Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee Inleiding De belangrijkste opgave in het provinciale woningbouwbeleid is om voldoende geschikte huisvesting mogelijk te maken voor de veranderende bevolking. De vraag naar woningen verandert als gevolg van demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing, diversiteit en individualisering. Daarnaast spelen ook beleidsmatige ontwikkelingen een rol. Door de komst van de Wet langdurige zorg (Wlz) ter vervanging van de AWBZ, verandert de vraag naar wonen met zorg. Er zal minder vraag komen naar verpleeg- en verzorgingshuiszorg en meer vraag naar toegankelijke woningen waar zorg thuis mogelijk is. Dit leidt tot een woonzorgopgave. Dat wil zeggen, dat het noodzakelijk is om delen van de bestaande woningvoorraad aan te passen aan de grotere zorg (provincie Zuid-Holland 2014). Om de woonzorgopgave nu en in de toekomst te kunnen bepalen is inzicht nodig in de behoefte aan wonen met zorg op geleide van demografische, beleidsmatige en maatschappelijke ontwikkelingen. Op verzoek van Team Wonen van de afdeling Ruimte, Wonen en Bodem van de provincie Zuid-Holland heeft het Tympaan Instituut de behoefte aan wonen met zorg in kaart gebracht. Basis daarvoor is het Ramingsmodel Wonen met Zorg (RWZ) van het Tympaan Instituut dat in 2015 is geactualiseerd. De behoefte aan wonen met zorg is aan de hand van de volgende gegevens in kaart gebracht: (prognoses) van de demografische ontwikkeling; woon- en inkomenssituatie van ouderen; raming van de vraag waarbij rekening is gehouden met de huidige beleidsmatige ontwikkelingen; typering van de woningvoorraad; aanwezigheid van voorzieningen.
Demografie1 Aantal 75-plussers neemt sterk toe Goeree-Overflakkee telt in 2015 zo’n 48.300 inwoners. Dit aantal zal in 2030 naar verwachting gelijk zijn. Het aantal ouderen neemt echter toe op Goeree-Overflakkee, met name het aantal 75-plussers. In 2015 zijn dat er zo’n 4.100 en in 2030 6.800 (figuur 1). Dit is de leeftijdsgroep met de grootste zorgvraag.
1
Er is in deze notitie gekozen voor gebruik van de Primos-prognoses van ABF Research in plaats van de provinciale bevolkingsprognose. Reden hiervoor is dat in de Primos-prognoses gegevens op kern-/wijkniveau beschikbaar zijn, wat voor een aantal regio’s (waaronder Goeree-Overflakkee) relevant is. De afwijkingen van de Primos-prognose ten opzichte van de provinciale prognose zijn minimaal.
Postbus 93010 2509 AA Den Haag 070 3371000
Anna van Saksenlaan 51 2593 HW Den Haag
www.tympaan.nl
[email protected] @tympaan_inst
Figuur 1
Ontwikkeling aantal ouderen op Goeree-Overflakkee 2015-2030
7.000 6.000 5.000
4.000 3.000 2.000
1.000 0
2015
2020
2025 65-74
2030
75+
bron: ABF Research 2013
In vergelijking met de provincie Zuid-Holland - waar het aantal 75-plussers met 59% toeneemt - neemt het aantal 75-plussers harder toe op Goeree-Overflakkee met 66% (tabel 1 en figuur 2). Op Goeree-Overflakkee daalt het aantal 64-minners met zo’n 10%. In ZuidHolland blijft het aantal 64-minners stabiel. Tabel 1 Bevolkingsontwikkeling Goeree-Overflakkee naar leeftijdscategorie 2015-2030, in percentages totaal
0-64 jaar
65-74 jaar
75+
dirksland
-5
-19
28
82
goedereede
-3
-12
9
68
middelharnis
4
-3
19
52
oostflakkee
0
-11
18
77
goeree-overflakkee
0
-10
18
66
zuid-holland
7
0
25
59
bron: ABF Research 2013
Met name in Dirksland stijgt het aandeel 65-plussers in de bevolking snel. Alleen in Middelharnis blijft het aandeel 65-plussers in de bevolking onder de 20% (figuur 2).
2 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 2
Aandeel 65-plussers in de bevolking op Goeree-Overflakkee 2015-2030
24% 23% 22% 21%
20% 19% 18%
2015
2020
dirksland
2025
goedereede
2030
middelharnis
oostflakkee
bron: ABF Research 2013
Relatief weinig ouderen wonen alleen, maar aantal neemt toe In vergelijking met de provincie Zuid-Holland wonen op Goeree-Overflakkee relatief minder ouderen alleen (figuur 3). Het percentage ouderen dat alleen woont, neemt echter wel toe.
Figuur 3
Verdeling type huishoudens 65-plussers op Goeree-Overflakkee 2015-2030, in percentages
2015
2030
0%
10%
20%
30%
40%
eenpersoons
50%
60%
meerpersoons
70%
80%
90%
100%
overig
bron: ABF Research 2012; bewerking Tympaan Instituut 2015
Alleenstaande ouderen zijn in vergelijking met de provincie Zuid-Holland vaker mensen die verweduwd zijn, dan gescheiden of ongehuwd. Er zijn verhoudingsgewijs meer alleenstaande vrouwen dan alleenstaande mannen. Van de 65-plussers is 80% van de mannen getrouwd en maar 52% van de vrouwen (tabel 2).
