WereldDelen 60 / September 2015
Klimaat
VERANDERING
2 / September 2015 / WereldDelen
Klimaat verandering Foto: J. C. Hong
colofon werelddelen is de periodieke uitgave van stichting werelddelen. losse exemplaren € 3,50 (excl. verzendkosten) stichting werelddelen streeft naar een wereld zonder honger en armoede waarin op een duurzame en rechtvaardige wijze wordt voorzien in de basisbehoeften van alle mensen. de stichting gaat ervan uit dat een rechtvaardige verdeling van de beschikbare hulpbronnen essentieel is om te komen tot duurzame ontwikkeling en een menswaardig bestaan voor iedereen. drukkerij: van de ridder b.v., nijkerk redactie: john habets, henk gloudemans jan vugts foto voorpagina: survival international stichting werelddelen postbus 709 5000 as tilburg t 013 5359953 e
[email protected] i www.werelddelen.nl iban: nl75ingb0004373079
De wereld nadert snel het moment waarop de CO2-uitstoot in de atmosfeer de kritische grens zal bereiken. Als alles bij het oude blijft, koersen we af op een temperatuurstijging van gemiddeld 4 tot 6 graden Celsius tegen het einde van deze eeuw. Klimaatverandering is geen fictie, maar een feit. Uit wetenschappelijke rapporten blijkt, dat als we snel handelen en de CO2-uitstoot een halt toeroepen, de gevolgen van de klimaatverandering nog redelijk beperkt gehouden kunnen worden. In dit nummer van Werelddelen aandacht voor ontwikkelingen, die een overgang naar 100% duurzame energie mogelijk maken en kracht bijzetten. In het belang van het klimaat en onszelf. In het artikel ‘SAMENWERKEN IS DE BOODSCHAP’ (blz. 3-4) schetst John Habets welke gedaantes de klimaatverandering kan aannemen en al aanneemt. Dat het niet alleen kommer en kwel is bewijst bijvoorbeeld een herdersgemeenschap in het Samburu district in Kenia die voedselbossen aanlegt om uitdroging en verwoestijning te voorkomen. Samenwerking is volgens hem de sleutel bij het beperken van de gevolgen van klimaatverandering. In het interview ‘DE URGENTIE VAN HET KLIMAATPROBLEEM’ (blz. 5-9) legt Marjan Minnesma van Stichting Urgenda uit hoe belangrijk het is dat er meer en betere voorlichting komt over de gevolgen van klimaatverandering en hoe urgent het is om de omslag te maken naar 100% duurzame energie. Ze geeft ook haar visie op een duurzame toekomst. Het is aan ons om die toekomst invulling te geven. "100% duurzame energie in 2030: het kan gewoon. We hoeven er niets voor uit te vinden, het ligt allemaal al op de plank, het ligt volstrekt binnen de mogelijkheden en we hebben er het geld voor,” aldus de directrice van Urgenda. Op blz. 10 en 11 uitspraken van mensen, die aangeven dat het roer echt om moet. Ook is er aandacht voor ‘Earth Overshoot Day 2015’ en het ‘Voedsel Anders Manifest’, dat pleit voor een omslag in het denken en doen over landbouw en voedsel. Op blz. 12 tenslotte inspiratievolle woorden van Vaclav Havel over ‘Hoop’. De redactie
Foto: J. Nelson
Samenwerken is de boodschap Voor herders in het noorden van Kenia wordt het steeds moeilijker voedsel te vinden voor hun kuddes, blijkt uit een artikel van IPS1. Het gebied in het noordelijk gelegen district Samburu kampt bijvoorbeeld met terugkerende droogteperiodes, het gevolg van de klimaatverandering. “De grond is hier kurkdroog”, vertelt Sipian Lesan, een Keniaanse herder, wijzend op de gronden in de nabijheid van zijn erf. Doornachtige acaciastruiken completeren hier het landschap, dat afwisselend bestaat uit stukken bijna kaalgevreten land en grote lappen rode, onvruchtbare grond. Boeren en herders in het Samburu-district leven vaak onder de armoedegrens. “Dieren kunnen niet overleven in deze streek”, merkt Joshua Leparashau, de leider van de lokale gemeenschap in dit deel van Kenia op; “maar veel dorpjes houden nog steeds vast aan het ideaalbeeld van een kleine boerderij met veel vee. Maar dat is onhoudbaar. We moeten daar iets aan veranderen.” Op heel wat plekken in de wereld is de klimaatverandering inmiddels duidelijk waarneembaar, in allerlei gedaantes; hoewel we nog maar aan het begin staan. Is in Kenia in het district Samburu langdurige droogte de boosdoener, in het eilandstaatje Kiribati in het midden van de Grote Oceaan maakt juist het stijgende zeepeil mensen het leven zuur. Het water staat de bewoners van Kiribati bijna letterlijk tot aan de lippen2. En zuidelijk Afrika wordt geconfronteerd met een mix van onregelmatige regenval, hoge temperaturen en overstromingen. Met als gevolg, dat tegen het einde van dit jaar 10% van de bevolking zal zijn aangewezen op voedselhulp3. In de Filipijnen is het ‘t geweld van de tyfoon Haiyan, dat de levens van hele groepen mensen in één klap compleet ondersteboven heeft gegooid; dat van Mario Waniwan bijvoorbeeld, wiens boot met alles erop en eraan door de tyfoon is vernield. Zelfs de krabben, waarop hij voorheen viste, zijn er nu niet meer. Mario
