SCHOOLGIDS 2014-2015
VWO HAVO MAVO VMBO PRO
WWW.IJSSELCOLLEGE.NL
Inhoud
Inleiding
Inleiding
3
Missie en visie
4
Organisatie en locaties
6
Onderwijs
7
Leerlingbegeleiding 19 Veilige school
27
Bijzondere activiteiten
27
Examenresultaten 28 Kwaliteitskaart en opbrengstenkaart
28
Inspectie
30
Klachtenregeling en vertrouwenspersonen
30
Aansprakelijkheid en verzekeringen
31
Boeken en schoolkosten
33
Contact
34
Bijlagen 1 Overzicht gebruikte afkortingen
35
2 Doorstroomschema
37
3 Lessentabel PRO
38
4 Lessentabel onderbouw VMBO
39
5 Lessentabel bovenbouw VMBO
40
6 Lessentabel MAVO/HAVO/VWO
41
In deze schoolgids vindt u belangrijke algemene informatie over de gang van zaken op het IJsselcollege. Daarnaast geven we een los jaarboekje uit voor de actuele gegevens. Het jaarboekje reiken we bij de start van het schooljaar uit aan alle leerlingen. De schoolgids is een openbare verantwoording van de school. We beschrijven onze doelen, de activiteiten die we ondernemen om die doelen te realiseren en de resultaten die we boeken. Daarnaast komen er ook tal van andere onderwerpen aan de orde om onze identiteit aan te geven. Als u deze schoolgids leest, kunt u zich een beeld vormen van het IJsselcollege in veel van zijn facetten. Er is op onze school een gevarieerd aanbod van vakken. Het IJsselcollege is een dynamische organisatie. Elke dag is weer anders. Alle medewerkers zijn verschillend. Geen twee leerlingen zijn gelijk. De didactische en pedagogische aanpak kan daarom verschillen per leerling en per situatie. We richten al onze energie op het onderwijsleerproces en persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. Alle medewerkers van het IJsselcollege staan daar klaar voor. Ik wens u veel plezier bij het lezen van onze schoolgids.
Drs. G.D.N. van Uitert voorzitter college van bestuur IJsselcollege
3
Missie Het IJsselcollege is een brede scholengemeenschap. Het bevoegd gezag van het IJsselcollege wordt gevormd door het college van bestuur. De school valt onder de stichting VOCA (Voortgezet Onderwijs Capelle aan den IJssel). De stichting VOCA stelt zich ten doel voortgezet onderwijs te geven en te bevorderen vanuit een algemeen bijzondere identiteit zoals vastgelegd in de wet op het voortgezet onderwijs. In onze statuten hebben we vastgelegd dat het IJsselcollege algemeen toegankelijk is. Dat betekent in de praktijk voor ons: • eerbiediging van ieders godsdienst en levensover tuiging; • eerbiediging van ieders afkomst; • bevordering wederzijds respect; • gelijkwaardigheid van mensen. Onze missie en waar we als school voor staan: • Samen Leren Verbeteren; • Kansen voor Talent; • Thuis voelen.
Visie Kwaliteit, goede sfeer, veiligheid, leren en de vaardigheid om de opgedane kennis te kunnen toepassen. Daar draait het in onze school om. We hebben voor ons onderwijs de volgende uitgangspunten opgesteld. Iedere leerling… • kan meer dan hij laat zien; • krijgt steeds meer verantwoordelijkheid voor zijn eigen leren;
4
• leert op zijn eigen manier; • leert beter in een rustig, veilig en goed klimaat; • wordt opgeleid met een innovatief programma; • krijgt de aandacht die hij nodig heeft en verdient; • verdient altijd een nieuwe kans; • gunnen we een succesrijke schoolloopbaan; • is een kind van de 21e eeuw. Als onze leerlingen de school met het felbegeerde diploma verlaten, zien we graag dat zij in hun vervolgtraject ook succesvol zijn. We zijn ons ervan bewust dat wij daaraan kunnen bijdragen door hen ook al tijdens hun verblijf op onze school in aanraking te brengen met wat er in die andere wereld gevraagd wordt. We realiseren ons terdege dat onze leerlingen in een steeds sneller veranderende wereld hun bestaan moeten opbouwen. Het is daarom van groot belang dat we onze leerlingen helpen om steeds beter te leren hoe ze kunnen leren. Als ze dat goed onder de knie hebben dan kunnen zij zich in die snel veranderende wereld ook beter staande houden. Om die reden werken we samen met Twynstra Gudde, de Rijksuniversiteit Utrecht, Hogeschool STOAS Vilentum en een groepje andere scholen om op ons initiatief een gevalideerde vragenlijst te ontwikkelen die het unieke leervoorkeuren profiel van een leerling weergeeft. Een goed inzicht in je eigen leervoorkeuren geeft je een voorsprong in je leren en helpt je vooruit. Niet alleen onze leerlingen worden geconfronteerd met een veranderende wereld. Wij zelf ook. Dat betekent voor ons dat we voortdurend investeren in deskundigheidsbevordering van ons personeel. Op die wijze geven we daadwerkelijk invulling aan ‘Samen Leren Verbeteren’!
