Gemeentepolitiek
Kaap kunst
Steunen of schrappen? De overwegingen van de cultuurwethouder 3
De Nederlandse gemeenten gaan de komende twee jaar 173 miljoen euro bezuinigen op kunst en cultuur. Een enkele gemeente kiest er juist voor in cultuur te investeren. Kaap Kunst sprak met de cultuurwethouders van de bezuinigende gemeenten Arnhem en Boxmeer en met de investerende gemeente Schermer over hun overwegingen. En: hoe hard wordt de amateurkunst geraakt? Door Sander Hiskemuller
>
kaap kunst
4 De gemeente Boxmeer kwam uit het RTL-onderzoek naar voren als een forse bezuiniger: maar liefst 33 procent wordt gekort op kunst en cultuur. Maar, zo vraagt wethouder Willy Hendriks-van Haren (LOF, Lokale Onafhankelijke Fracties) zich af: ‘Hebben we in het verleden niet teveel gesubsidieerd?’
In uw cultuurnota staat dat Boxmeer zo veel mogelijk inwoners wil stimuleren om deel te nemen aan amateurkunst. Wethouder Willy Hendriks-van Haren: ‘Inderdaad ziet Boxmeer het beoefenen van amateurkunst als een middel om zich op individueel en op gemeenschapsniveau te ontwikkelen. We ondersteunen professionele instellingen als Concert aan de Gracht, het Nederlands Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum. Ook het verenigingsleven in de amateurkunstsector wordt jaarlijks gesubsidieerd. Dit zijn de harmonie en fanfares, gildes, zang-, toneel-, oranje- en carnavalsverenigingen. Ook heemkundekringen en
de molenstichting ontvangen subsidie in het kader van cultureel erfgoed.’ Tegelijk bezuinigt u 33 procent op de cultuurbegroting en zal uw kunstencentrum Meander het met minder dan een derde moeten doen. ‘Het klopt dat wij veel bezuinigen, maar je moet kijken naar het licht waarin. We hebben als gemeente 72 miljoen op de begroting, waarvan 7 à 8 miljoen door onszelf te beïnvloeden is. Van die 7 miljoen was gemeente Boxmeer een bedrag van bijna 800.000 euro kwijt aan het kunstencentrum en dat wordt nu 250.000 euro; nog steeds veel geld. De bezuiniging is fors, maar aan de andere kant moet je je afvragen: hebben we in het verleden niet te veel gesubsidieerd? Is dat nog wel van deze tijd? Het is jammer dat je pas gaat kijken naar de functies en inhoud van subsidie-
kunt het ook zien als een uitdaging. Wat let het centrum om op een goede manier klanten te binden en hen een goed aanbod te doen? We bezuinigen ook op de bibliotheek, daar is men uitstekend bezig. Daar vallen de drie dependances weg, maar wordt veel ondernomen om de klanten naar de hoofdvestiging te krijgen.’ Hoe is dat percentage van 33 procent tot stand gekomen? ‘We zien onze kunstinfrastructuur als het afnemen van producten: de gemeente neemt het product harmonie en fanfares af, het product cultuureducatie, et cetera. Waarover dragen wij als gemeente verantwoordelijkheid? Dat blijven we afnemen. Dan is er een bepaald bedrag. Vervolgens zet je dat bedrag af tegen de uitgaven en dan kom je uit bij de bezuiniging.’ Hoe staat de bezuiniging op kunst en cultuur in perspectief met andere posten? ‘Er wordt op terreinen als sociale zaken, financiën en communicatie tussen de 3 en 8 procent bezuinigd. Op bedrijfsvoering 38 procent. Als gemeente draaien we dus zelf voor de grootste korting op.’ Staat er in de toekomst iets positiefs voor de kunsten op stapel? ‘We hebben een
verlening op het moment dat je daartoe gedwongen wordt. Dat zou je los van de bezuinigingen elk jaar moeten doen.’ Wat bedoelt u met de vraag of deze subsidies nog wel van ‘deze tijd’ zijn? ‘Vroeger, in de jaren 50 en 60, heette Meander nog gewoon muziekschool. Je kreeg er blokfluitles, les om bij de harmonie en de fanfares te spelen. Maar daaruit is iets gegroeid wat eigenlijk niet meer nodig is. In het kunstencentrum moet in iedere cursist 600 of 700 euro extra aan subsidie worden gestopt, terwijl dat niet hoeft bij een particuliere muziekschool. In het kunstencentrum werd men bijna opgeleid op conservatoriumniveau. Prima, maar dat is dan iets van de mensen zelf. Voor de fanfares en de harmonie is een B-niveau voldoende.’ Maar een dergelijke korting kan de doodssteek zijn. ‘Ik vind het jammer dat daar zo naar wordt gekeken. Je
De Arnhemse wethouder Michiel van Wessem (VVD) stelt zich op als een gematigde bezuiniger op kunst en cultuur. Het percentage dat hij gaat korten is nog onbekend, maar: ‘We ontzien de amateurkunst zoveel mogelijk’
Negen procent bezuinigingen, volgens onderzoek RTL-COELO menteel geen gelegenheid heeft om aan het interview mee te werken’. Wel vonden wij de wethouders cultuur van Boxmeer (nummer 2 met -33%) en Arnhem (‘gematigde’ bezuiniger, hoeveel precies vooralsnog onbekend) bereid ons te woord te staan. Met Schermer ten slotte, spraken wij over het extra geld dat de gemeente de komende jaren investeert (+30%) in de culturele infrastructuur. Uit een belrondje langs andere wethouders werd overigens duidelijk dat het een en ander valt af te dingen op de kwaliteit van het RTL-onderzoek. Zo staat Utrecht te boek als bezuiniger, terwijl deze stad juist investeert in cultuur. Voor de uitkomsten van het RTL-COELO-onderzoek, zie www. coelo.nl.
Foto Rens Plaschek
Uit onderzoek van RTL Nieuws in samenwerking met het COELO, Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, blijkt dat er in 2012 door gemeenten negen procent minder wordt uitgegeven aan kunst en cultuur. Door gemeente Schermer wordt in 2012 juist dertig procent in kunst en cultuur geïnvesteerd. Kaap Kunst wilde spreken met de cultuurwethouders van de top 3 bezuinigende en van een investerende gemeente. Bezuiniger nummer 1, Echt-Susteren, zou naar eigen zeggen de enquête van RTL onjuist hebben ingevuld, de 41 procent is daarmee ‘niet reëel’. De cultuurwethouder van Zaltbommel, met 27 procent bezuiniger nummer 3, liet weten dat hij ‘mo-
potje gereserveerd om nieuwe initiatieven in het zadel te helpen. Niets concreet nog, maar het zal gaan om particuliere initiatieven. Ook Meander heeft ons benaderd of we iets willen co-financieren met de provincie, daar hebben we ja tegen gezegd. Het cultureel bedienen van scholen is en blijft onze taak. Dergelijke taken vallen onder de 250.000 euro die Meander nog steeds krijgt.’ Doet u zelf aan amateurkunstbeoefening? ‘Nee, helemaal niet. Mijn man heeft altijd een instrument gespeeld en mijn kinderen hebben allebei op Meander gezeten. Ik vind het ontzettend belangrijk. We zijn katholiek en bij de eerste communie speelt altijd de fanfare; dat is indrukwekkend. Dat geeft zoveel extra’s aan zo’n viering. Ik zal dat blijven stimuleren.’ U zegt dat uw kinderen op Meander hebben gezeten. Waarom heeft u toen zelf niet gekozen voor een goedkopere particulier? ‘Het aanbod was er, daar maak-
te je destijds gewoon een keus uit.’ Van die toegankelijkheid is straks geen sprake meer. ‘Die zal iets minder kunnen worden, ja. Maar er zijn tegenwoordig zo veel meer zzp’ers. Eigenlijk is het systeem niet eerlijk; die zzp’ers zouden anders ook gesubsidieerd moeten worden.’ Maar het grote verschil is dat de consument z’n weg moet vinden in dat particuliere aanbod, terwijl hij zo’n centrum gewoon binnen kan lopen. ‘Dat is dan ook het enige. Maar we hebben een gemeentegids waar alle diensten in staan vermeld. Daar zijn we heel alert op. Aanbieders die dat wensen, kunnen daarin staan.’ Wie gaat er toezicht houden op de kwaliteit van het kunstonderwijs als er geen, of een beperkter, door de gemeente gesubsidieerd kunstencentrum als Meander zal zijn? ‘Het verdient aanbeveling dat particuliere initiatieven voldoen aan de landelijke normering van de Commissie Educatie Amateurkunst. Particuliere muziekdocenten kunnen hun certificering dan inzetten voor hun eigen pr.’ l
Wat zijn de belangrijkste amateurkunstinstellingen die de gemeente Arnhem ondersteunt? De wethouder: ‘We tellen liefst 55 gesubsidieerde verenigingen voor ama-
teurkunst, van fanfares en harmonieën tot operettegezelschappen. Alle instellingen zijn me even lief. Als ik er toch één noem, is dat het Huis van Puck. Dat is het podium, de oefenruimte, het productiehuis en het netwerk voor de amateurkunst in één. Voor de popmuziek is dat de Jacobiberg. Maar het is waar: het meeste cultuurgeld van de gemeente gaat naar de grote instellingen als de bieb en Musis Sacrum / Schouwburg Arn-
hem. Toch wordt ook amateurkunstbeoefening bij u in de komende bezuinigingsronde getroffen. ‘Door het rijk worden wij gedwongen de komende jaren flink te bezuinigen. Dat moet uitmonden in een structurele bezuiniging van 25 miljoen euro per jaar. Een enorm bedrag. We hebben nu een ambtelijk voorbereid pakket gemaakt van 35 miljoen aan bezuinigingsmogelijkheden. Daarbinnen hebben we 25 mil-
>
kaap kunst
6 economie. Daarom is het in het belang van Arnhem dat zo veel mogelijk mensen in aanraking komen, of bezig zijn, met cultuur.’ Waarom besluit u dan niet om meer geld in cultuur te investeren? ‘Er gaat naar geen enkel terrein extra geld. Als er op een goed moment ruimte ontstaat om in cultuur te investeren, zullen we dat zeker doen. Maar nu moeten we alle zeilen bijzetten om die 25 miljoen aan bezuinigingen mogelijk te maken.’ Hoe kan creativiteit als economische factor geëffectueerd worden met minder geld? ‘Dat kan heel goed. Als je gedwongen wordt met minder geld hetzelfde te realiseren, stimuleert dat en ga je slimmer en beter te werk.’ Dus van een korting gaat een impuls uit? ‘Zo kun je dat niet stellen. De bezuini-
gingen komen op ons af. Dat leidt er nou eenmaal toe dat alle activiteiten kritisch worden bekeken. Je moet het er met elkaar over hebben hoe je met de beschikbare middelen tot nog veel betere resultaten kunt komen. Dat zou van alle tijden moeten zijn. Het rijk zegt: trek je terug als overheid. Ik ben er inderdaad voor dat bedrijven en organisaties meer aandacht aan cultuur geven in de vorm van sponsoring, maar dat betekent niet dat de gemeente minder hoeft te doen.’ Beoefent u zelf amateurkunst? ‘Nee. Ik heb vroeger piano gespeeld, slecht beoefend hoor. Ik heb er wel eens spijt van dat ik dat niet heb doorgezet.’ Hoe zullen de bezuinigingen op cultuur in verhouding staan tot andere sectoren? ‘Onze gemeentelijke organisatie zal het grootste deel opvangen, gevolgd door openbare ruimte. Daar gaan we proberen dingen efficiënter aan te pakken.’ l
