Inleiding Evenals voorgaande jaren hebben we ook van 2011 een overzicht gemaakt van al onze activiteiten en dit gebundeld onder de naam 'jaarverslag'. Visie Vroedvrouwenpraktijk Zwanger in Brussel wil de natuurlijke benadering en een bewuste beleving van zwangerschap en bevalling bevorderen in Brussel en omgeving. Dit doet zij door het geven van complete informatie waarbij een koppel kan (thuis)bevallen op een manier die zij verkiezen en waar optimale gezondheid van moeder en kind steeds centraal staan. Veranderingen in 2011 2011 was voor Zwanger in Brussel een turbulent jaar. In het begin van het jaar is Leen Diels ons team komen versterken, Sofie Dierickx nam aan het einde van 2011 afscheid van de praktijk. Naast de activiteiten van de vroedvrouwen, bood de praktijkruimte in 2011 ook onderdak aan een kinesist en een homeopaat. Beiden werken vooral met zwangere of pasbevallen vrouwen en hun kinderen. Regelmatig werden er avondactiviteiten georganiseerd zoals zwangerschapsbegeleiding in groep, workshop draagdoeken of herbruikbare luiers. Bijna elke woensdagochtend werd er babymassage gegeven. Ook hebben drie studenten in 2011 in het totaal 14 weken stage kunnen lopen bij Zwanger in Brussel. Door personeelswissels konden er niet meer studenten komen. Verantwoording Dit verslag wil niet pretenderen een wetenschappelijk, onafhankelijk verslag te zijn en te oordelen over het werk van Zwanger in Brussel specifiek of vroedvrouwen en gynaecologen in zijn algemeenheid. Het is juist de bedoeling om ons, onze partners, huidige en toekomstige zwangeren een cijfermatig inzicht te geven in wat we goed doen en waar we meer aan moeten werken. Tenslotte kunnen we enkel verbeteren wat we doen als we een idee hebben hoe we het nu doen. Suggesties, aanbevelingen en opmerkingen zijn dan ook van harte welkom. Hieronder is een verslag van de activiteiten van Zwanger in Brussel in 2011. Er is een onderverdeling gemaakt tussen de 'zwangerschap'; dat wil zeggen, diegene die ook ons gezien werden tijdens hun zwangerschap en 'extern kraambed', hiermee bedoelen we de mensen, die via een derde, na de bevalling beroep deden op onze diensten.
Zwangerschap Begeleiding tijdens de zwangerschap In 2011 werden er 158 zwangeren gedurende hun zwangerschap opgevolgd door Zwanger in Brussel. 69% van hen was Nederlandstalig, 10% waren allochtonen (niet-Europese) vrouwen, voornamelijk Marokkaanse vrouwen. 14% was Engelstalig en 7% was Franstalig. Net de voorgaande jaren kwam 75% van de zwangere vrouwen bij Zwanger in Brussel terecht omdat ze ons al kennen van hun vorige zwangerschap, via vrienden of het internet. De overige vrouwen werden doorverwezen door de huisarts, de gynaecoloog, een collega vroedvrouw of via de zwangerschapscursus. Niet iedere zwangere wilde of mocht met de vroedvrouw bevallen. Van de 158 zwangeren, die bij ons een dossier hadden, is 33% doorgestuurd of weggegaan tijdens hun zwangerschap. Van deze 53 vrouwen hebben we 13% moeten doorsturen voor een inleiding omdat ze meer dan 10 tot 14 dagen overtijd waren. 6% hebben we doorgestuurd omdat ze na 37 weken nog een kind in stuitligging hadden. 15% heeft een miskraam of zwangerschapsonderbreking gehad en 15% hebben we in de zwangerschap moeten doorsturen wegens complicaties (zoals bloeddrukstijging) en 13% hebben we doorgestuurd omdat ze voor de 37 weken gebroken vliezen hadden. 9% van de vrouwen zou sowieso niet in de eerste lijn mogen bevallen, want zij hadden een sectio in de anamnese. Zij kwamen naar ons omdat ze vooral behoefte hadden aan meer voorlichting of aan een 'normalisatie' van de zwangerschap. 18% van de zwangere vrouwen is spoorloos verdwenen na hun eerste consultatie en de overige 11% is verhuisd buiten het werkgebied van Zwanger in Brussel. 33 vrouwen wilden eventueel een beroep doen op Zwanger in Brussel om hun arbeid te begeleiden voordat ze naar het ziekenhuis zouden gaan om daar te bevallen met hun gynaecoloog. 