088 009
Balans & Vooruitzichten
1
Het vertrouwen behouden
In dit boekje “Balans en Vooruitzichten 2009” houdt onze beroepsvereniging de vinger aan de pols. De hartslag van een CEO bereikt regelmatig sportieve pieken wanneer het stormt op de financiële markten. Maar maak u niet ongerust: de verzekering blijft overeind ondanks de barre beurstijden en de dalende intrestvoeten. De verzekering blijft dagelijks de bescherming bieden die de mensen ervan verwachten. De verzekering voedt van nature een veiligheidsgevoel dat in economisch minder gunstige tijden meer dan welkom is. In crisistijden komen de beschermingsmechanismen die al jaren stevig verankerd zitten in de verzekeringsmarkt plots goed van pas. Wettelijke voorschriften – allesbehalve klein bier - en nauwgezet toezicht van de overheid zorgen er al sedert de invoering van de controle (1975) op alle activiteiten van de verzekeraars voor dat de Belgische markt geen faillissementen heeft meegemaakt. Die solide grondslagen maken het mogelijk om te bevestigen dat tegenover betaalde premies verbintenissen staan die de verzekeraars zullen nakomen en om uit te leggen dat veiligheid en voorzorg ingebakken zitten in het verzekeringsvak. Dit moet een geruststelling zijn voor de consument. De hoge tevredenheidscores die ondernemingen en tussenpersonen halen na het verkopen van een verzekering of na het regelen van een schadegeval betekenen niet dat zij op hun lauweren mogen rusten. De consument vraagt voor hem geschikte producten die duidelijk zijn. Verzekeraars en tussenpersonen behoren te streven naar eenvoudige en transparante producten. In moeilijke economische tijden zou het trouwens een foute keuze zijn dat klanten blindelings zouden bezuinigen op hun polissen en dat de zo noodzakelijke bescherming zou verdwijnen en zij kwetsbaar zouden achterblijven. De klant verlangt hier en nu heldere betrouwbare informatie, een luisterend oor voor zijn onmiddellijke behoeften – op tijd en stond ook voor zijn klachten en suggesties – én een geschikte partner voor zijn plannen op langere termijn. De samenleving verwacht van de sector de juiste respons op een immense uitdaging als de vergrijzing, met gepaste formules voor pensioen- en gezondheidszorg. Dit alles veilig omkaderd met nog scherpere solvabiliteitsmaatregelen (Solvency II). De verzekeraars zijn bereid hiervan werk te maken. De verzekering wil een zinvolle bijdrage leveren tot die maatschappelijke uitdagingen en alle kansen grijpen om het vertrouwen van de consument te behouden. Laat Assuralia in 2009 deze toekomstprojecten in goede banen leiden!
Christian Defr Defrancq Voorzitter
Inhoud pagina 1
Inleiding
pagina 3
Voorwoord
pagina 5
Algemene omgeving
pagina 17
Persoonsverzekeringen
pagina 27
Schadeverzekeringen
pagina 33
Assuralia en zijn organisatie
pagina 38
English summary
3
2009 : kan de verzekering ons uit de crisis helpen?
De crisis die al in 2007 aan het sluimeren was, barstte na de zomer van 2008 echt los. Ze haalde alle vooruitzichten onderuit voor een jaar dat in het teken leek te staan van een ongecontroleerde explosie van energie-, grondstoffen- en voedselprijzen, kortom van een inflatie die de koopkracht zwaar zou aantasten en het sterke-eurobeleid van de Europese Centrale Bank zou wettigen. Het is anders gelopen. De ondergang van solide geachte ondernemingen in de Verenigde Staten veroorzaakte een schokgolf die bankgroepen over de hele wereld, ook in België, aan het wankelen bracht. Regeringen ondernamen actie om de stabiliteit te herstellen zodat die groepen in Europa weer vaste grond onder de voeten kregen. Zo hebben ze verhinderd dat de vertrouwenscrisis onder de banken zou uitmonden in een onomkeerbare liquiditeitscrisis. In die zware financiële storm heeft de verzekering standgehouden. Het is natuurlijk zo dat ze het jaar 2008 ingegaan was met positieve resultaten, als blijkt uit een geruststellende solvabiliteit, een toereikende zij het geen geweldige rendabiliteit en een schaderatio onder controle. In de crisis is gebleken dat de verzekerden terecht vertrouwen zijn blijven stellen in de verzekering: de prudentiële methodes die eigen zijn aan de verzekering hebben deugdelijk gefunctioneerd, en de Solvency II-hervorming moet voor nog meer veiligheid en preventie zorgen. De Belgische verzekeraars zijn er klaar voor. De crisis heeft ook aangetoond dat verzekeringen op correcte wijze verkocht worden (behoefte-evaluatie, informatiefiches,…). Wanneer bewindslieden zullen trachten lering te trekken uit de crash van 2008, zullen ze op oordeelkundige wijze onderscheid moeten maken tussen wat nodig is om incidentele schokken op te vangen enerzijds en wat betrekking heeft op systeemrisico’s anderzijds. Regelgeving moet dan ook gericht zijn op efficiëntie en niet op het gewicht dat ze op de markt uitoefent, want dat weegt uiteindelijk op de klant. In die zin moeten voor elk dossier de principes van een betere regelgeving gelden, met evenredigheid, raadpleging en impactstudie als sleutelbegrippen. 2009 zal het jaar zijn van een nieuwe politieke start op zowel Europees (nieuwe Commissie, nieuw Parlement) als Belgisch vlak (voor zover de regionale verkiezingen het al te lang vertroebelde klimaat kunnen verbeteren). De nationale pensioenconferentie zal de verzekeringssector de gelegenheid geven om maatregelen voor te stellen om de vergrijzing op te vangen, want die mag niet de bron van een nieuwe crisis worden. Ondanks haar besluitvaardig optreden op het hoogtepunt van de crisis heeft de Belgische regering vrij weinig ambitie aan de dag heeft gelegd, al kunnen enkele initiatieven, als ze slagen, toch voor echte vooruitgang zorgen. Er is bijvoorbeeld werk gemaakt van de toegang tot de verzekering voor zieken en gehandicapten of van de vergoeding van slachtoffers van uitzonderlijke schade. Dit laatste stelsel zou aansluiten op het rijtje van specifieke reglementeringen die nu al vaak op verzekeringsoplossingen stoelen (arbeidsongevallen, brand in voor het publiek toegankelijke plaatsen, …). Die projecten worden verder ontwikkeld via publiek-private samenwerking. Een dergelijke samenwerking houdt rekening met de toestand van de zwaar onder druk staande overheidsfinanciën, maar ook met de rendabiliteitseisen van de particuliere verzekering. Deze kan de rol van de sociale zekerheid of de Staat, in zoverre het minder beschikbare overheidsgeld hun bewegingsruimte doet krimpen, voor een stuk overnemen. Dankzij de verzekering wordt het zo gemakkelijker om zich aan de crisisomstandigheden aan te passen, net zoals particulieren en bedrijven nadrukkelijker veiligheid en bescherming zoeken wanneer risico’s erg tastbaar worden. Ook hier is de verzekering een factor van zekerheid en veiligheid. Hopelijk zal zij in 2009 haar potentieel nog beter kunnen waarmaken!
Philippe Colle Gedelegeerd Bestuurder
5
Algemene omgeving
TENDENSEN Terugblik op 2008 Wie vooruit wil kijken, moet eerst weten waar hij precies staat en naartoe wil. Als beroepsvereniging houdt Assuralia de vinger aan de pols van de verzekeringssector en probeert het mee gestalte te geven aan zijn toekomst.
Voldoende capaciteit om financiële schokken op te vangen
6
ALGEMENE OMGEVING
2007 was een grand-crujaar in zoverre de sector opnieuw een behoorlijke reële groei noteerde, terwijl 2006 een slecht jaar was geweest door de negatieve invloed van een heffing op de individuele levensverzekeringen die een tijdlang voor een afkeer van de markt had gezorgd. In 2007 kon de Belgische markt weer een sterker groeicijfer dan het Europese gemiddelde voorleggen. De premie-inkomsten stegen, maar niet ten koste van de verzekerden, die konden profiteren van voordelen dankzij de concurrentie op een gezonde markt, wat onder andere bleek uit een recordniveau van de winstdeelnames. Uit de rendabiliteits- en werkgelegenheidscijfers van eind 2007 kunnen we besluiten dat de Belgische verzekeringssector niet in het slop zat toen de crisis in de wereldeconomie losbarstte. Gelukkig maar!
INCASSO VERRICHTINGEN
Bron: Assuralia
INCASSO’S
(miljoenen euro)
2007
2008 (schat.)
NOMINALE GROEI (in %)
2007/ 2006
2008/ 2007 (schat.)
Totaal niet-leven en leven 31.193 Totaal leven 21.658
30.339 20.516
5,8% 6,3%
-2,7% -5,3%
Leven individueel 17.377 Gewaarborgde rente (tak21-22) 13.766 Beleggingsfondsen (tak23) 2.993 Kapitalisatie (tak26) 618
15.909 13.245 2.108 556
5,4% 16,7% -24,3% -16,6%
-8,4% -3,8% -29,6% -10,1%
Leven groep Gewaarborgde rente Beleggingsfondsen
4.281 4.154 127
4.607 4.438 170
10,0% 10,1% 7,1%
7,6% 6,8% 33,5%
Niet-leven Ongevallen, zonder AO Arbeidsongevallen AO Ziekte Auto Brand Algemene BA Andere verrichtingen niet-leven
9.535 390 1 126 1 035 3 089 2 127 726 1 042
9.823 389 1 162 1 118 3 142 2 187 746 1 080
4,7% 0,0% 4,0% 10,6% 1,8% 8,0% 4,6% 4,0%
3% -0,2% 3,2% 8,0% 1,7% 2,8% 2,8% 3,6%
De eerste schatting over de premie-inkomsten 2008 wijst op een vrij voorspelbare terugval in het licht van een moeilijke conjunctuur. De groei van de schadeverzekeringstakken, die traditioneel tamelijk goed bestand lijken tegen schommelingen, ondergaat gewoon een vertraging die trouwens gedeeltelijk te verklaren is doordat het effect van de invoering van de natuurrampendekking in de brandverzekering “eenvoudige risico’s” uitgewerkt is. Hoewel de belangrijkste tak van de schadeverzekering, namelijk de autoverzekering, stagneert, blijft de ziekteverzekering vooruitgang boeken en komt zo op bijna dezelfde hoogte als de arbeidsongevallenverzekering. De op het eerste gezicht behoorlijke premiegroei wordt echter fors aangetast door een hoge inflatie, vooral tijdens het eerste halfjaar. In de levensverzekering is de groei van de groepsverzekering ongetwijfeld een meevaller, met een nominale vooruitgang van 7,6 % na een reeds goed jaar 2007, maar het individuele sparen via de levensverzekering is in alle categorieën tot stilstand gekomen. Tak 23, die verbonden is aan beleggingsfondsen en dus gevoelig is voor de beurstrend, zakt opnieuw scherp met ongeveer 30 % in nominale termen tegenover het voorgaande boekjaar. De omzet in tak 21, dat wil zeggen de activiteit waarin de verzekeraar een vast rendement garandeert, vangt de schok beter op met een nominale afname van -3,8 % volgens de beschikbare cijfers bij het ter perse gaan van dit verslag. In totaal zou de markt terugvallen tot een premie-inkomen van circa dertig miljard euro. In afwachting dat de spaarzin weer toeneemt en het publiek zich bewust wordt van de unieke voordelen van de verzekering in een context waarin de schokken zeer reëel zijn en er veel onzekerheid heerst over ander vormen van sparen op middellange en lange termijn. Want de verzekering waarborgt,
7
Sociale agenda als enige, een rendement op lange termijn. 2008 heeft op erg ruwe wijze aangetoond dat de formules zonder gewaarborgd rendement het risico inhouden dat de waarde van geduldig opgebouwde activa keldert. Tegelijk zijn de fraaie resultaten van 2007 als sneeuw voor de zon gesmolten en is 2008, na vijf jaar met bevredigende resultaten, een magerder jaar voor de sector. Overigens gaan achter het verwachte globale evenwicht op sectorvlak verschillen schuil tussen marktdeelnemers. Al presteren de schadeverzekeringsportefeuilles beter, toch hebben ook die takken te lijden onder de verminderde bijdrage van de financiële inkomsten aan de bedrijfswerking. Van latente meerwaarden is evenmin nog sprake. Onder dergelijke turbulente omstandigheden wordt het bestaansrecht van de solvabiliteitsmarge overduidelijk: de overschotten zijn gekrompen, maar de vereiste solvabiliteit is nog altijd meer dan toereikend. Aan de hand van de definitieve cijfers, die in het najaar op www. assuralia.be beschikbaar zullen zijn, zal deze eerste balans verfijnd kunnen worden.
