SURMENAGE Versie mei 2000
HUISARTSOPLEIDING
Algemene gegevens
Dit onderwijsprogramma is ontwikkeld door de staf van de afdeling Huisartsopleiding van de Vrije Universiteit ten behoeve van de huisartsopleiding aan de VU. De stuurgroep HAIO-onderwijs van de afdeling heeft uiteindelijk de ontwerptekst vastgesteld. Nadere informatie kan verkregen worden bij de onderstaande personen die de ontwerptekst hebben samengesteld. De gegevens van dit programma worden aangeboden aan het Samenwerkings Verband Universitaire Huisartsopleidingen in Utrecht voor centrale archivering in de Centrale Onderwijs Bank. In geval anderen dan de Huisartsopleidingen van dit programma gebruik willen maken of, indien de uitgave voor andere doeleinden of in een ander verband wordt gebruikt, geldt het volgende: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het hoofd van de afdeling huisartsopleiding van de Vrije Universiteit. Programmamaker(s): Trefwoorden ICPC LHK
Mieke Eberhard, Willem Feijen
: : :
Datum en naam laatste wijzigingen: 29 mei 2000, Willem Feijen
Contactpersoon Telefoon
: Mieke Eberhard/ Willem Feijen : 020 - 4448396
Huisartsopleiding Afdeling HVSG Vrije Universiteit Overschiestraat 180 1062 XK Amsterdam
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ............................................................................................................................................................ 4 1 1.1 1.2
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN ....................................................................................... 4 Aanvangsniveau........................................................................................................................................ 4 Doelstellingen ........................................................................................................................................... 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4
METHODIEK ............................................................................................................................................... 4 Uitwisseling in drietallen: eigen ervaringen met spanningsklachten en surmenage (45 min) .................. 4 Nabespreking literatuur en leergesprek met de opleider (45 min) ............................................................ 4 Korte inleiding over het Adaptatie Syndroom (10 min) ........................................................................... 5 G.O.V. Surmenage (60 min) ..................................................................................................................... 5
3 3.1 3.2
ORGANISATIE ............................................................................................................................................ 5 Voorbereiding HAIO's.............................................................................................................................. 5 Tijdschema................................................................................................................................................ 5
4 4.1 4.2
LITERATUUR.............................................................................................................................................. 5 Verplichte literatuur.................................................................................................................................. 5 Facultatieve literatuur ............................................................................................................................... 5
5 5.1 5.2 5.3
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT .......... 6 Inhoud HAIO-deel .................................................................................................................................... 6 Voorbereiding docent ............................................................................................................................... 6 Docentinstructie........................................................................................................................................ 6
6
VOORBEREIDING SECRETARIAAT ....................................................................................................... 7
7
SAMENVATTING SURMENAGE.............................................................................................................. 7
BIJLAGE 1A
HET ADAPTATIE SYNDROOM ............................................................................................. 8
BIJLAGE 1B
SAMENVATTING ARTIKEL .................................................................................................. 9
BIJLAGE 2A
G.O.V. SURMENAGE 2A....................................................................................................... 12
BIJLAGE 2B
ANTWOORDEN G.O.V. SURMENAGE 2B.......................................................................... 17
BIJLAGE 3
VERPLICHTE LITERATUUR .................................................................................................... 18
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
3
INLEIDING Van surmenage wordt gesproken bij een psychische decompensatie ten gevolge van psychosociale overbelasting. De incidentie bedraagt 14 - 30 per 1000 per jaar (B. Terluin: "Surmenage in de huisartspraktijk"). In tegenstelling tot depressie gaat het om een klachtencluster dat door de huisarts uitstekend behandeld kan worden zonder verwijzing naar de tweede lijn. De HAIO leert de diagnose surmenage af te grenzen van o.a. de diagnose “spannings”klachten, depressie, somatisatie en angststoornis. Hij leert een behandelingsbeleid voor surmenageklachten op te zetten en uit te voeren. Een deel van dit programma is overgenomen uit het programma van de UvA: overspanning/surmenage van dr. B Terluin.
1
AANVANGSNIVEAU EN DOELSTELLINGEN
1.1
Aanvangsniveau De HAIO heeft in blok I al enige ervaring opgedaan met diagnostiek van en begeleiding bij surmenageklachten.
