Technische informatie 1.311 | Offsetinkten | Algemene informatie | 090108
ISO 2846-1 en 12647-2 / Altona Testsuite L*a*b waarden voor vierkleureninkten Betreffende colourmanagement wordt keer op keer gevraagd wat de juiste L*a*b* waarden zijn voor de vierkleureninkten. Deze waarden zijn gedefinieerd en omschreven in de internationale standaarden ISO 12647 en ISO 2846. DIN ISO 2846 ISO 2846 deel 1 en 2 definiëren de proceskleuren voor het vierkleuren offset proces. ISO 2846-1 specificeert de kleurwaarden voor vellenoffset en rollenoffset heatset inkt en ISO 2846-2 specificeert de kleurwaarden voor rollenoffset coldset inkt. Deze kleurwaarden moeten worden verkregen onder gedefinieerde condities onder gebruikmaking van bedrukbaarheids testgereedschap en op specifieke testbedrukstof. Deze twee ISO-standaarden vormen zodoende de basis waarop drukinktfabrieken werken, maar refereren momenteel uitsluitend aan laboratoriumproeven. Colormetrische waarden volgens ISO 2846-1 (standaardlicht D50, standaard observatiehoek 2°) Inkt toleranties
CIELAB waarde L*
Kleur a*
b*
∆Eab*
Geel
91.00
-5.08
94.97
4.0
Magenta
49.98
76.02
-3.01
5.0
Cyaan
56.99
-39.16
-45.99
3.0
0.80
-0.56
Zwart 1
18.01
1
-
geen tolerantie bandbreedte voor L*, eerder een bovenste limiet
DIN ISO 12647 ISO 12647-2 (vellenoffset en rollenoffset heatset) en ISO 12647-3 (rollenoffset coldset) definiëren de parameters en de testmethoden en condities die zijn vereist voor de kleurproef en de oplagedruk. Deze standaarden omvatten niet alleen de kleurwaarden die moeten worden aangehouden op 5 soorten substraten, maar ook de specificaties betreffende de inktgeving op de substraten, de punttoename, rastersoort en andere parameters. De kleurwaarden op de 5 standaardpapiersoorten zijn verkregen door het maken van persproeven met inkten die conform ISO 2846 zijn.
Opmerking De onderstaande opsomming van gegevens refereert aan de aangepaste ISO/CD 124647-2.2 of de waarden van de Altona Test Suite
1
Technische informatie 1.311 | Offsetinkten | Algemene informatie | 090108
Zwart substraat Papiersoort
L1
a1
b1
Glans
Gewicht g/m2
1.
HV gesat.mc
93
0
-3
65
115
2.
HV mat mc
92
0
-3
38
115
3.
LWC gesat.
87
-1
3
55
65
4.
ongecoat wit HVO
92
0
-3
6
115
5.
ongecoat geelachtig
88
0
6
6
115
Tolerantie
±3
±2
±2
±5
1
gespecificeerde waarden volgens ISO/CD 12 647 – 2.2: D50, 2°, 0/45 of 45/0
Wit substraat Papiersoort
L1
a1
b1
Glans
Gewicht g/m2
6.
HV gesat.mc
95
0
-2
65
115
7.
HV mat mc
94
0
-2
38
115
8.
LWC gesat.
92
0
5
55
65
9.
