juni 2009 nr
04 Inzicht is een uitgave van de Vereniging Openbaar Onderwijs
08 10 16
Openbaar voortgezet onderwijs doorbreekt christelijk monopolie Verkeersouders helpen school met verkeerseducatie Staatssecretaris Dijksma ontvangt eerste diploma openbaar onderwijs
0800 5010, voor ouders én MR’en, over onderwijs Voor vragen en antwoorden, kijk op pagina
32
symposium
vooraankondiging
18 november 2009
In 1917 is besloten kinderen a-p-a-r-t naar school te laten gaan...
school
1917
Tot op de dag van vandaag is daardoor iedere school in Nederland voorzien van een voorvoegsel als katholieke, protestants-christelijke, islamitische, naast openbare
In 2017 kunnen alle kinderen samen naar
school .OTEER NOVEMBER ALVAST IN UW AGENDA (ET SYMPOSIUM VINDT PLAATS IN 3TADION 'ALGENWAARD
IN 5TRECHT +IJK OOK OP WWWVOONLSCHOOL
2017
een symposium voor iedereen die er voor of tegen is dat mensen uit 1917 bepalen hoe het onderwijs in 2017 is vormgegeven
Trainers gezocht voor scholing ouderraden e Vereniging Openbaar Onderwijs is op zoek naar trainers die ouderraden in het primair en voortgezet onderwijs willen scholen. De Vereniging Openbaar Onderwijs heeft een zestal modules ontworpen, waarvan tijdens een scholingsbijeenkomst (Training Ouderraden) twee of drie worden behandeld. De bijeenkomsten vinden zowel vanuit aanbod als vanuit de vraag van ouderraden plaats. Ervaring met ouders en ouderraden in het primair of voortgezet onderwijs is een voorwaarde en flexibiliteit en het kunnen werken met groepen ouders een must. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met beleidsadviseur Rein van Dijk, via 036 5331500.
D
Vereniging Openbaar Onderwijs
336 7(.5
r (FFGKFMFTPQFFOCBTJTTDIPPM r 8JMKFMFFSMJOHFOPQFFODSFBUJFWFNBOJFSCFHFMFJEFO CJKIFUPOUXJLLFMFOWBOFFOFJHFOLJKLPQIFUMFWFO r 8JMKFMFWFOTCFTDIPVXFMJKLFMFTTFOMFSFOPOUXFSQFO WBOVJUIVNBOJTUJTDIQFSTQFDUJFG 8FMMJDIUJTEFCBTJTPQMFJEJOH)70FO-FWFOTCFTDIPVXJOH WPPSHSPFQTMFSBSFOEBOJFUTWPPSKPV '4 353 5" 5 .3$43#/1 ) 4 5 53 23 ,2 3 18 $ + 5+ ! 0,-"!"&*/1 3
$ 5% 5
www.hvo.nl
inhoud
redactioneel Michiel Jongewaard
Kort nieuws
04
Column: rimpels
07
Openbaar voortgezet onderwijs doorbreekt christelijk monopolie
08
Verkeersouders helpen de school met verkeerseducatie
10
Topopleiding voor docenten in het voortgezet onderwijs valt in de smaak
12
De juiste zorg voor de leerlingen van De Strandwacht
14
Diploma openbaar onderwijs voor pabostudenten en leerkrachten
16
column Alexander Pechtold
17
De verhouding tussen bestuur en MR is goed
18
De diversiteit op deze school maakt het werk hier zo leuk
20
Opvoeden op een sportieve openbare school
22
Spookdorpen gered door onderwijs
24
Cyberouder: gids op de digitale snelweg
26
School in Slotervaart wordt community center
28
Een verrijking voor meer- en hoogbegaafde leerlingen
30
0800 5010: Vraag en Antwoord
32
Keuzevrijheid In het grotendeels christelijke Barneveld is een groep ouders opgestaan die hun kind het liefst op een openbare school voor voortgezet onderwijs doen. Die mogelijkheid is er in de gemeente nog niet; de keuze beperkt zich tot protestants-christelijk of reformatorisch onderwijs. Aanvankelijk vond het debat plaats in de gemeenteraad. Gezien de samenstelling van de raad bood dat weinig soelaas. De onderwijswethouder van de ChristenUnie was niet tegen openbaar voortgezet onderwijs, vertelde zijn woordvoerder in de Volkskrant. Hij dacht alleen dat er geen behoefte was. Die was er dus wel, zo bleek uit de door ouders massaal gesteunde posteractie ‘Kies voor keuze’. VOS/ABB ondersteunt de actie. De wethouder besloot daarop tot een enquête, met als reden dat ouders het recht hebben om te kunnen kiezen. Van de uitslag, die elk moment bekend wordt, hangt af of er een nieuwe openbare school komt. Regelmatig worden ontwikkelingen in het onderwijs gekoppeld aan ‘vrije schoolkeuze’. Toen de samenwerkende schoolbesturen in Nijmegen bekend maakten vanaf komend schooljaar een centraal aanmeldpunt voor het basisonderwijs in te stellen, om vooral de vorming van witte en zwarte scholen tegen te gaan, vreesden liberalen en christenen in ett de Tweede Kamer voor schending van de keuzevrijheid. Het kbevorderen van meer integratie op scholen door een gelijku matigere spreiding, ook in sociaaleconomisch opzicht, zou s niet ten koste mogen gaan van de keuzevrijheid van ouders. l-Zij vergaten gemakshalve dat de gemeente en alle schoole besturen samen dit beleid hebben afgesproken. Dan kun je al vermoeden dat de schoolkeuze niet in gevaar komt. n. Vaak leidt kennisachterstand tot rammelende stellingnamen. el In de berichtgeving over het centraal aanmeldpunt werd vrijwel nergens vermeld dat ouders straks maar liefst zes voorkeurs-scholen voor hun kind mogen opgeven. Bovendien wordt bijij d het bindend plaatsingsadvies vooral het belang van het kind en de ouders gediend, door er rekening mee te houden of er e al broertjes of zusjes op de gewenste school zitten en of de uschool wel in de eigen buurt staat. Alhoewel de keuze van oun ders doorgaans zal kunnen worden gehonoreerd, is er geen garantie voor plaatsing op de school van eerste keuze. Er d. komt wél meer zicht op een rechtvaardiger plaatsingsbeleid. Pas als scholen een meer gemengde schoolpopulatie hebben, vindt integratie ook echt van jongs af aan plaats. n En op die openbare school in Barneveld zijn christelijke en n reformatorische kinderen straks van harte welkom. Een school kan letterlijk een wereld van verschil maken.
JAARGANG 143 nr. 4 - juni 2009 Verschijnt 7x per jaar - Oplage 11.000
FOTO OMSLAG José Krijnen
ADVERTENTIES Bureau Vereniging Openbaar Onderwijs
REDACTIE Jaap Adema - Jan Barendse Lineke Eerdmans - Fred Kruidenberg Rob Limper. Eindredactie: Michiel Jongewaard e-mail:
[email protected]
LIDMAATSCHAP VERENIGING OPENBAAR ONDERWIJS Het lidmaatschap loopt van 1 januari t/m 31 december. Aanmelding kan schriftelijk of telefonisch. Opzegging van het lidmaatschap en andere wijzigingen dienen schriftelijk te geschieden vóór 1 december.
REDACTIE EN ADMINISTRATIE Bureau Vereniging Openbaar Onderwijs, Postbus 60182, 1320 AE ALMERE tel.: (036) 533 15 00 fax: (036) 534 04 64 Bezoekadres: Louis Armstrongweg 120
[email protected] www.voo.nl
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Patrizia Antuzzi, Paul Bijlsma, Martin van den Bogaerdt, Gonneke Bonting, Marion Braat, Piet Feld, Yolanda Neijts, Esther Oosterling en Alexander Pechtold.
VORMGEVING EN DRUK Pim Borst Stadsdrukkerij Amsterdam N.V.
Overname van artikelen is, mits met vermelding Inzicht, Vereniging Openbaar Onderwijs, toegestaan.
Inzicht nummer 5 van 2009 verschijnt op 9 september 2009 Inzicht nummer 6 van 2009 verschijnt op 28 oktober 2009 De uiterste inleverdatum voor kopij voor nummer 6 is: 10 september 2009. Met de nieuwe website is het algemene ledenwachtwoord vervallen. Leden kunnen vanaf nu een persoonlijk wachtwoord instellen op www.voo.nl.
Vereniging Openbaar Onderwijs
04 kort nieuws Historische canon niet verplicht
Meer mogelijkheden om openbare basisschool te stichten Staatssecretaris Dijksma van Onderwijs wil verzelfstandigde openbare schoolbesturen de mogelijkheid geven om een nieuwe basisschool te stichten. Zij komt hiermee tegemoet aan de wens van de Vereniging Openbaar Onderwijs, die hier eerder bij haar op aandrong. Ouders krijgen bovendien de mogelijkheid om de gemeente te vragen om voor een nieuwe openbare basisschool te zorgen. Op dit moment kan een zelfstandig openbaar schoolbestuur (stichting of openbare rechtspersoon), in tegenstelling tot het bijzonder onderwijs, geen nieuwe basisschool stichten. Dat is momenteel nog voorbehouden aan gemeenten. Besturen krijgen de mogelijkheid om bij de gemeente een verzoek in te dienen voor het stichten van een openbare basisschool. Gemeenten houden de bevoegdheid om zelf een openbare basisschool te stichten als een zelfstandig bestuur niet met een initiatief komt en er wel behoefte is aan openbaar onderwijs. L
De vijftig ‘vensters’ van de historische canon van Nederland worden definitief niet verplicht gesteld, maar moeten gaan dienen als inspiratiebron op scholen. Het ministerie volgt daarmee het advies op van de Raad van State, die vindt dat het verplichten van de canon haaks staat op de vrijheid die scholen hebben bij het inrichten van de lessen. Eerder kondigde minister Plasterk aan dat de canon verplichte kost zou worden op iedere school. De canon wordt overigens wel als ‘inspiratiebron’ vastgelegd in de kerndoelen, wat volgens het ministerie betekent dat alle leerlingen van 8 tot 14 jaar zich kennis moeten verwerven van de vijftig vensters. L
Belang school boven religie docente De Centrale Raad van Beroep stelde onlangs het openbare Vader Rijncollege in Utrecht in het gelijk bij het ontslag van een docente die weigerde nog langer handen van mannelijke collega’s te schudden. Zij deed dit vanuit religieuze overtuigingen. De Raad stelde in een reactie dat het belang van de openbare school om segregatie te voorkomen en duidelijkheid in een multiculturele schoolgemeenschap te bevorderen, zwaarder weegt dan het belang van deze docente. Eerder werd de vrouw door de Commissie Gelijke Behandeling in het gelijk gesteld. De school zette het ontslag echter door bij de rechter, die oordeelde dat ontslag gerechtvaardigd was vanwege de duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. De rechter gaf evenwel geen inhoudelijk oordeel, waarna de Centrale Raad van Beroep om een oordeel werd gevraagd. L
Mediawijzer.net gelanceerd Het Mediawijsheid Expertisecentrum heeft in mei de website www.mediawijzer.net gelanceerd, het online loket voor iedereen met vragen over media. Tegelijkertijd werd de Mediawijzerkrant verspreid als bijlage van de Volkskrant, Trouw, Kidsweek en direct naar scholen en bibliotheken. Via de nieuwe website Mediawijzer. net en de Mediawijzerkrant krijgen kinderen en ouders informatie over de manier waarop media werken. Er worden tips gegeven hoe ze de media kunnen gebruiken om zich te presenteren. Het Mediawijsheid Expertisecentrum is opgezet om mensen mediawijzer te maken, door hen bewuster, kritischer, actiever en veiliger om laten gaan met media. Bij het expertisecentrum zijn inmiddels meer dan 130 organisaties aangesloten met activiteiten op het gebied van mediawijsheid, waaronder de Vereniging Openbaar Onderwijs. L
Inzicht nr 4 - juni 2009
05 Website over gebruik digitale schoolborden in klas Kennisnet heeft een speciale website ingericht voor leerkrachten en ictcoördinatoren in het basis- en voortgezet onderwijs, over het gebruik van digitale schoolborden in de klas. Het gebruik van digiborden neemt sterk toe, maar om er efficiënt mee te kunnen werken en alle mogelijkheden te kunnen benutten, is de nodige kennis vereist. Op www.digiborden.kennisnet.nl zijn veel tips, interactieve lessen en inspirerende voorbeelden verzameld. L
Cursusaanbod od Verantwoord V Overblijven Er komt veel kijken bij een goed georganiseerde en verantwoorde tussenschoolse opvang. Tijdens de cursuss ussen van het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven krijgen de medewerkers medew dewerkers cursussen en coördinator toren veel praktische tips en leren ze omgaan met belangrijke thema’s. coördinatoren
Basiscursus Basis siscursus medewerker tso Loc Locatie: ocatie: in uw regio1 Cursusduur: C ursusduur: vier bijeenkomsten Wanneer: woensdagochtend van 9.00 tot 11.30 uur Prijs: ` 300,- per cursist, elke vierde cursist betaalt ` 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie.2
De basiscursus is een complete cursus van n vier v ochtenden. In de basiscursus leren de medewerkers tso door mi middel van praktische tips en het uitwisselen van hun ervaringen omgaan omgaa an met veelvoorkomende situaties bij aan de orde: Dilemma’s in de praktijk, het overblijven. Vier modules komen na Communicatie, Pesten en De wet in n praktijk gebracht.
Vervolgcursus medewerker tso Locatie: in uw regio1 Cursusduur: vier bijeenkomsten Wanneer: woensdagochtend van 9.00 tot 11.30 uur Prijs: ` 300,- per cursist, elke vierde cursist betaalt ` 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie.2
De vervolgcursus sluit aan n op de basiscursus. In de vervolgcursus wordt dieper ingegaan op enkel ele thema’s die in de basiscursus al aan bod enkele kwamen. Daarnaast wor rdt een aantal nieuwe onderwerpen behandeld. wordt Vier modules komen aan n de orde: Positief leiding geven aan kinderen, Conflicten tussen en met me et kinderen, Omgaan met hyperactieve kinderen en Verantwoordelijkheid d en betrokkenheid.
Coördinatorcursus tso Locatie: in uw regio1 Cursusduur: twee bijeenkomsten Wanneer: vrijdag van 9.30 tot 14.30 uur Wanneer: Prijs: 300,- per cursist (incl. lunch), elke vierde cursist ` name is gratis met subsidie betaalt ` 100,-. Deel Deelname van het ministerie.2
In de coördinatorcursu us leren coördinatoren tso de basisvaardigheden coördinatorcursus met betrekking tot leidi ing geven, organiseren en coachen van medeleiding werkers. Ervaringen in de de eigen overblijfsituatie worden besproken. Vier modules komen aa an de orde: Wetgeving, Overblijven in de praktijk, aan Communicatie en Financieel Finan ncieel beleid. Hierbij komen ook coaching, vergaderen en administratie aan bod.
Expertisecursus coördinator tso Locatie: centrale plaats in het land1 Cursusduur: vier bijeenkomsten Wanneer: vrijdag van 9.30 tot 14.30 uur Prijs: ` 500,- per persoon (inclusief lunch). Deelname is gratis met subsidie van het ministerie. 2
De expertisecursus is het vervolg van de coördinatorcursus. In deze verdiepingscursus vergroten coördinatoren hun bekwaamheid. De informatie in de expertisecursus kan dagelijks in praktijk worden gebracht. Zes modules komen aan de orde: Leiding geven aan een overblijforganisatie, Coachen, Reflecteren op de praktijk, Werving en selectie, Financiën en Wet- en regelgeving.
Plaats en datum naar keuze Bij voldoende aantal deelnemers van één schoolbestuur (minimaal 12) kan in overleg met het cursusbureau de cursus op elk gewenst moment in de week, op de gewenste locatie, plaatsvinden. Dat geldt voor zowel het standaard cursusaanbod, als voor cursussen met zelfgekozen modules. Neem hiervoor contact op met het cursusbureau van het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven, via telefoonnummer 036 533 1500.
1 Cursussen vinden zoveel mogelijk plaats in de regio van de deelnemers. Het cursusbu-
reau van het Expertisecentrum informeert u na aanmelding over de plaats en data. 2 Als korte cursus opgeven op aanvraagformulier CFI.
