De partiële splitsing van de vennootschap belastingneutraal indien zakelijke overwegingen Wat is een partiële splitsing van een vennootschap ? Bij een partiële splitsing wordt het vermogen van de vennootschap gedeeltelijk afgesplitst naar een andere vennootschap. Hierbij blijft de basisvennootschap gewoon voortbestaan en krijgen de aandeelhouders (bijkomende) aandelen in de vennootschap die het afgesplitste vermogen ontvangt. De overdracht van het afgesplitste vermogen vindt automatisch plaats op basis van de afsplitsingsakte. Het gaat om een overgang “ten algemene titel”. Dit heeft tot gevolg dat de formaliteiten inzake schuldoverdracht niet moeten worden vervuld en dat de betekening van de overdracht van schuldvordering overbodig is.
Toepassingsgebied De partiële splitsing is een nuttige verrichting wanneer een vennootschap omwille van bedrijfseconomische redenen beter opgesplitst wordt, en waarbij een regeling in geld niet direct wenselijk of mogelijk is. Na de afsplitsing kunnen de aandelen tussen de vennoten worden geruild (aandelenruil). Een partiële splitsing kan onder meer interessant zijn in volgende gevallen: -
wanneer een vennootschap verschillende bedrijfsactiviteiten heeft, waarvan de synergie niet langer als noodzakelijk of als wenselijk wordt beschouwd.
-
bij opvolgingskwesties, waarbij de pater familiae aan het ene kind de exploitatie wilt schenken (exploitatievennootschap), en aan het andere kind het bedrijfsvastgoed (patrimoniumvennootschap)..
-
wanneer een vennootschap quasi-onverkoopbaar is, maar er wel interesse bestaat voor een afsplitsbare activiteit.
-
bij onenigheid tussen vennoten met elk een eigen activiteit binnen de vennootschap, waarbij elk afzonderlijk zijn eigen activiteit wilt voorzetten.
-
bij echtscheiding waarbij de ene partij de exploitatie wilt voortzetten en de andere liever de vaste inkomsten geniet van het onroerend patrimonium
-
enz.
De regels voor een partiële splitsing staan beschreven in artikelen 671 tot 758 van het Wetboek van Vennootschappen. Hierna geven we een beknopt overzicht van de wettelijke procedure.
p 1/5
Krachtlijnen van de wettelijke procedure en verslaggeving De procedure start met het opstellen van een afsplitsingvoorstel door het bestuursorgaan Het afsplitsingvoorstel kan worden vastgesteld in een onderhandse akte en moet worden neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel, en medegedeeld in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. van de zetel van de betreffende vennootschap. Ten vroegste 6 weken na deze neerlegging kan de algemene vergadering over de partiële splitsing beslissen. Het bestuursorgaan dient in principe nog een tweede document op te stellen: het splitsingsverslag waarin het bestuur de verantwoording en toelichting geeft met betrekking tot de geplande operatie. De aandeelhouders kunnen evenwel unaniem afstand doen van dit informatierecht. Ook van het wettelijk controleverslag vanwege een bedrijfsrevisor of extern accountant kunnen ze unaniem afstand doen. Het bestuursorgaan dient tenslotte ook nog een bijzonder verslag op te maken naar aanleiding van de inbreng in natura in de vennootschap die het afgesplitste vermogen ontvangt. Met betrekking tot deze inbreng dient een revisoraal inbrengverslag te worden opgesteld door een bedrijfsrevisor of de commissaris van de vennootschap. Ten vroegste 6 weken na deze neerlegging kan de algemene vergadering over de partiële splitsing beslissen. De notulen van deze algemene vergadering worden opgesteld bij de notaris. De partiële splitsing brengt zowel in de basisvennootschap als in de vennootschap die het afgesplitste vermogen ontvangt een statutenwijziging met zich: in de basisvennootschap zal het kapitaal worden verlaagd; in de andere vennootschap zal het kapitaal worden verhoogd. Opdat de partiële splitsing tegenstelbaar zou zijn aan derden worden de besluiten neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel en bij uittreksel bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
Belastingneutraal ?
