Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:23
VASCO
Pagina 1
VLOERVERWARMING TECHNISCHE INFORMATIE
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:23
Pagina 2
1980-2005 25 JAAR ERVARING IN VLOERVERWARMING
LEEF MOOIER
• • • LEEF GOEDKOPER • • • LEEF GEZONDER • •
Onzichtbare warmte Meer wandoppervlakte vrij Ideaal in combinatie met designradiatoren Aangenaam temperatuur aanvoelen Besparing tot 12% op uw verwarmingsbudget Elektronische aanpassing aan de warmtebehoeften Gezond leefcomfort Gelijkmatige warmteverdeling
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:23
Pagina 3
VASCO heeft reeds 25 jaar ervaring als verdeler van vloerverwarming. Sedert het begin maken wij gebruik van de hoog kwalitatieve VPEa (Thomas Engel) buis, één van de meest gebruikte buizen op de markt. De enige verandering die aangebracht werd aan deze buis is de toevoeging van het antizuurstofdiffusiescherm. Momenteel gebruiken wij ook de nieuwe meerlagige VASCO-Aluflex buis. In het begin maakten wij gebruik van metalen bevestigingshaakjes om zo de buis beter te monteren op de isolatie. Momenteel gebruiken wij het Tacker-systeem om de buis op de folie te bevestigen wat nog beter en sneller werkt. In bepaalde gevallen installeren we de vloerverwarmingsbuis met behulp van een noppenplaat. Dankzij ons hoogwaardig kwaliteitsmateriaal en onze 100% gratis service (bezoek aan de werf, studie en legplan door ons studiebureel, eventuele inwerkingstelling van de regeling) bieden wij u een zeer hoge garantie op ons systeem.
INHOUD ALGEMEEN Energiebesparing Het vloerverwarmingscomfort Toepassingen
03-04
VLOEROPBOUW Betonnen draagvloer Vochtigheidsscherm Randisolatie Chape (cementgebonden) Vloerbedekking Voegen
05-07
SYSTEMEN Tackersysteem Noppenplaatsysteem
08-09
VLOERVERWARMINGSBUIZEN Zuurstofdoorlaatbaarheid VPE a/a-d buis Aluflex meerlagen buis Buisverbindingen Transport en stockage Legpatroon van de vloerverwarmingsbuis BEREKENING Warmteverliezen Warmteafgifte Zelfregelend effect Dimensionering COLLECTOREN
12-13
14
REGELING 15-16 Regeling van het waterdebiet per vloerverwarmingskring Regeling van de voorlooptemperatuur Compact unit (pompmengblok + regelsysteem) Vloerverwarming als basisverwarming GA VOOR VASCO-ZEKERHEID / GARANTIE
17
®
01
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:23
Pagina 4
De VASCO-vloerverwarmingssystemen zijn totaal-oplossingen die u een ongekend woon- en/of werkcomfort garanderen. Binnen 3 dagen ontvangt de groothandel of installateur van ons een prijsberekening, binnen 2 weken, na bestelling, een gedetailleerde warmtetechnische studie en legplan. Indien gewenst kan de installateur een specifieke technische opleiding krijgen en op zijn eerste werven begeleid worden door VASCO-specialisten. De ervaring van de installateur staat nl. garant voor een snelle en efficiënte plaatsing. VASCO beschikt over een eigen dienst naverkoop en spijkerharde garanties geven u een grote zekerheid.
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 5
ALGEMEEN ENERGIEBESPARING
TOEPASSINGEN
De energie wordt schaarser en duurder. Daarom worden tegenwoordig grote inspanningen gedaan om energie te besparen in de verwarming. De ‘lagetemperatuur’-verwarmingssystemen (waarbij de voorlooptemperatuur zo laag mogelijk wordt gehouden) zijn om de volgende redenen energie besparend. • de ketelverliezen en de verdeelleidingsverliezen zijn kleiner • een betere temperatuursverdeling in de ruimte waardoor een verlaging van de ruimtetemperatuur mogelijk wordt • een rationeler gebruik van de warmtepomp bij een lage voorlooptemperatuur wordt ook de condensatie temperatuur in de condensor van de warmtepomp verlaagd waardoor de winst factor van de warmtepomp verhoogt • zonnecollectoren hebben een beter rendement als het doorstromend medium een lage temperatuur heeft De vloerverwarming is ongetwijfeld de lage temperatuursverwarming bij uitstek en een garantie voor de toekomst.
De vloerverwarming kan toegepast worden voor het verwarmen van: • woningen • appartementsgebouwen • sporthallen - zwembaden • kerken - scholen - bibliotheken • hotels - restaurants • supermarkten – hallen ...
HET VLOERVERWARMINGSCOMFORT
De vloerverwarming als basisverwarming: De vloerverwarming dekt het grootste gedeelte van de warmteverliezen, een bijkomend verwarmingssysteem is noodzakelijk. De vloerverwarming zorgt voor een aangename vloertemperatuur. Dit systeem, dat niet duurder hoeft te zijn als een integrale vloerverwarming, heeft volgende voordelen: • soepelere temperatuursregeling (via bijgeplaatste radiatoren bvb.) • als het in de tussenseizoenen even kouder wordt, kan men verwarmen via de bijgeplaatste radiatoren zonder telkens de volledige vloer te moeten opstoken. Opstooktijd van een vloerverwarming bedraagt ongeveer 4 uur.
De vloerverwarming als integraal verwarmingssysteem: De vloerverwarming moet al de warmteverliezen van de ruimte opbrengen. De warmteafgifte van de vloerverwarming is begrensd door: • de beperkte vloeroppervlakte (is verwarmingsoppervlakte) • de maximaal toelaatbare vloertemperatuur (om comfort te vrijwaren) Daarom is het noodzakelijk dat de ruimte zeer goed geïsoleerd is.
