TUDELTA.15
DELTA. 15 24-05-2012
Deze week week Deze in Delta Delta in
weekblad van de technische universiteit Delft
‘No more stupid bacteria tricks’
Piet Borst: ‘Topsectorenbeleid deugt niet’
SCIENCE: 04
PINKSTEREN
01
INTERVIEW: 10 REPORTAGE: 12
INTERNATIONAL: 07
Delta 16 verschijnt op donderdag 7 juni
Shopping: the purpose of life
De strijd om de kleine lettertjes
Uitspraak boete vóór nieuw collegejaar Delftse studenten waren maandag massaal aanwezig bij de rechtszaak over de langstudeerboete in Den Haag. De argumenten die over en weer gingen, waren niet nieuw, maar toch hopen de studenten de rechter op punten overtuigd te hebben. SASKIA BONGER/HOP Virgiel, het Delftsch Studenten Corps, de Delftsche Studentenbond, Sint Jansbrug, VSSD en Stip. Allemaal waren ze afgelopen maandag bij de rechtszaak die landelijke studentenorganisaties hadden aangespannen tegen de Staat. Dat was te merken op Twitter. Daar was #langstudeerboete urenlang trending topic. Alleen al uit al die tweets bleek dat de argumenten van de studenten aan de ene kant en de Staat aan de andere kant dezelfde waren als die al maanden over en weer gaan. Bijvoorbeeld
’U doet nu net alsof er geen deeltijdstudies bestaan’ dat het onrechtmatig is om tijdens het spel de regels te veranderen: het opleggen van een verhoogd collegegeld van drieduizend euro na meer dan één jaar studievertraging. En ook dat er te weinig rekening wordt gehouden met deeltijdstudenten of studenten die een zwaardere studie volgen. Bij dat laatste punt kwam ‘het schrappen van vakinhoud’ bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek nog even om de hoek kijken. Op haar website meldt studentenvakbond VSSD tevreden dat landsadvocaat Eric Daalder nu voor het eerst namens de Staat heeft toegegeven dat de langstudeerboete heeft geleid tot een ‘verlaging van het niveau van de opleiding’, terwijl de TU en staatssecretaris
Zijlstra dat altijd hebben ontkend. Daalder zelf zegt echter dat hij precies heeft beweerd wat het ministerie ook altijd gezegd heeft, namelijk dat het niveau van de studies bij L&R zo hoog was dat de studeerbaarheid in gevaar kwam. Het Hoger Onderwijs Persbureau bevestigt die uitspraak. Opmerkelijker was dat de landsadvocaat betoogde dat er helemaal geen deeltijdopleidingen bestaan, maar alleen deeltijdstudenten. De rechters keken ervan op toen hij dat zei. De studenten in het publiek schoten in de lach. De rechters vroegen de landsadvocaat naar de studenten die een zesjarige deeltijdopleiding volgen en die na vier jaar het verhoogde collegegeld voor langstudeerders moeten betalen à drieduizend euro. Die studenten lopen eigenlijk niet uit, maar moeten wel de langstudeerboete betalen. Doet die categorie studenten te lang over de opleiding? Of kunnen ze allemaal een beroep doen op financiële steun uit het profileringsfonds van universiteiten en hogescholen? Voor deze studenten geldt hetzelfde als voor alle andere studenten, zei de landsadvocaat. Er moet iets bijzonders aan de hand zijn voor ze een beroep kunnen doen op een profileringsfonds, zoals een ziekte of bestuursfunctie. “U doet nu net alsof er geen deeltijdstudies bestaan!” merkte een flankerende rechter enigszins geërgerd op. Ook de advocaat van de studenten kwam al snel met een tegenargument: in het opleidingenregister staat gewoon of het om een deeltijd- of voltijdopleiding gaat. “Maar deeltijdopleidingen worden toch aangeboden?”, vroeg de rechter voor de zekerheid. “Het gebeurt”, erkende de landsadvocaat, maar dat is volgens hem een keus van de instelling zelf. Deeltijdstudies kunnen in principe net zo snel doorlopen worden als gewone opleidingen. De studenten denken dat de rechter minstens een deel van de wet ongeldig zal verklaren. Op meer durven ze niet te hopen. De rechtbank doet op 25 juli uitspraak, of zoveel eerder als mogelijk is, zodat er vóór het nieuwe collegejaar duidelijkheid is.
Een pick-up truck vol cameramensen en fotografen sjeesde over de baan en speelde een kat- en muisspel met de minister voor de beste shots. (Foto’s: Tomas van Dijk)
‘Batmobus’ mag de weg op Eindelijk. Hij mag de weg op. De Superbus van prof. dr. Wubbo Ockels kreeg dinsdag een kenteken van minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Toegegeven, hij ziet er gestroomlijnd en snel uit, de wegligging voelt goed, de stoelen zitten comfortabel en hij kan aardig versnellen. Maar de kans is klein dat de Batmobus, zoals Powned het voertuig deze week op tv noemde, u voorbij schiet. De bus is nog erg traag, zo bleek dinsdag op vliegbasis Valkenburg. Direct na overhandiging van het kenteken, dat nodig zou zijn voor verdere ontwikkeling en tests op de openbare weg, mocht de pers mee voor een proefritje. Het prototype dat dertien miljoen euro heeft gekost, waarvan anderhalf miljoen afkomstig van de TU, reed niet harder dan honderd kilometer per uur. In Ockels’ toekomstvisie razen de elektrische voertuigen met 250 kilometer per uur over speciale Superbusrijbanen door het land. De Delftse
professor beschouwt de Superbus als het openbaar vervoermiddel van de toekomst. De bus moet mensen van deur naar deur of van postcode naar postcode brengen. Een ticket zou niet meer gaan kosten dan een tweedeklas treinkaartje. Schultz van Haegen mocht ook een stuk rijden. Een pick-up truck vol cameramensen en fotografen sjeesde over de baan en speelde een kat- en muisspel met de minister voor de
‘Dit is nog luxer dan de meeste auto’s’ beste shots. Het journaille schoot de minister links voorbij, liet zich inhalen en haalde de bus dan weer rechts in. De minister was vol lof over de bus. “Automobilisten stappen niet snel over naar het openbaar vervoer omdat ze de luxe van de auto dan missen. Maar dit is nog luxer dan de meeste auto’s.” Maar als het om verdere financiering en ontwikkeling van de bus gaat, kijkt de minister de kat uit de boom. De bal ligt volgens haar nu bij de provincies. “De provincies moeten het willen.”
Ockels heeft zijn hoop gevestigd op Groningen en Friesland. Toen het kabinet besloot om geen snelle spoorlijn naar het Noorden aan te leggen, kregen deze provincies geld om de regio op een andere manier te stimuleren. Ockels heeft gevraagd of ze driehonderd miljoen euro willen investeren in een busbaan van Heerenveen naar Groningen. Dit zou het eerste deel van een weg vormen die uiteindelijk Amsterdam met de noordelijke provincies verbindt. Gedeputeerde Sietske Poepjes van de provincie Friesland heeft in een radiouitzending van omroep Max laten weten hier niets voor te voelen. “De Superbus is niet praktisch”, zei ze. Op het traject Heerenveen – Groningen zouden volgens haar tijdens de spits vierhonderd bussen ingezet moeten worden. “Dat betekent elke minuut een bus. Dat zien wij niet zitten qua veiligheid.” Volgens Ockels klopt haar rekensommetje niet en komt de veiligheid niet in het geding. “En”, zegt hij in diezelfde uitzending, “welk recht heb je eigenlijk om de jeugd van de toekomst zo’n mooie geavanceerde vorm van openbaar vervoer te onthouden.” (TvD)
DELTA. 15 24-05-2012 www.delta.tudelft.nl @tudelta
[email protected] www.facebook.com/ tudelta
nieuws/column
02
Groen plan
Samen verder
Duurzame ondernemers opgelet: de postcodeloterij stelt 500 duizend euro beschikbaar voor het beste idee voor duurzame producten of diensten. Daarnaast is er 200 duizend euro beschikbaar als tweede en derde prijs. De Green Challenge is begin mei van start gegaan, en inzendingen zijn nog tot 31 juli in te dienen op de website. Vorig jaar ontving de organisatie meer dan 700 plannen uit 81 landen. Onder de inzenders bevonden zich opvallend veel (ex-) TU-studenten, aldus de organisatie.
De Amsterdamse universiteiten UvA en VU willen hun bètafaculteiten samenvoegen. Universiteitsblad Ad Valvas meldt dat er op twee Amsterdamse locaties (in de Watergraafsmeer en op de Zuidas) een bèta-instituut van ‘Europese omvang’ zal ontstaan waar zo’n drieduizend mensen komen te werken en negenduizend studenten worden opgeleid. De jaaromzet zal minstens 250 miljoen euro bedragen – ruim de helft van de jaaromzet van de Vrije Universiteit nu. Het nieuwe Amsterdam Institute of Science zou groter worden dan de Wageningse universiteit
www.greenchallenge.info
G500 of de Universiteit Twente. De plannen werden met applaus begroet bij de bètafaculteiten van de VU. Decaan Hubertus Irth, van de faculteit exacte wetenschappen, benadrukt in Ad Valvas dat de beoogde fusie geen efficiency-operatie is: “Vanaf dag één hebben we gezegd dat we juist méér middelen willen krijgen om het beste instituut te bouwen.” De initiatiefnemers hopen op een startsubsidie van minstens vijftig miljoen euro uit de zogeheten ‘profileringsgelden’ van het kabinet.
G500 is een beweging die de stem van jongeren zwaarder wil laten wegen in de politiek. Moeten jonge mensen inderdaad meer gehoord worden? Daarover debatteren Sywert van Lienden (mede-initiatiefnemer van G500), Pieter Guldemond (Delfts wethouder Studenten Techniek in Politiek), Chris Aalberts (docent en onderzoeker Erasmus Universiteit/ Haagse Hogeschool) en politieke jongerenorganisaties. Debat vrijdag 25 mei, 15:00 - 17:00 uur, Centrale Bibliotheek, Spui 68 Den Haag, aanmelden gewenst, toegang gratis. www. democratieindebat.com
‘Ik mag de ruimte in, niet te geloven’ delta online Olympisch Tijdens het Olympisch Kwalificatie Toernooi in Luzern plaatsten zich dinsdagnamiddag nog twee roeiers van Proteus definitief voor de Olympische Spelen in Londen. Zowel de lichte vier-zonder, met Roeland Lievens, als de dubbeltwee, met Ellen Hogerwerf, behaalde de minimaal vereiste tweede plaats. delta.tudelft.nl/25181
Professor Youp De TU heeft er een twintigtal cabaretiers en een kunstwerk bij, bleek vrijdagavond 11 mei tijdens de uittreerede van cultural professor Youp van ‘t Hek. “Ik ben werkelijk gestalkt.” delta.tudelft.nl/25156
Prometheus Altijd al een god willen maken? Nu is je kans. De TU nodigt alle medewerkers en studenten uit om een nieuw beeld van Prometheus te ontwerpen. delta.tudelft.nl/25178
Terahertz Terahertz researchers have developed a way to picture magnetic fields in 10-micron resolution. “It’s a world’s first,” says Dr Aurèle Adam. delta.tudelft.nl/25174
Innovation award De Delfste start-up aQysta heeft men hun door waterkracht aangedreven irrigatiesysteem de Philips Innovation Award 2012 gewonnen. De vier studenten ontvingen hun prijs ter waarde van 28.500 euro tijdens een feestelijke uitreiking dinsdag in Rotterdam. delta.tudelft.nl/25167
Miljoenen Buitenlandse studenten dragen misschien wel 740 miljoen euro per jaar bij aan de overheidsfinanciën in Nederland. Dat stelt het Centraal Planbureau, dat voor staatssecretaris Zijlstra de kosten en baten van buitenlandse studenten in kaart heeft gebracht. delta.tudelft.nl/25166
Sneller De trend zet door: universitaire studenten halen steeds sneller hun bachelordiploma. Vrouwen doen het nog altijd beter dan mannen, en technici blijven achter bij de rest. delta.tudelft.nl/25162
Hij kan het nauwelijks geloven; de achttienjarige L&R-student Nout van Zon heeft vorige week met zijn essay over waterstof als vliegtuigbrandstof een kaartje gewonnen. Een kaartje naar de ruimte.
Dat heeft veel voordelen. Vliegtuigen stoten dan geen koolstofdioxide uit en tachtig procent minder stikstofoxiden. Waterstof bevat bovendien 2,8 maal meer energie per kilogram dan kerosine. De productie van waterstofgas leidt nu nog wel tot vervuiling, maar dat zal in de toekomst met de vooruitgang in de fotolyse en de elektrolyse ook veranderen. Maar om op waterstof te kunnen vliegen, moet het vliegtuig aangepast worden. Waterstof moet namelijk gekoeld worden tot 250 graden Celsius onder nul om het vloeibaar te houden. Je kunt de brandstof daardoor niet meer in de vleugels stoppen zoals nu gebeurt, want dan warmt het te snel op.”
TOMAS VAN DIJK “Kijk daar zit je dan, naast de astronaut. Je hebt een prachtig weids uitzicht. Op een gegeven moment zie je de aarde bol worden. Dat schijnt gigantisch veel indruk te maken. En dan maak je een spiraalvlucht naar beneden.” Nout van Zon staat nog op het podium met zijn trofee – een ticket van een meter groot – in zijn handen, als Martin Schröder, de oprichter van Martinair en ambassadeur van het bedrijf Space Expedition Curaçao hem vertelt wat hem te wachten staat. Vanaf 2014 wil Space Expedition Curaçao commerciële ruimtetripjes aanbieden vanaf Curaçao voor ongeveer zeventigduizend euro per persoon. Van Zon zal een van de eerste passagiers zijn. Een studiegenoot onderbreekt het gesprek. “Je moeder aan de telefoon”, zegt hij. “Zij kan het ook niet geloven.”
Nout van Zon met een schaalmodel van het toestel waarmee hij in 2014 de ruimte in vliegt. (Foto: Tomas van Dijk)
Je was een van de tien finalisten van de door studievereniging Leonardo da Vinci en KLM georganiseerde wedstrijd Space for Innovation, met als prijs een ticket naar de ruimte. Zo’n grote verrassing kan het dan toch niet zijn? “Klopt wel, maar toch is het surreëel. De aarde is de plek waar je woont en dan ga je opeens weg. Het is te gek voor woorden.” Wat staat je de komende tijd te wachten?
“Ik ga geweldige dingen doen. Ik word aan allerlei testen onderworpen om te kijken of ik wel tegen hoge g-krachten kan en of ik gezond ben.” Jouw pitch over een innovatief en duurzaam lucht- en ruimtevaartconcept werd door de jury als beste beoordeeld. Hoe ziet de wereld van de lucht- en ruimtevaart er in 2040 volgens jou uit? “Tegen die tijd is het economisch haalbaar om op waterstof te vliegen.
Het idee was dat de winnaar met zijn idee zou gaan experimenteren aan boord van het ruimtevliegtuig. “Ja, maar dat plan is losgelaten. Ik ga niet met waterstof experimenteren tijdens de ruimtereis. Dat zou gevaarlijk zijn. Of ik straks een ander experiment moet gaan doen weet ik niet. Daar heb ik nog niets over gehoord.” Gewoon lekker achterover leunen en genieten is ook niet verkeerd. Lacht. “Ja, ik ben een van de happy few. De komende honderd jaar zal ruimtetoerisme wel onbetaalbaar zijn.” www.noutvanzon.nl/aerospace
touw
Per minibus door Ethiopië Anderhalve maand geleden ging ik naar de bruiloft van TU-collega K. In Ethiopië, want als gevolg van de moderne migratiewetgeving is het makkelijker je familie en collega’s naar Ethiopië te verschepen dan om je Ethiopische geliefde naar Nederland te laten komen. En dus reisden collega’s P. en H. en C, en ondergetekende met echtgenoot, in het kielzog van de aanstaande bruidegom af naar Addis Abeba, om vervolgens per minibus vervoerd te worden naar de plek waar de bruiloft ging plaatsvinden. Reizen in Ethiopië is een bijzondere ervaring, vooral als je je per minibus over de weg verplaatst. Het landschap is zeldzaam mooi, maar veel van de routes gaan over onverharde hobbelwegen. Correcter geformuleerd zou je moeten zeggen dat veel wegen in Ethiopië geen kuilen hébben, maar kuilen zíjn. Cruisesnelheid op die wegen is hooguit twintig kilometer per uur. Harder kan niet, omdat er dan essentiële onderdelen los rammelen van de bus. Na een forse rit op dergelijke wegen hebben de organen in je buikholte dan ook een geheel andere positie ingenomen dan de lay-out waarmee je ooit geboren bent. Om nog maar te zwijgen van de butsen en builen die je opdoet omdat je weer net te laat de leuning grijpt als de minibus door een kuil ter diepte van een loopgraaf rijdt. Er zijn ook geasfalteerde wegen, meestal aangelegd door Chinese aannemers. Asfalteren Chinese-style noemt men in Afrika ook wel ‘de weg zwartverven’. Er wordt geen behoorlijke ondergrond neergelegd, in feite vult men alleen de diepste kuilen en prakt dan een laag asfalt op de bestaande dirt road. Er worden
ook geen duikers of pijpen onder de weg aangelegd. Zodat in de regentijd sloten en beekjes óver de weg stromen, in plaats van er naast. Maar ook op deze geasfalteerde wegen is de gemiddelde snelheid zelden hoger dan veertig kilometer per uur. Dat komt doordat minibusjes en auto’s constant moeten afremmen en uitwijken voor zwaarbepakte ezeltjes, schichtig rondrennende geiten of woedend blaffende honden. In feite is heel Ethiopië een groot woonerf: er is geen verschil tussen rijweg of weidegrond of stoep, de veestapel fungeert als snelheidsbeperkende voorziening en helaas soms per ongeluk ook als verkeersdrempel. Hailu, onze gids in Harar in het oosten van het land, vertelde ons deze mop ter verklaring van het verkeersgedrag van dieren op de Ethiopische wegen: Een ezel, een geit en een hond maakten eens een ritje in een minibus. De ezel betaalde de ritprijs zonder te klagen. De geit sjoemelde met de ritprijs en betaalde te weinig. De hond lette niet op toen hij moest betalen voor de minibus en kreeg zijn wisselgeld niet terug. Dat is de reden waarom deze dieren zo verschillend op minibusjes reageren. Ezels negeren de busjes volkomen want zij hebben niets te vrezen, geiten spurten gelijk weg omdat ze bang zijn alsnog te moeten bijbetalen. En honden rennen achter elk busje aan en blaffen: “Geef mij mijn wisselgeld terug!” Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentenzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.