Een partiële splitsing is in principe een belastbare verrichting, maar er is een stelsel van fiscale neutraliteit (art. 45, 190, 211 en 213 WIB 1992). Om van het belastingneutrale regime te kunnen genieten, voorziet de wet dat de verrichting niet als hoofddoel of als een van de hoofddoelen belastingfraude of ontwijking mag hebben. Er is een vermoeden van belastingfraude of -ontwijking als de verrichting niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen. Die zakelijke overwegingen kunnen zijn dat het in het belang van de onderneming is
p 2/5
om de niet-actieve kinderen niet deel te laten nemen in het kapitaal van de vennootschap, omdat op die manier moeilijke discussies op het vlak van dividendbeleid, investeringsbeleid, bezoldigingspolitiek, enz. kunnen worden vermeden. Ook kan een overname financieel moeilijk of zelfs niet haalbaar zijn wanneer de actieve kinderen eveneens het onroerend goed van de vennootschap moeten overnemen, zodat de continuïteit van de onderneming zou worden gehypothekeerd. Het hoofddoel van de verrichting is dan duidelijk geen belastingfraude of -ontwijking. * * * Teneinde de draagwijdte en de mogelijkheden van de partiële splitsing te schetsen is hier in bijlage een recente Voorafgaande beslissing van de Dienst voor Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken (de zogenaamde rulingcommissie) opgenomen. Uit deze casus blijkt dat zeker in echtscheidingskwesties een “partiële splitsing” de mogelijkheid biedt om te komen tot een optimale en belastingneutrale verdeling tussen partijen, vanuit onmiskenbare zakelijke overwegingen. Ondanks het onweerlegbaar nut van de “partiële splitsing”, is men in de praktijk soms nogal terughoudend omwille van de complexiteit. Nochtans kan men via een Voorafgaande Beslissing een grote mate van rechtszekerheid vinden. De uitwerking van een partiële splitsing is meestal een ingewikkelde zaak die veel voorbereiding en inzicht in het vennootschapsgebeuren vergt. Een goede samenwerking en communicatie tussen de financiële directie, bedrijfsrevisor en notaris is noodzakelijk.
Walter Hosten Bedrijfsrevisor Rechter in Handelszaken
p 3/5
Voorafgaande beslissing nr. 2010.238 dd. 13.07.2010 van de Dienst voor Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken. I. Voorwerp van de aanvraag 1. De aanvraag strekt ertoe te vernemen of de geplande partiële splitsing van de vennootschap "A" waarbij de activiteit "U" wordt overgedragen naar de nieuw opgerichte vennootschap "B", beantwoordt aan het bepaalde in artikel 183bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), met het oog op het bekomen van het stelsel bedoeld in artikel 211, § 1, vierde lid, WIB 92. De aanvraag strekt er eveneens toe te vernemen of de voormelde partiële splitsing onder de toepassing valt van artikel 117, § 2, van het Wetboek der registratierechten (W. Reg.). * * * II. Beslissing Wat de vennootschapsbelasting betreft : 2. De aanvrager heeft verklaard dat de partiële splitsing zal worden verwezenlijkt overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen. De verkrijgende vennootschap "B" is een Belgische vennootschap. 3. Ten name van de vennootschap "A" baat vennoot "R" activiteit "U" uit. Vennoot "S" en tevens echtgenoot van "R" oefent binnen dezelfde vennootschap activiteit "V" uit. 4. Gaandeweg is gebleken dat de uitoefening binnen eenzelfde entiteit van twee activiteiten leidt tot praktische problemen. Deze activiteiten zijn totaal verschillend van elkaar, en vereisen een afzonderlijke commerciële benadering. Vandaar dat beide echtgenoten ervoor opteren om middels een partiële splitsing beide activiteiten onder te brengen in een afzonderlijke vennootschap. Hierbij zal de activiteit "V" behouden blijven in de vennootschap "A" en zal de activiteit "U" afgesplitst worden naar een nieuw op te richten vennootschap "B". De activa -en passivabestanddelen van de vennootschap "A" zullen over beide vennootschappen worden verdeeld in functie van de activiteit waarvoor ze thans worden aangewend. 5. Intussen bestaat er op privé-vlak een zodanig slechte verstandhouding tussen beide echtgenoten, die gehuwd zijn onder het wettelijke stelsel, dat op dit ogenblik een procedure tot echtscheiding bij onderlinge toestemming werd opgestart. 