Samengesteld door het lokale bestuur van Het Nationaal Komitee van Weekendverblijvers en Vaste bewoners (NKWV)
Afdeling Wuustwezel Onder het afdelingsvoorzitterschap van Segers Alex Korhoenlaan 9 2990 Wuustwezel
[email protected] 0473/644 039
Aanvullend dossier met opmerkingen en suggesties naar aanleiding van:
17 november 2009
Beste vrienden, de bijlagen zoals vermeld in de tekst staan niet op onze site dit opdat het document anders te groot zou worden, hopende op Uw begrip, Uw afdelingsvoorzitter Alex Segers
Inleiding Naar aanleiding van het eindvoorstel pilootclusters weekendverblijven Wuustwezel hadden wij toch enkel bemerkingen aangaande . U vind deze in deze bundel terug in willekeurige volgorde. Graag verwijs ik uitdrukkelijk naar het U reeds eerder bezorgde dossier weekendzone Wuustwezel van 15 januari 2008 en ons voorstel tot P RUP eerder overgemaakt aan Uw diensten. Hieronder vind U een opsomming van 12 punten dewelke ons inziens herbeken dienen te worden om tot een maatschappelijk draagvlak te komen aangaande het dossier pilootcluster weekendzone Wuustwezel. 1) 300m³ bebouwing en 100m² verharding zijn onvoldoende Argumentatie: Een zelfde bouwvolume opleggen in een gebied waar permanente bewoning toegestaan is versus een weekendzone geeft een verkeerd signaal alszijnde een weekendwoning is geschikt om permanent te wonen. Na de omvorming van de weekendzones te Brecht en Schilde werden via BPA’s bepaald dat deze woningen een opp van 80m² + 20 m² mochten omvatten (kelders niet meegerekend) met een kroonlijst van 3,50 m en een max nokhoogte van 7,50m. Reeds in mijn dossier weekendzone Wuustwezel van 08 januari rekende ik U voor dat dit een volume impliceert van 540 m³. In de marge kan ik eveneens melden dat betrokken eigenaars op geen enkele wijze planbaten dienden te betalen. (Bijlage 18, 2 brieven van het gemeentebestuur Brecht) Door de in werking treding van de planbaten regeling is er een bijkomend maatschappelijk draagvlak gecreëerd om recreatiegebieden om te vormen tot woongebieden, aangepaste bouwvoorschriften zijn hier bij essentieel om een goede leef en woonkwaliteit te waarborgen. Het opleggen van een max bebouwing van 300m³ (100m² verharding) schend het gelijkheidsbeginsel. (Bijlage 9 BPA Brecht) 100m² verharding is onvoldoende daar bij een bebouwing van bv 80m² slechts 20 m² beschikbaar blijft voor het aanleggen van terrassen en toegang tot het pand. Gezien de rooilijn bepaald word op 9m uit de wegas lijkt het mij aangewezen om opritten voor toegang tot het pand te bekomen worden vrijgesteld van deze bepaling. Het lijkt mij zinvoller een bouwveld vast te leggen van max 400m² door de rooilijn vast te leggen op 9 meter en van de zijdelingse en achterste perceelsgrens min 2 meter afstand te nemen, dit is de bouwvrije zone, met een maximale omvang van 400 m². Indien de bouwzone groter is dan 400 m² dan wordt de afstand tot de achterste perceelsgrens vergroot. De bouwzone en de bouwvrije zone worden steeds op de bouw- of verkavelingvergunning weergegeven. Mede hierdoor blijft de bosstructuur gegarandeerd. Eveneens kan er opgelegd worden dat maximaal 5% van het perceel mag worden verhard met terrassen en paden. Opritten en toegang tot de woning zijn hierbij ontheven van deze 5% regel. De niet verharde delen dienen aangelegd te worden als groene zone waarbij het behoud van het bomenbestand voorop staat.
Wuustwezel heeft een sterke traditie aangaande sociale woningbouw, zo zijn er de wijken Rijsvennen, De Vennekes en andere. Het gaat hier om typische woningen voor gezinnen. Als we een volumebepaling zouden doen naar deze gezinswoningen komen we ruim boven de 540m³ uit. Desondanks kunnen we deze gezinswoningen beschouwen als bescheiden woningen. Het opleggen van een max bouwvolume van 300m³ is in deze vergelijking een duidelijke onderkenning van de functie wonen. Betreffende sociale woningen werden gebouwd volgens strikte regels aangaande nuttige woon- en leefoppervlakten noodzakelijk om kwalitatief dagdagelijks te kunnen wonen voor gezinnen. Extra’s werden hier niet voorzien daar het om sociale woningen gaat. Een woonfunctie creëren op de Bleeke Heide impliceert dat men respect dient te hebben voor de minimale kwaliteitseisen van een hedendaagse vrijstaande woning, een bruto bouwvolume van 300m³ miskend dit, een volume van 540 m³ is ecologisch, maatschappelijk, ruimtelijk en leefbaar verantwoord en geeft de kans opdat dit gebied als volwaardig woongebied met respect voor het groene karakter kan functioneren. (Bijlage 1, bouwfysische foto’s sociale woningen) Gezien de inhoud van het nieuwe grond en pandenbeleid werd bepaald dat er meer bescheiden woningen dienen te komen. De omvorming van weekendzones bied hier een opportuniteit. De definitie van bescheiden woning kent 2 versies, nl de fiscale norm zijnde woningen met een KI kleiner of gelijk aan 745 € en de bouwfysische norm zijnde woningen met tuin < 5 are en bouwvolume < 850m³. Wat grond betreft komen de meeste weekendpercelen niet in aanmerking maar qua volume voldoen deze ruimschoots. In de geest van deze bepalingen mogen we mijn inziens dan alsnog stellen dat woningen in recreatieve woonzone (grondopp gemiddeld 1000m²) met een bruto volume van 540 m³ beschouwd dienen te worden als bescheiden woningen. In bijgeleverde verklaring van voormalig Minister Van Mechelen wordt duidelijk aangehaald dat bescheiden woningen een volume hebben tussen 500m³ en 750m³ zonder te spreken over de grondoppervlakte. Tussen de lijnen kan U dan ook lezen dat gezinswoningen met een volume < dan 500m³ kwalitatief niet voldoen voor de permanente huisvesting van gezinnen. 