SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 1
Nieuwsbrief - zomer 2011 - nr. 4
Volg ons op Twitter en LinkedIn U kunt Sigma Per soneels diensten volgen op Twitter en LinkedIn: www.twitter.com/SigmaPersoneel www.linkedin.com/company/sigmapersoneelsdiensten
Onze adviseurs v.l.n.r.: Maarten de Groene, Pieter Kole, Marco Hamelink (zittend), Mark Giljam (staand), Leo Zuidweg, Ditty Brand-Lockefeir, Erik Willemse en Brenda Speleman (op de foto ontbreken Eugenie Ligthart en Robbie Totté).
Subsidiemogelijkheden bij ‘oudere werknemers’ Er zijn aantrekkelijke financiële voordelen voor werkgevers die een ‘oudere’ werknemer in dienst willen nemen.
Jonger dan 50 jaar: loonkostensubsidie Voor werkzoekenden onder de leeftijd van 50 jaar, die langer dan één jaar werkloos zijn, kan de werkgever gedurende 1 jaar lang een loonkostensubsidie krijgen. Voorwaarde is wel dat de werkgever de werknemer een contract aanbiedt voor minimaal één jaar, met de intentie dit contract met nog een half jaar te verlengen. De werkgever dient de loonkostensubsidie uiterlijk binnen drie maanden na indiensttreding bij het UWV aan te vragen. De hoogte van de subsidie is maximaal 50% van het wettelijk minimumloon bij een volledig dienstverband. Het wettelijk minimumloon bij een volledig dienstverband bedraagt op 1 juli 2011 € 1.435,20
per maand. Het maximale voordeel kan dus oplopen tot 12 x € 1.435,20 x 50% = € 8.611,20. De subsidie wordt in twee delen uitbetaald; bij aanvang van de dienstbetrekking en na één jaar.
Ouder dan 50 jaar: premiekorting Neemt een werkgever iemand in dienst die 50 jaar of ouder is en een uitkering geniet, dan betaalt hij drie jaar lang minder sociale verzekeringspremies. Deze korting op de afdracht van sociale premies kan oplopen tot maximaal € 6.500 per jaar (in totaal dus € 19.500). Voorwaarde is wel dat de werknemer een doelgroepverklaring opvraagt bij het UWV en afgeeft aan de werkgever. De werkgever kan de premiekor ting direct in de aangifte loonheffingen verwerken en draagt op deze manier dus minder sociale premies af.
Ouder dan 62 jaar: premiekorting
Het loont om oudere medewerkers in dienst te houden!
Het loont niet alleen om oudere werknemers in dienst te nemen, maar het loont vooral ook om ze ook in dienst te houden. Als een werkgever een werknemer van 62 jaar of ouder in dienst heeft, krijgt hij gedurende maximaal drie jaar een korting op de afdracht van sociale premies. Dit kan oplopen tot maximaal € 2.750 per jaar (in totaal dus € 8.250). Vanaf 2013 wordt de premiekorting zelfs verhoogd tot een bedrag van € 6.500 per jaar.
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 2
Beperking opbouw vakantiedagen voor zieke werknemers afgeschaft
De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Kamp (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) om de regeling voor vakantie en verlof aan te passen. Werknemers die langdurig ziek zijn, krijgen voortaan recht op hetzelfde aantal vakantiedagen als gezonde werknemers. Nu hebben zieke werknemers minder wettelijke vakantiedagen dan gezonde werknemers.
Daarnaast is het voor werkgever en werknemer mogelijk, in onderling overleg, de vervaltermijn te verlengen. Extra vakantie dagen (dus de vakantiedagen boven het wettelijk minimum aantal van 20 dagen) vallen buiten deze nieuwe regeling.
De nieuwe vakantiewetgeving treedt 1 januari 2012 in werking.
Per 1 januari 2012 hebben alle werknemers een wettelijk recht op minimaal 20 vakantiedagen per jaar (in veel CAO’s is een hoger aantal vakantiedagen per jaar afgesproken). De wijziging in de regelgeving is noodzakelijk door uitspraken van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Het wetsvoorstel regelt daarnaast dat alle werknemers vanaf 1 januari 2012 hun wettelijke vakantiedagen binnen zes maanden na het opbouwjaar moeten opnemen. Daarna komen deze dagen te vervallen. Het kabinet wil daarmee stimuleren dat werknemers regelmatig vakantie opnemen en niet jarenlang dagen opsparen. Het te lang uitstellen van vakantie kan de gezondheid en veiligheid van werknemers in gevaar brengen. De maximale termijn om wettelijke vakantiedagen op te nemen, geldt niet voor werknemers die redelijkerwijs niet in staat zijn geweest vakantie op te nemen. 2
Veelgestelde vragen F.A.Q. Op onze website vindt u veelgestelde vragen (en antwoorden), voor en door werkgevers: www.sigmapersoneel.nl/ veelgesteldevragen. Staat uw vraag er niet bij, meldt het uw loonadviseur!