De gemeente Schermer heeft besloten dertig procent meer te investeren in kunst en cultuur. Op andere sectoren wordt wel gekort. ‘Sport, cultuur en recreatie vormen een bindende factor’, beargumenteert wethouder Jack Stroomer (VVD) zijn investeringen
In weerwil van de aanstaande landelijke bezuinigingsgolf op de kunsten, heeft gemeente Schermer besloten in kunst en cultuur te investeren. Wethouder Jack
Stroomer: ‘We maken op veel gebieden een positieve uitzondering, maar we zijn dan ook heel kleinschalig. Waar Schermer wezenlijk in verschilt ten opzichte van andere gemeenten is dat Schermer geen uitbreidingsgemeente is. Ons inwonersaantal blijft stabiel rond de 5300. Daardoor raken de ‘grote’ bezuinigingen vanuit het Rijk ons niet direct. Toch zal ook onze gemeente moeten bezuinigen. We zijn binnen de gemeenteraad overeengekomen dat niet te doen op sport, cultuur en recreatie. Als plattelandsgemeente hechten wij traditiegetrouw veel waarde aan deze activiteiten; we zien deze als bindende
k aap kunst
joen als ‘voorkeurspakket’ geoormerkt, in hoeverre je van voorkeur kunt spreken natuurlijk. Daarin is cultuur in belangrijke mate ontzien. In ons voorstel komt van de 25 miljoen aan bezuinigingen 3,5 ton bij de kunst en cultuur terecht. Maar we zijn ook van plan om een uitvoerige gedachtewisseling met verschillende organisaties en groepen in Arnhem op gang te zetten over dit ‘voorkeurspakket’. Ik kan niet voorspellen wat daar uitkomt. Dat wil ik ook niet, want dan frustreert het inspraakproces.’ Maar er zijn reeds fikse cultuurbezuinigingen uitgevoerd in uw gemeente. ‘Voor 2011 ging het om een bedrag van 572.000 euro op een totale begroting voor kunst en cultuur van netto 24,5 miljoen euro. Het betreft een opdracht die een vorig college bij de vaststelling van de meerjarenprogrammabegroting heeft meegegeven aan de cultuursector. De aanvullingen van de huidige raad hebben een verschuiving betekend ten gunste van de fondsen waaruit amateurkunsten worden gefinancierd. Ten koste van de grote professionele organisaties als Musis Sacrum, Schouwburg Arnhem, de gemeentemusea en Gelders Archief. De kortingen die de amateurverenigingen hebben gekregen betreffen gelden die in vorige jaren altijd ‘overbleven’. Die voeren we nu niet meer op, maar hun conto blijft in de praktijk gelijk.’ Als het aan u ligt wordt cultuur dus ontzien en amateurkunst al helemaal. ‘Arnhem behoort tot de belangrijke Nederlandse cultuursteden. We geloven in het belang van de sector voor de samenleving, maar ook voor de economie. Creativiteit is een belangrijk element als het gaat om de ontwikkeling van Nederland als kennis-
factor voor de gemeenschap. Om toch met minder geld rond te komen wordt onder meer het onderhoud van wegen en gebouwen naar achteren geschoven. We hebben op ons ambtelijk apparaat bezuinigd; ons personeelbestand is klein.’ De bindende factor van cultuur geldt ook voor andere gemeenten, en toch hebben die andere overwegingen. ‘De Schermer is een historische droogmakerij. We koesteren ons cultuurhistorisch erfgoed en zijn ervoor verantwoordelijk deze voor grote publieksgroepen te ontsluiten. In deze regio zijn kunst, cultuur, toerisme en economie onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij andere gemeenten speelt wellicht ook een toeristisch belang, maar die is niet per se gebaseerd op kunst of cultuurhistorie. Daar is het toerisme misschien wel meer gericht op recreatie.’ Wordt er ook in amateurkunstbeoefening in Schermer geïnvesteerd? ‘Het stimuleren van kunst- en cultuurtoerisme is van groot belang voor de leefbaarheid en de vitaliteit van onze gemeenschap. Wij hechten veel belang aan de beoefening van kunst in verenigingsverband. De Schermer bestaat uit zes verschillende gemeentekernen. Wij hebben vijf toneelverenigingen. Dat is één toneelclub op de duizend inwoners. Verder hebben we een operettevereniging en een fanfare. Al die verenigingen zijn in onze subsidienota ingebed. Daarnaast beheert de Kunstcommissie Schermer een galerie waarin kunst van verschillende kunstenaars wordt getoond. Ook proberen we de kunstzinnige activiteiten van kerken te faciliteren door middel van waarderingsubsidies.’ Gaat er ook geld naar nieuwe initiatieven? ‘Ja, vooral als het gaat om initiatieven die het toeristisch-recreatieve karakter van de gemeente versterken. Naar het molenproject Schermer gaat de komende tien jaar een bedrag van 5 miljoen euro. Naar de verenigingen gaat 4000 euro meer naar de ont-
plooiing van extra activiteiten. Als gemeente zitten wij in de achtervang om initiatieven van stichtingen en particulieren mogelijk te maken. Dat kan bijvoorbeeld ook in de vorm van ambtelijke bijstand. Het wat, hoe en hoeveel is niet vooraf ingekaderd. Vaak moet er een gat worden gedicht, dat andere subsidie-instellingen of fondsen niet kunnen of willen dichten. In die gevallen wordt er naar de gemeente gekeken om de begroting rond te krijgen. En daar staan wij, waar mogelijk, positief tegenover.’
advertent i e
Beoefent u zelf amateurkunst? ‘Politiek bedrijven is al een kunst op zich, haha. Nee, daar heb ik geen tijd voor. Maar ik heb er wel alle waardering voor.’ Blijft u uw actieve cultuurbeleid de komende begrotingen volhouden? ‘We doen ons uiterste best om als gemeente alle zeggenschap te behouden. Maar als wij met andere gemeenten fuseren, en die richting gaat het op, zal het belang van cultuur en amateurkunstbeoefening ook in groter verband beoordeeld gaan worden. En dan is mijn voorspelling dat het nog wel eens knap lastig kan worden.’ l
internationaal
Deze mensen kun je niets opleggen
Donkisjot, een voorstelling uit 2005 vanTheater Stap
M
‘Ook mentaal gehandicapten hebben recht op artistieke ontwikkeling’, stelt Marc Bryssinck, artistiek leider van het Belgische Theater Stap. Zijn theatergezelschap bestaat uit mensen met een metale beperking, maar is erkend als professioneel theatergezelschap. ‘Onze acteurs hebben hun eigen kwaliteiten’. Door Roel Mazure
kaap kunst
k aap kunst
8
arc Bryssinck, artistiek leider van Theater Stap uit het Belgische Turnhout, is vrijwel vanaf het begin bij het gezelschap betrokken. Alleen 1985, het eerste jaar, heeft hij gemist. Toen organiseerde de Vlaamse theatermaker Erik Wouters en muzikant Flor Verschueren een theaterworkshop voor mensen met het Down-syndroom. Dat was de aanzet tot de oprichting van Theater Stap. De spelersgroep werd samengesteld uit vier Turnhoutse instellingen voor mensen met een mentale beperking. Bryssinck raakte bij Stap betrokken,
toen hem in het tweede jaar gevraagd werd om muzikale bijdragen. ‘Een jaar later schreef ik muziek voor een nieuwe productie.’ Vanuit welk uitgangspunt is Theater Stap destijds begonnen? ‘Erik en Flor wilden theater maken met mensen met een mentale beperking en vroegen zich af welke vorm dat moest krijgen. Ze begonnen een artistieke zoektocht, die leidde tot bewegingstheater met veel muziek, maar zonder tekst of rolopbouw. Volgens Erik en Flor was de kracht van de spelers hun ‘zijn’,
niet hun theaterspel. We kregen vanaf het begin steun van cultureel centrum De Warande hier in Turnhout die de waarde van het experiment inzag. Omdat die deur voor ons openzwaaide, was de drempel naar andere culturele centra veel lager. Vanaf het begin zijn we met onze voorstellingen door het land getrokken. Die eerste jaren trokken we veel publiek, maar na een paar jaar liep de belangstelling terug. Dat leidde tot interne discussies. Erik en Flor wilden op de oude voet doorgaan, terwijl anderen de aanpak te beperkt vonden en
>
kaap kunst
10
Theater Stap is verbonden aan een dagcentrum. ‘Dat is het gevolg van de professionalisering die we hebben doorgemaakt. Wij geloven heilig in de mogelijkheden van deze mensen. Zij
De regisseur moet zijn prachtige ideeën ondergeschikt maken aan de mogelijkheden van onze spelers hebben natuurlijk flinke beperkingen, maar daarnaast hebben zij ook kwaliteiten. Die willen we benadrukken. Maar het gevolg van hun beperkingen is dat je meer tijd nodig hebt om een voorstelling te maken. Dat komt ook omdat het proces anders is dan bij
Marc Bryssinck (1963) volgde de opleiding tot jazz-saxofonist aan de Jazzstudio in Antwerpen. Hij is sinds 1987 bij Theater Stap betrokken, aanvankelijk als freelance-muzikant, later als componist en regie-assistent en sinds 1998 als artistiek leider.
waarin de nadruk op theateractiviteiten ligt. ‘ Dus je selecteert mensen voor Theater Stap? ‘Ja, de harde waarheid is dat we niet met iedereen kunnen werken. Maar dat geldt ook voor mentaal gehandicapten op zorgboerderijen. Mensen met smetvrees kunnen ze daar echt niet hebben. We zijn nu eenmaal een theatergezelschap en dus moeten we kunnen beschikken over spelers. We zijn geduldig met onze mensen en geven ze echt vier, vijf jaar de tijd om naar het theater te groeien, maar als iemand uiteindelijk niet “rendeert”, niet durft of het gewoon niet kan, dan kunnen we hem ook niet zomaar overplaatsen naar een ander dagcentrum. Daarom proberen we zo goed mogelijk te scouten. Dat werd een paar jaar geleden nog wel geaccepteerd, maar tegenwoordig steeds minder. Aan de ene kant is dagcentrum Kasteel net zo’n dagcentrum als andere; het krijgt dezelfde subsidie uit het
Vlaams Fonds voor Sociale Integratie als andere dagcentra. Aan de andere kant krijgt Theater Stap subsidie van het ministerie van Cultuur. Formeel zijn we gescheiden organisaties, maar in de praktijk werken we samen. Tijdens onze repetities is er ook altijd een pedagoog van het Kasteel aanwezig, die inmiddels zo in de theaterwereld is ingewijd dat die ook theaterworkshops op scholen begeleidt. Nog een rechtvaardiging voor selectie is dat ons publiek strenger is geworden. Aanvankelijk klonk weinig kritiek op onze voorstellingen, omdat het om mentaal gehandicapten ging. Inmiddels bekijkt en beoordeelt het publiek ons steeds meer als andere theatergezelschappen, en dat is goed. Voor ons is dat een reden te meer om onze positie te versterken en talenten te zoeken. Sinds acht jaar doen we dat door mentaal gehandicapte jongeren, die overdag nog gewoon naar school moeten, op woensdagmiddag uit te nodigen voor theater- en muziekworkshops. Op die manier vormen we een soort theatervooropleiding.’