In het lijstje uitgangspunten staat als laatste ‘iedere leerling is straks na 2000 geboren’. Die generatie leerlingen groeit spelenderwijs op met allerlei voor hen vanzelfsprekende technologische apparatuur zoals tablets, smartphones, enz. Dat heeft betekenis voor de manier waarop leerlingen informatie vergaren en uiteraard ook voor hun werkwijze als ze gaan leren. Voor ons als school betekent het ook dat we in ons onderwijs steeds meer werken met deze technologieën. Daarbij baseren we ons mede op wetenschappelijk onderzoek naar de effecten ervan op het leren van de leerlingen. We kiezen daarom voor afwisseling en een goede dosering. Onderwijs bereidt leerlingen voor op de participatie in een democratische, multi-etnische samenleving want onze leerlingen krijgen te maken met een grote verscheidenheid aan culturen. Bovendien komen zij in een kleiner lijkende wereld steeds vaker in aanraking met het buitenland. Het is daarom van groot belang dat onze leerlingen zich tijdens hun schooltijd oriënteren op de verschillende culturen en op de uitingen daarvan die zowel binnen Nederland als daarbuiten voorkomen.
Ten slotte Onze leerlingen doorlopen gedurende hun schooltijd een belangrijke levensfase. In de levensfase van 12 tot 18 jaar vindt een groot deel van hun vorming plaats. De verantwoordelijkheid voor een goede ontwikkeling van de leerling ligt allereerst bij de ouders en afhankelijk van de leeftijd, ook bij de leerling zelf. Een leerling brengt echter een groot deel van de dag bij ons op school door en de invloed daarvan op het welbevinden van onze leerlingen onderschatten we niet. We hebben daarin een belangrijke verantwoordelijkheid. Iedere leerling dient zich daarom verzekerd te weten van onze steun. Dat brengen wij tot uitdrukking door de wijze waarop we het leer- en ondersteuningsproces structuur geven. Onderwijs, ondersteuning en aandacht voor de leerling zijn daarin onverbrekelijk met elkaar verbonden.
Cultuur kan ook worden opgevat als ‘aandacht voor cultuuruitingen in het algemeen’. Het IJsselcollege vindt het voor de ontwikkeling van jonge opgroeiende mensen belangrijk dat zij regelmatig kennis nemen van cultuuruitingen in de breedste zin van het woord. Daarom besteden we aan cultuur zowel binnen als buiten de lessen veel aandacht. Aandacht voor cultuur betekent dus ook aandacht voor kunst (uitingen) en de betekenis daarvan voor de ontwikkeling van mensen in een multietnische samenleving.
5
Organisatie en locaties
Onderwijs Voor een overzicht van de organisatie vindt u hieronder het organogram van het IJsselcollege.
Het IJsselcollege bestaat uit drie vestigingen. Het PRO (Praktijkonderwijs) vindt plaats aan de Wiekslag. Het VMBO wordt gegeven aan de Kanaalweg. MAVO, HAVO en VWO zijn gehuisvest aan de Alkenlaan.
Onderwijsvisie Op basis van onze missie en visie en rekening houdend met de maatschappelijke context zijn de volgende onderwijskundige uitgangspunten de basis voor alle opleidingen in het IJsselcollege. • Aandacht voor vakkennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om met succes en binnen de daarvoor gestelde tijd, de eindtermen te behalen van de oplei ding op het voor de leerling geadviseerde niveau.
