2007 2008 Balans & Vooruitzichten
1
“Vooruitkijkspiegel” Tijdig anticiperen en doelgericht inspelen op de uitdagingen - kansen en bedreigingen die zich aandienen. Zo luidt de opdracht voor Assuralia, maar ook voor alle 92 leden van de beroepsvereniging, grote en kleine ondernemingen. De verzekering biedt de mensen bescherming. De cijfers die u verderop in deze uitgave zal terugvinden getuigen van de essentiële maatschappelijke rol die de verzekeraars vertolken. Verzekeringsondernemingen spelen continu in op de wijzigende, door felle concurrentie en Europese regelgeving gekleurde marktomstandigheden. Ze innoveren en versterken hun productenaanbod, ze verfijnen hun dienstverlening aan consument en slachtoffer, ze schaven met name de zorg voor jonge verkeersslachtoffers en hun nabestaanden bij. Assuralia blijft het kruispunt bij uitstek waar respectievelijk bedrijfsleiders en specialisten elkaar ontmoeten en samen beslissingen nemen. De beroepsvereniging staat borg voor de coördinatie, lobbying en informatie bij alle uitdagingen en opdrachten die een collectieve aanpak vergen. Dit vergt teamwerk van de 80 medewerkers aangestuurd door de nieuwe gedelegeerd bestuurder (sedert 12 maanden) - even enthousiast als zijn voorganger maar met een eigen stijl – en de algemeen directeur. Wat staat er op het politieke menu voor 2008? Wat staat er op ons radarscherm? Welke regelgeving – internationaal, Europees, federaal, gewestelijk – komt op ons af? Wat zijn onze prioriteiten? Welke trends beheersen onze markt? Hoe geven we nieuwe positieve impulsen aan de economische rol maar ook aan het imago van de sector? Met het stellen en het beantwoorden van die vragen, stemmen we de jaarlijkse stand van zaken beter af op de realiteit van vandaag en de verwachtingen van morgen, eerder dan op de successen of ontgoochelingen van het verleden. Veel leesplezier, en aarzel niet om Assuralia aan te spreken op de punten waarover u in dialoog wil treden met de verzekeraars!
Christian Defrancq Voorzitter
Inhoud pagina 1
Inleiding
pagina 3
Voorwoord
pagina 5
Algemene omgeving
pagina 15
Persoonsverzekeringen
pagina 27
Schadeverzekeringen
pagina 35
Assuralia en zijn organisatie
3
2008, powered by Assuralia
In het land van Magritte is de bewering dat dit geen jaarverslag is, een stelling die met een flinke dosis gezond verstand begroet zal worden door de lezer. Dit is inderdaad geen klassiek jaarverslag, maar veeleer een blik vooruit. Dit neemt niet weg dat te dezer gelegenheid een stand van zaken en balans worden opgemaakt. In dat opzicht was 2007 economisch ronduit een goed jaar. De Belgische economie slaagde er in om opnieuw een groei van ruim 2,5 % neer te zetten, en tegen het ongeloof van de goegemeente in kwamen er meer dan 200.000 nieuwe banen bij. Niet te versmaden in een land waar begroting en sociale zekerheid het ruimschoots van de economisch actieven moeten hebben en waar nog altijd teveel werklozen zijn. Ook de verzekeringsbranche presteerde goed. De markt is bekomen van de kater die hij had opgedaan bij de invoering van de nieuwe premiebelasting van 1,1 % op spaar- en voorzorgproducten. Maar de flauwere resultaten van meer risicovolle beleggingen - de unit-linked of “tak 23”-polissen wijzen op onzekerheid. In de loop van het jaar werd duidelijk dat de volatiliteit weer opflakkert op de financiële markten, terwijl brandstof en voedsel duurder werden. Iets wat gevolgen heeft voor de eeuwige strijd tussen uitgeven en sparen. Jammer genoeg moest België het politiek in 2007 stellen eerst met een bewindsploeg, die op het einde van de legislatuur gekomen, nog op een drafje enkele wetsontwerpen erdoor wilde krijgen en vervolgens met een recordlang politiek vacuüm, dat pas op de vooravond van de kerstdagen ingevuld geraakte, doch slechts onder de vorm van een overgangsregering. Assuralia was maar één van de beroepsverenigingen die in de knel kwam. In haar geval, omdat tengevolge van de ongelofelijke tijdsdruk, geen sereen debat meer gevoerd kon worden over voor de sector cruciale punten zoals de antidiscriminatiewetgeving. Ook omdat het wachten was en is op uitvoeringsmaatregelen van wetten die de bevolking meer bescherming moeten waarborgen (na terreurdaden en medische ongevallen), en, ten slotte, omdat kostbare tijd verloren is gegaan om de voorbereiding van de piek van de vergrijzing van de baby-boomers aan te gaan. Deze omgevingsfactoren doen ons netjes aansluiten bij de bedoeling van dit overzicht: vooruitkijken, niet achteruit. Assuralia houdt rekening met alles wat rondom haar gebeurt, en terwijl het in België politiek windstil was, kreeg de Europese Commissie alvast weer zin in nieuwe ingrepen in het marktgebeuren. Reken er maar op dat de koorts niet zal zakken met het naderen van de Europese verkiezingen van 2009. Ook de programma’s van de politieke partijen en de memoranda van vele stakeholders geven een voorsmaak van wat komen zal. Assuralia speelt hierop in door frisse ideeën op tafel te brengen (gaande van de tijdspaarverzekering tot het vlotter regelen van verkeersschade) en dus niet te kiezen voor weerstand tegen alles wat naar veranderingen leidt. De sector is gezond en - zo leert een rondvraag bij representatieve bedrijven - fit genoeg om bijvoorbeeld de grondige hervorming van de solvabiliteitsvereisten (Solvency II) met vertrouwen tegemoet te zien. Op dezelfde manier moet de sector blijven letten op zijn imago bij het brede publiek, dat nog te vaak teveel moeite heeft om de waarde achter de producten juist in te schatten. Vandaar dat Assuralia zijn communicatie hoe langer hoe meer afstemt op wat de verzekeraars voor elkeen en voor allen (kunnen) doen. De weg is nog lang. Maar de energie ontbreekt niet!
Philippe Colle Gedelegeerd bestuurder
5
Algemene omgeving Wat voorafging Indicaties over 2007 Wie vooruit wil kijken, moet eerst weten waar hij precies staat en naartoe wil. Als beroepsvereniging houdt Assuralia de vinger op de pols van de verzekeringssector en probeert zij mee gestalte te geven aan zijn toekomst.
“
Gezonde vraag, gezonde resultaten, verantwoord vertrouwen
”
6
ALGEMENE OMGEVING
De verzekeringsbranche vertoonde in 2006 een inzinking, die volledig toe te schrijven was aan de terugval van de productie in de individuele levensverzekering. Dat was dan weer het gevolg van de invoering van een premiebelasting van 1,1 % die misschien niet rampzalig is voor de prijs/kwaliteitverhouding van deze polissen, maar toch het vertrouwen van de klant zwaar geschonden heeft. De omzet in deze branche viel terug van 21 miljard euro tot 16,5 miljard euro. De verzekeringsmarkt als geheel zakte van 34 miljard euro terug naar net geen 30 miljard. Het ziet er naar uit dat de markt in 2007 een duidelijk herstel meemaakt, en zal afsluiten op 32,5 miljard euro, wat uiteraard nog beneden de 34 miljard euro van 2005 ligt. Eens te meer is de groei in de schadeverzekeringen maar licht (minder dan 5 %), met twee opvallende uitzonderingen: de gezondheidszorgverzekering groeit weer met meer dan 10 % en de brandverzekering doet het amper iets minder goed. De gezondheidszorgverzekering bevestigt daarmee een langetermijntrend, die vooral de individuele en collectieve hospitalisatieverzekering ten goede komt. Zij zijn vandaag ongeveer goed voor dubbel zoveel incasso als in 2001. In de brandverzekering daarentegen zal in 2008 één van de motoren van de premiegroei wegvallen: de verwerking van de bijpremie voor de natuurrampen is immers geen nieuwigheid meer. Daartegenover staat de fractionele groei in de autoverzekering, die nog altijd de belangrijkste schadeverzekering blijft. De groei zou er anderhalf procent bedragen, en dat is dan nog dank zij de vooruitgang in de omnium- of materiële schade waarborg, want de verplichte aansprakelijkheidsverzekering staat qua omzet stil.
De levensverzekering tekent voor een groei met meer dan 10 %, maar valt uiteen in drie marktsegmenten. De grootste markt, die van individuele polissen met rentewaarborg (takken 21 en 26), groeit met zowat 3 miljard of meer dan een vijfde. Maar de producten waarbij het beleggingsrisico bij de verzekeringnemer blijft (tak 23), verliest een miljard of meer dan 30 %. De groepsverzekering, die tot voor kort maar een zeer geringe groei kende, zou in 2007 dan weer een opstoot met een half miljard euro meer aan premies meemaken en zo meer dan 10 % vooruitgang laten noteren. De rendabiliteit van de verzekeringsbranche bleef in 2007 eerder goed. In de schadeverzekering zou zij boven de 10 % blijven, wat borg staat voor concurrentie, creativiteit, en wat in een consumentenpanel “complimentjes” werd genoemd: gratis extra waarborgen, klikvaste kortingen voor schadevrij rijden, uitkering zonder vrijstelling bij ernstige schade… De levensverzekering blijft gekenmerkt door een veel lagere rendabiliteit, die sinds jaren niet meer uitstijgt boven 1 % van de tegoeden die in deze branche zijn aangelegd. Dit slaat op de rendabiliteit voor de verzekeraar, want de klant zelf plukt ook hier de vruchten van een vinnige concurrentie, waar het vergelijken van gewaarborgde rente of behaalde rendementen niet van de lucht is. Dit leidt er toe dat de Belgische verzekeringsmarkt fraaie resultaten kan voorleggen om nieuwe uitdagingen aan te gaan: in tegenstelling tot periodes waar verzekeraars kwetsbaar waren voor financiële stormen, worden er haast geen verliezen meer genoteerd onder de verzekeringsmaatschappijen, waardoor het boekhoudkundig resultaat op sectorniveau weer evolueert in de richting van tien procent van de premies.
7
BINNENLANDS BELEID Laat dat wellicht de richting zijn waarheen Assuralia de markt wil sturen: meer domeinen ontwikkelen waar de verzekering kan instaan voor bescherming en zekerheid, met voldoende rendabiliteit om er voor te zorgen dat de consument de keuze heeft tussen steeds aantrekkelijker producten, en dat alles zonder het risico te lopen dat verzekeraars gaan wankelen.