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 3
Focus op ... Kloosterman B.V. Kloosterman B.V. is een dienstverlenend bedrijf op het gebied van grondverzet, transport en agrarisch loonwerk. Het bedrijf, met vestigingen in Kapelle en Nieuwdorp, bestaat sinds 1915. In dat jaar startte de overgrootvader van de huidige eigenaren, de neven Carlo en Jan-Kees Kloosterman, met het loonbedrijf. Toen zijn twee zonen het bedrijf overnamen, voerden zij ook werkzaamheden uit op het gebied van grondverzet; heel eenvoudig door een kraantje achterop een tractor te monteren. Uiteindelijk verliet één van deze twee broers het bedrijf. Nadat de twee zonen; Adrie en Jan van de overgebleven broer het bedrijf overnamen, kwam de nadruk meer en meer op het grondverzet en later ook op het transport te liggen. Inmiddels zijn Carlo en Jan-Kees de stuwende krachten achter het bedrijf. Daarbij is Carlo verantwoordelijk voor de afdeling verkoop en de werkvoorbereiding en JanKees voor de afdeling inkoop, constructie en werkplaats. Inherent aan de marktontwikkelingen is het loonwerk steeds verder afgenomen. Momenteel telt het bedrijf 38 fulltime medewerkers.
rijden. Dit zijn zandkippers, autolaadkranen, diepladers en platte trailers. Deze worden ingezet voor de eigen werkzaamheden of voor collega loon- en verhuurbedrijven of aannemers.
Uitgebreid machinepark De dienstverlening van Kloosterman B.V. is bijzonder breed en loopt uiteen van mechanisatie en constructie tot verhuur en aanneming van transport en grondverzet. Daarvoor is het machinepark inmiddels gegroeid naar circa 80 zelfrijdende eenheden (incl. bedrijfsauto's). Verder beschikt het bedrijf over eenzelfde aantal aanhangers, werktuigen en hulpstukken. Met het oog op de jaarlijkse keuringen, beschikt Kloosterman over twee volledig ingerichte werkplaatsen. Hier verzorgen drie monteurs dagelijks het onderhoud van het eigen materieel.
Projecten in GWW Kloosterman voert, in opdracht van (semi-) overheden, (middel-) grote aannemers, (bouw-) bedrijven en particulieren, projecten uit in de grond-, weg- en waterbouwsector. Het grote publiek kent het bedrijf ongetwijfeld ook van de opvallende gele vervoermiddelen die regelmatig over de A58
Wegverbredingsmachine Voor de afdeling grondverzet is recent een wegverbredingsmachine aangeschaft. Deze machine is uniek in Zuidwest Nederland en is sinds half juli operationeel. Met deze machine is Kloosterman in staat wegen te verbreden door gebruik te maken van onder andere hoogovenslakken, menggranulaat, asfalt, zand of grond. De materialen worden door de machine afgevoerd naar de rechter of linker zijkant. Hiermee kan Kloosterman de weg tot 2 meter verbreden, eventueel met een flauwe helling. Omdat de lopende band van de machine olie- en hittebestendig is, kan ook asfalt probleemloos worden verwerkt. Voor de verdichting van het aangebrachte materiaal, beschikt Kloosterman ook over de benodigde verdichtingsplaten en walsen.
Samenwerking De samenwerking tussen Sigma en Kloosterman is recent tot stand gekomen. Kloosterman was op zoek naar een organisatie die op een proactieve wijze de loonverwerking ter hand kon nemen. Nadat de eerste contacten werden gelegd op de bedrijvenbeurs Contacta, startte Sigma de werkzaamheden. De contactpersoon bij Sigma is Ditty Brand. Zij neemt Kloosterman al het werk op het gebied van lonen uit handen. Daarnaast maakt Kloosterman gebruik van ‘personeel online’.
Kloosterman B.V. Eversdijkse Bredeweg 5 4421 RB Kapelle tel. 0113 341402, fax 0113 341152 email:
[email protected], www.kloostermanbv.com 3
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 4
Specifieke werkkosten voor wegtransport ondernemers De nieuwe werkkostenregeling (WKR) is sinds 1 januari 2011 van kracht. Deze regeling wordt in 2014 verplicht voor elke werkgever en kan sinds 1 januari 2011 vrijwillig worden gevolgd. De WKR is de laatste tijd regelmatig in het nieuws en zal ook de komende jaren de gemoederen nog flink bezig houden. In de sector wegtransport zijn enkele specifieke werkkosten van toepassing: verkeersboetes en de verblijfskostenvergoeding uit hoofde van de CAO. De WKR bepaalt dat werkgevers maximaal 1,4% van het totale fiscale loon (de 'vrije ruimte') kunt besteden aan onbelaste vergoedingen en ver strek kingen aan uw werknemers. Daarnaast kunnen zij bepaalde zaken onbelast blijven vergoeden of verstrekken door gerichte vrijstellingen toe te passen. Over het bedrag boven de vrije ruimte betalen zij loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%.