De verzekeringsondernemingen zijn er in 2008 in geslaagd de werkgelegenheid in de sector op peil te houden en hebben samen met de vakbonden de maatregelen uitgevoerd die afgesproken waren in het in oktober 2007 getekende akkoord. In 2009 zal concreet vorm gegeven worden aan verbintenissen over de herinschakeling in het beroepsleven zowel in situaties die technische, dan wel economische oorzaken hebben, bij fusies of om strikt persoonlijke redenen. De sociale partners hebben zich verdiept in de classificatie van de functies in de verzekeringssector en zijn het eens geworden over de toepassing van curves die rekening houden met de ervaring van de werknemers. Zo krijgt de sector een classificatie die 67 functies omvat, ondergebracht in acht klassen, en is het de bedoeling om in de loop van 2009 naar de nieuwe functie-indeling over te stappen. Assuralia heeft zijn leden rond dit project gemobiliseerd om zich van zijn haalbaarheid te verzekeren en er vervolgens bij de administratieve autoriteiten op aangedrongen dat ze het licht op groen zetten voor die overschakeling van de voortaan verboden leeftijdsgebonden loonschalen naar de oplossing waarover werkgevers en werknemers het eens zijn. Zoals blijkt uit de instructies van de bevoegde minister moet die overschakeling plaatsvinden in een budgettair en sociaal neutrale context. De onverwachte inflatieopstoot in 2008 heeft voor verwarring gezorgd bij wie dacht dat de overgang van een tweemaandelijkse indexatie naar een jaarlijkse indexatie op 1 januari van elk jaar vanaf 2009 rimpelloos zou verlopen. Van die zorgen is op sectorniveau akte genomen en ze zullen meegenomen worden in de onderhandelingen voor het sluiten van het sectorakkoord 2009-2010. Ondertussen is de meeste aandacht uitgegaan naar de interprofessionele onderhandelingen, die rechtstreeks (financiering van de beroepsopleiding, voor het personeel van de verzekeringsondernemingen gekanaliseerd door het paritaire platform Fopas), en onrechtstreeks hun weerslag op de sector hebben.
8
ALGEMENE OMGEVING
BINNENLANDS BELEID
Spaargeld en krediet vrijwaren
De wet- en regelgevende activiteit stond in 2008 op een laag pitje: de communautaire perikelen hebben de actie belemmerd van een regering die zich vrij bescheiden ambities heeft opgelegd in afwachting dat de verkiezingen van 2009 meer duidelijkheid bieden. Terloops stippen we als nieuwigheid aan dat het federale verzekeringsbeleid van de minister van Economie naar zijn collega van Financiën is gegaan. Toch is de regering doortastend opgetreden toen de Amerikaanse hypotheekcrisis een vertrouwenscrisis werd die het wereldwijde banksysteem heeft besmet en de economie in een recessie heeft gestort. De regeringsploeg is erin geslaagd de stabiliteit van de belangrijkste Belgische instellingen te vrijwaren of te herstellen, al diende ze daarbij het aanzicht van de hele financiële sector ingrijpend te wijzigen. Dat was trouwens ook het geval in de meeste van onze buurlanden. Regeringen hebben overigens dikwijls moeten samenwerken om de moeilijkheden op te lossen van groepen die actief zijn in verschillende Europese landen, waarbij de Europese Commissie erop toezag dat van de omstandigheden geen misbruik werd gemaakt om nationale bedrijven te bevoordelen ten koste van buitenlandse concurrenten. De Europese en zelfs mondiale samenhang van het beleid inzake financiële diensten is zo een actueel thema geworden. De Belgische regering heeft van meet af aan verklaard dat ze evenveel aandacht zou schenken aan de instandhouding van het vertrouwen dat klanten in verzekeringsproducten hadden gesteld, als aan dat in bankproducten. In het hoofdstuk “Persoonsverzekeringen” in dit jaarverslag gaan we dieper in op de invoering van een aanvullend garantiesysteem voor die ondernemingen die het opportuun zouden vinden ertoe toe te treden.
INCASSO (in miljarden euro)
De minister van Financiën staat bovendien positief tegenover de afschaffing van de taks van 9,25 % op de kredietverzekeringen, een heffing die in veel buurlanden niet bestaat. Die maatregel, die het bedrijfsleven uiterst gewenst acht, zal ertoe bijdragen het Belgische economische weefsel te stabiliseren en te versterken door krediet toegankelijker te maken en export aan te moedigen. De kostprijs van de maatregel (15 miljoen euro) zal grotendeels gecompenseerd worden door een terugverdieneffect doordat cascadefaillissementen voorkomen worden en de groei gunstig beïnvloed wordt.
Relaties verzekeraars/verzekerden In ieder geval is het duidelijk dat de relaties tussen verzekeraars en verzekerden veel aandacht zullen krijgen van de beleidsmakers en hun gesprekspartners op de verzekeringsmarkt. Een belangrijke stap in dit opzicht is het verslag dat de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) op verzoek van de regering opgesteld heeft over de bevordering van de financiële kennis in België. Dat document sluit aan op werkzaamheden die op internationaal vlak uitgevoerd worden - meer bepaald in de OESO – en maakt een eerste inventaris op van wat in België bestaat op het vlak van financiële educatie. Het verwijst in het bijzonder naar de inspanningen die ondernemingen, federaties en ombudsdiensten al gedaan hebben.
Leren en begrijpen Assuralia hecht veel belang aan die inspanningen, omdat die ervoor kunnen zorgen dat het publiek zich bewuster wordt van de risico’s die het leven meebrengt en van de oplossingen die de
15 12,5 10
Leven Individueel 21 Leven Individueel 23 Leven Groep Niet-leven Bron: Assuralia
7,5 5 2,5 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008 schat.
9
verzekering kan aanreiken. Die bewustmaking moet al op school beginnen en Assuralia verheugt er zich over dat de minister die in de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is voor onderwijs, voorstander is van de invoering van financiële kennis in de eindtermen van het middelbaar onderwijs. Een thema dat aandacht verdient nu de gemeenschapsverkiezingen voor de deur staan… De verklaring van Frank Vandenbroucke is ten slotte een steuntje in de rug voor de leraren economie, met wie Assuralia al lang samenwerkt om die aanpak in de schoolprogramma’s te bevorderen. Toch moet er meer gebeuren, want financiële educatie moet weliswaar stoelen op solide grondslagen en gezond verstand, maar ook toegepast worden op de belangrijke keuzemomenten van het leven. Naast de school moeten er dus andere kanalen ingeschakeld worden, zoals consumentenverenigingen, gezinsbonden, vakbonden, KMOfederaties en particuliere en publieke instanties die voeling hebben met risicogroepen als de mensen voor wie het een uitdaging blijft om hun budget in evenwicht te houden. Behalve de concrete inspanningen die van dat initiatief verwacht mogen worden, juicht Assuralia het toe dat de consument eindelijk een centrale plaats krijgt en de communicatie zich niet langer beperkt tot de verplichte precontractuele informatie van de verzekeraar en de verplichte adviezen van de tussenpersoon. Is het immers niet van essentieel belang dat de klant goed kan begrijpen wat hij mag verwachten van zijn keuzes? Het is toch vanzelfsprekend dat de tevredenheid van de klant berust op een correcte inschatting van wat de dienst in kwestie voor hem betekent?
Klachten opvangen en voorkomen Klantentevredenheid staat ook centraal in de initiatieven van Assuralia inzake klachtenbehandeling. Zonder afbreuk te willen doen aan de opdracht van algemeen belang van de Ombudsman van de Verzekeringen, heeft Assuralia de ondernemingen geholpen bij het opzetten van diensten voor klachtenopvang, niet alleen door een specifieke aanbeveling in die zin, maar ook via opleidingsprogramma’s en –instrumenten. In 2009 zal de werking van die diensten in de ondernemingen geëvalueerd worden om de sector op dat vlak nog meer vooruitgang te doen boeken.
De kwaliteit van het advies garanderen Als informatieverstrekking op de eerste plaats komt, dan komt adviesverlening daar natuurlijk vlak achter. In dat opzicht is 2009 het jaar waarin er nieuwe normen inzake beroepsbijscholing voor tussenpersonen van toepassing worden. De bedoeling daarvan is te voldoen aan de kwaliteitseisen voor bemiddeling en distributie waarin de Belgische en Europese wetgeving voorziet. De betrokken federaties hebben daarover gezamenlijk een gedragscode opgesteld. Insert, het aan Assuralia verbonden opleidingscentrum, heeft adequate hulpmiddelen ontwikkeld om een vliegende start mogelijk te maken.
Emancipatie door educatie
10
ALGEMENE OMGEVING
EUROPEES BELEID Administratie vereenvoudigen De verzekeraars vragen al lang dat de betrekkingen die zich in de loop van de verzekeringsovereenkomst voordoen, soepeler geregeld kunnen worden. Het is veelbetekenend dat ook de consumenten de kwaliteit van contracten over een periode van verschillende jaren beoordelen, zonder daarom terug te komen op de historische verworvenheid van het recht om de polis jaarlijks op te zeggen. De minister heeft verklaard dat het werk dat in verschillende werkgroepen plaatsheeft, geconcretiseerd zal worden met voorrang aan transparantie over tarieven en contractvoorwaarden. Assuralia wenst dat de herziening van de wet op de verzekeringsovereenkomst eindelijk een nodeloos dure procedure minder zwaar maakt. Een andere vorm van pragmatisme vloeit voort uit de herziening van de wet op de handelspraktijken die minister Van Quickenborne wil doorvoeren. In het licht van de economische realiteit vraagt Assuralia een hervorming van het stelsel van het gezamenlijk aanbod, zodat er meer ruimte komt voor creativiteit en innovatie, bijvoorbeeld door dienstenpakketten aan te bieden die nu als koppelverkoop bestempeld zouden worden. Talrijke bepalingen garanderen sowieso dat de consument die duidelijk over prijzen en voorwaarden ingelicht is, zelf zijn keuzes maakt. Zowel de Europese commissaris voor consumentenzaken, Meglena Kuneva, als de advocaat-generaal van het Hof van Justitie heeft bevestigd dat het Europese recht een dergelijk commercieel beleid toestaat.
2009 wordt een belangrijk jaar op Europees vlak, al zullen er ook onderbrekingen van het normale werk zijn: in het midden van het jaar vinden er Europese verkiezingen plaats en er wordt een nieuwe Commissie geïnstalleerd voor een periode van vijf jaar. Op het ogenblik van verschijnen van dit verslag begint die overgang het Europese wetgevende werk al te beïnvloeden. De aftredende Europese Commissie onder voorzitterschap van José-Manuel Barroso is aan haar actieplan voor 2009 begonnen met de vaststelling dat de financiële crisis en de economische vertraging voor Europa een van de grootste uitdagingen zijn die het ooit heeft gekend. De Unie heeft daardoor al moeten tonen dat zij snel, slagvaardig en solidair kan optreden. Er moest snel opgetreden worden om de financiële crisis aan te pakken, door een Europees kader te bieden dat de lidstaten hielp stabilisatieplannen op te stellen die verenigbaar waren met de interne markt en de regels voor staatssteun, en dat met de belangen van iedereen rekening hield. Na de tussenkomsten is het tijd voor hervormingen. De Commissie trekt een aantal algemene conclusies uit die situatie. Ten eerste blijkt uit de financiële crisis dat de globalisering de noodzaak van wereldwijde coördinatie en regelgeving heeft versterkt. Hoewel de financiële crisis vooral buiten de EU is ontstaan, tekent zich door de realiteit van de eengemaakte markt scherp af hoezeer de Europese economieën onderling afhankelijk zijn en hoe wezenlijk de noodzaak is een en ander gemeenschappelijk en gecoördineerd aan te pakken. Daarnaast is het zaak praktische maatregelen te nemen om het regelgevingskader voor het financiële stelsel van de EU een nieuwe vorm te geven. De bedoeling is om vertrouwen van burgers, investeerders en bedrijven te herstellen. Een pakket flankerende
11
maatregelen wordt aangekondigd in het kader van de regelgeving, het toezicht en de transparantie van de actoren en financiële sectoren. De eerste resultaten zullen vóór de Europese voorjaarsraad gereed zijn, onder Tsjechisch voorzitterschap. De regeringen van de lidstaten zullen een stand van zaken opmaken in verband met de geconstateerde lacunes en de toekomst van het toezicht op de financiële markten van de EU. Diezelfde Raad zal kennis nemen van een evaluatie inzake de voorbereidingen van de Unie op demografische veranderingen.