3 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Tabel 2 Burgerlijke staat van 65-plussers op 1 januari 2015, in percentages verweduwd mannen
getrouwd
vrouwen
mannen
gescheiden/ongehuwd
vrouwen
mannen
vrouwen
goeree-overflakkee
10
39
80
52
10
9
provincie zuid-holland
11
36
73
46
16
17
bron: CBS 2015
Tussen de kernen2 zitten geen grote verschillen in type huishoudens. Naar verwachting zal in Goedereede het aandeel alleenwonende ouderen in 2030 het hoogst zijn (figuur 4).
Figuur 4
Verdeling type 65-plus huishoudens in 2030 per kern op Goeree-Overflakkee, in percentages
oostflakkee
middelharnis
goedereede
dirksland 0%
10%
20%
30%
eenpersoons
40%
50%
60%
meerpersoons
70%
80%
90%
100%
overig
bron: ABF Research 2012; bewerking Tympaan Instituut 2015
65-plussers wonen vaak in een huurwoning Van de 65-plussers in Zuid-Holland woont in 2012 62% in een (sociale) huurwoning. In COROP-regio Rijnmond is dat zelfs 68%. Gemiddeld woont 48% van de inwoners van ZuidHolland en 52% van de inwoners van COROP-regio Rijnmond in een (sociale) huurwoning (bron: CBS 2015). Van de 65-plussers woont in 2012 zo’n 45% (in COROP-regio Rijnmond 42%) in een eengezinswoning. Het grootste gedeelte van de woningen op GoereeOverflakkee betreft een eengezinswoning (87%) (bron: CBS 2015). Dit betekent dat op Goeree-Overflakkee waarschijnlijk een groter aandeel ouderen in een eengezinswoning woont dan gemiddeld.
Ouderen op Goeree-Overflakkee hebben een lager inkomen dan gemiddeld Ouderen op Goeree-Overflakkee hebben gemiddeld een lager inkomen dan ouderen in Zuid-Holland. Alleenstaande 65-plus vrouwen hebben het laagste inkomen. Jongere huishoudens hebben gemiddeld een hoger inkomen (figuur 5). Het aandeel 65-plussers dat alleen van een AOW rond moet komen (28%) is groter dan gemiddeld in de GGD-regio Rotterdam (18%) (bron: Gezondheidsatlas GGD Rotterdam-Rijnmond 2014). Het gemiddel-
2
Hiermee worden de voormalige gemeenten Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee bedoeld.
4 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
de opleidingsniveau is ook lager, met name van de huidige 65-plussers (bron: Gezondheidsatlas GGD Rotterdam-Rijnmond 2014).
Figuur 5
Gemiddeld inkomen van huishoudens in Zuid-Holland en op Goeree-Overflakkee in 2012 , in euro's (x1.000)
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 alleenstaande alleenstaande alleenstaande, paar, beide huishouden met huishouden man, ≥65 jaar vrouw, ≥65 jaar ≥65 jaar partners ≥65 jaar lid ≥65 jaar zonder lid ≥65 jaar goeree-overflakkee
zuid-holland
bron: CBS 2015; bewerking Tympaan Instituut 2015
Hoe hoger het inkomen hoe vaker Zuid-Hollandse 65-plussers in een koopwoning wonen (figuur 6a). Er is een minder sterke relatie tussen inkomen en wat 65-plussers besteden aan woonlasten dan tussen inkomen en woonvorm (huur- of koopwoning). Er zijn verhoudingsgewijs meer 65-plushuishoudens met een hoger inkomen met hoge woonlasten (>€ 700,00) dan lage en middeninkomens. 65-plushuishoudens met een hoger inkomen hebben verhoudingsgewijs ook vaker lage woonlasten (<€ 400,00) dan lage en middeninkomens (figuur 7). Zeer waarschijnlijk zijn dit 65-plussers in hypotheekvrije koopwoningen.
Figuur 6a
65-plussers in huur- of koopwoning naar besteedbaar inkomen in Zuid-Holland in 2012, in percentages
>50.000 40.000-50.000 30.000-40.000 20.000-30.000
<20.000 0%
10%
20%
30%
40%
koper
50%
60%
70%
80%
90%
100%
huurder
bron: BZK/CBS, WoON 2012, DANS; bewerking Tympaan Instituut 2015
5 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 6b
Inwoners in huur- of koopwoning naar besteedbaar inkomen in Zuid-Holland in 2012, in percentages
>50.000 40.000-50.000 30.000-40.000 20.000-30.000 <20.000
0%
10%
20%
30%
40%
koper
50%
60%
70%
80%
90%
100%
90%
100%
huurder
bron: BZK/CBS, WoON 2012, DANS; bewerking Tympaan Instituut 2015
Figuur 7
Woonlasten en inkomen 65-plussers in Zuid-Holland in 2012, in percentages
>50.000 40.000-50.000 30.000-40.000 20.000-30.000 <20.000 0%
10%
20% <400
30%
40%
400-500
50%
60%
500-700
70%
80%
>700
bron: BZK/CBS, WoON 2012, DANS; bewerking Tympaan Instituut 2015
Wonen met zorg Een gedeelte van de 65-plussers heeft als gevolg van gezondheidsklachten of beperkingen behoefte aan wonen met zorg. Hoe ouder mensen zijn, hoe groter het aandeel dat behoefte heeft aan wonen met zorg. Met andere woorden: van de 75-plussers heeft een groter aandeel behoefte aan een vorm van wonen met zorg dan van de 65-75-jarigen. Wonen met zorg wordt in het RWZ uitgesplitst in drie verschillende vormen. Beschermd wonen is wonen in een verzorgings- of verpleeghuis of een andere instelling waar 24-uurszorg gegeven wordt, verzorgd wonen is wonen in een zelfstandige woning met zorg aan huis en geschikt wonen zijn woningen die geschikt zijn voor ouderen met beperkingen.
