SWALF Samen Werken aan Leren KINDEROPVANGORGANISATIES &
Titel
: BPV Protocol
Auteur
: Petra Bollen (projectleider)
Datum
: 14 juli 2012
Code
:
Versie
: 2.0
Status
: concept
Verzendlijst Cc
: Leerbedrijven, ROC’s , stuurgroep SWALF, werkgroepleden : Calibris
Classificatie
: verspreiding met bronvermelding
0
september 2012
Samen Werken Aan Leren Flevoland Convenant Kindercentra Flevoland en ROC’s Flevoland, Friese Poort en Landstede.
Opdracht werkgroep: Organisatie en randvoorwaarden rondom de BPV
Doelgroep van dit BPV-Protocol: Studenten, leerbedrijven en ROC’s.
Leden Werkgroep: Anne-Mieke Tabak
- Welzijnsstichting De Schoor
Dorien Spier
- SPN
Janneke Wiegers
- ROC Flevoland
Marga Oudshoorn
- UK
Maureen Buurman
- KOV
Liesbeth Verkleij
- Landstede
Ellie Verduijn
- ROC Friese Poort
Dit document is geaccordeerd door de stuurgroep op ……..september 2012. Alle deelnemers aan dit convenant verbinden zich aan de gemaakte afspraken. Vanaf schooljaar 2013 werken de ROC’s met dit protocol.
1
Inhoudsopgave
2
Document 0
BPV protocol
3
Document 1
Intakegesprek
7
Document 2
Oriëntatie BPV
9
Document 2a Sollicitatiebrief en CV
10
Document 2b Kennismakingsbrief
12
Document 2c
Instellingsportret
13
Document 3
Aanvraag stageplek via internet/site van het leerbedrijf
14
(Naar: document ‘aanvraag stageplek’ van De Schoor)
Document 4
Checklist aanstellingsgesprek BPV
17
Document 5
Gesprekscyclus
19
Document 6
Competentiescan BPV begeleider
20
(Naar: Competentiescan werkbegeleider van Calibris en document van Convenant KO/ROC West Brabant)
Document 7
Checklist criteria voor toekomstige BPV begeleiders
24
competentiegericht opleiden. (Naar: ZoWijs, wijzer in gehandicaptenzorg)
Bijlage 1
Woordenlijst
26
2
Document 0 PROTOCOL BEROEPS PRAKTIJK VORMING (BPV)
a. VOORBEREIDING (Bijv.: oriëntatie branche, informatie leerbedrijf)
De student -
Zorgt dat zij een goed beeld heeft van het werkveld en het beroep.
-
Vraagt een VOG aan voor aanvang van de opleiding. (BOL)
-
Oriënteert zich op beschikbare stageplekken d.m.v. www.stagemarkt.nl
-
Is bekend met de gesprekscyclus tijdens de BPV en houdt zich hieraan
-
Heeft een ingevuld POP en de opdrachten 1,2,3 in zijn portfolio.
Het ROC -
Presenteert zichzelf naar het VMBO op diverse manieren.
-
Vraagt tijdens intakegesprek aan de student naar relevante zaken welke het werken als pedagogisch medewerker mogelijk kunnen beïnvloeden en vermeld informatie indien nodig op het aanmeldingsformulier
-
Benadert erkende leerbedrijven voor werkveldoriëntatie.
-
Zorgt voor één contactpersoon voor de leerbedrijven. (Over het algemeen zal dit de BPVcoördinator zijn.)
-
Zorgt dat de contactgegevens van deze persoon bekend zijn bij de leerbedrijven.
-
Geeft wijzigingen in de contactgegevens zo spoedig mogelijk door aan de leerbedrijven.
-
Zorgt voor een Prove2Move-map bij de leerbedrijven.
-
Informeert stagiair over gesprekscyclus tijdens BPV en voert de gesprekken met de stagiair (en/of BPV-begeleider) volgens de afgesproken cyclus
Het leerbedrijf -
Vermeldt op www.calibris.nl contactpersoon en aantal leerwerkplekken.
-
Vermeldt of dit BOL of BBL leerwerkplekken zijn.
-
Zorgt voor een update van de gegevens vóór 1 mei van het lopende jaar.
-
Presenteert zichzelf aan het VMBO d.m.v bijvoorbeeld deelname aan een beroepenmarkt en het geven van gastlessen.
-
Presenteert zichzelf op het ROC d.m.v. werkveldoriëntatie voor eerstejaars SWA/PW 3 en 4. Zorgt voor erkenningen van leerwerkplekken door Kenniscentrum Calibris. 3
-
Zorgt voor deskundige werkbegeleiders. [document 6 en 7]
-
Voert gesprekken met de stagiair (en/of BPV-begeleider) volgens de afgesproken gesprekscyclus
-
Zorgt voor een duidelijk protocol voor intake en plaatsing van stagiairs.
b. MATCHING (Zoeken en vinden juiste leerwerkplek)
Opmerking vooraf: De student loopt gedurende de opleiding zo breed mogelijk stage: op een kinderdagverblijf (in diverse groepen), in de buitenschoolse opvang en in een peuterspeelzaal. Doel is een kennismaking met het werken in de branche in al zijn facetten, zowel wat betreft doelgroepen (0-13 jaar), opvangvormen als ook neventaken.