College van Bestuur
Raad van Toezicht
Centrale administratie
ICT
Locatiedirectie Alkenlaan
6
Bestuurssecretariaat
Locatiedirectie Kanaalweg / Wiekslag
Onderwijsondersteunend personeel
Onderwijsondersteunend personeel
Staffunctionarissen
Staffunctionarissen
Adjunctdirecteur Wiekslag Onderwijsondersteunend personeel Staffunctionarissen
Teamleiders Alkenlaan
Teamleiders Kanaalweg
Teamleider Wiekslag
Teams Alkenlaan
Teams Kanaalweg
Teams Wiekslag
• Kennis en vaardigheden bezitten voor het functioneren in de maatschappij. Het onderwijs richt zich op die competenties die leerlingen in staat stellen in de verschillende levensrollen zelfstandig, zelfverantwoor delijk en met respect voor anderen te kunnen functio neren in een (multi-etnische) samenleving met steeds meer internationale contacten. • Het leren door de leerling staat centraal. Het onderwijs sluit aan bij de leerbehoefte en de leerstijl van de leerlingen. Het uitgangspunt voor de inrichting van het onderwijs is niet de leerstof, maar de leerling. • Uitdagend, inspirerend en betekenisvol leren. In het onderwijs dagen we de leerlingen uit om hun capaci teiten en talenten optimaal te ontplooien. De leer omgeving is betekenisvol en uitdagend. • Doorlopende leerlijnen. De aansluiting op het basis onderwijs aan de ene kant en de goede voorbereiding op het vervolgonderwijs aan de andere kant vormen belangrijke uitgangspunten voor de inrichting van het onderwijs.
• Oriëntatie op arbeid en beroep. Het onderwijs sluit aan bij de ontwikkelingen in de maatschappij en biedt een brede oriëntatie op de wereld van arbeid en beroep. De samenwerking met het beroepenveld staat centraal. • Ondersteuning op maat. De school biedt de leerlingen de ondersteuning die nodig is om de leerling in staat te stellen de (leer)prestaties te bereiken die passen bij het eigen niveau van de leerling en die nodig is voor het persoonlijke welbevinden. • Veiligheid. De school biedt de leerlingen een veilige leeromgeving en een veilig pedagogisch klimaat. Onderwijssoorten en lessentabellen Praktijkonderwijs Praktijkonderwijs biedt leerlingen die dat nodig hebben een onderwijsprogramma dat past bij de behoefte en de mogelijkheden van de leerling. Onze docenten werken met lesmateriaal dat speciaal voor het Praktijkonderwijs is ontwikkeld. Het Praktijkonderwijs kent drie fasen van ontwikkeling. In fase 1 krijgen de leerlingen algemene vorming, creatieve vakken, sociale vaardigheidslessen en oriëntatie op praktijkvakken zoals techniek, plant en dier en verzorging. De leerling oefent arbeidsvaardigheden door binnen school dienstverlenende activiteiten uit te voeren. Met behulp van het leermiddelenpakket PrO’motie en Deviant krijgen de leerlingen les in de vakken: Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde, informatiekunde, mens en maatschappij, praktijk en loopbaan en sociale vaardigheden. Daarnaast zijn er lessen in gymnastiek, handvaardigheid, tekenen, koken en techniek. De school biedt
7
de leerlingen de Kanjertraining aan. Deze training helpt de leerlingen goed met elkaar om te gaan. De GGD en stichting Mee komen speciaal in de school voor lessen weerbaarheid. Fase 1 duurt twee jaar. In fase 2 oriënteren de leerlingen zich op de wereld van arbeid en beroep door deel te nemen aan de praktijkvakken. In het praktijkprogramma ontdekken de leerlingen ook wat hun eigen sterke en zwakke kanten zijn. Het praktijkprogramma bestaat uit oriëntatie op de agrarische sector, de techniek, de detailhandel, de horeca, en de zorg. Zodra de leerling de leeftijd daarvoor heeft en voldoende vaardigheden bezit, zorgt het stagebureau voor een oriënterende stage. De opbouw van het lesprogramma in fase 2 is verder vergelijkbaar met dat van fase 1. Deze fase duurt één of twee jaar. In fase 3 doet de leerling twee specialisaties. De leerling kan kiezen uit de agrarische sector, techniek, detailhandel, horeca of zorg. De stages sluiten aan bij de gekozen richting. Een stage kan één, twee of drie dagen per week zijn. De leerlingen sluiten het praktijkprogramma af met een praktijkexamen en zij kunnen zo één of meer branchecertificaten behalen. In 2009-2010 is de school gestart met de AKA-opleiding (arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent). De AKA-opleiding is een ROC-opleiding op niveau 1. De school biedt de opleiding samen met ROC Albeda aan. Deze fase duurt één of twee jaar. Dit is het laatste jaar dat de leerlingen het AKA programma kunnen afronden. Wij zijn nog met de ROC scholen in gesprek over de opvolger van de AKA namelijk de entreeopleiding. Komend schooljaar wordt duidelijk hoe wij dit programma in samenwerking met de ROC scholen gaan invullen.