Waniwan4: “Er is geen vis meer, geen vlees, en geen geld. Ik heb geen ander inkomen en ben dus aangewezen op voedselhulp. Stopt die, dat hebben we niets meer dat ons nog kan helpen. Ik maak me erg veel zorgen.” Zo zijn er nog veel meer meer schokkende verhalen te vertellen; met als gemeenschappelijke factor: het tevoorschijn treden van de klimaatverandering en de ingrijpende gevolgen, die de levens en de toekomst van grote groepen mensen bedreigen. Meer schokken in de voedselproductie Over de noodzaak tot het snel beperken van de CO2uitstoot en het naderen van de kritische CO2-grens van 250 ppm bestaat inmiddels zo goed als wetenschappelijke consensus. Ook over de consequenties van (o.a.) de te hoge CO2-uitstoot, die een soort van
WereldDelen / September 2015 / 4 warmtedeken over de aarde legt, is nog maar weinig discussie. En de voedselproductie? Nu al zet klimaatverandering de mondiale voedselproductie extra onder druk en dat zal in de toekomst alleen nog maar erger worden. “We weten, dat het klimaat aan het veranderen is en dat weerrecord na weerrecord wordt gebroken,” merkt de speciale vertegenwoordiger van Engeland op het gebied van klimaatverandering, David King, op in het voorwoord van een nieuw BritsAmerikaans rapport. Dat gaat over de veerkracht van het mondiale voedselsysteem5, afgezet tegen extreme weersomstandigheden de komende twee decennia. David King: “Als we om ons heen kijken, dan kunnen we waarnemen, dat de wereld verandert, al weten we nog niet tot in detail hoe het weer er zal gaan uitzien en wat de gebeurtenissen zullen zijn met de grootste impact op de levens van mensen.” Duidelijk is in ieder geval: met de toename van extreem weer moet gerekend worden op (nog) meer schokken in de voedselproductie6. Verwacht wordt dat binnen 25 jaar de frequentie van de terugval in de productie van rijst, maïs, soja en tarwe een frequentie zal hebben van een keer in de dertig jaar. Een terugval waarvan het jaren kost om te herstellen. In eerste instantie worden vooral de ontwikkelingslanden getroffen door zo’n terugval. Stijgende voedselprijzen zullen dan nóg meer mensen in nóg meer armoede storten. Met (nog meer) sociale onrust en burgeroorlogen tot gevolg. Dit laatste zal zich overigens niet beperken tot ontwikkelingslanden. Ook westerse landen moeten rekening houden met hogere voedselprijzen en (meer) politieke instabiliteit en conflict6. Voor wie zich een voorstelling probeert te maken van de consequenties van bijvoorbeeld de burgeroorlog in Syrië en de opmars van Islamitische Staat, zal duidelijk zijn, dat alleen al een dreiging van nog meer onrust en geweld met alle mogelijke middelen dient te worden tegengegaan. Voedselbossen Het is overigens niet alleen kommer en kwel. Integendeel er zijn ook kansen om te komen tot nieuwe vormen van ontwikkeling; in Samburu in Kenia bijvoorbeeld lijkt de gemeenschap inmiddels een eerste lokaal antwoord te hebben gevonden tegen de droogte: de aanplant van voedselbossen1. Het concept is naar Kenia gebracht door een Israëlische milieudeskundige, Aviram Rozin. De voedselbossen, die hij samen met zijn natuurorganisatie 'Sadhana Forest' bij elk huis wil aanplanten, bestaan uit bomen en struiken die bestand zijn tegen langdurige droogte. Ze helpen de gemeenschap om periodes van droogte beter te overbruggen. En ze helpen ondervoeding te voorkomen. De vruchten van de afzelia bijvoorbeeld bevatten veel proteïnen en ijzer, en het gemalen zaad van deze 'Afrikaanse eik’ levert de nodige bakbloem op. Milieudeskundige Aviram Rozin1: “De lokale gemeenschappen lijken het idee van voedselbossen te aanvaarden. We hopen dat elk boerenerf binnenkort een voedselbos heeft en dat op den duur het volledige landschap begroeid is.” Met deze voedselbossen, en het aanleggen van waterputten, het leveren van zaaigoed en trainingen in duurzame landbouw- en irrigatietechnieken, ervaren de herdersgemeenschappen de kracht van samenwerking, waardoor het besef kan groeien, dat de klimaatverandering niet alleen negatieve consequenties hoeft te hebben.
