Tom Coreynen Gwen Haarselhorst Tom Van Hasselt Guy Van Neck
Universitaire Instelling Antwerpen Faculteit Communicatiewetenschappen
Seminarie Media en Politiek: De Politicus Online Groep G: Sites van de ministers+presentatie bij minister Vandenbroucke
Academiejaar 2001-2002
o.l.v Peter Van Aelst
Seminarie politicus online (Groep G) Opdracht 2: verdere analyse van de websites: sites van de ministers Inhoudstafel 1. Inleiding + onderzoeksopzet 2. Onderzoeksresultaten met betrekking tot de ministeriële websites A. Politieke informatie A.1 Inleiding A.2 Tabel politieke informatie A.3 Bespreking A.4 Algemene conclusies B. Persoonlijke informatie B.1 Tabel persoonlijke informatie B.2 Vergelijking B.3 Conclusies C. Interactiviteit C.1 Tabel interactiviteit C.2 Vergelijking C.3 Conclusies D. Partijgebondenheid D.1 Tabel partijgebondenheid D.2 Vergelijking D.3 Conclusies E. Gebruiksvriendelijkheid E.1 Tabel gebruiksvriendelijkheid E.2 Vergelijking E.3 Conclusies 3. Website minister van sociale zaken en pensionen Frank Vandenbroucke
1. Inleiding + onderzoeksopzet In het kader van het seminarie “politicus online” (o.l.v. Peter Van Aelst) aan de Universitaire Instelling Antwerpen deden we onderzoek naar de websites van de Vlaamse ministers in zowel de Vlaamse als de Federale regering. In eerste instantie zijn we vertrokken van de centrale vraagstelling: Hebben politici een eigen website? Zo ja, hoe persoonlijk is de inhoud en het discours op deze site? De eerste taak bestond erin een inventarisatie te maken van alle websites van Vlaamse en Nederlandse politici. Met de informatie die we daaruit verkregen, zijn we dan begonnen te discussiëren over het opstellen van een codeschema. We kwamen tot een codeschema, opgebouwd rond 3 dimensies: - Kwaliteit/niveau van de site wat politieke informatie, persoonlijke informatie, interactiviteit, partijgebondenheid en gebruiksvriendelijkheid betreft. - Onderzoek foto’s - Interview met de politicus/webmaster Internet is een medium dat heel gemakkelijk tweerichtingsverkeer toelaat en dat is een heel krachtige toegevoegde waarde t.o.v. andere communicatiekanalen. Internet is meer dan een eindeloze bron van informatie. De gebruikers kunnen contact leggen met elkaar maar ook met de aanbieders van informatie. De wezenlijke functie die politieke partijen vervullen in opinievorming en besluitvormingsprocessen kan door een modern gebruik van het medium internet juist verder vergroot worden. Via het net kunnen meer mensen - leden en kiezers - bij de politiek, partijen worden betrokken, in interactie treden. En dat is broodnodig. De interesse in politieke en maatschappelijke vraagstukken is weliswaar groot, maar veel mensen zoeken naar andere dan de traditionele wegen om hun betrokkenheid te tonen. Ze willen niet meer in rokerige zaaltjes naar spreekbeurten van de politici luisteren, maar via de computer invloed uitoefenen. Internet biedt dan een scala van mogelijkheden. Zowel in de relatie met de leden als met de kiezers. Internet biedt de gelegenheid de opvattingen onder de leden te peilen over tal van zaken. Dat versterkt de betrokkenheid bij de partij en vergroot de interne partijdemocratie. Daarbij moeten we ons overigens wel realiseren dat er altijd mensen (zullen) zijn die geen gebruik maken van het medium internet. Politieke partijen en politici moeten in die zin waken voor een digitale kloof in de eigen gelederen. Over alle ministers is informatie op het internet te vinden. Informatie over ministers die niet beschikken over een internetsite uitgaande van hun persoon of functie, is online te vinden op www.vlaanderen.be (Vlaamse regering) of www.belgium.fgov.be (Federale regering). De online aanspreekpunten van alle Vlaamse ministers worden hieronder weergegeven: A. Vlaamse regering: 1. Patrick Dewael: minister-president van de Vlaamse regering - www.dewael.com 2. Steve Stevaert: vice-minister-president van de Vlaamse regering en Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie - www.vlaanderen.be 3. Mieke Vogels: Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen - www.miekevogels.be
4. Bert Anciaux: Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking - www.vlaanderen.be 5. Marleen Vanderpoorten: Vlaams minister van Onderwijs en Vorming - www.vlaanderen.be 6. Renaat Landuyt:Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme - www.vlaanderen.be 7. Vera Dua: Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw - www.vlaanderen.be 8. Dirk Van Mechelen: Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening - www.vlaanderen.be 9. Paul Van Grembergen: Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid - www.vlaanderen.be 10. Jaak Gabriëls: Vlaams minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting - www.vlaanderen.be B. Federale regering 1. Guy Verhofstadt: eerste minister - http://premier.fgov.be/ 2. Johan Vande Lanotte: Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie - www.begroting.be 3. Magda Aelvoet: Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu - www.minsoc.fgov.be 4. Frank Vandenbroucke: Minister van Sociale Zaken en Pensioenen - http://vandenbroucke.fgov.be/ 5. Luc Van Den Bossche: Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare besturen - www.mazfp.fgov.be 6. Marc Verwilghen: Minister van Justitie - http://www.just.fgov.be 7. Rik Daems: Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties - http://www.telcobel.be/
8. Annemie Neyts: Minister toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw -http://www.annemie.org/ 9. Eddy Boutmans: Staatssecretaris voor ontwikkelingssamenwerking; toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken - http://www.diplobel.fgov.be Het is in het belang van het onderzoek niet al deze elektronische aanspreekpunten in de analyse op te nemen en een duidelijk onderscheid te maken tussen de verschillende soorten websites. Daarom voeren we volgende selectie door en brengen de overgebleven websites onder in drie categorieën: a) sites uitgaande vanuit de politicus/politica als persoon (websites met een hoog persoonlijk gehalte) 1. www.dewael.com 2. www.annemie.org b) sites uitgaande van de persoon in zijn/haar huidige politieke functie (compromis tussen een website met een persoonlijke tint en een website die louter uitgaat van de politicus zijn of haar functie) 1. www.miekevogels.be 2. www.premier.fgov.be 3. www.vandenbroucke.fgov.be c) sites uitgaande van het groter geheel waartoe de politicus/politica behoort. 1. www.just.fgov.be (Verwilghen) 2. www.begroting.be (Vande Lanotte) 3. www.telcobel.be (Daems) In onze bespreking lichten we de 5 punten van het codeschema toe zoals ze voordien toegepast zijn op de websites: 1. 2. 3. 4. 5.