1.2
Doelstellingen Na afloop van het 3 uur durende OWP zijn de volgende doelen bereikt: Kennis: De HAIO: 1. kent de incidentie en prevalentie van surmenage in de huisartsenpraktijk 2. kent de klachten die tot de diagnose surmenage leiden 3. kent minimaal één verklaringsmodel voor het ontstaan van surmenage Vaardigheid: De HAIO 4. kan de diagnose surmenage afgrenzen van de diagnose depressie, angststoornis en somatisatie 5. is in staat om in overleg met de patiënt een behandelplan op te stellen
2
METHODIEK
2.1
Uitwisseling in drietallen: eigen ervaringen met spanningsklachten en surmenage (45 min)
2.2
Nabespreking literatuur en leergesprek met de opleider (45 min) Door middel van het nabespreken van de verplichte literatuur verzamelt de HAIO kennis van de incidentie en prevalentie van de diagnose surmenage in de huisartspraktijk (kennis 1) en leert hij/zij de diagnose surmenage af te grenzen van de diagnose depressie (vaardigheid 1). Hij/zij heeft inzicht in de categorie klachten die tot de diagnose surmenage leiden (kennis 2).
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
4
2.3
Korte inleiding over het Adaptatie Syndroom (10 min) Door middel van een inleiding over het adaptatiesyndroom wordt een verklaringsmodel voor het ontstaan van surmenageklachten aangereikt (Kennis 3).
2.4
G.O.V. Surmenage (60 min) Door middel van een G.O.V. oefent de HAIO met het maken van keuzes ten aanzien van mogelijke beleidsstrategieën bij een patiënt met surmenageklachten (vaardigheden 1, 2 en attitude 1).
3
ORGANISATIE
3.1
Voorbereiding HAIO's Lezen van de verplichte literatuur. Leergesprek met de opleider over omgaan met spanningsklachten en surmenage
3.2
Tijdschema
Tijdschema
Programma per onderdeel
Tijdsduur
00 – 45 min
Uitwisseling spanningsklachten
45 min
45 – 90 min
Nabespreking literatuur en leergesprek met opleider
45 min
90 – 105 min
Pauze
105 – 115 min
Inleiding adaptatiesyndroom
10 min
115 – 175 min
G.O.V. surmenage
60 min
4
LITERATUUR
4.1
Verplichte literatuur − -
4.2
J.J.L. van der Klink hoofdstuk 2: klinisch beeld en beloop van overspanning en hoofdstuk 3 Begeleiding en interventies bij overspanning in de eerste lijn. pag 14 t/m 32 C.A.L.Hoogduin: Medisch Contact 54, 33/34, blz. 1116-1117
Facultatieve literatuur − − −
B. Terluin: "Surmenage in een huisartspraktijk" uit: Huisarts en Wetenschap 1986; 29 blz. 261 t/m 263. B. Terluin, D. H. de Bakker en P. Verhaak: "Het gebruik van de diagnoses surmenage en depressie in de huisartspraktijk" uit: Huisarts en Wetenschap 1993; 36(10) blz. 314 t/m 321. B. Terluin: “Spanningsklachten en surmenage” uit Psychiatrie. Onder redactie van J.W. van Ree en M.W. de Vries pag 266 t/m 270
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
5
5
DOCENTINSTRUCTIE PER PROGRAMMA-ONDERDEEL EN VOORBEREIDING DOCENT
5.1
Inhoud HAIO-deel - Inleiding, hoofdstuk 1 t/m 4, bijlage 3.
5.2
Voorbereiding docent Lezen programma en verplichte literatuur, voorbereiden: GOV, referaat over adaptatiesyndroom en samenvatting van Wim Willems van hoofdstuk 2 uit “behandelingsstrategieen bij burn out” door ter Luin en van der Klink, onder redactie van Hoogduin. Docent: HAB of terzake kundige GW'er.
5.3
Docentinstructie 5.3.1 Eigen ervaringen met spanningsklachten en surmenage Leg het ABC model uit: A vertelt, B interviewt, C observeert, bewaakt het proces en de tijd. A vertelt aan B eigen ervaringen met spanningsklachten en surmenage. B interviewt A en probeert door te vragen naar lasten, verschijnselen, symptomen, hoe hiermee omgegaan werd, wat hulp bood, hoe de last verminderd werd etc. C bewaakt het proces en de tijd, geeft A en B de gelegenheid om terug te kijken naar het proces en geeft feed-back op het gebeuren. 15 min PP. 5.3.2 Nabespreking literatuur en leergesprek met opleider: Voer een groepsgesprek over hoe door HAIO en HAO omgegaan wordt met surmenageklachten. Wordt dit vaak onderkent in de praktijk? Was de bijgevoegde literatuur duidelijk, zijn hier vragen over? Levert dit bruikbare handvaten op voor de praktijk ? Bespreek de literatuur plenair na op incidentie en prevalentie, en de categorie klachten die tot de diagnose surmenage leiden. Wat is de DD? (depressie, angststoornissen en somatisatie etc.) 5.3.3 Inleiding adaptaptiesyndroom De docent houdt een korte inleiding over het ontstaan van surmenageklachten aan de hand van het stuk over het Adaptatiesyndroom (bijlage 1) en de samenvatting van Wim Willems (bijlage 1.b). 5.3.4 G.O.V. Surmenage De docent legt de deelnemers per vel de G.O.V. voor, vraagt hen hun beleidsstrategie te bepalen en op te schrijven en bespreekt plenair de alternatieven elke keer na (lees hiertoe de antwoorden in bijlage 2b en maak gebruik van bijlage 1b).