De ‘breedte’ van de stage is tevens afhankelijk van het niveau van de opleiding. Een student PW4 zal breder en diverser ingezet worden.
Het streven is om stagiaires in verschillende instellingen stage te laten lopen. De student -
Vermeldt in een intakegesprek vóór aanvang van de opleiding, zaken waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat ze van belang zijn bij het uiteindelijk functioneren in het werken in de kinderopvang.
-
Oriënteert zich op het leerbedrijf d.m.v. bijvoorbeeld de site van het leerbedrijf.
-
Solliciteert naar een stageplaats d.m.v. een sollicitatiebrief of document op de site van het leerbedrijf. [document 2a]
-
Zorgt voor een verzorgde sollicitatiebrief en CV, liefst met foto. [document 2a]
-
Zorgt voor een representatief e-mailadres.
-
Motiveert in een sollicitatiegesprek bij het leerbedrijf keuze stageplaats
-
Vermeldt in een gesprek vóór aanvang van de stage, zaken waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat ze van belang zijn bij het functioneren in het leerbedrijf. (Hierbij kan gedacht worden aan: een chronische ziektes, mentale problemen, rouwperiode, ADHD.)
-
Neemt bij afwijzing contact op met de BPV-coördinator.
-
Zorgt vóór aanvang van de stage dat een ingevuld POP en de opdrachten [document 2a,b,c]
-
in het portfolio zitten. 4
-
Stuurt vóór aanvang van de stage een kopie van de VOG naar het leerbedrijf. (BOL)
-
Zorgt dat een ondertekende POK, kopie van een VOG en een formulier met contactgegevens van student vóór aanvang stage bij het leerbedrijf aanwezig zijn.
-
Levert het formulier met contactgegevens in duplo aan: één opsturen naar de praktijkopleider of administratie van het leerbedrijf, één bij eerste bezoek aan de werkplek aan de werkbegeleider geven.
-
Zorgt voor een ingevuld formulier Loonbelastingformulier Student indien stage wordt gelopen bij een kinderopvangorganisatie. (Niet nodig als de leerwerkplek een peuterspeelzaal is.)
-
Neemt na bevestiging van aanname, contact op met de praktijkopleider voor een aanstellingsgesprek.
-
Geeft aan het leerbedrijf door wanneer aan een andere BPV-plek de voorkeur gegeven wordt.
Het ROC -
De BPV-coördinator houdt rekening met de wensen van de student.
-
De BPV-coördinator begeleidt de student bij haar keuze voor een stage en leerbedrijf.
-
De BPV-coördinator houdt in de gaten dat de student minimaal twee stages bij verscheidene doelgroepen doorloopt.
-
Bij afwijzing van de student na het sollicitatiegesprek bij het leerbedrijf, kan de BPVcoördinator contact opnemen met de Praktijkopleider van het leerbedrijf.
-
De BPV-coördinator vraagt, in bijzondere gevallen, toestemming aan de student om informatie die functioneren bij het leerbedrijf mogelijk kunnen beïnvloeden, door te geven aan het leerbedrijf om een goede begeleiding mogelijk te maken.
-
Indien een student minderjarig (jonger dan 18 jaar) is, zal aan de ouders/verzorgers om toestemming gevraagd worden.
-
Indien de student zelf informatie wil geven aan het leerbedrijf, vraagt de BPV-coördinator bij de student na of dit gebeurd is en helpt eventueel om dit bespreekbaar te maken.
-
Zorgt voor een ondertekende POK vóór aanvang stage/BPV-periode.
-
Controleert vóór aanvang van de stage dat de opdrachten[document 2a,b,c]
-
zijn gemaakt en beoordeeld in het portfolio zitten.
5
Het leerbedrijf -
Plaatst op de site eventueel een document om te solliciteren naar een leerwerkplek. [document 3]
-
Plaatst tot 6 weken voor de eerste zomervakantieperiode in de regio, studenten van ROC Flevoland, ROC Landstede en ROC Friese Poort. (Flevoland heeft te maken met de vakantiespreiding van regio’s Midden en Noord.)
-
Plaatst na deze periode ook studenten van andere ROC’s.
-
Stuurt een bevestiging dat de sollicitatie ontvangen is.
-
Stuurt een afwijzing, dan wel uitnodiging voor het sollicitatiegesprek.
-
Voert sollicitatiegesprekken.
-
Neemt een beslissing binnen 10 werkdagen.
-
Motiveert een eventuele afwijzing in een brief of e-mail.
-
Stuurt een e-mail of brief aan de student waarin locatie en tijd waarop een eerste kennismaking met de werkbegeleider en de groep vermeld staan
-
Voert een aanstellingsgesprek met de geselecteerde student. [document 4]
-
Overhandigt bij het sollicitatiegesprek of bij het aanstellingsgesprek een informatieboek en/of het stagebeleid en/of het BPV-plan van het leerbedrijf aan de student.
