Nieuwsbrief 13e jaargang nr. 46 - september 2014
Colofon De doelstelling van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Miltairen 1945-1962 is het bevorderen van de onderlinge contacten tussen de militairen, die in de periode 1945-1962 in de Nederlandse Krijgsmacht hebben gediend in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Het in de ruimste zin van het woord behartigen van de belangen van die militairen en hun families. Het herdenken van hen die gevallen zijn bij de vervulling van hun plicht, evenals van hen die, ten gevolge van, ongevallen of ziekten tijdens militaire dienst zijn overleden. De Vereniging Nederlands NieuwGuinea Militairen is aangesloten bij het Veteranenplatform. Beschermheer, tevens adviseur: Luitenant-generaal C.J.M. de Veer b.d., Voorheen Inspecteur-generaal der Krijgsmacht en der Veteranen. Algemeen adviseur: Kolonel L. Habraken b.d. Voorheen directeur van het Veteraneninstituut. Lid van verdienste: J. Peperkamp Ereleden:
A.S. Poortvliet H.P. Willemsen D. Willemsen-Hens Bestuur: C. Aarts, voorzitter (Rijen), C. Drost, secretaris (Koog a/d Zaan), H. Vos, 2e secretaris (Kerkdriel), J.H. van Hensbergen, penningmeester (Arnhem), C. van Vliet, organisatie Reünie (Winkel), A. Dielemans, organisatie Nieuwjaarsreceptie (Roosendaal), A.J. Bouterse, voorzitter Sociale commissie (Schagen) Contact Secretariaat: C. Drost Brouwersveld 2, 1541PG Koog a/d Zaan, tel. 075-6160779, mob. 06-22332531 E-mail:
[email protected] Website: www.vnngm.nl Redactie Nieuwsbrief: J.H. van Hensbergen Ravelstraat 4, 6815 HB Arnhem, telefoon 06 53199548 E-mail:
[email protected]
September 2014 Van de voorzitter Na een wat rustiger periode, wat de vakantietijd is, proberen we ‘de draad te vinden’ om deze weer op te pakken. Maar eerst even terug naar de Nationale Veteranendag op 28 juni in den Haag. Zeer succesvol met meer deelnemers en bezoekers dan andere jaren. Een waardige 10-jarige jubileumviering. En wat mogen we blij zijn dat koning Willem-Alexander het defilé afneemt. Alleen jammer dat er onrust en onbegrip bestond over het niet meedragen van de Morgenster (de Papuavlag) in het defilé. Buiten de hekken en op het Malieveld mocht deze overigens vrijelijk gedragen of getoond worden. Alleen door een enkel tendentieus bericht kwam het anders over. U leest hierover elders in deze Nieuwsbrief. Verder is er, verspreid over het land, voor veteranen weer het nodige te beleven. Op moment van lezen zal de herdenking bij het Nationaal Indië Monument in Roermond wel voorbij zijn. Voor het gratis bezoeken van de 50+ beurs van 16 t/m 20 september hebt u zich op kunnen geven. Ook voor een bezoek aan de ‘Nationale Taptoe’, met veteranenkorting, heeft u zich aan kunnen melden. Zulke berichten kunt u steeds vinden in Checkpoint. Ik zou u daarbij willen adviseren dat als u aan een evenement deel wilt nemen zich meteen aan te melden. Want na de gedachte: “Tijd genoeg, dat doe ik nog wel”, blijkt ons geheugen niet altijd mee te werken en moeten we constateren: te laat. Ik hoop overigens dat u mij deze aanmatigende opmerking niet al te kwalijk neemt. Ik wens diegene die naar een evenement of reünie gaat veel plezier en genoegen. Voor de mensen die een vergadering bezoeken een nuttige en effectieve bijeenkomst, en voor iedereen het allerbeste en een goede gezondheid.
Met vriendelijke groet van uw voorzitter, Cees Aarts
Copyright: Tegen overname van artikelen bestaat in principe geen bezwaar, mits hier vantevoren toestemming voor is verleend en duidelijk in de uitgave wordt vermeld. Geplaatste foto’s komen uit privé collecties tenzij anders vermeld. De inhoud geeft niet noodzakelijkerwijs de mening van bestuur en/of redactie weer. Bestuur en/of redactie kunnen daarom niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van de geplaatste artikelen. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren of te redigeren.
Sluitingsdatum kopij Nieuwsbrief nummer 47: 15 november 2014 3
Inhoudsopgave Verhalen uit ons Nieuw-Guinea verleden
pag. 03 t/m 13
Dienst in Nieuw-Guinea
pag. 03 t/m 06
Dropping gelukt
pag. 07 t/m 09
Herinneringen van Rob van den Haak
pag. 10 t/m 12
Jungle (deel 3)
pag. 13 t/m 16
Van het bestuur
pag. 17 t/m 25
Boekenrubriek
pag. 27 t/m 30
Musea
pag. 31
NIEUW GUINEA Dienst in Nieuw-Guinea Geschreven door P. A. Stam 41 BS B-cie 1
In mei 1961 behaal ik mijn diploma van de suikerschool van de Rijks Hogere School voor Tropische Landbouw te Deventer. Aan mijn mooie studententijd komt dan een einde. Na het laatste afscheidsetentje met medestudenten word ik op mijzelf teruggeworpen. Vrienden en kennissen zijn plotseling Rijks Hogere School verdwenen. Sommigen hebben een baan voor Tropische Landbouw gevonden. Van anderen weet je niet beter te Deventer dan dat zij Deventer hebben verlaten. En ik, ik ga naar huis om dan mijn dienstplicht te gaan vervullen. Dienstplicht
Bij aankomst op het station Roermond wordt lichting 61 II al met vreugde opgewacht en staan legertrucks klaar om ons naar de kazerne te vervoeren. Al snel leer ik mijn medelotgenoten voor de komende tijd kennen. Na die twee maanden ga ik naar de half jaar durende onderofficiersopleiding voor de infanterie in ’s Hertogenbosch. Hier volgt een vrij zwaar trainingsprogramma, waarbij het heel wat fanatieker toegaat dan in de basisopleiding. Na die zes maanden ben ik top fit en word ik sergeant der Nederlandse infanterie. Mijn bestemming wordt het 41ste infanteriebataljon stoottroepen (41BS), gelegerd in Ermelo. Nieuw Guinea
Zo begint het. B-Compagnie (Cie), 41 BS, Ermelo, eind maart 1962. Ik ben onderofficier van alarm. Dit houdt in dat ik een hele nacht met volle bepakking op een kamer bij een telefoon heb moeten zitten. Dit voor het geval dat een of andere officier, na een leuke drankavond in het officierhotel, het in zijn hoofd haalt een alarmoefening te houden. Onderweg naar mijn kamer kom ik de sergeant-majoor tegen. “Stam”, brult hij, “wat doe jij hier, als de bliksem naar de filmzaal, je gaat naar Nieuw-Guinea”. In de looppas naar de zaal waar het hele bataljon al ademloos zit te luisteren naar wat de overste te vertellen heeft. We horen daar dat ons bataljon, als een van de beste infanterie-eenheden van Nederland, met een roemrucht verleden in de 2de wereldoorlog en Indonesië, is uitverkoren om de eer van het vaderland in Nederlands NieuwGuinea te gaan verdedigen tegen de agressor Indonesië. Hoera, hoera, wat een eer. We zijn opgewonden, trots en blij. Vooral blij, omdat er 10 dagen inschepingverlof zit aan te komen, ons een leuke zeereis te wachten staat en wij verlost zullen zijn van de geestdodende routine van het kazernebestaan. “Mannen, ik hoef jullie natuurlijk niet te vertellen waarom wij naar NieuwGuinea gaan, of wel? Nee, dat weten we allemaal”. Nou van het ‘waarom’ hebben we geen kaas gegeten, maar als de kapitein het zegt zal het wel zo
4
5
