StockCounter balans toepassing
project : StockCounter balanstoepassing auteur : L.M. Sluijter datum : 12 - 12 - 2008 versie : 1.00 bestand : StockCounter.DOC e-mail :
[email protected]
1.
HISTORIE .................................................................................................................................................3
2.
INLEIDING ...............................................................................................................................................4
2.1 2.2
SAMENVATTING ...........................................................................................................................................4 GEBRUIK BARCODES ....................................................................................................................................4
3.
HANDTERMINALTOEPASSING .........................................................................................................5
3.1 VERSIE SCHERM ...........................................................................................................................................5 3.2 IDENTIFICATIE SCHERM ...............................................................................................................................5 3.3 TEL-SCHERM................................................................................................................................................6 3.3.1 Registratie mode .....................................................................................................................................6 3.3.2 Controle mode ........................................................................................................................................7 3.4 GEGEVENS UITWISSELING MET LAPTOP OF PC ..............................................................................................7 3.5 GEGEVENSFORMAAT ...................................................................................................................................7 4.
CONNECTOR TOEPASSING ................................................................................................................8
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
STAP 1: KIES DE JUISTE INSTELLINGEN, KNOP [INSTELLINGEN] ...................................................................9 STAP 2: IMPORTEER ARTIKELGEGEVENS IN HET MASTER-BESTAND [EXCEL->MASTER] ..............................9 STAP 3: LAAD HET MASTER-BESTAND IN HANDTERMINAL(S) [MASTER->PDA] ........................................ 10 STAP 4: KOPIEER TELBESTANDEN UIT HANDTERMINAL(S) EN VERWERK [PDA->MASTER] ....................... 10 STAP 5: EXPORTEER TOTALEN UIT MASTER [MASTER->EXCEL] ................................................................ 11
5.
INSTALLATIE EN CONFIGURATIE VAN DE SOFTWARE ......................................................... 12
5.1 INSTALLATIE VAN DE STOCKCONNECTOR ................................................................................................. 12 5.2 INSTALLATIE VAN COMMUNICATIE SOFTWARE OP DE PC ........................................................................... 13 5.2.1 Installatie van ActiveSync op de PC ..................................................................................................... 13 5.2.2 Aanmaken van partnerschap met terminal ........................................................................................... 13 5.2.3 Kopiëren van de bestanden naar terminal ............................................................................................ 13 5.3 INSTALLATIE OP DE TERMINAL................................................................................................................... 14 5.4 SNELKOPPELING OP BUREAUBLAD VAN DE TERMINAL ............................................................................... 14 5.4.1 Instellingen op de terminal ................................................................................................................... 14
1. HISTORIE 12 december 2008 (L.M. Sluijter) 1. Eerste versie van document
2. INLEIDING
2.1 Samenvatting Dit document beschrijft de installatie en configuratie van de StockCounter-toepassing, een gecombineerde scanner- en pc toepassing waarmee de voorraad van een winkel kan worden opgenomen. Als handterminal wordt gebruik gemaakt van een batchterminal met ingebouwde barcodescanner en minimaal 32 Mb geheugen. Op de terminal is de een toepassing geïnstalleerd waarmee per telvak artikelnummer en het bijbehorende aantal kunnen worden geregistreerd. Artikelen kunnen worden gescand op ean-nummer en op artikelnummer. Er worden alleen artikelen geaccepteerd die aanwezig zijn in een controle tabel. Via de bijbehorendeStockConnector, een pc toepassing, wordt de balansopname in 5 stappen begeleid. Hierbij wordt vanuit een Excel-bestand een zogenaamd master-bestand aangemaakt met alle artikelnummers en omschrijvingen dat naar de gebruikte terminal(s) wordt gekopieerd. Daarnaast worden bestanden met tellingen samengevoegd tot een groot bestand en worden er een maatwerk totaalbestand geëxporteerd. Voor de gegevensuitwisseling wordt gebruik gemaakt van Solicom, een communicatieprogramma dat gestuurd door een communicatiescript de benodigde bestanden uitwisselt tussen handterminal en pc.
2.2 Gebruik barcodes De applicatie kan alle gangbare barcodetypes scannen, zoals de EAN8 / EAN13 en UPC, die door leveranciers op de producten worden geplaatst en de andere types die vaak voorkomen op de schaplabels.