6 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Daarnaast worden in het RWZ de volgende doelgroepen onderscheiden: personen met behoefte aan verpleging en verzorging (V&V): ○ somatische zorg 0-64 jaar (SOM 0-64) ○ somatische zorg 65-74 jaar (SOM 65-74) ○ somatische zorg 75+ (SOM 75+) ○ psychogeriatrische zorg 65+ (PG) personen 0-100 jaar met een lichamelijke beperking: 0-100 jaar (LG) personen met een verstandelijke beperking 0-17 jaar en 18 jaar en ouder (VG) personen met psychiatrische problematiek 18 jaar en ouder (GGZ) Hieronder worden de behoefteramingen weergegeven. Een toelichting op de berekeningen is te vinden in bijlage 1.
Grote toename behoefte beschermd wonen voor ouderen na 2020 Met behulp van het RWZ is een schatting gemaakt van het aantal inwoners dat behoefte heeft aan beschermd, verzorgd of geschikt wonen nu en in de toekomst. Dit model gaat uit van kengetallen voor de hele provincie. Om na te gaan hoeveel voorspellende waarde het model op Goeree-Overflakkee waarschijnlijk heeft is in figuur 8 het kengetal voor beschermd wonen afgezet tegen de huidige situatie op Goeree-Overflakkee. Hieruit komt naar voren dat de behoefte aan beschermd wonen voor mensen met een verstandelijke beperking waarschijnlijk hoger ligt dan op grond van het RWZ wordt geraamd.
Figuur 8
Verschil kengetal beschermd wonen provincie ZuidHolland en werkelijke situatie Goeree-Overflakkee in 2014, in percentages
lg 65+ vg 18+ ggz 0%
1%
2%
3%
kengetal provincie zuid-holland
4%
5%
6%
7%
werkelijk goeree-overflakkee
bron: CIZ 2014; bewerking Tympaan Instituut 2015
Figuur 9 laat zien dat door het beleid om mensen minder snel in aanmerking te laten komen voor een plaats in een verzorgings- of verpleeghuis, tot 2020 het aantal benodigde plaatsen voor beschermd wonen afneemt. Door de demografische ontwikkelingen neemt na 2020 de behoefte bij ouderen weer toe en blijft bij de overige doelgroepen stabiel. Het aantal plaatsen nodig voor GGZ zal nauwelijks afnemen. Met de overgang van verblijf naar de Wlz en Wmo is er geen landelijke extramuralisatieopgave meer.
7 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 9
Behoefte aan beschermd wonen op Goeree-Overflakkee 2015-2030
700 600 500
400 300 200
100 0
2015
2020 v&v (65+)
2025
ggz (18+)
vg (18+)
2030 lg (0-100)
bron: ABF Research 2013, CIZ 2014; bewerking Tympaan Instituut 2015
Sterke toename verzorgd wonen onder 75-plussers met somatische aandoeningen Figuur 10 laat zien dat het aantal 75-plussers dat behoefte heeft aan verzorgd wonen op Goeree-Overflakkee wat hoger ligt dan het RWZ inschat.
Figuur 10
Verschil kengetal verzorgd wonen provincie ZuidHolland en werkelijke situatie GoereeOverflakkee in 2014, in percentages
lg pg som 75+ som 65-74
som 0-64 0%
2%
4%
6%
kengetal provincie zuid-holland
8%
10%
12%
14%
16%
werkelijk goeree-overflakkee
bron: CIZ 2014; bewerking Tympaan Instituut 2015
De behoefte aan verzorgd wonen neemt sterk toe, met name onder 75-plussers met somatische aandoeningen (75+). In totaal hebben in 2015 zo’n 700 mensen behoefte aan verzorgd wonen en in 2030 zo’n 1.200 (figuur 11). Wellicht dat dit aantal op GoereeOverflakkee nog wat hoger ligt op basis van de huidige situatie. Ouderen op GoereeOverflakkee hebben net zo vaak lichamelijke beperkingen als gemiddeld in de regio Rijnmond, maar voelen zich minder vaak gezond (tabel 4).
8 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 11
Behoefte aan verzorgd wonen op GoereeOverflakkee naar leeftijd en aandoening 2015-2030
1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 2015
2020 som (0-64)
som (65-74)
2025 som (75+)
pg (65+)
2030 lg (0-100)
bron: ABF Research 2013, CIZ 2014; bewerking Tympaan Instituut 2015
Tabel 3 Percentage 65-plussers dat beperkingen heeft of matig tot zeer ernstig eenzaam is in 2012 beperking in mobiliteit
beperking in dagelijkse matig tot zeer ernstig huishoudelijke eenzaam activiteiten
ervaren gezondheid goed tot zeer goed
goeree-overflakkee
24
23
47
59
ggd regio rijnmond
22
23
46
62
bron: Gezondheidsatlas GGD Rotterdam Rijnmond 2012
Begeleid zelfstandig wonen Mensen met een verstandelijke beperking of GGZ-problematiek hebben geen behoefte aan een aangepaste woning, maar wel aan wonen met zorg. Zij zullen begeleid moeten worden om zelfstandig in een woonwijk te kunnen wonen. Figuur 12 laat zien dat het RWZ de behoefte aan begeleid zelfstandig wonen op Goeree-Overflakkee voor zowel mensen met een verstandelijke beperking als GGZ-problematiek wellicht wat overschat.