540m³ is in deze context dus zeker aanvaardbaar. (Bijlage 10, verklaring voormalig Minister Van Mechelen) De onderzochte clusters in de weekendzones van Wuustwezel zijn uitermate geschikt voor gezinnen met kinderen gezien hun ligging en omgevingskenmerken. Een gezonde samenleving en leefomgeving is gebaseerd op diversiteit van de bewoners in de leeftijdspiramide. Door een bouwbeperking van 300m³ kan men dit niet bereiken en zal de samenstelling van de leeftijdspiramide sterk afwijken van de gewenste structuur. Dit zal op langere termijn nefast zijn om een goede en evenwichtige beleidsplanning te voeren. Vergrijzing en vereenzaming zijn toekomstgericht aandachtspunten waar ook de lokale besturen niet naast kunnen kijken. Een specifiek beleidsmatige aanpak zal hierin noodzakelijk zijn. Maw een eenzijdige bevolking in de “recreatieve woonzone” zal op termijn een verarming betekenen voor het sociale weefsel van dit gebied. Als we een analyse zouden maken van de gezinsstructuur van permanente bewoners van de Bleeke Heide en we zouden deze vergelijken met de gezinsstructuur van de Wuustwezelse bevolking dan zal overduidelijk een verschil naar boven komen. Ook het inwoners aantal per woning ligt op de Bleeke Heide ruim onder het Wuustwezelse gemiddelde. Dit is volledig te verklaren door het beperkte bewoonbare volume. Het lijkt me zinvol deze eenzijdige typologie van bewoners te doorbreken door het aanbod aan ruimere woningen (met beperking tot 540m³) toe te staan daar de leefbaarheid op langere termijn van een samenleving en een wijk wordt bepaald door zijn bewonerskenmerken. Alle studies zijn het er over eens dat een
gezonde mix van jong en oud binnen onze vereenzamende samenleving de beste garantie bied tegen dit maatschappelijk probleem. Dit kan enkel bekomen worden als het bewoonbaar volume word aangepast zodat ook gezinnen kwalitatief kunnen wonen. (Bijlage 2 eigen bevolkingsdruk op we-zone, bijlage 3 huishoudens, bijlage 4 bevolkingspiramide ) Gezien de reeds bestaande bebouwing in onderzochte clusters, past een bouwvolume van 540 m³ volledig in het integrale straatbeeld van betrokken clusters. Weet immers dat tal van weekendwoningen een bebouwing hebben 98m² + 20m² in steen met nok van 7,50m (vergund!), hetwelke ruim de 540m³ overschrijd. Als we dit omzetten naar kubieke meters komt dit overeen met 539 m³+ 110 m³ = 649m³ Diversiteit zal op termijn leiden tot een verrijking van het maatschappelijk leefmilieu. (Zie ook in overzicht hieronder uit het GRS) 300m³ komt niet overeen met de bepalingen in het GRS Wuustwezel oa. door Uw diensten goedgekeurd. Hierbij verwijs ik naar pag 24 van het richtinggevende gedeelte waarbij de gemeente uit gaat van a) de gemeentelijke inzichten geformuleerd op 16 april 1997 b) de gemeentelijke inventarisatie van 03 juli 1998 c) de bestemmingswijzigingen en het aanvullend stedenbouwkundig voorschrift van het het gewestplan Turnhout op het grondgebied van de gemeente Brecht voor wat betreft artikel 9 “woongebied met recreatief karakter” van 29 oktober 1999 d) het ontwerp besluit van de Vlaamse regering van 07 mei 2004 Alsook verwijs ik naar de inhoud pag 29 van het richtinggevend gedeelte van het GRS
Hierbij dienen de oppervlakten mijn inziens vervangen te worden door de overeenkomstige bouwfysische volumes. (Bijlage 9 BPA Brecht)
Alsook verwijs ik naar de inhoud van pag 56 van het richtinggevend gedeelte van het GRS
De gemeente verwijst duidelijk naar een eenzijdige oplossing gelijk voor alle clusters. Eveneens beschouwd de gemeente de gehele Bleeke Heide als 1 cluster. Daar zonevreemde woningen een max (her)bouwbaar volume kregen van 1000m³ en dit zelfs in ruimtelijk kwetsbare gebieden lijkt een toegestaan volume van 540 m³ in “recreatieve woonzones” meer dan billijk. Als een zonevreemde woning in kwetsbaar gebied de goede RO en de leefomgeving niet schaad met een toegestaan volume van 1000m³ dan lijkt het me van zelf sprekend dat een woning in een recreatieve woonzone (geen kwetsbaar gebied) zeker de ruimtelijke draagkracht niet overtreft met een bouwfysisch volume van 540 m³. Woonparkgebieden zijn gebieden waar strenge regels gelden aangaande het behoud van het bomenbestand. Opmerkelijk is dat in deze uitdrukkelijk beboste gebieden met expliciet groen karakter woningbouw mogelijk is tot 250m². Gezien de geest en het doel van deze regelgeving lijkt het mij zeker niet buitensporig om in recreatieve woonzones een bouwvolume tot 540m³ toe te staan. Ook door strikte toepassing van het bosdecreet zal hierbij de bosstructuur zichtbaar aanwezig blijven. Wij wensen echter wel te benadrukken dat wij als NKWV Wuustwezel niet wensen dat volumes groter dan 540m³ worden toegestaan daar de discrepantie tussen de reeds bestaande bebouwing anders te groot wordt. Het is onze betrachting dat de woningen bescheiden blijven en wensen niet te concurreren met reeds bestaande villawijken. Als NKWV Wuustwezel wensen wij niet het straatbeeld zoals op de Hoge Weg te Kapellen waar villa’s tussen eenvoudige weekendwoningen staan! (Bijlage 11, fotoreeks Hoge weg Kapellen, 16 foto’s) Bijkomende vraag, zullen kelders worden toegestaan? Het lijkt mij zinvol van wel daar een kelder een ecologische functie heeft aangaande de bewaring van provisie zoals reeds eerder bepaald in mijn voorstel tot P RUP. Verder dien ik op te merken dat kelders geen impact hebben op het ruimtebeslag. Kelders hebben ook geen woonfunctie wat impliceert dat het ondergronds volume niet dient verrekend te worden in het maximale opgelegde bruto volume van de woning. (Bijlage 21 bepaling bruto bouwvolume RUP Zoersel zonevreemde woningen) Gezien deze argumentatie lijkt het mij zinvol het reeds eerder door mezelf voorgestelde P RUP te analyseren / bespreken om alzo tot consensus te komen (in bijlage).
