-1-
Sabbatical ‘The Way of Life’
Logboek van ‘The Way Of Life’ Seizoen 2005
-2Sabbatical ‘The Way of Life’ Vandaag is het 20 juni 2005, eindelijk denk ik rust genoeg gevonden te hebben om aan een reisverslag te beginnen. Er ligt een vers brood in het te kleine op campinggas gestookte oventje en tussen het typen door mep ik een mug dood, althans de meesten ontsnappen aan de dood en grijpen waarschijnlijk hun kans tijdens onze slaap.
We liggen nu voor de tweede dag in de zweedse scheren, een gebied dat bezaaid ligt met kleine rotseilandjes met daar tussen een smalle betonde vaargeul die je heel goed moet aanhouden om ongelukken te voorkomen. We hebben in Ystad een boekje gekocht in de skepswinkel waarin een groot aantal aanlegplaatsen worden aangegeven met coordinaten en lucht foto’s van deze gebiedjes. Als je hier echter in een tupperware bootje tussen de gevaarlijke rotspunten doorvaart, valt het niet altijd mee om vanaf waterhoogte de eilandjes op een lucht foto te herkennen maar we drijven nog steeds, dus we doen vast wat goed.
-3-
Op 9 Mei vertrekken wij (mijn vrouw Hugien en ik) voor een zeiltrip van Stellendam via Duitsland en Denemarken naar Zweden waar we via het Götakanaal van Stokholm (nou ja eigenlijk Mem want Stokholm is nog een stuk noordelijker) naar Göteborg varen en dan weer terug naar onze thuishaven Stellendam. Na een paar dagen ongeduldig thuis de laatste zaken te regelen komt er eindelijk een beetje schot in de zaak en na een keer of drie met een sjok volle auto naar de boot te hebben gereden (er kan best een hoop in) en twee boodschappenkarren uit de supermarkt te hebben geladen gooien we op maandagochtend om 09:15 de trossen los. Het is 10 graden boven nul (het voelt als –10) en er staat een flinke bries, windkracht vijf/zes uit het noordoosten, dus we besluiten niet over zee maar binnendoor te gaan. We zeilen met alleen de fok op tot aan het dordtsche kil waar we het verder alleen op de motor moeten doen. Om 17:00 uur eten we bij de sluis van Capelle, omdat we toch moeten wachten tot 18:30 uur voor we geschut kunnen worden. Om 20:00 uur bij de spoorbrug in Gouda die om 21:13 nog voor ons draait en daarna liggen we op een prachtige gratis plek aan de andere kant van de brug, waar ik even de pc aanzet. Met verbazing zie ik dat we een draadloze internet verbinding hebben via een of ander bedrijf aan het water met een wifi router. Na een kleine wandeling in deze prachtige omgeving met veel natuur naar bed en morgen weer verder.
-4Op 10 Mei 10:00 uur vertrekken we en rond een uur of twee zijn we bij de Nieuwemeer voor een brug die pas om 20:00 uur draait. Na 20:00 uur samen met nog een paar boten naar de Nieuwemeersluis om daar te voet naar de sluis te gaan om te betalen voor de nachtelijke staandemastroute door Amsterdam. Om 00:00 uur gaan we door de sluis en om 02:00 liggen we aan de andere kant van Amsterdam. s’Morgens probeer ik voor de grap even de pc uit en ja hoor via een schooltje vlak bij hebben we weer gratis internet en dus de weerberichten ed gratis tot onze beschikking, erg vrolijk worden we er overigens niet van, het blijft koud en er is een gure wind. Op Woensdag 11 mei vertrekken we uit Amsterdam met bestemming Kampen, mijn ouders hebben gebeld dat ze met de boot in Kampen liggen, we kunnen er donderdagochtend vroeg met de boot op het droge zodat we er voor een prikkie weer even een laag antifouling op kunnen zetten, bovendien heeft Hugien een heleboel familie wonen en misschien kunnen we die ook nog bezoeken. Om 17:00 uur zijn we ter hoogte van de Ketelbrug maar deze draait maar tot 16:00 uur pech dus. Dan maar even naar Urk om de magen te vullen bij een prima restaurantje met uitzicht op het IJsselmeer. Om 19:00 uur gaan we voor de herkansing want dan draait de Ketelbrug weer even. We zijn net op het Ketelmeer als de boot plotseling steeds heftiger gaat trillen. Het blijkt dat de V-snaar (we hadden er voor de zekerheid een nieuwe op gezet) is los getrilt en dat veroorzaakt het ongemak. Op het ketelmeer laten we het anker zakken en in een half uurtje is het gepiept en varen we weer verder naar Kampen. Ineens zien we een brug die er nog niet zo lang is en de hoogte staat niet op de kaart maar volgens de peilschaal zou hij 16 meter zijn, wij zijn ongeveer 15 meter dus het is altijd weer spannend, gelukkig (altans voor het bruggevaar en niet voor onze snelheid) hebben we stroom tegen en kunnen we er heel langzaam onderdoor. Om 21:30 uur meren we aan in de haven waar we de volgende ochtend op de wal komen te staan. Mijn vader is ons al tegemoet gefietst en wijst ons de weg naar de juiste haven. Op 12 Mei is het zover, doe maar rustig aan, we hebben geen haast zeiden ze nog gisteren avond maar om 08:30 uur staat de havenmeester op de boot te tikken of we al klaar zijn om de boot uit het water te laten takelen. Goed, toch een beetje haast dus. Na enig millimeterwerk met de botenkraan (onze kiel kon net over de betonnen drempel) staan we op de wal met de boot. Hij ziet er prima uit, dat is een meevaller, even afspuiten, een bak koffie bij mijn ouders aan boord en de antifouling kan er op. Terwijl ik binnen stap op de boot van mijn ouders blijkt er een oom van Hugien ook op de koffie te zitten , die had Hugien al ontmoet hij heeft namelijk ook een boot en staat naast die van ons op de kant, wat een toeval. Aangezien we s’middags nog wat tijd over hebben zetten we nog een tweede laag antifouling op de boot, dan kan hij s’avonds direct weer het water in. voor nog geen 100 Euries ligen we weer helemaal als nieuw in het water en kunnen we drie dagen blijven liggen voor verder familie bezoek.
-5-
De volgende dag gaat het als een lopend vuurtje door de hele familie dat wij in Kampen zijn met de boot en om de paar uur staat er weer nieuwe familie voor de boot om ons gedag te zeggen. Op een bepaald moment roept iemand bij de punt van de boot ogenschijnlijk naar de overkant ‘ Koppelstok, hey koppelstok’ ik kijk in zijn richting maar zie niemand die ik ken en hij lijkt naar de overkant te kijken maar hij houdt aan dus ik vraag of ie het tegen mij heeft. Ja natuurlijk zegt ie, weet je niet wie Koppelstok is? Je komt toch uit Brielle? Ik zeg ‘natuurlijk weet ik wie Koppelstok is maar ik verwacht niet dat jij dat ook weet’. Het blijkt de meest bijdehandte oom van Hugien, die ik nog niet had ontmoet, hij gaat met zijn vrouw en hond naar de camping nabij Harderwijk en komt nog even gedag zeggen. We beloven hem dat we met de boot langs de camping zullen varen over een dag of twee, we geven hem ons telefoon nummer wat hij niet op hoeft te schrijven want dat kan ie wel onthouden. Ik moet bekennen dat hij het nummer inderdaad nog onthouden had. Er is nog een voordeel voor ons in de haven van Kampen, we hebben weer een gratis internet verbinding aan boord via WiFi van iemand in de buurt die zijn draadloos internet niet heeft beveiligd. We hebben er nog even zitten chatten met m’n oom Hans in Canada en later ook nog even gebeld via Skype (internet telefoon). Op de laatste dag in Kampen hebben we met mijn ouders en mijn zus met haar kinderen en
-6Hugien haar kinderen lekker in een restaurant in de stad gegeten en na dit afscheidsdiner gaat het voor ons eigenlijk echt beginnen. Op 15 Mei is het tijd om te vertrekken naar het veluwemeer om zoals afgesproken de oom van Hugien een bezoek te brengen. We hadden gehoopt dat we in de buurt van de camping zouden kunnen komen maar na drie keer aan de grond te zijn gelopen hebben we de hoop daarop maar opgegeven en zijn doorgevaren naar Hardewijk. Het plan is om er even naar toe te fietsen, echter het blijkt toch iets verder dan we dachten, op een vouwfietsje een dikke 12 km heen en s’avonds ook weer terug valt niet mee maar het is wel een mooie route.
De volgende dag bezoeken we het dolfinarium, we hebben dit niet gepland maar er is verder niet veel te doen in Harderwijk en als we parkeerwachters druk bezig zien om stukken gras vol te stouwen met auto’s willen we toch even vragen wat er voor evenement georganiseerd is. Niets bijzonders hoor vertelt de parkeerwachter, gewoon bezoekers van het dolfinarium. Ik heb in mijn jeugd wel eens het dolfinarium bezocht en dat was best aardig maar zo veel bezoekers dat geloofde ik bijna niet. Er zal dan toch wel iets veranderd zijn in al die jaren en dat klopt, de prijzen zijn verveelvoudigd en het is superdruk dus er moet wel een heel bijzondere
-7show zijn. We kopen toch maar twee peperdure kaartjes en daar hebben we achteraf geen spijt van, je kunt daar echt wel een dag doorbrengen, diverse aansluitende shows de hele dag door, we hebben genoten ondanks dat het weer niet geweldig was. Op 17 Mei vertrekken we naar Medemblik, een hele dure marina maar wij kunnen er gratis liggen omdat het een zusterhaven van onze marina Stellendam is en dit voordeel willen we niet voorbij laten gaan, dus we blijven twee nachten en doen gelijk de was (dat viel alleen een beetje tegen dit was bijna duurder dan het havengeld in een gemiddelde jachthaven). Er staat trouwens een behoorlijke wind naar Medemblik en ditto golven en het is nog altijd koud, vooral midden op het ijsselmeer. We krijgen een ligplaats direct vooraan waar iedereen op onze boot kijkt.. Door al het varen in de sloten binnendoor Nederland en ook het nog geen tijd hebben gehad om de boot te poetsen is deze behoorlijk geel geworden aan de zijkant en tussen al deze prachtig witte boten in deze marina vallen we wel erg op. Blijkbaar besteden de mensen hier meer tijd aan poetsen dan aan zeilen. We besluiten om het verhaal dat de havenmeester in Kampen ons heeft vertelt te testen.
Deze man vertelde ons toen we met de boot op de wal stonden, dat we de romp weer mooi wit konden krijgen met appelmoes. Ik dacht dat hij een
-8geintje maakte maar hij meende het serieus. We hebben het niet direct geprobeerd maar nu was er een mooie gelegenheid om het te testen. Ik smeer de appelmoes er op, maar er gebeurt niets. Na een kop koffie kijk ik nog eens naar de voorkant van de boot die net was behandeld met deze appelprut, en tot mijn stomme verbazing is alles wat was ingesmeerd prachtig wit. Mensen die langslopen staan wel raar te kijken, deze luitjes zijn gewend om iets heel duurs op de romp te smeren en zouden het echt niet in hun hoofd halen om appelmoes op de duure romp te smeren. Het enige nadeel is dat het effect een paar weken later weer is uitgewerkt (ik had ook nog geen was op de romp gesmeerd) dus kon ik het nog een keer doen later in Zweden toen we eindelijk wat tijd hadden. Op 19 Mei vertrekken we om een uur of 11 met als reisdoel Makkum hier hebben we wel wat geluk blijkt achteraf, want we denken een stukje af te snijden, dat kan wel volgens de kaart want er staat 1.90 water en wij steken 1.80 maar waarschijnlijk meer met de huidige lading maar zoals gezegd het lukt zonder de grond te raken maar we worden af en toe wel wat nerveus als de dieptemeter steeds verder terugloopt daarbij is het een grote vlakte, je kunt dus nergens naartoe als het mis gaat. Op 20 Mei van Makkum naar Harlingen, we moeten rond 09:00 uur weg om voldoende water onder de kiel te hebben want het kan maar net en alleen met hoog water. Alles gaat gelukkig goed en om twaalf uur liggen we in Harlingen achter de sluis. De havenmeester waarschuwt ons wel dat de Harlingen-Terschelling race voor zeilboten bezig was en dat ze deze middag terug in Harlingen zouden komen dus het wordt druk. Als we terugkomen van wat boodschappen doen en sightseeing liggen er ineens vier boten naast ons afgemeerd en er is veel herrie en heen en weergeloop over de boot dus niet echt ideaal. Later in Terschelling blijkt dat er één van deze boten ook nog een mooie kras op onze boot heeft geproduceerd bij het afmeren, maar heeft ons hierover niets gezegd waarvoor onze dank. We twijfelen of we de route naar het Lauwersmeer over zee of via de kanalen zullen varen. We besluiten na een gesprek met andere zeilers die ook 1.80 meter diepgang hebben en het al eens eerder hebben gedaan en daar slechte ervaringen mee hadden zoals vastlopen onderweg ed. dat we maar over zee moeten en dus varen we de volgende ochtend naar Terschelling en vandaar naar het Lauwersmeer
-9-
Op 21 Mei om 09:00 uur vertrekken we met windkracht 4-5, het is net bezeild en om 13:00 komen we aan op Terschelling met veel zon maar wel een koude wind. We halen nog snel even wat boodschapjes bij de C1000 en een besluiten een flink stuk te gaan fietsten. Het havengeld is aanzienlijk hoger in vergelijking met wat we tot nu toe gewend zijn dus besluiten we niet langer te blijven en de volgende ochtend vroeg weg te gaan. Op 22 Mei varen we om 07:30 uur de haven uit. Er staat weer een stevige bries, een dike vijf beaufort en er is nog een probleem waar we slecht van hebben geslapen en dat is de route, We dachten dat we krap om terschelling heen zouden kunnen varen maar ik zag er geen boeien op de kaart. De waterdiepte is met hoogwater ruim voldoende en ik dacht dat het met een goed voorgeprogammeerde gps wel mogelijk moest zijn en we kunnen dan een uur of drie besparen op de reis en dat is nodig ook want het is een behoorlijk eind varen. Het zit ons alleen niet lekker dat er geen boeien liggen en er staat een harde wind, wat nu als de gps de geest geeft of er gaat iets anders mis, als je dan met hoogwater aan de grond loopt is er weer een wrak extra langs deze kust en dan is onze reis wel erg snel afgelopen. Ik voel er weinig voor om aan de mensen op de brandaris te vragen of dit kan, Ik vind het de verantwoording van de schipper of het wel of niet kan. Maar na een half
- 10 uurtje varen en nadat we de eerste 100 meter van de reguliere route afwijken klink er plots de stem van een medewerker op de brandaris uit de marifoon; Wil dat zeiljacht zonder zeilen ten zuiden van terschelling zich melden. Nou is het niet zo druk en de meeste zeilboten varen onder tuig dus ik vraag of wij dat kunnen zijn. Wat zijn uw coordinaten klinkt de stem uit de speaker. Ik lees ze op van de gps en al snel bevestigt hij dat wij dat zijn. Wat bent u van plan vraagt hij, als u zo door vaart, loopt u aan de grond. Ik vertel hem ons plan om krap om terschelling heen te varen. Hij zegt dat het inderdaad wel kan maar dan moet u wel lokaal bekend zijn en alles hebben voorgeprogrammeerd in de gps. Na deze woorden vinden we het toch verstandiger om het er niet op te wagen. Maar als we de route die helemaal safe is zouden nemen dan zullen we niet voor het donker bij Lauwersoog zijn, dus ik roep de brandaris op met de vraag of we door het schuitengat zouden kunnen varen (iets wat ik zelf te riskant vond bij de planning). Hij vraagt wat onze diegang is en ik antwoord 1.80 en max 1.90 meter. Hij zegt; er staat nu 2.20 meter water dus het moet kunnen (het is net hoog water nu).
Dit zou de reis net mogelijk maken, dus zo doen we het. Het gaat goed maar het is wel heel spannend.
- 11 Ondertussen neemt de wind alsmaar verder toe en de stortemelk, (zo heet het water daar) doet zijn naam eer aan. Uit de marifoon klinkt plots een waarschuwing voor alle schepen windkracht zes. Gelukkig staat de wind schuin achter ons en hebben we een lekker gangetje. We voelen ons niet echt prettig, misschien komt het omdat we de afgelopen nacht slecht hebben geslapen maar het kan ook zijn dat we gewoon nog een beetje moeten inslingeren. Vlak voor we bij de eerste boeien van de ingang van het Lauwersmeer aankomen valt de wind helemaal weg, en kunnen we dus ideaal de boeien vinden en naar binnen varen. Eenmaal tussen de boeien lijn begint het weer te waaien en ook nog vanuit het westen, we moeten dus een engeltje hebben die over ons waakt. Om 20:00 uur meren we aan bij de Robbesluis van het lauwersmeer die tot 19:00 uur draaide we kunnen dus wel gratis liggen maar niet zo comfortabel. Op 22 Mei gaan we om tien uur door de sluis richting zoutkamp waar we op bezoek gaan bij kennissen die daar kort geleden aan het water een grote boerderij hebben gekocht, tegenover een camping met een klein haventje waar wij zouden moeten kunnen liggen. Echter vlak voor we er aankomen blijkt er nog een laatste brug maar daar ligt een ponton in met werklieden. De situatie ziet er niet naar uit dat we er snel doorheen zullen komen dus maar even een haven in er vlakbij. Dit lijkt makkelijker dan het is want we lopen er direct aan de grond maar het is gelukkig zachte modder dus met wat motor geweld en hulp vanaf de wal lukt het om af te meren. Daar spreken we een echtpaar dat ook onderweg is naar Denemarken en ze vertellen ons dat de brug tussen de middag even weer even opengaat zodat we over een half uurtje verder kunnen. Later komen we ze nog een keer tegen in Norderney en ook in Rendsburg.
- 12 -
Om een uur of twee leggen we aan bij camping electra tegenover de boerderij van de familie Koopmans. Al snel gaat de telefoon, het is Harold die vraagt of we er al zijn. s’avonds eten we gezellig op de boerderij en de volgende dag doet Marianne onze was. Harold helpt ons door met de auto de dieseltanks vol te gooien bij een naburig tankstation dit is niet alleen goedkoper maar ook betrouwbaarder dan bijvoorbeeld een tankstation voor boten die veel minder gebruikt worden zodat de kans op vuil of water in de brandstof groter is en dat wil je niet, vlak voor een oversteek van de Duitsebocht. De volgende dag fietsten we wat in de omgeving en bozoeken het thee museum, wat erg leuk is. En s’avonds eten we met Harold en Marianne een pizza in een dorpje verderop en nemen we afscheid omdat wij weer verder moeten. We besluiten binnendoor naar Groningen te varen en dan verder naar Delfzijl. Op 25 Mei vertrekken we rond 09:30 uur om de vele bruggen in het kanaal te trotseren. Het valt gelukkig mee en ze gaan vrij snel open nadat we ze via de marifoon oproepen, op een bepaald moment heb ik net de zendknop ingedrukt om een opening te vragen en voor ik wat kan zeggen staat het licht al op roodgroen, wat in Nederland betekend dat de brug open gaat. Later gaat het wat
- 13 minder soepel omdat het in Groningen handwerk is en er blijkbaar niet genoeg bruggenwachters zijn om alle bruggen vlot te bedienen.
Om 15:00 liggen we aan de oostkade in Groningen en kunnen we de electrische kachel weer aandoen want het is nog steeds vreselijk koud. Na een telefoontje van mijn ouders die in de buurt van Delfzijl liggen spreken we af om morgen de verjaardag van mijn vader gezamelijk te vieren in Delfzijl en daar dan afscheid te nemen mijn ouders en van Nederland. Op 26 Mei om 09:00 uur vertrekken we richting Delfzijl en na een mooie tocht waarbij het weer steeds beter wordt, later zelfs 26 graden, komen we om een uur of drie in de middag aan in de buitenhaven van Delfzijl. Mijn ouders liggen in de binnenhaven maar dat is maar een klein stukje fietsen. We drinken bij hun aan boord wat koffie met gebak en besluiten om gezamelijk vanavond bij de chinees te gaan eten. Mijn vader denkt hier heel bijdehand tegen Chinese serveerster te doen, en in plaats van het nummertje van het gerecht, zegt hij uit zijn hoofd de tekst van het gerecht en de serveerster prijst hem nog voor zijn goede Chinees. Hij is in zijn
- 14 nopjes. Als de gerechten worden geserveerd vertrekt zijn gezicht, dit heb ik toch niet besteld? Na een discussie met de serveerster blijkt dat zijn uitspraak toch niet zo goed was. Hij is wel zo sportief om het op te eten. Volgende keer maar gewoon weer het nummertje doorgeven. We hebben nog net de tijd om de boot vol te tanken met diesel (dwz 20 liter erbij) en om de laatste Nederlandse boodschappen te doen (een extra pak hagelslag bijvoorbeeld, want we zijn toch wel een behoorlijke tijd buiten Nederland en je zal toch zonder komen). Op 27 Mei gaan om 05:30 de trossen los en we varen de Eems af richting zee, we worden hierbij een beetje geholpen door een kleine 3,5 Knoop stroom mee. Het vervelende is alleen dat er haast geen wind staat en we moeten weer eens op het yanmarretje vertrouwen.
Om 14:00 uur varen we de haven van Norderney binnen tezamen met de ‘seilskip2’ uit Makkum die we toen nog niet kenden maar dat zou later veranderen.
- 15 Bij het afrekenen op Norderney staat er een hele rij mensen, bijna allemaal Nederlanders waarvan we er later nog een aantal zullen tegenkomen. Ik had al eens ergens gelezen dat er een Nederlandse havenmeester in Norderney moest zijn maar ik wist het niet zeker. Nadat de Nederlanders voor me in keurig duits alles hadden geregeld begon ik me toch zorgen te maken over mijn Duits, hoe zeg je dat eigenlijk dat je een plaats wilt voor een nacht. Plots verdwijnt de havenmeester en komt er een andere met een lange paardestaart binnen en ik hoor hem iets zeggen waardoor ik het vermoeden kreeg dat dit die Nederlander wel eens kon zijn en ik begin dus in het nederlands tegen hem dat ik een plek in de haven wil en hij zegt in met een twents accent dat het geen probleem is en na een opmerking van een duitse collega zegt ie hem nog even dat dat nederlands gewoon een kwestie is van goed oefenen. Achter mij hoor ik plots een opmerking in het nederlands ‘Jemig wat is dit nu weer, heb ik de hele middag zitten oefenen om in mijn beste duits een ligplaats te regelen en dan kan het gewoon in het Nederlands’. Na een fietstocht over het eiland en een ontmoeting met diverse Nederlanders waaronder ook de bemanning van de ‘Travel’ horen we van verschillende mensen dat we morgen vroeg moeten varen om met het juiste tij binnen te varen op de Elbe. Ik dacht zelf om een uur of acht weg te kunnen maar dat blijkt veel te laat. De Travel wil al om 06:00 uur weg. Later spreek ik iemand die met de havenmeester had gesproken en die had hem gezegd dat eigenlijk 02:00 s’nachts de beste tijd is maar dan heb je geen zicht omdat het dan nog te donker is, de tonnen zijn dan moeilijk te zien. Bovendien komt er volgens de weersvoorspelling harde wind in de namiddag en dan moet je zeker op tijd binnen zijn. Als we weer op de boot terugkomen is het laag water en ik doe uit pure nieuwsgierigheid de dieptemeter aan en zie alleen wat streepjes in plaats van de diepte. Shit, ‘stuk dat ding’ ik zet de fishfinder aan en die zegt 70 centimeter, oeps dat kan helemaal niet want we steken 180 cm en we drijven nog. Ik pak een stok en steek die naast de boot in het water en ja hoor, na een klein stukje allemaal bagger dus we zitten in de bagger en de dieptemeter is dus gelukkig niet stuk.