Een keerpunt Hoopvol is ook het initiatief van de president van de eilandstaat Kiribati, die in de nabije toekomst onder de zeespiegel dreigt te verdwijnen. Volgens deze ‘eerste man van het land’ moet er een einde komen aan de bouw en/of vernieuwing van kolenmijnen2. Zijn ‘moratorium-verzoek’ is inmiddels aan alle 193 VN-lidstaten toegestuurd. “De bouw van nieuwe kolenmijnen ondermijnt de doelstelling van de klimaattop in Parijs. Als we een moratorium zouden kunnen instellen voor deze industrie, zou dat een keerpunt zijn,” schrijft de president, die op 30 september a.s. de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zal toespreken2. Maar liefst eenderde van de CO2-uitstoot wereldwijd komt op het conto van de verbranding van bruinen steenkool. En, valt Greenpeace-analiste Leanne Minshull de staatsman bij2: “Bij het ontginnen van bruin- en steenkool verdwijnen ook nog eens bossen en lekken er giftige stoffen en zware metalen in het grondwater. Deze effecten blijven jaren na het verdwijnen van steenkool aanwezig. Deze industrie is schadelijk voor de gezondheid van mens en dier.” Het is écht en het gebeurt nu Woorden, die worden bekrachtigd door Greenpeacedirecteur Naidoo, die, op bezoek in Kiribaru, uitspreekt: “Ik zie hier met eigen ogen de effecten van de klimaatverandering en het waterpeil stijgt inderdaad. We praten hier niet over wetenschappelijke modellen; het is écht, het gebeurt nu en het zal alleen maar verergeren.” Volgens Dr. Kumi Naidoo heeft de fossiele brandstofindustrie een grote invloed op het debat over de klimaatverandering, onder meer door misleidende informatie te verstrekken over de effecten van de industrie op de klimaatverandering2. De Greenpeacedirecteur roept de internationale gemeenschap dan ook op om samen te werken. De tijd is nu! Naidoo: "We weten, dat het tijdperk van steenkool op zijn einde loopt. Producenten en landen, die deze vervuilende grondstof blijven ontginnen, worden enkel gedreven door onkunde of een enorme onverschilligheid voor de mensen, die slachtoffer worden van de klimaatverandering. De internationale gemeenschap moet de overgang van steenkool naar duurzame bronnen begeleiden in samenspraak met de getroffen gemeenschappen.” Samenwerking zou wel eens het sleutelwoord kunnen zijn bij het beperken van de gevolgen van de klimaatverandering. Aan de herdersgemeenschappen in Samburu, Kenia, zal het in ieder geval niet liggen! John Habets 1 Keniaanse herders gaan de strijd aan met klimaatverandering, IPS, 3 augustus 2015 2 Eilandstaat Kiribati eist wereldwijd kolenmijnmoratorium, IPS, 14 augustus 2015 3 Ernstige voedselcrisis treft zuidelijk Afrika, IPS, 18 augustus 2015 4 Hot and hungry - how to stop climate change derailing the fight against hunger, Oxfam, 25 maart 2015 5 Extreme weather and resilience of the global food system, Global Food Security, 2015 6 Klimaatverandering zet voedselproductie onder druk, IPS, 14 augustus 2015
5 / September 2015 / WereldDelen
Foto: Urgenda
De urgentie van het klimaatprobleem Interview met MARJAN MINNESMA, directeur van URGENDA
U bent als directeur verbonden aan Stichting Urgenda. Wat is de betekenis/bedoeling van de naam Urgenda? Urgenda is een samentrekking van ‘urgent’ en ‘agenda’ en is bedacht door hoogleraar Jan Rotmans. Toen Jan en ik nog directeur waren van Drift, een onderzoeksinstituut van de Erasmus Universiteit, dat zich bezighoudt met de transitie naar een duurzame samenleving, werkten we samen met een aantal onderzoekers en programma’s op het gebied van de watersector, het klimaat, de bouw en allerlei sectoren in Nederland. We hebben deze mensen op een gegeven moment de vraag voorgelegd hoe Nederland er in 2050 uitziet. Toen werd het verassend stil. We moesten constateren, dat er wél honderden projectjes waren, maar dat er geen sprake was van een echte samenhang en een duidelijke visie. We zijn toen onze kennis en informatie bij elkaar gaan leggen. En we zijn ons gaan afvragen: wat zijn de puzzelstukjes, die in elkaar gelegd moeten worden om tot een duurzaam Nederland te komen? En: wat zou onze ‘urgente agenda’ moeten zijn om zover te komen? Aanvankelijk was Urgenda dus een agenda. Een agenda is Latijn voor ‘de dingen die gedaan moeten worden’. Rond deze agenda en ons beeld van de toekomst van Nederland in 2050 hebben we vervolgens een grote happening gepresenteerd. Daar kwamen duizenden reacties op van mensen, die vroegen: gaan jullie die agenda ook uitvoeren? Reacties waar we ons wel door uitgedaagd voelden! We hebben toen Stichting Urgenda opgericht en zijn de agenda gaan uitvoeren. Urgenda is vooral opgericht om praktische oplossingen aan te dragen voor een duurzamer Nederland. De laatste jaren lijkt de organisatie een meer radicale koers te zijn gaan varen. Alleen ergens vóór zijn, is niet langer genoeg, merkte u op tijdens een interview in Vrij Nederland. Wat is de belangrijkste reden voor deze koerswijziging? Nog steeds is 80% van ons werk energieneutrale huizen neerzetten, zorgen dat elektrisch vervoer in een versnelling komt, het ondersteunen van de koplopers op duurzaamheidsgebied, de beweging van onderop opbouwen en werken aan allerlei praktische oplossingen. Op een gegeven moment ben ik me echter de vraag gaan stellen of we wel hard genoeg gingen. En mijn conclusie was: Leuk dat er al 400 energiecoöperaties zijn,