Solvency II: technische vooruitgang en politieke onzekerheid Hoewel 2008 gekenmerkt werd door een forse versnelling van de werkzaamheden betreffende de hervorming van de solvabiliteitseisen ten aanzien van de verzekeraars op technisch vlak, onder andere dankzij de massale deelname van de ondernemingen aan de vierde kwantitatieve impactstudie (QIS 4), was dit duidelijk niet het geval op politiek vlak: de onderhandelingen over het voorstel voor een “kaderrichtlijn” hebben nog altijd niet tot een consensus geleid. De standpunten van de Commissie en het Europees Parlement enerzijds en de Europese Raad anderzijds blijven op verschillende punten immers nog te sterk uiteenlopen, met name wat het onderdeel “hoofdtoezichthouder” en “groepssteun” betreft, alsook over de manier waarop het aan het bezit van aandelen verbonden risico geëvalueerd wordt.
Assuralia is van mening dat het voorstel voor een kaderrichtlijn in de loop van de huidige Europese legislatuur aangenomen moet worden, aangezien de financiële crisis de noodzaak van een echt op de risico’s gebaseerde reglementering, zowel op individueel niveau als op groepsniveau, versterkt. Het voorstel om het onderdeel “groepssteun” uit de kaderrichtlijn te halen is in dat opzicht een ronduit negatief signaal, in zoverre het geen rekening houdt met de economische realiteit van transnationale groepen. Door de diversificatievoordelen buiten beschouwing te laten, zou dit voorstel ertoe kunnen leiden dat heel wat dochterondernemingen omgevormd worden tot bijkantoren. De Belgische verzekeraars pleiten dan ook voor de goedkeuring van een tekst die de economische voordelen van de risicospreiding op alle niveaus erkent, waarbij die erkenning echter wel gepaard gaat met een verdeling van de bevoegdheden tussen toezichthouders die overeenstemt met hun respectieve verantwoordelijkheden. Het is belangrijk dat de discussies tot een resultaat leiden tijdens de eerste maanden van 2009. De Commissie, het Parlement en het CEIOPS (Europees comité van verzekeringstoezichthouders) zullen zich de komende maanden immers over voorstellen voor uitvoeringsrichtlijnen buigen (niveau 2 van de Lamfalussyprocedure). Die zouden tegen eind 2009 goedgekeurd moeten worden, zodat de vijfde – en normaal gezien laatste – impactstudie onder goede omstandigheden van start kan gaan in april 2010 en het hele Solvency II-project in 2012 van kracht wordt overeenkomstig het oorspronkelijke tijdschema.
12
ALGEMENE OMGEVING
IFRS: naar meer samenhang en verenigbaarheid met Solvency II? Het doel van de recente en meteen door de Europese Commissie bekrachtigde maatregelen van de IASB (International Accounting Standards Board) is de ondernemingen de mogelijkheid te geven de classificatie van hun financiële instrumenten te wijzigen om een extreme volatiliteit van hun eigen vermogen en resultaten in een context van illiquide markten te voorkomen. Dit is onmiskenbaar een stap in de goede richting. Die maatregelen zouden de procyclische impact van IAS-norm 39 - toen die nog niet herzien was - moeten inperken, alsook het besmettingseffect dat talrijke kredietinstellingen tijdens de laatste maanden van 2008 getroffen heeft. De gebeurtenissen van de laatste maanden hebben heel duidelijk gemaakt hoe belangrijk zowel de boekhoudnormen als de pijlers II en III van het Solvency II-project zijn (respectievelijk de onderdelen “risicobeheer en prudentieel toezicht” en “governance, rapportage, discipline en marktdiscipline”), alsook hoe noodzakelijk het is elke tegenstrijdigheid tussen de Solvency II- en IFRS-werkzaamheden te vermijden. Die maatregelen moeten passen in een ambitieuzere context van modernisering en versterking van de samenhang van het model en de normen van de IASB, waaronder meer bepaald die betreffende de boeking en waardering op economische basis van de verzekeringscontracten (project “Phase II Insurance Contracts”). Die norm is voor de verzekeraars immers van cruciaal belang. De IASB dient de prioriteit van dat project te bevestigen door het tijdschema van zijn werkzaamheden te handhaven zodat het tegen 2012/2013 aangenomen kan worden, in lijn met het Solvency II-project, wat een meer coherente interpretatie van de boekhoudstaten van de verzekeraars waarborgt.
Class actions in zicht? Naast die strategische prioriteiten onderstreept de Commissie dat een van haar belangrijkste andere intenties is na te gaan op welke wijze de toepassing van de wetgeving inzake consumentenbescherming kan worden versterkt om de consumenten, met name in grensoverschrijdende geschillen, beter bij te staan. Ze wil ook het debat voortzetten over collectieve vorderingen wegens schending van de communautaire mededingingsregels in zoverre het EG-Verdrag de slachtoffers het recht op compensatie geeft, maar burgers en KMO’s het moeilijk hebben om recht te doen geschieden. De ambitie om op de ingeslagen weg door te gaan voor consumentengeschillen is daarentegen niet expliciet in het actieplan opgenomen, al is er een politiek document aangekondigd voor 2009. Het Groenboek dat hierover in november 2008 is gepubliceerd, laat verschillende opties open. Assuralia heeft in 2008 diepgaand beraad gehouden over die “class actions”, die zich duidelijk zullen moeten onderscheiden van de geldklopperij waar ze in de VS toe geleid hebben. Het is dus van belang om het zoeken naar een minnelijke regeling daadwerkelijk aan te moedigen en het evenwicht tussen eisers en verweerders in gerechtelijke procedures niet te verstoren.
Geoorloofde samenwerking vergemakkelijken Voor het overige pleit Assuralia ervoor dat de Commissie de nationale mededingingsautoriteiten op duidelijke en uniforme wijze begeleidt bij de toepassing van wat al dan niet geoorloofd is ten aanzien van het concurrentierecht: de vrijstellingsverordening die bepaalde vormen van technische samenwerking tussen
13
verzekeraars toestaat, verschaft die rechtszekerheid, maar staat ter discussie nu ze eventueel, in een of andere vorm, verlengd dient te worden na 31 maart 2010. De Commissie vraagt zich immers af of een specifieke uitzonderingsregeling voor één sector wel gehandhaafd moet worden. Aanvankelijk was de verordening bedoeld om in een algemene toestemming te voorzien voor de talrijke aanvragen van de verzekeraars om goedkeuring van de Commissie voor hun gemeenschappelijke werkzaamheden (uitwisseling van statistieken, opstellen van standaardclausules, pools, goedkeuring van veiligheidsvoorzieningen). Van hun kant willen de verzekeraars de rechtszekerheid die de huidige verordening hun biedt, graag behouden. De verordening vergroot in het bijzonder de efficiënte werking van kleinere verzekeringsondernemingen en van pools die minder gebruikelijke risico’s dekken, wat de hele markt ten goede komt.
Differentiëren of discrimineren? De Commissie heeft het in haar programma niet over de discriminatiebestrijdende maatregelen buiten het beroepsleven die ondertussen al besproken werden in het Parlement en de Raad. Die maatregelen betreffen de kwesties in verband met leeftijd, handicap, godsdienst en overtuiging, alsook seksuele geaardheid. Het voorstel voor een richtlijn heeft dus thema’s bijeengebracht waarover de lidstaten een verschillende houding kunnen aannemen, terwijl juist unanimiteit vereist is om de tekst te doen goedkeuren. De verzekeraars zijn hierbij maar in enkele passages betrokken partij: hoewel in de memorie van toelichting bevestigd wordt dat, op het stuk van verzekeringen, differentiatie niet gelijkstaat met discriminatie, verontrust de tekst van het artikel van het richtlijnvoorstel hen om twee redenen. Het voert immers
het idee van een optiemogelijkheid voor de lidstaten opnieuw in: een onzalige keuze die ertoe leidt dat zowel burgers als bedrijven verschillend behandeld worden volgens de lidstaat waartoe ze behoren. Is dat Europa? In de tweede plaats verwijst de tekst naar actuariële of statistische gegevens om geoorloofde verschillen in behandeling te rechtvaardigen, terwijl daar ook medische gegevens, die niet altijd in statistische tabellen of actuariële modellen te vertalen zijn, aan toegevoegd zouden moeten worden. Die argumenten heeft Assuralia altijd nadrukkelijk naar voren gebracht bij zijn Europese en nationale gesprekspartners, temeer omdat de Belgische verzekeraars bittere herinneringen overhouden aan de omzetting van de richtlijn over de gelijke behandeling van vrouwen en mannen, die de kosten voor verzekeraars en zowel vrouwelijke als mannelijke verzekerden uiteindelijk heeft doen stijgen, en België geïsoleerd heeft in de zogenaamde “eengemaakte markt”. Op sociaal vlak wil de Commissie in 2009 ook nagaan hoe kan bijgedragen worden tot een vermindering van de ongelijkheid op gezondheidsgebied in alle landen van de EU. Zij zal de lidstaten daarbij ondersteunen via de verlening van steun uit structuurfondsen en de uitwisseling van goede praktijken. Die open coördinatiemethode benadrukt ook de beste voorbeelden van de ontwikkeling van particuliere pensioenen, door gerichte fiscale stimuli ten gunste van lage en gemiddelde inkomens, waardoor het aantal bij kapitalisatiestelsels aangesloten personen in vier jaar tijd verdubbeld is (Duitsland), en door de invoering van een solvabiliteitskader voor de pensioenfondsen dankzij een hoge dekkingsgraad en stabiele investeringen (Nederland). Nieuw binnen het sociale beleid van de Commissie is de hulp aan slachtoffers van criminaliteit en hun vergoeding, waar tekortkomingen vastgesteld worden binnen de lidstaten.
14
ALGEMENE OMGEVING
Btw: technocratie en efficiëntie Ook voor financiële aangelegenheden is unanimiteit van de lidstaten vereist. In dat domein reageren de verzekeraars positief op een voorstel voor een richtlijn die het mogelijk moet maken (tegen 2012?) het btw-stelsel toe te passen op bank- en verzekeringsdiensten. De bedoeling mag natuurlijk niet zijn om aan de (al te) talrijke belastingen op de premies een btw-heffing toe te voegen, wat onrechtvaardig zou zijn tegenover de eindgebruiker. Als het daarentegen gaat om diensten voor btw-plichtigen – dus de B-to-B-markt – zullen de verzekeraars door die hervorming de aan leveranciers betaalde btw kunnen neutraliseren en dus beter kunnen concurreren, zowel binnen als buiten Europa. In dat verband willen de verzekeraars het recht hebben om zelf te kiezen om het btw-stelsel al dan niet toe te passen op B-tot-B-transacties, zonder inmenging van de nationale overheden. Ze zouden dat voordeel ook graag kunnen toepassen op de activiteiten van de kostendelende verenigingen waaraan ze deelnemen. Het voorstel moet bovendien zorgen voor meer rechtszekerheid, met name door de definities van de bedoelde transacties te harmoniseren. Op de lijst van vereenvoudigingsinitiatieven van de Commissie staat ten slotte een herziening van de richtlijn over de motorrijtuigverzekering, meer bepaald wat betreft de hardnekkige tekortkomingen in de omzetting van de bepalingen over de afschaffing van de controle op verzekeringsdocumenten binnen de EU.