Terrorisme: naar een blijvende waarborg
Sociale agenda
Ook de regering heeft nog werk voor de boeg. Het is immers absoluut noodzakelijk nog een aantal aanpassingen aan te brengen in de wet van 1 april 2007 teneinde:
Het sociale beleid in de verzekeringsbranche kent een verloop in twee tijden: een periode van onderhandelingen om tot een akkoord te komen en dan een periode om de overeenkomsten uit te voeren. Het sectorale akkoord voor de periode 2007-2008 is in oktober 2007 ondertekend en meerdere belangrijke punten zijn inmiddels reeds in goede banen geleid: aanbevelingen inzake stress, opstellen van een functieclassificatie en herzien van de baremastructuur in het licht van het verbod op leeftijdsgebonden loonschalen. Op iets langere termijn willen werkgevers en vakbonden overgaan tot het evalueren en eventueel bijsturen van de begeleidingsmaatregelen bij opzeg wegens technische redenen, in het vooruitzicht van een uitbreiding van deze aanpak naar opzeggingen om economische redenen, omwille van fusies of om louter individuele redenen. Op verdere termijn is overeengekomen om samen de evolutie van de werkgelegenheid in de verzekeringsbranche te bestuderen, om zo inzicht te verwerven in de toekomstige noden inzake banen, opleiding en vaardigheden.
Uiterlijk op 1 mei 2008 treedt de wet betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme in werking. De verzekeraars werken hard om alles tegen die datum klaar te krijgen. Op het ogenblik dat dit verslag opgesteld wordt, zijn de statuten van de rechtspersoon die door de wet belast wordt met het beheer van het solidariteitssysteem klaar.
> de markt te beschermen door aan alle actoren op de Belgische markt de mogelijkheid te bieden gebruik te maken van het grensbedrag van één miljard euro; > de toepassingsvoorwaarden voor de lopende overeenkomsten vast te leggen; > voor collectieve levensverzekeringen de inrichter van het pensioen, werkgever of sector, in aanmerking te laten komen voor het grensbedrag van één miljard net als de verzekeraars en hetzelfde te doen inzake overlijdensverzekering voor de pensioeninstellingen. De regering moet eveneens een aantal koninklijke besluiten nemen om het systeem startklaar te maken: het gaat er om de statuten van de rechtspersoon goed te keuren voor wat betreft de verdeling van de kosten, het Comité belast met de interpretatie van de definitie van “terrorisme” op te richten en de vergoedingsvoorwaarden van het Fonds voor Arbeidsongevallen te bepalen.
“
Bescherming en veiligheid ontwikkelen
”
8
ALGEMENE OMGEVING
Paars palmares Drie andere punten prijken op het palmares van de paarse regering: de gelijkheid tussen vrouwen en mannen, de hospitalisatieverzekering en het kader voor de vergoeding van medische ongevallen. Deze drie dossiers zullen ook in 2008 een bijzonder belang hebben voor de verzekeraars. De kwestie van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen heeft maandenlang voor felle discussies gezorgd, zowel op principieel vlak als inzake de concrete gevolgen voor de consument en voor het concurrentievermogen van de Belgische verzekeraars. Assuralia is tot de eindmeet van 20 december 2007 op de bres gebleven, om op principieel vlak duidelijk te maken dat het onderscheid tussen vrouwen en mannen zoals het in verzekeringsvoorwaarden gehanteerd is, niet leidt tot uitsluiting of benadeling van een bevolkingsgroep. De beroepsvereniging heeft gewezen op het gevaar voor de consument dat unisex-prijzen de contracten globaal duurder zouden maken en op de dreiging dat buitenlandse verzekeraars ongehinderd polissen zouden aanbieden op de Belgische markt conform de keuze die andere lidstaten maken om het onderscheid te handhaven in hoofde van de ondernemingen die er hun thuishaven hebben.
“
Focus meer dan ooit op consument
”
De wet op de handelspraktijken aan hernieuwing toe De verzekeraars hebben rechtstreekse belangen bij een ontwerp van volledige herziening van de wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument dat thans voorbereid wordt door de FOD Economie. In navolging van de aanbevelingen die stellen dat de huidige regeling de innovatiemogelijkheden van bedrijven beperkt en hen belet de consument producten- en dienstenpakketten aan te bieden, dringt de FOD Economie erop aan dat het verbod op het gezamenlijk aanbod wordt afgeschaft. De huidige regeling belemmert de concurrentie. De uitzonderingen op het verbod zijn overigens te vaag, wat rechtsonzekerheid veroorzaakt. Bovendien beschermen talrijke recente bepalingen de consument tegen twijfelachtige praktijken en ondoorzichtige aanbiedingen, zonder in zo’n onevenredige mate afbreuk te doen aan de economische vrijheid van de ondernemingen (bijvoorbeeld regels over de prijsaanduiding, informatieplicht ten aanzien van de consument, verbod van misleidende reclame…). Ten slotte hebben bijna al onze buurlanden hun reglementering in deze materie afgeschaft. Assuralia sluit zich aan bij de voorgestelde plannen die in grote mate tegemoetkomen aan haar verwachtingen, zodat de hervorming de verzekeraars zo goed mogelijk in staat stelt hun klanten dekkingspakketten op maat van hun noden aan te bieden. Assuralia zal erop toezien dat die voornemens ook opgenomen worden in de ontwerpherziening van de wet op de handelspraktijken die in de komende maanden wordt gepresenteerd.
9
Vereenvoudiging van het beheer van de lopende overeenkomsten De vraag hoe de voorwaarden uit een verzekeringsovereenkomst gewijzigd moeten worden, legt een kloof tussen de wet en de praktijk bloot. De wet vereist immers dat de verzekeringsovereenkomst en de wijzigingen ervan schriftelijk worden bewezen. Dat houdt in dat de verzekeraar een schriftelijke instemming van de verzekeringnemer nodig heeft wanneer hij de verzekeringsovereenkomst wil wijzigen. Dat is een nutteloos omslachtige procedure aangezien de verzekeraar in dat geval een bijvoegsel moet sturen aan de verzekeringnemer, die het op zijn beurt moet ondertekenen en aan de verzekeraar terugsturen. Bovendien brengt die procedure (opsturen van het bijvoegsel, ontvangen van de antwoorden, opvolging en herinnering bij gebrek aan reactie van de verzekeringnemer, …) hoge beheerskosten mee. Assuralia is van mening dat een vereenvoudigde procedure in het belang is van zowel de verzekeraar als de consument, die uiteindelijk de kosten van een dergelijke procedure draagt.
Als de formaliteiten betreffende de informatieverstrekking aan de verzekeringnemer niet worden nageleefd, kan de klant de overeenkomst opzeggen. Zolang de overeenkomst van kracht is, kan de verzekeringnemer zich beroepen op de verzekeringsvoorwaarden die voor hem het gunstigst zijn. Deze bepalingen zorgen dus voor een evenwicht tussen pragmatisme in het administratieve beheer en belangen van de consument.
INCASSO Bron: Assuralia
INCASSO'S
(miljoenen euro)
2006
Assuralia wenst dat de contacten tussen verzekeraars en verzekerden op soepele wijze geregeld worden. Daarom moet, zowel voor de wijzigingen van de premie als voor de wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden, de procedure zoals die bepaald is in de wet op de landsverzekeringsovereenkomst (25 juni 1992) herzien worden. Een kennisgeving zou volstaan om de klant duidelijk en nauwkeurig in te lichten over de bedoeling van de verzekeraar om de premie of de verzekeringsvoorwaarden op de volgende premievervaldag te wijzigen. De klant kan vervolgens de wijziging weigeren.
INCASSO
2007
NOMINALE GROEI (in %)
(schat.)
2006/ 2005
2007/ 2006
Totaal niet-leven en leven 29.796 Totaal leven 20.643
32.546 22.950
-12,4% -18,1%
9,2% 11,2%
Leven individueel 16.374 Gewaarborgde rente (tak21-22) 12.019 Beleggingsfondsen (tak23) 3.974 Kapitalisatie (tak26) 741
18.541 14.750 2.749 1.042
-2,9% -17,1% -37,2% 125,9%
10,8% 22,7% -30,8% 40,7%
Leven groep Gewaarborgde rente Beleggingsfondsen
3.908 3.790 119
4.409 4.289 120
-3,3% -3,7% 12,3%
12,8% 13,27% 0,6%
Niet-leven
9.154
9.596
3,9%
4,8%
20
(in miljarden euro) Individueel 21 Individueel 23 Groep Niet-leven
15
10
5
Bron: Assuralia
(schat.)
0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007 schat.
10
ALGEMENE OMGEVING
EUROPEES BELEID De verademing waar de financiële instellingen toe opriepen na de uitwerking van het Financial Services Action Plan, heeft maar even geduurd.
PRUDENTIËLE VEREISTEN Vereist solvabiliteitskapitaal (SCR) en
Het laatste nog uit te werken onderdeel van dit plan was de richtlijn die niet alleen een nieuwe grondslag vestigt voor de bepaling van de solvabiliteit die van verzekeringsondernemingen verwacht wordt, maar tevens dertien vroegere richtlijnen integreert in één nieuw hanteerbaar geheel. Op 10 juli 2007 legde de Commissie een voorstel neer van liefst 373 bladzijden, dat nu behandeld moet worden door het Parlement en de vertegenwoordigers van de Lidstaten in de Raad. Bedoeling is dat de goedkeuring kan plaatsvinden voor de Europese verkiezingen van 2009 en dat het nieuwe stelsel zoals gepland in 2012 in voege treedt. Met het Solvency II-voorstel beoogt de Commissie
Vereist minimumkapitaal (MCR)
> meer integratie van de Europese markten, > een betere bescherming van de consument, > meer efficiency en een scherpere concurrentie door een betere allocatie van kapitaal en > meer kwaliteit in de regelgeving en in het toezicht.
R I S I C O D I F F E R E N T I AT I E
NIET-LEVEN
LEVEN
FINANCIEEL
Contractsluiting
Sterfte-Levensduur
Rentevoet
IT
Reservering
Afkoop
Aandelen
Wetgeving
Catastrofe
Catastrofe
Vastgoed
Fraude
Bron: Assuralia
Voorstel voor een Solvency II-richtlijn
OPERATIONEEL
Daartoe wordt een regime dat zich toespitste op een standaardbehandeling van verzekeringsrisico’s omgeturnd tot een allesomvattende visie, waarin het voldoen aan kwantitatieve eisen nog maar het begin van het verhaal is. Verzekeraars zullen onder Solvency II alle risico’s moeten identificeren en controleren en zorgen voor een gezonde en transparante bedrijfsvoering. De aanpassing zal niet minder ingrijpend zijn langs de zijde van de toezichthouder, die bovendien nog eens een nieuwe plaats toebedeeld krijgt in de opvolging van de bedrijfsvoering van internationale groepen: daar wordt het “centrale” risk management ook vanuit toezichthoudersperspectief erkend.
