Speech Anja van Gorsel Jaaropening Albeda College op maandag 22 augustus 2011 Welkom allemaal, mede namens mijn collega’s in het bestuur: Marcel Nollen en Renata Voss! Welkom studenten, collega’s, samenwerkingspartners en leden van de Raad van Toezicht. Welkom natuurlijk ook aan de Minister van Onderwijs, mevrouw van Bijsterveldt ! Fijn dat u er allemaal bij kunt zijn en iets meemaakt van de aanpak van het Albeda College en de stimulerende sfeer op onze school. Het is fijn om elkaar weer te zien, elkaar te ontmoeten. Helaas geldt dat niet voor alle collega’s. Sommige moeten vandaag verstek laten gaan omdat ze ziek zijn. Helaas zijn ons het afgelopen jaar ook diverse collega’s ontvallen. Het is een opdracht aan ons allen om juist in moeilijke tijden met elkaar in verbinding te blijven. Laten we even een moment nemen om aan hen te denken. Dames en Heren, wat een stimulerende opening van ons nieuwe studiejaar ! Voor mij zijn zowel de samenwerking met Feyenoord als het gesprek met de Studentenraad, stimulerende voorbeelden van onze aanpak. Binnen en buiten het Albeda, zoeken we naar verbinding. We brengen samenwerking tot stand….om het samen beter te doen. Vorig jaar presenteerde ik jullie het strategisch plan van het Albeda College: Ruim Baan voor goed Beroepsonderwijs, inmiddels vaak Ruim Baan 1.0 genoemd. Wat hebben we tot nu toe gerealiseerd met z’n allen? Waar staan we? We maken vandaag een tussenbalans op en we kijken vooruit. Want het zal jullie duidelijk zijn: we zijn er nog niet. Goed, wat zijn de belangrijkste resultaten van Ruim Baan 1.0? Kort samengevat ging het om vier belangrijke zaken: 1. 2. 3. 4.
de basis op orde een betere aansluiting op de arbeidsmarkt een kans moet een echte kans zijn! meer ruimte voor de onderwijsteams.
De basis op orde betekent de ‘gewone dingen goed doen’. Hier is het afgelopen jaar hard aan gewerkt. De vooruitgang is zichtbaar. Ik noem twee voorbeelden: De brede invoering van een verzuimprotocol En de onderwijstijd is overal op orde. Maar we zijn er nog niet, het zal nog wel een paar jaar duren voordat we op dit punt tevreden kunnen zijn. Ik stip drie punten aan voor het komende jaar: In de eerste plaats hechten we groot belang aan extra onderwijstijd in de BBL. We plannen minimaal 180 uur en dat is 60 uur meer dan is afgesproken in het convenant met de MBO Raad.
1
In de tweede plaats is nog steeds een belangrijk verbeterpunt het voorkomen van lesuitval. Lessen worden gegeven zoals gepland. Roosters worden gemaakt met de student als uitgangspunt. Het derde punt betreft de aantrekkelijkheid van het onderwijs: onze studenten vragen om onderwijs dat hen uitdaagt. Om docenten die hen aansporen hun grenzen te verleggen en die hen daarbij ondersteunen. Dat stelt hoge eisen aan de pedagogisch didactische vaardigheden van docenten. Daarom staat dat onderwerp hoog op de agenda van ons grote scholingstraject. Een betere aansluiting op de arbeidsmarkt, was een ander belangrijk onderwerp uit Ruim Baan 1.0. Van ouds waren er binnen het Albeda op dit punt grote verschillen. Binnen onze organisatie neemt het besef toe dat de relevantie van opleidingen voor de arbeidsmarkt van groot belang is. De komende jaren zullen hier belangrijk stappen gezet worden. Ik kom daar straks bij de speerpunten op terug. Een kans moet een echte kans zijn, was het derde belangrijke punt uit Ruim Baan 1.0. Iedereen is welkom maar er moet een reële kans zijn op het behalen van een diploma. Dat hebben we op twee manieren uitgewerkt:
De intake is op brede schaal zodanig verbeterd dat scherper wordt gekeken naar welke opleiding past bij de mogelijkheden van een student.
Daarnaast starten we het nieuwe cursusjaar met de brede domeingroep Zakelijk, gevolgd door Sociaal en Techniek, waardoor studenten die niet precies weten welke opleidding bij hen past, zich wat langer kunnen oriënteren
Tot slot over onze eigen organisatie. In Ruim Baan 1.0 is de focus gelegd op het verbeteren van het primair proces door de onderwijsteams te versterken. Daarom werkten we het afgelopen jaar hard aan de aanpassing van de structuur. Branches worden integraal verantwoordelijk. De branchedirectie is gevormd. En uiterlijk 1 januari zijn de onderwijsleiders benoemd en de teams gevormd. Daarmee komen de bevoegdheden lager in de organisatie te liggen. De onderwijsteams worden verantwoordelijk voor het hele onderwijsproces. Dat is een grote stap voorwaarts. Om de nieuwe directies, de onderwijsleiders en de docenten in staat te stellen hun nieuwe verantwoordelijkheid goed te kunnen dragen, zijn de staven hard aan het werk om hun dienstverlening nog beter te laten aansluiten op de behoefte van de branches. Daarnaast zullen we met de universiteit van Tilburg een scholingstraject opzetten, gericht op alle niveaus. Nu ligt de bal bij jullie, bij de teams, bij de docenten. Ik ben er van overtuigd dat jullie die kans zullen grijpen. Voor mij is het duidelijk: Ruim Baan 1.0 is in uitvoering ! Voor volgend jaar, Ruim Baan 2.0 hebben we drie speerpunten benoemd.