DELTA. 15 24-05-2012
nieuws
03 Internet
Opsteker Anka Mulder, directeur Onderwijs en secretaris van de TU Delft, is door het Amerikaanse zakenblad Fast Company op een negentiende plaats gezet in zijn lijst van honderd ‘most creative people in business for 2012’. Mulder krijgt deze plek vanwege haar werk als voorzitter van het Open Courseware Consortium, de grootste internationale organisatie op het gebied van gratis online onderwijs. Het zakenblad schrijft over ontwikkelingen in het bedrijfsleven en focust op technologie, ondernemerschap, leiderschap en design. Volgens een persvoorlichter van de TU Delft wordt
het magazine beschouwd als stem van innovatie van het bedrijfsleven in de VS en gaat het elk jaar op zoek naar mensen die anders durven denken. Volgens het magazine zijn de mensen in de lijst niet bang om risico’s te nemen en bedenken ze verrassende nieuwe oplossingen voor oude problemen. Op de lijst staan onder andere werknemers van Facebook, Starbucks, Twitter en Google.
www.fastcompany.com/most-creativepeople/2012
Is Facebook je vriend? Ben je een gebruiker of een product? Is Google machtiger dan meeste overheden? Gaat Stichting Brein na The Pirate Bay alle downloadsites sluiten? Kan Egypte zomaar alle pornosites blokkeren? Onder de noemer: ‘Friend Request: Wie kent jou het beste, de overheid, Google, of jij?’ gaat Studium Generale dieper in op het probleem informatie en privacy op internet.
Robot
Wie zou je het eerste exemplaar van het boek ‘Overal robots. Automatisering van de liefde tot de dood’ nu het best kunnen laten overhandigen? TU Delft Zorgrobot Eva natuurlijk. Zij deed dat dinsdag 15 mei in het Rathenau Instituut. In het boek brengen Lambèr Royakkers, Floortje Daemen en Rinie van Est de kansen en risico’s van de nieuwste robotica-ontwikkelingen in kaart. Het boek bevat ook een interview met Pieter Jonker, hoogleraar vision-based robotica aan de TU. (Foto: Sam Rentmeester)
Studium Generale, dinsdag 29 mei, 12:00 uur Atrium Haagse Hogeschool Rotterdamseweg 130, gratis lunch voor de eerste vijftig. www.sg.tudelft.nl
Pagina 04: ‘Rise of the sexbots’
Stressvolle eindsprint Ecorunner Gratis studeren Van Delft helemaal naar Andalusië rijden op één litertje brandstof. Theoretisch kan het. Dat demonstreerden Delftse studenten in Rotterdam tijdens de Shell Ecomarathon. Hun wagen, de Ecorunner, reed 1 op 1698. Tomas van Dijk Geruisloos gaat het ene raketvormige wagentje na het andere over de finish. De bestuurders, opgesloten in de kleine gestroomlijnde coconnetjes, hebben tientallen meters voor de eindstreep hun laatste toefje gas gegeven en laten de wagens energiezuinig het laatste stukje uitrollen. De klok tikt af. Met een noodvaart raast dan de Ecorunner voorbij. Net op tijd. Drie seconden later, terwijl de Ecorunner nog aan het afremmen is en zijn banden tot aan het canvas slijt, sluit de race. Eén liter op 1698 kilometer, dat is (omgerekend naar het energie-equivalent van een liter benzine) de score van het Delftse team na afloop van de Shell Ecomarathon. Deze jaarlijkse, door het oliebedrijf georganiseerde race, vond afgelopen weekend plaats op een circuit rondom het Ahoy. Bijna tweehonderd wagens van scholieren en studenten uit heel Europa reden hier - zo zuinig mogelijk - op waterstof (zoals de Ecorunner), op diesel, op zonne-energie of elektrisch met een accu.
De Ecorunner verbruikt het energie-equivalent van 1 liter benzine op 1698 kilometer. (Foto: Tomas van Dijk)
Hoe indrukwekkend ook, met een score van 1 op 1698 vallen de Delftse studenten niet in de prijzen. De winnaar in de waterstof-categorie (Polytech Nantes) reed ongeveer 1 op 4800. En de beste diesel-wagen 1 op 2833. “De eindsprint naar de finish was enorm stressvol”, zegt teammana-
Met hun score vielen de Delftse studenten niet in de prijzen ger Michiel Wassenaar. “We konden niet onze ideale snelheid aanhouden omdat het zo druk was op het parcours. We moesten daarom aan het eind extra snel rijden: 27 kilometer per uur. De ideale snelheid is 25 kilometer per uur.” Vorig jaar reed het team geen enkele ronde uit. En ook dit jaar dreigde een
fiasco. Twee eerdere pogingen strandden namelijk jammerlijk. Eerst deed de toeter (een verplicht attribuut) het niet naar behoren. Hij zorgde voor kortsluiting waardoor op zijn beurt de cruise control niet goed meer werkte. Tweeënveertig uur moesten de studenten sleutelen. Pas op de laatste racedag (zaterdag) was het probleem verholpen en volgde de tweede poging. Toen vloog de kap van de wagen af. In allerijl werd de kap toen met extra magneetjes steviger vastgezet. “Of we tevreden zijn met het resultaat? We zijn blij dat we een officiële score hebben behaald”, zegt Wassenaar. “Maar we hadden gehoopt 1 op 5500 te rijden. Onze berekeningen toonden aan dat dat haalbaar was. Aan het eind van de zomervakantie zullen we nog eens proberen om die score te behalen. We testen de wagen dan op het parcours van de Rijksdienst voor het Wegverkeer in Lelystad.”
Politieke partijen en belangenorganisaties zijn zich al warm aan het lopen voor de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september. Afgelopen zaterdag deed Ineke Dezentjé Hamming een duit in het zakje. Dezentjé Hamming was tussen juni 2003 en november 2011 Tweede Kamerlid voor de VVD. Tegenwoordig is zij voorzitter van de FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie. Dezentjé Hamming denkt dat Nederland met innovatie uit de crisis kan komen. En wie zijn daarvoor nodig? Juist, bètatechnici. Daarvan zijn er volgens haar veel te weinig. In 2016 zou het zelfs om 170 duizend mensen gaan. Tegenwoordig kiezen volgens Dezentjé Hamming maar twee van de tien jongeren voor een opleiding in de techniek. Dat moeten er volgens haar twee keer zoveel worden. Daarom pleit zij voor gratis technisch hoger onderwijs. Geen collegegeld meer dus voor studenten van de TU Delft? Dat is nog eens een ander geluid dan ze met een boete van drieduizend euro op te jagen, een wetsvoorstel van Halbe Zijlstra van de VVD. Diezelfde VVD is miljarden aan het bezuinigen. Dezentjé Hamming, echter, liet op Radio 1 weten dat geld uitgeven een kwestie is van keuzes maken. Dus moet die 170 miljoen die haar plannetje grofweg zou gaan kosten heus wel ergens te vinden zijn. Hoe dat ongeveer in zijn werk moet gaan, laat Dezentjé Hamming zien met een plan voor een andere besteding voor geld dat nu gaat naar ontwikkelingssamenwerking. Dat plan staat net als het gratis techniekonderwijs in het
stuk ‘3x3 voor de technologische industrie. Slimme groeiagenda met behoud van financiële stabiliteit’. Een deel van het geld voor ontwikkelingssamenwerking moet volgens de FME naar Nederlandse bedrijven gaan. Zodat zij hun ‘kennis, kunde en ervaring’ kunnen inzetten in ontwikkelingslanden en Nederland er ook zelf beter van wordt. Terug naar het gratis hoger onderwijs. Zou dat echt helpen? Laten aankomende studenten zich leiden door financiële prikkels? Op de lange termijn zeker niet. Waarom zijn er anders zoveel studies die aan het eind nauwelijks kans geven op een baan? Scholieren kiezen de studie die past bij hun talenten en bij wat ze leuk vinden. Dat laatste ziet Dezentjé Hamming niet als een obstakel. Technische universiteiten zouden jongeren als geen ander moeten kunnen verleiden met de maatschappelijke relevantie van hun onderwijs en onderzoek. Talent is natuurlijk wel een puntje. Want gratis of niet, technische studies gaan veel jongeren inhoudelijk totaal boven de pet. En op ongemotiveerde studenten zit ook niemand te wachten. Daarbij komt dat de TU Delft bij sommige studies nu al moeite heeft met het beschikbare geld en personeel alle studenten genoeg aandacht te geven. Niet voor niets hebben Bouwkunde, Industrieel Ontwerpen en Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek een numerus fixus. Leuk plan dus, van de FME, maar gemakkelijker gezegd dan gedaan. Saskia Bonger
Wetenschap met badeendjes Basisscholieren lieten maandag elfduizend eendjes te water om de stroming in de Delftse grachten te meten. Een serieus onderzoek dat volgens projectleider Hans Korving interessante nieuwe inzichten opleverde. “De badeendjes waren een beetje voor de show”, geeft projectleider dr.ir. Hans Korving van ingenieursbureau Witteveen en Bos en onderzoeker bij de faculteit EWI toe. Maar het onderzoek dat de leerlingen van groep 8 van de Openbare Montessorischool Jan Vermeer afgelopen maandag na het loslaten van de eendjes uitvoerden, was wel degelijk serieus. De leerlingen werkten mee aan het
project ‘Slim meten en monitoren’. Ze lieten elfduizend dobbers voorzien van rfid-tags te water en gingen vervolgens op strategische plaatsen langs de waterkant staan om de voortgang van de dobbers in de gaten te houden. “Het experiment heeft veel interessante nieuwe inzichten opgeleverd over stroming door de grachten”, aldus Korving. “Op een bepaald punt bleken alle dobbertjes een afslag te
Op een bepaald punt bleken alle dobbertjes een afslag te nemen nemen terwijl we hadden voorspeld dat ze rechtdoor zouden gaan.” De organisatoren van de meting wilden vooral weten wat er gebeurt met de stroming als de stuwen, die de stad tegen hoog water beschermen,
omhoog worden gekanteld. Is er dan nog wel voldoende stroming door de grachten? Droge voeten houden is natuurlijk fijn, maar het water moet nog wel wat in beweging blijven anders ontstaan er ongezonde toestanden. “De Delftse binnenstad kan van de Schie afgeschermd worden door zes stuwen”, vertelt Korving. “Tijdens hevige regenval gaan die omhoog. De binnenstad wordt dan afgesloten en een pomp verlaagt het waterniveau in de grachten met twintig centimeter.” Aan het eind van de middag gingen de stuwen weer omlaag, tot groot genoegen van de watertaxi’s die hele dag de stad niet in hadden gekund. Het meetexperiment is onderdeel van het project ‘Slim meten en monitoren’ van advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos, Munisense BV, de Gemeente Delft, het Hoogheemraadschap van Delfland en de TU Delft.
Een badeendjesrace door de Delftse grachten. (Foto: Roy Meijer)
Dit project maakt ook deel uit van de activiteiten georganiseerd in het kader van het 170-jarig bestaan van
de TU. Thema van dit 34ste lustrum is ‘Water’. (TvD)
DELTA. 15 24-05-2012
science
opinion please
04
‘Life engineering needs a technology base’
Some 300 students and researchers attended to the symposium. (Photo’s: Abram Scheulderman)
Rise of the sexbots Robots as aid in housekeeping, robots to cuddle with, as fighting machines or to have sex with. Beware, the think tank Rathenau Institute warns, the dawn of the robots is coming. ‘Robots everywhere’ is the title of the report presented by the Rathenau Institute last week. Delft robotic expert, Professor Pieter Jonker (MMME faculty), contributed to the report. In an article in NRC Handelsblad he says that soon, owing to the aging of the population, there will be no escaping social robots. But will robots be advanced enough to be completely autonomous and thus really able to take care of us? “Let me start by saying that you should consider robots as sidekicks, like Snowy is for Tintin or Robin for Batman. The robot will act as a help. It can keep an eye on an elderly person, if it is able to pick up objects it can do the housekeeping, and it can also serve as a moving agenda and memory aid,” says Prof. Jonker, who believes that in a few years his robotic laboratory will have such a robot ready for the elderly care. Their forerunner now is Robbie, a robot on wheels that - in a short video Jonker shows – acts as a doctor’s assistant, welcoming patients and fetching coffee. Robbie has quite some artificial intelligence in him. He can recognize faces, objects and voices. And he can learn to recognize new objects. Other robots Jonker and his colleagues are working on – walking and running robots – have the capability to learn new movements. “Ultimately we want to make a walking robot for care-giving,” he adds. “For this we should combine the different types of robots we have in the lab. But the walking bots are still not stable enough. You don’t want situations in which elderly persons have to redress the robot.” And what about the dangers? Some time ago there was quite an aggressive robot, a soccer-playing robot that almost kicked a photographer lying on the ground. He mistook his head for the ball. Prof. Jonker laughs: “Yes but that was about ten years ago. The software for recognition is much more sophisticated now. Developments are going fast. With the booming smart phone and tablet industry, processors are becoming smaller and more powerful.” The Rathenau Institute is afraid that people will become socially isolated if they are surrounded solely by robots, especially if we will also see the rise of the sexbots. “I’m not too worried about that. What is good about it is that you can with common decency exchange partners,” Prof Jonker says, laughing. “You just exchange robots. No, but seriously, with robots it’s just like with everything else which keeps people busy. I have spent days in a row reading books or doing computer programming. And then at a certain point I realised that I should go out and mingle with people. With robots it will be just the same.” (TvD)
The new field of synthetic biology lies in between huge promises for 21st century sustainable productions of food, fuels and materials, and tinkered solutions. “We need to develop technology standards.” Jos Wassink An early morning crowd gathered in front of De Veste theatre last Monday morning. Inside, a group of impeccably dressed students, wearing grey suits and orange ties, hosted some 250 visitors at the Life Science symposium on ‘Synthetic Biology’. After two years of preparation, the symposium committee of the LIFE study association (life science and technology) was about to present their line-up of internationally renowned experts in this new field of science that is said to ‘redefine life’. So what is this “synthetic biology?”, chairman Professor Cees Dekker (head of bionanoscience at Applied Sciences) asked the speakers’ forum at the end of the day. “It’s biology turning into an engineering science,” replied Professor Martin Fussenegger from ETH Zürich. “It’s using biobricks from nature to build novel combinations,”
Dr Drew Endy.