11
Net als de meeste andere betrokken partijen juicht Assuralia de opzet toe. Rekening houdend met de doelstelling van de Commissie vormen sommige bepalingen van de huidige tekst echter nog een probleem. Ook moeten meerdere punten betreffende de invoering van de technische implementeringsmaatregelen nog uitgeklaard worden. Assuralia meent dat de twee volgende sleutelbeginselen in acht genomen moeten worden: > de proportionaliteit van de prudentiële eisen voor elk van de drie pijlers van de nieuwe prudentiële architectuur (kwantitatieve, organisatorische en informatieve vereisten); de nieuwe regelgeving moet tot uiting komen in een grotere innovatie en concurrentie tussen ondernemingen en niet door de uitsluiting van de kleine en middelgrote spelers; > een maximale harmonisering van de regelgeving en de toezichtpraktijken teneinde een level playing field te waarborgen tussen activiteitensectoren en tussen lidstaten (zelfde risico’s, zelfde regels). De overige Europese dossiers dragen de stempel van vier verschillende directoraten-generaal, die respectievelijk bevoegd zijn voor Mededinging, Consumentenbescherming, Gelijke Kansen en Interne markt.
Mededinging : lessen trekken uit de bevindingen van de Commissie Op 25 september 2007 legde de Commissie haar eindverslag neer over de diepgaande enquête naar de mededinging op de markt van de verzekeringen voor het bedrijfsleven. Een markt die door de Commissie als proefkonijn is genomen omdat het te verwachten is dat de grensoverschrijdende handel in verzekeringen gemakkelijker van de grond geraakt in een business-to-business omgeving. Het goede nieuws eerst: de Commissie is in haar onderzoek geen praktijken tegengekomen die onmiddellijk ingrijpen verantwoorden. Maar er zijn wel aandachtspunten, waarvan de Commissie verwacht dat de sector er met de nodige paraatheid op inspeelt. Drie punten zijn in dat verband aan de orde. Eerst de voorwaarden in de medeverzekering en de herverzekering, waar de vraag luidt of alle deelnemers aan een medeverzekering dezelfde voorwaarden, en dan vooral dezelfde prijs, horen te hanteren. Ten tweede de vraag of er geen belangenconflicten schuilen in de relatie tussen verzekeraar, tussenpersoon en verzekeringnemer. En tenslotte de verlenging van de groepsvrijstelling, die de verzekeraars toelaat om samen te werken in initiatieven die de markt en met name de consument ten goede komen, zonder dat die aanleiding geven tot sancties wegens ongeoorloofde onderling afgestemde praktijken. Deze uitzonderingsmaatregel loopt in 2010 af en de Commissie lijkt te denken dat dergelijke afwijkingen van het algemene stelsel van mededingingsregels niet verantwoord zijn. In nauw overleg met de Europese koepelfederatie volgt Assuralia deze drie onderwerpen actief op. Met name het tweede thema, dat verband houdt met de distributie van verzekeringen, is verweven met andere aspecten van het Europese beleid ten aanzien van
12
ALGEMENE OMGEVING
financiële diensten. De Commissie wil er zich immers van verzekeren dat de commercialisering van verschillende vormen van financiële diensten niet tot scheeftrekkingen leidt, in het bijzonder daar waar de belangen van de consument op het spel staan. Het lijkt dan ook logisch om enerzijds te wijzen op het evenwicht tussen de wettelijke verplichtingen die er op verzekeringsvlak bestaan en de MiFIDregels die voor andere financiële producten gelden en anderzijds het nadere onderzoek naar de verzekeringsdistributie aan te vatten in het kader van de evaluatie van de richtlijn verzekeringsbemiddeling die aangekondigd is voor de periode 2008/2009. Dat neemt niet weg dat de Commissie inzake levensverzekeringen reeds in 2008 werk zal maken van het vergelijken van de transparantie- en distributievereisten van onderling concurrerende types van retailbeleggingsproducten.
“
Harmoniseren ondanks lokale geplogenheden
”
Wat de groepsvrijstelling betreft, die overigens niet alleen geldt in business-to-business relaties, stuurt de Commissie aan op “responsabilisering” terwijl de markt pleit voor “rechtszekerheid”. Brussel neemt akte van de vele getuigenissen die het nut van samenwerking onder verzekeraars bevestigen, maar wil de beoordeling van wat mag en niet mag aan zelfcensuur overlaten. Verzekeraars daarentegen begrijpen niet waarom zij nog eens een juridisch risico zouden moeten dragen, en wijzen op de levendige concurrentie die op de markten bestaat, ondanks de groepsvrijstelling. Mochten de verzekeraars in de toekomst aarzelen om hun krachten te bundelen, dan dreigt de verzekerbaarheid van nieuwe risico’s en het deelnemen van kleinere, ja zelfs opportunistische spelers, in het gedrang te komen, en daar vaart de markt als geheel niet wel bij. De Commissie neemt zich voor de vrijstelling te evalueren tegen het voorjaar van 2009.
Collectieve vorderingen Terwijl voornoemde enquête een gezamenlijk initiatief was van de directoraten-generaal Mededinging en Interne Markt, verenigt een ander Europees initiatief mededingings- en consumentenbeleid. Het gaat om het idee om voor geschillen die binnen deze twee beleidsdomeinen vallen collectieve procedures in te stellen. De schaduw van de beruchte Amerikaanse “class actions”, net terwijl in de VS beperkingen opgelegd worden aan de manoeuvreerruimte van de rechtbanken? De verzekeraars zijn het eens met het beginsel dat de gevolgen van een onrechtmatige behandeling vergoed moeten worden, maar wijzen er op dat alleen berekenbare schade omgeslagen kan worden over de gemeenschap van potentieel aansprakelijke partijen. Assuralia heeft de inzichten gebundeld van aansprakelijkheidsverzekeraars en rechtsbijstandverzekeraars, maar ook met oog voor andere implicaties voor de verzekeraars. Zo wil zij een actieve rol spelen in de consultatiefase, die de Commissie aankondigt voor de eerste helft van 2008, in het vooruitzicht van de publicatie van een Mededeling later in de loop van het jaar. Daarbij gaat ook aandacht uit naar de verbetering van de werking van alternatieve wegen om geschillen te regelen, naar het uitsluiten van hetgeen neigt naar “punitive damages” of overdreven financiële lasten, en naar een evenwichtige omschrijving van de groepen die bij een rechtsvordering betrokken zouden zijn.
13
Discriminatie: nieuw initiatief De Commissie heeft medio 2007 ook de eerste stappen gezet om verder werk te maken van de bestrijding van discriminatie in het economisch leven, ditmaal op grond van onderscheid in functie van leeftijd, handicap en seksuele geaardheid. De Commissie geeft er de voorkeur aan, om in tegenstelling tot wat inzake geslacht gedaan is, niet meer te werken met opties die van nature leiden tot een lappendeken aan resultaten in functie van de keuzes van lidstaten. Assuralia heeft de Commissie van meet af aan attent gemaakt op de ingrijpende gevolgen die ondoordachte maatregelen zouden kunnen hebben voor de verzekeringnemers en voor de verzekeraars. Ook hier bereidt Assuralia haar inbreng tot het standpunt van de Europese verzekeraars zowel als haar eigen lobbying voor. Zij heeft nota genomen van de vraag naar verzekeringen van reislustige senioren of oudere mensen die overwegen een lening aan te gaan, alsook van de effecten van verzekeringen voor diverse vormen van samenwonen.
Naar meer integratie van 27 markten De DG Interne Markt, die de primaire bevoegdheid heeft inzake verzekeringen, heeft ook meerdere onderwerpen in de pijplijn. Op twee momenten heeft de Commissie een lijst voorgedragen van te behandelen onderwerpen: eerst in het Groenboek dat in mei werd gepubliceerd over financiële diensten voor de consument, met een waslijst aan onderwerpen en een kalender van werkzaamheden, en daarna in het najaar via een werkdocument over hetzelfde onderwerp.
Zo wil de Commissie de versnippering van de markt bestrijden: daarom neemt zij zich voor om na te gaan in hoeverre de Lidstaten zich terecht beroepen op bepalingen van “algemeen belang” en op de eis om een fiscaal vertegenwoordiger aan te wijzen om het grensoverschrijdend aanbieden van diensten moeilijker te maken. Nog voor de zomer van 2008 zal een evaluatie plaatsvinden van de stand van de bescherming van de consument inzake concurrerende beleggingsproducten. De Commissie neemt er akte van dat er verschillende wetgevingen zijn inzake thema’s als transparantie en bemiddeling, en wil er zich van vergewissen dat dit niet tot scheeftrekkingen leidt in het nadeel van de belegger. In deze context wijst Assuralia op de verworvenheden van zelfregulering zowel als Europese en nationale wetgeving die in de verzekeringsbranche bestaan. Deze regels hebben betrekking tot faire reclame en informatie, onderlinge vergelijkbaarheid, analyse van de noden van de klant, duiding van de rol van de vakman, adviesverlening en voorkoming van belangenconflicten. De consument staat ook in het middelpunt van de toenemende zorg voor financiële bekwaamheid van de modale burger. Ook voor Assuralia is het duidelijk dat vertrouwen en tevredenheid het resultaat zijn van het evenwicht tussen kennis, verwachtingen van de consument en zijn ervaringen met de verleende diensten. Steeds meer dringt het door dat niet de hoeveelheid aan informatie, maar wel inzicht en begrip belangrijk zijn. In eigen land coördineert de CBFA de inventarisering van de vele initiatieven die op dat vlak bestaan, onder meer via de Ombudsdienst voor de verzekeringen en Assuralia. Dat sterkt Assuralia in haar voornemen om actiever te voorzien in informatie die nuttig is voor de consument.
“
Alert inspelen op Europese maatstaven
”
15
Persoonsverzekeringen Leven De levensverzekering heeft de laatste twintig jaar op de Belgische markt een hoge vlucht genomen. Haar aandeel in het verzekeringsbedrijf is gestegen van één derde naar tweederden van het globale incasso. Die groei is toe te schrijven aan een hele reeks factoren die de verzekering als spaarformule aantrekkelijk hebben gemaakt, tot de invoering van een taks van 1,1% op de individuele levensverzekering in 2006 deze groei kwam fnuiken. De veroudering van de bevolking en de toenemende levensverwachting stellen het pensioenvraagstuk alsmaar scherper. Zo zijn er wetten op de aanvullende pensioenen tot stand gekomen, maar niet altijd met het beoogde effect. Assuralia heeft ook een hele reeks voorstellen uitgewerkt om nog een stap verder te gaan.
“
Op zoek naar nieuwe koopkrachtverbeteraars
”
16
PERSOONSVERZEKERINGEN - LEVEN
Lijfrente als volwaardig aanvullend pensioen
Tijdspaarverzekeringen
Assuralia wil het gebruik van lijfrenten stimuleren, op vrijwillige basis. Onder die vorm komt een aanvullend pensioen in België slechts marginaal voor, in tegenstelling tot andere landen. De verklaring is eenvoudig: het huidige stelsel is complex en ontmoedigend. Het aanbieden van lijfrenteproducten is voor verzekeraars minder aantrekkelijk omdat de regelgeving op technisch vlak soepelheid mist om in te spelen op de stijgende levensverwachting van de Belgische bevolking.