Verkeersboetes Wegtransportondernemers worden dagelijks geconfronteerd met verkeersboetes van hun werknemers. Dit betreft hoofdzakelijk snelheidsovertredingen maar ook boetes voor fout parkeren, roekeloos rijgedrag of alcoholgebruik. Als deze boetes toe te rekenen zijn aan de werknemer, dan vormen deze boetes belastbaar loon. Deze boetes dienen altijd op de betreffende werknemer te worden verhaald. Deze toerekenbaarheid doet zich voor als de werknemer verwijtbaar heeft gehandeld, zoals in geval van snelheidsovertredingen en roekeloos rijgedrag. Alleen in uitzonderingssituaties komen dergelijke boetes voor rekening van
de werkgever, bijvoorbeeld als de chauffeur onder druk van de werkgever te hard heeft gereden. Duidelijke gevallen waarbij de boete niet voor rekening van de werknemer komt, zijn bijvoorbeeld overbelading of technische mankementen aan het transportmiddel.
Boetes onder de werkkostenregeling Voor de fiscale behandeling onder het oude regime van vrije vergoedingen en verstrekkingen (van toepassing tot en met 2010), maakt het geen verschil of de boetes naar Nederlands dan wel naar buitenlands recht zijn opgelegd. Voor de werkkostenregeling is dit onderscheid wél van belang. De fiscale behandeling van geldboetes die het gevolg zijn van het handelen van werknemers is onder de werkkostenregeling niet gewijzigd. Als de boete is toe te rekenen aan de werkne mer, terwijl de werkgever de boete vergoedt aan de werknemer (of niet verhaalt indien de boete rechtstreeks aan de werkgever is opgelegd), dan dient de boete tot het loon van de werknemer te worden gerekend. Dit loon kan dus niet als eindheffingsloon in de vrije ruimte van 1,4% worden gebracht.
Buitenlandse boetes Het bovenstaande geldt alleen voor geldboetes die worden opgelegd door Nederlandse instanties. Voor 2011 was een dergelijke bepaling niet expliciet in de wet opgenomen. Dit maakt dat buitenlandse boetes door de werkgever kunnen worden aangewezen als loon dat als eindheffingsloon in de vrije ruimte kan worden gebracht. Indien de werkgever de boete aanwijst, dan leidt deze niet tot belastingheffing voor de werknemer. Als vervolgens blijkt dat de vrije ruimte van 1,4% niet geheel wordt benut, dan blijven de buitenlandse boetes zelfs geheel onbelast en is de werkgever geen 80% eindheffing verschuldigd. De werkgever is overigens niet verplicht om de buitenlandse boetes aan te wijzen als eindheffingsloon. Immers, vaak is contractueel vastgelegd dat verkeersboetes voor rekening van de werknemer komen en worden deze verrekend met het nettoloon. Deze mogelijkheid blijft onder de WKR gewoon bestaan.
Verblijfskostenvergoeding Werknemers in de transportsector hebben op basis van een CAO of arbeidsovereenkomst vaak recht op een verblijfs4 - Focus op uw personeel
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 5
kostenvergoeding. Een verblijfskostenvergoeding (per uur of per dag) heeft tot doel de onderweg gemaakte kosten voor maaltijden, consumpties en kleine zakelijke uitgaven te compenseren. Vanuit de gedachte dat deze kosten worden gemaakt ten behoeve van het werk, kan deze vergoeding onder de huidige wetgeving onbelast blijven. Echter, de WKR heeft gevolgen voor de fiscale behandeling van de verblijfskostenvergoeding. In artikel 40 van de CAO beroepsgoederenvervoer is een rege ling voorzien met betrekking tot vergoeding van on kosten aan chauffeur. Deze bedragen kunnen behoorlijk oplopen en dit komt in het gedrang met de WKR. Dit meldt EVO, de ondernemersorganisatie voor logistiek en transport. EVO heeft de belastingdienst gevraagd hoe be drijven hiermee moeten omgaan. Hierop heeft de belastingdienst bevestigd dat voor 2011 de verblijfkostenvergoeding uit de CAO onder de gerichte vrijstelling valt, ook als een werkgever al gebruikmaakt van de WKR. Voor 2012 en daarna bestaat nog geen zekerheid. De belastingdienst zal samen met CAO-partijen dit jaar een kostenonderzoek uit-
voeren op basis waarvan een besluit wordt genomen. EVO zelf volgt de ontwikkelingen nauwlettend.