-
Zorgt ervoor dat een student altijd boventallig is
-
Zorgt voor een passende match tussen stagiair en werkbegeleider.
-
Maakt concrete afspraken met de student over inhoud, begeleiding, beoordeling, regels enz. [document 4]
-
Plaatst deeltijd BOL- en BBL-studenten afhankelijk van de start van de opleiding. (Flexibele instroom.)
-
Het leerbedrijf biedt de student de gelegenheid met verschillende facetten binnen de organisatie in aanraking te komen.
6
[document 1] VOOR START PW OPLEIDING Stap 1: Intakegesprek Intake ROC met aspirant student Onderwerpen □ Vereiste diploma's □ "Beperkingen" □ Instaptoets Nederlands □ VOG
Stap 1B: verdiepend intakegesprek Er is twijfel op grond van ‘beperking’ op kansen en mogelijkheden voor uitoefening beroep □ Student wordt begeleid naar een andere opleiding binnen ROC Er is twijfel op grond van beperkingen op kansen voor een stageplaats □ Bespreking randvoorwaarden ‘beperking’ t.a.v. begeleiding in leerbedrijf Er is twijfel op grond van ‘instaptoets Nederlands’ op het behalen van het verplichte taalniveau 2 F voor uitoefening beroep □ Student wordt begeleid naar een andere opleiding binnen ROC De student kan aan het begin van de opleiding géén VOG overleggen. □ Student wordt begeleid naar een andere opleiding binnen ROC
START PW OPLEIDING Stap 2: voor start BPV Student mag solliciteren naar BPV plaats Student heeft □ VOG □ POP en opdrachten 1,2,3 bekeken en beoordeeld Bij verdiepend intakegesprek (stap 1B) wordt aan de student gevraagd om ‘beperking’ te vermelden of anders wordt aan de student toestemming gevraagd om ‘beperking’ te vermelden. [Zie document: 4 checklist bij aanstellingsgesprek stage] □ ‘beperking’ wordt vermeld Stap 3: sollicitatiegesprek student Student wordt aangenomen 7
□ student start BPV Student wordt niet aangenomen. BPV docent en student krijgen motivatie te horen waarom (nog) niet begonnen kan worden met stage. □ Student krijgt een herkansing □ Student wordt in een andere organisatie geplaatst Na drie weken is er een eerste telefonisch contact vanuit ROC tussen BPV docent en BPV begeleider □ Student vervolgt BPV □ Stage wordt beëindigd, student krijgt een nieuwe kans bij andere organisatie met leerpunten. Verklaring begrippen ‘Beperking’ □ De student bezit in onvoldoende mate de capaciteiten om visueel en auditief te kunnen signaleren en reageren □ De student heeft (in aanleg) beperkte competentie om 100% informatie te kunnen overdragen naar collega / kind / ouder Deze competenties / capaciteiten worden door de kinderopvang als voorwaarde gesteld als toekomstig beroepsbeoefenaar in de kinderopvang. Gedrag □ Als het gedrag of de beperking een risico kan vormen voor de veiligheid van de kinderen □ Als gedrag om omstandigheden een probleem geeft voor de begeleidbaarheid en/of leerbaarheid van de student Deze informatie wordt voor het sollicitatiegesprek gemeld, de organisatie kan dan bekijken of aanname van deze student als stagiair haalbaar is, zo ja bij welke locatie en welke werkbegeleider het meest geschikt is.
8
[document 2] Oriëntatie op BPV Kinderopvangorganisaties hebben een grote verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat ouders vertrouwen hebben in de organisatie en de pedagogisch medewerkers. Ook de student draagt straks die verantwoordelijkheid en moet zorgen dat de kwaliteit van de opvang en begeleiding van kinderen hoog is. Tijdens de beroepspraktijkvorming (BPV) verdiept de student zich verder in zijn toekomstige beroep. Er ontstaat dan een verbinding tussen de opleiding/de theorie en de praktijk. Dit geheel van kennis, vaardigheden en houding is competentiegericht onderwijs. Om niet geheel blanco aan de BPV te beginnen oriënteert de student zich door middel van een drietal opdrachten voor op het werken in de kinderopvang. De functie van de drie opdrachten in het portfolio is om het werkveld te laten zien wie is deze student, wat heeft hij in huis en wat heeft de student al gedaan ter oriëntatie op de beroepspraktijk.