- 16 -
Na een onrustige nacht besluiten we om 03:30 uur al te vertrekken het is nog voor hoogwater en het weer is prima en helder maar het is nog wel donker en we zijn de eerste die weg varen, er is nog geen teken van leven op de haven. We hopen op deze wijze ruim op tijd ver genoeg op de Elbe te zijn voor de voorspelde harde wind. Het is wel spannend want de boeien zijn niet goed te zien en we zijn hier niet bekend, gelukkig gaat alles goed en komen we veilig op open zee waar we met windkracht drie net kunnen zeilen met een gangetje van 4 tot 6 knopen. Om vijf uur wordt het licht en achter ons zien we nog twee boten varen, alles gaat goed en tot Brunsbuttel hebben we lekker stroom mee. Onderweg hebben we nog drie keer een duif aan boord althans een van de drie want de eerste twee komen bij het landen in de zee terecht. Bij de derde varen we op de motor en nemen we gas terug bij het zien dat de vogel een poging doet te landen en dit keer ‘touchdown’, een perfecte landing. Voor onze gemoedsrust gaan we er vanuit dat dit de zelfde duif is die toch weer uit de zee heeft weten op te stijgen hoewel we beter weten.
- 17 -
We geven het beestje wat te drinken en te eten en hij vliegt weer verder met onbekende bestemming. Later horen we dat andere boten ook duiven aan boord hebben gehad onderweg. Terwijl we op de Elbe varen waait er een zeer hete fohn vanaf het land en het is wel dertig graden, ook op de boot koelt het niet af. Na een uur op de Elbe valt de wind even weg om vervolgens keihard terug te komen uit het westen en het wordt snel kouder en de golven nemen toe. Gelukkig hebben we de zeilen al in de monding van de Elbe laten zakken en zijn we ver genoeg op de rivier voor gevaarlijke golven. Als we bij Brunsbuttel aankomen rond een uur of vier ligt iedereen tegen de stroom in te varen terwijl ze stil liggen t.o.v. de wal, een vreemd gezicht het lijkt net of er een heleboel boten voor anker liggen. We sluiten ons aan bij deze groep en wachten tot de sluis groen licht geeft. Na de sluis is er een haventje waar we de boot langzij van een houten jacht aanmeren want het is hier al aardig druk. Op 29 Mei varen we vanuit Brunsbuttel het kanaal af naar Rendsburg, een leuk stadje halverwege het noord-oostzeekanaal. We liggen er samen met nog een stel nederlanders waar we achteraan voeren op het kanaal ze lagen ook tegelijk met ons op Norderney en we maken een praatje, het zijn
- 18 Ina en Tony, we komen ze in de stad ook weer tegen. s’Avonds drinken we bij Ina en Tony wat aan boord en ontmoeten ook Diet, die al bij hun aan boord zat. Zij is de helft van de bemannig van het ‘Seilskip2’ die tegelijk met ons op Norderney aankwamen. Haar man Oenze, ligt ziek in bed op de boot en heeft hoge koorts en zij heeft de boot alleen naar Rendsburg gevaren.
Ook maak ik nog een praatje met een andere Nederlander die samen met zijn vrouw en twee kleine dochtertjes ook door het Götakanaal gaat varen. Een van zijn dochters is ziek maar de volgende ochtend vroeg zijn ze al vertrokken. Later zullen we ze nogmaals tegenkomen halverwege het Götakanaal. Op 30 Mei blijven we liggen in Rendsburg om de stad wat verder te verkennen want het is toch regenachtig weer. s’Morgens nodigen we Diet, Tony en Ina bij ons uit om koffie te drinken. Diet en haar man die nog steeds ziek is, besluiten nog een dag te blijven maar wij, samen met Tony en Ina, besluiten de volgende dag verder te varen. Op 1 juni vertrekken we om 10:30 uur uit Rendsburg en om 14:00 uur liggen we in de sluis bij Kiel-Holtenau waar we het kanaalgeld voldoen en een plekje in de haven achter de sluis zoeken. We vinden een plekje met gratis wifi internet dus dat is genieten even iedereen weer goedkoop bellen en de
- 19 weerberichten checken. Tony en Ina liggen er ook maar die gaan nadat ze wat belastingvrije drank hebben ingeslagen naar een haven verderop. Voor ons ligt een luxe nederlands motorjacht, waar diverse mensen van de douane aan boord zijn. Later horen we dat ze veel problemen hadden omdat ze rode diesel aan boord hebben en ondanks een bewijs dat ze dit in Belgie hebben getankt moeten ze toch een boete betalen. Ze waarschuwden ons ook dat er al diverse mensen bekeuringen hebben gehad voor drank die belastingvrij was gekocht hier in Kiel. Wij hebben zelf ook een bestellinkje gedaan en zouden die morgen oppikken en dan direct doorvaren naar Denemarken. We helpen Tony en Ina nog even met het afduwen van de boot als zij net hun bestelling afgehaald hebben en zij gaan er wijselijk direct van door. Op 2 juni is het onze beurt om de drank af te halen maar er staat een behoorlijke wind loodrecht op de kade waar wij de drank moeten ophalen en het is geen fijne stijger, er komen steeds schepen langs die grote golven veroorzaken. We besluiten het er toch op te wagen en met alle stootwillen aan een kant lukt het net en met alleen een sceptor die krom staat varen we er snel weg met bestemming Bagenkop op Langeland zo’n 30 mijl varen met wind mee.
- 20 Het eerste stuk gaat nog wel we bergen zo snel mogelijk alle drank ergens op die nog in dozen stond midden in de boot en hijsen het grootzijl. Naast ons vaart nog een hollandse boot met twee oudere mensen die alleen op de fok varen. Naarmate we verder op de Oostzee komen nemen de golven toe en het wordt steeds minder plezierig. Men had verteld dat het op de Oostzee rustig water is geen stroom en geen getijden en redelijk beschut. Nou er kunnen dus behoorlijke golven lopen hier maar we kunnen ook niet terug zowel de hoge golven als de kans op een bekeuring voor de drank houden ons tegen dus gewoon doorgaan dus.
Uiteindelijk komen we half vier aan op Bagenkop en er is plek genoeg in deze haven. Het havengeld valt wel wat tegen met 16 Euries maar dat blijkt normaal voor Denemarken. Wel een mooie nieuwe haven met mooie douches en gratis internet via een pc op de haven en ook gratis gebruik van de wasmachines dus per saldo is het niet eens echt duur. We gaan op zoek naar een geldautomaat want we hebben nog geen kronen. Nadat we drie verschillende Denen hebben gevraagd waar er een geldautomaat is krijgen we de indruk dat er hier niemand op het eiland een andere taal dan alleen Deens spreekt want niemand kan er in het engels of duits vertellen waar de automaat zit. Uiteindelijk blijkt er een vlak bij de
- 21 haven te zitten en kunnen we eindelijk wat boodschappen doen. We komen er al snel achter dat Denemarken niet goedkoop is. Op 3 juni om 10:30 vertrekken we naar Spodsbjerg met redelijk mooi weer en windkracht drie hebben we onderweg nog de mogelijkheid om te vissen maar zonder veel resultaat. We ariveren al vroeg bij Spodsbjerg en besluiten om nog maar wat verder door te varen maar na een half uurtje begint de lucht te betrekken en gaan we alsnog terug naar Spodsbjerg. Heel verstandig blijkt achteraf want er komt een enorme onweersbui met windstoten over ons heen als we net liggen afgemeerd. Op 4 juni blijven we liggen op Spodsbjerg om daar wat over het eiland te fietsen naar Rudkøbing wat aan de andere kant van het eiland ligt. We fietsen tussen de buien regen door ongeveer 10 km op onze vouwfietsjes om tot de ontdekking te komen dat de winkels op zaterdag al om 14:00 uur dicht zijn. Na een rondje door het stadje maar weer het hele eind terug om op de boot weer van de zadelpijn te genezen.
Het havengeld is hier nog meer (130 kronen) maar dan zonder gratis wasmachine en gratis internet. Het enige dat het plaatsje biedt is een veerboot naar Lolland en vissers komen er graag een bootje huren om daar op de prima visgronden grote vissen te vangen.
- 22 Op 5 juni varen we van Spodsbjerg naar Stubekøbing met een windje vijf tot zes in de rug. Eigenlijk willen we naar Vordingborg maar als we halverwege ineens water in de boot krijgen en we de oorzaak niet kunnen thuisbrengen en de wind steeds meer toeneemt vinden we het niet meer verantwoord om door de klapbrug te gaan aan het eind van dit zeer onrustige stuk water wat ook nog eens onbekend en ondiep is. We kiezen voor de grote brug ernaast die hoog genoeg is om er probleemloos onderdoor te kunnen varen. Achter deze brug zouden we kunnen oversteken naar Vordingborg maar het is niet beboeid en het is onduidelijk of dit wel kan en na onze stunt bij Terschelling durven we het niet aan en kiezen voor Stubekøbing waar we om 17:30 aankomen en waar we de komende drie dagen verwaaid liggen. We komen samen aan met een duits echtpaar die met ons is opgevaren vanaf Spodsbjerg. De volgende dag worden we uitgenodigd om een drankje te drinken bij hun aan boord en het wordt een gezellige en late avond.
De volgende dag gaan we met de bus naar Nykøbing dat aan de andere kant van het eiland Fyn ligt. Als de havenmeesteres die elke dag trouw langs komt, de derde dag niet komt opdagen, ga ik er zelf maar naartoe en vertel haar dat we nog een dagje blijven wegens het slechte weer en de harde wind. Ze vraagt; hebben
- 23 jullie dat dan niet gepland om hier te blijven. Ik vertel dat het best een leuke haven is maar om hier nu voor een derde dag te blijven dat plan je niet. Maar als het niet gepland is en het is al de derde nacht dan wil ik niet dat jullie voor deze nacht betalen zei ze in prima engels (ze werd een stuk vriendelijker toen ze zag dat we Nederlanders en geen Duitsers waren). Dat vinden we nog eens een leuke actie en we kunnen deze reductie goed gebruiken en maken er dan ook dankbaar gebruik van. Op 8 Juni eindelijk minder wind en we vertrekken om 09:00 uur naar Klintholmen op het eiland Møn. We komen om 15:30 aan in Klintholmen, na onderweg nog wat gedobbert en gevist te hebben omdat er weinig wind was. Het laatste half uur hebben we dan ook met de motor naar binnen gevaren. Nadat we in de haven liggen aangemeerd komt Hugien ineens met een panische kreet uit de kajuit en meldt dat er heel veel water in de boot staat. Het is onduidelijk waar het vandaan komt en ik ben bang dat de schroefas-lager lekt omdat het onderweg tijdens het zeilen nog droog was onder de vlonders. We besluiten de motor te laten draaien en onder het lager een bakje te zetten om te kijken of er water uit het lager komt tijdens het draaien van de schroefas.
Gelukkig is dit niet het geval maar wat is het dan wel. Ondertussen komen Oenze en Diet de haven in varen en die vertellen dat ook Toni en Ina er aan
- 24 komen nadat deze aan de Oostduitse kust vier dagen verwaaid hebben gelegen. Het belooft een gezellige avond te worden ware het niet dat we nog niet weten waar het water vandaan komt. Na verder onderzoek blijkt het van een slang van de koelwaterinlaat te komen waarvan de slangklem niet vast genoeg zat. Als de motor draaide of met hoge golven achterop zoals een paar dagen ervoor kwam er water binnen. Na een kleine reparatie hieraan is het waterprobleem eindelijk opgelost. Ondertussen zijn Toni en Ina ook geariveerd en er wordt een borrel op deze hereniging gedronken en we wisselen wat dvd’s uit om op een eventuele eenzame avond te bekijken op de pc. Wij besluiten om de volgende dag te blijven liggen om de krijtrotsen op de Klint te bekijken. Met het fietsje hebben we deze prachtige omgeving verkend en de 500 trappen naar beneden en boven toe genomen om er prachtige plaatjes te schieten. De andere Nederlandse boten besluiten alvast door te gaan naar Ystad in zweden. Het is trouwens een dure haven met 140 kronen (ongeveer Eur 20) waarbij de wasmachine en de douches nog apart moesten worden afgerekend.
Die avond vraagt een duitser die naast ons ligt of we morgenochtend voor hem willen afrekenen, want de havenmeester was al weg en morgen moeten ze weer vroeg weg dus missen ze de havenmeester. we staan
- 25 verbaasd over hun vertrouwen en goede manieren en geven keurig zoals afgesproken de volgende dag het bedrag af aan de havenmeester. Zijn vrouw spreekt ons ineens nog even aan in het nederlands, wij vragen haar verbaasd, hoe het komt dat ze zo goed nederlands spreekt. Ze vertelt dat ze aan de nederlandse grens wonen en ze zitten op een cursus nederlands omdat ze met veel nederlanders in aanraking komen. Op 10 juni vertrekken we om 06:30 uur uit Klintholmen met bestemming Zweden en waarschijnlijk wordt het Ystad. Het weer is niet geweldig het waait niet te hard maar het ziet er dreigent uit en nadat we voorbij de grote krijtrotsen varen neemt de wind plots toe. Omdat we vermoeden dat het mogelijk nog erger wordt, besluiten we een rif te zetten, na een halfuurtje liggen we bijna stil omdat de wind weer weg is. Het komt waarschijnlijk door de zuiging van de Klint. We zetten opnieuw meer zeil op waarna de snelheid weer acceptabel is. Af en toe zetten we de motor bij om wat extra snelheid te maken want het is meer dan 50 mijl en er is voor de volgende dag weer eens harde wind voorspeld, we zijndaarom het liefst zo snel mogelijk binnen. Onderweg zetten we de Zweedse gastenvlag in het want en halen de Deense weg. Om 16:30 komen we aan in de haven. Oenze en Diet liggen er nog en ze vertellen dat Toni en Ina die morgen alvast verder zijn doorgevaren. We gaan naar de havenmeester, we vragen wat de overnachting gaat kosten en waar we zweedse kronen uit de muur kunnen trekken. Het havengeld is 150 skr maar we mogen ook met deense kronen betalen zegt hij. Nou weet ik niet de exacte koers maar hij zegt dat het weinig uitmaakt ik vraag nog even aan een Nederlander die er in de buurt staat of hij de koers weet maar hij denkt dat er 9 kronen in een euro gaan en de Deense 7 dus toch wel wat verschil maar na een lange dag zeilen dacht ik dat het in ons voordeel was en betaal dus in deense kronen. Onderweg naar de geldautomaat gaan we nog eens rekenen en komen er achter dat we hier flink belazerd worden en ik besluit om na het pinnen direct naar de havenmeester te gaan om alsnog in Zweedse kronen te betalen en de Deense terug te vragen. Die kunnen we op de terugweg immers prima weer gebruiken. Gelukkig doet hij niet moeilijk en ruilt ze weer in. We besluiten om een dagje in Ystad te blijven, want het is een leuk
- 26 -
plaatsje met leuke winkels, we kopen een extra kaartenset van Zweden en een grote ronde stootwil voor in de aankomende sluizen en dat is maar goed ook blijkt achteraf. Het is goed dat we zijn blijven liggen want het waait behoorlijk en de wind staat recht in de haven. Oenze en Diet vertrekken naar Borgholm. Ze hebben het behoorlijk slecht onderweg (hoorden we achteraf). In de haven wordt het ook steeds vervelender want de golven worden groter en lopen de haven binnen zodat we constant omver vallen aan boord zodra we opstaan. Slapen doen we ook niet lekker rustig meer, we worden het behoorlijk zat maar vertrekken is geen optie met die harde wind, dus blijven we nog maar een tweede dagje liggen. Op 12 juni 2005 besluiten we ondanks een stevige wind door te varen naar Simrishamn, zo’n 30 mijl om de hoek want we zijn het slingeren in de haven beu. Om 11:00 uur vertrekken we en om 16:30 uur komen we aan in Simrishamn een leuke haven, het is er nog niet zo druk dus boxen voldoende. Het vervelende is alleen dat ze hier een soort stalen frames met drijvers er aan hebben, waar de boot moet worden tussen gevaren. Het grootste probleem is dat er geen breedte van dit frame staat aangegeven en als de boot net wat te breed is levert dat dus krassen op want ze hebben de stalen onderdelen die uitsteken, niet altijd even goed afgeschermd met
- 27 een stukje zacht of glad materiaal. Later komen we er achter dat dit systeem hier bij veel havens wordt gebruikt en daar zijn we niet altijd blij mee. Het havengeld valt mee zo’n 12 euries omgerekend, inclusief douche, water en elektra. Er liggen aan onze stijger twee deense boten en een van de denen pakt onze touwtjes aan. Even later zie ik hem op zijn vouwfietsje terugkomen met een jerycan diesel achterop, ik vraag hem waar deze te koop is en hij vertelt me dat de havenmeester de pomp bedient maar dat hij zo gaat sluiten maar dat wanneer ik zijn fietsje leen, dan kan ik het nog wel halen, en hij geeft me de fiets te leen. Erg aardig en we hebben weer wat diesel in de tank. We vragen de Deen waar ze naar toegaan en hij zegt Utklippan maar niet morgen, want er komt slecht weer aan met veel wind, dus we gaan overmorgen varen.
De volgende dag zitten we te twijfelen of we gaan varen want het is bijna windstil. Op dat moment zie ik ineens een prachtige mastenkraan en ik ga bij de havenmeester vragen hoe hoog die is en of we die mogen gebruiken. De havenmeester zegt lachend dat die een metertje of 12 is en we mogen hem gratis gebruiken zolang hij er maar niet in hoeft want hij heeft hoogtevrees. Ik vertel hem dat ik ook geen held ben en dat we uit Nederland komen waar alles vlak is en ik ben al bang als ik op een krant sta maar de kraan ziet er
- 28 betrouwbaar uit, en we willen het wel proberen. Er is nog steeds weinig wind en we besluiten de boot naar de kraan te varen om daar het nieuwe wind rotortje, dat al twee maanden in een zakje op de boot ligt, te monteren. Ik klim in de mast, ik kan er net bij als ik me helemaal strek vanaf het bovenste treedje en dat is best eng maar ik vervang het rotortje en maak toch nog even snel een foto vanuit de mast naar beneden. Hugien houdt de boot op zijn plaats maar het gaat moeizaam want het begint steeds harder te waaien. Uiteindelijk is alles goed gegaan althans zo lijkt het. Het volgende probleem doet zich voor; ik had het setje, windvaan en rotor ondersteboven terug geplaatst, met het idee dat de rotor er dan minder snel af zou vallen en er minder snel een vogel op zou gaan zitten waardoor het in eerste instantie is misgegaan, althans dat vermoed ik. Als we weer in de box ligen en het vaantje willen ijken, blijkt dat de meter nu de windrichting in spiegelbeeld aangeeft en dit kan niet met de software worden opgevangen. Opnieuw naar de mastenkraan is geen optie want het is veel te hard gaan waaien, we zijn blij dat we toch niet zijn uitgevaren en we blijven dus liggen vandaag.
Op 14 juni varen we s’morgens om 08:00 uur uit naar Utklippan, de Denen zijn ook uitgevaren en zitten een half uur voor ons. Het is een mooie
- 29 heldere dag met windkracht 4 maar dan wel uit het oosten en dat is over een hele grote plas met water, en dat water is heel koud. Wij krijgen het ondanks het heldere weer ontzettend koud, en het is een tochtje van 50 mijl en we kunnen het net bezeilen, dus er is heel weinig beschutting tegen de wind aan boord.
Om 16:30 leggen we aan in de haven van Utklippan, Dit is een klein rotseiland met een vuurtoren, een haventje en heel veel vogels, die dit als hun eiland beschouwen. Het is nog niet zo druk op het eiland maar in de zomer schijnt het helemaal volgepropt te ligge. De toiletten die er staan zijn gewoon hokjes met een grote emmer vol poep die steeds voller wordt, het ziet er nu al behoorlijk vies uit dus we benijden de mensen die hier in het hoog seizoen komen niet echt. Op het eilandje ligt een klein roeibootje om naar de overkant (het eilandje is gesplitst en bestaat uit twee delen de vuurtoren en de haven) te varen. We besluiten een kijkje te nemen aan de andere kant bij de vuurtoren en het onderzoekscentrum voor vogels of zoiets met wat gebouwen waarin mensen tijdelijk wonen. Na een half uurtje, roeien we terug en gaan de andere oever nog eens goed bekijken, ver komen we niet want de vogels, die jongen hebben, vallen ons
- 30 aan, we geven het maar op en gaan naar de boot. Later komt er een jonge man langs de boot met een zwembroek, een kapiteins jas, een koffertje en een blonde punk kop. Hij zegt dat hij de havenmeester is en we moeten 100 kronen betalen voor dit idylische oord, wat overeen komt met ongeveer 10 Euries. Na deze collecte roeit hij in een bootje weer naar het andere deel van het eiland, waar hij dus blijkbaar tijdelijk is gevestigd.
Op 15 juni 2005 is het rustig weer met veel zon, het wordt wat warmer en we varen om 09:30 uur uit met bestemming Kalmar, dat ook weer zo’n 50 mijl verderop ligt maar we vinden dat we beter nu gelijk even flink wat afstanden kunnen afleggen, zodat we het daarna wat rustiger aan kunnen doen. Later op de dag valt de wind helemaal weg en we moeten het naar Kalmar met de motor doen. Het is een mooie stad met een prachtig slot wat al direct opvalt vanaf een afstand. Het varen wordt wel wat lastiger want de vaargeul is vrij smal en druk bij Kalmar, er liggen ook rotsen, dus we besluiten om de pc er bij te gaan gebruiken. Dit om goed te kunnen navigeren (voor de kaartplotter hebben we geen c-map kaartjes voor dit gebied, en de pc dekt alles). We komen om 18:30 uur heelhuids aan en het is prachtig weer, we gaan na het eten direct de stad bekijken.
- 31 -
We zijn de enige Nederlandse boot in de haven en we besluiten er een dag te blijven zodat we de omgeving kunnen verkennen met onze fietsjes. De haven is wel duur voor een zweedse haven, zo’n 170 kr (ongeveer E 17,50) maar dat nemen we voor lief. We bezoeken een theetuin en daarna gaan we naar het middelaltecenter, een middeleeuws dorpje waar je aan allerlei aktiviteiten kunt deelnemen, zoals boogschieten, riddergevechten of bij de smit wat gieten van metaal, of houtsnijwerk maken. Vooral voor kinderen erg leuk maar wij vermaken ons er ook wel. Het valt ons op dat zweden gek zijn op oude dingen, zoals oude auto’s, riddertje spelen en ouderwetse muziek optredens, zoals bij ons 20 jaar geleden, erg braaf en burgelijk voor onze begrippen maar wel leuk. Het weer wordt steeds beter en het lijkt ook zo te blijven de komende dagen. Op 16 juni om 17:00 varen we naar Borgholm een plaatsje dat op het eiland Öland ligt schuin aan de overkant. Het is warm en er staat nagenoeg geen wind dus we moeten weer op de motor. We komen om 20:30 uur aan en het is een leuk en rustig haventje met een gezellig stadje het havengeld is er maar 120 kr en we hebben er een internet wifi verbinding zodat we naar
- 32 huis kunnen bellen. De volgende dag blijven we liggen en gaan op onderzoek uit met de fietsjes. Er is een oude ruine van een fort dat we besluiten te bezoeken. De weg er naar toe is prachtig met veel natuurschoon, we begrijpen nu waarom de zweden vaak dit eiland als vakantie bestemming kiezen.
Op 18 juni vertrekken we om 12:30 uur vanuit Borgholm naar Oskarshamn wat aan de overkant van het eiland ligt, weer weinig wind en een beetje onweersachtig weer, met later wat regen. We komen aan om 19:30 uur in een bijna lege haven die behoorlijk groot is (er liggen slechts drie boten) er komt een russisch klinkende man naar ons toe en hij spreekt geen engels of duits maar met gebaren komen we er toch uit. Het blijkt de havenmeester en we hebben een pasje nodig voor de toiletten en douches die we later weer terug moeten geven. We bezoeken het stadje, het is een leuk plaatsje maar niet echt bijzonder. Het is 19 juni en we gaan voor het eerst de scheren in (dit is het rotsachtige gebied aan de oostkust van Zweden dat bekend staat om gevaarlijke rotsen die soms net wel of net niet bovenwater uitsteken, het is dus goed opletten geblazen. We hebben van dit gebied geen elektronische kaarten voor de kaartplotter dus we gebruiken de pc om de rotsen te ontwijken, het werkt
- 33 redelijk (in het zonlicht is het scherm niet altijd goed te lezen) maar we houden er natuurlijk ook de gewone kaarten bij, die we recentelijk hebben aangeschaft in Zweden. We hebben in Ystad ook een boekje aangeschaft, waarin het scheren gebied wordt beschreven en daarin staan ook de leuke anker en aanlegplaatsen, we besluiten de eerste plek te testen. We zijn om 12:30 uur vertrokken en om 18:30 uur zijn we 30 mijl verder en op de eerste ankerplek aangekomen.