zijn. De tijd van vertrek breekt aan. Op 4 mei 1962, om één uur in de ochtend rijden we in konvooi naar Hoek van Holland waar we ons inschepen op de MS “Waterman”. Het leven op een troepentransportschip is een aparte belevenis. We moeten corvee draaien en dat is maar goed ook. In de Golf van Biskaje stormt het. “Met kotszakjes in de hand aan het werk blijven hufters en niet zielig doen, dan valt het allemaal wel mee”. “Mannen, trompetters en soldaten hier spreekt de scheepscommandant” (een kolonel b.d. van de cavalerie met romantische inslag en dito stemgeluid).” Als dat wij door het Panama kanaal varen is het mijn wens dat een ieder zich in burgerkleding steekt. Dit betekent dus voor diegenen die het nog niet helemaal begrijpen, niet in uniform aan dek komen”. Nou, dat is niet aan dovemans oren gezegd. Iedere Jan, Dick en Harry heeft nog wel iets burgers in zijn plunjezak zitten, want je blijft burger, dienstplicht of niet. Onze voorlopige eindbestemming is het eiland Biak waar we een paar weken zullen blijven om te acclimatiseren en de compagnie-uitrusting op orde te brengen. De compagnie wordt gehuisvest in legertenten. De voorbereidingen voor onze missie en het wennen aan het hete vochtige klimaat, nemen al mijn energie en aandacht in beslag. We maken onze eerste marsen met volle bepakking onder een hete tropenzon. De jonge luitenants en ook wij onderofficieren moeten nog leren hoeveel de jongens onder deze geheel nieuwe omstandigheden aankunnen. Niets forceren is het motto en dan komt het wel goed. “Voorzichtig zijn met schaafwonden jongens, want de boel geneest hier een stuk langzamer dan in Holland”. Kaimana
We krijgen onze bestemming te horen, het wordt Kaimana aan de zuidkust. Het plaatsje bestaat uit een ongeplaveide straat met aan weerskanten wat winkeltjes van Chinezen met aan het einde ervan de kazerne, maar die is voor de Staf-Cie. Wij moeten ons bivak opzetten langs de weg naar het vliegveldje. Eerst bush ruimen om plaats te maken voor onze onderkomens. We kappen stokken, waarmee wij van onze puptenten een soort huisje maken, waarin veldbed met klamboe plus plunjezak met uitrusting een plaats vinden. Het is onze behuizing voor de komende maanden, een soort schuilbivak. Die eerste patrouille in het dichte oerwoud, waar op klaarlichte dag alles donker is, is onze vuurdoop. We zwoegen heuveltje op heuveltje af, glijdend, vallend, zwetend. Het machinepistool om de nek, twee magazijnen onder de veldblouse op het doorweekte hemd. We lopen als verdoofd achter elkaar aan. Je denkt nergens anders aan dan op de been te blijven en om niet achter te raken. En dan plotseling, boven op een heuvel wordt er voor in de lijn geschoten. Indonesiërs, ploppers, de vijand. Ik laat me op de grond vallen, lig als een zoutzak op mijn rug, de draagband van het wapen om de nek, de magazijnen op de buik. Ik kan geen kant op; hulpeloos ben ik. Als er nu een vent met een bajonet over me had gestaan had ik geen vin kunnen
6
verroeren. Nee, die eerste patrouille zal ik nooit vergeten; trouwens al die gevechtshandelingen in die tijd staan in mijn geheugen gegrift. Het huidige handwerk leert echter snel, heel snel zelfs. Het is plotseling menens, je bent helemaal bij en binnen de kortst mogelijke tijd zijn wij ervaren jongens. De tweede tocht gaat al een stuk beter. Je weet nu hoe je het beste een spiegelglad heuveltje op kunt komen. Het wapen zit niet meer in de weg en kan meteen worden gebruikt. Het donkergroene Hollandse veldtenue blijkt in het oerwoud uitstekende camouflage te bieden. Op een paar meter afstand zie je de maten haast niet, het groezelige gezicht is een eerste herkenningspunt. Plotseling het bevel aanvallen. De adrenaline giert door het lijf, we rennen in linie een heuvel op. Boven hergroeperen, van de vermeende vijand geen spoor. We krijgen versterking. Onze kapitein komt over, samen met een 1ste luitenant en twee groepen van de A-Cie. Het plan is om met een afdeling op pelotons sterkte in een dagmars het binnenland in te trekken en daar in hinderlaag te gaan. Dan de volgende dag weer terug om de Indonesiërs voor ons uit naar de kust te drijven waar twee groepen onder bevel van de kapitein hen zullen opwachten. Aldus het plan, de werkelijkheid loopt anders. Het wordt een hele uittocht, met ongeveer 30 man op weg. We sjokken en glijden voort. En dan plotseling is er spanning, contact, Indonesiërs, vuur, vuur. Er wordt wild geschoten, overal kogels. Een grasspriet voor mijn gezicht knikt plotseling in tweeën. Ik realiseer me nauwelijks dat een kogel vlak voor me heen is geflitst. Ik schiet, schiet, we schieten allemaal. Het is wild, ongecoördineerd. Plots een schreeuw en dan de stentor stem van de sergeant-majoor die, ervaren als hij is, bij zijn positieven blijft. “Stop vuren, stop vuren”. Stilte, dan meer kreten, we hebben een gewonde, nee hij is dood”. We zitten als versteend; een maat is gesneuveld. Ook onze luitenant is op het nippertje aan de dodendans ontsprongen. Zijn kompas in zijn pukkel is aan gruzelementen door een 45 mm kogel. Het moreel is op zijn dieptepunt. De patrouille wordt afgeblazen. Het is ondertussen namiddag. Over een uur is het donker, er is beraad. We besluiten kamp te maken. Er wordt vuur gemaakt, rijst gekookt en een ieder heeft een warme hap. Er wordt radiocontact gemaakt met de thuisbasis. De nacht valt. Ik ga met mijn groep de heuvel af naar de rivier om wacht te houden. We nemen het ingepakte lijk mee. Die nacht stortregent het. Discipline en training bewijzen nut en noodzaak. Iedere twee uur laat ik de jongens van plaats verwisselen om als wachtpost op te treden. De anderen mogen dan slapen. Nou daar komt dus niets van terecht, want het regent de hele nacht en we zijn doorweekt. De volgende morgen gaan we terug. Het is een droeve stoet die de kampong binnenkomt. De gesneuvelde maat wordt per landingsvaartuig naar Kaimana overgebracht en wordt daar met militaire eer begraven. Er is een verdrag getekend tussen Indonesië en Nederland door tussenkomst van de Verenigde Staten. De hele politieke situatie gaat grotendeels langs ons heen maar we weten dat het afgelopen is, dat Nieuw-Guinea wordt overgedragen aan Indonesië en dat wij dus naar huis gaan.
7
Dropping gelukt Geschreven door Gorrit van Berkum (telegrafist C – Compagnie) 2 Uitgeputte patrouille kreeg na weken eindelijk weer voldoende noodrantsoenen uitgereikt.
Voor het eerst na al die maanden in het veld zijn wij in de gelegenheid een ontspanningsavond bij te wonen. Willy Alberti, dochter Willeke en Mieke Telkamp zijn op tournee en treden op voor ‘onze jongens in den vreemden’. Het wordt een gezellige avond en na afloop is een ieder enthousiast. Een van de jongens is helemaal van de kaart van de kleine Willeke. Met een bos zelfgeplukte bloemen staat hij voor de deur van haar kamer en roept hartverscheurend haar naam. De deur gaat op een kier en vader Willy verzoekt de aanbidder, in sappig Amsterdams, naar hogere sferen te verhuizen.
Begin oktober 1962 ligt de MS ‘Seven Seas’ voor de kust van Kaimana en gaat het bataljon 41 BS aan boord. Aan een tijdperk in de Nederlandse geschiedenis is een einde gekomen.