Concurrerende producten: beschermen door “knippen en plakken”? De onzekerheid bij het publiek over de gevolgen van de crisis heeft een nieuwe impuls gegeven aan het initiatief van de Commissie om na te gaan of alle voor particulieren bestemde beleggingsproducten, welke ook hun rechtskarakter (verzekeringen of aandelen van beleggingsfondsen bijvoorbeeld) of hun distributiewijze is, beantwoorden aan normen van hoog niveau inzake transparantie, voorkomen van belangenconflicten, communicatie, reclame en taakverdeling tussen producent en tussenpersoon. De Commissie zou in maart 2009 een Witboek moeten publiceren over de argumenten die pleiten voor (of tegen) een Europees wetgevend initiatief. Vooral het consumentenaspect van de MiFID-richtlijn is aanleiding voor deze discussie. De verzekeraars zijn van mening dat de algemene doelstellingen prevaleren boven al te ver doorgedreven berekeningen om de bepalingen waarmee de banksector vertrouwd is te vergelijken met de maatregelen die eigen zijn aan de verzekering. Assuralia heeft gewezen op de specifieke regels voor de verzekering en in het bijzonder op de maatregelen die in België het Europese kader voltooien. Het besluit daaruit is dat dit kader zeker toereikend is, wat niet betekent dat het niet voor verfijning vatbaar is. Consumentenbescherming beperkt zich echter niet tot wetten over verkoopvoorwaarden, maar omvat ook elementen als financiële educatie van de consument en soliditeit van de prudentiële grondslagen waarop de verschillende producten steunen. Misschien heeft de huidige crisis duidelijk gemaakt dat die waarborgen zelfs essentieel zijn.
15
Klimaatopwarming : bedreigingen en kansen De klimaatverandering is een feit! Volgens het laatste rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change, afgekort IPCC, staan de sinds de jaren zeventig vastgestelde wijzigingen inzake meteorologische uitersten als een paal boven water:
Welke kunnen gevolgen zijn voor de verzekeraars?
> smelten van de ijskappen en de sneeuwlaag;
Aangezien verzekeraars financiële dekkingen en bijstand aanbieden, is de problematiek van de klimaatverandering en van de zich vaker en intenser voordoende klimaatrisico’s voor hen van rechtstreeks belang.
> intensere en langere periodes van droogte, vooral in de tropische en subtropische gebieden;
De verzekeraars spelen ontegensprekelijk een rol in de duurzame ontwikkeling, om twee redenen:
> meer tropische stormen;
in de eerste plaats omdat het voorzien van risico’s, de evaluatie, de preventie en het beheer ervan wezenlijke onderdelen van het beroep van de verzekeraar zijn. De verzekering heeft op dat vlak een onvervangbare knowhow en expertise verworven. De verzekeraar, wiens basisopdracht erin bestaat risico’s op lange termijn te identificeren, in te schatten en te beheren, is van dichtbij betrokken bij de problematiek van de duurzame ontwikkeling in economisch, sociaal en milieugebonden perspectief.
> vaker periodes van hevige neerslag; > omvangrijkere branden die bovendien langer aanhouden. .
Ten tweede, omdat de verzekeraar zich van nature te midden van de menselijke activiteit bevindt en het bijgevolg aan zichzelf, binnen zijn mogelijkheden, verplicht is zijn klanten te begeleiden bij hun verwachtingen en zorgen. Zo kunnen de verzekeraars samen met de overheden structurele oplossingen uitwerken en risicoverminderend gedrag aanmoedigen zowel bij particulieren als ten aanzien van bedrijven.
Risico’s beheersen is zorgen voor de planeet
17
Persoonsverzekeringen
Leven Vijf jaar nadat ze in werking is getreden, begint de wet-Vandenbroucke op de aanvullende pensioenen eindelijk effect te sorteren. Het is duidelijk dat de betrokken partijen nu de voordelen inzien van de door de verzekeraars aangeboden formules. De kredietcrisis die na de zomer van 2008 is losgebarsten en het verlies aan vertrouwen in het bankwezen dreigden even over te waaien naar de verzekeringssector. Assuralia liet geen enkele gelegenheid onbenut om te benadrukken dat bankactiviteiten en verzekeringsactiviteiten fundamenteel verschillen, en herinnerde eraan dat de levensverzekering driedubbel beschermd is. En in het licht van de stijgende populariteit van producten met een gewaarborgde rente terwijl de neerwaartse spiraal van de beursstemming niet te stoppen leek, is die bescherming een doorslaggevende factor. Niettemin besloot de overheid om een staatsgarantie te bieden aan iedere verzekeraar die dit wenste.
De beste basis voor de koopkracht van morgen
18
PERSOONSVERZEKERINGEN - LEVEN
Een gegevensbank “aanvullende pensioenen”
Solvency II en beroepspensioeninstellingen
Tegen 2010 zou een gegevensbank “aanvullende pensioenen” operationeel moeten zijn. De doelstellingen van dit breed opgezet project zijn vierledig. In de eerste plaats moet een dergelijk instrument de controle op de 80%-regel vereenvoudigen (dit is het maximumpercentage van het laatste loon dat een aanvullend pensioen mag dekken, wettelijk pensioen inbegrepen, om de fiscale voordelen te kunnen benutten). Daarnaast is het de bedoeling de toezichtopdracht van de CBFA te vergemakkelijken wat betreft de toepassing van de wetten op de aanvullende pensioenen voor werknemers en zelfstandigen. Vervolgens wil die gegevensbank de pensioeninstellingen een kader aanbieden waarmee ze hun informatieplicht ten aanzien van de aangeslotenen kunnen nakomen met betrekking tot de verworven reserves als opgelegd door artikel 26 van de wet op de aanvullende pensioenen. Ten slotte kan de gegevensbank dienen als ondersteuning voor het uitzetten van beleidslijnen. Begin 2008 werd binnen de Kruispuntbank van de sociale zekerheid een werkgroep opgericht die binnen de twee jaar deze gegevensbank operationeel moet maken. Assuralia neemt deel aan die werkgroep en waakt er met name over dat de administratieve verplichtingen die de werking van zo’n bank meebrengt geen hinderpaal vormen voor de beoogde doeltreffendheid.
De Solvency II vereisten worden geleidelijk ingevoerd bij de verzekeraars. Dit is echter nog niet zo voor de beroepspensioeninstellingen. De verzekeraars willen een harmonisering van de beginselen van Solvency II voor alle actoren van de tweede pijler (verzekeraars en pensioenfondsen) gelet op het soort verbintenissen en niet op het soort pensioeninstelling. In een recent advies dringt het Europees Economisch en Sociaal Comité – waarin onder andere werkgevers en vakbonden vertegenwoordigd zijn – er bij de Commissie op aan om de bepalingen inzake solvabiliteit die gelden voor andere verleners van gelijksoortige financiële diensten, ongeacht hun aard, tot het niveau van de Solvency II-richtlijn op te trekken. Alleen door het beginsel “zelfde risico’s, zelfde regels” toe te passen kan de geloofwaardigheid van de collectieve pensioenen versterkt worden.
Erratum : grafiek pg. 18 moet er als volgt uitzien : ZIE EINDE VAN DIT DOCUMENT GEMIDDELDE RESERVE PER INWONER IN BELGIË (in euro)
16.000 14.000 12.000 10.000
Leven groep
8.000
Leven Individueel tak 23
6.000
Leven Individueel tak 21
4.000 2.000 0
Bronen: CBFA + eigen berekening Assuralia
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
19
Spaarrichtlijn
Nationale conferentie
Opsporen van “slapende” tegoeden
België heeft een aloude traditie om voor belangrijke maatschappelijke projecten een breed overleg te organiseren. Zo is er een nationale pensioenconferentie in het leven geroepen om het probleem van de vergrijzing van de bevolking aan te pakken. Begin 2009 werd het startschot voor die conferentie gegeven. Daarmee wil de regering – die er het initiatief voor genomen heeft – in overleg met de sociale partners het Belgische pensioenstelsel hervormen, versterken en vereenvoudigen, aangezien dit stelsel in de komende decennia zwaar onder druk zal komen te staan door een exponentiële groei van de pensioengerechtigden. Minister van Pensioenen Marie Arena zette eind 2008 alvast de toon tijdens de voorbereiding van die conferentie. Maar heeft zij wel de juiste toon gekozen? Ze suggereerde immers om de fiscale voordelen van de tweede en de derde pijler in te perken om zo de eerste pijler te versterken. Daarmee lijkt ze nogal kort door de bocht te gaan en een aantal zaken met elkaar te verwarren: namelijk kapitaaldekking en omslagstelsel, maar ook voorzorg en persoonlijke inspanning tegenover een meer algemene maar budgettair beperkte bescherming. Met haar suggestie ontmoedigt de minister eigenlijk de werknemers die binnen hun onderneming een inspanning leveren om later over meer middelen te beschikken dan wat hen door het wettelijke pensioen gewaarborgd is. Of was het slechts een opzettelijke provocatie om er zeker van te zijn dat alle partners dit debat serieus zouden nemen en geen enkel probleem uit de weg zouden gaan?
De wet van 24 juli 2008 neemt in zeer grote mate de suggesties over van Assuralia om niet opgevraagde verzekeringstegoeden op te sporen. Deze wettelijke regeling voor “slapende rekeningen, safes en verzekeringsovereenkomsten” verplicht de banksector en de verzekeringssector om actief de begunstigden van slapende tegoeden op te sporen.
UITKERINGEN INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERINGEN (in miljoenen euro)
De Europese Commissie stelt voor om haar richtlijn op de spaarfiscaliteit aan te passen om te voorkomen dat de in die richtlijn opgenomen aanbevelingen omzeild worden – via fiscale ontduiking – met producten die niet onder die richtlijn vallen, maar vergelijkbaar zijn met schuldvorderingen. Ook een aantal verzekeringsproducten zouden hiermee bedoeld worden, in het bijzonder levensverzekeringsovereenkomsten waarvan minder dan 5 procent van het verzekerde kapitaal het overlijdensrisico dekt, en waarvan de prestaties verbonden zijn met rentebetalingen.
Die wet is van toepassing op de levensverzekeringen die gesloten zijn ten voordele van een natuurlijke persoon, met uitsluiting van de renteverzekeringen en van de collectieve pensioenen. De uitvoeringsbesluiten zijn eind 2008 in werking getreden. De verzekeraar moet in de gevallen die de wet bepaalt onderzoeken of de verzekerde nog in leven is, meer bepaald wanneer een verzekering met een overlijdensdekking vervalt en wanneer de verzekerde bijna 90 jaar is. Voor dat onderzoek zullen de verzekeraars toegang krijgen tot bepaalde gegevens van het Rijksregister en tot de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. De voorwaarden zijn vastgelegd in een koninklijk besluit. Assuralia zal zorgen voor een “toegangsmiddel”, in de vorm van een met Febelfin gemeenschappelijke vzw Identifin die in april 2009 van start gaat.
Assuralia stelt vast dat de grensoverschrijdende activiteit voor dergelijke producten sinds de invoering van de richtlijn in 2002 zeer beperkt is, zowel vanuit België (1,3 % in 2006) als in de rest van Europa. Binnen grote markten als de Franse en de Duitse vertegenwoordigt die activiteit respectievelijk slechts 0,8% en 0,3%. Bovendien wordt sinds 2006 in België een taks geheven van 1,1 % op polissen van tak 21 en 23, ook als die bij een buitenlandse verzekeraar gesloten zijn. Er kan dan ook geen sprake zijn van concurrentievervalsing zodat de voorgestelde remedie een oplossing lijkt te bieden voor een denkbeeldig probleem.
Als de begunstigde zich ondanks de uitgevoerde opsporingen na 18 maanden nog niet gemeld heeft, draagt de verzekeraar de verzekerde prestaties over aan de Deposito- en Consignatiekas. Dit bevrijdt hem van zijn verplichtingen ten aanzien van de begunstigde, die zijn rechten behoudt op de overgedragen prestaties.
4.000 3.500 3.000 2.500
Rente-uitkeringen Kapitaal overlijden Kapitaal leven
2.000 1.500 1.000 500 0
Bronen: CBFA + eigen berekening Assuralia
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
20
PERSOONSVERZEKERINGEN - LEVEN
Eventuele extra bescherming voor tak 21 Om het door de kredietcrisis geschokte vertrouwen van de spaarders te herstellen heeft de Belgische regering niet alleen besloten om de staatswaarborg voor bankdeposito’s van 20.000 tot 100.000 euro te verhogen, maar ook om in een gelijkaardige bescherming te voorzien voor de levensverzekering. Het koninklijk besluit van 14 november 2008, dat drie dagen later in werking is getreden, voorziet in de oprichting van een “Bijzonder Beschermingsfonds voor deposito’s en levensverzekeringen” bij de Deposito- en Consignatiekas. Terwijl dit systeem in de banksector reeds verplicht was en nu verstevigd is, kunnen de verzekeringsondernemingen op vrijwillige basis deelnemen aan dit beschermingsfonds. Iedere verzekeringsonderneming dient voor zichzelf uit te maken of een dergelijke extra bescherming wenselijk is. Die eventuele deelname is geldig voor een jaar en is jaarlijks hernieuwbaar. De bescherming geldt voor alle tegoeden die belegd zijn in tak 21verzekeringen (gewaarborgde rentevoet), met uitsluiting van de collectieve contracten (tweedepijlerpensioenen). Die tegoeden zijn dan, wanneer een onderneming failliet gaat, beschermd ten belope van de afkoopwaarde met een maximum van 100.000 euro. Dit maximumbedrag geldt per onderneming en voor alle door dezelfde verzekeringnemer gesloten contracten. Het beschermingsfonds treedt alleen op als die onderneming hetzij failliet verklaard is, hetzij een verzoek tot gerechtelijk akkoord heeft ingediend of als de CBFA het in gebreke blijven van de onderneming vastgesteld heeft. Het beschermingsfonds wordt gefinancierd door een toegangsrecht dat door de toegetreden ondernemingen betaald wordt. Om iedere vorm van concurrentievervalsing tegen te gaan, mogen de tot het beschermingsfonds toegetreden ondernemingen hiervan geen melding maken in hun reclame.