64% heeft daadwerkelijk hiervan gebruik gemaakt. Begeleiding tijdens de partus In 2011 waren er 59 vrouwen die met Zwanger in Brussel wilden en mochten bevallen. Dit is ongeveer hetzelfde als in 2010. Voor 53% was het hun eerste kind. 47% van hen koos voor een thuisbevalling; de andere vrouwen wilden in het ziekenhuis bevallen. Van deze vrouwen hebben we 5% alsnog naar de tweede lijn moeten sturen omdat ze langdurig gebroken vliezen hadden zonder weeen. Van de thuisbevallers hebben we 4 vrouwen moeten doorverwijzen naar het ziekenhuis; allen voor nietvorderende ontsluiting. Van de vrouwen die in het ziekenhuis bevielen, hebben we er 1 doorverwezen voor niet-vorderende uitdrijving, en 5 voor niet vorderende ontsluiting. Er is in 2010 niemand doorgestuurd omdat ze een epidurale verdoving wenste. 74% van onze zwangere vrouwen beviel zonder complicaties. Daarvan beviel ongeveer 30% in bed (zonder beensteunen), 34% op de baarkruk en 16% in bad. De overige 20% deed dit staand of op handen en voeten. 25% van de vrouwen, die met Zwanger in Brussel in de eerste lijn bevielen, had een intact perineum. 43% van hen had een eerste graads ruptuur, 27% had een tweede graads ruptuur. De episotomie zijn gedaald van 5 in 2010 naar 2 in 2011. Dit is ongeveer 5%. Van de 14 vrouwen, die we hebben doorverwezen tijdens de bevalling en die vaginaal bevielen, heeft het merendeel een episiotomie gehad (64%). 50% had geen hulp nodig tijdens de uitdrijvingsfase, 28% kreeg een
ventouse. Drie van de 14 (22%) vrouwen kregen een sectio. Alle pasgeboren, met uitzondering van 1 kindje hadden na de eerste minuut een Apgarscore van 8 of hoger. Ieder kind had na vijf minuten een Apgar van 10. Reanimatie was in geen enkel geval nodig. Ongeacht de plek van bevallen en de mogelijke complicatie (met uitzondering van de sectio) is 65% van de zwangere vrouwen, die met een vroedvrouw bevallen zijn binnen een dag weer thuis. 20% blijft nog tot dag 2 in het ziekenhuis en de overige 15% is pas na 4 dagen thuis. 97% van hen geeft tijdens de kraamperiode (tot minstens 6 weken na de bevalling) succesvol borstvoeding. 3% van deze vrouwen geeft de fles. Vergelijking met voorgaande jaren te doen Het aantal zwangere koppels dat Zwanger in Brussel heeft gezien, is ongeveer hetzelfde gebleven, evenals het aantal bevallingen. De percentages zijn ten opzichte van 2010 ook ongeveer hetzelfde gebleven. Dit jaar verliep ongeveer drie vierde van de bevallingen normaal, 25% van de vrouwen moeten we doorverwijzen tijdens de partus. Hierbij gaat het vaak uitsluitend over vrouwen, die van hun eerste kind bevallen. Reflecties Wanneer je kijkt naar het % sectio's van vrouwen, die in de eerste lijn met hun bevalling beginnen, is dat minder dan 5%. Hetzelfde cijfers als in 2010 en 2009. Dit is een niet representatie cijfer, want het gaat hier alleen over vrouwen die gezond met een eenling in hoofdligging aan de bevalling beginnen. In Belgie worden gemiddeld 19,5% (cijfers 2008) kinderen geboren door middel van een keizersnede. Meer dan vier keer zoveel. Zouden er voor elke gezonde, normaal verlopende zwangerschap drie niet normaal verlopende zwangerschappen en bevallingen zijn? Van de zwangeren, die met ons mochten bevallen heeft uiteindelijk 12% een epidurale verdoving gehad, dit inclusief de zwangeren, die tijdens de partus werden doorverwezen naar de tweede lijn. Er is in 2011 geen enkele vrouw doorverwezen, zonder andere medische redenen, voor een epidurale verdoving. Inleidingen en complicaties voor de zwangerschap en hun % epidurale verdovingen zijn hier niet mee opgenomen, er kan dus nooit een goede vergelijking zijn met het landelijk cijfer (76% in 2008). Toch blijft het het interessant om zich af te vragen hoe het komt dat er zo'n groot verschil is tussen deze twee cijfers. Ook bevalt in Belgie slechts 6% van de vrouwen op 'natuurlijke wijze'; dat wil zeggen zonder epidurale verdoving, episiotomie, bijstimulatie of kunstverlossingen. Bij Zwanger in Brussel blijft dit, ook in 2011, inclusief doorverwijzingen voor complicaties en obstetrische voorgeschiedenis, inleidingen en stuitliggingen al jaren meer dan 50%. Een verschil van 44% met het landelijk cijfer! Groepen Er zijn in 2011 zeven GVO-groepen geweest, waarbij in het totaal 38 zwangeren en hun partner hebben meegedaan aan de pre-natale voorbereiding. Ook zijn er ongeveer 25 woensdagen geweest, waarop er babymassage werd gegeven met in het totaal 126 baby's en hun vader en/of moeder aanwezig. Er is geen goede registratie van het aantal avonden en mensen dat geinteresseerd was in draagdoeken of herbruikbare luiers (beiden 2 keer), omdat dit door externe partners wordt georganiseerd.