8
Op mijn vrije weekend, na twee weken acht uren op acht uren af, zat ik heerlijk te genieten van de zonnige tropische dag. Eerst rustig gegeten in de kantine een oud tijdschrift gehaald uit de bar en nu met een kopje koffie relaxen op de veranda. De tijd van rust en het voortsukkelende dagritme, was al lang voorbij. Het was nu een woelige en drukke tijd, omdat sinds het begin van jaar 1962, er steeds meer berichten binnen kwamen over infiltratie van Indonesische para’s in Nieuw Guinea. Tot nu toe was het voor ons in FAK FAK en op het Onin schiereiland nog een beetje een ver van mijn bed show gebleven. En ook het kader geloofde er niet in dat Para’s boven het oerwoud zouden springen. Maar dat veranderde die zonnige zondagmiddag als een donderslag bij heldere hemel. Een collega telegrafist had een zeer geheim bericht binnen gekregen, dat gedecodeerd moest worden door de verbindingsofficier. Meteen werd onze trukendoos in werking gesteld. Het carbon bij het vrije bureau werd meteen vervangen door nieuw. De verbindingsofficier deed zijn werk en ging natuurlijk aan dit bureau het zeer geheime bericht uittikken om daarna op een draf naar de compagnies commandant te gaan. Door die buitengewone actie werd mijn interesse gewekt. Het carbon dat in de prullenbak lag werd glad gestreken en gelezen. De melding was dat 42 Para’s waarschijnlijk waren geland in het oerwoud van ons bewakings gebied. Een paar uren later stond een patrouille, van 45 man en 35 dragers met volle uitrusting en onder leiding van Lt. Groenewegen, klaar om te vertrekken. Ik had mij als vrijwilliger voor deze klus als telegrafist aangemeld, in de veronderstelling dat het slechts een week zou duren. Maar hoe anders ging het. Vol goede moed onder toeziend oog van de commandant en de resident vertrokken we in een lange stoet het oerwoud in. Het eerste bivak had nog iets van een gezellig kampeer uitje in het bos. Er was nog weinig risico van vuur contact en er was voldoende rijst te eten. De daaropvolgende dagen werd de ernst van deze patrouille ons toch wel duidelijk. We gingen door zeer moeilijk terrein waar voortdurend gekapt moest worden om een doorgang te forceren. Ook werden grote hoogte verschillen overbrugd. Kortom lange
9
dagen ploeteren. De Papoea gids deed uitstekend werk en hield de ons op koers. Af en toe werden uitrusting stukken en parachutes aangetroffen. De Papoea gids kon ons vertellen hoeveel man een bepaald pad hadden belopen en hoelang dat geleden was. Maar hij wist ons dan niet te vertellen waar de achtergebleven para’s ons zouden verrassen. Of verrasten wij de para’s? Het ging om wederzijds lijfbehoud. Het wederzijdse vuurcontact deed ons steeds meer op onze hoede te blijven. Tijdens het vuurcontact was het mijn taak om de dragers bij elkaar te houden en ze te beschermen. Dat was een illusie. De dragers waren in een vloek en zucht verdwenen in het oerwoud en ze kwamen later weer schoorvoetend te voorschijn. Een week werd snel twee weken en in de derde week werd duidelijk dat er niet snel een einde zou komen aan deze barre patrouille. Er werden rantsoenen ingesteld want er ontstond gebrek aan voedsel. Af en toe kwamen we in een Papoea dorp en werden zoete aardappels ingeslagen. Ook drinkwater was af en toe niet. De grote bamboebossen die we passeerden waren een uitkomst. In de bamboe zit veel water en hier konden we de veldflessen af en toe mee vullen. Voor het wassen waren aangewezen op de enkele bergstroom die we passeerden. In de vierde week was de bodem van de rijstzakken in zicht. Er ontstond gemor en weinig ambitie om weer verder te trekken. Mijn verbindingset de AN/GRC 9 was ook niet meer in goede conditie. De antenne bouw lukte maar half om half. De aangewezen mannen die de generator moesten draaien vonden het zwaar en een vervelende klus. De luit maakte een stout plan. Hij vroeg om een voedsel dropping. Stelde de coördinaten van onze plek in het oerwoud zo goed mogelijk vast en gaf aan welk herkenningsteken de piloot zou zien. Het bericht werd gecodeerd en met een laatste krachtinspanning bij een slechte verbinding via Fak Fak naar Biak verzonden. Toen was het wachten op het wonder. Een paar dagen ging in stilte en spanning voorbij. De stilte werd verstoord door het eentonige geluid van een overvliegende Dakota. Overal opschudding en verwachtingsvolle blikken gingen door het bladerdak naar de hemel. De afgesproken herkenningstekens werden maar al te graag snel aangelegd en het vuur ontstoken. Zou de piloot ons op de aangegeven coördinaten vinden? Tergend langzaam kwam het motoren geluid weer terug de plane vloog over, zwaaide met de vleugels en draaide weer weg. En kwam toen eindelijk terug met geopende deur en wierp grote pakketten uit en vloog verder. Maar keerde nog een keer terug en dropte weer een aantal pakketten. Het wonder was geschied. Nu was het zaak om de pakketten te vinden en naar het bivak te brengen. Door deze actie waren natuurlijk ook de para’s van onze plek op de hoogte. Wij vonden ongeveer driekwart van de pakketten terug, van de rest hebben de para’s vast en zeker genoten, want die hadden niets. De pakketten werden zorgvuldig opgestapeld en met tentzeil afgedekt met
10
een extra wacht erbij. S’ nachts ontstond enig rumoer omdat een paar maten hun eetlust niet konden bedwingen en probeerden rantsoenen te stelen. Door het leiderschap van Groenewegen werden ernstige gevolgen voorkomen. De daders mochten als vergelding voor hun daad een week voorop lopen met de patrouille. Na zes weken mochten we terug naar de kazerne danig slanker geworden maar met een rugzak vol ervaringen die levenslang van invloed bleef. Met Hans blik ik terug op deze ervaringen in het oerwoud van Nieuw Guinea. “Had jij je destijds voorgesteld dat het een tocht zou worden van zes weken? Wel nee man, er was immers gezegd door de officieren dat het om een week zou gaan. Ja, en dat we dat zootje ongeregeld Para’s wel even zouden verrassen en oppakken. Zeker, voor ons goedgetrainde infanteristen van de C-Compagnie moest dat toch kunnen? Maar door de duur van de patrouille liep het toch wel even anders, we werden moe en hongerig. Tja, het was rot steeds dat dreigende gevaar voor je leven en het gebrek aan alles. Het mag een wonder heten dat Groenewegen de juiste coördinaten opgaf en we nog extra rantsoenen kregen. Dat was inderdaad erg knap van hem, jammer van de poging tot diefstal van enkele collega’s, maar laten we er nu nog eentje opdrinken”. (zie ook beschrijving van Pierre Heijboer in “De eer en de ellende, Nieuw-Guinea 1962” o.a. blz. 208.)
Hop and Go Bed en Breakfast Wij bieden prachtige kamers en een heerlijk ontbijt in huiselijke sfeer. Hop en Go is de ideale plek om te overnachten tijdens uw fiets of wandeltocht in het prachtige natuurrijke waddengebied. Informeer naar de mogelijkheden! Wij heten u van harte welkom.
Goede reis en tot ziens. Hearrwei 17 9073 GA Marrum (FRL) www.hopandgo.nl
Joop & Gre Hop Tel: 0518-411725 Mob: 06-50600015 E-mail:
[email protected]
11
“Ik heb de maten van toen nooit meer teruggezien.” Herinneringen van Rob van den Haak
door Ed van Tuijl
3
Rob van den Haak bezocht, tot voor een paar jaar terug, nog wel eens een reünie of een andere bijeenkomst voor Nieuw-Guinea gangers. Vooral op zoek naar de gezichten van toen. De maten, waarmee hij anderhalf jaar lang lief en leed deelde op Biak. “Maar daar ben ik mee gestopt”, vertelt hij als we hem opzoeken in Nijverdal. “Iedereen herkende iedereen”. Maar ik zocht tevergeefs. Ik zag alleen maar vreemde gezichten. Nooit kwam ik een bekende tegen. Wat doe ik hier eigenlijk nog, dacht ik bij mezelf. Sindsdien ga ik niet meer. Want hoe ik ook zocht, ik heb de maten van toen nooit meer teruggezien.” Toch, zo begrijpen we tijdens ons gesprek, is zijn bereidheid om voor de Nieuwsbrief herinneringen op te halen ook een ultieme poging om alsnog in contact te komen met een of meer van zijn sobats. Een of meer van die mariniers of marinemensen. Maatjes uit de keuken waar hij als kok werkzaam was. Of mannen van het voetbalelftal waar hij als rechtsbinnen furore maakte. Kortom, wie Rob van den Haak herkent, mag hem bellen. (06-22405950) Hij zou dat zeer op prijs stellen. Rob was milicien. Anders gezegd, dienstplichtig marinier. Aanvankelijk gewoon gekeurd voor het soldatenleven en daarna extra gekeurd voor het korps. In Doorn maakte hij kennis met de beruchte hindernisbaan. Maar als sportieve jongeling vond hij dat helemaal niet erg. Kortom, ze maakten van de geboren en getogen Haarlemmer een echte marinier. Dus lag een vertrek naar NieuwGuinea in het verschiet. In 1954 stapte hij op het vliegtuig. “Biak werd mijn standplaats”, verteld hij verder. “Ook nog eventjes in Manokwari. Maar dat mag verder geen naam hebben. Op Biak kreeg ik te horen dat ik voortaan als kok door het leven zou gaan. Hoe ze op dat idee kwamen? Ik zou het niet weten. Volgens mij besloten ze op de lijst van nieuwkomers de nummers tien en twintig aan te wijzen voor de koksopleiding. Ik vond het prima. De keuken viel onder verantwoordelijkheid van de marine. Daar kon je van profiteren. Beduidend minder fanatiek.” “Dat je daar op dat eiland niet optimaal voor de inwendige mens kon zorgen, had niets met de capaciteit van het keukenpersoneel te maken”, legt hij uit. “De kwaliteit van groenten, vlees uit blik en andere grondstoffen was vaak