Omdat de warmteafgifte verdeeld is over de ganse vloeroppervlakte en omdat de vloerverwarming een lage temperatuurs-stralingsverwarming is, bekomt men in de verwarmde ruimte een zeer gunstig temperatuursprofiel. Het gevolg is dat de ruimtetemperatuur met 2°C mag verlaagd worden zonder dat deze verlaging aangevoeld wordt als een comfort vermindering. Door deze verlaging realiseert men een besparing van ± 12% op de brandstofkosten. Een lagere ruimtetemperatuur betekent een hogere relatieve vochtigheid wat het comfortgevoel verhoogt. De lage verwarmingstemperatuur heeft een geringe luchtbeweging tot gevolg.
Temperatuur versus afstand tot de vloer 3,00
Hoogte (meter)
2,50 2,00 1,50
Ideale verdeling Vloerverwarming Radiatoren Luchtverwarming
1,00 0,50 0,00 10
15
20 Temperatuur (°C)
25
30
02 I 03
ALGEMEEN
Men maakt onderscheid tussen 2 groepen:
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 6
DE VASCO VLOERVERWARMING IS EEN VLOERVERWARMING VAN HET NATTE TYPE, DE KUNSTSTOFBUIZEN LIGGEN VOLLEDIG IN DE CHAPE TACKERSYSTEEM 6
5
8
9
4
hoogte +/- 13 cm
7 3
2 1
ondervloer uitvullingschape (elektr./san. leid.) warmte-isolatie chape vloerbedekking randisolatie polyethyleenfolie vloerverwarmingsbuis bewapening
5 cm 2 x 2,5 cm 6,5 cm 1 à 2 cm
+/- 13 cm
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
NOPPENPLAATSYSTEEM 6
5
8
9
4
hoogte +/- 13 cm
7 3
2
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
ondervloer uitvullingschape (elektr./san. leid.) warmte-isolatie chape vloerbedekking randisolatie noppenplaat vloerverwarmingsbuis bewapening
5 cm 2 x 2,5 cm 6,5 cm 1 à 2 cm
+/- 13 cm
1
OOK EEN SYSTEEM MET GECOATE NETTEN IS MOGELIJK.
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 7
VLOEROPBOUW
De betonnen draagvloer wordt goed geëgaliseerd en vrij gemaakt van scherpe oneffenheden zodat het vochtigheidsscherm en de warmte-isolatie niet beschadigd worden en zodat de vloerverwarmingsbuizen volledig waterpas liggen.
VOCHTIGHEIDSSCHERM Als de betonnen draagvloer rechtstreeks op de aarde of boven een vochtige ruimte ligt moet er een vochtigheidsscherm aangebracht worden (bvb. PVC-folie 400 microns).
RANDISOLATIE Bestaande uit soepel PE-schuim van 0,8 cm dikte en 15 cm hoogte. Deze isolatie moet aangebracht worden langs alle vaste wanden om de vloer de mogelijkheid te geven om uit te zetten. Tegelijkertijd vermindert deze isolatie de thermische geleiding naar de buitenwanden.
1 m3 chape. Het VASCO-chapetoevoegmiddel heeft een hoge plastificerende eigenschap waardoor een goed bewerkbare chape verkregen wordt, die de vloerverwarmingsbuis nauw omsluit. Omdat door het toevoegen van dit product veel minder water wordt gebruikt bij het aanmaken van de chape, is de droogtijd korter (3 weken i.p.v. 6 weken). Hoeveelheid chapetoevoegmiddel: 10 kg per 48m2 dekvloer met dikte 65 mm. Bewapening chape Bij toepassing van tegelvloeren, is het raadzaam een wapeningsnet of -draad te plaatsen. Deze bewapening moet zich bevinden boven de buizen in de chape (zie pag. 04). Deze bewapening verdeelt de interne spanningen van de chape en vermindert de grootte van eventueel voorkomende scheurtjes in de vloer. Opgelet: toepassing van hogerbeschreven bewapening is geen garantie tegen scheurvorming in de tegelvloer. Veldgrootte chape Aparte chapevelden mogen niet groter zijn dan 40 m2, en de lengte mag niet langer zijn dan 8 m. Ook moet vermeden worden dat de verhouding van de afmetingen groter is dan 2:1. Onregelmatige vormen zoals lokalen in L- of T-vorm moeten opgedeeld worden in rechthoeken of vierkanten. De opdeling in velden moet gebeuren door toepassing van uitzettings- of schijnvoegen (zie voegen pag. 07). Aparte velden dienen zonder onderbreking gemaakt te worden.
VLOERBEDEKKING WARMTE EN GELUIDSISOLATIE POLYETHYLEENFOLIE
STENEN VLOEREN
Zie hoofdstuk systeem Tacker/noppenplaat
Alvorens het aanbrengen van de chape, moet het vloerverwarmingsbuizensysteem reeds getest zijn op dichtheid: gedurende 24 uren wordt een waterdruk van 6 bar aangelegd op de vloerverwarmingskringen. Tijdens het plaatsen van de chape moet deze druk behouden blijven om eventuele beschadigingen dadelijk op te merken. Tijdens het plaatsen van de chape en vloerbekleding moeten de lokalen voldoende afgesloten kunnen worden om te beletten dat onbevoegd personeel de werken kunnen verstoren en om een te snelle droging van chape en vloer te voorkomen.
Plaatsing op de vers aangebrachte chape Op de verse chape wordt eerst een contactlaag aangebracht; deze bestaat uit een nat mengsel zand en cement in verhouding 1:1 of uit een nat mengsel mortellijm en cement in verhouding 1:1. In deze contactlaag worden dan de tegels geplaatst. Aparte velden moeten zonder onderbreking gelegd worden. Stenen die de neiging hebben om te verkleuren of die een bijzondere mortel nodig hebben, worden best niet volgens deze methode geplaatst (zie: dikke plaatsing pag. 06). Bijzondere aandacht dient er besteed te worden dat bij het plaatsen en aankloppen van de tegels, reeds eerder gelegde tegels niet lostrillen.