3. HANDTERMINALTOEPASSING Voor het opnemen van de winkelvoorraad wordt gebruik gemaakt van de StockCounter toepassing die op meerdere handterminals tegelijk wordt gebruikt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde memory scanner. Via het display van de scanner wordt aangegeven welk gegeven de gebruiker moet scannen of ingeven. De geregistreerde gegevens worden opgeslagen in de scanner en blijven hierin aanwezig totdat de scanner in een bijbehorende cradle wordt geplaatst en via de communicatie optie wordt uitgelezen. De verschillende schermen die op de scanner worden getoond zullen hierna worden beschreven.
3.1 Versie scherm Na opstarten van de terminal wordt het versiescherm getoond. Hierin staan naast de naam van de toepassing en de klant ook het versienummer en de datum van uitgifte.
┌────────────────────┐ Versie-scherm │StockCounter │ │Versie 1.00 │ │© Solicom Int. │ │Datum 10-10-2015 │ │[Tellen] [Controle] │ └────────────────────┘ Door op [1.Tellen] of [2.Controle] te drukken wordt het versiescherm verlaten en volgt het identificatiescherm.
3.2 Identificatie scherm Omdat iedere balanstelling uniek is, moet in het identificatiescherm eerst worden aangegeven om welke telling het gaat. Hierbij wordt het volgende scherm getoond:
┌───────────────────┐ Identificatie-scherm │Teldatum [20081211]│ │TerminalF2 [1 ]│ │Organisatie [SDB ]│ │Winkelnr [7000 ]│ └───────────────────┘ Allereerst wordt de teldatum gevraagd, deze staat automatisch op de huidige datum en heeft het formaat ‘jjjjmmdd’. Vervolgens wordt gevraagd om het terminalnummer. Binnen een balanstelling mag ieder terminalnummer slechts een keer voorkomen. De organisatiecode is een drieletter afkorting warmee de organisatie waartoe de winkel behoort wordt geïdentificeerd. Tenslotte wordt gevraagd om het filiaalnummer, van de winkel waar wordt geteld. De waardes uit het identificatiescherm worden gebruikt ter controle van het artikel stambestand, hierna aangeduid als ‘Master’ en de telbestanden. Door zowel op de handterminal als op de pc gebruik te maken van unieke bestandsnamen, worden vergissingen voorkomen. Het master-bestand heeft de volgende unieke naam:
_<Winkelnummer>__Master.tdf
Bijvoorbeeld: SDB_6195_20141123_Master.tdf Masterbestand voor het Super de Boer (SDB), winkelnummer 6195 waar op 23 november 2014 een telling plaatsvindt. Per telvak worden op de terminal unieke telvak-bestanden aangemaakt. In de naamgeving van deze bestanden wordt gebruik gemaakt van de bij identificatie ingevoerde gegevens: _<Winkelnummer>___.sdf Bijvoorbeeld: SDB_6195_20141123_2_101.sdf Het gaat hier om een telbestand van telvak 101 dat geteld is met terminalnummer 2 op 23 november 2014 in filiaal 6195 van Super de Boer.
3.3 Tel-scherm Nadat de identificatiegegevens zijn ingevoerd wordt verder gegaan met het tel-scherm.
┌──────────────────┐ Tel-scherm │Telvak [ ]│ │Artikel [ ]│ │Ean [ ]│ │[ ]│ │Aantal[ ][ ]Stk│ └──────────────────┘ Dit scherm wordt afhankelijk van de aanroep op twee verschillende manieren gebruikt: 1) Registratie-mode: Dit is de standaard manier, waarbij gegevens op een leeg scherm worden ingevuld en opgeslagen 2) Controle-mode: Hierbij kan worden gebladerd door de reeds ingevoerde tellingen en kunnen correcties worden aangebracht.