‘We doen aan talentscouting. Dat werd een paar jaar geleden nog geaccepteerd, maar tegenwoordig steeds minder’
Wat voor soort stukken speel je met deze mensen? ‘We maken taalarm theater. Veel van onze spelers hebben moeite met het onthouden van tekst of met de articulatie. Toch kunnen een paar zinnen een groot verschil maken. Wanneer nodig bewerken we zinnen en zoeken we naar woorden die onze spelers goed kunnen uitspreken. We proberen altijd iets nieuws. Daarom werken we ook vaak met gastregisseurs of -choreografen (zie ook kader). Bovendien zoeken we graag de confrontatie. We hebben bijvoorbeeld een stuk van Max Frisch gespeeld waarin iemand tijdens de oorlog ervan verkaap kunst
geloofden dat mentaal gehandicapten tot meer artistieke ontwikkeling in staat waren. Het gevolg was dat de pioniers afscheid namen en ik artistiek leider werd.’
mensen zonder beperking. Die kun je vragen in een rol te stappen en regisseren. Deze mensen kun je niets opleggen. Dat betekent dat de voorstelling meer uit deze mensen zelf komt. Als regisseur stuur je hoogstens wat bij. Juist omdat zo’n proces veel tijd vraagt, wilden we meer tijd met de spelers kunnen doorbrengen. Tot die tijd moesten we afspraken maken met de verschillende dagcentra waar onze spelers zaten. Dat was organisatorisch lastig. Daarom zijn we in 1991 zelf een dagcentrum begonnen,
dacht werd Jood te zijn. Dat stuk handelde over stigmatisering en over buitenstaander zijn. Daarmee ging het eigenlijk ook over deze mensen. In het voorjaar van 2010 maakte Heidi de Feyter voor haar afstudeerproject Drama aan de Fontys Hogeschool het stuk Poppemie met vier spelers uit een jongerentheatergroep en vijf van onze spelers. Dat stuk ging over relaties en onder meer de kinderwens. Zo’n onderwerp is belangrijk voor onze spelers, omdat we daarmee een lastig probleem bespreekbaar maken. Het helpt hen te beseffen dat kinderen er voor hen waarschijnlijk niet in zitten. Door het theaterspel en de tijd die we daarvoor nemen, komt die boodschap over. Ja, zo’n theaterstuk is erg confronterend, ook voor de ouders van die spelers. Maar confronteren is toch ook de bedoeling van theater?’
niet anders dan ik. Dankzij hun heb ik een baan en word ik erkend.’
Heeft Theater Stap therapeutische doelen? ‘Theater Stap is vooral therapeutisch omdat dit hun baan is, terwijl ze eigenlijk het stempel “arbeidsongeschikt” hebben gekregen. Onze spelers zijn professionals. We willen en krijgen in theaters dan ook dezelfde behandeling als acteurs zonder beperking. Die combinatie van werk en de erkenning is de best mogelijke therapie; ze worden gezien en erkend om hun waarde. Wat dat betreft zijn zij
Hoe sta je tegenover integratie tussen mensen met en zonder handicap in de kunsteducatie? ‘De voormalige Vlaamse minister Bert Anciaux heeft zich er in België hard voor gemaakt dat mensen met een handicap of een beperking terecht kunnen in het deeltijdkunstonderwijs, bijvoorbeeld bij wat jullie Centra voor de Kunsten noemen. Dat is inmiddels zelfs Europees afgesproken, maar in de praktijk komt daar nog weinig van terecht. Daarom zijn er veel initiatieven vanuit autonome structuren of vanuit instellingen voor mensen met een beperking. Ik ben in principe voorstander van integratie in het deeltijdkunstonder-
Wat vraagt het werken met deze mensen van de artistieke leiding? ‘Je moet in ieder geval interesse in deze mensen hebben. En beseffen dat deze mensen ook hun kwaliteiten hebben, maar dat het vaak meer tijd kost om met deze mensen een voorstelling te maken. Belangrijk is ook de houding van de regisseur. Die moet flexibel zijn en bereid zijn om al zijn prachtige ideeën ondergeschikt te maken aan de mogelijkheden van onze spelers. Ik heb in de loop van de tijd geleerd te werken met hun individualiteit. Ze hebben weliswaar allemaal een mentale handicap, maar ze verschillen wel. Sommige zijn erg nerveus voor een voorstelling, andere juist helemaal niet; die zijn haast overmoedig.’
Toernee en ovatie voor Stap-spelers Theater Stap nodigt regelmatig jonge theater- en dansmakers uit om voorstellingen te maken. Uit de lange reeks noemen we er twee. In 2002 maakte de toen nog onbekende Belgisch-Marokkaanse choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui samen met Nienke Reehorst de voorstelling Ook met spelers van Stap. De voorstelling was een succes. Bovendien leidde die er toe dat Marc Wagemans, een van de spelers van Stap, nu regelmatig figureert in dansstukken van Sidi Larbi en mee op toernee gaat. Ook het verhaal van de jonge filmregisseur Gust Van Den Berghe is bijzonder. Hij wilde als eindexamenproject voor de Filmschool in Brussel En waar de sterre bleef stille staan, een kerstverhaal van Felix Timmermans, verfilmen met spelers van Stap. Zijn opleiders zagen daar niets in, maar Van den Berghe zette door. Het gevolg: Little Baby Jesus of Flandr, zoals de film in het buitenland heet, werd geselecteerd voor het filmfestival van Cannes en oogstte er een minutenlange staande ovatie. In december ging de film in een groot aantal bioscopen in België in première. Bekijk filmpjes van Theater Stap op www.theaterstap.be
wijs, maar besef ook dat het lastig kan zijn. Misschien is daarvoor nodig dat er meerdere niveaus komen, afhankelijk van ambities en mogelijkheden. Ik zit in een werkgroep van het ministerie dat nadenkt over die integratie, maar een oplossing hebben we nog niet.’ l
Achtergrond
Pionieren met nieuwe media: enthousiaste docenten, cursisten afwachtend In het Digital Art Lab in het centrum voor de kunsten van Zoetermeer moeten traditionele kunsten en nieuwe media elkaar ontmoeten, liefst stevig met elkaar botsen en hopelijk nieuwe vormen van kunst en onderwijs creëren. In het negende deel van een serie artikelen over golfbewegingen binnen de amateurkunst, richt Kaap Kunst de blik op een dynamische ICT-impuls in een saaie stad. Door Sofie Cerutti
Digital Art Lab Zoetermeer Digital Art Lab is een samenwerkingsverband waarin ook de gemeente Zoetermeer (programma KIZ - Kenniseconomie en Innovatie Zoetermeer) en The Patching Zone uit Rotterdam partner zijn. Kunstfactor adviseert over het concept. Het project ‘Realisatie igital Art Lab’ loopt een jaar en kost zo’n half miljoen euro. Dit geld is deels door de partners opgebracht. De grootste bijdrage komt uit de subsidies van het ministerie van OCW, VSBfonds, SNS Reaal Fonds en Fonds1818. Na afloop van het project moet het Digital Art Lab in staat zijn zonder structurele subsidie te blijven bestaan. Dansleerlingen gaan in Zoetermeer aan de slag met Wii-controllers
Z
kaap kunst
kaap kunst
12
oetermeer staat algemeen bekend als een van de saaiste steden van Nederland. Het is een algemene klacht van jongeren dat er ‘niks te doen is’ op de plaats waar ze wonen, waar dat ook is. Maar in Zoetermeer zouden ze daar nog wel eens gelijk in kunnen hebben ook: veel meer dan rijen en rijen flats rond een kleine oude dorpskern lijkt er niet te zijn. De stad probeert wat aan dat imago van ingeslapen forensenstad te doen door werkgelegenheid binnen te halen, en zet daarbij zwaar in op ICT. Er is een glasvezelnet aangelegd om bedrijven, scholen en instellingen supersnel internet te bieden. Er is een Academie voor ICT en Media; gebruik van nieuwe media in de zorg en het onderwijs wordt gestimuleerd. En er is nu ook een Digital Art Lab opgericht, binnen het Centrum voor Kunst en Cultuur (CKC). Het CKC in Zoetermeer is een gewoon kunstencentrum, zoals er meer zijn in
Nederland. Je kunt er muziek- of theaterlessen nemen, een cursus volgen in kunstgeschiedenis of poëzie schrijven, je kunt er dj-technieken leren,
een game maken van hun choreografie, muzikanten kunnen zelf instrumenten maken om hun muziek anders te laten klinken, beeldhouwers
Met het Digital Art Lab moet het kunstencentrum beter gaan inspelen op de nieuwe, digitale lifestyle portrettekenen, capoeira dansen en glasbewerken. Maar daarnaast is er nu dit digitale lab, in haar soort een unicum in Nederland. Een paar maanden geleden is de online werkplaats en podium waarin ‘traditionele’ kunsten en nieuwe media elkaar moeten vinden en stimuleren, gestart. Het lab is gericht op jongeren. Dansers kunnen
kunnen filmpjes maken en die onderdeel maken van hun sculptuur of installatie. Je kunt er deelnemen aan workshops maar ook gewoon binnenlopen en iets gaan maken.
>
kaap kunst
14 Veldwerkers Maar werkt het inderdaad zoals de
Een van de dansdocenten kwam bijvoorbeeld op het idee Wii-controllers (spelcomputers die je met een speciale afstandsbediening bestuurt, red.) te gebruiken bij dans. Leerlingen leren de technologie van de afstandsbediening van de Wii kennen, en maken een choreografie, waarbij die geluid of visuele bewegingen kan genereren.
‘open lab’, waar je binnen kunt lopen en met elkaar iets gaat maken. Voorlopig is het meestal nog erg leeg op de inloopmiddagen en -avonden. ‘De inloop is er pas een paar weken, en daar komen inderdaad nog niet veel jongeren op af’, geeft Samson toe. ‘Soms komen er mensen binnen en vragen wat dit hier allemaal is. Dat leggen we dan uit, dan zeggen ze ‘O’, en gaan weer weg. Maar er komen hier al veel jongeren voor cursussen en workshops, en die weten over een tijdje precies wat hier te doen is. Dus daar komt denk ik wel verandering in.’
gaan uitvoeren. ‘Die rollen gaan meer door elkaar lopen. Jongeren weten veel van nieuwe media en gebruiken die gemakkelijk. Docenten leren hen iets, vervolgens gaan ze er zelf mee aan de slag en delen hun kennis en vaardigheden ook met elkaar. Skillsharing.’
Is het niet veel te idealistisch, om te denken dat het zo werkt: zet apparatuur neer, en mensen die die kunnen bedienen, en de kennis gaat zichzelf vermeerderen? Zijn jongeren niet veel te passief om op die manier aan de slag te gaan?