2) Aanplanten van bosgordel zoals beschreven is niet wenselijk Argumentatie Bijgeleverde luchtfoto’s tonen overduidelijk aan dat indien er geen weekendzone had geweest dit gebied geen bebossing had gekend. Als U er oude luchtfoto’s van begin jaren ’60 geconsulteerd worden zal blijken dat door het ontstaan van de weekendzone de bebossing is gegroeid. Zonder weekendzone had de landschappelijke structuur eenzijdig agrarisch geweest zoals de rest van de omgeving dewelke duidelijk afgelijnd is. Ook is overduidelijk dat binnen deze structuur alle deelclusters met elkaar verbonden zijn. (Bijlage 12, luchtfotoreeks Bleeke Heide 10 foto’s) Opleggen dat eenieder zijn perceel zou moeten bebossen lijkt mij wettelijk niet kunnen daar bij elke bouw- en/of verkavelingsaanvraagaanvraag de tussenkomst van het Agentschap Natuur en Bos werd gevraagd. Verder is het bosdecreet integraal van toepassing, waardoor de bosstructuur leesbaar is en garanties bied dat dit aanwezig zal blijven in de toekomst. Ivm met de beperkte ontbossing (bos structuur is tot op vandaag duidelijk leesbaar) voor de oprichting van een weekendverblijf dienden velen of te herbebossen of een compensatie te betalen aan ANB (Bosdecreet artikel 90 bis, Besluit Vlaamse Regering van 16 februari 2001) zodoende deze gelden konden aangewend worden om elders aan bosbeheer/bosaankoop te doen ter compensatie. Er is geen juridische basis om deze mensen te verplichten hun omgeving terug te bebossen daar deze reeds is gecompenseerd. Een bosbeheersplan voor de onderzochte cluster lijkt mij onmogelijk daar dit niet voldoet aangaande de bepalingen hieromtrent (aaneengesloten beboste eigendom van min 5 ha). Opmerking, het gaat hier niet om een bos maar om een gebied waar een zekere bosstructuur aanwezig is. Kleine nuance met grote impact. 3) Geen scheiding op perceelsgrenzen dient herzien te worden Argumentatie Is gewoon niet haalbaar en is niet wettelijk afdwingbaar. De Wuustwezelse weekendzone kent een zeer hoge concentratie aan honden. Indien eigenaars hun perceel niet meer zouden kunnen afscheiden kunnen zij niet meer aan hun verplichtingen voldoen opdat deze dieren op hun eigendom zouden blijven. Verder heeft eenieder het recht zijn eigendom te beschermen en af te scheiden tov derden. Eigenlijk is er geen enkele basis waarop dit gestoeld is en hierbij lijkt verdere argumentatie overbodig.
4) Mogelijke planologische compensatie voor onbebouwde percelen is niet haalbaar Argumentatie U spreekt over 139 onbebouwde percelen in Uw voorstel, tel hierbij de clusters C03,C04,C05f en C06 bij en we komen op 200 onbebouwde percelen. Met een gemiddelde oppervlakte per perceel van 1000m² komen we tussen de 13,9 en de 20 ha te compenseren oppervlakte. Geen enkele gemeente kan dit compenseren, noch qua ruimtelijke context noch maatschappelijk. Desalniettemin moeten de onbebouwde percelen bebouwbaar blijven en dit in het kader van de inbreiding van woonzones. 5) Het niet opnemen van clusters C03, C04, C05f als specifiek woongebied dient herbekeken te worden Argumentatie Hier volgt men een al te strikte interpretatie van het methodiek kader. Een kader waarvan men steeds zelf herhaalt dat men het dient te verfijnen. Men dient het kader dan ook te interpreteren naar de geest van de inhoud en niet naar de letter van de inhoud. Clusters C03, C04 en C05f dienen dan ook niet als aparte clusters aanzien te worden maar geïntegreerd te worden in het geheel van onderzochte weekendzone Bleeke Heide. De afstand tussen cluster C05a en C04 bedraagt slechts 117m. Deze tussen cluster C05d en C05f slechts 120m. Deze clusters dienen dan ook als 1 geheel beschouwd te worden. Luchtfoto’s bevestigen hier dat het om 1 geheel van een met een duidelijk omlijnde bosstructuur gaat, merk de sterke aftekening van de agrarische akkerbouw rondom de gehele cluster Bleeke Heide. (Bijlage 12 , luchtfotoreeks Bleeke Heide 10 foto’s) Anderzijds vinden we in geen enkel beleidsdocument van de gemeente Wuustwezel weekendzones in de enge betekenis van het woord als troef terug. Noch toeristisch, noch maatschappelijk, noch economisch, noch ruimtelijk,… Ook op provinciaal niveau is weekendzone niet als toeristische troef in de Noordertuin van Antwerpen opgenomen. Het is duidelijk dat de uitstraling van een gemeente als Wuustwezel voor weekendtoerisme vandaag niet meer is wat ze begin en midden jaren ’70 was. Het concept weekendzone is als dusdanig voor deze gemeente niet meer beleidsmatig toepasbaar. Als een gemeente er niet in slaagt om een gebied met 878 percelen te integreren in een beleidsvisie rond weekendtoerisme duidt dit zeer duidelijk aan dat dit concept van ontspanning anno 2009 en later geen toekomst heeft in deze regio. Het behouden van enkele deelclusters met een bestand van slechts 53 percelen heeft dan ook geen enkel nut, noch toeristisch, noch economisch, noch maatschappelijk, noch qua kostenbeheer en beleidsplanning. Temeer wetende dat vandaag hiervan slechts 7 percelen onbebouwd zijn en er 24 (1 op 2) “officieel” permanent bewoond zijn. Het opnemen van betrokken clusters tot een groter geheel van recreatieve woonzones is hieruit volgend beleidsmatig de enige verantwoorde keuze. Het is voor een gemeente als Wuustwezel onmogelijk beleidsmatig een planning/visie en of beleid te ontwikkelen/voeren voor slechts 53 percelen op een grondgebied van zo’n 9.000 ha.