Het is echt een hele rustige plek, het is een soort kommetje waar je in het midden voor anker kunt en dat doen we dus. We zijn de enige hier, het is prachtig weer en bijna windstil. We pompen voor het eerst in onze reis het bijbootje op, (het is een klein rubberbootje van 3,5 meter waar een 3.3 pk buitenboordmotortje achter hangt), het gaat niet makkelijk zo vanaf de boot die voor anker ligt maar het lukt. Ik ga met het bootje de omgeving verder verkennen terwijl Hugien aan boord de wacht houdt. Ik kom er achter dat er aan de andere kant van de rots nog een duits zeilbootje ligt, die zal dus een ophaalbare kiel hebben, want het is er
- 34 bepaald niet diep. Verderop aan de overkant bij een ander eilandje is een kano aangekomen, de man tovert er een tentje uit en slaat daar zijn kamp op. We zijn dus niet echt helemaal alleen. Terug op de boot besluit ik een hengeltje uit te gooien en ik van al snel een vis, nou ja het is technisch gesproken een vis maar hij is kleiner dan het kunstaasvisje waarin hij heeft gehapt en het is me ook een raadsel hoe hij aan de haak is gekomen. Hugien lacht me uit want dit is al de tweede keer dat ik een zeer ondermaatse vis vang, verder vangen we steeds niets.
Ik heb er ook eigenlijk geen geduld voor en stop er mee om die arme visjes te pesten. We kopen wel vis in de supermarkt voortaan. s’Avonds merken we hoe lang het hier licht blijft, om 23:30 uur kun je er nog een boek bij lezen. Geweldig maar we moeten wel goed de ramen blinderen anders komen we slaap te kort want om 03:00 s’nachts wordt het al weer licht. Ondanks dat het de eerste keer is dat we s’nachts voor anker liggen, slapen we prima. Ik had verwacht geen oog dicht te doen, omdat ik altijd bang was dat we s’morgens ergens op een andere plek wakker zouden worden, omdat het
- 35 anker het niet zou hebben gehouden of zo, maar niets is minder waar, het gaat prima en we krijgen steeds meer vertrouwen. De volgende dag is het 20 juni en we willen eerst nog een dag blijven liggen op deze plek maar in de loop van de dag draait de wind, en neemt toe, zodat we niet meer rustig zouden kunnen slapen, we besluiten om de volgende plek in de scheren op te gaan zoeken. Het is al 17:30 dus het mag niet veel verder zijn van de plek waar we nu liggen, er zijn gelukkig voldoende plaatsen in de buurt volgens ons boekje. We vinden inderdaad een plek, na een uurtje varen.
Het is hier wel wat drukker en er liggen diverse zweden al aan de rotsen afgemeerd. Een zweed die ons ziet varen roept naar ons en waarschuwd ons in het engels dat we recht op een rots afvaren, die daar ergens onder water moet liggen. We vragen hem waar we het beste kunnen liggen en hij wijst naar een plek vlak bij hem. De zweden liggen met de voorsteven tegen de kant aan en een anker achter. Ze hebben speciale stellages en loopplanken zodat ze makkelijk op de wal kunnen komen.
- 36 De plek die de zweed ons aanwijst is erg ondiep bij de kant dus we komen dan niet op de wal. We besluiten om met de rubberboot een lijn naar de kant te varen, die dan aan een boom vast te maken en achter een anker, we gaan dan met het bootje naar de wal, indien noodzakelijk. Zo gezegd zo gedaan, alleen wanneer ik de lijn aan een boom wil knopen begint de zweed weer te koeren, niet de boom maar de rots gebruiken, zecht hij, ik voel me een beginner en erg ongemakkelijk, hoe bedoeld ie dat nou weer, hoe kan ik nou aan die rots vastmaken, er zit geen oog aan ofzo maar het is dus de bedoeling om een touw om een grote steen heen te binden en dat is sterk zat. Hij heeft wel gelijk, het is natuurlijk niet goed voor een boom, zo’n lijn om z’n bast, als iedereen dat doet, gaat ie dood. Na een half uurtje klunzen lukt het uiteindelijk de boot naar onze zin af te meren en ik vaar nog even een rondje met het bijbootje door het gebied en vind gelijk de plek waar het afval kan worden gebracht en waar de poepdoos staat want dat is wel goed geregeld in deze verder totaal onbewoonde gebieden.
De volgende ochtend 21 juni willen we vertrekken naar de volgende plek en ik wil nadat de voorlijn weer helemaal los van de rots is, het anker ophalen
- 37 maar dat valt tegen, het anker lijkt loodzwaar en ik krijg het net bovenwater, en zie dat er nog een ketting mee omhoogkomt. Er ligt echter geen boot in de buurt van deze ketting dus het zal een verloren anker zijn. Het lukt na veel moeite om de ketting te grijpen en ik haal deze binnen, het kreng is wel 25 meter lang, in eerste instantie was ik blij met deze aanwinst maar naarmate ik meer ketting binnen krijg komt er steeds meer modder op het dek en op mij en ik zie er uit als een monster, dat net uit een moeras is geklommen. De boot zit onder de blubber en uiteindelijk krijg ik ook het anker omhoog dat er aanvast zit. Nadat we alles hebben afgespoeld, voor zover mogelijk en opgeborgen in de ankerbak, halen we ons eigen anker naar boven en kunnen we verder. We weten nog niet of we nou blij moeten zijn met deze aanwinst, want het kost heel erg veel schoonmaakwerk om alles weer een beetje toonbaar te krijgen. Om 16:30 uur komen we op een nieuwe aanlegplaats in de scheren bij het eilandje kroko. We zijn de enige boot hier, we meren weer aan met een lijn naar de wal. De lijn doen we weer om een grote steen heen en achter gebruiken we het anker.
Ondertussen is het etenstijd en we hebben nog wat zalmmoten in de vriezer. We besluiten deze te bakken maar Hugien vindt dat we dat beter op
- 38 de wal kunnen doen, zodat de boot niet naar de vis gaat stinken en alles onder het vet komt. Ik ga met het rubberbootje, de vis en een brander naar de kant om daar op een rots de vis te bakken. Na dat het brandertje al een paar keer is uitgegaan zijn de lucifers op en ik wil naar de boot gaan om deze op te halen. Ik kijk in de richting waar ik het bijbootje had achtergelaten (ik had deze op een rots getrokken en verder niet vast gemaakt) maar ik zie geen bootje. Ik kijk verderop op het water en ongeveer 200 meter verder zie ik ons bootje drijven en hij drijft steeds verder naar de overkant. Wat nu, met de grote boot het bootje ophalen is niet echt een optie, het is te veel werk en ik kan waarschijnlijk niet bij het bootje komen als die aan de overkant tegen de rotsen waait. Ik roep in paniek naar Hugien, zij schrikt ook als ze ziet wat er aan de hand is. Ik zeg tegen haar; ik haal hem wel door om te lopen (het lijkt een sort kom waarin we liggen en je kunt waarschijnlijk wel aan de overkant komen maar dat zou wel een paar uur lopen zijn over de rotsen en ander obstakels ), Hugien kijkt vanaf de boot naar de kant en ziet ineens een klein speedbootje, dat verderop achter een rots ligt. Vraag het eerst aan hen zegt ze, terwijl ze naar het speedbootje wijst, ik loop in de richting van het bootje en zwaai naar het paartje dat er inzit. Ze komen naar me toe varen, ze zijn direct bereid te helpen en brengen me naar ons bootje. We geven de man nog een biertje maar achteraf denken we dat hij het probleem waarschijnlijk ook eerst veroorzaakt heeft, door met zijn hoge golven, het bootje van de rots te laten losslaan. Ik neem me voor om in het vervolg altijd een lijntje aan het bootje vast te maken. Nu de vis eindelijk gebakken is kunnen we rustig eten en genieten van de avond. Het weerbericht dat we via de zweedse TV op de laptop ontvangen voorziet dat de wind de volgende dag zal gaan draaien, dat is niet gunstig voor ons en we slapen dan ook niet goed. Ik heb nog wel het extra anker dat we gisteren vonden uitgebracht met het idee wat meer zekerheid te hebben maar we blijven toch onrustig. De volgende ochtend vroeg worden we wakker van geklots tegen de boot, ik spring uit bed en kijk hoe we erbij liggen en ik schrik, want we zijn 180 graden gedraaid en nog maar net vrij van de rotsen. We kleden ons snel aan en besluiten direct te vertrekken.
- 39 -
We maken snel de lijn van de wal los en we gebruiken het extra anker om zo ons eigen anker rustig binnen te kunnen halen en vervolgens heb ik het te grote en vieze extra anker, daar op de bodem achter gelaten, (het heeft ons geen geluk gebracht sinds we het aan boord hebben) dus misschien gaat het nu beter. We hebben geen idee waar we eigenlijk heen willen we hebben nog geen tijd gehad om ons te verdiepen wat er verder nog voor lokaties in de buurt zijn en er is nu ook niet echt tijd voor want we moeten op de boeien letten, je kunt nergens even rustig afmeren, dus we blijven varen. Het begint ook steeds harder te waaien en het bijbootje hebben we achter de boot gehangen met het buitenboordmotortje er nog aan. We besluiten om zo snel mogelijk naar open zee te varen zodat we even rustig kunnen kijken waar we heen willen. Eenmaal op open zee hebben we het probleem dat de golven steeds groter worden en dat is dus ook niet prettig. We kunnen nu wel zeilen met deze harde wind en dat spaart diesel. Echter met het bijbootje en motortje erachter gaan we niet echt snel vooruit en we besluiten om het motortje er af te halen door het rubberbootje naast de boot te trekken en over te stappen in het bijbootje. Niet echt plezierig en best gevaarlijk zo op open zee met golven erbij maar het lukt en we kunnen nu iets harder varen. We eten wat want het ontbijt is
- 40 er ook bij ingeschoten en we besluiten om een flink eind naar het noorden te varen zodat we weer wat dichter bij de bewoonde wereld komen, want we hebben wel weer wat water en proviant nodig binnenkort. Tot nu toe gaat alles voorspoedig en bakken we zelf brood en we hebben nog steeds drinkwater, dieselolie en blikvoer voldoende. Uiteindelijk varen we een eind noordelijker weer de scheren in en we komen op de tot op nu toe mooiste plek. Er is een sort rotshaventje dat helemaal leeg is en er zitten al stalen ogen in de rotsen geslagen om de boot aan vast te maken.
Er kunnen hier wel drie of vier boten naast elkaar met de punt aan de rots liggen maar er is niemand en Hugien oppert dat we eigenlijk net zo goed helemaal langs de rots kunnen gaan liggen, er is immers toch niemand. Ik vind het wel wat minder sociaal maar ach, we zijn de enige dus we besluiten de boot langszij van de rots af te meren. s’Avonds komt er echter toch nog een zweeds zeiljacht binnen varen en ik denk nog Ai, dit is niet zo netjes waar moeten zij nu liggen. Gelukkig blijkt dat er even verderop nog een oog in de rotsen zit en die gebruiken ze dan ook. We helpen ze met aanmeren en ze vinden het geen probleem dat we zo liggen. Later maken we nog een praatje met ze in keurig engels en de man van het echtpaar met drie dochters, (Magnus) komt later nog weer even bij ons langs en zegt: je zult het wel niet hebben
- 41 maar ik ben op zoek naar een omvormer van 12 volt naar 220 volt om de telefoons en camera op te laden. Ik zeg natuurlijk hebben we die, wil je er een van 150 watt of 750 watt.
Hij slaat bijna stijl achterover en is aangenaam verrast. Hij leent de kleinste en belooft hem dezelfde avond nog terug te brengen. Hij nodigt ons tevens uit om een borrel te komen drinken bij hen aan boord en dat doen we. Het wordt een gezellige avond en we leren een heleboel dingen over de zweden. Zo hadden wij op de tv gezien dat in Zweden de midzomernacht aanstaande vrijdag zou zijn maar de officiële dag in Denemarken is volgens ons boekje op 21 juni, hoe zit dit nu is het dan niet op dezelfde dag in Zweden. Magnus legt ons uit dat de denen het altijd op de 21ste vieren maar de zweden doen dit altijd op de vrijdag die erop volgt dus inderdaad op een andere dag. We zijn blij dit te horen want we willen dit feest graag meemaken en als het op de 21ste zou zijn, kunnen we onmogelijk op tijd bij een plaats zijn waar het gevierd wordt. Magnus raadt ons aan om het in Söderköping mee te maken dat ligt op onze route en is een leuk stadje. Ze vertellen ons ook gelijk dat in Zweden
- 42 na midzomernacht de vakantie voor bijna iedereen begint en vanaf dan zal het dus overal druk worden maar vooral ook op het water. Op Donderdag 23 juni varen we rond 10:45 uur weg van deze mooie plek in de scheren met als bestemming Söderköping. Dit stadje ligt aan het Götakanaal en we moeten dus eerst naar Mem waar de eerste sluis is van het kanaal. Om hier te komen moeten we eerst nog een flink stuk varen door allerlei ondiepe stukken en ook nog langs een brug die er niet al te hoog uit ziet. Er staat op dat hij 15 meter is maar bij welke waterstand wordt niet aangegeven.
Het wordt een probleem, want 15 meter gaat waarschijnlijk niet lukken en dat betekent een heel eind omvaren (later spreken we nog een nederlander die dit heeft moeten doen). We besluiten het te vragen aan de houder van de benzinepomp, die aan het water bij de brug zit en die weet het exact. Hij haalt een meetlatje tevoorschijn en meet van de stijger af de waterhoogte en verzekerd ons dat de brug op dit moment bijna 17 meter is. We wagen het er op en het gaat makkelijk. We varen naar Mem en schrijven ons in voor de route door het Götakanaal wat ons een kleine 350 euries kost maar dan kun je wel gratis overnachten bij de meeste plaatsen aan het kanaal. We krijgen bij de eerste sluis gelijk een soort cursus van de eerste vrouwelijke sluiswachter. Het gaat er hier
- 43 iets anders aan toe dan in de meeste andere sluizen en vereist een speciale techniek. Het is de bedoeling dat bij de eerstkomende sluizen, (die allemaal omhoog gaan tot 90 meter), er net voor de sluis, steeds iemand op de wal moet worden afgezet, die moet een lijn meenemen en deze aan de schipper toegooien.
De schipper heeft ook een lijn (meestal achterop) en gooit deze naar de persoon op de wal. De persoon op de wal moet de lijn om een ring heen leggen (en niet erdoorheen, ik heb het een keer eigenwijs geprobeert maar dan blijft ie dus klem zitten) en weer terug aan de schipper aan boord geven. Als de boot omhoog komt, kan de persoon op de wal weer gewoon aan boord stappen en kan de reis worden vervolgd. Er kunnen telkens ongeveer vier boten in een sluis. In Nederland zou men dan onmiddelijk proberen voor te dringen en zo snel mogelijk in de sluis te varen. Hier gaat dat wat anders want niemand wil als eerste. De sluis heeft kleppen aan de voorzijde die men volledig open zet, zodat de sluis volloopt en dit gaat niet zachtjes, de eerste boot krijgt dus de volle laag en die schipper heeft het heel zwaar met de lijnen. Iedereen wil dus het liefst als tweede boot achterin. Een hele nieuwe ervaring en het duurt even voor we er handigheid in krijgen maar dan gaat het ook steeds beter. We varen meteen door naar
- 44 Söderköping dat een uurtje of twee verderop ligt en het is er behoorlijk druk dus we hebben er geen electriciteit of water aansluiting maar we kunnen nog wel liggen.
De 24ste juni is het eindelijk zover, het is midzomernacht en we zien de voorbereidingen van het feest. Dit houdt in het klaarmaken van de speciale boom met ringen, die met bladeren en bloemen wordt versiert. Later in de middag wordt er om deze paal heen gedanst en zijn er allerlei spelletjes te doen. Echter om een uur of zes in de middag houdt alles op en gaat iedereen naar huis, waar de feestelijkheden binnen de families verder gaan of men gaat direct op vakantie maar voor ons is er verder weinig meer te beleven. Dat is een kleine tegenvaller want we hadden ons er meer van voorgesteld. We hebben ondertussen wel een betere box bemachtigd met elektra en water, we moesten er alleen even voor door de sluis varen. Aan de achterkant van de box kijken we op een hoge rots kliff die je ook kunt beklimmen en dat hebben we ook gedaan. Een hele klim maar je kunt wel over het hele stadje uitkijken. Later op de avond hebben er nog wat jongelui hun midzomernacht feestje met wat biertjes en een hoop herrie op deze rots gevierd waarvan de hele
- 45 haven mocht meegenieten. Verder schijnt het zo te zijn dat Söderköping de beste ijstent van Zweden heeft en er staat dan ook een lange rij mensen om een ijsje te bemachtigen. Wij sluiten dus ook maar aan in de rij en ik moet zeggen het was de moeite waard, geweldig lekker schepijs in alle mogelijke smaken ook dropsmaak waar Hugien zo dol op is. Later blijkt dat in heel Zweden het ijs van prima smaak is en we nemen dan ook bijna in elke volgende plaats een ijsje, het zal ons figuur geen goed doen maar je hebt tenslotte maar één keer sabbatical.
Op 25 juni gaan we door naar Norsholm zo’n 12 mijl en ongeveer 12 sluizen verder. We doen de sluizen samen met een zweeds motorsailertje die we wijselijk voor ons laten gaan. Hij heeft namelijk een heleboel kinderen aan boord maar het is geen handig team, de schipper heeft de boel niet echt onder controle blijkt later. We moeten er wel een beelje om lachen bij elke sluis proberen ze het weer op een andere manier en telkens gaat er weer wat mis. Bij een bepaalde sluis is hen blijkbaar gevraagd om te helpen bij het bergen van wat afgezaagde boomtakken die te water zijn geraakt en nu een obstakel vormen voor de boten. Dit doen ze prima, het lukt om er één aan te geven aan de mensen van het kanaal bedrijf, die op de wal met een stok en een touw staan, daarna varen ze verder. Wij besluiten om ook maar te helpen met de tweede boomstronk en na twee pogingen lukte het om de stronk bij de te korte stok te krijgen en ook deze stronk wordt op de kant getrokken.
- 46 Ze bedanken ons voor de hulp en we varen weer verder. Om een uur of vijf in de middag komen we aan in Norsholm waar we een prima plekje vinden met elektra aansluiting en water. Internet wifi hebben we helaas al een tijdje niet meer en is ook hier weer niet beschikbaar.
Op 26 juni gaan we van Norsholm naar Berg, om hier te komen moeten we een klein meertje oversteken en aan het eind ligt Berg. Het plaatsje doet zijn naam eer aan want we moeten flink omhoog en wel in de vorm van een zogenaamt trappetje, een aantal sluizen aan elkaar gekoppeld zodat een soort supersluis ontstaat, waarin je dus keihard moet werken. We varen naar de eerste sluis en willen gelijk naar binnen. Onmiddelijk komt er één van de sluismedewerkers (het zijn allemaal jonge mensen, studenten ofzo, die dit als vakantie baantje hebben), naar ons toe en zegt dat we niet zomaar naar binnen kunnen, we moeten wachten net als de rest die er ligt te wachten. Wij dachten dat deze mensen hier lagen om te overnachten want we hadden al een tijd niemand voor ons zien varen op het meer dus waarom zouden ze er dan nog liggen. Hij gaat voor ons informeren bij de mensen die hier aan de kant liggen en komt even later terug met het bericht dat we door kunnen, want de rest heeft geen haast, dat wil zeggen tot wij in de sluis liggen, want dan willen er wel een paar direct met ons mee, als tweede op de rustige plaats in de
- 47 trap. Deze keer krijgen wij dus de volle laag over ons heen en dat acht keer achter elkaar, een ware sluis marathon. Het is trouwens super druk rond de sluis waarschijnlijk door het mooie weer en de vakanties. Het ‘trappetje’ is een atractie voor toeristen en iedereen ligt rond de sluis op het gras te zonnen. Ik gooi een lijn vanaf de boot naar de wal en deze belandt tussen een paartje dat in het gras naast de sluis ligt te vrijen.
Moet je daar maar niet gaan liggen denk ik nog, geloof maar niet dat men een handje helpt, nee alleen maar kijken en hopen dat er wat mis gaat, geen beter vermaak dan leedvermaak. Na het ‘trappetje’ hebben we het aardig gehad voor deze dag want het is zwaar werk, zeker in deze hitte en we besluiten na deze sluizen in Berg te overnachten. Eerst gaan we nadat we afgemeerd liggen zelf nog even bij de sluis genieten van andermans ellende, onder het genot van een ijsje. Als we naar de boot teruglopen geloof ik niet wat ik zie, er staat iemand voorop onze boot zegt Hugien, ik verzeker haar dat er iemand op een bankje naast de boot staat en dat het lijkt of hij of zij op de boot staat. Maar als we dichterbij komen begin ik toch te twijfelen, er staat inderdaad een jonge
- 48 donkergetinte dame voorop ons scheepje in allerlei standen te poseren terwijl een andere dame foto’s maakt. Dit heb ik nog nooit meegemaakt, behoorlijk brutaal, we moeten bijna vragen of we alstublieft op onze eigen boot mogen stappen, ze zeggen geen boe of ba en geen excuus of iets, voor hun is dit blijkbaar heel normaal
Op 27 juni vertrekken we om 11 uur uit Berg met als vogende bestemming Borensberg, zo’n 12 mijl verderop. Na de eerste sluis staan er twee jongetjes naast de boot, de oudste en blijkbaar brutaalste van de twee, vraagt ons in perfect engels waar we heen gaan en of ze mee mogen varen. We zijn verrast en ik vraag hoe oud hij is. Elf zegt hij, ik vraag hem hoe het kan dat hij zo perfect engels spreekt, ‘I have an englisch friend’, antwoordt hij doodleuk. Maar mogen we nou mee of niet vervolgt hij. Ik vraag; hoe komen jullie dan terug, nou dan nemen we een lift op een boot de andere kant op. En als dat niet lukt dan lopen we terug of we nemen de bus. Ik vind het toch een beetje eng, wat als er wat gebeurt, hij valt overboord of er gebeurt wat op de terugweg, wij hebben ze dan wel weg gebracht.
- 49 Na lang doorzeuren en nadat hij ons overtuigt heeft dit veel vaker te doen, nemen we ze toch mee. De jongens hebben een schitterende dag we laten ze sturen en apetrots zwaaien ze naar alle boten onderweg en naar bekenden op de wal. Ze vertellen ons dat ze hier vlakbij wonen en ze kennen iedereen hier in de buurt. Het begint wat kouder te worden en het regent af en toe, de jongens hebben alleen een T-shirtje aan dus we bieden ze binnen wat te drinken aan, ze vinden het prachtig binnen en willen later als ze groot zijn ook een boot.
Ik zet de pc aan en start een tekenfilm op dvd maar na een tijdje wordt het steeds moeilijker om ze te vermaken. Toch willen ze niet van boord bij het eerstvolgende dorp. Gaan jullie niet verder dan vraagt hij, jawel zeg ik, wij gaan nog wat verder maar als jullie meegaan, komen jullie nooit meer op tijd terug. Nou geen probleem hoor dan bel ik gewoon mijn vader, hij trekt een supermoderne telefoon en spreekt met iemand, ik betwijfel of het zijn vader is (zweeds kunnen we nog niet goed verstaan). Geen probleem zegt hij na het gesprek, mijn vader haalt ons op dus we kunnen helemaal meevaren.