Politieke informatie Persoonlijke informatie Interactiviteit Partijgebondenheid (relatie met de partij) Gebruiksvriendelijkheid (algemene kwaliteit)
Het volledige codeschema ziet er als volgt uit:
(score: 1 =aanwezig; O= niet aanwezig) Politieke informatie (info over de politicus) 1. zelfpresentatie Is er een soort CV of ‘Wie ben ik’ aanwezig? (of minimaal info over politieke loopbaan) 2. Functies/actuele werkzaamheden Lidmaatschap commissies; raden enz. 3. Standpunten/visie (ivm maatschappelijke thema’s)zit erin verwerkt Waar staat de politicus voor (minstens enkele zinnen) 4. politieke links Naar andere politieke sites (meer dan enkel de partij) 5. Politieke activiteiten (federaal-Vlaams) Wetsvoorstellen, parlementaire vragen, ministeriële activiteiten 6. Lokale politiek Verwijzing naar politieke activiteiten, situatie in gemeente of streek 7. Dossiers Bepaalde thema’s die extra aandacht krijgen 8. Agenda Overzicht van werkzaamheden, vergaderingen, … van die week 9. Politieke publicaties Verwijzing naar eigen boeken of artikels 10. Persaandacht Media berichtgeving over de politicus (geheel of gedeeltelijke weergave van artikels) 11. Politieke campagne Verwijzingen naar campagnemateriaal (affiches, teksten, foto’s) Persoonlijke informatie (info over de persoon) 12. Persoonlijke contactinfo Thuisadres en/of thuistelefoon/GSM 13. persoonlijke geschiedenis Informatie over jeugdjaren (meer dan vermelding studierichtingen) 14. familieleven Vermelding van minstens naam partner, kinderen (of ouders; broers-zussen) 15. vrije tijd Vermelding of foto’s van hobby’s, interesses, vakantie, verenigingen … 16. Persoonlijke links Links naar niet politieke sites Interactiviteit (contact met de bezoeker) 1. welkomstwoord/ intro Bezoeker wordt persoonlijk aangesproken 2. interactiviteit=doelstelling expliciete verwijzing naar interactieve doelstelling van de site; politiek dichter bij de mensen, kloof burger-politiek overbruggen, … 3. Electronisch contact Er is een emailadres van politicus of medewerker
Score
4. Feedback mogelijkheden er is een formulier/gastenboek voor verdere info, suggesties of klachten 5. Online Debat er is een forum of chatgroup waar bezoekers in discussie kunnen treden; 6. Frequently asked questions Antwoord op vragen die vaak worden gesteld 7. Nieuwsbrief Of andere mogelijkheid om regelmatig informatie te bekomen 8. Opiniepeiling Mogelijkheid om te stemmen/mening te geven over een concreet onderwerp 9. Prijsvraag Mogelijkheid om iets te winnen 10. Partijgebondenheid (relatie met partij) 1. Partijnaam in URL 2. Logo Op de startpagina staat het logo van de partij 3. Lay-out Identieke kleur of vormgeving van de partij 4. Link naar partij 5. Link naar partijafdeling bv. Jongerenafdeling; kamerfractie, …) !Geef ook in toelichting totaal aantal partijgebonden links! 6. Link van partij Vanop de site van de partij is een (correcte) link naar de persoonlijke site 7. Programma/standpunten Verwijzing (links of tekst) naar partij programma en/of standpunten Gebruiksvriendelijkheid (algemene kwaliteit) 1. Goede bereikbaarheid De site is vlot bereikbaar (bv. via de site van de partij) of eenvoudige URL 2. Overzichtelijk de homepagina geeft een overzicht van de verschillende onderdelen; en ook op de deelpagina’s blijft het overzicht behouden (bv. Home knop) 3. Actuele informatie er staan enkele recente -niet meer dan een maand oud- bijdragen op de site 4. Zoekfunctie er is een navigatie of search engine 5. Audio-visueel materiaal de site is voorzien met audiomateriaal of videobeelden 6. Informatie over aantal bezoekers Aanwezigheid van counter of verwijzing naar een netstatistiek (klein icoon) In het derde deel van dit seminariewerk bekijken we de website van minister van sociale zaken en pensioenen Frank Vandenbroucke van wat dichterbij teneinde nuttig tips en aanbevelingen te verzamelen en deze persoonlijk mede te delen.
2. Onderzoeksresultaten van de ministeriële websites A. Politieke informatie A.1 Inleiding In deze paragraaf willen we echter een analyse uitvoeren over de politieke informatie op de sites van de ministers. Zo zullen we bijvoorbeeld nagaan of ze beschikken over een zelfpresentatie. Met andere woorden is er een soort CV of ‘wie ben ik’ aanwezig. In het totaal hebben we zo 11 topics in verband met politieke informatie onderzocht. We gingen dus telkens na of de topic aanwezig was op de site of niet. Als we het konden terugvinden op de site gaven we een code 1, anders een code 0. De resultaten daarvan kan je in de tabel op de volgende pagina nalezen. En op basis van die resultaten zullen we nu de verschillende sites van de ministers met elkaar gaan vergelijken.
A.2 Tabel politieke informatie Politieke informatie
Dewael Neyts
VDB
Verhof Verwilghen Daems Vd Lanotte Vogels stadt
1. Zelfpresentatie 2. Functies/actuele werkzaamheden
1 1
1 1
1 1
1 1
1 1
1 1
1 1
1 1
3. Standpunten/visie 4. Politieke links 5. Politieke activiteiten 6. Lokale politiek 7. Dossiers 8. Agenda 9. Politieke publicaties 10. Persaandacht 11. Politieke campagne
1 1 1 1 1 0 1 0 1
1 1 1 1 1 0 0 1 1
1 1 1 0 1 1 1 1 0
1 1 1 0 1 0 0 1 0
1 0 1 0 1 0 1 1 0
1 1 1 0 1 0 0 1 0
0 1 1 0 1 0 1 1 0
1 1 1 0 1 1 0 1 0
A.3 Bespreking Bij iedereen vinden we een zelfpresentatie terug. Maar Verhofstadt verschilt duidelijk van de anderen omwille van een andere aanpak in het voorstellen van zijn CV. Bij hem vinden we een doorlopende tekst terug die heel zijn leven beknopt weergeeft, gaande van Verhofstadt als de rebelse tiener tot zijn rol in de Ruanda commissie. Rechts van de tekst geeft hij wel verschillende titeltjes, die je kan aanklikken, zodat je bepaalde passages kan overslagen. De anderen opteren meer voor een zakelijke stijl. Die van Johan Vande Lanotte valt daarbij op, omdat hij zeer uitgebreid is. We geven dan ook enkele topics ter illustratie: - studieresultaten - beroepsactiviteiten - buitenlandse studieverblijven - studiebeurzen - …
Ten slotte willen we nog eventjes vermelden dat de CV van Rik Daems momenteel niet beschikbaar is. Het tweede puntje van ons codeschema “functies/actuele werkzaamheden” vinden we ook bij allen terug. Hun functie wordt altijd vermeld in hun CV. Bij Verhofstadt heb je zelfs een aparte topic ‘ functie van de Eerste Minister’. En zijn actuele werkzaamheden komen aan bod in de ‘ toespraken van de Eerste Minister’. Drie van de acht ministers vermelden ook duidelijk hun bevoegdheden. Het gaat hier over de sites van Vandebroucke, Verhofstadt en Vogels. Op Vande Lanotte na, geeft iedereen zijn/haar standpunten/visie weer op zijn/haar site. Je vindt echter nooit een aparte topic ‘ standpunten/visie’ terug. Ze zitten altijd impliciet verwerkt in het geheel. Zo worden bijvoorbeeld in het portret van de Eerste Minister zijn standpunten aan de hand van zijn politiek levensverhaal duidelijk gemaakt. Maar ook in zijn topic ‘citaten’ komt zijn visie omtrent bepaalde onderwerpen naar boven. Vandenbroucke geeft dan weer tal van artikels weer, waar zijn visie duidelijk in naar voren komt. Enkele voorbeelden om dit te illustreren: - Hogere uitkeringen voor invaliden en mensen met een handicap vanaf 2003. - Minder paperassen en snellere uitbetaling voor arbeidsongevallen. Wat betreft het volgende puntje op ons codeschema ‘politieke links’ kunnen we vrij kort zijn. Iedereen heeft er, behalve Marc Verwilghen. Tot onzer grote verbazing beschikt hij zelfs niet over een link naar de eigen partij. De politieke activiteiten, in dit geval dus de ministeriële activiteiten, komen bij al de