Als we een leeftijdspiramide zouden opmaken van de echte weekendverblijvers in de Bleeke Heide zou overduidelijk zijn dat deze vorm van recreatie niet meer hedendaags is. De huidige weekendverblijvers zijn nagenoeg allemaal + 70 jaar. Jongeren vinden de weg niet meer naar deze vorm van recreatie. Het is dan ook gezien de huidige cultuur rond vrijetijdsbesteding onverantwoord de clusters C03,C04 en C05f als weekendzone te behouden. Een omvorming tot woonzone is dan ook onafwendbaar. Uit terreincontrole door een door de provincie aangestelde veldbioloog (page 8 eindvoorstel) stelt betrokkene dat voor de cluster C05 (volledig, dus ook C05f) en C03 (volledig) er geen ecologische motieven zijn om een bouwverbod of versnelde uitdoving te motiveren. Naar de geest van dit onderzoek mogen we dan ook concluderen dat deze gebieden geschikt zijn om om te vormen naar woonzones. Op pag 11 van het eindvoorstel blijkt overduidelijk dat deze studie weinig grondig werd uitgevoerd daar men stelt dat de volledige cluster (C03,C04,C05,C06 zijnde de “Bleeke Heide”als 1 cluster) is voorzien van elektriciteit maar niet van overige collectieve nutsvoorzieningen. Dit is manifest onjuist. Naast elektriciteit is ook in de gehele cluster drinkbaar water (pidpa), telefoon (Belgacom) en distributie (Telenet) voorzien. Wat zuivering van huishoudelijk afvalwater betreft werd een zoneringplan (VMM) opgemaakt voor de gehele cluster. Er worden hierdoor conclusies gemaakt aan de hand van incorrecte informatie hetwelke totaal onaanvaardbaar is. (Bijlage 13, zoneringsplan Wuustwezel) (Bijlage 19 , bezwaar GRS) 6) Het omvormen van cluster C06 tot groengebied is historisch, maatschappelijk, economisch en sociaal onverantwoord Argumentatie Belangrijk om weten is het feit dat de mensen die hier aankochten eind jaren ’60 begin jaren ’70 dit onder dezelfde voorwaarden deden dan de anderen in de nu erkende weekendzone (later woonzone). Het was mijn inziens een gemiste kans dat dit gebied destijds niet werd erkend tot weekendzone. Het is dan ook nu het moment met het opstellen van een PRUP voor dit gebied dat de beleidsverantwoordelijken de kans hebben hun verantwoordelijkheid op te nemen. 90% Van het betreffende gebied is vandaag op het Gewestplan ingekleurd als agrarisch gebied, 10% als natuurgebied. Wat het natuurgebied betreft is gezien de beperkte omvang een herbestemming/compensatie mogelijk daar de gemeente deze oppervlakte elders kan invullen eventueel aansluitend bij een ander natuurgebied. Wat het agrarisch gebied betreft lijkt een herbestemming aangewezen om volgende redenen. In heel Vlaanderen gaan jaarlijks de landbouwactiviteiten achteruit, ook in Wuustwezel. Waardoor de vraag naar landbouwgrond langzaam afneemt. Een herbevestiging als landbouwgrond is in deze context dan ook niet te verantwoorden. Temeer de grondeigenschappen van betrokken gebied. Bleeke Heide verwijst naar bleeke (schrale, magere) heidegrond waar hedendaagse moderne akker- en of landbouw onvoldoende rendement oplevert. We mochten dit onlangs nog vaststellen, een aaneengesloten goed bereikbaar perceel landbouwgrond van 1ha 58a gelegen tegen de weekendzone werd begin 2007 te koop aangeboden tegen normale marktwaarde. Het perceel (wijk F nummer 77/G/2) werd pas verkocht nadat het zeer lang werd aangeboden, waardoor we mogen afleiden dat de vraag naar agrarisch gebied sterk is afgenomen in de regio van de weekendzone Bleeke Heide.
Van: Aertsen makelaars Datum: 6/03/2007 11:01:56 Aan: 'alex segers' Onderwerp: RE: Perceel landbouwgrond Geachte, De vraagprijs bedraagt € 40.000/ha. Met vriendelijke groeten, Liliane Gysen.
Aertsen makelaars Burg. J.V.Looverenplein 2 2990 Loenhout www.aertsen.be Van: alex segers [mailto:
[email protected]] Verzonden: dinsdag 6 maart 2007 9:39 Aan:
[email protected] Onderwerp: Perceel landbouwgrond
Wuustwezel Te Koop : PERCEEL LANDBOUWGROND Prijs te bevragen Ligging: ter streke Duinenstraat,Wuustwezel Beschikbaarheid: vrij van pacht vanaf 1/11/2007 Oppervlakte: 1ha 58a Indeling: Gekadastreerd wijk F nummer 77/G/2 Gelieve bijkomende info, prijs, perceelsafmetingen e.d. door te mailen Mvg Alex Segers Deze stelling wordt ondersteund door onderstaand cijfermateriaal aangaande de landbouwgronden in België en het Vlaamse Gewest. Bodemgebruik (1980-2007) België Absolute cijfers (oppervlakte in km²) Totale oppervlakte Grondoppervlakte Landbouwgronden
Vlaams Gewest Totale oppervlakte Totale landbouwgronden
1980
1990
2000
2006
30.519 30.528 30.528 30.269 30.278 30.278 19.092 18.302 17.653
2007
30.528 30.528 30.278 30.278 17.393 17.352
Evolutie 2006-2007 = = -41
1980
1990
2000
2006
2007
13.511,43
13.522,25
13.522,25
13.522,25
13.522,25
9.335,60
8.865,84
8.473,90
8.321,87
8.298,47
Verder is het opmerkelijk dat we mogen lezen dat inzake de gemeentelijke ruimtelijke structuur van het buitengebied (waaronder Wuustwezel) in het RSV ondermeer wordt gesteld dat het Vlaams Gewest de gebieden van de natuurlijke agrarische structuur zal afbakenen. De oppervlakte van de bestemming agrarisch gebied wordt daartoe op 750 000 ha zijnde 7500 km² gebracht en in het gewestelijk RUP afgebakend alszijnde ruimtelijk bestemd voor beroepslandbouw. Als we dan zien dat er momenteel nog 8298,47 km² of 829 847 ha landbouwgrond is dient deze verder afgebouwd te worden wil men het RSV respecteren. Het herbestemmen van de ruilverkaveling is in dit opzicht zeker ruimtelijk verantwoord daar de lokale landbouwers hiervan geen gevolgen zullen ondervinden daar het gebied reeds jaren verloren is voor deze sector.
Een bevestiging en bestendiging als woonzone is derhalve verantwoord wetende dat het gebied verkaveld is en voorzien werd van nutsvoorzieningen. Het is eigenlijk een bestendiging van de huidige situatie.
Wijk F nummer 77/G/2
Ruilverkaveling
Zoals U kan opmerken ligt de ruilverkaveling mooi integreerbaar in de huidige weekendzone Bleeke Heide (later woonzone). Daar het veelal om percelen van zo’n 1000m² gaat, telkens van verschillende eigenaars. Dit in combinatie met de specifieke vegetatie dewelke hier ontstaan is geeft dat dit gebeid eigenlijk reeds lang onbruikbaar is voor de moderne landbouw, maar veeleer een bewoonbaar karakter heeft. Op de luchtfoto is duidelijk de ruimtelijke structuur vast te stellen. Deze is aansluitend bij die van de erkende weekendzone Bleeke Heide en onderscheid zich duidelijk van de landbouwgronden erom heen. Vanwege de aangelegde wegenis met nutsvoorzieningen is het voor buitenstaanders bijna onmogelijk het onderscheid te zien met de erkende weekendzone.