LAKS noteert ruim 87.500 eindexamenklachten Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) noteerde tijdens de eindexamens in 2009 ruim 87.500 klachten van leerlingen. Volgens het LAKS heeft het aantal klachten bij de talen een recordhoogte behaald. Een veel voorkomende klacht is dat docenten de verkeerde of onvolledige lesstof hebben behandeld, waardoor leerlingen onvoldoende voorbereid aan hun examen beginnen. Het LAKS kreeg ruim 1600 klachten binnen over foutieve voorbereiding op het examen. L
Project invoering Wet medezeggenschap op scholen (WMS) succesvol afgerond In mei hebben de staatssecretarissen Sharon Dijksma en Marja van Bijsterveldt het eindrapport van het project Wet Medezeggenschap op scholen (WMS) in ontvangst genomen. Het project WMS gaf namens alle onderwijsorganisaties in het funderend onderwijs voorlichting over de nieuwe wet over medezeggenschap op school. De Vereniging Openbaar Onderwijs was nauw betrokken bij de totstandkoming van de wet en maakte deel uit van de Projectgroep WMS. L
Inschrijven voor overblijfcursussen najaar 2009 Alle basisscholen in Nederland hebben begin mei de folder van het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven (een initiatief van de Vereniging Openbaar Onderwijs) ontvangen, waarin het uitgebreide cursusaanbod wordt beschreven. Medewerkers en coördinatoren van het overblijven op school - de tussenschoolse opvang - kunnen zich nu al inschrijven voor een van de cursussen. De cursussen zijn gratis, wanneer schoolbesturen subsidie aanvragen. Zij moeten uiterlijk voor 1 juli a.s. een subsidieaanvraag hebben ingediend bij het CFI, via het formulier CFI 69012 dat kan worden gedownload op de site van het Expertisecentrum. Indien er geen of onvoldoende subsidie wordt ontvangen, kan de inschrijving voor cursussen tot 1 december 2009 kosteloos worden geannuleerd. Inschrijven voor het najaar 2009 en voorjaar 2010 kan via www.verantwoordoverblijven.nl. L
Het schoolkamp zorgt nu al voor nachtmerries? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
06 kort nieuws Voorlichtingsbrochures voor MR-leden Het Projectbureau WMS heeft een aantal voorlichtingsbrochures geschreven voor toekomstige MR-leden. Deze brochures zijn inmiddels naar alle scholen verzonden. Voor elke geleding in de medezeggenschapsraad is een eigen brochure geschreven. Zo is er een versie voor ouders in het primair onderwijs, voor leraren in het primair onderwijs, voor ouders in het voortgezet onderwijs (VO) en voor leerlingen en docenten in het VO. De brochures zijn te downloaden via www.medezeggenschapsraden.nl. L
Infoblad homoseksualiteit en puberteit Het Centrum School en Veiligheid heeft een uitgebreide verzameling informatiebladen voor leerkrachten en schoolleiders. Zij kunnen deze informatie gebruiken bij het maken van lessen en projecten. Op de informatiebladen wordt telkens een thema behandeld, waarbij informatie en tips worden gegeven. Het nieuwe informatieblad dat uit het project Gay and School voortkomt, heeft als thema ‘homeseksualiteit en puberteit’. Pubers kunnen zich behoorlijk ongenuanceerd uitlaten, ook over homoseksualiteit. Wanneer scholen aandacht besteden aan homoseksualiteit en/of homodiscriminatie, is het goed te beseffen voor welke ontwikkelingsopdrachten pubers staan, om zo meer greep te krijgen op de bronnen van mogelijke intolerantie ten opzichte van homoseksuele medeleerlingen en docenten. Het informatieblad is te downloaden via www.gayandschool.nl. L
Beroepskunstenaars in de klas Basisscholen die actief zijn op het gebied van kunst en cultuur kunnen een beroep doen op een Beroepskunstenaar in de Klas (BIK’er). Deze beroepskunstenaars hebben een aanvullende opleiding gevolgd om kunstlessen te geven in het basisonderwijs. Basisscholen kunnen bijvoorbeeld een kunstenaar op school uitnodigen en inzetten bij een eigen kunstproject. Het initiatief maakt deel uit van het OCW-project Cultuur en School, dat als doel heeft om meer leerlingen in contact te brengen met onder andere kunst, theater, museum, muziek en literatuur. Meer informatie staat op www.cultuurplein.nl en www.beroepskunstenaarsindeklas.nl. L
Staatssecretaris Dijksma ontvangt eerste diploma openbaar onderwijs Staatssecretaris Sharon Dijksma van Onderwijs ontving eind mei het eerste diploma openbaar onderwijs, uit handen van directeur Rob Limper van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Dat gebeurde tijdens een minisymposium in de Hogeschool Rotterdam. Vanaf het nieuwe studiejaar 2009-2010 kunnen studenten aan een aantal pabo’s kiezen voor een specifiek programma over de identiteit van het openbaar onderwijs. Ook leerkrachten kunnen in de toekomst via nascholing het diploma
Inzicht nr 4 - juni 2009
behalen. Het studieprogramma, dat leidt tot het diploma openbaar onderwijs, is gebaseerd op de kernwaarden van het openbaar onderwijs, waarin ontmoeting, normen en waarden, diversiteit en levensbeschouwing centraal staan. Het diploma is een initiatief van de Vereniging Openbaar Onderwijs en is ontwikkeld in nauwe samenwerking met VOS/ABB en een aantal hogescholen. Een uitgebreider verslag van de overhandiging van het diploma vindt u op pagina 16. L
rimpels 07 Rob Limper Directeur Vereniging Openbaar Onderwijs
Ouderavond Veilig internetgebruik: thuis en op school! Alle scholen in Midden-Nederland ontvingen vorige week een informatiebrief met uitnodiging om een ouderavond over veilig internetgebruik aan te vragen. Tijdens de ouderavonden, die tussen februari en mei 2010 plaatsvinden, wordt met ouders gesproken over internetveiligheid, thuis en op school. Ouders kunnen zich vanaf dat moment aanmelden om cyberouder op school te worden. Cyberouders is een initiatief voor het basisonderwijs van de Vereniging Openbaar Onderwijs en wordt ondersteund door het Mediawijsheid Expertisecentrum en het ministerie van OCW. Kijk voor meer informatie op www.cyberouders.nl. L
Passend Onderwijs Al zo’n twee jaar buigen het ministerie en de landelijke onderwijsorganisaties zich over Passend Onderwijs. In 2011 moet het voor kinderen met een kleinere of grotere beperking mogelijk zijn naar een reguliere basisschool te gaan. Passend Onderwijs is te beschouwen als een verdere uitwerking van Weer-Samen-Naar-School (wsns). Daarbij is ook het uitgangspunt dat kinderen zoveel mogelijk naar de school in de buurt gaan.Van wsns is geleerd dat in een dergelijk proces inhoud en vorm samen moeten gaan. Bij de start lag het accent te veel op de vorm en inhouden werden pas later – eigenlijk te laat – ingevuld. Bij Passend Onderwijs gaat het anders, is de bedoeling. Het is een proces van ‘onderop,’ zoals het wordt genoemd.
Proef met Citoeindtoets in april In 2010 wordt in een aantal regio’s de Cito-eindtoets niet in februari, maar in april afgenomen. Dit is afgesproken door de PO-Raad, VO-raad, AVS en Cito. De verplaatsing van de eindtoets naar april moet een positief effect hebben op de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs. De Vereniging Openbaar Onderwijs ondersteunt het plan om de eindtoets naar het einde van het schooljaar te verschuiven. Sinds lang pleit de Vereniging Openbaar Onderwijs ervoor om het oordeel van de leerkracht van groep 8 doorslaggevend te laten zijn in het schooladvies. De eindtoetsscore kan dan worden gebruikt als een extra toetsing van het schooladvies. Nu gebruiken veel scholen voor voortgezet onderwijs de eindtoetsscore als norm voor toelating, met ongelijkheid tot gevolg. Door de eindtoets naar het einde van het schooljaar te verschuiven wordt dit probleem opgelost. L
Over de vorm wordt landelijk nagedacht. Er komen 80 regio’s voor de circa 7.000 basisscholen. Schoolbesturen stemmen regionaal hun beleid af. Daarbij is voor te stellen dat de ene school zich specialiseert in een bepaalde beperking en de ander in iets anders. Versnippering van kennis en kunde komt de kwaliteit immers niet ten goede. Voor ouders wordt een vorm van medezeggenschap ontwikkeld. Dat staat nog in de kinderschoenen. De coalitiepartijen uitten hun zorgen over het laatste. Zij organiseerden een hoorzitting over de positie van ouders in het proces. Op organisaties, waaronder de Vereniging Openbaar Onderwijs, werd een beroep gedaan om de ouders te mobiliseren. Dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan. De meeste schoolbesturen worstelen zelf nog met Passend Onderwijs, bleek in de hoorzitting. Zij vinden veelal dat zij eerst voor zichzelf duidelijkheid moeten hebben voordat zij ouders of anderen in het proces betrekken. Een aantal aanwezige ouders vindt dat juist niet en pleit voor een gezamenlijke verkenning. En waar het al is gelukt ouders bij elkaar te brengen, komen zij niet verder dan dat. Zij hebben immers geen aanspreekpunt om hun zienswijze kenbaar te maken. De beoogde 80 regio’s functioneren nog niet. Ook hebben zij nog geen positie in termen van medezeggenschap. Lastig dus en bijna een vicieuze cirkel. Misschien nog wel lastiger is dat papier en praktijk sterk verschillen. Of anders gezegd, wat landelijk als gewenst beleid wordt gezien, pakt lang niet altijd zo uit in de klas. Een leerkracht is niet van elastiek. Door wsns zitten er nu kinderen in de klas die voorheen elders werden opgevangen. Die kinderen vragen extra aandacht van een leerkracht. Met drie, vier, wellicht vijf kinderen is de rek er wel uit, ondanks alle goede wil. Daar kan een leerkracht niet nog eens ‘zwaardere gevallen’ bij hebben. En de praktijk leert ook dat ouders in het algemeen niet zitten te springen om een dergelijke diversiteit in de klas van hun kind. Het is voorstelbaar dat ouders een andere school gaan zoeken, wanneer Passend Onderwijs in de klas de overhand krijgt. Er moet nog veel gebeuren voordat Passend Onderwijs werkelijk voor iedereen ‘passend’ is.
08
Tekst Martin van den Bogaerdt Beeld Maarten Hartman
VOS/ABB begeleidt initiatiefgroep OVO Barneveld
Openbaar voortgezet onderwijs doorbreekt christelijk monopolie Heel veel media-aandacht dit voorjaar voor Barneveld. Het ontbreken van openbaar voortgezet onderwijs in deze gemeente met rond de 50.000 inwoners werd uitgebreid belicht in krantenartikelen en televisieprogramma’s. De Initiatiefgroep Openbaar Voortgezet Onderwijs Barneveld, die door VOS/ABB wordt begeleid, wil het christelijk monopolie in de regio doorbreken.
O
uders in Barneveld en omgeving die de voorkeur geven aan een openbare school voor voortgezet onderwijs, zijn al jaren aangewezen op Amersfoort, Ede of Harderwijk. Plaatsen die op 15 tot 25 kilometer afstand liggen. In Barneveld zelf is alleen protestants-christelijk onderwijs. De initiatiefgroep wil meer keuzemogelijkheden. VOS/ABB heeft voor de Initiatiefgroep OVO Barneveld duizend posters laten drukken. Deze posters, met het motto Kies voor Keuze, zijn vorige maand onder meer via de openbare basisscholen in Barneveld en omliggende dorpen verspreid. De leerlingen van de groepen 6 en 7 kregen de poster mee naar huis en konden toegangskaarten voor de plaatselijke overdekte speeltuin SchatEiland winnen als zij hun poster zo opvallend mogelijk voor het raam hingen. Burgemeester Jos Houben van Barneveld reikte de prijzen op maandag 8 juni uit. De postercampagne viel samen met een behoeftepeiling onder ouders naar openbaar voortgezet onderwijs in opdracht van het Barneveldse gemeentebestuur. De uitslag van deze behoeftepeiling, uitgevoerd door bureau ITS in Nijmegen, wordt deze zomer verwacht.
Inzicht nr 4 - juni 2009
Media-aandacht Nadat een persbericht over de publiciteitscampagne werd verstuurd, is het initiatief in de lokale, regionale en landelijke media belicht. De Volkskrant publiceerde een uitgebreid artikel, dagblad Trouw deed hetzelfde en ook het Nederlands Dagblad besteedde ruim aandacht aan het Barneveldse initiatief. Een van de openbare basisscholen die de media veelvuldig over de vloer kregen, was Het Startblok in Achterveld. Dit dorp behoort weliswaar tot de aangrenzende gemeente Leusden in de provincie Utrecht, maar ook Achterveld, op slechts 6 kilometer van Barneveld, zou baat hebben bij openbaar voortgezet onderwijs in deze Gelderse gemeente. Dit vertelt directeur Marianne Kuiper van Het Startblok: ‘Het dorp Barneveld heeft vijf openbare basisscholen, maar daar houdt het niet op. De gemeente Barneveld is een uitgestrekt gebied met ongeveer 50.000 inwoners en wil groeien naar 70.000. Eromheen liggen veel dorpen die ook openbare basisscholen hebben. Bovendien is er niet alleen vanuit de hoek van de openbare basisscholen interesse voor een ander soort voortgezet onderwijs, maar ook onder katholieke ouders.’
Kuiper wijst erop dat er in Barneveld tot nu toe alleen protestantschristelijk of reformatorisch voortgezet onderwijs is, waardoor er in feite sprake is van een monopoliepositie. ‘In het licht van de vrijheid van onderwijs, zoals die is vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, is dat op zijn minst een vreemde situatie. Het motto
09 Marianne Kuiper van Het Startblok: ‘Kies voor keuze is een goed motto’.
Gelet op artikel 23 is dit een vreemde situatie christelijke scholen voor voortgezet onderwijs iedereen welkom was. ‘Maar welkom zijn is iets heel anders dan je welkom voelen. Voor dat laatste zijn twee partijen nodig. Er zijn leerlingen die zich er echt niet thuis voelen. Je neemt als ouders en als kind de keus om niet zo ver te fietsen, maar ik realiseerde me niet toen mijn dochters naar het Fontanus College gingen, dat er veel meer aan vastzat dan alleen de Bijbelverhalen. Spijt ervan heb ik niet, maar als toentertijd de keus er was geweest, waren ze absoluut naar openbaar voortgezet onderwijs gegaan.’
‘Kies voor Keuze’ is daarom ook zo goed. Dat maakt duidelijk dat wij niet tegen de aanwezigheid van christelijke vo-scholen zijn, maar voor keuzevrijheid!’ De Achterveldse schooldirecteur is ook ouder. Omdat zij haar eigen kinderen na de basisschoolleeftijd graag naar een school in de buurt wilde sturen, koos ze voor het christelijke Johannes Fontanus College in Barneveld, maar daar had ze persoonlijk wel moeite mee. ‘Christelijke scholen staan voor een bepaalde identiteit, en dat recht hebben ze. Maar in Barneveld, waar nog een streng regime van geloof heerst, blijft het niet bij het vertellen van de Bijbelverhalen. Er wordt niet alleen twee keer per dag gebeden, er wordt ook godsdienstonderwijs gegeven waar het christendom nadrukkelijk het uitgangspunt is. Als er al iets over de islam wordt verteld of over de evolutietheorie, is dat altijd vanuit het licht van het christelijk geloof. Schoolfeesten zijn er niet. Muziek en dans zijn volledig uit den boze. Ook worden er bepaalde boeken niet gelezen.’
Pro ‘98 Het initiatief voor openbaar voortgezet onderwijs kwam niet van haar, vertelt directeur Kuiper van Het Startblok, maar van de Barneveldse politiek. ‘De partij Pro ’98, een samenwerkingsverband van PvdA en D66, heeft om zich heen gekeken en gezegd dat het idee voor een openbare middelbare school in de gemeentepolitiek steevast van tafel is geveegd.’ Ze wijst erop dat het door CDA en ChristenUnie gedomineerde gemeentebestuur zich altijd op het standpunt heeft gesteld dat bij de
Kuiper benadrukt dat het Fontanus College ‘heel open’ tegenover het Barneveldse initiatief staat. ‘Ik denk dat dat heel verstandig van ze is, want geen enkele school is gebaat bij een monopoliepositie. Het Fontanus heeft twee keer een heel forse uitbreiding doorgemaakt. De school heeft inmiddels meer dan 2500 leerlingen en kan niet meer uitbreiden op de huidige locatie. Ook daarom is het nu een heel goed moment om erover na te denken of we in Barneveld en omgeving wat anders willen.’ L Dit artikel verschijnt ook in het blad Over Onderwijs van VOS/ABB.