2
Hier zijn ze dan. 1. We kiezen voor versterking van het vakmanschap Het Albeda College stelt vakmanschap centraal. De beroepspraktijkvorming is de spil van ons onderwijs waarin leren in de context van het beroep van groot belang is. Ondanks de plannen van de overheid om het BPV- aandeel terug te brengen, zullen wij dit op peil houden. Dat is een overtuigde keuze. We willen het unieke karakter van het beroepsonderwijs behouden en de band met de regionale bedrijven bestendigen. 2. We kiezen voor versterking van het partnerschap met het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen We vinden het belangrijk dat het bedrijfsleven invloed heeft op aanbod, vormgeving en inhoud van ons onderwijs. Met als doel ons onderwijs te innoveren en beter te laten aansluiten op de vraag van de arbeidsmarkt. Een mooi voorbeeld van deze steeds intensievere samenwerking vind ik het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Onderhoud in Mobiliteit, dat we samen met Zadkine hebben opgezet. Een goede aansluiting op de arbeidsmarkt houdt ook in dat onze opleidingen mensen opleiden waar vraag naar is. Dat is een maatschappelijk belang maar zeker ook een persoonlijk belang van de studenten. Volgend jaar gaan we dan ook keuzen maken. De meeste opleidingen worden gewoon gehandhaafd, maar we zullen waar nodig ook moeten krimpen of afstoten. De voorbeelden dienden zich trouwens al aan. Educatie is al sterk ingekrompen, evenals Secretarieel & Administratie. Bij Welzijn is sprake van een sterk teruggelopen vraag van de instellingen, vooral door overheidsbezuinigingen. Daar staat tegenover dat we meer zullen gaan samenwerken met het bedrijfsleven om het aantal studenten te vergroten voor die opleidingen waar de arbeidsmarkt om vraagt. Ik denk dan aan Techniek en Zorg. De arbeidsmarkt vraagt in deze sectoren de komende jaren grote aantallen medewerkers. Vroegtijdige beroepsoriëntatie is hierbij uiteraard van groot belang. Het is toch te gek voor woorden dat op dit moment in sommige bedrijven 30% Polen en Bulgaren rondlopen, terwijl het aantal jeugdwerklozen in Rotterdam enorm hoog is! Deze ontwikkeling zal de Minister wel bevallen, denk ik. Onze koers is sterk in lijn met het Rijksbeleid dat de doelmatigheid van het onderwijs tracht te bevorderen. Wij kunnen echter als onderwijsorganisatie niet alle arbeidsmarktvraagstukken oplossen. Dat beeld wordt echter weleens geschetst, maar hier is sprake van is een verantwoordelijkheid van meerdere partijen. Dus ook die van het bedrijfsleven.
3
Ons derde en laatste speerpunt: 3. Versterking van de samenwerking met andere onderwijsinstellingen. Onze doelstelling is om mensen zo hoog mogelijk op te leiden en om uitval te voorkomen. Dat is belangrijk voor de kennissamenleving en de economie in deze stad en regio. Dit doel wordt uitsluitend bereikt als we de samenwerking tussen de verschillende instellingen versterken. Ik doel op een naadloze aansluiting met het VMBO en het HBO, denk aan de ADtrajecten, maar ook aan onze participatie in het Rotterdam Offensief. En ik doel op een intensieve samenwerking met Zadkine. We doen sommige opleidingen, zoals bij techniek, in nauwe samenwerking. Om ze overeind te houden, kennis te delen en kosten te besparen. Onze drie speerpunten op een rij. Ze zullen dit jaar onze leidraad zijn, we zullen er intensief mee bezig zijn. Ruim Baan is duidelijk in uitvoering, de prioriteiten voor volgend jaar zijn benoemd. Maar alles staat of valt met de manier waarop de betrokkenen bij het Albeda, van hoog tot laag, met elkaar omgaan. De mate waarin we elkaar op een constructieve manier weten te vinden, bepaalt of we goed of minder goed presteren. En met minder of meer plezier. We kunnen onze missie alleen voltooien als we sterk zijn in samenwerken, als we reflecteren op onze eigen prestaties. Als we elkaar professioneel durven aan te spreken en als we zélf ook aanspreekbaar zijn. Directe feedback is niet altijd gemakkelijk, je komt er wel verder mee. Ik nodig jullie vandaag uit om te blijven investeren in een betere, interne samenwerking. Renata, Marcel en ik zijn goed te spreken over de voortgang die we het afgelopen jaar hebben geboekt. Ik ben geweldig trots op onze school en wat we voor elkaar boksen, met veel toewijding en doorzettingsvermogen. Ik ben trots op jullie. Onze kernwaarden helpen ons in dit proces. Ze geven aan waar het Albeda voor staat. Wat wij van wezenlijk belang vinden. In de afgelopen maanden hebben we de kernwaarden voor een deel krachtiger geformuleerd. Je ziet ze hier. Mevrouw de minister! Zoals ik eerder zei, is het een eer en genoegen voor het Albeda College om u vandaag hier te mogen verwelkomen. Met mij kijken alle medewerkers van het Albeda College uit naar uw openingswoorden. Voordat ik u daartoe uitnodig, wil ik u een compliment maken ten aanzien van drie zaken waar wij als Albeda College heel blij mee zijn.