Samenstelling chape Cement vermengd met scherpe zand en chapetoevoegmiddel (zie foto pag. 10): 350 kg cement op
Plaatsing op gedroogde en verharde chape Alvorens het aanbrengen van de tegels moet de chape verwarmd geweest zijn. Deze opwarming
Randisolatie uit polyethyleenschuim met flap
CHAPE (CEMENTGEBONDEN)
04 I 05
VLOEROPBOUW
BETONNEN DRAAGVLOER
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 8
VLOEROPBOUW
VLOEROPBOUW mag eerst gebeuren na 3 weken droogtijd van de chape en moet zeer geleidelijk gebeuren: per dag mag de watertemperatuur slechts 5°C stijgen tot deze temperatuur uiteindelijk 25°C is. 24 uren voor het aanbrengen van de tegels, moet de verwarming afgeschakeld worden of in het geval bij koud weer, ingeregeld worden tot watertemperatuur van ongeveer 15°C. Dunne plaatsing op gedroogde en verharde chapelaag. De vloerbedekking moet geschikt zijn voor dunne plaatsing: ttz alle stenen moeten even dik zijn. De chapelaag moet grondig gekuist worden en daarna licht bevochtigd worden om te vermijden dat de chape het water uit de mortellijm zuigt. Op de verharde chapelaag wordt de mortellijm aangebracht waarin de tegels geplaatst worden. De mortellijm moet geschikt zijn voor toepassing bij vloerverwarming; bij temperatuur van ongeveer 30°C moet de aanhechting gegarandeerd blijven en mag er geen gevaar bestaan voor aantasting van chape en tegel. Dikke plaatsing op gedroogde en verharde chape. Deze methode is vooral geschikt voor dikke tegels van ongelijke dikte. De chapelaag moet grondig gekuist worden en daarna licht bevochtigd om te vermijden dat de chape het water uit de mortel zuigt. Dikke plaatsing op gedroogde en verharde chape met scheidingsfolie. Deze methode is vooral geschikt voor tegels die een mortelbed nodig hebben van bijzondere samenstelling (bvb. natuursteen). Algemene opmerkingen a. Bij bijzondere stenen (vooral in het geval van zachte natuursteen met beperkte treksterkte) is het aan te raden de leverancier van deze stenen te contacteren i.v.m.: • al of niet geschikt zijn van deze stenen bij vloerverwarming • de samenstelling en verwerking van de mortel b. De plinten mogen niet rechtstreeks op de tegels geplaatst worden, maar moeten van de tegels gescheiden zijn door middel van elastische voegenspecie. c. Het is aan te raden tegels groter dan 0,1 m2 met rechte voegen te plaatsen i.p.v. geschraagde voegen. d. Met de grootste zorg moeten de uitzettings- en schijnvoegen aangebracht worden. e. Het invoegen of inwassen van de tegels mag eerst gebeuren na 1 week ingeval van dunnen en dikke plaatsing: in geval van plaatsing in verse chape is de wachttijd 2 weken. Ook moeten de uitzettings- en schijnvoegen volledig afgewerkt zijn.
f. Het definitief inwerkingstellen van de verwarming mag eerst gebeuren 4 weken nadat de tegels geplaatst zijn. Deze opwarming moet stapsgewijze gebeuren: de watertemperatuur mag slechts 5°C per dag verhoogd worden totdat de gewenste bedrijfstemperatuur bereikt wordt. PARKET, PVC EN TAPIJTBEVLOERING OP GEDROOGDE EN VERHARDE CHAPE Deze bevloeringen moeten gelijmd worden. Alvorens het lijmen moet de chape verwarmd geweest zijn. Deze opwarming mag eerst gebeuren na 3 weken droogtijd van de chape en moet zeer geleidelijk gebeuren: per dag mag de watertemperatuur slechts 5°C stijgen tot deze temperatuur uiteindelijk maximaal 25°C is. 24 uren voor het aanbrengen, moet de verwarming afgeschakeld worden of in het geval bij koud weer, ingeregeld worden tot watertemperatuur van ongeveer 15°C. De lijm moet geschikt zijn voor toepassing bij vloerverwarming; bij temperatuur van ongeveer 30°C moet de aanhechting gegarandeerd blijven en mag er geen gevaar bestaan voor aantasting van chape en bevloering. Lijmen op basis van bitumen mogen niet gebruikt worden. Parket Alleen mozaïekparket mag toegepast worden, strokenparket is af te raden of het moeten zeer kleine stroken zijn die gelijmd maar niet gespijkerd moeten worden. Met de grootste zorg moeten de richtlijnen van de leverancier opgevolgd worden in verband met voorbereiding en plaatsing. De parket mag max. 10 mm dik zijn. Tapijt De tapijt moet geschikt zijn voor vloerverwarming (leverancier raadplegen). De warmtedoorgangsweerstand van het tapijt mag niet groter zijn dan 0,15m2 K/W. Opmerking Het definitief inwerkingstellen van de verwarming mag eerst gebeuren na de droogtijd van de contactlijm. Deze opwarming moet stapsgewijze gebeuren: de watertemperatuur mag slechts 5°C per dag verhoogd worden totdat de gewenste bedrijfstemperatuur bereikt wordt.
23-06-2008
18:24
VOEGEN Zoals hoger vermeld, worden aparte chapevelden d.m.v. voegen van elkaar afgezonderd om scheurvorming in chape en tegelvloer te vermijden en om uitzetting van chape en bevloering toe te laten. Randvoeg De chape en bevloering mag in geen geval in contact komen met vaste wanden. De hogerbeschreven randisolatie samen met de vloerisolatie zorgen ervoor dat het chape-vloersysteem volledig zwevend is. Uitzettingsvoeg - scheidingsvoeg De lineaire uitzetting van chape en stenen bevloering is ongeveer 0,01 mm/m.°C. Daarom moeten om de 8 m een uitzettingsvoeg gemaakt worden. De chapevelden moeten van elkaar gescheiden worden. In het bijzonder moet dit gebeuren bij iedere deurdoorgang. Deze voeg moet doorgevoerd worden vanaf de isolatie tot bovenkant vloerbedekking (in geval van tegelvloer). Deze voeg wordt later opgevuld met randisolatie en aan de bovenkant afgesloten met elastisch blijvende kit.