Omliggende besturen steunen Barnevelds initiatief De besturen van het openbaar voortgezet onderwijs in Amersfoort, Ede en Harderwijk steunen het initiatief voor een openbare vo-school in Barneveld. In een gezamenlijke verklaring, die in april tijdens een persconferentie werd gepresenteerd, staat dat ze het wenselijk achten dat ook ouders in Barneveld en omgeving de mogelijkheid krijgen om dicht bij huis voor openbaar voortgezet onderwijs te kiezen. Die optie mag naar de mening van de besturen, de initiatiefgroep en VOS/ABB niet gepaard gaan met de noodzaak de kinderen tot ver buiten de gemeentegrenzen te laten reizen, zoals dat nu noodgedwongen gebeurt. De betrokken besturen hebben met elkaar afgesproken dat de Onderwijsgroep Amersfoort als eerste in aanmerking komt om tot uitvoering van het initiatief over te gaan.
De school heeft uw kind geschorst? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
10
Tekst Gonneke Bonting Beeld Erik Vos
Gineke Vos is verkeersouder op obs Burgemeester Verkruisen
Verkeersouders helpen de school met verkeerseducatie Op veel basisscholen in Nederland zijn verkeersouders actief. Ze maken kinderen én ouders bewust van het belang van verkeersveiligheid en laten zien wat je daar zélf aan kunt doen. En ze spelen een belangrijke rol bij de verkeerseducatie op school. Verkeersouder zijn is een drukke, maar leuke ‘baan’.
‘E
en poos geleden liep ik lekker even te winkelen met mijn dochter. Ik zag dat ze bij een schoenenzaak een actie hadden waarbij je gratis een ‘Goochem gordeldier’ kon krijgen. Ik dacht meteen: als één kind zo’n gordeldier kan krijgen, kan een hele school het ook.’ Gineke Vos is de verkeersouder van obs Burgemeester Verkruisen in Muntendam, in de provincie Groningen. Via het hoofdkantoor van de winkelketen en het ministerie van Verkeer en Waterstaat lukte het haar inderdaad om voor alle kinderen van de school een Goochem gordeldier te krijgen, de knuffel die aan de veiligheidsgordel kan worden vastgemaakt en die kinderen moet stimuleren de gordel om te doen. De actie gold later ook voor scholen.
Verkeersveiligheidslabel Dit is maar één voorbeeld. Sinds Gineke in 2005 verkeersouder werd, is ze er vaak en intensief mee bezig. ‘Mijn kinderen zaten in groep 3 en 6 toen ik in de nieuwsbrief van school een oproep las. Ik wilde wel iets doen voor de school en heb me aangemeld.’ Het team van de school zocht onder meer een verkeersouder en wilde uiteindelijk het Verkeersveiligheidslabel behalen. Scholen die het Verkeersveiligheidslabel hebben, hebben aangetoond goed met de verkeers-
De voorlichting begint al in groep 1 en 2 Inzicht nr 4 - juni 2009
veiligheid rond de school bezig te zijn. En het label stelt eisen aan de verkeerseducatie op school.
Volgende keer beter Het Verkeersveiligheidslabel is een landelijk initiatief dat ervoor moet zorgen dat het aantal jeugdige verkeersslachtoffers afneemt, doordat kinderen minder risico’s nemen in het verkeer. Gineke legt uit hoe dat doel wordt bereikt: ‘Het gaat om verkeerseducatie en om het aanleren van een goede houding van kinderen en ouders. Een voorbeeld
van die houding? Onze school ligt in een heel rustige buurt met weinig verkeer. Maar tijdens het halen en brengen van de kinderen is het even heel erg druk.’ Ze wijst naar het zebrapad voor de school. ‘Kinderen die oversteken terwijl er links en rechts dubbel geparkeerde auto’s staan, dat is zelfs met weinig doorgaand verkeer gevaarlijk. Als de ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen, bereid zijn om een klein stukje te lopen, is het probleem al een heel stuk kleiner. Af en toe delen we
11 Ook praktische verkeerseducatie is belangrijk.
ze. Een andere reden om de zaakjes goed vast te leggen, is dat het tijd wordt om het over te dragen. Gineke’s jongste kind zit nu in groep 7 en verlaat de school dan ook binnen niet al te lange tijd, waardoor haar verkeersouderschap eindigt. Tijd om alvast rustig af te bouwen? Gineke schudt haar hoofd.
Oversteken terwijl links en rechts dubbel geparkeerde auto’s staan, is gevaarlijk rode en groene kaarten uit. Dat doen we samen met de leerlingen van groep 8, zodat die zich ook bewust worden van het belang van dit soort dingen.’ Ze laat de kaarten zien. ‘Bedankt!’ staat op het groene kaartje en een vuist met de duim omhoog en ‘Oeps! Volgende keer beter!’ op de rode.
Overladen schoolprogramma ‘Niet iedereen staat erbij stil dat de manier waarop je je auto parkeert van invloed is op de verkeersveiligheid. Door af en toe zo’n kaartenactie te doen, zie je de houding van veel chauffeurs veranderen’, is haar ervaring. ‘De kinderen zelf moeten natuurlijk goed weten wat ze doen en hoe het moet in het verkeer. Daarom doe ik zoveel mogelijk aan de verkeerseducatie op school.’ Maar de kinderen krijgen toch ‘gewoon’ verkeerslessen? Gineke knikt. ‘Natuurlijk. Ze krijgen elke week verkeersles. Maar juist praktische verkeerseducatie is ook belangrijk. En het programma van een school is al zo overladen dat die er gemakkelijk bij inschiet. Bovendien blijven dingen beter hangen als er iets bijzonders van wordt gemaakt. We hebben bijvoorbeeld met een
echte vrachtwagen laten zien hoe het zit met de dode hoek. En in de groepen 1 en 2 heeft een politieman de kleuters aan de hand van een fietsje in de klas uitgelegd hoe ze veiliger de straat op kunnen.’
Plannen genoeg Gineke’s werk als verkeersouder bestaat uit overleg met de gemeente, politie en andere instanties, het helpen bij activiteiten en het vastleggen van de projecten in mappen, zodat volgend jaar het draaiboek erbij kan worden gepakt. ‘Bovendien moeten we toe naar een goede planning. Mijn oudste zoon gaat inmiddels naar het voortgezet onderwijs en zo kwam ik erachter dat ook daar het risico van de vrachtwagen met de dode hoek wordt behandeld. Dan moeten wij het dus niet in groep 8 doen’, vindt
‘We hebben in 2006 ons Verkeersveiligheidlabel gehaald. Binnenkort gaan we voor de ‘herkeuring’. Dan pas krijgen we het label definitief. Het label is trouwens niet waar het in de eerste plaats om gaat. Verkeerseducatie en -veiligheid, dáár is het om te doen. En dat daaraan een kwaliteitskeurmerk is gekoppeld, is alleen maar mooi meegenomen. We hebben trouwens plannen genoeg.’ Ze loopt naar het hek rondom het schoolplein waar een lange rij fietsen staat. ‘Als het flink waait en er valt één om, heb je meteen het domino-effect. Er moet dus een goede fietsenstalling komen. Want als je kinderen stimuleert om lopend of op de fiets naar school te komen, moet je ook zorgen dat ze hun fiets goed kunnen stallen’, vindt ze. ‘Dat is ook de reden waarom we aan de andere kant van de school een fietspad willen. Daar is een splinternieuwe wijk gekomen. En natuurlijk willen we dat de kinderen die daar wonen ook veilig met de fiets naar school kunnen. Ach, er komen vast wel meer dingen bij.’ L
Meer informatie over verkeersouders Verkeersouders werken aan een verkeersveilige school- en woonomgeving voor alle kinderen. Verkeersouders was een initiatief van de Vereniging Openbaar Onderwijs, in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland en de drie landelijke ouderorganisaties. Inmiddels zijn er ruim 1900 verkeersouders aangesteld. De aanstelling van een verkeersouder loopt via de basisschool. Het Landelijk Steunpunt Verkeersouders (LSV) ondersteunt en begeleidt alle verkeersouders. Voor meer informatie en aanmelden: www.3vo.nl/nl/verkeersouders
De directeur wil u de klachtenregeling niet geven? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
12
Tekst Esther Oosterling Beeld Marga van der Aa en Carel Richel
Topopleiding voor docenten in het voortgezet onderwijs valt in de smaak
Ik wil niet verzuren, maar verfrissen Je kunt als docent je talenten voor je eigen klas bewaren, maar je kunt ook een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs en aan onderwijsinnovatie op een breder niveau. Het Nederlands Instituut voor Masters in Educatie (NiME) biedt talentvolle en ambitieuze docenten in het voortgezet onderwijs de mogelijkheid om zich verder te professionaliseren. Het heeft twee hoogwaardige opleidingsprogramma’s laten ontwikkelen door vooraanstaande universiteiten en hogescholen. Hier zijn de masteropleidingen Academisch Meesterschap en Professioneel Meesterschap uit voortgekomen.
M
arian Konijn is projectmanager bij het Centrum voor Nascholing in Amsterdam. De masters zijn in februari dit jaar gestart. ‘Dit zijn niet zomaar cursussen, maar volwassen opleidingen voor docenten uit het voortgezet onderwijs die hun vak en hun school verder willen brengen. De masters zorgen echt voor versterking van het beroep, de verhoging van de status van het leraarschap en het kwalificatieniveau van de leraren.’
Achtergrond Uit het rapport Leerkracht van de adviescommissie van Rinnooy Kan (SER) kwam vorig jaar naar voren dat de uitstroom van docenten kan worden tegengegaan door docenten fris en bij de les te houden. Om dat te bereiken waren professionaliseringstrajecten nodig, waarbij de docent zelf aan de slag gaat met een onderzoeksvraag die hij meeneemt vanaf de werkvloer. De overheid stelde bijscholingsgelden beschikbaar, in de vorm van een lerarenbeurs.
Theorie en praktijk Netty Gelijsteen is docent en mentor van de kunst- en cultuurgroepen mbo 2-3-4 aan het Mediacollege in Amsterdam. Ze is leerkracht in hart en nieren en volgt sinds februari dit jaar de master Professioneel Meesterschap. Ze vindt de opleiding ‘fantastisch’. ‘Eindelijk vind ik hier de theorie voor wat ik in de praktijk doe. Door mijn onderzoeken kan ik mijn manier van lesgeven onderbouwen.’ Gelijsteen liep in het voortgezet onderwijs vooral aan tegen het
Marian Konijn is projectmanager bij het Centrum voor Nascholing in Amsterdam.
Inzicht nr 4 - juni 2009
gebrek aan aandacht voor leerlingen die een achterstand oplopen. ‘Dit in tegenstelling tot het basisonderwijs. Daar gaan meteen alarmbellen rinkelen als een kind niet meegaat in de gewenste ontwikkeling.’ Een grote eyeopener voor haar was het onderzoek dat Pieter Winsemius, lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, deed naar de combinatie van vakoverdracht en zorgaandacht voor leerlingen op praktijkscholen. Hij schreef het artikel “Niemand houdt van ze”. Gelijsteen: ‘Dat gaat precies over de leerlingen waar ik een lans voor wil breken. Wat ik probeer in mijn lessen, is juist aandacht te geven aan die leerlingen die zijn bescha-
“Door te onderzoeken kan ik nu mijn manier van lesgeven onderbouwen”
13 Academische master als nascholing Naast Amsterdam hebben ook de Universiteit Utrecht, Universiteit Twente en de Universiteit Maastricht een academische master ontwikkeld. De master Professioneel Meesterschap wordt alleen aangeboden in Amsterdam. De masters in Amsterdam duren twee jaar, met één bijeenkomst per week. Meer informatie staat op www.mastersineducatie.nl.
concrete behoeften van leerlingen, de context van de school, de verwachtingen vanuit de maatschappij en de wetenschappelijke inzichten rond leren. De master Professioneel Meesterschap biedt docenten een verdieping op elk van die terreinen.’ Deelnemers aan deze master werken dus samen met collega’s van andere scholen. Zij krijgen les over onderwijswetenschap; er wordt aandacht besteed aan de praktijk in andere landen en technieken voor praktijkonderzoek komen aan bod.
Meer bewustwording
digd door het onderwijs. Kinderen die door thuisomstandigheden in de problemen raken op school en hun zelfvertrouwen zijn kwijtgeraakt.’ Ze wil onderzoeken hoe ook andere docenten met die onzekerheid kunnen omgaan in het vakonderwijs. Leerlingen kunnen bij haar in de les vertellen over wat ze hebben meegemaakt. ‘Mijn leerlingen zijn zelf onderwerp van de les. Door ze erachter te laten komen wie ze zijn, kun je hun zelfvertrouwen versterken. In plaats van alleen óver kunst en cultuur te praten, probeer ik bijvoorbeeld hun creativiteit te prikkelen en ze visie te laten ontwikkelen.’
Meerwaarde De meerwaarde van de nieuwe masters, anders dan al bestaande voltijd-opleidingen, is het gecombineerde traject van werken en leren. Docenten brengen kennis
en ervaring vanuit de school mee naar de opleiding en andersom. Daardoor doet niet alleen de docent er zijn voordeel mee, maar profiteert ook de school zelf. Tussen de master Academisch Meesterschap Professioneel Meesterschap zitten duidelijke accentverschillen. Bij de master Academisch Meesterschap krijgen deelnemers de mogelijkheid om zich door middel van onderzoek te professionaliseren tot expert in hun eigen vak. Vakdidactiek wordt gekoppeld aan pedagogische en actuele maatschappelijke thema’s, zoals veiligheid op school, vernieuwende didactiek, innovatie en schoolontwikkeling. Ze ontwikkelen onderzoeksvaardigheden en werken samen met andere onderzoekers. De master Professioneel Meesterschap gaat vooral in op de manier waarop leerlingen leren. Projectmanager Marian Konijn: ‘Docenten balanceren voortdurend tussen de
In totaal doen acht docenten mee aan de master Professioneel Meesterschap. De deelnemers komen uit het hele land. ‘Dat is leuk’, vindt kunsten cultuurdocent Netty Gelijsteen. ‘Er zijn docenten Frans, Engels, natuurkunde en mediatechnologie. Van alles wat. Sommigen hebben jaren ervaring en anderen slechts een jaar. Het is interessant om te zien met welke vragen andere docenten komen en waar ze mee bezig zijn. We gaan ook bij elkaar op bezoek op school.’ Uiteindelijk moet er na twee jaar een scriptie klaarliggen, waarin Gelijsteen haar onderzoeksvraag beantwoordt. Als ze klaar is met de opleiding, hoopt ze dat er op haar school meer naar de sociale en emotionele kant van het lesgeven wordt gekeken. ‘Ik hoop in elk geval dat er meer bewustwording komt. Wie weet kan ik ook nog andere scholen ermee van dienst zijn.’ Ze is blij dat haar school haar de mogelijkheid heeft gegeven om zich te professionaliseren. ‘Mijn school staat open voor onderwijsvernieuwing. Ik wil niet verzuren, maar verfrissen. Het is een prachtige kans.’ L
Het schoolkamp zorgt nu al voor nachtmerries? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
14
Tekst Patrizia Antuzzi Beeld De Strandwacht
Voorbereiden op de ‘gewone’ wereld
De juiste zorg voor de leerlingen van De Strandwacht De Strandwacht, als school verbonden aan het Haagse Pedologisch Instituut, is gelegen in een oase van rust in de badplaats Kijkduin. De naam en de ligging van de school drukken goed uit wat directeur Lia Perrenet en haar team hun leerlingen willen bieden: een veilige plek in een woelige wereld, waar kinderen die meer zorg nodig hebben dan andere kinderen zich in alle rust kunnen ontwikkelen.
D
e Strandwacht, die dit jaar vijfentwintig jaar bestaat, is een verblijfschool voor kinderen met psychiatrische en gedragsproblemen en vaak ook leermoeilijkheden. ‘Wij bieden onze leerlingen niet alleen onderwijs op maat, maar ook zorg aan’, vertelt Lia Perrenet. ‘Als een kind een indicatiestelling voor cluster 4 onderwijs heeft, afgegeven door de Commissie voor Indicatiestelling van een Regionaal Expertise Centrum, kan het bij ons worden aangemeld. Aan ons dan de taak om het kind als het ware ‘te lezen’. We moeten dan een aantal dagen heel goed kijken wat de mogelijkheden van het kind zijn en wat het kind nodig heeft, zodat we handelingsadviezen kunnen opstellen. Die adviezen bespreken we met de ouders en als die akkoord gaan, wordt het kind ingeschreven.’
