Implementeer tijdig het bouwkundig deel in het kostenplaatje. Houdt bij het bouwkundig ontwerp rekening met de invloed van het ontwerp op de omgeving tijdens de gebruiksfase en het onderhoud van het ontwerp. Het Programma van Eisen E.M. zo abstract mogelijk opstellen (neem vooral de functionele eisen hierin op en verwijs naar bestaande richtlijnen). M.b.t. het voorontwerp E.M. zoveel mogelijk ruimte creëren voor innovatieve aspecten en niet klakkeloos zaken kopiëren van een ander project. Toetsingen op het (deelïbestek dienen te worden geïnitieerd door de projectleiding (ook de planning dient hierop te worden afgestemd). Tussen het ontwerp en de uitvoering zit voor E.M. een periode van drie jaar. In een zeer vroeg stadium moest e.e.a. al tot op detailniveau worden uitgewerkt. De ontwikkelingen op E.M.-gebied liggen in de loop der jaren echter niet stil. Nu veel afwijkingen. Oplossing: E.M. apart en in een veel later stadium aanbesteden. Voordat wijzigingen in het ontwerp (opgelegd door principaal of door de projectorganisatie zelf) worden doorgevoerd: eerst kijken welke gevolgen dit heeft, en vooral ook, voor overige disciplines (Civiel i.r.t. Bouwkunde i.r.t. E.M.) Let op dat de in het architectonisch ontwerp beschreven constructie(s) ook daadwerkelijk uit te voeren zijn en dat het hiervoor benodigde materiaal ook leverbaar is. Ontwerpwijzigingen (ook kleine!) moeten helder zijn voordat met de onderhandelingen gestart wordt. Een goede afstemming tussen de verschillende betrokken partijen (projectmanagement richting aannemers en Dir. U.A.V.) is hierbij van essentieel belang. Tijdens de uitvoering blijft de contractvorm bepalend voor Civiel/Bouwkunde versus E.M. Kleine wijzigingen in het E.M.-ontwerp betekent vaak ook wijzigingen in het Civiel/Bouwkundig ontwerp. Wees waakzaam met het uitbesteden (c.q. het splitsen van verantwoordelijkheden) inzake het detailontwerp. Betrek de aannemer zoveel als mogelijk bij het besteksontwerp teneinde wijzigingen te voorkomen (dit is overigens sterk afhankelijk van de contractvorm). Zorg dat er voldoende tijd beschikbaar is voor het opstellen van het contract - anders kans op oppervlakkigheid met veel wijzigingen/aanvullende eisen als gevolg. Hoewel financieel gezien niet de meest populaire oplossing, zou het beter zijn om in het ontwerp rekening te houden met eventuele wijzigingen van (grootte/zwaarte van) bewegwijzeringborden aan de portalen. Hiertoe zouden bijvoorbeeld in het ontwerp de zwaarste types portalen dienen te worden opgenomen (i.p.v. verschillende soorten portalen). Stel voor 'gevoelige' onderdelen (e.g. fietsbuisontsluiting, inclusief roltrappen en liften) in een zo vroeg mogelijk stadium een apart Programma van Eisen (met bijbehorend risicoprofiel) op. Laat dit ook door de principaal ondertekenen. Het verdient aanbeveling het Technisch Platform een specifieke evaluatie te laten opstellen waarbij met name de innovaties aandacht moeten krijgen en zonodig in SATO vastleggen Grote projecten zouden vanaf dag 1 innovatieve aspecten moeten meenemen in zowel design als detailengineering. Leg alle randvoorwaarden voor O.T.A.O.-proces goed en helder vooraf vast. (dit is deels in strijd met de verantwoordelijkheid van de aannemer m.b.t. het afzinken. Neem door het vastleggen van randvoorwaarden niet een (belangrijk) deel over van deze verantwoordelijkheid) Neem in het contract 5 á 6 maanden op voor voorbereiding c.q. detailengineering, afstemming van diverse onderdelen en opstellen van werkplannen e.d. (dus: aansluitend op de opdrachtverlening) voordat met de daadwerkelijke uitvoering wordt gestart. Reserveer ook voor een deelproject als Overige Kunstwerken voldoende voorbereidingstijd. Zorg voor een coördinator civiel-bouwkunde-EM aan zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers zijde bij een dergelijk project. Maak een zeer sterke scheiding in de rollen (techniek - contract/financiën) en een strakke vergaderstructurur.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
21 van 52
s"
TWEEDE BEN EL UXTUNNEL
Hst-...:•
• •
Overweeg vooraf beter of het wel vestandig is om EM op te nemen in het civiele contract, ook gezien de ontwikkelingen/innovaties bij EM! Wellicht veel beter en goedkoper om EM apart op de markt te brengen. Vooraf veel beter de renovatiewerkzaamheden bestaande tunnel in beeld brengen. Vooraf Bouwkunde volledig uitwerken en géén wijzigingen meer tijdens uitvoering!
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief
- april 2004
22 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
ij 7'
7
CONTRACTBEWAKING
. ...:.. md"'ia
/ FINANCIEEL BEHEER
Algemeen Het ontbreken van een goed en integraal financiën beheersysteem is een groot gemis. Veel ruis omtrent de stand van zaken van de CMF'en alsmede de doorloopsnelheid hiervan en de (uiteindelijke) eindafrekeningen ontstond doordat de Directie U.A.V., het Bouwdienstprojectmanagement en Bedrijfszaken met ieder hun eigen (van elkaar verschillende) bewakingsystemen werkte. Gedurende de uitvoeringsfase hebben er zich op Bouwdienstbreedniveau wel ontwikkelingen voorgedaan (e.g. CONSIS, workflowmanagement, PPS/UVS) maar het verschilt per (onder)afdeling hoe deze systemen in de praktijk (mogen) worden gebruikt. Het verdient sterke aanbeveling één overall en efficiënt financiën beheersysteem op te zetten.
Bestek Tunnel c.a, (BDD 2702) Allereerst dient opgemerkt te worden dat gedurende de looptijd van dit contract . de Bouwdienst een invulling heeft geformuleerd voor kwaliteitsbeheersing en -borging anders dan de letter van het bestek. Dit proces heeft intern veel inspanning gevraagd van directie U.A.V. Ook van de aannemer is gevraagd om extra moeite te getroosten door onder andere de inzet van de O.F.A. IX Het besluit om de ontwerp- en besteksfase tot één fase te bundelen heeft ook voor het tekenwerk gevolgen gehad. Er was bijvoorbeeld geen duidelijk overzicht van de ontwerptekeningen, omdat er uiteindelijk gewerkt werd naar bestekstekeningen. Vooral onduidelijk was wanneer de bestekstekeningen gereed waren ergo een basis gevormd kon worden voor het schrijven van het bestek Het maken van de drie deelbestekken voor het tunneldeel verliep over het algemeen zeer moeizaam. Oorzaken hiervan zijn onder meer het te krappe tijdbestek tussen de start van de (voor)ontwerpfase en de datum waarop de deelbestekken gereed moesten zijn, de wijzigingen tussendoor en het vergaren van alle gegevens. Tijddruk ontstond mede door de door de principaal aangegeven oplevering- en tussenopleveringdata. Wijziging van de opleveringdata richting RH is nooit als optie overwogen Ook blijken de deelbestekken E.M. en Bouwkunde niet goed op elkaar aan te sluiten. In tegenstelling tot het deelbestek Bouwkunde was het deelbestek E.M. er één op hoofdlijnen. Zo wordt in het deelbestek Bouwkunde, bij wijze van spreken, iedere schroef beschreven terwijl voor het E.M.-deel beter van een 'plan van aanpak' kan worden gesproken. Ook speelt het feit dat door de Bouwdienstafdeling N.I.E. een aanzienlijke hoeveelheid werk wordt uitbesteed een grote rol. Ook het ontbreken van een eenduidige (Bouwdienst)werkwijze ten opzichte van de deelbestekken E.M. en Civiel is een (klassiek) aandachtspunt. Met name het tijdstip waarop N.I.E. een definitieve keuze maakt over de detailengineering en de te plaatsen installaties roept om een kritische beschouwing.
Omschrijving overeenkomst BOD 2702 De overeenkomst tot uitvoering van bestek BDD 2702 bestaat uit: • Bestek BDD-2702: o Deel 1: algemeen o Deel 2: standaard bepalingen. • Deelbestek 2702-01: civieltechnische werkzaamheden; • Deelbestek 2702-02: bouwkundige activiteiten • Deell3estel(2702 03: elel(troA'leel:laRisel:lewer!(zaaA'll:ledeR stelpost BDD2702 -01 • 5 Nota's van Inlichtingen; • Inschrijvingsbiljet / Inschrijvingsstaat; • V & G-plan Op het bestek zijn de U.A.V. van toepassing verklaard. Het civieltechnische gedeelte is opgebouwd volgens de R.A.W.-systematiek; het bouwkundige deel volgens de S.T.A.B.U. Het EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
23 van 52
x.