9 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 12
Verschil kengetal begeleid zelfstandig wonen provincie Zuid-Holland en werkelijke situatie op Goeree-Overflakkee in 2014, in percentages
vg
ggz
0,00%
0,05%
0,10%
0,15%
0,20%
0,25%
provincie zuid-holland
0,30%
0,35%
0,40%
0,45%
0,50%
goeree-overflakkee
bron: CIZ 2014; bewerking Tympaan Instituut 2015
Figuur 13 laat zien dat de behoefte aan begeleid zelfstandig wonen voor mensen met een verstandelijke beperking tot 2020 sterk stijgt van zo’n 270 naar 340, doordat mensen met een verstandelijke beperking minder snel in aanmerking komen voor een beschermde woonvorm. Daarna blijft de vraag, door de bevolkingsontwikkeling, naar verwachting stabiel. In totaal zijn er meer woningen nodig voor mensen met GGZ-problematiek dan voor mensen met een verstandelijke beperking.
Figuur 13
Behoefte aan begeleid zelfstandig wonen op Goeree-Overflakkee 2015-2030
350 300 250
200 150 100
50 0 2015
2020
2025 ggz (18+)
2030
vg (18+)
bron: ABF Research 2013, CIZ 2014; bewerking Tympaan Instituut 2015
Geschikt wonen In 2015 hebben bijna 2.900 personen, die geen behoefte hebben aan verzorgd wonen, wel behoefte aan een geschikte woning. In 2030 zal dit aantal zijn toegenomen tot bijna 3.400, een stijging van bijna 18% (figuur 14). In de leeftijdsgroep 18-64 jaar zal als gevolg van de-
10 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
mografische ontwikkelingen sprake zijn van een daling van ongeveer 9%. In de leeftijdscategorie 65+ zal de behoefte naar verwachting met circa 38% groeien.
Figuur 14
Behoefte aan geschikt wonen naar leeftijdscategorie op Goeree-Overflakkee 2015-2030
3.500 3.000 2.500
2.000 1.500 1.000
500 0 2015
2020 geschikt (18-64)
2025
2030
geschikt (65+)
bron: ABF Research 2013, BZK/CBS, WoON 2012, DANS; bewerking Tympaan Instituut 2015
Wonen op Goeree-Overflakkee Woningvoorraad Goeree-Overflakkee telt circa 20.200 woningen. Ruim 6.200 woningen zijn in het bezit van woningcorporaties. Uit gegevens van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) blijkt dat circa 23% van het corporatiebezit op Goeree-Overflakkee een nultredenwoning3 betreft, zo’n 1.400 woningen (CFV 2013). Van eengezinswoningen kan met behulp van de Doorzonscan (Laagland’advies 2007) worden berekend hoeveel woningen potentieel geschikt te maken zijn voor ouderen om in te wonen. Hierbij wordt rekening gehouden met de inhoud van de woning en het bouwjaar. Van de ongeveer 17.500 eengezinswoningen op GoereeOverflakkee zijn er naar schatting zo’n 43% potentieel geschikt. Dit betreft ongeveer 1.500 huurwoningen en 6.000 koopwoningen (figuur 15).
3
Een vrij groot aandeel nultredenwoningen op Goeree-Overflakkee betreft een eengezinswoning (een bungalow of ouderenwoning met slaapkamer beneden). Deze woningen hebben vaak een zeer kleine oppervlakte, waardoor ze niet als potentieel geschikt worden aangemerkt in de Doorzonscan. Het aandeel nultredenwoningen is daarom niet afgezet tegen het aandeel meergezinswoningen.
11 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 15
Aandeel (potentieel) geschikte woningen in 2013
12.000 10.000 8.000
6.000 4.000 2.000 0 eengezins
eengezins
koop
nultreden
huur geschikt
ongeschikt
bron: CBS 2013, CFV 2013, Laagland’advies; bewerking Tympaan Instituut 2015
Saldo behoefte en aanbod geschikte woningen Wanneer wordt uitgegaan van de totale woningvoorraad en de woningtoewijzing volledig optimaal is (iedere woning is voor elke 65-plusser met beperkingen beschikbaar) is er in 2015 en 2030 een overschot aan corporatiewoningen en koopwoningen (figuur 16). Niet alle (potentieel) geschikte woningen zijn echter beschikbaar voor de doelgroep. Op basis van kengetallen op COROP-niveau is de vraag naar koop- en huurwoningen voor 65-plussers en beschikbaarheid van huur- en koopwoningen voor 65-plussers ingeschat (zie voor uitgebreide berekeningswijze bijlage 2). Als we hiervan uitgaan is er een tekort aan geschikte huurwoningen en ontstaat er een tekort in de koopsector (figuur 16). Bij de gepresenteerde tekorten moeten twee belangrijke kanttekeningen worden gemaakt. Ten eerste zijn niet alle nultredenwoningen in de huursector geschikt voor ouderen met een zorgvraag, omdat ze bijvoorbeeld te klein zijn. Hierdoor is het tekort waarschijnlijk groter. Ten tweede zijn er in deze berekening geen gegevens meegenomen over het aantal nultredenwoningen in de koop- en particuliere sector. Deze zouden moeten worden opgeteld bij de potentieel geschikte koopwoningen. Hierdoor ligt het tekort aan woningen in de huursector waarschijnlijk hoger en in de koopsector lager. Naast ouderen zijn er jongere mensen met een behoefte aan een geschikte woning. Op Goeree-Overflakkee zijn dat er ongeveer 1.600. Een zeer groot aantal zal behoefte hebben aan een huurwoning, waardoor het tekort nog groter is.