said Dr Dirk Stemerdink from the Rathenau institute. “It’s like pornography,” said Dr Drew Endy from Stanford University. “You know it when you see it.” Some see synthetic biology as an enhanced form of genetic engineering. Professor Eriko Takano, who lectures on ‘synthetic microbiology’ at the University of Groningen, works along this line. By sequencing the genome of bacteria in search of antibiotic substances, she discovered a ‘treasure dome’ of 20 to 50 antibiotic gene clusters per genome. She collects and shuffles these antibiotic building blocks to arrive at new antibiotic compounds against which no bacterial resistance exists yet. “We’re producing
‘There is an over-selection in bio-engineering for immediate answers’ natural compounds that don’t exist in nature,” the professor explained. “By changing modules around, you get an enormous variety in synthesised antibiotics.” Prof. Takano works with DSM to bring new antibiotics to the market. But synthetic biology is more than just sophisticated genetic modification. The Swiss Professor Martin Fussenegger (ETH) for example developed an artificial cell to inseminate cows at the right moment. “Insemination of cows is very important for the milk production, which is the basis for all the Swiss chocolate and cheese,” the professor explained only half jokingly. The artificial cell, a cellulose sulphate capsule containing bull’s sperm, is put into a cow’s vagina. It just sits there until it senses the lutenising hormone (LH) rising. The membrane then shrivels, releasing the sperm at exactly the right time of the cow’s ovulation. “It works better than a farmer staring into the cow’s eyes”, explained Prof. Fussenegger, who told the audience his group is developing the same technology for human use as well. Inventive and entertaining as this new technology may be, it’s time for some fundamentals first, argued Stan-
ford’s Dr Endy, who said: ”Stop doing this stupid bacteria tricks.” As an example, he told of how much effort it had cost to develop a switchable bit in bacterial DNA. His PhD student – “poor Jerome” - had succeeded, but only after three years and 7500 assays. “The trouble is: the technology base is missing for successful development,” Dr Endy said. “There is an over-selection in bio-engineering for immediate answers. Therefore, not enough effort is put into developing tools and standards.” Most applications were “carelessly engineered”, Endy explained, and “careless made parts can give rise to ‘bonus behaviour’.” Despite the parts lists at iGEM’s partsregistry.org and Stanford’s Biofab initiative, universal building blocks are still far off, argued Dr Endy, who pleads for a more systematic and fundamental approach. It’s the private company Amyris (near San Francisco) that took this systematic approach the furthest. Dr Kirsten Benjamin, who leads the microbial physiology group there, sketched the highly automated screening procedure called Automated Strain Engineering (ASE), which is a combination of molecular biology, robotised high trough-put screening (HTS) and software development. Thus, DNA sequences are tested on their phenotypical effects, with the results then being stored in a growing library that now contains some 20,000 parts. In this way, Amyris develops some 800 yeast strains per week. The irony is that such data mining projects are better off when publicly funded. Not only because they’re often too expensive for a single company to finance (Amyris lost 60 percent of its share value over the last year), but also because the data are not accessible to other researchers. Dr Endy: “Sustained financing is needed over a long time if we’re to realise the enormous potentials of synthetic biology.”
www.lifesciencesymposium.nl
DELTA. 15 24-05-2012
science
05
short news science Pilot plant
The Bioprocess Pilot Facility (BPF) was opened last week on the DSM terrain in northern Delft. The BPF is a joint project between DSM, CSM/Purac and TU Delft. The BPF allows researchers to scale up their production from laboratory to industrial scale. Although various parties may rent the facility for diverse bioprocesses, the first project to be mentioned is the fermentation of agricultural residues into (2nd generation) biofuels. This week, DSM announced further investments in biotech innovation totalling 100 million euro over the next two years. In Delft, DSM will open a new Biotechnology Center accommodating 285 people. The lab will support biotechnological R&D from various DSM sectors such as food, pharma, chemicals and products. The DSM grounds in Delft will be transformed
into a campus structure, open for biotech start-ups. DSM also invests in a new R&D building on the Chemelot campus in Sittard-Geleen for the development of new plastics and polymers for electronics and car industries. The photo shows a large fermentation vessel in BPF. (Photo: DSM)
Promising failure
Solar network
None of the five finalists in Darpa’s spy&fly competition AUVForge has completed the mission, emails Sander Hulsman (Team Atmos) from Georgia. Atmos’ ‘transitional’ plane (it can both hover and fly on a wing) was unanimously regarded as a promising platform and its autonomous flight highly esteemed. However, more development is needed to meet the challenges. For instance, the autopilot routines are in need of refinement.
TU alumnus Marc Setzpfand will present his young professionals network for concentrated solar power ‘CYPE’ in The Hague next Friday, 1 June. CYPE aims both to connect young professionals interested in large scale solar energy and to prioritise CSP in economic and political forums.
www.teamatmos.nl delta.tudelft.nl/25141
Microscopic construction workers
Ecuadorian farmers inspecting their canal. (Photo: Jeroen Goedhart)
Ecuadorian peasants may soon get help from billions of microscopic construction workers, as TU Delft researchers plan to repair their leaking irrigation canals with limestone producing bacteria.
The pieces are the remnants of experiments performed by four students from secondary school RSG Pantarijn in Wageningen. The students thought it would be a good idea to repair leaking cement irrigation canals in
‘It will be interesting to see how the self-healing concrete will perform’
Tomas van Dijk Small pieces of concrete are scattered around in the cement laboratory at the faculty of Civil Engineering and Geosciences. These are no ordinary scraps but rather bits of self-healing concrete. Inside are little globules containing bacteria that produce limestone when coming into contact with water, thereby filling cracks.
Ecuador with the self-healing concrete. With their experiments, and the business plan ‘a concrete solution for a concrete problem’, which they subsequently wrote, they won this year’s Imagine Cup competition. The Imagine Cup is a contest organized by the TU Delft-affiliated foundation Imagine, in which secondary school
students have to come up with ideas about how to exploit TU Delft inventions. Biotechnologist Dr Henk Jonkers, who developed the self-healing concrete over the past six years, is charmed by the students’ idea. He subsequently got into contact with civil engineers at the University of Guayquil, with whom he wants to do the field experiments. “It will be interesting to see how the self-healing concrete will perform,” says Jonkers, who – though he still needs to find financing – is confident the project will take place some time next year. “The conditions are quite harsh in the Andes where the irrigation canal is situated. At night it’s freezing and during the day temperatures are high. The huge fluctuations in temperature also explain why the cracks appeared in the canals in the first place. We will add different types of bacteria to our cement, each flourishing at different temperatures.” The project in Ecuador is not the only field experiment Jonkers has in mind. After years of lab work he believes the time has come for his bacteria to come out of the closet. Recently a pavilion in Breda, designed by prize winning architect Frank Marcus, was built with his self-healing concrete. And parts of the façade of the faculty building, which is due for renovation next year, will be fitted with self-healing concrete as well.
cover “I made the photo myself”, says Dr Alireza Parandian whose hobby is photography. He looked for a way to depict the discussions he had been setting up for the constructive technology assessment (CTA) of nanotechnology for the Dutch R&D consortium NanoNed in the framework of his PhDresearch at TPM. While nanotechnology is still developing, stakeholders are already brought together to discuss technological development and societal impact in so-called bridging events. In his PhD thesis Parandian claims that it is important that such meetings function as a microcosm, which should accurately reflect the macrocosm, or the real world where
various actors interact. It is the relationship between the microcosm and the real world that inspired him for the photo on the cover. The wire puppet with the lamp head represents the meetings of the microcosm. In its reflection however, at the bottom of the picture, one recognises the globe. “Just like the microcosm should reflect the macrocosm”, says Parandian. At the back cover, he flipped the image 180 degrees, making the globe head figure more prominent. Alireza Parandian, ‘Constructive TA of Newly Emerging Technologies’, PhD. thesis supervisors Prof. Theo Toonen (TPM) and Prof. A. Rip (UT), 12 March 2012.
www.cypeurope.org
halfway
Linda Hildebrand: “50 percent of our resources are consumed by the building sector.” (Photo: Tomas van Dijk)
Assessing the invisible energy Name: Nationality: Supervisor: Subject: Thesis defense:
Linda Hildebrand German Professor Knaack Embodied energy in buildings In ten months
“Roughly put, I’m interested in energy and buildings. It is remarkable that, globally, 50 percent of our resources are consumed by the building sector. This means that the building sector has huge potential but also has an important responsibility in reducing our ecological footprint. Because building owners want to reduce their energy costs, optimization of buildings’ energy performance during their utilization is well on the way. However, the energy a building consumes for heating, cooling, ventilating and electricity represents on average only half of the building’s energy impact over its whole lifecycle. A significant part of energy consumed by a building is embodied energy in building materials; or in other words, energy consumed in the acquisition of raw materials, their processing, manufacturing, transportation to site and construction. Similarly, energy is also needed at a building’s end of life for the demolition, recycling, incineration and so on of building materials. The challenge with embodied energy is that it is invisible to the eye. When you look at a building, you cannot see or feel the embodied energy. This makes it hard to understand for someone who does not know the mathematics behind it. And the mathematics of embodied energy isn’t that straightforward. There is no ‘one-size-fits-all’ solution to optimize embodied energy in building materials; there is no one unique best material. Embodied energy has to be considered comparatively. It’s not so much the absolute amount that counts but how well it is utilized. This will depend on various factors, such as the life span of the building and the function of the building materials. So, what is important is to consider embodied energy early in the design process. My PhD aims to enable architecture designers to integrate embodied energy considerations in their design. I developed an energy performance assessment tool based on an assessment I conducted on 50 buildings. This tool allows designers to for example compare different scenarios with different building materials. Moreover, it shows where there is the most space for improvement. For instance, I found out that approximately one-third of buildings’ embodied energy lies in their structure. However, there is not much you can do about the structure; whether it is steel or concrete does not make a significant difference in terms of embodied energy. In contrast, facades can represent up to half of the embodied energy in a building or much less. Façades thus have the most potential for change. In short, my PhD is about supporting architecture designers in making smart decisions for a more ecological building. In fact, it’s very nice, because I’m already putting into practice the findings of my PhD in my part-time freelance consultancy work.” (MS)
DELTA. 15 24-05-2012
international students
06
A cool quick fix One small toaster, one big step for sustainable mankind. Highly social and practical Repair Cafes are sweeping the nation. BENNETT COHEN For months, my electric toaster hadn’t been working properly. Sure, I could still toast a piece of bread, but since the handle wouldn’t stay down on its own, I was required to stand there ‘hand-toasting’ each piece for several minutes. The possibility to tend to other kitchen tasks while my bread toasted itself was a cherished memory. Luckily, my friend, Noortje Schrauwen (MSc Industrial Ecology), decided it was time to bring a Repair Cafe to Leiden, where we both live. Repair Cafes - community events where volunteers repair household items, like electronics, clothes and bicycles - have been sweeping across the Netherlands. The trend has also attracted international interest, being profiled by the BBC and New York Times, the latter reporting that the Repair Cafe Foundation helps 30 communities across the Netherlands organize events where locals meet up, repair each other’s things, and of course enjoy some coffee and desserts. Moreover, the Foundation recently attracted hundreds of
http://me
thousands of euros in grants from the Dutch Government and Doen Foundation to support its work. On a blustery Saturday I headed over to Leiden’s first Repair Cafe, just a few minutes walk from my apartment. The event’s proximity wasn’t just a draw for me. “I’ve been waiting for Repair Cafe to come to Leiden,” said one volunteer repairmen, “as I don’t like to travel.” Arriving with my toaster, I was given a ticket with number 19 written on
No more hand-toasting for me and my kitchenproductivity was poised to skyrocket it. Since the volunteers were currently helping number 16 (another malfunctioning toaster), I had time to wander around the event. About 30 people were in attendance, repairing things or else having things repaired by volunteers. “The event is going really well,” said Noortje, “lots of people have shown up and gotten things fixed.” “Negentien!” My turn. Reinout, who has been volunteering for Repair Cafes since they first began some two years ago, was ready to help with my toaster. Cleared some space next to someone repairing a printer, he started removing screws
Reinout, one of the Repair Cafe movement’s pioneers, fixes Bennett’s toaster. (Photo: Bennett Cohen)
from my toaster’s plastic casing. “There’s usually an electro-magnet in these things that keeps the toast down until it’s toasted,” Reinout explained. Once the casing was removed it was clear that the magnet’s positive and negative sides weren’t aligned. By forcing some pieces back into place and tightening some screws, the problem was easily solved. To make sure, we plugged the toaster back in and pressed down the handle. To my delight, it stayed down. No more hand-toasting for me and my kitchen-productivity was poised to skyrocket! I asked Reinout how Repair Cafes had started: “You know, this whole thing started with someone having the idea and putting it on the internet. It worked because it’s such a good idea, and many people have recognized this.” Walking back home with my fixed toaster, I thought about how Repair Cafes could have big environmental benefits if implemented on a large scale. If every town had a successful repair cafe, lots of perfectly good products could be diverted from the landfill, and the unnecessary production of products whose roles could be filled by easily fixed existing products would be reduced. Assuming that new toasters aren’t dramatically more energy-efficient, prolonging a toaster’s useful life saves considerable amounts of energy and materials. And of course, repairing bikes and clothes is far better for the environment than purchasing new ones. Repair Cafes are also about saving money: getting things repaired for free is a great deal, especially compared with purchasing replacements. Moreover, repair cafes are also clearly social events. “I’m so happy about all the new social connections being made today,” said another volunteer. Many believe that like-minded people connecting is good for strengthening communities, and that such gatherings could also lead to local solutions to larger problems than broken household goods. “So, do you think next time you could repair the toaster yourself?” asked Noortje. “Maybe, but I’ll probably just come back to a cool Repair Cafe.”
repaircafe.nl repaircafe.nl/netwerk
Anurag Bhattacharya, for India, is a first-year MSc student at the faculty of Architecture. (Photo: webcam)
Anurag took a while to remember how he got his first desktop computer. With reluctance he admits he did make his dad believe it was really important for school-work! But school-work took a backseat when he discovered the internet, and his tryst with the computer actually began. “The discovery of internet games and flash games was a high point during my high school era,” he muses. “Since internet in India was still dial-up back then, streaming videos or listening to online music was virtually unheard of, and with such an unreliable connection to play games on, one always had to keep flash games as a back-up!” Anurag says, laughing. The next revolution in India was with the popularization of an affordable broadband connection he recalls: “I was swept off my feet by my fascination for online media capabilities, which I started using to stay up-to-date on current affairs, music, reading national geographic online and other online magazines that gained prominence in the mid-2000s, like ‘Electronics for you’, ‘Digit’ and ‘Chip’. All this helped me keep up-to-date with revolutions in technology,” he reveals. “Social networking was just getting its feet in India with the emergence of ‘Orkut’ and my addiction to social networking started alongside the start of my Bachelor’s program at the University in Southern India. With my hands on my new laptop, and a ‘Facebook’ account, my first years in college practically sailed past!” he exclaims. “My addiction to social media has helped after all,” he then asserts, in reference to his being a member of TU Delft’s social media team for the last few months. “My life in the university was also instrumental in the start of certain internet rituals, which I dutifully perform even today, like blogging with cartoons and being hooked to RSS feeds.” What would he do without internet today? “I’m really dependent on the internet today; for example, for my design studio I need to talk with colleagues who are in Argentina right now, which would be quite impossible without internet. Being a big fan of animations, the internet allows me to learn different kinds of animation in my free time, as well as to keep up with the amazing works some studios are coming up with!” he replies. “I’ve also become a shopaholic, ever since I ‘discovered’ online shopping last year. “ And he ends with a word of warning: “Although internet has done a lot of good to the world at large, the present and future generations are getting things served on a silver platter, for almost no effort. This may not be a good thing in the longer run.” (HR) My favorites: howtogeek.com gaana.com spotify.com channel1.ch anuragarch.blogspot.com
lei li
The good old days I used to think that reminiscing was a privilege of old people at my grandma’s age. Curling up in front of the fireplace, they can never get sick of talking about those good old days, sharing bittersweet memories and then halfway through the night falling asleep. In other words, it will be the last thing in the world that I have anything to do with. But life likes to play jokes on us, doesn’t it? Last Friday, an old schoolmate of mine Tim threw a housewarming party. He was one of the six buddies I used to hang out with a lot in high school. Tim recently bought an apartment and moved in with his new girlfriend. As his best friends, of course we brought our heartfelt congratulations to him and spared no compliments on his beautiful girlfriend and nicely-decorated rooms. After getting to know us a bit better, Tim’s girlfriend casually said at one moment that she was quite curious what Tim was like in high school. This question was like a drop of water in a hot pan. Some guys among us could only play nice for so long before they had to
break the buddy code. From making up ghost stories to scare the girls to rewriting a song to tease our principal, they really went all out to spare her no details. Probably figuring out that denial wasn’t a good strategy, Tim started to switch the attention by revealing stories of other buddies. And like this, the storytelling baton was passed from one to the other. Some stories sounded a bit vague, like a puzzle with some pieces missing here and there. Some were rather eyeopening, since, after all these years, for the first time I got to hear the truth. For example, the title ‘Miss U’ my classmates gave me actually stood for ‘Miss Uniform’, instead of ‘Miss Universe’, which I had believed, intentionally or not, for so long. Most of the stories recounted were as fresh as if they only happened yesterday. The stories were like continuous snapshots, capturing our most embarrassing, reckless, stupid…moments, as well as the playful and carefree ones. Unconsciously, a nostalgic vibe was spreading among us. At our insistence, Tim even dug out our high
school yearbook. Well, as you can imagine, such reaction would only fuel our appetite for more memory recalls and more drinks to go along with them. The next thing I could remember was that within five hours we had transformed Tim’s lovely home into a typical student house: stained, stinky, messy, you name it. Although our hosts had seen us out with big smiles on their faces, we weren’t sure if any of us would be invited again in the near future. Anyway, some people say that reminiscing about the past is a sign of growing old. Regardless of how much this holds true, I’d still believe that ‘growing old is mandatory, growing up is optional’. Lei Li, from Shanghai, China, is recent MSc graduate in science communication. She can be contacted at: LeiLivanShanghai@ gmail.com
DELTA. 15 24-05-2012
international students
07
Shopping: the purpose of life English designer and newly appointed Professor Rodney Fitch is an expert in delivering ‘consumer experience’ in retail environments. At TU Delft he will conduct important research into aspects of world retailing.
news in brief Water Movie Contest As part of TU Delf’ts celebration of its 170th anniversary in 2012, the Urban Water Movie Contest is one of the activities organized to mark this occasion. TU Delft asked participants to send in their solutions to urban water problems in the form of a short film lasting up to three minutes. Three winning entries, selected by a panel of experts, will be premiered for TU students and staff on 31 May during the special anniversary Water Film Festival. The winning short film receives a cash prize of 1,000 euros and will be entered in the International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA). To attend the film première, register at the website. tudelft.nl/waterfilmfestival
GUNJAN SINGH
Ecomarathon
English designer Rodney Fitch, recently appointed professor of Retail Design at the Industrial Design Engineering faculty, has had a distinguished career in design. He founded his design consultancy, Fitch in 1972 and was appointed Commander of the British Empire (CBE) in 1990 for his ‘influence on the British Design Industry’. His inaugural speech as TU Delft professor focussed on his belief that shopping is the purpose of life. He spoke to Delta about the growth of retail in emerging markets, like the Bric countries (Brazil, Russia, India and China), and how international graduates of TU Delft are geared to face the challenges posed when returning home to these markets.