maar dat is nog geen 1% van de markt. Als we naar 100% duurzame energie willen, dan is dit niet genoeg. Voor het boekje ‘Nederland 100% duurzame energie in 2030’ heb ik gedurende twee jaar met honderden experts en allerlei groepen mensen gesproken. En al die experts zeiden: 100% duurzame energie, dat kan in twintig jaar. Maar, zeiden ze vervolgens ook: de overheid werkt niet mee. Reden waarom we in gesprek zijn gegaan met de overheid en de politiek. Toen dat niet opschoot zijn we uiteindelijk de klimaatrechtszaak tegen de overheid begonnen. We koersen op dit moment af op een temperatuurstijging van 4 tot 6 graden wereldwijd tegen het eind van deze eeuw. Hoe ziet de wereld er uit als dit scenario bewaarheid wordt? Mark Lynas beschrijft in zijn boek ‘Six degrees’ wat gradatie na gradatie - de impact is van de opwarming van de Aarde. Na vier graden werd ik al depressief. Ik heb het boek niet eens meer uitgelezen! Wat ik voor me zie als we niets doen, is dat we op veel plekken in de wereld straks niet meer genoeg water zullen hebben. Op veel plekken zal geen landbouw meer mogelijk zijn. We krijgen te maken met honderden miljoenen ontheemde mensen, die op de plek waar ze nu wonen niet kunnen overleven. En het wordt vechten om de stukken grond waar het nog wel goed toeven is. Wat we nu aan structuur kennen, valt weg. Nou, daar word je niet vrolijk van. In Nederland krijgen we misschien eerst vooral te maken met teveel water in de rivieren en met extreme weersomstandigheden. Maar de sociale onrust, die in samenlevingen wereldwijd zal toenemen, met alle chaos van dien: dit is volgens mij het grootste probleem. Sociale onrust destabiliseert alles. Leeft in Nederland niet nog teveel het idee dat we een welvarend land zijn en dat we de kennis, het geld en de middelen wel hebben om de ergste problemen buiten de deur te houden? Ja; dat is zo. Maar dat is wel erg naïef. We hebben een open economie en zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van wat we verkopen in het buitenland. En als het buitenland ‘op zijn gat ligt’ om het plastisch uit te drukken en geen geld meer heeft om onze produkten te kopen en de grondstoffen niet meer aan Nederland wil verkopen: dan ligt binnen de kortste keren ook hier
WereldDelen / September 2015 / 6 alles plat. Stel je maar eens voor dat de elektriciteitscentrales niet meer werken. Dan doet geen computer het meer, gaat geen elektrische deur meer open, is er geen koeling meer die werkt. We denken dat we het allemaal perfect hebben geregeld en georganiseerd, maar dat is maar een heel dun laagje. Hoe komt het dan dat dit besef niet doordringt? Voor een deel heeft het te maken met onwetendheid, voor een deel ook met naïviteit. De meeste mensen hebben geen flauw idee wat de gevolgen zijn van een temperatuurstijging van gemiddeld 4 tot 6 graden. Sommigen denken nog: lekker weertje, wat boeit het? Maar 6 graden stijging is de hel op aarde. Veel mensen lijden aan wat Naomi Oreskes ‘adaptive optimism’ noemt. Ze denken: we hebben tot op heden elk probleem opgelost, dus waarom zou dat deze keer niét lukken? Maar de energievoorziening raakt zó aan het wezenlijke van samenleven en heeft invloed op alles. En klimaatverandering gaat voor een groot deel over voedsel en water. Je kunt überhaupt niet met elkaar samenleven als er niet genoeg water is. Je kunt wel allerlei slimme dingen bedenken, maar kun je die ook in de praktijk brengen en ook nog eens snel genoeg? Als we een overvloed aan energie zouden hebben, dan zouden we het ons kunnen veroorloven om genoeg zeewater te ontzilten en dat ook nog eens de halve wereld rond te pompen; naar de plekken in de wereld waar onvoldoende water is. Maar dit zijn zulke dure processen, dat je je die alleen kunt veroorloven als de energie gratis is en als de enorme investeringen, die ervoor nodig zijn allemaal opgebracht kunnen worden. En daar zit hem de knoop. We zijn er op deze aardbodem niet zo goed in om de boel eerlijk te verdelen. Dat zien we al met voedsel. We hebben in principe genoeg voedsel voor iedereen, maar toch lijdt een groot deel van de wereldbevolking honger. Als we er dus niet voor kiezen om alles eerlijk te verdelen, dan zal de realiteit zijn dat al dat water niet op de plekken komt waar dat nodig is. Wat betekent, dat er megawoestijnen zullen ontstaan, dat mensen wegtrekken naar gebieden waar ze nog wel kunnen overleven; en dat grote delen van de planeet geen water en dus geen landbouw hebben en dus onleefbaar worden. En dan heb ik het niet alleen over de Sahara, maar ook over bijvoorbeeld Spanje, waar we nu nog met z’n allen op vakantie gaan. Als mensen geen water meer hebben, of als het water ze tot aan de lippen staat, dan gebeuren er rare dingen. De wereld wordt onrustig; en er ontstaat oorlog om de plekken waar het nog prettig toeven is. Zelfs de bazen van de Wereldbank en het IMF waarschuwen voor de enorme gevolgen van de klimaatverandering, die gaande is. Ja, en ze roepen harder dan niet gouvernementele organisaties. We hebben in Nederland de hoogste hoeveelheid ngo’s per vierkante kilometer, die best leuke projecten doen. Maar ik kom maar weinig mensen uit de ngo-wereld tegen, die ook het verhaal van de klimaatverandering vertellen en die de urgentie, die er is, op de kaart proberen te zetten. Gelukkig begint dat nu wat te komen. U bent teleurgesteld in de milieubeweging?