3.3.1 Registratie mode Standaard is de registratiemode actief. Initieel wordt er een leegscherm getoond en staat de cursor in het telvak. Vul hier een waarde in van maximaal 3 cijfers die correspondeert met het telvak waarin wordt geteld. Per telvak wordt er een afzonderlijk telvak bestand aangemaakt met een unieke naam. Vervolgens gaat de cursor naar het artikelveld. Met behulp van de barcodescanner kan hier een eannummer (vanaf het artikel) of een schaplabel worden gescand. Als scannen niet mogelijk is, kan het nummer ook handmatig worden ingegeven. Vervolgens wordt het artikel opgezocht in het master bestand. Als het artikel gevonden wordt, worden omschrijving en eenheid getoond en verplaatst de cursor zich naar het aantal veld. Als het ean/artikel-nummer niet bekend is, klinkt er een geluidssignaal en wordt de melding “Artikel onbekend” en blijft de cursor op het artikelnummer veld staan. Er kan nu opnieuw een artikelnummer worden ingegeven. Als het artikelnummer al eerder werd gevonden in het huidige telvak klinkt een waarschuwingssignaal en wordt het tot nog toe getelde aantal getoond in een afzonderlijk veld. Het aantal dat nieuw wordt ingevoerd zal opgeteld worden bij het bestaande aantal. Als het nieuw in te voeren aantal groter is dan 50 verschijnt na bevestiging een hoog geluidssignaal. Het aantal kan desgewenst worden gecorrigeerd door een nieuwe waarde in te toetsen of kan alsnog met een tweede [Enter] worden bevestigd. Als de waarde 0 wordt ingevoerd, zal ook daadwerkelijk als aantal 0 worden opgeslagen. In dat geval is er dus geen voorraad aanwezig van het artikel.
Op elk moment kan met [Esc] of met de [.]-toets een stap terug worden gegaan in het scherm. Als de cursor op het eerste veld staat, wordt het scherm verlaten en teruggekeerd in het versiescherm. Een telling kan alleen worden geupload naar de pc of laptop vanuit het versiescherm!
3.3.2 Controle mode Door vanuit het versiescherm te kiezen voor Controle, wordt automatisch de controle-scherm actief. Deze mode is herkenbaar aan de tekst in de titelbalk “Record x/y” en het volledig gevuld zijn van het scherm. Met behulp van de controle-mode kunnen de reeds ingevoerde tellingen worden bekeken en desgewenst worden gecorrigeerd. De werking van de pijltoetsen is als volgt: Toets Pijl naar links Pijl omhoog Pijl omlaag Pijl naar rechts
Omschrijving Toon de eerst (oudste) registratie uit het huidige telvak Toon de vorige registratie uit het huidige telvak Toon de volgende registratie uit het huidige telvak Toon de laatste (meest recente) registratie uit huidig telvak.
Tijdens het bladeren staat de cursor automatisch op het aantal veld. De getoonde waarde is geselecteerd, zodat er automatisch een nieuwe waarde overheen getoetst kan worden. Alleen na bevestiging met [Enter] zal de gewijzigde waarde ook daadwerkelijk worden opgeslagen. Tijdens controle kan er ook en ean- of artikelnummer worden gescand. Hierbij wordt er alleen binnen het telvak gezocht (dus niet in het totale master bestand!). Als het artikel gevonden wordt, worden de bijbehorende omschrijving en het getelde aantal getoond. Als het artikel niet in het telvak aanwezig is, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt de melding “Artikel niet in telvak”. De controle-mode kan worden verlaten door meerdere keren op de [Esc] of [.]-toets te drukken.
3.4 Gegevens uitwisseling met laptop of pc Alle registraties komen als telbestanden terecht in de map ‘Solicom’ op de terminal. Met behulp van het ‘Solicom’ communicatie programma op de pc worden automatisch de telbestanden uitgewisseld die corresponderen met de huidige telling. Hiervoor wordt door de terminal een scriptbestand met de naam ‘Solicom.cmd’ aangemaakt in de Solicom-map op de handterminal. Het is desgewenst ook mogelijk om handmatig met behulp van active-sync de bestanden met behulp van drag-and-drop uit te wisselen tussen handterminal en de laptop- of pc. Voor automatische verwerking dienen de bestanden in de map die op de StockConnector ingesteld is onder ‘Sannermap’ te worden geplaatst. ingesteld is me
3.5 Gegevensformaat In de master en telbestanden komen respectievelijk de tabellen Artikel en Balans voor. De bestanden maken gebruik van het SQLite-bestands formaat en kunnen met een standaard SQLite3 viewer of editor worden bekeken of aangepast. De velden die voorkomen bevatten de volgende informatie: Veld Aantal Artikel BalansID Ean Eenheid Omschrijving RowID Telvak Telvakken
Type integer integer integer long Text3 Text25 integer integer text
Omschrijving Getelde aantal van artikel Artikel nummer op schaplabel Intern volgnummer van telling Ean nummer van artikel Eenheid waarin wordt geteld Omschrijving van artikel Regelnummer van artikel in oorspronkelijke bestand Telvak nummer tijdens balans opname Telvakken waar artikel voorkomt
4.CONNECTOR TOEPASSING De toepassing op de pc heet de StockConnector en heeft tot doel de tellingen voor de terminals voor te bereiden en de telgegevens te verwerken. In de praktijk gebeurd dit in 5 stappen en dit wordt verderop in dit hoofdstuk beschreven. Het hoofdscherm van de StockConnector ziet er als volgt uit:
Gegevens die door de Connector worden verwerkt komen terrecht in de zogenaamde masterdatabase. Deze is van het type SQLite3 en bevind zich in een enkel bestand dat per inventarisatie gevuld wordt. Dit bestand wordt naar alle terminals gekopieerd zodat deze de actuele artikel stamgegevens kunnen raadplegen (Ean, Artikel,Eenheid en Omschrijving). Daarnaast wordt het bestand centraal gebruikt voor het samenvoegen van de tellingen tot een totaal per artikel. Vanuit het hoofdscherm kunnen op de actuele database SQL-opdrachten (queries) worden uitgevoerd, waarbij het resultaat in het middendeel van het scherm wordt getoond. Naast de master database worden op de terminal(s) zogenaamde telbestanden aangemaakt. Ook hiervoor worden SQLite3 bestanden gebruikt. Met behulp van de knoppen onder in het scherm wordt de totale inventarisatie procedure in 5 stappen uitgevoerd. Deze 5 stappen zullen nu nader worden besproken.