Het Digital Art Lab is een pilot. Er is veel geld bijeengebracht om een jaar te kunnen experimenteren. De workshops en cursussen, plus het ‘inlooplab’, is dit eerste jaar ook gratis. Maar daarna moet het project financieel op eigen benen kunnen staan. ‘Je kunt in deze tijd ook niet al te veel rekenen op subsidies. Mensen moeten gaan betalen voor workshops en gebruik van apparatuur. Dat werkt ook zo met de ‘traditionele’ cursussen. We zijn nog aan het zoeken naar het juiste financieringsmodel, maar we hebben er alle vertrouwen in dat dat gaat lukken.’ En bij succes kan het lab natuurlijk ook naar andere kunstencentra getransponeerd worden. ‘Dat behoort zeker tot de mogelijkheden. We zijn er nu nog niet concreet mee bezig, maar we zijn zeker ‘how to’-lijstjes aan het samenstellen.’ l
Workshops bestaan uit het maken van animaties met kleifiguurtjes, of het maken van je eigen synthesizer Een cellodocent bedacht dat leerlingen het stuk muziek waarmee ze maanden bezig zijn, kunnen visualiseren door te filmen. Ze maken video’s die de muziek die ze spelen, verbeelden. De video duurt precies even lang als het stuk, en wordt ook ondersteund door een metronoom. Bij de uitvoering van de muziek wordt tegelijkertijd de film afgespeeld. Andere workshops die gegeven worden, zijn bijvoorbeeld het maken van een stop-motionanimatie met kleifiguurtjes, of het maken van je eigen synthesizer. Leerlingen worden gestimuleerd geluiden te zoeken en te maken, en die te gebruiken bij het maken van een muziekstuk. Bij dit soort projecten werkt de ‘traditionele’ lesaanpak niet goed meer, denkt Samson – dat de docent iets uitlegt, en dat leerlingen het vervolgens
‘Het is natuurlijk een proces’, zegt Samson. ‘We zijn pas net begonnen en iedereen moet nog wennen aan die nieuwe vormen van onderwijs. Jongeren zijn nu gewend aan veel hiërarchischer manieren van les krijgen. Maar als je bijvoorbeeld kijkt naar hackerslabs en -congressen, daar werkt het altijd zo: peer to peer. Mensen vragen dingen aan elkaar en helpen elkaar iets nieuws te bouwen. Het kost in het begin extra inspanning om die manier van werken te stimuleren. Daarna levert het veel op.’ In het lab worden cursussen en workshops gegeven, maar het is ook een
kaap kunst
coole filmpjes op de website beloven? Dat je er online of fysiek kunt binnenlopen en dan met andere gedreven en creatieve mensen een game ontwerpt, een installatie maakt of een synthesizer bouwt, het liefst alledrie in één? De leefwereld van jongeren draait steeds meer om nieuwe media; creativiteit wordt via digitale kanalen vormgegeven en gedeeld. Met het Digital Art Lab moet het kunstenaanbod in het CKC beter gaan inspelen op deze nieuwe, digitale lifestyle. Het is zeker niet de bedoeling dat het bestaande kunstaanbod vervangen wordt door nieuwe docenten en spannende technische snufjes, zegt labmanager en nieuwe-mediakunstenaar Audrey Samson. ‘Helemaal niet. Een groot deel van het geld en de inspanningen van deze pilot gaat naar het trainen van de huidige kunstdocenten van het CKC. Om nieuwe technieken te leren en ideeën te ontwikkelen waarmee de traditionele lessen nieuwe input kunnen krijgen.’ De docenten moeten, in plaats van schilderen, cello of keramiek te onderwijzen, ineens aan de slag met digitale tekentafels, video en Augmented Reality. Dat moet voor hen een flinke omslag zijn. ‘Dat zou je misschien denken’, zegt Samson. ‘Maar dat blijkt niet zo te zijn. De meeste docenten staan juist erg open voor het leren van nieuwe technieken, en pakken die heel snel op. Ze zijn supergemotiveerd en komen met allerlei nieuwe ideeën, om hun eigen vak verdieping te geven met nieuwe-mediatechnieken.’
Wie zetten zich in voor de amateurkunst in ons land? John Kayongo, 40 jaar, organiseert met zijn Studio LionPaw Afrikaanse danslessen en workshops.
Wat is je achtergrond? ‘Mijn ouders komen uit Oeganda, maar ik ben geboren en getogen in Kenia. Ik leerde van mijn moeder de rituele dansen van de Baganda, het grootste volk in Oeganda. Na de middelbare school studeerde ik in Nairobi antropologie en onderzocht ik dans en rituelen van verschillende Afrikaanse volkeren. Bovendien danste ik in die tijd in een semi-professioneel dansgezelschap, dat regelmatig op toernee ging. Zo kwam ik voor een optreden op de School voor Nieuwe Dansontwikkeling in Amsterdam terecht. De sfeer en de moderne stijl van dansen spraken me erg aan. Daarom deed ik auditie voor de opleiding. Dat lukte en uiteindelijk werd ik Bachelor in Performing Arts. Daarna heb ik bij verschillende dansgezelschappen gewerkt.’ Hoe kwam je terug bij de Afrikaanse dans? ‘Door toeval. Een kennis gaf Afrikaanse dansles en vroeg mij om een les van hem over te nemen. Daardoor laaide bij mij het vuur weer op. Dat leidde ertoe dat ik met Ellen Engbers in 2006 Studio LionPaw oprichtte. We geven les op verschillende locaties in Utrecht en Houten, maar doen ook workshops voor scholen en bedrijven.’ Is er veel belangstelling voor Afrikaanse dans? ‘Ja, de belangstelling is groot. Dat komt onder meer omdat veel jongeren en vrouwen Afrikaanse dans beschouwen als een creatief alternatief voor de sportschool. Afrikaanse dans is een geweldige ‘workout’ omdat het heel explosief en vurig is. Uit onderzoek blijkt dat je in één uur Afrikaans dansen bijna net zo intensief beweegt als tijdens een volledige voetbalwedstrijd. Andere cursisten komen juist uit belangstelling voor de Afrikaanse cultuur. Want we leren onze cursisten niet alleen pasjes. Dansen maken deel uit van rituelen, waarover ik in de lessen vertel.’ Waarom kloppen bedrijven voor workshops bij je aan?‘Omdat Afrikaanse dans eigenlijk een vorm van community art is. Door samen te dansen, bouw je aan een intense gezamenlijke ervaring. Het integreert mensen. Voor collega’s die uit een zware vergadering komen, biedt Afrikaanse dans de mogelijkheid om het hoofd even ‘uit’ te zetten. Bovendien leren collega’s elkaar door te dansen op een andere manier kennen.’ Welke kunstenaar beschouw jij als een voorbeeld? ‘Ik heb bewondering voor Bach. Bovendien voel ik verwantschap. Bach begint met een thema, varieert daar vervolgens op en keert uiteindelijk terug bij dat thema. Afrikaanse dansen hebben een vergelijkbare structuur met een thema, varianten en improvisaties.’ Wat zou je eerste maatregel zijn, als je minister van OCW zou zijn? ‘Ik zou veel geld vrijmaken om actieve kunstbeoefening te stimuleren. Het is goed voor mensen om een paar uur per dag via kunstbeoefening vrijheid te ervaren en hun eigen ziel te vinden.’ (R.M.)
kaap kunst
16
Tijdloos
The Face and the mirror (2010) van Lynne Leegte
Lynne Leegte (1965) is beeldhouwster en monumentaal kunstenares. De benen op de cover van dit tijdschrift heeft zij door Gert Jan van Rooij laten fotograferen voor een kunstwerk in Basisschool De Heksenketel in Assen, zie ook de foto links onder. Ze hangen in de gymzaal en in de aula. ‘Ik was geïnspireerd door de kolommen van Griekse tempels, de benen zijn de kolommen van het lichaam. Kinderen gaan klein de basisschool in, en komen er acht jaar later groot uit. Ik wilde werken met het lichaam als meetinstrument, want je kunt je ledematen gebruiken om de maat te nemen. Toen de banieren er net hingen, liep een klein jongetje naar een van de voeten, en plaatste zijn hand op een teen. Het paste precies. Toen wist ik dat ik in mijn bedoeling was geslaagd.’
Consolation, een installatie uit 2007 van Lynne Leegte
Voor de Grote Kerk in Lochem (zie foto links boven) maakte Lynne, met de zelfontspanner, troostrijke foto’s van haar eigen onderarm. De banieren hingen er gedurende een maand, aanleiding was het Requiem dat werd opgevoerd. Op The face and the mirror zien we een zelfportret met de spiegel als poëtisch object: ‘Een heel persoonlijke, kwetsbare foto, ik wil kunst maken omdat het voor mij een grote noodzaak heeft’, stelt Lynne. ‘Dat geldt ook voor het werk op de volgende twee pagina’s, Hands. Ik houd van tijdloze, universele beelden en laat me in de lichtval inspireren door zeventiende-eeuwse kunstenaars als Vermeer, Caravaggio en Zurbarán. Wat er in de handen zit? Tja...’
kaap kunst
Benen (2001). Foto Gert Jan van Rooij
Hands (2008) van Lynne Leegte
geld In de cultuurparagraaf van het regeerakkoord wordt aangedrongen op een minder grote financiële afhankelijkheid van de overheid. Culturele ondernemingen zouden meer op eigen benen moeten staan, particulieren moeten meer investeren in cultuur. Vaak is dat bittere noodzaak, want gemeentes bezuinigen fors op kunst en cultuur. Arnoud Veilbrief vraagt aan drie amateurkunstverenigingen én aan een groter dansgezelschap of het lukt sponsors te werven, en wat het uiteindelijk oplevert. Door Arnoud Veilbrief
Op zoek naar sponsors? Gij zult netwerken Aan Abdallah en de Gazelle van Basra deden ruim honderd dansers mee, waaronder veel amateurs. Op de voorgrond de professionele danseres Mariko Shimoda.Foto Hans Oostrum
‘Sponsoring scheelt ons duizenden euro’s’ DeDDDD heeft het lang zonder overheidssubsidie moeten doen. ‘Tot 2009 moesten we alles halen uit particuliere fondsen en de recettes’, zegt zakelijk leider Berend Dikkers. ‘Nu zijn we opgenomen in het meerjarencultuurplan van de gemeente Den Haag. Een derde van ons budget komt nu van de gemeente. De rest van fondsen, recettes en sponsors.’
E
r een beetje uit willen springen, is natuurlijk voor dansers. En daarom noemden choreografen Rinus Sprong en Thom Stuart hun dansgezelschap De Dutch Don’t Dance Division. Kortweg DeDDDD. De naam komt uit de musical Foxtrot van Annie M.G. Schmidt (‘The Dutch don’t dance, there are a few who do’). En het is natuurlijk een beetje provocatief bedoeld. De Nederlander als de stijve hark die met geen paard de dansvloer op te krijgen is, is een herkenbaar beeld. Maar in plaats van zich daarbij neer te leggen, doet DeDDDD er alles aan, in ieder geval in thuisbasis Den Haag, om een beetje schwung in de stramme heupen te krijgen.
DeDDDD, dat geen kantoor heeft en geen vaste medewerkers in loondienst, wil de verbinding zijn tussen het amateur- en het professionele danscircuit. In die laatste groep bevinden zich niet de minste: het NDT, het Scapino Ballet en het American Ballet Theatre uit New York werkten al samen met DeDDDD.
DeDDDD ontvangt per jaar tussen de
kaap kunst
kaap kunst
20
veertigduizend en vijftigduizend euro van sponsors op een begroting van een half miljoen. Het is niet eenvoudig voor kunstgezelschappen om steun van het bedrijfsleven te krijgen als je niet ‘Concertgebouworkest’ of de ‘Nederlandse Opera’ heet. Zakelijk leider
Berend Dikkers: ‘Zeker niet in moeilijke tijden. Veel bedrijven hebben het zwaar, dan ligt het niet zomaar voor de hand om geld weg te geven. We hebben bovendien niet zo’n sponsorcultuur als in bijvoorbeeld de VS. En de kunst heeft het dan nog extra moeilijk. Bedrijven sponsoren eerder een voetbalclub dan een dansgezelschap. Dat valt deels te verklaren door het grotere publiek dat je ermee bereikt, maar dat is niet de enige reden. Onbekendheid met de danswereld speelt ook een rol. Het zou een goed idee zijn als culturele instellingen gezamenlijk bedrijven zouden benaderen voor sponsoring. Dan zou een bedrijf het hele jaar door zichtbaar kunnen zijn bij diverse
voorstellingen. Het NAPK (Nederlandse associatie voor podiumkunsten, red.) en Kunstfactor zouden hierin een voortrekkersrol kunnen nemen.’