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7'
productgerichte E.M.-gedeelte wordt op een doelstelpost uitgevoerd waarvoor de basis het oorspronkelijke deelbestek BDD-2702-03 is. BDD'2702-01 (Civiel)
In eerste instantie was afgesproken dat dit deelbestek door de afdeling D.I.B. zou worden geschreven. Dit bleek echter niet mogelijk aangezien de (besteks)tekeningen niet tijdig gereed waren. Ook beschikte de besteksschrijver (niet betrokken bij het ontwerp) over onvoldoende kennis om een gedetailleerde omschrijving te kunnen maken. Uiteindelijk heeft de toenmalige project- en disciplineleider civiel ontwerp de omschrijving van het bestek gemaakt waarop de besteksschrijver alleen de tekst invoerde en de R.A.W.-systematiek bewaakte. Het verdient aanbeveling om niet alleen een besteksdeskundige, maar daarnaast ook een projectdeskundige als (mede)besteksschrijver aan te stellen. De ingewikkelde structuur van het project leidde tot vele fouten in het "basis" bestek. In de besteksfase is door de projectleider een groot deel aangepast van het bestek (BDD2702-01 deel 2) omdat het "rammelde", ondanks dat alle tekeningen gereed waren. De RAW-systematiek is mede veroorzaker van dit gemis. Het bestek blijkt tijdens de uitvoering niet optimaal te zijn waardoor veel wijzigingen (totaal van 285 cmf's ) nodig zijn. Dit is echter ook te wijten aan de invoering van E.K.B. - hierdoor moeten veel triviale zaken op papier vastgelegd worden en diverse aanpassingen tgv de principaal. De doorloopsnelheid van de CMF'en bedroeg tijdens de uitvoering ruim drie tot vier weken. De doorloopsnelheid van claims minstens drie maanden en kan, op zijn zachtst gezegd, dramatisch worden genoemd. De claims zijn in eerste instantie behandeld als 'gewone' CMF'en. Vervolgens zijn ze ter goedkeuring naar het Hoofdkantoor (H.K.) gestuurd. De lange periode die er vervolgens overheen ging werd veroorzaakt door de geringe personele inzet op H.K. Dit wordt door het projectteam als een kwalijke zaak gezien. Dit kan namelijk leiden tot claims op claims. In Elementair wordt een procedure genoemd zonder CMF. Dan dient de aannemer wel een brief op te stellen met daarin een motivering en de financiële omvang van de claim. Zo kan de procedure richting H.K. eerder gestart worden en hoeft dus geen CMF opgesteld te worden In de praktijk bleek het vaak moeilijk om voor de uitvoering reeds een 'voorlopige CMF' op te stellen en te laten ondertekenen (inmiddels bestaat dit ook niet meer). In veel gevallen dienden beslissingen over meer- of minderwerk genomen te worden. Een dergelijke lange procedure kan stagnatie van de werkzaamheden of bijvoorbeeld hogere uitvoeringskosten met zich meebrengen. Wellicht is dit op te lossen door een verhoging van personele inzet. BDD 2702-02 (Bouwkunde)
Dit deelbestek is door architectenbureau Zwarts & Jansma opgesteld. AI snel bleek dat door gebrek aan tunnelkennis en de detailkennis van deze architect er veel extra tijd gevergd werd van de Bouwdienst voor controle- en toetswerk. De afstemming van het bouwkundig ontwerp op het civiele ontwerp liet veel te wensen over. Het civiele bestek was al op de markt gebracht terwijl het bouwkundige deel nog niet tot in detail was uitgewerkt. (mede door het niet accepteren van de principaal van het toen aanwezige ontwerp en de late wijziging van de randvoorwaarden.) Het bouwkundig ontwerpproces kwam flink onder druk te staan en er werd grotendeels achter de feiten aangelopen. Voorbeeld hiervan is de discussie omtrent de tunnelmonding van de eerste Beneluxtunnel: het overleg tussen de Bouwdienst, RWS ZH en de architect heeft de opdracht aan de architect aanzienlijk vertraagd waardoor er geen tijd meer was voor constructieve wijzigingen. Met name de kwaliteit van het architectproduct viel, gelet op de risico's inzake de glasconstructie, tegen. De architect kijkt op een geheel eigen wijze tegen een project aan 'wat is mooi. ..' in plaats van 'wat is haalbaar, constructief verantwoord en uitvoerbaar'. Opgemerkt dient te worden dat de afdeling N.I.C. in hun functie als opdrachtgever en toetser EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
24 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL
*7"~~
tijdig moet signaleren en bijsturen. Met name de personele inzet van N.I.C. was structureel te weinig en volstrekt onvoldoende. Voor het onderdeel 'fietsbuisontsluiting' is door de Bouwdienst een apart Programma van Eisen opgesteld. Dit Programma van Eisen bevatte onder meer de eisen ten aanzien van de landmark, de sociale veiligheid, het onderhoud en de financiële randvoorwaarden. Voor een gevoelig onderdeel als dit is een apart Programma van Eisen aan te raden aangezien deze duidelijkheid creëert voor zowelopdrachtnemer, opdrachtgever als voor derden. Een groot nadeel is dat dit onderdeel uiteindelijk als 'meerwerk' is aanbesteed. De onderhandelingspositie was voor de projectorganisatie zeer slecht te noemen. Met name de (tijdens de uitvoeringsfase door de principaal opgelegde) wijzigingen inzake het fietsplein, het plaatsen van de lammellenwand en de glasconstructie hebben uiteindelijk aanzienlijke financiële consequenties gehad. Meer aandacht voor het financiële aspect in relatie tot de uitvoering is dus reeds in de ontwerpfase van groot belang. BDD 2702-03 (E.M.)= stelpost BDD 2702-01 Voor het deelbestek E.M. is de detailengineering uitgevoerd door de (onder)aannemer. Voor het deelbestek Civiel is het detailontwerp uitgevoerd door de Bouwdienst zelf. Het verschil in werkwijze kan (en is?) uitgebuit worden door de (onder)aannemer. Het deelbestek is grotendeels uitbesteed (via het clustercontract D.I.U.). De begeleiding van het ingenieursbureau (SAn werd door N.I.E. verzorgd. Het toetsen van bepaalde onderdelen werd door specialisten van D.I.U. en N.I.E. uitgevoerd. Gezien het krappe tijdschema en beschikbare capaciteit ontstonden veel problemen. Het Programma van Eisen voor de E.M.-installaties (opgesteld door de werkgroep INBENCOR van de directie Zuid-Holland) blijkt te gedetailleerd. Zelfs de kleur van de schakelaars is hierin besproken. Bovenal was het Programma van Eisen een vertaling van een vorig bestek en bevatte geen functionele eisen. Het voorontwerp, welke op basis van voornoemd Programma van Eisen is gemaakt, is door de afdeling N.I.E. uitbesteed aan SAT en vormde de basis voor het bestek. Hoewel het voorontwerp goed te noemen was, zijn er wel een aantal kanttekeningen te plaatsen bij het feit dat het voorontwerp voor een groot deel een kopie was van het project Wijkertunnel en er daardoor in eerste instantie te weinig ruimte was voor nieuwe onderdelen en ontwikkelingen. De keuze om EM op stelpost te zetten is principieel verkeerd. Dit bevordert de beheersbaarheid niet! Tevens blijkt deze constructie juridisch ook een slechte zaak te zijn. Ook ten aanzien van de betalingen roept de indeling in en omschrijving van posten vraagtekens op, bijvoorbeeld: Is een post nu wel of niet gereed na de afronding van bepaalde werkzaamheden? Door de constructie van stelpost wordt vooraf te weinig aandacht besteed aan aantoonbaarheid, en achteraf trekt de Directie U.A.V. dit uiteraard weer recht door alles goed en volledig vast te leggen. Groot is de zorg omtrent de vele wijzigingsvoorstellen. Bezien in het licht van de taakstellende planning zou vaker 'nee' gezegd moeten worden tegen sommige voorstellen en alleen echt noodzakelijke wijzigingen uit te voeren. Een directe consequentie van de stelpost is dat alle wijzigingen zonder CMF kunnen worden afgesloten. Directie U.A.V. heeft een uitgebreide en volledige administratie bijgehouden van de meer- en minderwerkafwijkingen. Dit brengt onnodig veel administratieve druk op de toezichthouders. Er is afgesproken met de aannemer dat prijspeil 1997 wordt aangehouden als basis van aanbiedingen voor de meer- en minderwerkafwijkingen. Aangezien wijzigingen tot zelfs in de onderhoudsfase (anno 2002 en 2003) zijn opgetreden, is het raadzaam om eerder te stoppen met een dergelijke afspraak. Bij formele oplevering had deze afspraak omgezet moeten worden naar huidig prijspeil, omdat het bijkans onmogelijk is nog een goede kostenraming te maken voor vergelijk. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
25 van 52
** .....:.....::...•
T~EDEBENELUXTUNNEL
Aanvullende opdrachten Dienstkring Gedurende het project bleek de Dienstkring aanvullende wensen te hebben die projectleiding Directie Zuid-Holland niet nodig vond. Projectuitgangspunt was een nieuwe tunnel volledig met installaties ed. De Dienstkring wilde graag dat de bestaande installaties naar hetzelfde moderne niveau zouden worden gebracht. Daarnaast voorzag het bestek slechts de aanpassingen aan de eerste Beneluxtunnel a.g.v. het omdraaien van de rijrichting. De Dienstkring wilde graag het voorzieningenniveau en aankleding van tunnelbuis A op zelfde manier als de aangepaste tunnelbuis B hebben. Nadat de Dienstkring hiervoor additioneel budget heeft gecreëerd, zijn hiervoor aparte protocollen opgesteld. Hieronder volgen deze aparte protocollen, die naar de aannemer middels CMF zijn afgedekt. Omschrijving CMF 25 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel) De werkzaamheden, welke conform het door de Dienstkring Rijnmond (principaal) opgestelde werkbestek zijn uitgevoerd, bestaan in hoofdzaak uit: • Het preventief en correctief onderhoud aan de elektromechanische en mechanische installaties van de bestaande Beneluxtunnel, zoals: o Energievoorziening; o Verlichtingsinstallaties; o Ventilatiesystemen; o Tunnelverkeercentrales; o Communicatie-, besturings- en transmissieinstallaties. • Het vervaardigen van (revisie)tekeningen van bovengenoemde installaties; • Het herstellen van (door derden veroorzaakte) schade aan bovengenoemde installaties; • Het controleren van de hoofdverdeelinrichtingen d.m.v. warmtefoto's. De genoemde werkzaamheden zijn voor de tijdsduur van februari 1998 t/rn 21 februari 2000 Omschrijving CMF 25-01 (Variabel Onderhoud Beneluxiunnel) De werkzaamheden onder CMF 25-01 zijn dezelfde als onder CMF 25 echter voor de tijdsduur van 22 februari 2000 t/m 21 februari 2002 Omschrijving CMF 166 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel) De werkzaamheden (het uitvoeren van onderhoud c.q. aanpassingen van diverse installaties in de bestaande Beneluxtunnel en de optimalisaties van de bediening van de Tweede Beneluxtunnel) worden conform bestek BDD 2702 uitgevoerd. Deze werkzaamheden hebben o.a. betrekking op: • Verlichting; • Ventilatie; • Hulpposten / Vluchtdeuren; • AC/CV-installaties; • Netwerk; • S.D.S.-systeem; • Verwijderen van dwarsventilatie; • Verlichtingsinstallaties; Omschruoing CMF 285 (eind cmf) Buiten de schuld van de opdrachtnemer bleek gedurende de onderhoudsperiode dat diverse extra werkzaamheden niet voor de contracteinde, 21 februari 2003, kon worden afgerond. Onder BDD 2702 is een contractmutatie aangegaan die alle uitstaande werkzaamheden beschrijft en betaalbaar stelt voor de periode 22 februari 2003 - 31 juli 2003. De werkzaamheden bestaan uit: • Modificatie schuifpoort • Afronden bouwkundige elementen van het veegbestek EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEl
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
26 van 52
~...t.
TWEEDE BENELUXTUNNEL
Hw .
• • •
EM-installatie scopewijzigingen door dienstkring zoals: verplaatsen hoogtedetectie, EM veegbestek, signaalgevers, extra CaDo's, etc. Veranderen vluchtweg Verhogen bedrijfszekerheid liften en roltrappen.
Planning BDD 2702 De goedgekeurde overall contract planning van de aannemer is gebaseerd op de in het bestek vermelde mijlpalen en is ook als zodanig gerealiseerd. Wel dient opgemerkt te worden dat bij oplevering een uitgebreide lijst met restpunten is vastgesteld die in de onderhoudsperiode diende te worden uitgevoerd. Op diverse momenten is van de detailplanning afgeweken.
