Jaarverslag
De Lairessestraat 145-147 1075 HJ Amsterdam Telefoon 020 - 577 65 77 Telefax 020 - 577 65 00
[email protected] www.joodswelzijn.nl
Vormgeving Dickhoff Design Druk Drukkerij Hega Foto’s W. J. Koopmans. (Foto cover: Ab Boer)
Jaarverslag
4
Profiel
6
Only more so
8
Instellingszaken
12
Hulpverlening
18
Zorg & Preventie
25
Thuiszorg
30
Klachten
32
Cliënten- en deelnemersraad
35
Financieel verslag
36
Raad van Toezicht, bestuur, medewerkers, kantoren
38
Gemeenschapsraad
4
PROFIEL De stichting Joods Maatschappelijk Werk werd formeel op 28 november 1946 opgericht om “de gehele sociale zorg aan de Joden in Nederland te coördineren, te bevorderen en uit te oefenen”. Deze aan JMW’s oprichtingsakte ontleende doelstelling bepaalt ook nu nog het karakter van de instelling, in ten minste drie opzichten: 1. het werkgebied van JMW omvat heel Nederland; 2. de doelgroep beperkt zich tot de Joodse gemeenschap; 3. het werkveld (de sociale zorg) is uitzonderlijk breed en omvat een groot aantal werksoorten. Sinds JMW daadwerkelijk met zijn activiteiten in het kader van de ‘sociale zorg’ begon, in september 1948, hebben de effecten van de Tweede Wereldoorlog zich doen gelden. Veel hulpvragen waarmee de doelgroep zich wendt tot JMW worden in meer of mindere mate bepaald of gekleurd door de oorlog, hetgeen ook tot uiting komt in het grote beroep dat de doelgroep jaarlijks op de instelling doet. Het aanbod van JMW is verdeeld over drie sectoren: 1. hulpverlening (algemeen maatschappelijk werk, groepswerk, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 – 1945, jeugdzorg, en vluchtelingen- en migrantenwerk); 2. zorg & preventie (ouderenwerk, vrijwilligerswerk en samenlevingsopbouw); 3. thuiszorg (gezinsverzorging en wijkverpleging). De dienstverlening van JMW is gebaseerd op het door de instelling ontwikkelde Model voor Integrale Hulpverlening dat erop gericht is om een zo licht mogelijke vorm van hulpverlening aan te bieden. In dat kader worden de cliënten van de sector ‘Zorg en Preventie’ aangeduid als ‘deelnemers’. Zij kunnen een beroep doen op een scala aan meestal groepsgebonden activiteiten gericht op identiteitsversterking en ter voorkoming van vereenzaming en isolement. JMW’s doelgroep is ruimer dan volgens de religieuze criteria, terwijl ook aan niet-Joodse leden van een huishouden hulp kan worden verleend. Wat de begeleiding betreft in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 – 1945 is JMW zelfs verplicht hulp te bieden aan nietJoodse slachtoffers van vervolging. Het beleid van JMW is er expliciet op gericht ook de zogeheten ‘ongebonden Joden’ (degenen die niet tot het ledenbestand van een Joods kerkgenootschap horen) te bereiken. Zij vormen de meerderheid van de huidige Joodse gemeenschap. Het hoofdkantoor van JMW is in Amsterdam, de overige vestigingen zijn in Arnhem, Eindhoven, en Den Haag. Ontvangstruimte is er in Rotterdam. Het werk van JMW wordt voor het grootste deel gesubsidieerd, door zowel de Rijksoverheid als de lokale overheden van de drie grootste steden. In de financiering van de tekorten wordt voorzien door particuliere Joodse fondsen, aangevuld met incidentele particuliere bijdragen. JMW heeft een bestuur en kent als overige statutaire organen: een Raad van Toezicht, een Cliënten- en deelnemersraad, een Klachtencommissie, een Ondernemingsraad en een Gemeenschapsraad. Daarnaast kent de instelling een Vrijwilligersraad, die de specifieke belangen behartigt van de vrijwilligers. 5
O N LY M O R E S O Het jaarverslag over 2008 stond geheel in het teken van ons 60-jarige bestaan. Op deze plaats werd stilgestaan bij de rol die de Holocaust/Sjoa nog steeds speelt in de samenleving als geheel en binnen onze doelgroep in het bijzonder. Onder de titel ’60 Jaar JMW: still going strong’ stelden wij dat JMW’s succes story wortelt in het vermogen te kunnen voorzien in de behoeften die samenhangen met de oorlog en de ‘nasleep’ daarvan: een verstoorde relatie tot de niet-Joodse buitenwereld en transgenerationeel overgedragen trauma’s. Wij wezen in het zelfde Voorwoord ook op de bedrieglijk ‘gewoon’ lijkende Joodse gemeenschap, die onmiddellijk na de oorlog, zoals de historicus Presser het enige decennia geleden pregnant stelde: ‘weer gewoon ging doen’, alsof er niets gebeurd was... En wij stelden, ten slotte, dat JMW zèlf, waar het zich naar buiten toe presenteert als een normale instelling, doet denken aan die slechts ogenschijnlijke normaliteit die de Joodse gemeenschap na de Sjoa zichzelf en de buitenwereld trachtte wijs te maken. Ook dit jaar presenteert JMW met dit Jaarverslag de werkzaamheden van het afgelopen jaar, 2009, op een wijze die de toets der kritiek van de sector kan doorstaan en juist daarom nogal ‘gewoon’ lijkt: certificering, de kwaliteitsborging, tevredenheidsmetingen, de werkprocessen, klachtbehandeling, de verantwoording, de inspraak van de ‘gebruikers’, enz. JMW ìs ook net zoals vele andere instellingen. Het werk dat JMW uitvoert vindt ook elders, in de welzijns- en gezondheidssector, plaats. De mensen die dat werk uitvoeren, bij JMW en elders in die sectoren, doen dat met een vaak enorme, door de buitenwereld ondergewaardeerde, gedrevenheid. JMW is net zo als vele andere organisaties in onze sector en toch zou elke beschrijving die daarmee volstaat, tekortschieten: JMW’s doelgroep wijkt af wat betreft het beroep, zowel kwantitatief als kwalitatief, dat het jaarlijks doet op JMW. Om in te spelen op die afwijkende vraag vanuit de doelgroep kan het niet anders zijn dan dat het aanbod van JMW ook afwijkend is. Als werkers in de welzijnssector wijken de medewerkers van JMW niet af van wat wij elders in de sector aan gedrevenheid en professionaliteit zien. Het verschil is dat zij te maken hebben met een doelgroep die een bijzonder verleden heeft met verregaande gevolgen daarvan in het heden, een doelgroep die zich aangewezen voelt op JMW en dat zij, de medewerkers, zèlf vaak tot die doelgroep behoren. Dat soort zaken heeft repercussies in het dagelijkse werk met onze cliënten en deelnemers. Het stelt andere, soms hogere eisen aan al onze medewerkers. 6
Om de overeenkomsten en tegelijkertijd het verschil voor het voetlicht te brengen bestaat in het Engels zo’n aardig gezegde: just ordinary, only more so! De gedrevenheid, betrokkenheid èn de professionaliteit waarmee onze werkers dagelijks klaar staan voor onze slechts ogenschijnlijk ‘normale’ doelgroep wordt gewoonlijk aan het zicht onttrokken, ook voor de lezer van onze
Foto: Ab Boer
jaarverslagen. Juist in die jaarverslagen dient het werk te worden beschreven in bewoordingen die de normaliteit van de instelling benadrukken. Het sinds een aantal jaren ingestelde ‘Jaardocument’ doet daar met zijn keurslijf van voorgeschreven ‘formats’ nog een schepje bovenop. Waaraan het tot nog toe eigenlijk alleen heeft ontbroken is de expliciete erkenning van de rol van de medewerkers van JMW die hun ‘gewone’ werk ten uitvoer brengen. Dat maakt onze medewerkers tot ‘just ordinary, only more so!’ De foto op de pagina hierboven geeft hun een gezicht. In dit jaarverslag wordt opnieuw een beeld geschetst van het brede scala aan (hulpverlenings)activiteiten die door JMW, dat wil zeggen, door de medewerkers van JMW en de onontbeerlijke vrijwilligers in het verslagjaar zijn uitgevoerd. Uit dienst Na een dienstverband van 33 jaar nam op 1 februari mevrouw A.L.E. Brusselers afscheid van onze instelling. Anke werkte als maatschappelijk werkster op ons hoofdkantoor in Amsterdam en deed dat met hart en ziel. Zij hield van haar werk, zij hield van haar cliënten. Een probleem of situatie was haar nooit te bijzonder of te moeilijk. Zij genoot van het begeleiden in onalledaagse omstandigheden. De Voortgezette Opleiding bracht de verdieping in haar kennis, die zij nastreefde. In de loop van de jaren is Anke ook werkzaam geweest als begeleidster van de vrijwilligers. Behalve haar cliënten zullen het ook haar teamgenoten en andere collega’s zijn die Anke’s aanwezigheid zullen missen. Afscheid moest de instelling ook nemen van mevrouw A.P.M.J. van der Ven. Agnes werkte eveneens op ons hoofdkantoor als maatschappelijk werkster. In de ruim 35 jaar van haar dienstverband heeft zij zich laten kennen als een betrokken medewerker. Met haar Voortgezette Opleiding en de opleiding tot Sociaal Juridisch medewerker was Agnes overal inzetbaar. Met de vluchtelingen uit Iran, Irak en de voormalige Sovjet-Unie, die zij soms ’s nachts op Schiphol in hun nieuwe vaderland verwelkomde, onderhield zij vaak jarenlang het contact. Vele jaren was Agnes de contactpersoon voor de in de ‘Commissie van 5’ verenigde studiefondsen. Als coördinator van het Begeleid-Wonen-project investeerde zij veel tijd om de dagelijkse gang van zaken in het huis goed te laten verlopen. Met het uit dienst treden van Anke Brusselers en Agnes van der Ven heeft JMW afscheid genomen van een slag van betrokken en bevlogen werkers, voor wie hiervoor een lans werd gebroken. Het waren gewone maatschappelijk werkers, net zoals anderen elders, only more so. Zelfs: much more so!
7
INSTELLINGSZAKEN In het kort Als ’instellingszaken’ worden aangelegenheden beschouwd die de sectoren (Hulpverlening, Thuiszorg en Zorg&Preventie) overstijgen. Uiteraard is de belangrijkste instellingzaak het totale aantal personen dat zich jaarlijks tot JMW wendt: de cliënten van de sectoren Hulpverlening en Thuiszorg tezamen met de deelnemers aan de activiteiten die de sector Zorg & Preventie ontplooit. In het verslagjaar bedroeg hun aantal: 8.061. Gecorrigeerd naar personen die een beroep deden op meer dan één werksoort: 2.964. Het eerste aantal is relevant voor JMW’s bedrijfsvoering omdat elk van die 8.061 personen tot de caseload behoort van de verschillende sectoren. Het tweede aantal, 2.964 is vooral relevant om het bereik van de instelling onder de doelgroep te kunnen vaststellen. Artikel 2 Kort voor het ter perse gaan van dit verslag maakte de Amerikaans-Joodse organisatie, de ‘Claims Conference’, bekend dat de toelatingscriteria van het fonds zodanig zijn verruimd dat nu de grote meerderheid van Joodse vervolgingsslachtoffers in ons land voor een maandelijkse uitkering in aanmerking komt. Gezien de jarenlange inspanningen die JMW zich in dat vlak heeft getroost mag van een groot succes worden gesproken. Aan het succes waren overigens de bijgedragen van het Verbond Belangenbehartiging Vervolgingsslachtoffers (het VBV) en, in Israël, de Irgoen Olei Holland (de IOH) niet vreemd. Uiteraard staat aan de wieg van dit succes de Claims Conference (kortweg de CC) zelf, die in lange onderhandelingen met de Duitse overheid deze verdere verruiming heeft bereikt. Met name moet hier het werk van de heer M. Arpels Lezer worden genoemd die als afgevaardigde van de European Hidden Childorganization in het bestuur van de CC fungeerde en de bijdrage van de heer A. de Leeuw op persoonlijke titel. De hoop wordt hier uitgesproken dat de communicatie tussen JMW en de CC aan het begin van de laatste ‘rit’ iets soepeler verloopt dan tot dus verre. Te vaak werd JMW te laat door de CC over beleidswijzigingen geïnformeerd.