In de eerste plaats is dat uw keuze om het onderwijs te intensiveren en dus de lestijd uit te breiden. In Rotterdam is dit echt heel hard nodig.
In de tweede plaats uw oproep om de betrokkenheid van ouders in het mbo sterk te vergroten.
4
Als derde de kans die wij hebben gekregen om te kunnen investeren in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs door het actieplan Leerkracht.
Maar ik heb ook zorgen. Twee daarvan wil ik met u delen. Ik vertelde u en mijn collega’s zojuist over de intensieve samenwerking met Zadkine. Samen met hen beginnen we met het Startcollege, dat zich richt op een zeer kwetsbare groep studenten. Het Startcollege biedt de doelgroep (en die is groot in Rotterdam!) een dekkend aanbod van niveau 1 opleidingen, de Rotterdamse Startkwalificatie. Gericht op werk en doorstroming naar een vervolgopleiding! Wij maken ons grote zorgen over het geld dat hiervoor beschikbaar komt vanuit uw ministerie. De grote steden, en Rotterdam in het bijzonder, werken in een wezenlijk andere context dan de rest van Nederland. Hier hebben we maatwerk nodig, voor de jongeren en de sociale cohesie in deze stad. We vragen u met klem uw aandacht en actie op dit punt.
Dan een ander politiek onderwerp, een ‘hot‘ item: Er komen landelijke toetsen Taal en Rekenen. Hoe logisch en terecht het verlangen ook is dat onze studenten met goede taal- en rekenvaardigheden de school verlaten, het Albeda kan en wil het vakmanschap hieraan niet opofferen. Een loodgieter die goed kan rekenen en behoorlijk Nederlands spreekt is van belang, maar hij of zij moet toch vooral zijn of haar vak goed kunnen beoefenen. De huidige 0-metingen wijzen uit dat 60% van onze instromende studenten onder VMBOniveau scoort op taal en 85 % scoort onvoldoende op rekenen. Het is bijna uitgesloten dat zij op tijd op het gewenste MBO-niveau zullen komen. Dat komt niet omdat er op het Albeda slecht of onvoldoende les zou worden gegeven in deze vakken, Nee, dat komt omdat onze studenten instromen met een taal- en reken achterstand van jaren! Ik vind hierover een paar dingen: Mensen met een MBO diploma moeten aan redelijke eisen van reken- en taalvaardigheden voldoen. De ambitie van de minister in deze is dus terecht
In Rotterdam zal het niet lukken in hetzelfde tempo aan de Rijks eisen te voldoen als in grote delen van de rest van het land. Daar is het probleem hier te groot voor. Ik verwijs naar het rapport van Deetman-Mans, die hebben aangetoond dat de problemen van Rotterdam Zuid on-Nederlands groot zijn.
5
Wij delen uw ambitie om de taal- en rekenvaardigheid van onze studenten te verbeteren. Maar wij willen niet worden afgerekend op de achterstanden die in het basis- en voorgezet onderwijs zijn opgelopen; wij willen worden beoordeeld op de leerwinst die we met onze studenten boeken. Daarom vragen we u om ruimte voor een geleidelijker invoering van de taal- en rekeneisen in Rotterdam.
Tot slot, mevrouw de minister, collega’s, relaties en vrienden van het Albeda College: Ik ben erg blij dat een oud-studente van het Albeda College de onderwijsscepter zwaait in Den Haag en vandaag even terug is op haar school om met ons de indringende vraagstukken van het MBO te delen. Ik hoop dat U vandaag merkt dat Albeda werkt ! Dat het Albeda werkt voor studenten die het beste uit zichzelf willen halen. Dat het Albeda werkt voor bedrijven die willen investeren in hun eigen toekomst Dat het Albeda werkt voor het eigen personeel en voor docenten voor wie onderwijs hun passie is. Het woord is aan de Minster van Onderwijs, Marja van Bijsterveldt die het MBO schooljaar officieel zal openen.
Dank voor jullie aandacht!
6