Pagina 9
Schijnvoeg Indien er geen uitzettingsvoeg nodig blijkt (geen lengte van meer dan 8 meter), dan kan men de indeling van de velden maken d.m.v. schijnvoegen. Deze voegen worden in de vers aangebrachte chape of mortel ingesneden tot op een diepte van ongeveer 1 cm boven de vloerverwarmingsbuis. Na het opdrogen van de chape worden deze afgesloten met elastisch blijvende kit. In geval van tegelvloer is het aan te raden deze voeg door te trekken tot bovenkant tegel.
VLOEROPBOUW
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
Opmerking De kringsindeling en de veldindeling moeten zodanig gekozen worden dat zo weinig mogelijk vloerverwarmingsbuizen deze voegen doorkruisen. Indien een vloerverwarmingsbuis doorheen een voeg loopt, moet deze afgeschermd worden met gerilde beschermbuis.
VASCO biedt een uitzetvoeg met zelfklevende voet aan. De uitzetvoeg bestaat uit een elastische polyethyleenkern (L = 180 cm, H = 10 cm). Individuele buisafstanden zijn mogelijk. Verpakking per 10.
Gerilde beschermbuis
06 I 07
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 10
SYSTEMEN TACKERSYSTEEM
SYSTEMEN
Bij het VASCO-Tackersysteem wordt er gewerkt met polystyreen warmte-isolatie-platen. Op deze platen wordt vervolgens een polyethyleenfolie gelegd. Op deze polyethyleenfolie kan men dan eenvoudig de buis verankeren door middel van clipsen. Dit gebeurt met een zgn. Tacker-apparaat. Warmte-isolatie Bestaat uit platen geëxpandeerd polystyreen van 25 kg/m2 densiteit. • Indien onderliggende ruimte niet verwarmd is (onderkelderd of grenzend aan de buitenlucht of rechtstreeks op de aarde liggend), worden 2 of 3 lagen van 2,5 cm dikte over de ganse vloer aangebracht. • Warmteweerstand: 2 lagen = 5 cm dikte: 1,43 m2 K/W 3 lagen = 7,5 cm dikte: 2,14 m2 K/W • Indien onderliggende ruimte verwarmd is, wordt 1 laag van 2,5 cm dikte over de ganse vloer aangebracht. Warmteweerstand: 1 laag = 2,5 cm dikte: 0,71m2 K/W (zie foto) Polyethyleenfolie Deze polyethyleenfolie moet over de isolatie aangebracht worden (minstens 15 cm overlapt). Aan de randen moet deze folie over de randisolatie heengetrokken worden. Deze folie belet het indringen van het vocht van de chape in de isolatie. VASCO biedt een polyethyleenfolie aan bedrukt met een raster (men kan zeer eenvoudig het juiste legpatroon plaatsen). Tacker-apparaat met clipsen
Warmte-isolatie
Bedrukte VASCO polyethyleenfolie
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 11
NOPPENPLAAT 30 MM • Voor buizen met een diameter van 14x2 mm tot 17x2 mm. • Noppenplaat uit polystyreen en EPS warmteen contactgeluidisolatie. • Verlegafstand per 5 cm. • Met zelfklevende overlapping die dienst doet als vochtigheidsscherm voor de chape. • Voldoet aan de normen DIN 4108, DIN 4109, DIN EN 1264 en DIN 18560. • FCKW-vrij. • De geluidsonderdrukking bedraagt 28 dB, maximum belasting 5 kN/m2. • Afmeting: 1000x600 mm (bruto: 1050x650 mm). • Effectieve warmtedoorgangsweerstand: 0,75 m2 K/W. • Hoogte t/m nop: 46,9 mm. • Verpakking: 7,2 m2.
NOPPENPLAAT 11 MM • Voor buizen met een diameter van 14x2 mm tot 17x2 mm. • Noppenplaat uit polystyreen en EPS warmteen contactgeluidisolatie. • Verlegafstand per 5 cm. • Met zelfklevende overlapping die dienst doet als vochtigheidsscherm voor de chape. • Voldoet aan de normen DIN EN 1264 en DIN 18560. • FCKW-vrij. • Maximum belasting 50 kN/m2. • Afmeting: 1000x600 mm (bruto: 1050x650 mm). • Effectieve warmtedoorgangsweerstand: 0,285 m2 K/W. • Hoogte t/m nop: 27,9 mm. • Verpakking: 13,2 m2.
OOK EEN SYSTEEM MET GECOATE NETTEN IS MOGELIJK.
08 I 09
SYSTEMEN
NOPPENPLAATSYSTEEM
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 12
VLOERVERWARMINGSBUIZEN
VLOERVERWARMINGSBUIZEN
VPE a/a-d BUIS Specifieke eigenschappen VPE (vernet polyethyleen): • VPE is thermo-elastisch. Door polymerisatie van polyehtyleen monomeren verkrijgt men polyethyleen-kettingen (PE). Tussen de PE-ketens worden bruggen gemaakt: de lineaire ketens van het uitgangsmateriaal worden vervangen door een meer ruimtelijk netwerk in de VPE. VPE heeft een zeer goede weerstand tegen druk en temperatuur en is ongevoelig voor spanningscorrosie. VPE is zeer kerfslagvast, zelfs bij zeer lage temperaturen (-20°C). VPE mag koud gelegd worden. Indien bij het buigen een knik wordt gevormd in de buis kan men de buis herstellen door de getroffen zone op te warmen tot 130°C (kristal smeltpunt). De buis wordt op die plaats glashelder en herneemt haar oorspronkelijke vorm (thermisch geheugen). VPE a/a-d buis: idem maar deze buis bezit een buitenlaag bestaande uit eval met een dikte van 200 micron die de indringing van zuurstof beperkt tot praktisch nul.
