Startnotitie ‘leefomgeving Goeree Overflakkee’ 1. Aanleiding Tijdens gesprekken met raadsleden, bij auditcommissies en in beleidsdocumenten is de afgelopen jaren direct en indirect het thema krimp van de bevolking op Goeree Overflakkee benoemd. Het gevoel bestaat dat de bevolking, en dan meer specifiek vooral de jongeren, wegtrekken uit de dorpen. Deze ontwikkeling heeft een negatief effect op de leefbaarheid en het voorzieningenaanbod op het eiland. Raadsleden, ambtenaren en bewoners bemerken deze signalen in de dorpen. Het thema is zo ook aangedragen voor rekenkameronderzoek. De problematiek van krimpgemeenten kent veel verschillende facetten. De vraag die hieraan vooraf gaat is of op Goeree Overflakkee daadwerkelijk sprake is van krimp. Om dit helder te krijgen, heeft de rekenkamercommissie besloten een verkennend onderzoek in te stellen met als belangrijkste vraag: ‘Is er sprake van krimp op Goeree-Overflakkee?’ Door middel van literatuurstudie, cijferanalyse en interviews met verschillende maatschappelijk betrokken partijen had het verkennend onderzoek plaats. De personen waarmee in de verkennende fase is gesproken zijn de heer Oostenbrugge (afdelingshoofd), de heer Verhage (coöperatieadviseur Rabobank), Dhr. van der Linden (Kamer van Koophandel) en de heer Nieuwaal (directeur Woongoed Flakkee). De verkennende gesprekken hadden ten doel om het beeld van de bevolkingsomvang van Goeree Overflakkee en de tendens die deze partners zien vanuit hun professie, te bespreken. In deze notitie geven wij onze bevindingen weer en doen wij suggesties voor vervolgonderzoek. Hierover willen we graag met u overleggen. 2.
Demografische ontwikkeling
De bevolkingsprognose tot 2040 voor Goeree-Overflakkee laat stabiliteit zien. 1 Momenteel is er een lichte afname van de bevolking. Deze tendens zal ongeveer 10 jaar aanhouden. Daarna is de prognose, dat het aantal inwoners zal toenemen. Deze toename spitst zich met name toe in de dorpskern Middelharnis. Voor het hele eiland genomen zal het eiland in 2040 naar verwachting ruim duizend inwoners meer tellen dan de huidige bevolkingsomvang. Over een periode van 30 jaar bezien, laat de totale bevolkingsomvang van Goeree Overflakkee derhalve geen krimp zien maar stabilisatie. Als geïsoleerd wordt gekeken naar de bevolkingsomvang van jongeren in de leeftijd van 0 tot 39 jaar is ongeveer dezelfde trend waarneembaar als voor de totale bevolkingsomvang. Ook deze groep zal de komende jaren in aantal iets afnemen, om naar verwachting tussen 2025 en 2040 weer aan te trekken en boven het huidige aantal jongeren uit te komen. Alle gesprekspartners herkennen deze cijfers en wijzen ook erop dat er eerder vermoeden zal zijn van zgn. kwalitatieve krimp dan van kwantitatieve krimp.
1
CBS statline.
3.