Toename Toen Perrenet in 1994 directeur werd van De Strandwacht had de school 93 leerlingen. Inmiddels is dat aantal uitgegroeid tot 245 kinderen, verdeeld over zes locaties. Lia Perrenet ziet een duidelijke toename van kinderen die een stoornis in het autistisch spectrum hebben. Deze stoornis komt voor bij kinderen uit alle lagen van de bevolking. ‘Een alles verklarende uitleg heb ik er niet voor. Enerzijds wordt er tegenwoordig beter gediagnosticeerd. Kijk maar eens hoeveel volwassenen nu pas, op latere leeftijd, een diagnose krijgen gesteld. Anderzijds
De groepen zijn niet groter dan twaalf à dertien leerlingen Inzicht nr 4 - juni 2009
Lia Perrenet-Marée (1950) is sinds 1994 directeur van De Strandwacht
De vijf leerlingen in de leerlingenraad worden begeleid door leerkracht Nicole Aarnoudse.
krijgen deze kinderen in onze huidige maatschappij een enorme hoeveelheid prikkels te verwerken, die ze niet altijd goed zelf kunnen reguleren. Het eerste wat we dan ook doen als een kind bij ons komt, is de omgeving zo overzichtelijk en prikkelarm mogelijk houden. We leren een kind de patronen binnen de school te kennen, waardoor het zo min mogelijk onduidelijkheid ondervindt. Daarna leren we het kind langzaam maar zeker steeds meer de patronen van de ‘gewone’ wereld aan.
Burgerschap Binnen De Strandwacht is alles op een optimale leersituatie voor de kinderen gericht. Lia Perrenet geeft wat voorbeelden: ‘De groepen zijn niet groter dan twaalf à dertien leerlingen. Behalve het gebruikelijke rekenen, taal, schrijven en wereldoriëntatie hebben we ook programma’s op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling, kunst en expressie en burgerschap. Met dat laatste willen we kinderen voorbereiden op het leven in onze samenleving waarin allerlei culturen met elkaar samen zijn. Kinderen kunnen als dat nodig mocht zijn ook individuele zorg krijgen, zoals logopedie, dyslexiebehandeling, sociale vaardigheidstraining en spelbegeleiding.’
15
gesproken met de directeur, juffrouw Lia. Zij vond dat we een punt hadden. Eerst hebben we offertes aangevraagd en die met een begeleidend schrijven gestuurd naar ons bestuur, De Haagse Scholen. Inmiddels is er een positief antwoord gekomen en krijgt de school in de zomervakantie nieuwe toiletgroepen.’ Fabian: ‘Toen er een nieuw speeltoestel op het schoolplein kwam, hebben we met z’n allen gekozen wat het moest worden. We hebben op grote vellen foto’s van de voorbeelden geplakt en in de klassen opgehangen. De kinderen mochten toen met kleuren stemmen welk toestel het moest worden.’ ‘En we hebben een nieuwe naam voor het schoolplein bedacht’, zegt Tim. ‘Iedereen mocht namen noemen en toen hebben we ‘Strandfun’ gekozen.’ ‘Sommige ideeën halen het ook niet’, lacht juf Nicole. ‘Een frisdrank- of snoepautomaat gaat er niet komen.’
Eerder beginnen
Leerlingenraad ‘Ik ben ook erg trots op onze leerlingenraad’, vertelt Lia Perrenet. ‘Een aantal kinderen uit de hoogste groepen komt regelmatig bij elkaar, onder leiding van een van onze leerkrachten, Nicole Aarnoudse.’ Tim (12), Kishan (11), Watze (11) en Fabian (11) zitten in de leerlingenraad. Het vijfde lid, Alex (11), had een dagje vrij wegens een familiefeest (een huwelijk). Fabian: ‘Wij bespreken ideeën uit de ideeënbus en doen zelf ook voorstellen over hoe het beter kan op onze school.’ Watze vult hem aan: ‘In sommige klassen hadden ze last van het zonlicht. Nadat we dat onderzocht hadden, zijn de bovenste ramen geblindeerd.’ Kishan weet nog een voorbeeld: ‘Er waren veel ideeën over de gymles. Die hebben we verzameld en toen hebben we meester Erik, de gymleraar, gevraagd of hij een keer met ons wilde komen praten. Sommige dingen konden we wel oplossen en sommige niet. De vloer die bobbelig is moet nog even blijven liggen, maar we doen nu wel vaker Apenkooi met gym.’ Tim: ‘We hebben ook een brief aan de directie van De Haagse Scholen gestuurd, omdat de toiletten zo stinken.’ Juf Nicole vult dit aan: ‘We hebben er eerst over
De zorg voor de kinderen op De Strandwacht beperkt zich overigens niet tot de lestijden. Ook voor schooltijd en in de pauzes gaat dat proces door. Lia Perrenet: ‘De school begint officieel om half negen, maar om kwart over acht komen de kinderen al binnen, waar “werk op maat” klaar ligt, zoals een boekje, ontwikkelingsmateriaal, tekenen of een puzzel. De kinderen komen uit de hele regio met bus of taxi en vaak heeft de reis hen al zoveel energie gekost omdat ze zo prikkelgevoelig zijn, dat we ze niet ook nog aan een vrije situatie zoals een schoolplein kunnen blootstellen. Dat kwartiertje bijkomen zorgt ervoor dat we om half negen ook echt met de les kunnen beginnen. Het vergroot de effectieve leertijd.‘
Achterwacht Lia Perrenet vervolgt: ‘We kijken tijdens dat kwartiertje ook hoe de kinderen ‘in hun vel’ steken. Soms zien we dat een kind ‘op scherp’ staat en dat er weinig voor nodig is ze te laten exploderen. Dat kan allerlei redenen hebben; er kan onderweg of thuis iets zijn voorgevallen. Als het kan spreekt de leerkracht het met het kind meteen door en anders wordt er een tijd afgesproken. Dan kan de leerkracht met het kind praten en proberen te achterhalen wat het probleem is. Als dat niet lukt, hebben we altijd nog de zogenaamde achterwachtruimte, waar ook een (ortho)pedagoog aanwezig is. Die ruimte is bedoeld om te troosten of om af te reageren. Er liggen zitzakken, oude telefoonboeken om te verscheuren, een boksbal om af te reageren en dergelijke. Zo geven we de kinderen een luisterend oor of de gelegenheid hun frustraties te uiten, maar wel op een aanvaardbare manier. Want ook op onze school geldt de gulden regel: Je mag best boos of verdrietig zijn, maar we doen elkaar geen pijn en kwetsen anderen niet.’ L
U loopt alleen maar tegen de schoolmuren aan? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
16
Tekst Michiel Jongewaard Beeld Martin van den Bogaerdt
Staatssecretaris Sharon Dijksma ontvangt eerste diploma openbaar onderwijs
Diploma openbaar onderwijs voor pabostudenten en leerkrachten Staatssecretaris Sharon Dijksma van Onderwijs ontving eind mei het eerste pabo-diploma openbaar onderwijs, uit handen van Rob Limper, directeur van de Vereniging Openbaar Onderwijs. Dat gebeurde tijdens een minisymposium in de Hogeschool Rotterdam. Het diploma is een initiatief van de Vereniging Openbaar Onderwijs.
Van links naar rechts: Theo Hooghiemstra (directeur VOS/ ABB), staatssecretaris Sharon Dijksma en Rob Limper (directeur Vereniging Openbaar Onderwijs).
H
et diploma is ontwikkeld in nauwe samenwerking met VOS/ABB en een aantal hogescholen. Bij de overhandiging waren onder andere Doekle Terpstra (voorzitter van de HBO-raad), Theo Hooghiemstra (directeur VOS/ABB), Liesbeth Verheggen (bestuurslid AOb), Gerard van Drielen, (bestuurslid Hogeschool Rotterdam), Cor de Raadt (directeur faculteit Educatie INHolland) en Wim Blok (directeur Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam) aanwezig.
column 17 Alexander Pechtold Tweede Kamerlid en fractievoorzitter D66
Wet ‘goed onderwijs, goed bestuur’ Open visie Bestuurslid Gerard van Drielen van de Hogeschool Rotterdam noemde het diploma een ‘buitengewoon belangrijke ontwikkeling’. De waarden die aan het diploma ten grondslag liggen, geven volgens Van Drielen vertrouwen voor de toekomst. ‘In de nieuwe stad Rotterdam en dus ook in onze hogeschool is ruimte voor diversiteit en een open visie van levensbelang. Op onze hogeschool is niet alleen ieder kind welkom, maar moet ook ieder talent zich kunnen ontplooien. We komen er alleen als we niet gesegmenteerd werken.’
Wederzijds respect Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad, vond het belangrijk dat het nieuwe pabo-diploma de ‘eigen identiteit van het openbaar onderwijs’ duidelijk maakt. Volgens hem is er te lang gedacht dat de identiteit van de openbare school ‘niets’ is. ‘Met het diploma wordt nu de actieve pluriformiteit binnen het openbaar onderwijs als identiteit benadrukt.’ Wim Blok, directeur van BOOR, waarschuwde dat het hebben van een sterke eigen identiteit nooit mag leiden tot een neutraliteitsgevoel ten opzichte van anderen. ‘Actieve pluriformiteit is nodig voor échte tolerantie en wederzijds respect. Dat dit gebeurt, is niet altijd vanzelfsprekend.’
Waarde Staatssecretaris Sharon Dijksma feliciteerde de betrokken organisaties met het nieuwe diploma. Volgens Dijksma ‘wint het openbaar onderwijs juist door de toegenomen pluriformiteit in de samenleving aan waarde.’ L
Diploma openbaar onderwijs Vanaf komend studiejaar kunnen pabo-studenten van de deelnemende hogescholen ervoor kiezen om het diploma openbaar onderwijs te halen. Met het nieuwe programma worden zij specifiek voorbereid op het lesgeven in het openbaar primair onderwijs. Ook zittende leerkrachten in het openbaar onderwijs kunnen binnenkort via nascholing het diploma behalen. De hogescholen die aan het diploma meewerkten, zijn de Hogeschool INHolland, Fontys Hogescholen, Hogeschool Edith Stein/OCT, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hogeschool Rotterdam, De Haagse Hogeschool, Hogeschool Saxion en Hogeschool Iselinge. Meer informatie staat op www.voo.nl/diploma.
Toen Balkenende IV aantrad, nam ik het voornemen om naast het kabinet oppositie te voeren. Samen met mijn D66-collega’s wilde ik constructief werken met het kabinet. Helaas wordt dit mij ondertussen steeds moeilijker gemaakt, simpelweg omdat het kabinet op veel belangrijke punten telkens dezelfde beslissing neemt, namelijk om géén beslissing te nemen. Bij het Irak-onderzoek, het economisch crisispakket, de JSF en het rekeningrijden komt één element telkens terug: uitstel. Het kabinet durft in veel gevallen geen keuzes te maken, uit angst voor interne breuken. Resultaat is dat Nederland is beland in een periode van gevaarlijke stilstand, terwijl er juist nu een heldere visie nodig is. Is het dan allemaal kommer en kwel met dit kabinet? Nee, natuurlijk niet. Zo sta ik achter het wetsvoorstel ‘goed onderwijs, goed bestuur’ van de staatssecretarissen van Onderwijs Sharon Dijksma (PvdA) en Marja van Bijsterveldt (CDA). Deze wet geeft de minister van Onderwijs de mogelijkheid om, in het geval van slechte of langdurige zwakke onderwijskwaliteit, de geldkraan van een school dicht te draaien. Ook wanneer een schoolbestuur wanbeleid voert, kan de minister financiële sancties opleggen. Kortom, de overheid kan met deze wet veel directer ingrijpen op een school wanneer deze tekortschiet. Nu wordt er binnen het onderwijs veel geklaagd over deze nieuwe wet. Zo zou de regeldruk toenemen, omdat scholen telkens aan controlemaatregelen van de overheid moeten voldoen. Ook zou de wet het economisch denken over het onderwijs versterken. De zwaarste cynici roepen dat artikel 23 van de grondwet in gevaar komt. De wet ‘goed onderwijs, goed bestuur’ zou het bijzonder onderwijs dwingen om zich aan te passen conform het openbaar onderwijs. In mijn optiek zijn al deze zorgen overtrokken. Waar we het hier over hebben, is de kwaliteit van ons onderwijs. Wanneer een school onder er de m maat aa oken Is hett presteert, zal uiteindelijk de overheid hierop worden aangesproken. dan vreemd dat de overheid een stok achter de deur wil houden? n? Ne Nee. e. He Hett is juist goed dat de overheid straks direct en doelmatig kan ingrijpen een pen bijij ee school, om zo de kwaliteit te waarborgen. Bovendien zullen sancties ancties die e kunnen volgen op het niet nakomen van een minimumresultaatt juist meer verantwoordelijkheid leggen bij schoolbesturen om te presteren. en n moete m oeten Waarschijnlijk zullen vanaf 2010 schoolbesturen hun handelen moeten kunnen verantwoorden tegenover de minister. In verreweg de m meeste eeste e gevallen zullen zij hierin slagen. Met de wet ‘goed onderwijs,, goe goed be-d be stuur’ kan echter ook die kleine groep scholen die niet presteert de eert op d vingers worden getikt. Dit is geruststellend voor de ouders van schoolan sc choolgaande kinderen: zij kunnen er voortaan op vertrouwen dat hun kind un ki nd op p een goede school zit. Nog belangrijker is echter dat we mett dez deze wett e we geen kind achterlaten. In Nederland mag het niet gebeuren dat een at ee n kind d jarenlang naar een school is geweest die te boek staat als ‘zeer zeer eer zzwak’. wak Als wij vinden dat elk kind telt, moeten wij hier ook naar handelen. elen.
18
Tekst Patrizia Antuzzi Beeld Marian Clemens
MR in Gilze en Rijen is stevige gesprekspartner bij verzelfstandiging en fusie
De verhouding tussen bestuur en MR is goed ‘Onderzoek de mogelijkheden voor verzelfstandiging van het schoolbestuur.’ Zo luidde de opdracht van de gemeente Gilze en Rijen in 2006 aan de stuurgroep en de MR van obs De Wildschut in Gilze. Een zware klus voor de MR-leden van de Brabantse school. Naast alle dagelijkse werkzaamheden moesten zij veel informatie doornemen en uiteindelijk stemden zij niet in met het voorstel van het schoolbestuur. Inge Godthelp en Mieke Oprins, respectievelijk voorzitter en vice-voorzitter van de MR, vertellen over die periode en de hulp die zij inriepen van de Vereniging Openbaar Onderwijs.
V
oor de duidelijkheid vertelt Inge Godthelp, lid van de oudergeleding van de MR, in het kort waarom de gemeente Gilze en Rijen het onderzoek naar verzelfstandiging van het schoolbestuur in haar collegeprogramma 2006 - 2010 opnam: ‘De verzelfstandiging van het openbaar onderwijs is al een aantal jaren een landelijke trend. De gemeente heeft vanuit het verleden een ‘dubbele pet’ op; ze is verantwoordelijk voor het gehele basisonderwijs in de beide dorpen, maar vormt tegelijkertijd het bestuur van het openbaar onderwijs. Een belangenverstrengeling waar de gemeente van af wil. Wij zouden als ‘eenpitter’ echter te klein om alleen verder te gaan en een samenwerkingsverband of fusie ligt dan voor de hand. Een stuurgroep, bestaande uit de directie, een wethouder, een beleidsmedewerker onderwijs van de gemeente en een extern adviesbureau werd ingesteld en zou gaan onderzoeken wat de mogelijkheden waren.’ Mieke Oprins, die leerkracht is op De Wildschut, vult aan: ‘Om te kunnen profiteren van de bruidsschatregeling, waarbij de school een extra budget van de gemeente meekrijgt voor uitgaven op het terrein van administratie, beheer en bestuur, moesten we alles voor 1 januari 2009 rond hebben. Dan zou de bruidsschatregeling namelijk verlopen, volgens de toen nog geldende regeling. Dat leverde dus een behoorlijk strak tijdpad op.’
Inzicht nr 4 - juni 2009
Intentieverklaring Het onderzoek van de stuurgroep leverde één kandidaat op; de stichting BRAVOO, een schoolbestuur met ruim 2300 leerlingen op openbare basisscholen in Loon op Zand, Waalwijk, Dongen en Geertruidenberg. Er werd al snel een intentieverklaring ondertekend om de samenwerking te onderzoeken. Inge Godthelp: ‘De stuurgroep was enthousiast over een opgaan in de stichting BRAVOO en had het schoolbestuur dit dan ook geadviseerd. Wij, de MR, kenden BRAVOO niet, maar hadden geen reden om niet akkoord te gaan met deze keuze.’