8
De zogenaamde ‘Wezenkwestie’ In 2005 beschuldigde de onderzoeksjournaliste Elma Verhey in haar boek “Kind van de rekening” de vroegere Joodse voogdij-organisaties ervan de financiële belangen van de oorlogswezen te hebben opgeofferd ten voordele van deze organisaties. Dit misbruik van de gelden van de minderjarige oorlogswezen zou via een cover-up operatie zijn verdoezeld. Hierna werd aan JMW de oproep gedaan om gelden van de Joodse voogdij-instellingen ten goede te laten komen aan Joodse oorlogswezen. JMW heeft deze conclusies betwist, ondermeer vanwege de wijze waarop in
“Kind van de rekening” is omgegaan met historische bronnen. Daarom werd na besprekingen in Israël en Nederland, in overleg met het VBV en de stichting Israël Nederlands-Joodse Oorlogswezen (SINJOI), besloten tot een onafhankelijk onderzoek naar het beheer van de gelden van Joodse oorlogswezen door de Gefusioneerde Joodse Instellingen voor Kinderbescherming (‘de Fusie’). In 2008 stelden de onderzoekers, dr J. Joor en drs F. Hoek, in hun eindrapport ‘Rekenschap’ dat “De zorg van de Gefusion(n)eerde Joodse Instellingen voor Kinderbescherming voor de Joodse oorlogswezen en de behartiging van hun financiële belangen zijn naar behoren geweest en zich in meerdere opzichten positief onderscheiden van het vigerend overheidsbeleid. Er zijn geen redenen gevonden om te twijfelen aan de goede intenties, inzet en integriteit van bestuursleden en betrokken medewerkers van de Fusie. Wel kunnen bij sommige aspecten van het beleid in de praktijk vraagtekens worden geplaatst.” In 2009 heeft de Raad van Toezicht in zijn vergaderingen uitgebreid gesproken over het herstel van de relaties met de onder de Fusie vallende oorlogswezen. Hoewel er immers geen bewijzen zijn van enig onjuist handelen door de voorgangers van JMW, is er sinds 2005 wel heel veel gebeurd dat de emoties hoog heeft doen oplopen. Overleg daarover is gevoerd met het Samenwerkingsverband-JMW (waarbinnen de resterende gelden van de Voormalige Joodse Voogdij-instellingen zijn opgenomen), de Gemeenschapsraad van JMW en met vertegenwoordigers van de oorlogswezen (VBV en SINJOI). De gedachten gaan naar de oprichting van een Fonds voor oorlogswezen dat de onverbrekelijke band tussen JMW, als opvolger van ‘de Fusie’, en de Joodse oorlogswezen bevestigt. De besprekingen hierover waren bij het ter perse gaan van dit Jaarverslag nog niet afgerond. Project Informatie Joodse Oorlogswezen (PIJO) Naast een algemeen onderzoek gaf JMW de Joodse oorlogswezen de mogelijkheid om individuele vragen te stellen. Indien naar de mening van de betreffende oorlogswees onregelmatigheden bestonden in het vermogensbeheer van zijn of haar nalatenschap door ‘de Fusie’, kon men een claim indienen bij het Samenwerkingsverband-JMW. Bij afwijzing van de claim bestond de mogelijkheid om zich tot een onafhankelijke Bezwaarcommissie te wenden. De adviezen van deze onafhankelijke bezwaarcommissie werden door het Samenwerkingsverband-JMW overgenomen. In januari 2009 kon het eindrapport van de PIJO worden gepubliceerd. Het eindrapport is te vinden op www.joodswelzijn.nl onder de rubriek ‘Oorlogswezen’. Uiteindelijk werden van twee personen drie claims behandeld door de Bezwaarcommissie. Van deze
9
claims werd één claim toegekend. Het betrof gelden van een meerderjarige oorlogswees in Israël, die een machtiging had afgegeven aan de voogdij-instelling. De betreffende gelden waren niet onder beheer van de voogdij-instelling, doch onder beheer van een notaris. De grond waarop de klachtencommissie de claim toekende, was het gegeven dat JMW onvoldoende kon bewijzen de ‘de Fusie’ zich had ingespannen de betreffende gelden bij de notaris overgemaakt te krijgen op de rekening van de betreffende oorlogswees. Relatie met het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW) In de ‘Wezenkwestie’ speelde het NIW een bijzondere rol. Herhaaldelijk werd JMW in dit weekblad hard aangevallen, zonder dat het de gelegenheid kreeg tot een weerwoord. In mei 2009 vond een gesprek plaats tussen JMW en de redactie van het NIW waarin één en ander werd uitgesproken en waarin de inmiddels ontslagen hoofdredacteur toegaf onzorgvuldig te hebben gehandeld. Project ‘Binding’ Naar aanleiding van het Bestuursadvies van december 2006 is verder gesproken over een opbouwwerkproject, waarbij de doelstelling is om iedereen met een Joodse achtergrond de mogelijkheid te geven om (buiten de reguliere religieuze organisaties om) formeel uitdrukking te geven aan zijn of haar ‘Joodse betrokkenheid. Met dit project wordt uitdrukking gegeven aan JMW’s expliciete doelstelling om de zogeheten ‘ongebondenen’ in de doelgroep te bereiken. JMW geeft met het project impliciet aan in te spelen op de resultaten van het sociaaldemografisch onderzoek uit 1999, waarvan een actualisering in 2010 het daglicht zal zien: de Joodse bevolking is steeds minder georganiseerd in de ‘oude’ kerkelijke verbanden, is sterk geseculariseerd en het gemengde huwelijk is meer regel dan uitzondering.
10
Proces Demjanjuk
Beth Simcha De aankondiging van de NIISA om de subsidie van € 80.000 voor het sociaal-cultureel ouderenwerk te beëindigen heeft JMW genoopt om om te zien naar andere financiële bronnen. Maatregelen zullen nog in 2010 worden genomen om de werkzaamheden voortgang te laten vinden en de noodzakelijke bezuiniging te realiseren. Proces Demjanjuk JMW heeft, op verzoek van de stichting Sobibor’, voorzien in de begeleiding van de Joodse medeaanklagers in het in 2009 in Duitsland heropenende proces tegen de van oorlogsmisdaden verdachte Demjanjuk. De Raad van Toezicht Conform de intentie waarmee de bestuursstructuur in 2001 van kracht werd, heeft de Raad van Toezicht zich ook bezig gehouden met haar eigen functioneren. In het lopende jaar, 2010, zal de Raad haar functioneren tot onderwerp van gesprek maken onder leiding van prof Pauline Meurs, die, zoals bekend, voorzitter was van de commissie Health Care Governance. Wat betreft de werkorganisatie van JMW waarop de Raad toezicht houdt heeft zij met voldoening vastgesteld dat de waardering door de gebruikers van de instelling onveranderd hoog is: uit onderzoek onder de cliënten in het verslagjaar is gebleken dat 83 procent JMW zonder meer aanbeveelt bij familie en kennissen, dat 12 procent dat misschien doet, terwijl slechts 5 procent dat beslist niet zal doen. De bestuurder is er met zijn managementteam in geslaagd om ruimschoots onder het begrote exploitatietekort te blijven. In dat kader moet hier worden opgemerkt dat naast de onmisbare overheidssubsidie, door de jaren heen, in toenemende mate een beroep wordt gedaan op Joodse bronnen van financiering: de stichting Maror steunt zowel het vrijwilligerswerk als de samenlevingsopbouw, de Claims Conference geeft een essentiële bijdrage in het werk van de thuiszorg, terwijl de advertenties en donaties voor JMW’s huisblad ‘de Benjamin’ zich mogen verheugen in een jaarlijks grotere opbrengst, die dit jaar meer dan € 52.000 bedroeg.
11
Aantal cliënten en contacten per werksoort
14.602
AMW
1.128
Intake-contacten Jeugdzorg
311 0
Vluchtelingen/migranten
49
cliënten totaal 1.488
Wuv
948 contacten totaal 17.008
0 787
incidentele + MAI-contacten totaal 4.072
Hulpverlening In het kort Het werk van de sector wordt uitgevoerd door 27 medewerkers. De sector is verantwoordelijk voor het algemeen maatschappelijk werk, de begeleiding ten behoeve van uitkeringen in het kader van de Holocaust (Wuv/Wubo en artikel 2 van de Claims Conference), hulp aan vluchtelingen en migranten, de hulpverlening aan gedetineerden en jeugdzorg. Het aantal cliënten daalde (van 1.720 naar 1.488), met name omdat aan de toestroom van cliënten die de laatste jaren een beroep deden op het Artikel 2-fonds een eind kwam. Het aantal contacten met de cliënten steeg daarentegen (van 17.570 naar 21.080). Deze ontwikkeling van een dalend cliëntental gepaard gaand met een stijgend aantal contacten betekent overigens dat de cliënten zich dit jaar hebben mogen verheugen in meer contact met hun maatschappelijk werker. Daar uit het in het verslagjaar gehouden tevredenheidsonderzoek bleek dat de cliënt een frequenter contact met de maatschappelijk werker op prijs stelt, mag geconstateerd worden dat aan die wens nog dit jaar kon worden tegemoet gekomen. Algemeen maatschappelijk werk In april 2009 verzocht de stichting Sobibor JMW om ondersteuning van de zogenoemde medeaanklagers in het proces tegen Demjanjuk in München. Deze medeaanklagers zijn familieleden van degenen, die in de periode van maart tot oktober 1943 in Sobibor werden vermoord. Twee ervaren maatschappelijk werkers Hetty van Emden en Hester Mouwes, ondersteund door de leidinggevende Ella Oesterman, werden voor deze taak vrijgemaakt. In samenwerking met de stichting Sobibor werd de psychosociale ondersteuning van de 18 medeaanklagers en tal van organisatorische zaken voorbereid. De eerste procesdagen in München vonden eind november plaats en op 22 december werd een tweede reeks van zittingsdagen afgesloten. De indringende verslagen over de gebeurtenissen tijdens dit proces van enkele medeaanklagers en ondersteuners zijn geplaatst op de website van JMW.