12
belabberd. En het moest, voor ongeveer duizend man, allemaal veel te massaal worden bereid. In van die grote ketels. Als we voor onszelf wat lekkers wilden klaarmaken dan haalden we de ingrediënten bij de Chinees. Voor een geintje waren we altijd in. Zo bakten we zelf brood in ovens die werden aangedreven door generatoren. Maar ook de filmapparatuur van de openlucht bioscoop was van die stroomvoorziening afhankelijk. Wij lolbroeken wilden tijdens de filmvoorstelling nog wel eens de zaak saboteren door in de keuken onze generatoren aan te zetten. Gevolg was dat de film meteen een soort slow motion gedrag vertoonde. Dan hoorde je het gejoel van de filmkijkers over heel de kazerne. Voor de jaarwisseling moesten we vijfduizend oliebollen bakken. Vanwege oud en nieuw kreeg iedereen altijd vijf pilsjes van de legerleiding. Als sportman dronk ik geen bier. Dat gaf ik aan een van de koks die intussen al heel wat van dat spul had ingenomen. Met andere woorden, hij was behoorlijk kachel. Na het bakken moest het vet, zoals dat heette, geblust worden. Wat doet die gek. Die roept, en nu blussen en hij gooit er zo een emmer water in. Kun je voorstellen wat het gevolg was. De andere dag zag je pas goed dat de hele keuken onder een dikke verlaag zat.” Net als bijna alle Nieuw-Guinea gangers was ook onze hoofdpersoon voortdurend op zoek naar mogelijkheden om zijn financiële situatie wat rooskleuriger te maken. “Nou viel het wat ons betreft nog wel mee. We verdienden zeker niet onaardig. Maar iets extra’s was natuurlijk altijd welkom. Ik kwam in de gelegenheid om van een knaap die terugging naar Holland, een droogkast over te nemen. Die kans greep ik met beide handen aan. Iedereen die zijn burgerpak wilde bewaren tot de thuisreis ontdekte immers dat die kleding dik onder schimmel kwam te zitten. Maar niet als ze dat pak in een droogkast konden hangen. En wie had een dergelijke kast. Juist ja, Rob van den Haak. Ik kocht ook kleding om dat vervolgens met een leuke winst weer door te verkopen aan iemand die ging repatten. Het mooiste pak hield ik voor mezelf. Zo’n duur Engels kwaliteitspak. Maar toen een van de officieren steeds meer geld voor dat pak bood, kwam er toch een moment dat ik niet meer kon weigeren. Jammer van het pak, maar wel dikke winst.” Dat laatste maakte het leven in de tropen voor Rob van den Haak er alleen maar leuker op. Na het werk vaak zwemmen. En veel sporten. Vooral het voetbalelftal was zijn passie. De competitie tegen Papoea teams. Mannen die op blote eeltvoeten je behoorlijk onderuit konden schoffelen. Sport bleef altijd belangrijk in het leven van Rob van den Haak. Voetbal. Honkbal op hoofdklasseniveau. En de laatste acht jaar van de bijna tachtig die hij er nu op heeft zitten, is het de golfsport waaraan hij zijn hart heeft verpand. Over dat achterliggende leven waarin zijn maatschappelijke carrière zich afspeelde als belastingman, gemeenteambtenaar en het grootste deel in het teken van vakbondsbestuurder stond, wil hij nog wat kwijt.
13
MATEN van TOEN
NIEUW GUINEA – Land van tegenstellingen Jungle (deel 3)
door Johan Beumer (Echo-cie Sorong) 1
Johan Beumer heeft een aantal artikelen geschreven over de geografie, geschiedenis, klimaat, de Papoea, flora, fauna en meer, van Nederlands Nieuw-Guinea. Verre van compleet ( zoals hij zelf zegt) en vooral geplukt uit informatiebronnen•. Artikelen onder de titel Land en volk. Deze artikelen reeks heeft hij ter publicatie aan onze Nieuwsbrief redactie gegeven. De redactie is verheugd het door Johan Beumer geschrevene in onze Nieuwsbrief op te nemen. Het werpt weer eens een heel andere blik op het boeiende land dat ons Nieuw-Guinea veteranen zo dierbaar is. Foto’s die in de artikelen voorkomen zijn gemaakt door Frans de Bree en zijn echtgenote Joke. Lees de eerder verschenen artikelen in de nieuwsbrieven 44 en 45. Jungle:
Rob van den Haak (staande derde van links) komt graag weer in contact met zijn medespelers. Wie herkent zich zelf? “Ik heb aan Nieuw-Guinea een fobie overgehouden. Ook in onze tijd was Soekarno al aan het roepen dat hij zou aanvallen. Ik begreep ook wel dat we geen schijn van kans hadden als hij werkelijk zou komen. Wat zou je dan kunnen doen met de simpele uitrusting die we hadden. Ik was daar toch mee bezig. Vandaar misschien onbewust de angst die, eenmaal terug in Holland, nooit wegging. Ik durf nog altijd niet te slapen in een niet goed afgesloten ruimte. Dan voel ik me onbeschermd. Kamperen is aan mij niet besteed. Ik zocht de nodige hulp. Maar ondanks de huidige veteranenwetgeving heb ik toch de ervaring dat je niet echt wordt geholpen. Men werkt met kille cijfers. Uitkomsten worden vertaald in percentages. “Haal je die niet dan krijg je gewoon helemaal niets.”
Onze kazerne in Sorong- Remoe lag tegen de rand van het oerwoud, met als hoogste punt op ons terrein de verbindingsheuvel waar het radiostation was gevestigd. Wanneer je naar het vertrekpunt op patrouille ging, meestal nog weggebracht met één of twee drietonners, duurde het niet lang voor je de jungle in kon trekken. Over dat grote groene bos, dat wij oerwoud, jungle, bush of tropische regenwoud noemen gaat dit verhaal soms aangevuld met wat persoonlijke bevindingen. Het tropisch woud vertoont zich in tal van verschijningsvormen. Langs de modderige kusten en de monding van rivieren zie je mangrove- of vloedbossen; langs de zanderige stranden groeit de tjemara, die ook wel Strand Sorong Doom Indische den wordt genoemd. Langs de beken en de randen van zoetwatermoerassen vind je de sagopalm, die voor de niet landbouwende bevolking het hoofdvoedsel leverde. Achter de kustformaties strekt zich dan het tropische regenwoud uit. Met zijn overweldigende rijkdom aan soorten bomen, lianen (rotan- palmen, Araceeën ), varens en orchideeën. Stijgen we dan kom je in het gebergtebos waar het aantal soorten afneemt maar wel kom je er eiken en coniferen tegen. Ook zijn de savannebossen te vermelden in het gebied in het zuiden bijvoorbeeld rond Merauke. En waar de atmosfeer de hele dag met waterdamp is verzadigd begint het mos- of nevelbom. In het tropisch regenwoud heerst een eeuwige strijd om het bestaan. Overal zie je grote woudreuzen, met kruinen tachtig tot honderd meter boven de grond, omstrengeld in een verstikkende greep van lianen en klimplanten die je het licht ontnemen. De grond is vaak bezaaid met stammen die het loodje
14
15