EVOLUTIE INCASSO GROEPSVERZEKERINGEN TWEEDE PIJLER (in miljoenen euro)
Mocht dit Fonds, op het ogenblik dat het dient op te treden, niet over voldoende middelen beschikken, dan dient de hele sector bij te springen.
Een doeltreffendere informatiefiche In 2008 hebben de Ombudsman van de verzekeringen en de verbruikersvereniging Test-Aankoop aan de levensverzekeraars gevraagd om zich meer in te spannen op het stuk van reclame en informatie over individuele levensverzekeringen. In de een jaar eerder opgestelde gedragscode en informatiefiche was reeds rekening gehouden met een aantal opmerkingen van de toezichthouder. De CBFA vond het bijvoorbeeld nuttig dat alle verzekeringsondernemingen op hun website de informatiefiches van de levensverzekeringen die zij aanbieden zouden vermelden. Inmiddels heeft Assuralia drie nieuwe regels toegevoegd aan zijn gedragscode. De eerste regel heeft betrekking op het toekomstige rendement: wanneer het in de reclame vermeld wordt, moet dit rendement uitgedrukt worden op jaarbasis en moet duidelijk zijn over welke periode het gaat; als het rendement slechts een deel van de investering betreft of als het beginkapitaal niet gewaarborgd is, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden. Tweede nieuwe regel: wanneer het rendement verschillend is voor de verschillende reserveschijven (in het verleden gevormde reserves en reserve gevormd door de tweede premie), moet dit duidelijk vermeld worden. Ten derde moet in iedere reclame van algemene aard systematisch verwezen worden naar die informatiefiche. Die gedragscode staat op de websites van Assuralia en van de federaties van tussenpersonen.
4.500 4.000 3.500
Bron: Assuralia
Sectorplannen Ondernemingsplannen
3.000 2.500 2.000 2004
2005
2006
2007
21
Persoonsverzekeringen Arbeidsongevallen Voor de tak arbeidsongevallen is 2008 een vruchtbaar jaar gebleken inzake regelgevende initiatieven: aanpassingen van de uitkeringen aan de welvaart, vereenvoudiging van de ongevalsaangifte, uitbreiding van het toepassingsgebied tot onbezoldigde stagiairs… Twee van die initiatieven lijken de verzekeraars niet echt te steunen in hun rol waarbij ze een tak van de sociale zekerheid beheren: het nieuwe tariferingssysteem “gedifferentieerde premies” en een financiële bijdrage van de verzekeraars ten voordele van de toezichthouders die niet in verhouding staat tot de geleverde dienst.
Ongenuanceerde gedifferentieerde premies De overheid wil de werkgevers ertoe aanzetten om de veiligheid binnen hun onderneming te verhogen door vanaf 1 januari 2009 aan hun verzekeraar (artikel 49quater van de wet van 1971) een verplichte wiskundige formule voor premiedifferentiatie op te leggen die uitsluitend op de schadelast gebaseerd is. Assuralia betwist dit tariferingssysteem van “gedifferentieerde premies” om zowel juridische als praktische redenen. Dit systeem steunt rechtstreeks op het in 1997 opgerichte systeem in de context van een a priori controle met indiening van een tarief en onder de bevoegdheid van de minister van Sociale Zaken. Maar deze controle werd in 2001 volledig afgeschaft teneinde het verzekeringsstelsel voor arbeidsongevallen volledig in overeenstemming met de Europese verzekeringsrichtlijnen te brengen. Het aanbevolen systeem is dus strijdig met de herstructurering van het toezicht op de arbeidsongevallenverzekering dat ingevoerd werd door de wet tot omzetting van de richtlijnen niet-leven en met de door het Europese recht vastgelegde vrijheden, waaronder de tariefvrijheid. Niet alleen moeten verschillende rechtbanken nog een uitspraak doen, maar de verzekeraars wijzen er alvast op dat dit systeem praktisch gezien onmogelijk ingevoerd kan worden.
Verzwaarde risico’s worden buitensporig gestraft Ongestraft risico’s op arbeidsongevallen nemen behoort tot het verleden. Ieder bedrijf dat vanaf 1 januari 2009 in vergelijking met het gemiddelde in zijn activiteitensector abnormale ongevallenstatistieken voorlegt, zal een forfaitaire bijdrage opgelegd krijgen. Die kan oplopen tot 15.000 euro. Daarmee is het de bedoeling dat de werkgever een actieplan opstelt met preventiemaatregelen die hij tot dan toe niet genomen had. De verzekeraars verheugen zich over die beslissing aangezien die het hen eindelijk mogelijk zal maken een reeks ondernemingen die onverschillig blijven of
ARBEIDSONGEVALLEN INCASSO
1.000
89
(in miljoenen euro)
0
89
2
91
0
91
2
80
8
96
6
900
800 Bron: Assuralia 700
600 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
1.0
08
22
P E R S O O N S V E R Z E K E R I N G E N - A R B E I D S O N G E VA L L E N
koppig weigeren om elementaire preventie-inspanningen te doen, en door hun onverschilligheid de veiligheid van de werknemers in gevaar brengen, tot beter inzicht te brengen.
Ongerechtvaardigde bijkomende kosten
houden om budgettaire redenen.
Vanaf 1 januari 2009 moeten arbeidsongevallenverzekeraars een bijkomende jaarlijkse bijdrage van bijna 6 miljoen euro betalen. Dit is het gevolg van twee “besparingsmaatregelen” van de overheid, onder het voorwendsel dat de beheers- en toezichtkosten van het Fonds voor Arbeidsongevallen gedekt moeten zijn. Met de eerste maatregel wordt de beheersopslag in de barema’s van 3,5 op 5 procent gebracht ten voordele van het Fonds. De tweede maatregel legt de werkingskosten van datzelfde Fonds inzake toezichtopdrachten ten laste van de verzekeringsondernemingen. Dat het Fonds een deel van de rentes van het verzekeringsstelsel voor arbeidsongevallen moet beheren, komt omdat de wetgever de verzekeraars indertijd had verplicht – in verschillende stappen en telkens wegens budgettaire redenen – het beheer van de ongevallen met een ongeschiktheid van minder dan 20 %, en de daaraan verbonden financiële reserves, aan het Fonds over te dragen. De bedoeling daarvan was de hand te leggen op de reserves die bedoeld waren om die rentes te betalen. Die reserves werden onmiddellijk overgeheveld naar het algemene socialezekerheidsstelsel. In de logica van het Belgische systeem dat de tak arbeidsongevallen toevertrouwt aan de private verzekeraars, zou dat beheer (en de reserves) perfect opnieuw overgedragen kunnen worden. De verzekeraars hebben al afdoende bewezen dat ze in staat zijn om die reserves te beheren tegen een lastenpercentage dat beduidend lager ligt dan 5 %, of zelfs 3,5 %.
SCHADELAST
De tweede maatregel lijkt logisch – volgens het principe dat de gecontroleerde betaalt – maar houdt er geen rekening mee dat de sector ieder jaar al een bijdrage betaalt aan het Fonds voor Arbeidsongevallen ten belope van 25 miljoen euro. Dat is nog een overblijfsel uit het verleden dat de toenmalige regering heeft be-
Elektronische aangifte van een arbeidsongeval algemeen toegepast in 2010 In april 2008 heeft de regering een voorstel tot modernisering van de sociale zekerheid goedgekeurd. Daarin is een concreet plan opgenomen om de elektronische aangifte van de sociale risico’s algemeen toe te passen. De bedoeling is dat in 2010 papieren procedures tot het verleden behoren. De arbeidsongevallenverzekeraars staan positief tegenover die evolutie, die in de lijn ligt van hun eigen elektronische verbindingssysteem EVA, dat de administratieve kosten voor de werkgevers doet dalen. De elektronische aangifte van arbeidsongevallen beoogt zowel de aangifte die de werkgever kan doen via het socialezekerheidsnetwerk als de elektronische aangifte die hij rechtstreeks bij de verzekeraar kan doen via door de maatschappijen ontwikkelde software. Die software zorgt voor een specifieke toegevoegde waarde ten aanzien van de werkgever-klant (als nuttige statistische elementen voor het beheer van het risico door de klant). Doordat de aangifte verplicht elektronisch moet gebeuren, wordt het voor de overheid ook gemakkelijker om statistische gegevens te verzamelen bij de werkgever. Die evolutie is des te meer gerechtvaardigd aangezien ze past in de logica van de wetgever om een hele reeks sociale maar ook fiscale verplichtingen ten laste van de werkgever uitsluitend elektronisch te maken.
1.100 1.000 900 800 700 600
Bron: Assuralia
500 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
23
Persoonsverzekeringen Gezondheid Sinds 1 juli 2007 geldt de wet-Verwilghen ten voordele van personen die bij een private verzekeraar een individuele ziekteverzekeringsovereenkomst hebben gesloten. Hun dekking loopt levenslang en de waarborgen en premies mogen slechts onder strikte voorwaarden veranderd worden. Bovendien heeft de begunstigde van een collectieve dekking het recht om die op individuele basis voort te zetten. De uitvoering van die wet, die de toegang en de continuïteit van de private ziekteverzekeringsovereenkomst verbetert, is nog niet volledig. Er moet onder andere nog een “medische index” gedefinieerd worden zodat de verzekeraars hun verbintenissen op lange termijn kunnen nakomen. In 2008 heeft Assuralia de Europese Commissie ervan overtuigd een “gemotiveerd advies” te richten aan de Belgische regering opdat die de ziekenfondsen zou onderwerpen aan de Europese regels inzake solvabiliteit, toezicht en kapitaal van de verzekeraars, wanneer die een aanvullende ziekteverzekering aanbieden. De Commissie vreest immers voor concurrentievervalsing en onvoldoende bescherming voor de verzekerden. Assuralia heeft meteen onderhandelingen aangeknoopt met de ziekenfondsen om tot een akkoord te komen waardoor iedereen met een aanvullende verzekering van dezelfde spelregels kan profiteren.