Werkkostenscan Voor meer informatie over de WKR kunt u terecht op onze website www.sigmapersoneel.nl (zie rubriek: werkkostenregeling). Hier kunt u door middel van de werkkostenscan inzichtelijk maken hoe de werkkostenregeling voor uw bedrijf uitpakt. Is er voordeel te halen? Dan is het aan te bevelen om zo snel mogelijk over te stappen op de werkkostenregeling. Levert de werkkostenregeling u een kostenpost op? Analyseer dan welke posten dit veroorzaken en kijk of uw arbeidsvoorwaarden aangepast kunnen worden. Wij adviseren u graag. Neem voor meer informatie contact op met uw loonadviseur.
In 2012 geen kleinebanenregeling meer Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bekendgemaakt dat de kleinebanenregeling na dit jaar niet meer wordt verlengd. De crisismaatregel, die in 2010 in het leven is geroepen, heeft namelijk niet tot een structurele afname van de jeugdwerkloosheid geleid. De kleinebanenregeling (KBR) is een lastenverlichting voor de werkgever bij de verloning. Deze regeling is ingesteld vanaf 2010 voor werknemers van 22 jaar en jonger die € 600,- of minder per maand verdienen. Voor de werkgever betekent dit dat hij nog tot en met 31 december 2011 gebruik kan maken van de volgende regelingen: • De werkgever hoeft vanaf 2010 geen premies werknemersverzekeringen af te dragen. • De werkgever hoeft vanaf 2010 de ZVW bijdrage niet af te dragen en te vergoeden.
Hieronder staat een kort overzicht van het maximum loon dat een werknemer van een bepaalde leeftijd mag verdienen om gebruik te kunnen maken van de kleine banen regeling. Bij dit loon dienen niet te worden opgeteld tantièmes, gratificaties en andere beloningen die eenmalig of één keer per jaar worden uitgekeerd, zoals het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering. Leeftijd <18 18 19 20 21 22
Maximum loon € 275,00 € 325,00 € 375,00 € 425,00 € 500,00 € 600,00
Vragen over de kleinebanenregeling? Neem dan contact op met uw loonadviseur.
Focus op uw personeel - 5
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 6
Vraag altijd naar VAR-verklaring Voor ondernemers die werken met een zelfstandige zonder personeel (zzp-er of freelancer), is het soms onduidelijk of zij loonheffingen moet inhouden en afdragen over de overeengekomen beloning. De Verklaring Arbeidsrelatie (VARverklaring) geeft zowel opdrachtgever als -nemer zekerheid.
Langdurige opdracht De VAR-verklaring is nodig indien er voor een langere periode een opdracht wordt verstrekt aan een zzp-er. De zzp-er kan deze vrijwillig zelf aanvragen, maar een op drachtgever kan de zzp-er ook verplichten de VAR-verklaring aan te vragen, alvorens hem de opdracht te gunnen.
VAR-Verklaring aanvragen Een zzp-er kan de VAR-verklaring gratis aanvragen bij de belastingdienst. Op de website van de belastingdienst is hiervoor een formulier beschikbaar. Nadat de zzp-er deze heeft ingevuld, reageert de belastingdienst binnen 8 weken en in veel gevallen al binnen 2 tot 3 weken op de aanvraag.
Voorwaarden
Er zijn vier soorten VAR-verklaringen. In vrijwel de meeste gevallen vraagt een zzp-er een VAR Winst uit Onderneming (WUO) aan bij de belastingdienst. Een VAR-verklaring is maximaal één kalenderjaar geldig. Er zijn plannen om dit te verlengen naar drie kalenderjaren.
Opdrachtgever en -nemer Opdrachtgevers vragen tegenwoordig steeds vaker om een VAR-verklaring. En terecht, met de VAR-verklaring verklaart de belastingdienst dat de zzp-er daadwerkelijk ondernemer is. Hiermee weet de ondernemer zeker dat hij als opdrachtgever wordt beschouwd. Er is dus geen sprake van een werkgever - werknemer situatie. Zou dat laatste wel het geval zijn (en de belastingdienst kan dit jaren later nog con stateren) dan moet de opdrachtgever achteraf over de betreffende periode alsnog onder andere sociale lasten en pensioen afdragen.