Driving from Delft to Andalusia on just one litre of fuel. Theoretically it’s possible, or so a group of TU Delft students who participated to the Shell Ecomarathon demonstrated last weekend in Rotterdam. The goal of this annual competition is to drive as efficiently as possible over a racing circuit in self-made vehicles, powered by gasoline, electric or hydrogen. With their Ecorunner, running on hydrogen, the students obtained a score of (the energy equivalent of) 1 litre of petrol for 1698 kilometres. This year’s record was 1 on 4800 kilometres.
What impact will rapidly increasing retail consumption in Bric and other emerging countries have on the global economy and climate issues? “Global retail will boom more substantially. It’s doubled in the past decade and will probably double again in the next 10 to 15 years. Most of that growth will be in emerging economies, so not only Bric countries but 11 other economies, like Indonesia, Vietnam and parts of northern Africa. So we can expect growing retail throughout the world and declining economies in the western world. But overall the economy will grow rapidly, and this will have a marvellous effect on consumption, well-being and the use of resources in those countries. Everything you see around you in present times, in terms of the climate and ecological conditions, will be intensified over the next 10 to 15 years. It’s a naive concept to expect the global retail economy will slow down, and if the western retail economy embraces climate change, sustainability and ecological issues, the planet would be saved.” So not good for global climate change? “Obviously not, unless the economic political landscape changes and the local governments intervene in the democratic choice.” Is there a special approach - technology, innovation, new product development - for these emerging markets? “A girl in Brazil or Moscow shopping for a pair of shoes is no different to a girl in Amsterdam or London. People in emerging markets want similar products and a similar approach as they do in western markets. What needs to be done, and what will be done, is that people adapt their marketing and new product development to making local that which is appropriate. But I don’t see the idea of a unique Brazilian retail economy or unique Russian retail economy. A good supermarket is the same in Russia, Brazil or Amsterdam. The basics will be similar.” Given economic problems throughout western/EU countries, how will less disposable income impact retail buying power? “Success with retail economy is one
Professor Rodney Fitch: “A girl in Brazil or Moscow shopping for a pair of shoes is no different to a girl in Amsterdam or London. (Photo: Sam Rentmeester)
that mirrors the society. It’s not whether you have an austerity economy or booming economy; retailers are very smart at adapting to the local conditions. We’ve seen this over the last 3 or 4 years, in the way retailers have made right their essential ingredients of value. Given the EU’s economic conditions, less disposable income doesn’t mean people will eat less or eat less healthfully. It means they’ll be served better, differently, by their retailers and manufacturers. Local retail and manufacturing economies will adapt to meet the local economic conditions, and we see it happening now, and particularly since the economic collapse.” Are TU Delft’s international students really just consumers of Dutch-made knowledge products, and this is why the university is so keen on attracting more international student consumers? “TU Delft, like other international universities, has created a particular way of acquiring and teaching knowledge. The same subjects are probably also taught at Imperial College in London or MIT in Boston, and even with different research approaches reach the same results or truth, which constitute the knowledge. What differentiates Delft from others is probably the place, the language, and, I think, it’s less expensive for students at Delft than at Imperial College or MIT. Most universities want to be internationally coloured, and they realise they’re part of a global economy, that they’ll be a better university if they have a good number of international students, and I certainly believe the same.” Given consumer developments in emerging countries, what new opportunities do TU Delft international students have once they return to their home countries? “I imagine they have tremendous opportunities in all the emerging markets which we mentioned earlier. Managers, designers, new product developers for these economies will be hard to find locally, and they would look for indigenous people with higher educations to cater to the growth of local retail. I know many Indian and Chinese executives who’ve turned down offers in the west to head back to their countries and help in the growth of the home economy. I think an Indian student who came to Delft or another international university for higher education and then returned to his country has an advantage over someone
who hasn’t left India in the first place. It gives them and their employers an edge to cater to a global audience. In a global economy, people who have a global perspective are more likely to be successful than those who are only locally focussed.” If sustainability and environment friendly must go hand in hand with the growth of retail, does this mean retail goods production and purchase must become more local and less global, in order to reduce transport of goods? “I think this is a paradox. In Britain, throughout the winter, I can buy summer fruits. They come from Africa and South America, and this would be the same in Holland. There is no retail economy that’s completely sustainable on a local basis. It’s a complete naivete unless someone is going to say that I, as a concerned citizen, cannot have summer fruits in winter. So, as the global economy grows, it must be a mixture of local and global production. There will be a growing local economy, but this has not only to do with saving the planet but much more to do with sustaining local businesses.” What makes TU Delft unique compared to other leading global universities? “The other international universities I’m familiar with have either an Americanness or Britishness to them, whereas TU Delft has a Dutchness to it, a sense of local as well as international flavour which makes the Dutch students as well as international students comfortable. It has a unique record in technical teaching and research and a fantastic reputation in engineering, which is quite unparalleled in Europe and comparable to the rest of the world. The atmosphere is relaxed and rather modern and it doesn’t seem too burdened by today’s academic traditions. It does have a very sound statement in the issue of engineering design, comparable to Imperial College in London. The reputation and activities that Delft engages in engineering are quite unique.”
Superbus The Superbus, the electric bus of former astronaut Wubbo Ockels, received a license plate last week. Ockels and his team are now allowed to experiment with this futuristic vehicle on public roads. Ockels envisions a public transport system in which superbuses transport people all over the country via special superbus freeways at speeds of up to 250 kilometers per hour.
Prometheus contest TU Delft’s statue of Prometheus was stolen earlier this year. Now the university is inviting all students and staff to join a contest for designing a new statue, which can be based on the old statue or a completely new design. The statue will be positioned in exactly the same place as the stolen one. Prometheus, a Greek god, taught people to build houses, farm, build ships, and gave them knowledge of herbs and minerals. Among the design criteria: the statue must depict Prometheus and the TU Delft flame, be durable, capable of withstanding cold, wind and rain, and in proportion to existing plinth’s dimensions: 70x70x120cm. Creating the statue must not exceed €10,000, which TU Delft will cover. Designs must be submitted by email before 30 June to Carin Salomon at
[email protected].
Free studies FME chairwoman Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink stated that study programs at technological universities should be free, as this will help prevent shortages of science and technology technicians. The FME Association represents employers and businesses in the technology sector. “A lack of science technicians is the biggest threat to the continued existence of the technology industry in the Netherlands,” said Dezentjé Hamming-Bluemink, a former VVD party politician. “I’m calling on the government to make a statement…and scrap tuition fees for technical studies.”
Big Macs Salaries in the Netherlands are among the highest in the world, according to the WageIndicator Foundation’s 2011 study of working condition in 65 countries. While western European salaries are routinely high compared to other countries, the Netherlands, Germany and United Kingdom are the highest salaried countries in Europe. To assess relative spending power, WageIndicator uses a McDonald’s Big Mac indicator; that is, it determines how many Big Macs a person can buy with the percentage of their hourly wage available as disposable income. A Dutch manager for example can buy four Big Macs with his hourly wage, compared to 4.8 Big Macs for a UK manager. A Dutch manager earns a slightly higher hourly wage ($26.10) dollars compared to a UK manager (S24.50), but the British manager pays less in taxes.
Summer festival TU Delft’s Summer Festival will be held on 1 June, from 16-01:00 at the Sport & Culture. This dynamic indoor and outdoor festival is a synergy of live music, art and science packed into a single day. Several TU Delft test installations relating to water will be on display in a special marquee, where there (Photo: Liesbeth van Dam) will also be a photo exhibition of students4Sustainability water projects. The festival is open to everyone.
DELTA. 15 24-05-2012
lifestyle
08
‘Niemand weet waar we aan beginnen’ In het Pinksterweekend wordt de Roparun gehouden. Aan de estafetteloop van Parijs (en Hamburg) naar Rotterdam doen 325 teams mee. Een daarvan bestaat uit leden en oudleden van Proteus. JIMMY TIGGES Teamcaptain Anne Sjoukema stond te genieten, twee jaar geleden in Rotterdam. Ze was er om een bekende te zien finishen en werd getroffen door de euforie van de deelnemers die de race toch maar even hadden volbracht. “Voor hen was het de tocht van hun leven, die ze nooit meer zullen vergeten. Het was mooi weer, gezellig, één groot feest op de Coolsingel.” Clubgenoot Guido van der Salm stond naast haar. “We zeiden tegen elkaar: het zou vet zijn om dit een keer met Proteus te doen.” Aan de bar van het clubgebouw sloeg hun enthousiasme over op twee andere leden van de roeivereniging. “Met zijn vieren hebben we gezegd: we gaan het gewoon doen.” Bij de Roparun wordt het leveren van een ultieme sportprestatie gekoppeld aan het inzamelen van geld voor de
zorg van kankerpatiënten. “Elke loper legt ongeveer anderhalve marathon binnen 48 uur af. Wij zijn een sportvereniging. Veel leden hebben een echte sportmentaliteit, sommigen trainen zeven keer per week. Het gaat ons ook om het goede doel, maar de grootste drijfveer is de sportieve uitdaging.” Voor de race van 2011 werden ze uitgeloot, maar voor 2012 was het raak. “We hebben eerst geïnventariseerd of er überhaupt mensen wilden meedoen. Toen bleek dat er voldoende animo was, zijn we eind oktober vol aan de slag gegaan.” Het doel was om zoveel mogelijk materiaal, als cam-
‘Veel teams hebben een groot bedrijf achter zich staan. Wel erg jammer dat de TU ons niet sponsort’ pers en (goede) fietsen, te lenen of gesponsord te krijgen. Daarnaast werd veel creativiteit gestoken in het verzinnen van geld opleverende acties, variërend van een pubquiz tot een geheel verzorgd huiskamerdiner in een studentenhuis, de verkoop op Koninginnedag van uit pakken sap gefabriceerde portemonnees en een collecte bij de Makro.
Het Roparun-team van Proteus, bestaande uit lopers, een fietser, chauffeurs en een kok. (Foto: Sam Rentmeester)
De organisatie, van sponsors zoeken tot route verkennen, catering regelen en geschikte slaaplocaties vinden, bleek een enorme kluif. “Het is mij niet meegevallen. Je moet al een minimumbedrag van 2800 euro op tafel leggen om mee te kunnen doen. Het minimumbedrag voor het goede doel is nog eens 2500 euro. Alleen al de vereiste speciale lichtgevende hesjes voor de lopers kosten 25 euro per stuk. Die hebben wij trouwens wel goedkoper gekregen.” De begeleiding bestaat naast teamcaptain Sjoukema uit zes fietsers, zes chauffeurs, onder wie één EHBO’er, twee fysiotherapeuten en twee koks. De 520 kilometer bestaat uit tien etappes. De acht lopers zijn verdeeld over twee groepen. De etappes worden om en om door een elkaar afwisselend viertal volbracht. De regels zijn strikt, doorkomsttijden worden gecontroleerd. Langzame ploegen starten het eerst, vanaf zaterdagochtend tien uur. Zondagochtend om zes uur gaan de laatste van start. Ze finishen maandagmiddag allemaal binnen een tijdspanne van vier uur. De vertrektijd van Team Proteus staat op zaterdag, 19.46 uur. “Onze streeftijd is 43 uur en 40 minuten. De gemiddelde snelheid die wij hebben opgegeven is 12,1 kilometer per uur.” Cijfers die onder meer werden gebaseerd op de snelheden die eind april in een oefenweekend werden gehaald. “Ze hebben rondjes gelopen door het Westland. We hebben echt alle omstandigheden nagebootst, voor zover mogelijk.” De lopers, die vier keer per week hebben getraind, zijn vol vertrouwen. “Ze hebben ontzettend veel lol. Nu denken ze nog dat het alleen maar leuk is, maar niemand weet eigenlijk waar we echt aan beginnen.” Veel deelnemende teams hebben een groot bedrijf achter zich staan. “Zo’n draagvlak, qua contacten en financiële steun, hebben wij niet. Ik ben er trots op dat we het als Proteus straks ook geflikt hebben. Wel erg jammer dat de TU ons niet sponsort.”
Lekker anders time out
Bier en zonnehoedje aan de kant: pak eens wat opera en beeldende kunst komende week. Het Dunya Festival en Music Republic in Rotterdam, Kaderock en bandjes in de binnenstad in Den Haag; er zijn zoveel festivals in de buurt komende week, dat je bijna zou vergeten dat er ook nog andere leuke dingen te doen zijn. Doe eens lekker anders dan de massa, en stort je op de opera! Wandel een beeldende-kunstroute. Of doe het allemaal, met de festivals als toetje. De Operadagen Rotterdam, tot en met 3 juni, kun je namelijk naar eigen inzicht vullen. Klínkt misschien een beetje als iets waar je je oma mee naartoe zou nemen, maar je staat versteld van hoe indrukwekkend en modern opera kan zijn. Sterker nog: twee evenementen tijdens het festival mag je eigenlijk niet missen. ‘Stad van Verlangen: distant voices’, een operawandeltocht op vrijdag 25 mei, voert je vanaf het nieuwe Luxor Theater langs spannende locaties op de Wilhelminapier en het rauwe Katendrecht. Zeker net zo’n beleving is de theateropera in een spookhuis, door acteursgroep Wunderbaum. Een theaterstuk over een theaterstuk, waarin een
sport
Dolle vreugde bij Diana Pereira (rechts) en Tamara Kloek van Ariston’80 na het veroverde kampioenschap. (Foto: Sam Rentmeester)
Het zijn glorieuze tijden voor de voetbalsters van Ariston’80. Waar de heren van Bayern München dit seizoen overal naast grepen, pakten de dames elke prijs die er maar te pakken viel. Zondag kroonden zij zich tot beste Delftse vrouwenclub door net als vorig jaar de Delft Bokaal te winnen. Vijf dagen eerder werd een veel belangrijkere prijs binnengesleept: het kampioenschap van de vierde klasse, waarin het team drie seizoenen achtereen als tweede eindigde. “Eindelijk gepromoveerd”, verzuchtte de 39-jarige Saskia Benedictus na de 2-0 zege op Honselersdijk. Dertien jaar geleden was zij een van de oprichters van de vrouwenafdeling van de studentenvoetbalclub. Haar in 1997 aan de TU afgestudeerde leeftijdgenote Esther Ubink is er als aanvoerster van overtuigd dat haar team in de derde klasse thuishoort: “We hebben er de intelligentie en techniek voor. Op dat niveau gaat het meer om het positiespel, dat ligt ons heel goed.” Diana Pereira, bezig aan haar zevende seizoen, ziet in Ariston’80 een stabiele derdeklasser. “Dat het vandaag nogal moeizaam ging ligt vooral aan de spanning, denk ik.” De waterpoloërs van Wave mogen zich eveneens verheugen in promotie. De ploeg die opereert onder de naam SG De Vliet/Wave is een mix van de studentenclub met twee burgerverenigingen uit de regio. Zondag werd in Vlaardingen de beslissende match tegen Niemo/Van Vliet met duidelijke cijfers gewonnen: 13-4. “Het was de beste wedstrijd van het seizoen, alles lukte”, aldus de terugblikkende Roel Bijlard die zelf eenmaal scoorde. Door de zege promoveerde zijn team vanuit het district naar de derde bondsklasse. Een dag eerder stond de districtsbekerfinale tegen Donk 5 op het programma. In de ongelukkig geplande wedstrijd in Barendrecht kwam SG De Vliet/Wave op een 4-2 voorsprong. Vanwege de veel belangrijkere promotiewedstrijd op zondag hinkte de deels Delftse ploeg op twee gedachten. Bijlard: “Daardoor kon Donk vervolgens over ons heen lopen.” De Gouwenaren wonnen het duel met 7-4. Ook de dameshockeyploeg van DSHC is zeker van promotie, na de klaterende 7-0 zege op Pollux, afgelopen zondag in Delft. De nummer twee van de tweede klasse keert daardoor terug naar de eerste klasse. Met nog twee duels te gaan hopen de corps-ladies op een foutje van lijstaanvoerder Pelikaan zodat de promotie gepaard kan gaan met het afdelingskampioenschap. In de titelstrijd spelen drie strafpunten de Delftse studentes mogelijk parten. De strafpunten zijn een indirect gevolg van een administratieve miscommunicatie. (JT)
Tips?