ongecoat wit HVO
95
0
-2
6
115
90
0
9
6
115
10. ongecoat geelachtig
Tolerantie ±3 ±2 ±2 ±5 1 gespecificeerde waarden volgens ISO/CD 12 647 – 2.2: D50, 2°, 0/45 of 45/0
Inkten geproduceerd volgens DIN ISO 2846, onder drukkerijcondities, de volgende CIELAB coördinaten (kleurvolgorde: cyaan, magenta, geel) op de aangegeven papiersoorten. L*a*b* waarden Papiersoort
1
L* op zwart substraat Zwart 16 Cyaan 54 Magenta 46 Geel 87 Rood (M+Y) 46 Groen (C+Y) 49 Blauw (C+M) 24
1+2 a* b*
L*
3 a*
b*
L*
4 a*
b*
L*
5 a*
b*
0 -36 72 -6 67 -66 16
0 -49 -5 90 47 24 -45
20 55 46 84 45 47 24
0 -36 70 -5 62 -60 18
0 -44 -3 88 39 25 -41
31 58 54 86 52 53 37
1 -25 58 -4 53 -42 8
1 -43 -2 75 25 13 -30
31 59 52 86 51 49 33
1 -27 57 -3 55 -44 12
2 -36 2 77 34 16 -29
op wit substraat Zwart 16 Cyaan 55 Magenta 48 Geel 89 Rood (M+Y) 47 Groen (C+Y) 50 Blauw (C+M) 24
0 -37 74 -5 68 -68 17
0 -50 -3 93 48 25 -46
20 58 49 89 47 50 25
0 -38 75 -4 67 -64 20
0 -44 0 94 43 27 -44
31 60 56 89 54 54 38
1 -26 61 -4 55 -44 8
1 -44 -1 78 26 14 -31
31 60 54 89 53 50 34
1 -28 60 -3 58 -46 12
3 -36 4 81 37 17 -29
1
gespecificeerde waarden volgens ISO/CD 12 647 – 2.2: D50, 2°, 0/45 of 45/0
2
Technische informatie 1.311 | Offsetinkten | Algemene informatie | 090108
CIELAB-∆E* toleranties voor de primaire kleuren (volvlakken) Zwart
Cyaan
Magenta
Geel
Variaties
5
5
5
5
Fluctuatie
4
4
4
5
Voorafgaande testen De inkt die volgens de leverancier is gecontroleerd in overeenstemming met ISO 2846-1 is nu als test afgedrukt op een van de papiersoorten die bovenstaand is opgesomd. Overeenstemmend met de procedure zoals onderstaand beschreven om de perskarakteristieken vast te stellen en de best mogelijke gespecificeerde chromatische waarden en de punttoename in het drukproces. De kleurwaarde heeft hierbij voorrang. Procedure Hierbij de procedure zoals deze is beschreven in de Altona Test Suite-Applicatie: 1. 2. 3.
Voorbereiding van een testvorm welke de volgende meet & controlebronnen bevat: ter controle van een gelijkmatige inktzone-instelling de variatie van densiteit evenwijdig met de drukrichting toonwaardenvelden en rastervlakken
-
De drukplaten zijn belicht in de RIP zonder een correctie-tabel (curve). Het drukken op de pers begint met een significante onder-inktgeving van de vierkleureninkten en wordt in kleine stapjes opgevoerd tot en met significante over-inktgeving.
-
Op het punt waar de gewenste kleurweergave is bereikt, wordt de variatie van densiteit evenwijdig aan de drukrichting opnieuw gecontroleerd.
-
Variatie van densiteit evenwijdig met de drukrichting: het verschil in densiteit tussen de hoogste en de laagste waarde (drukverval) mag niet meer zijn dan 10%. Indien toch, dan moet het verwrijfmoment van de distributierollen worden gecorrigeerd.
-
Op de schaaldrukken worden in natte toestand (!) alle L*a*b waarden gemeten (ISO 13655 condities: 0/45,D50,2°,CIELAB) en de corresponderende volvlakdensiteiten in CMYK gemeten.
-
Inktgeving: het inktaanbod wordt net zo lang voortgezet totdat de in het begin afnemende ∆ E-waarden vergeleken met de standaardwaarden volgens Cielab-waarden conform tabel 3, sectie 10, Fogra/bvdm (Bundesverband Druck & Media) weer significant stijgen.
-
De individuele vellen van de qua inktgeving oplopende schaaldrukken worden 20 uur later geëvalueerd omdat de standaard CIELAB waarden refereren aan de kleur van de gedroogde vellen.
-
Voor het droge vel dat de laagste ∆E waarde heeft vergeleken met de doelwaarden, wordt de in natte toestand genoteerde densiteitswaarden en L*a*b-waarden gedetermineerd en vastgelegd. Deze gelden voor alle volgende stappen als standaardwaarden.
3
Technische informatie 1.311 | Offsetinkten | Algemene informatie | 090108
-
Tegelijkertijd dient dit vel ook voor de bepaling van de toonwaardetoename bij het drukken en als basis voor elke wijziging of correctie van de op de individuele CMYK gebaseerde kleuren van de LUTs en RIP.
-
De drukplaten worden nieuw belicht en met de zojuist nieuw bepaalde volvlakdensiteiten afgedrukt.
-
Nu moet er worden gecontroleerd of de veranderingen of correcties in de RIP-LUTs (correctie curve) het gewenste effect in de afdruk teweeg brengen. Indien niet, dan moet nogmaals een correctie worden gedaan.
-
De individuele parameters (CIELAB/densiteit/ toonwaarde toename) moeten opnieuw worden genoteerd en vastgelegd op een informatieblad en worden bewaard als richtwaarden voor de oplagedruk.
-
Alle aanpassingen moeten worden herhaald voor ieder papiertype en individueel worden ingesteld. Dit omdat de colormetrische waarde en de punttoename sterk afhankelijk zijn van het substraat waarop wordt gedrukt.