12
671
Cliëntenregistratie Totaal aantal cliënten en contacten Hulpverlening Cliënten Contacten Incidentele + MAI-contacten
2009 1.488 17.008 4.072
De meeste hulpvragen die het maatschappelijk werk in het verslagjaar bereikten betroffen, evenals voorgaande jaren, psychosociale problematiek, identiteitsproblematiek, relatieproblemen en materiële hulpvragen zoals financiële problemen ten gevolge van schulden en inkomensachteruitgang. Aan het Noodfonds van de Claims Conference werd geen publiciteit gegeven omdat de beschikbaar gestelde gelden niet toereikend waren om nieuwe, externe aanvragen te honoreren. Uiteraard bleef JMW ook in het verslagjaar, zoals reeds vele decennia gebruikelijk, financiële ondersteuning bieden uit andere hoofde. Het beroep dat in dat kader op de Joodse fondsen moest worden gedaan, bleef ten opzichte van vorige jaren vrijwel gelijk. In totaal werd voor 79 cliënten een aanvraag voor ondersteuning ingediend. 59 Van hen zagen hun aanvraag met succes bekroond. In de afgelopen drie jaar diende een groot aantal cliënten een aanvraag in bij de Claims Conference in New York voor een toelage uit het Artikel 2-fonds. In 2009 kwamen er vrijwel geen verzoeken om informatie en begeleiding bij het indienen van aanvragen meer binnen. Nog aan het einde van het verslagjaar drong JMW bij de onderhandelaars van de Claims Conference aan om een verruiming van de criteria voor een toekenning van het Artikel 2-fonds, voor die vervolgingsslachtoffers, die op grond van een eerder verkregen lage, eenmalige Cadsu ll uitkering, zijn uitgesloten van een uitkering. JMW hulpverlening bood tot voor kort cliënten aan hun levensverhaal in een video-opname vast te leggen. De apparatuur werd vernieuwd en de activiteit kreeg de nieuwe naam “Levensverhalen in beeld” (LIB). In het verslagjaar werden twee volledige opnamesessies op dvd gerealiseerd. Ook in 2009 werden verzoeken om inzage in het Jokosdossier ingediend. In een Jokosdossier zijn de gegevens vastgelegd, die na de oorlog werden gebruikt bij het indienen van een schadeclaim voor onder meer verloren gegane inboedels. In 2009 werden in totaal 174 dossiers voor inzage opgevraagd bij het Gemeente Archief Amsterdam. Helaas moest worden geconstateerd dat de informatie en met name de verwijzing naar aanwezige dossiernummers op het Digitaal Joods Monument (DJM) in veel gevallen niet juist is.
13
Hierover werd contact opgenomen met het DJM. Voor de emailhulpverlening kwam via de website van JMW één aanvraag binnen in 2009. Via de website werden op het emailadres
[email protected] door 142 cliënten vragen gesteld aan het maatschappelijk werk. Kwaliteit In november 2009 werd het kwaliteitssysteem van de sector hulpverlening extern getoetst door “Det Norske Vertitas” (DNV) op basis van het certificatieschema 2008 voor welzijn, maatschappelijke dienstverlening – maatschappelijke hulp- en dienstverlening. Bij deze externe toetsing werden slechts drie zogeheten ‘nonconformiteiten’ vastgesteld, waarop binnen de gestelde termijn een plan van aanpak werd ingediend bij DNV en waarop begin 2010 het zgn. HKZ certificaat van de Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de zorgsector verkregen wordt. In het verslagjaar werd evenals in voorgaande jaren de cliënten om een oordeel gevraag over de geboden hulpverlening. Na afsluiting van het contact ontvangen cliënten daartoe een enquête waarin zij anoniem hun mening kunnen geven over tal van aspecten van de geboden hulpverlening. In 2009 werden 238 enquêtes verstuurd en uiteindelijk 120 bruikbare reacties ontvangen. Een responspercentage van ruim 50 procent. De respondenten gaven ook dit jaar aan op hoofdlijnen tevreden te zijn over de geboden hulp. Op de vragen over het hulpverleningsproces (voldoende bij de hulp betrokken; wat valt te bereiken; tussentijdse evaluatie en eindgesprek) werd in 2009 duidelijk beter gescoord dan in 2008. Van de geënquêteerden geven met name de jongere cliënten aan het meest kritisch te staan ten opzichte van de hulpverlening. Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV) In 2009 werden 10 eerste en 60 vervolgrapportages in het kader van de Wuv opgesteld. Voor de Wet uitkeringen burger oorlogsgetroffenen (Wubo) werden 20 eerste en 6 aanvullende rapporten gemaakt ten behoeve van aanvragers. In totaal werden er 96 rapporten naar de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) verzonden. 14
Bedrijfshulpverlening
Het totaal aantal rapportages in het kader van de oorlogswetten daalde ten opzichte van 2008 met 17 rapportages. Het aantal eerste rapporten voor de Wuv steeg echter met twee rapporten. De Tweede Kamer heeft in november 2008 groen licht gegeven voor de overheveling van de wetsuitvoering van de PUR naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB) op 1 januari 2011. Gedurende het verslagjaar nam JMW deel aan de bijeenkomsten van de door de minister in het leven geroepen klankbordgroep. De klankbordgroep volgt de overgang van de werkzaamheden van de PUR naar de SVB. In de klankbordgroep hebben belangenorganisaties vanuit de kring van oorlogsgetroffenen een vertegenwoordiging. De klankbordgroep kwam vijf keer bijeen in het verslagjaar. De algemeen directeur en de kwaliteitsen aandachtsfunctionaris Hulpverlening en Wuv namen deel aan de vergaderingen. Zij hebben nauwlettend gevolgd hoe de overgang van taken in de nieuwe wet wordt geregeld en daarbij vooral toegezien op garanties voor kwaliteit en handhaving van het niveau van dienstverlening. Jeugdzorg Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet op de Jeugdzorg is er geen basis meer voor rechtstreekse financiering door de rijksoverheid van de landelijk werkende instellingen voor jeugdzorg en landelijk werkende aanbieders van voorzieningen in de jeugdzorg. JMW heeft met de diverse overheden en bureaus jeugdzorg mandateringsovereenkomsten gesloten op basis waarvan de werkzaamheden in het kader van de jeugdzorg door JMW kunnen uitgevoerd. De looptijd van de diverse convenanten is verlengd in verband met de uitvoering van de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg. Het evaluatieonderzoek is in opdracht van de Ministeries voor Jeugd en Gezin en het Ministerie van Justitie uitgevoerd in de periode februari tot en met oktober 2009. Ook JMW werd in deze periode onderzocht. In het laatste kwartaal ontving JMW de eindrapportage. Hierin wordt ondermeer aangegeven dat de schaal van JMW te klein is voor een apart inkoop door afzonderlijke provincies. Nog einde 2009 werd bekend dat in vervolg op het eindrapport een onderzoek gestart wordt naar het zogenaamde ‘gelijke speelveld’ tussen de landelijk werkende instellingen en overige jeugdzorgvoorzieningen. JMW zal eveneens bij dit onderzoek in 2010 worden betrokken.
15
In het verslagjaar hielp JMW 43 gezinssystemen en 6 individuele jongeren binnen de ambulante jeugdhulpverlening. Evenals voorgaande jaren werden ouders/verzorgers geholpen met problemen in de opvoeding, relaties binnen het gezin en leerproblemen. Het screeningsteam, waarin onder meer de jeugdpsychiater van Sinaï Ambulant zitting heeft, kwam ook in 2009 niet bijeen in de vaste samenstelling. Wegens capaciteitsproblemen bij het Sinaï Centrum was er geen psychiater beschikbaar voor de bijeenkomsten. In plaats hiervan werd telefonisch consult verleend. Eind 2009 werd een nieuwe externe jeugd GGZ-psycholoog en orthopedagoog aangetrokken voor het geven van consult, deelname aan het screeningsoverleg en het geven van deskundigheidsbevordering aan de leden van het jeugdteam. In 2009 verbleven gemiddeld twee pupillen in een pleeggezin en waren er geen deelnemers in het begeleid-wonenproject. Met de stadsregio Amsterdam is contact geweest betreffende een mogelijke plaatsing van pupillen met een Joodse achtergrond, die op de wachtlijst bij andere Amsterdamse zorgaanbieders stonden. De contacten hebben uiteindelijk niet tot een plaatsing kunnen leiden. De jeugdbeschermingstaken van JMW werden ook dit jaar door de William Schrikker Groep (WSG) voor JMW uitgevoerd. In 2009 stonden gemiddeld twee pupillen onder toeziende voogdij en had JMW daarnaast de voogdij over drie minderjarigen. De jeugdbeschermingspupillen werden begeleid door één jeugdbeschermer van de WSG. De sectormanager hulpverlening van JMW droeg medio 2009 het contact met de jeugdbeschermer over aan één van de leidinggevenden van het jeugdteam van JMW. Zij woonde gemiddeld één maal in de twee tot maanden het werkoverleg tussen de jeugdbeschermer en de inhoudelijk begeleider van de WSG bij.
16
In 2009 werd voor de Joodse scholen (de middelbare school ‘Maimonides’ en de basisschool ‘Rosj Pina’) een projectplan opgesteld om de integratieproblematiek van de leerlingen met een voornamelijk Israëlische achtergrond te onderzoeken. In de periode september tot december 2009 werd de eerste fase uitgevoerd. De eerste globale bevindingen werden in een notitie vastgelegd en zullen spoedig worden gepubliceerd. Evenals in 2008 onderhielden twee maatschappelijk werkers vanuit het jeugdteam JMW contact met de Joodse scholen en jeugdverenigingen.