Ja. Ik vind dat die de laatste jaren hun rol niet voldoende hebben opgepakt. Dat ik nu te boek sta als ‘extreem’ is natuurlijk raar. Zo’n beetje alle grote milieuclubs hebben ingestemd met het energieakkoord en vinden 14% duurzame energie in 2040 blijkbaar genoeg. Een cruciale strategische fout! Tegelijkertijd vind ik het helemaal niet leuk dit te moeten zeggen, want ik vind ook dat mensen uit de ngo- en uit de duurzaamheidswereld elkaar niet moeten bevechten. Iedere club heeft zo zijn eigen kwaliteiten en die zouden juist benut moeten worden. We zouden gezamenlijk veel meer slagkracht aan de dag moeten leggen; de een voert harde actie op Shell, de ander organiseert een veel sterkere lobby in Den Haag. Wat is de visie van Urgenda op ‘groei’ en ‘duurzaamheid’? Op energiegebied moeten we binnen 20 jaar de overstap hebben gemaakt naar een volledig duurzame energievoorziening, wat voor mij betekent overstappen op vooral zon, wind en diep geo-thermie. Op het gebied van grondstoffen moeten we de overstap maken van een voornamelijk op olie aangedreven industrie naar groene grondstoffen en een circulaire economie; wat betekent dat we moeten proberen de grondstoffen zoveel mogelijk in de kringloop te houden. Het betekent ook heel anders ontwerpen en organiseren. In een circulaire economie zal bijvoorbeeld nagedacht moeten worden over de soort grondstof, waar een product van gemaakt moet worden. Moet het van staal of kan het ook van iets anders? En als het van hout gemaakt moet worden: waar gaan we dan bomen planten voor als we het product over dertig jaar zouden willen vervangen? Er zal op een veel fundamentelere manier moeten worden nagedacht over een product. Heel anders dan: hoe verkoop ik zoveel mogelijk producten en voor het overige na mij de zondvloed. In de praktijk wordt nog maar mondjesmaat zo gewerkt. Urgenda bekijkt bijvoorbeeld samen met de provincie Friesland welke soorten grondstofstromen Friesland binnen komen en uitgaan; en welke daarvan in de kringloop gehouden kunnen worden. En hoe bereikt kan worden dat zo veel mogelijk grondstoffen van dichtbij gehaald worden. Dit initiatief - dertig, veertig bedrijven doen hier nu aan mee - kan ook voor elke andere provincie worden opgepakt. Als mensen maar eenmaal zien dàt en hoe het werkt, dan gaat het meestal allemaal wat sneller. Dat zien we ook bij zonnepanelen en elektrische auto’s. Als het lukt de eerste exemplaren in serie te produceren en te verkopen, dan gaat de markt rollen. Gaat het dan toch een beetje vanzelf of zijn er ook randvoorwaarden nodig? Dat hangt van het onderwerp af. Op sommige fronten werken bepaalde stukken wetgeving niet mee en die moeten dus worden veranderd of opzij gezet. Ik zoek het zelf meer in ondernemerschap. We maken inmiddels bijvoorbeeld al huizen energie-neutraal voor 30 duizend euro. Dat was voor wij begonnen 60 tot 120 duizend euro en iedereen zei, dat het nooit voor veel minder zou kunnen. Nou; we zijn het gewoon gaan doen en hebben laten zien dat het wél kan. Ik denk
7 / September 2015 / WereldDelen dat het vaak ook een gebrek is aan verbeeldingskracht, aan lef en ondernemerschap, dat speelt. Ik ben bij Urgenda ook ondernemer. Toen ik 50.000 zonnepanelen uit China liet halen, was ik daarvoor volledig verantwoordelijk. Daar is geen cent subsidie aan te pas gekomen. En als de boot, waarmee de panelen naar Nederland zijn gekomen, op een ijsberg was gelopen, dan had ik wel mijn huis uit gemoeten. Dus ja; je moet wel lef hebben, vertrouwen hebben en risico’s durven lopen. Dit soort ondernemerschap hebben de meeste ngo’s natuurlijk niet. Wat mij betreft hoeven de duwers ook niet per se ngo’s te zijn. Het kunnen ook ondernemers zijn; ondernemers met een visie op welke samenleving ze willen helpen vormgeven. Mensen mogen best geld verdienen, graag zelfs, mits ze maar de goeie kant mee helpen opduwen.
zijn we vergeten. We kunnen veel slimmer omgaan met onze grond, waarbij we wel de grondkwaliteit op peil moeten houden. De laatste tijd is die op veel plaatsen behoorlijk verwaarloosd. In de landbouwsector is meer creativiteit nodig en een bredere blik. Ook regionalisering maakt voor mij deel uit van de toekomst. We moeten niet alleen naar Nederland kijken, maar breder; naar Noord-West Europa bijvoorbeeld. Oplossingen zullen in de toekomst vooral binnen de regio gevonden gaan worden; met o.a. regionale markten. Het is natuurlijk van de zotte dat we sommige producten de halve wereld over slepen, met alle CO2-uitstoot van dien. Als we te maken krijgen met zaken als water- en andere schaarste, dan zullen voedsel en grondstoffen duurder worden en wordt het vanzelf aantrekkelijker om voedsel uit de regio te halen.
Wereldwijd wordt circa 18% van het totale broeikaseffect veroorzaakt door de veehouderij. Doorgaan op dezelfde voet is in feite geen optie meer. Welke landbouw/veeteelt hebben we nodig om tot een substantiële CO2-reductie te kunnen komen?
Als dit beeld wordt doorgetrokken naar 2050: zal de Nederlandse landbouw en veeteelt dan nog steeds zo georiënteerd zijn op export naar het buitenland?