6 - Focus op uw personeel
Niet alle aanvragen worden door de belastingdienst gehonoreerd. De zzp-er moet hiervoor aan enkele voorwaarden voldoen. De belastingdienst let onder andere op de volgende punten: • verplichting om aanwijzingen op te volgen • doorbetaling bij vakantie of ziekte • winst, en zo ja, hoeveel • mate van zelfstandigheid van de onderneming • kapitaal (geld of goederen) • tijdsbesteding in de onderneming • de omvang (in tijd en geld) van werkzaamheden • aantal klanten • presentatie van de onderneming • aansprakelijkheid risico's
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 7
Einde aan inleg in spaarloonregeling Per 1 januari 2012 kunnen werknemers niet meer inleggen in de spaarloonregeling. Dit hebben minister De Jager en staatssecretaris Weekers van Financiën bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. Het vervroegd eindigen van de spaarloonregeling zorgt voor een besparing, die gebruikt wordt om de verlaging van de overdrachtsbelasting (van 6% naar 2%) te financieren.
Afloop in 2015
Mobiliteitsbonus
Werknemers die deelnemen aan de spaarloonregeling, kunnen met ingang van 1 januari 2012 niet meer inleggen in deze regeling. Voor het in eerdere jaren gespaarde geld blijven dezelfde regels gelden. Het opgebouwde vermogen blijft dus - net als nu - gedurende vier jaar geblokkeerd (tenzij de werknemer het voor bepaalde doeleinden wil opnemen) en wordt daarna vrij opneembaar. Na vier jaar, dus na afloop van 2015, wordt de spaarloonregeling opgeheven.
Een ander plan dat werkgevers voordeel oplevert, is de introductie van een mobiliteitsbonus. Uw onderneming kan in de toekomst een bonus krijgen voor het in dienst nemen van een 55-plusser. Als het om een oudere werknemer met een uitkering gaat, wordt de mobiliteitsbonus extra hoog. Meer bijzonderheden over de precieze invulling van het vitaliteitspakket worden op Prinsjesdag gepresenteerd. We houden u uiteraard op de hoogte.
Door het sparen in de spaarloonregeling al per 2012 stop te zetten, loopt het ministerie vooruit op de aangekondigde vitaliteitsregeling. Minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in een brief aan de Tweede Kamer een pakket aan maatregelen voorgesteld die oudere werknemers langer aan het werk moeten houden. De vitaliteitsregeling maakt daar onderdeel van uit.
Vitaliteitspakket Het is belangrijk dat oudere werknemers langer aan de slag blijven. Dat is nodig om de dreigende tekorten op de ar beidsmarkt te beperken en het sociale stelsel betaalbaar te houden. In het vitaliteitspakket stelt het kabinet allerlei maatregelen voor die eraan bijdragen dat werknemers op een gezonde manier meer, langer en productiever door werken. De plannen zijn een uitwerking van de afspraken over (ouderen-)participatie die de ministerraad in juni met de sociale partners maakte. Eén van die maatregelen is de komst van een nieuwe spaarregeling die erop is gericht om werknemers langer aan het werk te houden. Het spaartegoed van deze vitaliteitsregeling kunnen ze inzetten om scholing te betalen en periodes te overbruggen waarin ze zonder loon zitten. Dit kan onbetaald verlof zijn, maar ook een periode tussen twee banen in. De huidige spaarloon- en levensloopregeling komen, zoals hierboven reeds gemeld, te vervallen. Ook aan de mogelijkheid om met het spaargeld uit de levensloopregeling eerder te stoppen met werken, komt een einde. Er komt wel een overgangsregeling voor de bestaande levensloopregeling. Focus op uw personeel - 7
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 8
Eigen risicodrager worden of niet? Op twee momenten per jaar (1 juli en 1 januari) kunt u eigen risicodrager voor de WGA worden. Daartoe dient er dan voor 1 april c.q. 1 oktober een aanvraag ingediend te worden bij de belastingdienst. Mocht u dus per 1 januari 2012 eigen risicodrager willen worden, dan dient u dit voor 1 oktober a.s. te regelen.
Wat is WGA?
WGA Premie
Als een werknemer arbeidsongeschikt wordt en arbeids ongeschikt blijft, bent u als werkgever niet alleen verplicht om het loon in de eerste 104 weken door te betalen. Ook nadat de arbeidsongeschiktheid 104 weken heeft geduurd, kunnen daaruit nog aanzienlijke financiële lasten voortvloeien. Dat is met name het geval als aan de werknemer een WGA-uitkering wordt toegekend.
De eerste tien jaren waarin de (ex-) werknemer deze WGAuitkering geniet, hebben voor u als werkgever, financiële gevolgen. In beginsel is het zo dat de uitbetaling van de WGAuitkering over een kalenderjaar leidt tot een forse verhoging van de “gedifferentieerde WGA-premie” die de (ex-)werkgever twee jaar later moet betalen.
“WGA” staat voor “Werkhervattingsuitkering Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten”. De WGA-uitkering is de uitkering die op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) wordt uitbetaald aan werknemers die gedeeltelijk (35-80%) arbeidsongeschikt zijn en aan werknemers die volledig (80-100%) arbeidsongeschikt zijn, maar die nog een meer dan geringe kans op herstel hebben en waarvan de arbeidsongeschiktheid om die reden niet duurzaam is.