12 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 16
Saldo behoefte en aanbod aan (potentieel) geschikte woningen in 2015 en 2030
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 -1.000 huurwoningen
eengezins koopsector
huurwoningen
alle woningen
eengezins koopsector
beschikbaar 65+ 2015
2030
bron: BAG, CFV 2013, BZK/CBS, WoON 2012, DANS, CBS 2013, Laagland’advies 2007; bewerking Tympaan Instituut 2015
Voorzieningen Om zelfstandig te kunnen wonen is niet alleen een geschikte woning nodig, maar zijn ook voorzieningen in de woonomgeving belangrijk. Op basis van de Wijkenatlas van het Tympaan Instituut worden hieronder de aanwezige voorzieningen (verzorgingshuis, apotheek, huisarts, supermarkt, OV-halte) weergegeven in relatie tot de dichtheid van 75plussers4. Voor Goeree-Overflakkee geldt dat het merendeel van de 75-plussers woont in kernen waarin meerdere voorzieningen aanwezig zijn. Alleen apotheken zijn niet in veel kernen aanwezig. De voorzieningen van Den Bommel en Achthuizen zijn zeer waarschijnlijk ontoereikend om er langdurig zelfstandig te kunnen wonen.
4
Dit betreft het aantal 75-plussers per hectare.
13 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Kaart 1 Dichtheid 75-plussers en voorzieningen (verzorgingshuis, apotheek, huisarts, supermarkt, OV-halte) in Dirksland
bron: Wijkenatlas Tympaan Instituut 2015
Kaart 2 Dichtheid 75-plussers en voorzieningen (verzorgingshuis, apotheek, huisarts, supermarkt, OV-halte) in Goedereede
bron: Wijkenatlas Tympaan Instituut 2015
14 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Kaart 3 Dichtheid 75-plussers en voorzieningen (verzorgingshuis, apotheek, huisarts, supermarkt, OV-halte) in Middelharnis
bron: Wijkenatlas Tympaan Instituut 2015
Kaart 4 Dichtheid 75-plussers en voorzieningen (verzorgingshuis, apotheek, huisarts, supermarkt, OV-halte) in Oostflakkee
bron: Wijkenatlas Tympaan Instituut 2015
Conclusies en aanbevelingen Er is sprake van een sterke toename van het aantal 75-plussers. Als gevolg hiervan zal ook de behoefte aan wonen met zorg onder ouderen sterk toenemen. De vraag naar beschermd wonen voor ouderen neemt tot 2020 af. Als gevolg van de toename van het aantal 65-plussers zal de vraag na 2020 weer toenemen. De vraag naar beschermd wonen voor GGZ-cliënten blijft nagenoeg gelijk. Op dit moment wonen al veel GGZ-cliënten begeleid zelfstandig. Deze groep groeit licht. Relatief veel mensen met een verstandelijke beperking wonen beschermd. Deze groep zal kleiner worden.
15 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
De zorg- en hulpbehoefte van de groepen die extramuraliseren verschilt van de huidige cliënten die verzorgd of begeleid zelfstandig wonen. Bij ouderen is er bijvoorbeeld een toename van de vraag naar begeleiding. Bij GGZ-cliënten en, in beperkte mate, mensen met een verstandelijke beperking neemt de behoefte aan persoonlijke verzorging toe. Deze vormen van ondersteuning zullen daarom vaker gecombineerd worden in de thuissituatie. Geschikte woningen zijn nodig voor mensen die thuis verzorging nodig hebben (verzorgd wonen) en ouderen die beperkingen hebben, maar (nog) geen verzorging (geschikt wonen). De behoefte aan geschikte woningen onder 65-plussers zal tussen 2015 en 2030 met circa 48%, oftewel 1.100 toenemen als gevolg van het beleid ‘scheiden wonen en zorg’ en de demografische ontwikkelingen. Zoals hierboven berekend zal er in 2030 een tekort ontstaan aan ongeveer 1.000 geschikte woningen van woningcorporaties en 350 geschikte eengezinswoningen in de koopsector5. Daarnaast hebben in 2030 ongeveer 1.600 65-minners met een beperking behoefte aan een geschikte woning. Dit is vergelijkbaar met het aantal in 2015. De totale groei van woningbehoefte op Goeree-Overflakkee in die periode is volgens gegevens van de provincie Zuid-Holland 1.542 à 1.471 woningen. Als er geen andere maatregelen worden genomen (bijvoorbeeld in de woningtoewijzing van de huidige voorraad) zal een groot gedeelte van deze woningen geschikt moeten worden gebouwd. Hierbij is het ook van belang om deze woningen te realiseren op plekken met voldoende voorzieningen. Bij maatregelen om in deze tekorten te voorzien is het van belang om er rekening mee te houden dat de verhuisgeneigdheid onder senioren gering is (Lijzenga, Van der Waals 2014, De Groot et al 2013). De voornaamste opgave door de vergrijzing is daarom eerder een aanpassingsopgave dan een nieuwbouwopgave. Veel ouderen willen immers in hun woning blijven wonen, óók wanneer zij minder mobiel en vitaal worden. Gezien het toenemende eigenwoningbezit onder ouderen verschuift deze aanpassingsopgave in toenemende mate van de woningcorporaties naar de oudere huiseigenaren zelf (De Groot et al 2013). Ook is het van belang om er rekening mee te houden dat ouderen op Goeree-Overflakkee gemiddeld een lager inkomen hebben dan gemiddeld in Zuid-Holland. Betaalbaarheid van woningen is dus een belangrijk aandachtspunt. Verder kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan: Stimuleer ouderen tot het doen van woningaanpassingen. Het is van belang dat gemeenten eigenaar-bewoners stimuleren tot het (tijdig) doen van woningaanpassingen. De Marketing Toolkit Woningaanpassingen van de provincie Gelderland biedt tips aan gemeenten, woningcorporaties en andere partijen hoe de doelgroep kan worden bereikt. Het is van belang om eigenaar-bewoners te informeren wat de mogelijkheden zijn voor woningaanpassingen, welke kosten daarmee gemoeid zijn en welke vergoedingen er mogelijk zijn in het kader van de Wmo. Een voorbeeld van hoe ouderen zelf (preventief) aan de slag kunnen met zelfstandig wonen is het project woonmorgenzonderzorgen. Investeer in domotica. Naast aanpassingen in de woning kunnen deze domotica de mogelijkheden om zelfstandig in de eigen woning te blijven wonen vergroten. Hierbij kan het gaan om ondersteunende domotica (zoals automatische verlichting, gordijnen met afstandsbediening) alsook om toezichthoudende domotica (bijvoorbeeld valsensoren). Een doelgroep waarvoor woningaanpassingen en domotica een specifieke rol spelen, is de doelgroep dementerende ouderen. Voor hen geldt in het bijzonder dat gekeken moet
5
Dit is wel een overschatting omdat het voorkomt dat twee mensen die beide behoefte hebben aan een geschikte woning, een woning delen (bijvoorbeeld een ouder echtpaar).