GEZONDHEID
Medische index en aanpassing van de premies De wet-Verwilghen (20 juli 2007) verbiedt iedere aanpassing van de premie en van de voorwaarden na de sluiting van een individuele verzekeringsovereenkomst, behalve een specifieke indexering en drie bijzondere gevallen waarvoor geen enkele indexering soelaas kan brengen. Om het mogelijk te maken de premies te indexeren – iets wat de verzekeraars al geruime tijd wensen zodat verzekerden niet geconfronteerd worden met brutale verhogingen – heeft de wet-Verwilghen aan het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) en aan de CBFA de opdracht toevertrouwd om een “medische index” te ontwikkelen. Dit is een voor de gezondheidszorg specifieke prijzenindex, die een automatische aanpassing aan de duurzame prijsschommelingen van de gedekte medische kosten mogelijk maakt. Doordat ziekteverzekeringen een aanvullend karakter hebben, zijn ze bijzonder blootgesteld aan externe invloeden: gedragsveranderingen van de consument, wijziging van het wetgevende kader voor zorgverleners, patiënten of verzekeringsondernemingen. Daarom voorziet de wet-Verwilghen (met de invoering van artikel 138 bis-4 §3 in de wet op de landverzekeringsovereenkomst) in een uitzondering op het verbod om premies aan te passen, naast de medische index, in drie bijzonder gevallen: 1. een duurzame wijziging van de reële kosten van de gewaarborgde prestaties, door een abnormale concentratie van risico’s in een portefeuille; door het levenslange karakter ervan kan het risicoprofiel van de verzekerden in portefeuille leiden tot een verhoogde graad van concentratie van hogere risico’s (ouderen, zieken, gehandicapten), zonder dat de verzekeraar die ontwikkeling in de hand kan houden;
1.200
INCASSO (in miljoenen euro)
1.000
9,6
70
800
77
85
0
0,8
92
9,2
600
Bron: Assuralia
400 2003
2004
2005
2006
2007
1.0
27
,7
24
PERSOONSVERZEKERINGEN - GEZONDHEID
2. wettelijke of regelgevende wijzigingen die volgens het principe van de communicerende vaten een rechtstreekse invloed zouden hebben op de kosten en de omvang van de gewaarborgde prestaties, bijvoorbeeld de beslissing om de tegemoetkoming van de sociale zekerheid in de terugbetaling van een prestatie te beperken; 3. omstandigheden die een onmiddellijke invloed zouden hebben op diezelfde kosten en prestaties. Een nieuwe en dure medische techniek, bijvoorbeeld, die niet in de nomenclatuur van het Riziv is opgenomen. Dit zijn gevallen die niet gecompenseerd kunnen worden door een indexering van de premies (althans niet op voorhand), ongeacht de gebruikte parameters. De ziekenfondsen maken duidelijk gebruik van die mogelijkheid tot aanpassing die de overheid wil afschaffen voor de private verzekeraars. Een wetsontwerp wil immers artikel 138bis-4 § 3 afschaffen. De verzekeraars kunnen zich dan alleen nog wenden tot de CBFA om toestemming te krijgen om een tariefaanpassing door te voeren. Dat is onredelijk om op adequate wijze levenslange aanvullende ziekteverzekeringen met een uitgebreide dekking te kunnen beheren.
Een akkoord met de ziekenfondsen? Op 6 mei 2008 heeft de Europese Commissie een met redenen omkleed advies verzonden aan de Belgische regering opdat die de wetgeving betreffende aanvullende ziekteverzekeringen die door ziekenfondsen worden aangeboden zou aanpassen aan de verzekeringsrichtlijnen, wat betreft de solvabiliteit, het toezicht en het van de verzekeraars vereiste kapitaal, wanneer ze een aanvullende verzekering aanbieden. Intussen heeft Assuralia lange onderhandelingen gevoerd met de ziekenfondsen om tot een akkoord te komen over de manier waarop die aanpassing aan de Europese richtlijnen kan gebeuren. Zo’n akkoord kan pas effectief zijn wanneer alle details ervan ten uitvoer gelegd zijn. De regering van haar kant had aan de Commissie om een verlenging van de antwoordtermijn gevraagd. De Commissie heeft dit geweigerd. Geduld is niet eindeloos. De Commissie kan dus op elk moment naar het Europese Hof van Justitie gaan om België te laten veroordelen omdat het de regels inzake verzekeringsactiviteiten niet op tijd heeft toegepast op de door de ziekenfondsen aangeboden aanvullende verzekeringen. Om te vermijden dat het zover zou komen, zijn de verzekeraars bereid om mee te werken aan de uitwerking van een wetgeving die conform het Europese recht is en waardoor eindelijk iedere vorm van concurrentievervalsing tussen ziekenfondsen en verzekeraars zou verdwijnen wat betreft hun activiteiten inzake aanvullende verzekering.
GEZONDHEID
200
INCASSO
180
Basis 2002 =100 160 Gewaarborgd inkomen - Individueel Gewaarborgd inkomen - Collectieve Individuele hospitalisatie Collectieve hospitalisatie Bron: Assuralia
140 120 100 80 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008 schat.
25
Goed gebruik van medische gegevens Assuralia heeft in 2008 van de Orde van Geneesheren een reeks vragen gekregen over de verwerking van medische gegevens door de verzekeraar en over de rol van de adviserende arts. Dit biedt de verzekeringssector de kans om met de Orde een constructieve dialoog aan te gaan. Zo blijkt dat het medische korps niet altijd goed begrijpt waarom medische gegevens essentieel zijn voor de verzekeraars. Die gegevens dienen niet alleen – zoals algemeen aanvaard wordt – om het risico dat de verzekeraar op zich neemt correct in te schatten. De medische vragenlijst biedt de verzekeringnemer ook een structuur om hem te helpen bij de contractsluiting, zoals de wet hem verplicht, alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen waarvan hij redelijkerwijs moet weten dat ze voor de verzekeraar van belang zijn om het risico te beoordelen. De wet op de landverzekeringsovereenkomst bepaalt echter dat indien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet wordt geantwoord en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, hij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim kan beroepen. Vanuit dit standpunt gaat de Orde van Geneesheren te ver wanneer ze voorstelt om die vragenlijst meteen te vervangen door een medische raadpleging. Dit zou bovendien onaangepaste en over het algemeen overbodige kosten meebrengen.
GEZONDHEID
30
BRUTO TECHNISCHFINANCIEEL SALDO
20
(in % van de premies) Gewaarborgd inkomen - Individueel Gewaarborgd inkomen - Collectieve Individuele hospitalisatie Collectieve hospitalisatie Bron: Assuralia
10 0 -10 -20 -30 2003
2004
2005
2006
2007
27
Schadeverzekeringen
Zakelijk bekeken blijven de zaakschadeverzekeringen ondanks de crisis gezond en zij zetten hun matige omzetgroei voort. Positieve resultaten laten een flinke concurrentie toe met ruimte voor innoverende aanbiedingen of polisuitbreidingen ten voordele van de verzekerden. Maar naargelang het belang van het financiële inkomen voor het eindresultaat kunnen er knipperlichten opgaan in de branches waar sprake is van menselijke schade of van “long-tail” verbintenissen. Menselijk bekeken, ligt de focus in de dienstverlening meer dan ooit op de consument. De verzekeraars houden continu rekening met zijn wensen en opmerkingen. De nieuwe gedragsregels van de rechtsbijstandverzekeraar (januari 2009) en voor klachtenmanagement in de verzekeringsondernemingen (mei 2008) illustreren perfect die evolutie. Ook de bijstandverzekeraars spelen in op evoluerende behoeften, ze bieden nu tevens hulpverlening aan bij de mensen thuis. Schadeverzekeringen bieden een veilig valscherm bij allerlei materiële en lichamelijke tegenslag. Wanneer in ons beschermingssysteem toch hiaten opduiken of verbetering mogelijk is, werken de verzekeraars samen met de overheid aan oplossingen voor de toekomst. De regeling van natuurrampen en terroristische aanslagen zijn hiervan voorbeelden. Vandaag levert Assuralia een blauwdruk af voor de regeling van uitzonderlijke schadegevallen (van het type Ghislenghien).
28
SCHADEVERZEKERINGEN
Lagere premies
BA-AUTO – “TOERISME EN ZAKEN” (Boekjaar 2007)
ENKELE KERNCIJFERS > 5,0 miljoen wagens ingeschreven DIV > 345.000 schadegevallen in fout – schadefrequentie 6,9% > Schadelast: 1.187 miljoen euro > Gemiddelde kost schadegeval: 3.440 euro (waarvan 1.961 euro gemiddelde materiële schade) > 57% materiële en 43% lichamelijke schade > 34.800 schadegevallen met lichamelijke schade > Gemiddelde kost schadegeval met lichame-
De consument toont belangstelling voor de evolutie van de verkeersongevallen. Minder dodelijke ongevallen betekent, in zijn logica, lagere premies. Toch komen er nog andere factoren bij kijken: de brandstofprijs kan een effect hebben op de schadefrequentie, terwijl de kostprijs van een ongeval bepaald wordt door de kost van herstelling en verzorging. Na een continue verbetering in de jaren 2000 tot 2005 en de stagnatie in 2006 en 2007 neemt de curve van het aantal verkeersdoden in België in 2008 eindelijk een nieuwe duik. De hoge brandstofprijs heeft mogelijk bijgedragen tot minder en rustiger rijden. Laat ons hopen dat het een duurzame evolutie betreft en het aantal slachtoffers niet opnieuw toeneemt. Er is ook minder goed nieuws. Het probleem van de weekendnachten stelt zich scherper dan ooit. Terwijl het aantal verkeersdoden tijdens de week afneemt, neemt het toe tijdens de weekends. Gepaste campagnes en controles dringen zich op. En terwijl het aantal verkeersdoden in ons land lichtjes daalt, stijgt de gemiddelde schadefrequentie lichtjes van 6,7 naar 6,9%. Dit wil zeggen: bijna 7 bestuurders op 100 veroorzaken binnen het jaar een ongeval. In het begin en op het einde van de rijcarrière is de kans op een botsing beduidend groter (zie grafiek). De gemiddelde prijs van een verkeersongeval blijft ook toenemen. In de tak BA Auto (toerisme en zaken) kost een ongeval gemiddeld 3.440 euro; de gemiddelde materiële schade 1.961 euro.
lijke schade: 17.048 euro
SCHADEFREQUENTIE NAAR LEEFTIJD 2007 BA AUTO “TOERISME EN ZAKEN”
De kostprijs van een ongeval wordt beïnvloed door de evolutie van de kostprijs van nieuwe wagens, onderdelen en toebehoren, het uurloon van garagisten, de gezondheidsuitgaven en de lonen van arbeiders en bedienden en de referenties die de hoven en rechtbanken hanteren. Al deze elementen samen vormen bij Assuralia een indicator, die een stijging toont met 9,5% voor de periode van 2003 tot 2007, terwijl de inflatie slechts 8,8% bedroeg. Ondanks de toenemende kosten, de hogere schadelast en het toegenomen aantal voertuigen (+1,9% in 2007) kent de omzet in de BA motorrijtuigen slechts een beperkte stijging. De gemiddelde premie daalt zelfs lichtjes: van 315 euro in 2006 naar 312 euro in 2007 (taksen niet meegerekend). Door de sterke concurrentie die verzekeraars via de diverse distributiekanalen met elkaar aangaan, genieten de voorzichtige bestuurders extra voordelen en blijven de premies voor de meeste consumenten zeer gunstig. Wie echter frequent ongevallen veroorzaakt komt terecht bij het Tariferingsbureau dat ongeveer 10.000 verzekerden telt. Het zijn brokkenmakers, met verval van rijbewijs of verzwarende omstandigheden (dronkenschap, vluchtmisdrijf), jongeren met zeer krachtige voertuigen of wanbetalers. 2009 wordt overigens een mijlpaal voor de autoverzekering. De modelovereenkomst in de verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt dit jaar herzien. De consument hoeft geen opzienbarende wijzigingen te verwachten. Een aantal bepalingen worden juridisch bijgeschaafd omdat ze mogelijk niet meer geheel in overeenstemming zijn met andere wetgevingen en reglementeringen, of met gevestigde rechtspraak.
+) *1 */ *- *+ *)
Nationaal gemiddelde
1 / - + ) *1&+)
+*&+,
+-&+/
+0&,)
,*&-)
-*&.)
.*&/)
/*&0)
0*&1)
1*&2)
762*
29
Zorgen voor extra bescherming bij rampen
Woningen die door hun ligging, bijvoorbeeld naast een waterloop, om de zoveel jaar steevast onderlopen en bijgevolg moeilijk verzekerbaar zijn genieten toch bescherming. Zo vinden ongeveer 32.000 risico’s toch een dekking, weliswaar aan een
Twee jaar na de invoering van een dekking tegen natuurrampen bieden veel verzekeraars ruimere dekkingen aan dan deze opgelegd door de wetgever. En via Assuralia dokteren de verzekeraars een regeling uit voor uitzonderlijke schadegevallen!
hoger tarief vastgesteld door het Tariferingsbureau. De schade wordt solidair gedragen door de hele verzekeringsmarkt. Bij zeer grote natuurrampen springt de Staat het verzekeringsstelsel bij.
Elke brandpolis eenvoudige risico’s (woningen en kleine handelszaken) biedt sinds maart 2007 bescherming bij schade door natuurrampen. De verzekeraars bieden de verzekerden intussen uitbreidingen aan bovenop de wettelijk dekking. Zo vindt men vandaag bij ongeveer drie op vier verzekeraars ook bescherming tegen natuurrampen voor gebouwen in opbouw of verbouwing, voor tuinhuizen en schuurtjes en zelfs voor de inhoud van kelders op minder dan 10cm van de grond. Mooie dekkingsuitbreidingen dus, al dan niet met een bijpremie.