ministers aan bod. Enkel bij Annemie Neyts vind je bijna ( buiten het artikel uit de Burgerkrant van april 2002, “Handelsmissies zijn geen plezierreisjes”) niets terug over haar werk als Minister toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken. Zij legt de nadruk op haar Europese activiteiten als voorzitster van de Liberale Internationale. “Blauwdruk voor morgen” is een pagina op haar site die geheel gewijd is aan haar werk als voorzitter van de Liberale Internationale. Bij al de anderen wordt op z’n minst een beleidsnota/beleidsplan gegeven, zodat de burger weet welke koers de politici willen bevaren. Patrick Dewael heeft bijvoorbeeld een topic “Beleidsplan”, waar je kan lezen wat de Vlaamse Regering in de komende jaren van de legislatuur zal doen om het beleid af te stemmen op de wensen van de burgers. Mieke Vogels en Frank Vandenbroucke hebben ook nog een aparte topic “realisaties”. Bij de anderen is dat ook meestal terug te vinden, maar dan onder een andere noemer. Zo beschikt de premier over een rubriek “1 jaar regering Verhofstadt”. Die rubriek is opgestart in juli 2000 toen de regering Verhofstadt 1 jaar bestond. Maar vanwege de informatieve waarde blijft de rubriek aanwezig op de site. De verwezelijkingen en stand van zaken van één jaar regering werden daar samengevat in 40 vragen en antwoorden, gerangschikt volgens 10 thema’s. Slechts 2 van de 8 ministers schenken aandacht aan de lokale politiek. Zo heeft Dewael een topic” Voor Tongeren”. Daar geeft men een kort overzicht van de betekenis voor Tongeren van 2 jaar nieuwe Vlaamse Regering onder leiding van Ministerpresident Dewael. Annemie Neyts laat duidelijk blijken dat ze een bepaalde band heeft met Brussel. Dat doet ze ondermeer in de topic “Blauwdruk” die handelt over het thema “Brussel op een tweesprong?”. Het is een toespraak van Annemie Neyts, toen nog Minister van Financiën, Begroting en
Externe Betrekkingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, voor het Verbond van Ondernemingen Brussel ( september 2000). Alle onderzochte ministers beschikken over dossiers op hun site. Allen hebben ze bepaalde thema’s die extra aandacht krijgen. Omdat we jullie niet willen overstelpen met voorbeelden zullen we ons beperken tot 2 illustraties: - bij Marc Verwilghen krijgt het Federaal Veiligheids- en Detentieplan extra aandacht met een één-jaar-later-evaluatie. - Johan Vande Lanotte schenkt dan weer zeer veel aandacht aan het ‘Zilverfonds’. Maar 2 van de 8 ministers beschikken over een agenda op hun site. Zowel Vogels als Vandenbroucke beschikken over een gedetailleerde werkagenda. De agenda van Vandenbroucke wordt zelfs dagelijks aangepast. Annemie Neyts heeft ook een topic “agenda” op haar site. Maar tot onzer verbazing, vonden we daar alleen maar foto’s terug. Volgens ons is dat niet echt wat je verstaat onder een agenda en vandaar ook de 0 in het codeschema. Wat betreft de twee laatste puntjes op ons codeschema kunnen we kort zijn. Iedereen, behalve Dewael, beschikt over persberichten op zijn/haar site. En slechts 2 van de 8 verwijzen naar campagnemateriaal. Bij Dewael is de aandacht voor politieke campagnes miniem. Er is slecht 1 foto die verwijst naar campagnevoeren. Annemie Neyts daarentegen heeft elke ooit gebruikte affiche ,bij campagnes, op haar site gezet.
A.4 Algemene conclusies Als we de codeschema’s met betrekking tot politieke informatie naast elkaar leggen kunnen we nog tot een aantal algemene besluiten komen. Op de belangrijkste aspecten ( bv. Zelfpresentatie, functies/actuele werkzaamheden, standpunten/visie) kunnen we vaststellen dat alle sites goed scoren. Allen beschikken ze over de meest relevante informatie. De drie aspecten die het laagst scoren zijn: - lokale politiek ( 2 op 8 ) - agenda ( 2 op 8 ) - politieke campagne ( 2 op 8 ) Opvallend is dat zowel voor de topic “lokale politiek” als voor de topic “politieke campagne”, het steeds dezelfde personen zijn die erover beschikken, namelijk Patrick Dewael en Annemie Neyts. Dit zijn nu net de 2 sites die uitgaan van de politicus als persoon, met andere woorden websites met een hoog persoonlijk gehalte. Hun website is dus niet opgesteld vanuit hun functie als minister. In dat geval zou het echter ook minder relevant zijn iets te vermelden over de lokale politiek of hun campagne. Iemand die bijvoorbeeld naar de site www.begroting.be surft, heeft geen behoefte om iets meer te weten te komen over de politieke campagne die Johan Vande Lanotte heeft gevoerd. Hetzelfde zou je kunnen zeggen wat betreft de lokale politiek. Terwijl het volgens ons toch niet zo’n slecht idee is om aan te geven wat er op het lokale niveau verandert ten gevolge van beslissingen die op het gemeenschaps- of nationaal niveau genomen worden. Zo wordt de gemeenschaps/nationale politiek, die voor velen een “ver van onze bed” show is, wat dichter bij de burger gebracht. En kan het op die manier leiden tot wat meer begrip, vertrouwen van de burgers jegens de toppolitici. Natuurlijk beseffen we ook dat bijvoorbeeld Dewael met zijn topic”Voor Tongeren” enkel relevante informatie geeft voor de mensen van de streek daar. Maar ondanks dat, geeft men
op die manier als minister het signaal aan de burger dat men z’n ‘roots’ niet is vergeten. En dat het niet is omdat men in de Vlaamse of Federale regering zit, dat men geen aandacht meer heeft voor wat er op het lokale niveau gebeurt. En volgens ons is deze informatie relevant voor alle burgers. Een laatste aspect dat laag scoorde was de “agenda”. Dit heeft volgens ons ongetwijfeld te maken met het feit dat het wel wat inspanning vraagt om zo’n agenda mooi bij te houden op het internet. Zo moet men eigenlijk dagelijks de agenda updaten, wil men de mensen juist informeren. Toch vinden wij dat het geen slecht item is om op de site te vermelden. Het zorgt voor transparantie. Het geeft de burgers meer inzicht in wat de job van minister/toppolitici inhoudt. Tenslotte zijn er nog een aantal zaken die ons opvielen bij het vergelijken van de sites. Bij het puntje ‘standpunten/visie’ stelden we vast dat iedereen, behalve Vande Lanotte, er over beschikt. Van diegenen die er wel over beschikken moeten we dan opmerken dat dat nooit gebeurt in een aparte topic, maar dat die standpunten verspreid zitten over verschillende topics. Ze zitten altijd verwerkt in het geheel. Het zou echter niet slecht zijn moesten ze een résumé geven, van hun belangrijkste standpunten met betrekking tot hun bevoegdheden, in een aparte topic. Daarbij aansluitend zouden we ook willen opteren voor meer samenvattingen. Nu krijg je bijvoorbeeld vaak beleidsnota’s van bv. 50 pagina’s. Bovendien zijn het niet de meest eenvoudige teksten. We denken dus ook dat veel burgers zich niet de moeite gaan getroosten dat allemaal te lezen. Daarom is het misschien beter om de krachtlijnen van de beleidsnota weer te geven in een aparte topic. Dat geldt niet alleen voor beleidsnota’s maar ook voor andere informatie. Op de site van Mieke Vogels vinden we een mooie oplossing terug voor dit probleem. Als je daar klikt op een bepaald thema krijg je eerst een beknopte informatie erover. Als dat je interesseert kan je door op andere onderverdelingen te klikken steeds meer te weten komen over het onderwerp. Dit lijkt ons veruit de beste manier om de informatie over te dragen. We kunnen dus besluiten dat er een ruim voldoende aan politieke informatie is terug te vinden op de sites van de ministers. Maar toch zijn er hier en daar nog enkele puntjes voor verbetering vatbaar.