gelegd hebben. Maar tussen deze rottingsprocessen zie je ook weer nieuw leven en groeien er jonge stammetjes omhoog, richting het licht. Het is behoorlijk donker, schemerig in de bush. Geen zonnestraaltje dringt er binnen vanwege het dichte bladerdak van de zeer hoge bomen. De temperatuur is drukkend, met overal de lucht van rottende bomen en struiken. Af en toe hoor je takken afbreken, soms valt er een boom om, die blijkbaar van binnen helemaal verrot is. Af en toe krijst een vogel in het geboomte vaak een kakatoe. Het gesjirp van krekels en cicaden begeleiden je geploeter. Wanneer het regent, duurt het een behoorlijk lang voordat deze nattigheid de grond bereikt. Alles in een verstikkende temperatuur, dat kortademig maakt. Voorop een Papoea politieagent, als gids die met een kapmes probeert een opening in deze dichte begroeiing te vinden. In het dichte struikgewas ziet zijn geoefend oog voortdurend kleine openingen waar wij doorheen kunnen. Links af, rechts af, zelden langer dan één minuut in dezelfde richting. Je oog strak op je voormangericht, soms botsend tegen struiken met scherpe doornen en struikelend over de boomwortels. Zo ‘n tocht is een lange weg die met enig gevloek, getier, vallen, opstaan, stoten, bukken en uitglijden. En dan ook nog de ellende van de vele bloedzuigers, die via je benen omhoog kruipen of die zich van een tak in je nek laten vallen. Het is niet aangenaam om regelmatig de vieze, volgezogen bloedzuigers op allerlei plaatsen van je blote lijf te moeten plukken (met een brandende sigarettenpeuk wil dat nog het best lukken) Soms haal je de handen open aan de rotan met doornen. Het lopen in die eeuwige modder in een junglepak met daaronder het tropen ondergoed komt daar nog bij. Dat pak is na enkele uren al helemaal doorweekt van het zweet en de regelmatig vallende regen en de lichtgroene kleur van het pak is langzaam veranderd in een nat, donkergroen geval. En dan loop je ook nog in de kletsnatte jungleboots te soppen. Je veldfles raakt onderweg behoorlijk leeg en ook moet je nog enkele tabletjes slikken. Zoals vitamine, paludrine (anti- malaria) en vooral niet te vergeten zouttabletten, want je verliest liters vocht. Elke morgen je klamme pak weer het aantrekken, dat ’s nachts nauwelijks droogde. Geen pretje, maar je bent jong en je wilt niet al teveel mekkeren, dat helpt toch niet. Een schrale troost is dat ook je collega’s in hetzelfde schuitje zitten! Gelukkig dat na terugkomst in de kazerne mijn Papoea was jongen Samson (een stevige naam voor een tengere jongen) alle kleren weer een goede beurt kon geven en dat voor een tientje met een pakje sigaretten als bonus! Bij het lopen door het oerwoud zie je de lucht en wolken alleen bij het passeren van de rivieren. Het licht in de bush is gedempt door het volledig gesloten bladerdak, je niet eens kunt zien waar de zon staat. De ondergroei beperkt het zicht tot een tien- twintigtal meters en on onderbroken moet er een pad worden gekapt door de wirwar van planten. In deze sombere schemering en in een altijd broeierige atmosfeer omgeven door de weeë lucht van rottende bladeren en
16
kleverige modder is het enige uitzicht struiken en bomen en een enkele bloem. Vliegeniers vergelijken de uitgestrekte jungle wel eens met ”boerenkool” als ze ervan bovenaf naar kijken omdat het tropisch regenwoud over lange afstanden volkomen gesloten is. Wanneer je zo maar eens dit “bos” binnenloopt zou je niet zeggen dat Nieuw Guinea een der vogel rijkste gebieden ter wereld is. Wat zich beweegt op de grond, is schielijk en geruisloos verdwenen in het halfduister van de dichte ondergroei. Veel van het leven speelt zich af aan de rand van het oerwoud, daar waar het zonlicht doordringt. Zestig, tachtig meter boven de grond kun je dan de paradijsvogels vinden, heb ik me laten vertellen, al heb ik ze zelf nooit gezien tijdens een patrouille. Onze Papoea dragers liepen barrevoets maar wel met een dikke eeltlaag onder hun voeten, waarmee zij gewoonlijk meer kunnen verdragen dan wij met onze jungleboots. Zij konden van steen tot steen over kleine riviertjes springen, waar wij doorheen moesten waden. Ook maakten we wel gebruik van boomstammen boven een riviertje. Maar dat was dan wel glijdend, soms op je achterste, proberen in balans te blijven om de overkant te bereiken. Onze dragers, mijn dragers van de radiospullen droegen slechts een verschoten en versleten shirtje en een korte broek. Hun beloning voor dit “beulswerk” bedroeg - in mijn herinnering - één Nieuw-Guinea gulden en een pakje sigaretten van mij Enkele persoonlijke belevingen: Cultuurverschil
Op mijn eerste oefenpatrouille onder commando van lt. Piet De Rijk kwam ik in een kleine kampong, oog in oog te staan met een jong Papua meisje, met aan de ene kant een kindje aan haar borst en aan de andere borst een jong varkentje! Even knipperen met je ogen: wat een cultuur verschil! Ik moest toen wel even denken aan mijn jongere zusje thuis. Eten uit blik is ook niet alles.
Tijdens een rustpauze midden op de dag zaten uiteraard mijn radio spullen dragers bij onze groep. Twee van hen gingen de bush in en haalden een soort groente waarvan ze voor hen zelf en voor mij een maaltje klaarmaakten. Deze groente heet “kangkoeng”, smaakt naar spinazie en is best lekker. Ook nog voor mij de bush in om uit dikke lianen water in mijn veldfles te druppelen, zodat er weer wat te drinken viel. Weten wij wat er zoal in het oerwoud te vinden is om te eten en te drinken? Is die oorspronkelijke bewoner niet verreweg de ontwikkelde waar het gaat om te overleven in dit klimaat en omstandigheden. Tovertruc
Een onze maat al een kunstgebit. Tijdens de middagpauze haalde hij dit gebit even uit de mond om bijvoorbeeld stukjes kokosnoot of wat anders, onder zijn gebit te verwijderen. De Papoea’s keken met grote ogen naar dit schouwspel, één van hen sloeg van opwinding over de kop, terwijl een ander ook aan onze tanden begon te voelen. Je tanden eruit en erin dat was een ware tovertruc van die blanke mensen Idyllisch?
Zo idyllisch als op de foto met de waterval was het zeker niet overal, maar
17
het is wel een mooi plaatje. In mijn herinnering heb ik ook mooie beelden. Bij een bivak op een open plek bijvoorbeeld aan de rand van een rivier en dan in de ochtend wakker worden in een sauna van opstijgende nevels uit het door de zon al flink verwarmde bladerdek. Mijn tirailleur collega’s die terugkwamen met een paar geschoten wilde varkens. Varkens die dan door mijn dienstmakker van toen, Tonny Damen ( van beroep slager) werden klaargemaakt. Als maatje kreeg ik vanzelfsprekend nog een extra lekker stukje. De ingewanden werden in de kali gegooid maar de Papoea’s haalden die er direct weer uit om smakelijk te worden opgepeuzeld. Volgens kenners zit er veel eiwit in maar toch geef mijn portie maar aan fikkie. Terima kassi Hoog boven in de bomen groeien de orchideeën waarvan Nieuw Guinea een grote verscheidenheid bezit. Onder in het bos, op de grond groeien zelden bloemen. Opmerkelijk is dat er zijn weinig grote zoogdieren zijn. Wel zijn er wilde varkens, kaketoes, loeris, en veel prachtige vogels. Ook mooi zijn de prachtig gekleurde vlinders. In het oerwoud vinden we verder buideldieren, de koeskoes en kalongs (vliegende honden) en nog veel meer. Ik sluit dit onvolledige verhaal over ‘jungle ’af met een aardige anekdote die ik de lezer zeker niet wil onthouden. Het gaat over Piet Bakker, toen een bekend schrijver (van o.m. Ciske de Rat), die vele reisrapportages maakte voor Elzeviers Weekblad. Toen de schrijver Nieuw Guinea bezocht wilde hij natuurlijk ook iets van de jungle zien. Hij werd daarom naar een stuk bos gebracht, niet ver van de grote weg. Maar een bos dat wel “maagdelijk was, compleet met omgevallen bomen, lianen en wat er zo tot de inventaris van het oerwoud wordt gerekend. De begeleider had zich waarschijnlijk voorgesteld dat Bakker grote afstanden door het bos zou willen sjokken om de jungle in zich op te nemen maar na honderd meter stond zijn gast stil en vroeg of het bos er vijfhonderd meter verder net zo uitzag. Ja, dat was inderdaad het geval. En vijf kilometer verder? Ja, ook dat zag er niet anders uit. Wel, zei Piet Bakker waarom zou ik dan verder lopen? En hij keerde om
18
19
Van het bestuur WIJ GEDENKEN
Met eerbied en in gepaste stilte brengen we een laatste eresaluut aan: G. Dankers
5144 XN
Waalwijk
K. Elderman
4456 AG
Lewedorp
H. M. van Houten
5331 PH
Kerkdriel
H.J. Nagelhout
2153 CS
Nieuw Vennep
den in dit gesprek een uitdrukkelijk en zeer dringend beroep op het bestuur om het besluit tot het niet meevoeren van de vlag te eerbiedigen. Na ampel beraad heeft het bestuur toen unaniem besloten dit besluit te volgen en dit op de Veteranendag de deelnemers van onze vereniging aan het defilé, mede te delen. Voorafgaande, tijdens en na de Nederlands Veteranen dag ontstond commotie in velerlei vorm waarvoor het bestuur zich niet verantwoordelijk acht maar waarbij het ontstaan hiervan te wijten is aan derden. Het bestuur zal de komende maanden gebruiken om wederom in overleg te gaan met alle betrokkenen. Het resultaat zal het bestuur vertellen op de Algemene Ledenvergadering van mei 2015 en is dan ook ter discussie. Als het mogelijk en wenselijk is hierover eerder te communiceren zal dat gebeuren in onze Nieuwsbrieven van december 2014 of februari 2015. Het bestuur verzoekt de leden zich in de tussentijd te onthouden van elke actie rond de vlag.