[email protected]
Stephan regisseur een stuk maakt over wereldrampen. Een reis langs recente headlines, over het Tahir-plein in Cairo, het Oval Office in het Witte Huis, een straat in Athene en een rouwplechtigheid voor een Noord-Koreaans leider. Verder nog keuze te over, want de Operadagen zetten 58 voorstellingen neer op 85 locaties in de Rotterdamse binnenstad. Het programma spreekt tot de verbeelding, met titels als ‘My first suicide’ en een opera met chocola. Na zoveel muziek behoefte aan wat rust? Op vrijdag 1 juni kun je tijdens Hoogtij een culturele route lopen langs kunstenaarsinitiatieven, galeries en kunstinstellingen in de Haagse binnenstad. Er is gevestigde kunst in de galeries en instellingen, maar vooral veel experimentele kunst, installaties en performances bij de kunstenaarsinitiatieven. Een soort Museumnacht, maar dan wat alternatiever – en gratis! Als je je van tevoren aanmeldt, kun je nog gratis soep eten ook, bij de Vrije Akademie aan de Paviljoensgracht. (JH) Operadagen Rotterdam, tot en met 3 juni in de binnenstad van Rotterdam. www.operadagenrotterdam.nl Hoogtij, op vrijdag 1 juni van 19.00 tot 23.00 uur in de binnenstad van Den Haag. Toegang gratis. hoogtij.net
DELTA. 15 24-05-2012
lifestyle
09
Neem er nog eentje
apps
Het leven kan soms zo simpel zijn. Geef die ene, leuke serveerster wat extra fooi, steun de derde wereld en help jezelf. De Nacht van de Fooi, op zaterdag 26 mei op de Beestenmarkt in Delft en in diverse andere studentensteden, is niet voor niets door een student bedacht.
Ken ik jou niet ergens van? Begint de vakantie eindelijk een beetje concreet te worden, kun je nóg meer studeren. Zo wordt het leuk!
Jorinde Hanse Of, nou ja, er zat helemaal geen egoïstisch tintje aan toen de Groningse studente Wies Maas de Nacht van de Fooi in 2005 bedacht. Ze wilde gewoon aandacht vragen voor ontwikkelingshulp en mensen in ontwikkelingslanden meteen een handje helpen. En hoe doe je dat in een studentenstad? Door het te combineren met stappen natuurlijk. Zorg ervoor dat zoveel mogelijk horecagelegenheden hun fooi doneren, combineer dat met wat ludieke acties en muziek om publiek (en hun royale fooien) te trekken en voilà: succes gegarandeerd. En hoe, want de opbrengst van achtduizend euro toen, werden er 110 duizend in 2008. Dit jaar willen de studenten, die de Nacht elk jaar in wisselende bezetting organiseren, dan ook minimaal 75 duizend euro ophalen, zodat ten minste vijf projecten volledig kunnen worden ondersteund. Ontwikkelingsorganisatie Impulsis verdubbelt de uiteindelijke opbrengst namelijk ook nog eens. Dat je zo’n mooi doel als bezoeker dan gebruikt om eindelijk eens indruk te maken op dat mooie meisje achter de bar, daar is niks mis mee – toch? Steeds meer steden sluiten zich sinds 2005 aan bij het evenement. Dit jaar doen cafés en restaurants mee uit Delft, Rotterdam, Groningen, Amsterdam, Utrecht, Maastricht, Leiden, Nijmegen en Tilburg. Motto: ‘Keep the change, change the world’. Zo helpen ze vrouwen in Burkina Faso aan moestuinen, kinderen in een noordelijk
Een bijbaan in de horeca of gewoon gast op het terras? Maakt niks uit komende zaterdag, want in beide gevallen steun je het goede doel. (Foto: Nacht van de fooi)
dorpje van Kameroen aan een school en scholen in Zuid-Afrika aan waterzuiveringsinstallaties. Verder steunt de Nacht van de Fooi een project in Guatemala dat kinderen leert over duurzaam landgebruik, de bestrijding van hiv op het Indonesische eiland Batam en een orthopedische werkplaats in Indonesië. Delft doet al sinds 2007 mee aan het evenement, en deed vorig jaar zelfs een slordige 6862 euro in het zakje – vóór verdubbeling that is. Ten
Dronken worden heeft nog nooit zo’n goed excuus gehad opzichte van andere jaren, waarin de buit schommelde tussen de 7,7 en 22,6 duizend euro, overigens nog een schamele opbrengst. Komende zaterdag verschilt het programma weinig van voorgaande jaren, met muziek op de Beestenmarkt en snuisterijen van winkeliers die de Nacht ook een warm hart toedragen. De projecten die de fooi ontvangen wisselen trouwens bewust elk jaar, zodat zoveel mogelijk mensen en projecten ter wereld steun krijgen. Wel zijn de initiatieven altijd kleinscha-
lig. ‘Houdt het tastbaar en herkenbaar voor ons publiek’, denkt de organisatie. En daar zit eerlijk gezegd wel wat in. Want natuurlijk steun jij ook weleens een goed doel, al is het maar door te shoppen bij de Body Shop of lid te zijn van de Postcode Loterij. Maar dat je met jouw vijftig cent – toch geen ongebruikelijke tip op een biertje – al gauw vijf kinderen in de derde wereld hebt voorzien van een vaccin tegen polio of mazelen, beseft bijna niemand. Dronken worden heeft nog nooit zo’n goed excuus gehad. Neem er nog eentje.
Het collegejaar is afgesloten, je vertrekt vol goede zin naar Frankrijk, Italië of waar dan ook – en ontdekt dat wat je ooit leerde op het vwo, angstaanjagend diep is weggezakt. Hoe verover je dan die mooie Française? Of bestel je dat heerlijke Italiaanse ijsje? Nou, met behulp van een app natuurlijk. In ‘Frans leren: woord trainer’ (of Italiaans, Spaans, Portugees – hij is er in verschillende talen) zoek je simpelweg woorden op per categorie (lichaamsbewegingen, familie, dranken, relaties, het weer). De app geeft meteen de vertaling en met een druk op het luidsprekertje hoor je nog hoe je het uitspreekt ook. De gratis versie is wel wat summier in zijn woordenschat, maar voor € 1,59 heb je een
Growl Client Leuk Handig Bediening Prijs Nacht van de Fooi, op zaterdag 26 mei op de Beestenmarkt. Toegang gratis. www.nachtvandefooi.nl
***** ***** ***** €2,39
Platform: iPhone, Android, iPod Touch, Tablet en iPad Ontwikkelaar: Zac West
upgrade naar alle categorieën. In een favorietenlijstje kun je je meest gebruikte of moeilijke woorden zetten – handig! En heb je genoeg geoefend? Dan kun je zelfs examen doen. Met een competitief tintje als je wilt, want je kunt ook tegen een vriend spelen. Studeren is nog nooit zo leuk geweest! Oké, het blijft studeren, dus fijn als je niet gestoord wordt. Maar daar is óók een app voor, met bijbehorende apparatuur zelfs – al zit dat eigenlijk omgekeerd. De Arduino-deurbel (je weet wel, dat merk dat iedere leek technische snufjes laat bouwen) stuurt via je computer een foto naar je telefoon van wie voor de deur staat. Sowieso wel handig als je samenwoont met tien huisgenoten. Je moet er wel even de bijbehorende bel voor knutselen en de Prowl-pushbox installeren op je telefoon (handig voor allerlei notificaties vanaf je computer trouwens), maar voor een TU-student is dát natuurlijk peanuts. Nu die Française nog veroveren. (JH)
Frans leren: woordtrainer Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs gratis Platform: iPhone, iPod Touch en iPad Ontwikkelaar: Astrid Jansen
london calling
‘Ik ben vooral héél leeg; fysiek en mentaal’ Vier roeiers met TU-bloed waren al zeker van de Olympische Spelen in Londen. Dinsdag voegden zich daar nog twee roeiers bij, tijdens het Olympisch Kwalificatie Toernooi in Luzern. Een speciaal naar de Rotsee afgereisde delegatie van Proteus zag ter plekke hoe de lichte mannenvier, met ‘hun’ Roeland Lievens aan boord, de laatste kans aangreep in een race waarin de onderlinge verschillen slechts in centimeters waren te meten. De tweede plaats achter de Verenigde Staten was genoeg voor kwalificatie. Dat gold een half uur eerder ook voor de dames dubbeltwee, waarin de om hun ‘jeugdig enthousiasme en vrolijke ongeremdheid’ geroemde Ellen Hogerwerf (Proteus) en Inge Janssen van Orca vriend en vijand verbaasden met hun kwalificatie. Mei is voor veel potentiële Olympiërs de maand van de waarheid. Een waarheid die ook keihard kan zijn. De topsporter die werk of studie compleet opzij zet voor dat ene ultieme doel, zich kwalificeren voor de Spelen, mag niet twijfelen aan de goede afloop. Toch kan de missie tot op het allerlaatst simpelweg mislukken, zo ondervond slalomkanoër Robert Bouten. Op het EK in Augs-
Ellen Hogerwerf en Roeland Lievens. (Foto’s: Sam Rentmeester)
burg maakte hij in de finalerace op 12 mei een fataal foutje door een poortje te raken. “In twee strafseconden kwam mijn wereld van de afgelopen vier jaar samen en die brak daarna voor me uiteen”, blogde hij. “Hoe erg ik en velen met mij ook dachten dat ik het zou halen, topsport kent geen garanties. Ik ben vooral héél leeg; fysiek en mentaal.” Dat de missie vroegtijdig zou stoppen was
voor de werktuigbouwkundestudent, vier jaar geleden in Beijing nog finalist, nooit een serieuze gedachte geweest. “Het is een onwerkelijk besef.” Steven Krol (maritieme techniek) zag zijn Olympische aspiraties vorige week eveneens in rook opgaan. De zeiler in de 470-klasse moest op het WK in Barcelona, met zijn zeilpartner Steven Lefevre, een plaats in de
top-10 halen. ‘Team Steven’ kwam echter niet verder dan positie nummer 44. Een wel wat geflatteerde plek, aldus Krol. “We zijn voortijdig gestopt omdat er toch niets meer te halen viel. Dan zak je in de ranglijst. Ik ben natuurlijk erg teleurgesteld, maar het is niet anders. Het zat heel erg tegen waardoor we ons bij de split net niet kwalificeerden voor de gold races. In de silver group wonnen we wel nog een potje. Dat vonden we een mooi moment om te stoppen.” Beachvolleyer Daan Spijkers (bouwkunde) voldeed deze maand met zijn kompaan Emiel Boersma aan de zware eis om een plaats in de top-5 te halen in een World Cupwedstrijd. Tot tweemaal toe zelfs: in Shanghai en in Beijing. Nu is het zaak om een plaats in de top-16 van Olympische landen te verkrijgen of behouden. Daarbij is het duo Spijkers/Boersma ook afhankelijk van de resultaten van anderen. Het komt er op neer dat het koppel zelf tot eind juli veel punten zal moeten scoren op verschillende internationale toernooien. (JT)
DELTA. 15 24-05-2012
interview
10
DELTA. 15 24-05-2012
interview
11
‘We zijn te ver gegaan met valoriseren’ Het topsectorenbeleid is een recept voor hoe het níet moet en met valorisatie zijn we te ver gegaan, vindt emeritus hoogleraar klinische biochemie prof.dr. Piet Borst. “Een valorisatieparagraaf in veni-, vidi- en vici-aanvragen van NWO: absurd.” Connie van Uffelen Driekwart van de ondervraagden vindt dat wetenschappelijk onderzoek moet worden betaald met publiek geld, blijkt uit het Eurobarometeronderzoek naar publieksopvattingen over wetenschap en technologie uit 2010. “Ik ben het daarmee eens. Dat geldt uiteraard voor het fundamenteel onderzoek, maar ik denk dat ook veel meer toegepast onderzoek gebaat is met een financieringsbron die niet direct profijt heeft van de uitkomst. We hebben daar in de geneeskunde veel ervaring mee opgedaan: samenwerking tussen de farmaceutische industrie en academia. Daarbij is gebleken dat zich gemakkelijk verhoudingen voordoen waarbij de onderzoeker niet meer vrijuit kan onderzoeken wat hij of zij het meest belangrijk vindt. Misschien het allerbelangrijkste is het verdringingseffect.” Wat bedoelt u met ‘verdringingseffect? “Met verdringing bedoel ik dat maatschappelijk belangrijk onderzoek verdrongen wordt door onderzoek waar toevallig geld voor is. Denk bijvoorbeeld aan psychofarmaca versus psychotherapie. De farmaceutische industrie – en dat kun je ze niet kwalijk nemen – zal niet betalen voor een trial voor psychotherapie, want zij wil haar pil verkopen. Wie betaalt bepaalt, geldt nu eenmaal. Die betaler wil dat zijn pil zo goed mogelijk uit de bus komt. Vaak zijn alternatieven voor pillen, apparaten of nieuwe testen echter goedkoper en soms minder belastend voor de patiënt. Het is dus belangrijk dat ook in het toegepaste segment van het onderzoek ruimhartig geld is voor effectiviteitsonderzoek. Obama heeft daar indertijd een miljard voor uitgetrokken. De andere kant is dat nu eenmaal iedereen de neiging heeft om zijn geesteskind mooier te zien - zijn uil een valk te denken - dan het is. Dat is ons allemaal aangeboren. Objectief staat vast dat door de industrie gefinancierde trials een positiever resultaat opleveren voor de pillen dan wanneer dat door publieksgeld wordt gedaan. Dit is in een groot aantal onderzoeken vastgesteld. Dat betekent niet dat de industrie er echt op uit is de zaak op te lichten, maar het is een begrijpelijk soort neiging om je eigen product toch mooier te zien dan het is.” U ageert in uw columns in NRC Handelsblad nogal tegen afgedwongen samenwerking, het topsectorenbeleid. U noemt het een ‘recept voor bureaucratie, inefficiëntie en tweederangs onderzoek.’ Kunt u dat uitleggen? “Wij hebben nu de stap gezet van samenwerking op basis van wederzijds belang en respect voor elkaar, naar samenwerking die noodzakelijk is omdat de financiering krap is. De enige manier om geld te verwerven uit programma’s die mede gefinancierd worden door Economische Zaken is als je een industrie bereid vindt een kwart van het project te betalen. Dan moet je zelf een kwart inleggen en doet de overheid er vijftig procent bij. Moet u zich voorstellen hoe dat gaat: in de eerste plaats moet je een Nederlands bedrijf vinden dat voldoende geïnteresseerd zou kunnen zijn. Dan zeg je: ‘Wij doen ontzettend interessant werk wat voor jullie belangrijk is, zou je daar een miljoen euro in willen steken?’ Een klein bedrijf zegt soms: wij werken al met jullie samen en wij zijn bereid dat te doen. Doorgaans gaat het anders. Is het een groot bedrijf dan zeggen ze: wij zien daar wel iets in, maar de beslissing daarover valt in onze strategiecommissie. Die vergadert over zes maanden. Het hele project wordt uitgewerkt op basis van een miljoen van het bedrijf, twee miljoen van de regering en een miljoen van onszelf. Na zes maanden zeggen ze: we vinden het inderdaad een goed plan, maar het wordt 200 duizend euro en niet een miljoen. Dan ga je kijken of er misschien een ander bedrijf is dat wil meedoen. Hoeveel gepraat daaraan vooraf gaat en hoeveel papier er gevuld wordt! Allemaal niet aan onderzoek besteed. Uiteindelijk – in het geval waar ik zelf bij betrokken was – komt er een contract van 176 pagina’s, waarmee je een kind kunt doodslaan. Gigantisch. Degene die het hier in huis heeft moeten coördineren – een clinicus – was rijp voor opname in een psychiatrische inrichting.” En vervolgens? “Dan gaat het van start en krijg je die gezamenlijke besprekingen met mensen die niet van nature bij elkaar zitten. Die niet allemaal even goed zijn. Heel onbevredigende besprekingen. Ik zit me daar rot te ergeren en denk: hoe is het mogelijk? Dit is een heel ineffectieve manier om onderzoekstijd en onderzoeksgeld te besteden. En we weten dat. Ik heb drie jaar lang in het Innovatieplatform gezeten en daar hebben we die discussie gevoerd. Op een goed moment zijn we met het Innovatieplatform naar Singapore en Japan gegaan en hebben daar dit model voorgelegd. De mond van die mensen zakte open. Zo van: ‘zo kun je dat toch niet doen?’ Je moet zorgen dat als je sterk onderzoek hebt, je daar technology transfer bij zet (een valorisatiecentrum, red.). Dat werd door de overheid gefinancierd. Dan zoek je met fiscale faciliteiten bijbehorende industrie en bouw je iets op. Een mooi voorbeeld is het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Dat financiert enerzijds topgroepen in Vlaanderen die biotechnologisch onderzoek doen en zoekt industrie bij alle intellectueel eigendom die daaruit is af te romen. Dit is een wiel dat al lang is uitgevonden. Wij doen dit op een absurde manier, echt: er is geen ander woord voor. Econo-
WIE IS PIET BORST? Piet Borst (Amsterdam, 1934) studeerde geneeskunde en promoveerde cum laude op kankeronderzoek aan de Universiteit van Amsterdam. Daar werd hij - na twee jaar onderzoek in New York University – hoogleraar biochemie en moleculaire biologie. In 1983 werd hij wetenschappelijk directeur van het Nederlands Kanker Instituut Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (NKI-AVL) en parttime hoogleraar klinische biochemie. Vier jaar later werd hij directievoorzitter van het NKI-AVL. Bij zijn pensionering in 1999 bleef hij staflid van het NKI-AVL, waar hij nu nog onderzoek doet naar onder meer multidrug resistentie van kankercellen. Borst ontving diverse onderscheidingen: hij is onder meer Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw en Honorary Commander of the British Empire. Hij is lid van de KNAW, de Britse Royal Society, de Amerikaanse National Academy of Sciences en de American Academy of Arts and Sciences. (Foto’s: Sam Rentmeester)
mische Zaken woont in de jaren zeventig en denkt: die ellendige universitaire onderzoekers en andere academische onderzoekers die alsmaar met hun eigen klunzige hobby’s bezig zijn, die moeten wij dwingen om nuttig werk te gaan doen en dat kan alleen als we ze afhankelijk maken van industriële financiering. Dan krijgen ze leiding van onze wakkere industriëlen over wat ze moeten doen. Het is een waandenkbeeld. Het is echt een recept voor hoe het niet moet.” U wordt er echt boos om. “De wijze waarop NWO horig is gemaakt aan industriële belangen is gewoon totaal absurd. Heel slecht voor het Nederlandse onderzoek.” U vindt dat je wel erg optimistisch moet zijn om te denken dat dit nieuw geld voor serieus onderzoek oplevert. “Dat topsectorenbeleid, daar kun je ook wel iets positiefs over zeggen. De overheid zou een zekere concentratie in gebieden waarin je als land sterk bent kunnen bevorderen, maar dan niet door vervolgens het fundamentele onderzoek horig te maken aan zo’n topcluster. Je moet het fundamentele onderzoek onafhankelijk laten en goed financieren.” U ziet meer problemen door te veel commerciële activiteiten dan door te weinig. Welke problemen ziet u zoal? “Ik vind dat door de schaarste aan geld voor fundamenteel onderzoek veel academische afdelingen meer contractresearch doen dan goed is voor de academische status. Het is niet goed voor de ontwikkeling van het vak, want het is iets wat eigenlijk niet thuishoort in een academische instelling. Het is ook niet goed voor de opleiding van onderzoekers en studenten, want die worden betrokken bij onderzoek dat eigenlijk niet veel voorstelt. Het is onderzoek dat geen echte aansprekende belangrijke vraagstelling heeft, dat niet de allernieuwste methodieken gebruikt en dat niet conceptueel uitdagend is.”