Bij het woord sponsor denken veel mensen aan geld, maar in de praktijk gaan sponsorbijdragen vaak in natura. Zo neemt het afvalverwerkingsbedrijf Van Vliet Contrans het transport van decorstukken gratis voor zijn rekening, overigens een bewijs dat een potentiële sponsor niet per se in de gevoelssfeer van de kunstwereld hoeft te liggen. En Medisch Centrum Haaglanden, waaronder een in typische ‘dansersklachten’ gespecialiseerde kliniek valt, stelt
>
k aap kunst
22
Voor gezelschappen die sponsors zoeken, heeft Dikkers een advies. ‘Ga niet lukraak rondbellen, dat heeft niet zoveel zin. Begin met wat rondvragen in je eigen netwerk. Iedereen kent mensen die bij een bedrijf werken of er een hebben. Kijk of je daar wat voor elkaar krijgt en begin desnoods klein. Lukt dat, dan heb je aanknopingspunten om verder te gaan. En zo groeit je netwerk verder.’ Voor volgend jaar moet Dikkers ‘weer vol aan de bak’. ‘Dat vind ik niet erg. We zijn een culturele onderneming. En we hebben een flink netwerk. Eens kijken wat daar nog uit valt te halen.’ l
Jos de Kock, leider Toneelvereniging Nieuw Den Helder
‘Er worden geen verenigingsmensen meer geboren’
‘O
oit speelde Piet Römer hier in Den Helder. Ik ging naar de kleedkamer en stelde me voor: “Ton de Kock, met k-o-c-k.” Daar moest ie erg om lachen. Toen ik 40 jaar speelde, kreeg ik Jake’s Women van Neil Simon van het gezelschap. Ik ben idolaat van zijn stukken. Aan de Heijermans-Cyclus bewaar ik ook prachtige herinneringen. Ik speelde in Pancras Duif, over een man die er met een jong vrouwtje vandoor gaat en zijn kinderen die de erfenis zien verdwijnen. Uit 1907, maar nog volkomen actueel! Een stuk of acht bedrijfjes in Den Helder sponsort ons. Voor 25 euro krijgen ze een advertentie in het programmaboekje. Nee, dat levert niet veel op. Maar kringloopwinkel Rataplan stelt gratis stoelen en tafels beschikbaar en onze penningmeester is handig met de computer, dus van een programmaboekje hebben we alleen de drukkosten. De huur om te oefenen in de schouwburg is maar duizend euro per jaar en daarvan betaalt de gemeente tachtig procent. Helaas gaan ze naar vijftig procent, dus dat zullen we ergens anders moeten opvangen. En we hebben natuurlijk de kosten van de techniek. Een lampje, een luidsprekertje. En het vervoer, als we door de provincie toeren. Het is niet kostendekkend, bij lange na niet. Maar ja, het
is je liefde of niet. Ik zeg altijd: begin niet aan toneel, want je komt er nooit meer van af. Misschien zouden we wel wat meer sponsors binnen kunnen krijgen als we wat meer ons best deden. Maar zolang mijn cluppie nog draait, vind ik het wel best. Als het echt nodig is, gaan we wel weer de boer op. Geld is niet ons grootste probleem. Dat is het interesseren van jonge mensen, vooral jonge kerels. Wat ze tegenwoordig doen, ik heb geen idee. Terwijl ik ontzettend getalenteerde jongeren zie. Maar ze hebben niet de behoefte om het te laten zien. Ik zeg wel eens: er worden geen verenigingsmensen meer geboren.’ l Het Brummens Mannenkoor in vol ornaat, op de voorste rij dirigente Marga Roelofs. Het koor heeft een aantal donateurs, waaronder een kledingzaak
Fred Groot Nibbelink, Werving & PR van het Brummens Mannenkoor
‘We hebben inkomsten uit de pluk van appels’
O
ns koor heeft honderd leden en het repertoire loopt uiteen van geestelijke liederen tot musicals. We zingen ook in het Slavisch, zoals het Onze Vader (spreek uit: Otsje nasj). In totaal komen we aan zes, ze-
k aap kunst
een kapel beschikbaar als oefenruimte. Dikkers: ‘Dat soort sponsorbijdragen in natura scheelt je duizenden euro’s op je jaarbegroting.’ Zo heeft DeDDDD nog meer sponsors. Olieconcern Total/EN&P steunde het kerstballet Abdallah en de Gazelle van Basra, waaraan naast vele dansamateurs ook gastsolisten van het American Ballet Theater en studenten van het Koninklijk Conservatorium deelnamen, met een bijdrage van 5000 euro en kocht kaartjes voor relaties. Dat deden het gemeentelijk vervoerbedrijf HTM en de Rabobank ook. De HTM plaatste daarnaast gratis posters in trams. Novotel Den Haag stelde een arrangement samen met een voorstelling van de Notenkraker. Verhuurbedrijf Paul zorgde voor de aankleding van de zaal. En de professionele fotograaf Hans Oostrum maakt voor niets prachtige foto’s van de dansers. Dikkers: ‘Heel belangrijk voor onze uitstraling.’ De fondsen dragen ook bij aan het budget van DeDDDD. Hun manier van werken vindt Dikkers niet altijd even gelukkig. ‘Ze steunen één project en dan stopt het weer. Dat maakt het heel erg versnipperd. Eerlijk gezegd vraag ik me af wat de zin van die manier van werken is.’
ven concerten per jaar. We treden ook op in het Gelders Ziekenhuis in Zutphen en in een verzorgingstehuis. Volgende week geven we twee kerstconcerten. Die zitten altijd vol. Dan treden we op voor vierhonderd mensen in Brummen en tweehonderd in Eerbeek. De subsidie van de gemeente is net stopgezet. Dat zat er een beetje aan te komen. We hebben een aantal donateurs. Een autobedrijf, een meubelzaak, een makelaar. Een kledingzaak levert de zomertenues voor onze optredens. Een drukkerij drukt soms onze posters en programmaboekjes gratis, maar soms ook niet. In de zaal Concordia mogen we gratis repeteren.
De Rabobank ondersteunt ons ook. En verder hebben we nog wat inkomsten uit de verkoop op de boekenmarkt en de pluk van appels en peren. De enige echte kosten die we hebben zijn die voor de dirigent en de pianist. Dat zijn beroepsmusici die volgens het tarief van de KNZV betaald moeten worden. Het is ook niet erg als het iets kost. Het is een heerlijke hobby en je doet het ook voor de sociale contacten. In 2011 bestaan we 35 jaar. Op ons jubileumconcert zullen we de Mis van Viotta en Rejoice van Händel zingen. Ik ga heus wel door, ook als we onze programmaboekjes moeten versoberen.’ l
Hans Middag, artistiek leider Theatergroep Acts, Hellendoorn
‘Iedereen heeft kruiwagens nodig’
‘I
k werk bij Thales als technisch administrateur, maar ik heb er altijd iets naast gedaan. Ik heb het geluk gehad dat ik heb mogen samenwerken met regisseurs als Max van Weegberg en Lex de Regt. Die hebben me bijgebracht hoe je een stuk opbouwt. De tekst is maar dertig procent,
>
kaap kunst
24 de rest is het werk van de regisseur. Mijn Theatergroep Acts bestaat pas kort, we willen door middel van theaterproducties bijbelse verhalen, normen en waarden presenteren. Onze eerste musical Twins gaat op 12 maart in première in de kerk Beth Shalom in Nijverdal. Ik werk niet met een vaste groep. Hooguit met een kleine, min of meer vaste kern. Voor ieder stuk kies ik nieuwe acteurs en actrices. Degene die bij de rol past, die kies ik. Vervolgens ga ik de tekst op die persoon schrijven. Niet de juiste acteur bij de tekst, maar precies andersom. Het Prins Bernhard Cultuurfonds staat voor een paar duizend euro garant voor ons. Een bevriende caravanverkoper heeft me ook met duizend euro gesteund, als opstapje. Iedereen heeft kruiwagens nodig. De programmaboekjes en flyers krijgen we ook voor een deel gratis. En een medewerker van me werkt bij een houtfabriek die ons voor een zacht prijsje materialen schenkt. Zelf knutselen we dan een decor in elkaar. De grotere sponsors krijgen reclame op de website en een advertentie in het programmaboekje. Plus vrijkaartjes. De musical is geen goedkoop genre. Alleen al voor techniek ben ik 1500 euro per avond kwijt: licht, kleureffecten, draadloos Dolby Surround, een rookmachine. Maar ik zit tot nu toe onder mijn budget. Het gaat goed.’ l
kaap kort
Jong aangeleerde muziek D
Het Haags Gemeentemuseum.
Zomer Expo in Den Haag In Londen is het een aloude traditie: de Summer Exhibition van de Royal Academy. Vorig jaar werd de 242e editie gehouden, met als thema ‘Raw’. Er werden 11.000 kunstwerken in allerlei media ingezonden. Zo’n zomerexpositie biedt het publiek een uitgelezen kans om werken te kopen van gevestigde of nog onbekende artiesten. Ook België is reeds jaren bekend met een dergelijke opzet: de Canvas Collectie. Nederland krijgt nu zijn eigen zomertentoonstelling op basis van open inschrijving: in juli en augustus organiseert de stichting ArtWorlds de Zomer Expo 2011 in Den Haag. De onderwerpen van de eerste overzichtstentoonstelling, van 9 juli t/m 14 augustus in het Haagse Gemeentemuseum, zijn portret, landschap en stilleven. Wiens werk hierop betrekking heeft, kan maximaal drie werken aandienen om te worden beoordeeld in de voorrondes.
Opzet van de manifestatie is om een actueel beeld te geven van beeldend talent van eigen bodem. De inschrijving is open voor iedereen, van professioneel tot liefhebber en van jong tot oud. Ook de vorm staat vrij, van klassieke tekeningen tot moderne installaties,van realistisch tot conceptueel. Er zal geen onderscheid worden gemaakt tussen gevestigde kunstenaars en nieuwelingen; als de werken genoeg zeggingskracht van zichzelf hebben om door de selectie te komen, worden zij zonder naamsvermelding geëxposeerd. Er is sprake van een voorselectie, zeshonderd werken komen online te staan op de site, 250 gaan uiteindelijk naar Den Haag. Onder andere de AVRO, Kunstfactor, het Fonds Cultuurparticipatie en de Mondriaanstichting zijn aangesloten partners. Inschrijving is mogelijk tot 15 maart 2011. Zie www.zomerexpo.nl.
e regeling Er zit muziek in ieder kind is uitgebreid met het project ‘Jong geleerd...’, dat drie jaren lang (2010-2013) onderzoek mogelijk maakt naar theorieën en methodieken van muziekeducatie voor kinderen van 3 tot 7 jaar. De Stichting Toeval Gezocht krijgt van het Fonds Cultuurparticipatie subsidie om drie onderzoekers, in samenwerking met de lectoraten Kunsteducatie (Utrecht) en Cultuureducatie (Amsterdam), in binnen- en buitenland praktijken van de leertheorie te laten vergelijken en te zoeken naar mogelijkheden om muziekonderwijs op school te verbinden met community music, dus school, thuis en gemeenschap samen. Het eerste jaar wordt een werkwijze ontwikkeld, vervolgens kan die op drie basisscholen in Landsmeer worden uitgetest. In april treedt het Groot Zelfgemaakte Schoolpleinorkest op, waaraan alle schoolkinderen van Landsmeer kunnen meedoen. Verder krijgt onder andere Music Matters subsidie van het Fonds voor Elke Rotterdamse School Zingt en Speelt, dat tot doel heeft om in 2016 te beschikken over een doorlopende leerlijn muziekeducatie, opgesteld door samenwerking van SKVR, Codarts, WMDC, Rotterdams Philharmonisch en De Doelen. Deze muziekcoalitie richt zich ook op achterstandswijken om klassikale muziek te stimuleren. In Amsterdam wordt Het Leerorkest financieel ondersteund voor het project Omdat Muziek voor Iedereen Is. Het begeleidt negentien leerorkesten uit vier stadsdelen en richt zich speciaal op kinderen met een cultureel diverse achtergrond uit
groep 1 t/m 4. In totaal bereiken 19 projecten ruim negentigduizend kinderen, van wie het merendeel nu niet of nauwelijks muziekeducatie krijgt.