Groepswerk De schrijfgroepen waren ook dit verslagjaar zeer succesvol. Er werden door het jaar heen drie groepen “levensverhalen schrijven” gehouden. In deze groepen leren deelnemers aan de hand van opdrachten over persoonlijke onderwerpen schrijven. Nieuw was dit jaar de groep ‘Vaderjoden’ in de reeks identiteitsgebonden groepen. In een viertal bijeenkomsten werden persoonlijke ervaringen gedeeld, die verbonden zijn aan een Joodse vader en een niet-Joodse moeder. De groep ‘Je zal maar Joods zijn’ en ‘Van je familie moet je het hebben’ verliepen eveneens succesvol. Beide groepen kwam drie keer achtereen bij elkaar. In deze groepen konden deelnemers hun persoonlijke levensverhalen met anderen in een veilige sfeer uitwisselen In de groep ‘Kind in de oorlog – 60 jaar later’ vonden kinderen van toen herkenning en erkenning. De gespreksgroep naoorlogse generatie werd in het verslag eveneens gehouden. In tien bijeenkomsten probeerden deelnemers antwoord te vinden op vragen over Joods-zijn, de relatie met ouders en het aangaan van intieme bindingen. In totaal deden er 60 deelnemers aan de groepen mee en vonden er 37 bijeenkomsten plaats. Naast deze groepen werden er een tiental eenmalige themabijeenkomsten georganiseerd over zeer verschillende thema’s. Voor de bewoners van Beth Shalom en de aanleunwoningen werd in het verslagjaar eveneens een groepsbijeenkomst gehouden. Voor het vierde achtereen volgende jaar werden met succes, op verschillende locaties, films vertoond. Deze activiteit is voor de doelgroep van JMW herkenbaar als ‘JMW gaat Pathé’. De films worden gekozen op actuele thema’s die aansluiten bij de problematiek van de doelgroep. Aan de deelnemers werd de gelegenheid geboden om eigen ervaringen in aansluiting op het filmthema met elkaar te bespreken. Voor de bewoners van het Joods verzorgings- en verpleeghuis Beth Shalom werden, evenals in 2007 in drie bijeenkomsten de activiteit ‘bioscoop aan huis’ georganiseerd. Aan deze activiteit deden 28 bewoners mee. In samenwerking met Crescas werden vier bijeenkomsten georganiseerd met als onderwerp ‘Antwoorden op de moderniteit’, Joodse identiteit en binding met Israël. 17
Activiteiten Opbouwwerkactiviteiten Aantal deelnemers Aantal deelnames Aantal bijeenkomsten Thema- en gespreksgroepen Aantal deelnemers Aantal deelnames Aantal bijeenkomsten
Benjamin Lezers
8.381
Cursus Aantal Aantal Aantal
416 897 51
35 89 18
Joodse Cultuur deelnemers 8 deelnames 16 bijeenkomsten (hele dagen) 2
Cursus Aantal Aantal Aantal
Levensverhalen Schrijven deelnemers 25 deelnames 165 bijeenkomsten 19
Eenmalig Aantal deelnemers
771
JMW-Tsavta Nieuwsbrief
500
Tsavta activiteiten Aantal deelnames Eenmalig
ZORG & PREVENTIE In het kort Het werk van de sector wordt uitgevoerd door 14 medewerkers en 159 vrijwilligers. De sector richt zich door tal van activiteiten op de bestrijding van eenzaamheid en versterking van de Joodse identiteit. Daarnaast is sprake van preventieve hulpverlening. De sector kent drie afdelingen: samenlevingsopbouw, ouderenwerk en vrijwilligerswerk. De eerstgenoemde stelt zich uitdrukkelijk ten doel om ook (kerkgenootschappelijk) ongebondenen zich thuis te laten voelen in de Joodse gemeenschap. Zij vormen de grote meerderheid in die gemeenschap en voelen, ondanks hun formele ongebondenheid, een sterke binding met hun afkomst. Om deze reden wordt de afdeling ‘samenlevingsopbouw’ steeds vaker aangeduid als ‘Joodse Aciviteiten’: het zijn activiteiten waar Joden zich niet voelen bekeken, maar begrepen. De sector kent naast de vaste, ‘standaard’ activiteiten een aantal activiteiten dat van jaar tot jaar wisselt. Joodse Activiteiten/samenlevingsopbouw Een groot aantal groepsactiviteiten werd, zoals gebruikelijk, ook dit jaar weer ontplooid. Wat betreft de groepen en het regionaal opbouwwerk wordt hier volstaan met een korte samenvatting van het werk van de vrijwilligersteams die op diverse plaatsen in het land sociaal-culturele activiteiten organiseren voor hun regionale achterban. Brabant en Limburg De groep Bejachad in Den Bosch was in het verslagjaar succesvol en kan terugzien op gezellige bijeenkomsten met regelmatig een programma. De groep breidt zich uit. Pesach werd gevierd in Venlo, chanoeka in Tilburg. Voor de regio Zuid werd een uitstapje georganiseerd naar Rotterdam. Het Mediene Nieuws kwam twee maal uit. Amsterdam In samenwerking met Jonag (de vereniging voor de Joodse naoorlogse generatie) werd in Amsterdam evenals het jaar daarvoor een seider (het Joodse Paasfeest) georganiseerd. Dit keer met meer deelnemers!
18
850 400
Friendly visiting (vrijwilligers) Aantal cliënten Flankerend ouderenbeleid Aantal deelnemers Aantal deelnames Aantal bijeenkomsten Lunteren (vakantievoorziening) Aantal deelnemers Eettafel Nesjomelet Aantal maaltijden Telefooncirkel Aantal deelnemers
149
Cursussen en activiteiten van het sociaal-cultureel werk van Beth Simcha 320 1.587 92
Aantal deelnames Aantal bijeenkomsten
1.467 329
44
Matzelunch/tea Aantal deelnemers
24
4.993
Dagtochten Aantal deelnemers
95
Preventief huisbezoek Aantal deelnemers
69
Internet café Aantal bezoekers
51
Chanoeka feest Aantal deelnemers
52
4
Friesland, Groningen en Drenthe De groep Sjemoe’ot (omgeving Heerenveen) wordt door de deelnemers omschreven als ‘het Joodse lichtpunt in het noorden waar we ons thuis voelen’. De groep in Zwolle, ‘Emoen’, trok minder deelnemers dan in 2008. Overwogen wordt door de groep om zelfstandig, dat wil zeggen, zonder JMW’s begeleiding, verder te gaan. Voorbereiding worden getroffen om in Overijssel nieuwe JMWactiviteiten te starten in 2010. Flevopolder en het Gooi In Almere kwam de groep Di z’n Koffie bij elkaar om gezellig koffie te drinken en te praten. De groep mocht zich in een stijgend aantal deelnemers verheugen nadat besloten was het programma gevarieerder te maken en eens per maand een lunch te organiseren. In Hilversum organiseerde de groep Gooise Nesjomme maandelijks een koffieochtend en in november een feestelijke bijeenkomst met de Shtetl Band. Noord-Holland en Zuid-Holland De groep Tsafon (Heiloo) functioneert al jaren met succes. De bijeenkomsten worden goed bezocht. Dat geldt ook voor de Haarlemse groep Tsevet. Bij Mitzwe Bar, in het Haagse Joodse verzorgingshuis, loopt het aantal deelnemers terug. Bij de besluitvorming over de toekomst van de groep zal het gegeven worden ‘meegenomen’ dat het huis ook voortaan zal openstaan voor niet-Joodse bewoners. De groep Joffie Koffie in Rotterdam wordt een ‘voorbeeldige groep’ genoemd, zowel wat betreft de organisatie en taakverdeling tussen de vrijwilligers als het programma en het aantal deelnemers. Grootschalige bijeenkomsten Er vonden in 2009 twee excursies plaats, één in Noord-Nederland (naar Leeuwarden) en één in Zuid-Nederland (naar Rotterdam). Groep Le Dor Wa Dor organiseerde twee bijeenkomsten voor de noordelijk provincies, waaronder één met voordrachtskunst: de Sjtetlband.
19
Ouderenwerk Amsterdam Aantal bijeenkomsten Atelier Aantal deelnames Atelier Aantal bijeenkomsten koffieochtend Aantal deelnames koffieochtend Overige bijeenkomsten Overige deelnames Totaal aantal bijeenkomsten Totaal aantal deelnames
46 57 45 987 705 1.824 796 2.868
Verdeling aantal vrijwilligers over de verschillende activiteiten Friendly visiting Telefooncirkel Ouderenlijn/belproject Opbouwwerk Administratie Preventief huisbezoek Nederlandse les Internet café Dinsdag-activiteiten Tsavta Totaal aantal vrijwilligers
72 5 2 58 4 4 9 5 27 186
Landelijk project Israëli’s In het verslagjaar werd tweemaal een Jom Tsavta georganiseerd, één in Amsterdam (300 deelnemers) en één in Zwolle (100 deelnemers). Het waren beide gezellige dagen met muziek, dans, workshops en kinderactiviteiten, een boekenmarkt en Israëlisch hapjes. Overige activiteiten speciaal voor Israëli’s betreffen: • taalcursus • koffieclub voor 50+ • culturele en recreatieve activiteiten • opa en oma project waarvan het doel is om Israëlische kinderen een “surrogaat” oma en/of opa te bezorgen. • peuterzaal beivriet leKtantaniem (één keer per twee weken), waar kinderen Hebreeuws leren en een stukje Israëlische cultuur aangeboden krijgen • Imagroep, een gespreks- en steungroep voor Israëlische moeders met jonge kinderen • Israëlische filmclub Overige activiteiten Het actua-team (het A-team dat als motto heeft: JMW komt naar u toe met een actueel onderwerp) organiseerde 15 bijeenkomsten in het land met als thema Joods begraven – tot de dood ons scheidt? In maart vond een thema bijeenkomst plaats met een lezing van prof Abram de Swaan over het Midden-Oosten conflict en de Joden in Nederland. In het najaar werd de laatste film van Frans Weisz, Happy End vertoond met aansluitend een forum. De Jingles website, een Joods vriendensite, is verder uitgebouwd en verbeterd. De Jingles activiteiten daarentegen zijn opgeheven wegens gebrek aan belangstelling. De cursus Joodse cultuur werd dit jaar tweemaal gegeven. De Joodse agenda kwam dit jaar uit met als thema Le Dor Wa Dor: van generatie op generatie. In het Gooi vond een Joodse filmdag plaats, georganiseerd met vrijwilligers van de groep Gooise Nesjomme. Met 80 deelnemers kan van een groot succes worden gesproken. 20
Deelnemers aan het brievenproject
Ouderenwerk In april 2009 kwam het bericht van de NIISA dat de subsidie afgebouwd zou worden en dat er met ingang van 2011 helemaal geen subsidie meer zal worden gegeven. Besloten werd om te bekijken hoe en op welke wijze het ouderenwerk van de afdeling toch nog enigszins overeind gehouden kon worden. In de loop van het jaar bleek dat Beth Shalom bereid was om de mogelijkheid te onderzoeken om samen met JMW een soort loket/inloop functie te gaan ontwikkelen zodat een deel van het werk toch zal kunnen blijven bestaan en tevens innovatieve projecten in samenwerking met Beth Shalom kunnen worden ontwikkeld. Cursuswerk en sociaal culturele activiteiten Aan de meeste activiteiten werd nagenoeg even frequent deelgenomen als voorgaande jaren. De cursus Engels en het internetcafé werden wegens gebrek aan belangstelling opgeheven. De koffieochtend in Amstelveen kon zich echter verheugen in een toenemend aantal deelnemers. Het aantal jongere 50+ deelnemers bleef gelijk aan het voorgaande jaar. De wandelgroep is speciaal voor deze jongere ouderen opgezet. Velen zijn ook actief in het vrijwilligerswerk van JMW. Projecten en overige activiteiten In het brievenproject waarbij oudere Joden en jonge scholieren, waaronder veel allochtone jongeren, elkaar schrijven over hun eigen achtergrond en verleden werd dit jaar samengewerkt met drie VMBO-klassen uit Rotterdam, Haarlem en Deventer. Dit project wordt ondersteund door de Hollandsche Schouwburg/JHM. In Deventer sloten de leerlingen het project af met een door hen zelf georganiseerde tentoonstelling over de oorlog. Het aantal leden van het Benjamin Servicepakket nam af hetgeen waarschijnlijk veroorzaakt werd door de overgang naar een andere samenwerkingspartner. Ouderenadviseur De ouderenadviesfunctie werd vast opgenomen in het aanbod van JMW-ouderenwerk. Deze adviseur, die net dat steuntje in de rug biedt dat zelfstandige ouderen toch vaak nodig hebben, is in de afgelopen drie jaar een goede en welkome aanvulling gebleken.