U vroeg zich in een column ook af of ‘de geldbeluste onderzoeker’ zelf nog wel te vertrouwen is. ‘Als iemand eenmaal aandelen heeft in een start-up bedrijf, is hij dan nog in staat om zonder aarzelen resultaten te publiceren die de koers van zijn aandelen doen tuimelen?’ De vraag stellen is hem beantwoorden. “De Amerikaanse universiteiten hebben meer met deze bijl gehakt en zeggen: je mag op geen enkele manier betrokken zijn bij onderzoek dat gerelateerd is aan de start-up company waar je in zit. Heel moeilijk in de praktijk af te dwingen. Dat laat dus ook weer zien dat het niet goed is voor de onderzoekscultuur als dit zo’n enorme vlucht neemt dat iedereen wel ergens in een start-up company zit of daar als adviseur bij betrokken is. Ik geef toe: ik ben ouderwets, ik ben in een atheïstisch gezin calvinistisch opgevoed en calvinistisch gebleven wat betreft mijn normenstelsel. Maar ik vind dat je in de publieke sector je best moet doen om je intellectueel eigendom te beschermen en te vermarkten, als met een uitvinding goede banen voor Nederlandse jongens en meisjes gecreëerd kunnen worden. Dat is je burgerlijke plicht. Een sfeer waarin nevenverdiensten te dominant worden in iemands gedachten, is echter niet goed voor onderzoek.” Oppassen met valoriseren? “We zijn al twee stappen te ver gegaan. Bijvoorbeeld dat nu in de veni-, vidi- en vici-aanvragen van NWO een hele valorisatieparagraaf staat. Absurd! Dat zijn jonge onderzoekers, die moeten grenzen verleggen en dan ga je beoordelen of er een valorisatiepotentieel zit in hun onderzoek. Dat is toch absurd? Als ik in zo’n commissie zou zitten, zou ik daar niet aan mee doen. Dat is immoreel. Je moet niet jonge mensen die goede onderzoekers moeten worden, gaan beoordelen op het toevallige valorisatiepotentieel van hun onderzoek. Dat onderzoek moet vernieuwend zijn, origineel zijn, belangrijke problemen aanvatten. En dan zien we later nog wel of er valorisatiemogelijkheden in zitten.” Er was ooit ophef over de Wageningse professor Van Hooijdonk die in zijn oratie verkondigde dat melk zo gezond is. Zijn leerstoel werd betaald door de Nederlandse Zuivel Organisatie en hij was directeur van melkfabriek Campina. Hoe zouden universiteiten met nevenwerkzaamheden moeten omgaan? Tot 2008 vond u dat het verboden moest zijn. “Ik kom uit de vorige eeuw, ik geef dat onmiddellijk toe. Ik heb mezelf een beetje overleefd. Mijn opvattingen waren indertijd heel scherp. Als Wageningse universiteit een melkfabriekdirecteur als bijzonder hoogleraar hebben: dat zou ik niet gedaan hebben. Je wilt bepaalde gespecialiseerde kennis graag aan je universiteit gedoceerd zien, maar dat moet niet zo met commercie verweven zijn dat het onderscheid moeilijk wordt. Begin met transparantie en nooit direct voordeel van wat je aan onderzoek doet. Ik vind dat een universiteit een beetje moet oppassen met wie ze bijzonder hoogleraar maakt.” Wat vindt u van het instellen van een commissie-Belangenconflict aan de TU? “Een zinnig initiatief. Wij hebben andere soorten belangenconflict dan een technische universiteit. Onze dokters mogen nooit consultants zijn van een farmaceutische industrie en mogen op geen enkele manier betaald worden door die industrie. Zo moet het ook blijven, vind ik.” Pagina 12: Duivelse dilemma’s
DELTA. 15 24-05-2012
reportage
12
Duivelse dilemma’s Universiteiten moeten voor financiering van hun onderzoek meer met het bedrijfsleven samenwerken. Wat betekent dat voor het vertrouwen in de wetenschap? Zijn onderzoeksresultaten nog wel betrouwbaar als het onderzoek is gefinancierd door bedrijven? Connie van Uffelen In zijn eerste week als wetenschappelijk directeur van het Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, kreeg prof.dr. Piet Borst een contract voorgelegd voor onderzoek naar een nieuw geneesmiddel. IJverig als hij was, vond hij in de kleine lettertjes een bepaling dat de industrie kon beslissen dat de resultaten van het onderzoek niet gepubliceerd zouden worden. Die bepaling moest er van Borst uit, anders zou hij het contract niet tekenen. “Dat gaf een gigantische toestand”, zegt hij. “Het was 1983 en vanzelfsprekend dat in ieder contract van de industrie met academische instellingen bepalingen stonden met een sterke beperking van de publicatierechten.” Borst vond dat onvoorstelbaar en moest intern een enorme strijd leveren. “De dokters zeiden: ‘Ach Piet, wat verbeeld je je nou? Iedereen doet het. Het zijn fatsoenlijke mensen met wie je samenwerkt: ze gaan ons echt geen belemmeringen opleggen voor publicatie.’ Ik dacht: ‘Nou, dan schrappen we die bepaling toch?’ Dat heeft toen maanden geduurd.” De inmiddels 77-jarige Borst - nog steeds werkzaam op het lab - wil er maar mee zeggen dat als je je hakken in het zand zet, de industrie uiteindelijk voor de bijl gaat. “Er is in die laatste dertig jaar op dit punt echt heel veel veranderd. Het komt misschien nog wel eens een keer in Nederland voor, in Amerika geloof ik niet meer. Er wordt veel professioneler mee omgegaan binnen academische instellingen.”
Wantrouwen
Toch heerst er wantrouwen als het gaat om de combinatie wetenschap en industrie. Uit het Eurobarometeronderzoek naar publieksopvattingen over wetenschap en technologie uit 2010 blijkt dat zestig procent van de Nederlanders vindt dat wetenschappers te afhankelijk zijn geworden van de industrie om ze nog te kunnen vertrouwen. Vijftig procent is huiverig voor inmenging van private financiers in wetenschappelijk onderzoek, omdat
Het aan de TU Delft ontwikkelde robothandje voor het sorteren van groente of fruit. Voorwaarde voor het opzetten van een eigen bv is onder meer dat de universiteit haar publicaties over het handje heeft gehad. Op de foto de industriële grijper die binnen een BV is gemaakt, voortbordurend op een prototype ontwikkeld aan de TU. (Foto: Lacquey)
dat een gekleurd beeld zou geven. “Het is voortdurend het verhaal over fundamenteel onderzoek”, zegt ing. Martin van Pernis. Hij is als voormalig bestuursvoorzitter van Siemens Nederland gevraagd voorzitter te zijn van de Commissie Belangenconflict van de TU Delft (zie kader). “Er is een merkwaardig idée fixe dat er een groot verschil bestaat tussen gerichte ontwikkeling en fundamentele research, maar het een kan niet zonder het ander. Ik ben niet zo bang dat als je meer privaat geld binnenhaalt, dit ten koste gaat van fundamenteel onderzoek.” Duitsers zijn volgens Van Pernis veel meer technologie-minded. “In Wolfsburg heb je een enorm complex van Volkswagen. Een op de vijf Duitsers laat zijn auto daar afleveren en neemt zijn familie mee bij het ophalen van die wagen. Er is een hotel bij en ze krijgen een complete rondleiding in een museum over Volkswagen. Daarmee genereer je een enorme aanhankelijkheid aan die techniek.” Nederland is niet zo’n industrieland, meent Van Pernis. “We hebben een beetje afgeleerd om een echt beeld
van de industrie te krijgen. Wat je niet weet, wantrouw je eerder. Bedrijven zouden dus veel meer moeten communiceren. Aan de andere kant moeten wetenschappers ook niet roepen dat hun vrijheid weg is als een bedrijf zich ermee bemoeit. Onzin.”
Zestig procent van de Nederlanders vindt dat wetenschappers te afhankelijk zijn geworden van de industrie om ze nog te kunnen vertrouwen Piet Borst wijst erop dat in een groot aantal onderzoeken is vastgesteld dat de door de industrie gefinancierde trials van pillen een positiever resultaat opleveren voor die pillen dan wanneer het onderzoek door publieksgeld wordt betaald. “Dat betekent niet dat de industrie er op uit is de zaak op te lichten, maar het is een begrijpelijk soort neiging om je eigen product mooier te zien dan het is.”
Afhankelijk
(Illustratie: Auke Herrema)
Het is niet alleen de industrie waar het schuurt. “Al het beleidsonderzoek in Nederland is sterk afhankelijk van overheidsopdrachten”, zegt Borst. “En de overheid is geen haar beter dan de industrie, want ze is er vaak op uit om rechtvaardiging te zoeken voor genomen of geplande beslissingen.” Dat bleek in 2010 uit onderzoek naar politieke besluitvorming rondom Schiphol. Menno Huys en Jan Anne Annema van de TU Delft concludeerden dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat onwelgevallige onderzoeksresultaten over de gevolgen van groei op Schiphol herhaaldelijk had ‘voorkomen, selectief herschreven of selectief gebruikt’. Acht jaar daarvoor had de Delftse professor Guus Berkhout zijn taak neergelegd als voorzitter van een commissie die zich boog over de geluidsproblematiek rond Schiphol. De hoogleraar vond dat de staatssecretaris het hem onmogelijk maakte nog langer onaf-
hankelijk te werken. “Een voorbeeld van iemand die een rechte rug heeft en die zegt dat als je je zou laten ringeloren door geldstromen van een ministerie, dit leidt tot een compromitteren van een wetenschappelijk oordeel”, zegt prof. dr. Jeroen van den Hoven, hoogleraar ethiek en voorzitter van de commissie wetenschappelijke integriteit aan de TU Delft. Openheid geven is het enige wat je kunt doen om vertrouwen te winnen, aldus Van den Hoven. “Transparantie. Laten zien dat je echt probeert het goede te doen. Daar hebben we binnen de TU nu ook een begin mee gemaakt met het openbaar maken van nevenwerkzaamheden.” Het Nederlands Kanker Instituut hanteert de stelregel dat artsen nooit consultant mogen zijn voor een farmaceutisch bedrijf, zegt Borst. En als het voor het basale onderzoek nodig was, ging het geld dat daarvoor werd betaald in mijn tijd naar de kas van het instituut. Voor de universiteit is het van belang dat kennis effectief wordt benut, zegt drs. Paul Althuis van het Valorisation Centre van de TU Delft. “Daar worden we op afgerekend. Dat er daarmee een stuk afhankelijkheid komt van een vragende partij is waar, maar dat is in principe niet anders dan wat er al jaren gebeurde. De industrie keek altijd al of er interessante kennis is.” Althuis deelt de zorg uit het Eurobarometeronderzoek niet. Volgens hem bepaalt de industrie niet wat universiteiten moeten doen. “Je bent er zelf bij. Je kunt ook zeggen: ‘we doen het niet’. Dat is een belangrijk feit.”
Afspraken
Problemen hoeven er volgens Althuis dus helemaal niet te zijn, mits er goede afspraken met het bedrijfsleven worden gemaakt. De TU Delft hanteert daarvoor de Leidraad Contractactiviteiten (zie kader: Valorisatie binnen de TU Delft). Een van de uitgangspunten in de Leidraad is de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening van universiteitenvereniging VSNU, die nu wordt aangescherpt vanwege de
onderzoeksfraude van ex-hoogleraar sociale psychologie Diederik Stapel. De gedragscode kent vijf principes: zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid. Wetenschapsbeoefenaars verrichten hun werk in academische vrijheid en in onafhankelijkheid, schrijft de gedragscode voor. En: ‘de probleemstelling is wetenschappelijk interessant, niet alleen met het oog op het specifieke belang van de opdrachtgever. De gebruikte methode is wetenschappelijk verantwoord. Op onderzoeksresultaten heeft de opdrachtgever geen enkele invloed.’ Opdrachten moeten volgens de gedragscode aantoonbaar bijdragen aan het wetenschappelijk onderwijs of onderzoek. ‘Altijd is duidelijk wie de opdrachtgever is van een wetenschappelijke activiteit, wat de verhouding is van de uitvoerder tot de opdrachtgever en of er eventuele adviseurschappen of andere verbindingen bestaan. Publicatie van wetenschappelijke onderzoeksresultaten is gewaarborgd.’ Om de discussie te stimuleren noemt de gedragscode een aantal dilemma’s ter bespreking. Bijvoorbeeld deze: hoeveel invloed mag een opdrachtgever hebben op de probleemstelling van een onderzoek? En op de voorgenomen aanpak? (Wanneer) mag hij bijsturen tijdens de uitvoering van het onderzoek? Of bij de verslaglegging? Wat betreft de probleemstelling is het volgens Van den Hoven helder: de opdrachtgever wil weten hoe het zit en gaat daar dus in principe over. “Wij aan de andere kant moeten er natuurlijk op toezien dat wij echt contractresearch doen met de nadruk op research. Hoe het onderzoek vervolgens wordt uitgevoerd, daar komen opdrachtgevers nou juist speciaal voor hier. Als het goed is hebben wij daar het meeste verstand van.”