Oorzaken verschillen De oorzaak van de afwijkingen in de detail planning zijn o.a. het gevolg van: • De geleverde buispalen tbv het maken van de bouwkuipen Noord- en Zuidoever bleken gelamineerd. Hierdoor zijn er aanpassingen gemaakt in de verankeringsconstructie van de buispaal en de configuratie van de groutankers. De achterstand is grotendeels ingehaald door in de bouwvak door te gaan met ontgravingwerkzaamheden. • De geplande productie aanbrengen groutankers in beide toeritten werd niet gehaald wegens obstakels. Door in de bouwvak door te werken is de achterstand grotendeels ingehaald en het afspreken van langere heitijden tbv aanbrengen paalfundering. • Voor OTAO proces wordt verwezen naar de uitgebreide evaluatie doc.nr. 1915-20020142. • De momenten van de diverse faseringen voor de hele Benelux corridor werd bepaald door de (aannemer van de) directie Zuid-Holland; • Het definitieve verkeersbeeld, inrichting en gebruik rijbanen tunnel, is pas vastgesteld in Januari 2002 als gevolg van een politieke beslissing over de zogenaamde betaalstroken. Dit laatste heeft er toe geleid dat in oktober 2C::>2de definitieve/eind fasering is gebouwd en opgeleverd; • Tijdens het gebruik van de nieuwe tunnel (verkeer van zuid naar noord) blijkt de afhandeling van te hoge voertuigen en afhandeling van calamiteiten anders te zijn dan was voorzien. Dit heeft ertoe geleid dat de hoogtedetectie met alle deelinstallaties die daarbij horen zijn verplaatst en er een aantal extra doorsteken (CADO's ) zijn geplaatst. Realisatie oktober 2002; • Aanvullende wensen van de brandweer t.a.v. vluchtweg. Realisatie tot juni 2003.
Kritische kanttekeningen De in het bestek genoemde mijlpalen zijn allen gehaald met acceptatie van aanzienlijke, doch acceptabele, restpunten. Gezien alle genoemde afwijkingen en meerwerken is dit een grote prestatie.
Planning CMF 25 CMF 25 is conform de planning afgehandeld
Planning CMF 25-01 CMF 25-01 is afgehandeld conform de planning met uitzondering van de stelpost.
Planning CMF 166 Oorspronkelijk was het de bedoeling alleen buis B te renoveren aangezien deze van rijrichting is veranderd. Uit onderhoudsoverwegingen heeft de Dienstkring besloten ook buis A op dezelfde manier uit te rusten, inclusief het aanpassen van vluchtdeuren, hulpposten en poederbluskasten in beide buizen van de tunnel. Zodoende is de einddatum van CMF-166 vastgesteld op 11 april 2002. De werkzaamheden zijn afgehandeld conform de gewijzigde planning. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
27 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
H'1' . .: ..
Z"~
Wijzigingen i.o:a. het bestek In september 2000 is een CMF afgegeven om de OFA formeel op het werk te introduceren, inclusief een regelmatige O.FA-overleg.
Suggesties t.a». verbetering op het bestek Het verdient aanbeveling om in het bestek expliciet te beschrijven wat opdrachtgever verwacht van opdrachtnemer ten aanzien de inspanning betreffende kwaliteitsborging.
Bestek Overige Kunstwerken
(BOD 3443)
Na de door principaal verstrekte opdrachtverlening in juli 1997 is de Bouwdienst Rijkswaterstaat in september 1997 gestart met het uitwerken van het ontwerp en het maken van het bestek BDD 3443 van de zogenoemde Overige Kunstwerken van het project. Belangrijk aandachtspunt is dat tijdens de besteks - en aanbestedingsfase van de Overige Kunstweken het gehele contract zeer snel moest worden opgesteld en (mede hierdoor) onvoldoende diepgang kon worden gerealiseerd. Hierdoor was het uitgangspunt van de werkzaamheden een onvoldragen document. Projectmatig is een onvolledig bestek een grotere onvolkomenheid dan een te gedetailleerd bestek. Juist de leemtes zijn de bron van het fenomeen 'onvoorzien'. De vele wijzigingen die zich tijdens de uitvoeringsfase hebben voorgedaan zijn niet alleen te wijten aan het onvolledige bestek. Ook het feit dat dit bestek onderdeel uitmaakt van een integrale" aanbesteding kan als oorzaak worden aangewezen. Het bestek is er één van drie welke tezamen de opdracht van de aannemerscombinatie vormt. Doelstelling van het integraal aanbesteden was het bij één aannemer neerleggen van de verantwoordelijkheid en coördinatie van de werken. De werken hebben onderling grote invloed op elkaar (met name het tijdaspect) en door alle werken door één aannemer uit te laten voeren ligt de afstemming van de werken niet bij Rijkswaterstaat. Dit werd vooral als voordeel voor de aannemer gezien aangezien deze nu 'alle touwtjes' in handen heeft. Ook zou Rijkswaterstaat niet het risico lopen uitgespeeld te worden tussen de diverse aannemers. De tijd tussen publicatie en aanbesteding bleek voor een groot en complex bestek als dat van de Overige Kunstwerken veel te kort. Hierdoor bleek (later) dat de aannemer voor sommige onderdelen de prijs wel erg ruw had ingeschat zonder een degelijke onderbouwing. Zo is het bestek in augustus 1998 gegund en in februari 1999 heeft de aannemer pas zijn contracten met een portalenbouwer gesloten. Ook hadden er meer inlichtingensessies gehouden kunnen worden om zaken te verduidelijken (dit heeft ook te maken met de korte rekentijd voor de XI aannemers) . Vooral hier blijkt dat de eigen Bouwdienstwerkwijze te eenzijdig gericht is op de maakprocessen en/of de gerealiseerde producten. Er wordt onvoldoende inhoud gegeven aan de mix van toetsen en hoe hiermee de contractuitvoering te beheersen. De bemoeienis van de Bouwdienstorganisatie ten aanzien van de kwaliteitsborging van de opdrachtnemer CE.K.B.) betekent niet alleen dat de aannemers meer moeten doen. Ook opdrachtgevers moeten, vooral omdat alles anders moet, veel meer tijd en capaciteit besteden dan wellicht noodzakelijk. Het is idee-fixe dat "zij meer opdat wij minder moeten doen". Het Overige Kunstwerkenbestek, waarvan het civiele deel conform de RAW-systematiek en het portalendeel conform de NIS-sytematiek is opgesteld, kende veel ingrijpende contractwijzigingen die overeengekomen moesten worden nog voorafgaand aan de uitvoerende werkzaamheden. De kwetsbaarheid van de wijze van organisatie van de contractbeheersing bij veel meer-/minderwerken (waaronder Design & Built, verschillen in systematiek van bestekschrijven en waarborging van rechtmatigheid van uitgaven) is destijds onderkend door de opzet van de besteksadministratie hiermee in overeenstemming te brengen, i.e.: de interne verificatie op de werkvloer te versterken. Het is evident dat de druk op de uitvoering van werken in een van de verkeersaders rond en in de Mainport Rotterdam in schril EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief
- april 2004
28 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
Hr7' .~~ contrast stond en staat met de bureaucratie van interne verificatie en mandatering van contractwijzigingen door het H.K. Uiteindelijk blijkt dat uit een eerdere evaluatie dat bovenstaande werkwijze op hoofdlijnen heel goed is geweest. Er zijn zeer positieve ervaringen mee opgedaan. Planning BDD 3443 De goedgekeurde overall contract planning van de aannemer is gebaseerd op de in het bestek vermelde mijlpalen en is ook als zodanig gerealiseerd. Oorzaken verschillen De belangrijkste afwijkingen zijn het gevolg van herziene inzichten van de principaal: • Damwand Overbeek is komen te vervallen. • Het ontwerp van keerwand Vlaardingen is compleet veranderd als gevolg van verandering in de belastingsituatie t.g.v. de benodigde voorbelasting (inzicht ontstaan na aanbesteding). Ook zijn de eisen aangescherpt voor de toelaatbare restzettingen en was het onmogelijk om verankeringselementen in het weglichaam op te nemen. • Aanpassing van de sociale veiligheidsaspecten bij het viaduct Vijfsluizen. • Aanpassing van een aantal cruciale onderdelen van de geluidsschermen (in overleg met principaal, dienstkring en architect) met als gevolg: een complete aanpassing en herontwerp van het geluidsscherm. • Wijzigingen van de faseringen van de wegaanleg door verschillende contractvormen tussen de dir. Zuid-Holland (raam bestek en deelbestekken) en de Bouwdienst (RAWsystematiek). Met name de uitvoering van de portalen heeft hiermee te maken gehad. Kritische kanttekeningen Veel onderdelen van het bestek waren onvoldoende uitgewerkt en dienden aan de praktijk aangepast te worden. Door hier op innovatieve wijze mee om te gaan en de aannemer zelf mee te laten denken, is een aantal gevallen een optimaal ontwerp tegen acceptabele kosten gemaakt en binnen zeer korte tijd.
BDD 2157 (Architect Zwarts & Jansma) Door de architect is geen kwaliteitsplan opgesteld. Het geplande toezicht heeft geleid tot (zeer veel) extra inspanning van de Bouwdienst. Deze extra inspanning is mede veroorzaakt door slechte afstemming van N.I.C. met de overige disciplines (Civiel en E.M.). Zwarts & Jansma is formeel niet op de hoogte gesteld van de extra inspanning, wel is hun gevraagd aanpassingen op de contracttekening uit te voeren. De contracttekening blijkt namelijk niet aan de uitvoeringseisen te voldoen. Ook de inzet van Zwarts & Jansma laat veel te wensen over. Het bureau blijkt tijdens de uitvoeringsfase te weinig tijd te hebben voor het project Tweede Beneluxtunnel daar zij te veel andere opdrachten hebben lopen (c.q. aangenomen). Hoewel de architectonische bekwaamheid van het bureau prima te noemen is blijkt het ontwerp moeilijk uitvoerbaar. Ook de mate van detaillering is, op z'n zachtst gezegd, belabberd. Dit heeft tijdens de uitvoering voor veel strubbelingen gezorgd en de Bouwdienst heeft hier zelf de nodige aanpassingen op moeten verrichten. Door de afdeling N.I.C. is geen toetsplan gemaakt voor het toetsen van het architectenbureau en heeft de directie UAV onvoldoende kunnen ondersteunen bij het opstellen van hun bouwkundig toetsplan. Hoewel (meerdere malen) door voornoemde afdeling is toegezegd het toetsplan alsnog op te stellen is dit nooit gebeurd.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
29 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNE~
*1'7'''; ..
BDD 3466/2188 (Ingenieursbureau
mit'lt.