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
6
6
VOORBEREIDING SECRETARIAAT Kopiëren: Bijlage 2a: x aantal HAIO’s + 1 voor docent
7
SAMENVATTING SURMENAGE Er wordt inzicht gekregen in de incidentie en prevalentie van surmenage en er wordt geleerd de diagnose surmenage af te grenzen van de diagnose depressie door middel van de verplichte literatuur; er wordt door middel van een referaat over het adaptatiesyndroom een verklaringsmodel voor het ontstaan van surmenageklachten aangereikt en door middel van een GOV wordt geoefend met het maken van keuzes ten aanzien van mogelijke beleidsstrategieën bij een patiënt met surmenageklachten.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
7
BIJLAGE 1A
HET ADAPTATIE SYNDROOM
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
8
BIJLAGE 1B
SAMENVATTING ARTIKEL Samenvatting door Wim Willems van hoofdstuk 2 uit “Behandelingsstrategieën bij burn out” door Terluin en van der Klink, onder redactie van Hoogduin.
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
9
SURMENAGE / overspanning/ burn out (Van der Klink/Terluin) Overspanning = resultaat van (toenemend) falende coping met problemen. Doel van de begeleiding: in tweede instantie komen tot succesvolle coping. Coping: ontwikkelen en uitvoeren van probleemoplossende strategieën. Crisismoment, als zodanig staat de patiënt (noodgedwongen) buiten de negatieve spiraal van toenemende dysbalans tussen belasting en belastbaarheid. Hij kan daardoor afstand nemen en komen tot nieuwe strategieën. Hierin ligt ook een gevaar: negatieve levensgebeurtenis, waaromheen zich ernstiger stoornissen kunnen vormen: depressie. Kan leiden tot vermijding van de moeilijke situaties en leiden tot chroniciteit. Uitgangspunten: terugkrijgen van controle over de situatie kwijtraken van het gevoel dat “het je overkomen is”. Ook het herstel moet iets zijn dat de patiënt zelf bewerkstelligt. herstel is een actief proces fasering - crisisfase - probleemoplossingsfase - oppakken van het normale leven structurering - perspectief bieden - tijd-contingent
CRISISFASE Ondersteunen begrijpen wat er aan de hand is accepteren dat het gebeurd is overspannenheid gaan zien als een oplosbaar probleem adviezen: afwisselen van activiteiten om rust/ontspanning/afleiding te bevorderen, afgewisseld met activiteiten gericht op het in kaart brengen van de oorzaken (gedurende de gehele begeleiding zinvol). aanbieden van rationale, die bovendien aanknopingspunten biedt voor herstel. Draaglast/draagkracht: verplichtingen (werk/gezin/vrije tijd), levensgebeurtenissen, problemen geestelijke kracht, lichamelijke kracht, sociale steun (conclusie: verminderen last, versterken kracht) bieden van perspectief prognose goed (75 % binnen 6 weken, ± 100 % in 6 maanden) behandelplan (toename van controle/beheersbaarheid/vertrouwen in de goede afloop) = aangeven van beloop/fasering/taken patiënt positief etiketteren zingeving aan overspannenheid
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
10
PROBLEEMOPLOSSINGSFASE Inventariseren, analyseren en uitwerken van problemen. Eventueel lichte training (somatisch) • Registratie-opdrachten Inventarisatie van stressoren. Concrete situaties. Analyseren van deze problemen, hierdoor wordt de overspanning minder diffuus, er ontstaat een begin van oplosbaarheid. • Pieker-opdrachten Piekeren positief labelen. Uitleg geven tussen zinloos (cirkelpiekeren) en zinvol (verwerkings/probleemoplossend) piekeren + notitie. Voorkomt cirkelredeneringen (zeker in combinatie met de schrijfopdracht). Doel: zorgen dat zinloos en uitputtend piekeren ten nutte komt van het herstel; 1 dd 3 kwartier piekeren + notitie. Voorkomt cirkelredeneringen ( zeker in combinatie met de schrijfopdracht). TERUGKEER NORMALE LEVEN Proberen het normale leven te hervatten Voorkomen recidief • • •
Dubbel schema voor opnieuw opnemen van normale leven 1- veilig (haalbaar) schema 2- ambitieus (maar wellicht haalbaar) schema Voorspellen van kleine terugval Onderkennen van vroege signalen
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
11
BIJLAGE 2A 1.
