Subsidieregeling Praktijkleren
INHOUDSOPGAVE
1.
Algemeen
3
2.
Hoogte subsidie
3
3.
Indienen aanvraag en voorwaarden subsidie
4
4.
Overgangsregeling 2014
5
Bijlagen: -voorbeeld urenregistratie - voorbeeld aanwezigheidsregistratie
Subsidieregeling Praktijkleren
-2-
©Koninklijke Metaalunie, juli 2014
1.
Algemeen
Werkgevers konden tot en met 31 december 2013 voor werknemers die een beroepsopleiding volgden periodiek een korting krijgen op de totaal door de werkgever af te dragen loonbelasting. Dit heet in fiscale termen afdrachtvermindering onderwijs. Met ingang van 1 januari 2014 is deze regeling vervallen. Hiervoor in de plaats is de subsidieregeling praktijkleren gekomen. Als een werkgever voldoet aan de voorwaarden ontvangt deze jaarlijks na afloop van het studiejaar de subsidie. De subsidie is een compensatie voor de kosten die de werkgever maakt voor begeleiding in de praktijk. De begeleidingskosten kunnen bestaan uit materiaalkosten, kosten van begeleiding door werknemers of kosten verbonden aan de inschakeling van intermediairs om te beschikken over de leerling. De subsidie wordt toegekend aan bedrijven die een leerling/student begeleiden uit een van de volgende sectoren: -
BBL-leerlingen (beroepsbegeleidende leerweg MBO);
-
Leerling die leerwerktraject VMBO volgen;
-
Student die een HBO-opleiding volgt in de techniek waarbij de werkcomponent deel uitmaakt van de opleiding
-
2.
Promovendi (wetenschappelijk onderwijs).
Hoogte subsidie
De werkgever ontvangt subsidie naar verhouding van de periode waarin hij in het studiejaar begeleiding heeft verzorgd. Dit betekent dat tot het moment van het stoppen met de opleiding subsidie kan worden verkregen maar uiteraard niet meer nadien. Bij een BBL en VMBO-beroepsopleiding bedraagt het aantal weken per studiejaar in beginsel maximaal 40 weken. Het studiejaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende kalenderjaar. Er is voor gekozen om aan alle werkgevers die voldoen aan de voorwaarden naar rato van het beschikbare bedrag per sector subsidie te verstrekken. Jaarlijks wordt na 15 september het normbedrag per volledige leerwerkplaats berekend door het totaal beschikbare
bedrag
per
sector
(VMBO,
MBO,
HBO
en
wetenschappelijk)
naar
evenredigheid onder alle leerwerkplaatsen per sector te verdelen. Het normbedrag per leerwerkplaats bedraagt maximaal € 2.700,-. Voor een plaats waar een half jaar begeleiding heeft plaatsgevonden, wordt dus maximaal de helft van het normbedrag uitgekeerd.
Subsidieregeling Praktijkleren
-3-
©Koninklijke Metaalunie, juli 2014
3.
Indienen aanvraag en voorwaarden subsidie
Agentschap NL voert de regeling uit. De aanvraag dient vóór 15 september om 17.00 uur digitaal te worden ingediend. De aanvraag verloopt via Eherkenning. Dit is een soort DigiD, waarmee u zich digitaal kunt identificeren wanneer u online zaken doet met de overheid. U heeft eHerkenning steeds vaker nodig om bij de rijksoverheid, gemeente of provincie in te kunnen loggen. Er zijn 5 betrouwbaarheidsniveaus. Voor de aanvraag regeling
Praktijkleren
eHerkenningsmiddel
is
altijd
betrouwbaarheidsniveau gebruiken
voor
diensten
1 met
nodig.
U
hetzelfde
of
kunt
een
een
lager
betrouwbaarheidsniveau.
Zorg dat u bij de aanvraag de volgende bescheiden bij de hand hebt: gegevens van de werkgever, de student en de (MBO-BBL)opleiding alsmede de periode van begeleiding en aantal weken.
Let op: De periode en aantal weken begeleiding kunnen ongelijk zijn, bijv. bij ziekte, verlof of andere afwezigheid van student. Het gaat om het aantal volledige weken. Als een medewerker een volledige week afwezig is geweest, mag deze week niet worden meegeteld als begeleidingsweek.
Er
wordt
rekening
gehouden
met
een
normaal
schooljaar
(+/-
40
weken
praktijkbegeleiding), zodat vakantiedagen en ziekteverzuim geen invloed hebben op de hoogte van de subsidie. Bij de digitale aanvraag hoeven geen documenten meegestuurd te worden. Wel moet u ervoor zorgen dat u deze documenten 5 jaar in uw administratie bewaard voor eventuele controle van de Belastingdienst. De uitbetaling zal uiterlijk 15 december van het jaar van de aanvraag worden uitbetaald aan de werkgever.