16 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
worden welke aanpassingen hun woning levensloopbestendiger maken. Dit kan ook gaan om eenvoudige aanpassingen als donkere plinten en pictogrammen die de cliënt meer zelfvertrouwen geven. Handreikingen voor dementerenden, hun mantelzorgers en woonadviseurs zijn onder meer zijn gedaan door Platform 31. Zorg voor overige randvoorwaarden voor zelfstandig wonen: ○ Naast de toegankelijkheid van de woning is ook de inrichting van de publieke ruimte van belang. Denk hierbij aan toegankelijkheid van de woonomgeving voor rollators, scootmobiels en minder validen, zoals loop-/rollatorrouten en voldoende ruimten voor formele en informele ontmoetingsplekken (tuintjes, groen, bushalten), vooral ook nabij diverse breng- en haalfuncties (supermarkt, school, buurthuis, zorgcentrum). ○ De beschikbaarheid van ‘haaldiensten’ (winkels, openbaar vervoer, mogelijkheden voor ontmoeting). Voorzieningen als winkels, medisch centrum, apotheek of ontmoetingsplaats moeten nabij zijn, niet alleen vanwege hun primaire functie, maar ook omdat ze een ontmoeting- of netwerkfunctie hebben (Singelenberg et al 2012). ○ Aanwezigheid van zorg- en welzijnsdiensten: mogelijkheden voor zorg en ondersteuning (op afspraak, op afroep of in voortdurende nabijheid), beschikbaarheid van mantelzorg en mogelijkheden voor ontmoeting.
Literatuur Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Corporatie in perspectief. L1482 Woningbouwvereniging Beter Wonen Goeree-Overflakkee. Baarn: CFV, 2013. Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Corporatie in perspectief. L1700 Woningbouwvereniging Beter Wonen Goeree-Overflakkee. Baarn: CFV, 2013. Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Corporatie in perspectief. L0506 Fides Wonen Goeree-Overflakkee. Baarn: CFV, 2013. Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Corporatie in perspectief. L1544 Woongoed Flakkee Goeree-Overflakkee. Baarn: CFV, 2013. Groot C de, Dam F van, Daalhuizen F. Vergrijzing en woningmarkt. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving, 2013. Laagland’advies. Eindrapport Doorzonscan Vught. Houten: Laagland’advies, 2007. Lijzenga J, Waals Th van der. Woonvoorkeuren specifieke woonvormen voor ouderen: een verhaal met veel gezichten. Arnhem: Companen, 2014. Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Kamerbrief Transitieagenda Langer zelfstandig wonen 4 juni 2014. Den Haag: Ministerie van BZK, 2014. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Notitie ‘Hervorming langdurige ondersteuning’. Den Haag: Ministerie van VWS, 2013. Provincie Zuid-Holland. Visie Ruimte en mobiliteit. Den Haag: provincie Zuid-Holland 2014. Rossem F van, Leidelmeijer K, Wever Th, Ham M van den. Randvoorwaarden voor extramuraal wonen bij ZZP’s VV 01 t/m 04. Amsterdam: RIGO Research en Advies BV, 2014. Singelenberg J, Triest N van, Xanten H van. Woonservicegebieden: klaar voor de volgende ronde. SEV-advies. Rotterdam: SEV, 2012.
17 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Websites cbs.nl
Centraal Bureau voor de Statistiek
ciz.nl
Centrum Indicatiestelling Zorg
gezondheidsatlasrotterdamrijnmond.nl
GGD Rotterdam-Rijnmond
kcwz.nl
Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg
platform31.nl
Platform 31, Kennis van stad en regio
spectrum-gelderland.nl
Spectrum, CMO Gelderland
wijkenatlas
Tympaan Instituut
woonmorgenzonderzorgen.nl
Woon Morgen Zonder Zorgen, Oud worden in eigen huis
18 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Bijlage 1 Toelichting behoefteramingen In deze toelichting wordt uiteengezet op welke wijze de berekeningen zijn uitgevoerd.