Stapels rapporten Na de intentieverklaring volgde een periode van onderzoek naar huisvesting, financiën, personeel en organisatie. Onderzoek dat stapels rapporten opleverde. Mieke
Oprins: ‘Die rapporten moesten door ons allemaal worden gelezen, wilden we een oordeel kunnen vormen. En als de rapporten drie weken later binnenkwamen dan de planning was, dan werd de tijd die we hadden om te lezen met drie weken ingekort. Uit nood verdeelden we de rapporten dan maar over verschillende groepen en dan brachten we elkaar achteraf op de hoogte. We vergaderden in die periode wel vier keer per maand. Dat gaan we dadelijk anders doen, hoor. We nemen deze keer echt de tijd die ons is toegewezen.’ Afgezien van de tijd was ook de onbekendheid met de materie een verzwarende factor. Inge Godthelp: ‘Een verzelfstandigingstraject gaat niet alleen over onderwijs, maar ook over financiële, juridische en bestuurlijke zaken. Wij hadden
Inge Godthelp is lid van de oudergeleding van de MR van obs De Wildschut.
19 Leerkracht Mieke Oprins zit in de leerkrachtgeleding van de MR.
Nieuw traject
We vergaderden in die periode wel vier keer per maand nog het geluk dat we een MR-lid hadden die door zijn werk veel wist over onderwijs en financiën, maar op een bepaald moment groeide het ons toch boven het hoofd.’
Vereniging Openbaar Onderwijs In de fase na de intentieverklaring kwam een MR-lid met het idee de hulp van de Vereniging Openbaar Onderwijs in te roepen. Mieke: ‘Dat bleek een prima ingeving te zijn. We kwamen in contact met beleidsadviseur Marion Braat, die naar ons toe is gekomen. Zij gaf uitgebreid informatie, vertelde waar we op moesten letten en beantwoordde onze vragen. Dat gaf ons al een stuk meer zelfvertrouwen.’ Naarmate het onderzoekstraject vorderde, rezen er echter steeds meer vragen bij de leden van de MR. ‘BRAVOO antwoordde bereidwillig waar mogelijk was, maar over sommige zaken konden ze ons niet de zekerheden geven waar we om vroegen. Zo wilden wij bijvoorbeeld de inkomende gelden voor onze school als zijnde ‘het onze’ oormerken, om er zeker van te zijn dat we dat ook echt voor onze school zouden kunnen gebruiken. Dat was niet mogelijk. Zo was er
nog een aantal zaken dat BRAVOO niet naar onze tevredenheid kon ophelderen’, aldus Inge.
Vervelend We kwamen daardoor in de vervelende situatie dat we voelden dat het bestuur van de school heel graag wilde samengaan met BRAVOO, maar dat wij, als MR, dat gevoel niet konden delen. ‘Een hele spannende tijd. Als leerkracht in de MR voel je die druk nog meer, want de personeelsgeleding van de MR beslist ook over de toekomst van collega’s’, vertelt Mieke Oprins. ‘Uiteindelijk hebben we als MR dus niet ingestemd. Met het gebrek aan financieel inzicht in de toekomst als belangrijkste reden.’ Een instemmingsgeschil dreigde. Inge: ‘We hebben weer contact gezocht met de Vereniging Openbaar Onderwijs met een verzoek om hulp. Zij hebben ons toen doorverwezen naar Willem-Hein Hoogerzeil, advocaat en, voor ons heel belangrijk, deskundige op dit gebied. Hij nam de stukken door en gaf ons goed advies. Nu wisten we dat we geen onterechte dingen eisten.’ Uiteindelijk werd het hele traject met BRAVOO door de gemeente stopgezet.
‘We hebben een hoop geleerd van de gang van zaken en we gaan nu vol vertrouwen een nieuw traject, waarbij we opnieuw gaan kijken naar verzelfstandiging’, zegt Mieke. ‘Samen met de gemeente stellen we deze keer nog duidelijker een aantal criteria op. Voor de zomer willen we helder hebben wat we per se wel en niet voor onze school willen op het gebied van identiteit, financiën, bestuur en personeel. Ook wordt de MR nu vanaf het begin bij de keuze van een partner betrokken. En natuurlijk hebben we ook deze keer Marion Braat van de Vereniging Openbaar Onderwijs opnieuw gevraagd ons te komen adviseren en informeren.’
Compliment De verhouding tussen het bestuur en de MR is volgens Inge en Mieke gelukkig niet verstoord. ‘Natuurlijk hebben er stevige gesprekken plaatsgevonden, maar we hebben het altijd zakelijk gehouden. De contacten zijn dan ook nog steeds goed. Het is ook eigenlijk een compliment aan het bestuur van onze school’, zegt Inge Godthelp. ‘We zijn trots op onze school, de school draait goed en dan willen we er natuurlijk niet op achteruitgaan.’ L
Obs De Wildschut Obs De Wildschut is een basisschool in het dorp Gilze met zo’n 378 leerlingen, waaronder ook de OpvangCentrum-school Prinsenbos valt, een school voor kinderen uit het gelijknamige asielzoekerscentrum.
De directeur wil per se bij de MR-vergadering zijn? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
20
Tekst Yolanda Neijts Beeld Zwaan Fotografie
Marieke Gondrie is leerkracht aan de openbare Cornelis Jetses school in Eindhoven
De diversiteit op deze school maakt het werk hier zo leuk Dertig kinderen zitten braaf te luisteren naar de uitleg van hun juffrouw, Marieke Gondrie (27), die bezig is met een schrijfles. Sinds zes jaar geeft Marieke Gondrie les aan de openbare basisschool Cornelis Jetses in Eindhoven. Een plek waar ze naar eigen zeggen bij toeval terecht is gekomen, maar waar ze sinds die tijd met veel plezier werkt. Dat ze voor een klas terecht zou komen, was zeker geen toeval. ‘Als kleuter wist ik al dat ik juf wilde worden en dat is nooit veranderd’, zo zegt de jonge leerkracht stellig. Heb je ooit iets anders overwogen dan leerkracht worden in het basisonderwijs? ‘Eigenlijk niet. Mijn vader was wiskundeleraar en zelf wist ik ook al heel jong dat ik informatie wilde overbrengen. Ik vond het bijvoorbeeld altijd al leuk om anderen te helpen bij iets waar ze niet uitkwamen. Nadat ik mijn vwo-diploma had gehaald, ben ik dan ook direct naar de pabo gegaan. Al heb ik héél even overwogen geschiedenis te gaan studeren. Maar een open dag op de universiteit leerde me al snel dat ik dat niet wilde. Ik wilde geen vier jaar puur studeren, maar ik wilde zo snel mogelijk de praktijk in. Zelf ervaren hoe het is om les te geven. Daarbij spreken juist de vakken in het basisonderwijs me zo aan. Geschiedenis, maar ook aardrijkskunde, handvaardigheid en tekenen. Het ‘brede’ trok me en natuurlijk het werken met jonge kinderen. De pabo paste dus prima bij mij, want al na een week of zes ging ik op stage en mocht ik al snel een lesje geven.’
Hoe heb je je ontwikkeld tijdens je studie? ‘Ik heb niet de gemakkelijkste weg gekozen. Ik heb het toenmalige GOA-onderwijs (Gemeentelijk Onderwijs en Achterstandsbeleid) als specialisatie gekozen om op af te studeren en ben toen terechtgekomen op een school met een hoog percentage allochtone kinderen; de islamitische school hier in Eindhoven. Interessant leek me dat, omdat ik eigenlijk geen ervaring had met dat soort scholen. Ik heb er veel geleerd. Zoals het dieper ingaan op taalonderwijs, maar ik vond het ook erg boeiend om te werken met kinderen uit verschillende culturen.’
Hoe ben je op de Cornelis Jetses school terecht gekomen en wat heb je er toe nu toe gedaan? ‘Ik heb veel gesolliciteerd, de banen lagen destijds niet voor het oprapen. Onder meer bij SALTO, het bestuur waar deze school deel van uitmaakt. Vanwege mijn GOA-achtergrond werd ik hier uitgenodigd voor een gesprek. Deze school heeft namelijk zo’n 60 tot 65 procent allochtone leerlingen. Uit alle windstreken: van Canada tot Rusland en van Turkije en Marokko tot Duitland en Ierland. Ik kreeg toen een aanbod als vervanger tijdens
Inzicht nr 4 - juni 2009
een zwangerschapsverlof. Dat is uitgelopen tot een heel schooljaar. Het tweede jaar heb ik een invalpool gedraaid, grotendeels op deze school, gedeeltelijk ook op andere SALTO-scholen. Ik heb dat jaar een groep 3 gedraaid, ondersteuning geboden in groepen 5 en 8 en wat remedial teaching gedaan. Dan leer je het vak wel: samenwerken met andere collega’s, overleggen of improviseren; het zijn zaken waar ik nu nog profijt van heb. Al heb ik persoonlijk liever meer binding met een eigen groep. Die kreeg ik mijn derde jaar: eerst een groep 5, nu al weer twee jaar een groep 4.’
Wat maakt het lesgeven voor jou zo leuk? ‘Echt elke dag is anders. Daarbij zie je kinderen groeien. In hun ontwikkeling, hun kennis, in sociaal-emotioneel opzicht, maar ook in hun zelfstandigheid. Een groep 3 bijvoorbeeld moet je nog veel informatie aanreiken, maar een groep 8 pakt vanuit zichzelf het werk op dat moet worden gedaan. Dat is geweldig om te zien!’
21
Wat doe je om je lesprogramma zo aantrekkelijk en goed mogelijk te maken? ‘Natuurlijk ben ik gebonden aan een vast programma, maar ik voeg daar wel veel differentiatie aan toe. Doe aanpassingen naar boven en beneden, bied verbreding en leg veel verbindingen. Als we het met geschiedenis bijvoorbeeld over kastelen hebben, vertel ik ook een ridderverhaal en ga ik tijdens handvaardigheid met de kinderen kastelen bouwen. Waar mogelijk leg ik dus graag verbanden. Verder vind ik het erg belangrijk om kinderen te leren omgaan met elkaar, respect voor elkaar te hebben en ze emotionele veiligheid te bieden. Ze moeten het simpelweg fijn vinden om naar school te komen.’
Wat maakt het werken op deze school zo leuk? ‘De diversiteit! Je treft hier echt elk geloof en iedere huidskleur. Dat is toch anders dan op een standaardschool. Pestgedrag over de juiste kleding, geld en geloof tref je hier niet; hier ben je op een andere manier bezig met het oplossen van conflicten. De omstandigheden zijn hier ook anders. Kinderen uit grote gezinnen bijvoorbeeld of eenoudergezinnen. Dan kom je andere problemen tegen.’
Wat is je uiteindelijke ambitie? ‘Ik heb vorig jaar een managementopleiding gedaan en ben inmiddels ook bouwcoördinator, een soort tussenpersoon tussen leerkrachten in de middenbouw en de directie. In dat overleg komen zaken aan de orde als hoe
Conflicten over de juiste kleding, geld of geloof kom je hier niet tegen methodes lopen, of we ons aan de afspraken houden en of we nog steeds op de goede lijn zitten. Verder zit ik als bouwcoördinator ook in het managementteam. Bij de ontwikkeling van nieuwe methodes functioneer ik zo ook als een soort klankbord voor de directie.’ Ze vervolgt: ‘Uiteindelijk wil ik wel verder in het onderwijsmanagement. Als adjunct bijvoorbeeld, zodat ik dan deels een klas kan draaien en deels beleidsmatig kan werken. Maar daarvoor is het nu nog veel te vroeg. Ik moet meer ervaring opdoen, meer groepen met verschillende leeftijden draaien. Op managementniveau moet je weten waar je het over hebt, dus die ervaring wil ik eerst opdoen. En verder ben ik ook actief in de politiek, in mijn geboorteplaats Best, vlakbij Eindhoven. Volgend jaar zijn de gemeenteraadsverkiezingen, dan stel ik me verkiesbaar. En natuurlijk zou ik als raadslid graag portefeuilles als jeugd, gezin en onderwijs toebedeeld krijgen. Maar het onderwijs hou ik vast, voor mij geen zakenleven!’ L
De schooldag is te lang? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
22
Tekst Piet Feld Beeld Piet Feld
Ruimte voor sport op de openbare Jules Verneschool in Hoorn
Opvoeden op een sportieve openbare school Een aantal jaren geleden speelde het jongenselftal van groep 8 van de openbare Jules Verneschool uit Hoorn een schoolvoetbaltoernooi. De school was toen al een ‘zwarte school’ en had op dat moment al een indrukwekkende prijzenkast vol met bekers, gewonnen op allerlei schooltoernooien. Het elftal was tot de halve finale gekomen en de wedstrijd ging gelijk op. Bij een gelijke stand werd tegen het eind van een wedstrijd de bal ver naar voren gespeeld en de snelle (Joegoslavische) spits van het Hoornse elftal ging alleen met de bal op de keeper af. Precies toen hij op de rand van het strafschopgebied was en op het punt stond op doel te schieten, floot de scheidsrechter af: einde wedstrijd.
V
anaf dat moment had leerkracht Jan Kok als begeleider van het voetbalteam zijn handen vol aan zijn elftal, om te voorkomen dat ze de scheidsrechter te lijf gingen. Tegelijkertijd moest hij ook een boos publiek, vooral bestaande uit vaders en broers van de spelers, in toom houden. De scheidsrechter floot af op een moment waarop geen enkele scheidsrechter ooit zou affluiten. Of hij nu de finale van de Champions League of een wedstrijd uit de kelder van de reserves fluit. Deze gebeurtenis heeft op de school een onuitwisbare indruk gemaakt.
Voorbereiding De Jules Verneschool heeft van deze ervaring geleerd. Tegenwoordig voeren Jan Kok en zijn collega’s ter voorbereiding op elk toernooi een voorgesprek met zijn spelers. De kinderen krijgen vragen voorgelegd als: Wat kan er allemaal gebeuren? En wat doen we dan? Geven we de scheidsrechter na de wedstrijd allemaal een hand? En als de scheidsrechter weer zo’n onrechtvaardige beslissing neemt, zou het dan helpen als we extra
De kinderen leren sportief gedrag te ontwikkelen Inzicht nr 4 - juni 2009
lang zijn hand vasthouden en hem even diep in de ogen kijken? Met de spelers wordt altijd afgesproken om vooraf en tijdens het toernooi bij elkaar te blijven. En om de tegenstander na de wedstrijd een hand geven. Ook wordt besproken hoe om te gaan met discriminerende of
racistische uitingen van tegenstanders of van het publiek. Door zelf expliciet aandacht te besteden aan mogelijke discriminatie en door met de leerlingen te onderzoeken wat sportief gedrag precies inhoudt, begint de Jules Verneschool dus daar waar ze zelf iets kunnen doen.
23
Het motto is: Een school altijd in beweging maar ook als openbare school. En ook dat levert concrete mogelijkheden op voor burgerschapsvorming.
Sportieve school De Jules Verneschool profileert zich als sportieve school. Het motto is dan ook: “Een school altijd in beweging”. Dit profiel biedt de school veel mogelijkheden om uit te gaan van de sterke kanten van veel leerlingen. De wijk waarin de school staat, is een typische ‘Vogelaarwijk’. In de goedkope huurwoningen en flats wonen hoofdzakelijk laagopgeleide eerste en tweede generatie Marokkaanse, Turkse en Surinaamse Nederlanders, waarvan de eerste generatie vooral afkomstig is van het platteland (Rif en Anatolië). Veel kinderen in de wijk zijn goed in sport. Jan Kok: ‘Het culturele pad dat de leerlingen bewandelen, is erg smal. Als we met ze willen kamperen, hebben de meesten geen besef van wat een tent is. Maar sport betekent
veel voor ze, daarin herkennen ze elkaar en voelen ze zich begrepen.’
Profilering Als sportieve school stimuleert de Jules Verneschool zowel jongens als meisjes om veel en serieus te sporten. Het gaat daarbij niet alleen om het bereiken van resultaten, maar juist ook om de leerlingen te leren omgaan met verliezen. Ze leren sportief gedrag te ontwikkelen, waardoor ze leren incasseren. Zo ontwikkelen zij ook houdingen (zoals discipline) en vaardigheden om mee te doen aan sociale verbanden. Op deze manier doet de Jules Verneschool aan de vorming van actief burgerschap. Het sportieve profiel komt hierbij uitstekend van pas. Maar de Jules Verneschool profileert zich niet alleen als sportieve school,
Kok: ‘Onze school is een echte ontmoetingsschool, waar veel ruimte wordt gegeven aan de beleving van de eigen identiteit. We streven naar tolerantie ten opzichte van algemeen aanvaarde maatschappelijke normen en waarden, zoals die verwoord zijn in het Handvest van de Verenigde Naties.’ Op de Jules Verneschool is iedereen welkom, niemand wordt uitgesloten. In de les en in de omgang met elkaar wordt veel aandacht besteed aan het accepteren van, omgaan met en waarderen van elkaars verschillen. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan levensbeschouwelijke achtergronden (geestelijke stromingen) en voor levensbeschouwelijke vorming. Vrijwel alle leerlingen in de bovenbouw volgen humanistisch vormingsonderwijs. Maar om nog even op het sportieve element terug te komen; pas geleden werd tijdens de prijsuitreiking bij een basketbaltoernooi één kind van onze school naar voren geroepen. Iedereen vroeg zich onmiddellijk af waarom niet het hele team werd geroepen. Zij bleek de prijs voor meest sportieve speler van het toernooi te hebben gewonnen en werd een voorbeeld voor de andere spelers genoemd. Dat is natuurlijk prachtig.’ L
Meer informatie Piet Feld, lectoraat Geïntegreerd Pedagogisch Handelen van de School of Education INHolland.
