Lichamelijke oefening als edel tijdverdrijf
sport op de buitenplaatsen Door Reinildis van Ditzhuyzen
Een graaf aan het croquetspel, een Oranjeprins op de tennisbaan, een landheer aan het biljart, een baron op de fiets. Zo ging het vroeger toen sport vooral was voorbehouden aan adel en elite. Het ‘gewone volk’ deed er niet aan. Maar dat is inmiddels grondig veranderd, zo grondig dat tegenwoordig vrijwel iedereen aan sport doet. Het is een normaal onderdeel van ons dagelijks leven geworden. Hockey, tennis en inmiddels ook golf hebben zich ontwikkeld tot ware volkssporten. Maar als je in het verleden van al die sporten duikt, dan zie je dat ze zich vrijwel alle hebben ontwikkeld vanuit het vermaak van adel en elite, dat vooral op buitenplaatsen plaatsvond. Het is dan ook de maatschappelijke toplaag die eind negentiende, begin twintigste eeuw een sleutelrol speelt bij de opkomst van de moderne sport in Nederland.
D
it verbaast niet. De opvoeding van adel en elite is er vanouds op gericht een scherp intellect te kweken, gepaard aan een goed getraind lichaam. Zo schrijft Baldassare Castiglione in 1528 in zijn invloedrijke etiquetteboek Het boek van de hoveling over alles wat de volmaakte edelman moet kunnen: paardrijden, schermen, vechten, schieten, maar ook musiceren en dansen. Hij moet
48
arcadië
zich flink inspannen om zich dit allemaal eigen te maken, maar die intensieve oefening mag je er niet aan afzien. Alles hoor je te doen met gratie, flair en quasinonchalance, in het Italiaanse sprezzatura geheten. De door Castiglione genoemde lichamelijke oefeningen hebben te maken met vaardigheden die voor het slagveld nodig waren, zoals paardrijden en schermen. Maar ook dansen, want dat zorgt voor behendigheid,
scherpte, evenwichtsgevoel, alertheid, snelheid, inzicht en uithoudingsvermogen; vaardigheden die je goed kon gebruiken op het slagveld. Ten slotte zorgt een goed getraind lichaam er ook voor dat de edelman zich elegant kan presenteren en zich in lichaamshouding onderscheidt van de massa. Goede sociale contacten
De negentiende eeuw zag een nieuwe opleving van sporten. De moderne sportbeoefening was onder meer op Engelse privé kostscholen tot ontwikkeling gekomen. Daar werd veel aandacht aan sport besteed als middel tot karaktervorming. Door in teamsporten te spelen leer je onderlinge solidariteit en ontstaat een
Het moderne tennis
was één van de eerste sporten waaraan
vrouwen volwaardig konden deelnemen
arcadië
49
De negentiende eeuw zag een nieuwe opleving van sporten
Dat was niet alleen voor de gezelligheid, maar ook voor het bevestigen van de eigen maatschappelijke positie
50
arcadië
De mooie Filips
was een fanatiek collectieve identiteit. Juist op buitenplaatsen werden in die tijd (en worden nog steeds) tal van sportieve activiteiten beoefend. Men richtte er biljart- en jachtkamers in en bouwde paardenstallen, tennisbanen en zwembaden. Op landgoederen werd gefietst en op het gras kon je gezellig croquet spelen. In verhouding met de werkende klasse hadden adel en elite voor de sport niet alleen geld en genoeg ruimte op hun buitenplaats, ook hadden ze veel vrije tijd. Dat werd graag besteed aan het onderhouden van goede sociale contacten. Dat was niet alleen voor de gezelligheid, maar ook voor het bevestigen van de eigen maatschappelijke positie. Tennis
Tennis ontwikkelde zich tot een ideale buitenplaatssport. Nieuw was dit balspel niet: al rond 1500 wordt de eerste tennisbaan van ons land op het Binnenhof, achter de Ridderzaal, aangelegd. (Er ligt op die plek een gedenkplaquette). Het woord tennis is overigens afgeleid van het Franse ‘tenez’ (houd ‘m!), waarmee de service werd aangekondigd. Het in nette kringen zo populaire spel had vanaf 1500 de volgende kenmerken: de bal werd met een racket over een net gespeeld; de puntentelling ging van 15, 30, 40 naar 60 of game; en men speelde op een baan tussen vier muren om schade door rondvliegende ballen te beperken. Een belangrijk verschil met modern tennis, dat na circa 1800 in zwang kwam, is