- 50 Zal ik even een foto van jullie maken, vraagt hij vol trots. Hij richt zijn telefoon op ons, klikt en laat het resultaat direct zien. Bij de laatste sluis die dag stappen ze af en bedanken ons en weg zijn ze. Deze sluis is een handmatig bediende sluis en wordt door toeschouwers of door de schippers van de jachten d.m.v. grote lieren bediend. Het is de oudste sluis van het kanaal en tot onze verbazing duiken ineens onze verstekelingen weer op om de sluis te bedienen. Ze vinden het geweldig zo te zien en ze hebben de dag van hun leven. Hoe ze thuis gekomen zijn zullen we nooit weten maar het zal wel goed zijn gekomen. De vrouwlijke sluiswachter ontfermde zich verder over de jongens en heeft ze waarschijnlijk een lift met de auto gegeven. Als we goed en wel in Borensberg liggen horen we ineens een klap tegen de boot, wanneer we buiten kijken ligt er een vogel op het dek te spartelen. Deze jonge pilot heeft juist zijn eerste vlieglessen gehad maar heeft toch niet helemaal begrepen dat je staalkabels beter kan ontwijken. Ik probeer hem van het dek te halen om te voorkomen dat ie in het water belandt en verdrinkt. Hiermee bereik ik juist dat ie het water in valt uit angst voor mij.
We proberen hem nog uit het water te halen maar hij is al te ver afgedreven. Hij komt steeds dieper onder water en steeds verder weg richting de overkant van het kanaal. We dachten dat ie gegarandeerd zou verdrinken
- 51 want het is een spreeuw of zoiets en die kunnen in principe niet zwemmen maar deze jonge hoogvlieger verbaasd ons en haalt toch de overkant en komt met zijn laatste kracht toch op de wal. Gelukkig loopt het dus goed af en kunnen we deze dag met een goed gevoel afsluiten. Op 29 juni om 10 uur vertrekken we uit Borensberg met als bestemming Motala. Dit is tevens de grootste en modernste haven van het kanaal, we hebben hier zelfs gratis internet via wifi aan boord, dus ik vind het geweldig en we besluiten hier een paar dagen te blijven en iedereen thuis weer eens te mailen en te bellen. Leuk is dat er ook een treinstation is in Motala, want we willen nog steeds een keer naar Stokholm, omdat we hiervoor geen tijd hadden met de boot maar we willen het toch niet overslaan.
We kunnen treinkaartjes via het internet boeken en ook kijken wat de goedkoopste tijd is om te gaan, (de treinen zijn in Zweden per rit anders geprijst net als een vliegticket). We vinden een goedkope ticket, voor een trein waar we met onze vouwfietsen in mogen voor de volgende dag om 10:40 uur. Nu nog een hotel boeken want het is ruim drie uur reizen naar Stockholm vanaf hier. Dit lijkt makkelijk alleen het is al aan het eind van de middag en
- 52 we moeten hem al voor de volgende dag hebben. Hotels genoeg maar dan moet wel de knip ver open en dat kunnen we ons niet veroorloven, dus goed zoeken en ja hoor we vinden er één en we boeken hem meteen, nog geen 10 minuten later krijgen we een mailtje, met daarin het bericht dat het hotel vol is maar men biedt wel alternatieven aan (wel veel duurder dan de gene die wij willen boeken) dus nog maar even verder zoeken. Uiteindelijk vinden we er nog een binnen ons budget, weer boeken alleen nu geen reactie ( het is ook al na zes uur dus er is niemand meer aanwezig voor een bevestiging vermoeden we), wat nu. We besluiten een mailtje te sturen met de vraag ons te bellen op ons zweedse mobiele nummer, omdat we heel vroeg in de ochtend willen weten of we nu wel of niet geboekt hebben.
De volgende dag bekijken we snel de mailbox maar helaas, geen antwoord. We besluiten toch te bellen naar een nummer dat er bij staat maar niemand neemt op. Het is een maatschappij in de UK en daar is het natuurlijk een uur later dan bij ons, dus voorlopig is daar nog niemand. We bellen een ander nummer in skandinavie maar daar vertelt men ons dat we toch echt in de UK moeten zijn (wel vreemd want we boeken tenslotte in scandinavie een hotel). Het wordt nu wel een probleem, want als ze daar
- 53 om 09:00 uur beginnen is het hier al 10:00 uur en om 10:40 uur moeten we in de trein zitten. We hebben ons helemaal voorbereid, om het op een rennen en fietsen te zetten, zodat als we het even na 10 uur horen, we direct weg kunnen racen naar het station, dat op ongeveer 15 minuten afstand ligt. Ik probeer om 09:45 uur nog een keer te bellen en tot mijn genoegen neemt er iemand op, ze kan ons ook nog helpen en beloofd ons direct terug te zullen bellen met een definitief antwoord. Om 10:10 belt ze met het goede nieuws dat het hotel geboekt is. Ik vraag haar om dit per email te bevestigen en dat doet ze direct.
Om 10:20 rennen we naar de fietsen om vervolgens snel naar het station te fietsen, we printen de kaartjes uit op de automaat die hier in de stationshal staat, en we komen nog op tijd in de trein. We kunnen de fietsjes gelukkig ergens tussen proppen en we hebben een prima zitplaats. We moeten alleen nog even een keer overstappen in örebroc maar dat lijkt geen probleem want de stations worden prima aangegeven en de tijd van aankomst klopt ook bij elk station precies. Helaas gaat dit niet geheel zonder problemen want de trein stopt maar op een enkele plaats, behalve in örebroc, daar stopt ie op twee plaatsen en wel
- 54 örebroc süd en örebroc. Weten wij veel, de tijd klopt en wij stappen uit op örebroc süd, als een van de weinige mensen op een klein stationnetje. We worden al een beetje achterdochtig en juist als de trein verder gaat staan wij met de fietsjes aan de hand op een station te vroeg. Nu valt alles dus in duigen want de trein kaartjes naar Stockholm zijn alleen geldig voor de trein die over een minuut of 25 aankomt in örebroc. Geen nood, zeg ik tegen Hugien, die heel erg teleurgesteld is, fietsen zo hard als je kan, naar örebroc, hoe ver kan het zijn. Gelukkig niet zo ver en na 10 minuten hard fietsen staan we bezweet en gestressed op het juiste station en komt alles toch nog goed.
Een uurtje of twee later staan we op Stockholm centraal, met de fietsjes en we gaan op zoek naar het hotel. De treinreis is trouwens wel dodelijk saai en bijna iedereen ligt te maffen in de trein want er is werkelijk niets anders te zien dan bomen onderweg. Dit doet me weer terugdenken aan een collega die het jaar ervoor met de auto naar Zweden is geweest. Toen ik hem vroeg hoe het was in Zweden zei hij al ;hou je van bomen? Ik begrijp nu pas goed wat hij bedoelde. Nadat we ergens bij een toerist informatiebureau een kaart van de stad hebben bemachtigd kunnen we het hotel makkelijk vinden, het is een
- 55 kwartiertje fietsen van het treinstation en alles gaat goed, de prijs klopt en de kamer ziet er prima uit en dat voor 80 Euries voor een nacht midden in Stockholm. We gaan snel de stad bezichtigen met de fietsjes want dan zie je toch het meest van zo’n stad in korte tijd. Een fantastische stad en we zouden het niet graag hebben willen missen, een aanrader als je van oude steden houdt, wij hebben Budapest, Praag en Wenen gezien maar Stockholm is wellicht nog mooier. Overal staan mooie oude gebouwen en er is ook overal water, veel musea en ander vertier. We besluiten nog even bij de haven te gaan kijken, want je weet maar nooit misschien zien we nog iemand die we kennen.
Hugien gaat even naar het toilet bij een jachthaven, ik sta over de haven heen te kijken en zie daar een bekende boot, de ‘seilskip2’, plots hoor ik achter me: hé hallo wat doe jij hier,(het zijn Oenze en Diet van de ‘Seilskip2’. Zijn jullie hier ook met de boot? Nee antwoord ik, met de trein en die fiets, ze kijken me enigzins verbaasd aan, nadat Hugien er ook weer bij is nodigen ze ons uit voor een biertje aan boord en we praten een tijdje bij. Ze vertellen ons, dat zij hier al een paar dagen in de haven liggen.
- 56 -
Ze vertellen ons, wat de leukste plekken in de stad zijn. Het Vasamuseum is volgens hun een absolute topper, die we niet mogen missen en daar gaan we de volgende dag dan ook meteen heen. Werkelijk imposant, het is een oud galioen dat bovenwater is gehaald en weer voledig in originele staat is gebracht. Het schip is vakkundig geimpregneerd met kunsthars en later is er een gebouw omheen gezet zodat men het schip niet hoefde te vervoeren. Het schip was in opdracht van de toenmalige koning van Zweden gebouwd en door een Nederlander ontworpen. Echter toen het ontwerp klaar was wilde de koning, ijdel als hij was er nog een dek bovenop, ondanks dat de Hollanders het afraden moest het toch gebeuren en het werd gebouwd.
Het schip dreef wel maar na een eerste proefvaart met allerlei notabelen met aanhang ging het schip ondersteboven bij de eerste kleine windvlaag op een mooie dag, en omdat de kanonsgaten open stonden (terwijl dit volgens voorschrift nooit zou mogen) ging het schip direct naar de kelder. Lullig voor hun maar wel leuk voor ons, want het is nu een prachtige attractie.
- 57 Na een leuke dag, snel naar het station om de goedkope reis terug vast te leggen, dat hadden we niet gedaan omdat we het misschien niet zouden halen en geboekt is geboekt, niet opdagen is geld kwijt. Helaas blijkt nu dat de trein die we willen, volledig volgeboekt is en de eropvolgende ook. Probleempje dus, wat nu, er is nog een reis beschikbaar maar die is een stuk later en iets duurder maar het grootste bezwaar is dat we het laatste stuk met de bus moeten en we weten niet zeker of de fietsen daarin mogen. Nadat we dit hebben nagevraagd en men ons ervan verzekerd, dat zolang de fietsen kunnen worden opgevouwen, het geen probleem is, boeken we snel deze reis.
Bijkomend voordeel is, dat we nu nog een paar uur extra van Stockholm kunnen genieten. We gaan even lekker uit eten, zodat we wanneer we terug komen helemaal klaar zijn en direct naar bed kunnen want we zijn bekaf. De terugreis geeft weinig problemen, de buschauffeuze doet gelukkig niet moeilijk over de fietsen en om 23:00 uur zijn we weer in Motala bij de boot, moe maar met een goed gevoel. De volgende dag is voor motor onderhoud, de olie en de filters worden vernieuwd.
- 58 De oude olie moeten we kwijt dus ik ga kijken bij de containers maar de olie container is op slot en er staat op een bordje dat de sluismeester hier de sleutel voor heeft, dus ik ga naar de sluis even verderop. Terwijl ik daarheen loop begint het te regenen en niet zo zachtjes ook. Ik kan nog net redelijk droog het hok van de sluismeester halen en die laat me gelukkig binnen. Ik vraag naar de sleutel maar hij weet van niets, plots herinnert hij zich iets en komt toch met een sleutel, die moet het zijn denk ik, zegt hij. Ik zeg hem dat ik nog even wacht want het regent nu een beetje te hard. Geen probleem hoor zegt hij en geeft me een speciale sluiswachters jas, trek die maar aan dan wordt je niet zo nat zegt hij. Zo kan ik dus even sluiswachter spelen onderweg. Gelukkig past de sleutel en kan ik de olie weggooien. Even later klaart het weer op en ik breng snel de jas en sleutel terug.
Later die middag bezoeken we nog het kanaal museum, dat even terug aan het kanaal zit. Dit is een volledig automatisch museum dat met het speciale pasje, dat ook voor alle douches en toilettes langs het kanaal gebruikt wordt, kan worden geopend. Eenmaal binnen gaan alle lichten aan en met allerlei knoppen kan er info worden opgevraagd.
- 59 s’Avonds is er een rockconcert plus houseparty en kermis vlak naast de haven, dit lijkt eerst wel leuk maar het wordt helemaal afgezet met een hekwerk, het blijkt speciaal voor jongeren te zijn en duurt tot een uur of één s’nachts. We lopen er even langs en kijken naar de jongelui, veel zijn er dronken en een enkeling ook nog stoned. Dus die Zweedse jongeren zijn net als in de rest van europa. De volgende dag zien we dat er wedstrijden georganiseerd gaan worden voor raceboten, nog meer herrie dus, nu wordt het ons toch iets te dol, we besluiten om zo snel mogelijk te vertrekken naar Vadstena.
Op 2 juli gaan we rond een uur of elf weg en dankzij een pause in het race circuit kunnen we er doorheen, want het hele vaargebied was afgezet voor deze racemonsters. Vadstena is gelukkig niet ver weg en het is ook nog eens de mooiste lokatie tot nu toe. Het is een kasteel waarvan de slotgracht als haven wordt gebruikt en er is nog een plekje vrij voor ons. Het enige nadeel is dat we deze haven apart moeten betalen want hij hoort niet bij het kanaal. Als we liggen gaan we in het kasteel kijken en we zijn net optijd voor een rondleiding in het engels die om 14:00 uur begint. We kijken later vanuit het kasteel zo op de boot in de slotgracht, we vinden het wel een mooi plaatje.
- 60 -
Die zelfde avond blijkt er in een hotel verderop, een huiskamer concert te worden gegeven door een pianist uit de omgeving, ook dat bezoeken we, ook dit is heel speciaal met slechts een kleine groep mensen zitten we in een grote voorkamer van een hotel, te genieten van een geweldige pianist.
Op 3 juli vertrekken we naar Karlsborg waarbij we het Vátternmeer moeten oversteken, er staat weinig wind op dit toch wel aanzienlijke meer, dus het kost even tijd voor we aan de andere kant zijn en we moeten dan ook het laatse stuk weer eens op de motor. Onderweg denken we een enorme partij rotsen te zien op een eiland in de verte maar naar mate we dichterbij komen blijken het door vogels onder gekakte bomen te zijn. Eenmaal bij Karlsborg aangekomen ziet het er naar uit, dat de stijger met gratis ligplaatsen vol is en we kunnen kiezen uit doorvaren of betalen in een jachthaven tegenover de stijger. Uit principe kiezen we voor doorvaren en een klein uurtje later komen we in Forsvik terecht, waar we prima kunnen liggen, met electriciteit alleen geen water en dat is dus wel net op. We lossen dit op door met een jerrycan een paar keer naar een kraan bij een camping dichtbij te fietsen en zo weer wat
- 61 water in de tank te krijgen. Het staat hier trouwens ook vol met campers, die hier blijkbaar goedkoop of gratis kunnen overnachten.
We horen van mensen die hier ook liggen dat er in Karlsborg een fort is, dat zeker de moeite van een bezoek waard is en we besluiten om dan maar met de fiets alsnog naar Karlsborg te gaan. Het is gelukkig maar vijf kilometer terug, dus dat valt mee. Het verhaal gaat dat het fort alweer overbodig was tegen de tijd dat het net goed en wel gebouwd was. Er is nu een deel als kazerne in gebruik en de rest wordt gebruikt om toeristen rond te leiden. Deze rondleiding houdt in dat er door allerlei onderaardse gangenstelsels moet worden gekropen terwijl er dan door grote boxen, kannonschoten worden afgevuurd, plots komen er uit allerlei hoeken poppen omhoog die dan allerlei teksten roepen, sommige zijn gewond en kreunen in een hoekje een ander staat in de hoek te urineren en ga zo maar door. Voor kinderen best angstaanjagend maar wij vonden het wel grappig. s’Avonds besluiten we te gaan barbequeuen, met vlees gekocht in Karlsborg, er staan prachtige tafels langs de haven bij Forsvik die je
- 62 hiervoor mag gebruiken. De volgende dag bezoeken we een museum in forsvik zelf, dit is ook wel de moeite waard. Tevens wil ik nog melden, dat ik hier in Forsvik voor de eerste keer dit jaar heb gezwommen en het is best lekker water. Op 5 juli, na het museum bezoek vertrekken we om 15:30 uur uit forsvik en schutten naar de andere kant van de sluis, zodat we deze lastige sluis lekker rustig alleen kunnen nemen, het is namelijk de oudste sluis en is geheel uit ruwe rotsen geblazen. Door middel van dynamiet is deze sluis en ook een deel van het kanaal erachter uit de rotsen gehouwen. De sluis is daardoor niet mooi glad aan de zijkanten en er is dus snel schade gemaakt als het druk is.
Technisch liggen we dus nog steeds in Forsvik maar nu wel aan de goede kant van de sluis. We kunnen nu morgen, als eerste weg naar de volgende sluis als we dan maar wel voor 09:00 uur weg zijn, wanneer de eerste achtervolgers door de sluis zouden komen. Helaas gebeurt er iets waar we niet op hebben gerekend, om 08:30 uur komt er ineens een groot passagiersschip uit de
- 63 sluis varen, deze jongens hebben altijd voorang en mogen dus voor de andere boten in de sluizen en dus ook voor 09:00 uur schutten blijkbaar. Op zich niet zo’n heel groot probleem, want deze schepen varen vrij snel en we hoeven er dus geen oponthoud van te hebben. Ware het niet dat, omdat het kanaal hier zo smal is, dit schip zich tergent langzaam door dit eigenlijk veel te smalle kanaal moest persen, dat wij er achter zo langzaam moeten varen dat we soms bijna tegen de rotswanden aan drijven door te lage snelheid.
Zodra we eenmaal op een recht stuk komen geeft hij gas en kunnen we hem, niet meer bijhouden. Bij de volgende bocht zitten we er echter weer vlak achter. In de verte zie ik een brug, dus ik denk, even met deze grote schuit mee te varen, dan hebben we mooi de brug mee, want voor die passagiersboot gaat ie meestal meteen open. Nou dat kost bijna een mast, want die @#$%& bruggewachter, wil vlak achter die passagiersboot de brug dicht gooien, terwijl wij er direct achter varen. We schrikken ons kapot en ik probeer nog te remmen door vol achteruit te geven maar dat gaan we niet meer halen. Dan maar vol gas vooruit en er
- 64 het beste van hopen. Godzijdank ziet de bruggewachter ons blijkbaar ineens in de camera en doet snel de brug weer open. Ik weet nog steeds niet of het nu dom en naief van ons was om mee te varen met die grote boot, of dat de bruggewachter gewoon zat te pitten maar het is gelukkig goed afgelopen. Dit doen we dus niet nog een keer op deze manier.
Uiteindelijk leggen we die dag aan in Vassbacken, waar we water en electra hebben maar verder ook niets, behalve dan een camping en een klein campwinkeltje, waar niet eens een behoorlijk brood te krijgen is. We liggen er net een uur of zo en dan hoor ik ineens iemand roepen vanaf het water, het is het Nederlandse stel, waarvan ik met de man even in Rendsburg, halverwegen het noordoostzeekanaal heb staan praten. Zij hebben er nu een bemanningslid extra bij, namelijk de vader van de schipper, die een paar dagen mee vaart. Hij moet de volgende dag afgezet worden op het station in Törreboda om met de trein terug naar huis te gaan. Zij varen dus gelijk verder en blijven helaas niet langer om even bij te kletsen. Op 7 juli gaan wij ook naar Törreboda, hierbij passeren we ook Tátorp, het hoogste punt van het kanaal op 92,8 meter hoogte. Ik zeg nog tegen Hugien
- 65 dat het na die sluis gemakkelijker wordt, want dan gaan we naar beneden en hoeven we dus niet meer zo hard te werken. De techniek is nu anders. De lijnen moeten nu door de ring in plaats van eromheen zoals bij het stijgen. Eigenwijs en nieuwsgierig als ik ben, probeer ik toch, één van de lijnen gewoon om de ring heen te leggen, wat zal dat nou helemaal uitmaken. En inderdaad het zakken van de boot gaat gewoon goed, alleen krijg ik daarna de lijn niet van de ring los omdat de hoek van de lijn nu kleiner is en de lijn door het gewicht van de ring wordt afgeknelt. Gelukkig helpt iemand op de wal met het losmaken.
Voortaan maar weer volgens het boekje. Een tweede probleem ontstaat bij het binnenvaren van de sluis, deze staat dan dus al vol met water (tot aan het randje van de sluis) en daardoor wippen de fenders al heel snel tussen de boot en te sluiswal uit, zodat we een prachtige kras oplopen. Dat ‘nu wordt het makkelijker’ verhaal ging dus niet helamaal op. De Nederlanders liggen ook nog hier in Törreboda, we hebben er die avond nadat de vader van de schipper op de trein is gezet, bij hun aan boord even gezellig bijgepraat.Het zijn Louis en Joke met hun twee kleine dochters Nienke en Maaike. Samen met hen fietsen we de volgende middag naar een
- 66 meertje in de buurt om samen te gaan zwemmen, want het was ondertussen al een graad of 26 en het gaat nog warmer worden. Het water in het kanaal waar we nu in liggen, nodigt niet echt uit om in te zwemmen. Het meertje is volgens de kaart maar vijf kilometer weg (het waren er zeker 8 bleek later) maar we hebben het gered. Alleen valt op de terugweg bij de fiets van Hugien de spi uit de trapper van de fiets en moeten we de laatste twee kilometer lopen, duwen en klunen.
We gaan direct door naar een fietsenmaker die in het dorp zit. Hij is nog net open. De spi die we daar halen is echter te klein en ik trek hem bij het vast zetten zo weer door het gat, dus er moet een grotere in. De fietsenmaker zou eigenlijk al dicht moeten zijn maar hij is nog aan het klussen voor de deur, hij is bereid ons te helpen. Kostenloos ruilt hij de spi om. Helaas is deze te groot en andere maten bestaan er volgens hem in Zweden niet. Ik vraag hem of ik zijn slijpmachine mag gebruiken, hij doet niet moeilijk, zonder enige verdere kosten mag ik de spi in zijn werkplaats op maat maken. Toffe jongens hoor die zweden. Op 8 juli vertrekken we om 10 uur van Törreboda naar sjötorp, dit is de laatste gratis haven in het götakanaal en dit betekent, dat je daar het beste vóór de laatste sluis kunt overnachten, anders wordt het betalen voor de overnachting en zo doen we het dus.
- 67 We liggen er prima, in een oude reparatie werf en we hebben er electra en water tot onze beschikking. Louis en Joke zijn doorgevaren, dus we zijn weer op ons zelf. Op de laatste sluis, waar we als enige in liggen, maken we een praatje met de sluiswachter. Hij vertelt dat we geluk hebben dat we hier in Zweden zijn, want het blijft de hele week mooi weer. Volgens zijn info is het in Nederland nu 16 graden. Hij vertelt ook dat er bij de sluis een eland rondloopt die je, als je hier s’avonds gaat wandelen tegen kan komen, hij heeft hem al een paar keer gezien.
Dit doen we dus, helaas komen wij alleen maar muggen tegen en niet zo weinig ook en onze avondwandeling duurt dus niet zo lang. Op 9 juli gaan we rond een uur of 12 door de laatste drie sluizen. We varen nu het Vänernmeer op. We hebben van andere Nederlanders, die we even kort spraken (zij gingen in tegengestelde richting het Götakanaal af) bij Forsvik gehoord, dat het op het Vänernmeer behoorlijk kan spoken. Zij hebben behoorlijk wat wind gehad en het was er volgens hun vele malen onrustiger dan bijvoorbeeld het IJsselmeer. Gelukkig hebben wij prachtig weer, er staat bijna geen wind en het valt ons eigenlijk erg mee met de grootte van het meer.
- 68 Wat ons echter erg tegenvalt is de kleur van het water, die is niet mooi blauw of zo, (wij hadden gehoord dat het water hier zo helder is dat je het kunt drinken) maar door de diepte en de bodem gesteltheid ziet het er gewoon donker en grouw uit, net als thuis, het IJsselmeer of het Haringvliet. Om toch een beter beeld te krijgen, besluiten we een glas te vullen met dit water en ik moet bekennen dat het er drinkbaar uitziet maar we durven er toch geen slokje van te nemen. We zijn het er echter wel over eens dat het Vátternmeer er helderder uitziet dan het veel grotere Vänernmeer.
We besluiten naar Mariestad te varen eerst zeilen we, later varen we weer met de motor wegens afnemende wind. In Mariestad liggen een aantal moorings voor de kant bij een steiger. Twee zijn er vrij, (in Zweden geeft men dmv een bordje op de steiger aan of een box vrij of bezet is, het bordje heeft een groene en rode zijde en kan eenvoudig omgedraaid worden). We besluiten deze box in te varen maar bij het achteruitslaan klinkt een harde klap en de motor slaat af. Verschrikt kijk ik achter de boot en zie dat één van de moorings ineens een kromme ijzeren pen bovenop heeft (deze waren allemaal recht).