Ook voor de begeleiders in de praktijk is dit handig, omdat zij in het portfolio kunnen zien wat de student al in de opleiding heeft gedaan, waarom hij graag bij hen stage wilt lopen en welke kwaliteiten hij in huis heeft om een goede pedagogisch medewerker te worden. Het portfolio is een belangrijk document. Realiseer je dat het in orde moet zijn voordat de student de BPV ingaat! Hieronder staan de drie opdrachten voor in het portfolio van de student die hij nodig heeft voordat hij aan de BPV kan beginnen. 1. Schrijf een sollicitatiebrief. Met deze brief solliciteert de student bij een kinderopvangorganisatie naar een BPV-plaats om ervaring op te mogen doen. Hij schrijft wat hij te bieden hebt en wat zijn wensen zijn. Let wel: hij mag wensen aangeven, maar dat betekent niet altijd dat deze ook worden ingewilligd. [Document 2a] 2. Het schrijven van een kennismakingsbrief in foutloos Nederlands. Bij sommige organisaties voor kinderopvang is het de gewoonte dat stagiaires zich door middel van een kennismakingsbrief voorstellen aan de ouders. Deze brief wordt opgehangen op het mededelingenbord, op de deur of in de gang. [Document 2b] 3. Het maken van een oriëntatieopdracht over de organisatie waar de student stage gaat lopen. De student kiest een doelgroep waar hij het liefst mee zou werken en oriënteert zich op zijn toekomstige werkzaamheden binnen deze groep. Op deze wijze laat de student zien dat hij zich heeft voorbereid op het werken met deze doelgroep. Dit betekent dat de student een beeld krijgt wat hem te wachten staat, maar niet dat hij het in de praktijk ook al kan. [Document 2c] 9
[Document 2a] OPDRACHT : SOLLICITATIEBRIEF Wanneer je een bpv-plaats hebt gevonden of aangewezen hebt gekregen, moet je een sollicitatiebrief schrijven. De brief stuur je op via de post of via de e-mail, maar hij zit ook altijd als bewijsstuk in je startportfolio. Zorg ervoor dat deze brief in foutloos Nederlands is geschreven en gericht is aan het juiste praktijkadres.
Sollicitatiebrief en CV Je moet een sollicitatiebrief en een CV zien als een een-tweetje: in de sollicitatiebrief zet je je motivatie, en je CV is de onderbouwing van, en toelichting op de brief.
Waar voldoet een goede sollicitatiebrief aan? -
Noteer je woonplaats en de datum waarop je de brief schrijft.
-
Zoek uit aan wie je de brief moet richten en schrijf de naam van de instelling en de naam van de contactpersoon boven aan je brief.
-
Begin je brief met: Geachte….
-
Geef eerst aan op welke BPV-plek je solliciteert.
-
Verwijs naar de opleiding die je nu volgt en eerdere werk- en/of stage-ervaring.
-
Motiveer waarom je bij dit leerbedrijf stage wilt komen lopen.
-
Gebruik bij je motivatie de leerdoelen die je jezelf gesteld hebt.
-
Sluit je brief af met bijvoorbeeld: met vriendelijke groet’ en onderteken met je naam.
-
Ten slotte: lees je brief kritisch door en laat hem ook lezen door een bekende. Zo haal je er mogelijke spelfouten uit.
Vaak volstaat een sollicitatiebrief van één A-4'tje. Houd de informatie dus beknopt. Het belangrijkste is je motivatie.
Stuur altijd je Curriculum Vitae (CV) mee met je brief. Het is niet verplicht, maar wel prettig als je een foto toevoegt aan je CV.
10
Wat is een CV? CV is de afkorting van Curriculum Vitae. De term komt uit het Latijns en betekent: ‘de loop van het leven’. Het doel van een CV is dat een leerbedrijf in één oogopslag een goed indruk krijgt van wie je bent en wat jij kunt. Een CV mag niet langer zijn dan één, hooguit twee A-4tjes. Een CV wordt chronologisch opgesteld. Je meest recente werk- en/of stage-ervaringen en opleiding(en) staan eerst genoemd, vervolgens ga je ‘terug in de tijd’. Bovenaan staan dus de meest recente gegevens, en onderaan de meest oude gegevens.
Naam Voorletters Roepnaam Adres (straat, nummer, postcode, woonplaats) Telefoonnummer(s) Geboortedatum Geboorteplaats Nationaliteit Burgerlijke staat Sofinummer
Opleidingen Werk-/stage-ervaringen Referenties Kwaliteiten
Opmerking: Noem één of twee referenties in je CV. Dit zijn mensen die jou kennen in een stage- of werksituatie. Vrijwilligerswerk is ook werk! Vraag wel van tevoren toestemming aan deze mensen of je hen als referentie mag noemen in je brief.
11
[Document 2b] OPDRACHT: KENNISMAKINGSBRIEF
Het is belangrijk dat je je ook schriftelijk kunt presenteren. Je schrijft daarom een kennismakingsbrief voor ouders van de doelgroep waar jij graag mee zou willen werken in de kinderopvang. In deze brief stel je jezelf voor en geef je aan hoelang en op welke dagen je stage komt lopen. Bij je brief doe je een gepaste foto. Zorg ervoor dat de brief er aantrekkelijk uitziet en in foutloos Nederlands is geschreven. In overleg met je bpv-plaats kan er tijdens je BPV bekeken worden of de kennismakingsbrief wordt opgehangen. Hij komt in ieder geval als bewijsstuk in je startportfolio.
Tijdens je BPV stel je je uiteraard ook persoonlijk voor aan de ouders, de kinderen en niet te vergeten je collega's. Bespreek dan op je bpv-plaats op welke wijze dit het beste kan.