SAT)
In het zogeheten clustercontract van de afdeling D.I.U. waren de diverse deelovereenkomsten tot uitvoering van de diverse engineeringwerkzaamheden al gegund waarin was vastgelegd hoeveel uur per project gerealiseerd moest/kon worden. De deelcontracten voor het maken van berekeningen voor de toeritten, wapeningstekeningen voor de gehele tunnel en de detailengineering voor E.M. zijn via dit clustercontract uitbesteed aan SAT v.o.f. Een en ander maakte dit de onderhandelingspositie vanuit projectmanagement-oogpunt gezien zeer slecht. Het is mede aan deze slechte onderhandelingspositie te wijten dat er (te) hoge kosten zijn doorgerekend (in de wandelgangen de SAT-factor genoemd). Gedurende de uitvoeringsfase heeft het projectteam SAT moeten 'Ieren' om de diverse prijsonderdelen degelijk te onderbouwen. Toetsing van met name de berekeningen en tekeningen vergde veel aandacht. In de beginfase van het project is er veel discussie geweest over berekeningsuitgangspunten. De kwaliteit van het tekenwerk heeft het hele project door tot discussie geleid. Mede door de complexiteit van de wapening voor sommige constructieonderdelen en het niet hebben van vertrouwen in een goed eindresultaat was een 100% toets op het tekenwerk van SAT noodzakelijk. Met betrekking tot de te maken (wapenings)tekeningen moest veel aandacht worden besteed aan de uitvoerbaarheid van de wapening. De voorgestelde buigstaten konden niet (althans niet verwerkbaar) worden geleverd door SAT en zijn uitbesteed aan Wapelux (de vlechter)
CAR-verzekering In het bestek staat beschreven dat de aannemer een CAR verzekering moet afsluiten en dat de eigen risico voor kosten van de opdrachtgever is. Dit kan worden gezien als een besteksfout. Consequentie is dat er geen enkele motivatie is voor de aannemer om in zijn uitvoering op te passen. Daarnaast is het projectteam in een zeer vroeg stadium van de uitvoering akkoord gegaan om apart na de eindafrekening de CAR-premie (als gevolg van het saldo meerwerk) te berekenen. Men dient zich ervan bewust te zijn hoe CAR-verzekeringen worden afgesloten door de aannemer om een dergelijke constructie te accepteren. Het verdient aanbeveling om een verzekeringsexpert in het vervolg in de arm te nemen alvorens dit af te sluiten. Tevens dient in het budget rekening gehouden te worden met deze verplichting. Een andere optie is om afspraken te maken over een percentage in de uplift zodat men aan het einde van het contract niet voor onaangename verassingen komt te staan. LET OP!! Ten aanzien van de CARverzekering moet worden overwogen of om ALLES te doen, dus verzekeringnemer te zijn met alle touwtjes in handen (RAILCON past dit bijv. zo toe) of helemaal niets, dus alles aan de aannemer over te laten. Maar er niet tussen gaan zitten.
Leerpunten Contractbewaking/ • • • • •
Financieel Beheer
Voor de besteksfase dient duidelijk te zijn welk type bestek men (principaal) wil. Zorg bij een groot en complex bestek dat er voldoende tijd zit tussen publicatie en aanbesteding. Zorg, met het oog op continuïteit en goede afstemming, dat de contractbewaker (+ vervanger) deel uitmaakt van een projectteam (werkte bij dit project uitstekend). De contractbewaker dient toegang te hebben tot alle op het project van toepassing zijnde financiële gegevens (dus: toegang/bevoegdheid FAIS). Een eenduidig financiën beheersysteem is van essentieel belang binnen een project. Ongeacht of het systeem ook door de Bouwdienst 'erkent' wordt. Te denken valt aan een Excel/Access database op de projectschijfl-map waarop, in ieder geval, de Directie U.A.V., het projectmanagement en de contractbewaker(s) toegang hebben. Een dergelijke database zou diverse koppelingen kunnen bevatten, e.g.: protocol > aanneemsom(men) > afwijkingenregister/CMF'en > capaciteit > (stand van zaken) eindafrekeningen EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
30 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL
Hr7' . ~.;ret.
• •
• •
• • • • • • •
•
Wellicht nog toekomstmuziek maar digitale aceordering c.q. prestatieverklaringen zou het proces van betalingen bespoedigen en vergemakkelijken. Diverse (kleine) afwijkingen 'bossen' tot één CMF. (dit dient wel door het DT formeel te worden goedgekeurd. 'Bossing' zou bij een groot project als de Tweede Beneluxtunnel mogelijk moeten zijn (tot een bedrag van € 50.000,--). Doorloopsnelheid CMF'en/ciaims: ook personele inzet op H.K. is van belang. De Bouwdienst moet, gelet op de wijze waarop zij de contractbeheersing organiseert, in combinatie met de contractvorm en attitude t.o.v. administratie bij middelgroot tot grote werken de Directie U.A.V. versterken met een daartoe opgeleide administratief-juridisch ondersteuner. Dus: administratieve ondersteuning bij de Dir. U.AV moet een veel hoger niveau krijgen - ook is belangrijk dat deze ondersteuners 'de weg weten'. Tijdsbepalingen dienen scherper te worden geformuleerd Geef vooraf een risicoverdeling aan De risicoregeling op CMF (administratieve bepalingen) is nu NIET goed geregeld. Verzekeringen: heeft de Bouwdienst geen verstand van => schakel externe deskundigheid in Onbekendheid met geschillenregeling Foute contractitems: meer/minderwerk, EKB(ramp), oplevering, boetebepaling In de toekomst een eenduidige werkwijze handhaven/uitvoeren t.o.v. deelbestekken E.M/Civiel/Bouwkunde (m.n. detailengineering/-ontwerp). Zorg dat de deelbestekken op elkaar aansluiten. Strakkere discipline (vooraf) afspreken m.b.t. wijzigingen.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
31 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL ij
8
p' . ""'-=-A
KVVALITEIT
Kwaliteitsborging
BDD 2702
Procesbeheersing De aannemer heeft in zijn kwaliteitsplan procesbeheersing in voldoende mate vastgelegd en ook conform uitgevoerd. Gedurende de bouw is de O.F.A. geïntroduceerd en de aannemer heeft dit geïncorporeerd in haar kwaliteitsplan. Belangrijk is te melden dat E.M. geen O.FA heeft gehad, maar dat de O.FA-rol door de in-bedrijf-stellers van GTI als onafhankelijke derden.
is ingevuld
De procesbeheersing die de aannemer in zijn kwaliteitsplan voorstelt is voor EM slechts ten dele waargemaakt. Door de Bouwdienst moet er steeds gewezen worden dat hierover afspraken zijn gemaakt in het kwaliteitsplan. In dit verband verwijzen we ook naar eerdere opmerkingen over 'coördlnatieverplichting'. T.a.V. de afnames was absoluut niet duidelijk wat iedere medewerker moest doen. De hoofdaannemer laat de controle bij afname al snel over aan de Bouwdienst, terwijl er vanuit kwaliteitsoogpunt een duidelijke rol is overeengekomen.
Samenioerkingemodel Het samenwerkingsmodel heeft goed gefunctioneerd met behoud van ieder zijn verantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheden waren in het begin helder afgesproken waardoor het samenwerkingsmodel op dit project een succes is. Onder het samenwerkingsmodel is er afgesproken dat de directie UAV geen afwijkingen schrijft, maar slechts mondeling meldt. Op deze manier is er veel informeel opgelost. Dit werkt prettig en is positief, maar heeft ook een keerzijde. Veel van de informele afspraken zijn niet in een later stadium geformaliseerd. Dat moet dan wel gebeuren. Diverse evaluaties hebben aangetoond dat het systeem prima werkt.
Toetsingspion Het toetsplan heeft 14 revisies gekend. De grote hoeveelheid wijzigingen van de toetsplannen heeft te maken met het feit dat E.K.B. en implementatie ervan een leerproces voor de Bouwdienst is geweest. De Directie U.A.v. heeft met name veel inspanning moeten leveren aan de concretisering van de E.K.B.-filosofie, die slechts op hoofdlijnen werd vormgegeven. Vele interne sessies met o.a. F.C. en toetsing door de Accountantsdienst hebben tot een optimalisatie van E.K.B.concretisering geleidt. De installatie branche heeft al enige tijd een systematiek van onafhankelijke toetsingen in de vorm van ingebruikstelIers met wettelijke verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Om deze reden wijkt de inzet van een O.F.A. af voor de E.M. installaties. De (onder-)aannemer heeft zich verplicht tot het volgen van haar systematiek met als gevolg een behoorlijk grote papierstroom .
Scopebeheer Iedere wijziging met de aannemer wordt vastgelegd in afwijkingsrapporten, en degene met financiële consequenties hebben uiteindelijk geresulteerd in een CMF. Er wordt intern wel vastgelegd wat de herkomst is van afwijkingen maar dit wordt niet helder doorgecommuniceerd naar de principaal. Pas in de onderhoudfase wordt regelmatig en duidelijk melding gemaakt van de consequenties van wijzigingen opgelegd door principaal, wat in sommige gevallen tot terugtrekking heeft geleid. Te pleiten valt voor een regelmatig 'scopeoverleg' met de principaal waarin wijzigingen worden vastgelegd. Ook al wordt het zogenoemde 'onvoorziene' budget hierin meegenomen. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
32 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7"~'.
Procedure Afwijkingen De Bouwdienst heeft zelf geen afwijkingsrapporten opgesteld t.a.v. de door de opdrachtgever geïnitieerde wijzigingen in het ontwerp (in afwijking van Elementair SDB 205-A en NEN-ISo 4.4.9). Binnen het samenwerkingsmodel is met de aannemer afgesproken de financiële afhandeling via hen te laten verlopen. Afwijkingen door de Bouwdienst geconstateerd, zijn verbaal aan de aannemer gemeld. Wanneer de omvang van problematiek inzichtelijk werd en/of wanneer overeenstemming werd bereikt over de te nemen corrigerende maatregelen, werd een afwijkingsrapport opgesteld en verstuurd. Van de afwijkingen werd door de Directie UAV. een overzicht bijgehouden. De afspraken met de aannemer zijn vastgelegd in het goedgekeurde KAM.-plan. Hierin wordt o.a. het volgende beschreven: Van alle, van blijvende aard zijnde, afwijking op het bestek is een afwijkingsrapport opgesteld. Onvolkomenheden van tijdelijke aard en welke kunnen worden hersteld, zijn niet in een afwijkingsrapport vastgelegd, tenzij deze bij herhaling voorkomt. Bovendien wordt onderscheid gemaakt in belangrijke en niet-belangrijke afwijkingen: ~ Belangrijke afwijkingen hebben invloed op de kwaliteit van het eind- of tussenproduct; ~ Niet-belangrijke afwijkingen zijn grotendeels van procedurele aard. Binnen het concept van het samenwerkingsmodel werd een belangrijk deel van de afhandeling van ('kwaliteits')afwijkingen informeel opgelost. Interne afwijkingen liepen ook via de aannemer. Voor een uitgebreide omschrijving van de hierbij gehanteerde procedure wordt verwezen naar document 1915-2001-0199.