Een (ex-)werknemer met een WGA-uitkering kan vanaf het jaar 2007 maar liefst 10 jaar doorbelast worden bij de (ex-) werkgever! Dit is dus wel een fors risico. Een (ex-)werknemer met een WGA-uitkering in 2009 heeft gevolgen voor de WGA gedifferentieerde premie van het UWV bij de (ex-) werkgever in de periode 2011 tot en met 2021.
Eigen risicodrager worden U kunt er ook voor kiezen om eigenrisicodrager te worden. Het UWV betaalt de WGA-uitkering aan de (ex-)werknemer, echter de kosten hiervan (inclusief werkgeverslasten) worden bij u als (ex-)werkgever gelegd. In de praktijk betekent dat dit risico wordt ondergebracht bij een verzeke ringsmaatschappij. In plaats van gedifferentieerde WGApremie aan de belastingdienst, betaalt u dan een premie aan een verzekeringsmaatschappij.
Inlooprisico Een belangrijk gevolg van een keuze voor eigenrisicodrager is dat u ook de WGA-uitkering moet gaan betalen van (ex-) werknemers, die al ziek of arbeidsongeschikt zijn (en misschien zelfs al een WGA-uitkering hebben) op het moment waarop het eigenrisicodragerschap ingaat, het zogenaamde “inlooprisico”. Verzekeringsmaatschappijen zijn echter niet (althans niet zonder meer) bereid het risico te dekken van een werk nemer die al wat langer arbeidsongeschikt is, omdat dan inmiddels de kans te groot is geworden dat die arbeids ongeschiktheid zal leiden tot de toekenning van een WGAuitkering. Bij het kiezen voor het eigen risicodragerschap dient u dan de uitkering van deze persoon zelf te betalen tot en met het moment dat hij of zij precies 10 jaar een WGA-uitkering ontvangt.
8 - Focus op uw personeel
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 9
Bij een eventuele overstap naar eigenrisicodragerschap moet u dan ook terdege onderzoeken of er arbeidson ge schikte (ex-)werknemers zijn en zo ja, of deze onder de dekking van de verzekering vallen. Daarbij is van belang dat, of u nu eigenrisicodrager bent of niet, u niet financieel verantwoordelijk bent voor werknemers die voorafgaand aan de WGA-uitkering, een Ziektewetuitkering hebben ontvangen (de zogenaamde “vangnetters”).
Uitlooprisico Als u ophoudt eigenrisicodrager te zijn, dient u de WGAuitkering, ook na het einde van het eigenrisicodragerschap, zelf te blijven betalen tot het moment waarop deze tien jaar geduurd heeft. Dit noemt men “het uitlooprisico”. Gelet op de wijze waarop verzekeringsmaatschappijen hun risico’s moeten financieren (namelijk “vooruit”), vormt dit in de praktijk geen probleem en is het uitlooprisico doorgaans meeverzekerd.
Re-integratie verantwoordelijkheid
Privatisering van de WGA?
De eigenrisicodrager is ook na de eerste 104 weken nog tien jaar verantwoordelijk voor de re-integratie van de arbeidson geschikte (ex-)werknemer, zowel voor wat betreft het vinden van passend werk in de eigen onderneming als voor wat betreft passend werk in de onderneming van een andere werkgever. Werkgevers zien dat vaak als een groot nadeel, maar in de praktijk komt het er op neer dat dit risico bij de verze keringsmaatschappij ligt.
Het is momenteel onduidelijk of de in het regeerakkoord aangekondigde privatisering doorgaat. Mocht het kabinet toch besluiten om de privatisering door te zetten, dan is het een logisch te verwachten (maar niet zekere!) stap dat alle bedrijven, die voor de WGA nog bij het UWV zijn gebleven nog jarenlang een uniforme omslagpremie blijven betalen voor de zogenaamde WGA staartlasten (de uitkeringen van personen die reeds in de WGA zitten en ten laste van het UWV komen).
Of die daadwerkelijk zal besluiten maatregelen te nemen om de re-integratie van de (ex-)werknemer te bevorderen, kan worden betwijfeld. Enerzijds is re-integratie doorgaans niet meer erg kansrijk als een (ex-)werknemer al 104 weken arbeidsongeschikt is. De schrik die werkgevers hebben voor de langere re-integratieverantwoordelijkheid lijkt dan ook niet terecht.
Wanneer u meer informatie wenst, dan kunt u uiteraard altijd even contact opnemen met uw loonadviseur van Sigma Personeelsdiensten BV.