Kwalitatieve krimp
Enkele gesprekspartners noemen het vermoeden van kwalitatieve krimp. Onder kwalitatieve krimp wordt verstaan dat mensen met een hoog opleidingsniveau van het eiland weg trekken en er relatief gezien een grotere bevolkingsgroep achterblijft met een lager opleidingsniveau. Dit vermoeden wordt op dit moment nog niet gestaafd met onderzoek. Wel bestaan er bij gesprekspartners zorgen over de hoeveelheid banen voor hoger opgeleiden op het eiland. Een gebrek hieraan zou kunnen leiden tot het wegtrekken van deze hoger opgeleide mensen. Echter, er bestaat ook de mogelijkheid dat mensen een stuk willen rijden naar het werk en dat het aantal banen dat het eiland zelf biedt voor hoogopgeleide mensen geen probleem vormt. De rekenkamercommissie heeft aan de hand van CBS- cijfers onderzocht of kwalitatieve krimp is te staven. In de bijlage zijn gegevens opgenomen over de ontwikkeling van het opleidingsniveau van Goeree Overflakkee en de sociaal economische status van bewoners op het eiland over de afgelopen 20 jaar. Voor wat betreft het opleidingsniveau ten opzichte van het landelijk gemiddelde kan op basis van de beschikbare informatie geen sluitende conclusie getrokken worden. Wel blijkt dat de sociaal economische status (het opleidingsniveau maakt hier deel van uit) van de bewoners op het eiland vanaf 2006 boven het landelijk gemiddelde ligt. Daarvoor lag deze status onder het landelijk gemiddelde. Er zijn geen prognoses beschikbaar over de ontwikkeling van de sociaal economische status op langere termijn. Uit het huidige beeld komt in ieder geval niet naar voren dat sprak is van kwalitatieve krimp. De gesprekspartners zijn verdeeld over het bestaan van kwalitatieve krimp, maar zijn unaniem over het beperkte aanbod van werk voor hoogopgeleiden op het eiland. Het niveau van werkgelegenheid wordt een aandachtspunt genoemd voor Goeree-Overflakkee. Er is relatief weinig werk dat boven MBO-niveau uitkomt. Overigens wordt ook gesteld, dat het opleidingsniveau mede te maken heeft met de cultuur van de bewoners van het eiland. Deze cultuur wordt omschreven als ‘je nuttig maken’, ‘snel gaan werken en settelen’. Lang door studeren hoort daar niet bij. Maar deze cultuur zorgt er ook voor dat jongeren, die wel van het eiland vertrekken om te gaan studeren, ook weer terugkomen. Tevens wordt benadrukt dat de beroepsbevolking van Goeree-Overflakkee groter is dan het aantal banen op het eiland, maar dat desondanks de werkeloosheid heel laag is. De beroepsbevolking, en dus ook hoger opgeleiden, kiezen voor wonen op Goeree-Overflakkee en voor werken buiten het eiland. 4.
Leefomgeving
Uit de demografische gegevens blijkt er geen sprake te zijn van krimp van de bevolking op Goeree-Overflakkee. Er is sprake van stabilisatie. Ook zijn er weinig aanwijzingen voor kwalitatieve krimp op het eiland. Dit neemt echter niet weg dat er bij de bevolking wel een gevoel van krimp kan bestaan. Getuige ook de verkiezingsprogramma’s van de lokale partijen afgelopen november 2012. Nagenoeg alle partijen noemen de krimp van de bevolking als thema in het partijprogramma. Dit is een belangrijke barometer voor wat leeft in de samenleving. Mogelijke factoren die het gevoel van krimp oproepen zijn op Goeree-Overflakkee wel aan te wijzen. Ten eerste geven de demografische cijfers aan dat er sprake is van een trek van bevolking van de kleine kernen naar de grotere kernen, zoals Middelharnis. Ook de gesprekspartners onderschrijven deze ontwikkeling. Door een verandering in de verdeling van de inwoners over het eiland ervaren inwoners van de kleine kernen een leegloop. Ten tweede is een tendens zichtbaar in heel Nederland waarbij sprake is van versobering van faciliteiten in de dorpen (Van Nimwegen en Heeren): “Bij het verdwijnen van -2-
winkelvoorzieningen lijken sociaal-economische factoren zoals het veranderende consumentengedrag, schaalvergroting en mobiliteit een belangrijker rol te spelen dan een stagnerende of krimpende bevolking. Waar bevolkingskrimp vaak niet de belangrijkste of enige oorzaak zal zijn van het verschralen van het voorzieningenniveau, kan krimp dit proces wel versterken. En ook het omgekeerde kan het geval zijn: door het verdwijnen van voorzieningen kan het wegtrekken van de bevolking worden versneld.” 2 De stagnerende of krimpende bevolking in de kleine kernen op het eiland kan dus bijdragen aan een verschraling van het voorzieningenniveau, maar ook andere ontwikkelingen hebben daar (meer) effect op. Het feit dat mensen nu gemakkelijk twee dorpen verder rijden om naar de goedkope supermarkt te rijden heeft bijvoorbeeld meer invloed op het verdwijnen van de lokale groenteboer dan het verloop van het aantal inwoners in het dorp. Het teruglopend aantal voorzieningen is echter wel een belangrijke voedingsbodem voor het gevoel van inwoners dat dorpen leeglopen. In de gesprekken is gediscussieerd over de minimale faciliteiten die in een kern aanwezig moeten zijn om een kern leefbaar te houden. Een terugkerend punt dat hierbij naar voren kwam is dat faciliteiten gecentreerd moeten worden.