Een ander middel om de uitdaging van de vergrijzing aan te gaan en waarvan Assuralia werk wil maken is de invoering van tijdspaarverzekeringen, in overeenstemming met de overheid en de sociale partners. De bedoeling is niet opgenomen tijd om te zetten in tijd voor later. Op die manier kan het overeenstemmend loon van verlofdagen, compensatiedagen voor overuren en arbeidsduurvermindering onder meer, gestort worden in een individuele tijdspaarverzekering. Eigen aan dit product is dat de werknemer, binnen de limieten van hetgeen de sociale partners van het bedrijf of de sector hebben afgesproken, vrij beslist wat op die tijdspaarrekening komt, wanneer dat gebeurt en met welke bestemming. De verzekeraar kapitaliseert de “tijd” met een gewaarborgd rendement en eventuele winstdeelnemingen en koppelt daaraan eventuele dekkingen van het risico op inflatie, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Frankrijk en Nederland hebben dit systeem al met succes ingevoerd, respectievelijk in 2005 en 2006.
Veel van deze nadelen zijn relatief en wegen niet op tegenover de voordelen die de lijfrente biedt. Door te kiezen voor een lijfrente beschikt de verzekerde over een vast inkomen: hij geniet op die manier inkomenszekerheid zolang hij leeft. Dit kan een weerslag hebben op zijn consumptiepatroon, met een terugverdieneffect voor de overheid. Sommige obstakels kunnen de verzekeraars zelf wegnemen, onder andere door het voorzien van een overlijdenswaarborg als de genieter van de lijfrente vroegtijdig overlijdt. Om de lijfrente te stimuleren zijn er echter meer maatregelen nodig. De allereerste is werk te maken van een gunstiger fiscaal regime voor de lijfrente die een levenslang inkomen aan de lijfrentegenieter verschaft en ten vroegste ingaat vanaf de leeftijd van 60 jaar. De verzekeraars toegang verlenen tot het Rijksregister om te controleren of de lijfrentegenieter nog in leven is zou ook helpen om de kosten van de lijrente te beperken.
GEMIDDELDE RESERVE PER INWONER IN BELGIË (in euro)
14.000
Democratisering tweede pijler blijft uit De wet van 28 april 2003 op de aanvullende pensioenen voor loontrekkenden (WAP) bevat nog onvoldoende impulsen om werkgevers (bedrijven en sectoren) en werknemers aan te zetten om aanvullende pensioenplannen in te stellen of uit te breiden en de pensioeninstellingen te helpen om dit op een efficiënte, solvabele en rendabele manier te verzekeren. De jongste jaren
LOONTREKKENDEN AANGESLOTEN BIJ TWEEDE PIJLER
12.000
Aangesloten bij IBP 9%
10.000 8.000 Pr Provisies leven groep Provisies leven ind. tak 23 Pr Provisies leven ind. tak 21 Pr
Bronen: CBFA + eigen berekening Assuralia
6.000
2.000
Aangesloten bij groepsverzekering 41%
0
Geen tweede pijler 50%
4.000
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Bronen: CBFA + eigen berekening Assuralia IBP : Instellingen voor bedrijfspensioenen
(schatting)
17
blijven de bijdragen voor zowel groepsverzekeringen als instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening stagneren. Om het tij te doen keren is meer rechtszekerheid, eenvoud, stabiliteit en een juiste afstemming tussen de prudentiële en de sociale benadering noodzakelijk. De explosieve groei van de beroepspensioenplannen voor zelfstandigen (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen, kortweg VAPZ) met een verdrievoudiging van het aantal contracten in drie jaar, dankzij de doorgevoerde modernisering en vereenvoudiging van wetgeving, toont dat het anders kan. De wet op de aanvullende pensioenen voor loontrekkenden blijft kampen met interpretatieproblemen over de toepassing van de antidiscriminatiewetgeving en de fiscale aftrekbaarheid van de werkgeversbijdragen.Wat dit laatste betreft werken de verzekeraars mee aan de oprichting van een gegevensbank inzake “opbouw aanvullende pensioenen”: Assuralia pleit evenwel voor een doordachte en geleidelijke aanpak. Een vereenvoudiging van de regelgeving vermindert de kost voor het beheer van een aanvullend pensioenplan en geeft de inrichters van een pensioenplan meer inzicht en dus meer vertrouwen in de tweede pijler. Dat kan door een transparante en vlotte communicatie met de aangeslotenen, een aanpassing van de technische rekenregels, en door meer flexibiliteit in de waarborgen en meer mobiliteit tussen aanvullende pensioenregelingen. Spijtig genoeg laat de Wet op de Aanvullende pensioenen, die bijvoorbeeld het complexe en onbegrijpelijke “dynamische beheer” oplegt, dat allemaal niet toe.
3.500
Leven individueel: Belgische regels afstemmen op Europese De Belgische wetgeving voorziet een maximale intrestvoet die in het kader van een levensverzekering gewaarborgd kan worden, met een onderscheid naargelang de waarborgduur al dan niet langer is dan acht jaar. Die is nog niet volledig afgestemd op de Europese Richtlijn Leven 2002/83/EG. In tegenstelling tot de Europese Richtlijn maakt de Belgische wetgeving geen onderscheid tussen verzekeringsovereenkomsten met en zonder winstdeelname net zo min als er afzonderlijke bepalingen voorzien zijn voor lijfrenteovereenkomsten zonder afkoopwaarde. Assuralia vraagt om de Belgische wetgeving op dit punt aan te passen zodat ook voor dit type van overeenkomsten, net zoals voor de verzekeringswaarborgen van maximaal acht jaar, een hogere intrestvoet in functie van de spot rate gehanteerd kan worden. Verder stelt Assuralia voor om in een verzekeringsovereenkomst met een maximale duur van waarborg van acht jaar een jaarlijkse winstdeelname mogelijk te maken, wat nu verboden is. Voor verzekeringsovereenkomsten met een duur van waarborg langer dan acht jaar en met winstverdeling zal de CBFA in de toekomst de maximale intrestvoet vastleggen. De berekeningswijze kan belangrijke gevolgen hebben, wat een overgangstermijn rechtvaardigt.
UITKERINGEN INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERINGEN
3.000
(in miljoenen euro)
2.500 2.000 R Rente-uitkeringen Kapitaal overlijden K Kapitaal leven K
1.500 1.000 500 0
Bronen: CBFA + eigen berekening Assuralia 1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Niet-opgevraagde polissen beter opsporen De financiële dienstverleners krijgen soms het verwijt niet-opgevraagde rekeningen te laten “slapen”. Om niet-opgevraagde individuele levensverzekeringen nog beter op te sporen heeft Assuralia een voorstel uitgewerkt om: de begunstigde te vinden: de verzekeraar die verneemt (of redelijkerwijze mag aannemen) dat de prestaties opeisbaar zijn moet de identiteit en contactgegevens van de begunstigde kunnen opzoeken om hem te kunnen verwittigen. een contactpunt in te voeren: bij het op te richten contactpunt zou wie redelijkerwijze meent dat hij begunstigde is van een contract gesloten door of op het hoofd van een persoon waarvan hij het overlijden aantoont, dat kunnen navragen. en de uiteindelijk niet-opgevraagde tegoeden aan de Deposito- en Consignatiekas over te dragen: de prestaties die de levensverzekeraar niet heeft kunnen uitkeren, zou hij overdragen aan voornoemde kas na het verstrijken van een termijn van vijf jaar sinds hij vernam dat de prestaties opeisbaar zijn geworden.
18
P E R S O O N S V E R Z E K E R I N G E N - A R B E I D S O N G E VA L L E N
Persoonsverzekeringen Arbeidsongevallen Net als de economie kende het premie-incasso voor de tak arbeidsongevallen in de voorbije drie jaar een heropleving, zij het lang niet in dezelfde mate. Het betere technische resultaat in deze omstandigheden is tekenend voor de inspanning inzake preventie. Tot blijkt dat de een ongepaste regelgeving inzake tarifering juist die efficiënte inzet dreigt teniet te doen. De arbeidsongevallenverzekering valt onder de Europese richtlijnen niet-leven. Zeven jaar na het arrest van het Hof van Justitie waardoor iedere twijfel dienaangaande uit de wereld werd geholpen en ondanks de wet van 10 augustus 2001 die in dezelfde lijn het toezicht op deze tak heeft aangepast, is deze realiteit nog altijd niet overal doorgedrongen.
“
De verzekering drukt de kans op ongevallen
”
19
De wet van 27 december 2006 wil een tariferingssysteem met verplichte aanpassing van de arbeidsongevallenpremies – een soort “bonus-malus” – invoeren alsof het Hof van Justitie nooit een uitspraak had gedaan. Artikel 49 quater van deze wet creëert immers een tarifair keurslijf dat in strijd is met de Europese regelgeving. Deze bepaling is bovendien ondoeltreffend en contraproductief ten aanzien van het nagestreefde preventiedoel, aangezien ze zich beperkt tot schadelast. Overigens regelt de minister van Werk zo een aangelegenheid die niet meer tot zijn bevoegdheid behoort sinds de wet van 10 augustus 2001 het financiële toezicht op de arbeidsongevallenverzekering, ook wat de tarifering betreft, volledig toevertrouwd heeft aan de CBFA, die ressorteert onder de minister van Economie casu quo Financiën. Zowel het Grondwettelijk Hof als de Raad van State zullen zich uitspreken over de vorderingen tot nietigverklaring die Assuralia heeft ingediend tegen deze bepaling, die trouwens de steun niet heeft van de sociale partners. Assuralia dringt er bij de overheid dan ook op aan om de inwerkingtreding (op 1 januari 2009) van een bepaling die meer dan waarschijnlijk zal worden vernietigd af te schaffen. De memorie van toelichting bij de wet van 27 december lijkt aan te geven dat de wetgever uit onwetendheid gehandeld heeft wanneer hij aankondigt dat het stelsel van artikel 49 quater “meer dan voorheen rekening zal houden met de schadestatistiek van de onderneming”. Maar hier wordt dan verwezen naar beperkingen die juist door de wet van augustus 2001 werden geschrapt om aan de Europese regels te voldoen.