Het schoolkamp zorgt nu al voor nachtmerries? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
24
Tekst en Beeld Gonneke Bonting
Dorpsscholen oplossing in plaats van probleem
Spookdorpen gered door onderwijs Op het platteland in heel Nederland kennen ze het probleem van de vergrijzing. Jongeren trekken naar de stad, er blijven weinig kinderen over en scholen moeten sluiten. Het openbare schoolbestuur Marenland in Noordoost-Groningen pakt het probleem nu zelf aan, samen met de Vereniging Openbaar Onderwijs en communicatiebureau Initio.
H
et platteland loopt leeg. Er is noodgedwongen in toenemende mate aandacht voor kleine kernenbeleid en bij provincies bestaat tegenwoordig zelfs de functie van ‘beleidsmedewerker krimp’, die ervoor moet zorgen dat de dorpen leefbaar blijven. Dorpen vergrijzen en scholen worden steeds kleiner en moeten verdwijnen.
Initiatief Het schoolbestuur Marenland heeft achtentwintig basisscholen op dertig locaties in de gemeenten Appingedam, Bedum, Delfzijl, Loppersum en Ten Boer. Met lede ogen zag het bestuur de afgelopen jaren aan hoe de scholen steeds kleiner werden. Om dat proces te keren werd contact gezocht met communicatiebureau Initio in Groningen en de Vereniging Openbaar Onderwijs. Dick Henderikse, directeur van schoolbestuur Marenland, vertelt over de beweegredenen om een communicatiebureau in te schakelen. ‘Uit onderzoeken die we lieten doen naar onze sterke en zwakke punten, kwam telkens de pr naar voren als zwak punt. We wilden graag een forse stap nemen om
dat te verbeteren. Dat de scholen die bij Marenland zijn aangesloten weinig met elkaar te maken hadden en dus eigenlijk los zand vormden, was ook een punt waarin we verbetering wilden. Initio maakt nu voor ons een plan om onze scholen sterker op de kaart te zetten.’ Beleidsadviseur Ton Gelmers van de Vereniging Openbaar Onderwijs komt het probleem van te kleine dorpsscholen veelvuldig tegen. ‘Veel scholen worden met opheffing bedreigd omdat er te weinig kinderen zijn. Vooral op het platteland. Eigenlijk vinden we dat er nu écht iets moet gebeuren, al ver voordat die grens wordt bereikt. Het probleem van kleine dorpsscholen speelt in zowel het openbaar als bijzonder onderwijs. Maar een school is meer dan alleen een instituut voor de leerlingen en vooral in de dorpen is het vaak nog een van de weinige voorzieningen waar de bewoners elkaar treffen.’
Behoud dorpsschool
schoolbesturen voor primair onderwijs meer moeten gaan samenwerken om te voorkomen dat er in een dunbevolkt gebied als NoordoostGroningen veel basisscholen dicht moeten. ‘Het behoud van een school in de kleine kernen is van groot belang. We werken ook al twee jaar samen met christelijke scholen in de regio. Of die samenwerking door dit plan in de toekomst verandert, kan ik niet voorzien. Maar natuurlijk praten we daarover.’
Dick Henderikse van Marenland vindt dat openbare en christelijke
Plan
School als oplossing in kleine kernenbeleid Gemeenten, schoolbesturen en inwoners hebben in het behoud van de dorpsschool een gedeeld belang. Al die betrokkenen willen gewoon één school, waar alle kinderen naartoe kunnen. Doordat de politiek vasthoudt aan het verzuilde onderwijsbestel is dat nu nog niet mogelijk. Het wordt tijd dat de politiek snel en kordaat reageert op de vraag van ouders, schoolteams en schoolbesturen naar een alternatief. School, zonder het voorvoegsel openbare, protestants-christelijke, katholieke of welk dan ook, kan de oplossing zijn voor het behoud van die ene dorpsschool.
Inzicht nr 4 - juni 2009
Erik Dob, adviseur bij communicatiebureau Initio over het ontwikkelde plan: ‘Dat Marenland in feite alleen facilitaire diensten leverde aan de scholen, vonden we een gemiste kans.’ Hij trekt een velletje papier naar zich toe en begint te tekenen. ‘Kijk, als hier in het midden Marenland is en al die rondjes er omheen zijn de scholen, dan
25 lopen er verbindingslijntjes tussen Marenland en al die cirkeltjes. Maar dat is veel te mager. Want al die scholen raken elkaar ook en dat kun je veel intensiever aanpakken dan nu gebeurt. Behalve leerlingen en leerkrachten heb je de gemeente, inspectie en ik weet niet hoeveel partijen binnen de gemeenschap.’ Hij heeft het papier gevuld met cirkeltjes die elkaar raken en door elkaar lopen. Het begin van het nieuwe logo van Marenland.
Als een voetbalclub
De school is vaak een van de laatste voorzieningen in een dorp
‘Doordat Marenland de scholen verbindt, kan het ook de samenleving verbinden’, legt Erik uit. ‘Maar dat gebeurt niet als het bureau zich beperkt tot slechts het ondersteunen van de scholen.’ De knop moet dus om. Daarvoor bedacht Initio een ambitieus veranderingsplan. ‘We spraken met leerkrachten, ouders en kinderen. “Wat betekent Marenland voor jullie?”, vroegen we ze. Er kwam geen eenduidig antwoord. De één kende het bestuur, omdat hij eens iets vervelends op school had meegemaakt en daardoor in contact was gekomen met Marenland en een ander wist dat het bestuur iets met het schoonhouden van de school te ma-
Het behoud van een school in de kleine kernen is van groot belang ken had. Weerman Derk Bosscher, van RTV-Noord, nam interviews af op schoolpleinen en daarvan toonden we een film op de onderwijsdag. Er kwam een klankbordgroep van leerkrachten. Ook gingen we praten met de mensen van Marenland zelf, de Vereniging Openbaar Onderwijs en de beleidsmedewerkers van provincie en gemeenten.’ De eerste stap om de verandering letterlijk zichtbaar te maken is de huisstijl. Binnenkort krijgen de scholen van Marenland briefpapier, enveloppen en visitekaartjes, waarop de naam van de school staat met de toevoeging ‘Een Marenlandschool’ en de zin ‘Marenland biedt basis’. Diezelfde huisstijl wordt ook verwerkt in alle schoolgidsen, de nieuwsbrieven en op de nieuwe website. Wie straks de website bezoekt, kan behalve pagina’s die voor heel Marenland gelden, ook delen bekijken die voor de afzonderlijke scholen zijn. ‘De nieuwe website wordt trouwens voor meer dingen gebruikt dan alleen als reclamebord’, vertelt Dob. ‘Het wordt een informatie- en ontmoetingsplaats.’
School
Erik Dob is creatief adviseur bij communicatieburo Initio
Dat de scholen ook onderling veel aan elkaar kunnen hebben, spreekt voor zich. Door intensiever samen te werken hoeft het wiel niet telkens op een andere plek te worden uitgevonden. Erik Dob: ‘Dit is vakoverstijgend en overigens ook zuiloverstijgend. Op deze manier maakt het onderwijs in de gemeenschap het verschil, zeker in een dorp. En het past natuurlijk perfect binnen de ideeën van de Vereniging Openbaar Onderwijs. De scholen van Marenland zijn toegankelijk voor iedereen. Er is ruimte voor ieders eigen achtergrond, kerkelijk of niet-kerkelijk. En voor verschillende visies, zoals klassikaal onderwijs of bijvoorbeeld Jenaplan.’ L
Het tussenuur wordt meegeteld als lestijd? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
26
Tekst Jan Barendse Beeld José Krijnen en Matthijs Mentink
Vereniging Openbaar Onderwijs start driejarig veilig internetproject
Cyberouder: gids op de digitale snelweg Internet is voor veel kinderen een bron van kennis en vermaak. Maar er zijn ook risico’s. Ouders onderschatten die wel eens en soms weten ze niet eens wat hun kind online ‘uitspookt’. Daarom startte de Vereniging Openbaar Onderwijs in 2005 het proefproject Cyberouders. Dat is nu, met steun van de ministeries van EZ en OCW uitgegroeid tot een ambitieus driejarig project, dat mikt op een netwerk van internetdeskundige ouders. Zij moeten als gids en vraagbaak optreden voor ouders, kinderen en school. In februari 2010 zijn de eerste ouderbijeenkomsten gepland.
A
ncella Evers-de Boer, beleidsadviseur van de Vereniging Openbaar Onderwijs, is projectcoördinator. Om duidelijk te maken wat een cyberouder is, maakt zij een vergelijking met de verkeersouder. ‘De Cyberouder zou je kunnen beschouwen als de verkeersouder op de digitale snelweg. Maar dan wel een verkeersouder met extra taken: niet alleen zorgen voor het veilig oversteken van de kinderen, maar bijvoorbeeld ook in actie komen als de verkeers-
Informatie Beleidsadviseur Ancella Evers-de Boer van de Vereniging Openbaar Onderwijs is projectleider van Cyberouders. Voor meer informatie kunt u contact met haar opnemen via telefoonnummer 036 533 1500.
situatie gevaarlijker wordt. De Cyberouder moet geworteld zijn in de school en fungeert daar als centraal aanspreekpunt over veilig internetgebruik door kinderen; als vraagbaak voor andere ouders en voor leerkrachten. Natuurlijk, internetgebruik door kinderen is niet van risico’s ontbloot, maar veel is al gewonnen als ouders met hun kinderen het gesprek aangaan: wat vinden ze leuk; wat maken ze mee als ze bijvoorbeeld meedoen aan een real-life game als Habbo. Ervoor zorgen dat zulke onderwerpen met de andere ouders worden besproken, dat is ook een van de mogelijke taken van de Cyberouder. Een voortrekkersrol dus, ook bij het formuleren van schoolbeleid op dit terrein. De ouders zijn bij het streven naar internetveiligheid een zeer belangrijke partij. Want wat er thuis rond internet gebeurt, heeft zijn effect op school en andersom.’
Interzuilair Cyberouders strekt zich uit over het gehele basisonderwijs, dus ook de bijzondere scholen worden benaderd. Ancella: ‘We hebben het project bewust heel breed opgezet en we willen er ook voor ouders en kinderen van bijzondere scholen zijn. De inhoud van de ouderavonden
Inzicht nr 4 - juni 2009
die we daar verzorgen, gaan we niet specifiek afstemmen op uit de confessionele identiteit voortkomende wensen van scholen. We hebben bij de opzet van het project overigens overleg gepleegd met de ouderorganisaties. Zij zullen er aandacht aan besteden in hun bladen en op hun websites.’ Ancella Evers geeft alvast een vooruitblik op de thema’s die op de ouderavonden zullen worden besproken: ‘Digitaal pesten is helaas nog zeer actueel en natuurlijk zal het ook gaan over profielsites als Hyves en Sugarbabes. Daar zijn veel kinderen gek op. Het werkt met plaatjes en je kunt ermee aantonen hoeveel vrienden je hebt. En niet te vergeten de reallifegames, waarvan Habbo de populairste is. Daar doen al kinderen aan mee vanaf acht jaar, dus gaat er wel eens wat mis! Bij Habbo kunnen kinderen een kamer ‘huren’ en dan kunnen ze punten kopen, waarmee ze dan hun kamer kunnen inrichten. En als ze dan slordig omgaan met hun wachtwoord, bestaat het risico op diefstal. Vorig jaar zijn daar een
27 Cyberouders zijn op school het aanspreekpunt over veilig internetgebruik
zijn niet expliciet tegen filters. Wij vinden alleen dat ouders met hun kinderen het gesprek moeten aangaan. Dat werkt een stuk beter!’
Ouderavonden
paar kinderen voor veroordeeld. We zullen op deze avonden ook nader ingaan op de begeleidende rol die ouders thuis kunnen spelen. Kinderen zijn vaak geïnteresseerd in wat hun ouders online doen; zij spiegelen zich daaraan en leren daarvan. Dus het is heel goed om daar opvoedkundig aandacht aan te besteden. Alleen hoe ver dat moet gaan, daar willen wij ons niet mee bemoeien. We willen daartoe wel de gereedschappen aanreiken.’
De ouders die onderdeel van het netwerk gaan vormen, wil het project Cyberouders werven via ouderavonden. In februari 2010 start de eerste ronde in Midden Nederland. Direct daarna kunnen ouders zich aanmelden als cyberouder, via www.cyberouders.nl. Er is dan voor deze ouders ook een handboek beschikbaar. Gemikt wordt op een eerste deelname van zo’n honderd scholen. De uitnodigingen daarvoor, inclusief aanmeldingskaarten zijn de deur al uit. Bewust zo vroeg omdat ouderraden en directies de avonden dan in de jaarplanning kunnen opnemen. In de zomer van 2010 staan regiobijeenkomsten voor de cyberouders gepland. Enige tijd daarna komen er landelijke bijeenkomsten. Ook zit er een cursusaanbod in de pen. De website zal veel informatie voor ouders bieden en zal beschikken over een ‘portal’, een platform waar verschillende online informatiestromen samenkomen.
Keurmerk Die informatie zal óók afkomstig zijn van aanbieders van producten en diensten op het gebied van internetveiligheid. Op het eerste gezicht biedt dat een opening voor al te commercieel ingestelde of misschien zelfs dubieuze aanbieders, maar dat risico wordt volgens Ancella Evers afdoende bestreden door een kritische beoordeling vooraf door een onafhankelijk platform. Evers: ‘Dat kan dan een kwaliteitskeurmerk afgeven. We vinden dat platform belangrijk, omdat het erg lastig is om van buitenaf te bedenken wat er op en op een bepaalde school nodig is voor de internetveiligheid. En zo kunnen cyberouders en school samen een doordachte keuze maken. Er zijn al heel veel producten verkrijgbaar, maar er ontbreekt ook nog veel. Er is dus nog geen afstemming tussen vraag en aanbod. Daar willen we met dit project ook een bijdrage aan leveren. Er zou bijvoorbeeld een behoefte kunnen blijken aan internetdiploma’s voor ouders en kinderen samen. Of een andere specifieke vraag. Die kun je dan meenemen naar het platform en wellicht pakt een aanbieder dat op.’ L
Filters Bij internetveiligheid voor kinderen wordt vaak direct gedacht aan filters. Maar die zijn niet zaligmakend, vindt Ancella. ‘Een filter lost het probleem niet op. Tegenwoordig zijn kinderen er al snel achter hoe je die kunt uitschakelen, al dan niet wijzer gemaakt door een oudere broer of vriend. Bovendien blokkeren filters soms ook op een verkeerde manier. Een specifiek filter dat selecteert op bloot kan ook een bekend figuur met een kaal hoofd eraf gooien. Dat gebeurde in het verleden met Helmut Kohl. We
Ouderavond Veilig internetgebruik: thuis en op school! Alle scholen in Midden-Nederland ontvingen vorige week een informatiebrief met uitnodiging om een Ouderavond Veilig internetgebruik aan te vragen. Tijdens de ouderavonden, die tussen februari en mei 2010 zullen plaatsvinden, wordt met de ouders gesproken over internetveiligheid, thuis en op school. Ouders kunnen zich dan aanmelden om cyberouder op de school te worden. Cyberouders is een initiatief voor het basisonderwijs van de Vereniging Openbaar Onderwijs en wordt ondersteund door het Mediawijsheid Expertisecentrum (www.mediawijzer.net), Programma Digivaardig & Digibewust (www.digivaardigdigibewust.nl) en het Ministerie van OCW. Kijk voor meer informatie op www.cyberouders.nl.
Vijf verschillende juffen per week? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
28
Tekst en Beeld Esther Oosterling
De Ru Paréschool als gemeenschapscentrum
School in Slotervaart wordt community center Voordat Wim Ponsen besloot om schooldirecteur te worden van de Ru Paréschool in stadsdeel Slotervaart in AmsterdamWest werd hij gewaarschuwd: Begin er toch niet aan. Dit wordt erg lastig. Want ondanks talloze reddingspogingen bleef de school een zwakke school en werd het met sluiten bedreigd. Ook zou er met de buurt niks te beginnen zijn. Inmiddels zit Ponsen midden in de ontwikkelingen om de school om te vormen naar een community center en heeft hij de wind mee.