Wij heten onze nieuwe leden welkom
Namens het bestuur J.W.P. Dijk
4849BC
Dorst
H.J.J.Hagen
1251WK
Laren
Mededeling van het bestuur Aan de leden van de Vereniging Nederlands Nieuw Guinea-Militairen 1945-1962 U hebt ongetwijfeld kennis genomen van de commotie over de Morgenster vlag rond de Nederlandse Veteranendag. De rol van het bestuur van uw vereniging is daarbij meermalen genoemd. Daarom deze toelichting van uw bestuur. Het niet meedragen van de Morgenster tijdens het defilé op de Nederlandse Veteranendag heeft de volgende achtergrond. Vorig jaar werd door het Comité Nederlandse Veteranen dag in overleg met het Veteranen Platform (waarbij aangesloten 46 Nederlandse Veteranenverenigingen) als één van de regels vastgesteld dat de defilerende groepen op de Veteranendag wel vaandels van regimenten mogen meevoeren maar vlaggen als bijvoorbeeld de Morgenster niet. Het vaststellen van deze regel heeft als achtergrond het versterken van het formele karakter van het defilé op de Nederlandse Veteranendag. Uw bestuur heeft hierna alles in het werk gesteld om het besluit te wijzigen en om te voorkomen dat het vaststellen van deze regel tot ongewenste resultaten zou leiden. Als laatste in deze actie heeft een gesprek van het voltallige bestuur plaatsgevonden met de heer drs. Rijken (Kolonel der Mariniers b.d., en projectleider van de Nederlandse Veteranen dag) en de heer H.J.Scheffer (Brigade – generaal b.d. en voorzitter Veteranen Platform). Beide heren de-
20
P.S. Eventuele correspondentie over deze mededeling van het bestuur richten aan onze secretaris. C.Drost Brouwersveld 2 1541 PG Koog a/d Zaan
[email protected] Voor uw agenda • 01 oktober 2014 Herdenking bij het Papua monument
Landgoed Bronbeek in Arnhem
Op één oktober 2014 zal deze herdenking weer plaatsvinden. Informatie: Jaap van Hensbergen Ravelstraat 4 6815 HB Arnhem Per mail:
[email protected] • 10 oktober 2014 Zesde Réunie van 928e Afd. Lt. Lua-Nieuw Guinea 1962
Kumpulan op Bronbeek, Velperweg 147 te Arnhem Aanmelden tot uiterlijk 30 september Alle ons bekende personen hebben in april al een uitnodiging ontvangen. Informatie: Joop de Ruiter. Tel.0505034550 Email:
[email protected] Website: www.nng928.veteranen.nl
21
• 14 oktober 2014 Herdenking gesneuvelde Stoters
Beneden-Leeuwen De 69e dodenherdenking van gesneuvelde Stoottroepers zal plaatsvinden op zondag 14 oktober. Er is een oecumenische kerkdienst en een stille tocht vanaf het gemeentehuis in Beneden- Leeuwen voorafgaande aan de ceremoniële plechtigheid bij de Stoottroepenkapel.
• 18 januari 2015 Nieuwjaarsreceptie
TEKSTEN OVERLIJDENS BERICHTEN Als aan het bestuur of leden van de sociale commissie daartoe een verzoek wordt gedaan plaatst de redactie een aparte tekst voor overledenen SOCIALE COMMISSIE Als u contact wilt met een lid van de sociale commissie kunt u het voor u dichtst bij wonend lid van deze commissie vinden in de lijst aan de binnenkant van de omslag van deze Nieuwsbrief. Voor de namen van de leden van de sociale commissie ziet de binnenzijde van de omslag.
Bergen op Zoom Zaal “BLACK HORSE” Hoogstraat 7, 4701 ZN Roosendaal Zie elders in deze Nieuwsbrief voor meer informatie
• 22 en 23 april 2015 Reünie Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen 2015
Lkol. Tonnet kazerne in “t Harde Met een optreden van Tante Lien Zie elders in deze Nieuwsbrief voor meer informatie
NIEUWSBRIEF • Hebt u een verhaal van toen of van nu (met foto’s) over Nieuw-Guinea. Hebt u hierover iets interessants te melden, neem contact op met de redactie. De redactie bekijkt dan of het geschikt is voor plaatsing in de Nieuwsbrief. Meegestuurde foto’s worden altijd geretourneerd. Ongetwijfeld zijn er veel Nieuw-Guinea gangers die een verhaal kunnen vertellen dat geschikt is voor de NIEUWSBRIEF. Maar om het dan ook nog op te schrijven is misschien net even de drempel om het niet te vertellen. Jammer, want deze belevenissen zijn beslist interessant genoeg om vast te leggen. Wie zijn verhaal kwijt wil kan mij malen. Ik neem dan contact met je op om via één of een paar telefonische intervieuws jouw verhaal om te zetten in een artikel voor de NIEUWSBRIEF. Het door mij gemaakte artikel wordt altijd van te voren naar je toegestuurd zodat je kunt corrigeren en in ieder geval weet wat er in komt te staan. Dus geen verrassingen achteraf. Mijn mail adres:
[email protected] Geen mail? Dan een briefje naar: Ed van Tuijl, Polderstraat 13, 2965BA Nieuwpoort ONDERSCHEIDINGEN De redactie van de Nieuwsbrief wil graag op de hoogte worden gehouden van het verkrijgen van Koninklijke en Militaire Onderscheidingen door leden van onze Vereniging. De redactie wil het verkrijgen van een onderscheiding graag in de Nieuwsbrief vermelden. Daarom vragen we onze leden om ons op de hoogte te houden. Een verkrijger van een onderscheiding kan het zelf aan de redactie melden maar ook anderen kunnen ons hierop attenderen. We plaatsen het bericht het liefst met een foto van de uitreiking van de onderscheiding aan betrokkene. Een melding kunt u doen rechtstreeks naar de redactie (zie colofon)
22
23
UITNODIGING NIEUWJAARSRECEPTIE 2015 Bijeenkomst van onze vereniging Zaal “BLACK HORSE” Hoogstraat 7, 4701 ZN Roosendaal, Telefoon 0165 53 32 55 Toegang voor leden van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen en introducés. Zondag 18 januari 2015 De zaal van “Black Horse” is om 12.30 uur open. Opgave voor deelname bij Toon Dielemans Per telefoon: 0165 56 21 05 Schriftelijk: T.Dielemans, Antennestraat 18,4702 LE Roosendaal Na de receptie wordt rond 17.00 uur een nasi maaltijd geserveerd Kosten €13.50 Vantevoren aanmelden voor deelname aan het buffet
Uw betaling is ook de aanmelding voor het buffet Voor de keukeninkoop is het gewenst dat u zich tijdig voor deelname aan het buffet aanmeld. Uw aanmelding voor het buffet is pas definitief na de ontvangst van de €13.50 op: IBAN rekening: NL55ABNA0838767494 T.n.v. Dielemans/lepra Merauke Betaling uiterlijk: 15 januari 2014 Voor de loterij worden ook dit jaar weer verkopers van loten gevraagd. U kunt zich hiervoor aanmelden bij Toon Dielemans (tel: 0165 56 21 05) Iedere verkoper die 200 of meer loten verkoopt mag gratis aan het buffet deelnemen. De opbrengst komt ten goede aan lepra tbc patiënten in voormalig Nederlands NieuwGuinea
24
REUNIE 2015 Locatie: Luitenant Kolonel Tonnet kazerne in ’t Harde Toegang voor leden van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen en introducés. Woensdag 22 april en donderdag 23 april 2015
22 april ontvangen we het 6e Bataljon Infanterie lichtingen 1959–1962 23 april ontvangen we alle overige militairen die in Nederlands Nieuw-Guinea zijn geweest. N.B. de dagen zijn woensdag en donderdag Optreden en een voortreffelijke Oosterse maaltijd. Deze keer ontvangen we Tante Lien (Wieteke van Dort) op het podium. De organisatie is in handen van de reünie-commissie o.l.v. Cor van Vliet. Wilt u naar de reünie komen dan kunt u zich inschrijven middels betaling van de kosten. Hiervoor krijgt u een toegangskaart voor de opgegeven dag. Overschrijven naar: Rekening nummer: NL40INGB0000925456 Gebruik de juiste tenaamstelling t.w.: Ver Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 !!!Het is belangrijk te vermelden of u op 22 april of op 23 april komt!!! Reünie bijdrage 2015. € 15,00 per persoon. Maximaal één introducé. Inschrijving sluit 20 maart 2015 ! Kunt u niet via een bankrekening overschrijven dan is het mogelijk het bedrag bij een bankkantoor te storten. Ook kunt u contact opnemen met de penningmeester Jaap van Hensbergen telefoon: 06 53 1995 48. Mail:
[email protected] Inlichting over de reünie Cor van Vliet 06 40 1415 21 of 0224 751413.
[email protected] Jaap van Hensbergen 06 53 1995 48.
[email protected]
25
LEDENBIJDRAGE VOOR HET JAAR 2015 De ledenbijdrage voor het jaar 2015 bedraagt ook dit jaar weer € 16,50. (het bedrag is niet verhoogd)
Het bestuur vraagt u het lidmaatschap voor 2015 te continueren.* Maak het bedrag vandaag nog over. U hoeft er niet meer aan te denken en het bespaart de vereniging de kosten van het sturen van een betalingsherinnering. Verleden jaar moesten we voor de inning van de bijdrage 2014 ruim 700 herinneringen sturen! Bankoverschrijving
Rekeningnummer NL93 INGB 0000 8824 04 Gebruik de juiste tenaamstelling t.w.: Ver Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 Wilt u geen afkortingen of andere namen gebruiken, uw overschrijving bereikt ons dan niet! Gaarne vermelden: ledenbijdrage 2015 Het bestuur verstuurt, evenals voorgaande jaren, geen acceptgiro.