Externe Kwaliteitsborging (E.K.B.) Binnen het samenwerkingsmodel zijn tijdens regulier overleg de uitgangspunten m.b.t. de toetsingsfilosofie besproken. Tijdens deze bijeenkomsten diende de aannemer de beheersing van het primaire proces te kunnen aantonen op drie verschillende niveaus, te weten: 1) systeem en beheersproces, 2) maakproces en 3) product. Tevens werd door toetsen van o.FA het beheersproces (tijd, geld, informatie) gewaarborgd. De Bouwdienst vergewiste zich ervan dat de aannemer op systeem- en beheersniveau het primaire proces beheert opdat maakproces en product voldeden aan de gestelde bestekeisen. Door te toetsen wordt het beheersproces gewaarborgd. De Dir. UAV. borgde door toetsing en registreerde zijn bevindingen op de juiste wijze. Deze werkwijze had vooral tot doel de kwaliteit van werkplannen te verbeteren alsmede een snelle acceptatie hiervan. Tevens is met deze werkwijze het delen van kennis (c.q. knowhow) tussen aannemer en Bouwdienst gestimuleerd. In het toetsplan BDD-2702 is een reikwijdtetabel opgenomen welke de combinatie van toetsen (systeem-/beheers-, maakproces en product) aangeeft teneinde met voldoende vertrouwen en zekerheid te kunnen uitspreken dat aan alle bestekseisen is voldaan en dat alle (projectspecifieke) eisen zijn aangetoond. In deze reikwijdtetabel is tevens een koppeling naar de betaalpost opgenomen. De systeemtoetsen worden gecombineerd met de kwaliteitssysteemaudits welke door de Bouwdienst zijn gehouden; de producttoetsen zijn door de Directie U.A.v. verzorgd.
Interne en Externe Audits Audits zijn momentopnamen. De procedure m.b.t. feitenrapporten schrijft voor dat bevindingen met afwijkingen gevolgd worden door 'maatregelen ter verbetering'. De geconstateerde feiten zijn, waar nodig en mogelijk, opgevolgd door verbeteracties (reparaties).
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief
- april 2004
33 van 52
• TWEEDE BEN EL UXTUNNEL·
Hst· ..· - •.•• Audits op Aannemer (intern) Alle audits op de aannemer zijn uitgevoerd door afdeling tunnelbouw. De procedure met planning is altijd van te voren vastgelegd. De kwaliteitsmanager van de aannemer was altijd aanwezig. De communicatie met de geauditeerde was constructief en open. In de nabesprekingen heeft het auditteam zich niet gehinderd gevoeld de opmerkingen te plaatsen. De nabesprekingen hebben tot minimale tekstuele aanpassingen geleidt. Voor een overzicht van de afgenomen audits wordt verwezen naar bijlage 2. Introductie
B.F.B. (Borging Financieel
Beheer)
In 2002 wordt Bouwdienstbreed de B.F.B.-actie opgestart. Geconcludeerd kan worden dat voor contractadministraties van middelgroot tot grote werken de mate van affiniteit met administratie en directievoerenden bepalend is voor de transparantie van de contractadministratie voor leken. Een voordeel van het B.F.B. is dat het een eenduidige controlesystematiek oplevert. Er moet wel veel beter worden gelet op de doorlooptijden! Elementair / Projectmatig
Werken
Wanneer in 1994 de herstart van het project plaatsvindt verkeert Elementair nog in de opstartfase. Er wordt in die tijd binnen de projecten nog vooral gewerkt conform het oude 'Projectmatig Werken'-systeem van de Bouwdienst. Bovendien was het destijds geen gewoonte om alle opdrachten schriftelijk (vooraf) vast te leggen. Ook een aanbieding en een duidelijke projectopdracht ontbreken in de pre-Elementaire fase. Aangezien het project Tweede Beneluxtunnel reeds enkele jaren eerder was opgestart (i.e. 1987) wordt de Elementaire fase 100 niet nogmaals doorlopen. Overigens is bij voornoemde herstart van het project een Voorontwerpnota opgesteld conform het toen vigerende 'Projectmatig Werken' waarin opgenomen een herziene projectomschrijving. Met de ondertekening van deze voorontwerpnota worden voor het eerst afspraken inzake de projectopdracht, de diverse Programma's van Eisen en de diverse beheersaspecten conform Elementair proces 200 goedgekeurd. Het vervolg op de Voorontwerpnota, het Kwaliteitsplan (verder Projectplan genoemd), wordt een jaar later opgesteld. In laatstgenoemde Plan worden voornamelijk de beheersaspecten nader uitgewerkt en worden voor het eerst de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de projectteamleden vastgelegd. Gedurende de uitvoeringsfase (van 1997 t/rn 2001) is het Projectplan jaarlijks geactualiseerd en is, waar nodig, de projectopdracht herzien en ondertekend door de principaal. Opgemerkt dient te worden dat het Projectplan in het begin van de uitvoeringsfase veel te uitgebreid en te gedetailleerd was. Het Projectplan werd in die tijd door veel projectteam leden als onleesbaar ervaren ("Het is nog dikker dan Elementair zelf", was een regelmatig gehoorde uitspraak). Getracht is daarom het Projectplan zoveel als mogelijk te comprimeren tot een leesbaar en werkbaar document. Voor de fases na de uitvoering zijn twee separate projectplannen opgesteld, één voor de overdracht- en onderhoudsfase (periode februari 2002 - juli 2003) en één voor de nazorgfase (periode december 2002 - december 2007). Met deze projectplannen is de projectopdracht voor de afrondende fase (opnieuw) vastgelegd alsmede de (aangepaste) behoeften van de principaal. Leerpunten •
Kwaliteit
Belangrijk aandachtspunt voor de Bouwdienstorganisatie is dat invoering van nieuwe kwaliteitssystemen bij een al in uitvoering zijnde project een forse last legt op de schouders van de projectleiding en (vooral) de Directie U.A.V. De Bouwdienstorganisatie kan hierop reageren door te zeggen dat er met de invoering van E.K.B. geen daadwerkelijk gevaar is ontstaan ten aanzien van het reguliere werk en dat de normale termijnen vrijwel zonder uitzondering op tijd betaald worden, maar inzake de interne behandeling van de wijzigingen ging er nogal eens wat mis qua doorlooptijd. Om van de EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
34 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL
ij 7' . --...:..-,.
•
•
• • • • • •
• •
risico's welke de aannemer neemt door, met het oog op de krappe tijdplanning, steeds vooruitlopend op formele opdrachtverlening alvast aan de slag gaat met wijzigingsvoorstellen omdat de zorg bestaat dat het werk anders niet op tijd gereed zal zijn. In Elementair zou een 'centraal punt' (administratieve ondersteuner) moeten worden benoemd met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden teneinde de betalingen rechtmatig te doen verlopen. Ook de F.el. moet zijn/haar werkwijze hier op aanpassen. Het advies iz om een veel zwaardere financieel manager op een project te zetten. Er moet meer aandacht worden besteed aan eenduidigheid binnen de gehele Bouwdienstorganisatie. T.a.V. de uitvoering van de E.K.B. wordt door de Directie U.A.V. te veel aan symptoombestrijding gedaan en wordt onevenredig veel tijd en energie gestoken in dit onderwerp. Het zou veel centraler moeten worden gecoördineerd, meer uniforme richtlijnen en minder 'speeltuin'-idee. Interne controles zouden ter ondersteuning en verbetering moeten dienen en niet louter om te controleren en te demotiveren. Achteraf bezien was het zeker bij de herstart van het project noodzakelijk hernieuwde afspraken te maken met de principaal en deze afspraken vast te leggen. Ook dient bij een herstart goed nagedacht te worden over de aanbieding (wat gaan we wanneer doen) en een Plan van Aanpak. Het proces 100 (opdrachtacceptatie) zou bij een herstart opnieuw moeten worden doorlopen zodat vervolgens kan worden gestart met proces 200 (opdrachtrealisatie). Zorg voor een leesbaar en werkbaar Projectplan, dus: niet te gedetailleerd. Actualiseer het Projectplan zoveel mogelijk (liefst jaarlijks, doch in ieder geval bij elke nieuwe fase van het project, bij implementatie van nieuwe werkwijzen en bij belangrijke wijzigingen). De doeltreffendheid van kwaliteitsborging zit in de eenvoud! Het huidig systeem is veel te uitgebreid. Ten aanzien van kwaliteitsborging vooral vooraf de juiste mensen 'selecteren'!
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
35 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*'7' . ~.id"iI
het besluit genomen om een dynamische vorm van onderhoud te administreren en zodoende te kunnen budgetteren. Hiertoe is een projectteam 'lISBO' opgezet. Het project Tweede Beneluxtunnel is als (tunnel)pilot aangewezen voor deze methodiek. Aangezien bij de start naar TISBO-2 nog geen concreet voorstel lag over hoe de onderhoudsinformatie vorm gegeven dient te worden, heeft het projectteam medio 2002 besloten tot het bevriezen van de stand van zaken en een Beheer & Onderhoudplan te schrijven gebaseerd op de uitgangspunten van TISBO-2. Met behulp van projectteam TISBO is een Access Database opgezet dat later gemakkelijk is in te lezen in de te ontwikkelen programmatuur. Deze database is in september 2003 volledig opgeleverd en overgedragen aan Dienstkring. O-inspectie In samenspraak met het toenmalige Dienstkringhoofd is medio 2001 besloten geen O-inspectie uit te voeren. Tijdens de onderhoudfase werd door het nieuwe Dienstkringhoofd alsnog besloten dat een O-inspectie toch nodig was. Dit kwam mede doordat het projectteam prestatie onderhoudscontact slechts van nieuwbouw wilde overnemen na een formele vaststelling van de overnametoestand (O-inspectie). Deze O-inspectie is in uitvoering en wordt opgeleverd in december 2003. Veiligheidsvoorzieningen
Fietsbuis
Voorafgaand aan de openstelling van de fietsbuis op 11 mei 2002, is door het Bouwdienstprojectteam in februari 2002 voorgesteld de aangebrachte veiligheidsvoorzieningen van de fietsbuis nader te onderzoeken op sociale en operationele veiligheidsaspecten. Centrale doelstelling van dit onderzoek was "Het kwalitatief vastleggen van het veiligheidsniveau van de fietsbuis en het formuleren van aandachtspunten voor de gebruiksfase in de toekomst". Belangrijkste conclusie die uit voornoemd onderzoek naar voren komt is dat de fietsbuis over het algemeen als veilig wordt ervaren door de gebruikers>" Nazorg: Jaarlijkse evaluatie voor 5 jaar Gedurende de nazorgfase (2003-2007) zal jaarlijks een evaluatiebespreking plaatsvinden teneinde een formeel podium te bieden voor de beheerder. Ongeveer 4 tot 6 weken voorafgaand aan deze evaluatiebespreking zal een gezamenlijke schouw worden uitgevoerd. Naast bovengenoemde reden, zijn de gebruikerservaringen een goede input voor verbeteringen van de ontwerpen van toekomstige tunnels en wegen. Voor de organisatie en beschrijving van de nazorgfase wordt verwezen naar projectplan met document nummer 1915-2003-0005 versie 1.0 februari 2003. Leerpunten •
• • •
• •
Overdragen
Project
De afdeling D.I.U. zou een gestandaardiseerde richtlijn moeten hebben inzake m.b.t. het archiefbeheer (de afdeling bruggenbouw heeft een lijst waarop alle te bewaren lstaalldocumenten staan). De beheerder was in het geheel niet voorbereid op een uitbreiding van het Beneluxproject. Dit door grote en veel reorganisatieperikelen bij de Dienstkring. Ingebruikname tunnel: afspraken dienen eerder duidelijk vastgelegd te worden in nota's van inlichtingen en contract (vooral t.a.v. risicobeheersing). Discussies met brandweer, gemeente e.d. omtrent wijzigingen W.U.T. dienen door het Steunpunt Tunnelveiligheid te worden begeleid en eventueel te worden uitgevoerd i.v.m. consistentie en deskundigheid. Hulpposten: hiervoor zou een veel betere projectspecificatie gemaakt moeten worden, dit om zaken als haspels die niet (ver genoeg) de kast uit blijken te kunnen te voorkomen. De Bouwdienst dient zich meer dienstbaar en begripvolIer op te stellen richting hulpverleningsdiensten. Houdt hier ook rekening mee bij het opstellen van de projectspecifieke eisen. EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
38 van 52
=..t.