Slechts in uitzonderlijke gevallen (bv. mensen die niet beschikken over een brandpolis omdat ze met een leefloon moeten rondkomen) blijft het Rampenfonds tussenkomen en dit alleen maar als het schadefeit als algemene ramp erkend wordt. Of voor schade aan goederen die in principe niet verzekerbaar zijn binnen een brandpolis eenvoudige risico’s.
Sinds de invoering van de verzekeringsoplossing heeft ons land nog geen grootschalige schade gekend. Toch heeft de verzekering al een paar keer haar expertise in het regelen van schade kunnen demonstreren. Misschien herinnert u zich de overstromingen en opstuwingen van rioleringen die begin juni 2008 vooral de provincies Luik en Limburg hebben geteisterd. Gemiddelde overstromingsschade: 3.700 euro.
MOTORRIJTUIGEN INCASSO BASIS: 2002 = 100
5 jaar de baan op met Bob De verzekering biedt bescherming. Ze zorgt voor financiële veiligheid na ongeval of schade, maar ze helpt ook ongevallen en schade te voorkomen. Verzekeraars ondersteunen of organiseren zelf preventiecampagnes. Ze doen het individueel, samen met derden of collectief. Zo hebben de arbeidsongevallenverzekeraars, via Assuralia en Prevent, net een affichecampagne achter de rug rond het belang van een goede risicoanalyse. De autoverzekeraars van hun kant sponsoren via Assuralia voor de vijfde keer op rij de bekende Bobcampagne. De beroepsvereniging tekent samen met het BIVV en de Belgische Brouwers de eindejaarscampagne uit; ze laat zich ook in lente en zomer opmerken met acties om met name jongeren tijdens weekendnachten te motiveren voor een veilige Bob te zorgen.
130
120
110
100
Voertuigcasco BA Motorrijtuigen
90
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
30
SCHADEVERZEKERINGEN
Uitzonderlijke schadegevallen Rampen zoals het Heizeldrama of de ontploffing in Ghislenghien blijven in het geheugen gegrift. Om tot een snellere vergoeding te komen van slachtoffers van zo’n uitzonderlijke schadegevallen – met andere woorden zonder te moeten wachten op de gerechtelijke uitspraak over de aansprakelijkheid – werken de verzekeraars een mogelijke wettelijke regeling uit. Voorjaar 2009 ligt een blauwdruk klaar voor een nieuw vergoedingsmechanisme voor slachtoffers van een uitzonderlijk schadegeval, dit wil zeggen een schadegeval van grote omvang waarvoor een of meerdere partijen gedeeltelijk of volledig aansprakelijk gesteld kunnen worden. Het ontwerp legt de voorwaarden vast waaraan een gebeurtenis moet voldoen om als “uitzonderlijk schadegeval” beschouwd te worden. Een comité van wijzen zal oordelen of aan de voornoemde voorwaarden voldaan is. Het systeem geldt niet voor natuurrampen of terroristische daden waar, respectievelijk sinds maart 2006-2007 en mei 2008, specifieke verzekeringsoplossingen voor bestaan geënt op een privaat-publieke samenwerking. Als aan de toepassingsvoorwaarden voldaan is, zorgt het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (hierna GMWF) voor één unieke expertise ten overstaan van de verschillende mogelijk aansprakelijke partijen, zodat de slachtoffers niet meer tegenover elke partij medische onderzoeken moet ondergaan. Het Fonds zorgt ook voor de terugbetaling van de door de slachtoffers gemaakte medische kosten en de betaling van provisionele of definitieve schadevergoeding (gedeeltelijke of blijvende ongeschiktheid, inkomensverlies, hulp van derden,…) van zodra de gezondheidstoestand van het slachtoffer dit toelaat.
Recht zoeken, recht krijgen
Om over de nodige financiële middelen te kunnen beschikken storten alle verzekeraars die in België de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering (BA-polissen behalve Auto) beoefenen terugvorderbare voorschotten aan het Fonds. Met dergelijk vergoedingsmechanisme zorgt de sector ervoor dat slachtoffers of hun rechthebbenden voorschotten of een volledige vergoeding krijgen rekening houdende met de vergoedingen die ze via hun ziekenfonds of hun verzekeraar ontvangen (bv. uit hoofde van arbeidsongevallen-, hospitalisatie-, of gewaarborgd inkomenverzekeringen). En dit zonder te moeten afwachten wie voor de ramp aansprakelijk gesteld wordt. Het GMWF helpt de slachtoffers dus met vergoedingen die ze na afloop van de gerechtelijke procedure bij de aansprakelijke(n) zal recupereren. Wanneer niemand aansprakelijk gesteld wordt of de aansprakelijke niet verzekerd en niet solvabel is, betaalt de Staat (via het Rampenfonds) de door het Fonds uitgekeerde bedragen terug.
Rechtsbijstand in beweging De rechtsbijstandverzekering is anno 2009 volop in beweging. In januari heeft deze tak nieuwe gedragsregels aangenomen, terwijl verzekeraars en advocatuur al een tijdje pleiten voor een fiscale stimulans die de drempel tot de rechtsbijstandverzekering voor de consument moet verlagen. De “gedragsregels van de rechtsbijstandverzekeraar” bevatten enkele belangrijke nieuwigheden. De beschikbaarheid wordt vergroot door het netwerk van contactpersonen die ter beschikking staan van de verzekerden uit te breiden door permanentiediensten, afspraken, enz. te organiseren. Via de gedragscode engageert
31
de rechtsbijstandverzekeraar zich om de verzekerde in te lichten over zijn rechten en plichten. En in gevallen van zware lichamelijke schade organiseert de verzekeraar automatisch een tegensprekelijke medische expertise. Voor de andere gevallen van lichamelijke schade deelt hij de conclusies van de tegenpartij mee aan de verzekerde en/of de betrokken geneesheer en vraagt hij uitdrukkelijk of ze akkoord kunnen gaan met die conclusies. Als ze niet akkoord gaan, volgt er een tegensprekelijke expertise. De rechtsbijstandverzekeraar zal volledige informatie verstrekken over de voor- en nadelen van een minnelijke regeling. De Ombudsman van de verzekeringen is bevoegd om te oordelen over de toepassing van de gedragsregels. Vandaag beschikken slechts 10% van de Belgische gezinnen over een uitgebreide rechtsbijstandverzekering (we bedoelen hier niet de rechtsbijstand Auto, noch het luik rechtsbijstand in de BA Familiale). Om rechtsbijstandverzekeringen met uitgebreide dekkingen aantrekkelijker of toegankelijker te maken voor het groot publiek rekenen de verzekeraars alsook de balies op een fiscale stimulans, bijvoorbeeld de aftrekbaarheid van de premie. De aftrekbaarheid zou enkel van toepassing zijn op de uitgebreide producten en niet op basisproducten zoals de rechtsbijstand die samenhangt met de BA Auto of de BA Familiale. Op de markt vindt men zowel ‘uitgebreide’ als ‘zeer uitgebreide’ rechtsbijstandverzekeringen zodat de consument kan kiezen voor de formule die het best past bij zijn behoeften inzake dekkingen en prijs.
Bijstand onderweg, op reis én thuis Bijstand aan huis wordt mogelijk een nieuwe trend. Reisverzekering en reisbijstand lijken wel synoniemen voor innovatie. Na de geslaagde introductie van annuleringsverzekeringen die het hele reisjaar geldig blijven, duikt alweer een nieuwigheid op: bijstand aan huis. Het betreft zeer uiteenlopende vormen van hulpverlening: van gewone “dépannages”, over logistieke steun voor minder zelfstandige personen, tot en met de organisatie van begrafenissen.
Metterdaad terzijde staan
Bij reisongevallen met meerdere Belgische slachtoffers in het buitenland neemt altijd een van de reisbijstandverzekeraars – volgens een beurtrol – het voortouw in de hulpverlening en repatriëring. Het ongeval met een autocar in Egypte op 31 oktober 2008 is hiervan een recent voorbeeld. In de verzekeringstak hulpverlening staan ongeveer 370 medewerkers dag en nacht paraat om mensen die pech lijden onderweg, op vakantie of thuis zo snel mogelijk bij te staan. Samen verwerken ze ongeveer 1,4 miljoen oproepen per jaar.
BRAND WONINGEN Boekjaar 2007
Aantal contracten : brand = 5,38 miljoen / diefstal = 2,33 miljoen Aantal schadegevallen
Gemiddelde kost per schadegeval
Brand en aanverwante gevaren, electriciteit
100.281
2.816
Storm
139.639
1.141
5.859
3.301
19.790
3.307
Natuurrampen Diefstal, vandalisme en kwaadwilligheid Arbeidsconflicten en aanslagen
771
2.173
Andere
131.603
1.335
TOTAAL
397.943
1.765 Bron: Assuralia
33
Leden A
(Situatie op 01/01/2009)
ACE European Group Ltd ACTEL Aegon Schadeverzekering AIG Europe
De ondernemingen waarvan de naam cursief gedrukt is, hebben zich in 2008 bij Assuralia aangesloten.
E ELINI
ERGO Life ETHIAS NV ETHIAS Onderlinge verzekeringsvereniging EULER HERMES Credit Insurance Belgium Euromex Europ Assistance (Belgium) Europese
AIOI Motor & General Insurance Allianz Belgium Allianz Versicherung AMMA APA Apra Ongevallen Apra Leven Arag
Arces Argenta Assuranties
F
Atradius Credit Insurance Audi Avéro Belgium Insurance Aviabel AXA Belgium
B
BVIH (Mondial Assistance)
C
CDA Chubb Coface Corona
D
DAS De Verenigde Verzekerden Delta Lloyd Life Dexia Verzekeringen België DKV Belgium
Delcredere NV
FEDERALE Verzekering (Arbeidsongevallen) FEDERALE Verzekering (BOAR) FEDERALE Verzekering (Pensioenen) FEDERALE Verzekering (Leven) Fortis Corporate Insurance Fortis Insurance Belgium FIDEA
G
Garantiefonds Reizen Generali Belgium
H
Hagelunie
I ING Insurance Services
M MAPFRE RE
Mensura Verzekeringen Mensura (Arbeidsongevallen) Mercator Verzekeringen MetLife Insurance Mitsui Sumitomo Munich Re
N
Nateus Nateus Life Nationale Suisse Verzekeringen Norwich Union Life & Pensions
O
Optimco
P
P & V (Arbeidsongevallen) P&V Verzekeringen Partner Reinsurance Europe Limited Partners Verzekeringen PNP Protect
R
Royal & SunAlliance Global
S
Satrex SCOR Global Life Secura Securex – Onderlinge verz. Securex (Arbeidsongevallen) Securex Leven Servis Servis - Life Sirius International Swiss Re
T
TOTAL Pensions Belgium Touring Verzekeringen Trade Credit Re Insurance Company Transamerica Reinsurance TVM België
V
Vivium
ING Life Belgium ING Non-Life Belgium Inter Partner Assistance
K
KBC Verzekeringen
L Landbouwkrediet Verzekeringen Les Assurés Réunis
X XL Insurance Company Ltd Z > Laatste situatie beschikbaar op de site : www.assuralia.be/nl/organisation/index.asp
ZA Verzekeringen Zurich Insurance plc-Belgium branch Zürich Versicherung (BDM)
34
BESTUURSORGANEN
Directieraad
(Situatie op 17/02/2009)
VOORZITTER
LEDEN
Christian DEFRANCQ
Frank BLANKERS
Voorzitter van het Directiecomité – KBC Verzekeringen
CEO - Delta Lloyd Life
Gustaaf DAEMEN
ONDERVOORZITTERS Jacques BAERTEN Adjunct Directeur-Generaal – ETHIAS
Jacques FOREST Voorzitter van het Directiecomité – P&V Verzekeringen
Gedelegeerd Bestuurder – DAS Rechtsbijstand
Bart DE BONDT Chief Executive Officer –ING Life & Non-Life
Thierry DELVAUX Voorzitter van het Directiecomité – Generali Belgium
Gert DE WINTER
GEDELEGEERD BESTUURDER Philippe COLLE
LEDEN VAN HET UITVOEREND COMITE Jean-Claude DEBUSSCHE Voorzitter van het Directiecomité – Mensura
Bart DE SMET CEO – Fortis Insurance Belgium
Robert FRANSSEN Voorzitter van het uitvoerend Comité – Allianz Belgium
Caroline HAENECOUR Directeur van de Particuliere Verzekeringen – Avéro Belgium
Guy ROELANDT Voorzitter van het Directiecomité – Dexia Verzekeringen België
Eugène TEYSEN CEO – AXA Belgium
Johan THIJS Directeur-Generaal – KBC Verzekeringen
Luc VANCAMP Gedelegeerd Bestuurder – DKV Belgium
CEO – Mercator
René DHONDT Algemeen Directeur – Assuralia
Roger FRANSSEN Voorzitter Koninklijke Belgische Vereniging van Transportverzekeraars (BVT)
Olivier HALFLANTS Directeur-Generaal – Europ Assistance Belgium
Philippe LATOUR Chief Financial Officer - Fortis Insurance Belgium
Jan LEFLOT Gedelegeerd Bestuurder – Secura Belgian Re
François LEMONNIER Directeur ondernemingen - AXA Belgium
Yves LENOIR Directeur-Generaal – Nationale Suisse Verzekeringen
Ivo STEVENS Directeur-Generaal - FIDEA
Hans VERSTRAETE Voorzitter van het Directiecomité – Nateus
Francis VROMAN Gedelegeerd Bestuurder - FEDERALE Verzekering
35
Afdelingsvergaderingen
(Situatie op 17/02/2009)
ONGEVALLEN GEMEEN RECHT Voorzitter: Johan THIJS, KBC Verzekeringen Ondervoorzitter: Agnès PIRARD, ETHIAS
HULPVERLENING Voorzitter : Liévin VILLANCE, BVIH (Mondial Assistance)
RECHTSBIJSTAND Voorzitter : Gustaaf DAEMEN, DAS
ARBEIDSONGEVALLEN Voorzitter: Jean-Claude DEBUSSCHE, Mensura Ondervoorzitter: Luc DETOBEL, AXA Belgium
AUTO Voorzitter: Eugène TEYSEN, AXA Belgium Ondervoorzitter: Mathieu JANSSEN, KBC Verzekeringen
GEZONDHEID Voorzitter: Luc VANCAMP, DKV Belgium Ondervoorzitter: Ann DEWAELE, Fortis Insurance Belgium
TRANSPORT Voorzitter: Roger FRANSSEN, Koninklijke Belgische Vereniging van Transportverzekeraars (BVT) Ondervoorzitter: Serge VANDERSTAPPEN, Fortis Corporate Insurance
LEVEN Voorzitter: Bart DE SMET, Fortis Insurance Belgium Ondervoorzitters Leven Collectief: Jean-Michel KUPPER, Fortis Insurance Belgium Leven Individueel: Laurent GOUDEMANT, AXA Belgium
VOORZITTERS VAN DE BESTENDIGE COMMISSIES KREDIET-BORGTOCHT Voorzitter: Michel BEKE, Atradius Credit Insurance
BRAND EN ZAAKSCHADEVERZEKERINGEN Voorzitter: Robert FRANSSEN, AGF Belgium Insurance Ondervoorzitter: Bertrand ROOSEN, Fortis Insurance Belgium
HERVERZEKERING Voorzitter: Jan LEFLOT, Secura Belgian Re Ondervoorzitter: N.