Een visie die zowel de gemeente als de Vlaamse Milieu Maatschappij i.s.m. Aquafin met ons deelt daar we mogen vaststellen dat in het ontwerp zoneringsplan voor zuivering van huishoudelijk afvalwater de ruilverkaveling mee werd opgenomen als groene zone (toekomstige aanleg riolennetwerk). Het zou dan ook onbegrijpelijk zijn gezien het kostenplaatje dit gebied niet mee op te nemen bij de rest van de bestaande weekendzone (later woonzone).
Opmerkelijk is eveneens dat reeds in 1999 toenmalig Minister Stevaert de ruilverkaveling wenste op te nemen tot de erkende zone er werd in die zin opdracht gegeven om de ruilverkaveling (dewelke NOOIT is uitgevoerd) mee op te nemen door de administratie. Door het niet uitvoeren van deze opdracht heeft de administratie een verpletterende verantwoordelijkheid aangaande de huidige toestand van dit gebied. Het zou van enige verantwoordelijkszin getuigen als diezelfde administratie hun dwaling van destijds nu rechtzet door cluster C06 in zijn geheel mee op te nemen alszijnde recreatieve woonzone. Het is voor het NKWV onbegrijpelijk dat een administratie een beslissing van een bevoegde Minister zomaar naast zich neer kan leggen. De Minister moet door middel van verkiezingen verantwoording afleggen, hoe legt een administratie verantwoording af?
Desondanks de instructie die de Minister op 16 juli 2002 heeft gegeven aan de stedenbouwkundige inspecteurs om zich voor de geïnventariseerde clusters te onthouden van het formuleren van herstelvorderingen totdat er duidelijkheid is inzake de planologische oplossing worden er nog op regelmatige wijze dossiers, maar ook vooral “mensen” opgeroepen voor de rechtbank?
Tegen vele eigenaars uit de ruilverkaveling loopt momenteel een gerechtelijke procedure. Tot op heden heeft de gerechtelijke macht een afwachtende houding tov deze dossiers aangenomen. Ook zij wachten op een politieke beslissing aangaande. De nieuwe Vlaamse Codex RO en het Decreet RO van 1999 bied de huidige eigenaars verschillende mogelijkheden (verjaring – vergunningenregister) om alsnog een afbraak af te wenden en hun eigendom het bestaanrecht te geven waar ze recht op hebben. Desalniettemin brengt het steeds wederkeren van gerechtelijke brieven en oproepingen een ongezonde stress mee voor de betrokken eigenaars die zelf ook vragende partij zijn voor eindelijk duidelijkheid. Deze mensen leven dag in dag uit zonder enige (rechts)zekerheid voor de toekomst.
Daar de definitie van een cluster niet omschrijft dat het om percelen dient te gaan dewelke eenzelfde kleur op het Gewestplan dienen te hebben kan men stellen dat een opdeling van cluster C06 niet correct is. In die optiek dient eenzelfde oplossing aangereikt te worden voor het geheel van voorgestelde clusters daar het om 1 grote cluster gaat dewelke onterecht werd onderverdeeld in deelclusters. Maw C05a, C05b,C05c, C05d,C05e, C06a,Co6b (cluster Bleeke Heide) dienen als 1 geheel beschouwd te worden. In de visie zoals reeds voorafgaandelijk bepaald dienen mijn inziens zelfs clusters C05f en C04,C03 hierbij geïntegreerd te worden. Er dient maw een globale oplossing voor de gehele cluster Bleeke Heide gevormd te worden dewelke integraal voor het gehele gebied dient toegepast te worden zonder opdeling in deelclusters, zoals ook gesuggereerd werd in het GRS (zie voorgaande). “Wat is trouwens het legitiem karakter van een deelcluster?” Hierdoor is er geen conflict met het gelijkheidsbeginsel. Gezien de inhoud van de studie kunnen we enkel concluderen dat een omvorming tot recreatieve woonzone voor de gehele Bleeke Heide perfect kadert binnen het toetsingskader en de hogere beleidsplannen dienaangaande.
Verder stelt U voor om en ik citeer: “natuurherstel/versterking in cluster C6 door aankoop en/of beheer door natuursector”. Dit is in zijn geheel onaanvaardbaar. Bijgeleverde luchtfoto’s (Bijlage 12, luchtfotoreeks Bleeke Heide 10 foto’s) bewijzen dat de huidige vegetatie slechts is kunnen ontstaan door het ecologisch verantwoord beheer van elke individuele eigenaars. Anders had deze specifieke vegetatie nooit bestaan en was het gebied een eenzijdige akkerbouw geweest. Het argument van natuurbeheer of natuurherstel is in deze context uitermate ongepast. Gezien er geen boscompensatievergoedingen werden betaald (was ook niet mogelijk op landbouwgrond) voor het oprichten van constructies kan het zinvol zijn in dit gebied (cluster C06) een bosgordel op te leggen zoals beschreven op pag 31 van het eindvoorstel voorstudie pilootclusters WE-verblijven Wuustwezel. Uiteraard zal hierbij het bosdecreet integraal van toepassing zijn/worden op betrokken cluster. Anderzijds dienen we te benadrukken dat betrokken cluster niet het voorwerp uitmaakt van enige voorlopige of definitieve stedenbouwkundige beschermingsmaatregel als landschap.
Het omschrijven van betrokken gebied (en zijn omgeving) in de voorstudie alszijnde kwetsbaar gebied is manifest in strijd met de definitie van kwetsbare gebieden. Deze werden volledig opgelijst in de Vlaamse Codex RO, (waardevol) agrarische gebieden behoren niet tot deze lijst! Hierdoor wordt (bewust ?) een foutief beeld opgehangen, dit mede door het gebruik van de geselecteerde foto’s in het dossier die een vertekend beeld weergeven van betrokken cluster waardoor de eindconclusie gebaseerd is op een foutief beeld dat wordt opgehangen over dit gebied (Bijlage 14, echte foto’s cluster C06, 9 foto’s). Een herziening van deze conclusies gebaseerd op desinformatie lijkt dan ook noodzakelijk.