12
[Document 2c] OPDRACHT: HET MAKEN VAN EEN INSTELLINGSPORTRET VOOR PW 3 EN PW 4 BPV INSTELLING (ROC F-P) NOG NIET COMPLEET Het maken van een instellingsportret helpt jou om inzicht te krijgen in de organisatie van de instelling, waarbinnen jij je 1e BPV doet, het werken met deze doelgroep en jouw functioneren tijdens de beroepsoriënterende en de beroepsvoorbereidende fase. Daarom werk je onderstaande vragen schriftelijk uit. Raadpleeg je BPV -begeleider als je niet weet hoe je aan bepaalde informatie moet komen. -
je geeft aan waarom jij graag in de kinderopvang wilt werken;
-
je geeft aan waarom je graag bij deze kinderopvangorganisatie wilt werken (laat zien dat je je hebt verdiept in deze specifieke organisatie; denk bijvoorbeeld aan de visie);
-
je geeft aan met welke doelgroep je wilt werken en waarom (bekijk van tevoren of de kinderopvangorganisatie deze doelgroep wel in huis heeft en denk hierbij aan de kenmerken van de doelgroep);
-
je geeft aan wat jij te bieden hebt en wat je belangrijk vindt bij het opvoeden en begeleiden van kinderen.
Ook nu zorg je dat het is uitgeschreven in foutloos Nederlands en dat het er aantrekkelijk en verzorgd uitziet. Ook dit bewijsstuk komt in je startportfolio.
13
[Document 3] Aanvraag stageplek via internet/site van het leerbedrijf
Datum:
(klik hier en typ datum)
Mijn naam is:
(typ naam)
Momenteel volg ik de opleiding:
(typ opleiding)
Niveau/uitstroomprofiel:
(typ niveau/uitstroomprofiel)
School:
(typ naam school)
Plaats:
(typ plaats school)
Ik wil stage lopen bij (naam kinderopvangorganisatie), omdat: (typ motivatie voor stage aanvraag)
Om je aanvraag te kunnen afhandelen vragen wij je het onderstaande CV in te vullen. Heb je het formulier (zo volledig mogelijk) ingevuld? Stuur deze dan naar:
(e-mailadres praktijkopleider)
Curriculum Vitae
PERSONALIA Naam Adres Postcode Woonplaats Tel Mobiel E-mail Geboortedatum Geboorteplaats Nationaliteit Burgerlijke staat Sofi nummer 14
STAGEWENSEN Welke periode? Hoeveel uren totaal? Welke dagen/tijden? Welke groep/leeftijd?
OPLEIDINGEN Periode
Opleiding
Plaats
WERKERVARING (indien van toepassing) Periode
Plaats
Branche Functie Werkzaamheden Voltijd/deeltijd Adres Postcode Telefoon E-mail
Periode
Plaats
Branche Functie Werkzaamheden Voltijd/deeltijd Adres
15
Postcode Telefoon E-mail
EERDERE STAGES Leerbedrijf
periode
Werkzaamheden
HOBBY’S
BIJZONDERHEDEN
16
Plaats
[Document 4] Checklist bij aanstellingsgesprek stage
Gedaan Student Doornemen contactgegevens student/invullen intake-formulier/controle cv Doornemen gegevens POK VOG Loonbelastingformulier student Kopie identiteitskaart Reiskostenvergoeding Bespreken zaken welke van invloed kunnen zijn op het functioneren binnen het leerbedrijf
Leerbedrijf Algemene informatie Leerbedrijf Specifieke informatie BPV-plek Informatieboekje leerbedrijf overhandigen Document stagebeleid overhandigen/stagegids Folders, bijv. VVE-methode, ouderbetrokkenheid Vaccinatie Hepatitis B
Algemene regels Privacy ouder-kindgegevens/beroepsgeheim Stage in de directe woonomgeving Houden aan afspraken, zoals op tijd komen Afmelden bij ziekte Veranderingen van welke aard dan ook doorgeven. Bijv.: ander telefoonnummer, adres, tijd begeleidingsgesprekken Afspraken eigen kinderen op de groepen Gebruik telefoon en sociale media tijdens werktijd en in contact met ouders Werktijden/rooster, pauze, vakanties, feestdagen Protocol kleding en uiterlijke verzorging, piercings 17
ja
nee
Het maken van foto’s en films
Afspraken Afspraak startdatum en –tijd, adres Afspraak met werkbegeleider Afspraak met teamleider Vastleggen datum eerstvolgende contact met praktijkopleider
18
[Document 5] gesprekscyclus
19
[Document 6] Competentiescan BPV begeleider
Naam medewerker:
Naam teamleider:
Ingevuld op:
aanwezig Verder uit te bouwen 1. Aansturen
Maakt duidelijke afspraken over de resultaten die de stagiair binnen een bepaalde tijd moet behalen Geeft de stagiair verantwoordelijkheid voor de uitvoering van taken die hij al beheerst en biedt mogelijkheden en bevoegdheden om die taken goed en volgens planning uit te voeren Wijst taken toe aan de stagiair waarbij rekening gehouden wordt met wat zij al kan en wat zij wil leren Corrigeert de stagiair wanneer zij niet volgens de kwaliteitsnormen, afspraken of richtlijnen werkt houdt rekening met de leerstijlen van de stagiair
2. Begeleiden