Als ik probeer te kijken naar waar we naartoe gaan, dan zie ik toch een samenleving voor me waarin mensen minder vlees eten. In die samenleving is minder grond nodig voor koeien en varkens. Dat zorgt voor minder CO2-uitstoot. De grond die vrijkomt, kan worden gebruikt voor multifunctionele teelt. Zorg bijvoorbeeld dat koolzaad gebruikt wordt voor grondverbetering en voor veevoer, en de laatste 10% misschien nog voor biobrandstof. Met tal van planten en gewassen kan het op deze manier. Als elk stukje wordt benut, voor misschien wel vier of vijf toepassingen, en alles heeft een toegevoegde waarde, dan is het heel rendabel produceren. Neem bijvoorbeeld als boer ook weer lupine in het rotatieschema op. Dat bindt stikstof. En het kan worden gebruikt als eiwitvervanger in de voedselsector. Vroeger maakten vlinderbloemige planten ook deel uit van het rotatieschema, maar dat
Er is moeilijk een voorstelling te maken van wat er allemaal gaat gebeuren, maar ik denk dat er enorm veel gaat veranderen de komende 35 jaar. De hele energievoorziening zal anders zijn. En ook ons dieet zal veranderen. En we zullen slimmer omgaan met landschappen dan nu het geval is. Voor een deel zal de export van vee en landbouwproducten wel blijven, maar ik denk toch, dat de boel behoorlijk op z’n kop gaat. Wat heeft Urgenda, samen met 900 mede-eisers, doen besluiten tot het starten van wat is bekend geworden als ‘de Klimaatzaak’? Dat is de constatering geweest, dat de staat niet eens het minimum doet van wat ze zelf heeft verklaard dat nodig is om de gemiddelde temperatuurstijging van de Aarde te beperken tot maximaal 2 graden Celsius. Ik maak me daar best veel zorgen over. Het kan toch niet, dat je als overheid, op basis van breed wetenschapFoto: Urgenda/ Chantal Bekker
WereldDelen / September 2015 / 8
Bent u optimistisch over hoe het verder gaat? De grootste hobbel was voor ons de vraag of de rechtbank het allemaal zou kunnen begrijpen. Want die hebben hele stapels aan documenten en rapporten gekregen. Maar, dat moeten we de rechtbank nageven: ze hebben het heel goed begrepen en opgepakt. Ik vind het een goed vonnis. We zijn vol vertrouwen over de rest van de rechtsgang. Al hopen we, dat de staat niet in hoger beroep zal gaan. Dat kan de zaak versnellen. Dan kunnen we gaan praten over hoe nu verder. Want dáár zou het over moeten gaan. Want een reductie van 25% is nog steeds veel te weinig. U heeft van de overheid ook betere informatie aan de burger geëist. Vanwaar deze eis? Ik heb de indruk, dat meer dan 90% van de burgers geen besef heeft van hoe ernstig een verandering van klimaat is en wat 4 tot 6 graden temperatuursstijging in de praktijk betekent. Mensen kunnen zich daar geen voorstelling van maken. Ze denken: als het écht zo erg zou zijn, dan zou de overheid wel ingrijpen. Vandaar ook dat er nauwelijks druk komt vanuit de samenleving. Dat is ook de reden dat we heel graag willen, dat
ook de overheid zelf gaat zeggen dat de klimaatverandering een heel ernstig probleem is, en beseft: we moeten aan de bak. Politici zeggen: als de bevolking het niet wil, dan gaan wij het niet doen. Maar als die bevolking het nu gewoon niet weet? Wat is in dit verband de rol van de media? Nu is het vaak zo, dat als er een discussie gevoerd moet worden, altijd een voor- en een tegenstander met elkaar in debat moeten. Maar in dit geval is dat zoiets als zeggen: de Aarde is rond, maar laat ik er voor de discussie ook maar iemand bij zoeken, die zegt dat de Aarde plat is. Dat is in feite wat ze doen. Klimaatverandering is helemaal geen discussie meer. En toch haalt men er elke keer weer mensen bij die beweren dat het niet zo is. Dat zou inmiddels afgelopen moeten zijn. En het zou fijn zijn als ook de media zich daarvan bewust zouden worden. Maar los daarvan; als premier Rutte tijdens zijn wekelijkse praatje regelmatig zou zeggen: overigens ben ik van mening dat de klimaatverandering een groot probleem is; dan zou dat beslist helpen. Hoe is er in andere landen op de uitspraak gereageerd? We hebben enorm veel reacties gekregen. Dat was voor ons nog de grootste verrassing: dat de klimaatzaak boven alles een zaak van hoop is geworden. We hebben enorm veel reacties van over de hele wereld gekregen. Mensen bedanken ons en zeggen: ik heb weer hoop gekregen, ik ga toch weer verder, het kan dus wél. Mensen zeggen, dat ze gewoon met tranen in de ogen voor de teevee hebben zitten kijken. De uitspraak in de klimaatzaak heeft bij mensen veel losgemaakt. Gewoon mooi om te ervaren, dat veel mensen hernieuwde energie hebben gekregen en (weer) aan de slag willen. Wat is er volgens u in essentie nodig om de omwenteling te laten plaatsvinden, waardoor de temperatuurstijging van de aarde wordt beperkt tot maximaal 2 graden Celsius? Ik denk, dat de essentie is, dat iedereen op zijn eigen plek het maximale gaat doen. Iedereen moet tot in
Foto: Peopleclimatemarch
pelijk onderzoek, samen met andere landen normen opstelt voor de uitstoot van CO2 in de atmosfeer en dat je vervolgens niet eens het minimum wil doen van wat afgesproken is. Ik heb drie jonge kinderen en die krijgen - als het zo doorgaat - te maken met een Aarde, die in het tweede deel van deze eeuw niet zo’n prettige plek is om te leven. Dit kan worden voorkomen, maar dan moet er wel binnen 20 jaar een fundamentele omslag zijn gemaakt. Met zijn uitspraak heeft de rechtbank in feite verklaard, dat wat de overheid op milieugebied doet, toch echt niet kan. De overheid moet nu op basis van de rechtbankuitspraak meer en effectievere klimaatacties ondernemen om het aanzienlijke Nederlandse aandeel in de mondiale uitstoot te verminderen. Ze moet er daarbij voor zorgen dat de uitstoot in Nederland in 2020 ten minste 25% lager is dan in 1990. Het is de eerste keer dat een rechter een staat verplicht om maatregelen te nemen tegen klimaatverandering!