4.1Stap 1: Kies de juiste instellingen, knop [Instellingen] Na opstarten van de BalansConnector wordt automatisch het instellingenscherm getoond. Het scherm wordt ook weergegeven na klikken op de knop [Instellingen]. Kies in dit scherm de juiste gegevens van de inventarisatie die zal worden uitgevoerd. De gekozen organisatie/winkelnummer/teldatum gegevens worden hierna automatisch gebruikt in de naamgeving van de gebruikte bestanden en de gebruikte mappen ten opzichte van de ingestelde Gegevensmap.
Behalve de teldatum die automatisch de huidige datum toont, zijn alle waardes in dit scherm gelijk aan de eerder ingevulde gegevens. Doel van het scherm is om aan het begin van een inventarisatie eenmalig de telling, gegevensformaat en plaats van de gegevens te identificeren, zodat in het verdere programma de juiste bestanden op een vaste plaats worden gelezen en geschreven. In het hoofdstuk over de installatie en configuratie wordt de betekenis van de velden nader uitgelegd.
4.2 Stap 2: Importeer artikelgegevens in het master-bestand [Excel->Master] Per telling moet eenmalig het door de winkel aangeleverde artikelbestand worden ingelezen en omgezet naar het master-formaat dat door de terminal kan worden gebruikt. De Connector gaat ervan uit dat dit bestand in een Excel-formaat door de winkel wordt aangeleverd. Via het volgende scherm kan het in te lezen bestand worden gekozen:
4.3 Stap 3: Laad het master-bestand in handterminal(s) [Master->PDA] Om tijdens het tellen de artikelnummers te kunnen controleren, is er op elke terminal een kopie van het master-bestand nodig. Hierin bevindt zich het complete assortiment van de winkel die wordt geteld. Omdat de gegevens uit de master een momentopname zijn van het assortiment van het betreffende filiaal, heeft het master-bestand de volgende unieke naam, waarop in de terminal wordt gecontroleerd: _<Winkelnummer>__Master.tdf Bijvoorbeeld: SDB_6195_20081123_Master.tdf Masterbestand voor het Super de Boer (SDB), winkelnummer 6195 waar op 23 november 2008 een telling plaatsvindt.
Met behulp van het programma Solicom wordt het master bestand automatisch naar de map ‘Solicom” op de terminal gekopieerd. Als alternatief kan het bestand ook handmatig naar de Solicom map op de terminal worden gekopieerd.
4.4 Stap 4: Kopieer telbestanden uit handterminal(s) en verwerk [PDA->Master] Tijdens het tellen ontstaat er per telvak een uniek telvakbestand, waarin alle gegevens van deze telling zijn opgeslagen. Het telvakbestand bevindt zich in de map ‘Solicom’ op de handterminal en heeft de volgende naam: _<Winkelnummer>___.sdf Bijvoorbeeld: SDB_6195_20081123_2_101.sdf Het gaat hier om een telbestand van telvak 101 dat geteld is met terminalnummer 2 op 23 november 2008 in filiaal 6195 van Super de Boer. Als het telscherm wordt verlaten, zal de terminal automatisch een scriptbestand aanmaken waarmee Solicom alle telbestanden van deze telling kan kopiëren naar de laptop. Als de terminal in de cradle wordt geplaatst en Solicom is actief, worden automatisch alle telbestanden uit de terminal gekopieerd naar de ‘Scannermap’ op de laptop. Vanuit het instellingenscherm van de BalansConnector wordt gekozen waar de scannermap zich bevindt. Tijdens de verwerking worden de aantallen uit de telbestanden samengevoegd in het corresponderende masterbestand uit de scannermap. De verwerkte telbestanden worden vervolgens in de backupmap geplaatst.