In Wuustwezel is 7586 ha van de 8937 ha grondgebied als groen ingevuld. Wuustwezel heeft in zijn GRS een duidelijke visie naar voor geschoven waar de nadruk ligt op het behoud van dit groene en landelijke karakter, maw het gemeentebestuur heeft een duidelijke toekomstvisie aangaande het groen karakter. In zijn GRS heeft het bestuur eveneens een duidelijk voorstel tot afbakening en differentiatie van zijn agrarische gebieden. Het bereiken van deze cijfers kon en kan enkel doordat de gemeente een eerlijk en rechtlijnig beleid heeft gevoerd aangaande haar RO en planning in het verleden en het heeft hier mee bewezen een betrouwbare partner te zijn van de gehele groene sector. Als we deze kerncijfers vergelijken binnen onze regio kunnen we niet ontkennen dat Wuustwezel naar groen reeds zeer vergaande inspanningen heeft geleverd en zich verder engageert om deze te blijven leveren. Zo werden recentelijk nog ha weidelanden nadat de pachtovereenkomst verliep aangepland door ANB om alzo het Noordheuvelbos verder uit te breiden en dit aansluitend aan de weekendzone (later woonzone) Bleeke Heide. Bijkomende inspanningen aangaande het objectief van 13.664 ha bijkomende bossen (769 ha/jaar) in het RSV dienen dan mijn inziens ook niet verder gedragen te worden door de gemeente Wuustwezel gezien de huidige ruimtebalans. Het omvormen van cluster C06 tot recreatieve woonzone met voorwaarden (bosgordel) lijkt in deze context dan ook ruim aanvaardbaar. (Bijlage 5 bodembezetting) Ook het argument dat het grond en pandenbeleid bijkomende bescheiden woningen wenst te realiseren past in dit kader. Door deze zone om te vormen tot recreatieve woonzone bestendigd men het huidige karakter alszijnde een verkavelde zone met nutsvoorzieningen en dienen elders geen nieuwe zones aangesneden te worden om het objectief van de bescheiden woningen binnen het grond en pandenbeleid te realiseren.
Het omvormen van cluster C06 tot bosgebied zou getuigen van onbestuurlijk inzicht. Van de bestaande constructies in dit gebied zijn er die er reeds stonden van voor het gewestplan Turnhout. De aangehaalde pv’s zijn pas veel later opgesteld (vanaf 1993 en later, zie ook Uw bijlagen “Bouwmisdrijf”) en komen derhalve niet in aanmerking om een inschrijving in het vergunningsregister te weigeren. Maw betrokken constructies dienen opgenomen te worden in het vergunningregister waarbij ze na 1 jaar het statuut geacht vergund zullen verkrijgen. Een omvorming naar kwetsbaar gebied zal hierop geen invloed hebben daar op het moment van oprichten betrokken gebied niet als kwetsbaar diende beschouwd te worden. Hieruit volgend kunnen we stellen dat zonder omvorming naar recreatieve woonzone deze constructies als zonevreemd dienen beschouwd te worden. Hierdoor kunnen deze (ver) of herbouwd worden tot 1000m³ hetwelke tegen de geest het voorstel zou ingaan. Ook door de verjaringstermijnen zoals bepaald in de Vlaamse Codex RO zullen verschillende constructies blijvend kunnen bewoond worden. Men dient dienaangaande eveneens rekening te houden met bepaalde rechten voortvloeiend uit de diverse decreten, decreetswijzigingen en inhoud van de Vlaamse Ruimtelijke Codex RO. Afbraak van betrokken constructies zal enkel nog kunnen via de Hoge Raad voor Herstelbeleid (2003) later Raad voor vergunningenbetwistingen (2009). Hierbij zal slechts zeer beperkt naar planologische aspecten gekeken worden maar komen louter de juridische aspecten aan bod. Binnen deze Raad zal mijn inziens geen meerderheid gevonden worden om de argumenten aangereikt door onze juristen gebaseerd op de huidige wetgeving te weerleggen, waardoor afbraak niet opgelegd zal kunnen worden. U gebruikt in Uw argumentatie om de omvorming van cluster 06 tot bosuitbreidinggebied te staven delen van GRS (pag 21). De realisatie van een bosslinger of de ontsluiting van de Pastoorsbossen en Bosduin wordt niet bekomen door cluster C06 om te vormen tot bosuitbreidinggebied. Als optie kan gekeken worden tot het opleggen van voorwaarden zoals bepaald bij de ruimtelijke afweging op Vlaams niveau. Voorbeeld kan zijn het opleggen van een bosgordel in cluster C06. Het aanbrengen van KLE langsheen Slangenrit en verdere omgeving kan in dien verstanden eveneens als optie bekeken worden. Hieraangaande werd trouwens een bezwaar ingediend tegen het GRS. Hieronder vind U vraag en antwoord hierop. “4.3.8. Thema 8 : kaart 43 : niet akkoord met ecologische verbinding doorheen cluster 6 en met opname van deze cluster in VEN. Antwoord : Dit staat als zodanig niet vermeld op kaart 43; de aanduiding “ecologische verbinding” is vermeld als “kans tot ecologische verbinding” en er is nergens sprake van een VEN-gebied in de weekendzone. De mogelijkheid van een ecologische verbinding langs de Slangenrit kan in een latere fase, bijvoorbeeld in een landschapskwaliteitsplan, onderzocht worden.” Hierbij geeft het gemeentebestuur in zijn GRS duidelijk aan dat de ontsluiting van de Pastoorsbossen niet via cluster C06 gerealiseerd dient te worden maar via Slangenrit en omgeving. Bezwaar indiener maakte blijkbaar dezelfde interpretatiefout als opsteller van het provinciaal voorstel. (Bijlage 15, bezwaren + antwoord GRS) Bij omvorming van cluster C06 tot woongebied (met voorwaarden) zullen de eigenaars gezien de decretale bepalingen planbaten verschuldigd zijn. Deze zullen anders zijn dan voor de omvorming van recreatie naar wonen. Hierdoor heeft ook deze omvorming een draagvlak daar er decretale wetgeving voorzien is ter compensatie.
Indien men cluster C06 omvormt tot bosuitbreidinggebied zullen de gerechtelijke macht en de advocatuur de doos van Pandora voor U openen.