B. Persoonlijke informatie B.1) Tabel persoonlijke informatie Persoonlijke informatie
Dewael Neyts
VDB
Verhof Verwilghen Daems Vd Lanotte Vogels stadt
12. Persoonlijke contactinfo 13. Persoonlijke geschiedenis
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
14. Familieleven 15. Vrije tijd 16. Persoonlijke links
1 1 0
0 0 1
0 0 0
1 0 1
1 0 0
0 0 1
0 1 0
1 1 1
B.2 Vergelijking Personalisering en ook emotionalisering is een tendens die zich in de gehele maatschappij voltrekt, dus zou dit zich ook moeten voortzetten in de politiek. Wint de persoon werkelijk aan belang ten opzichte van de politicus, partij, ...? Wanneer we gaan kijken naar de ministeriële sites komt dit toch niet altijd even duidelijk naar voren. Persoonlijke informatie op een politieke site is blijkbaar geen prioriteit, doch besteedt de éne politicus er meer aandacht aan dan de andere. Logischer wijze treden er dan ook grote verschillen op tussen de sites. Het familieleven, zij het vrij beperkt, wordt in de helft van de onderzochte sites aangestipt, maar het is enkel Premier Verhofstadt die een uitgebreide persoonlijke geschiedenis (vanaf zijn grootvaders) en bijhorende jeugdfoto vermeld. Opvallend is wel dat dit 'levensverhaal' niet vanuit de ik-persoon is geschreven en zo dus wel een beetje afbreuk doet aan het geheel. Ook persoonlijke links vinden we bij 50 % terug, gaande van Brussel, chocoladehoofdstad (Neyts) tot telecommunicatie en beveiliging (Daems). Slechts op 3 van de 8 sites wordt iets gezegd over hetgeen wat de ministers zoal doen in hun vrije tijd. Zo vermeld Mieke Vogels 'haar favorieten' (boek, film, CD, vakantiebestemming, ...) en Johan Vande Lanotte spreekt dan weer over zijn favoriete sport, namelijk basketbal. Maar Patrick Dewael gaat toch nog een stapje verder door een foto, van zichzelf met Guy Verhofstadt op de fiets, te laten zien. Verder is Patrick Dewael de enige die zijn thuisadres (bovenaan de pagina) vermeld, bij de andere ministers is het contactadres dat van het kabinet/ministerie. Het al dan niet voorkomen van persoonlijke informatie is ook niet evenredig met het aantal en het soort foto's.Zo wordt op de site van Frank Vandenbroucke niets van persoonlijke informatie vermeld, maar we vinden er wel een 7-tal (geposeerde) foto's, welke toch wel een persoonlijk tintje hebben, terug.
B.3 Conclusies De meest persoonlijke sites zijn die van Patrick Dewael, Mieke Vogels en Guy Verhofstadt (3/5), gevolgd door Johan Vande Lanotte (2/5), vervolgens Marc Verwilghen, Rik Daems en Annemie Neyts (1/5) en het is Frank Vandenbroucke (0/5) die de rij afsluit. Opvallend is toch wel dat deze rangschikking totaal niet overeenkomt met de categorieën die wij standaard hebben gebruikt voor dit werk (zie inleiding). We kunnen stellen dat ministers over het algemeen het vermelden van persoonlijke informatie niet belangrijk vinden. Daarbij komt nog eens dat de ministriële sites op alle punten, behalve persoonlijke links, lager scoren dan de gemiddelde politicus. Hieruit kunnen we afleiden dat de personalisering nog niet helemaal is doorgedrongen in de politiek. Wat zijn hier de oorzaken van? Waarom vinden we zo weinig persoonlijke informatie terug op ministriële sites? Vinden zij dat het er niet thuishoort? Is het een kwestie van standing? En anderzijds: Is persoonlijke informatie niet noodzakelijk of toch een stap in de goede richting om de kloof tussen politicus en burger te verkleinen? Het volk laten zien dat zij ook maar gewone mensen zijn met een gezin, met hobbies en dergelijke meer.
C. Interactiviteit C.1 Tabel interactiviteit Interactiviteit (contact met de bezoeker)
Dewael Neyts
Vanden- Verhof- Verwil- Daems Vande broucke stadt ghen Lanotte Vogels
1. Welkomstwoord/ intro 1 0 0 1 2. Interactiviteit als doelstelling 1 0 0 1 3. Elektronisch contact 0 1 1 0 4. Feedback mogelijkheden 1 0 1 1 5. Online Debat 0 0 0 0 6. Frequently asked questions 0 0 1 1 7. Nieuwsbrief 0 0 0 0 8. Opiniepeiling 0 0 0 0 9. Prijsvraag 0 0 0 0 Interactiviteit bij de ministers volgens een vooropgesteld codeschema.
0
1
0
1
0
0
0
1
1
1
1
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Zoals uit het codeschema blijkt verwelkomen 4 van de 8 websites de bezoeker met een introductie, welkomstwoord. Bij het betreden van de site van Patrick Dewael krijgt de bezoeker een korte maar bondige introductie waarin hij zelf het belang van de interactiviteit onderstreept (interactiviteit als doelstelling). Zijns inziens moet de kloof tussen de burger en de politiek onder meer door het internet gedicht worden wat allicht een mooie intentie is. Wanneer we op de website van Mieke Vogels belanden worden we meteen vergast op een zeer persoonlijk welkomstwoordje. Ze spreekt de surfer bevattelijk, op een informele wijze aan, stelt kort de inhoud van de website voor en excuseert zich al bij voorbaat voor de onvolledigheid van haar webstek. Een introductie is eveneens bij premier Verhofstadt terug te vinden, al verschilt deze wel danig van de 2 voorgaande. Op een formele en statische manier stelt hij in zijn welkomstwoord, net zoals zijn partijgenoot Patrick Dewael, de interactie met de burger centraal. Interactiviteit wordt hier duidelijk naar voren geschoven als doelstelling van de website. Guy Verhofstadt gebruikt in feite het internet als een excuus om de onmogelijkheid van iedere burger te woord te staan te vergoelijken. “Helaas is het geen politicus gegeven om alle burgers te woord te staan of van antwoord te dienen. Gelukkig hebben de media ons de voorbije honderd jaar vele nieuwe instrumenten in handen gegeven om deze kloof te dichten. Naast het geschreven en het gesproken woord via pers, radio en televisie, is er nu ook het internet, met alle horizonten die hiermee worden geopend.“, aldus de premier. Verder in de introductie ijvert Verhofstadt voor een permanente dialoog. Het internet is voor hem dan ook een ‘godsgeschenk’, een ideaal medium dat alle afstanden doet vervagen. De website van Rik Daems is de laatste die we positief codeerden wat betreft de aanwezigheid van een welkomstwoord. Anders dan bij de reeds vermelde sites gaat deze introductie enkel over verwezenlijkingen of een huidige stand van zaken betreffende een specifiek dossier. Bovenaan siert volgende opvallende kop de webpagina: ‘Uw dialoog met minister Rik Daems’. Minister van Sociale zaken Vandenbroucke ontvangt de surfer meteen na het intoetsen van het adres met een soort visitekaartje alwaar meteen de mogelijkheid ontstaat om te mailen.