D
e school staat in stadsdeel Slotervaart naast het August Allebéplein, het plein dat landelijke bekendheid kreeg door rellende jongeren. Vorig jaar besloot Wim Ponsen op een ochtend de waarschuwing in de wind te slaan en er een kijkje te nemen. Hij liep door de wijk en sprak met buurtbewoners. Op 1 april 2008 werd Ponsen directeur van brede school Ru Paré en nu al is hij verknocht aan zijn leerlingen en de wijk. ‘In tegenstelling tot wat mensen denken over deze wijk, wordt er ontzettend
Inzicht nr 4 - juni 2009
veel goeds gedaan. Er zijn veel initiatieven en goede bedoelingen. De Ru Paréschool is nu een brede school en als we in 2012 een community center zijn, kunnen kinderen van 0 t/m 14 jaar bij ons terecht. Om wat voorbeelden te noemen: er is straks huiswerkbegeleiding, een gezondheidsteam, sportfaciliteiten, voor- en naschoolse opvang en allerlei culturele activiteiten.’ De nieuwbouw voor de Ru Paréschool moet in 2012 af zijn. Ponsen: ‘Er komen drie verdiepingen, waar het onderwijs doorheen meandert.
In het midden komt een expertisecentrum, waar overleg tussen alle partijen plaatsvindt. Op het dak komen schooltuintjes. Het wordt geen bedrijfsverzamelgebouw, maar een geïntegreerd geheel. Het gebouw moet de uitstraling krijgen: daar wordt goed voor mij en mijn kind gezorgd.’
De wind mee Hij heeft net twee weken vakantie gehad. Aan de koffietafel vertelt Wim Ponsen dat de 300 leerlingen tellende, voor honderd procent
29 Rechts op de foto directeur Wim Ponsen
zwarte school een zeer woelige geschiedenis kent. Ondanks alle inzet bleef de school laag scoren. Sluiting dreigde, totdat in overleg met stadsdeelvoorzitter Achmed Marcouch werd besloten om deze school iets extra’s te geven en het te ontwikkelen tot community center: een gemeenschapscentrum waarin ieder kind, ongeacht zijn of haar sociaaleconomische status of etnische afkomst, optimale kansen krijgt op ontwikkeling. Het moet een samenhangend aanbod van onderwijs, zorg en welzijn voor het kind, het gezin en de buurt worden. Afgesproken werd dat de overheid zou zorgen voor geld, terwijl de school het beleid maakt. De school vormt dus de basis. Ponsen: ‘We hebben de wind mee: de politiek is voor.’
Pedagogische wijk De school maakt straks deel uit van een ‘pedagogische wijk’, waarin verschillende professionals en vrijwilligers samenwerken aan veiligheid, goed wonen, gezondheid, werkgelegenheid voor de ouders, een stabiel gezinsleven en een goede levensstandaard in Slotervaart. Het community center houdt ook in dat leerlingen én ouders worden omgeven door een breed scala aan diensten. Ponsen: ‘Eigenlijk biedt onze school nu al heel veel extra’s, zoals maatschappelijk werk, orthopedagogiek, kunst- en taalvakken en voorschool. Wat er straks nog bijkomt, zijn bijvoorbeeld volledige dagarrangementen, voorschoolse opvang en sociale activeringscursussen om vrouwen uit hun isolement te halen.’
Net even anders Om de ontwikkeling van kinderen met een achterstand te stimuleren is meer nodig dan alleen inzet van de school. Ponsen: ‘Op school kunnen we ons best doen om een ideale situatie te creëren voor leerlingen om zich optimaal te ontwikkelen, maar als de situatie thuis totaal anders is, schiet het niet op. Bij veel kinderen ontbreekt het thuis vaak aan een ‘ontwikkelprikkel’. We willen een zo gunstig mogelijk totaalklimaat creëren. Op school en thuis.’ Om ouders letterlijk op school welkom te heten werd een ouderontmoetingsruimte ingericht. Vooral moeders maken inmiddels gebruik van deze ruimte en de activiteiten die er worden georganiseerd. Zoals de Turkse moeders die samen een spaarplan hadden opgezet. Elke maand leggen ze geld in. Steeds beheert een ander moeder het potje. Ook uit andere voorvallen blijkt dat er juist bij de moeders in Slotervaart veel kracht zit. Ponsen: ‘Vorige maand werd ik verrast door de energie die er loskwam tijdens een vrouwenfeest in de aula. Het was midden op de dag. Die moeders konden een fantastisch feest bouwen. Er was een enorme verbondenheid.’ Die kant wil Ponsen ook op met de Ru Paréschool: mensen verbinden. De rol van de directeur van een community center ziet er anders uit dan die van een schooldirecteur. ‘Je moet mensen samen brengen, initiatieven mogelijk maken. Kijken waar behoefte aan is en daar aansluiting op vinden. Kijk naar die ondernemende vrou-
Een samenhangend aanbod van onderwijs, zorg en welzijn wen: die kunnen een rolmodel zijn voor andere moeders. Ze kunnen laten zien dat het leuk is om mee te doen aan activiteiten op school. Om samen met je kind te leren. Iedereen moet het gevoel krijgen dat ze hier een plek hebben waar ze terecht kunnen.’
Onderwijs en opvang Waar Ponsen voor pleit, is een debat over de integratie van opvang en onderwijs. ‘Opvang hoeft niet apart te staan van de onderwijsuren, maar kan juist als ondersteuning van het cognitieve proces dienen. Ik wil een uitwisseling tussen buiten en binnen. Wat mij betreft mag de school vijftig weken per jaar beschikbaar zijn. De maatschappij vraagt daarom. Maar dan moeten we natuurlijk wel af van het traditionele denken; zoals een leraar voor de klas met op gezette tijden bepaalde lessen.’ Wim Ponsen is enthousiast en kan niet wachten om resultaten te boeken. ‘Slotervaart staat in de belangstelling. Ik werk hier nu een jaar en heb al vijf interviews gegeven. Maar ik zeg met een gerust hart: we zijn volop bezig. Reken mij er maar op af als het niet lukt.’ L
Geen inzage in het leerlingvolgsysteem? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
30
Tekst en Beeld Lineke Eerdmans
Talentprogramma van start
Een verrijking voor meer- en hoogbegaafde leerlingen Begin maart 2009 is binnen vijf openbare basisscholen van Stichting IJsselgraaf in Doetinchem het Talentprogramma van start gegaan. Dit programma is, samen met het Rietveld Lyceum, speciaal ontwikkeld voor leerlingen van 4-18 jaar die meer- en hoogbegaafd zijn. Deze zogeheten verrijkingsgroep komt een dagdeel per week bij elkaar en volgt daarnaast individuele projecten. Uitgangspunt is dat zij binnen de eigen school en de eigen groep meedraaien, met voldoende uitdaging en plezier in de leerstof. Het Talentprogramma is méér dan een verrijking.
H
et initiatief voor de ontwikkeling van dit programma komt voort uit de vraag van ouders uit de omgeving van de school. Zij benaderden het Rietveld Lyceum en Stichting IJsselgraaf met de vraag of er in Doetinchem een Leonardo school kon komen. Een afvaardiging heeft daar onderzoek naar gedaan en een Leonardo school bezocht. De conclusie was dat binnen een dergelijke school maar een klein groepje kinderen kan worden bediend, namelijk de hoogbegaafden. Toen ook binnen de katholieke stichting de vraag naar Leonardo onderwijs ontstond, is door een speciaal bureau onderzoek gedaan naar de behoefte en mogelijkheid voor een dergelijke
school in Doetinchem. Ook daarin concludeerde men dat een Leonardo school in Doetinchem niet wenselijk was. Stichting IJsselgraaf besloot daarop samen met het Rietveld Lyceum een eigen programma te ontwikkelen, waarin zowel meerals hoogbegaafde kinderen in hun eigen omgeving de aandacht krijgen waar ze om vragen. Uitgangspunt voor het programma is de vraag en de wens van de leerlingen. Er wordt geen kant-enklare methode uit de kast gehaald. Binnen IJsselgraaf is ongeveer tien procent van de leerlingen meerbegaafd, waarvan maximaal twee procent hoogbegaafd. Binnen de eigen klas volgen zij een aanvullend programma. Het aantal les-
Aandacht voor hoogbegaafdheid Er is in toenemende mate aandacht voor meer- en hoogbegaafde kinderen. De Leonardo school is een van de initiatieven om kinderen met een hoog leerniveau geschikt onderwijs te bieden. Deze kinderen worden in aparte klassen geplaatst en krijgen een eigen lesaanbod. De Vereniging Openbaar Onderwijs is daar geen voorstander van. Een verrijkingsaanbod voor meer- en hoogbegaafde kinderen is nodig, maar kinderen in aparte klassen plaatsen staat andere belangrijke sociaal-emotionele ontwikkelingen in de weg. Om goed voorbereid te worden op de maatschappij moeten kinderen in contact kunnen komen met diversiteit: in cultuur, afkomst én leerniveau.
Inzicht nr 4 - juni 2009
uren blijft gelijk, waardoor ze niet ‘anders’ zijn dan de andere leerlingen. De verrijkingsgroep komt daarnaast een dagdeel per week bij elkaar. Zij kunnen dan met gelijkgezinden groepsdoorbrekend bij elkaar zitten. Daarna gaan zij allen weer terug naar de eigen groep. Dit is een groot voordeel ten opzichte van de Leonardo school.
Kunst en filosofie Leerlingen bij wie een vorm van meer- en hoogbegaafdheid is vastgesteld, hebben andere leerbehoeften en leerstrategieën. Om de doorgaande leerlijn te waarborgen, is altijd goede samenwerking geweest met het Rietveld Lyceum. Samen met hen is het nieuwe Talentprogramma ontwikkeld. Binnen het Rietveld Lyceum volgen leerlingen ook al speciale lessen en tussen de scholen vindt een uitwisseling plaats. Dit leerjaar nog gaan de leerlingen van de basisschool drie keer naar het Rietveld Lyceum om lessen in het voortgezet onderwijs te volgen, die daar speciaal voor hen zijn ontwikkeld. De eerste drie onderwerpen
31 Met dank aan: Rineke van der Leij, algemeen directeur Stichting IJsselgraaf(rechts) Herman Nieuwenhuis, directeur obs Mozaïek in Doetinchem
die aan bod komen zijn: Kunst en Filosofie, Rondje wetenschappen en Bijzondere talen. De wens is om de uitwisseling volgend jaar uit te breiden naar 9 dagdelen. Het Talentprogramma staat nog aan het begin; er is net gestart met de eerste fase van het project. Maar het enthousiasme onder alle betrokkenen is groot. Ouders ondersteunen het initiatief en ook onder leraren leeft grote betrokkenheid. De grootste winst ligt bij de leerlingen; zij voelen zich binnen het nieuwe programma als een vis in het water. Kinderen werken zelf mee aan het ontwikkelen van het programma en geven aan waar hun interesses liggen. Zoals een van de leerlingen opgelucht zei: ‘Nu mag ik eíndelijk het dagboek van Anne Frank lezen!’ Voor haar is een verrijkingstraject ontwikkeld over alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken heeft. Ook zijn er leerlingen bezig met informatieve teksten in andere talen, zoals Spaans en Latijns. Leerlingen maken over verschillenden onderwerpen werkstukken, die ze vervolgens in hun eigen klas mogen presenteren. Daarnaast zijn er contacten met het bedrijfsleven over praktijkgerichte projecten. Van een standaardprogramma is geen sprake. Nieuwe leerlingen zullen immers weer andere behoeften en interesses hebben. De initiatiefnemers vinden het Talentprogramma in meer opzichten uniek. Het is een nieuw, zelf ontwikkeld programma en het zoekt samenwerking met het voortgezet onderwijs. Bovendien springt men in op de invoering van het Passend Onderwijs in 2011, waarin scholen leerlingen onderwijs op maat moeten kunnen bieden.
De leerlingen krijgen extra lessen in onder andere kunst en filosofie Studiedag voor leerkrachten Het Talentprogramma wordt begeleid door een projectleider van de Schoolbegeleidingsdienst IJsselgroep, die als specialisatie hoogbegaafdheid heeft. Binnen de Stichting IJsselgraaf zijn er daarnaast vijf expertgroepen, een per school. Leerkrachten draaien mee in deze groep om zo kennis op te doen en die te verspreiden binnen hun eigen team. Zij hebben begin april, op een studiedag voor alle leerkrachten van de stichting, de workshops over hoogbegaafdheid begeleid met hun praktijkervaringen. Hun werkdruk is uiteindelijk niet groter dan die van leraren op een reguliere school. Ook op dergelijke scholen zitten vaak begaafde leerlingen, die worden alleen nog niet als dusdanig herkend. Leerlingen worden dan betiteld als vervelend, wat zich uit in gedragsproblemen. Juist wanneer dit wordt herkend, kan een leerling goed worden bediend. Leerlingen die het Talentprogramma volgen, zitten beter
in hun vel. De verwachting is ook dat in de toekomst leerlingen geen klas meer hoeven over te slaan. Sociaal-emotionele problemen worden hierdoor ook verminderd. De wens is dat dit Talentprogramma de werking van een olievlek krijgt en dat ook andere scholen en besturen er bekend mee worden en er zodoende meer samenwerkingsverbanden ontstaan. In Doetinchem is al zichtbaar dat ook binnen het katholieke en het protestants-christelijk onderwijs bepaalde programma’s in ontwikkeling zijn. Het is jammer dat er op die manier verschillende ‘wielen’ worden ontwikkeld. Scholen zouden hun kennis moeten bundelen. Vraag gestuurd onderwijs moet het uitgangspunt worden. L
Geen kopieën van het leerling-dossier? 0800 5010 of mobiel 0900 5010123 (45ct/pg)
32 vraag & antwoord Heeft u een vraag over onderwijs van uw kind? Bel 5010, hét telefonische en digitale loket voor ouders, voor informatie en advies over onderwijs. 5010 is op schooldagen bereikbaar tussen tien en drie, via0800-5010 (gratis), kiesk ‘onderwijs’, toets 4(of mobiel naar 0900-5010123 / 45 ctpg). Vragen stellen kan ook via www.voo-50tien.nl
Overstuur door excursie Mijn dochter zit in groep 7 en wil beslist niet mee met de ‘excursie’ naar het bejaardentehuis. Het is de bedoeling dat zij daar koffie en thee schenkt tijdens een spelletjesmiddag. Vorig jaar is een aantal leerlingen overstuur thuisgekomen, vanwege de ernstige dementie die sommige bewoners hebben. De school zegt dat het verplicht is, omdat het een onderdeel is van het onderwijsprogramma. Moet mijn dochter echt mee? Ja. Leerlingen zijn verplicht het door de school vastgestelde onderwijsprogramma te volgen. Toch is het voorstelbaar dat deze excursie te belastend is voor leerlingen van groep 7. U kunt dit met de leerkracht en de directeur bespreken. Wanneer er geen oplossing komt, kunt u de medezeggenschapsraad (MR) vragen of zij met de directeur willen bespreken hoe de school hiermee omgaat. Mogelijk heeft de MR ingestemd met deze excursie, zonder zich te realiseren wat voor effect het op sommige kinderen kan hebben. Als ook het aanspreken van de MR geen verandering brengt in de houding of het beleid van de school, dan kunt u bij het bevoegd gezag vrijstelling aanvragen voor deze excursie. Hiervoor kunt u een beroep doen op artikel 41, lid 2 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), waarin de mogelijkheid tot vrijstelling van deelname aan bepaalde onderwijsactiviteiten staat beschreven. L
Te grote groep Zoals het er nu naar uitziet, zal groep 7 volgend jaar bestaan uit 31 leerlingen. Ik vind dit erg veel voor een groep die zo belangrijk is. Zijn er wettelijke normen voor de groepsgrootte? Nee. De school stelt hiervoor zelf grenzen vast, in samenspraak met de medezeggenschapsraad (MR). Als dit onderwerp nog nooit in de MR is besproken, is er dus geen beleid geformuleerd. U kunt de MR vragen dit onderwerp te agenderen. Maar ook als er wel afspraken zijn gemaakt, kunt u uw zorgen kenbaar maken aan (een ouder uit) de MR en vragen om dit nog eens te bespreken met de directeur. Het is dan aan te bevelen uw individuele zorg te delen met de andere ouders uit groep 7, waarmee u uw punt sterker maakt. L
Rekening voor softwarelicentie Ik heb in april een rekening van de school (havo) ontvangen voor een licentie die zij voor mijn zoon hebben afgesloten voor het gebruik van software (voor economie). Ben ik verplicht dit te betalen? Nee, tenzij u in het begin van het schooljaar een overeenkomst heeft ondertekend waarmee u zich heeft verbonden om deze bijdrage te betalen. De school mag u geen rekening sturen voor een licentie waar u geen weet van heeft. L
Inzicht nr 4 - juni 2009
33 Combinatiecijfer op eindcijferlijst Kunt u meer vertellen over het combinatiecijfer dat met de invoering van de vernieuwde tweede fase verplicht moet voorkomen op de eindcijferlijst? Ik las dit in het programma van toetsing en afsluiting (PTA) van de havo van mijn zoon. Wat is het doel van dit cijfer? Het combinatiecijfer is een verplicht eindcijfer dat op de cijferlijst moet staan. Het cijfer wordt gevormd door het gemiddelde van de relatief kleine vakken die geen centraal eindexamen kennen. Dit cijfer wordt in de uitslagregel beschouwd als het cijfer van een vak, gelijkwaardig aan de cijfers van de andere (grote) vakken.