7) Niet akkoord met “suggestie” tot verkoop door individuele eigenaars van cluster C06 aan natuursector Argumentatie Deze werd reeds vervat onder punt 6) Het omvormen van een niet kwetsbaar naar een kwetsbaar gebied is maatschappelijk niet verantwoord gezien de geringe perceelsoppervlakte waardoor individuele eigenaars niet in aanmerking komen voor enige planschade regeling. De omvorming van cluster C06 tot bosuitbreidinggebied komt niet in aanmerking alszijnde een onteigening ten voordele van het openbaar nut. Waardoor het draagvlak van dergelijke maatregel vervalt. 8) Inschakelen van sociale huisvestingsmaatschappij is maatschappelijk niet gedragen bij de kandidaten op de wachtlijsten van de SHM Argumentatie Hieraangaande werd reeds een uitgebreide studie bezorgd onder de vorm van het dossier weekendzone Wuustwezel op 08 januari 2008 (opnieuw in bijlage). Toch enkele vernieuwde cijfers ter ondersteuning. U stelt voor om een versnelde uitdoving van cluster C06 op te vangen in samenspraak met de lokaal verankerde SHM. Deze methodiek wenst U eveneens toe te passen voor de gebieden met een uitdovend woonrecht. Op het grondgebied van Wuustwezel is anno 2009 nog 1 SHM actief, zijnde De Voorkempen HE en heeft hier 408 sociale woongelegenheden (woningen/appartementen) in portefeuille. Wuustwezel scoort hiermee zeer hoog aangaande het sociaal aanbod tov vergelijkbare gemeenten binnen de regio. Desondanks deze enorme inspanningen kan de gemeente niet verhinderen dat er een wachtlijst is aangegroeid van zo’n 816 (dec 2008) kandidaat huurders dewelke jaarlijks met zo’n 10% aangroeit. Zelfs als Wuustwezel zijn sociaal objectief behaalt (wordt nog bepaalt binnen het grond en pandenbeleid) zal deze wachtlijst nauwelijks of niet slinken, daar er een zeker aanzuigeffect zal ontstaan. Kandidaten op deze wachtlijsten moeten vaak meer dan 10 jaar wachten alvorens een woongelegenheid toegewezen te krijgen. Er is dan ook weinig verloopt wat resulteert in een beperkte beschikbaarheid van toewijsbare woongelegenheden. Gezien de voorwaarden om op zo’n lijst te kunnen staan waaronder de inkomensgrens is het niet evident deze mensen wederom 10 jaar of meer achteruit te schuiven zodat de mensen van cluster C06 prioritair behandeld kunnen worden. De vraag die reist is of betrokken bewoners van cluster C06 voldoen aan het intern huurreglement van De Voorkempen HE (het inkomen, de eigendom,…)? Ook de afbetaling van perceel/constructie in cluster C06 in combinatie met een eventueel verschuldigde huurprijs aan de SHM dient niet onderschat te worden. Verder dient opgemerkt te worden dat huidige bewoners van cluster C06 het gevoel van ruimte noodzakelijk achten in hun leefbeweging, het is dan ook zeer de vraag of betrokkenen zich kunnen aanpassen aan het leefregime binnen de sociale woningbouw.
Noch de gemeente, noch de SHM De Voorkempen HE hebben bewoners van weekendhuisjes opgenomen in een doelgroepenbeleidsplan. Dit doelgroepenbeleidsplan bepaald voor langere tijd de visie en richting voor de huisvestingpolitiek van de inwoners van betrokken gemeente/werkingsgebied. (Bijlage 8, doelgroepenmatrix) Naar aanleiding van deze piste heeft een lid van de Raad Van Bestuur deze vraag gesteld op de RVB van De Voorkempen HE van 05 november 2009. Uit het verslag mogen we overduidelijk opmerken dat binnen de SHM noch een maatschappelijk draagvlak aanwezig is om bewoners van cluster C06 prioritair te behandelen, noch dat de SHM de middelen heeft om aan deze vraag te voldoen. (Bijlage 6 Vastgoedmarkt, bijlage 7 Sociale huisvesting, bijlage 8 Diensten – Doelgroepenmatrix, bijlage 16 deel verslag RVB 05/11/2009) Dit word ondersteund via het bezwaarschrift hetwelke De Voorkempen (en Arro) indienden aangaande het GRS. (Ter info, Arro heeft geen gronden meer ter beschikking in de gemeente Wuustwezel). Hierbij klaagde DVH reeds aan dat men niet kan voldoen aan de vraag naar sociale woningen. (Bijlage 17 bezwaren GRS namens SHM (2X)) Ook in het kaderbesluit sociale huur werden weekendzone bewoners niet weerhouden, campingbewoners werden daar en tegen wel weerhouden. Uit voorgaande blijkt dat er geen voorafgaandelijk overleg is geweest tussen de provincie en de lokale SHM waaruit we kunnen afleiden dat de provincie geen draagvlak heeft om cluster C06 versneld op een humane manier uit te laten doven. 9) Het inkleuren als groengebied van het volledige binnengebied Morellaan dient terug besproken te worden Argumentatie Binnen het huidig geldende Gewestplan is enkel de vijver en zijn oevers ingekleurd als natuurgebied. Wij wensen dit te behouden. De rest van het binnengebied is weekendzone. Voor dit gebied dient dan ook eenzelfde oplossing voor te liggen als cluster C05a in zijn geheel. Afwijken hiervan zou het gelijkheidsbeginsel ernstig schaden waardoor betrokken eigenaar via gerechtelijke weg stappen zal dienen te ondernemen teneinde zijn rechten te vrijwaren. Betrokken gebied is vandaag deel van een aanvraag tot verkaveling in een lopende procedure en werd reeds gunstig geadviseerd door Gecoro op 20 maart 2009. In de studie wordt hierover niet gesproken maar dit dient mijn inziens deel uit te maken van de integrale aanpak. Het inkleuren van gans dit gebied heeft ecologisch geen enkele meerwaarde voor de regio gezien de vijver met oever dienen behouden te blijven als beschermd groengebied in voorliggend voorstel er tal van groene accenten aanwezig zijn of gecreëerd worden in de nabijheid van betrokken binnengebied. Verder overleg met het bevoegde gemeentebestuur lijkt hier noodzakelijk.