8
De leerlingen kunnen tot maximaal 18-jarige leeftijd aan het programma van het Praktijkonderwijs deelnemen. Na fase 3 stromen de leerlingen met branchecertificaten uit naar arbeid. De leerlingen met een AKA-diploma stromen uit naar arbeid of gaan door naar een ROC. De school biedt de leerlingen niet alleen een beroepsgericht programma. De leerlingen verwerven ook vaardigheden die noodzakelijk zijn om straks in de maatschappij zelfstandig te kunnen functioneren. Plaatsing op een school voor Praktijkonderwijs kan alleen als de leerling aan wettelijk vastgestelde voorwaarden voldoet. Voor plaatsing in het Praktijkonderwijs is het nodig dat de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) een beschikking afgeeft. De school verzorgt de procedure naar de RVC. VMBO In de eerste twee leerjaren van het VMBO behalen de leerlingen de kerndoelen van de onderbouw. In het VMBO bieden we de basisberoepsgerichte leerweg en kaderberoepsgerichte leerweg. Leerlingen met een advies tussen kader en theoretisch plaatsen we in een kader+ klas. Het programma in deze klas sluit aan op het programma van de MAVO. De leerling die toch het niveau MAVO aan kan, kan daardoor zonder problemen de overstap maken naar de 2e klas van de MAVO. In de onderbouw van het VMBO is in de afgelopen jaren veel nadruk komen te liggen op de vakken Nederlands en rekenen/wiskunde. We geven veel extra lessen in deze vakken, omdat sinds 2010 voor alle leerlingen extra hoge eisen gelden voor taal en rekenen.
We streven naar een brede ontwikkeling van de leerling. Naast beeldende vorming en muziek geven we in het eerste leerjaar daarom ook het vak drama als onderdeel van de cultuureducatie. Bij drama werken de leerlingen aan hun zelfvertrouwen en hun houding, ze leren er presenteren en samenwerken. Veel vakken in het VMBO zijn samengevoegd in een leergebied. Zo zijn de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en economie samen het leergebied Mens & Maatschappij. In het leergebied Natuur & Techniek zitten de kerndoelen van de vakken natuurkunde en techniek en de vakken biologie en verzorging vormen samen het leergebied Zorg & Gezondheid. De leerlingen hebben door de leergebieden minder verschillende leraren en ze ontdekken de samenhang tussen de vakken van het leergebied.
In de bovenbouw van het VMBO starten de leerlingen met het beroepsgerichte onderwijs in één van de tien beroepsprogramma’s van de school. De leerling kiest uit beroepsgerichte opleidingen in de sector Economie (Horeca & Toerisme, Fashion & Design, Handel & Administratie), de sector Techniek (Metaaltechniek, Voertuigentechniek, Metalektro, Elektrotechniek) of de sector Zorg & Welzijn (Zorg & Gezondheid, Hair & Beauty). De leerling kan ook kiezen voor het intersectorale programma VMBO-ICT. Het beroepsgerichte programma bestaat uit ongeveer 14 lessen per week. Naast het beroepsgerichte programma doen alle leerlingen examen in de vakken Nederlands en Engels. Daarnaast zijn er nog twee algemeen vormende vakken verplicht. Die vakken verschillen per sector.