21
Pesachmaaltijd
Eettafel Nesjommelet De daling van het aantal gasten zette dit jaar door: ouderen overlijden en jongere ouderen hebben weinig belangstelling voor deze eettafel. De activiteit in deze vorm zal daarom stopgezet worden. Voor de weinige gasten die nog over zijn zal een ander aanbod verzorgd moeten worden. Om jongere ouderen een aantrekkelijker aanbod te kunnen doen is een begin gemaakt met het ontwikkelen van een plan om samen te werken met een paar restaurants. Pesachviering Lunteren Deze viering was zeer succesvol. Er was zoveel belangstelling voor deelname dat er helaas voor een paar mensen geen plaats meer was. Vrijwilligerswerk Het aantal vrijwilligers bedraagt 159. In 2009 is verder gewerkt aan de verbetering van de PR voor de afdeling vrijwilligerswerk. Er kwam een nieuwe folder tot stand die beoogt nieuwe vrijwilligers te trekken. Daarnaast heeft de afdeling een aparte pagina vrijwilligerswerk op de website van JMW gekregen. Aan de vrijwilligers hulpverlening werd een training Omgaan met antisemitisme gegeven. Daarnaast vond er voor de vrijwilligers hulpverlening een presentatie senioren en veiligheid plaats. In Amsterdam werden de vrijwilligers bovendien bijgepraat over ontwikkelingen op de afdeling Thuiszorg. Dit jaar bleek ook dat de vrijwilligersteams die actief zijn op sociaal-cultureel terrein behoefte hadden aan uitwisseling en verdieping op hun werkterrein. Naar aanleiding hiervan zijn vijf studieen uitwisselingsdagen voorbereid voor 2010. Helaas kon de landelijke vrijwilligersdag dit jaar geen doorgang vinden wegens onvoldoende aanmeldingen. Op grond daarvan werd een enquête aan de vrijwilligers gestuurd om de oorzaken van het lage aantal aanmeldingen te achterhalen en te evalueren hoe men over dergelijke dagen denkt. Op de enquête is een goede respons gekomen met veel informatie, zodat op een nieuwe manier vorm gegeven kan worden aan een landelijke dag.
22
Uitstapje in Noord-Holland
Vrijwilligersraad De vrijwilligersraad is dit jaar zes maal bijeen geweest. In oktober vond een evaluatie van het functioneren van de vrijwilligersraad plaats. Aan de orde kwam de noodzaak om de Raad wat zakelijker in te richten en ervoor te zorgen dat de Raad een goede afspiegeling vormt van de totale populatie vrijwilligers. Sommige provincies waren de laatste paar jaar n.l. ondervertegenwoordigd en andere oververtegenwoordigd. Om die reden hebben twee vrijwilligers afscheid genomen van de Raad. Het komt er met name op aan om het contact met de achterban te verbeteren. Het komende jaar zal hier verder aan gewerkt worden. Vriendschappelijk huisbezoek, vervoer en hand- en spandiensten In Amsterdam is het aantal cliënten dat gebruik maakt van vriendschappelijk huisbezoek in vergelijking met het vorig jaar gedaald, van 126 tot 104. De meerderheid van de cliënten is nog steeds boven de 80 jaar en veelal hulpbehoevend. Opnieuw werd er ook dit jaar dan ook aanzienlijk intensieve zorg geboden door vrijwilligers. Tegelijkertijd is er in vergelijking met een aantal jaren geleden een lichte verschuiving in de leeftijdsopbouw. Het aantal 80-plussers is in geringe mate afgenomen terwijl het aantal cliënten tussen de 70 en de 80 enigszins is toegenomen. Door de vervoersvrijwilligers zijn dit jaar 125 keer cliënten vervoerd naar arts ziekenhuis, koffieclub of openbare instelling. De regio Amsterdam en omstreken telde aan het begin van het jaar 47 vrijwilligers en aan het eind 39. In de ZON (Zuid, Oost, Noord-Nederland) werden gedurende 2009 19 cliënten bezocht; aan het eind van dat jaar waren er ten gevolge van overlijden nog 16. Er waren 16 vrijwilligers actief. In de ZZ (Zuid-Holland, Zeeland) is het aantal cliënten vrijwel gelijk gebleven; 29 cliënten maakten gebruik van het vriendschappelijk huisbezoek. De regio ZZ telt 17 actieve vrijwilligers. Ook in de mediene is het merendeel van de cliënten bejaard. Over heel Nederland blijft het aantal vrouwelijke cliënten ver in de meerderheid. In het jaar 2009 hebben 72 vrijwilligers hulp geboden aan 180 cliënten.
23
Telefooncirkel Amsterdam Het aantal vrijwilligers bedroeg in 2009 vijf. Het is een hecht team dat verantwoording neemt en in actie komt wanneer het nodig is. Er waren in 2009 vier deelnemers. Vrijwilligers opbouwwerk In 2009 kon de sector Zorg en Preventie rekenen op de inzet van 58 vrijwilligers die de organisatie op zich namen van sociale en culturele activiteiten, zoals koffieochtenden, culturele evenementen, viering van feestdagen, excursies e.d. Preventief huisbezoek Voor regio Amsterdam zijn er 4 vrijwilligers actief geweest voor het preventief huisbezoek. In 2009 hebben 69 huisbezoeken plaatsgevonden. Regelmatig vloeit er een verwijzing voort uit deze bezoeken omdat blijkt dat er hulp nodig is. Belproject Het doel van dit project is het bieden van een vorm van sociaal contact ter verlichting van de eenzaamheid van ouderen. Er zijn twee vrijwilligers actief bij het belproject. Dit jaar werden 6 cliënten wekelijks gebeld. In je nopjes aan de knopjes Vijf vrijwilligers hebben dit jaar uitleg gegeven aan 12 cliënten over apparaten in en om het huis. Meestal gaat het om vragen over de computer, software, en het instellen van mobiele telefoons, televisies en videorecorders. De vrijwilligers, waarvan drie adolescenten, krijgen een kleine vergoeding voor hun diensten. In het kader van deze dienstverlening is er in 2009 98 uur gewerkt. Vrijwilligers taallessen In het kader van het ouderenwerk hebben negen oudere vrijwilligers Nederlandse les gegeven aan 35 Israëli’s in Amsterdam, Den Haag en het Gooi.
24
Administratie en post Voor administratieve werkzaamheden, archiefwerkzaamheden en postverwerking konden wij het afgelopen jaar rekenen op vier vrijwilligers.
THUISZORG In het kort Het werk van de sector wordt uitgevoerd door 105 medewerkers en 34 alfahelpenden. Ten opzichte van het verslagjaar 2008 steeg het aantal cliënten in de thuiszorg van 731 naar 770 cliënten en het totaal aantal uren van 60.099 naar 62.396. Deze toename is grotendeels het gevolg van de toenemende zorgbehoefte van de eerste generatie vervolgingsslachtoffers. De sector Thuiszorg stelde zich voor 2009 zogenaamde kerndoelen, die binnen het verslagjaar dienden te worden gerealiseerd De kerndoelen betroffen: 1. Verbetering van de zorgverlening aan cliënten op basis van de uitkomsten van cliënttevredenheidsmeting, de cliëntenpanels en de uitkomstindicatoren ‘verantwoorde zorg’. Jaarlijks worden er onder de cliënten van zorginstellingen diverse metingen gehouden waarmee de tevredenheid wordt vastgesteld. Deze metingen worden gehouden in het kader van het programma ’verantwoorde zorg’ en de continue benchmark van de branchevereniging Actiz. Naast deze metingen organiseerde JMW-thuiszorg twee cliëntenpanels, waaraan totaal circa 60 cliënten en mantelzorgers deelnamen. Deze beide bijeenkomsten werden eveneens bijgewoond door twee leden van de Cliënten- en deelnemersraad van JMW. In open gesprekken gaven de cliënten en mantelzorgers hun mening over een groot aantal onderwerpen die van belang zijn voor de zorgverlening. De cliënten gaven aan tevreden te zijn over de zorg en gaven JMW in het cliënttevredenheidsonderzoek gemiddeld een 8. 2. De uitvoering van het kwaliteitsbeleid en de realisatie van de verbeteractiviteiten naar aanleiding van de interne en externe audits. Het kwaliteitsbeleid van de sector is gericht op continue verbetering van de geleverde zorg en het beleid ten aanzien van medewerkers. In 2006 werd aan JMW-Thuiszorg, na een uitgebreide toetsing door Det Norske Veritas (DNV), volgens de eisen zoals deze zijn vastgelegd in het certificatieschema 2006 van de stichting Harmonisatie Kwaliteitseisen Zorginstellingen (HKZ), voor de eerste keer het HKZ-certificaat uitgereikt. In het verslagjaar vond de derde jaarlijkse toetsing door DNV plaats. Dit maal betrof het een hertoetsing op basis waarvan opnieuw voor een periode van drie jaar het certificaat wordt toegekend. Deze hertoetsing verliep succesvol. Er werden evenals bij de toetsing
25
in 2008 vier zogenaamde ‘categorie 2 afwijkingen’ geconstateerd. Voor het opstellen van een plan van aanpak voor verbetering is een termijn gesteld van maximaal drie maanden. Ruim binnen deze termijn kon JMW aan de gestelde eisen voldoen en werd ons een nieuw HKZ-certificaat toegekend. In het verslagjaar werden conform het scholings- en deskundigheidsbevorderingsplan diverse cursussen georganiseerd voor de medewerkers. Aan alle medewerkers in de thuiszorg werd een cursus methodisch werken aangeboden. De vijfdaagse cursus werd gegeven door een externe cursusleidster, die verbonden is aan het Novacollege in Haarlem. Voor de nieuwe huishoudelijke medewerkers werd een introductiecursus georganiseerd. Hieraan deden acht medewerkers mee. Ook voor nieuwe medewerkers in de verzorging kon een introductiecursus worden georganiseerd in samenwerking met een andere thuiszorgorganisatie buiten Amsterdam. In 2009 werd één directiebeoordeling gehouden op basis de uitkomsten van de interne audits; de managementrapportages over de voortgang en kwaliteit van de zorglevering; de analyse van de door cliënten ingediende klachten, de meldingen betreffende incidenten cliënten (MIC) en de melding van arbeidsongelukken. Op basis van deze beoordeling werd als belangrijk verbeterpunt vastgesteld dat er meer aandacht moet zijn voor de ontwikkeling van praktische vaardigheden in het cursusprogramma van zowel de introductiecursus als de opleiding zelf. Met de opleiders konden nog in 2009 hierover afspraken worden gemaakt. Toegang tot de zorgverlening en bereikbaarheid van de afdeling De thuiszorg van JMW geniet een grote mate van bekendheid binnen de Joodse gemeenschap in Amsterdam en directe omgeving. De meeste cliënten wendden zich dan ook op eigen initiatief tot onze thuiszorg. Daarnaast verwezen huisartsen, transferverpleegkundigen, het algemeen maatschappelijk werk, het steunpunt mantelzorgondersteuning Chasoet en de partners van het Joods Zorg Circuit cliënten door naar JMW. Voor cliënten is de thuiszorg van JMW tijdens de dagelijkse spreekuren telefonisch bereikbaar. Voor spoedzaken kan ook buiten deze uren een beroep worden gedaan op de leiding worden gedaan. Voor noodgevallen is de thuiszorg 24 uur bereikbaar via een mobiel telefoonnummer.