10) Het omschrijven van landbouwgrond (al dan niet waardevol) als kwetsbaar gebied stemt niet overeen met de omschrijving in de Vlaamse Codex RO Argumentatie Gelieve betreffende Codex te raadplegen, geen discussie mogelijk. 11) Voorstel is niet in overeenstemming met het goedgekeurde GRS van de gemeente Wuustwezel De gemeente Wuustwezel heeft zich in het verleden en heden steeds als een betrouwbare plichtsbewust bestuur gedragen ten overstaan van de goede RO en het milieubeheer. Het heeft een rechtlijnig langlopend en consequent beleid gevoerd aangaande het evenwicht tussen wonen, werken, ontspannen en leven en de impact hiervan op de ruimtelijke draagkracht. In dit kader heeft het dan ook een evenwichtig GRS ontwikkeld, unaniem goedgekeurd door Gecoro en gemeenteraad. Hierin werden informatieve, richting gevende en bindende bepalingen opgenomen, ook voor de weekendzoneproblematiek. Dit lijvig document werd eveneens door de Deputatie unaniem goedgekeurd. Het voorliggende eindvoorstel “voorstudie pilootclusters We – verblijven Wuustwezel” wijkt in zo’n sterke mate af van dit GRS dat het ondenkbaar is dat zowel Gecoro als de gemeenteraad dit positief zouden kunnen adviseren tijdens het openbaar onderzoek P RUP. Dit blijkt ook duidelijk uit het verslag van de gemeenteraad van 09 november 2009 waarbij het voltallige bestuur unaniem (meerderheid en oppositie) achter het GRS blijven staan en zich als dusdanig niet akkoord kunnen verklaren met voorliggend voorstel hetwelke zonder aanpassingen dan ook een negatief advies zal krijgen van de gemeente tijdens de procedure gekoppeld aan dit voorstel tot P RUP. Ook zal er vanuit het lokale bestuur een brief bezorgt worden die dit standpunt herbevestigd. Hieruit zal blijken dat er unaniem er geen draagvlak is binnen de Wuustwezelse samenleving aangaande voorliggend voorstel. Het was toch bij aanvang de bedoeling om tot een oplossing te komen met een maatschappelijk draagvlak? Dit verklaarde de nauwe samenwerking tussen gemeente en provincie? Blijkt dat huidig voorstel niet dit draagvlak heeft en dient alsdus bijgestuurd te worden. Het doel van de pilootgemeenten was toch de onvolmaaktheden uit het methodiek kader te weren en de toepasbaarheid ervan te toetsen. Blijkt dat er nog werk aan is. (Bijlage 20, verslag gemeenteraad 09/11/2009)
12) Wegenis enkel in waterdoorlatende materialen dient herbesproken te worden Argumentatie Tast de gemeentelijke autonomie sterk aan. Wuustwezel heeft in het verleden reeds meermaals bewezen de capaciteiten te hebben dit soort vraagstukken zelf op te lossen. Uit studie blijkt voorts dat voor betrokken gebieden de watertoets uitermate gunstig is. Laat de aard van de wegenis over aan de gemeentelijke kennis. Indien duurzame verharding mogelijk is met respect voor het principe om hemelwater maximaal te laten infiltreren ter plaatse moet dit mogelijk blijven. Gezien het ganse gebied werd opgenomen in het zoneringplan alszijnde aan te leggen riolen lijkt het mij nuttig om ten gepaste tijden met betrokken diensten (oa Hidrorio) een globaal plan uit te werken. Het omvormen tot woongebied met specifiek karakter impliceert een aantal verplichtingen van de bewoners maar geeft deze ook bepaalde rechten, een duurzaam verharde weg is er daar een van. Merk trouwens op dat de aanleg van de wegen een van de voorwaarden was om eind jaren ’70 in aanmerking te komen tot omvorming tot weekendzone. Oa. Om budgettaire redenen werden toen enkel de hoofdwegen (verplichting) voorzien van een asfaltlaag. De keuze van de groefgrindwegen had zeker mede te maken de financiële consequenties. Alle wegeniswerken en aanleg nutsvoorzieningen werden destijds exclusief door de eigenaars zelf betaald en later overgedragen aan de overheidsinstanties. Eventuele bijkomende kosten naar aanleiding van een omvorming tot woonzone dienen betaald te worden door de nieuw ingevoerde planbaten regeling met het specifieke statuut voor omgevormde weekendzones (Vlaamse Codex RO). Opmerking: Verder blijf ik betreuren dat er geen stimulansen worden ingebouwd om energiezuinig te bouwen, in mijn voorstel tot P RUP (in bijlage) werden hierbij enkele denkpistes ontwikkeld. Uit bijgeleverde lijst (Bijlage 22, overzicht groene premies Wuustwezel 2007-2008-2009) blijkt overduidelijk dat het gemeentebestuur van Wuustwezel hier aangaande grote inspanningen levert. Opmerkelijk is dat nagenoeg geen enkel aanvraag tot subsidie vanuit de weekendzone is ingediend wat duid op de beperkte financiële draagkracht van zijn bewoners die nochtans een groen hart hebben. Andere vormen van stimuli tot energiezuinig bouwen/verbouwen dienen mijn inziens dan ook onderzocht te worden voor dit gebied zoals wij reeds voorstelden in ons Voorstel tot P RUP (in bijlage). Bijkomende info kan steeds gevonden worden in het aan Uw diensten bezorgde dossier Weekendzone Wuustwezel van 08 januari 2008 van NKWV Wuustwezel/Alex Segers en het voorstel tot P RUP. Uiteraard blijven wij zoals in het verleden steeds bereid om constructief mee te denken en voorstellen te formuleren. Wij bieden onze expertise graag aan ter ondersteuning van Uw diensten.
Bijlagen : 1) Fotoreeks sociale gezinswoningen Rijsvennen, De Vennekes 2) Statistiek, gemiddeld aantal leden per gezin WW eigen bevolkingsdruk op de we-zone 3) Statistiek aantal huishoudens Wuustwezel 4) Bevolkingspiramide Wuustwezel 5) Statistiek bodembezetting Wuustwezel 6) Statistiek vastgoedmarkt Wuustwezel 7) Statistiek sociale huisvesting in Wuustwezel 8) Doelgroepenmatrix Wuustwezel 9) BPA Brecht 10) Persbericht voormalig Minister Van Mechelen 11) Fotoreeks Hoge Weg Kapellen 12) Luchtfotoreeks Bleeke Heide en Wuustwezel 13) Zoneringsplan 14) Situatie fotoreeks cluster C06 15) Bezwaar GRS ivm groene gordel 16) Verslag RVB De Voorkempen HE van 05/11/2009 17) Bezwaar GRS ivm sociale huisvestingsmogelijkheden 18) 2 brieven van het gemeentebestuur van Brecht 19) Bezwaar GRS ivm nutsvoorzieningen 20) Verslag gemeenteraad Wuustwezel van 09/11/2009 21) Deel RUP zonevreemde woningen Zoersel ivm bepaling bruto volume 22) Overzicht uitgereikte groen premies gemeente Wuustwezel 2007 -2008-2009 Dossier weekendzone van 15/01/2008 Voorstel tot P RUP