Profs en amateurs Naast het steunen van muziekprojecten voor kinderen, heeft het Fonds een totaalbedrag van € 2.602.667 toegekend aan elf meerjarige projecten van professionele kunstinstellingen, in het kader van het programma Het beste van twee werelden. Zo ontvangt Toneelgroep Amsterdam (TA) 188.600 euro voor het project TA ontmoet amateurs. Amateurgezelschappen gaan in de Stadsschouwburg een ei-
gen versie van een stuk uit het repertoire van TA opvoeren, en worden in de voorbereiding gecoacht door medewerkers van TA. Ook wordt een voorstelling uitgebracht met amateurs van verschillende groepen, in een regie van een TA-regisseur. 400.000 euro gaat naar het Holland Dance Festival voor het participatieprogramma De Danstuinen, dat bestaat uit vijf Tuinen, waaronder een Choreografietuin en een Trendtuin, waar amateurs onder leiding van internationaal gerenommeerde choreografen, dansers en dansdocenten aan de slag kunnen. wwww.cultuurparticipate.nl
WAK in 60 gemeenten De Week van de Amateurkunst (WAK) zal plaatsvinden van 14 t/m 21 mei in zestig gemeenten in Nederland. De week is bedoeld voor iedereen die in zijn vrije tijd actief bezig is met kunst èn voor iedereen die daarvan wil genieten. Het initiatief van Kunstfactor wil de acht miljoen kunstbeoefenaars in het hele land zichtbaar maken, in een veelheid aan disciplines, of het nou klassieke Kunst of hippe art betreft. De grootste en kleinste gemeenten hebben zich aangemeld, van Amsterdam tot Aa & Hunze (Drenthe). Verder doen bijvoorbeeld Almere (De Kunstlinie), Leeuwarden (Keunstwurk), Rotterdam (SKVR) en Zwolle (Kunst&Zo) mee. Opmerkelijk is het ontbreken van Den Haag – dat toch Culturele Hoofdstad wil worden? – en het wèl deelnemen van Boxmeer, waar zo rigoureus op cultuur wordt bezuinigd dat het organiserende centrum Meander in zijn voortbestaan wordt bedreigd. Voor de hele lijst: www.waknederland.nl Activiteiten van de WAK kunnen zijn: een feestelijke opening, optredens, exposities, open repetities, een amateurkunstmarkt, workshops, etc. Het thema van de komende WAK-editie is Word wakker! Kunstfactor coördineert en promoot de WAK landelijk en heeft alle lokale organisaties gevraagd om één WAK-coördinator aan te stellen, die een centrale rol heeft bij de organisatie. De coördinator is contactpersoon en gesprekspartner van Kunstfactor als landelijke organisator en is lokaal de spin in het web.
kaap kunst
26 BTW-verhoging verontrust Koninklijk toneelgezelschap
D
e aangekondigde btw-verhoging treft niet alleen de professionele podiumkunst. Ook sommige amateurgezelschappen maken zich zorgen. ‘Die voorgenomen btw-verhoging gaat ons enkele honderden euro’s kosten’, voorspelt Sigrid de Zwart, penningmeester van de Koninklijke Toneelvereniging Litteris Sacrum in Leiden. De vereniging maakt jaarlijks een voorstelling die zij vijf keer spelen voor gemiddeld tachtig toeschouwers. Op een toegangskaartje van tien euro moest Litteris Sacrum tot nu toe zes procent btw afdragen, oftewel 57 eurocent. Bij gelijkblijvende toegangsprijs wordt dat na de btw-verhoging op 1 juli 1,79 euro, dat wil zeggen 1,22 euro meer per toeschouwer. Vermenigvuldigd met vierhonderd (het totale aantal toeschouwers bij de vijf voorstellingen), komt dat neer op 488 euro (400 maal 1,22 euro) meer btw-afdracht voor dit Leidse amateurgezelschap.
Inkopen Litteris Sacrum telt zestien leden die jaarlijks 100 euro contributie betalen. Dat levert de vereniging 1600 euro op. ‘Dat is niet veel als je bedenkt dat het inhuren van een semi-professionele regisseur al gauw tweeduizend euro per productie kost’, vertelt Sigrid. Bovendien maakt de vereniging bij de totstandkoming van een productie nog meer kosten. Denk aan het de-
cormateriaal en vooral de huur van een repetitieruimte. Sigrid: ‘We hebben geen vaste verblijfplaats. We moeten dus alles inkopen: repetitie- en speelruimte, maar ook ruimte voor de opslag van decorstukken.’ Behalve de contributie en de recette van voorstellingen heeft Litteris Sacrum nog een kleine derde bron
Amateurgezelschappen zijn niet btw-plichtig als de omzet ligt onder de 22.689 euro van inkomsten: een gemeentelijke instandhoudingssubsidie. ‘Die is bedoeld om tekorten aan te vullen om ons voortbestaan te garanderen’, vertelt Sigrid. ‘De afgelopen jaren ontvingen we hiervoor jaarlijks zo’n 750 euro.’ Die bijdrage is echter niet gegarandeerd en staat bovendien door gemeentelijke bezuinigingen onder druk.
Belastingplichtig Normaal gesproken vallen culturele verenigingen met zo’n lage omzet als Litteris Sacrum onder de sociaal-culturele vrijstelling.
Amateurgezelschappen zijn niet btw-plichtig als de omzet ligt onder de 22.689 euro per jaar. Begin jaren negentig koos Litteris Sacrum echter zelf voor btw-aangifte. ‘Dat leverde ons op dat moment een paar honderd gulden per jaar op’, legt Sigrid uit. Dat zit zo. Organisaties die btw afdragen, mogen de btw op eigen uitgaven (denk aan zaalhuur en materiaal voor decors) terug vorderen. Litteris Sacrum betaalde op dat moment meer aan btw dan het binnenkreeg via toegangskaartjes. Als belastingplichtige kon de vereniging dat verschil terugvorderen. Dat leverde Litteris Sacrum een paar tientjes tot enkele honderden euro’s per jaar op, waardoor de vereniging workshops kon organiseren voor leden. Niet alle leden deden ieder jaar mee aan een productie, maar de vereniging wilde hen daarmee toch wat bieden. Dat extraatje verdwijnt als de vereniging de btw op entreekaartjes moet verhogen naar 19 procent. Bij gelijkblijvend aantal toeschouwers scheelt dat, zoals hierboven berekent, 488 euro. ‘Tenzij we de prijs op toegangskaartjes verhogen’, zegt Sigrid. ‘Maar we vrezen dat dat ten koste gaat van de zaalbezetting. We hebben traditioneel veel studenten onder ons publiek voor wie een kleine twee euro meer wel veel is.’
Opheffen? Een logische oplossing lijkt het terugdraaien van de vrijwillig geko-
zen belastingplicht, maar daar werkt de belastingdienst normaal gesproken niet aan mee. Toch gaat Sigrid dat proberen, met een beroep op de ingrijpende verandering die de btw-verhoging voor Litteris Sacrum betekent. En als dat niet werkt? ‘Dan overwegen we de vereniging op te heffen en onder een andere naam opnieuw te beginnen. Maar dan raken we ons koninklijke predikaat en onze naamsbekendheid kwijt.’ En een rijke historie die al in 1856 begon. Menig arts of professor, zoals de bekende psychiater Jan Foudraine, was ooit lid van Litteris Sa-
i ngezonden mededel i ng
crum. Ook acteur Paul Steenbergen en Watze Tiesema, voormalig dramaturg van De Appel, stonden bij Litteris Sacrum op de planken. Bovendien leverde de vereniging een heuse dynastie op die begon bij de in hun tijd gevierde amateuracteurs Co Hageman-Verhagen en Bas Hageman en doorloopt tot achterkleindochter Suze Hageman die nu lid is van de vereniging. Roel Mazure Voor meer info over btw-vrijstelling voor amateurgezelschappen, ga naar www.vscd.nl/publicaties/download/21
Limboland Limboland is een onafhankelijk en interactief platform voor kunst- en cultuurmakers en een plek waar talent zich kan uitleven. Nieuwe en ervaren filmmakers, kunstenaars, tv-makers en iedereen die zich daar tussen door beweegt kunnen er experimenteren. www.limboland.tv
kaap kort
Meer stageplekken nodig In 2011 moeten er duizend maatschappelijke stageplaatsen (MaS) komen in de amateurkunstsector. Leerlingen uit het voortgezet onderwijs moeten veel meer dan momenteel (6,5%) hun interesse in deze sector kunnen uitleven door bij organisaties en instellingen stage te lopen. Kunstfactor en Kunstconnectie roepen de bedrijfsvoeringen op om ruimte en tijd hiervoor beschikbaar te maken. Er komt een landelijke campagne. Onderzoek van Bureau Veltkamp is te downloaden via www.kunstfactor.nl/mas. Zie ook: www.maatschappelijkestages.nl.
organisatie
Verknal vrijwilligerstijd niet
Eindelijk: Creatief schrijven Een primeur voor Nederland: vanaf het komende collegejaar start bij ArtEZ een HBO-studie Creative Writing. Onder meer Kunstfactor heeft er lang voor gepleit. Het wordt een 4-jarige voltijdstudie binnen de bachelorfase Theater, gegeven in Arnhem door docenten uit het werkveld. Schrijvers, critici en uitgevers verzorgen gastcolleges. In het theater dringt de moderne communicatietechniek door. Teksten zijn te lezen op e-reader, monologen op YouTube, kritieken op twitter. Er komt interactie tussen podium en multimedia in de zaal. Deze ontwikkeling naar ‘meervoudige geletterdheid’ vraagt om nieuwe schrijvers, aldus de website van de hogeschool: schrijvers die verschillende genres en technieken
kunnen (leren) hanteren. Einddoel: allround schrijver in een digitale netwerkomgeving. Naast literaire schrijfvaardigheid is er veel aandacht voor het ontdekken van de verschillen tussen schrijvers, literaire middelen, en stijl- en publicatievormen. De studenten zullen ook zelf schrijven, op een blog en in een portfolio. Enige teleurstelling van schrijver dezes: waarom moet de studie nou een Engelse naam hebben gekregen, terwijl kennis van de Nederlandse taal (grammatica, syntaxis, stijlvormen, tekstanalyse en argumentatieleer) volgens de website uitgebreid aan de orde zullen komen? Inschrijving voor de studie mogelijk tot 1 maart. www.artez.nl/Creativewriting (Kees Hogenbirk)
agenda 7 maart
JTS Kaderdag Het Netwerk Jeugdtheaterscholen bereidt zich voor op bezuinigingen. Onder het thema Hoe is het mogelijk: beter werk met minder geld? organiseert het op 7 maart een landelijke kaderdag. Er wordt gepraat over fondsen, kunstenplannen, samenwerking en organisatie. Locatie: Bijlmerparktheater, Amsterdam Zuid-Oost www.jtszo.nl 24-27 maart
Ongehoord festival Van 24 t/m 27 maart vindt de vierde editie van het Unheard Film Festival Amsterdam plaats. Wat in 2006 begon als een studentenfestival in Kriterion, is uit-
gegroeid tot een dynamisch, interactief onderzoek naar de relaties tussen beeld en geluid, muziek en sound design. Bezoekers en passanten zullen kennis kunnen maken met de interactie tussen visuele en auditieve disciplines. Er zijn concerten, voorstellingen, lezingen, masterclasses, installaties en dj’s/ vj’s. Paradepaardje van het UFF is The Battle, een competitie voor inzenders van een zelf gemaakte, nieuwe soundscore (geluidsband plus muziek) bij een (bestaand) kort filmpje. www.unheardfilm.nl 1 april
Je wijk op video Woonwijken en stadsbuurten worden een stuk leefbaarder met kunst en cultuur. Dat
is het uitgangspunt van het Kunst en Cultuur voor je Wijk-Festival, waarvan (na 2009) nu de tweede editie wordt gehouden. Men kan korte videofilmpjes indienen die een goed beeld geven van een kunstproject dat de sociale samenhang in de buurt ondersteunt. Het mogen ook video’s zijn die door anderen op internetsites zijn geplaatst, of uit het buitenland komen. Alle filmpjes zijn te bekijken op www. kunstencultuurvoorjewijk.nl. Het publiek mag stemmen op door de vakjury voorgedragen nominaties. Het online festival wordt op 1 april afgesloten in Theater Zuidplein in Rotterdam, waar de winnaars bekend worden gemaakt.