Raming van de behoefte aan wonen met zorg op basis van het Ramingsmodel Wonen met Zorg Uitgangspunt voor de berekening van de kengetallen is het aantal cliënten in Zuid-Holland met een geldige AWBZ-indicatie op 1 januari 2014 volgens het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) (Basisrapportage AWBZ juni 2014). Er wordt uitgegaan van indicaties omdat voor die mensen is vastgesteld dat er een zorgvraag is. Gegevens over zorggebruik zijn minder volledig, omdat ze mensen op een wachtlijst of mensen die hun indicatie niet verzilveren buiten beschouwing laten. Daarnaast is uitgegaan van gegevens uit het WoON 20126. Voor het maken van de ramingen per gemeente zijn de berekende kengetallen toegepast op de Primosbevolkingsprognoses 2013 van ABF Research.
Kengetal beschermd wonen
6
Het uitgangspunt van de berekening is het aantal afgegeven indicaties voor zorgzwaartepakketten (ZZP’s) voor de doelgroepen verpleging en verzorging (V&V, 65 jaar en ouder), lichamelijk gehandicaptenzorg (LG, 0-100 jaar), geestelijke gezondheidszorg (GGZ, 18 jaar en ouder) en verstandelijk gehandicaptenzorg (VG, 0-17 jaar, 18 jaar en ouder). De functie licht verstandelijk gehandicaptenzorg (LVG) is buiten beschouwing gelaten, omdat dit een indicatie is die kortdurend wordt afgegeven aan jongeren onder de 23 jaar. Bij de intramurale indicaties (wonen met verblijf in een zorginstelling) kan geen onderscheid gemaakt worden naar leeftijd. De volgende aannamen zijn daarom gedaan: van de intramurale indicaties VG (wonen met verblijf in een zorginstelling) zijn geen leeftijdscategorieën bekend. Uit gegevens van het CIZ (2012) blijkt dat 90% van de indicaties voor de doelgroep VG wordt gegeven aan 18-plussers en 10% aan 0-17-jarigen in Nederland. Deze verhouding is toegepast voor de berekening van de kengetallen. 98% van het aantal afgegeven indicaties voor ZZP’s V&V is voor 65-plussers voor somatische zorg (SOM) en psychogeriatrische zorg (PG). Voor de berekening van het kengetal is hiervoor niet gecorrigeerd: alle ZZP’s V&V worden afgezet tegen het aantal 65-plussers om het kengetal te berekenen. De notitie ‘Hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning’ (Ministerie van VWS 2013) is als uitgangspunt genomen voor de ZZP’s die zijn/worden geëxtramuraliseerd en de fasering daarvan. Omdat de extramuralisatie alleen de nieuwe cliënten betreft, is per doelgroep bepaald hoeveel cliënten jaarlijks instromen in een intramurale voorziening. Voor 2015 tot en met 2019 is dit gedaan door het verschil te nemen tussen de instroom in 2013 en 2012. Vanaf 2020 wordt ervan uitgegaan dat alle cliënten die voorheen in ZZP 1-3 zaten, nu in extramurale vormen van zorg (verzorgd wonen) zitten. ZZP’s voor GGZ-C komen onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Omdat deze mensen wel behoefte hebben aan een beschermde woonvorm, zijn ze meegenomen in het kengetal beschermd wonen. Er is geen rekening gehouden met extramuralisatie, omdat dit specifiek gemeentelijk beleid wordt.
WoonOnderzoek Nederland van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM).
Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Kengetal verzorgd wonen
Verzorgd wonen is berekend voor mensen met een indicatie voor (extramurale) persoonlijke verzorging op basis van grondslag LG, PG of SOM. Gezien het gemiddelde aantal uren verstrekte persoonlijke verzorging per cliënt is ervan uitgegaan dat dit grotendeels onplanbare zorg is of dit op termijn zal worden (voor ouderen). Mensen met alleen (extramurale) verpleging (zonder persoonlijke verzorging) zijn buiten beschouwing gelaten, omdat dit vaker planbare en kortdurende zorg is. Cliënten die langdurige verpleging krijgen, hebben zeer waarschijnlijk ook een indicatie voor persoonlijke verzorging. Bij verzorgd wonen is gecorrigeerd voor het aantal mensen in de doelgroep V&V, dat in de huidige situatie al gebruikmaakt van een zogenaamd ‘volledig pakket thuis’ voor ZZP 1 en ZZP 2. Dit betreft 25% van de mensen met ZZP 1 en ZZP 2 (Actiz). Mensen die als gevolg van scheiden van wonen en zorg niet meer voor verblijf in een instelling in aanmerking komen, zijn gerekend tot de doelgroep verzorgd wonen. Hierbij is uitgegaan van dezelfde in- en uitstroompercentages als bij beschermd wonen. Aangenomen wordt dat cliënten ‘verzorgd wonen’ een geschikte woning nodig hebben. Bij de uitsplitsing naar leeftijd en grondslag is de extramuralisatie verdeeld. Er kan geen rekening gehouden worden met de zorgzwaarte binnen deze categorieën.
Kengetal begeleid zelfstandig wonen
Mensen binnen de doelgroepen VG en GGZ hebben niet zozeer aanpassingen in de woning nodig, maar wel behoefte aan begeleiding. Tot 1 januari 2015 gebeurde dit vanuit de AWBZ. Met de decentralisatie van de begeleiding en de extramuralisatie van VG en GGZ komen er in gemeenten meer mensen te wonen met deze behoefte. De begeleiding wordt overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo en komt onder verantwoordelijkheid van de gemeente te vallen. Voor begeleid zelfstandig wonen is voor mensen binnen de doelgroep GGZ (18 jaar en ouder) uitgegaan van het aantal mensen dat een AWBZ-indicatie heeft voor individuele begeleiding op basis van psychiatrie (PSY). Mensen met alleen groepsbegeleiding zijn buiten beschouwing gelaten, omdat hun begeleidingsvraag in uren vaak beperkt is.