VERSLAG EXTERN KRAAMBED In het totaal zijn er 421moeders en kinderen enkel in het postpartum door Zwanger in Brussel gezien, een stijging van 15% ten opzichte van 2010. Het merendeel van deze mensen (41%) vraagt specifieke hulp bij de borstvoeding. Een andere grote vraag is het doen van de hielprik (22%). Bij 15% van de vrouwen moeten de haakjes na een sectio verwijderd worden en 22% komt bij ons terecht omdat ze een kort ziekenhuis verblijf hebben gehad. De kliniek Sint Jan in Brussel is de partner met wie Zwanger in Brussel het meest samenwerkt. Twee derde van onze clienten in het postpartum komen via dit ziekenhuis. De meeste mensen hebben aan twee of drie huisbezoeken voldoende; slechts een klein percentage (24%) heeft vier of meer huisbezoeken nodig; daaronder vallen vooral de mensen die poliklinisch bevallen. Binnen de groep mensen die borstvoeding geven, geven de meeste nog borstvoeding wanneer het kraambed wordt afgesloten. Slechts 3% stopt met de borstvoeding in die periode. Veel van onze clienten komen uit het centrum van Brussel (19%) of uit de noordelijker gelegen gemeentes (Schaarbeek, Laken, Sint-Joost-ten-Node en Evere 39%). Verder is ook het westen van Brussel (Sint-JansMolenbeek, Jette, Koekelberg en Ganshoren, 22%) goed vertegenwoordigd. Dit is onder andere te verklaren door de ligging en de populatie van de ziekenhuizen die het meest doorsturen (St Jans Kliniek en UZ Brussel) en de ligging van de praktijk Zwanger in Brussel. Hieronder wat weetjes. Echter; in het achterhoofd moet worden gehouden dat het hier gaat om mensen, die vanuit het ziekenhuis zijn doorverwezen. Een vergelijking met een eerstelijnspraktijk is dus niet op zijn plaats. Toch enkele interessante gegevens: na te kijken 72% van de vrouwen ging spontaan in arbeid, 10% had een electieve sectio en van 8% konden we niet terugvinden hoe de bevalling was begonnen. 28% van de vrouwen werd ingeleid. 11% van deze vrouwen was overtijd (hier ruim gedefinieerd als 40 weken + 7 dagen), 24% van de vrouwen had zwangerschapscomplicaties (voornamelijk hoge bloeddruk) en bij de rest van de vrouwen (65%) konden we geen medische reden achterhalen waarom ze werden ingeleid. 52% van de vrouwen had een epidurale verdoving tijdens de bevalling. De vrouwen die een sectio hebben gehad, zijn hier niet bij meegerekend. 74% van de vrouwen (primaire sectio's vallen buiten deze groep) beviel zonder hulp, 10% had een ventouse en/of forceps bevalling, 16% van de vrouwen kreeg een sectio en van een vrouw (<1%) hebben we geen gegevens. 52% van de vrouwen die vaginaal bevielen, kreeg een episiotomie. 13% had een intact perineum; de rest had een scheurtje, niet altijd bekend welke graad. Er waren 3 vrouwen met een subtotaal en een vrouw met een totaal ruptuur en 8 vrouwen (3%) hadden een episiotomie gehad en waren daarna verder gescheurd. Als we deze cijfers vergelijken met die van 2009, dan zien we een stijging van het aantal vrouwen dat is ingeleid (van 22% naar 28%). De medische redenen voor die inleiding was opvallend vaak onbekend (in 2009 38%, nu 65%). Dit kan komen door onze gebrekkige registratie of door het daadwerkelijk ontbreken van een medische reden. Waarschijnlijk ligt de waarheid hier in het midden. Er is ook een stijging van het aantal spontane vaginale verlossingen (van 66% naar 74%) en ook een lichte stijging van het aantal gezette episiotomies (van 45% naar 52%). Ook het aantal sectio's bleef gelijk (16%) maar het aantal electieve sectio's daalde (van 16% naar 10%).
Deze cijfers gelden natuurlijk alleen voor de mensen die door Zwanger in Brussel in hun kraambed zijn gezien, dus ook hier kunnen we geen relevante conclusie aan verbinden.