26
Zorgverlening Er werden 160 indicaties en herindicaties voor thuiszorg afgegeven in 2009 aan cliënten voor de levering van zorg door JMW. De indicaties voor cliënten in Amsterdam werden voor zowel de AWBZ-functies als het huishoudelijk werk verstrekt door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De gemeente Amstelveen evenals de gemeente Ouder-Amstel verzorgen de indicaties voor het verkrijgen van hulp bij het huishouden zelf. Van de gemeente Ouder-Amstel werden in 2009 geen indicaties ontvangen. Evenals voorgaande jaren werd met het CIZ overeengekomen dat de indicatieadviseur van JMW zijn werkzaamheden in CIZ verband uitvoert. Als zogeheten ‘kennisdrager van het Joodse aspect’ bij de indicatiestelling geeft de indicatieadviseur zo nodig advies aan collega indicatieadviseurs binnen het CIZ en verzorgt hij tevens het grootste deel van de indicaties voor het Joods verzorgings- en verpleeghuis Beth Shalom. Aan geïndiceerde cliënten kon na aanmelding, gedurende de termijn van de indicatie, de gevraagde hulp worden geleverd in de vorm van persoonlijke, verpleegkundige en huishoudelijke zorg. Behoudens de huishoudelijke zorg en de alfahulpverlening werd de persoonlijke verzorging en de verpleging zowel overdag, in de avonduren, tijdens Joodse en algemene feestdagen en in de weekends verleend. In bijzondere situaties werd op basis van de indicatie begeleiding ingezet. De begeleiding bij cliënten, die deze functie bij de indicatie toegewezen hadden gekregen op somatische grondslag, moest worden beëindigd ingevolge de wijzigingen in de AWBZ-regelgeving. Eveneens werd door een wijzing in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) de alfahulpverlening op 31 december 2009 officieel beëindigd. Alle cliënten die, vaak jaren achtereen, alfahulp door JMW bemiddeld waren, kozen voor de overgang naar hulp bij huishouden door een medewerker in dienst van JMW. Geen van de cliënten, die voorheen alfahulp hadden koos voor de mogelijkheid om via een persoonsgebonden budget zelf hulp te contracteren. Van de alfahulpen konden er 21 in dienst komen bij JMW als thuishulp A. Zes alfahulpen gaven aan van deze mogelijkheid geen gebruik te willen maken.
27
Registratiegegevens Functieprestaties Persoonlijke verzorging (AWBZ) Hulp bij huishouden 2 (WMO)
Uren 2.3182 2.3372
Aantal cliënten 229 280
Begeleiding (OB basis) OB somatisch Activerende begeleiding
3.163 434 10
44 15 10
Hulp bij huishouden 1 (alfahulp) Verpleging (AWBZ) Advies, Instructie en voorlichting
9.854 1.140 34
101 46 21
Persoonsgebonden budget
1207
24
62.396
770
Totaal
Bij de Commissie Melding Incidenten Cliënten (MIC) kwam één melding binnen betreffende een cliënt die, verzwakt, tijdens de verzorging in slaap viel en daarbij voorover viel, zonder persoonlijk letsel op te lopen. Voor de levering van de verpleegkundige zorg werd evenals voorgaande jaren ook in 2009 de verpleegkundigen van Beth Shalom ingeschakeld. Naast de geïndiceerde uren verpleging gaven zij eveneens advies, instructie en voorlichting betreffende wondverzorging, gebruik van medicijnen en hulpmiddelen aan chronisch zieke cliënten. Wachtlijst Evenals in 2008 stonden er in 2009 geen cliënten langdurig op de wachtlijst. Aan de zorgvraag voor persoonlijke verzorging, verpleging en huishoudelijk werk kon aan de gestelde leveringstermijnen vanuit de AWBZ en gemeentelijke WMO-bepalingen worden voldaan. Mantelzorgondersteuningspunt Chasoet Het mantelzorgondersteuningspunt Chasoet ondersteunt mantelzorgers van cliënten, die langdurig hulpbehoevend zijn. In het verslagjaar deden 69 mantelzorgers via Chasoet een beroep op de coördinatoren. Aan hen werd in hoofdzaak emotionele ondersteuning, advies en informatie geboden. In een aantal gevallen werd een vrijwilliger in gezet voor de uitvoering van activiteiten met als doel de taak van de mantelzorger te verlichten. Ook werd een aantal mantelzorgers voor verdere ondersteuning en hulp verwezen naar de activiteiten van de andere sectoren binnen JMW.
28
Maaltijdvoorziening, alarmering en uitleen van hulpmiddelen JMW thuiszorg bemiddelde evenals in voorgaande jaren bij verstrekking van kosjere maaltijden, alarmering en uitleen van hulpmiddelen in de diverse gemeenten, waar binnen JMW thuiszorg verleent aan cliënten. Personeelsbeleid De werving van nieuwe medewerkers verliep in tegenstelling tot vorig verslagjaar zonder grote problemen als gevolg van de economische crisis. Het ziekteverzuimpercentage daalde in de afgelopen jaren sterk bij de uitvoerende thuiszorgmedewerkers. Voor het jaar 2009 werd voor de sector thuiszorg ingezet op handhaving van het ziekteverzuimpercentage van 4,7%. Het gemiddeld ziekteverzuimpercentage in 2009 bedroeg 3,77% voor de afdeling thuiszorg. Het verzuimpercentage was hiermede vrijwel gelijk aan 2008. In het verslagjaar werd er één melding gedaan door een thuiszorgmedewerker van een ongeval, dat plaats vonden in diensttijd tijdens de zorgverlening bij een cliënt aan huis.
29
De klachtencommisie, de secretaris en de klachtenfunctionarissen.
KLACHTEN In het kort In 2009 werden 7 klachten ingediend. Dit aantal komt exact overeen met het gemiddelde van de laatste 7 jaar waarover 49 klachten in totaal werden ingediend. De minste klachten betroffen de sector Z & P (1), terwijl in de beide andere sectoren (Hulpverlening en Thuiszorg) elk, 3 klachten werden ingediend. Hulpverlening Twee klachten betroffen communicatie. In het ene geval ging het om een misverstand met betrekking tot het tijdstip van een groepsbijeenkomst. Een gesprek met de betrokken maatschappelijk werkster kon bewerkstelligen dat het geschonden vertrouwen van de klager werd hersteld. In het andere geval ging het om een onheuse bejegening door een maatschappelijk werkster waarvan later mededeling werd gedaan in een gesprek met een collega van haar. De klager zag, naar aanleiding van het contact dat de aangeklaagde maatschappelijk werkster opnam, af van een bemiddeling door de klachtenfunctionaris of een beroep op de klachtencommissie. Bij de derde klacht in deze sector betrof het een contact met JMW in het verleden. Uit de uitvoerige brief van klager viel echter niet op te maken om welke klacht het nu exact ging. Ook de daarop volgende correspondentie met de klager leidde niet tot dit inzicht. Thuiszorg De eerste klacht in deze sector betrof het, naar het oordeel van de klager, uitblijven van meer en andersoortige hulp, i.c. maatschappelijk werk. De klager, die optrad namens een familielid, wilde geen ander dan schriftelijk contact. Hij werd als gemachtigde op de hoogte gebracht van het feit dat de geboden thuiszorg exact overeenkwam met de indicatiestelling en dat de leefomstandigheden van de cliënt geen aanleiding vormden voor een vroegtijdige herindicatie. De klager zag in deze reactie geen aanleiding tot een verdere briefwisseling.
30
Klachtencommissie In haar jaarlijkse evaluatievergadering heeft de commissie overleg gevoerd met het Managementteam over klachten als onderdeel van het kwaliteitssysteem binnen de instelling. In de samenstelling van de commissie kwam geen verandering: mevrouw mr M. Pach, voorzitter, mevrouw J. Stodel, lid mevrouw E. Santen, lid
Plaatsvervangende leden: mevrouw mr dr J.C. Hes, voorzitter mevrouw drs A. Roschar-Rosenstein, lid mevrouw mr S. Tamboer, lid. Klachtenfunctionarissen: mevrouw M.G. Pauka M.M. Grünfeld Secretaris: drs A.J. Agsteribbe
De tweede klacht had betrekking op een kennelijk misverstand waardoor de hulp per abuis was gestaakt. Met de excuses van de leiding en een onmiddellijke hervatting van de hulp stelde de klager zich tevreden. De derde klacht ging over het bij herhaling niet op tijd arriveren van de hulp en het achterwege blijven van informatie over gewijzigde werktijden bij hem. De bemiddeling door de klachtenfunctionaris stelde deze klager aanvankelijk op beide punten tevreden. Toen kort daarna zich opnieuw een soortgelijk incident voordeed was voor klager de maat vol. Hij wendde zich rechtstreeks tot de klachtencommissie die hem in het gelijk stelde. De bestuurder die conform het klachtenreglement een standpunt moet bepalen naar aanleiding van een uitspraak van de commissie stelde in zijn reactie geen maatregelen te treffen daar het een structurele probleem betreft waarmee de werksoort ook elders worstelt. Wel zegde hij toe om nader onderzoek door de sectormanager te laten uitvoeren naar het te laat komen van hulpen. Zorg & Preventie De klacht in deze sector betrof de naar het oordeel van de klager ‘gebrekkige informatie’ bij een themalezing over het (Joodse) begrafeniswezen door JMW. De klager stelde er alleen prijs op om van zijn onvrede in een briefje blijk te geven en wilde geen verdere bemoeienis. Naast deze klachten ontving de klachtencommissie een brief van een Israëlisch onderzoeksinstituut dat haar onvrede uitte over de verjaringstermijn waarop JMW zich beriep in de kwestie van het door de wezen in Israël geëiste rechtsherstel. Op het verzoek van de klachtencommissie om de klacht te formuleren op een wijze die, overeenkomstig het klachtenreglement, vatbaar is voor behandeling door de commissie bleef (ook na een rappel) een reactie uit. Afhandeling Alle klachten werden binnen de termijnen die het klachtenreglement stelt afgehandeld.
31
CLIËNTEN- EN DEELNEMERSRAAD Vergaderfrequentie De Raad heeft in het verslagjaar zesmaal vergaderd. De heer Vuijsje, algemeen directeur-bestuurder van JMW, heeft na de pauze alle vergaderingen bijgewoond en inlichtingen verschaft over actuele zaken en gebeurtenissen binnen JMW. Werkzaamheden t.b.v. cliënten en deelnemers Kennisondersteuning In het verslagjaar heeft de directie van JMW drie bijeenkomsten voor de leden van de CDR belegd om informatie te verschaffen over de organisatie in brede zin. Daartoe hebben de heren Vuijsje en Kooyman (staffunctionaris Onderzoek) een presentatie gehouden over demografie, profielen van cliënten en deelnemers van JMW, het hulpverleningsmodel van JMW en de organisatie van JMW. Mevrouw Kok-Carstens (sectormanager Hulpverlening en Thuiszorg) en de heer Toff (hoofd afdeling Thuiszorg) hebben het kwaliteitsbeleid in de thuiszorg behandeld. De dames Anstadt en De Baat (hoofden Zorg & Preventie) en de heer Vuijsje hebben een presentatie gehouden over Joodse activiteiten en het ouderenwerk van JMW. De presentaties worden voortgezet in 2010. Gebruikerscommissie van het Joodszorgcircuit De heer Konijn heeft bijeenkomsten van de Gebruikerscommissie bijgewoond. Vereniging Cliëntenbelang Amsterdam De heer Degen heeft de vergaderingen van Vereniging Cliëntenbelang Amsterdam bijgewoond. AGIS Zorginkoop De heer Delden is in het verslagjaar formeel gekozen als afgevaardigde van de CDR in de cliëntenraad van AGIS Zorginkoop. De heer Delden heeft aan de verplichting voor nieuwe leden van deze raad voldaan door een driedaagse cursus te volgen. Daarnaast heeft hij diverse vergaderingen van Agis bijgewoond. Mevrouw Bonn zal indien nodig ruggespraak houden met de heer Delden over het innemen en naar buiten brengen van standpunten in complexe onderwerpen.