‘Stel je als organisatie flexibel op’, zegt hoogleraar Lucas Meijs over het aantrekken en behouden van vrijwilligers. En: één keer per jaar een kerstpakket is echt onvoldoende. Lucas Meijs over het in de amateurkunst gevoelde tekort aan vrijwilligers. Door Diet Scholten
kaap kunst
kaap kunst
28
Lucas Meijs (1963) is bijzonder hoogleraar ‘vrijwilligerswerk, Civil Society en ondernemingen’ en ‘strategische filantropie’ aan de Erasmus Universiteit. Hij onderzoekt onder meer trends in het vrijwilligerswerk, vrijwilligersmanagement en het ontwikkelen van de Civil Society. Kern van het meeste onderzoek is de vraag hoe de kostbare tijd van vrijwilligers beter tot zijn recht kan komen. Meijs is lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.
R
ond de acht miljoen mensen doen in Nederland aan amateurkunst. Van hen draagt één op de acht als vrijwilliger er aan bij dat ze dat kunnen blijven doen. Zij schrijven voor het clubblad, of houden de penningen op orde. Dat is mooi, zou je denken. Echter: het bestuurlijk kader van de amateur-
kunstwereld signaleert een drei dreigend tekort aan vrijwilligers (zie het kader op pagina 30). Lucas Meijs is bijzonder hoogleraar Vrijwilligerswerk, civil society en ondernemingen en Strategische Filantropie aan de Erasmus Universiteit. De driedelige hamvraag luidt: is het tekort in Nederland een algemeen probleem, waar komt het uit voort en wat is er aan te doen?
>
kaap kunst
30
De amateurkunstsector kampt met een tekort aan vrijwilligers, concludeert Kunstfactor in haar onderzoek Vrijwilligers in de amaterkunst. Vooral de beeldende kunst en de instrumentale muziek hebben hier last van. In Nederland zijn acht miljoen amateurkunstenaars die worden ondersteund door één miljoen vrijwilligers. Daarvan zijn de meeste actief bij dans en theater, de minste bij beeldende kunst. De amateurkunstsector is in hoge mate van vrijwilligers afhankelijk. ‘Uit de verdiepende gesprekken die Kunstfactor heeft gehouden met het bestuurlijk kader van diverse amateurkunstverbanden komt het beeld naar voren dat een gebrek aan vrijwilligers een concrete bedreiging vormt voor het bestaan van gezelschappen’, stelt Kunstfactor in het onderzoek. ‘Zonder vrijwilligers zal er weinig van de beoefening van –zelfs rudimentair georganiseerde – disciplines overblijven.’ Uit het onderzoek blijkt dat driekwart van de vrijwilligers behoefte heeft aan ondersteuning, meestal in de vorm van meer erkenning. Amateurgezelschappen wordt onder meer geadviseerd aan te sturen op andere vormen van vrijwillige inzet (bijvoorbeeld meer op projectbasis). Zie www.kunstfactor.nl (kijk onder ‘publicaties’) voor de overige uitkomsten van het onderzoek.
Er is nog iets aan de hand, aldus Meijs. ‘Kijk maar eens naar de cijfers. Volgens een onderzoek van het SCP (Vrijwilligersorganisaties Onderzocht, 2005) heeft 38% van alle organisaties een tekort aan vrijwilligers, maar 60% daarvan heeft geen vacature. Als je je daar als vrijwilli-
Wie veel contacten heeft wordt eerder gevraagd. Het sóórt vrijwilligerswerk dat iemand doet hangt sterk samen met zijn of haar levensfase. Jongeren vind je eerder bij popfestivals, oudere mensen meer in de zorg. Vaak maakt een aanleiding in je eigen leven dat je vrijwilliger wordt. Je kind gaat naar de basisschool en je wordt luizenouder. Of je moeder overlijdt en het hos-
ger meldt kun je er niet aan de slag. En: 62% van de organisaties heeft dus voldoende vrijwilligers, of heeft daar geen behoefte aan.’ Is er hiermee sprake van een onzinprobleem? Allerminst, aldus Meijs, er zijn bijvoorbeeld heel reële tekorten aan vrijwilligers in de zorg en voor bestuursfuncties. De zorg heeft ook op de formele markt personeelstekort. En in bestuurlijke functies gaat meestal relatief veel tijd zitten. Tekorten elders zijn naar zijn mening bijna altijd te verklaren uit een slecht management van vrijwilligerswerk. ‘Er zit nog iets anders onder dat ‘beleefde tekort’. In de beroepswereld gaat het om de vraag: hoe kunnen we met minder mensen meer leveren? Bij vrijwilligerswerk geldt juist: hoe meer mensen des te beter. Terwijl inmiddels ook daar veel taken gestroomlijnd zijn. In de jaren zeventig was je met vijf mensen een hele avond blaadjes aan het stencillen en rapen, nu is dat met e-mail één druk op de knop voor de bakker. Dat is een vermindering van vijf keer vier uur naar tien minuten. Je zou dus in principe met minder vrijwilligers toekunnen, want dat soort werk is er niet meer. Maar het gevoel blijft: meer is beter.’
pice vraagt om mensen, je vader wordt iedere week bezocht door de Zonnebloem en zo kom je bij die organisatie terecht.´ Meijs is niet pessimistisch over jongeren als vrijwilliger. Onderzoek wijst uit dat zij met een deelname van 42% nauwelijks onderdoen voor het gemiddelde van 46%. Wel zullen ze wellicht wat minder tijd in vrijwilligerswerk steken.
Wat kunnen organisaties doen om
Een ander beeld dat Meijs wil rechtzetten is, dat vrijwilligers vooral mensen zijn die om wat voor reden dan buiten de arbeidsmarkt staan. ‘De bulk van het vrijwilligerswerk wordt gedaan door mensen met een goede baan, die het al druk hebben. Want of je vrijwilligerswerk doet is vooral afhankelijk van je contacten.
‘Een op de drie leden doet iets’
tie, dat is belangrijk. Daarmee word je een aantrekkelijke vrijwilligersplek. Denk eens goed na over welke taken door vrijwilligers kunnen worden uitgevoerd. Je mag hun tijd absoluut niet verknallen; in een gewone baan worden mensen voor
De International Art Club in Den Haag is een vereniging voor beeldende kunstbeoefenaars, de honderd leden kunnen er cursussen volgen of vrij werken. Sinds drie jaar bekleedt Simone Kappeyne er (vrijwillig) het voorzitterschap. ‘Of het voor ons een probleem is om vrijwilligers te vinden? Absoluut niet. Ik denk dat een op de drie leden iets voor de club doet. Er zijn bestuursleden, een tentoonstellingscommissie en een stuk of twintig coördinatoren, voor elke activiteit of cursus een. Zij zijn verantwoordelijk voor het openen en na afloop sluiten van de werkruimte, voor de koffie, de afwas. Dat wil zeggen: ze zien erop toe dat dit alles gebeurt, ze hoeven het niet per se zelf te doen. Als vrijwilliger hoef je er dus niet altijd te zijn. Het geheim is dat je de belasting niet te zwaar moet maken, en dat je mensen die dingen laat doen die ze leuk vinden of goed kunnen. Daarmee houd je de sfeer goed. Elk jaar zetten we de vrijwilligers – een woord dat ik overigens nauwelijks gebruik – in het zonnetje. En ieder jaar loven we aan een vrijwilliger de Gouden Penseel uit, een goud geverfde penseel met palet, die ik zelf in elkaar geflanst heb. Het is een wisseltrofee, hij heeft vooral een symbolische waarde. Eigenlijk streven we naar een situatie waarin alle leden hun steentje bijdragen. Want iedereen kan wel iets. Zo maak je samen de club tot een fijne plek om aan beeldende kunst te doen.’
‘Er zijn heel reële tekorten aan vrijwilligers in de zorg en voor bestuursfuncties. Tekorten elders verklaar ik uit een slecht management van vrijwilligerswerk’
kaap kunst
Vrijwilligers in de amateurkunst
Over het tekort aan vrijwilligers heeft Meijs een stellige mening. Dat wordt in bepaalde sectoren wel gevoeld, maar wordt niet veroorzaakt doordat de animo voor vrijwilligerswerk is afgenomen. Een recent onderzoek van het CBS (Sociale samenhang: participatie, vertrouwen en integratie) meldt dat er in Nederland in tien jaar tijd 600.000 vrijwilligers zijn bijgekomen; dit is een toename van 25%. Hoe zit het dan met dat tekort? Meijs: ‘Daar is een aantal verklaringen voor te geven. De belangrijkste is dat we steeds meer van vrijwilligers zijn gaan verwachten. Overal is een intensivering van evenementen gaande. Basisscholen organiseren meer uitjes, voetbalverenigingen meer toernooien; die moeten allemaal georganiseerd worden. Daardoor is de vraag naar de output van vrijwilligers toegenomen. Een tweede verklaring is dat sommige organisaties leeglopen; als de harmonieën kleiner worden neemt logischerwijs ook het aantal vrijwilligers daar af. En dan speelt nog de concurrentie van nieuwe organisaties, zoals streekmusea een rol. Die trekken mensen die anders in al bestaande sectoren de handen uit de mouwen zouden steken.’
vrijwilligers te krijgen en aan zich binden? Meijs: ‘Als je nu nog moet aansturen op andere vormen van vrijwillige inzet – een van de aanbevelingen van de Monitor Amateurkunst 2009 – dan heb je tien jaar zitten slapen. Het op orde krijgen van het vrijwilligerswerk in je organisa-
dat nietsdoen tenminste nog betaald.’ Ook zul je als organisatie flexibel moeten zijn; de wensen van de vrijwilliger horen het uitgangspunt te zijn, aldus Meijs. Luizenmoeders kunnen ook om half 9 aan de slag, dat hoeft niet per se om 11 uur. En sommige taken zijn vanuit huis te regelen; je kunt ook virtueel vergaderen. Zorg ervoor dat de vrijwilligers goed verzekerd zijn, zo nodig een onkostenvergoeding ontvangen en niet met allerlei administratieve rompslomp te maken krijgen. Uit de Monitor Amateurkunst komt naar voren dat veel vrijwilligers meer erkenning voor hun inzet wensen. Een belangrijk punt, vindt Meijs. Idealiter zou je als organisatie iedere maand een beloningsmoment moeten organiseren. En: niet mopperen op wie niet meedoet, maar vooral de mensen be-
>
kaap kunst
32 danken die wel meedoen. ‘Eén keer per jaar een kerstpakket is echt te weinig.’