6. Zowel vennoot "R" als vennoot "S" wensen enig vennoot te zijn van zijn/haar vennootschap waarin zijn/haar activiteit werd ondergebracht. Beide echtgenoten houden momenteel de aandelen van de vennootschap "A" aan in een soort onverdeeldheid, vermits beide echtgenoten gehuwd zijn onder het wettelijke stelsel en deze aandelen bijgevolg behoren tot de huwelijksgemeenschap. Dit zal ook het geval zijn voor de nieuw uitgegeven aandelen van de vennootschap "B" als gevolg van de partiële splitsing. Teneinde toe te laten dat vennoot "R" enig vennoot wordt van de vennootschap waar de activiteit "U" wordt ondergebracht en vennoot "S" enig vennoot van de vennootschap waarin de activiteit "V" wordt ondergebracht, zal een aandelenruil tussen beide echtgenoten worden doorgevoerd. Dit zal pas gebeuren na de echtscheiding omdat pas dan beide echtgenoten een 'eigen' vermogen zullen hebben. De waarde van de activiteit "U" ligt beduidend hoger dan de waarde van de activiteit "V". De aanvrager bevestigt in dit verband dat de aandelenruil tussen vennoten zal gebeuren zonder feitelijke geldopleg. De vergoeding die "R" aan "S" normalerwijze zou moeten betalen voor het verkrijgen van zijn deel van de aandelen in de vennootschap "B" zal evenwel niet cash worden uitbetaald doch zal worden verrekend bij de boedelscheiding naar aanleiding van de echtscheiding. Vennoot "R" zal hierdoor ten belope van de normaal te betalen opleg minder privé-vermogensbestanddelen verkrijgen uit de boedelscheiding. 7. Door de partiële splitsing met onderlinge aandelenruil zal elke vennoot haar/zijn vennootschap volledig zelf controleren en besturen en zullen de onderscheiden activiteiten die overigens geen enkel raakvlak met elkaar hebben, op zelfstandige wijze verder kunnen worden ontwikkeld en uitgebouwd. De commerciële belemmeringen die activiteit "V" ondervindt van de verwevenheid met de activiteit "U" zullen hierdoor wegvallen, hetgeen grotere groeikansen zal bieden.
p 4/5
8. De aanvrager heeft bevestigd dat er, behoudens de voormelde aandelenruil, geen intentie bestaat om de bestaande aandelen van de vennootschap "A" en de nieuw uitgegeven aandelen van de vennootschap "B" aan derden over te dragen gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van de Bijzondere Algemene Vergadering die de geplande verrichting zal goedkeuren. 9. De verrichting brengt een voordeel met zich mee op het stuk van de aftrek voor risicokapitaal als bedoeld in artikel 205bis, WIB 92 ten name van de vennootschap "A", waarin de activiteit "V" zal worden behouden, vermits de vennootschap "A" vóór de verrichting geen aftrek heeft op de aftrek voor risicokapitaal omwille van de privéterbeschikkingstelling van een gedeelte van het woonhuis en dit woonhuis na de verrichting ondergebracht zal zijn in de vennootschap "B". Dit voordeel is echter zeer gering en kan dus niet als het hoofddoel of één der hoofddoelen van de verrichting worden beschouwd. 10. Op basis van de door de aanvrager verstrekte inlichtingen en het door de DVB gevoerde onderzoek kan worden aangenomen dat de voorgenomen partiële splitsing plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen en niet als hoofddoel of één der hoofddoelen belastingfraude of -ontwijking hebben in de zin van artikel 183bis, WIB 92. Wat de registratierechten betreft : 11. Art. 117, § 2, W. Reg. bepaalt dat het bij artikelen 115 en 115bis bepaalde recht eveneens niet verschuldigd is, onder de voorwaarden die de Koning bepaalt, voor de inbrengen gedaan door een vennootschap waarvan de zetel der werkelijke leiding of de statutaire zetel gevestigd is op het grondgebied van een Lidstaat van de Europese Gemeenschappen, van goederen die één of meer van haar bedrijfstakken uitmaken. 12. De af te splitsen activiteit "U" van de vennootschap "A" is een bedrijfstak die technisch en organisatorisch autonoom kan werken. 13. Het actief van de bedrijfstak dat zal worden afgesplitst omvat immers het pand waarin activiteit "U" wordt uitgeoefend en de immateriële en materiële activa die betrekking hebben op de ingebrachte bedrijfstak. 14. Het passief dat naar de verkrijgende vennootschap zal worden overgedragen, heeft uitsluitend betrekking op de ingebrachte bedrijfstak en niet op andere schulden van de inbrengende vennootschap. 15. De vergoeding van de afgesplitste bedrijfstak zal volledig gebeuren door toekenning van aandelen die maatschappelijke rechten vertegenwoordigen in de vennootschap "B". In casu zal er geen opleg in contanten zijn. 16. De bedrijfstak zal worden afgesplitst uit de Belgische vennootschap "A". 17. De afsplitsing zal worden gedaan naar een nieuw op te richten Belgische vennootschap BVBA "B". 18. De vrijstelling zal afhankelijk zijn van de vervulling van de vormvoorwaarden dewelke door de notaris dienen te worden opgenomen in de authentieke akte.
p 5/5