Geeft de stagiair(gevraagd en ongevraagd) feedback op haar functioneren Geeft de stagiair ruimte om zelf oplossingen en alternatieven te bedenken om haar werkzaamheden beter te gaan uitvoeren Vraagt de stagiair om zelf oplossingen en alternatieven te bedenken om zijn werkzaamheden beter uit te voeren 20
opmerkingen
Coacht de stagiair en biedt haar inzicht in oplossingen en alternatieven en moedigt haar aan een keuze te maken Helpt de stagiair om moeilijkheden in haar leerproces te overwinnen door haar te motiveren om doelen te bereiken en leerpunten te zien als uitdagingen Stimuleert de stagiair om zich te ontwikkelen door haar te helpen haar werkproces te structureren en zelfstandiger te worden in de uitvoering Kan zich aanpassen aan de leeftijdsfase van de stagiair
3. Samenwerken en overleggen
Overlegt geregeld over de begeleiding en het leerproces van de stagiair met de andere medewerkers die bij het opleiden betrokken zijn Moedigt de andere betrokkenen bij het opleiden aan oma las team de begeleiding te bieden door zaken te bespreken Helpt de stagiair wanneer sprake is van problemen, onenigheid en conflicten zodat ze de mogelijkheid krijgt te leren op de werkplek 4. Overtuigen en beïnvloeden
Zorgt dat gesprekken met de stagiair over het bijstellen van haar stageplan leiden tot het voorafgestelde doel van het gesprek Zorgt dat het gesprek over het stageplan afgesloten wordt met duidelijke conclusies en afspraken Benoemt problemen in het functioneren van de student en maakt zaken bespreekbaar met de stagiair Onderbouwt haar mening over het functioneren van de stagiair met steekhoudende argumenten, concrete feiten en illustratieve voorbeelden 5. Presenteren
21
Past taal en benaderingswijze aan de stagiair aan Legt zaken duidelijk uit, licht ze toe en checkt of de stagiair de informatie begrijpt Is zich bewust van de voorbeeldfunctie en handelt ernaar Zorgt dat het gesprek over het stageplan afgesloten wordt met duidelijke conclusies en afspraken 6. Formuleren en rapporteren
Gebruikt juiste woorden en uitdrukkingen zodat misverstanden voorkomen worden Zorgt dat rapportages en verslagen volledige informatie bevatten en zo geschreven zijn dat ook anderen het kunnen begrijpen Zegt duidelijk wat zij vindt van het functioneren van de stagiair tijdens het werken en bij begeleidings- en portfoliogesprekken Rapporteert aan de praktijkopleider en studiecoach wanneer de kwaliteit van het werk en de productiviteit van de stagiair en zichzelf niet voldoet aan de gestelde eisen 7. Analyseren
Checkt de gegevens over het leerproces die de student en andere betrokkenen bij het opleidingsproces aanleveren op juistheid en volledigheid Vraagt de stagiair en andere betrokkenen om een onderbouwing van hun mening Verzamelt juiste en voldoende gegevens over het functioneren van de student door uit de gegevens van andere betrokkenen de hoofd- en bijzaken te scheiden Maakt uit de gegevens van de stagiair en de andere betrokkenen bij het opleidingsproces logische gevolgtrekkingen voor het vervolg van het opleidingsproces van de stagiair 8. Plannen en organiseren 22
Formuleert samen met de stagiair haalbare doelen en bepaalt prioriteiten in het bereiken van de doelen Plant en regelt samen met de stagiair leeractiviteiten die goed op elkaar afgestemd zijn Schat de benodigde tijd voor de activiteiten realistisch in en zorgt dat de benodigde middelen en mensen door de stagiair geregeld worden Bewaakt de voortgang t.a.v. het leerproces van de stagiair in portfoliogesprekken die vooraf gepland zijn Pakt de begeleiding op een ordelijke en systematische manier aan waardoor ook andere betrokkenen bij het opleiden inzicht in het begeleidingsproces kunnen hebben 9. Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten
Neemt de tijd om de verwachtingen en wensen van de student vast te stellen t.a.v. leren in de praktijk waarbij rekening gehouden wordt met het gezichtspunt van andere culturen en achtergronden Stelt vast of de wensen en verwachtingen op de werkplek haalbaar zijn en zo niet, zoekt samen met de student naar een invulling die wel haalbaar is Checkt regelmatig of de stagiair tevreden is, en zo niet, onderneemt acties om de onvrede die door de werkomstandigheden veroorzaakt worden te verminderen dan wel weg te halen Verandert haar aanpak wanneer de stagiair daarom vraagt
23
[Document 7]
Checklist criteria voor toekomstige BPV begeleiders competentiegericht opleiden.