ALUFLEX MEERLAGEN BUIS Deze buis is eigenlijk een sandwichbuis bestaande uit 3 afzonderlijke “buizen” (PERT/AL/PERT). De aluminium tussenlaag wordt stomp-lasergelast. Het materiaal PERT (PolyEthyleen Raised Temperature Resistance) heeft een uitzonderlijke weerstand tegen temperatuur (tot 95°C) en druk (tot 10 bar). Bovendien maakt dit materiaal de buis zeer flexibel waardoor ze gemakkelijker te verleggen is. De buis kan relatief eenvoudig manueel gebogen worden (opgepast buigradius min. 5x diameter ter voorkoming van knikvorming). VASCO Aluflex is natuurlijk ook gekenmerkt door een hoge duurzaamheid. De lineaire uitzetting van deze buis is uiteraard relatief klein, nl. dezelfde grootte-orde als de uitzettingscoëfficiënt van metalen. Dankzij de aluminium tussenlaag is er geen zuurstofdoorlaatbaarheid!
Hechtingslagen
Binnenlaag Aluminium Buitenlaag
23-06-2008
18:24
ZUURSTOFDOORLAATBAARHEID Ondanks dat de VPEa/a-d buis en de Aluflex meerlagen buis geen zuurstof doorlaten, komt er toch zuurstof in de installatie via de circulatiepomp, ontluchters, koppelingen, verbindingen… Bij vloerverwarmingen van grote omvang (meer dan 1500 m vloerverwarmingsbuis), kan deze zuurstof tot uitzonderlijke corrosie leiden, vooral indien er zeer weinig metaaloppervlakte in de installatie is. Deze corrosie kan tot storingen leiden zoals afzetting van slib in de ventielen en circulatiepomp met als gevolg onvoldoende doorstroming van het verwarmingswater. Daarom is het aan te raden de VASCO zuurstofinhibitor te gebruiken. Deze inhibitor heeft volgende eigenschappen: • zorgt voor een optimale bescherming voor staal, gietijzer, aluminium, koper, koperlegering; tast kunstofleidingen en dichtingsmaterialen niet aan; • bevat inhibitoren die de galvanische corrosie tussen metalen met verschillende potentialen volkomen verhinderen; • bevat dispergatoren en hardheidsstabilisatoren die afzettingen op de inwendige verwarmingsoppervlakten verhinderen. De corrosiebescherming is onafhankelijk van het zuurstofgehalte van het verwarmingswater. Dosering: 1% inhibitor op de waterinhoud van het verwarmingssysteem (bvb. 1 l. inhibitor op 100 l. water).
Pagina 13
De afwerking is permanent; een éénmalige dosering volstaat. De concentratie van inhibitor kan op ieder moment gecontroleerd worden met een testkit. Bij eventuele navulling van water dient de concentratie gecontroleerd te worden.
Zuurstofinhibitor Chapetoevoegmiddel
BUISVERBINDINGEN Na 12 uur moeten de klemkoppelingen bijgedraaid worden wegens de geringe kruip van de vloerverwarmingsbuis. Iedere verbinding moet op een toegankelijke plaats uitgevoerd worden.
TRANSPORT EN STOCKAGE Bij transport en stockage worden de buizen best beschut opgesteld zodat ze niet rechtstreeks blootgesteld worden aan hevige zonnestraling, oliën, vetten, verven, enz.
LEGPATROON LEGPATROON VAN DE VLOERVERWARMINGSBUIS Op die manier verkrijgt men dat er steeds een heengaande buis naast een terugkomende buis ligt. Dit levert een constante vloertemperatuur. Naargelang de afstand tussen twee buizen 10 cm, 15 cm, 20 cm of 30 cm bedraagt noemen wij dit legpatroon resp.: V10, V15, V20 of V30.
Aantal meter buis volgens legpatroon: legpatroon: V10 V15 V20 V30 10 6,7 5 3,35 m/m2:
10 I 11
VLOERVERWARMINGSBUIZEN
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 14
BEREKENING WARMTEVERLIEZEN De warmteverliezen van een vertrek bestaan uit: • transmissieverliezen • ventilatieverliezen Voor vloerverwarming moet men deze berekeningsmethode wijzigen wat betreft de transmissieverliezen. • de vloerverliezen worden niet in rekening gebracht (deze verliezen worden wel verrekend in het vermogen van de vloerverwarmingskring) • Als bovenliggende vertrekken verwarmd worden met vloerverwarming zal er warmte afgestraald worden naar de onderliggende vertrekken. Deze warmte kan men als warmtewinst aanrekenen voor de onderliggende vertrekken.
BEREKENING
WARMTEAFGIFTE De warmteoverdracht van de vloer naar het vertrek bestaat uit convectie en straling. Deze warmteoverdracht is afhankelijk van: • de vloertemperatuur • de ruimtetemperatuur • de wandtemperatuur De warmteoverdrachtscoëfficient is niet constant, maar als gemiddelde kan men aannemen dat h = 11,63 W/m2 K De warmteafgifte per m2 vloeroppervlakte wordt als volgt berekend: qvl = h x (tvl - ti) h = warmetoverdrachtscoëfficient tvl = vloertemperatuur ti = ruimtetemperatuur De warmteafgifte is beperkt door: • begrensde vloeroppervlakte • begrensde vloertemperatuur Om medische en physiologische redenen mag de vloertemperatuur niet hoger worden dan: 25°C: in werkvertrekken 29°C: in woonvertrekken 30°C: in wandelhallen 32°C: in badkamers - zwembaden 34°C: in zelden betreden vertrekken
ZELFREGELEND EFFECT In een vertrek met als ruimtetemperatuur ti = 20°C en als vloertemperatuur tvl = 26°C heeft men als warmteafgifte per m2 vloeroppervlakte: qvl = 11,63 x (tvl - tl ) = 11,63 x (26 – 20) = 69,8 W/m2 Als de ruimtetemperatuur verhoogt tot 22°C door aanwezigheid van andere warmtebronnen (zoninval, open haard, lampen, mensen,…) dan levert de vloer: qvl = 11,63 x (26 – 22) = 46,5 W/m2 Dit is nog slechts 67% van het eerste geval.