- 69 Dit betekent dat de pen op de een of andere manier door de schroef krom getrokken is en dat is een flinke kracht, want we krijgen de pen niet meer recht gebogen. Ik besluit overboord te gaan en onze schroef aan een inspectie te onderwerpen maar tot onze verbazing is er niets te zien. Er zit niet eens een touw in de schroef zoals ik verwachtte. Mogelijk is de ketting van de mooring in de schroef geraakt en daarna er weer uit geschoten. Als we uiteindelijk vast liggen komen we er achter dat er geen electra op de steiger is en die hebben we wel nodig om de ijskast koel te houden bij de huidige 28 graden. Ik maak een rondje door de haven en zie dat even verderop een plek vrij is met electra. Wanneer ik terug ben bij de boot komt er al een andere boot richting deze box varen. Bovendien heeft Hugien na de aanvaaring met de mooring niet veel trek meer om te verkassen, dus we blijven liggen.
Na lang zeuren van mij en nadat er een boot weg vaart van een box waar electra zit, gaan we later die middag toch verkassen. Dankzij behulpzame Engelse buren, krijgen we de boot in het smalle gaatje en ze zijn ook nog bereid hun electra aansluiting te delen. Daar krijgen ze onmiddelijk spijt van want nadat we onze stekker erin doen hebben we allebij geen stroom meer.
- 70 Bij nader onderzoek blijkt dat ik wat te hard aan het snoer heb getrokken in de vorige haven, waardoor er een draadje is los gegaan in de stekker, zodat er kortsluiting is ontstaan. Nadat ik dit gerepareerd heb moeten we eerst de havenmeester zien te vinden waarna de zekering weer kan worden herstelt. De Engelsen blijven vriendelijk en hoffelijk zoals dat de Engelsen betaamd. Later die avond bieden we onze buren een biertje aan wat ze niet afslaan en het wordt een gezellige en late avond in de kuip. De volgende dag op 10 juli, vertrekken we richting Lidkoping, halverwege besluiten we dat we met de huidige wind (geen wind) beter koers kunnen zetten naar een kasteel met een haven bij Lackoskar, daar aangekomen blijkt het erg druk in het haventje en is het erg ondiep.
De diepere plekken zijn uiteraard al bezet, we besluiten toch een poging te doen om het haventje verder in te varen maar dat wordt afgestraft met een harde klap, veroorzaakt door de kiel tegen de harde rotsbodem. Gelukkig varen we stapvoets en is er geen schade. We zijn gelijk genezen van ons plan om naar dit kasteeltje te gaan. We varen verder naar Spieken, een haventje even verderop waar het dieper zou moeten zijn.
- 71 Bij het binnen varen zien we dat het hier ook behoorlijk druk is, plots roept er vanuit de kuip van een zweedse boot, een Nederlandse stem. Wacht maar even zegt hij, er komt zo een box vrij hier achter de stijger. Ik vraag hem of die diep genoeg is, dat is geen probleem volgens hem. We bedanken de man en vragen of hij hier op vakantie is. Hij antwoordt dat hij hier al jaren woont maar hij vindt het gewoon leuk weer even nederlands te kunnen spreken.
Hij vertelt ons tevens waarom het zo druk is hier in de buurt. Er is namelijk een groot feest rond het kasteel vanavond, dus het zal nog veel drukker worden die middag, vooral rond het kasteel. Even later komt de box inderdaad vrij, alleen heeft hij er niet bij gezegd hoe breed de box was. Wij kunnen er met geen mogelijkheid in want plek is nog geen drie meter breed en wij zijn drie meter dertig. We hebben het helemaal gehad met deze drukte en besluiten een eind verderop gewoon voor anker te gaan. Na een uurtje voor anker te liggen, zijn we eigenlijk wel benieuwd waar Louis en Joke zijn en we sturen hun een sms. Even later komt het bericht dat ze een uurtje verderop voor anker liggen en dat we welkom zijn om naast hun de nacht door te brengen op het anker.
- 72 Dit vinden we een goed plan en we sturen een sms terug dat we na het eten hun kant op komen. Het wordt een gezellige avond met als enige nadeel dat er af en toe speedboten en ander minder sociaal volk met een noodgang langs varen en daarbij grote golven veroorzaken. Dit zijn allemaal mensen die waarschijlijk van het kasteelfeest terugkomen. Het is hier niet bepaald het rustige idylische meer dat we in gedachten hadden, we verlangen terug naar de oostkust waar we zo heerlijk rustig konden liggen zonder gestoord te worden door allerlei jakkerende speed boten. Op 11 juni vertrekken we naar Vänersborg, Louis en Joke blijven nog even liggen om lekker te kunnen zwemen, ze willen ook nog een keer een eindje verder voor anker. Wij willen liever gelijk doorvaren om zo aan de overkant van het meer bij Vänersborg uit te komen.
Dit willen we vooral omdat de weerberichten voor de volgende dag veel wind en ook nog uit de verkeerde richting voorspellen. Ik denk dan weer even aan het verhaal van die Nederlanders die vertelden dat het hier met wat wind, behoorlijk tekeer kan gaan. Dat willen we liever niet meemaken, dus liggen we die avond al in Vänersborg.
- 73 Onderweg varen we wel weer bijna alles met de motor, want er is weer eens geen wind, we laten wel de grote genua er op staan, niet voor het snelle varen maar vooral om wat schaduw te creëren want het is tegen de dertig graden zelfs midden op dit grote meer. We vragen ons af waarom we ook weer naar het noorden wilden varen, wij dachten dat scandinavie een gematigder klimaat had, met niet van die hete zomers maar het begint er op te lijken, dat het hier heter is dan thuis. Het is in de boot niet meer koeler te krijgen dan 29 graden en de nachtrust begint er onder te lijden. Gelukkig kunnen we de luiken goed blinderen want het wordt s’nachts bijna niet meer donker.
Vänersborg is een leuk stadje met een prima haven. s’Avonds gaan we lekker uit eten in de stad. Er is een prachtig strandje waar we heerlijk kunnen zwemmen, we sturen daarom een sms naar Joke en Louis, dat het hier prima zwemmen is, dus voor de kinderen misschien wel leuk. Even later sturen ze een sms terug, met het bericht, dat ze de volgende dag hierheen komen. Dit valt echter niet mee want het voorspelde weerbericht is uitgekomen en de wind is flink toegenomen en daarmee ook de golven. Het wordt een ruige tocht voor hun.
- 74 Wij hebben er geen spijt van dat we een dag eerder zijn vertrokken, we hebben graag een nachtje havengeld over, om niet door zo’n bak met golven te hoeven hakken. Op 12 juli zoals gezegd, blijven liggen en laat in de middag komt de ‘Kick’ zoals de boot van Louis en Joke heet binnen. Op 13 juli vertrekken we om elf uur naar het Trolhattan kanaal, zoals dit laatste traject naar Gotenborg heet.
Dankzij de uitstekende kaarten en andere info van Louis waar we foto’s van hebben gemaakt, weten we nu dat we aan de goede, gladde kant van de sluis moeten gaan liggen, (één zijde van deze sluizen is uit ruwe rotsen gehouwen en daar lig je niet zo prettig tegenaan als het water zakt). Het water zakt in deze sluizen geen 3 meter meer, zoals in de voorgaande sluizen maar 7 meter en de lijnen moeten dus tijdens het zakken steeds worden overgepakt en op een ander punt worden vastgemaakt. Hugien ziet hier erg tegenop maar in de praktijk valt het gelukkig erg mee. Het moet wel gezegd, dat het er rustiger aan toe gaat dan in het götakanaal, omdat hier het water via een buizen systeem gaat en niet door kleppen in de deur naar binnen komt denderen, waardoor er geen kolkende massa met water in de sluis ontstaat en de boot dus rustig op zijn plek blijft liggen.
- 75 Uiteindelijk leggen we die dag om 13:00 uur aan in Spikon, waar we net op tijd zijn om de waterval in werking te zien. Er is daar een waterkracht centrale gebouwd waar vroeger een waterval was maar het is zo in elkaar gezet, dat er door het openen van een aantal enorme kleppen, de waterval weer in werking kan worden gezet en dat doet men in het toeristen seizoen dan ook twee maal per week en toevallig gebeurd dit op de woensdag dat wij er zijn.
Het is een geweldig spektakel dat we niet graag zouden willen missen. Het duurt maar een paar minuten maar wel met een onvoorstelbaar geweld. Tevens hebben we in Spikon weer een wifi internet verbinding zodat we weer bijna gratis met iedereen kunnen bellen. Op 14 juli varen we van Spikon in een keer door naar Gotenborg, onderweg gaan we nog door een driedubbele trapsluis, zodat we dus 21 meter zakken in totaal. Bijzonder is dat in de middelste sluis, de tegemoetvarende boten elkaar moeten passeren, de ene helft van de boten gaat omhoog het kanaal op en de andere omlaag, dit is wel heel vreemd en het veroorzaakt een enorme chaos van door elkaar varende boten binnen de sluisdeuren.
- 76 Het zorgt er wel voor, dat de wachttijden voor de sluis niet te lang zijn. Na het passeren van een spoorbrug even voor Gotenborg waar we een half uur moeten wachten, liggen we om een uur of acht s’avonds bij de haven van Lilabommen, dat is de haven in het centrum van Gotenborg en die is heel erg druk en geliefd.
Ik zeg ook ‘bij’ de haven, want we kunnen er niet in omdat deze stampvol ligt, we mogen dan ook blij zijn dat we aan de buitenrand een plek hebben. Dit is echter verre van ideaal want elke 10 minuten passeert er hier een ferrieboot met enorme golven, die het er niet prettiger op maken. Even later komt er jongeman langs, die ons in keurig engels uitlegd dat hij de havenmeester is en of we maar even 160 kronen willen neertellen, voor deze waardeloze plek zonder electra of water aansluiting. Ik maak hem duidelijk dat we hier nu niet echt geweldig liggen en dat met de ongemakken van de golven, er toch wel een korting op zijn plaats is. Hij kan zich hierin wel vinden en als we morgen ook blijven, wil hij over zijn hart strijken en als we het niet verder vertellen hoeven we maar 60 kronen te betalen en kunnen we wel de douches en toilettes gebruiken, dat klinkt redelijk (dit is ongeveer 6 euro ipv 16). Het wordt een bijzonder onrustige
- 77 nacht en niet alleen vanwege de golven, (die zijn er minder frequent tijdens de nacht) maar vanwege een enorme trimaran die voor ons ligt en die om 03:00 uur zijn muziek installatie gaat testen. Die kan heel erg hard blijkt. Dit duurt tot minimaal 04:00 uur en we zijn het behoorlijk zat, ze trekken zich weinig aan van de boze woorden die wij naar deze zatlappen roepen. Als ik de volgende ochtend van de eerste golven van de ferryboten toch niet meer kan slapen, besluit ik om 07:00 uur in de haven te gaan kijken of er al iemand weg is. Er gaat inderdaad al af en toe iemand weg.
Een boot die weg wil, is er wel een uur mee bezig, omdat hij volledig ligt ingemetseld tussen andere boten met lijnen naar alle kanten, nadat de halve haven is wakkergemaakt, lukt het uiteindelijk om weg te komen maar de plek wordt al direct door een andere boot ingenomen. Het lijkt me toch al niet handig om op zo’n lastige plek te gaan liggen dus maar even afwachten of er meer vertrekken. Helaas zijn het er niet veel en als er weer een weg gaat, wil ik naar de boot lopen om los te gaan maken als de plek ook weer gelijk ingenomen wordt door een andere in de haven dubbel geparkeerde boot. Bovendien komen er verderop de rivier al een paar nieuwe boten richting de haven varen. We beginnen ons nu toch zorgen te maken of we vandaag wel een plekje in deze haven kunnen veroveren en we besluiten om
- 78 gewoon naar binnen te varen en net zolang rondjes te varen in de haven, tot er iemand vertrekt en dan nemen we gelijk die plek in. Het plan werkt, na een paar minuten wenkt iemand naar ons en maakt ons duidelijk dat ze weg gaan en dat wij de plek in kunnen nemen.
Het wordt nog wel even een pokerface ophouden naar een ander later binnen gevaren Noors motorbootje, die deze plek ook wel wil hebben maar ik vaar hem tacktisch in zo’n positie, dat hij er met geen mogelijkheid tussen kan en dat blijkt ook nodig, want men is hier hondsbrutaal. Uiteindelijk hebben we hier een prima plek en we besluiten om hier dan ook maar een dagje extra te blijven liggen en we sturen meteen een sms naar de ‘Kick’ met daarin een beschrijving van de situatie hier zodat ze er vast rekening mee kunnen houden. Het weer begint nu wel wat minder mooi te worden en het gaat steeds meer en vaker regenen. We gaan de stad verkennen maar er is weinig aan zo in de regen. We vinden de stad ook niet echt mooi, althans niet vergelijkbaar met bijvoorbeeld Stockholm. Wel kun je hier prima winkelen en dat doen we dan ook, we gaan dan ook gelijk over ons budget heen, dus dat wordt weer bezuinigen straks. Wat we wel bijzonder vinden is het gemeentehuis waar we bij toeval langs komen, als we er binnen even gaan schuilen voor de regen, zien we dat we
- 79 op een soort vide staan en dat er beneden ons een hele grote vloer is waar we op kijken, met een plattegrond van Gotenborg, die op het linolium is afgedrukt. We bezoeken ook de botanische tuin, die is wel mooi, het is gelukkig ook even gestopt met regenen en er is soms zelfs even een mager zonnetje.
Terug bij de haven blijken Louis en Joke te zijn aangekomen, ze hebben een box, vlak bij die van ons veroverd, een knappe prestatie. Na weer wat bijpraten, ervaringen en foto’s uitwisselen besluiten wij de volgende dag verder te varen, terwijl zij nog een dagje blijven liggen. Omdat we de volgende dag toch weg gaan, besluiten we om die laatste dag (het is toch al in de middag), dat we het wel zonder electriciteit af kunnen. Ik reken af voor die aankomende nacht zonder electra, dat scheelt 400 kronen want we moeten na al dat winkelen op de kleintjes gaan passen. Onmiddelijk nadat ik de stekker eruit trek, komt er een Noor uit zijn Megamotorjacht stormen met een lang snoer en hij pikt onmiddelijk deze aansluiting in. Dit is de tweede aansluiting die hij in gebruik heeft en even later komt er water uit zijn boot dat waarschijnlijk afkomstig is van de wasmachine aan boord.
- 80 Telkens als er iemand weg gaat belt de Noor zijn vrindjes om te regelen dat er nog zo’n Megajacht bij komt en het wordt er niet gezelliger op. Dit soort mensen zorgt er voor dat iemand die alleen zijn accu moet laden voor een nacht stroom 4 euro moet neertellen terwijl deze Aso Noor voor dat zelfde bedrag twee aansluitingen in gebruik heeft en waarschijnlijk met die 4 euro niet voldoende betaalt om de daadwerkelijke kosten te dekken.
Op 17 juli vertrekken we uiteindelijk om een uur of elf uit de haven van Gotenborg en de Noor regelt gelijk, een opvolger voor onze ligplaats, we zijn blij dat we weggaan en onze Noorse ‘vriend’ waarschijnlijk ook. We varen naar het eiland Donso dat voor de kust van Gotenborg ligt en hoort tot een van de de scheereilanden van de Zweedse westkust. We besluiten om het eiland per fiets te gaan verkennen, het weer is goed en de zon schijnt, alleen begint het in de loop van de dag wat harder te waaien en dat is vervelend, immers met fietsen heb je de wind bijna altijd tegen, net als met zeilen trouwens, althans zo lijkt het. Het leuke van dit eiland is, dat het via een brug verbonden is met een tweede eiland ‘Styro’ genaamd. En we besluiten dan ook naar dat andere eiland te fietsen, het gras is immers altijd groener aan de ander kant, of op een ander eiland. Het is inderdaad een mooi eiland en wordt gebruikt als
- 81 vakantie paradijsje voor de mensen aan de westkust die hier veel van de vakantiehuisjes bezitten of huren. Het bijzondere van de eilanden is, dat er blijkbaar geen auto’s mogen rijden, of alleen met een vergunning want we zien er zeer weinig, hoewel er wel een weg is.
Wat je hier veel ziet, zijn een soort bakbromfietsen, overal zie je die dingen rijden soms beladen met huisraad en soms met passagiers in de bak. Op 18 juli om tien uur vertrekken we uit Donso met als bestemming Varberg zo’n 38 mijl verderop waarbij we zo’n driekwart van de reis kunnen zeilen met windkracht drie en de rest op de motor, zoals gewoonlijk. Men zegt ook wel dat er drie soorten wind zijn; te veel wind, te weinig wind en wind tegen. Dat dit klopt wordt de volgende dag weer bewezen want de komende twee dagen liggen we verwaaid in Varberg wegens regen en harde wind. We liggen langs de kade en krijgen twee Deense boten naast ons, die ons behoorlijk tegen de kant aan drukken. Natuurlijk wordt er ook lekker gestampt over het dek, door mensen die over onze boot naar de wal willen. Tot overmaat van ramp laat een groot duur zeiljacht dat voor ons ligt, urenlang zijn motor draaien en we komen er achter dat de eigenaren niet eens aan boord zijn.
- 82 Wanneer ze eindelijk terug aan boord komen, bedank ik ze vriendelijk voor de overlast, met de mededeling dat als ze zich afvragen waarom ze zoveel dieselolie missen, dan is dat waarschijnlijk omdat ze de motor hebben vergeten uit te doen bij het weggaan. De man reageerde doodleuk, dat hij problemen had met de acculader ofzo. Ik ben er maar niet verder op doorgegaan. Gelukkig zijn er ook leuke ervaringen, zo komen we aan de praat met één van de twee Denen naast ons, hij geeft ons leuke tips waar we in Denemarken nog heen kunnen en hij is ook goed bekend met de Zweedse westkust en geeft ook daarvoor een paar goede tips.
Hij vertelt zelfs, dat er havens zijn waar je wifi internet kunt gebruiken. En ik maar denken, dat ik de enige ben die dit gebruikt. Hij werkt ook in de IT, bij een bedrijf in Kopenhagen, hij weet alles over wifi verbindingen. Wanneer ik hem vertel dat we nog een detailkaart missen van een stuk van de Zweedse kust komt hij evenlater met een overjarige zeekaart en schenkt die aan ons. Hij geeft ons ook de tip, dat wanneer we naar Kopenhagen gaan, dat we dan het beste in de haven ‘Lunytten’ kunnen gaan liggen (aan de buitenrand van Kopenhagen). Dit is tevens zijn thuishaven en is heel
- 83 goedkoop. Deze tip hadden we trouwens al eerder gehoord van iemand in Møn. De andere Deen die naast ons ligt vraagt of hij een van onze vouwfietsjes mag lenen, dat vinden wij geen probleem. Wanneer hij terugkomt na een uurtje ofzo, is hij niet blij dat we hem de fiets hebben meegegeven, want de zaak waar hij naartoe moest, was verder dan hij dacht en hij had de afstand een beetje onderschat, hij is bijna doodgebleven onderweg vertelt hij. Wanneer we hem vertellen dat we naar Kopenhagen willen en dan in ‘Luynetten’ willen gaan liggen, verklaart hij ons voor gek.
Als je naar kopenhagen gaat vaar je gewoon het centrum in en leg je de boot op de eerste vrije plek die je vindt en dan lig je waarschijnlijk gratis ook, want aan wie moet je dan betalen, de haven is zo groot en er zijn zoveel apparte havens met eigen havenmeesters, je ligt er hooguit wat onrustig tussen al die grote schepen. Nu weten we het ook niet meer, we zien het wel als we er zijn. Op 21 juli nadat we dus drie dagen in Varberg verwaaid hebben gelegen worden we om zes uur gewekt door onze Deense buren, die vertrekken naar Bälstad, 45 mijl verderop. Wij besluiten om die dag maar naar Halmstad te gaan, We varen om 07:30 uur naar buiten. Er staat weinig wind en er lopen nog vrij hoge golven van de afgelopen dagen, dus het schiet niet op en is alles behalve comfortabel. Later die dag zal de wind de goede kant op draaien en toenemen, dus we
- 84 besluiten onderweg om naar Falkberg te varen om daar te wachten tot de wind draait, om dan later op de dag alsnog verder te varen. De wind draait niet en er komt heel veel regen, de haven heeft een leuk dorpje op fietsafstand en het haven geld is maar 100 kronen (Eur 10) dus we besluiten te blijven liggen tot de volgende dag.
Op 22 juli vertrekken we om 10 uur met als bestemming Halmstad. Onderweg krijgen we een sms van de Kick, waarin we worden uitgenodigd op de verjaardag van Louis, we spreken af in Halmstad want het blijkt dat ze niet zo ver achter ons zitten. We komen om 15:00 uur aan en regelen gelijk een box voor Louis, die om ongeveer 18:00 uur binnen komt varen. Dit gaat echter niet helemaal vlekkeloos en levert een kleine schade op aan de voorpunt van de kick. Het stroomt in de haven en er moet een smalle box worden ingevaren, terwijl de boot zijwaards wordt verzet door de stroom. Je moet er dus met een flinke snelheid invaren maar dat betekent ook, op tijd afremmen en daar gaat het mis. Het gaat iets te hard en hij klapt op de de stijger, ondanks pogingen van ons om de boot af te houden. Niet leuk op je verjaardag maar de schade valt gelukkig mee. De verjaardag wordt gevierd en het wordt een gezellige
- 85 avond. Gelukkig wordt het weer ook wat beter en we krijgen er die middag een zonnetje bij. Op 23 juli blijven we liggen in Halmstad. Ik installeer bij Louis en Joke, skype op de laptop, zodat ze nu ook bijna gratis over internet kunnen bellen. Het werkt prima en we hebben bij hun aan boord ook draadloos internet (wij trouwens net niet dus dat is balen). Gelukkig kunnen wij bij hun aan boord even naar huis bellen.
Ondertussen zien we een paar boten vertrekken uit de haven, die we dan een paar uur later weer terug zien komen. Het is dus een goede beslissing om vandaag te blijven liggen want er staat weer een behoorlijke wind uit de verkeerde richting en er lopen flinke golven buitenop. Naast ons ligt een motorbootje van een Zweed die me even aanspreekt, want volgens hem, gebruik ik zijn stroom, (het is zijn vaste ligplaats). Ik vertel hem dat de havenmeester ons deze stroomaansluiting heeft aangewezen en we betalen ervoor, dus is het ook onze stroom. Hij doet er verder niet moeilijk over en biedt me een biertje aan, die hij vervolgens in het water laat vallen. Sorry, zegt hij ietwat aangeschoten maar in perfect Engels en hij probeert zijn foutje te markeren met de opmerking, dat dit in Zweden traditie is en maakt aanstalten om een nieuw blikje te pakken.
- 86 Het originele blikje drijft echter gewoon naast de boot en wanneer ik me over de railing buig, lukt het me om het biertje uit het water te redden, het smaakt nog prima. We raken aan de praat en ik bied hem ook een pilsje aan en vraag hem hoe het komt, dat hij zo accentloos Engels spreekt. Hij vertelt dat hij als kind een paar jaar in de UK is geweest en daar komt nog bij dat hij ook leraar Engelse is, op een school hier in de buurt. Dat verklaart een hoop.
Hij vraagt ons vervolgens of we zin hebben om met hem en zijn aanstaande bruid Diane, (een romeense schone die binnen in de boot zit), mee te gaan naar de dierentuin en daarna naar ‘the place to be’ zoals hij het zegt, dat is volgens hem de strandtent zo’n 20 km verderop, waar een concert wordt gegeven. Vervolgens gaan we dan naar de pianobar die er vlak naast zit om daar dan te gaan dineren. Het klinkt wel aardig maar ook duur dus ik vertel hem dat we maar een klein budget hebben en dat dit soort dure uitjes voor ons niet zijn weggelegd. No problem, zegt hij, ik betaal de taxi naar de strandtent en dan rijden jullie gewoon mee, het maakt toch niet uit of er twee of vier mensen in de taxi
- 87 zitten dus ik trakteer. Nou dat klinkt goed dus we besluiten om mee te gaan op dit avontuur. Ik vertel hem dat we nog wel even de havenmeester moeten zoeken want we moeten nog betalen voor de komende nacht. Ik vind de havenmeester en reken af.