Voor de aanvraag heeft u in eerste instantie uitsluitend de gegevens uit de praktijkleerwerkovereenkomst nodig. Wij willen u er met klem op wijzen dat u ook nagaat
of
u
aan
de
subsidievoorwaarden
voldoet
en
of
u
over
een
aanwezigheidsregistratie beschikt en of u administratie heeft waaruit de begeleiding en de realisatie van de opleiding blijkt.
Subsidieregeling Praktijkleren
-4-
©Koninklijke Metaalunie, juli 2014
De belangrijkste subsidievoorwaarden zijn: -
Een bedrijf die de begeleiding verzorgt moet een erkend leerbedrijf zijn;
-
Er moet een praktijkleerwerkovereenkomst zijn waarin afspraken staan over de begeleiding en minimaal behaalde resultaten bij een BBL en inhoud en leerdoelen bij een leerwerktraject in het VMBO.
-
Voor het onderwijsprogramma van een BBL-opleiding geldt dat ieder studiejaar voldaan moet worden aan ten minste 200 uur begeleide onderwijsuren en ten minste 610 klokuren beroepspraktijkvorming te verdelen over een periode van 40 weken. De urennorm geldt niet voor een werkgever die begeleiding verzorgt op basis van een praktijkleerwerkovereenkomst die vóór 1 augustus is gesloten.
-
Binnen een leerwerktraject in de basisberoepsgerichte leerweg van het VMBO omvat het buitenschools praktijkgedeelte ten minste 640 klokuren verzorgd in 80 dagen en ten hoogste 1280 klokuren verzorgd in 160 dagen binnen de totale onderwijstijd van het derde en vierde leerjaar. Verder geldt dat er iedere schoolweek in het derde en vierde jaar ten minste binnenschools onderwijs plaatsvindt.
In de bijlage treft u zowel een voorbeeld urenadministratie begeleiding alsmede een aanwezigheidsregistratie leerling medewerker aan. Op onze website treft u het digitale document aan. Downloads
Voorbeeld Urenadministratie begeleiding Voorbeeld Aanwezigheidsregistratie leerling-medewerker
4.
Overgangsregeling 2014
Voor de aanvragen in 2014 wordt onder studiejaar verstaan het tijdvak dat aanvangt op 1 januari 2014 en eindigt op 31 juli 2014. Het aantal weken voor het studiejaar 2014 bedraagt bij het mbo maximaal 23 weken. Het subsidiebedrag per categorie en het maximum normbedrag per gerealiseerde leerwerkplaats wordt niet verlaagd door een eenmalig korter studiejaar in 2014. Omdat de werkgever tot 1 januari 2014 in aanmerking kan komen voor afdrachtvermindering onderwijs kan deze voor het studiejaar 2013/2014 dus mogelijk meer ontvangen dan voorheen. Subsidieregeling Praktijkleren
-5-
©Koninklijke Metaalunie, juli 2014
Voor uitsluitend opleidingsbedrijven zoals OBM’s en scholingspools was
een extra
voorziening getroffen. Deze bedrijven konden tussen 1 april en 1 mei 2014 tot 17.00 uur een aanvraag voor deze voorziening indienen. Per begeleidende deelnemer ontvingen zij dan een voorschot van maximaal
€ 1.000,-. Het voorschot wordt verrekend met de
reguliere subsidie.
Zie voor meer informatie en de aanvraag: www.agentschapnl.nl/praktijkleren.
Subsidieregeling Praktijkleren
-6-
©Koninklijke Metaalunie, juli 2014
Hoewel de auteurs van deze uitgave uiterste zorg hebben betracht bij het samenstellen van deze notitie, aanvaardt de Koninklijke Metaalunie geen aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het directe of indirecte gevolg is van handelingen en/of beslissingen die (mede) gebaseerd zijn op de informatie in deze notitie. In alle gevallen adviseren wij u, voordat u belangrijke zaken gaat aanpassen of regelen, vooraf contact op te nemen met de ledenadviseurs van de Metaalunie.
© Koninklijke Metaalunie, juli 2014 De tekst in deze uitgave is auteursrechtelijk beschermd. Wij wijzen u erop dat u de tekst niet geheel of gedeeltelijk openbaar mag maken of op enige wijze mag verveelvoudigen zonder toestemming van de Metaalunie.
Subsidieregeling Praktijkleren
-7-
©Koninklijke Metaalunie, juli 2014