Wanneer men op de eigenlijk site de ‘welkom-link’ aanklikt komt men weerom op dit visitekaartje terecht. Een woordje van de minister zelf ontbreekt hier echter. Annemie Neyts verwelkomt de surfer niet met een introductie of welkomstwoord. Op haar website beland je meteen op de hoofdpagina. Bij Johan Vande Lanotte kom je na een flitsende intro terecht op de homepage die weliswaar niet voorzien is van een welkomstwoord. Op de site van minister van justitie, Marc Verwilghen, valt er geen welkomstwoord te bespeuren. Een overzichtelijke homepage heeft de voorkeur genoten op een introductietekst. Wat het elektronische contact betreft kunnen we een duidelijk vormelijk verschil onderscheiden tussen de verschillende sites. Ook in het codeschema is dit onderscheid opgenomen onder de criteria ‘Elektronisch contact’ en ‘Feedbackmogelijkheden’. Wanneer er wordt gesproken van ‘elektronisch contact’ gaat het om het klassieke e-mailadres dat onder de vorm van een link wordt weergegeven. Bij het aanklikken van deze link word je doorverwezen naar je e-mailaccount op de PC en is de geadresseerde reeds ingevuld. Een andere optie is het contactformulier dat hier begrepen is als ‘Feedbackmogelijkheid’. Zulk een contactformulier mag begrepen worden als een pasklare oplossing op de site zelf waar er plaats is voorzien voor meningen, vragen, opmerkingen, e.d. Deze mailing komt wellicht rechtstreeks in de mailbox van de politicus of webmaster terecht. Bij de eerste opdracht van dit seminarie is ook de ware interactiviteit van de politici op de proef gesteld. Via een e-mail werd er bij de politici gepeild naar enkele gegevens omtrent hun website. Natuurlijk gaf dit ons meteen de mogelijkheid te verifiëren van wie we daadwerkelijke interactiviteit mogen verwachten. Bij een negatieve respons werd er een tweede, exact dezelfde mail verstuurt bij wijze van herinnering. Op de site van de Vlaams minister-president vinden we onder de rubriek contact een contactformulier. Patrick Dewael biedt de burgers namelijk de mogelijkheid om hun vragen of opmerkingen te formuleren, en dit zowel voor de lokale Tongerse als Vlaamse politiek. Het contactformulier op zich maakt onderscheid tussen klachten, problemen, suggesties of complimenten. Het nodigt de internetgebruiker dan ook uit om zijn/haar keuze te maken en aan te stippen. Vervolgens volgt een blanco formulier alwaar men naar believen tekst kan neertypen. Op een persoonlijke manier (“Hoe kan ik contact met u opnemen?”) vraagt men vervolgens naar identificatiegegevens en een e-mailadres voor een eventuele feedback. We moeten hier inderdaad spreken over eventueel want alvorens men op de pagina met het desbetreffende formulier terechtkomt staat er duidelijk te lezen in de introductie: “In de zin van het mogelijke zal ik op uw e-mail een antwoord geven. Heeft U geen mailtje ontvangen? Op voorhand mijn excuses....” Op de site van premier Verhofstadt kan men in de linker bovenhoek de ‘contact’-link aanklikken. Vervolgens krijgt men 3 verschillende opties voorgeschoteld. Men kan ofwel een e-mail naar de Eerste Minister sturen ofwel het adres van de Federale Overheidsdienst (FOD) Kanselarij en Algemene Diensten van de Eerste Minister en samenstelling contacteren (kabinet) ofwel andere adressen raadplegen. Meteen na het voorstellen van de verschillende opties wordt het mailen naar de premier uit de doeken gedaan. Vooraleer er ook nog maar de mogelijkheid is om effectief iets te sturen, kondigt men aan dat de Eerste Minister geen enkele mail kan beantwoorden. Men verzekert dat de premier zeker kennis krijgt van de mails, maar individueel antwoord zit er niet in. Hij maakte alvast zijn belofte waar van niet te zullen reageren daar we op de mailing geen reactie hebben gekregen. Geen van beide mails werd beantwoord. Voor persoonlijke vragen dient een schriftelijk schrijven gericht te worden aan de Kanselarij waarvan het adres wordt meegegeven. Verder legt men op deze pagina ettelijke links naar verschillende instellingen, instituten, musea en andere organisaties om met hen in contact te komen. Wat betreft het mailen naar de premier wordt gebruik gemaakt van een overzichtelijk contactformulier.
Het mailen naar de minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Frank Vandenbroucke, verloopt net als bij de Vlaams minister-president en de premier via een contactformulier, maar kan evengoed ook via een gewoon e-mailadres. De surfer heeft dus de keuze. Het formulier dat wordt aangereikt heeft men echter wel heel erg sober gehouden. De geïnteresseerde dient zijn coördinaten mee te verwerken in het geheel daar men enkel nog de buttons ‘verzenden’ en ‘annuleer’ kan aanklikken op deze pagina. Johan Vande Lanotte neemt eveneens het contactformulier op in zijn feedbackmogelijkheden. Een fraai uitgewerkt formulier nodigt de bezoeker uit zijn/haar vragen en opmerkingen te formuleren. Hoe u op de site bent terechtgekomen en eventueel via welke krant men er kennis van heeft genomen wordt bij wijze van interesse ook bevraagd. Frank Vandenbroucke en Johan Vandelanotte blinken uit in het beantwoorden van de mails, Vandelanotte zelfs persoonlijk. Naast het netjes en gedetailleerd ingaan op de vragen waren beide politici (en bijhorend kabinetspersoneel) bereid meer vragen te beantwoorden via een communicatiemedewerker wiens telefoonnummer mede werd vermeld. Bij Vandenbroucke kwam nog het feit dat deze zelf uitermate geïnteresseerd was in dit seminarie met als resultaat dat er een onderhoud heeft plaatsgevonden op 8 mei jl. (infra) Annemie Neyts opteerde niet voor zulk een contactformulier. Zij vermeldt rechts bovenaan wel heel duidelijk haar persoonlijke e-mailadres en onderaan de website vinden we dat adres nogmaals terug, vergezeld van twee schriftelijke contactadressen. Wat de mailing betreft had zij wel de herinneringsmail nodig om op de vragen te repliceren. Naar alle waarschijnlijkheid heeft zij wel de mail zelf geschreven. Wat onopgemerkt is gebleven is het feit dat men op deze website via Annemie Neyts ‘liberale internet-kaartjes’ kan versturen. Deze dienst is momenteel wel buiten gebruik maar het concept erachter moeten we misschien ook deels als interactiviteit beschouwen. “Send your Liberal International Lighthouse-card to a liberal friend on the Net” wil de surfer ertoe aanzetten om vanuit zichzelf te reageren onder de vorm van een e-card. Contact met Neyts is hier verder niet aan de orde. Bij Mieke Vogels wordt het algemene kabinet-mailadres opgegeven wanneer je de ‘algemene informatie’ opvraagt. Net zoals Frank Vandenbroucke dat in zijn home-page deed, geeft men op deze pagina in feite een visitekaartje van het kabinet weer. Meer dan waarschijnlijk bereikt men de minister hierdoor niet rechtstreeks. Wanneer men een mail wil versturen naar het ministerie van justitie of men allicht hoopt Marc Verwilghen te kunnen schrijven, komt men na het aanklikken van de e-mail-link, terecht in het e-mailprogramma van de computer. Het is wel een algemeen kabinetsadres. Een niet al te vriendelijke reactie werd gegeven op de eerste mail die men naar zijn kabinet verstuurde. ‘Serieuze antwoorden beginnen met juiste en duidelijk vragen’ luidde het in de eerste mail. Op een tweede contact werd niet gereageerd. Tot slot heeft ook Rik Daems plaats gemaakt voor de bezoeker om in contact te kunnen treden met zijn kabinet. Hij benadrukt tevens dat het nog steeds mogelijk is om een schrijven te richten naar enerzijds het kabinet en anderzijds naar zijn woerdvoerder. Deze beide adressen zijn aangevuld met telefoon- en faxnummers. Van de woerdvoerder staat tevens het gsmnummer vermeld. Wat betreft de elektronische post is er wel slechts één centraal (algemeen) e-mailadres. Op de mailing werd positief en bondig gereageerd door een medewerker. Wat het interactieve aspect verder nog betreft scoort Vandenbroucke ook nog met de ’Vraag en Antwoord’ -pagina, dat men ook kan terugvinden op de site. De surfer kan hier op allerhande vragen betreffende zijn beleidsdomein (sociale aangelegenheden en pensioenen) een voorgekauwd antwoord verkrijgen. Een 24-tal vaak gestelde vragen krijgen in deze sectie een passend antwoord. Op de webstek van Guy Verhofstadt zijn er eveneens een aantal vragen terug te vinden die peilen naar de functie en bevoegdheden van een eerste minister. Van een echte vraag-
antwoord rubriek mag men hier wel niet echt spreken. Toch bieden deze een antwoord op prangende vragen omtrent het ambt van eerste minister. Evenmin als bij Verhofstadt mogen we de sectie op de website van Rik Daems betreffende enkele beveiligingstips als ware FAQrubriek beschouwen. Van nieuwsbrieven of online debatten is er op geen enkele website sprake.