Diezelfde memorie van toelichting is onjuist wanneer ze te verstaan geeft dat het stelsel “aansluit bij een bestaande praktijk” die nu als verplichting wordt ingesteld. In werkelijkheid wijzigt artikel 49 quater de huidige wijze van beoordeling en tarifering van het arbeidsongevallenrisico doordat alleen nog het criterium van de schadelast van tel wordt. Voor de risicobeoordeling gaan de verzekeraars weliswaar al sinds mensenheugenis van dit criterium uit, maar het is niet het enige. Ook andere parameters spelen mee. Denk maar aan de preventie-inspanningen die het bedrijf doet en die niet altijd direct verband houden met de schadelast. Door de huidige tarifering tot louter de schadelast te beperken en voor dat criterium in een verplichte variatie te voorzien, creëert artikel 49 quater voor de risicobeoordeling een te strak en dus ongeschikt kader. Deze betwistbare wet maakt deel uit van een reeks maatregelen die de minister van Werk heeft getroffen in het kader van de uitvoering van het FARAO-plan met het oog op de reductie van het aantal arbeidsongevallen. Zowel de verzekeraars als de sociale partners hebben hun steun gegeven aan de andere maatregelen, namelijk de verplichting voor de werkgevers om na een zwaar arbeidsongeval een uitvoerig verslag op te stellen ten behoeve van de arbeidsinspectie en de bestraffing en opvolging van werkgevers met een schadelast die “abnormaal” hoger is dan die van andere bedrijven uit zijn bedrijfstak.
1.000
ARBEIDSONGEVALLEN PREMIES
900
(in miljoenen euro)
800 700 600 500 400
Bron: Assuralia 2001
2002
2003
2004
2005
2006
20
P E R S O O N S V E R Z E K E R I N G E N - A R B E I D S O N G E VA L L E N
Een nadelige automatische link ARBEIDSONGEVALLEN
1.100
SCHADELAST
1.000
(in miljoenen euro)
De wet van 8 juni 2007 heeft de procedure tot vaststelling van de maximale referentievoet voor verzekeringsverrichtingen van lange duur gewijzigd. Het is duidelijk dat deze wet de levensverzekering beoogt vanuit een prudentieel standpunt, maar het koninklijk besluit ter uitvoering van de wet heeft een automatische koppeling gecreëerd tussen de intrestvoeten “leven” en “arbeidsongevallen”, zonder de onvoorziene neveneffecten op het vlak van de berekening van de schadevoorzieningen in de AO-verzekering in acht te nemen. Deze procedure opleggen voor arbeidsongevallen heeft als nadelen dat:
900 800 700 600
Bron: Assuralia
500 2002
ARBEIDSONGEVALLEN TECHNISCH-FINANCIËLE SALDI
2003
2004
2005
2006
1) elke wijziging van de intrestvoet in de loop van het jaar – alle contracten vervallen op 1 januari – het financiële evenwicht verbreekt tussen het niveau van de ontvangen premie en dat van de verwachte schadelast; 2) te frequente veranderingen van de intrestvoet als gevolg van deze procedure een onnodige en niet-gefundeerde verzwaring van het ongevallenbeheer zouden creëren.
20
15
Assuralia suggereert dan ook deze koppeling af te schaffen en de schadevoorzieningen inzake arbeidsongevallen te berekenen op basis van een stabiele intrestvoet.
(in % van de premies) 10
5
Bron: Assuralia
0 2001
EVOLUTIE VAN HET AANTAL ARBEIDSONGEVALLEN
Ongevallen arbeidsplaats Ongevallen arbeidsweg
Bron: Fonds voor Arbeidsongevallen
2002
2003
2004
2005
2006
240.000
2.700.000
220.000
2.600.000
200.000
2.500.000
180.000
2.400.000
160.000
2.300.000
140.000
2.200.000
120.000
2.100.000
100.000
2.000.000 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
AANTAL WERKNEMERS IN DE PRIVÉSECTOR
Aantal werknemers
21
Persoonsverzekeringen Gezondheid In België is de gezondheidszorg van hoog niveau, vrij goed georganiseerd en toegankelijk. En toch moeten mensen iedere dag keuzes maken in hun basisuitgaven waardoor ze soms afzien van de nodige verzorging. De medische vooruitgang en de vergrijzing van de bevolking leiden er toe dat de lasten van de sociale zekerheid blijven stijgen. Ondanks aanzienlijke en continue investeringen van de overheid in de gezondheidszorg, lopen de eigen kosten voor de patiënt steeds hoger op. Hierdoor blijft de private gezondheidsverzekering, zowel individueel als collectief, gestaag groeien. De private verzekering heeft een aanvullend karakter: ze dekt onvoorziene risico’s, terwijl de verplichte door de overheid georganiseerde ziekte- en invaliditeitsverzekering structureel middelen van de ene bevolkingscategorie naar de andere overhevelt. Wie nadenkt over de rol van de sociale zekerheid moet dus rekening houden met de troeven van de verzekering en met die van de solidariteit in de samenleving om de taken zo doeltreffend mogelijk te verdelen. In deze geest werd de wet-Verwilghen opgesteld.
“
Doordacht taken verdelen
”
22
PERSOONSVERZEKERINGEN - GEZONDHEID
Uitvoering van de wet-Verwilghen
Looptijd
De situatie van de verzekerden verbeteren op het vlak van toegang tot en continuïteit van de ziektekostenverzekering, de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de invaliditeitsverzekering en de zorgverzekering: dat is de doelstelling van de wet-Verwilghen (20 juli 2007) die, wat de private ziekteverzekeringsovereenkomsten betreft, de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst wijzigt. Ze is in werking getreden op 1 juli 2007, dezelfde dag als de wet van 25 april 2007 tot wijziging van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen met betrekking tot de aanvullende ziekenfondsverzekeringen. Assuralia verheugt zich over deze formele link tussen alle ziekteverzekeringen, ongeacht of ze worden aangeboden door een ziekenfonds dan wel door een verzekeringsonderneming.
De wet maakt een onderscheid tussen de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen enerzijds, en de overige drie categorieën van ziekteverzekeringen anderzijds. De ziektekosten-, invaliditeits- en zorgverzekeringen betreffen de lichamelijke integriteit, de psychische gezondheid en de zelfredzaamheid van de verzekerden als individu. Daarom stelt de wet de looptijd van deze verzekeringen in principe gelijk met de levensduur van de verzekerde personen.
De wet van 20 juli 2007 regelt het “levenslange karakter” van de individuele ziekteverzekering sensu lato, het recht op de individuele voortzetting van collectieve verzekering, de problematiek van de vooraf bestaande ziekten en de toegang van de chronisch zieken en personen met een handicap tot de ziekteverzekeringsovereenkomst. De tot hiertoe zeldzame niet-verplichte zorgverzekering is in de wet opgenomen.
“
De arbeidsongeschiktheidsverzekeringen daarentegen zijn nauw verbonden met de beroepsactiviteit, de algemene arbeidsgeschiktheid of een daadwerkelijk geleden inkomensverlies van de verzekerde. De wet stelt de duur van deze verzekeringen daarom gelijk met de loopbaan van de verzekerde, die meestal eindigt op de leeftijd van 65 jaar. De wet maakt het mogelijk om individuele ziekteverzekeringsovereenkomsten voor een kortere duur aan te gaan, zij het slechts wanneer de verzekeringnemer er uitdrukkelijk om verzoekt en belang heeft bij de kortere looptijd. Los daarvan laat de wet ook een kortere duur toe voor de individuele ziekteverzekeringsovereenkomsten die op bijkomende wijze worden aangeboden bij een hoofdrisico dat niet levenslang is. Personen die als gezinslid verzekerd zijn in een gezinspolis, hebben de kans verzekerd te blijven wanneer zij het gezin verlaten. Voor de verzekerde wordt de levenslange duur van de overeenkomst in belangrijke mate geconcretiseerd door de continuïteit van de voorwaarden op langere termijn te garanderen. In tegenstelling tot wat geldt voor de aanvullende ziekteverzekeringen aangeboden door ziekenfondsen, bouwt de wet individuele garanties in met betrekking tot de inhoud van de verzekeringspolis. Tegelijkertijd impliceert precies die levenslange duur noodzakelijkerwijs dat een verzekeringsonderneming het tarief en de voorwaarden in bepaalde, gecontroleerde omstandigheden moet kunnen wijzigen tijdens de duur van de overeenkomst.
Meer waarborgen voor de verzekerden
” GEZONDHEID
1.000
PREMIES
900
(in miljoenen euro)
800 700 600 500
Bron: Assuralia
400 2002
2003
2004
2005
2006
23
Tarieven
Verzekerbaarheid
Een tariefwijziging kan volgens de wet in twee gevallen: via indexering en wanneer externe omstandigheden dit vereisen.
Personen met een chronische ziekte of handicap hebben tot 1 juli 2009 het recht om uit het marktaanbod een individuele ziektekostenverzekering te kiezen, zonder dat de verzekeraar hen die kan weigeren, op voorwaarde dat de persoon bij het aangaan van de overeenkomst jonger is dan 65 jaar. De verzekeraar behoudt echter het recht om, net als bij personen zonder chronische ziekte of handicap, bij het sluiten van de overeenkomst bepaalde medische kosten, verbonden aan de vooraf bestaande toestand of verbonden aan bepaalde ziektebeelden of aandoeningen, contractueel uit te sluiten van de dekking. In geval van betwisting zal een bemiddelingsorgaan moeten beslissen.
De indexering laat voor alle individuele ziektekostenverzekeringen een automatische aanpassing van het tarief en de in geld uitgedrukte voorwaarden (bijvoorbeeld dekkingsplafonds) toe. Het betreft een constante, jaarlijkse aanpassing aan duurzame prijsschommelingen van de gedekte medische kosten, volgens meerdere mogelijke indexen (het indexcijfer van de consumptieprijzen, deelindexen die representatief zijn voor de ziektekosten en andere representatieve en objectieve parameters, mits voorafgaand gecontroleerd door de CBFA en het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg).
“
Externe invloeden zijn bijzonder belangrijk in de ziekteverzekering (bijvoorbeeld wijzigingen in de terugbetaling door de sociale zekerheid). Daarom biedt de wet de verzekeringsonderneming de mogelijkheid om de premie en de dekkingsvoorwaarden aan te passen – na voorafgaande controle door de CBFA – bij een duurzame wijziging van de echte kostprijs van gewaarborgde prestaties.
Bestaande ziekte De wet heeft bovendien de termijn waarna de verzekeraar zich niet meer kan beroepen op een vooraf bestaande ziekte om de overeenkomst op te zeggen of aan te passen, tot twee jaar teruggebracht. De wetgever heeft dezelfde garanties laten gelden voor de aanvullende ziekenfondsverzekeringen.
GEZONDHEID
200
PREMIES
180
Basis 2001 =100 160 Gewaarborgd inkomen - Individueel Gewaarborgd inkomen - Collectieve Individuele hospitalisatie Collectieve hospitalisatie
140 120 100
Bron: Assuralia
80 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007 schat.