TWEEDE BENELUXTUNNEL
&t., -
• •
• • •
Houdt bij het ontwerp ook rekening met de verkeersveiligheid (e.g. vluchtdeuren en wegen) Organisatie van overdracht projectarchief zou moeten worden overgelaten aan de mensen die ermee gewerkt hebben Ook de financiële consequenties (circa € 50.000,--) die het uitbesteden van het 'overdrachtskiaar' maken van het projectarchief door externen dient hierbij in overweging genomen te worden. Als Bouwdienst dient opgepast te worden om niet te snel de rol van beheerder opgelegd te krijgen. Begin vroegtijdig (en dus nog meer en vroeger dan nu is gedaan) met communiceren met opdrachtgever en de toekomstige beheerder t.a.v. overdracht. Trek veel tijd uit voor de overdrachtsfase en afronding van een project. Bouwdienst dient zich bewust te zijn dat dit ook een sterkte hoort te zijn van goed projectmanagement.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
39 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL"
H7' .~
10 1
NOTEN
Opnieuw verbeterd december 2004
11 H.CB. (Hollandse Combinatie Benelux) bestaat uit: H.B.G.-Civiel (voorheen Hollandsche Beton- en Waterbouw,) Van Hattum & Blankevoort en BAM NBM Amstelland (voorheen NBM Beton- & Industriebouw (v/h Dirk verstoepï).
111 CI.B.-2 Combinatie Infrastructuur Benelux 2) bestaat uit: Koninklijke Wegenbouw Stevin b.v., BV Aannemingsbedrijf NBM, Wegenbouwmaatschappij Heijmans BV, HWZ Zuid-Holland, Boskalisbv.
IV
O.T.A.O. = Opdrijven - Transporteren - Afzinken - Onderstromen
Voor een uitgebreide evaluatie omtrent het O.T.A.O.-proces wordt verwezen naar de door dhr. Ir. E.M.W. Gerrits opgestelde documenten 'Evaluatie O.T.A.O. 2de Beneluxtunnel', d.d. 20 november 2001, (doc.nr.: 1915-2001-0512) en 'Management Evaluatie O.T.A.O.-proces 2de Beneluxtunnel - samenvatting Evaluatie O.T.A.O.-proces 2d" BeneluxtunneJ', d.d. 22 april 2002 (doc.nr.: 1915-2002-0142) .
V
Voor een uitgebreide evaluatie omtrent de 'Liften & Roltrappen wordt verwezen naar het door dhr. A. van Dasselaar opgestelde document "Beoordeling Liftinstallaties en Roltrappen Tweede Beneluxtunnel", d.d. 20-03-2003 (doe. nr.: 1915-2003-0050)
VI
Voor een uitgebreide evaluatie van de uitvoering van het grindbed wordt verwezen naar het door dhr. ir. A.J.C van Aart opgestelde document "Technische Evaluatie Grindbed 2" Beneluxtunnel" , d.d. 18-10-2003 (Doc.nr.: 1915-2000-0389).
VII
Voor een uitgebreide evaluatie van de (voor)ontwerp- en besteksfasewordt verwezen naar het document: "Evaluatie Ontwerp- en Besteksfase", d.d. 21-11-1999, door mevr. N.M. CetonO'Prinsen (Doc.nr.: 1915-00-0200). VIII
IX
O.F.A. = Onafhankelijk FunctionarisAannemer
Het integraal bestek BDD-3443 bestaat uit: bestek ZHt 7195 (RWS Zuid-Holland) voor het verrichten van grondwerken en aanbrengen van verhardingen met bijkomende werken t.b.v. het verbreden van de A-4 tussen het Kethelplein en knooppunt Benelux, bestek BDD 3443 (Bouwdienst RWS) voor de overige kunstwerken op de Beneluxcorridor [nieuw viaduct Vijflsuizen, vijzelen bestaand viaduct Vijfsluizen, geluidsschermen, kunstwerk Nieuwland) en bestek Sdm 8/1/1 (NSRailinfrabeheer)voor het vervangen van het spoorwegviaduct over de A-4 met bijkomende werken. De algemene besteksdelenvan drie voornoemde bestekken zijn op elkaar afgestemd waarvan deel 1 in het 'overkoepelende bestek' (ZHt 7195) is opgenomen. Laatstgenoemde was dan ook de aanbestedendedienst. X
Voor een uitgebreid verslag van de evaluatie van het integraal bestek Overige Kunstwerken wordt verwezen naar document "Evaluatie Integraal BestekOverige Kunstwerken", d.d. 16 oktober 2000 (Doc.nr.: 1915-2003-0242).
XI
XII
D.I.M.I.I.I.: Dimension 3= digitale tekensysteemBD voor 2004 ondersteund door TreeC
Voor meer informatie omtrent de fietstunnel wordt verwezen naar het door dhr. R. den Rooijen opgestelde document "Evaluatie Sociale & Operationele Veiligheid Fietstunnel" • d.d. november 2002 (doc.nr.: 1915-2002-0286)
XIII
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
40 van 52
••
TWEEDE BENELUXTUNNEL
·Ht7'
'~'A
BIJLAGE 1: TIJD Het thema 'tijd' is een onderwerp van belang. Het belang van tijd is namelijk niet louter een conditie om tot bepaalde prestaties/mijlpalen te komen, maar reikt veel verder. In de eerste plaats is het ordenen van tijd één van de belangrijkste ordenende principes in de maatschappij. Bij de discussieover tijd is het van belang de verschillende dimensies van tijd goed van elkaar te onderscheiden. Het gaat hier om de dimensies projecttijd, werktijd en bedrijfstijd. De besteding van tijd aan het project valt onder de eerste twee dimensies. Projecttijd en werktijd zijn dimensies die een zekere voorspellende waarde hebben voor de bereikte projectresultaten van de projectmedewerkers. De dimensie bedrijfstijd is van een andere orde. Bij de Bouwdienst Rijkswaterstaat gaat men ervan uit dat medewerkers hun projecttijd kunnen inrichten met een grote mate van zelfstandigheid. Deze benadering brengt het risico met zich mee dat onderafdelingen/disciplines te weinig alert zijn op het programmeren van voldoende projecttijd en werklast. Een belangrijk punt van zorg is dus of de formele werktijd ook daadwerkelijk gepland wordt. Bij sommige onderafdelingen wordt de geplande projecttijd niet gerespecteerd. Dit heeft te maken met organisatorische maatregelen, personeelsproblemen, verkeerde prioriteiten, onwil, etc. Deze factoren leidden meermaals tot een lagere projectinzet - een grote werkdruk kan zelfs tot last leiden. Ook wanneer projectmedewerkers regelmatig geconfronteerd worden met onduidelijke en chaotische organisatie van de projecttijd, blijven de verplichtingen rond de mijlpalen en (Elementaire) processen gehandhaafd. Tijd wordt bij de Bouwdienst over het algemeen ervaren als sluitpost op de projectbegroting. Hierbij moet opgemerkt worden dat bij sommige projecten tijd te vaak gereduceerd wordt om organisatorische problemen op te lossen. Zo wordt projecttijd van de projectmedewerkers verminderd onder invloed van personeelstekort of het niet beschikbaar zijn van benodigde kennis. Personeelstekort en door het Ministerie opgelegde bezuinigingen vormen in deze context een bedreiging voor de (proces- en doelmatige) kwaliteit van projecten. Binnen de Bouwdienst dient tijd te worden benut als projectkundige/-matige grootheid met het oog op het bereiken van optimale projectresultaten. Voorbeelden van een creatieve aanpak zijn de benutting van ICT-mogelijkheden en het hanteren van alternatieve werk- en organisatievormen. In een integraal beleid op dit terrein en in tijdmanagement ligt een belangrijke sleutel voor kwaliteitsverbetering in het projectmatig werken.
Perspectieven De actuele discussies over tijd (ook in het kader van taakbelasting, bedrijfsvernieuwing, dienstverlening, kwaliteitszorg, innovaties en onderzoek) zijn alleen uitdrukking van een algemeen toegenomen bewustwording van tijd. Ze illustreren ook de veranderingen bij de Bouwdienst van een enkelvoudige naar een meer gedifferentieerde structuur qua tijd. Deze veranderingen zijn reeds langer gaande binnen de Rijkswaterstaat. Tijd wordt steeds meer expliciet een economische factor. Het individueel kunnen beslissen over tijdsbesteding is steeds meer een groot goed geworden in de samenleving.
Kwaliteitsvoorwaarden
en -waarborgen
Voorwaarden die in het algemeen (zouden dienen te) gelden voor de integriteit van projecten zijn: » De erkenning dat in alle gevallen de projectwerkzaamheden worden uitgevoerd door mensen die daartoe bevoegd zijn. De inhoud van de projectwerkzaamheden moet allereerst bestaan uit een geheel van kennis en vaardigheden dat projectmatig relevant wordt gevonden door de projectleiding. De projectwerkzaamheden moet voor iedere projectmedewerker in concrete termen worden beschreven die het gewenste beheersingsniveau van de EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
41 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL'
ij'S' .,.,;, .. z~
~
medewerker duidelijk aangeven. Het moet bruikbaar zijn als richtlijn voor eventuele opleidingen en het moet de maatstaven kunnen opleveren of de projectmedewerker op het project mag blijven of moet worden vervangen. Kwaliteitseisen die aan een onderafdeling moeten worden gesteld betreffen de validiteit en betrouwbaarheid, ofwel de toetstechnische eisen van een medewerker ten aanzien van het project, en eisen ten aanzien van de beschikbare tijd van de medewerker.
De mate van inrichtingsvrijheid die onderafdelingen hebben voor een project, betekent dat er geen sprake is van volledige standaardisatie en dat formeel vastgelegde afspraken geen volledige garantie bieden voor betrouwbaarheid, validiteit, transparantie, helderheid van procedures. Het stelsel van interne en externe kwaliteitszog spelen een essentiële rol bij het bepalen van de verbetering van de kwaliteit van projecten en het niveau van projectmedewerkers voor de diverse onderafdelingen binnen de Bouwdienst Rijkswaterstaat.