Naam medewerker:
Naam teamleider:
Ingevuld op:
Persoonskenmerken en competenties
aanwezig Verder uit te bouwen
1. Werk- en beroepshouding Staat stevig in haar schoenen
Motiveert en inspireert collega’s en kinderen
Durft en kan zichzelf en het eigen handelen ter discussie te stellen Heeft een lerende houding, laat zien ook van naderen te willen leren Werkt volgens visie, missie en beleid van de organisatie en draagt dit ook uit Staat open voor vernieuwingen in het werk, voor andere ideeën en denkt ook actief mee Is zich bewust van de eigen voorbeeldfunctie
2. Omgang met collega’s en stagiairs Heeft mensenkennis: kan inschatten wat de draagkracht van collega’s en stagiairs is en anticipeert hierop Heeft oog voor het typepersoonlijkheid van collega’s en stagiairs en anticipeert hierop Gaat voor het gezamenlijk belang 24
Opmerkingen
Is zich bewust van de kwetsbare positie van stagiairs en houdt hier rekening mee 3. Heeft helikopterview Kan meta-communiceren en doet dat ook als het nodig is
Kan boven de situatie uitstijgen en uitleggen wat er gebeurt Herkent stimulerende en belemmerende factoren voor het leren in de locatie/het team en kan deze aan de orde stellen 4. Eigen kennis en ervaringen overdragen Kan instrueren zodat anderen het vak leren
Kan inschatten hoe een ander het beste leert en handelt hiernaar 5. Feedback geven Kan kritisch naar het functioneren van stagiairs en collega’s kijken, beschrijft dit concreet en durft dit beargumenteerd te beoordelen Heeft (het) lef om een moeilijk gesprek aan te gaan
25
Bijlage 1
Woordenlijst Opmerkingen: In de documenten wordt de mannelijke vorm gebruikt van de termen. Dit dient men te lezen als een onzijdige vorm en duidt zowel vrouwelijke als mannelijke personen aan. Waar ‘zij’ en ‘haar’ staat, dient men ook ‘hij’ en ‘zijn’ te lezen. Alleen díe termen worden genoemd, welke van belang zijn in de samenwerking leerbedrijf-ROC.
Student Leerling van een bij het convenant aangesloten ROC. -
Is bereid te leren en te reflecteren.
-
Stelt zich flexibel op.
-
Houdt zich aan de regels en afspraken van de instelling, met name die betrekking hebben op het beroepsgeheim en de privacy.
-
Respecteert de visie/identiteit van de instelling en de eventueel hieraan gerelateerde eisen.
-
Heeft een actieve rol in de communicatie met het leerbedrijf en school; relevante informatie wordt uitgewisseld.
-
Toont interesse, inzet en initiatief op de BPV-plek.
BPV Beroeps Praktijk Vorming. De Beroeps Praktijk Vormingperiode, is een periode waarin de student stage loopt bij een leerbedrijf. Praktijkervaring doen studenten op tijdens hun BPV-stages (BOL-studenten) of tijdens hun werk (BBLstudenten).
Leerbedrijf De stageplek waar de stagiair zijn BPV-periode doorbrengt. Een leerbedrijf moet erkend zijn door kenniscentrum Calibris. Het leerbedrijf heeft het recht om op goed gemotiveerde gronden de stagiaire te weigeren.
26
Boventallig Een stagiair mag niet meetellen bij de vaststelling van de pedagogisch medewerker/kind-ratio. De student (BOL) wordt boventallig ingezet, uitgezonderd de mogelijkheden die de CAO van de betreffende branche hierop biedt.
BOL-student Bij de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) gaat de student de meeste dagen van de week naar school. Daarnaast wordt er stage gelopen. Stage lopen kan bijvoorbeeld één dag per week, of een paar maanden achter elkaar. Een BOL-opleiding is een combinatie van leren en stage.
Een deeltijd-BOL-student heeft ook geen arbeidsovereenkomst (net als de fulltime-BOL-student), maar gaat twee avonden per week naar school. Deeltijd-BOL-studenten zijn vaak herintreders of mensen die zich laten omscholen.
BBL-student Bij de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) werkt de student-werknemer vier dagen per week in een bedrijf of instelling. In het algemeen gaat de student één dag of twee avonden (deeltijd BBL) naar school. Een BBL-opleiding is een beroepsopleiding in de vorm van werkend leren. Aantoonbare werk- en levenservaring is nodig om te kunnen functioneren als medewerker in opleiding. Aan onderstaande criteria moet door de sollicitant worden voldaan: -
minimum leeftijd van 18 jaar
-
minimaal een afgeronde opleiding op VMBO niveau
-
een op de kinderopvang gerichte (nog) niet afgeronde opleiding volgen
-
aantoonbare oppaservaring of vrijwilligerservaring met kinderen of als invalkracht hebben gewerkt
-
aanwezige potentie om leren en werken te kunnen combineren
-
een afgeronde, maar niet (meer) erkende opleiding (vooral voor medewerkers die een verkorte opleiding/EVC traject volgen)
BPV-coördinator Functionaris in dienst van een ROC. Is dé contactpersoon voor de leerbedrijven binnen het ROC. -
Is gericht op de grote lijnen, het collectief t.a.v. de BPV-periode. 27
-
Onderzoekt of de leerbehoefte van de deelnemer past bij de leermogelijkheden van het leerbedrijf.