5. Onderzoeksvoorstel xx Het verkennend onderzoek is afgerond. De rekenkamercommissie constateert dat krimp van de bevolking in het visiedocument voor de nieuwe gemeente Goeree Overflakkee is benoemd, dat het onderwerp afgelopen november in de politieke partijprogramma’s terugkwam en dat ambtenaren en gesprekspartners (kwalitatieve) krimp op het eiland onderkennen. Uit de demografische ontwikkelingen blijkt echter geen kwantitatieve krimp maar stabilisatie van bevolking. Ook voor kwalitatieve krimp zijn geen directe aanwijzigen. Met andere woorden, er is op dit moment geen acuut probleem voor wat betreft krimp van de bevolking, zo lijkt het. Desondanks is krimp een thema dat leeft op het eiland en is het een thema wat wordt gevoed door ontwikkelingen in de leefomgeving van dorpen (versobering van faciliteiten). Verder constateert de rekenkamercommissie dat er een tendens zichtbaar is om -in plaats van krimp te problematiseren- te spreken in kansen voor het eiland om bevolking aan het eiland te binden. Mogelijke kansen worden nu echter nog rijp en groen aangedragen en zijn nog niet gefundeerd met feitelijkheden. De rekenkamercommissie kan het onderwerp ‘krimp van de bevolking’ afdoen met het aan de raad overhandigen van de gegevens van het verkennend onderzoek en de constatering dat van krimp geen sprake is. Echter, wij zien ook mogelijkheden om u als raad te ondersteunen bij uw kaderstellende taak om een verdieping op het onderwerp aan te brengen. Graag wisselen we met u van gedachte hierover. Belangrijke overweging om het onderzoek voort te zetten zijn voor ons de beleidsvrijheid voor de gemeente die speelt rondom het vraagstuk van leefbaarheid van de woonomgeving. De gemeente is vrij in het inzetten van beleid en middelen ten behoeve van de leefbaarheid. De bemoeienis van het Rijk en/of Provincie zijn beperkt. Naast deze beleidsvrijheid speelt echter ook het aspect van beperkt aantal middelen. Het rekenkameronderzoek zou dan ook als doel hebben om beleidsrijkheid te krijgen in de visie op de aantrekkelijkheid van de leefomgeving.