Deeltijd-WW gestopt per 1 juli 2011 De deeltijd-WW is gestopt per 1 juli 2011. Het is niet meer mogelijk van de deeltijd-WW gebruik te maken. Vanaf 1 juli 2011 dienen alle werknemers, die een deeltijd-WW kregen,
weer hun volledige aantal uren te gaan werken. De werkgever moet uiteraard vanaf 1 juli 2011 ook weer het volledige loon uitbetalen.
Focus op uw personeel - 9
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 10
Hoeveel bijverdienen naast studiefinanciering? Studenten mogen hun studiefinanciering aanvullen met bijverdiensten. Dit is mogelijk tot een bepaald normbedrag. In 2010 is dit bedrag € 13.215,83 (per kalenderjaar). Verdient de student meer dan dit bedrag, dan overschrijdt hij de bijverdiengrens. De studiefinanciering moet dan worden stopgezet met ingang van de maand dat hij over de bijverdiengrens gaat. Het te veel verdiende geld moet afgedragen worden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) (voorheen IB-Groep).
Bijverdiengrens studiefinanciering
Stopzetten van studiefinanciering
In de jaren 2011 en 2012 wordt de bijverdiengrens niet geïndexeerd. Dat betekent dat voor deze jaren de grens van 2010 blijft gelden. Jaarlijks mag de student niet meer bij verdienen dan dit normbedrag. Om vast te stellen of hij niet meer verdient dan het normbedrag telt niet het nettoloon maar het verzamelinkomen. Doet de student geen aangifte bij de belastingdienst, dan controleert de DUO het belastbaar loon. Het maakt niet uit of de student een inkomen heeft uit loondienst of uitkering óf een inkomen uit een eigen bedrijf. Het telt allemaal mee als inkomen. Als de student meer verdient, gaat de overheid ervan uit dat hij financieel onafhankelijk is en zelf de kosten voor de studie kan dragen.
Verdient de student meer dan de bijverdiengrens dan moet hij met ingang van de maand van overschrijding zijn studiefinanciering stopzetten. Let op, tegelijkertijd is het opnieuw mogelijk studiefinanciering aan te vragen. Naast de studiefinanciering, moet hij ook de Studenten OV-chipkaart stopzetten. Dit moet uiterlijk worden gedaan op de vijfde werkdag van de eerste maand waarin geen recht meer op studiefinanciering bestaat. Komt de student er pas in 2012 achter dat hij in 2011 meer dan € 13.215,83 bruto heeft bijverdiend, dan heeft hij tot 1 juli 2012 de tijd om (een deel van) de studiefinanciering over 2011 in te trekken.
Te veel verdiende terugbetalen Het te veel verdiende geld moet terugbetaald worden aan de DUO. De student hoeft nooit meer terug te betalen dan wat hij dat kalenderjaar heeft ontvangen. Het gaat om: • de basisbeurs studiefinanciering; • de aanvullende beurs; • Studenten OV-chipkaart. Kortom, als hij in 2011 het hele jaar studiefinanciering heeft ontvangen en één euro te veel heeft bijverdiend, betaalt hij alleen die ene euro terug. Over de schuld aan de DUO betaalt hij rente.
10 - Focus op uw personeel
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 11
Afdrachtvermindering onderwijs Omstreeks deze tijd beginnen de scholen en starten ook de leer- en arbeidstrajecten weer. De afdrachtvermindering onderwijs is een fiscale subsidie in scholingskosten voor werkgevers die in de loonadministratie mag worden toegepast. Werkgevers hebben recht op afdrachtvermindering onderwijs voor de volgende groepen werknemers: • stagiaires binnen BOL niveau 1 of 2; • werknemers die BBL volgen; • werknemers die duale leerweg volgen in hbo; • werknemers die zijn aangesteld als assistent in opleiding (aio); • werknemers die zijn aangesteld als onderzoeker in opleiding (oio); • werknemers van een privaatrechtelijke rechtspersoon of TNO met een loon gelijk aan dat van een aio, die promotieonderzoek verrichten; • werknemers die scholing volgen waarmee zij op startkwalificatieniveau worden gebracht • werknemers die een EVC-procedure volgen.
De afdrachtvermindering kan in een aantal situaties alleen toegepast worden als het (fiscale) loon van de werknemer niet hoger is dan een bepaald grensbedrag. Wanneer voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden dan kan de afdrachtvermindering zonder toestemming van de belastingdienst worden toegepast. Bij het indienen van de digitale aangifte loonheffingen kan het totale bedrag van de afdrachtver mindering afgetrokken worden van de af te dragen loonheffing. Wel zijn uiteraard bewijsstukken nodig die in de loonadministratie zijn opgenomen, zoals bijvoorbeeld de praktijkovereenkomst.
Meer weten? Heeft u vragen over de afdrachtvermindering dan wel heeft u het vermoeden dat u in aanmerking komt voor deze regelingen neem dan contact op met uw loonadviseur. Deze is op de hoogte van alle voorwaarden en kan samen met u bepalen of en hoe u deze kostenbesparing kunt toepassen.