-
Zoekt samen met de student naar alternatieven als een bepaalde keuze niet gehonoreerd kan worden.
-
Onderhoudt contact met de leerbedrijven over bepaalde eisen aan de stagiair.
-
Onderhoudt contact met de studiecoach t.a.v. zaken omtrent studenten waarvan redelijkerwijs verwacht kan worden dat ze van belang zijn bij het functioneren in het leerbedrijf.
-
Biedt overzicht aan de student waar proeves kunnen worden afgenomen
-
Constateert een tekort aan BPV-plaatsen en probeert dit in overleg met leerbedrijven op te lossen.
-
Vraagt, in bijzondere gevallen, toestemming aan de student om informatie die functioneren bij het leerbedrijf mogelijk kunnen beïnvloeden, door te geven aan het leerbedrijf.
Studiecoach Functionaris in dienst van een ROC. Is dé contactpersoon voor student en werkbegeleider. -
Is gericht op individuele studenten tijdens hun BPV-periode.
-
Adviseert een student bij het komen tot een gerichte keuze van een stageplek.
-
Ondersteunt stagiairs bij hun stage.
-
Onderhoudt contact met de BPV-coördinator, de Praktijkopleider en de Werkbegeleider.
-
Voert met de student en werkbegeleider portfolio-gesprekken (3-gesprek)
-
Geeft signalen uit het werkveld door aan de docent in verband met eventuele aanpassingen in het lesprogramma, waardoor niveau en inhoud van de lessen aansluiten op de praktijk waarmee de student in haar BPV-periode te maken heeft.
Praktijkopleider Functionaris in dienst van het leerbedrijf. Is dé contactpersoon voor een ROC binnen het leerbedrijf. -
Voert het sollicitatiegesprek met de stagiair.
-
Coördineert de invulling van de stageplekken.
-
Coacht en ondersteunt de werkbegeleider.
-
Draagt zorg voor de deskundigheidsbevordering van de werkbegeleider.
-
Onderhoudt regelmatig (één keer in de 6 à 8 weken) contact met de werkbegeleider en de student, om de voortgang van het studietraject te waarborgen. 28
-
Onderhoudt contacten met derden, zoals Calibris, ROC’s en VMBO’s.
-
Komt met voorstellen tot verbetering van het BPV-beleid binnen het leerbedrijf.
-
Heeft een relevante beroepsopleiding op niveau 3 of 4 afgerond voor de sector waar de deelnemers worden opgeleid.
-
Heeft voldoende werkervaring, is deskundig op het terrein van begeleiding en beoordeling en onderhoudt deze deskundigheid.
-
Binnen kleine organisaties combineert zij de functie van praktijkopleider vaak met uitvoerende of leidinggevende taken.
-
De opleiding tot praktijkopleider (niveau 4, 1 jarig), is niet verplicht, maar wel wenselijk.
Werkbegeleider Functionaris in dienst van het leerbedrijf. Begeleidt de stagiair op de werkvloer. -
Onderhoudt contact met de praktijkopleider en de studiecoach over de voortgang van de student.
-
Voert met de student een kennismakingsgesprek.
-
Voert met de student en de studiecoach evaluatie- en portfoliogesprekken.
-
Heeft minimaal twee jaar werkervaring.
-
Heeft minimaal hetzelfde opleidingsniveau als de student.
-
Draagt zorg voor het creëren van een goed leerklimaat.
-
Biedt de mogelijkheid aan de student om te werken aan leerdoelen en opdrachten.
-
Geeft de student gevraagd en ongevraagd (dagelijks) feedback op haar handelen en beroepshouding.
-
Signaleert stagnatie en knelpunten in het leerproces en maakt dit bespreekbbaar met de stagiair.
-
Neemt deel aan cursussen en bijscholingen ter bevordering van de deskundigheid als werkbegeleider.
BPV-beoordelaar - Gecertificeerde beoordelaar voor het afnemen van proeves in het kader van het examenproduct Prove2Move. - Gecertificeerde, onafhankelijke beoordelaar voor summatieve toetsmomenten - Mag geen werkbegeleider zijn van de student welke de proeve aflegt.
29
- POK Praktijk OvereenKomst Wordt nog uitgewerkt in september 2011
VOG Verklaring Omtrent Gedrag Voor stagiairs die minimaal drie maanden worden ingezet geldt dat zij in het bezit moeten zijn van een VOG óf dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG aangevraagd moet zijn.
Wanneer bij de aanvraag van een VOG voor een stagiair de school als belanghebbende optreedt, is de VOG mee te nemen naar een volgende stageplek. Wanneer het betreffende leerbedrijf, waar stage wordt gelopen, bij de aanvraag van een VOG voor een stagiair als belanghebbende optreedt, is de VOG niet mee te nemen naar een volgende stageplek.
30