Dit i.v.m. de kosten. Kunt u niet via een bankrekening overschrijven wilt u dan het bedrag bij een bankkantoor storten. U kunt ook contact opnemen met de penningmeester: Jaap van Hensbergen, telefoon: 06 53 1995 48. Mail:
[email protected] Het bestuur dankt u bij voorbaat voor een vlotte betaling. Namens het bestuur Ver Nieuw-Guinea Militairen Penningmeester Jaap van Hensbergen
* De statuten vermelden in artikel 6 lid 2 Wanneer u op 31-01-2015 nog niet heeft betaald mag de Vereniging het lidmaatschap beëindigen. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van het lopende boekjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste vier weken. Wilt u dus onverhoopt het lidmaatschap beëindigen dan moet dat uiterlijk in de maand december van het jaar 2014 gebeuren. Brieven te richten aan de penningmeester J.H.van Hensbergen Ravelstraat 4, 6815 HB Arnhem.
26
1 Op zoek naar mijn Fototalbum De heer B.Berghorst is op zoek naar zijn fotoalbum
Het album is rood gemêleerd met een blauwe band
Voor de reünie in het ’t Harde in 2011 nam ik mijn fotoalbum met Nieuw-Guinea foto’s en de foto’s van mijn thuiskomst erin mee. Een heel dierbare herinnering. Het toenmalige comité dat de foto’s ophangt in de hal vroeg of ze het album even mochten houden. Er zaten namelijk foto’s in die nog niet bekend waren. Daarna is het album spoorloos verdwenen. De personen die het album even leenden weten ook niet waar het is gebleven. Misschien heeft iemand het per ongeluk meegenomen. Ik wil mijn album graag terug. B. Berghorst, Hulstweg 11, 8072 EE Nunspeet. Telefoon: 0341-256669. Email:
[email protected] 2 Oproep betrokkenheid International Military Tribunal (Tokyo Tribunal) In het kader van haar promotieonderzoek, dat zich richt op de Nederlandse betrokkenheid bij het International Military Tribunal for the Far East (Tokyo Tribunaal) en ook op de Temporaire Krijgsraden die na afloop van de Tweede Wereldoorlog werden gehouden in Nederlands-Indië, zou Drs. Lisette Schouten graag in contact komen met oudgedienden of andere personen die op een of andere wijze bij het Tribunaal of de Temporaire Krijgsraden betrokken waren (Voorzitter/Lid van de Krijgsraad, Auditeur-militair, vertaler, getuige, liaison officer, NICA-ambtenaar, politiebeambte etc.). Mocht u haar verder kunnen helpen of beschikt u verdere informatie met betrekking tot de naoorlogse rechtspraak in Nederlands-Indië, neemt u dan alstublieft contact op met Lisette Schouten via:
[email protected] of +41 (0) 789519290. 3 Wie helpt zoeken? Betty Tervoort zoekt dienstmaten van haar broer Wilhelmus Nicolaas Gijsbertus Tervoort, roepnaam Pim of Willem (geboren 09-08-1942). Pim heeft gediend van 1961-1962 in FAK FAK. Op 4 mei vertrokken met de Waterman en op 5 november 1962 weer in Nederland teruggekomen met de Seven Seas. Hij maakte deel uit van het 41ste Infanterie Bataljon der Stoottroepen in de Charlie compagnie. Hij had een ” slapie” met de bijnaam SPEKKIE. Op de foto rechts staat Pim Reacties: B. Tervoort, Klimopstraat 14. 1783 HN Den Helder. Mail bettytervoort@quicknet .nl
27
B&B Arbeid Adelt
Boeken rubriek Killed in Action Mark Schouwink
Wat gebeurt er met je als je te horen krijgt dat je zoon is gesneuveld in Afghanistan? 18 april 2008: Mark Schouwink, een jonge soldaat op vredesmissie, sneuvelt in Uruzgan. Zijn ouders Gerard en Gisela hebben na dat vreselijke bericht vrijwel direct contact met Marks maten in Afghanistan. Door brieven, verslagen en dagboekfragmenten wordt duidelijk hoe Gerard en Gisela, maar ook de collega’s van Mark, die nog een aantal maanden in Uruzgan blijven, met dit verlies omgaan en welke rol Defensie speelt in de nazorg voor de nabestaanden. Killed in Action is het aangrijpende verslag van de gebeurtenissen rond en na die achttiende april, opgetekend door de ouders van Mark. Het is een hommage aan hun zoon en Defensie, maar ook een met liefde geschreven boek over verlies, respect en vriendschap.
Nieuwendijk 43, 5688 LK Oirschot (N-Br) tel. 0411-674457/06-34348598 Email:
[email protected]
Uitgever: Kaft Media, ISBN 978-94-91061-39-4 De opbrengst van dit boek gaat naar Stichting Hulphond Nederland ten behoeve van het project Veteranenhond. (www.hulphond.nl) Brieven naar de groene hel
Wij bieden prachtige kamers met eigen badkamer en een heerlijk ontbijt in huiselijke sfeer. B&B Arbeid Adelt is de plek om te overnachten na uw fiets- of wandeltocht in het prachtige natuurgebied “Het Groen Woud”. Informeer naar de mogelijkheden! Wij heten u van harte welkom.
Henk Krijnen De schrijven werd in de tachtiger jaren van de vorige eeuw voor een oliemaatschappij uitgezonden naar voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Zijn vriendin, nu zijn vrouw, werkte als tropenarts bij het Victoriameer in Tanzania. Het boek gaat over ontwikkelingsproblematiek, gezondheidszorg, contrasten tussen bedrijfsleven en ontwikkelingshulp en het onderhouden van een latrelatie. Het is een beeldend verhaal, vlot geschreven en verteld in de sociaal economische context van toen. Als u het boek besteld via onderstaande website en onder opmerking in het bestelformulier Papoea Steunfonds vermeld ontvangst SPNS een deel van de opbrengst’ www.spns.nl en www.brievennaardegroenehel.nl
28
29
Tijd heelt de wonden, niet de littekens Auteur Commandeur b.d. Kees Leebeek Dit boek van oud – marinevlieger en historicus Kees Leebeek is geschreven op basis van authentieke bronnen en interviews met nog in leven zijnde bemanningsleden die in de periode 1950-1960 dienden in Nederlands Nieuw-Guinea. De primitieve omstandigheden vormden het levensechte decor waarin het loyale en plichtsgetrouwe marinepersoneel ver verwijderd van huis en haard met deze grote amfibische vliegboten haar bijdrage leverde aan de verdediging van Nederlands Nieuw-Guinea. Aan de hand van een aantal ernstige ongevallen – waarbij helaas 32 slachtoffers vielen en 8 Mariners verloren gingen – vertelt dit boek niet alleen het echte verhaal over deze rampen maar geeft het ook een unieke en onthullende blik achter de schermen bij de Koninklijke Marine. Uitgeverij Geromy B.V. ISBN10 – 9081893653 en ISBN13 - 9789081893657 De eer en de ellende
Nieuw-Guinea 1962 Nu- meer dan een halve eeuw later- is het tijd om te vertellen wat er werkelijk gebeurde. Niet alleen gezien vanuit de Nederlandse invalshoek, maar ook uit die van de Indonesiërs, de Amerikanen en de kinderen van het land, de PAPOEA’s Auteur Pierre Heijboer ISBN 978-90-484-9-020-2 Uitgeverij LITEROZA Patrouilleren voor de Papoea’s De Koninklijke Marine in Nederlands Nieuw-Guinea 1945-1960 R.E.van Holst Pellekaan & I.C.de Regt & J.F.Bastiaans 1989 De Bataafse Leeuw Amsterdam ISBN 90 6707 197 8 gebonden Patrouilleren voor de Papoea’s De Koninklijke Marine in Nederlands Nieuw-Guinea 1960-1962 R.E.van Holst Pellekaan & I.C.de Regt & J.F.Bastiaans 1990 De Bataafse Leeuw Amsterdam ISBN 90 6707 243 5 gebonden
30
Nieuw Guinea De Marinierskant van het verhaal G.K.R.de Roos Bureau Maritieme Historie, 1979 Den Haag” Paradijsvogels en kroonduiven Indische Nederlanders in voormalig Nieuw-Guinea Tjaal Aeckerlin 2010 KIT Publishers Amsterdam ISBN 978 94 6022 049 4 Met stille trom
Schrijver: F Springer Het boek werd al 1963 aangekondigd maar niet gepubliceerd. De auteur trok het manuscript terug, omdat hij bij nader inzien het drama van de oorspronkelijke bevolking er in miste. In 2011 zegt hij: “Ik had toen de kans moeten grijpen om de Nederlanders te laten weten hoe wij verbeten onze plicht tegenover de aan ons toevertrouwde Papoea’s bleven doen.” Door de roman te bewerken en alsnog te laten publiceren, wilde hij deze geschiedenis alsnog aan de vergetelheid ontfutselen. Helaas stierf hij voor de daadwerkelijke publicatie. De roman geeft voor veteranen een andere kant van het toenmalige Nieuw-Guinea weer en is daarom juist voor ons een erg lezenswaardige roman. Gezien vanuit het bestuur beschrijft hij een stammenstrijd in het bergland van Nieuw-Guinea. Met vlotte pen, droge humor en een vleugje romantiek, geschreven. Uitgeverij Querido . www.querido.n Nieuw Guinea Torn 58/59 Auteur Henk Oudes (1939) volgde een opleiding tot gezelschilder. Na zijn diensttijd in Nieuw Guinea deed hij verschillende losse cursussen, waaronder het weer, taal, kunst schilderen, muziek, en tekenen. Later begon hij met schrijven.