Omgekeerd: als de ruimtetemperatuur verlaagt tot 18°C dan levert de vloer qvl = 11,63 x (26 – 18) = 93,0 W/m2 Dit is 33% meer dan in het eerste geval. Besluit: de vloerverwarming werkt een ruimtetemperatuursverandering tegen: een ruimtetemperatuursverhoging/-verlaging veroorzaakt respectievelijk minder/meer warmteafgifte door de vloer.
DIMENSIONERING In een installatie is er slechts 1 voorlooptemperatuur. Daarom is het zinvol met een tabel te werken die voor een welbepaalde voorlooptemperatuur, de warmteafgifte per m2 (q) weergeeft in functie van de ruimtetemperatuur, de buizenafstand en de vloerbedekkingsweerstand voor ∅ t = 10°C = tv – tr Kies een bepaalde tabel (bvb. 45°C) Voor een opgegeven ruimtetemperatuur en vloerbedekkingsweerstand is er een keuze tussen 4 warmteafgiften naargelang het legpatroon. Kies 1 van de 4 legpatronen met zijn overeenkomstige warmteafgifte q. Het is aan te raden volgende relatie tussen vloertemperatuur en toepassing in acht te nemen: Vloertemperatuur Toepassing Lager dan 25°C werkvertrekken Tussen 25°C en 29°C woonvertrekken Tussen 29°C en 32°C badkamers en zwembaden Hoger dan 32°C zelden betreden vertrekken
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
ti = legpatroon
23-06-2008
16 10
15
20
30
10
15
18 20
18:24
Pagina 15
20 30
10
15
22 20
30
10
15
20
30
10
15
24 20 30
35°C tegels r=0,01m2K/W
97 85 74 56 83 73 63 48 69 61 53 40 55 48 42 32 41 36 32 24 24,3 23,3 22,4 20,8 25,2 24,3 23,4 22,1 26,0 25,2 24,5 23,4 26,8 26,2 25,6 24,7 27,6 27,1 26,7 26,1
q(W/m2) tvl (°C)
PVC r=0,025m2K/W
88 78 68 52 75 67 58 45 63 55 49 37 50 44 39 30 38 33 29 22 23,6 22,7 21,9 20,5 24,5 23,7 23,0 21,9 25,4 24,8 24,2 23,2 26,3 25,8 25,4 24,6 27,2 26,9 26,5 25,9
q(W/m2) tvl (°C)
parket r=0,05m2K/W
76 68 61 48 65 58 52 41 54 49 43 34 43 39 35 27 32 29 26 20 22,5 21,9 21,2 20,1 23,6 23,0 22,5 21,5 24,7 24,2 23,7 22,9 25,7 25,4 25,0 24,3 26,8 26,5 26,2 25,6
q(W/m2) tvl (°C)
dun tapijt r=0,075m2K/W
67 61 54 44 57 52 47 37 48 43 39 31 38 35 31 25 29 26 23 19 21,7 21,2 20,7 19,8 22,9 22,5 22,0 21,2 24,1 23,7 23,4 22,7 25,3 25,0 24,7 24,2 26,5 26,2 26,0 25,6
q(W/m2) tvl (°C)
dik tapijt r=0,15m2K/W
49 45 42 35 42 39 36 30 35 32 30 25 28 26 24 20 21 19 18 15 20,2 19,9 19,6 19,0 21,6 21,4 21,1 20,6 23,0 22,8 22,6 22,2 24,4 24,2 24,1 23,7 25,8 25,7 25,5 25,3
q(W/m2) tvl (°C)
tegels r=0,01m2K/W
131 115 100 76 118 103 90 68 104 91 79 60 90 79 68 52 76 67 58 44 27,3 25,9 24,6 22,5 28,1 26,9 25,7 23,8 28,9 27,8 26,8 25,1 29,7 28,8 27,9 26,5 30,6 29,7 29,0 27,8
q(W/m2) tvl (°C)
PVC r=0,025m2K/W
119 105 93 71 106 94 83 64 94 83 73 56 81 72 63 49 69 61 54 41 26,3 25,1 24,0 22,1 27,2 26,1 25,1 23,5 28,1 27,2 26,3 24,8 29,0 28,2 27,5 26,2 29,9 29,3 28,6 27,5
q(W/m2) tvl (°C)
parket r=0,05m2K/W
103 92 82 65 92 83 74 58 81 73 65 51 70 63 56 44 59 53 48 37 24,9 24,0 23,1 21,6 25,9 25,1 24,3 23,0 27,0 26,3 25,6 24,4 28,1 27,4 26,8 25,8 29,1 28,6 28,1 27,2
q(W/m2) tvl (°C)
dun tapijt r=0,075m2K/W
90 82 74 59 81 73 66 53 71 65 58 47 62 56 51 41 52 48 43 34 23,8 23,1 22,4 21,1 25,0 24,3 23,7 22,6 26,1 25,6 25,0 24,0 27,3 26,8 26,4 25,5 28,5 28,1 27,7 27,0
q(W/m2) tvl (°C)
dik tapijt r=0,15m2K/W
66 62 57 47 59 55 51 42 52 49 45 37 45 42 39 32 38 36 33 27 21,7 21,3 20,9 20,1 23,1 22,8 22,4 21,7 24,5 24,2 23,9 23,2 25,9 25,6 25,3 24,8 27,3 27,1 26,8 26,4
q(W/m2) tvl (°C)
tegels r=0,01m2K/W
166 145 126 96 152 133 116 88 138 121 105 80 124 109 95 72 111 97 84 64 30,3 28,5 26,9 24,2 31,1 29,5 28,0 25,5 31,9 30,5 29,1 26,9 32,7 31,4 30,2 28,2 33,5 32,4 31,3 29,5
q(W/m2) tvl (°C)
PVC r=0,025m2K/W
150 133 117 90 138 122 107 82 125 111 97 75 113 100 88 67 100 89 78 60 28,9 27,5 26,1 23,7 29,9 28,5 27,2 25,1 30,8 29,6 28,4 26,5 31,7 30,6 29,6 27,8 32,6 31,7 30,7 29,2
q(W/m2) tvl (°C)
parket r=0,05m2K/W
130 117 104 82 119 107 95 75 108 97 86 68 97 87 78 61 86 78 69 54 27,2 26,1 24,9 23,0 28,2 27,2 26,2 24,5 29,3 28,4 27,5 25,9 30,4 29,5 28,7 27,3 31,5 30,7 30,0 28,7