4.5 Stap 5: Exporteer totalen uit master [Master->Excel] Nadat alle tellingen zijn verwerkt, kan de artikel/aantal-informatie uit de master worden verwerkt tot een groot telbestand, in het formaat dat tijdens de instelling is gekozen. In het totalen bestand komen de volgende gegevens voor: - Teldatum - Ean-nummer - Aantal geteld Via het volgende scherm wordt een voorstel gedaan voor de naam en plaats waar het totalen bestand moet worden weggeschreven:
De voorgestelde bestandsnaam heeft de volgende opbouw:
_<Winkelnummer>__<Tijdstip van exporteren>.CSV Bijvoorbeeld: SDB_6195_20081122_1243.CSV Het gaat hier om een totalenbestand van Super de Boer filiaal 6195 dat op 22 november 2008 geteld is en om 12 uur 43 werd geëxporteerd.
5.Installatie en configuratie van de software De balans-software bestaat in uit de volgende drie onderdelen: 1) StockConnector verwerkingsprogramma op de pc 2) ActiveSync/Solicom communicatie programma op de pc 3) StockCounter programma op de terminal Hierna zal de installatie van deze drie onderdelen worden besproken.
5.1 Installatie van de StockConnector De pc toepassing wordt als een normale Setup met de naam StockConnectorSetup geïnstalleerd. Volg hierbij de aanwijzingen van de wizard. Standaard zal de applicatie onder Program Files worden geïnstalleerd in de map “C:/Program Files/StockConnector” Start na installatie de applicatie. Hierbij wordt eerst het instellingen scherm getoond. Desgewenst kan op een later tijdstip met de knop [Instellingen] opnieuw dit scherm worden getoond. De volgende waarden kunnen worden ingesteld: Parameter Filiaal
Teldatum Formaat
Gegegevens map
Scannermap
Betekenis Bestaat uit twee velden. In het eerste wordt de organisatie ingevuld. In het tweede het filiaalnummer binnen de organisatie. De hier ingevulde waarden worden gebruikt in de naamgeving van de bestanden. Datum waarop de telling plaatsvindt als jjjjmmdd. Standaard wordt de huidige datum ingevuld.
Voorbeeld SDB 6159
Voor de invoer wordt een bestand met Excel indeling verwacht. Het formaat dat de uitvoer van de telling moet hebben kan hier worden gekozen. Kies hier een basismap ten opzichte waarvan per organisatie en filiaal submappen worden aangemaakt. In de mappen worden de basisartikel gegevens en telgegevens geplaatst. Kies hier een map waarmee de scanner de gegevens uitwisselt.
XLS CSV
20081211
C:\Data klant
C:\Data tellingen
In de map van de StockConnector wordt ook het communicatieprogramma Solicom gekopieerd. Dit programma maakt gebruik van de communicatiebibliotheek van ActiveSync. Binnen de instellingen van Solicom die de volgende gegevens te worden ingesteld: Parameter Betekenis Ontvangen in, Vul hier de map in op de pc waar de bestanden voor de Verzenden uit handterminal worden geplaatst. Deze moet gelijk zijn aan de ingestelde Scannermap in de Connector. Reservekopie Wordt niet gebruikt
Waarde C:\Scannerdata\ C:\Scannerdata\
Werkmap
Ter info, wordt automatisch gekozen
C:\Temp\
Map op PDA
Map
\Solicom\
5.2 Installatie van communicatie software op de PC Het gereed maken van een terminal verloopt via de volgende stappen: 1. 2. 3. 4. 5.
installatie van ActiveSync (Windows XP indien niet aanwezig) koppelen van terminal aan pc via partnerschap laden van de benodigde programmabestanden op de terminal; installeren van de geladen cabinet bestanden; maken van een snelkoppeling op de terminal
5.2.1 Installatie van ActiveSync op de PC Voordat met de terminal kan worden gesynchroniseerd, moet Microsoft ActiveSync op de desktop-pc waarmee wordt gecommuniceerd aanwezig zijn. Gebruik hiervoor een recente versie. Meer informatie is te vinden op de onderstaande link: http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?familyid=0D6536E7-A1F1-4C6C-8064C3531CD00B18&displaylang=nl Onder Vista is de naam gewijzigd in “Windows Mobile Device Center” ActiveSync kan worden herkend aan een groen rondje op de taakbalk met hierin twee pijlen. Plaats de terminal in de met de PC verbonden cradle en controleer dat ActiveSync hierop reageert door het opstarten van een Wizard.