2
Van Nimwegen en Heeren, Van groei naar krimp. Een demografische omslag in beeld. (2009) -3-
Daarnaast komt uit de gesprekken de oproep naar voren om niet blind te varen op macro ontwikkelingen, maar zelf als samenleving (gemeente, burgers en partners) een positieve bijdrage te leveren aan een visie op de leefbaarheid van het eiland. Voor deze visie is meer kennis nodig. xx Ons voorstel is om een ‘positive benchmark’ uit te laten voeren op initiatieven in andere dorpen en gemeenten in het land. Deze kennis kan worden gebundeld en inzichtelijk gemaakt. Daarnaast stellen we voor om niet alleen ‘over burgers’ te spreken maar ook ‘met burgers’ te spreken. Een belangrijke vraag aan burgers zal moeten zijn ‘waarom ze wonen waar ze wonen’. Wat zijn dominante drijfveren voor burgers om een woonplaats te kiezen? Wat is voor burgers van doorslaggevend belang om terug te keren naar het eiland of juist te vertrekken? Door het betrekken van burgers bij het thema en door het inbrengen van kennis uit het land verwachten wij dat leerpunten kunnen worden verzameld voor uw visie op het thema ‘leefbaarheid woonomgeving’. U begrijpt dat we het thema ‘krimp’ in dit kader hebben herbenoemd naar ‘leefbaarheid woonomgeving’. Het onderzoek zal noodzakelijkerwijs exploratief zijn, omdat het zich op een beleidsveld bevindt waar de gemeente nog weinig concreet beleid over heeft geformuleerd. Wij stellen ons voor dat de uitkomsten van het onderzoek in een rondetafel bijeenkomst aan u worden voorgelegd aan de hand waarvan met de onderzoekers gezamenlijk kan worden nagedacht over aanbevelingen op basis van de uitkomsten. Dit onderzoek kunnen wij uitvoeren binnen het budget dat u aan onze commissie ter beschikking heeft gesteld. Wij verwachten dat voor de uitvoering van het onderzoek inclusief de rapportage eur € 12.000 zal bedragen. De uitvoering zal plaatsen in mei, juni. In juli of augustus kunnen we de rondetafelbijeenkomst plannen. Graag horen we of u belang hecht aan dit onderzoek kunt instemmen met de aanpak.
-4-
Bijlage A – demografische ontwikkeling In onderstaande grafiek is een prognose van de bevolkingsgroei van de vier voormalige gemeenten van Goeree Overflakkee te zien. Het CBS presenteerde tot op heden de bevolkingsgroei (uiteraard) voor elk van de voormalige gemeenten afzonderlijk. Figuur 1 – bevolkingsontwikkeling voormalige gemeenten
Als geïsoleerd wordt gekeken naar de bevolkingsomvang van jongeren in de leeftijd van 0 tot 39 jaar is ongeveer dezelfde trend waarneembaar als voor de totale bevolkingsomvang. Ook deze groep zal de komende jaren in aantal iets afnemen, om naar verwachting tussen 2025 en 2040 weer aan te trekken en boven het huidige aantal jongeren uit te komen.
-5-
Figuur 2 – bevolkingsontwikkeling jongeren in leeftijd 0 tot 39 jaar
Bijlage B – kwalitatieve krimp figuur 3 – opleidingsniveau bevolking
-6-
Figuur 3 laat zien hoe het opleidingsniveau in Nederland is verdeeld. In deze figuur wordt Goeree Overflakkee gerekend tot het gebied Groot Rijnmond. Voor dit totale gebied geldt dat er ten opzichte van het landelijk gemiddelde minder hoog opgeleiden wonen en dat het percentage laag opgeleiden bovengemiddeld is. Of dit echter ook zo geldt voor Goeree Overflakkee durft de rekenkamercommissie niet te stellen. Er is alle reden om aan te nemen dat de cijfers in Rotterdam anders zijn dan op Goeree-Overflakkee. Om de statusscore van de sociaaleconomische status te berekenen wordt doorgaans gebruik gemaakt van vier parameters: gemiddeld inkomen, % huishoudens met een laag inkomen, % inwoners zonder betaalde baan en % huishoudens met gemiddeld een lage opleiding. Figuur 4 laat zien wat de sociaal economische status van Nederland is. Volgens deze score ligt het eiland op het landelijk gemiddelde. figuur 4 – sociaal economische status
Over de sociaal economische status zijn ook gegevens per postcodegebied bekend. In tabel 5 zijn de statusscores per postcodegebied van Goeree Overflakkee opgenomen. Per postcode is te zien wat de statusscore was bij de afgelopen vier metingen. Deze statusscore is door SCP berekend aan de hand van de vier eerder genoemde parameters; gemiddeld inkomen, % huishoudens met een laag inkomen, % inwoners zonder betaalde baan en % huishoudens met gemiddeld een lage opleiding. Een hogere score betekent dat het betreffende postcode gebied op deze parameters beter scoort.