Waar voorzorg en duurzaamheid samengaan
”
24
PERSOONSVERZEKERINGEN - GEZONDHEID
Individuele voortzetting van een collectieve ziekteverzekeringsovereenkomst Elke persoon die gedurende twee jaar ononderbroken bij een private ziekteverzekering aangesloten is geweest, heeft het recht om de collectieve ziekteverzekering, geheel of gedeeltelijk, individueel voort te zetten wanneer hij niet meer collectief verzekerd is. Dit recht betekent in essentie dat de verzekerde toegang krijgt tot een gelijkaardige individuele verzekering, zonder dat hij kan worden geweigerd uit hoofde van zijn leeftijd of de verslechtering van zijn gezondheid tijdens de looptijd van de vroegere collectieve verzekering. Dit recht geldt in de eerste plaats ten aanzien van de collectieve verzekeraar. De verzekerde is niet verplicht zijn collectieve verzekering voort te zetten door een individuele verzekering aan te gaan bij deze collectieve verzekeraar. Hij kan ook voor een andere verzekeraar kiezen, die evenwel een medisch onderzoek kan eisen.
Het nieuwe hoofdstuk IV van de wet op de landverzekeringsovereenkomst verplicht de verzekeringsondernemingen – om praktische redenen – uitdrukkelijk niet om de collectieve ziekteverzekeringen met exact dezelfde individuele polis voort te zetten. De wet vraagt daarentegen wel dat de voortzetting gegarandeerd wordt en de waarborgen van de voortzettingspolis minstens “gelijksoortig” zouden zijn, volgens een aantal in de wet bepaalde basiscriteria.
Inwerkingtreding De wet is niet van toepassing op overeenkomsten die gesloten werden voor 1 juli 2007 inzake vooraf bestaande ziekte en wijziging van de voorwaarden. Assuralia stelt evenwel om praktische redenen voor een overgangsperiode van twee jaar in te stellen vanaf 1 juli 2007: tijdens die periode zouden de nieuwe regels op de bestaande overeenkomsten toegepast worden.
Bovendien kan de verzekerde er voor opteren om tijdens zijn collectieve verzekering premies te betalen bij dezelfde of bij een andere verzekeraar, waarmee hij een tweede recht opent. Zo wordt een wijze van prefinanciering ingevoerd waardoor het latere premieniveau getemperd wordt.
“
Op het ogenblik dat die verzekerde de collectieve dekking verliest, is hij dan al verzekerd op basis van een individuele overeenkomst, waarvoor hij individueel verzekeringspremies heeft betaald en waarvan de inhoud van bij de aanvang contractueel is bepaald.
GEZONDHEID
Levenslang verzekerd: een geregelde zaak
”
800
SCHADELAST (in miljoenen euro)
700
600
500
Bron: Assuralia
400 2002
2003
2004
2005
2006
25
“
Ziekenfondsen : nog surplace in 2008?
”
Europees onderzoek De Europese Commissie heeft België in 2007 formeel verzocht zijn bevindingen mee te delen over het feit dat Belgische particuliere ziekenfondsen in concurrentie met commerciële verzekeraars een aanvullende ziektekostenverzekering aanbieden, zonder aan de EU-voorschriften betreffende de solvabiliteit van, het toezicht op en de financiering van verzekeraars onderworpen te zijn. Zonder de opzet van het Belgische socialezekerheidsstelsel of het recht van particuliere ziekenfondsen om een aanvullende ziektekostenverzekering aan te bieden ter discussie te stellen, vreest de Commissie dat dit tot verschillende niveaus van bescherming van de verzekeringnemers en tot marktverstoringen zou kunnen leiden. België heeft binnen de vereiste twee maanden geantwoord, maar bij het afsluiten van dit overzicht had de Commissie nog altijd niet beslist of zij al dan niet een "met redenen omkleed advies" zal uitbrengen om de Belgische regering formeel te verzoeken de wetgeving in kwestie te wijzigen.
GEZONDHEID
% 30
BRUTO TECHNISCH-FINANCIEEL SALDO
20
(in % van de premies) Gewaarborgd inkomen - Individueel Gewaarborgd inkomen - Collectieve Individuele hospitalisatie Collectieve hospitalisatie
10 0 -10 -20
Bron: Assualia
-30 2002
2003
2004
2005
2006
27
Schadeverzekeringen In de eerste jaren van de eeuw waren de schadelast hoog en de premies laag. Dit leidde tot een sanering door duidelijke prijsstijgingen en andere saneringsmaatregelen. Sedertdien is de rust weergekeerd in de meeste schadebranches. De jaarlijkse omzetgroei bleef de laatste vier jaar stabiel op minder dan 5 % per jaar, schade blijft grotendeels onder controle en goede resultaten maken het mogelijk om nieuwe voordelen toe te kennen aan het cliënteel (extra waarborgen, jokers en gelijkaardige voordelen voor wie lang schadevrij blijft, verschillende formules bij het hanteren van franchises bij ernstige brandschade). De enige groei die uit de band springt is in 2006/2007 genoteerd in de branche Brand, waar de invoering van de waarborg natuurrampen de klanten meer dekking biedt in ruil voor een matige prijsverhoging. In 2008 is deze eenmalige factor niet meer aan de orde. De zorg voor de consument en meer specifiek voor de slachtoffers van ongevallen vormt de rode draad in dit hoofdstuk. Voorbeelden hiervan zijn de menselijke aanpak van nabestaanden, snellere vergoedingen en nieuwigheden in rechtsbijstand en reisbijstand.
“
Mensgericht en efficiënt
”
28
SCHADEVERZEKERINGEN
Menselijke plicht Na de duidelijke verbetering in de jaren 2000 tot 2005, stagneren de Belgische ongevallencijfers. Het aantal verkeersdoden is het laatste jaar zelfs met enkele procenten toegenomen. Nieuwe maatregelen dringen zich dus op om de Europese ambitie, de halvering van het aantal verkeersdoden tussen 2001 en 2010, te kunnen realiseren. De Staten-generaal voor de verkeersveiligheid – zowel de federale als gewestelijke – zetten hier de bakens uit, inclusief een verhoogde aandacht voor een gepaste opvang van (jonge) verkeersslachtoffers, nabestaanden en naastbestaanden. Assuralia maakt werk van de aanbevelingen die ook het verzekeringsterrein bestrijken. De beroepsvereniging zet zich ook in voor de effectieve toepassing van de gedragsregels schaderegeling bij verongelukte kinderen op die in 2007 werden opgesteld in nauw overleg met de vereniging van Ouders van Verongelukte Kinderen. De verzekeraars zijn ervan overtuigd dat zij naast hun wettelijke en contractuele verbintenissen ook de maatschappelijke en menselijke plicht hebben om het verloop van de procedures ten aanzien van de getroffen families zo draaglijk mogelijk te maken. In 2008 volgt een eerste evaluatie van deze extra zorg voor nabestaanden.
“
De gemiddelde kostprijs van een verkeersongeval blijft intussen toenemen. In de tak BA-auto (Toerisme en Zaken) kost een ongeval gemiddeld 3.316 euro; de gemiddelde materiële schade bedraagt er 1.724 euro. De Assuralia-indicator toont een stijging met 9,6% voor de periode 2002-2006, terwijl de inflatie slechts 8,5% bedroeg. Deze prijsindicator houdt rekening met de evolutie van de kostprijs van nieuwe wagens, onderdelen en toebehoren, het uurloon van de garagisten, de gezondheidsuitgaven en de conventionele lonen van arbeiders en bedienden.
Versnelde en vertraagde schaderegeling Autoverzekeraars regelen de materiële schade van de meeste standaardongevallen, zoals kop-staartaanrijdingen of voorrang van rechts, zeer snel dankzij een efficiency-overeenkomst tussen de ondernemingen onderling (de zogenaamde RDR of directe regeling). De verzekeraars regelen via deze vereenvoudigde procedure jaarlijks zo’n 250.000 aanrijdingen. Wanneer een betrokken partij de aansprakelijkheid voor een ongeval betwist zorgt de rechtsbijstand voor de bemiddeling. En met succes, aangezien de meerderheid van de betwistingen in der minne wordt opgelost. Een aantal ongevallen, met of zonder lichamelijke letsels, komen onvermijdelijk voor de rechtbank.
RDR = een kwart miljoen snelle regelingen
”
MOTORRIJTUIGEN PREMIES Basis: 2001 = 100 Voertuigcasco Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
130
120
110
100
Bron: Assuralia
90 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007 schat
29
Voor de ongevallen waarbij de politie een proces-verbaal heeft opgemaakt zorgt de huidige gerechtelijke procedure voor heel wat vertraging. Dit komt het slachtoffer niet ten goede. Hij moet lang wachten op zijn schadevergoeding. Opdat de verzekeraar de benadeelde sneller zou kunnen vergoeden, moet hij zo snel mogelijk beschikken over een kopie van het strafdossier van het ongeval. De processen-verbaal zijn immers uiterst nuttige documenten voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Tot op heden moet de verzekeraar hier maandenlang op wachten. De vijfde Europese richtlijn over autoverzekeringen verplicht de lidstaten op dit vlak passende maatregelen te nemen. Europa vraagt de basisgegevens over een ongeval te centraliseren en elektronisch toegankelijk te maken voor alle betrokken partijen: de slachtoffers, hun verzekeraars en hun advocaten. Assuralia blijft ook begin 2008 bij de overheid ijveren voor het invoeren van dergelijk systeem om de processen-verbaal sneller te kunnen inzien en de consument sneller te kunnen vergoeden.
Europese richtlijnen België heeft vertraging opgelopen in de omzetting van die vijfde Europese richtlijn. Die introduceert een aantal nieuwigheden die de bescherming en dienstverlening voor slachtoffers nog zal versterken. Nieuw is onder meer de vergoeding van materiële schade bij ongevallen met niet-geïdentificeerde voertuigen waarbij de slachtoffers “belangrijke” lichamelijke schade oplopen. Tot op heden wordt bij deze ongevallen alleen de lichamelijke schade vergoed via het Motorwaarborgfonds.
BA-AUTO – “TOERISME EN ZAKEN” (Boekjaar 2006)
6,7 op 100 veroorzaken ongeval De gemiddelde schadefrequentie in de aansprakelijkheidsverzekering Auto (Toerisme en Zaken) bedraagt in ons land 6,7%. Met andere woorden: 6 à 7 bestuurders op 100 veroorzaken binnen het jaar een ongeval. Bestuurders met weinig ervaring scoren veel slechter. Zo ligt de schadefrequentie bij 18-jarigen twee keer hoger (bij vrouwen) tot vier keer hoger (bij mannen) dan het nationale gemiddelde. Sedert 21 december 2007 mogen Belgische verzekeraars in de autoverzekering echter geen onderscheid meer maken op basis van het geslacht. Dit betekent dat in 2008 de autopolis van zeer veel jonge vrouwen op de vervaldag duurder zal worden.