5.2.2Aanmaken van partnerschap met terminal Als een terminal zich de eerste keer aanmeld bij de pc, wordt er door ActiveSync een “New Partnership Wizard” opgestart. Kies in de Wizard schermen voor de volgende instellingen: 1) Kies in het eerste scherm van de Wizard voor een “New Partnership”. 2) Kies in het tweede scherm van de Wizard voor “Synchronise with Desktop”. 3) Geef in het derde scherm de naam van de terminal aan. Standaard wordt hier de waarde ingevuld die op de terminal onder: Start -> Settings -> System (tab) -> About (icon) -> DeviceID is ingevuld achter Device name. 4) Kies vervolgens naar keuze voor synchronisatie met 1 of 2 computers; 5) In het volgende scherm worden de te synchroniseren toepassingen getoond. Omdat de synchronisatie via het Solicom programma verloopt hoeft hier geen enkele optie te worden aangevinkt! 6) Klick in het laatste scherm op “Voltooien” (“Finish”) van de wizard.
5.2.3 Kopiëren van de bestanden naar terminal Klick vervolgens op het ActiveSync symbool op de taakbalk en kies voor “Open Microsoft Active Sync” (of kies voor “Mobiel apparaat” / “WindowsCE” in de explorer op de pc). Het ActiveSync scherm wordt getoond. Kies voor “File->Explore” (of het icoontje met het vergrootglas). Vanaf de PC kan vervolgens gebladerd worden door de bestandsstructuur van de terminal. Ga naar de map “\Temp” op de terminal en kopieer vervolgens naar deze map de volgende bestanden: • • •
Netcfv2.wce5.armv4i.cab, Symbol.all.arm.cab StockCounter_wce5.armv4i.cab
5.3 Installatie op de terminal Open vervolgens de “Explorer” op de terminal door vanaf het startscherm te kiezen voor: “Start -> Programs -> File Explorer”. Ga naar de map “Temp” en klick op het zojuist gekopieerde cabbestanden in de genoemde volgorde. Bevestig alle vragen met [Enter]. De applicatie en de bijbehorende programma onderdelen zullen nu automatisch worden geïnstalleerd en als pictogram worden toegevoegd aan de Programs map. Door op dit pictogram te klikken zal de applicatie automatisch worden opgestart. De terminal is nu klaar voor gebruikt.
5.4 Snelkoppeling op bureaublad van de terminal Vanuit de Explorer op de terminal kan een snelkoppeling naar het bureaublad worden gemaakt. Ga met de Explorer naar “Program Files\StockCounter” en selecteer de StockCounter applicatie. Met behulp van de optie “File -> Send To -> Desktop as Shortcut” wordt er een snelkoppeling aangemaakt.
5.4.1 Instellingen op de terminal Als de StockCounter-toepassing op de terminal wordt opgestart verschijnt een versiescherm met de opties “Tellen” en “Controle”. In beide gevallen wordt er een identificatiescherm getoond waarin gegevens over de huidige telling moeten worden ingevuld. De hier ingevulde waardes moeten corresponderen met de waardes die in de StockConnector toepassing op de PC zijn ingevuld. De waardes worden gebruikt in de naamgeving van de bestanden die met de pc worden uitgewisseld: De volgende waarden kunnen worden ingesteld: Parameter Teldatum
Betekenis Datum waarop de telling plaatsvindt als jjjjmmdd. Standaard wordt de huidige datum ingevuld.
Voorbeeld 20081211
Terminal
Geef een uniek nummer of naam waarmee de terminal wordt geïdentificeerd. Het is handig om deze waarde ook aan de buitenzijde van de terminal zichtbaar te maken. Geef hier de naam op waarmee de organisatie wordt geïdentificeerd.
1
Geef hier het winkelnummer van het filiaal binnen de organisatie
6159
Organisatie Winkelnr
Jumbo