C.3 Conclusies Het is opvallend dat niet alle ministers (als politicus zijnde) de bezoeker verwelkomen met een introductie. Mieke Vogels, Patrick Dewael en Guy Verhofstadt scoren op dit criterium meer dan een voldoende. In hun introductie expliceren ze de bestaansreden van hun website en benadrukken ze het belang ervan. Rik Daems mag de bezoeker dan ook verwelkomen, de bestaansreden van de site blijft hij schuldig. Men mag natuurlijk niet uit het oog verliezen dat de afwezigheid van een welkomstwoord een weloverwogen keuze kan zijn (cfr infra Vandenbroucke) De verschillende sites hebben vanzelfsprekend allemaal een verschillende lay-out en dit uit zich eveneens in de keuze voor interactiviteit. Contactformulieren of klassieke emailadressen, bij al deze ministeriële sites bestaat de mogelijkheid voor de burger om van zich te laten horen en/of in contact te treden met de Belgische en Vlaamse politici. Het zou praktisch ondenkbaar zijn moest deze mogelijkheid niet worden geboden. We mogen weliswaar niet uit het oog verliezen dat er slechts een beperkt aantal ministers online actief zijn. De ministers die we dan toch aantroffen met een site, al dan niet met een persoonlijke toets, zijn allemaal via elektronische post / contactformulieren bereikbaar, hoewel respons niet verzekerd is. De premier, minister Vandenbroucke en minister Daems ontlasten hun mailbox reeds op voorhand door op enkele veel gestelde vragen of relevante kwesties (FAQ’s) reeds een pasklaar antwoord te bieden in een aparte sectie op site. Verrassend genoeg blijft het wel bij deze twee politici en zou deze mogelijkheid toch beter benut (uitgebuit) mogen worden.
D. Partijgebondenheid D.1 Tabel partijgebondenheid Partijgebondenheid 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Partijnaam in URL Logo Lay-out Link naar partij Link naar partijafdeling Link van partij
Dewael Neyts
0 1 1 1 0 1
0 0 0 1 1 0
VDB
0 0 0 0 0 1
Verhof Verwilghen Deams Vd Lanotte Vogels stadt
0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 1
0 0 0 0 0 1
0 1 0 1 0 1
D.2 Vergelijking Wordt de nadruk gelegd op de persoon of speelt de partij ook een belangrijke rol? Ook hier zien we enorme verschillen tussen de verschillende sites. Bij allen, uitgezonderd Annemie Neyts, vinden we een correcte link van de partijsite naar hun persoonlijke site, terwijl omgekeerd (een link van hun site naar de partij) slechts in 50 % van
0 0 1 1 0 1
de gevallen voorkomt. Een link naar een partijafdeling vinden we enkel bij Annemie Neyts terug. Geen van de ministers gebruikt echter de partijnaam in de URL. Noch de standpunten, noch het programma van de partij (in kwestie) is op één van de sites terug te vinden. Dit wijst er toch op dat niet de partij, maar wel de politicus (als persoon of vanuit zijn functie) belangrijk is. Qua lay-out, voornamelijk kleurgebruik, zijn het enkel Patrick Dewael en Mieke Vogels die het voorbeeld van hun partij volgen en het partijlogo staat alleen op de site van Patrick Dewael (VLD) en Johan Vande Lanotte (SPa: het logo is tevens de link naar de partij).
D.3 Conclusies De relatie met de respectievelijke partij komt eigenlijk enkel bij Patrick Dewael duidelijk naar voren. Over het algemeen blijft partijgebondenheid beperkt tot een link van en/of naar de partij (-afdeling). De nadruk ligt bij de verscheidene sites op de politicus en niet op de partij. Dit is dan ook wel vrij vanzelfsprekend, anders zou een persoonlijke site niet echt nuttig zijn. En als mensen meer willen weten over de partij met zijn programma en standpunten, zullen ze naar de partijsite moeten surfen. Daarvoor is een rechtstreekse link naar de partij dan wel handig.
E. Gebruiksvriendelijkheid E.1 Tabel gebruiksvriendelijkheid In het onderzoek naar de gebruiksvriendelijkheid van de ministeriële websites zijn drie variabelen toegevoegd. Ten eerste of er al dan niet de mogelijkheid is voor blinden en/of slechtzienden om de website te bezoeken. Dit wordt een blindsurfer genoemd. Ten tweede in hoeveel talen de website beschikbaar is.en ten derde door wie de website onderhouden wordt (kabinet of bedrijf). Gebruiksvriendelijkheid Dewael Neyts 1. Goede bereikbaarheid 2. Overzichtelijk 3. Actuele informatie 4. Zoekfunctie 6. Audio-visueel materiaal Informatie over aantal bezoekers 7. Blindsurfer 8. Aantal talen 9. Onderhoud site
E.2 Vergelijking
VDB
Verhof stadt
Vogels Vd Lanotte Verwilghen Daems
1 1
1 0
1 1
1 1
1 1
1 0
1 1
1 1
0
1
1
1
1
0
1
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
1
2
4
1
2
3
4
kabinet
kabinet
kabinet
bys
kabinet kabinet kabinet kabinet
Dat de vorm van een boodschap niet minder belangrijk is dan de inhoud ervan, wisten we al langer. Ook kunnen vormelijke aspecten van een website veel bijdragen tot de boodschap die de politicus of politica wil overbrengen. Als we de vormelijke aspecten van deze websites vergelijken, valt het op dat al de sites over een goede bereikbaarheid beschikken. Wel zijn het de sites van Vande Lanotte en Neyts die negatief scoren op overzichtelijkheid. De meeste sites worden voorzien van actuele informatie. Enkel bij Dewael en Vande Lannote blijft dit aspect in gebreke. De vraag is natuurlijk of het de bedoeling is van Dewael en Vande Lanotte om actueel uit de hoek te komen op hun site. Een heel handig gebruiksmiddel op een website is een zoekfunctie. Toch moeten we constateren dat er slechts twee sites van de acht hierover beschikken, die van Vandenbroucke en Verhofstadt. Dat is toch wel een zware handicap wat de categorie gebruiksvriendelijkheid betreft. Immers, een zoekfunctie is en blijft het meest efficiënte gebruiksmiddel om informatie op te zoeken. Het gebruik van audio-visueel materiaal is niet algemeen bij de sites van de Vlaamse ministers. Enkel de premier beschikt hierover. Wat over het algemeen ook vrij gebruikelijk is aan een website, is de vermelding van het aantal bezoekers. Toch moeten we ook hier weer constateren dat dit niet geldt voor de ministeriële websites. Slechts twee (Dewael en Vande Lanotte) van de acht websites vermelden het aantal bezoekers. Slechts twee van de ministers, Vandenbroucke en Vogels, hebben oog voor de slechtzienden en/of blinden. Door middel van een blindsurfer kunnen deze visueel gehandicapte mensen hun websites ook bezoeken De website die in de meeste talen te verkrijgen is, is deze van Verhofstadt. Ook Daems beschikt over een viertalige functie met dit verschil dat, net zoals Verhofstadt, de site verkrijgbaar is in het Nederlands, Frans en Duits maar dat er slechts enkele stukken verkrijgbaar zijn in het Engels. Ook Verwilghen scoort hoog wat dit aspect betreft. Zijn site is in drie talen verkrijgbaar. Ten slotte zijn we nagegaan door wie de websites worden onderhouden. Bij alle Vlaamse ministers, op Dewael na, wordt de website onderhouden door iemand van het kabinet. De website van Dewael wordt onderhouden door Bypass, een bedrijf dat hiervoor dient.