Voor veel leerlingen in het VMBO geldt dat zij in aanmerking komen voor Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO). De leerlingen in het VMBO met LWOO zitten in kleinere klassen. Ze krijgen daardoor meer aandacht als ze een probleem hebben met het programma. In VMBO met LWOO krijgen de leerlingen maar één moderne vreemde taal en ze volgen extra uren Nederlands en wiskunde. In het tweede leerjaar krijgen de leerlingen Praktische Sector Oriëntatie (PSO). Bij PSO maken de leerlingen kennis met de verschillende beroepsopleidingen die ze in de bovenbouw kunnen kiezen. Ze hebben drie uur per week les in een van de afdelingen. De mentor begeleidt de leerling bij het maken van de keuze. Aan het einde van het tweede leerjaar geeft de school aan de ouders/ verzorgers en de leerling een advies over de keuze van een beroepsgericht programma.
9
De leerlingen starten in klas 3 met het examenprogramma voor de basisberoepsgerichte leerweg of de kaderberoepsgerichte leerweg. Het niveau waarop de leerling het examen doet kan per vak verschillen. Het geheel van de behaalde resultaten is bepalend voor het niveau waarop de leerling in het MBO kan instromen. Een beperkte groep leerlingen start in de bovenbouw in een leerwerktraject. In deze variant van de basisberoepsgerichte leerweg kan de leerling een deel van de theorievakken laten vervallen. In het programma ontstaat daardoor meer ruimte voor de praktijkvakken en voor één of twee dagen stage per week. Leerlingen in de leerwerktrajecten doen voor praktijkvakken en Nederlands mee aan het examen. Het diploma basisberoepsgerichte leerweg in een leerwerktraject biedt toegang tot niveau 2 opleidingen in het MBO. Het VMBO duurt in totaal 4 jaar. MAVO De MAVO (Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs) duurt in totaal 4 jaar. In de klassen 1 en 2 werken leerlingen vooral aan de kerndoelen van de onderbouw. Leerlingen doen vakkennis op en leren (vakoverstijgende) vaardigheden, maar besteden ook aandacht aan de samenhang tussen de vakken en aan de relatie met de wereld om hen heen. Presentaties en excursies maken daarom deel uit van het lesaanbod. Een overzicht van de vakken en het aantal lesuren dat daarvoor beschikbaar is treft u aan in de lessentabel (zie bijlage 6). In de eerste twee leerjaren zitten de leerlingen in een MAVO/HAVO-brugklas. Dit geeft leerlingen en docenten de gelegenheid te ontdekken wat een leerling kan en wil. Aan het eind van het tweede cursusjaar adviseert de docentenvergadering over een vervolg in MAVO of HAVO.
10
De vorderingen in de lessen, maar ook de uitslag van de CITO-VAS-toetsen die we elk jaar afnemen, spelen hierbij een rol. De leerlingen krijgen een gevarieerd, compleet aanbod van MH-lesstof en worden becijferd op zowel MAVO- als HAVO- niveau. In de tweede klas maken de leerlingen die naar MAVO 3 gaan al een eerste vakkenkeuze: uit 10 vakken kiezen ze er 5. Daarnaast is er een aantal verplichte vakken: Nederlands, Engels, wiskunde, economie, geschiedenis, culturele en kunstzinnige vorming (CKV) en lichamelijke opvoeding. Dit ter voorbereiding op MAVO 4 waarvoor de leerlingen een keuze maken uit 3 sectoren te weten: techniek, zorg en welzijn, economie. De sectoren kennen een gemeenschappelijk, algemeen vormend deel, een sectordeel van 2 vakken en een vrij deel waaruit de leerling eveneens twee vakken kiest. Daarnaast mag een leerling nog 1 extra vak aanvragen. Dit raden we in elk geval sterk aan voor leerlingen die overwegen om in HAVO 4 verder te gaan. De decaan begeleidt de leerlingen intensief bij hun verdere keuze. Voor de ouders zijn er in de maanden januari en februari voorlichtingsavonden. De MAVO bereidt de leerlingen voor op een studie in het MBO. Het MAVO-diploma biedt de leerlingen ook de mogelijkheid door te stromen naar klas 4 van de HAVOafdeling. De voorwaarden voor toelating en de procedure daarvoor zijn opgenomen in het document Overgangsnormen, dat u op de website kunt raadplegen.