Punttoename Zoals u ziet in de hiervoor omschreven procedure, wordt de punttoename primair bepaald door de pre-press. Door aanpassing van de inkt kan de punttoename slechts minimaal worden beïnvloed. Raste r
Papiersoort 1 K C M
40%
16
13 13 13
16
13 13 13
19
16 16 16
22
19 19 19
22
19 19 19
13
11 11 11
13
11 11 11
13
11 11 11
14
12 12 12
14
12 12 12
80%
Y
Papiersoort 2 K C M
Y
Papiersoort 3 K C M
Criteria om goede afdrukken te selecteren Punttoename in de 40% midden-toon Punttoename in de 80% toon Spreiding* in de 40% midden-toon Spreiding* in de 80% midden-toon Volvlak ten opzichte van norm ISO 12647-2 Fluctuaties in volvlakdensiteit over het drukvel
Y
Papiersoort 4 K C M
Y
Papiersoort 5 K C M
Y
± 4% ± 3% ± 5% ± 5% ± 5% ±10%
Wat is het verschil tussen ISO 2846 en ISO 12647? Bij het vergelijk van de colormetrische waarden valt op dat de waarden die in ISO 2846 en ISO 12647 niet gelijk zijn. ISO 2846 beschrijft metingen van de colormetrische waarden van laboratoriumproeven op een specifiek testsubstraat, terwijl ISO 12647 de chromatische punten van oplagedrukken op verschillende papiersoorten definieert.
4
Technische informatie 1.311 | Offsetinkten | Algemene informatie | 090108
Volgens de standaardisatievoorschriften moeten drukinkten die gestandaardiseerd zijn volgens de normen van ISO 2846-1 en –2 in het laboratorium, automatisch resultaten conform ISO 12647-2 en –3 in de drukkerijomgeving laten zien. In de praktijk is dit echter niet altijd het geval. De hoofdreden hiervoor is dat bij het drukken behalve een geschikte inkt ook andere parameters zoals bijvoorbeeld drukperstype en -configuratie, rubberdoek, papier vochtmiddelinstelling, IPA percentage kleurvolgorde etc. het proces beïnvloeden en daardoor een invloed op het drukresultaat hebben. Daarom kan de drukinktfabrikant voor geschikte inktsoorten uitsluitend een bevestiging geven voor de specifieke inkt dat deze conform is aan ISO 2846-1 of –2 maar niet dat deze inkt conform ISO 12647-2 of –3 is omdat de omstandigheden en parameters van drukkerij tot drukkerij (of zelfs van pers tot pers) sterk variëren. Samenvatting De bovengenoemde standaarden openen nieuwe mogelijkheden voor standaardisatie van het offsetproces. Tot welke hoogte klanten bereid zijn en de keuze hebben om de bedrukstoffen te kiezen die voorgeschreven zijn in de standaard –een absolute voorwaarde om de specificaties te realiseren – kan alleen de toekomst ons zeggen. Laat ons hopen dat de standaardisatie niet sneuvelt onder druk van de kosten die vooral in de voorbereiding permanent hoger zijn. In principe zijn alle inkten van de hubergroup conform de specificaties zoals vastgelegd in ISO 2846-1. Dit technisch informatieblad is een richtlijn ter informatie. Hoewel de waarden in de tabellen naar de laatste informatie zijn aangepast, (januari 2008) moeten wij benadrukken dat de correcte waarden uit de laatste versie van de norm of de Altona Testsuite dienen te worden ontnomen. Referenties en bronnen: 1. ISO 2846-1, 03/2000 2. ISO 12647-2, 2004 3. ISO 12647-2+A1 2008 4. ISO 12647-2, 06/1998 5. Altona Test Suite, Bundesverband Druck und Medien e.V, 12.2003 (www.altonatestsuite.com) * Spreiding: het maximale verschil in toonwaarde tussen C, M en Y
Deze technische informatie geeft de huidige stand van onze kennis weer. Zij geeft kennis en adviseert. Enige verantwoordelijkheid m.b.t. te juistheid kan daaruit niet afgeleid worden. Veranderingen, die tot vooruitgang leiden, blijven voorbehouden. hubergroup Benelux bv . Bolderweg 33 . Postbus 30140 . 1303 AC Almere . E-mail:
[email protected] . www.hubergroup.nl Tel. +31(0) 36 529 01 17 / +32(0) 9 230 67 19 . Fax +31(0) 36 532 64 54 / +32(0) 9 231 75 57
5