Dit is het verhaal van een marinier, uitgezonden naar Nieuw-Guinea. Vanuit de daar ontstane behoefte om thuis te verellen van de belevenissen die niet of nauwelijks tot ‘thuis’ doordrongen. Aantal pagina’s 366 ISBN: 9789048433278 Uitgeverij: Free Musketiers, 2713 JA Zoetermeer +31(0)79 320 35 90 www.freemusketeers.nl
31
De zomer van 1962 Het boek over Nederlands Nieuw-Guinea Auteur Andreas Schelfhout Hét boek over Nederlands Nieuw-Guinea haalt de 8e druk Met veel onderkoelde humor en een scherp gevoel voor detail beschrijft Schelfhout in zijn boek de aanloop, de reis naar en de gebeurtenissen in Nieuw-Guinea en creëerde daarmee een indringend, onthutsend tijdsbeeld. Het boek vindt nog steeds veel kopers. Daarom is al de achtste druk verschenen. Deze nieuwe druk is ook weer verder uitgebreid, aangevuld en verbeterd. De grootste aanvulling in deze achtste druk betreft de luchtdoelartillerie. Aad Nuis, de enige vaandrig in Nederlands NieuwGuinea (hij weigerde de officierseed af te leggen), auteur, politicus en nog veel meer beschreef in zijn boeiende kroniek “De Balenkraai”wat hij zoal aantrof bij de stukken luchtdoelgeschut rond Sorong tijdens zijn maandelijkse rondrit om op de buitenposten soldij uit te betalen. Hij schrijft: “De soldaten op de meest afgelegen posten leidden een tamelijk vrijgevochten maar ook half versuft bestaan. Hoogstens één keer per week, kwamen ze naar het Paradise Hotel, dat voor hen het centrum van vertier betekende. Verder waren ze op elkaars gezelschap aangewezen. De bemanning van een dergelijk kanon bestond uit een man of acht: elke soldaat zat overdag meer dan drie uur op post, samen met een ander en s’ nachts anderhalf uur alleen. De rest van de tijd werd al slapend of dommelend doorgebracht in de verblijven, soms grote tenten, soms leegstaande huizen. De soldaten vormden er in het algemeen een zwijgzaam slag, dat met moeite het woord tot buitenstaanders richtte. En buitenstaander werd iedereen die niet tot de stuksbemanning hoorde. Vele jaren later schreef wachtmeester Kees Schelfhorst wat hij tijdens de opleiding en in Nieuw Guinea meemaakte. Deze notities stelde hij aan de schrijver Andreas Schelfhout van de “Zomer van 1962” met foto’s ter beschikking. Dat vormt nu een flink en boeiend hoofdstuk van het boek in de achtste druk. Ondanks de vele pagina’s meer, is de prijs van het boek onveranderd en blijft € 16,50
Luchtdoelkanon, een 40L70 voor kenners, brandt los Uitgeverij “De Zomer van 1962” isU2pi, Voorburg
32
Musea Museum Bronbeek Arnhem “Het verhaal van Indië” Vaste expositie Met stille trom
Museum Bronbeek en het Indisch Herinneringscentrum Presenteren van 4 oktober 2014 t/m 15 januari 2015 de tentoonstelling ‘Met stille trom’ F. Springer en het einde van Nieuw-Guinea.’ In 1962 nam Nederland noodgedwongen afscheid van Nieuw-Guinea. De tentoonstelling ‘Met stille trom, F.Springer en het einde van Nieuw-Guinea gaat over Carel Jan Schneider (1932-2011), die als controleur bij het Binnenlands Bestuur met de Papoea’s werkte in dit ‘laatste stukje tropisch Nederland in de Pacific’. Onder pseudoniem F. Springer schreef Schneider verhalen die sterk geïnspireerd zijn door zijn ervaringen op dit immense schiereiland. In de expositie zijn (bewegende beelden), voorwerpen en documenten uit Schneiders privécollectie te zien. De tentoonstelling neemt de bezoeker mee naar de Baliemvallei, een geïsoleerd gebied in het centrale bergland van Nieuw-Guinea, waar Schneider twee jaar met zijn gezin woonde. Centraal staan het leven en werk van de bestuursambtenaar Schneider en zijn contacten met de plaatselijke Papoea’s, de Dani, in de laatste jaren van het Nederlands bestuur in de vallei. Samensteller van de tentoonstelling is Liesbeth Dolk, de biografe van F. Springer. Carel Jan Schneider moest in 1962 terugkeren naar Nederland, maar de Papoea’s en het land bleven in zijn hart. Kort na zijn thuiskomst schreef hij in enkele weken Met Stille trom, een neerslag van zijn ervaringen als Controleur Baliem. Op zijn verzoek werd deze roman toen niet uitgegeven. Vlak voor zijn dood bewerkte Schneider de proeven met nieuw enthousiasme. In 2012 werd Met Stille Trom, een journaal door Querido uitgebracht. Waarom het boek in 1962 niet verscheen, en in 2012 wel, onthult Schneider zelf in zijn Voorwoord bij deze postuum gepubliceerde roman. Samen met zijn andere verhalen over Nieuw-Guinea vormt dit boek een leidraad bij de tentoonstelling. Vormgeefster Monique Kreeft heeft deze tentoonstelling op maat gemaakt. De tentoonstelling is een verdieping bij de vaste tentoonstelling ‘Het verhaal van Indië’ in het museum Bronbeek in Foto: Baliemvallei 1961 Arnhem © Erven C.J.Schneider
33
Sociale Commissie voorzitter
Ad Bouterse 0224-215621
Lindenlaan 110, 1741TX Schagen
[email protected]
secretaris
Gijs Elders 035-5383830
Wakkerendijk 18, 3755DC Eemnes
[email protected]
Friesland & Groningen
Peter Beers 0517-413506
Welgelegen 36, 8861XR Harlingen
[email protected]
Drente
Gorrit van Berkum De Muijnhorn 14, 8431BJ Oosterwolde 0516-850186
[email protected]
Overijssel
Wouter Wanrooy Pr Beatrixlaan 25, 7437CA Bathmen 0570-543072
[email protected]
Gelderland-oost Jaap Visser 026-3114123
de Rosmolen 25E, 6932 NA Westervoort
[email protected]
Gelderland-west Kees Hermens 024-3564001
Karnstraat 3, 6532TX Nijmegen
[email protected]
Utrecht/’t Gooi
Gijs Elders 035-5383830
Wakkerendijk 18, 3755DC Eemnes
[email protected]
Noord Holland
Jan van Gils 020-4972654
Wilhelminalaan 38, 1161TX Zwanenburg
[email protected]
Zuid Holland
Vacature
Zeeland
Adri Poortvliet 0118-463259
Henri Dunantstr. 32, 4388NK Oost Souburg
[email protected]
Noord Brabant
Jan Wouters 073-6212997
Com. de Quaylaan 290, 5224CZ Den Bosch
[email protected]
Noord Brabant/ Vacature deel Zuid Holland Limburg
34
John Snackers 045-5252557
Groesweg 26, 6451GG Schinveld
[email protected]
Merapi Tour & Travel
Dé Indonesië reisspecialist
Merapi maakt reizen naar het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea weer gemakkelijk! Merapi Tour & Travel is de Indonesië specialist en biedt onder andere reismogelijkheden naar Papua. Enkele keren per jaar organiseren we groepsreizen naar o.m. Biak, Jayapura en de Baliemvallei, maar het hele jaar door kunt u bij ons terecht voor individuele reizen. Op verzoek stellen wij ook graag reizen samen voor kleinere groepen.
PAPUA groepsreis BIAK - Jayapura - Baliem Vertrek 14 oktober 2014 Verlenging mogelijk op Papua, Bali, Molukken etc. Vanaf € 3.195
Merapi Tour & Travel Prinses Irenestraat 58 6611 BK Overasselt 088-8111999 www.merapi.nl Email:
[email protected]