32
Samenstelling Aan het eind van het verslagjaar was de samenstelling van de Raad als volgt: • dr P.A.B. Konijn (voorzitter en vertegenwoordiger van de Raad in de Gebruikerscommissie van het Joods Zorgcircuit); • de heer R. Kurk (vice-voorzitter); • mevrouw M. Bonn (ondersteunt indien gewenst de heer Delden als afgevaardigde in Agis Zorginkoop); • de heer M. Degen (vertegenwoordiger van de Raad in de Vereniging Cliëntenbelang
Amsterdam en rapporteert vanuit de cliëntenraad van de PUR); • de heer J. Delden (secretaris-penningmeester; officieel afgevaardigde in de cliëntenraad van Agis Zorginkoop) • mevrouw R. Spiero-Hochfeld. Secretariële ondersteuning wordt verleend door mevrouw R. Hoogenraad.
PUR/SVB De heer Degen informeert de Raad over de opstelling van de cliëntenraad van de PUR inzake de overgang van de PUR naar de SVB. Een groot aantal van de cliënten en deelnemers van JMW ontvangt bijstand van de PUR. In het verslagjaar is de heer Degen vanuit zijn functie als lid van de cliëntenraad van de PUR toegetreden tot de Klankbordgroep. Vanuit JMW zijn mevrouw Katzenstein (kwaliteits- en aandachtsfunctionaris Hulpverlening) en de heer Vuijsje vertegenwoordigd. De staatssecretaris van VWS, mevrouw J. Bussemaker, heeft de Klankbordgroep in het leven geroepen voor de vertegenwoordigers van de cliëntenraad van de PUR en belangengroepen en organisaties van verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit binnen- en buitenland. De Klankbordgroep wisselt regelmatig van gedachten met vertegenwoordigers van het ministerie van VWS – en af en toe in aanwezigheid van de staatssecretaris – over de wijze waarop met de overdracht van taken de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen gewaarborgd blijven, zodat de werkwijze en bejegening onder de vleugels van de SVB aan diezelfde hoge standaarden zullen voldoen als men nu van de PUR gewend is. Het is van groot belang om te weten welke eventuele zorgen en ideeën over de overdracht naar de SVB leven bij de doelgroepen, mede gelet op het belang dat gehecht wordt aan de beginselen ‘bijzonder solidariteit en ereschuld’. Prismantonderzoeken De Raad heeft de onderzoeken uit 2007 en 2009, die door Prismant zijn gehouden en die de cliëntwaardering in de thuiszorg weergeven, geëvalueerd. De raad ondersteunt de voorgestelde verbeteracties. Twee punten verdienen nader onderzoek: de onbekendheid van de Raad bij cliënten en de klacht van cliënten over teveel wisselende hulpen. Alhoewel de Raad in de folder voor nieuwe cliënten vermeld staat, hoopt deze de eigen bekendheid met de op stapel staande Raadsfolder te vergroten. De webtekst is aan het eind van het verslagjaar uitgebreid en vernieuwd. Om zelf inzicht te krijgen in het verbeteren van de klacht over teveel wisselende hulpen heeft de Raad eenmaal twee leden afgevaardigd (de heren Konijn en Degen) naar een bijeenkomst van het cliëntenpanel van de afdeling Thuiszorg. Daarnaast heeft de Raad de heer Toff (hoofd afdeling Thuiszorg) verzocht aan dit probleem in de Benjamin aandacht te besteden. Aan dit verzoek wordt gevolg gegeven.
33
JMW-handboek Thuiszorg De Raad heeft in het verslagjaar kennisgenomen van nieuwe protocollen en aanvullingen op en wijzigingen in de protocollen van het JMW-handboek Thuiszorg. De Raad ondersteunt de wijzigingen. De Benjamin De Raad heeft met instemming de vernieuwing van de Benjamin gezien. In het verslagjaar heeft geen van de leden van de raad gebruikgemaakt van de mogelijkheid om een stukje voor de column van de CDR in de Benjamin te schrijven. Overige aandachtspunten in het verslagjaar • In alle vergaderingen is de economische crisis en de mogelijke gevolgen voor het werk van JMW aan de orde gekomen. De heer Vuijsje licht de raad in deze nauwgezet voor. • De invoering van het EPD (elektronisch patiëntendossier). De meningen in de Raad over de invoering zijn verdeeld van ‘uitstekend’ tot ‘wat gebeurt er met mijn gegevens’. Het onderwerp zal in 2010 opnieuw worden geagendeerd. • De invoering van de DBC (diagnosebehandelingcombinatie). Mevrouw Bonn heeft hierover contact met de heer Vuijsje gehad. Ook dit onderwerp zal in 2010 weer geagendeerd worden. • Het voortbestaan van JMW-Ouderenwerk nu de subsidie van de NIISA is weggevallen. De Raad heeft zich hierover laten informeren door de heer Vuijsje en de dames Anstadt en De Baat. Wordt in 2010 weer geagendeerd. Zijn de financiële bijdragen voor Bij Leven En Welzijn uit de Joodse Gemeente voldoende om de veiligheid van cliënten en deelnemers te waarborgen? De Raad is van mening dat het werk naar behoren wordt verricht. Slot De Raad dankt de heer Vuijsje en de leidinggevenden voor hun openhartige en informatieve opstelling.
34
Accountantsverklaring Opdracht Wij hebben gecontroleerd of het verkort Accountantsverklaring financieel jaarverslag van Stichting Joods Maatschappelijk Werk te Amsterdam over 2009 op juiste wijze is ontleend aan de door ons gecontroleerde jaarrekening 2009 van Stichting Joods Maatschappelijk Werk. Bij die jaarrekening hebben wij op 27 mei 2010 een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt. Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opstellen van het verkort financieel jaarverslag in overeenstemming met de grondslagen zoals gehanteerd in de jaarrekening 2009 van Stichting Joods Maatschappelijk Werk. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake het verkort financieel jaarverslag te verstrekken.
Werkzaamheden Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig dienen wij onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het verkort financieel jaarverslag op juiste wijze is ontleend aan de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel is het verkort financieel jaarverslag in alle van materieel zijnde aspecten op juiste wijze ontleend aan de jaarrekening.
Toelichting Wij vestigen er de aandacht op dat voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van de stichting en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle het verkort financieel jaarverslag dient te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij op 27 mei 2010 verstrekte goedkeurende accountantsverklaring. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel. Amsterdam, 30 juni 2010 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. M. Septer ra
Financieel verslag Balans per 31 december ACTIEF Vaste activa Materiële vaste activa
2009
Exploitatierekening 2008
€
€
170.590
222,972
61.911 24
Exploitatie 2008
€
€
€
3.636.266
3.686.116
3.531.387
1.264.417 959.584 _______________
1.078.035 462.180 _______________
1.222.277 1.016.462 _______________
5.860.267
5.226.331
5.770.126
5.232.652 58.338 272.183 517.101 102.362 149.717 _______________
5.067.497 82.200 307.020 478.308 136.576 232.730 _______________
5.059.407 52.242 284.286 470.924 163.782 146.354 _______________
6.332.353
6.304.331
6.176.996
472.086-
1.078.000-
406.870-
Bijdrage Joodse fondsen _______________ 472.086
1.078.000 _______________
406.870 _______________
0
0
Baten
73,796 749 Lasten
33.064
12,352-
564.531 659.530
535,481 597,674
787.091
940,054
Som der vlottende activa
1.446.621
1,537,728
Totaal
1.617.211
1,760,700
Liquide middelen
Begroting 2009
Subsidies Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Overige opbrengsten
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Rekeningen-courant Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Zorgkantoor AWBZ Overige vorderingen en overlopende activa
Exploitatie 2009
Personeelskosten Afschrijvingen Huisvestingskosten Kantoorkosten Algemene kosten Specifieke kosten _______________
Som van de bedrijfslasten Exploitatiesaldo voor bijdrage diverse Joodse fondsen
PASSIEF Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Eigen vermogen Jubilea vooorzieningen Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Rekeningen-courant Overige schulden en overlopende passiva
Totaal
0
0
0
0
0
0
Exploitatiesaldo na bijdrage diverse Joodse fondsen
0
42.430 127.685
177,330
253.626 172.245
219,215 345,105
1.021.225
1,019,050
1.574.781
1,760,700
1.617.211
1,760,700
35
R a a d v a n To e z i c h t , bestuur en medewerkers Naar de toestand van 31 december 2009
Raad van Toezicht
Sector Hulpverlening
Drs H.J. van den Bergh, VOORZITTER Prof. dr G.T.B. Sanders, VICE-VOORZITTER Drs R.P. Baruch Mevr. A. Coronel, MSc Drs M.E. Paktor Drs E.T. van Praag Mevr. mr Y.B. Walvisch-Stokvis
UNIT AMSTERDAM
Bestuur Drs H.G. Vuijsje, ALGEMEEN DIRECTEUR-BESTUURDER Managementteam Drs H.G. Vuijsje, voorzitter Mevr. H.M. Kok-Carstens, SECTORMANAGER ‘HULPVERLENING’ EN ‘THUISZORG’ Drs R.H.H.M. Mosch, RA CMC, SECTORMANAGER ‘FINANCIËN & ADMINISTRATIE’ Drs A.J. Agsteribbe, BESTUURSSECRETARIS Staf- en aandachtsfunctionarissen Mevr. C. Anstadt, ZORG & PREVENTIE Mevr. B.D. Katzenstein, KWALITEITS- EN AANDACHTSFUNCTIONARIS HULPVERLENING/WUV W.J. Koopmans, KWALITEITS- EN AANDACHTSFUNCTIONARIS HULPVERLENING & THUISZORG Drs C.M. Kooyman, ONDERZOEK Mevr. drs B.L. Tanenbaum, ONDERZOEK Mevr. drs A.N.J. Pels-Looijen, PASTORAAL WERK Mevr. N. Kuyer, PERSONEELSADVISEUR / HOOFD SALARISADMINISTRATIE ALGEMENE ZAKEN & FACILITY MANAGEMENT