Conclusie Maatschappelijke en bedrijfskundige ontwikkelingen hebben invloed op projecten en projectmatig werken. Variëteit, flexibiliteit, differentiatie, individualisering en nieuwe technieken zullen in de komende jaren het beeld en de vormgeving van projecten veranderen van 'Iearning organisation' naar 'Iearning project'. Ook zullen er verschuivingen optreden in de functies van projectmedewerkers. Zo vormen toetsen niet meer louter een middel om vast te stellen of het gewenste niveau van beheersing is bereikt, zij krijgen in toenemende mate een functie in het leerproces (diagnose, voortgang, feedback, bijsturing). Interne audits moeten deze insteek hebben of krijgen. Het vraagstuk van selectiviteit, ofwel het belang van de wijze waarop een project slaagt kan in dit verband ook genoemd worden. Er dient nagedacht te worden over de toekomst van projecten in een veranderende context. Evaluaties van de werkelijk besteedde project- en werktijd zouden er toe moeten bijdragen dat de opvattingen over tijdsbesteding kunnen worden verfijnd en aangepast. Men moet een duidelijk zicht krijgen op de geplande en gerealiseerde projecttijd en op de evaluatietijd die daaraan gerelateerd dient te zijn. Belangrijke vragen hierbij zijn of alle geprognosticeerde uren ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn, of het aantal geprognosticeerde uren zijn overschreden en of de werktijd in verhouding staat tot de hoeveelheid uren die voor de projectmedewerkers beschikbaar was. De evaluator moet niet alleen beschikken over een aantal cognitieve vaardigheden maar ook over de nodige metacognitieve vaardigheden, sociale vaardigheden en affectieve disposities. Cognitieve vaardigheden zijn onder meer het analyseren van een probleem en het onderscheiden van hoofd- en bijzaken. Metacognitieve vaardigheden hebben onder meer betrekking op zelfreflectie en zelfevaluatie. Er is een onderscheid te maken tussen twee soorten evaluaties: de formatieve en de summatieve. • Formatieve (of tussentijdse) evaluatie heeft als doel enerzijds het projectmatige proces van een project en anderzijds het leidinggeven van de projectleiding te optimaliseren. Formatieve evaluatie moet gebieden identificeren waar projecten (en projectmedewerkers) nog extra uitleg, begeleiding en/of zelfstudie, oefening, nodig hebben. Cruciaal is de feedback die hierbij verschaft wordt aan de projectleiding en evaluator. • Summatieve (of eind-) evaluatie is gericht op resultaatbepaling. De bedoeling van summatieve evaluatie is een eindoordeel uit te spreken over de prestaties van een project. Summatieve evaluatie geeft een samenvatting van welke resultaten een project bereikt heeft op het einde van een projectfase.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
42 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7' . ..:....::.-.;;et.
BIJLAGE 2 - OVERZICHT AUDITS BDD 2702 Auditrap. 1 2
Locatie Bouwlocatie Zuid Bouwdok Barendrecht
Datum 16-ian-98 23-jan-98
3 4 5
Bouwlocatie Zuid Bouwdok Barendrecht Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwdok Barendrecht Bouwlocatie Zuid en Noord OTAO Bouwdok Barendrecht Bouwlocatie Zuid en Noord OTAO Bouwdok Barendrecht Bouwlocatie Zuid en Noord OTAO Bouwdok Barendrecht Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord Bouwlocatie Zuid en Noord
13-feb-98 09-apr-98 14-mei-98
(hoofd)proces Kwaliteitssysteem HCB Procesbeheersing/beheersing keuring meet- en beproevingsmiddelen KAM plan/OA Beton Groutankers/Damwanden
10-sep-98 08-okt-98
OA/Beton Heien/Grondwerk toeritten
28-jan-99 28-jan-99 24-feb-99
OTAO OTAO/GTI Beton/OA Mebin en ZHBC
11-jun-99 11-jun-99 22-jun-99
OTAO Baggeren Procedure afwijkingen Aansturing OA
21-sep-99 19-okt-99 15-dec-99
OTAO OFA/Beton OFA
01-feb-00
Zink/sluitvoeg, grondwerk
22-feb-00
Zink/sluitvoeg, grondwerk
11-apr-00
Zink/sluitvoeg, ballastbeton
27-jun-00
Zink/sluitvoeg, ballastbeton 2" laag
21-sep-00
Betonwerk (lamellenwand), barriers
28-nov-00
Barriers, tegelwerk
15-feb-01
CMF 64, barriers, CMF 52, tegelwerk, OFA CMF 64, Bouwkunde, CMF 52, OFA
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
22-mrt-01 21-jun-01 18-okt-01
Kwaliteitsoverleg HCB, CMF 52, Bouwkunde, OFA OFA, 1" Benelux, Bouwkunde, algemeen
De audits op GTI zijn gehouden door HCB, in overleg met de directie UAV-EM. Directie UAVEM zijn bij deze audits ook aanwezig geweest als toehoorder. Rapportages zijn door de directie ontvangen van HCB.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - aprîl2004
43 van 52
S.
TWEEDE BENELUXTUNNEL
M'S' .....
BIJLAGE 3 - KOSTENONTWIKKELING
u
BOD 2702
Aanneemsom versus gerealiseerd 800-2702 BDD-2702-01 BDD-2702-02 BOD 2702 03 Stelpost EM Totaal in € Totaal in / Kostenontwikkeling
AANNEEMSOM 129.954.518,14 467.393,62 33.715.870,05 164.137.781,83 361.712.071,19
GEREALISEERD 152.873.802,61 515.115,28 46.810.722,00 200.199.639,89 441.181.948,42
van het meerwerk AANNEEMSOM
BDD-2702-01 BDD-2702-02 BOD 2702 03 Stelpost EM
129.954.518,14 467.393,62 33.715.870,05
SALDO VOORLOPIGE STAATVAN AFREKENING 152.873.802,61 515.115,28 46.810.722,00
PERCENTAGE OVERSCHRIJDINGT.O.V. AANNEEMSOM 17,64% 10,21% 38,8%
De noodzakelijke wijzigingen zijn direct of indirect te wijten aan: GEREALISEERD BDD-2702-01 en -02* 1. Voortschrijdend inzicht geïnitieerd door principaal (o.a. vervallen, andere projectcode, ander budget) 2. Voortschrijdend inzicht geïnitieerd door Bouwdienst 3. Gepland meerwerk (vooraf bekend) 4. Optimalisaties minderwerk en meerwerk 5. Wijzigingen zonder financiële gevolgen 6. Optimalisatie-CMF 6b. niet behorende bij de tunnel (buiten gebieden) - speciaal voor EM Totaal in % Totaal in € Totaal in / * Oe vermelde percentages geven het aandeel aan t. o. v.
5,27%
GEREALISEERD Stelpost EM (v/h 8DD-2702-03)* 19,9%
6,25%
2,0%
5,45% 0,19% 0,0% 0,45%
4,4%
-
6,4% 0%
-
6,1%
38,8% 17,61% 22.919.284,47 13.094.851,95 28.857.257,19 50.507.456,38 het totale bedrag aan meerwerk
Oorzaken van het meerwerk De prijsstelling van CT en Bouwkunde meer-/minderwerk is niet uitzonderlijk hoog te noemen. De overeengekomen prijzen zijn marktconform getoetst en liggen binnen 10% van de eindprijs. Er zijn geen meerwerken geaccepteerd door tijddruk of t.b.v, algehele voortgang, met uitzondering van de bouwkundige werkzaamheden t.a.v. de fietsbuisaankleding. Laatstgenoemde werkzaamheden zijn niet beschreven in het bestek en door de één-op-één onderhandelingspositie is niet de optimale prijs tot stand gekomen. Het oorspronkelijke plan is dusdanig rigoureus gewijzigd dat de onderhandelingspositie een zeer slechte was (gepland meerwerk: € 2,4 mio; gerealiseerd: € 8,3 mio) De prijsstelling van EM meer-/minderwerken is hoog. Er kon door EM van tevoren geen raming worden gemaakt omdat de detailengineering bij de aannemer lag. Nadat deze (per deelinstallatie) klaar was, kon het uittrekken van materiaal worden gedaan nadat de EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
44 van 52
TWEEDE BEN EL UXTUNNEL
&1'7 . ....
u
Z'
hoeveelheden bekend waren. Op de aanbieding van de aannemer is een tegenraming opgesteld, gebruikmakend van de hoeveelheden van de aannemer. Dit was mogelijk aangezien de aannemer altijd een open begroting indiende. De tegenraming is door de Bouwdienstafdeling DIBK opgesteld. Aangezien er nauwelijks mogelijkheden zijn om werken niet op te dragen is de onderhandelingssituatie slecht te noemen. Bijvoorbeeld voor de gevolgen van de wederom gewijzigde eindfasering is duidelijk een prijs geaccepteerd i.v.m. de voortgang.
Verbetervoorstellen
voor toekomstige projecten
Het verdient aanbeveling serieus te bekijken of het EM-deel wel integraal dient te worden aanbesteed onder het (hoofd)bestek. Het voordeel van organiseren wordt fors betaald, terwijl de "coördinatieverplichting" een constante discussie over verantwoordelijkheid tot gevolg heeft. Indien er toch gekozen wordt voor integraal aanbesteden dan dient de hoofdaannemer ook zuiver op zijn verantwoordelijkheden te worden aangesproken en de informele contacten met onderaannemers tot een minimum te worden beperkt.
Suggesties t.a.v, verbetering op het (RAW) bestek • • • • • • • • •
•
In het voortraject dienen sluitende afspraken gemaakt te worden met de principaal; Wijzigingen dienen te worden bewaakt (scopebeheer): Uitvoeringstekeningen in het verlengde van het bestek (lees: wijzigingen tot een minimum beperken); In het bestek ook de "beginsituatie" goed omschrijven; Aangeven hoever de toeritten gebouwd moeten zijn i.V.m. krachtenveld t.b.V. afzinken; Coördinatie van de ontwerpen (alle disciplines) in één hand en een ontwerpleider aanstellen die de raakvlakken bewaakt; Meer vast houden aan het bestek en niet steeds de laatste ontwikkelingen gedurende de realisatie willen volgen. Goed is goed; Gedurende de uitvoering een contactpersoon van de toekomstige beheerder aanstellen die een substantieel deel van de tijd op het werk aanwezig is. Na aanbesteding en bij een "niet passende aanbieding" wordt de opdrachtgever in een zeer slechte positie gedwongen als toch met de laagste inschrijver wordt onderhandelt! Dit dus nooit doen. Het is beter om bepaalde onderdelen (waar dat dus mogelijk is) eruit te halen en na uitvoering in het bestek apart openbaar aanbesteden! Laat het complete bestek toetsen door een "externe" partij voordat dit op de markt wordt gebracht. Toetsen vooral op "degelijkheid en robuustheid" alsmede de consistentie en juridische aspecten.Hierbij denken aan bv een bureau Landsadvocaat
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
45 van 52
ittlI
r-"
TWEEDE BENELUXTUNNEL"
*1' ....:..