11
In klas 3 en 4 besteden leerlingen tijdens projectblokken tijd aan specifieke voorbereiding op MBO of HAVO, zonder dat leerlingen al een definitieve keuze hoeven te maken. Wie het uitstroomprofiel MBO voor ogen heeft, maakt kennis met de beroepspraktijk en de praktische invulling van de sectoren. Leerlingen die zich richten op de HAVO, zijn bezig met de vaardigheden die een succesvolle opstroom makkelijker maken. HAVO De HAVO bereidt de leerlingen voor op een studie in het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO). Het HAVO-diploma biedt de leerlingen ook de mogelijkheid door te stromen naar klas 5 van de afdeling VWO. De HAVO duurt in totaal 5 jaar. In de klassen 1 tot en met 3 werken de leerlingen vooral aan de kerndoelen van de onderbouw. Leerlingen doen veel kennis bij elk van de vakken op, maar besteden ook aandacht aan het leren van (vakoverstijgende) vaardigheden, de samenhang tussen de vakken en de relatie met de wereld om hen heen. Presentaties en excursies maken daarom deel uit van het lesaanbod. De kerndoelen van de onderbouw kunnen op de HAVO voor de meeste vakken in ongeveer twee jaar worden afgerond. De resterende tijd besteden leerlingen aan verdieping van het vak. In klas 3 is specifiek aandacht voor de voorbereiding op de bovenbouw, met grotere hoeveelheden lesstof en het werken aan een zelfstandige leerhouding. Een overzicht van de vakken en het aantal lesuren treft u aan in de lessentabel (zie bijlage 6). In de eerste twee leerjaren zit een groot deel van de HAVO-leerlingen in een HAVO/VWO-klas. De docenten krijgen in die twee jaar inzicht in de capaciteiten van de leerling, net als de leerling zelf. Aan het eind van het
12
tweede leerjaar adviseert de docentenvergadering welke afdeling de beste kans op een goede schoolloopbaan biedt. De vorderingen in de lessen, maar ook de uitslag van de CITO-VAS-toetsen die we elk jaar afnemen, spelen hierbij een rol. De decaan begeleidt de leerlingen van klas 3 samen met de mentor bij het bepalen van hun toekomstmogelijkheden en het profiel dat zij daarbij het beste kunnen kiezen. Bezoeken aan opleidingen en bedrijven horen bij deze verkenningen. Leerlingen presenteren hun ervaringen o.a. tijdens ouderavonden. In het vierde en vijfde leerjaar volgen de leerlingen een aantal vakken in klassenverband en een groter deel in clusters, omdat zij in verschillende profielen examen doen. De leerlingen volgen allen een verplicht gesteld gemeenschappelijk deel, maar kiezen daarbij een profieldeel cultuur en maatschappij (C&M), economie en maatschappij (E&M), natuur en gezondheid (N&G) of natuur en techniek (N&T) en verplicht één vak uit het vrije deel. De vakken die in de bovenbouw worden gegeven en het aantal lesuren dat daarvoor beschikbaar is treft u aan in de lessentabel (zie bijlage 6). VWO Het VWO bereidt de leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Een keuze voor het Hoger Beroeps Onderwijs (HBO) na het VWO behoort ook tot de mogelijkheden. Het VWO duurt in totaal 6 jaar. Leerlingen die goed kunnen studeren en daarin ook plezier hebben, willen veel leren. Daarom creëren wij in het VWO een voor hen aantrekkelijke leeromgeving die hierop aansluit.
In de klassen 1 tot en met 3 van het VWO werken leerlingen aan de kerndoelen van de onderbouw. Leerlingen doen vakkennis op en leren (vakoverstijgende) vaardigheden, maar besteden ook aandacht aan de samenhang tussen de vakken en aan de relatie met de wereld om hen heen. Presentaties en excursies maken daarom deel uit van het lesaanbod. De kerndoelen van de onderbouw kunnen op het VWO voor de meeste vakken in ongeveer twee jaar worden behandeld. In het VWO besteden leerlingen daarom veel tijd aan verdieping van de vakken. De vakken die in de onderbouw worden gegeven en het aantal lesuren dat daarvoor beschikbaar is treft u aan in de lessentabel (zie bijlage 6). De decaan begeleidt samen met de mentor de leerlingen in klas 3 intensief bij het bepalen van hun toekomstmogelijkheden en het profiel dat zij daarbij het beste kunnen kiezen. Bezoeken aan opleidingen en bedrijven horen bij deze verkenningen. Leerlingen presenteren hun ervaringen o.a. tijdens ouderavonden.