ENKELE KERNCIJFERS > 4,9 miljoen wagens ingeschreven DIV > 328.200 schadegevallen in fout – schadefrequentie 6,7% > Schadelast: 1.088 miljoen euro > Gemiddelde kost schadegeval: 3.316 euro (waarvan 1.724 euro gemiddelde materiële schade) > 52% materiële en 48% lichamelijke schade > 37.300 schadegevallen met lichamelijke schade > Gemiddelde kost schadegeval met lichamelijke schade: 14.002 euro
Bron: Assuralia
BA-AUTO – “TOERISME EN ZAKEN” Schadegevallen met schadelast > 125.000 euro
SCHADEGEVALLEN
2,1‰
PREMIES 2005
19%
30
SCHADEVERZEKERINGEN
De verzekeringsnemer krijgt ook het recht om een schadeattest op te vragen met betrekking tot de laatste vijf jaar van een verzekeringscontract. En slachtoffers van een ongeval in het buitenland krijgen de mogelijkheid ook in eigen land, de lidstaat waar zij wonen, een rechtszaak aan te spannen tegen de BAverzekeraar van de tegenpartij. Het voorbereidende werk - het vertalen van al deze principes in wetteksten - is klaar, regering en parlement kunnen de klus spoedig afmaken. Autoverzekeringen prijken bovenaan de agenda van de Europese instellingen in het kader van de verbetering van de werking van de interne verzekeringsmarkt voor particulieren. In de lijn van jarenlange aandacht voor de slachtoffers evalueert het Europese Parlement welke regels zouden moeten gelden voor de bepaling van het toepasselijke recht bij verkeersongevallen in de vreemde. De huidige regelingen van internationaal privaatrecht (in de regel: het recht toepassen van de plaats van het ongeval) radicaal omgooien – om uit te gaan van het recht van het slachtoffer - stemt niet overeen met de eerste reacties van de Commissie, die nader onderzoek zal wijden aan de kwestie en er tegen eind 2008 over zal rapporteren aan het Parlement en de Raad.
Mutualiteiten Eveneens in het voordeel van slachtoffers van verkeersongevallen, werkt Assuralia aan een efficiënter schadebeheer binnen de relatie mutualiteiten-verzekeraars. Een overeenkomst moet de communicatie tussen beide partijen optimaliseren. De mutualiteiten zullen vanaf 2009 de uitgavenstaten opstellen volgens een afgesproken protocol zodat de uitkeringen die vatbaar
zijn voor terugbetaling transparanter worden. De overeenkomst viseert ook het vermijden van dubbele betalingen en omvat concrete afspraken met betrekking tot de medische expertises bij zware lichamelijke schade.
Uitzonderlijke schadegevallen Rampen zoals in Ghislenghien staan in het geheugen gegrift. Om tot een kwaliteitsvolle behandeling en versnelde vergoeding te komen van slachtoffers van dergelijke uitzonderlijke schadegevallen bestuderen de verzekeraars diverse pistes en mogelijkheden. Het betreft onder meer het beperken van het aantal medische expertises voor de slachtoffers en de vereenvoudiging van de bijbehorende procedures. De oplossingen, die anno 2008 verder worden uitgewerkt, mogen de consument echter niet aanzetten zich niet te verzekeren. De verzekeraars zouden in de toekomst voorschotregelingen ten overstaan van niet-verzekerde slachtoffers kunnen overwegen in afwachting dat de aansprakelijkheid wordt vastgelegd. Indien echter geen aansprakelijke voor het schadegeval kan worden aangeduid of indien de aansprakelijke noch (voldoende) verzekerd, noch solvabel blijkt, dient er – via de overheid - een beroep te worden gedaan op de nationale solidariteit.
Preventie Preventie maakt volwaardig deel uit van de maatschappelijke rol die de sector vertolkt. Heel wat verzekeringsondernemingen voeren preventiecampagnes gericht op hun cliënteel of op het
31
grote publiek. De beroepsvereniging van haar kant zet de collectieve inspanningen verder op het terrein van de arbeidsongevallen en de verkeersongevallen. Zo is Assuralia reeds vier jaar sponsor van Bob en nauw betrokken bij de totstandkoming van de bekende eindejaarscampagne. De beroepsvereniging dringt er bij de partners, het BIVV en de Belgische brouwers, op aan de sensibilisering (en politiecontroles) beter te spreiden over het hele jaar en met het oog op veiliger weekendnachten. Daarom plant Assuralia in de lente van 2008 een extra Bob-promotieactie in samenwerking met de genoemde partners. Het hele jaar door serveert Assuralia op haar website en in de vakpers maandelijks nieuwe veiligheidstips en bijbehorende verzekeringsinformatie over thema’s zoals de brandveiligheid, waterschade, verwarming of vakantierisico’s.
Diefstal- en inbraakbeveiliging In de jaren ‘90 was het aantal diefstallen dermate hoog opgelopen dat de consumenten en autoverkopers massaal opteerden voor de meest uiteenlopende antidiefstalsystemen. Om hierin duidelijkheid te scheppen en een minimaal kwaliteitsniveau te handhaven stelde de BVVO, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen (vandaag Assuralia) lastenboeken op voor alarm- en immobilisatiesystemen.
BRAND WONINGEN Boekjaar 2006
Aantal waarborgen : brand = 5,35 miljoen / diefstal = 2,23 miljoen AANTAL SCHADEGEVALLEN
GEMIDDELDE KOST PER SCHADEGEVAL
Brand en aanverwante gevaren, electriciteit
97.718
2.811
Storm
15.707
1.460
3.505
3.081
20.360
3.112
Natuurrampen Diefstal, vandalisme en kwaadwilligheid Arbeidsconflicten en aanslagen
668
2.305
Andere
130.177
1.256
TOTAAL
268.136
2.002
Op het eind van de jaren ‘90 volgde een nieuwe generatie lastenboeken met betrekking tot de nadiefstalsystemen die het fenomeen van car- en homejacking moesten tegengaan.
1.000
BRAND
900
SCHADELAST
800
(in miljoenen euro)
700 600
Woningen: 536 miljoen
500 400 300 200 100
Bron: Assuralia
0 2002
2003
2004
2005
2006
32
SCHADEVERZEKERINGEN
Met het oog op een nog sterkere bescherming van de consument ruilt Assuralia in 2008 de aanpak op grond van eigen lastenboeken in voor een modern certificatiesysteem. De verzekeraars gaan samen met enkele partners, conform een Europese verordening en in samenwerking met erkende certificatie-instellingen, resoluut voor de invoering van het kwaliteitslabel INCERT. Dit label vindt reeds enkele jaren toepassingen in de sector voor de beveiliging van gebouwen. Vanaf de lente 2008 komen ook meldkamers in aanmerking voor het label; het betreft de private centrales die worden verwittigd wanneer een voertuig is gestolen of wanneer een inbraak heeft plaatsgevonden. De lijst met gecertificeerde producten en diensten en alle technische informatie staan op de gelijknamige website: www.incert.be
Brandschade in huurwoningen Vroeger liep de vergoeding van brandschade in huurwoningen wel eens vertraging op omwille van de specifieke relatie huurdereigenaar. De sector heeft een overeenkomst opgesteld om hieraan te verhelpen zodat huurder en eigenaar vanaf 2008 sneller vergoed zullen worden ongeacht de aansprakelijkheid. De overeenkomst moet ervoor zorgen dat de administratieve verzekeringsprocedures eenvoudiger en sneller verlopen, wat bovendien de kosten zal drukken. Ze zal overlapping bij het schadebeheer voorkomen en tevens het verhaalrecht tussen verzekeraars onderling vereenvoudigen. Opdat de overeenkomst van toepassing zou zijn mag de schade aan de verhuurde goederen, alsook de schade aan de inhoud niet meer dan 10.000 euro bedragen.
Basispolis rechtsbijstand Zal de nieuwe basisverzekering rechtsbijstand in de smaak vallen bij een groot publiek? En zal de fiscale aanmoediging van de overheid volstaan om de doelstelling te bereiken: een betere toegang tot het gerecht? Op die vragen brengt 2008 het antwoord. Onder impuls van de vorige minister van Justitie dokterden de verzekeraars een formule uit die diverse rechtsgebieden bestrijkt. De polis biedt de consument rechtshulp bij de burgerlijke aansprakelijkheid, consumentengeschillen, echtscheidingen, erfrecht, administratieve en fiscale geschillen. Deze rechtsbijstandverzekering wordt aangeboden aan 12 euro per maand, een premie die taksvrij blijft, met een franchise van 250 euro die wegvalt wanneer de zaak wordt opgelost via bemiddeling. De rechtsbijstandverzekeraars hebben via Assuralia een kwalitatieve studie opgezet waarin wordt gepeild naar de mening van de consument over het nut van rechtsbijstand in het algemeen en de perceptie van de nieuwe polis. In het voorjaar van 2008 zullen de verzekeraars conclusies knopen aan het onderzoek.
HULPVERLENING AANTAL TUSSENKOMSTEN (Boekjaar 2006 op grond van een steekproef over 80% van de omzet) > 454.800 tussenkomsten 384.400 in België 70.400 in buitenland > 385 medewerkers > 1,3 miljoen oproepen
Service assistance tussenkomsten 17% Home assistance tussenkomsten 2% Medische tussenkomsten 7% Technische tussenkomsten 74% Bron: Assuralia
33
Trends in hulpverlening en reisverzekering Ook de reisverzekeraars en bijstandmaatschappijen innoveren voortdurend. Ze wijzigen hun dekkingen en verzekerde plafonds in functie van de behoeften van de consument. Een echte trend in dit segment vormen de annuleringsverzekeringen die een jaar geldig blijven; de aanbieders ervan spelen in op het groeiende aantal mensen die meerdere keren per jaar een reis of weekendje boeken in plaats van één lange vakantie. De technische interventies (bijvoorbeeld autopannes) blijven het talrijkst en vinden voor het merendeel in het binnenland plaats. De medische hulpverlening (bijvoorbeeld ziekte of ongeval) is minder frequent, brengt hogere kosten met zich mee en situeert zich vooral in het buitenland. De jongste tijd winnen ook de “service assistance” en de “home assistance” aan belang. In de verzekeringstak Hulpverlening staan 385 medewerkers 24/24 uur paraat om de mensen die pech lijden onderweg of op vakantie zo snel en zo efficiënt mogelijk bij te staan. Samen verwerken ze maar liefst 1,3 miljoen oproepen per jaar.