‘De overheid is geen haar beter dan de industrie’ De manier waarop wordt gerapporteerd is ook aan de universiteit, zegt Van den Hoven. “Het is de wetenschapper die de onderzoeksresultaten bekendmaakt. Op het moment dat je water in de wijn gaat doen, leg je de bijl aan de wortel van je eigen geloofwaardigheid.” En als een bedrijf een promovendus betaalt, hoe voorkom je dan dat het bedrijf resultaten stuurt? Van Pernis gelooft er niet zo in. “In dat geval hoef je het onderzoek niet te doen. Dat is het beeld dat misschien van het bedrijfsleven bestaat, maar daar heb je toch niets aan? Echt Nederlands: alles wat bedrijven leveren is een beetje besmet. Neem het verkeersbord van de ANWB dat verwijst naar een industriegebied: daar staat zo’n stinkende, rokende fabriek op. We maken dus al heel duidelijk zichtbaar dat we die industrie eigenlijk maar niks vinden.” Van Pernis heeft studenten wel bijdragen laten leveren aan de verbetering van een product of technologie, met de afspraak dat het bedrijf hun studie betaalt en ze daarna in dienst komen en ermee verder gaan. “Daarover moet
DELTA. 15 24-05-2012
reportage
13
Met een museum en een hotel bij de fabriek in Wolfsburg stimuleert Volkswagen aanhankelijkheid aan de techniek bij klanten. (Foto: ANP/Rainer Jensen)
je afspraken maken met de betrokken hogeschool of universiteit. Het hangt verder van de integriteit van de persoon en zijn omgeving af of daar netjes mee wordt omgegaan.” Van den Hoven heeft meegemaakt dat een promovendus voor een deel op de payroll van een bedrijf stond, waarna dat bedrijf in de verleiding kwam de student op allerlei klussen te zetten. “Dat is niet in het belang van die student”, zegt de hoogleraar ethiek. “Dan trek ik de stekker eruit en vind ik wel een andere manier om die promovendus te betalen.” Bij het onpartijdigheidsprincipe is het wetenschappelijk belang leidend, stelt de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening. Dilemma: wat te doen als onderzoekers een patent op een vinding graag te gelde willen maken en er nader onderzoek noodzakelijk is, dat ze binnen de eigen instelling willen uitvoeren? Is dit acceptabel of moet hiervoor een
zelfstandige eenheid (een BV of iets dergelijks) worden opgericht? “Als ze het puur voor zichzelf te gelde willen maken zou ik zeggen: dat moet niet gebeuren binnen de TU”, zegt Van den Hoven. “Dan moet je het via een
‘Het is de wetenschapper die de onderzoeksresultaten bekendmaakt’ start-up of een eigen bedrijf doen en werktijdvermindering bij de TU aanvragen. Dit soort dingen komt bij ons heel vaak voor.” Als voorbeeld noemt Van den Hoven de robothandjes die kunnen helpen met het sorteren van groente of fruit. “Een van de voorwaarden voor het opzetten van een eigen BV is dat de TU hiermee klaar en akkoord is: dat
er wetenschappelijke publicaties zijn gerealiseerd en dat het alleen gaat over de maatschappelijke benutting van dat handje. Daar zit misschien heel veel geld in. Via royalties uit die BV kan de TU misschien het fundamentele robotica-onderzoek bekostigen.” Belangrijk is wel dat het ergens is vastgelegd, vindt Van den Hoven. “Als er maar afspraken zijn: wie gaat hier over, wie neemt beslissingen over de middelen, hoe gaat het met studentenprojecten? The devil is in the details.” Wil die wetenschapper zich wel binden aan die regels? “Dat hoort bij je verantwoordelijkheid”, zegt Van den Hoven. “En anders moeten we een stevig gesprek met die wetenschapper hebben. Elk jaar moet je bij je beoordelingsgesprek je nevenwerkzaamheden opgeven en het formulier ondertekenen. Als zaken worden verzwegen is sprake van valsheid in geschrifte.”
Commissie Belangenconflict TU Delft Nadat vanuit de faculteit 3mE opdrachten waren gegeven aan de vrouw van decaan Marco Waas besloot de TU Delft een Commissie Belangenconflict in het leven te roepen. Die commissie adviseert het college van bestuur over dilemma’s op het gebied van publiekprivate samenwerking, zoals financiële samenwerkingsconstructies, aandeelhouderschappen en nevenwerkzaamheden. De commissie bestaat uit ing. Martin van Pernis (voorzitter van ingenieursvereniging Kivi Niria en voormalig bestuursvoorzitter van Siemens Nederland), mr. Bert van Delden (oud-president van de Haagse rechtbank) en prof.dr. Gijs Kuenen (oud-hoogleraar bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen). Het drietal adviseert het college van bestuur over oude of lopende cases die het college zelf aan ze voorlegt. Een wetenschapper loopt in zijn onderzoek bijvoorbeeld tegen iets aan waarvan hij denkt dat het wat kan zijn voor een bedrijf waar een vriend werkt. “Die twee maken afspraken, het product wordt een succes en dan blijkt dat er helemaal geen afspraken zijn gemaakt over vergoedingen die gerelateerd zijn aan de omzet”, zegt
voorzitter Van Pernis. “En dan begint het gedoe.” Dit soort gevallen kan volgens Van Pernis over het algemeen binnen de TU afgehandeld worden. Maar wat als de wetenschapper een eigen bv’tje wil starten dat hij niet op zijn eigen naam zet maar op naam van een goede vriend? “En dan heb ik het nog niet eens over fraude - want het kan allemaal legaal zijn - maar dán begint het te kriebelen.” De commissie buigt zich nu over dergelijke zaken en komt met een advies aan het college van bestuur. Wat Van Pernis tot nu toe opviel in de voorgelegde cases was dat vaak werd verzuimd om de eindigheid in de samenwerking te definiëren. “Of de condities waarop iets beëindigd zou kunnen worden: wanneer stoppen we en welke afspraken maken we aan het begin over die beëindiging?” Overigens is het niet het doel van de commissie om samenwerking met het bedrijfsleven te verhinderen. “Integendeel”, zegt Van Pernis. “Het doel van de TU is natuurlijk om zoveel mogelijk samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven tot stand te brengen.”
Pagina 10: ‘We zijn te ver gegaan met valoriseren.’ Dit is het vierde deel van een korte serie over vertrouwen in de wetenschap.
Valorisatie binnen de TU Delft Voor het te gelde maken van kennis heeft de TU Delft het Valorisation Centre in het leven geroepen. Wetenschappers kunnen daar terecht voor ondersteuning bij het aanvragen van gesubsidieerde projecten en samenwerking met bedrijven. Het centrum helpt ook met het aanvragen van een octrooi en adviseert over de commerciële mogelijkheden daarvan. Op diverse manieren werkt de TU samen met bedrijven. Zo heeft zij met Shell een strategisch partnerschap waarin zij faciliteiten en mensen deelt. Ook participeert de universiteit in meerdere consortia waarin veel partners hun krachten bundelen rond een thema. Verder is er contractonderzoek dat een externe partij geheel of gedeeltelijk financiert. Voor die contracten heeft de TU een Leidraad Contractactiviteiten opgesteld. Die bevat vijf uitgangspunten. De TU Delft: • aanvaardt geen opdrachten tenzij deze bijdragen aan het wetenschappelijk onderzoek of aan het wetenschappelijk onderwijs of aan de kennisoverdracht van de universiteit naar de samenleving. • levert geen goederen of diensten aan derden in oneerlijke concurrentie met aanbieders die een op winststreven gebaseerd bedrijf voeren. • voert alleen dan onderzoek in opdracht van derden uit als publicatie van de wetenschappelijke resultaten is gewaarborgd. • hanteert in beginsel kostendekkende tarieven, gebaseerd op de integrale kostprijs, tenzij anders is vereist. • onderschrijft de principes en uitwerkingen in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening van de VSNU (d.d. 17 december 2004). De regels gelden voor iedereen aan de universiteit. Ook staan er tips en aanwijzingen in voor overeenkomsten met derden. Zo is het wenselijk om wat vast te leggen over geheimhouding van bedrijfsgegevens of onderzoeksresultaten, rechten om resultaten te publiceren, het aanvragen van een octrooi en het in licentie geven van kennis of software. In de praktijk stellen bedrijven over precies dezelfde zaken voorwaarden, zegt drs. Paul Althuis, directeur van het Valorisation Centre. Als bedrijven zich niet willen houden aan de Leidraad komt het voor dat onderhandelingen over een contract langer duren of dat er geen contract komt. De hoeveelheid geld die de TU in 2011 uit de publieke en private markt haalde (tweede en derde geldstroom) bedroeg ongeveer 145 miljoen euro. De kosten van het valorisatie centrum bedroegen toen ongeveer 2,5 miljoen euro en werden betaald uit de 350 miljoen euro aan Rijksbijdrage (eerste geldstroom).
DELTA. 15 24-05-2012
TUdelta.15 > Jaargang 44 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie Frank Nuijens - @FrankNu, (hoofdredacteur) Katja Wijnands - @kwijnands, Dorine van Gorp - @dorinevangorp, (eindredactie) Saskia Bonger - @sbonger Tomas van Dijk - @tomasvd Connie van Uffelen - @ConnievanU Jos Wassink - @joswashere (verslaggeving) > Medewerkers
Tina Amirtha, Bennett Cohen, Kees Custers, Willemijn Dicke, Jessica van den Doel, Patrick van der Duin, Chandra Elango, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, Desiree Hoving, Erik Huisman, Devin Malone, David McMullin, Olga Motsyk, Gunjan Singh, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Maurits van der Ven, Vikrant Venkataraman, Robert Visscher, Daan Vos, Rutger Woolthuis, Martine Zeijlstra
> Foto‘s Sam Rentmeester (
[email protected]) Hans Stakelbeek (
[email protected]) > Vormgeving & Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen Martin Kers (
[email protected]) > Redactieraad dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, mr.drs. S.J. Hessing, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail:
[email protected] www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk
Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede
> Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:
[email protected] www.linkmagazine.nl > Abonnement
Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan.
> HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail
[email protected]
> Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke rs_2x70_zw-w toestemming van14-05-2004 de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze. ties bel met:
mededelingen
Agenda
Announcements
Zondag 27 mei
Slob, faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen.
International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.
Dinsdag 29 mei Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Electrical Survey of Peat Deposits. Promotie van M. Ponziani, MSc. Promotor: prof.dr.ir. E.C. Slob. • 12.00 uur - Querying Sparse Matrices for Information Retrieval. Promotie van R. Cornacchia, Laurea in Scienze. Promotor: prof.dr. A.P. de Vries. • 15.00 uur - Understanding Water Resources Conditions in Data Scarce River Basins Using Intelligent Pixel Information. Case: Transboundary Indus Basin. Promotie van M.J.M. Cheema, MSc. Promotor: prof.dr. W.G.M. Bastiaanssen. Studium Generale 12.00 uur - Friend Request: wie kent jou het beste, de overheid, Google of jij? Vandaag gaat Studium Generale voor het eerst op bezoek bij de Haagse Hogeschool. Samen met studenten daar is besloten om dieper in te gaan op het probleem en privacy op internet. Wie heeft er allemaal toegang tot jouw data en wat gebeurt ermee? Atrium Haagse Hogeschool, Rotterdamseweg 130, Delft – toegang gratis en voor de eerste 50 aanwezigen een gratis lunch.
Woensdag 30 mei Wetenschapsagenda • 10.00 uur - The Density Enthalpy Method applied to Model Multiphase Darcy Flow. Promotie van I. Ibrahim, MSc. Promotor: prof. dr.ir. C. Vuik. • 12.30 uur - Recognizing surgical patterns. Promotie van ir. L. Bouarfa. Promotoren: prof.dr. J. Dankelman en prof.dr.ir. P.P. Jonker. • 15.00 uur - Improving production bo beta A-lactam antibiotics by Penicillium chrysogenum: Metabolic engineering based on transcriptome analysis. Promotie van T. Veiga dos Inocentes, Mestre em Engenharia. Promotor: prof.dr. J.T. Pronk. • 15.00 uur – Deze rede vindt plaats in het Auditorium. Intreerede van prof.dr.ir. E.C.
14:02
Kivi Niria Students Delft CEO-series 17.45–19.45 uur - In this fourth lecture in the CEO-series of KIVI NIRIA Students Delft, Karl-Ulrich Köhler, CEO of Tata Steel, will talk about his work as CEO of Tata Steel. This presentation will be in English. Participation in this lecture and drinks afterwards is free of charge after mandatory registration via www.kns-delft. nl. Location: TU Delft, faculty Technology Policy and Management, lecture room A.
Donderdag 31 mei Waterfilmfestival 20.00-23.00 uur – Vandaag wordt in het Aula Congrescentrum van de TU Delft het Waterfilmfestival georganiseerd. Tijdens deze feestelijke avond worden spraakmakende waterdocumentaires vertoond. Tevens zal de prijsuitreiking van de Urban Water Movie Contest plaatsvinden. Aanmelden voor het festival kan via home. tudelft.nl/?id=50018. Voorronde Peter Tetteroo Bokaal 2012 20.30 uur - De tweede voorronde van de Peter Tetteroo Bokaal met optredens van Passages(PopRock), Flying Flapjacks(Indierock) en The Men From Uncle(Hardrock). Het publiek wordt in de gelegenheid gesteld mee te stemmen. De winnaar van de avond, krijgt een podiumplek op Westerpop 24 augustus! Locatie: Speakers, Burgwal 45-49, Delft. Toegang gratis. Froudelicious 22.00-4.00 uur – Scheepsbouwkundig Gezelschap William Froude organiseert wederom Froudelicious met de Froudeband en vele andere artiesten. Het feest zal plaatsvinden op Sociëteit Tyche van de Delftsche Studenten Bond. Kaarten zijn 4 euro in de voorverkoop en 6 euro aan de deur.
Vrijdag 1 juni Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Understanding transitions of socio-technical systems.change. A SystemNetwork-Agent approach. Promotie van ir. C.M. Chiong Meza. Promotor: prof.dr.ir. M.P.C. Weijnen. • 12.30 uur - Mechanical behaviour of timber joints with slotted-in steel plates. Promotie van C. Sandhaas, Diplom-Ingenieurin. Promotor: prof.dr.ir. J.W.G. van de Kuilen.
55 10 53 80 uitgevers.nl
T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E
[email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
op met Hennie de Ruyter of
Maandag 4 juni Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Computational Modelling of Small-Scale River Morphodynamics. Promotie van ir. M. Nabi. Promotor: prof.dr.ir. H.J. de Vriend. • 12.30 uur - Stiffness and Layout Tailoring of a HighLift System with Aeroelastic Loads. Promotie van ir. G.A.A. Thuwis. Promotor: prof.dr .Z. Gürdal. • 15.00 uur - Water Loss Management: Tools and Methods for Developing Countries. Promotie van H.E. Mutikanga, MSc. Promotor: prof.dr. Vairavamoorthy.
Dinsdag 5 juni Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Assessment of Cavitation Erosion with a Multiphase RANS Code. Promotie van Z. Li, MEng. Promotor: prof.dr.ir. T.J.C. van Terwisga. • 12.30 uur - An approach towards generic coastal geomorphological modelling with applications. Promotie van Q. Ye, MSc. Promotor: prof.dr.ir. J.A. Roelvink. • 15.00 uur - Aeroacoustic Resonance of Slender Cavities. An experimental and numerical investigation. Promotie van ir. A.T. de Jong. Promotor: prof.dr.ir.drs. H. Bijl.
prof.dr.ir. A.A.A. Molenaar en prof.dr. S.P. Wu.
Donderdag 7 juni Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Biological Nutrient Removal in Compact Biofilm Systems. Promotie van J.P. Bassin, MEng. Promotor: prof.dr.ir. M.C.M. van Loosdrecht. • 12.30 uur - Statistical lifetime mangement for energy network components. Promotie van ir. R.A. Jongen. Promotor: prof.dr. J.J. Smit. • 15.00 uur - Challenges, Design and Analysis of Peerto-Peer Video-on-Demand Systems. Promotie van L. D’Acunto, ingegneria. Promotor: prof.dr.ir. H.J. Sips.
Woensdag 13 juni Conference Water & the City Key purpose of the Delft ‘Water & the City’ conference is to bring together experts and students from the fields of Science, Engineering, Design and Governance from all over the world, and get them to actively work together in workshops on one of four cases of cities around the world facing their own specific water ‘challenges’: Singapore, Jakarta, Rotterdam and New Orleans. The conference will take place from 13-15 June in the Science Centre in Delft. See tudelft.nl/en/research/environment/water-the-city/ for more information. Kennisfestival 11.30-18.00 uur – Vandaag vindt het Kennisfestival plaats bij Lijm & Cultuur, Rotterdamseweg 270, Delft. Voor het programma en meer informatie zie www.kennisfestival.com.