9 / September 2015 / WereldDelen zijn tenen de urgentie van het probleem gaan voelen. Beseffen dat dit geen spelletje is en dat het er niet om gaat of een logo rood of groen is. De klimaatverandering gaat iederéén aan. Het gaat er om of onze kinderen en kleinkinderen over dertig jaar nog een beetje prettig op deze aardbol kunnen leven. Als mensen dat echt tot in hun tenen voelen, is het niet zo’n groot offer om die paar zonnepanelen op het dak te leggen of wat minder vlees te eten en zelf stappen te zetten. En als je dan baas bent van een bedrijf dan moet je die verandering dáár gaan managen. En als je premier Rutte bent, dan ga je er als de donder voor zorgen, dat die kolencentrales dicht gaan; en dat veel sneller toegewerkt wordt naar de omslag die nodig is. Het is allemaal niet zo ingewikkeld. We hoeven er niets voor uit te vinden, het ligt allemaal al op de plank, het ligt volstrekt binnen de mogelijkheden en we hebben er het geld voor. We zijn veel te beleefd! We zouden in feite allemaal heel kwaad moeten zijn. Mensen moeten zich veel meer druk gaan maken om de klimaatverandering en ook hun emoties tonen. Er mag best wat meer emotie in de discussie komen. Hoe is de ernst van de klimaatverandering tot uzelf doorgedrongen? Het is bij mij langzaam gegroeid. Ik heb tien jaar aan de universiteit gewerkt en daar de beste wetenschappers op klimaatgebied ontmoet. En de beste wetenschappers zijn het meest ongerust. Hoe meer je weet hoe ongeruster je wordt. Een belangrijk punt is ook het moment dat je kinderen krijgt. Het boek ‘Six degrees’ is voor mij een goede wake-up call geweest. En op een gegeven moment kom je er gewoon niet meer omheen. Ik denk dat de tijd van de rustige dialoog en braaf met elkaar om tafel blijven zitten voorbij is. Er moet nu echt iets gebeuren. Ik denk dat we gewoon bozer moeten worden en onomwonden moeten zeggen waar het op staat. Ik zit met ministers aan tafel, met hoge ambtenaren en ook met bazen van grote bedrijven en ik zeg tegen iedereen: het moet nu gebeuren. Ook als ik aan tafel zit met mensen die niet bezorgd zijn over het klimaat dan vertel ik wat ik ervan vind. Aan mij zal het niet liggen. Het moet van alle kanten komen. Uiteindelijk doet de politiek toch wat ze horen, dat er in de maatschappij speelt. U zoekt het niet alleen bij de overheid, maar ook bij gewone mensen. Het is een én-én-verhaal. Gewone mensen moeten vooral uitstralen, dat ze het anders willen. Ze moeten anders gaan kopen en handelen, en anders gaan stemmen. Dat stelt politici in de gelegenheid hun rol beter op te pakken. Die zijn toch, neem ik aan, in een publiek ambt terecht gekomen omdat ze iets willen betekenen voor de samenleving en de mensheid. Nou, dan vind ik dat ze ook hun verstand moeten gebruiken. Als je met enige intelligentie de wereld inkijkt, dan zie je dat de klimaatverandering een heel groot probleem is. Dit is niet links of rechts, maar gaat over het voortbestaan van volgende generaties. Het is trouwens ook een kans; een kans om een nieuwe economie op te bouwen. Daarvoor is dan wel een heel ander ontwikkelingsmodel nodig.
Ja. Ik heb zelf bedrijfskunde gedaan, en ben voor ondernemerschap. Ondernemers mogen natuurlijk geld verdienen, maar dan wel met de dingen die ons vooruit helpen; duurzame zaken. Binnen bepaalde marges mag een ondernemer best meer verdienen dan zijn werknemers. Zeker als hij of zij meer risico durft te nemen. En natuurlijk; de overheid moet zich ook niet overal mee bemoeien en mag de markt best z’n gang laten gaan waar dat kan. Maar tegelijkertijd is er ook een overheid nodig, die de scherpe kantjes van ‘de markt’ afhaalt en die opkomt voor onze gezamenlijke publieke belangen. Het is echt niet zo, dat het vanzelf wel goed gaat als alles wordt overgelaten aan de markt. Hoe ziet de wereld er volgens u over 15 jaar uit? Ik hoop, dat belangrijke ontwikkelingen een exponentiële groei zullen doormaken, waaronder zon- en windenergie en zelfrijdende elektrische auto’s. Als dat lukt, komen we in een situatie, dat er wel kosten zijn voor de investeringen, maar daarna zijn de kosten per kilowattuur of per kilometer heel erg laag of afwezig. En dan wint zon- en windenergie het al snel van al die vervuilende energie van nu. Mijn ideaalplaatje is dat we tussen nu en twintig jaar zijn afgestapt van al die olie, gas en kolen en overgestapt op 100% duurzame energie; en dat we een circulaire economie op gang hebben gebracht. De energievoorziening zal voor een groot deel decentraal gebeuren. Ik voorzie, dat er over twintig jaar sprake zal zijn van veel kleinschaligere productiefaciliteiten dan nu, en dat de meeste bedrijven vooral zullen produceren voor de regio. Veel meer mensen zullen hun eigen energie opwekken. En mensen, die het leuk vinden en er de tijd voor hebben, zullen hun eigen voedsel verbouwen. Er zal veel meer lokaal gebeuren en mensen zullen dichter bij huis werken; in kleinschalige fabrieken in de eigen omgeving. Een deel van de productie, die we nu hebben uitbesteed aan landen als China, zal hier gewoon weer terug zijn. En er komt een maakindustrie