Het combinatiecijfer bestaat in ieder geval uit het cijfer voor het profielwerkstuk en voor maatschappijleer. Op de havo kan hier literatuur en algemene natuurwetenschappen aan worden toegevoegd. Op het vwo is algemene natuurwetenschappen een verplicht onderdeel van het combinatiecijfer en kan naast literatuur ook nog klassieke culturele vorming worden toegevoegd. Deze regeling is bedoeld om de vakken op de eindlijst gelijkwaardiger te laten zijn. De afzonderlijke onderdelen van het combinatiecijfer en het behaalde resultaat moeten ook worden vermeld. Een leerling mag, om te slagen, niet lager dan een 4 scoren op een van de onderdelen van het combinatiecijfer. L
Geen instemming met schoolgids
Gemengd slapen tijdens schoolreis
De oudergeleding van onze MR heeft een conflict met de directeur. Wij zijn het er namelijk niet mee eens dat de leerlingen vrij zijn tijdens het Suikerfeest. Daarom hebben wij niet ingestemd met de schoolgids. Nu heeft de directeur de schoolgids opnieuw voorgelegd, zonder de gewraakte passage, maar hij is nog steeds van plan om op het Suikerfeest vrij te geven. Hebben wij nu nog een mogelijkheid om dit tegen te houden?
De directeur heeft ons laten weten dat wij als ouders niets te zeggen hebben over het gemengd slapen van de leerlingen tijdens de meerdaagse schoolreis. Klopt dit?
Ja. U kunt als oudergeleding van de MR opnieuw uw instemming onthouden aan de schoolgids. Als reden hiervoor kunt u aangeven dat de schoolgids onvolledig is, omdat niet alle vrije dagen zijn opgenomen. Toch is het vrij geven van leerlingen tijdens feestdagen, waaronder het Suikerfeest, niet ongebruikelijk. Dat past ook in de traditie van het openbaar onderwijs, waar actief aandacht en ruimte is voor verschillende culturen en achtergronden. L
Ja, de school (team, directie en MR) kunnen dat inderdaad besluiten. Maar als er bij ouders of leerlingen bezwaren leven tegen het gemengd slapen, moet de school hier wel iets mee. Als het tot gevolg heeft dat ouders hun kinderen thuis houden, is een heroverweging op z’n plaats. U kunt de oudergeleding van de medezeggenschapsraad (MR) vragen om hieraan in de volgende overlegvergadering met de directie aandacht aan te besteden. De MR kan samen met de directie een afweging maken. Mocht u zelf onoverkomelijke bezwaren hebben tegen het gemengd slapen, dan kunt u een beroep doen op artikel 41, lid 2 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), waarin de mogelijkheid tot vrijstelling van deelname aan bepaalde onderwijsactiviteiten staat beschreven. L
Speciaal Onze dochter zit in groep 3 en heeft een flinke achterstand in met name rekenen en taal. Ze heeft geen stoornis, maar volgens een test in 2007 heeft zij een IQ van 73. De leerkracht heeft al vaker aangegeven dat een school voor speciaal basisonderwijs beter voor haar zou zijn. Wij zijn het daar absoluut niet mee eens en verwachten dat de school meer inzet toont en een speciaal programma ontwikkelt. De school weigert dat. Is het niet zo dat scholen vanaf 2010 een zorgplicht hebben en ons een goed alternatief moet bieden?
Nee. U doelt waarschijnlijk op passend onderwijs, dat per 2011 moet starten. Passend onderwijs houdt in dat een schoolbestuur een leerling niet meer mag weigeren vanwege een te zware zorgbehoefte. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor een passend onderwijsarrangement. Dit kan inhouden dat een leerling een plaats krijgt aangeboden in een andere school of in het speciaal basisonderwijs. Er zijn in Nederland twee soorten geïndiceerd onderwijs. Het speciaal onderwijs (SO) is voor leerlingen met handicaps en aandoeningen. Het speciaal basisonderwijs (SBO) is voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen. De ervaring leert overigens dat leerlingen met een IQ van 73 vaak beter af zijn in het speciaal basisonderwijs. L
Langdurig ziek thuis, wie verzorgt het onderwijs? Bel 5010, op schooldagen tussen 10 en 3
Expertisecentrum
Verantwoord Overblijven Cursusaanbod Tussenschoolse Opvang 2009-2010 voor medewerkers en coördinatoren Medewerkers en coördinatoren van het overblijven op uw school kunnen hun vaardigheden verbeteren door het volgen van een van de cursussen van het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven. Het Expertisecentrum biedt een gevarieerd cursusaanbod, met op maat gesneden modules. Kijk hiervoor op www.verantwoordoverblijven.nl.
Gratis deelname door subsidieregeling Deelname aan de cursussen van het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven wordt volledig vergoed via de subsidieregeling scholing overblijfmedewerkers van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het schoolbestuur (bevoegd gezag) dient hiervoor het aanvraagformulier (CFI 69012) op te sturen aan het CFI, Unit BPO, postbus 606, 2700 ML Zoetermeer. Het CFI moet dit uiterlijk
op 1 juli 2009 hebben ontvangen. Rond 1 september ontvangt het schoolbestuur vervolgens de beschikking van het CFI. Schoolbesturen kunnen de medewerkers en coördinatoren wel alvast (laten) inschrijven voor de cursussen op www.verantwoordoverblijven.nl. Indien er geen of onvoldoende subsidie wordt ontvangen, kan de inschrijving tot 1 december 2009 kosteloos worden geannuleerd.
Let op
Nu aanmelden
Schoolbesturen moeten uiterlijk voor 1 juli a.s. subsidie hebben aangevraagd bij het CFI, zodat de cursussen via de subsidieregeling worden bekostigd. Het formulier (CFI 69012) is te downloaden via www.verantwoordoverblijven.nl.
Schoolleiders en coördinatoren tso kunnen in overleg met hun schoolbestuur het aantal deelnemers nu alvast aanmelden bij het Expertisecentrum. Aanmelden kan verder op ieder moment gedurende het schooljaar, via www.verantwoordoverblijven.nl.
Het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven is een van de grootste aanbieders van cursussen voor medewerkers en coördinatoren in de tussenschoolse opvang (tso). Het cursusaanbod wordt uitgevoerd in samenwerking met de Vereniging Openbaar Onderwijs.
Cursusaanbod Verantwoord Overblijven Er komt veel kijken bij een goed georganiseerde en verantwoorde tussenschoolse opvang. Tijdens de cursussen van het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven krijgen de medewerkers en coördinatoren veel praktische
Basiscursus medewerker tso Locatie: in uw regio1 Cursusduur: vier bijeenkomsten Wanneer: woensdagochtend van 9.00 tot 11.30 uur Prijs: ` 300,- per cursist, elke vierde cursist betaalt ` 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie.2
De basiscursus is een complete cursus van vier ochtenden. In de basiscursus leren de medewerkers tso door middel van praktische tips en het uitwisselen van hun ervaringen omgaan met veelvoorkomende situaties bij het overblijven. Vier modules komen aan de orde: Dilemma’s in de praktijk, Communicatie, Pesten en De wet in praktijk gebracht.
Vervolgcursus medewerker tso Locatie: in uw regio1 Cursusduur: vier bijeenkomsten Wanneer: woensdagochtend van 9.00 tot 11.30 uur Prijs: ` 300,- per cursist, elke vierde cursist betaalt ` 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie.2
De vervolgcursus sluit aan op de basiscursus. In de vervolgcursus wordt dieper ingegaan op enkele thema’s die in de basiscursus al aan bod kwamen. Daarnaast wordt een aantal nieuwe onderwerpen behandeld. Vier modules komen aan de orde: Positief leiding geven aan kinderen, Conflicten tussen en met kinderen, Omgaan met hyperactieve kinderen en Verantwoordelijkheid en betrokkenheid.
Coördinatorcursus tso Locatie: in uw regio1 Cursusduur: twee bijeenkomsten Wanneer: vrijdag van 9.30 tot 14.30 uur Prijs: ` 300,- per cursist (incl. lunch), elke vierde cursist betaalt ` 100,-. Deelname is gratis met subsidie van het ministerie.2
In de coördinatorcursus leren coördinatoren tso de basisvaardigheden met betrekking tot leiding geven, organiseren en coachen van medewerkers. Ervaringen in de eigen overblijfsituatie worden besproken. Vier modules komen aan de orde: Wetgeving, Overblijven in de praktijk, Communicatie en Financieel beleid. Hierbij komen ook coaching, vergaderen en administratie aan bod.
Expertisecursus coördinator tso Locatie: centrale plaats in het land1 Cursusduur: vier bijeenkomsten Wanneer: vrijdag van 9.30 tot 14.30 uur Prijs: ` 500,- per persoon (inclusief lunch). Deelname is gratis met subsidie van het ministerie. 2 2
De expertisecursus is het vervolg van de coördinatorcursus. In deze verdiepingscursus vergroten coördinatoren hun bekwaamheid. De informatie in de expertisecursus kan dagelijks in praktijk worden gebracht. Zes modules komen aan de orde: Leiding geven aan een overblijforganisatie, Coachen, Reflecteren op de praktijk, Werving en selectie, Financiën en Wet- en regelgeving.
Als korte cursus opgeven op aanvraagformulier CFI.
Expertisecentrum
Verantwoord Overblijven
Meer informatie of advies
Vereniging Openbaar Onderwijs Louis Armstrongweg 120 Postbus 60182, 1320 AE Almere T 036 533 1500 www.verantwoordoverblijven.nl
Het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven geeft aan scholen en schoolbesturen advies en begeleiding op het gebied van organisatie, financiën en medezeggenschap met betrekking tot de tussenschoolse opvang. Neem voor meer informatie of advies contact op met het cursusbureau van het Expertisecentrum Verantwoord Overblijven via telefoonnummer 036 533 1500.
opmerkelijk Examenstress
Of een scholier er nu goed of iets minder goed voorstaat, voor de meeste jongeren komt er een moment dat de zenuwen toeslaan. En nervositeit kan flink roet in het eten gooien tijdens het maken van de eindtoets. Gelukkig zijn er tal van websites met tips en trucs om de spanning te lijf te gaan. Maar welke daarvan is nu de beste? Een commerciële site die meditatie of juist sporten adviseert? Een zweverige die toch vooral aanspoort tot het meenemen van de liefste knuffel naar het examen? Of toch maar het betrouwbaar ogende hulpmix.nl waarin verschillende bureaus voor jeugdzorg samenwerken die per email persoonlijke adviezen verstrekken? Een beetje gevoelig type voelt het al aankomen. Precies ja, keuzestress! L
Homo’s welkom op iedere school.
“Zit je weer te dromen?”. Kinderen die veelvuldig met een afwezige
Dat is waar onderwijsminister Plasterk zich van harte voor wil inzetten. Onlangs schreef hij maar weer eens in een brief aan alle scholen in Nederland dat seksuele geaardheid nooit een reden mag zijn om iemand een baan te weigeren, óók niet op een christelijke school. Dat is de nestor van de Tweede Kamer, de heer Van der Vlies, direct in het verkeerde keelgat geschoten. De minister zou met zijn opvattingen de “bijl aan de wortel van de vrijheid van onderwijs” zetten. De SGP-voorman stelt dat het op die manier voor christelijke schoolbesturen onmogelijk wordt om in de lijn van hun overtuiging te handelen. Die overtuiging is dus kennelijk dat een homo niet voor de klas hoort. Dat de vrijheid van godsdienst gemakkelijk botst met artikel 1 van de grondwet (“gij zult niet discrimineren”) is op zich geen nieuws. Maar voor leerkrachten èn leerlingen die ontdekken homo of lesbo te zijn en bovendien op een school met christelijke signatuur zitten, doen wij – ook als openbaren – maar gauw een schietgebedje. L
blik uit het raam zitten te staren en met hun gedachten mijlenver weg lijken te zijn, krijgen dat nogal eens te horen van leerkracht of ouder. En niet bepaald omdat hun gedrag positief wordt gewaardeerd. Integendeel, de in zichzelf gekeerde leerling wordt meestal gemaand eens wat beter op te letten. De vraag is of die aansporing terecht is. In Canada wilde een wakkere professor daar wel eens het fijne van weten. Hij legde de dagdromers in de MRI-scanner en bracht de activiteiten van het brein in kaart. En wat bleek: tijdens momenten van afdwalende gedachten – de momenten met de glazige blik dus – waren de hersens juist veel actiever aan het werk dan in de meer alerte periodes. Met name de hersendelen waar problemen worden opgelost bleken zich flink te roeren. Alle reden dus voor de juffen en de meesters om de dromertjes in de klas te koesteren. Dát zijn immers de grote denkers! L
Verhuizen en dan de
kinderen naar een school in de buurt. Dat is het plan van een gezin uit Gouda. In november betrekken ze hun nieuwe huis in Den Bosch. In een wijk waar één van de Brede Bossche Scholen staat. Geweldig! De Goudse familie schreef de kinderen alvast in. Per 1 november uiteraard, want eerder wonen ze er niet. Maar ho ho! Dat ging zomaar niet. De schooldirecteur liet weten dat kindjes van harte welkom waren, maar wel met ingang van 1 oktober. Inschrijvingen ná 1 oktober, dáár kon ie niet aan beginnen. Nu is de financiering van het onderwijs zo geregeld dat een school een leuk bedrag krijgt voor iedere leerling die op 1 oktober staat ingeschreven. Iedere latere instromer kost een school dus op de een of andere manier geld. Als dat de reden voor de opstelling van de directie is, lijkt het erop dat het rekenen op deze school wel in orde is. L
Kleine scholen komen vooral voor op het platteland. Van Groningen tot Limburg en van Zeeland tot het uiterste oosten van Drenthe en Overijssel zijn dorpen en gehuchten te vinden waar de basisschool de laatste voorziening voor de bewoners is. Als die verdwijnt, verdwijnt vaak ook – haast letterlijk – het leven uit een gemeenschap. Zaak dus om goed na te denken alvorens een school op te heffen. Toch moet een school die minder dan 23 leerlingen telt
Niet alleen dromen, ook slapen doet de scholier goed. Dat is nu officieel bewezen. In Groot-Brittannië deze keer. Onderzoekers lieten scholieren flinke rijen woorden uit hun hoofd leren. De proefpersonen werden vervolgens overhoord. Maar niet allemaal op dezelfde manier. Sommige moesten direct na het ‘stampen’ aan de bak, anderen mochten eerst een tijdje onder zeil. De uitkomst was opmerkelijk, bijna alle deelnemers die voor de overhoring een dutje hadden gedaan scoorden beter dan degenen die direct na het leren werden bevraagd. De Britse wetenschappers zien hierin hét bewijs dat nieuw geleerde woorden pas definitief in het brein worden opgeslagen tijdens het slapen. Studieadvies: boek onder het kussen en ‘slapend wijs worden’. L
er doorgaans aan geloven. Onlangs was het in de gemeente Midden Drenthe zo ver. Het bestuur van de stichting voor openbaar onderwijs aldaar vroeg de gemeenteraad de knoop door te hakken en van één van de scholen – in een dorp van hooguit 450 zielen – de deuren definitief te sluiten. Nu heeft de gemeenteraad daar in het geval van openbaar onderwijs inderdaad het laatste woord in, maar een beetje gemeenteraad sluit een school slechts in het uiterste geval.
Toen de lokale politici er achter kwamen dat nog helemaal niet was onderzocht of de school misschien met een school in een dorp verderop kon fuseren en zo kon blijven bestaan, sommeerden ze het schoolbestuur eerst maar eens het huiswerk te gaan maken. Als het bestuur echt zeker wist dat sluiten de enige optie was mochten ze terugkomen. Eén hoeraatje voor de gemeenteraad voor Midden Drenthe. Dat mag ook wel eens worden gezegd! L