E.3 Conclusies In algemene termen kunnen we concluderen dat de websites van de Vlaamse ministers nagenoeg allemaal goed bereikbaar, overzichtelijk en actueel bevonden zijn. Audio-visueel materiaal is op één uitzondering na nergens op de ministeriële sites terug te vinden. Hieruit kunnen we afleiden dat dit oftewel nog niet gebruikelijk oftewel niet van nut is. Twee aspecten, de counter en de zoekfunctie, zijn onterecht ondervertegenwoordigd op de sites van de ministers en een ontbreken van deze, laat de indruk van een gebruiksvriendelijke handicap na. Ook het ontbreken van een blindsurfer bij zes van de acht onderzochte websites, wekt niet bepaald een gevoel van gebruiksvriendelijkheid bij de visueel gehandicapten.
Wat de het aanbod van de sites in verschillende talen betreft, valt het op dat dit cijfer samenhangt met de functie die de minister bekleedt. Zo merk je aan de websites met een hoog persoonlijk gehalte en de websites van de Vlaamse ministers, dat deze meestal in één taal verkrijgbaar zijn. Voor federale ministers is het minimum over het algemeen twee. De premier scoort het hoogst in deze categorie en hij bekleedt ook het hoogste politieke ambt. Er is dus duidelijk een verband aanwezig tussen het aantal talen waarin de website verkrijgbaar is enerzijds en de politieke functie (Vlaams of federaal) en aard van de website (hoog persoonlijk karakter, persoon in zijn of haar functie, vanuit geheel) anderzijds. Nagenoeg alle websites worden onderhouden door het kabinet van de minister.
3. Website minister van Sociale Zaken en Pensioenen Frank Vandenbroucke Naar aanleiding van een persoonlijk onderhoud met minister Frank Vandenbroucke, zijn communicatiemedewerkers Sara Vercauteren, Koen Pardon en woordvoerder Bob Van de Voorde hebben we de website van de minister van naderbij bekeken. Via een presentatie per
onderdeel van het codeschema konden we onze opmerkingen en verdere suggesties naar hem toe formuleren. De minister en zijn naaste medewerkers hebben daar niet enkel passief naar geluisterd, maar hebben tevens feedback gegeven omtrent onze opmerkingen en conclusies. Enkele van onze suggesties werden toch door de minister beargumenteerd weerlegd terwijl andere zaken door ons geformuleerd inderdaad voor verbetering vatbaar zijn.
A. Politieke informatie We kunnen stellen dat de site van Vandenbroucke zowat de meest volledige is wat betreft politieke infomatie. Van de 11 puntjes in ons codeschema onder politieke informatie zijn er slechts 2 die ontbreken op zijn site, namelijk ‘lokale politiek’ en ‘politieke campagne’. Maar buiten de 2 sites uitgaande vanuit de politicus als persoon, beschikt dan ook niemand over deze topics. Wanneer de website namelijk is opgesteld vanuit de functie als minister is het minder relevant iets te vermelden over de lokale politiek of over je persoonlijke campagne. Maar zoals we al eerder zeiden is het volgens ons toch niet zo’n slecht idee, om aan te geven wat er op het lokale niveau verandert ten gevolge van beslissingen die op nationaal niveau genomen worden. Zo wordt de nationale politiek, die voor velen een “ver-van-ons-bed-show” is, wat dichter bij de burger gebracht. Op die manier kan het leiden tot wat meer begrip en vertrouwen van de burgers jegens de toppolitici. Net zoals bij de anderen vinden we geen aparte topic standpunten/visies terug. Ook bij minister Vandenbroucke zitten ze verwerkt in het geheel. Zo geeft hij tal van artikels weer waar zijn visie duidelijk in naar voren komt. Het zou echter geen slecht idee zijn moest hij een samenvatting van zijn belangrijkste standpunten -met betrekking tot zijn bevoegdheden- in een aparte topic weergeven. In tegenstelling tot de anderen beschikt Vandenbroucke wel over samenvattingen/inhoudstafels en slides op zijn site. Bij het topic “beleidsnota’s” geeft hij op z’n minst al een inhoudstafel bij de teksten en soms ook een résumé of slides, wat handige hulpmiddelen zijn bij de vaak lange en vrij moeilijke teksten. We zouden dan ook willen voorstellen dit in de toekomst nog meer te verfijnen. Zodat men bijvoorbeeld bij elke beleidsnota ook kan beschikken over een samenvatting. We beseffen wel dat dit heel wat inspanningen zal kosten, maar het zal een grote hulp zijn bij het lezen van de teksten. Tenslotte willen we nog vermelden dat Vandenbroucke en Vogels de enige 2 zijn die hun werkagenda prijsgeven op hun site. De agenda van Vandenbroucke wordt zelfs dagelijks aangepast. De minister zelf reageert hier echter heel bescheiden op daar dit slechts een kleine greep uit gans zijn agenda is. Grote en belangrijke afspraken worden vermeld, maar ettelijke vergaderingen met tal van betrokken instanties staan er niet op. Bij deze nuanceert de minster het belang dat men hieraan moet hechten.
B. Persoonlijke informatie Opvallend is toch wel dat op zijn site niets van persoonlijke informatie terug te vinden is, terwijl alle andere sites minstens op 1 punt positief scoren. Een beetje tegenstrijdig hiermee is wel de portrettenreeks, welke dan wel vrij persoonlijk overkomen. Toch denken we dat het vermelden van persoonlijke informatie de politicus dichter bij de burger brengt. Zo laat je de mensen zien dat men ook maar een gewone persoon bent, de mens achter de politicus.
De grote vraag is hier toch wel: waarom geen persoonlijke informatie? Heeft hij hier een reden voor? Misschien hoort het volgens hem niet thuis op een ministeriële site of vindt hij dit overbodig? Toen we Frank Vandenbroucke hiermee confronteerden tijdens ons gesprek op 8 mei jl. heeft hij zijn weloverwogen redenen hiervoor duidelijk naar voren geschoven. Het vermelden van persoonlijke informatie wil hij gewoonweg niet (dit is niet het doel van de website), hij vindt dit overbodig en bovendien riskant. Riskant omdat je nooit weet wat men (journalisten ed.) tegen je zal gebruiken. Hij acht het totaal overbodig te vertellen over zijn vrouw of dochter, die bewust uit het voetlicht van de politiek wensen te blijven. Daarenboven wil hij niet dat zijn gezin en privé-leven worden blootgesteld aan de media, hij wil ze er absoluut buiten houden. Hij is de politicus en zijn gezin heeft daar niets mee te maken, luidde het. Het belangrijkste is, volgens de minister, om eens te gaan kijken wie de eigenlijke doelgroep van de website wel is. Zijn site richt zich immers vooral tot betrokken personen, zowel particulieren als professionelen. Professionelen (journalisten, artsen, kinesitherapeuten,...) functioneren als tussenpersoon tussen politicus en burger, daarom is de site ook zo neutraal. Vandenbroucke ziet de site als een instrument en moest hij gericht zijn op alle burgers, zou deze veel eenvoudiger moeten zijn. Persoonlijke informatie kan dan ook op geen enkele manier relevant zijn in deze context. Maar waarom dan wel de foto's? Ook daar was een logische en doordachte reden voor. Men richt zich hiermee rechtstreeks tot de journalisten die, wanneer ze een interview komen afnemen, geen camera of fotograaf bij zich hebben. Zij kunnen dan voor hun artikel een foto in JPG-bestand downloaden. Vandaar de reeks portretten, louter om praktische redenen.