de leerlingen actief bezig met verdieping en onderzoek, toegespitst op het gekozen profiel. Tijdens het Studium Generale komen ze in aanraking met deskundigen die gastlessen geven over hun (vak)gebied. Onderwijskundige ontwikkelingen per onderwijssoort PRO In de bovenbouw ontwikkelt onze school nieuwe programma’s voor landelijk erkende branchecertificaten. Zo wordt een steeds grotere diversiteit aan branchecertificaten aangeboden. Nieuw is de ontwikkeling van een cursus voor een branchecertificaat Groen en een branchecertificaat uiterlijke verzorging. Het aantal leerlingen dat met succes deelneemt aan een examen voor een branchecertificaat is ieder jaar hoger. De school is in het schooljaar 2011-2012 gestart met een restaurant voor
In het vierde, vijfde en zesde leerjaar VWO volgen de leerlingen een meer individuele leerroute. Zij volgen wel allen een verplicht gesteld gemeenschappelijk deel, maar kiezen daarbij een profieldeel cultuur en maatschappij (C&M), economie en maatschappij (E&M), natuur en gezondheid (N&G) of natuur en techniek (N&T) en verplicht één vak uit het vrije deel. De vakken die in de bovenbouw worden gegeven en het aantal lesuren dat daarvoor beschikbaar is, treft u aan in de lessentabel (zie bijlage 6). Leerlingen VWO volgen in de bovenbouw een extra programma dat bestaat uit twee delen: profiel-projectblokken en Studium Generale. In de projectblokken zijn
13
gasten van buiten waardoor onze leerlingen in een levensechte omgeving de praktijk kunnen leren. In alle leerjaren werken de mentoren en stagebegeleiders met de leerlingen aan het vullen van het portfolio en het opstellen van een individueel ontwikkelplan (IOP). In leerjaar 1 gaan we van start met een OPP. Dit is een Ontwikkeling Perspectief Plan. Hierin staat beschreven wat het uitstroomperspectief van de leerling is en hoe wij met elkaar hier naartoe werken. Voor de algemeen vormende lessen in de onderbouw werkt het team aan een nieuwe leerlijn voor taal, rekenen en burgerschap. Ook werken we met een nieuw ontwikkelde doorlopende leerlijn voor de arbeidsvaardigheden. Hierin is de opbouw van klassentaken in leerjaar 1, interne stage in leerjaar 2, groepsstage in leerjaar 3 en de individuele stage in leerjaar 4 zichtbaar. De school maakt gebruik van het landelijke instrument voor het meten van de kwaliteit van het Praktijkonderwijs, Stimulans. Stimulans is opgenomen in Vensters voor Verantwoording, het kwaliteits-zorginstrument waaraan de scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland deelnemen. In 2013-2014 heeft de school de tweejaarlijkse vragenlijsten van Stimulans opnieuw uitgezet naar ouders, leerlingen, medewerkers, stagebedrijven en andere relaties waarvan de resultaten op de site staan. VMBO Versterken van het onderwijs in de Nederlandse taal en in rekenen zijn speerpunten in het VMBO. Deze zijn nodig omdat het behalen van het referentieniveau 2F in het examenjaar bij wet als eis zijn gesteld. Een expertgroep rekenen werkt aan een programma basisvaardigheden rekenen voor alle leerjaren. In leerjaar 1 t/m 4 is het vak
14
wiskunde/rekenen met een uur per week uitgebreid, zodat in alle leerjaren extra aandacht aan rekenvaardigheden besteed kan worden. De expertgroep ondersteunt alle secties bij het aanbieden van rekenen in alle vakken. De sectie wiskunde/rekenen werkt aan een nieuwe opzet van het programma, zodat de docenten in voldoende mate en op de juiste manier aandacht kunnen geven aan de rekenvaardigheden. Alle leerlingen van klas 1 t/m 4 beschikken over een inlogcode voor het digitale leermateriaal voor rekenen, het programma GOT IT. De leerlingen werken op school zelfstandig en onder begeleiding met dit programma. Ook thuis kunnen de leerlingen met dit programma hun rekenvaardigheden verbeteren. Voor