op gang, waardoor er voor veel mensen nieuw werk komt. Dus ja; er komt een heel andere economie op gang. Mits we op tijd de omslag naar 100% duurzame energie kunnen maken. Is er nog iets dat u tot slot wil zeggen? Ik hoop dat het besef van urgentie snel bij veel mensen zal doordringen. De hele maand november ga ik in ieder geval proberen aandacht te vragen voor de klimaatverandering. In december gaat in Parijs de 21e klimaatconferentie van de Verenigde Naties van start. Vooruitlopend daarop onderneem ik een voettocht naar Parijs, samen met iedereen die wil aanhaken en mensen die kennis van zaken hebben en de urgentie van het milieuprobleem aanvoelen. De NOS loopt een maand lang met me mee. Ik krijg dus een maand lang de kans om een groot publiek te vertellen hoe urgent de problematiek is waar we mee te maken hebben, en zeker ook dat er oplossingen zijn. 100% duurzame energie in 2030: het kan gewoon! Ik hoop dat ik over een tijdje kan zeggen: we hebben die omslag gelukkig nog op tijd kunnen maken! John Habets & Henk Gloudemans
Het roer moet om; de tijd dringt "We zijn de eerste generatie die de impact van klimaatverandering zal voelen en de laatste generatie die er nog wat aan kan doen." Barack Obama "De "Klimaatverandering is niet langer alleen een wetenschappelijke kwestie. Het wordt steeds meer een morele en ethische kwestie. Het klimaat beïnvloedt de levens, het bestaan en de rechten van iedereen, vooral van de armen, gemarginaliseerden en meest kwetsbare groepen." Tasneem Essop, hoofd van het programma Koolstofarme Raamwerken bij het Wereldnatuurfonds In veel gevallen zijn het de boeren, vooral arme boeren, die de gevolgen van klimaatverandering als eerste merken omdat hun werk en levensonderhoud nauw verbonden zijn met meteorologische omstandigheden. Extreme weersomstandigheden, droogte, overstromingen, de temperatuurstijging en de timing van de seizoenen hebben allemaal invloed op gewassen en de oogst. Elk van deze verstoringen kan kleinschalige boeren wegvagen. Hilal Elver, speciaal rapporteur voor het recht op voedsel bij de Verenigde Naties "We moeten stilstaan bij de relatie tussen ons voedsel en de boer, en bij het verband tussen ons voedsel en de bodem, het water en het klimaat waarvan alle leven afhankelijk is. Als we langs de schappen van de supermarkt lopen, zijn de keuzen die we maken van grote invloed op onze toekomst. Jonathan Foley, hoofd van het Institute on the Environment aan de Universiteit van Minnesota Nafeez Ahmed
"Veel informatie over wat we moeten doen, circuleert al. Maar het zit in het hoofd. Samen met andere artiesten wil ik helpen om ook het hart te bereiken. Dan pas zal het ons doen en laten bepalen." Kendel Hippolyte, bekroond dichter en toneelschrijver uit Saint Luciag Henk Gloudemans Foto: Sensiblehealth.com
11 / September 2015 / WereldDelen
Foto: Peter Thomas
Earth Overshoot Day 2015
De dag van de mondiale overbelasting - Earth Overshoot Day - is ruwweg de datum waarop de wereldbevolking de natuurlijke productiecapaciteit van de Aarde voor dat jaar heeft opgebruikt. Daarna gaan we ecosystemen verder uitputten, ondermeer door overbevissing en -begrazing; tot erosie ontstaat, en er ook meer uitstoot van broeikasgassen plaatsvindt dan ecosystemen nog kunnen opnemen. Dit jaar komt de berekening uit op 13 augustus. Elk jaar schuift deze datum nog een beetje naar voren.
Vorig jaar was Earth Overshoot Day op 19 augustus. Het Global Footprint Network berekende dat een wereldwijde reductie van 5% CO2-uitstoot kan zorgen voor het weer naar achter schuiven van de datum met een volle week. Alle hoop is erop gevestigd dat de grote klimaatconferentie in Parijs (dec. 2015) gaat zorgen voor een flinke verschuiving van de jaarlijkse Earth Overshoot Day in de goede richting. Meer informatie: www.footprintnetwork.org
Voedsel anders Het Voedsel Anders Manifest is een breed ondersteund pleidooi voor een omslag in het denken en doen over landbouw en voedsel. Die omslag is nodig om de wereldbevolking duurzaam te kunnen voeden. Een van de middelen om te komen tot verandering is te laten zien dat er een brede en groeiende beweging is die het anders wil. Het manifest is onderschreven door tientallen maatschappelijke organisaties in Nederland en
Vlaanderen, waaronder stichting WereldDelen. De verschillende punten in de visie zijn gebaseerd op de uitkomsten van de eerste Voedsel Anders Conferentie in februari 2014. Het ondersteunt ook in grote lijnen de Verklaring van het Internationale Forum over Agro-ecologie van wereldwijde sociale bewegingen uit februari 2015. Organisaties, maar ook individuen, kunnen het manifest onderschrijven via: www.voedselanders.nl/manifest
Foto: Climate March/ Robert Weber
HOOP Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Het is niet de overtuiging dat alles wel goed zal komen. Hoop is de innerlijke zekerheid dat iets goed is, dat iets zinvol is om aan te werken, zonder de gerichtheid op resultaat. Het is Hoop die ons de kracht geeft om te leven en die ons steeds opnieuw aanspoort om naar nieuwe wegen te zoeken. Vaclav Havel