Intrekken ‘verklaring geen privégebruik auto’ halverwege het jaar kan nadelig zijn Een werkgever hoeft in de loonadministratie geen rekening te houden met privégebruik van de aan de werknemer ter beschikking gestelde auto, als de werknemer de auto op jaarbasis voor minder dan 500 km. voor privédoeleinden gebruikt. Een werk nemer kan daartoe een 'Verklaring geen privé gebruik auto' aanvragen bij de belastingdienst, waarmee de werkgever ervan uit mag gaan dat er geen bijtelling hoeft plaats te vinden. De toets van de 500 km geldt voor het hele jaar in totaal, waarbij dit wordt herleid als maar een gedeelte van het jaar een auto ter beschikking wordt gesteld. Zo is de grens 250 km als een werknemer een auto van de zaak rijdt van 1 januari tot en met 30 juni en vervolgens overstapt naar een privéauto of uit dienst gaat. De herleiding mag echter niet per auto worden toegepast, indien de werknemer gedurende het jaar van auto wisselt. Rechtbank Arnhem heeft onlangs weer
eens beslist dat er beoordeeld moet worden in welke periode van het jaar een auto ter beschikking is gesteld, waarbij het niet uitmaakt of dit één of meerdere auto's betreft. Stel, een werknemer is het gehele jaar in dienst. In januari tot en met september rijdt hij in auto A, waarmee hij niet privé rijdt. Er vindt geen bijtelling plaats. In de maanden oktober-december rijdt hij in auto B, waarmee hij wel meer dan 500 km privé rijdt. Dan moet over de maanden januariseptember toch nog bijtelling plaatsvinden. Als de werknemer beschikte over een Verklaring geen privégebruik auto, zal de belastingdienst bij de werknemer naheffen, anders bij de werkgever. Het intrekken van de Verklaring geen privégebruik auto in de loop van het jaar kan dus fiscaal onvoordelig zijn.
Focus op uw personeel - 11
SIGMA_Nieuwsbrief_nr4_zomer11_bg 18-08-11 17:15 Pagina 12
Sigma Postbus 8 4460 AA Goes
[email protected] www.sigmapersoneel.nl
Even voorstellen Mijn naam is Robbie Totté. Ik ben sinds mei 2011 werkzaam bij Sigma Personeelsdiensten. In 2009 ben ik in contact gekomen met Sigma toen ik een afstudeeropdracht deed voor Schipper/OAZ. Al snel viel mij de toegevoegde waarde van Sigma op: het totaal pakket op het gebied van personeelsadministratie en -advies. Om die reden heb ik ook Sigma bij mijn onderzoek betrokken. Door de samenwerking tussen Schipper/OAZ en Sigma ontstaat de toegevoegde waarde die steeds meer wordt gewaardeerd door onze klanten.
Vestigingen Goes Schermerhornstraat 2 4463 XD Goes tel: 0113 25 66 20 Oud-Beijerland Beetsstraat 5 3261 PL Oud-Beijerland tel: 0186 65 80 90 Terneuzen Willem Alexanderlaan 41 4532 DB Terneuzen tel: 0115 64 82 83
Bij Sigma vervul ik de rol van junior accountmanager. In die rol ben ik het eerste aanspreekpunt voor nieuwe opdrachtgevers. Zowel acquisitie als relatiebeheer valt binnen mijn takenpakket. De kracht van Sigma is het persoonlijke contact met de klant en de kennis van salaris- en personeelsadministratie, die wij op maat aanbieden. Sigma levert in goede samenwerking met u, kwalitatief hoogstaande diensten en producten. Mocht u meer willen weten hoe Sigma u op het gebied van salaris- en personeelsadministratie van dienst kan zijn? Neem dan gerust met mij contact op via 06 - 33 799 651 of
[email protected]. Naast mijn werk besteed ik mijn tijd met vrienden en aan sporten. Drie keer per week ben ik te vinden op het sportpark van V.V. Luctor ’88 te Heinkenszand. Ook daar is ‘samen werken aan een beter resultaat’ één van mijn doelen.
Teruggave ZVW niet via salarisadministratie Als een werknemer meer dan één dienstbetrekking heeft, kan het voorkomen dat in totaal meer dan de maximumbijdrage ZorgVerzekeringsWet (ZVW) voor hem wordt afgedragen. Werkgevers hoeven in 2011 de teruggave van de bijdrage ZVW niet in de loonadministratie te verwerken als zij de teruggave
netto volledig aan de betreffende werknemer doorbetalen. Werkgevers besparen hiermee administratieve lasten, maar de kosten in de loonadministratie zijn wel iets hoger. Het rentevoordeel mag de werkgever wel zelf houden.