C. Interactiviteit Minister van Sociale Zaken en Pensioenen Frank Vandenbroucke verwelkomt de surfer meteen na het intoetsen van het adres met een soort visitekaartje alwaar meteen de mogelijkheid ontstaat om te mailen via een gelinkt mailadres. Alvorens men wil verder gaan en dus op de site terechtkomt dient de bezoeker eerst nog wel een taalkeuze te maken. Een persoonlijke begroeting of een woordje van de minister zelf ontbreekt hier echter. Dat dit niet op de site was terug te vinden zal de minister hebben geweten, want tijdens het gesprek werd dit qua interactiviteit toch als een heikel punt gezien. Wanneer de minister vroeg wat nu globaal gezien de echte minpunten waren aan zijn website viel de onpersoonlijke aanpak van de introductie daar toch wel zeker onder. Bij confrontatie daarvan met de minister werden we al gauw van antwoord voorzien. Hij acht het eigenlijk niet echt nodig om de bezoeker van de website, al dan niet op een informele manier te begroeten. De reden hiervan is niet onbegrijpelijk. Dagelijks wordt de site bezocht door professionelen die een broertje dood hebben aan de minister en/of die meteen naar de contactlink gaan. Scheldpartijen en boze reacties zijn dagelijkse kost in de e-mails van het kabinet. Vandenbroucke acht het dan ook totaal niet belangrijk om deze mensen ‘persoonlijk’ te woord te staan in een welkomstwoord. “Mensen komen om informatie te raadplegen, niet om de website van Frank Vandenbroucke voor het plezier te bezoeken”, aldus de minister zelf waarmee hij dus niet meteen de gewone burger wil aanspreken. Ook omwille van de tweetaligheid vindt hij zelf een welkomstwoord ietwat overbodig. Ze zouden het nog eens bekijken. Het mailen naar de minister van Sociale Zaken kan op twee manieren gebeuren. Vooreerst is er het klassiek gelinkte e-mailadres waarbij men na het aanklikken ervan op het mailprogramma/-site van de computer terechtkomt. Anderzijds is er ook de mogelijkheid om
in de contactsectie van de website een ‘contactformulier’ in te vullen. Met andere woorden, men kan meteen op de site een voorziene ruimte gebruiken om opmerkingen of suggesties door te sturen. Het formulier dat op de site wordt aangereikt is echter wel sober gehouden. De geïnteresseerde dient zijn coördinaten mee te verwerken in het geheel daar men enkel nog de buttons ‘verzenden’ en ‘annuleer’ kan aanklikken op deze pagina. Reactie van de minister op dit sobere contactformulier wees weerom naar het aantal negatieve mails die vaak anoniem gebeuren. Op het kabinet wordt dan ook helemaal niet verwacht dat alle mails voorzien zijn van coördinaten. De opmerking die van ons uitging betrof de eventueel verdere uitwerking van dit contactformulier zoals we er bij Johan Vandelanotte een konden terugvinden. Begrijpelijk als ze dit vonden zouden ze dit ook nog eens bekijken. Wat het interactieve aspect betreft scoort Vandenbroucke ook nog met de ’Vraag en Antwoord’ -pagina, die de bezoeker kan terugvinden op de site. De surfer kan hier op allerhande vragen betreffende twee topics een voorgekauwd antwoord verkrijgen. Een 24-tal vaak gestelde vragen krijgen in deze sectie een passend antwoord. Daar hebben we het voorstel geopperd om deze sectie misschien wat uit te breiden naar meerdere onderwerpen en dat zou allicht in de toekomst de bedoeling zijn. Van nieuwsbrieven of een online debat is er op deze site geen sprake evenmin als bij de andere politici. De minister vertelde ons wel dat hij bij de verkiezingen van ’99 een debat/forum had georganiseerd, maar dit had hem enkel slapeloze nachten bezorgd en bleek, aan zijn reactie te zien, niet meteen voor herhaling vatbaar.
D. Partijgebondenheid Qua partijgebondenheid valt er eigenlijk niet zo veel aan te merken, vermits een persoonlijke site niet in functie staat van de partij, laat staan die van een federaal minister. Een persoonlijke site is er om de politicus beter te leren kennen en als de mensen meer willen weten over de partij kunnen ze steeds de partijsite bezoeken. De site van minister Vandenbroucke heeft in principe een louter informatieve functie, van hem zelf vind je er al niets terug, Misschien toch één suggestie: een link naar de partij zou wel handig zijn zodat de bezoekers niet moeten beginnen zoeken naar het URL-adres. De URL van de SP.A is nu wel niet zo moeilijk terug te vinden, maar dit is toch niet voor iedereen even vanzelfsprekend! Ook hier gaf hij een korte en bondige uitleg over het waarom. Hij stelt op de eerste plaats dat het kabinet in de verste verte niets te maken heeft met de partij, het zijn 2 losstaande zaken. Daarbij komt dat het kabinet werkt met gemeenschapsgeld en dat dient dus zeker niet om de partij te promoten maar wel zijn job als minister. Van zijn kabinetsmedewerkers hoopt hij enkel te kunnen reken op hun steun ten tijde van verkiezingen, maar er is geen sprake van politieke (partijgebonden) benoemingen.
E. Gebruiksvriendelijkheid De website van minister Vandenbroucke is gebruiksvriendelijk. Ten eerste is de site gemakkelijk bereikbaar. Wat overzichtelijkheid betreft, scoort deze site een voldoende maar toch zou hier wat aan gesleuteld kunnen worden. Als bezoeker word je bij wijze van schrijven overladen met mogelijkheden. Dit is volledig en correct maar komt niet altijd even duidelijk over. Toen wij het hierover met de minister hadden, bleek dit een bewuste keuze vanuit
informatieve invalshoek maar toch is een verandering vanuit gebruiksvriendelijk oogpunt te overwegen. Een groot voordeel dan weer is de actualiteit van de informatie. Deze site krijgt regelmatig nieuwe en verse informatie. Zo bericht de site soms over gebeurtenissen die zich de dag zelf aan het volstrekken zijn. Dit is heel bewust gedaan. De minister ziet de snelheid van het medium en de mogelijkheid om dieper in detail te treden als grote voordelen en tracht deze dan ook volledig te benutten. In de kranten, op radio en televisie krijgt hij niet de kans om volledige informatie te geven. Nu kan hij verwijzen naar zijn site waar mensen terechtkunnen als zij diepgaandere informatie willen zoals bij zijn optreden in “de Zevende dag” van zondag 5 mei 2002. De minister zegt ook uitdrukkelijk dat zijn optredens in de andere media qua inhoud steevast beperkt en aan de oppervlakte blijven. De website is voor hem het medium waarin hij zijn dossiers uitgebreid en gedetailleerd kan voorleggen. Een ander voordeel aan deze site is de zoekfunctie. Dit verschaft de bezoeker de mogelijkheid iets dat hij of zij zoekt met een druk op de knop te vinden. Nog iets wat deze site onderscheidt van de anderen is de blindsurfer. Dit is een label dat de sites verdienen na screening door de blinden- en slechtziendenliga. Hiermee duiden ze op het feit dat de site toegankelijk is voor visueel gehandicapten (enkel Vandenbroucke en Vogels beschikken over het label ‘blindsurfer’). De website is te raadplegen in 2 talen en het deel met betrekking tot het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie ook nog eens in het Engels. Wat deze site niet bezit is een counter, ook al beschikt het kabinet wel over de nodige informatie. Bij de mailing van de vorige opdracht werden we immers gedetailleerd voorzien van de nodige cijfers en grafieken wat betreft bezoekersaantallen.