Lonneke Roza is junior-onderzoeker bij de vakgroep van Lucas Meijs, en aanwezig bij het interview. Sinds acht jaar staat ze als vrijwilliger achter de bar van theater Peeriscoop in Gorinchem. Haar motivatie: ‘Het is gezellig. En ik vind het een goed initiatief. Het hele theater draait op vrijwilligers, ook het geluid en de techniek. Er hangt geen bord: “hier werken vrijwilligers”, dus veel mensen weten het niet. Maar we vertellen wel vol trots dat we zo het theater in stand helpen houden, en krijgen daar zowel van de directeur als van de bezoekers positieve reacties op.’ Lonneke Roza werkt er tijdens het theaterseizoen gemiddeld twee dagdelen per maand. Ze kan grotendeels zelf haar rooster bepalen. ‘Dat kan omdat we met zijn zestienen zijn, dat is echt een ideale situatie. Veel vrijwilligers zijn er trouwens vaker, omdat het een fijne plek is.’ Lucas Meijs: ‘Vanuit het gevoel dat je het met elkaar rooit houd je het meestal heel lang vol.’ l
2011 is het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Neem eens een kijkje op http://europa.eu/volunteering/ en op www.vrijwilligerswerk.nl. Kunst en Cultuur Gelderland heeft samen met Movisie een uitgave samengesteld met tips voor het professioneel managen van vrijwilligers. ‘Professioneel vrijwilligers-management’ is voor 5 euro te bestellen, zie www.kco.nl
kaap kunst panel Een wisselend panel reageert op brandende amateurkunstkwesties. Door Diet Scholten
Marc Ruyssinck stelt op pagina 8 van dit tijdschrift dat ook mentaal gehandicapten recht hebben op artistieke ontwikkeling. Dit dwingt tot zelfonderzoek, daarom is de stelling:
Mensen ‘ met een
lichamelijke of geestelijke handicap kunnen terecht bij ‘mijn’ instelling
’
In verdunde vorm werkt het
Het gaat tot het niet meer gaat
Aanbod op maat is vooral een geldkwestie
Ina Hoeneveld: ’Deze stelling zette me wel even aan het denken. Gehandicapten vormen voor mij geen specifieke doelgroep, en ik heb er ook nooit over nagedacht of we iets voor mensen met een handicap zouden moeten organiseren. Waarom eigenlijk niet? Misschien omdat ik vooral vanuit mijn vak en niet vanuit de zorg denk. Als ik privé met mensen met een handicap te maken zou hebben was dat misschien wel het geval geweest. Er komen overigens ’Een speciale wel mensen met een handicap een cursus cursus zie ik mezelf niet volgen bij Kunstatelier. Zo is er een oude opzetten’ zeer slechtziende dame, die min of meer op de tast zeer mooie beelden maakt. Maar zij is een reguliere cursist. En bij sommige kindercursussen zitten een of twee kinderen met een leerprobleem, of met een autistische stoornis. Dat gaat goed, de andere kinderen gaan daar heel vanzelfsprekend mee om. Ik denk dat deze mengvorm werkt zolang dergelijke kinderen niet in de meerderheid zijn. Ze hebben immers meer aandacht en begeleiding nodig. Op individuele basis is er dus veel mogelijk, we staan als atelier voor iedereen open. Maar een speciale cursus voor bijvoorbeeld kinderen met een verstandelijke beperking zie ik me niet meteen opzetten. Daar sta ik niet onwelwillend tegenover, maar ik zou me er eerst echt in moeten verdiepen. In mijn lessen probeer in altijd mijn kennis zo aan te reiken dat ik de cursisten inspireer. Dat lijkt me bij dergelijke kinderen een stuk ingewikkelder.’
Rebecca van Leeuwen: ‘Als school staan wij open voor andersoortige kinderen. Een jaar of wat geleden kregen we de vraag iets te doen ‘Je moet met kinderen met het proberen alle syndroom van Down. kinderen Want voor hen is er binnenboord qua toneel heel weite houden’ nig aanbod. We hoorden dat er veel vraag naar zou zijn, maar het viel nog best tegen om genoeg deelnemers te vinden. De groep – Seven-up – bestaat nu voor het vierde jaar, de kinderen zijn een jaar of twaalf. Er zijn inmiddels geen groepen bijgekomen. Misschien leeft de vraag hiernaar toch niet zo sterk. We hebben ook eens een dramacursus voor rolstoelers aangeboden, want in onze reguliere cursussen wordt veel aan dans gedaan. Er waren al met al twee kinderen die zich wilden inschrijven. Dat is dus niet doorgegaan. Je moet proberen alle kinderen binnenboord te houden, dus ook zwakbegaafde of autistische kinderen. Maar op een gegeven moment loop je tegen grenzen aan, bijvoorbeeld doordat deze kinderen niet meegroeien met de groep. Je kunt ze een tijdje in een jongere groep laten meedoen. Mijn ervaring met deze kinderen is: het gaat tot het niet meer gaat. Dat merk je als docent, en aan de reacties van de andere kinderen in de groep. Dan moet je stoppen, ze in bescherming nemen. We bespreken dat altijd met de ouders van zo’n kind. Vorig jaar deed Seven-up voor het eerst mee met de jaarlijkse kerstpresentatie. Dan worden alle groepen door elkaar gemixed, maar zij bleven met hun eigen juf bij elkaar. Dat was spannend, Ik was heel benieuwd hoe dat zou lopen.’
Ocker van Munster: ‘Dat kunstencentra voor mensen met een handicap toegankelijk moeten zijn vind ik een vanzelfsprekende zaak. Dat houdt veelal wel in dat je programma’s op maat maakt – aan de fysieke drempels is immers de afgelopen jaren wel veel gedaan. Maar: aanbod op maat is duurder dan standaard aanbod; dat kan op dit punt eigenlijk de enige echte belemmering zijn. In 2009 is er op de SKVR een congres gehouden onder de titel ‘Kunsteducatie voor mensen met een beperking’, waar onder meer wetenschappers hun bevindingen presenteerden. Daar is vervolgens geen groot masterplan uitgerold, maar het was voor iedereen een goede gelegenheid om ervaringen uit te wisselen. ‘Autistische We doen veel met jongeren kunnen goed en op scholen en met organisaties kijken’ voor gehandicapten. Soms – bijvoorbeeld als het om toneel gaat – komen ze naar ons toe, maar wij gaan ook zelf naar de scholen toe. Het voordeel van deze werkwijze is dat je voor het samenstellen van je aanbod gebruik kunt maken van de kennis en ervaring van de docenten. Een voorbeeld van specifiek aanbod is een cursus fotografie voor autistische jongeren. Mensen met deze handicap kunnen heel goed kijken, waardoor met fotografie heel bijzondere resultaten worden bereikt. Hoewel we met onze programma’s ons niet alleen op reguliere cursisten richten kunnen instellingen – en dus ook wij – meer doen dan er nu gebeurt. Dat congres werd destijds niet voor niets gehouden.’
Rebecca van Leeuwen is directeur van jeugdtheaterschool Rabarber, Den Haag
Ocker van Munster is directeur van het Rotterdamse centrum voor de kunsten SKVR
Ina Hoeneveld is directeur van Kunstatelier Lokaal, Lekkerkerk
kaap kunst
34 nieuwe publicaties en sites Kinderen en muziek
Neerlands Hoop
Muzikale training heeft positieve invloed op het auditieve systeem: de taalverwerving. Jonge kinderen leren daardoor vaardigheden als luisteren en lezen gemakkelijker aan – op een laagdrempelige, lees: eenvoudige, wijze. Wetenschapsjournalist Mark Mieras, fysicus gespecialiseerd in hersenonderzoek, bundelde in opdracht van het Jeugdcultuurfonds de onderzoeken op dit gebied. Hij concludeert dat zingen en musiceren de emotionele intelligentie ondersteunt, doordat het de ontwikkeling van de jonge hersenen stimuleert. www.jeugdcultuurfonds.nl/32/ nieuws/laatste-nieuws
Centraal in deze uitgave van Erfgoed Nederland staat de vraag: Wat is de huidige relatie tussen erfgoed en politiek? Erfgoed Nederland stelt vast dat de bemoeienis van de politiek met erfgoed groeit. Te bestellen en te downloaden via www.erfgoednederland.nl
Van 8 tot 88 Kent u die leeftijdsaanduiding op puzzeldozen? Van 8 tot 88, dat geldt ook voor het spelen in de amateurkunst. Kunstfactor heeft het onderzoek Generaties in de amateurkunst gepubliceerd om weer te geven wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen iedereen die actief kunstbeoefening bedrijft. Het gaat om ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking vanaf zijn zesde, maar cijfers, vindt Kunstfactor, zijn niet genoeg. Dit onderzoek zegt iets over de personen achter de cijfers: over theaterhoppers en zangduo’s, dansende ouderen en dichtende jongeren. Voer voor beleidsmakers! Zie www.kunstfactor.nl, kijk onder ‘publicaties’
Dichtbij & kleurrijk Dit boek geeft een overzicht van het cultuurprogramma dat Kunst Centraal aanbiedt aan basisscholen in de provincie Utrecht. Niet alleen het programma zelf, maar ook alle mensen er omheen komen aan bod. € 24,95, te bestellen door een e-mail te sturen aan marian.van.der.poel@ kunstcentraal.nl.
Sponsoring en fondsenwerving Herziene versie van het Handboek Sponsoring en Fondsenwerving voor non-profit organisaties, om sponsor- en fondsenwerving effectief en succesvol aan te pakken. € 39,50, www.theaterboekwinkel.nl
Cultuurcoaches Er zijn in Nederland zoveel vormen van cultuureducatie, dat de rijkdom ervan nauwelijks valt te overzien. De Cultuurformatie biedt hulp aan bij het maken van onderscheid tussen alle functies en werkvormen. Zo werken op brede scholen in 54 gemeenten nu 130 cultuurcoaches. Zij zijn ‘combinatiefunctionarissen’, die zowel in het onderwijs staan als in cultuur of sport. Deze publicatie onderzoekt hun ervaringen en functioneren. Dirk Monsma en Hans Muiderman, Cultuurcoach. Schakel tussen school en
culturele instelling. € 15, zie www.cultuurformatie.nl en www.cultuurcoach.org.
Fondsenwerving Brabant De subsidie- en fondsengids cultuureducatie ten behoeve van Brabantse culturele instellingen is samengesteld door de Kunstbalie, Erfgoed Brabant en Cubiss en kan worden gedownload via www.bnbibliotheek.nl, zoek op ‘gids’.
Kennisatelier Cultuurparticipatie Het Fonds voor Cultuurparticipatie heeft samen met Cultuurnetwerk Nederland het Kennisatelier Cultuurparticipatie gelanceerd. De site heeft tot doel kennis en informatie over actieve cultuurparticipatie te delen en te verspreiden. Er kunnen onder meer onderzoeksresultaten worden geraadpleegd. www.kennisateliercultuurparticipatie.nl
Beeldkracht 21% van de Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder doet aan beeldende kunst en fotografie is hierbinnen een grote discipline. Wat het onderwerp van de foto is en hoe dit in beeld wordt gebracht staat vrij, maar deze vrijheid wordt vaak niet benut door de amateurfotograaf. De uitgave Beeldkracht van Kunstfactor laat zien welke vrijheden er zijn binnen de fotografie. Met interviews met professionele en amateurfotografen over wat hen inspireert en hoe ze dit in beeld brengen. Beeldkracht is via www.blurb.com te bestellen voor €24,81 (excl. bezorgkosten) en digitaal beschikbaar op www.kunstfactor.nl