BIJLAGE 4 - BEOORDELING (ONDER)AANNEMER
- BDD 2702
Beoordeling aannemer BDD-2702
Beoordeling onderaannemer
BDD-2702
Vanwege de prominente rol van G.T.!., is hier een aparte beoordeling van hen gegeven als onderaannemer.
Beoordeling onderaannemer(s)
BDD-2702
Mate van detaillering Financiële afwikkelin~ Organisati Moeilijkheden tijdens uitvoerin~ ~ ~ Technische bekwaamheid-------:"'" ~ -,
HAM-VOW NBT IVSF/DV IB NF GTI CEB NVM EGBB NGTIVSB Ten Wolde Schokindustrie De Boer Cramover Schokindustrie Arbed Nedex ImpoHoesch Fa. Spanstaal Vredestein Promat ZHBC TrelleborgBakker Groeneveld Rowij Torkret SSH SOTON Smit-Tak Noordhoek Wouts
Grond en balt/iterwerkzaamheden Heiwerken
/it g
N N
/it g
N N
g
E&M Tunnelelementen Vlechter Vlechter Verankering Leegpompen dok Betonpalen kabel koker Stalen buispalen Lev. Zinkvoegomranding Betonpalen(alle)
g
g
g g
N N N N N N N N N N N N
g g
Alle vulplanken Tussen wanden
N N N N N N N J N N N N
Voorspanning W9UI profielen Brandwerende bekleding Betonwerken Lev. Omega en acme profiel
g g g
N N N
g g
g
g
J
g g
g
N
g
N N N N N
Paal koppen Aanbrengen acme Injecteren voegprofielen Ondersteuning bekisting Injectie koel pijpen Transport tunnel elementen Duikwerk
g g
/it /it
g
N N N N N N N N
g g g g g
Tegelwerk
N N N N N N N N
g g g g g g
g g
g
g g g g g
/it g g g g g /it g g g g
g
g /it /it g g
g
g g g g g g g g g g
g g g g
g g g
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief
- april 2004
46 van 52
S'"
T~EDEBENELUXTUNNEL
&* ..,.'.. Groeneveld DV. Zuidbroek Merfort Integron Sorba HBG utiliteitbouw Romers Keers Mebin Gevel meesters Birkhof Gijsel Verschoor Bak engineerinl!.
Sloopwerk Barriers Deuren leverantie Spuitbeton Lev. Roestvrij stalen delen Bouwkundige werkzaamheden, cmf 52; bestek Plaatsen barriers vi uchtdeu ren Beton leverantie Anti graffiti Stalen stempels 1· bt Betonreparatie 1 bt Renovatie bedieningsgeb 1ebt OFA
g g g g U G G G G G g
N N N N N N
g g g
N N
G I!. I!.
N
g G G
g g
g g
N N N N
g
N
g
If g
N N N N N
g I!. I!. g g
J
g
N N N N N N N N
I!. g I!. I!. g g g
g
Toelichting Sorba heeft niet allen buiten een goede kwaliteit geleverd ook t.a.v. kwaliteitsborging nazorg heeft deze initiatief getoond om vooruit te denken.
en
De ZHBC heeft de grotere storten begeleid op de toeritten. Hierin heeft dir. UAVen HCB extra energie gestoken om de storten goed te laten verlopen. Het uiteindelijke resultaat is wel goed te noemen. NGTIVSB hebben gedurende de uitvoering veel obstakels getroffen. HBG heeft t.a.v. kwaliteitsborging en planning niet goed gefunctioneerd. Er was geen grip op te krijgen door HCB. De betalingstermijnen hadden sneller ingediend kunnen worden. (Het leek soms of HBG niet betaald wilde worden.) De Boer heeft gelamineerde buispalen geleverd. Gedurende de ontgraving van de toeritten hebben we een capaciteitsprobleem gehad t.a.v. de beschikbare depot ruimte. De oorzaak lag in het veel meer aantreffen van grond ipv klei of zand. Gevolg is dat in depot Vijfsluizerhaven veel meer grond is opgeslagen. Om de zelfde redenen is bij het baggeren van de zinksleuf veel meer grond naar depot 1016 is gegaan.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
47 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7' . ""'-"---A
BIJLAGE 5 - OVERZICHT AUDITS 3443 Auditrap. 1 2 3 3* 6 7 8 9
locatie Bouwlocatie aKW Bouwlocatie aKW Bouwlocatie aKW Bouwlocatie aKW Bouwlocatie aKW Bouwlocatie aKW Bouwlocatie aKW Bouwlocatie aKW
Datum 3-feb-1999 4-jun-1999 21-jun-1999 21-okt-1999 3-apr-2000 4-jul-2000 13-feb-20031 6-mrt-2001
(hoofd)proces CIB-2 (hoofdaannemer) CIB-2/CKK (onderaannemer) HlS (onderaannemer) BECOR (onderaannemer) vHZBl (onderonderaannemer) BECaR (onderaannemer) HlS (onderaannemer) vHZBl (onderonderaanemer)
* nr. 5 is vervallen De audits op de onderaannemers zijn gehouden door C.I.B.-2 in overleg met de Directie U.A.V. De Directie U.A.V. is bij deze audits ook aanwezig geweest als toehoorder. Rapportages zijn door de directie ontvangen van C.1.B.-2.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
48 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL ij
BIJLAGE 6 - KOSTENONTWIKKELING
7' -..:....::..-- .•••
BDD 3443 IN CIJFERS
Aanneemsom versus gerealiseerd 800-3443 8DD-3443-01 8DD-3443-02 Stelpost Totaal in € Totaal in f Kostenontwikkeling
AANNEEMSOM 9.894.677,61 2.813.437,33 521.847,24 13.229.962,09 29.154.999,76
GEREALISEERD 11.177.283,48 2.632.741,07 989.944,93 14.799.969,49 32.614.840,76
van het meerwerk AANNEEMSOM
8DD-3443-01 8DD-3443-02 Stelpost
9.894.677,61 2.813.437,33 521.847.24
SALDO VOORLOPIGE STAATVAN AFREKENING 11.177.283,48 2.632.741,07 989.944,93
PERCENTAGE T.O.V. AANNEEMSOM 12,96 % -6,42 % 89,70 %
De noodzakelijke wijzigingen zijn direct of indirect te wijten aan: GEREALISEERD 8DD-3443-01 en -02* -1.382.259,68 =-10,88 %
GEREALISEERD Stelpost* 135.023,01 = 25,87 %
1. Voortschrijdend inzicht geïnitieerd door principaal (o.a, vervallen, andere projectcode, ander budget) 333.074,69 2. Voortschrijdend inzicht geïnitieerd door 3.444.150,77 = 27,10 % = 63,83 % Bouwdienst 3. Gepland meerwerk 4. Optimalisaties minderwerk en meerwerk 5. Wijzigingen zonder financiële gevolgen 6. Optimalisatie-CMF 89,70 % 16,22 % Totaal in % 468.097,69 Totaal in € 2.061.891,08 1.031.551,57 4.543.810,00 Totaal in f * Oe vermelde percentages geven het aandeel aan t.o. v. het totale bedrag aan meerwerk
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
49 van 52
T'iVEEDE BENELUXTUNNEL
*rt- ...· .. e ••.•
BIJLAGE 7 - BEOORDELING (ONDER)AANNEMER - BDD 3443
Beoordeling onderaannemer(s) BDD-3443 Mate van detaillering Hnanciêle afwikkell~~ Organisati MneiliJkheden lijdens UiIvOerin~~ Technische bekwaamheid
i
fil
g
N
g
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
50 van 52
S.
T~EDEBENELUxrUNNEL,
*7' . ...:..
BIJLAGE 9 - KOSTENON1WIKKELING
PROTOCOLLEN IN CIJFERS
Protocol 232 (Tunnel c.a.)
PU 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Totaal in €
OU
69.830.201 69.789.916 42.671.391 42.380.205 18.460.691 5.585.596 2.475.000
5.304.340 5.572.272 3.535.346 3.209.237 1.652.025 949.780 825.000
251.193.000
21.048.000
Protocol 1189 (Overige Kunstwerken)
OU
PU
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
476.226 768.857 721.023 505.779 259.090 11.000 0
47.606 2.755.662 6.345.594 7.053.274 1.931.925 577 1.342.423 Totaal in €
Protocol 1126 (Onderhoud
2.741.975
19.477.060
en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel)
PU 1998 1999 2000 2001 2002 Totaal in €
Protocol 1848 (Varlabel Onderhoud
OU 140.537 338.828 412.234 234.096 129.197
43.052 60.416 104.786 9.288 225
1.254.891
217.768
Beneluxtunnel)
PU 2000 2001 2002 2003 2004 Totaal in €
OU 0 3.517.059 2.165.349 0 61.524
38.956 22.511 342 0 0
5.682.363
61.809
Protocol 1238 (Vervuilde Grond)
PU 1998 1999 2000 Totaal in €
OU 2.966.996 0 55.182
2.872 3.240 0
3.022.178
6.112
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
51 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7'-~.~
BIJLAGE 10 - BESTEDE UREN PER DISCIPLINE PER FASE (TOTALE PROJECT)
DIU PO DIB NIE NIC NIB OIO OPC NIS DIZ FC WBN Uitbesteding Engineering (SAT) Inhuur dir. UAV SAATU Overige Kunstwerken Variabel Onderhoud Onderhoud + Renovatie Overig
(voor}ontwerp + bestek* 1993 - 1996 33.316 788 849 4.718 3.465
Totaal in rn.u. Totaal in € Totaal in f
overdracht + nazor~***
uitvoering**
94.267 61.289 7.519 10.796 3.281 1.244 238 2 45 29 50 229 107.898
13.557 4.968 1.088 2.043 315
5.504 3.968 33.348 8.577 3.725
2.789
10.539
3.619 6.416 68
344.728 22.995.320 50.675.016
141.140 67.045 9.456 17.057 7.061 1.244 238 2 45 39 50 229 114.314 8.296 3.968 36.967 14.379 3.793 656
656
42.636 2.708.432 5.969.040
TOTAAL
45.860 3.891.537 68.575.820
429.101 29.595.489 65.219.876
* voor deze fase is een gemiddeld uurtarief ad € 63,5 (f 140,-) aangehouden
* * voor deze fase is een gemiddeld uurtarief ad € 66,7 (f 147, -) aangehouden *** voor deze fase is een gemiddeld uurtarief ad € 85,- (f 187,3) aangehouden
Conclusies: •
totaal protocolwaarde: o 232 (tunnel) o 1189 (OKW) o 1126 (onderhoud) o 1848 (var.ond.)
205 28 1,3 5,7
mln mln mln mln
240
mln
•
voorontwerp-bestek:
2,7 mln op 240 mln
•
uitvoering:
23 mln op 240 mln
•
overdracht-nazorg:
3,9 mln op 240 mln = 1,625%
•
totaal:
29,6 mln op 240 mln
= =
1,125% 9,6%
=
circa 12,5%
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004
52 van 52