Vacature COÖPERATIE VAN JOODSE JONGERENORGANISATIES NEDERLAND
36
Mevr. E.J. Oesterman, UNITHOOFD L.A. Oudkerk Pool, UNITHOOFD Mevr. J.L.I. Tamse, UNITHOOFD Mevr. S.J. Bruinsma Mevr. E. Cohen Mevr. H. van Emden-Pels Mevr. M. Fleuren (STAGIAIRE MAATSCHAPPELIJK WERK) Mevr. M. Fuchs-Grünberg (GROEPSMAATSCHAPPELIJK WERK) Mevr. J.M. Groot M.M. Grünfeld Mevr. W. Hofman Mevr. E.R.L. Huitema Mevr. Y. de Jong Mevr. C.F. Joseph-Szwajcer Mevr. E.E. Konstantinov-Scholtens Mevr. H.E. Mouwes Mevr. I.P. Palache-Sommer, GEDETACHEERD IN ZIEKENHUIS AMSTELLAND/JOODSE VLEUGEL
Mevr. M.G. Pauka V. Shani ZUID-HOLLAND/ZEELAND - UNIT ZZ Mevr. E.J. Oesterman, UNITHOOFD Mevr. J.L.I. Tamse, UNITHOOFD L.A. Oudkerk Pool, UNITHOOFD
Mevr. C. Begeer Mevr. J. Blans Mevr. E.R.L. Huitema ONDERSTEUNING
Mevr. C. Rietbroek Mevr. C. Hergaarden ZUID/OOST/NOORD-NEDERLAND - UNIT ZON Mevr. E.J. Oesterman, UNITHOOFD Mevr. J.L.I. Tamse, UNITHOOFD L.A. Oudkerk Pool, UNITHOOFD
Vacature
Mevr. L. Jeurissen-van Laar Mevr. E. van Stratum
MARKETING EN PR
ONDERSTEUNING
M.U. Kotek Mevr. J.C. Hagenaar, ONDERSTEUNING Mevr. M. de Goede, ONDERSTEUNING
Mevr. G. Ronner
Sector Zorg & Preventie
Ondersteunende afdelingen
Sector THUISZORG
SAMENLEVINGSOPBOUW
DIRECTIESECRETARIAAT
Ph.R.A. Rubens, INDICATIE-ADVISEUR
Mevr. C. Anstadt en mevr. E.E. de Baat,
Mevr. J.H.M. Buesink, HOOFD Mevr. S. Heijmerink-Aschenbrand Mevr. R. Hoogenraad Mevr. T. Lijesen
J.B. Toff, HOOFD J. Kos, COÖRDINATOR ALFAHULPVERLE-
HOOFDEN
Mevr. R.M. van den Berg Mevr. S. Ensel-Avni Mevr. T. Harmsen Mevr. M.F. Samson Mevr. B.L. Tanenbaum SECRETARIAAT
Mevr. M. van den Berg-Slok Mevr. A. Oranje
NING/ZORGMANAGER
Mevr. A. Lassooy-Bermon Mevr. G. van Rijn
REGISTRATIE
Mevr. A. van Driel-van Dort, HOOFD Mevr. L. Biekram-Oediet Doebé Mevr. B.J. Lievendag Mevr. S.A. Schutten-Klaassen
SECRETARIAAT
J. Kos M. Kos Mevr. R.M. Spijkerman
TELEFOON/RECEPTIE VRIJWILLIGERSWERK
Mevr. C. Anstadt, HOOFD Mevr. E.S. de Vries, COÖRDINATOR Er waren 159 vrijwilligers actief. OUDERENWERK
Mevr. E.E. de Baat, HOOFD Mevr. R.M. van den Berg Mevr. I. Hirsch Mevr. S.S.H. Manassen-Leeraar Mevr. M. Oei-Jas SECRETARIAAT
Mevr. G. Tsao
N.J. Boosman Mevr. M. Dresden-Reens Mevr. L.F.C. de Groot S. Heesakkers Mevr. M. de Jong-Kaspin
Kantoren
Mevr. L.D. Muusses E. Najetovic Mevr. M. den Nijs Mevr. S.A. Schutten-Klaassen
centraal bureau Amsterdam De Lairessestraat 145-147 tel 020 - 577 65 77 bureau Rotterdam Goudsesingel 130 tel 010 - 466 86 66
Financiële afdeling A.M. Meijer, HOOFD Mevr. G. van Cleef-Minnesma Mevr. S. van der Terp
bureau Den Haag Gentsestraat 79 tel 070 - 355 56 72
SALARISAFDELING
Mevr. G. van Cleef-Minnesma Mevr. M.E.A. Dekker-van Doorn Mevr. T.J. van Zoen-Haan
bureau Eindhoven Parklaan 85 tel 040 - 243 45 45
HUISHOUDELIJKE DIENST
bureau Arnhem Jansbuitensingel 32II tel 026 - 445 12 89
Y. Babila Mevr. A. Root Mevr. Ch. Marapin-Bisesser
Kaf Patouach (Ivrietlijn) tel 020 - 577 65 99 TRADITIONEEL HELPENDEN
Mevr. A.C. Adriaanse E. Alberts Mevr. R. de Andrade Nogueira Mevr. C. Asfaw Mevr. O. Baas Mevr. L. Ben Avraham Mevr. R.E. Benistant-Reiss Mevr. C.J.H. van den Berg Mevr. C.C. Bergström Mevr. A. van Blanken-Knollenburg Mevr. L.L. Boldewijn Mevr. B.E. Bos Mevr. J.C. Bos Mevr. A. Bosma Mevr. E.M. Bouman Mevr. M. Brink Mevr. T. Bronkhorst-Klepner C.U. Châtelain Mevr. C.R. Cohen-Peres Mevr. L. Cornelisse Mevr. E. van Dapperen Mevr. M. Dolstra-Pameijer Mevr. S. Doornweerd Mevr. O. Drolsbach Mevr. S. Duhen Mevr. M.E. van der Eerden Mevr. A.B. Eisenschmid Mevr. T.H. Elias Mevr. N. Fakkeldij Mevr. E.M. Gans Mevr. K. Gebissa Mevr. N.F. Ghobrial Barsoum
Mevr. M.E.S. Giesen Mevr. A.R. Gunputsing Mevr. Y.J. Guttman Mevr. M.W. de Haan-Marcus Mevr. P.M. Hamstra Mevr. J.L. Heckman Mevr. S.A.S. van Hees-van Ommeren Mevr. M. Heringa Mevr. M.H.M. Herkul Mevr. A.J. Heuker Mevr. J.H.G. Hoshea-Thuss Mevr. S. van Huiden-Ino Mevr. T.M.M. Huijzer E. Ichie Mevr. C. Jansen Mevr. M. de Jong Mevr. B. Kassa Mevr. C.A. Kikkert Mevr. R. Kooyman Mevr. E. Kroeze Mevr. M. Kuin Mevr. A. Lassooy-Bermon D. Leerink I.J. Letov Mevr. D.Y. Li Mevr. S.S. Liberman J.M. Luitjes Mevr. H. Luning Mevr. N.L. Luning Mevr. N. Mahmud Mevr. J. Marsman G. Meijer Mevr. M.M. Mijnals
Mevr. M.A. Morren Mevr. D.D. Neslo Mevr. M.E. Noga Mevr. E.K.J. Pladdet Mevr. M. Quaadvliet-Harnik Mevr. S.J. Read Mevr. G. van Rijn Mevr. M.J. de Rooij Mevr. R.C. Rosebel Mevr. I. Ruiz-Clavijo Jimenez J.H. Runge Mevr. F. Russchen Mevr. I.R. van der Scheer Mevr. A.A.M. Scholten Mevr. M. Schrama Mevr. J.M. Selten Mevr. J. Siegel T.P. de Snoo Mevr. R.M. Spijkerman Mevr. C.E. Stam Mevr. M.R. Stegers-Coopman Mevr. J. van der Straten Mevr. M.C.F.A. van Straten Mevr. A.N. Tesfay Mevr. M.R. ten Tusscher Mevr. J. Versluis Mevr. E. Versteegh-van der Hoop Mevr. E.N. Vos-Maat Mevr. R.F. de Vries-Borgman Mevr. J. van der Wel Mevr. N.C.I. Wimpel Mevr. H.E. Zinhagel Mevr. Y. Zwaal-Arami
37
G E M E E N S C H A P S R A A D Kerkgenootschappen Namens het NIK:
Namens het PIK: Namens het NVPJ:
dr drs ing A. Baumgarten, ra N. Falch, H.M. Polak mevr. mr E.N. Wikler-Nordmann vacature vacatures (2) I.B. Cohen, mevr. S.L. Navon-Hage H.J. Polak mr F. Salomon VOORZITTER
Organisaties oorlogsgetroffenen Namens het JOK: P. Manasse Namens het VBV: mevr. F. Neter-Polak Organisties voor ouderen Namens de Bejaardensociëteit Den Haag:
vacature vacature
Organisaties voor jeugd en jongeren Namens Bné Akiwa: vacature Namens Netzer: mevr. J. Stokx Sociaal-culturele organisaties Namens de Joodse Bridgeclub: mevr. M. Wessels-Abram Namens Jonag: vacature
38
Organisaties voor Israëli’s Namens Mifgash: Namens Wizo Gescher:
J. Tordjman mevr. Ch. Kuker
Ondersteuning door het bureau:
mevr. Hoogenraad
I n
m e m o r i a m
In het verslagjaar stierf op 59-jarige leeftijd de heer H.B. Fortuin, staffunctionaris algemene zaken & facility management. De heer Fortuin, Chaim, heeft zich in zijn bijna 35-jarige dienstverband leren kennen als een buitengewoon betrokken en geliefd medewerker. Onverbrekelijk is zijn naam verbonden aan het werk van de Commissie Individuele Hulpverlening en de Commissie voor de Studiefondsen, beide ten behoeve van materiële ondersteuning, het pesachverblijf voor ouderen in ‘Lunteren’ en de ondernemingsraad, waarvan Chaim sinds de oprichting van die Raad in 1978, in verschillende functies, deel uitmaakte. Als eerste Arbo-coördinator gaf Chaim vorm aan de opzet van het Arbo-beleid binnen de instelling. Daarnaast heeft Chaim zich bewogen op een groot aantal andere gebieden binnen onze organisatie. Chaim was een gedreven man, die geen onrecht verdroeg. Hij wist zich onlosmakelijk verbonden met JMW en de geschiedenis van onze doelgroep. Chaim Fortuin was misschien niet het gezicht van JMW, het geweten van JMW was hij zonder enige twijfel. De ernst waarmee Chaim zijn functie vervulde stond overigens een aanstekelijk gevoel voor humor niet in de weg: zijn optredens op feesten en partijen zorgden voor menige geslaagde avond. Met zijn heengaan lijdt de instelling een bijzonder verlies. JMW zal Chaim Fortuin voor alles wat hij heeft betekend voor de instelling met groot respect blijven herdenken.
Mevrouw G.M. van Maanen-van den Bos stierf in het verslagjaar op 78-jarige leeftijd. Gerda was als maatschappelijk werkster in dienst bij de unit ZZ (Zuid-Holland, Zeeland) van 1976 tot 1997. Zij werkte vanuit de kantoren Den Haag en Rotterdam. Gerda die van oorsprong verpleegster was liet zich later omscholen tot maatschappelijk werkster. Aanvankelijk kwam Gerda in dienst om de unit te ondersteunen bij het opmaken van de basisrapporten voor de Wuv. Al snel werd zij echter ingezet voor het algemeen maatschappelijk werk. Met haar medische achtergrond bracht zij iets extra in het team. Ook haar cliënten, bij wie zij zeer geliefd was, trokken profijt van die achtergrond. JMW is haar namens die cliënten veel dank verschuldigd.
In het verslagjaar ontviel de JMW-gemeenschap mevrouw Wilhelmine van CoeverdenMeijer (1922). Jarenlang was zij de voorzitter van de Sociale Commissie Rotterdam, die onze cliënten in die regio materiële ondersteuning biedt. Als voorzitter was zij de bindende factor van de commissie, die haar werk in stilte verricht. JMW is haar grote erkentelijke dank verschuldigd.
Met leedwezen heeft JMW ook kennis genomen van het overlijden van de heer A.S. Herman. Rabbijn en psychoanalyticus Sonny Herman (1927) was van 1976 tot 1986 als pastoraal werker werkzaam bij JMW. Binnen JMW was Sonny een begrip. Door zijn achtergrond was hij de cliënten die hij zelf begeleidde tot grote steun en vormde hij een bron van kennis en inspiratie voor onze maatschappelijk werkers die hem consulteerden. Voor zijn bijdrage aan de hulpverlening aan vervolgingsslachtoffers waartoe zijn functie door het toenmalige Ministerie van CRM bij onze instelling werd ondergebracht, is JMW hem grote erkentelijkheid verschuldigd.
De Lairessestraat 145-147 1075 HJ Amsterdam Telefoon 020 - 577 65 77 Telefax 020 - 577 65 00
[email protected] www.joodswelzijn.nl