q(W/m2) tvl (°C)
dun tapijt r=0,075m2K/W
114 104 93 75 105 95 86 69 95 86 78 62 86 78 70 56 76 69 62 50 25,8 24,9 24,0 22,5 27,0 26,2 25,4 23,9 28,2 27,5 26,7 25,4 29,4 28,7 28,0 26,8 30,6 30,0 29,4 28,3
q(W/m2) tvl (°C)
dik tapijt r=0,15m2K/W
84 78 72 60 77 71 66 55 70 65 60 50 63 58 54 45 56 52 48 40 23,2 22,7 22,2 21,2 24,6 24,2 23,7 22,7 26,0 25,6 25,2 24,3 27,4 27,0 26,6 25,9 28,8 28,5 28,1 27,4
q(W/m2) tvl (°C)
tegels r=0,01m2K/W
200 176 153 115 187 164 142 107 173 152 132 100 159 139 121 92 145 127 111 84 33,3 31,2 29,2 26,0 34,1 32,1 30,3 27,3 34,9 33,1 31,4 28,6 35,7 34,0 32,4 29,9 36,5 35,0 33,5 31,2
q(W/m2) tvl (°C)
PVC r=0,025m2K/W
181 161 141 109 169 150 131 101 156 139 122 94 144 128 112 86 131 116 102 79 31,6 29,9 28,2 25,4 32,6 30,9 29,3 26,7 33,5 32,0 30,5 28,1 34,4 33,0 31,7 29,4 35,3 34,0 32,8 30,8
q(W/m2) tvl (°C)
parket r=0,05m2K/W
157 141 125 99 146 131 117 92 135 121 108 85 124 112 99 78 113 102 91 71 29,5 28,1 26,8 24,5 30,6 29,3 28,1 25,9 31,6 30,5 29,3 27,3 32,7 31,6 30,6 28,7 33,8 32,8 31,8 30,2
q(W/m2) tvl (°C)
dun tapijt r=0,075m2K/W
138 125 113 90 128 117 105 84 119 108 97 78 109 99 89 72 100 91 82 65 27,9 26,8 25,7 23,8 29,1 28,1 27,1 25,3 30,2 29,3 28,4 26,7 31,4 30,6 29,7 28,2 32,6 31,8 31,0 29,6
q(W/m2) tvl (°C)
dik tapijt r=0,15m2K/W
101 94 87 72 94 88 81 67 87 81 75 62 80 75 69 57 73 68 48 40 24,7 24,1 23,5 22,2 26,1 25,6 25,0 23,8 27,5 27,0 26,4 25,4 28,9 28,4 27,9 26,9 30,3 29,9 29,4 28,5
q(W/m2) tvl (°C)
45°C
50°C
12 I 13
BEREKENING
40°C
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 16
COLLECTOREN De VASCO-collectoren worden vervaardigd uit polyamide 66 met glasvezel versterkt.
COLLECTOREN
De VASCO aanvoer- en retour collector wordt kant en klaar geleverd, inclusief: thermostatiseerbare- en inregelventielen, klemkoppelingen voor vloerverwarmingbuis, automatische ontluchters, wateraflaat, thermometers en bevestigingsbeugels. Op iedere kring kunnen ook aparte thermometers geplaatst worden of een individuele ruimteregeling (thermische motor voor montage op thermostatisch ventiel).
Thermometer
Aanvoer- en retour collector
Thermische motor
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 17
REGELING REGELING VAN HET WATERDEBIET PER VLOERVERWARMINGSKRING Deze regeling gebeurt door het instellen van de voetventielen op de retourcollector.
B A
REGELING VAN DE VOORLOOPTEMPERATUUR
INSTALLATIE MET PRIMAIRE POMP 1. Alleen vloerverwarming: De bypasskraan “B” is enkel noodzakelijk als de ketel hooggestookt is De bypassleiding “C” met terugslagklep is noodzakelijk om steeds een voldoende doorstroming doorheen de ketel te garanderen
REGELING
De vloerverwarming moet weersafhankelijk geregeld worden. De gemotoriseerde 3-wegmengkraan wordt door de regeling zodanig aangestuurd dat de watertemperatuur van de vloerverwarming en de buitentemperatuur overeenkomen met de opgestelde stooklijn. De gemotoriseerde 3-wegmengkraan (of eventueel 4-weg) is noodzakelijk, in geen geval mag het vloerverwarmingssysteem rechtstreeks op de verwarmingsketel aangesloten worden. In de getekende schema’s komen steeds de 3wegmengkraan "A" en de handbediende bypasskraan "B" voor. • gemotoriseerde kraan "A" wordt steeds gedimensioneerd voor een ∅ t van 40°C: indien de ketel hoog gestookt wordt (75°C) 15°C: indien de ketel laag gestookt wordt (50°C)
B A
• De handbediende bypasskraan "B" dient enkel toegepast te worden bij hoog gestookte ketel. De instelling is dan als volgt: De handbediende kraan wordt zodanig ingeregeld dat bij geheel openstaande kraan "A" en bij maximale temperatuur op de ketel, de berekende maximale voorlooptemperatuur naar de vloerverwarming bereikt wordt (bvb. 50°C). INSTALLATIE ZONDER PRIMAIRE POMP 1. Alleen vloerverwarming: De bypasskraan “B” is enkel noodzakelijk als de ketel hooggestookt is.