Kengetal geschikt wonen
Basis hiervoor is het WoON 2012. Uitgangspunt in het RWZ is dat mensen met matige of ernstige ADL-/mobiliteitsbeperkingen7 behoefte hebben aan een geschikte woning. Een gedeelte van deze mensen ontvangt persoonlijke verzorging en verpleging en valt in het RWZ onder de categorie verzorgd wonen. Er zijn echter ook mensen met een beperking die alleen huishoudelijke verzorging krijgen of geen thuiszorg (bijvoorbeeld omdat ze een gezonde partner hebben). Omdat is uitgegaan van percentages, vormen de respondenten in de steekproef van het WoON 2012 vanwege het grote aantal respondenten een goede afspiegeling van Zuid-Holland. Respondenten die zelf geen beperkingen hebben, maar aangeven dat hun partner matig of ernstig beperkt is, zijn daarom buiten beschouwing gelaten bij de berekening van het kengetal. Op basis van het WoON 2012 is in Zuid-Holland het aantal respondenten (18-64 jaar, 65 jaar en ouder) met beperkingen die geen thuiszorg krijgen berekend. Daarnaast is op basis van het CBS bepaald hoeveel mensen (uitgesplitst in 18-64 jaar en 65 jaar en ouder) alleen huishoudelijke hulp ontvangen in Zuid-Holland. Deze twee groepen vormen het kengetal ‘geschikt wonen’.
7
Zoals beperkingen bij lopen, staan of zitten, waardoor hulp bij verplaatsen, wassen, aan- en uitkleden en toiletgang nodig is.
2 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
Bijlage 2 Toelichting berekeningen (potentieel) geschikte woningen Berekening potentieel geschikte eengezinswoningen Voor de Doorzonscan is het noodzakelijk om een bestand te hebben waarin per gemeente bekend is hoeveel woningen er zijn, uitgesplitst naar bouwjaar, inhoud en eigendomsvorm. Helaas bleek zo’n bestand niet voor handen: Het CBS levert een bestand met oppervlakte (in klassen), bouwjaar (in klassen) en eigendomsvorm van Zuid-Holland. Geen enkel bestand heeft gegevens over de inhoud van woningen. Daarom zijn de oppervlakten van de woningen omgerekend naar inhoud. Dit is gedaan op basis van het BAG-verdiepingsdocument oppervlakte. Doordat niet bekend is van welk type (tussenwoning, vrijstaand et cetera) de eengezinswoningen zijn, is gebruikgemaakt van een gemiddelde vermenigvuldigingsfactor. Tabel 1 Vermenigingvuldigingsfactor oppervlakte → inhoud voor 1945
1945-1970
3,09
3,16
1971-1990
na 1990
3,14
3,19
bron: BAG; bewerking Tympaan Instituut 2014
De afkappingspunten in de inhoud (250m3, 300m3, 350m3) liggen middenin de oppervlakteklassen die het CBS levert (70-90m2 en 90-120m2). Uit een eerder project hebben we een bestand met alle woningen in de stadsregio Rotterdam ontvangen met exacte oppervlakten en bouwjaren. Op basis van deze gegevens is een tabel gemaakt met een schatting van de verdeling van de woningen binnen de oppervlakteklassen rond de afkappingspunten in Zuid-Holland.
Tabel 2 Schatting verdeling woningen binnen oppervlakteklassen 70-90m 3
voor 1945 aandeel woningen 1945-1970 aandeel woningen 1971-1990 aandeel woningen >1991 aandeel woningen
2
90-120m 3
<300m
2
90-97m
<250m
<300m
2
81-89m
<80m 55% <79m
45% 2
80-89m
2
80-89m
48% <79m <78m
79-89m
33%
67%
2
98-114m
33% 90-94m
2
90-95m 90-94m 14%
3
>350m 2
55% 95-112m
2
96-116m 95-115m 72%
>113m
2
>117m
2
11% 2
>116m 14%
Vervolgens zijn de gegevens toegepast op de kengetallen van de Doorzonscan van Laagland’advies.
Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]
2
21%
bron: BAG, CBS; bewerking Tympaan Instituut 2015
2
12%
77% 2
>115m
2
62%
12% 2
3
2
18%
63% 2
<350m
2
53%
37%
3
2
2
Tabel 3 Potentiële geschiktheid eengezinshuurwoningen, in percentages tot 250 m tot 1965
3
250-300 m
3
3
300 m en groter
0
5
5
1965-1980
15
25
25
1980 en later
40
40
75
bron: Laagland’advies 2007
Tabel 4 Potentiële geschiktheid eengezinskoopwoningen, in percentages tot 300 m
3
300-350 m
3
3
350 m en groter
tot 1965
15
20
30
1965-1980
15
60
90
1980 en later
70
70
90
bron: Laagland’advies 2007
Berekening beschikbare woningvoorraad 65-plussers
Op basis van het WoON is bepaald welk percentage van de woningen, uitgesplitst naar eigendomsvorm en type (meer- en eengezins) wordt bewoond door hoofdbewoners van 65 jaar en ouder en 65 jaar en jonger. Dit percentage is een schatting van het aantal beschikbare woningen voor deze doelgroepen.
Colofon augustus 2015 - A.M. van Essen, M.G.A. Ligtvoet-Janssen © Tympaan Instituut Dit is een gratis uitgave van het Tympaan Instituut en is onder vermelding van 0710 te bestellen bij het Tympaan Instituut.
2 Woonzorgopgave Goeree-Overflakkee - Tympaan Instituut -
[email protected]