-7-
Tabel 5 – statusscore per postcodegebied postcode
Status score
Status score
Status score
Status score
1998
2002
2006
2010
3241
-0,23124
0,135883
0,367982
0,50627
3243
-0,27903
-0,63738
0,805604
0,831752
3244
-0,77858
-0,17494
0,276078
0,323266
3245
-0,54157
0,031481
0,500115
-0,33608
3247
-0,38516
-0,41177
0,094019
0,409658
3248
-0,31578
-0,27228
0,167717
0,719226
3249
-0,55985
-0,5574
0,572825
0,373607
3251
-0,16825
0,039639
0,060777
0,304704
3252
0,165359
0,266158
0,557909
0,10422
3253
0,165702
-0,1969
0,7826
0,889729
3255
-0,41251
-0,27154
0,557158
0,149855
3256
-0,17896
-0,14993
0,769209
0,060592
3257
-0,22745
-0,17733
0,296115
0,468819
3258
-0,31596
0,108989
0,574711
0,477105
Gemiddeld
-0,43309
-0,16195
0,45592
0,37734
Bij, op één na, alle postcodes is te zien dat er sprake is van een stijging van de score. Dit wijst erop dat de sociaal economische status is verbeterd. In de periode van 1998 tot en met 2010 is het gemiddeld in Nederland echter ook gestegen. In de tabel 6 zijn de gemiddelde scores van Goeree-Overflakkee en Nederland met elkaar vergeleken. Tabel 6 – statusscore Goeree Overflakkee ten opzichte van Nederland Jaartal 1998 2002 2006 2010
Goeree-Overflakkee gemiddeld -0,43 -0,16 0,46 0,38
Nederland gemiddeld -0,26 -0,12 0,21 0,17
Ten opzichte van het landelijk gemiddelde is de statusscore van Goeree-Overflakkee verbeterd. Waar in 1998 Goeree-Overflakkee nog onder het Nederlands gemiddelde scoorde, was vanaf 2006 hoger. Ook op het gebied van kwaliteit lijkt er op basis van de cijfers dus geen sprake te zijn van krimp. Dat er een na 2006 een lichte daling plaats vond, is gelijk aan de landelijke trend. Bijlage C - Politieke partijen Goeree-Overflakkee over krimp De programma’s van politieke partijen kunnen gebruikt worden als barometer voor hetgeen wat leeft in de samenleving. In het volgende overzicht is weergegeven op welke manieren krimp, in de breedste zin van het woord, aandacht kreeg in de verkiezingsprogramma’s van de lokale politieke partijen voor de verkiezingen in november 2012.
-8-
Tabel 7 – overzicht partijprogramma’s op het thema krimp. Politieke
Aandacht voor krimp
partij EVV
-
Vergrijzing en het verlaten van kinderen van het eiland zijn een probleem
-
Er is steeds minder te beleven op het eiland, er is sprake van een teloorgang van sfeer en gezelligheid
Vitale Kernen
Het is een doel om meer jongeren aan het eiland te binden
PvdA
Voorkomen van uitstroom van bewoners
GOS
Er is een ‘kleine kernen probleem’; leegloop van winkelpanden en het wegtrekken van de jeugd
CU
Leefbaarheid staat onder druk door het wegtrekken van jongeren.
VVD
Noemt het niet
CDA
Het eiland moet weer aantrekkelijk worden voor hoger opgeleide jongeren en om er te (blijven) werken en te (blijven) wonen.
SGP
Noemt het niet
De politieke partijen noemen bijna allemaal in meer of mindere mate krimp. Het is echter wel een van de thema’s die aangesneden wordt. Het thema komt niet als absoluut hoofdthema naar voren.
-9-