B
C
2. Gecombineerd systeem (bvb. vloerverwarming, radiatoren-convectoren en boiler). De bypasskraan “C” met terugslagklep is noodzakelijk om steeds een voldoende doorstroming doorheen de ketel te garanderen. De bypasskraan “B” moet zodanig ingesteld worden dat bij de maximale benodigde keteltemperatuur voor de radiatoren/convectoren en bij volledig geopende kraan “A”, de berekende voorlooptemperatuur naar de vloerverwarming bereikt wordt. Let op dat iedere kring afgeschermd is van parasitaire stromingen d.m.v. de aangegeven terugslagkleppen.
A
B
2. Gecombineerd systeem (bvb. vloerverwarming, radiatoren-convectoren en boiler). De bypasskraan “B” moet zodanig ingesteld worden dat bij de maximale benodigde keteltemperatuur voor de radiatoren/convectoren en bij volledig geopende kraan “A”, de berekende voorlooptemperatuur naar de vloerverwarming bereikt wordt. Let op dat iedere kring afgeschermd is van parasitaire stromingen d.m.v. de aangegeven terugslagkleppen (flow check).
A
C
14 I 15
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 18
REGELING COMPACT UNIT POMPMENGBLOK + REGELSYSTEEM
VLOERVERWARMING ALS BASISVERWARMING
De schematische voorstelling binnen de stippellijnen van de regeling die in al de bovenstaande figuren voorkomt, wordt kant en klaar (gemonteerd en gekableerd) aangeboden als:
Voor de toepassing van vloerverwarming als basisverwarming levert VASCO ook een voorloopunit. Deze is eenvoudig te koppelen op een VASCO aanvoer- en retourcollector. De unit is voorzien van o.a. volgende componenten: circulatiepomp, thermostatische watertemperatuur regelkraan met sonde en veiligheidsaquastaat. Kan toegepast worden in installaties met of zonder primaire pomp (bvb. gaswandketels).
REGELING
VV3-MP-B • Weersafhankelijke regeling gemonteerd en gekableerd met: VVRFL (digitale programmeerbare ruimtevoeler met keuzeschakelaar) • buitentemperatuurvoeler • vertrekvoeler • gemotoriseerde 4-wegkraan met ingebouwde bypass • circulatiepomp • thermometer op voor- en terugloop VV23B-MP-B • idem als VV3-MP-B met supplementair • regeling voor de brander en voorrangsregeling boiler retour VLV
voorloop VLV radiatoren VASCO voorloopunit
automatische bypass ketel met ingebouwde pomp
pompmengblok VASCO evenwichtsfles (open verdeler)
Beveiliging tegen overtemperaturen Dit is enorm belangrijk bij hooggestookte installaties of bij gemengde installaties. Hydraulische beveiliging: de voornaamste beveiliging is de instelling van de bypass "B" zoals hoger beschreven. Elektrische beveiliging: op de voorloop van de vloerverwarming moet een veiligheidsaquastaat geplaatst worden die, ofwel de 3-wegmengkraan sluit (aan te raden), ofwel de circulatiepomp doet stilvallen, ofwel de brander doet stilvallen.
VASCO compact unit
Digitale ruimtevoeler VVRFL
Alle afbeeldingen in deze brochure zijn indicatief.
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 19
VASCO WAARBORG BUIZEN Alle VASCO-buizen worden op moderne installaties gefabriceerd. In uitbreiding op onze leverings- en betalingsvoorwaarden waarborgen wij een gelijkblijvende materiaalkwaliteit bij alle leveringen, een perfecte verwerking en een maatjuiste uitvoering. VOOR DE DUUR VAN 30 JAAR 1 2
Binnen een waarborgtermijn van 30 jaar vervangen wij gratis de VASCO-buis waaraan defecten optreden die aantoonbaar onze schuld zijn. Indien het volledige vloerverwarmingssysteem bij VASCO aangekocht werd, waarborgen wij buiten punt 1 binnen een waarborgtermijn van 10 jaar na levering: schade aan zaken van derden en de daaruit ontstane schade of kosten van derden voor opruimen, uitbouwen, wegnemen of vrijleggen van gebrekkige producten en voor inbouw, aanbrengen en plaatsen van goede producten.
Voorwaarde tot dekking volgens punt 1 of 2 is dat de in de technische documentatie over VASCO-buizen gegeven richtlijnen en instructies over de plaatsing en de koppeling toegepast werden. Voor plaatsings- en installatiefouten staan wij niet in. De waarborg begint in ieder geval met de levering van de VASCO-buizen. Daarbuiten zijn onze algemene leverings- en waarborgvoorwaarden van toepassing. Deze waarborg vloeit voort uit de waarborg van de buizenfabricanten.
16 I 17
Techn_INFOBROCH_VVW_NL.QXD:INFOBROCH_VVW_NL
23-06-2008
18:24
Pagina 20
®
A BRAND OF THE HEATING COMPANY
VASCO bvba Kruishoefstraat 50 B-3650 Dilsen +32-(0)89 79 04 11 Tel.: Fax: +32-(0)89 79 05 00 E-mail:
[email protected] www.vasco.be
VASCO 07/2008
E-mail:
[email protected] www.theheatingcompany.com