35
Leden
(Situatie op 01/01/2008)
A
ACE Europe ACTEL Aegon Schadeverzekering AIG Europe AIOI Motor Allianz Belgium Allianz Versicherung AMMA APA Apra Leven Arag Atradius Credit Insurance Audi Avéro Belgium Insurance Aviabel AXA Belgium
B
BVIH (Mondial Assistance)
C
CDA Chubb Corona
D
E
DAS De Verenigde Verzekerden Delta Lloyd Life Dexia Verzekeringen België DKV Belgium ETHIAS (Arbeidsongevallen) ETHIAS (Brand) ETHIAS (Gemeen Recht) ETHIAS (Leven) EULER HERMES Belgium Euromex Europ Assistance (Belgium) Europese
F
FEDERALE Verzekering (Arbeidsongevallen) FEDERALE Verzekering (BOAR) FEDERALE Verzekering (Leven) FEDERALE Verzekering (Pensioenen) Fidea Fortis Corporate Insurance Fortis Insurance Belgium
G
Garantiefonds Reizen Generali Belgium
H
Hagelunie Hamburg-Mannheimer
I
ING Life Belgium ING Non-Life Belgium Inter Partner Assistance
K
KBC Verzekeringen
L
L'Ardenne Prévoyante
M
N
Mensura (Arbeidsongevallen) Mensura Verzekeringen Mercator Verzekeringen MetLife Insurance Mitsui Sumitomo Munich Re Nateus Nationale Suisse Verzekeringen Norwich Union Life & Pensions
O P
Optimco P&V (Arbeidsongevallen) P&V Verzekeringen PartnerRe Partners Verzekeringen PNP Protect Providis
Q
Quinn Insurance
R
Royal & SunAlliance Global
S
Satrex SCOR Global Life Secura Securex - Onderlinge verz. Securex (Arbeidsongevallen) Securex Leven Servis Servis - Life Sirius International Swiss Life (Belgium) Swiss Re
T
TCRe TOTAL Pensions Belgium Touring Verzekeringen TVM België
V
VIVIUM
W Z
Winterthur-Europe Verzekeringen ZA Verzekeringen Zurich Insurance Ireland Zürich Versicherung (BDM)
> Laatste situatie beschikbaar op de site : www.assuralia.be/nl/organisation/index.asp
36
BESTUURSORGANEN
Directieraad
(Situatie op 26/02/2008)
VOORZITTER
LEDEN
Christian DEFRANCQ
Gustaaf DAEMEN
Voorzitter van het Directiecomité – KBC Verzekeringen
Gedelegeerd Bestuurder – DAS Rechtsbijstand
Bart DE BONDT
ONDERVOORZITTERS Jacques BAERTEN Adjunct Directeur-Generaal – ETHIAS
Jacques FOREST Voorzitter van het Directiecomité – P&V Verzekeringen
Member Executive Committee –ING Life & Non-Life
Thierry DELVAUX Voorzitter van het Directiecomité – Generali Belgium
Jan DE MEULDER CEO – Mercator
René DHONDT
GEDELEGEERD BESTUURDER Philippe COLLE
LEDEN VAN HET UITVOEREND COMITE Jean-Claude DEBUSSCHE Voorzitter van het Directiecomité – Mensura
Bart DE SMET CEO – Fortis Insurance Belgium
Robert FRANSSEN Voorzitter van het uitvoerend Comité – Allianz Belgium
Yves LENOIR Directeur-Generaal – Nationale Suisse Verzekeringen
Guy ROELANDT Voorzitter van het Directiecomité – Dexia Verzekeringen België
Eugène TEYSEN General manager – AXA Belgium
Johan THIJS Directeur-Generaal – KBC Verzekeringen
Luc VANCAMP Gedelegeerd Bestuurder – DKV Belgium
Algemeen Directeur – Assuralia
Roger FRANSSEN Roger Franssen - Voorzitter Koninklijke Belgische Vereniging van Transportverzekeraars (BVT)
Caroline HAENECOUR Directeur van de Particuliere Verzekeringen – Avéro Belgium
Olivier HALFLANTS Directeur-Generaal – Europ Assistance Belgium
Philippe LATOUR Chief Financial Officer – Fortis Insurance Belgium
Jan LEFLOT Gedelegeerd Bestuurder – SECURA Belgian Re
François LEMONNIER Directeur ondernemingen - AXA Belgium
Jean-Pierre LERIN Directeur-Generaal – Inter Partner Assistance
Charles RELECOM CEO - Managing Director - Swiss Life (Belgium)
Marie-Paule STEVENS Bestuurder - Directeur - CDA
Ivo STEVENS Directeur-Generaal - Fidea
Hans VERSTRAETE Voorzitter van het Directiecomité – Nateus
Francis VROMAN Gedelegeerd Bestuurder - FEDERALE Verzekering
37
Afdelingsvergaderingen
(Situatie op 26/02/2008)
ONGEVALLEN GEMEEN RECHT Voorzitter: Johan THIJS, KBC Verzekeringen Ondervoorzitter: Agnès PIRARD, ETHIAS
ARBEIDSONGEVALLEN Voorzitter: Jean-Claude DEBUSSCHE, Mensura Ondervoorzitter: Luc DETOBEL, AXA Belgium
AUTO Voorzitter: Eugène TEYSEN, AXA Belgium Ondervoorzitter: Mathieu JANSSEN, KBC Verzekeringen
KREDIET-BORGTOCHT Voorzitter: N.
BRAND EN ZAAKSCHADEVERZEKERINGEN Voorzitter: Robert FRANSSEN, Allianz Belgium Ondervoorzitter: Bertrand ROOSEN, Fortis Insurance Belgium
HERVERZEKERING Voorzitter: Jan LEFLOT, SECURA Belgian Re Ondervoorzitter: Jean-Pierre BUGNON, Swiss Re
TRANSPORT Voorzitter: Roger FRANSSEN, Koninklijke Belgische Vereniging van Transportverzekeraars (BVT) Ondervoorzitter: Serge VANDERSTAPPEN, Fortis Corporate Insurance
LEVEN Voorzitter: Bart DE SMET, Fortis Insurance Belgium Ondervoorzitters: Leven Collectief: Jean-Michel KUPPER, Fortis Insurance Belgium Leven Individueel: Laurent GOUDEMANT, AXA Belgium
VOORZITTERS VAN DE BESTENDIGE COMMISSIES Communicatie en Informatie: Hans VERSTRAETE, Nateus Risk & Finance: Sonja ROTTIERS, Dexia Verzekeringen België Distributie: Mark DE PROOST, AXA Belgium Juridische Studies en Controle: Serge JACOBS, ETHIAS Fiscaliteit: Guy ROELANDT, Dexia Verzekeringen België Fraude: Kurt VAN BRUYSEL, AXA Belgium Adviserende Artsen-Verzekeraars: Dr. Pierre LUCAS Productiviteit: Martine RENIERS, Swiss Life (Belgium) Sociale Aangelegenheden: Georges ANTHOON, AXA Belgium
GEZONDHEID Voorzitter: Luc VANCAMP, DKV Belgium Ondervoorzitter: Ann DEWAELE, Fortis Insurance Belgium
> Laatste situatie beschikbaar op de site : www.assuralia.be/nl/organisation/index.asp
38
BESTUURSORGANEN
Philippe COLLE 641
Interne organisatie
Gedelegeerd bestuurder (Situatie op 01/02/2008)
Ingvild DEBBAUT 642 Directie-assistente
René DHONDT 650 François de CLIPPELE 694 Publicaties
Willy DE WEERDT 700
INFORMATIE, OPLEIDING & DISTRIBUTIE
Jean ROGGE 739 Directeur
Opleiding
Marjorie DEMANNEZ 701 Ontwikkeling
Algemeen directeur Christiane BALIGAND 651 Directiesecretaresse
PERS & COMMUNICATIE INTERNATIONALE ZAKEN
Wauthier ROBYNS de SCHNEIDAUER 690 Directeur
Marianne LOUETTE 723
Carine KRONAL 691
Secretaresse
Directiesecretaresse
François de CLIPPELE 694 Pers & Communicatie
Floris GOYENS 884 Internationale Zaken
Sarah SNOECK 737 Internationale Zaken
Peter WIELS 692 Pers & Communicatie
Sammy BOGAERT 882 Leven Individueel
Floris GOYENS 884 Gezondheid
Wim SCHITS 743
PERSOONSVERZEKERINGEN
STUDIES EN ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
Birgit HANNES 880
ZAAKSCHADE-, AANSPRAKELIJKHEIDS EN TRANSPORTVERZEKERINGEN
Gino LEROY 760
Bruno DIDIER 660
Directeur Marie-Jo HOUBAR 881 Directiesecretaresse
Technische studies
Directeur
Directeur
Christiane BALIGAND 651
Hilde VAN IMPE 721
Directiesecretaresse
Directiesecretaresse
Bernadette VAN CROMBRUGGHE 892
Bernard DESMET 676 Brand- en Diefstalverzekering
Arbeidsongevallen
Stéphanie VAN CAENEGHEM 730
Bart VANDERMEIREN 883
Ongevallen- en Aansprakelijkheidsverzekeringen
Leven Collectief
Ives VERBAEYS 671 Autoverzekering
JURIDISCHE & FISCALE STUDIES
VERZEKERINGSTECHNISCHE STUDIES
RISK & FINANCE
SOCIALE ZAKEN
Xavier de BEAUFFORT 652
Rita THYS 746
Frédéric CHANDELLE 740
Serge DEMARREE 890
Directeur
Directeur
Directeur
Directeur
Personeelsadministratie
Colette VANDEROOST 661
Françoise GILSON 741
Françoise GILSON 741
Geneviève Ralet 893
Michel BORMANS 693
Directiesecretaresse
Directiesecretaresse
Directiesecretaresse
Directiesecretaresse
Maarten BELLEMANS 738
Andy VANGENCK 616
Isabelle BASTIEN 894
Technische studies
Studies Risk & Finance
ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
Suzanne BAAR 766 Telebib2 Centrum
Frans HAESENDONCKX 750 ICT
Benoît MONTENS 764 Productiviteit, Fraudepreventie
Stéphane NACHTERGAELE 768 HR, Productiviteit
Rudy VANDEN HEEDE 783 Boekhouding
Pierre VAN HECKE 808 Algemene diensten
Anne-Catherine VERHAEGHE de NAEYER 795 Documentatie
Herman VERMEYEN 790 Vertaling
JURIDISCHE & FISCALE STUDIES
Edwin DESNYDER 728 Fiscale studies
Melissa THIRION 725
Alex MASELIS 745 Technische studies
Juridische & fiscale studies
Charles van OLDENEEL tot OLDENZEEL 722 Bedrijfsjurist, Juridische studies
De cijfers achter de namen zijn de telefoonnummers
Sociaal recht - studies
Colofon Version française disponible sur simple demande
[email protected] Uitgegeven door Assuralia Beroepsvereniging van Verzekeringsondernemingen D-2008-0377-4 - ISSN O771-3886
Ontwerp en realisatie : De Visu Digital Document Design
Foto’s Frédéric Pauwels © 2007
Druk Drukkerij Van Ruys
HUIS DER VERZEKERING de Meeûssquare, 29 B-1000 Brussel Tel.: +32 2 547 56 11 Fax: +32 2 547 56 00
[email protected] www.assuralia.be