Erik, zo heet onze zweedse buurman, is even weg volgens zijn aanstaande maar hij zou zo terug zijn. Het duurt even wat langer maar hij komt vol trots terug met in zijn hand een strookje dat je voor de overnachting op de boot moet doen als bewijs dat het havengeld betaald is. Doe die maar op je boot zegt hij. Nou dat is even balen want we hebben net betaald. Hoe kom je daar nou weer aan vraag ik hem, nou gewoon goede connecties, plus dat ik de sleutel heb van het havenkantoor, dus dat is ook altijd makkelijk. We vertrekken naar de dierentuin die vlak bij de haven zit.Deze is trouwens niet goedkoop en Eric is ineens zijn portomonee kwijt bij de ingang dus hij moet even terug naar de boot. Na de dierentuin gaan we zoals gezegd met de taxi naar de strandtent. Heb je een zwembroek meegenomen, vraagt Eric. Hoezo, vraag ik hem. Nou het is wel traditie om bij de strandtent even een duik in de zee aldaar te
- 88 nemen, hij laat trots zijn zwembroek zien maar zijn aanstaande bruid heeft weinig zin om te zwemmen. Wij hebben er ook niet zo’n trek in want het is niet echt warm en er staat een flinke wind. Na een telefoontje van Eric rijdt de taxi voor en we stappen in. Na een voor ons gevoel lange rit, komen we eindelijk aan en Eric zit weer driftig in zijn zakken te zoeken naar zijn geld en hij krijgt wat woorden met zijn aanstaande, in het Zweeds, dus we weten niet wat er precies aan de hand is maar ik geloof dat het de bedoeling is dat zij moet betalen, uiteindelijk vindt hij toch wat geld om de taxi te betalen het is alleen wat duurder dan hij had verwacht geloof ik.
Het is een groot feest bij de strandtent. Er speelt een band op een podium, we besluiten om een biertje te trakteren. Het ziet er allemaal heel gezellig uit. Na een kwartiertje echter blijkt het feest voorbij want het duurt maar tot 18:00 uur. Eric vindt het tijd om te gaan zwemmen en hij duikt ergens de bosjes in, om er met zijn zwembroek aan, weer uit te komen en vervolgens duikt hij vol vuur de zee in, terwijl er met vlaggen gewaarschuwd wordt voor sterke stroming door de harde wind. Na een kwartiertje heeft hij het wel gezien, hij geeft toe dat het best wel hard stroomde, hij moest flink doorzwemmen om terug te komen. We gaan naar het hotel met de pianobar, hij verdwijnt daar de toiletruimte in om zich
- 89 weer om te kleden en vervolgens gaan we de pianobar binnen om te gaan eten. Het enige probleem is, dat de tent nog leeg is en er kan pas vanaf 20:00 uur worden gegeten en het is nu 18:30.
We besluiten om geen anderhalf uur te wachten en gaan terug. Eric vraagt of we er bezwaar tegen hebben als we met de bus gaan want de taxi is wel wat duur. Hij betaalt keurig alle buskaartjes via een of andere speciale kaart. En in de stromende regen komen we weer aan in Halmstad. Erik en Diane zijn er al een halte eerder uitgestapt want ze wonen daar en hebben geen zin meer in de boot met dit weer en ik geloof dat Diane het ook tijd vond dat Erik zijn roes eens ging uitslapen. Via de ene naar de andere schuilplaats onder afdakjes van winkels en andere objecten rennen we weer naar de boot terug maar we worden toch nog behoorlijk nat want het blijft maar regenen en we hebben geen paraplu meegenomen. De rest van de avond hebben we maar aan boord doorgebracht. Op 24 juli vertrekken we om tien uur uit halmstad samen met de ‘Kick’ van Louis en Joke naar Torekov, eigenlijk willen we verder maar aangezien de wind nog steeds behoorlijk hard is en de golven flink worden opgestuwd is het niet bepaald comfortabel varen en we krijgen ook nog eens pech met
- 90 het grootzeil waarvan er twee leuvers losbreken, (deze leuvers zorgen ervoor dat het grootzeil aan de mast bevestigd blijft) en met twee reven in het zeil kunnen we weer zeilen, alleen maken we niet genoeg snelheid meer dus de motor moet erbij. De pech wordt wel weer een beetje goed gemaakt door de bruinvissen die we tot een paar maal toe zien onderweg. Om 13:00 uur komen we al in Torekov aan, waar het overigens behoorlijk vol ligt.
Louis vindt een plek aan een steiger ver van het stadscentrum en moet daar aan de achterkant een anker uitbrengen. We leggen tijdelijk aan, op een plaats waar een veerboot hoort te liggen, voor even moet dit wel kunnen vinden we. Het plan is om te wachten tot Louis klaar is en dan naast de ‘Kick’ afmeren maar als we net vast liggen gaat er plots een boot weg uit de haven die een prachtige plek direct in het centrum van het stadje voor ons vrij laat komen en we bedenken ons dan ook geen seconde en nemen direct deze mooie plek in.
- 91 We liggen vlak voor de vis winkel, waar de verse vis verkocht wordt, waar dit vissersstadje bekend om staat. We gebruiken dan ook direct allerlei vis lekkernijen voor lunch. Natuurlijk halen we ook hier een lekker ijsje en kijken we wat rond in dit gezellige toeristen stadje. Aan het eind van de middag wordt er nog een demonstratie afmeren gegeven.
De man voor ons is het beu dat er twee boten naast hem liggen, die groter zijn dan die van hem en hij heeft na lang ergeren plots besloten om weg te gaan naar een andere haven. De boten naast hem besluiten om aan elkaar vast te blijven liggen en zo met twee boten tegelijk weg te varen naar het midden van de haven zodat de binnen liggende boot er tussen uit kan. Dit is bij windstil weer al een linke operatie maar bij de huidige wind is het vragen om problemen en het levert dus ook een paar flinke krassen op bij de boot die ertussen uit wil maar hij laat zich niet kennen en vaart gewoon weg zonder over de schade te zeuren. Niet echt slim van deze arme gefrustreerde man maar het levert wel een mooie show op. De volgende ochtend kunnen we gelukkig al vroeg terecht bij de enige watersportwinkel die deze stad rijk is, tot onze verbazing hebben ze de juiste leuvers, zodat we weer onder voltuig kunnen varen.
- 92 Nog snel even broodjes halen en dan weer vertrekken. Als ik bij de bakker kom sta ik verbaast te kijken naar iemand voor me, die met alleen een ochtendjas aan broodjes staat te bestellen, zou hij aan het slaapwandelen zijn, denk ik bij mezelf maar even later begin ik te denken dat er met mij iets mis is, want al gauw staan er nog een paar van die badjassen om me heen in deze winkel.
Ik ben de enige zonder badjas en ik voel me een beetje ongemakkelijk, op straat loopt iedereen hier ook al in een badjas en een paar badslippertjes rond. Ik vermoed dat er een kuurhotel naast de bakker zit. Wel grappig om te zien. Op 25 juli vertrekken we om tien uur naar Helsingborg waar we om een uur of drie in de middag aankomen. We varen samen met de ‘Kick’ op en we maken nog wat foto’s van elkaars boten. De wind laat deze keer verstek gaan en er is regen en mist, de wind die er nog is staat pal tegen, dus het wordt weer eens met de motor varen. We kunnen in deze grote haven prima naast elkaar liggen alleen is het geen comfortabele plek, we worden flink door elkaar geschut bij elke golf die de haven inloopt en we hebben ook geen geweldige internet verbinding (deze haven heeft een gratis internet wifi verbinding). Ik ga bij de havenmeester
- 93 vragen of er ook gewone boxen zijn (we liggen nu aan de kant en een mooring).
De havenmeester vertelt dat we zelf maar moeten kijken of er een boordje groen is in de haven want dan is die box vrij. Ik heb heel wat boxen gecheckt maar alles is rood. We gaan dus maar de stad bekijken en die blijkt de moeite waard. De volgende ochtend zijn we het goed zat, we hebben slecht geslapen op deze onrustige plek, ik maak weer een rondje om de haven, plots zie ik dat er twee boxen vrij zijn, die vlak bij elkaar liggen. Ik draai dus snel even de bordjes op rood, voordat iemand anders ze kan inpikken. Ik ga zo snel mogelijk terug naar de boot om het goede nieuws over te brengen aan Hugien en onze buren. We gooien direct de boten los en varen snel onze nieuwe boxen in. We kunnen op deze plek ook prima internetten en weer eens goedkoop naar huis bellen. We besluiten om vandaag de veerpont te nemen naar Helsinger. Dit ligt in Denemarken recht tegenover Helsingborg op maar vier kilometer afstand.
- 94 Het is een drukte van jewelste op de veerboot, de Zweden halen in Denemarken, met steekwagens pallets vol met bier, terwijl de Denen in Zweden allerlei goedkope winkels met bijvoorbeeld kleding bezoeken.
Grenscontrole is er nauwelijks en een passport hoeven we nergens te laten zien. In Helsinger bezoeken we weer een mooi slot, het ‘kronborgslot’ waar van binnen allerlei kunstschatten zijn te zien, zoals prachtige wandkleden en enorme schilderijen. Aan het eind van de middag gaan we in een gezellig restaurantje wat eten, daarna nemen we weer de veerboot terug. Op deze manier hoeven we niet met onze eigen boot over te varen en dat scheelt ons wat tijd, bovendien zijn de havens in Zweden goedkoper en kost de veerboot niet zo veel. Op 27 juli gaan we in de ochtend eerst nog even een fietstocht maken naar een prachtig slot, (het Sofie Slot) een paar kilomter van Helsingborg. Het is nog een behoorlijk stuk fietsen met bovendien nog eens flinke heuvels.
- 95 We stoppen af en toe even om uit te rusten en maken dan gelijk gebruik van de gelegenheid om onze buikjes te vullen met overheerlijke frambozen, die hier langs de kant van de weg groeien. Bij het slot, waarin de Zweedse koningklijke familie nog heeft gewoond, is een prachtige tuin, vanuit deze tuin kijk je naar het andere slot, (dat we gisteren bezocht hebben) aan de overkant van het water in het Deense Helsinger.
Om een uur of twee in de middag wordt het hoog tijd om te vertrekken, want Hugien moet en zal naar Rungsted. Dit plaatsje ligt een paar uur varen verderop, aan de kust van Denemarken. Hugien wil daarheen omdat de schrijfster Karen Blixen daar heeft gewoond, zij is onder andere bekend van het boek en de film ‘out of Africa’. Hiermee laten we Zweden voorgoed achter ons en gaat onze reis verder via de Deense kusten. We bezoeken het museum en tevens oude huis van Karen Blixen. We liggen ook hier weer naast de Kick, zij blijven hier een aantal dagen liggen want de ouders van Joke komen hier op bezoek en blijven een paar dagen om gezamelijk vakantie te vieren en van de kleinkinderen te genieten.
- 96 Haar ouders nemen ook weer wat voorraden uit Nederland mee en ze zijn zo vriendelijk geweest om voor mij een pak hagelslag mee te nemen, (want onze voorraad hagelslag slinkt zienderogen).
Op 28 Juli vertrekken wij om 15:00 uur in de middag. Slechts een paar uur later, meren we aan in de Deense haven ‘Lunytten’. We durven het niet aan om de grote haven van Kopenhagen in te varen en we hebben besloten om eerst deze haven te proberen. Als het ons niet bevalt, kunnen we altijd nog omvaren naar één van de havens in het centrum. Met de fiets maken we die avond nog een tochtje naar het centrum van Kopenhagen en we komen pas terug als het al donker is want het is reuze gezellig in het centrum, vooral in het bekende havenstraatje ‘Nyehaven’ met de alom bekende gekleurde huisjes. Alle terrasjes zitten daar vol met mensen en overal spelen bandjes en de sfeer is bijzonder goed. Ook in Kopenhagen verkopen ze heerlijk ijs, deze keer met vers gebakken hoorntjes en het smaakt verukkelijk.
- 97 Enige echte nadeel van de goedkope haven ‘Lunytten’ is dat ze er vlak naast aan het bouwen zijn, er worden constant hei werkzaamheden uitgevoerd, ook s’nachts en dat is behoorlijk vervelend. Ondanks dat besluiten we te blijven. We zijn immers toch het grootste deel van de tijd in het centrum van de stad en daar hebben we er geen last van.
Op 29 juli gaan we weer op het fietsje de stad in, s’ochtends is het mooi weer maar later op de dag ontstaan er regenbuien. We gaan op zoek naar het zeemeerminnetje waar kopenhagen bekend om staat maar wij kunnen haar niet vinden. Wel vinden we heel veel andere mooie kunstwerken in de buurt maar de meermin is zoek. We vragen het na bij een vvv waar we toevallig langsfietsen en het blijkt dat we er al een paar keer langs zijn gefietst maar door een paar bosjes, die tussen ons en het water met daarin de meermin staan, konden we haar telkens niet zien. Nu we haar eindelijk gevonden hebben, kunnen we haar nog niet goed zien, vanwege de vele mensen die er omheen staan. Na een foto van de meermin, fietsen we naar de andere kant van de stad. We gaan naar een mooie kasteeltuin maar als we daar aankomen regent het
- 98 zo hard, dat het er allemaal niet zo leuk meer uitziet en we gaan daarom schuilen onder een afdakje bij de ingang van het kasteel dat erbij hoort.
Dit kasteel het ‘rosenborg kasteel’ kan ook worden bezichtigd maar het is vrij duur en we vinden dat we wel genoeg kastelen gezien hebben onderweg. We gaan dus alleen maar even schuilen en dan weer verder. Het gaat echter steeds harder regenen en aangezien we hier toch maar onze tijd staan te verdoen, besluiten we om toch, de voor ons dure kaartjes te kopen en het kasteel te bezichtigen. Hiervan krijgen we geen spijt, dit kasteel is niet te vergelijken met enig ander kasteel dat we eerder hebben gezien, je weet werkelijk niet waar je moet kijken, je ziet telkens weer nieuwe dingen. We kunnen iedereen aanraden om dit kasteel te bezoeken, er is een enorme hoeveelheid kunst te zien, die overal vandaan is gesleept, te veel om te bevatten en foto’s maken heeft al helemaal geen zin, want je weet niet waar je moet beginnen. Nadat we dit kasteel helemaal hebben gezien, voor zover mogelijk, (inclusief de schatkamer in de kelder) besluiten we weer naar de havenstraat met de gezellige restaurantjes te gaan om daar ergens een lekker hapje te eten.
- 99 Als het begint te schemeren gaan we weer naar de boot om gelijk nog even snel de wasmachine bij het havenkantoor vol te gooien, want dat is hier nog betaalbaar.
Op 30 juli om 9:30 uur vertrekken we naar Rødvig met een oost tot zuidoosten windje 3, later toenemend naar 4. Het is een beetje onstabiel weer en het zou later die dag harder gaan waaien en het is een flinke plas waar het best wel kan gaan spoken, bovendien zou de wind gaan draaien en dan zouden wij aan de lagerwal zitten met hoge golven en dat willen we liever niet. Voorlopig waait het niet zo hard maar is het wel heel erg mistig en kunnen we voor het eerst dit jaar de radar eens nuttig gebruiken. De vaargeul is hier erg druk en omdat het op een bepaald moment een beetje onduidelijk beboeid is en we de boot op de stuurautomaat varen liggen we na even niet opletten blijkbaar op een koers richting midden van de vaargeul. Plots worden we opgeschrikt door een keiharde hoornstoot van een behoorlijk groot schip, ik vlieg naar binnen om op de radar te kijken maar zie niet direct iets heel dichtbij maar ik zie wel dat we een koers richting midden van de vaargeul varen en dat is niet bepaald verstandig met dit
- 100 zicht. Wellicht is de toeter toch voor ons bestemd en we wijzigen snel de koers zodat we weer parallel aan de vaargeul varen. Direct na de wijziging van de koers houd ik nauwkeurig de radar in de gaten want andere schepen verwachten deze koerswijziging misschien niet direct maar gelukkig gaat het goed. Een uur of wat later, trekt de mist op en gaat het harder waaien. Wij zitten nu midden op het grote stuk water, nu maar hopen dat de wind niet te hard door gaat zetten.
Gelukkig gaat het ook nu weer prima en het blijft ongeveer windkracht 4 uit de goede richting. Net als we om de hoek zijn en vlak bij Rødvig draait de wind naar de verkeerde hoek en begint toe te nemen. Gelukkig zijn we rond een uur of drie net op tijd binnen in dit leuke vissers dorpje. We hebben ook nog het geluk de laatste vrije box te in te kunnen pikken met de bijhorende electra dus wij zijn helemaal gelukkig. Het gaat steeds harder waaien en het had nu niet zo leuk meer geweest op het water dus we zijn weer door onze beschermengel(en) behoedt voor allerlei ellende. Door de mist onderweg hebben we wel de krijt rotsen van Stevens Klint gemist die schijnen wel bijzonder te zijn en minstens zo mooi als bij møn.
- 101 We besluiten om met de fietsen toch nog even naar de krijt rotsen te gaan kijken en ondanks de harde wind schijnt de zon er gelukkig wel en het is een prachtig plaatje. De volgende dag, Zondag 31 juli zijn de weersvoorspellingen niet geweldig, het zou eerst zonning worden en later onweer, regen en windstoten, dus ik wil zo snel mogelijk verder naar het beschutte water verderop.
Hugien staat er echter op, dat we eerst nog de omgeving gaan bekijken maar aangezien er voor de volgende dag harde wind is voorspeld en ik hier niet vast wil liggen de komende dagen, hebben we het na een kleine woordewisselingen op een compromis gegooit en gaan we tot 14:00 uur nog wat rond fietsen en daarna nog snel naar het eerstvolgende haventje, een paar uur varen verderop. Deze haven zal beschutting geven voor de komende harde wind. Wanneer we tijdens een kleine wandeling onderweg besluiten ergens langs de rotsen af te dalen naar het strand denk ik een snellere weg terug omhoog te hebben gevonden, ondanks een tegensputterende Hugien, vind ik toch dat we hierlangs omhoog moeten. Na veel klauteren en protesten van Hugien staan we bovenaan ineens oog in oog met een groepje mensen, die in hun (zo blijkt) achtertuin staan, die bij een prachtig landgoed hoort.
- 102 De vrouw van dit gezelschap, spreekt ons in keurig Engels aan en zegt dat het niet de bedoeling is om hier omhoog te klimmen, dit is privé grond. Ze vindt het ook wel een beetje te gek om ons terug naar beneden te sturen en na dat we onze verondschuldigingen aanbieden loodst ze ons door haar tuin terug naar de weg waar de fietsen staan.
Ze vertelt ons dat mensen die ze op visite heeft, net aan haar vroegen of er wel eens iemand achter in haar tuin omhoog kwam en zij antwoorde daarop dat dit zelden of nooit gebeurde. Ze had het nog niet gezegd of daar staan wij ineens, wat een toeval. Nadat we verder nog een kerkje aan de kust bezoeken en we wat kersen direct van de bomen plukken en opeten (en we dus blauwe handen en tongen hebben), wordt het tijd om snel terug te keren naar de boot voor dat het weer omslaat. Om ongeveer 14:00 uur vertrekken we uit Rødvig. Het lijkt allemaal goed te gaan en we varen met een windje 4 tot 5 en een zonnetje weg. Na een uurtje varen wordt de lucht steeds dreigender en we moeten straks door een heel ondiep geultje waar je constant de bodem onder de boot door ziet gaan. De diepte meter geeft onrustbarende getallen aan in het geultje maar dat komt waarschijnlijk door het wier, want we raken niets. Bovendien weten
- 103 we dat de Kick dit stuk al heeft gevaren op de heenweg en die steekt zeker 15 centimeter dieper dan wij dus het moet gaan. De lucht wordt steeds donkerder en het zicht slechter. Ik begin me toch wat zorgen te maken. Wat nu als het onweer losbreekt met windstoten, wij zitten hier op open water waar je alleen maar tussen twee slecht aangegeven boeitjes door het geultje kan varen.
Bovendien is er nog een probleem na dit geultje is er een klein meertje waar de beboeing helemaal een beetje onduidelijk is en ik begrijp niet helemaal hoe we daar veilig doorheen kunnen. Tot overmaat van ramp komen we juist midden op dit meer in een hevige onweersbui terecht waardoor we nog maar een paar meter zicht hebben en het hoost van de regen en overall knalt de bliksem om ons heen en het waait zeker windkracht 7. Gelukkig duurt deze situatie maar een kwartiertje en kunnen we uiteindelijk toch nog redelijk veilig over alle zand banken en grote keien naar de haven hier achter en dat is ‘Kalve Have’. De haven ligt redelijk vol, wat te verwachten valt, want het is al 18:00 uur maar er is toch nog een plekje vrij aan de kade, alleen is deze plek helemaal
- 104 onbereikbaar geworden door zeewier, wat hier tegen de kant aan is gewaaid. We durvden hier niet goed met de motor door heen want het ziet er vrij stevig uit bovendien weten we de diepte niet van deze plek. Een behulpzame duitser die er voor ligt afgemeerd, weet te vertellen dat het diep genoeg is, dus we wagen het erop. We varen richting het wier en net voor we er echt in raken zetten we de motor uit en doet de wind de rest.
We komen keurig midden in de prut te liggen. Probleem is nu wel, dat we er ooit ook weer uit moeten maar dat is van een latere zorg. Later die avond gaat het steeds harder waaien en regenen dus we blijven aan boord, temeer ook omdat we aan lagerwal liggen en je weet maar nooit of er nog iemand binnen komt varen en door een foutje schade aanbrengt. Om een uur of negen s’avonds horen we een hoop geschreeuw en herrie, als we naar buiten snellen is het leed al geschiedt. Het is een soort oude racer, die zonder dat ze de moeite hebben genomen om een fender (stoot kussen) uit tehangen, hun bootje naast die van ons parkeerd. Dit gaat gepaard met een harde klap en een, wonder boven wonder, kleine schade aan ons bootje.
- 105 De vrouw van de schipper biedt haar excusses aan maar ondanks dat ze met wel 6 man aan boord zitten, lukt het ze niet om de boot fatsoenlijk aan te meren. Uit eigen belang helpen we ze hierbij een handje. Ik maak even een praatje met de vrouw op de boot en ze vertelt dat ze Denen zijn en dat ze in het noodweer terecht waren gekomen precies op de plek waar wij er bang voor waren namelijk in de ondiepe geultjes midden in het open vlak met flink wind erop.
Ze zijn heel blij om binnen te zijn maar ze wilden eigenlijk verder want ze moeten nog een heel eind varen. Er staat geen naam op de boot en verzekerd zijn ze waarschijnlijk al helemaal niet, stoot willen hebben ze ook niet veel en de lijnen aan boord zijn van een vrachtschip. Ik zeg tegen Hugien, het lijkt wel de Kelly family maar ze hebben eigenlijk meer weg van de famillie flodder. Vervolgens gaat het de rest van de avond om beurten over ons dek heen en niet echt zachtzinnig. De volgende ochtend kom ik de man van het stel tegen, bij de toiletten, zonder broek. Hij loopt in zijn ondergoed rond, want zijn blijkbaar enige broek is nat geworden en hangt te drogen. Er hangen ook nog wat slaapspullen te drogen want blijkbaar is er heel wat water aan boord gekomen. Wij vragen ons af, waar iedereen moet slapen
- 106 aan boord, want zo groot is de ruimte niet. Na een onrustige nacht is de wind iets afgenomen maar er staat nog steeds een dikke windkracht 6. Later die ochtend besluiten onze buren om toch maar verder te gaan varen maar ze hebben volgens mij geen idee hoe ze hier weg moeten met die wind erop. Om nog meer schade aan ons bootje te voorkomen leg ik ze uit hoe ze het best weg kunnen varen, namelijk achteruit. Ze kijken me eerst verbaasd aan maar knikken instemmend, ja dat moet wel kunnen zonder het wier te raken dus na een zetje van ons varen ze keurig achteruit weg.