de baansoort, tegenwoordig op gemalen dakpannen (gravel), op hardcourt en heel soms op geschoren gras (lawn tennis). Wie was nu degene die onze eerste tennisbaan aanlegde? Dat was Filips de Schone (1478-1506), hertog van Bourgondië. Hij blijkt de eerste racketbezitter van ons land te zijn geweest. De mooie Filips was een fanatiek speler; ja, zo groot was zijn hartstocht voor tennis dat hij eraan bezweek. Na afloop van een zware partij in 1506 dronk hij zoveel water dat hij ter plekke stierf. Inmiddels had de elite dit spel met een ‘reket’ ontdekt. Bij verschillende kastelen en buitenplaatsen werden tennisbanen aangelegd, onder meer bij Huis
speler; ja, zo
groot was zijn
hartstocht voor tennis dat hij
eraan bezweek
Bergh in ’s Heerenberg, Huis ter Kleef bij Haarlem en Batestein bij Vianen. Ook de Prinsen van Oranje, zoals Willem I en zijn zoons Maurits en Frederik Hendrik, sloegen graag een balletje, onder meer op de banen bij het kasteel van Breda en het Prinsenhof te Arnhem. Stadhouder Willem II was de meest hartstochtelijke tennisspelende Oranjeprins. Hij was niet bij de tennisbaan weg te slaan en zei hierover dat ‘hij zo graag speelt dat hij niet kan ophouden als hij er is’. De Oranjeprins liet tennisbanen bouwen bij zijn Huis te Dieren en het paleis Honselersdijk. Overigens was het niet ongebruikelijk om ter vergroting van de opwinding voor zowel spelers als toeschouwers geld in te zetten op de uitslag van de wedstrijd. In de negentiende eeuw verrijzen in ons land steeds meer privé tennisbanen, onder meer bij kasteel Amerongen. Hoe ging het er daar aan toe? Men zag tennis als een sociaal evenement, maar men speelde natuurlijk ook ter ontspanning. Geregeld werden tennispartijen georganiseerd. Daartoe stuurden families van buitenplaatsen elkaar uitnodigingen om partijen te spelen en tussendoor gezellig bijeen te zitten
arcadië
51
Bijschriften? Beeld Falkland palace Schotland, gravure Crispijn vd Passe yousend it Rijksmuseum, tennis Amerongen via Utrechts Archief We tranfer, tennis baan bij Nijenhuis en tennis op Middachten
en te converseren. Bij de baan waren zitjes met stoelen en tafels, waar verfrissingen en versnaperingen vanuit de keuken werden gebracht. Vaak arriveerden de gasten voor de thee; aansluitend ging men dan tennissen. Op Amerongen vertrokken de kinderen als het spel ten einde liep alvast naar huis om in de drie badkamers die het kasteel destijds telde de baden vol te laten lopen. De spelers fristen zich op en verkleedden zich voor het diner. De avond werd vaak besloten met een spelletje bridge. Ongedwongen wijze van contact maken
Overigens heeft de tennissport in de afgelopen honderddertig jaar grote invloed uitgeoefend op de wijze van kleden bij sport en vervolgens ook op de dagelijkse mode. Het moderne tennis was één van de eerste sporten waaraan vrouwen volwaardig konden deelnemen. Dat was mogelijk, omdat het werd gespeeld op beschutte particuliere banen. Deze deelname door vrouwen was tot groot genoegen van de jonge mannen, die op een meer ongedwongen wijze contact konden zoeken. Het woord flirten is dan ook met de tennissport meegekomen. In de loop van de negentiende eeuw werd tennis allengs populairder. Mensen zónder buitenplaatsen wilden dit mooie spel ook beoefenen en zo ontstonden
52
arcadië
speciale tennisclubs. De eerste waren de Lawn Tennis Club Haarlem en Victoria in Rotterdam, Ready in Gorinchem en Sphaerinda in Utrecht. In 1899 werd de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond opgericht. Tennis begon aan een ware triomftocht: tegenwoordig heeft de KNLTB rond de 700.000 leden en vormt daarmee in grootte de tweede sportbond in Nederland. Literatuur: • C. de Bondt: Heeft yemant lust met bal, of met reket te spelen..? Tennis in Nederland tussen 1500 en 1800, Hilversum 1993
Alles hoor je te doen met gratie, flair en quasinonchalance
• M. Knuijt, C. de Bondt (red.): De adel in beweging. Aspecten van een sportief leven op een adellijk huis, Stichting Vriendenkring Kasteel Amerongen 1999
arcadië
53