> Laatste situatie beschikbaar op de site : www.assuralia.be/nl/organisation/index.asp
Adviserende Artsen-Verzekeraars: Piet CALCOEN, DKV Belgium Communicatie en Informatie: Hans VERSTRAETE, Nateus Distributie: Mark DE PROOST, AXA Belgium Fiscaliteit : Guy ROELANDT, Dexia Verzekeringen België Fraude: Kurt VAN BRUYSEL, AXA Belgium Juridische Studies en Controle: Serge JACOBS, ETHIAS Productiviteit: Jan VAN AUTREVE, Delta Lloyd Life Risk & Finance: Sonja ROTTIERS, Dexia Verzekeringen België Sociale Aangelegenheden: Georges ANTHOON, AXA Belgium
36
BESTUURSORGANEN
Philippe COLLE 641
Interne organisatie
Gedelegeerd bestuurder (Situatie op 01/02/2009)
Ingvild DEBBAUT 642 Directie-assistente
François de CLIPPELE 694 Publicaties
Willy DE WEERDT 700
INFORMATIE, OPLEIDING & DISTRIBUTIE
Jean ROGGE 739 Directeur
Opleiding
Marjorie DEMANNEZ 701 Ontwikkeling
René DHONDT 650 Algemeen directeur Christiane BALIGAND 651
PERS & COMMUNICATIE INTERNATIONALE ZAKEN
François de CLIPPELE 694
Wauthier ROBYNS de SCHNEIDAUER 690
Pers & Communicatie
Floris GOYENS 884
Directeur
Directie-assistente
Marianne LOUETTE 723
Internationale Zaken
Nathalie LEEMANS 697
Carine KRONAL 691
Secretaresse
Pers & Communicatie
Directiesecretaresse
Sarah SNOECK 737 Internationale Zaken
Peter WIELS 692 Pers & Communicatie
Sammy BOGAERT 882 Leven Individueel
Floris GOYENS 884 Gezondheid
Wim SCHITS 743
ZAAKSCHADE-, AANSPRAKELIJKHEIDS EN TRANSPORTVERZEKERINGEN
PERSOONSVERZEKERINGEN
STUDIES EN ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
Birgit HANNES 880
Gino LEROY 760
Directeur
Directeur
Marie-Jo HOUBAR 881
Christiane BALIGAND 651
Directiesecretaresse
Hilde VAN IMPE 721
Directie-assistente
Directiesecretaresse
Technische studies
Virginia SCHREURS 885
Bruno DIDIER 660 Directeur
Bernard DESMET 676
Leven individueel
Brand- en Diefstalverzekering
Bernadette VAN CROMBRUGGHE 892
Stéphanie VAN CAENEGHEM 730 Ongevallen- en Aansprakelijkheidsverzekeringen
Arbeidsongevallen
Bart VANDERMEIREN 883
Ives VERBAEYS 671
Leven Collectief
Autoverzekering
JURIDISCHE & FISCALE STUDIES
VERZEKERINGSTECHNISCHE STUDIES
RISK & FINANCE
SOCIALE ZAKEN
Xavier de BEAUFFORT 652
Rita THYS 746
Frédéric CHANDELLE 740
Serge DEMARREE 890
Directeur
Directeur
Directeur
Directeur
Personeelsadministratie
Colette VANDEROOST 661
Françoise GILSON 741
Françoise GILSON 741
Geneviève RALET 893
Michel BORMANS 693
Directiesecretaresse
Directiesecretaresse
Directiesecretaresse
Directiesecretaresse
Isabelle BASTIEN 894
ONDERSTEUNENDE DIENSTEN
Suzanne BAAR 766 Telebib2 Centrum
Frans HAESENDONCKX 750 ICT
Benoît MONTENS 764 Productiviteit, Fraudepreventie
Stéphane NACHTERGAELE 768 HR, Productiviteit
Rudy VANDEN HEEDE 783 Boekhouding
Martin VAN DER WILT 899 Algemene diensten
Anne-Catherine VERHAEGHE de NAEYER 795 Documentatie
Herman VERMEYEN 790 Vertaling
Edwin DESNYDER 728
Sara APPELTANTS 744
Stephan BERTELS 735
Fiscale studies
Technische studies
Adviseur Accounting & Finance
Fabienne MARTIN 724
Maarten BELLEMANS 738
Andy VANGENCK 616
Juridische studies
Technische studies
Studies Risk & Finance
Melissa THIRION 725
Alex MASELIS 745
Juridische & fiscale studies
Technische studies
Charles van OLDENEEL tot OLDENZEEL 722 Bedrijfsjurist, Juridische studies
Sociaal recht - studies
De cijfers achter de namen verwijzen naar de telefoonnummers
38
ENGLISH SUMMARY
English summary
Assuralia, the Belgian insurance association, issued its forwardlooking annual report on the occasion of its annual general meeting on February 19th, 2009. 2008 saw the Belgian insurance market cope with the fallout from the financial turmoil, after a first half that was roughly in line with the sound figures of 2007, yet marked by concern about the high price of energy, commodities and food and therefore about inflation and purchasing power. The second half of the year was clearly influenced by the spillover from the credit crisis, which hit several financial services groups operating in the Belgian market either directly or indirectly. The most important point to remember is that the three layers of protection of policyholders’ rights withstood this perfect storm: firstly, through the adequacy of technical reserves which were invested in euros, mainly in bonds, with a preference for bonds issued by governments or other public authorities. Secondly, through sufficient solvency margins (which demonstrates the capacity of insurance undertakings present in the Belgian market to adopt the Solvency II framework that is expected to be rolled out in 2012). Thirdly, through the preventative focus of supervisory activities in Belgium, relying on profitability as well as on solvency, since the supervisor asks a company confronted with structural losses in a line of business to come up with remedies even before solvency margins suffer.
Since the government indicated at an early stage that it would ensure that insurance savings were protected as well as banking savings, a new guarantee scheme was introduced in the autumn, making it possible for companies to join a voluntary scheme inspired by the protection of banking deposit on payment of a fee. If the levels in this fund prove insufficient, the deficit will be borne by the market. This voluntary scheme covers individual life insurance policies with a guaranteed yield only. Group life insurance continued to see its premium income rise as ever more businesses have finally set up company schemes and whole sectors have introduced occupational retirement schemes as a feature of collective bargaining rounds with the trade unions. Group life insurance is the most common way to run occupational retirement schemes in Belgium, effectively protecting both employers and employees from the rollercoaster behaviour of other formulas which may have to call on additional funding to meet their commitments. While life insurance products with a guaranteed yield should gain from the fact that the savings ratio started rising again from mid-2008 after having reached a low of about 12% of disposable income, unit-linked life insurance lost ground as the public largely lost faith in investments that leave the risk to the policyholder.
39
Health insurance continued to be a battleground between private insurance companies and health funds, who administer the statebased health and invalidity regime that is part of social security in Belgium. Since these funds offer cover that is perceived to be very similar to insurance under a completely different set of rules (especially from a prudential point of view, but also with relation to premium tax, distribution rules, contract law, etc), Assuralia called upon the European Commission to enforce the application of the insurance directives on these products. The Belgian government asked Assuralia to engage in talks with the health funds in order to find a way to comply with the requirements of European law. These talks led to a framework agreement in late 2008, but final agreement on the nuts and bolts of the divide between true insurance activities and other benefits is still pending at the time of printing, as are the further proceedings the Commission may wish to consider. In non-life insurance, Assuralia drafted the blueprint for a scheme to better compensate the victims of exceptional catastrophes. This initiative draws lessons from the explosion of a natural gas pipeline on an industrial estate near the village of Ghislenghien in 2004. Despite the fact that most of the 150 victims were at work at the time of the accident, and have therefore been covered by worker’s compensation insurance (with a financial impact of 25 million euro), it has so far not been possible for the court to determine which of the numerous parties involved should bear which part of liability – if any. While the insurers with exposure to Ghislenghien are expected to make an out-of-court offer to the victims for the
bodily injury suffered, a scheme has been devised to deal with similar catastrophes in the future. The idea is to reduce the number of visits the victims would have to pay to medical advisors of the insurers involved and to set rules for speedy compensation on behalf of the party that is eventually held liable, or of the State if no liability is established by the courts. According to the figures available at the time of printing, most non-life lines had been doing well until mid-2008, creating healthy competition to offer customers a wide range of benefits, with some insurers using pricing strategies to distinguish themselves, some extending coverage, or investing in customer loyalty. The market was not hit by major catastrophes, but has to cope with a gradual increase in costs, particularly through the update of the reference table for the compensation of injuries, an informal but widely applied document. Since the return on financial assets was dented by the effects of the financial turmoil, 2009 might be a year of corrections to ensure a steady balance of results in those lines.
Erratum : grafiek pg. 18 moet er als volgt uitzien :
Leven
Gemiddelde reserve levensverzekering / huishouden 40.000 35.000 30.000
in euro
25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
1997
1998
1999
Individueel tak 21
2000
2001
2002
2003
Individueel tak 23 (*) = raming
2004
2005
2006
2007
2008*
groepsverzekering Bron: CBFA, Assuralia
Colofon Version française disponible sur simple demande
[email protected] Uitgegeven door Assuralia Beroepsvereniging van Verzekeringsondernemingen D-2009-0377-4 - ISSN 0772-7119
Ontwerp en realisatie : De Visu Digital Document Design
Foto’s Frédéric Pauwels © 2008
Druk Drukkerij Van Ruys
HUIS DER VERZEKERING de Meeûssquare, 29 B-1000 Brussel Tel.: +32 2 547 56 11 Fax: +32 2 547 56 00
[email protected] www.assuralia.be