Normaal zou je dan midden in de haven de boot draaien en vooruit de haven uit varen maar tot ieders verbazing varen ze tot ver op het meer door in zijn achteruit. ‘Rare jongens die Denen’ maar we zijn al lang blij dat ze zonder schade te maken weg zijn. Als de ‘flodders’ eindelijk weg zijn durven we de boot voor even te verlaten en we gaan met de fiets wat rond kijken. Erg veel was er niet te zien. Wat ik wel bijzonder vond was een verkeers pleintje met in het midden alle tonnen van het kardinale stelsel. Met deze tonnen hebben we onderweg al zitten stoeien want dit zijn vier boeien een oost, een west, een zuid en een noord kardinaal. De richting wordt aangegeven met twee driehoeken die in vier kombinaties naar elkaar
- 107 of van elkaar af gericht zijn. Om hier een verkeersplein mee te versieren vind ik brilliant het is versiering en het geeft ook nog de rijrichting aan.
Als we terug bij de boot komen, vinden we dat de wind nu wel genoeg is afgenomen om te vertrekken en het zicht is ook redelijk. Bovendien is het maar een klein stukje varen, op beschut water met wind in de rug dus wat let ons. Het probleem met het wier heeft zichzelf bijna opgelost want de wind is gedraaid en al de rotzooi ligt nu bij de mensen die eerst de mooie plekken hadden. We kunnen nu zonder problemen wegvaren. Op deze eerste augustus vertrekken we om 16:00 uur weg uit ‘Kalvehave’ met de bestemming Vordingburg. Dit is een haven die we op de heen weg niet aan durfden te varen wegens de ondiepe geul er naartoe maar na onze ervaringen van de afgelopen dagen durven we het wel aan. Als we dichter bij Vordingburg komen raakt de dieptemeter behoorlijk in paniek maar ook nu blijkt het hoofdzakelijk wier te zijn, dat op de bodem groeit dus we raken de bodem niet. wanneer we de haven in varen is deze uiteraard helemaal vol en de plekken die niet vol liggen zijn niet diep genoeg. Net wanneer we de hoop opgeven om nog een plek te vinden, zien we een plekje langs een ponton vrij. Aan de andere zijde van dit ponton liggen een soort zeeverkeners, die ons, na even op ze te hebben ingepraat, helpen met
- 108 vast leggen. Dit is niet eenvoudig want de meerogen zijn van het ponton afgebroken en we moeten wat alternatieven bedenken maar het lukt en we liggen hier prima.
We hebben wel wat last van herrie die onze buur ‘padvinders’ veroorzaken maar na wat opmerkingen van de havenmeester houden ze zich rustig. De havenmeester heeft blijkbaar al eerder klachten over ze gehad want hij is niet blij met ze, dat merk ik als hij komt afrekenen. Ze willen ook afdingen op het havengeld maar de havenmeester gaat er niet op in. Wij gaan nog snel even de stad in en het is een leuk stadje, dat de moeite waard is. De volgende ochtend gingen we nog een keertje de stad in maar dan om inkopen te doen. Op 2 augustus vertrekken we om 12:00 uur uit Vordingburg met bestemming Verjo. Dit is een klein eilandje dat tussen Fyn, Lolland en Langeland in ligt en er omheen zijn talloze ondiepten. Er staat een flinke wind maar helaas uit de verkeerde richting dus we varen motorzeilend er naartoe. Uiteindelijk komen we rond een uur of vier in de middag op het eiland aan. De haven is tot onze verbazing bijna leeg maar het is pas vier uur dus de drukte zal nog wel komen.
- 109 Elektra aansluiting is er wel, al is het dan in de vorm van 1 aansluiting aan het begin van de steiger, die wordt vervolgens doorgelust naar het eind waar wij liggen (zo’n 50 meter verder). Echter er zijn nog niet zoveel boten dus er is een lang snoer nodig en bovendien staat niemand te springen om een stekkertje af te staan want de spanning wordt dan immers steeds lager.
Als we op het eiland gaan rondkijken zien we er een douche die er niet zo fris uitziet en ook nog duur is en verder zien we een bord waarop gevraagd wordt om het huisvuil weer mee naar de vaste wal te nemen. Op zich hebben we hier allemaal niet zo’n moeite mee en we lopen naar de enige boerderij op het eiland, waar men tevens de haven beheerd. Ze verkopen ook ijs en snacks. We vinden het best een leuk eiland en we zien ook nog wat herten in het wild rondlopen dus we vinden het er geweldig. We gaan naar binnen in de boerderij en vragen hoeveel het havengeld is. Welke haven liggen jullie vraagt de dame achter de bar, ik zeg hoezoe er is toch maar één haven. Nee, zegt ze de ene helft is 130 kronen en de andere helft van de haven 150, wij liggen in de 150 Kr haven en dat is dus meer dan Eur 22 voor een haven zonder enige faciliteiten. Ik vraag wat het verschil is tussen de havens, dat blijkt de diepte. Ik vertel haar dat we toch nog maar even gaan proberen of we in de andere haven passen want dat scheelt toch.
- 110 -
Als we weer op de boot zitten kijken we nog eens naar de andere helft van de haven, en we kijken elkaar nog eens aan en we besluiten om daar niet te gaan liggen. Om nou van de ene naar de andere haven te varen en dan nog steeds geen stroom water of vuilnisbak te hebben en dan een paar euro goedkoper uit te zijn is niet echt een optie vinden we. We kijken nog eens goed om ons heen en we begrijpen nu waarom het hier niet zo druk is. We besluiten om nog even een wandeling over het eiland te maken en vervolgens de lijnen los te maken om voor anker te gaan even voor het eiland waar er nog meer boten liggen. Zo gezegd zo gedaan en die avond liggen we heerlijk in de luwte van het eiland voor anker en we hebben het ineens reuze naar ons zin. Lekker de radio zo hard als we willen, schijt aan de buren want die hebben we immers niet. Gelukkig blijft het weer goed die nacht en we slapen heerlijk. Op 3 augustus, de verjaardag van Hugien moeten we vroeg op want we willen naar Bagenkop op Langeland en dat is toch wel 40 mijl varen. De bedoeling is dat we dan de dag erop direct naar Kiel kunnen varen, wat nog eens dertig mijl varen is. Om acht uur halen we het anker op en zetten we koers naar Bagenkop. Onderweg krijgen we een sms van de Kick waarin ze Hugien feliciteren en
- 111 vragen waar het feest is. Het blijkt dat zij in ‘Kalve have’ liggen en ze willen naar Spodsjberg. Wij overwegen om ook daarheen te gaan en dan daarna daarvandaan zo’n 50 mijl naar Kiel te varen.
Dit plan verandert als Louis ons tevens het weerbericht stuurt. Er wordt vanavond laat, storm verwacht en het blijft daarna een paar dagen hard waaien. Wij vinden het geen goed plan om op Langeland verwaaid te liggen en besluiten om vandaag maar in een keer door te gaan naar Kiel en dan daar de verjaardag te vieren. Louis stuurt een sms terug dat dit een verstandig plan is maar zij halen dat niet en komen dan een dag later naar Kiel. Dit houdt wel in dat we nu 70 mijl moeten varen ipv de 40 mijl maar we zijn het er beiden mee eens dat het de beste keuze is. Geen leuke verjaardag maar veiligheid voor alles en Langeland hebben we toch al gezien. Alles zit mee en rond een uur of zeven s’avons zijn we in ‘Kiel Holtenau’ bij de sluis waar we al eerder lagen en we besluiten op de wal lekker uit eten te gaan om de verjaardag van Hugien te vieren. Op 4 augustus varen we naar Dusternbrook, dat is maar een half uurtje varen maar dan liggen we dichter bij het centrum van Kiel. We sturen een SMS naar de Kick en we horen dat ze wegens de harde wind die ook nog
- 112 tegen is een zware trip hebben en dat het niet lukt om kiel in te varen ze kiezen voor het plaatsje ‘Strande’, het voor hun dichtsbijzijnde punt aan de duitse kust.
We besluiten om met de fietsjes Kiel in te gaan maar het weer werkt niet mee en er is veel regen maar gelukkig ook opklaringen. Kiel valt me eerlijk gezegd een beetje tegen er zijn weinig oude gebouwen of kunstwerken en dat is niet zo vreemd want het is hier in de tweede wereld oorlog met de grond gelijk gemaakt. In de haven hebben we draadloos internet, we moeten er alleen wel drie euro per uur voor betalen. We kopen een uur en halen de weerberichten op en bellen iedereen die we kunnen bereiken even op, zodat we ons geld er dik uithalen. Op 5 augustus horen we dat de Kick toch nog maar blijft liggen in ‘Strande’ omdat er feesten zijn en het is er ontzettend gezellig. We spreken af om het verjaarsfeestje van Hugien in Rendsburg te vieren. Dit is toevallig ook de plek waar ik Louis voor het eerst ontmoete op de heenweg. Om 10:30 varen we terug naar Holtenau waar de sluis van het NoordOostZeekanaal zich bevindt. Het is een enorme drukte van boten en het blijkt, dat wegens een defect aan de sluis er de hele dag nog geen boot doorheen is gegaan en om 11 uur zal de eerste schutting zijn.
- 113 -
Dat wordt dus dringen, het is niet te geloven maar alle boten passen er in het zijn er wel 50 denk ik. Het is ook dringen bij het kantoor op de sluis waar iedereen moet afrekenen. Ik vraag me af hoe ze bijhouden wie er betaald heeft, met zo’n drukte. Om drie uur s’middags komen we aan in Rendsburg, er is nog een mooie box vrij en daar zijn we heel blij mee. Tot onze verbazing liggen even later Tonnie en Ina naast ons, ook zij zijn weer op de terug weg met nog een hele groep nederlanders die ze onderweg hebben leren kennen. We gaan op de koffie en praten bij. We krijgen allebij al een paar dagen smsjes van de Seilskip2 van Oenze en Diet die al dankzij een weergat op Norderney liggen maar daar liggen ze nu ook vast wegens het slechte weer. De sfeer is goed in Rendsburg en het wordt iedere dag drukker. Steeds meer Nederlanders komen hier te liggen want de meeste mensen weten dat je toch niet verder komt dan Brunsbuttel want met meer dan windkracht 5 hoef je niet aan een oversteek op de Elbe te denken en Brunsbuttel ligt dus helemaal vol want het waait al dagen aaneen en de accomedatie daar is niet geweldig.
- 114 -
Tot ons genoegen kunnen we in de box waar we hier liggen ook nog eens draadloos internet ontvangen via een flat wat er in de buurt staat. Als andere schippers mij met een laptop op het achterdek zien zitten gaat het nieuws van het draadloos internetten snel rond en overal komen laptops tevoorschijn. Tot mijn grote genoegen lukt het niemand om verbinding te krijgen en alleen met mijn laptop achterop onze boot lukt het andere combinaties mislukken. De volgende dag komen ook Louis en Joke binnen met de Kick en er is nog een plek in een box en die avond vieren we zoals beloofd de verjaardag van Hugien nog eens opnieuw. We hebben elkaar weer heel wat te vertellen want er is genoeg gebeurt de afgelopen twee weken. Dankzij onze internet verbinding houden we het weerbericht nauwlettend in de gaten maar het ziet er nog niet goed uit dus we zijn verbannen tot deze plek. Nou ja het kan erger we zijn van alle gemakken voorzien, gezellige mensen en zelfs gratis internet dus het kan erger. Op 9 augustus liggen we vier dagen in Rendsburg en de havenmeester beloofd me net dat de vijfde dag gratis is, als Louis naar me komt voor het laatste weerbericht, hij weet te melden dat er een weergat aankomt dat we
- 115 kunnen gebruiken om hier weg te komen maar dan moeten we vanmiddag nog gaan varen.
Hier wordt ik niet blij van maar we willen toch wel graag samen met Louis de overtocht naar huis maken, dat lijkt ons wel zo veilig en bovendien heeft hij altijd de laatste weerberichten via gprs op zijn mobieltje. Dus om 13:00 vertrekken we naar Brunsbuttel. Vlak voor Brunsbuttel is een ankerplaats en die is gratis en rustig dus hier gaan we de nacht doorbrengen. We varen nog een tijdje op met een andere Kalik 33 maar dan zonder achterkajuit. Het zijn Duitsers en we bekijken elkaars boot en zwaaien. Later komen zij ook naast ons liggen bij de ankerplaats en we bezichtigen elkaars boot nu ook van binnen. De duitsers vertellen dat hun boot te koop is, nou die van ons ook vertel ik. Hij blijkt te gaan emigreren naar Nederland omdat hij daar werk kan krijgen en zijn vrouw wil niet op de Noordzee varen dus de boot moet weg. We drinken nog een paar wijntjes en gaan vroeg slapen, want morgen moeten we op tijd direct naar de sluis en dan met windkracht 4 de Elbe over naar Cuxhaven waar we dan net op tijd zijn voor het weer harder gaat waaien. De hele nacht is het bijna windstil en we vragen ons af of we niet beter die nacht hadden kunnen doorvaren.
- 116 -
Op 10 augustus om 5:45 vertrekken we naar de sluis, er is nog weinig wind. Eenmaal bij de sluis gaat het al harder waaien, Louis gaat zijn Grootzijl bijzetten op de Elbe. Wij vinden dat niet handig want het is praktisch wind tegen en dan remt het alleen maar. Eenmaal op de Elbe blijkt de windkracht 4 al bijna tot 5 opgelopen en de golven zijn al aanzienlijk. Ik begin al een beetje nerveus te worden, wat nu als het nog harder gaat waaien, de verhalen die de afgelopen week rondgingen over de golven op de Elbe waren bepaald niet vrolijk. Het lijkt allemaal mee te vallen en we zijn na een uurtje varen al bijna halverwege, dus dat gaat goed. Door de grote golven staan we soms behoorlijk op zijn kop en ondanks de stroom mee van wel vier mijl per uur komen we volgens het log soms maar aan twee knopen. Plotsling loopt het toeren tal van de motor terug om later weer normal te worden. Ik ben er niet gerust op, wat als de motor het hier begeeft, daar wil je echt niet aan denken, met al die grote schepen en hoge golven. Ik probeer er maar niet aan te denken, totdat plots de motor compleet stilvalt. De schrik slaat me om het hart, even raak ik in paniek om vervolgens direct Louis op te roepen via de marifoon.
- 117 -
Hij antwoordt niet direct en ik denk dat hij het niet ziet. Wat nu, ik bedenk met dat we in ieder geval uit de vaargeul moeten blijven dus ik laat het anker zakken. Het is hier een meter of tien dus met 20 meter houdt ik de boot wel even uit de geul en kunnen we verder kijken. Nadat het anker op de bodem van de Elbe ligt draait de boot precies verkeerd met de kont in de wind en dit is niet echt handig. Ondertussen blijkt, dat Louis onze oproep wel degelijk heeft gehoord en hij ligt al bijna naast ons. Ook hij ziet dat het anker geen goed idee is en schreeuwt, dat het anker omhoog moet. Dit had ik ook al bedacht, dus snel gaat het anker omhoog. De adrenaline die in mijn lijf is gepompt zorgt ervoor dat het zware anker, voor mijn gevoel bijna niets weegt en het is snel binnen. Louis schreeuwt, het grootzeil moet omhoog maar daar was ik al mee bezig. Maar hoe hijs je dat terwijl de boot met de kont in de wind draait en er niets te sturen valt. Ik hijs het zeil iets omhoog en hoop dat de boot hiermee een klein beetje snelheid gaat maken zodat we weer kunnen sturen, zodat het zeil daarna helemaal omhoog kan. Het plan werkt, Hugien stuurt en blijft rustig en ik trek het zeil razendsnel omhoog. Nadat het zeil staat klinkt er een gejuich vanaf de Kick. Zij blijven naast ons varen en we gaan terug naar Brunsbuttel. De golven worden steeds hoger en de wind en stroom nemen toe.
- 118 -
Gelukkig hebben we de golven en wind nu achter ons en op het log lopen we wel 8 knopen, met alleen het grootzeil. Helaas blijft er dankzij de tegenstroom niet veel over van de snelheid t.o.v. de grond, want we hebben nu dik vier knopen tegenstroom en het duurt dus nog zeker twee tot drie uur voor we weer terug zijn bij de sluis. Als we een half uur voor de sluis zijn, roep ik deze op, met de mededeling dat we motorpech hebben en of hij hier rekening mee kan houden. Nou helaas, met pleziervaart wordt geen rekening gehouden, tijd is tijd en als hij opengaat dan mogen we naarbinnen en anders moeten we gewoon wachten. Hier worden we niet blij van, wat een horken ze laten je gewoon verzuipen dat stelletje SSers. Vlak bij de sluis merken we dat de stroom hier behoorlijk hard is en we worden naar de kant toe getrokken. Louis wil ons naar binnen slepen maar hoe weten we niet, want in deze golven een lijn overbrengen is niet makkelijk en als we het zeil laten zakken, spoelen we in ‘no time’ tegen de kant aan of erger.
- 119 -
Ondertussen probeer ik nog maar eens of de motor wil starten en na een aantal pogingen komt er leven in. Na nogmaals doorstarten begint ie zowaar weer te lopen. Met gemengde gevoelens roep ik de Kick op, het is fijn dat de motor loopt maar niet leuk dat Louis en Joke dankzij ons nu niet vandaag in Cuxhaven kunnen zijn. Zij zouden daar de kinderen door de ouders van Joke af laten halen maar door deze grap moeten haar ouders helemaal om rijden, naar Brunsbuttel en dat kost uren extra en brandstof. Ondanks dat de motor loopt, zetten we hem weer uit, omdat we niet weten wat er mee aan de hand is en we willen hem alleen gebruiken in nood en bij het naar binnenvaren van de sluis, Louis blijft in de buurt voor als het mis gaat. Uiteindelijk gaat alles gelukkig goed en onze beschermengel heeft weer goed werk gelevert. Eenmaal in de haven van Brunsbuttel meren we af naast twee boten met vriendelijke mensen waarvan een boot uit Rockanje blijkt te komen en dat schept toch een band, dus nemen zij onze touwtjes aan en de Kick komt bij ons langzij. Ik duik na een praatje met de buren, een dank en verontschuldiging aan Louis, direct de motorruimte in om te kijken wat er nu loos kon zijn. Al snel blijkt wat het probleem was, water in de tank en niet zo weinig ook. Ik haal
- 120 bijna een halve liter water uit de tank en uit het brandstoffilter, we hebben gelukkig een extra filter meegenomen.
Terwijl ik bezig ben met de motor komt er iemand van een andere boot even langs om te vragen of ik nog onderdelen nodig hebt want hij gaat naar een Volvo dealer een eind verderop. Ik dank hem vriendelijk maar we hebben niets nodig. We merken wel dat de sfeer heel erg goed is, iedereen ligt hier opgesloten dus dat schept een band. Het is net een gevangenis waar af en toe iemand onsnapt en daarover onstaan dan allerlei speculaties en verhalen. Louis vertelt ons, dat hij morgen weer een poging gaat doen maar dan in één keer door naar Lauwersoog, een monstertocht van zo’n 140 mijl. Wij besluiten om niet mee te gaan, wij durven dit niet aan maar Louis heeft geen keus. Ze moeten binnen een week terug zijn in Nederland, om de kinderen op te halen bij de ouders van Joke, zij moeten volgende week weg en er is geen andere oppas. Morgen is de enige dag dat het nog net te doen is met windkracht 5 tot 6 uit noordwestelijke richting wordt dit geen pleziertochtje en er gaan dan ook niet veel boten weg. We wensen Louis en Joke veel sterkte, ze gaan dan ook vroeg naar bed om goed uitgerust aan deze zelfmoord poging te beginnen. Louis heeft gelukkig veel ervaring hij heeft deze toch al talloze keren eerder gedaan met zijn vader, broers en ook alleen dus hij weet wat hij doet.
- 121 -
Ik voel me wel schuldig want hij ging wel met ons mee terug en nu gaan wij niet met hem mee maar ik durf het niet aan zeker niet na die bijnadood ervaring gisteren op de Elbe. Op 11 augustus gaat de Kick al vroeg de sluis in en wij blijven alleen achter. Louis roept me nog toe; blijf niet te lang liggen want anders kom je nooit meer weg. Hij heeft gelijk, iedereen loopt elkaar bang te maken hier en hoe langer je ligt hoe banger je wordt. Met Louis gaat ook ons recente weerbericht ervandoor want we hebben hier geen internet. Ik besluit om op zoek te gaan naar een internet café of zoiets. Ik vind na de halve stad te hebben doorgefietst, een speelhal waar ze internet hebben en met m’n fototoestel maak ik foto’s van de schermen met daarop de weerberichten. Op de boot zijn de buren uit Rockanje zeer benieuwd naar de nieuwe prognoses. Het ziet er echter niet goed uit en we besluiten te blijven liggen. Er is hier overal tijd voor en niemand heeft haast, dus we maken wat beter kennis met de mensen naast ons. Het stel uit Rockanje, Herman en Ria liggen als eerste aan de steiger met een Dehler, daarnaast ligt Rob die momenteel alleen aan boord is want zijn vrouw is al een paar dagen weer naar Nederland terug, die werd er gek want ze liggen hier al bijna twee weken.
- 122 Rob heeft een Bavaria, een prachtig nog vrij nieuw schip met alle luxe aan boord. Hij hoeft niet zoals wij op zijn buurt te wachten bij een gammele douche want hij heeft gewoon een luxe badkamer aan boord (wij hebben ook een douche maar de boiler trekt te veel stroom voor hier en de water vooraad is niet zo groot).
Eten doet hij de laatste dagen bij Herman en Ria dat is wel zo gemakkelijk nu zijn vrouw weg is. Af en toe is er een boot die een poging doet om weg te komen maar de meeste komen al weer snel terug. Er is al een aantal mensen die hun boot hebben verlaten en alweer thuis aan het werk zijn in afwachting van beter weer. Sommige wachten op andere bemanning, omdat de huidige bemanning nu toch echt naar huis moet, om weer bij hun baas aan te treden. Gelukkig zitten wij in de luxe positie dat we, als het echt moet, nog wel een week of twee kunnen wachten. Ik heb het met Rob even over ons windvaantje, want het valt hem op dat die verkeerd om zit. Ik zeg dat dat bewust is gedaan om vogels te weren maar dat hij nu alleen niet meer werkte, de windwijzer geeft nu in spiegelbeeld de richting aan.
- 123 Nou dan draai je toch gewoon de draadjes om, volgens mij kan dat wel oppert hij. Geniaal plan, waarom heb ik dit niet eerder bedacht. Ik zoek de juiste aderparen op en draai ze om en ja hoor perfect, alles werkt weer zoals het moet.
Op 12 augustus, als ik weer een keer terug kom uit de ‘internet speelhal’, heb ik een bericht met wat meer hoop voor de komende dagen. We beleggen een vergadering met Rob en Herman, Rob wordt steeds enthousiaster en ziet het wel zitten. Het ziet er goed uit volgens hem maar dan moeten we morgen rond 09:30 naar Cuxhaven met windkracht 4 tot 5 en dan die avond gelijk doorvaren naar Lauwersoog waar we dan in de ochtend aankomen. We worden wel een beetje nerveus, want de omstandigheden zijn bijna net zoals de vorige keer naar Cuxhaven, zou de motor het dan nu wel blijven doen. We besluiten om toch maar mee te gaan, want hier alleen achter blijven is ook geen optie. De woorden van Louis klinken nog na in mijn gedachten ‘Blijf niet te lang liggen want dan kom je nooit meer weg’. Die middag komt er nog een Nederlandse Bavaria naast ons liggen en de man van het echtpaar dat de bemanning vormt, begint te klagen dat hij water in zijn diesel had. Nou dat was gelijk stof om over te praten want dat
- 124 probleem hebben wij dus ook gehad. We raken aan de praat, het zijn Friesen die, de boot normaal in Makkum hebben liggen.
Dus ik zeg dat is toevallig, onderweg hebben wij ook een Bavaria uit makkum ontmoet, de ‘seilskip2’, De man is verbaasd, wat een toeval dat zijn hele goede kennissen en zij hadden dus ook de smsjes van de ‘seilskip2’ gehad dat ze naar Norderney waren gevaren en verwaaid lagen. Overgens hebben we beiden net gehoord via een sms, dat de ‘Seilskip2’ nu veilig thuis is, ze zijn over het wad naar huis gevaren. Dat ging net met hun diepgang maar voor ons is dat geen optie. De bemanning van deze Bavaria naast ons, ‘t Lievertje’ wil morgen ook wel met ons mee naar Cuxhaven en Lauwersoog. In de hele haven gaat het nieuws van het weerbericht snel rond en meerdere boten besluiten om te vertrekken. Op 13 augustus is het zo ver, zoals geplant starten we de motor en gooien om 09:30 los. Ik zet de motor in zijn versnelling, een hels kabaal breekt los uit onze machine kamer en de boot vaart nauwelijks vooruit. Ik schrik me rot en zet de motor weer in de vrij stand en het lijkt weer rustig.