G.O.V. SURMENAGE 2A
Dhr. W., 45 jaar, personeelschef bij de politie komt bij de huisarts in verband met slaapproblemen. Hij kan heel moeilijk in slaap komen en valt vaak pas tegen de ochtend in slaap, met als gevolg dat hij de volgende dag niet uitgeslapen is. Hij vraagt U om slaapmedicatie. Welke vragen stelt U hem?
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
12
- VERVOLG - BIJLAGE 2A 2.
Dhr. W. vertelt al maanden slaapproblemen te hebben, in feite al sinds de reorganisatie bij de politie een half jaar geleden. Er zijn toen een aantal werknemers ontslagen en het werk is verdeeld over de overgebleven medewerkers. Hij heeft de reorganisatie moeten begeleiden zonder er zelf achter te staan. Wat wilt U nog meer weten?
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
13
- VERVOLG - BIJLAGE 2A 3.
Patiënt zegt snel geïrriteerd te zijn, niet meer geconcentreerd te kunnen werken en daardoor fouten te maken, z'n secretaresse regelmatig af te blaffen en ruzie te maken met zijn vrouw. Ook heeft hij geen animo meer voor zijn hobby's (badminton en schaken). Hij is vooral moe en somber. Tot op heden heeft hij geen medicatie ingenomen. Alcohol drinkt hij principieel niet.
a.
Waar denkt U aan?
b.
Wat is Uw beleid?
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
14
- VERVOLG - BIJLAGE 2A 4.
Na 2 weken rust komt Dhr. W. samen met zijn vrouw terug. In plaats van beter is het alleen maar slechter met hem gegaan. Hij zit thuis maar voor zich uit te kijken, is nog geïrriteerder dan eerst, snel geëmotioneerd en komt tot niets. Ook het slapen is er niet beter op geworden ondanks de 5 tabletjes benzodiazepine die U hebt voorgeschreven. Hij zegt het niet meer te zien zitten.
Wat doet U nu?
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
15
- VERVOLG - BIJLAGE 2A 5.
Twee weken later komt patiënt (vervroegd) terug op het spreekuur. Hij voelt zich wel beter, is minder moe en minder snel geïrriteerd, maar is inmiddels bij de controlerend geneesheer geweest, die hem volgende week weer aan het werk wil laten gaan. Als hij U dit vertelt barst hij in snikken uit. U heeft hem zoiets nog nooit eerder zien doen. Wat adviseert U?
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
16
BIJLAGE 2B
ANTWOORDEN G.O.V. SURMENAGE 2B
ad 1; -
wanneer begonnen context van het probleem eigen verklaring van de patiënt voor het ontstaan van de klachten etc.==========================================================
ad 2; -
klachten die de slaapstoornissen begeleiden overige medicatie, alcohol etc.==========================================================
ad 3; A.
B.
-
surmenage depressie
rust, ZW eventueel kortdurende slaapmedicatie? eventueel verwijzing m.w., eerstelijnspsycholoog etc? voorlichting over beloop etc.==========================================================
ad 4; _
navragen betekenis van "het niet meer zien zitten" nogmaals uitleg over het beloop exploratie achterliggende oorzaken (alleen werkstress of ook andere stressoren, b.v. relatieproblemen, faseproblematiek etc.) adviezen, b.v. overleg bedrijfsarts, structuur in dagen brengen, lichamelijke activiteiten. etc.==========================================================
ad 5; -
niet aan het werk overleg controle arts? etc.==========================================================
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
17
BIJLAGE 3
VERPLICHTE LITERATUUR
−
“Behandelingsstrategieën bij burn out” onder redactie van CAL Hoogduin. B. Terluin en J.J.L. van der Klink hoofdstuk 2 : klinisch beeld en beloop van overspanning en hoofdstuk 3 Begeleiding en interventies bij overspanning in de eerste lijn. pag 14 t/m 32
-
C.A.L.Hoogduin: Medisch Contact 54, 33/34, blz. 1116-1117
© 2001 Huisartsopleiding VUmc
18