Woensdag 6 juni Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Applying the Flood Vulnerability Index as a Knowledge base for flood risk assessment. Promotie van S.F. Balica, MSc. Promotoren: prof.dr. N.G. Wright. • 12.30 uur - Driver Steering Support Interfaces Near the Vehicle’s Handling Limits. Promotie van D. Katzourakis, MSc. Promotoren: prof.dr. F.C.T. van der Helm en prof. dr.ir. E.G.M. Holweg. • 15.00 uur - Self Healing of Asphalt Mixtures. Towards a Better Understanding of the Phenomenon. Promotie van J. Qiu, MEng. Promotoren:
Students New MSc-specializations at TPM Starting in 2012-2013 the third semester of the TPM MSc’s will mainly consist of (domain) specializations and electives. These specializations are open to all TUD students. Each specialization consists of 15 ECTS; the topics are: • Innovation Management & Entrepreneurship (+ annotation) • ICT Management and Design • Infrastructure and Environmental Governance (+ annotation) • Economics and Finance • Modelling, Simulation and Gaming • Research Specialization • Safety and Security • Supply Chain Management For more information please go to the student portal on the TPM website, choose one of the MSc programs and then go to ‘Specializations 20112012’. Interested? Non-TPM students can send an e-mail to
[email protected] for information and enrolment. Student and Career Support The psychologists and the central student and careers counsellors are located at Jaffalaan 9A (building 30A). There is some English career information and a vacancy wall in the information centre. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 015-2788004. Students and PhD candidates can make an initial appointment with one of the psychologists at studentenpsychologen. tudelft.nl or by sending an
email to
[email protected]. You can also come by at the open office hour every Tuesday at 11.3012.30 hrs. Open office hours of the student counsellors are on Tuesdays from 11.30-12.30 hrs and the career counsellors are on Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. More information on www.studentandcareersupport.tudelft.nl or careercentre.tudelft.nl. For a list of workshops and trainings offered by Student & Career Support please visit smartstudie.tudelft.nl.
International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email:
[email protected] or by phone: 015-2788012. International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than academic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www. iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer. Studium Generale Studium Generale (SG) is open from Monday-Thursday, 9.00-17.00 hrs. SG is located at the TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. For questions send an e-mail to
[email protected] or call 015-2783258 to make an appointment.
Aankondigingen Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail: delta@tudelft. nl. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd in deze agenda vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
w w w. z o m e r fe st i va l . t u d e l f t . n l
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel
en IJsel
• 15.00 uur – Afscheidsrede prof.ir. W. Patijn, faculteit Bouwkunde. Zomerfestival 16.00-1.00 uur – Muziek, wetenschap, techniek en entertainment komen samen op dit dynamische in- en outdoor festival op het terrain van Sport & Cultuur van de TU Delft. Voor meer informatie over het programma en voor het bestellen van toegangskaarten kun je terecht op zomerfestival. tudelft.nl.
Pagina 1
Voor advertenties bel met:
ers
14
Word ook KWF-collectant Meld je vandaag nog aan op www.kwfkankerbestrijding.nl/collecte
Algemeen Eurekaprijs voor wetenschapscommunicatie 2012 De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) nodigen u uit om wetenschappers en journalisten te nomineren voor de Eurekaprijs voor wetenschapscommunicatie 2012. Nomineren is mogelijk tot 1 juni via www. knaw.nl/eurekaprijs. Student and Career Support Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen, en het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, en promoveren. Ook is er een vacaturewand. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een van de medewerkers. Voor de psychologen geldt dat je je als student of promovendus online kunt aanmelden op studentenpsychologen.tudelft. nl. Een eerste contact kan ook via het inloopspreekuur op dinsdagen van 11.30-12.30. De studentendecanen houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur, de loopbaanadviseurs en de
studiekeuzeadviseur houden een inloopspreekuur op dinsdag en donderdag van 11.30-12.30 uur. Zie voor het aanbod aan workshops en trainingen van Student & Career Support zie smartstudie.tudelft.nl. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (gebouw 30A); tel. 015-2788004. E-mail:
[email protected]; careercentre@ tudelft.nl; jn studiekeuze@ tudelft.nl. Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl; careercentre.tudelft.nl.
Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via
[email protected] of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Studium Generale (SG) is geopend van maandag t/m donderdag van 9.00-17.00 uur. SG is gevestigd in de TU Delft Library, Prometheusplein 1, Delft. Je kunt vragen stellen via studiumgenerale@tudelft. nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.
DELTA. 15 24-05-2012
mededelingen/opinie
15
Lef en toeval in de wetenschap Aan de hand van hun eerste publicatie vertelt een divers gezelschap hoogleraren over hun eerste stap de wetenschap. Het resultaat is niet alleen een reeks persoonlijke verhalen, maar ook een beeld van hoe de wetenschap in de loop der jaren veranderde.
wat daarna kwam. Gaandeweg blijkt dat élk onderwerp interessant is als iemand er met passie aan werkt: of dat nu het cyclohexaan-ion is of lössafzettingen in Zuid-Nederland. De interviews laten mooi zien hoe de wetenschap in de loop der jaren is veranderd. Hans Clevers vat het pakkend samen: “Als ik nu een aio zou krijgen die het zou willen doen zoals ik het
Ionica Smeets
Een beetje ongemakkelijk word je van al die succesverhalen van jonge onderzoekers
Het zijn mooie verhalen in ‘De eerste stap in de wetenschap’. Zo verklaart Nico Frijda hoe hij op het idee kwam om te onderzoeken hoe mensen emoties van gezichten kunnen lezen: hij was verliefd op een meisje met een expressief gezicht. De geïnterviewden komen uit alle hoeken van de wetenschap en ze vertellen wetenschapsjournalist Hans van Maanen openhartig over het begin van hun carrière en
gedaan heb, zou ik hem waarschijnlijk meteen wegsturen.” Veel geïnterviewden geven aan dat ze als student een enorme vrijheid kregen. Ze ontwikkelden zich breed, verzonnen hun eigen onderzoeksvragen en publiceerden vooral voor hun eigen plezier. Er hangt geen ‘vroeger was alles beter’sfeer in het boek, de onderzoekers lijken vooral medelijden te hebben met
de generaties na hen. Nu is alles veel georganiseerder. Een andere opvallende overeenkomst is het lef dat veel van de wetenschappers toonden toen ze jong waren. Ze begonnen aan dingen waar ze eigenlijk helemaal geen verstand van hadden, spraken gerespecteerde hoogleraren tegen en bogen de regels als het nodig is. Aardig is ook de terugkerende rol van het toeval, Dick Swaab wilde bijvoorbeeld farmacologie doen, maar kon een plek krijgen bij het Herseninstituut: “Tot zover mijn carrièreplanning.” De interviews verschenen oorspronkelijk in Akademienieuws, het tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Het is goed dat ze gebundeld zijn, want ze verdienen een breder publiek. Een beetje ongemakkelijk word je wel na het lezen van al die verhalen van onderzoekers die op jonge leeftijd een briljant idee kregen en een-tweedrie in een wetenschappelijke carrière rolden. Maar dan komt er troost van psychologe Anne Cutler: “Het is […] riskant om het zo rechtlijnig voor te
stellen, omdat jonge mensen die de rubriek lezen een foute indruk kunnen krijgen van hoe de dingen gaan. En ze zijn toch al zo onzeker.” Door die relativering (en die van een aantal andere geïnterviewden) besef je dat het achteraf allemaal makkelijker klinkt dan het is. En toch krijg je van deze verhalen heel erg veel zin om zelf alsnog onderzoeker te worden.
Smaakt dit naar meer? De besproken boeken zijn binnenkort te vinden op de leestafel in de TU Library.
Hans van Maanen, De eerste stap in de wetenschap - Interviews met geleerden, ISBN: 9789461054173, pp. 192, Uitgeverij Boom, € 19,50
Sports & Culture
1 avondje uit 1 week ziek
EEn niErpatiënt moEt Er hEEl vEEl voor ovEr hEbbEn om EEn bEEtjE normaal tE lEvEn. Wat hEb jij ovEr voor EEn niErpatiënt? KijK Wat jij Kunt doEn op niErstichting.nl
Gargantuaanse windmolenparken Kan duurzame energie een substantiële bijdrage leveren aan de energiebehoefte? Columnist Chris Goodall antwoord daar volmondig ja op in zijn boek ‘Tien technologieën voor energie en klimaat’. Maar eenvoudig is het niet. Robert Visscher Rond 2025 is het dan eindelijk zover, volgens Goodall. Dan voorzien opwekkers van duurzame energie volledig in onze elektriciteitsbehoefte. Tenminste, als in woestijnen gigantische zonthermische centrales elektriciteit opwekken voor Europa. En er Gargantuaanse windmolenparken komen. De Britse columnist van de Independent on Sunday windt er geen doekjes om. Voordat Europa duurzaam is op het gebied van elektriciteit, moet er ongelooflijk veel gebeuren. Het boek van Goodall past in een trend. Steeds vaker verschijnen er boeken en artikelen over hoe landen duurzaam zelfvoorzienend kunnen zijn in de toekomst. Grofweg ziet de verdeling van Goodall er rond 2025 zo uit: wind en zon zorgen samen voor vijftig procent van de vraag naar elektriciteit. De helft daarvan komt voor rekening van getijden-, golfenergie
en biomassa. Het laatste kwart ligt gevoeliger, en men kan zich afvragen hoe duurzaam dat is, want het wordt geleverd door CO2-opvang of kernenergie. Zijn verdeling is ‘een aanzienlijk uitdaging maar niet onhaalbaar,’ concludeert Goodall. Hij vertrouwt met zijn voorspelling nadrukkelijk op een leercurve: de prestaties van duurzame energie opwekkers nemen toe en de kosten af. Dat maakt het lastig om zijn plan te beoordelen. Want hoe die leercurve er precies uit zal zijn, is natuurlijk nog onbekend. Dat geeft de auteur ook zelf toe. Van de meeste initiatieven die hij noemt, geeft hij aan, hoort de lezer waarschijnlijk nooit meer. De bedrijven gaan bijvoorbeeld failliet, omdat hun uitvindingen toch niet zo veelbelovend zijn als ze dachten. Het hoort erbij, concludeert hij nuchter. Want daar staat tegenover dat andere technieken zich juist stormachtig ontwikkelen. Of Goodall gelijk heeft, zal de tijd leren. Als hij iets duidelijk maakt, is dat er op het gebied van duurzaamheid meer mogelijk is dan nu het geval is. Al hebben de tien technologieën die hij bespreekt dan wel ondersteuning nodig. Bijvoorbeeld in de vorm van belasting op CO2, subsidies of ‘enorme prijzen voor succes’. In ieder hoofdstuk staat een duurzame opwekker centraal, zoals windturbines en zonne-energie. Maar ook minder voor de hand liggende technologieën zoals getijdenstroom en superefficiënte woningen komen
aan bod. De hoofdstukken beginnen met een beschrijving van de technologie en daarbij etaleert Goodall zijn klasse. Hij legt beeldend en scherp uit hoe de uitvindingen werken en welke ontwikkelingen nog nodig zijn voor een succes. Het valt Goodall niet aan te rekenen, dat het succes vervolgens onvoorspelbaar is en het onduidelijk is of hij gelijk heeft. Dit boek is veel meer dan een voorspelling. Bovenal laat Goodall uitmuntend zien hoe turbines onder water draaien, brandstofcellen precies werken en waaruit zonnecollectoren bestaan.
Chris Goodall, ‘Tien technologieën voor energie en klimaat’, Ankh-Hermes, 312 p., 29,95 euro.
DELTA. 15 24-05-2012
lifestyle
heimwee
16
the bachelor
Bachelor on the beach Zon, zee, strand… Neem je het er ook zo heerlijk van? Wel fijn als dat strand er nog even blijft liggen. Sytske Stuij en Taco Tuinhof wijdden er hun bachelor-eindproject aan bij CiTG.
In augustus 2010 is Roxane Abdollahi (26, afkomstig uit Iran), begonnen met haar master bij Bouwkunde. Ze hoopt begin 2013 klaar te zijn en gaat dan op zoek naar werk in Nederland. Daarna gaat ze wellicht naar Canada, maar dat hangt af van wat haar ouders doen. Die wonen op dit moment nog in Iran, maar vanwege de onveilige situatie daar willen zij graag emigreren naar Canada. Op haar kamer in Delft geniet ze van de pistachenootjes die ze onlangs van haar vader kreeg. Hij heeft in Iran een eigen boerderij waar hij pistachenoten verbouwt. (Foto: Hans Stakelbeek)
In de rubriek Heimwee portretteert fotograaf Hans Stakelbeek buitenlandse studenten met een object dat hen herinnert aan hun thuisland. Meedoen? Mail naar
[email protected]
WILLEMIJN DICKE
Health Coach Program Net voor mijn vakantie schreef ik me in voor het Health Coach Program van de TU Delft. Er is niets mis met me, ik ben blij en fit, maar och, een beetje bewegen kan geen kwaad. Immers, ik breng het grootste deel van de dag zittend achter een bureau door en dat is niet goed voor de mens. ‘Zittend beroep is de silent killer’ publiceerde TNO onlangs. En wordt het ook niet eens tijd om die extra kilo’s van een paar vakanties terug eens definitief te laten smelten? In mijn laatste dagen voor mijn vakantie moest ik veel spoedklusjes afmaken en maakte geen tijd voor het lezen van de informatie over het gezondheidsprogramma. Nietsvermoedend ging ik op reis en genoot van wijn, olijven, risotto en zelfgemaakt Italiaans citroenijs. Al tijdens de vakantie bleef mijn deelname aan dit programma niet onopgemerkt. Ik ontving e-mails met documentatie over het Health Coach Program. Het blijkt serieuze business te zijn. Niks een beetje fitnessen. Bloed prikken, cholesterol meten, suikerwaarden meten, gewicht, bloeddruk. Ik krijg wetenschappelijke artikelen toegestuurd over kanker en diabetes 1 en 2 en ook nog over hart- en vaatziekten. Voor mij zijn al deze ziektes een
ver-van-mijn-bed-show. Ik ben 41 jaar en merk aan niets dat ik ouder word, of het moet zijn dat alle studenten volharden in het ‘u’ zeggen tegen mij, ook als ik heb aangeboden dat ze me best mogen tutoyeren. Ik ren al jaren wedstrijdjes van tien kilometer in exact 58 minuten. Een slechte tijd, maar wel constant. Ik ben dus niet ziek, ik ben niet geblesseerd. Tot een paar weken geleden voelde ik me zelfs in goede conditie en kon ik genieten van de mooie dingen in het leven. Maar sinds ik me heb ingeschreven bij het Health Coach Program blijkt mijn zorgeloos genieten geheel onterecht. Uit alle bijlagen en filmpjes blijkt dat ik nú mijn leven moet omgooien wil ik ooit gracieus oud worden. Vrijdag is mijn intake bij mijn persoonlijk begeleider. Vanaf dat moment zal mijn leven nooit meer hetzelfde zijn, als het goed is.
Lekker hè, dat warme weer? In je zwembroek aan het strand en loungen met je studiemaatjes. Béétje jammer alleen dat dat strand er niet meer ligt als er niet elke één tot vijf jaar een flinke lading zand op gespoten wordt. De Nederlandse kust, en in dit geval vooral die in Zuid-Holland, heeft zwakke plekken. Golven, het getij en weersinvloeden nemen zand mee, waardoor de kustlijn steeds verder landinwaarts verplaatst. Daarvoor gingen in 1990 al de alarmbellen rinkelen. “Toen heeft men gezegd: die kustlijn mag niet nóg verder landinwaarts verschuiven, anders houden we geen strand - en land – meer over”, zegt Sytske Stuij (23). “Zand opspuiten zorgt ervoor dat die grens, de ‘basiskustlijn’, niet verder overschreden wordt. Daarvoor is de ‘zandmotor’ bedacht, een hoop zand in de vorm van een haak die ervoor zorgt dat gedurende twintig jaar zand goed over de kust verspreid wordt. Hartstikke duurzaam, want in plaats van dat je jaarlijks een zandsuppletie neerlegt, ben je in één keer voor twintig jaar klaar en laat je de natuur haar werk doen: de golven verspreiden het zand precies daar waar het zijn moet.” Dat is zo klaar als een klontje, dus waarom nog een bachelor-onderzoek over dit onderwerp? Nou, die kustlijn blijkt met de huidige zandmotor toch nog wat zwakke plekken te vertonen. “Samen met Taco Tuinhof (23) heb ik gekeken naar het langstransport”, vertelt Stuij. “Dat houdt in dat het zand verspreidt door golven die onder een bepaalde hoek aankomen op de kust. Het grootste sedimenttransport vindt plaatst als deze golven onder een hoek van ongeveer 45 graden op de kust slaan. Er bestaat ook nog zoiets als dwarstransport: dat betekent dat de golven in de winter het zand wegslaan en elders neerleggen, en ’s zomers nemen de zwakkere golven het zand weer mee terug. Zo blijft de boel min of meer in evenwicht.” Op basis van dat langstransport bouwden de studenten een simulatie van hoe en hoe snel de zandmotor het zand langs de kust verspreidt en hoe de kust zich onder invloed van dit sediment ontwikkelt. Best pittig, want van computerprogramma’s hadden beide studenten weinig kaas gegeten. De studenten kozen in hun simulatie niet voor de gebruikelijke haakvorm, maar voor een bol. En wat bleek: dat zand verspreidt zich inderdaad netjes, maar er zijn toch nog plekken waar de kust erodeert. “Daar moet je dus extra zand opspuiten.” Een puntje van aandacht, als je nagaat dat de studenten in hun berekeningen al rekening hebben gehouden met de zeespiegelstijging volgens de Deltacommissie, die in 2100 1,2 meter zou bedragen. (JH)
Sytske Stuij: “Ondanks de zandmotor vertoont de kustlijn toch nog zwakke plekken.” (Foto: Sam Rentmeester) Onderzoek: ‘De zandmotor’ Eindcijfer: 8,5
kriep