- 125 Ondertussen drijven we midden in de haven en ik probeer het nogmaals. Weer klinkt er een onheilspellend geluid vanuit de motorkamer. Allerlei gedachten flitsen door mijn hoofd, is de motor nu echt defect, heb ik iets stuk gemaakt bij het repareren. Als het echt ernstig is missen we de sluis en blijven we straks alleen achter in dit stomme gat.
Met wat hulp van mensen op de wal krijgen we de boot weer vastgemaakt aan de andere kant van de haven. Het lijkt of het geluid bij de schroef zit dus ik maak achter wat luikjes open om de schroefas te bekijken. Plots zie ik wat er aan de hand is, dit had ik echt niet kunnen verzinnen, de verlengstok van onze parasol die in de bakskist lag is op een of andere manier door een gat onderin de bakskist geschoven en zodoende tegen de schroefas aangezakt en door het draaien van de schroefas komt deze stok er steeds vaster tegenaan. Snel halen we de stok eruit, we kunnen gelukkig nog op tijd met de andere boten naar de sluis. Mijn hartslag is wel een stuk hoger geworden na deze toestand en ik sta behoorlijk strak van de spanning. Gelukkig valt het mee op de Elbe maar we hebben wel het grootzeil erbij deze keer. Het is iets minder ruig dan de keer ervoor maar het is zeker geen plezier tochtje.
- 126 -
Gelukkig komen alle vier de boten ongedeerd in Cuxhaven aan en is er voor iedereen ook nog eens een box. Er zijn die zelfde dag een aantal boten weggegaan om een poging te wagen richting Nederland. Rob zijn vrouw, Ans, komtl hier in Cuxhaven weer aan boord, hij gaat naar het station om haar af te halen. Later die middag komen we Ans tegen op de stijger waar ze net een boot staat aan te pakken die al voor de derde keer weer terug komt. Ze kende de schipper nog uit Brunsbuttel. De schipper heeft vlak voor Norderney, besloten om terug te varen naar Cuxhaven om dat de motor maar halvekracht draaide en ze durfden niet bij Norderney naar binnen wegens de hoge golven en te weinig vermogen. Morgen gaat hij met de bus naar huis en komt de boot later ophalen. Ans stelt zich aan ons voor en we maken een praatje, zeg het maar niet tegen Rob hoor maar ik vond hem een beetje een watje dat ie maar bleef liggen in Brunsbuttel hij had heus al eerder weggekund dus ik was het een beetje zat en ben naar huis gegaan zei ze. Later zou ze nog veel spijt krijgen van deze uitspraak. Die middag begint het steeds harder te regenen en het ziet er niet naar uit dat het in de avond en nacht minder gaat worden en niemand heeft er eigenlijk zin in om in de regen zo’n dike 120 mijl te moeten afleggen in de nacht en kou.
- 127 Er wordt overleg gepleegt en we besluiten om de volgende ochtend vroeg te vertrekken dan komen we wel in het donker aan in Lauwersoog maar dat moet dan maar. Bovendien kunnen we altijd na een mijl of 80 kiezen voor Norderney. Rob en Ria willen eigenlijk het liefst in een keer door naar Lauwersoog omdat ze een paar jaar eerder bij Norderney een hele vervelende ervaring hadden opgedaan.
Ze gingen toen weg met windstil weer maar bij Norderney werd het windkracht 7 tot 8 en zijn ze, ondanks dat dit normaal bij dit soort windkracht afgeraden wordt, toch naar binnen gevaren en kregen daar een paar zeer grote golven waarbij Ria zelfs een rib brak op het gasfornuis. Maar ze zitten er vooral mee, dat ze de hond ‘Forrest’ die ze bij zich hebben, niet zo lang aan boord kunnen houden zonder dat die zijn behoefte kan doen, onderweg aan boord zal hij het nimmer doen is uit het verleden gebleken. Ze besluiten om in principe mee te gaan naar Lauwersoog maar bij te hoge nood, gaan ze bij Norderney naar binnen. Op 14 augustus is het eindelijk echt zover, de regen is gestopt en de lucht klaart op. De wind is nog zwak maar gaat later toenemen maar niet veel meer dan 4 tot 5 dus dat moet prima gaan. Als we op de Elbe varen zien we dat we niet de enige zijn die vertrekken zowel voor ons als achter ons is het één witte sliert van boten richting Nederland.
- 128 -
We hebben er een goed gevoel over, als iedereen vertrekt zal het wel goed zitten met het weer (we hebben op Cuxhaven geen internet verbinding dus geen recent weerbericht). We moeten het doen met een bericht van Weber onze duitse weer amateur die al dagen door de speakers van alle boten klinkt met zijn deprimerende berichten over harde wind en ander onheil. Ook nu had hij het weer over de mogelijkheid van windstoten en onweer, aan het einde van zijn bericht komen er altijd reclame meldingen door hem zelf opgelezen. We krijgen soms het vermoeden dat hij door de locale middenstand wordt betaald om het weer zo slecht mogelijk te laten lijken zodat iedereen netjes zou blijven liggen om aldaar weer de centjes uit te geven. Alles gaat letterlijk voor de wind want die is zuid-oost en niet meer dan drie beaufort. Het valt ons op dat er nogal wat rommel in de zee drijft die gevaarlijk kan zijn, zoals hele dikke kabels die in de schroef kunnen komen. Dat dit gevaarlijk kan zijn is wel gebleken uit een sms die we de vorige dag van de Kick kregen. Hierin stond dat ze veilig in Dokkum liggen maar dat de reis was niet echt voorspoedig is verlopen. Nadat ze net goed en wel op zee zaten en net buiten het bereik van de Elbe stroming was er een dikke plasic zak in de schroef gedraaid en konden ze niets meer met de motor doen. Zonder motor konden ze onmogelijk bij
- 129 Lauwersoog naar binnen varen dus deze moest dit op volle zee gerepareerd worden. Het koste Louis vier uur, om dit al zwemmend op volle zee met twee lijnen aan zich gebonden te doen en dat bij een windkracht vijf tot zes. Uiteindelijk is alles gelukkig wel goed gekomen en zijn ze weer veilig in Nederland.
Over de marifoon waarschuwen we andere boten voor het ronddrijvende gevaar en zo doen meer boten dat gelukkig. Als de wind later wat aantrekt doen we de motor uit zodat we minder risico lopen om wat in de schroef te krijgen. De snelheid zit er ondanks dat de motor nu uitstaat goed in, we lopen steeds verder uit op de Bavaria van Rob en Ans en de Dehler van Herman en Ria. ‘t’ Lievertje’ vaart wel in de buurt maar we houden met iedereen contact over de marifoon. De sfeer is goed en we schieten lekker op. Om een uur of vier zitten we ter hoogte Norderney en we kunnen tussen 18:00 en 19:00 uur binnen in de haven liggen maar we voelen ons fit en de stroom gaat de komende zes uurtjes weer meelopen dus we willen het liefst gewoon door naar Lauwersoog. Plots worden we opgeroepen door ‘Ons Lievertje’, zij hebben een weatherman aan boord voor weerberichten en die voorspelt later deze avond windkracht 6 met vlagen van zeven van uit het noorden. Hier worden we niet blij van, de barometer is ook al een heel stuk
- 130 gedaald en dat voorspeld niet veel goeds. Ik vraag nog hoe laat die wind verwacht wordt maar dat weet niemand.
Normaal is een storm waarschuwing 6 uur van te voren dus dan zouden we net voor de storm binnen zijn maar zekerheid heb je nooit. De wind is al gedraaid naar het oosten en het is nu windkracht vier met vlagen van vijf. De bemanning van ‘Ons Lievertje’ stelt voor om naar binnen te gaan bij Norderney en ik ben het er in principe mee eens, veiligheid boven alles ook al wilden we het liefst naar huis. Hugien is het er echter niet mee eens, zij heeft geen zin om weer op een of ander duits eiland de komende dagen vast te liggen, we zijn er bijna en misschien valt het allemaal best mee, zegt ze. Het wordt een hevige discussie aan boord van de ‘Way Of Life’, voor mij is het een keuze tussen veiligheid en voor onbepaalde tijd vastliggen op Norderney, waar ik dan tegen een gezicht aan kijken met blikken die kunnen doden. Om me voor watje laten uitmaken de komende dagen en misschien rest van ons leven, of een onaanvaardbaar risico nemen waar we als het echt fout gaat, we wel eens helemaal nooit meer thuis zouden kunnen komen. We overleggen met de andere boten en daaruit blijkt dat Rob met Ans, door willen maar Herman en Ria willen naar Norderney, mede ivm de hond.
- 131 Rob zegt, zoiezo door te gaan wat anderen ook beslissen, want hij heeft wel met windkracht acht gevaren en zolang het maar van achteren komt geeft dat niets. Op mijn vraag, hoe dan naar binnen te varen bij Lauwersoog als de wind echt doorzet en er grondzeeën ontstaan, doordat het dan ineens ipv 20 meter 4 meter diep wordt, weet hij te antwoorden; ach dat valt wel mee, je hebt er wel beschutting van de eilanden en zandbanken.
Ik ben er niet gerust op en herinner me een boek van Louis, waarin staat dat je bij Lauwersoog tot windkracht 6 naar binnen kan en bij meer wind kan je maar beter op zee blijven. Met de woorden ‘if you want shit you can get shit’ die ik tegen Hugien gebruik, besluiten we tegen beter weten in om toch door te varen. Even later krijgen we op de marifoon te horen dat ook Herman en Ria door gaan en alleen ‘Ons Lievertje’ gaat naar Norderney. We nemen afscheid van ze en wensen elkaarr het allerbeste toe. Nog geen uur later betrekt de lucht en het gaat al wat harder waaien, nu een dikke vijf. We besluiten om gelijk maar twee reven in het zeil te zetten want nu kan het nog en we gaan hard zat. Daarna besluit ik om de gehele route bij Lauersoog in de kaartplotter te programmeren zodat we bij slecht zicht via de stuurautomaat vanzelf naar binnen varen. De kaart die we hebben is recent en de boeien hebben we twee maanden geleden nog gecheckt en die lagen exact zoals de kaart aangegeven, dus
- 132 alles moet kloppen. De golven worden steeds hoger, naar Norderney terugkeren is geen optie meer, de stroom is te hard en de golven te hoog. Eventueel naar borkum is ook voorlopig geen optie want daar stroomt het de komende uren vanaf de Eems met een mijltje op 3 a 4 naar buiten en daar komen we dus ook niet binnen. Er is nog maar één mogelijkheid open gewoon doorvaren naar Lauwersoog en er het beste van hopen maar ik wordt toch wel wat angstig, Hugien begint ook een beetje spijt te krijgen van de beslissing. De golven nemen rap toe en zijn nu zo’n anderhalve meter en de wind zit tussen 5 en 6 in. Op de marifoon wordt het onderlinge contact steeds korter en de angst straalt er bij iedereen af. Wij zijn zo’n beetje de enige boten die door gaan, de hele vloot van boten voor ons en achter ons zijn zo verstandig geweest om naar Norderney te varen. Voor ons varen nog twee andere boten en achter ons alleen de Dehler, de Bavaria en nog een X99 die we niet kennen. Om een uur of negen als het al donker begint te worden roept Herman ons op, om ons te waarschuwen dat we te dicht bij Borkum zitten en dat daar grondzeeën ontstaan. Hij heeft gelijk want we vinden het inderdaad een beetje onrustig hier dus we gaan wat meer de zee op en het wordt weer wat rustiger. Nadat het helemaal donker is nemen de wind en de golven steeds verder toe en ook al zien we de golven niet meer we horen en voelen ze wel, af en toe zie je zo’n witte schuim kop op je af denderen en dan schrik je wel weer even. Hoe erg wordt het nog vragen we ons af. Op een bepaald moment zie ik het lichtje van de ingang van het beboeide geultje naar Lauwersoog en we gaan er recht op af. Ik heb er vertrouwen in en misschien valt het toch mee. Eenmaal in de buurt van het witte lampje raak ik het kwijt en zie wel de rode dansende lichtjes op de boeien maar het is me niet duidelijk welke we eerst moeten hebben. Er klopt iets niet maar ik weet niet wat, ondertussen slaat er een grote golf over de boot en ik sta tot mijn middel in het water in de kuip, gelukkig zit ik aangelijnt dus ik blijf keurig in de boot maar ik schrik wel. Ik begin me te realiseren wat er allemaal kan gaan gebeuren, als ik een boei mis en we lopen vast dan slaan we vol en de kust is veel te ver weg dus wat zal er dan gebeuren. Ik wil het niet weten, ik dacht even aan het reddingsvlot maar als je die in deze situatie overboord gooit, ben je hem direct kwijt in die hoge branding. Hugien zit inmiddels binnen in de kajuit met de luiken goed dicht zodat het water niet naar binnen kan. Ineens gaat er een luik open en Hugien steekt haar hoofd uit het luik en zegt dat iemand ons oproept, waarschijnlijk de kustwacht.
- 133 Ik grijp de marifoon en informeer naar wie ons oproept. De kustwacht vraagt ons naar kanaal 5 te schakelen en opnieuw contact te zoeken. De man van de kustwacht, zegt ons met zeer kalme stem dat we bijna op het strand zitten omdat we een de eerste boeien gemist hebben. We moeten naar het oosten volgens hem, want de boeien zijn recentelijk verplaatst. Gelukkig loopt de motor al die hebben we een half uur geleden al aangezet en we gaan direct rechtsomkeert tegen de golven en de wind in maar ik ben zo gedesorienteerd dat ik nu niet weet waar naartoe te varen. Overal zie ik knipperende lampjes en ik kan er geen chocola van maken. Ik roep de kustwacht weer op, met de vraag waar we nu exact heen moeten want ik voelde me, alsof we in een mijnen veld varen en we willen niet graag aan de grond lopen. Met een hele rustige stem vraagt hij of we ergens een toplicht kunnen zien van een andere boot vlakbij. We kijken en zien plots een toplichtje. Als u naar dit lampje vaart komt het vanzelf goed zegt hij, want dit schip zit nu net tussen de eerste twee boeien. Inderdaad vinden we nu de boeien en ineens wordt alles duidelijk. We krijgen nog wel een paar flinke rollers binnen, de golven zijn nu twee en halve meter en groeien snel. Het waait nu meer dan zes beaufort en de fok moet losser want we hebben te veel druk in de zeilen. De fok klappert heftig en er schiet nu ook een schoot los en die valt overboord. Dit is een groot probleem want als die in de schroef komt dan gaat alles als nog helemaal fout. Snel zetten we de motor in z’n vrij. Hugien stuurt en ik ga proberen de schoot te pakken, dat betekend een eind naar voren in het gangboord met golven die nog af en toe overslaan. Het lukt uiteindelijk maar we hebben nog steeds te veel druk in de zeilen en ik vind dat de fok eraf moet maar naar voren op het dek is nog geen optie. In een wanhoops daad willen we de fok laten zakken en maken de val los. Dit hadden we beter niet kunnen doen want de fok schiet nu onderaan uit het oog en schiet gelijk helemaal omhoog in de mast, om daar nog veel harder te staan klapperen. We worden gek van de herrie maar we kunnen er niets aan doen. Een eindje verderop is het even wat rustiger door beschutting van een zandplaat en ik besluit naar voren te gaan om de fok vast te binden op het dek. Hugien stuurt de boot en ik kruip naar de voorpunt. Dit lukt en we varen verder met alleen het grootzeil. We varen nog bijna boven op een boei waarvan het lampje stuk is maar ook dit gaat net goed. Ondertussen horen we op de marifoon de andere boten. Ans roept de kustwacht aan met de mededeling dat ze net een breker binnen hebben gehad, de boot is helemaal plat gegaan en de navigatie apparatuur is uitgevallen. Kunt u ons naar binnen loodsen? De uiterst rustige man helpt ze keurig en vraagt of de reddings boot nodig is en of ze nog navigatie verlichting hebben.
- 134 Ans zegt dat ze nog verlichting hebben en dat de reddings boot nog niet nodig is. De kustwacht loodst ze naar binnen en het gaat verder gelukkig goed. Rob is bijna uit de kuip gespoeld omdat hij niet is aangelijnd. In eerste instantie dacht Ans dat ze Rob kwijt was maar hij had zich door een wondertje toch nog vast weten te houden en is nog aan boord. Hij roept naar Ans geef me de gewone kaarten eens. Hoe bedoel je zegt Ans, nou gewoon uit de kaarten tafel, de papieren kaarten. Ja Rob maar de kaarten tafel is leeg, net als de bar in de tafel en diverse kastjes trouwens. Ze waren bijna helemaal ondersteboven gedraaid met de boot en de laptop die als navigatie pc wordt gebruikt zit tussen de gordijnrails. Bij Herman gaat alles goed behalve dat hij volgens de kustwacht ergens iets te veel aan een kant van de boeien vaart maar het gaat verder prima. Behalve dan dat de hond op springen staat en ondertussen ook nog eens een beetje zeeziek is. Ondertussen zijn wij bij de haveningang van Lauwersoog en het is er aardedonker maar we vinden gelukkig de ingang. Opeens klink er uit een speaker dat we in de vissershaven mogen afmeren, (normaal mag pleziervaart daar niet in).Ik wil nog vragen waar precies met de marifoon op kanaal 11, zoals op het bord staat, maar de marifoon heeft iets te veel zoutwater over gehad en het wordt een sort gok automaat. Hij gaat naar alle kanalen behalve die waar hij op moet. Het is ondertussen een uur of twee s’nachts en we vinden een plekje. Het liefst zouden we naar bed gaan maar we willen nog wel even op de anderen wachten en de verhalen uitwisselen. Om een uur of drie is iedereen binnen en drinken we bij Herman en Ria aan boord nog een paar borrels en praten nog even bij. Rob is behoorlijk in de war van deze schokerende ervaring en ik kan het niet laten om Ans nog even aan haar woorden in Cuxhaven te herineren. Ze beloofde direct om Rob nooit meer een watje te noemen. Om een uur of vier gingen we allemaal slapen want we waren versleten. De volgende dag 15 augustus heeft niemand veel haast de wind is nog 4 tot 5 beaufort en we besluiten om die middag naar Dokkum te varen. Hugien heeft weinig trek in ontbijt die ochtend, en houdt niets binnen. Ondanks dat ze de vorige avond nergens last van leek te hebben komt alles nu naar boven en is ze behoorlijk ziek. Op de gsm blijkt nog een sms te staan die Louis had gestuurd terwijl wij onderweg waren naar Lauwersoog, er staat in dat de boeien 100 meter naar het oosten zijn verplaatst. Leuk om te weten, hadden we die nu maar onderweg gelezen. Ik vind in een zak van mijn zeiljack plots mijn fotocamera. Ik ben vergeten deze eruit te halen. Hij voelt behoorlijk nat aan en blijkt dus ook te zijn overleden aan de gevolgen van overmatig zoutwater.
- 135 We bellen nog even naar Louis en Joke om ons avontuur te vertellen, Louis is onder de indruk en nodigt ons uit, om als we in de buurt van Haarlem zijn nog even bij hen langs te komen. s’Avonds komt de familie Koopmans nog even op bezoek, (waar we op de heenweg nog langs zijn geweest op de boerderij). Ze willen ook alles weten maar we zijn eigenlijk best nog heel erg moe en gelukkig kunnen we die avond vroeg naar bed.
Op 16 augustus varen we van Dokkum naar Lemmer maar we komen niet verder dan Grouw omdat de bruggen niet meer draaien. Rob raken we onderweg kwijt want die heeft een afspraak met een verzekerings expert om de schade die hij heeft opgelopen te bekijken alle kussens zijn nat en het is een grote ravage binnen, hoewel het al weer aardig is opgeruimt. Op 17 augustus varen we van Grouw naar Enkhuizen, waar Rob in een andere haven gaat liggen. We gaan met Herman en Ria uit eten en nemen de volgende dag afscheid van Rob en Ans. Op 18 augustus gaan met twee boten door naar IJmuiden. Om in IJmuiden te komen moeten we nog wel even dwars door het Sail 2005 evenement heen en dat valt niet mee. Wat een drukte. we komen daar onderweg ook nog een kennis tegen die met zijn sloepje, met een tocht mee vaart en ons nog even belt om snel bij te praten. Eenmaal in IJmuiden komt Louis ons
- 136 ophalen voor een barbeque bij hun thuis in Haarlem. Het wordt een gezellige avond en we wisselen de laatste avonturen uit. Op 19 Augustus willen we buitenom in een keer naar Stellendam. Als we bij IJmuiden door de sluis zijn komt er een groot vissersschip met zeer hoge snelheid naar de sluis toe varen. Wij hebben de luiken echter nog open staan om alles nog even te luchten, er is weinig wind dus we verwachten geen grote golven op zee. De vissersboot veroorzaakt echter zulke enorme golven dat deze over de boot heen slaan en via de luiken al het beddegoed en nog wat andere zaken drijfnat maken. We danken de vissers nog even op onvriendelijke manier op de marifoon maar we krijgen geen reactie. Als we ter hoogte van Scheveningen zie ik op de radar een hele grote bui hangen die snel naar ons toe komt. Op dat moment hebben we al de hele ochtend stroom mee en wind tegen maar de wind is niet hard, dus we kunnen er met de motor prima tegen in.
Als de wind gaat toenemen en ook de stroom tegen gaat staan, dan schiet het niet echt meer op. Als er dan ook nog een bui aan komt besluiten we na onze eerdere ervaringen, om bij Scheveningen naar binnen te gaan. Herman vaart door maar besluit later toch achter ons aan te gaan.
- 137 Als wij binnen liggen breekt de bui los, veel regen en ook wel meer wind tot een 4 tot 5 beaufort maar de golven worden wel groter. Herman is net voor Scheveningen, als het plots weer wat lichter wordt en de wind afneemt. Nu de wind minder is, besluiten ze om toch door te varen, ze bellen ons later nog op als ze bij stellendam zijn. Het was geen comfortabele overtocht maar ze zijn in iedergeval thuis. Wij besluiten om die middag als het tij keert alsnog door te gaan maar als wij even de stad in gaan en terug komen bij de boot, blijkt dat er iemand hun boot naast die van ons heeft afgemeerd en ze zijn niet aan boord. Dit houdt in dat we nu dus niet wegkunnen en daar zijn wij niet erg blij mee. De volgende dag staat er een harde wind uit de verkeerde hoek en we besluiten te blijven liggen maar de stemming aan boord is niet echt plezierig. Hugien is zeer verontwaardigt en wil eigenlijk gewoon naar huis maar als ik haar herinner aan Lauwersoog en uitleg dat de situatie bij Stellendam er nu erg op lijkt ziet ze ook wel in dat het beter is om te blijven liggen maar haar humeur blijft slecht. Tot overmaat van ramp komt er die middag een kennis uit Hellevoetsluis met een Dehler van 10 meter binnen varen en hij beweert dat dit de eerste keer is dat hij in Scheveningen met de boot is. We voelen ons een beetje stom, wij varen al maanden overal heen en terwijl wij niet wegdurven komen zij doodleuk binnen varen. Uit hun verhaal maken we op, dat het wel degelijk heel hard waaide bij Stellendam en dat zij zagen dat boten die naar binnen voeren het erg slecht hadden. Zij zijn daarom ook doorgevaren naar Scheveningen, omdat ze terug keren naar Stellendam, ook niet zagen zitten. Dit geeft ons nog wat troost. Op 20 augustus kunnen we eindelijk met normaal weer naar huis varen en Ronald met zijn Dehler komt ook achter ons aan naar Stellendam. Na een uur te hebben gewacht voor de sluis bij Stellendam kunnen we eindelijk de haven in. Eindelijk weer thuis nu nog alles uitruimen en schoonmaken.
- 138 -
Hugien & Karel Nagtegaal Email:
[email protected] Copyright 2005