het behalen van het referentieniveau voor taal werkt een expertgroep taal aan een nieuwe opzet van het programma Nederlands van klas 1 t/m 4 en aan een werkboek taalstrategieën dat door de leerlingen bij alle lessen gebruikt kan worden voor de aanpak van teksten, presentaties e.d. In klas 1 en 2 hebben we een extra uur per week toegevoegd aan het vak Nederlands. We nemen sinds 2013 in leerjaar 1, 2 en 3 de landelijk genormeerde CITO-VAS-toetsen af om de ontwikkeling van het niveau van onze leerlingen voor de vakken Nederlandse taal, rekenen en Engels goed te kunnen volgen. De opbrengsten van deze toetsen helpen ons om individuele leerlingen beter te begeleiden, maar ook om het programma van deze kernvakken voor alle leerlingen te verbeteren. In het programma Praktische Sector Oriëntatie maken de leerlingen kennis met de verschillende beroepsopleidingen van het VMBO. De decaan onderbouw onderzoekt met de mentoren en de docenten van de bovenbouw op welke manier we het keuzeproces kunnen vastleggen in een digitaal keuzeportfolio.
15
In de sector Techniek versterken we de relatie met het bedrijfsleven en het basisonderwijs met als doel gezamenlijke activiteiten te ontwikkelen om meer leerlingen naar techniek te trekken. We bieden technieklessen aan leerlingen van groep 7 en 8 van het primair onderwijs. Dit jaar starten we ook met gastlessen van onze docenten in het primair onderwijs. In het kader van de invoering van PAO starten we met het opstellen van een Ontwikkeling Perspectief Plan (OPP) voor alle leerlingen in het eerste leerjaar. In het OPP leggen we vast wat het te bereiken doel is voor de leerlingen en welke ondersteuning de leerling nodig heeft om dat doel te bereiken. We evalueren het OPP driemaal per jaar. We bespreken het OPP op school met het team van docenten en tijdens de rapportavonden met de ouders en de leerling. Als dat nodig is wordt het OPP bijgesteld. Het werken met het OPP vraagt van docenten dat zij vaardig zijn in het lesgeven op verschillende niveaus in een klas. De docenten werken in duo’s aan het versterken van die basisvaardigheden die daarvoor nodig zijn, onder andere door elkaars lessen te bezoeken. De opzet van de leerlingbesprekingen passen we aan aan het werken met het OPP. De nadruk zal meer komen te liggen op de ondersteuning die een leerling nodig heeft en de manier waarop het docententeam de ondersteuning kan bieden. In het schooljaar 2016-2017 start de school in leerjaar 3 met het nieuwe programma en de nieuwe examenstructuur in de beroepsgerichte opleidingen van het VMBO. In de eerste helft van 2014 stellen we in de beroepsgerichte vakken het nieuwe VMBO aanbod vast. Handhaven van een breed aanbod, zodat er veel te kiezen valt en een doorlopende leerlijn naar het ROC zijn belangrijke uit-
16
gangspunten voor het ontwerp. In alle vakken is het werken met meer digitale leermiddelen een speerpunt. De locatie start met één of twee projecten gericht op het verhogen van het gebruik van digitale content. MAVO/HAVO/VWO laptopkassen en keuzewerktijd Onze leerlingen zijn kinderen van de 21e eeuw. Zij hebben andere studiebehoeften dan hun voorgangers. In 2014-2015 vernieuwen we daarom ons onderwijsprogramma om nog beter te kunnen inspelen op de behoeften van deze nieuwste generatie leerlingen. De leerling van nu maakt gebruik van digitale mogelijkheden, buiten de school, maar ook daarbinnen. We zetten daarom versterkt in op het gebruik van deze mogelijkheden: papieren boeken worden deels vervangen door digitale leermiddelen, docenten gebruiken het smartboard om leerlingen meer te betrekken bij de leerstof, de differentiatie vergroten we met het gebruik van ICT-toepassingen. Alle leerlingen krijgen toegang tot een elektronische leeromgeving (ELO): Moodle. Daarop treffen leerlingen (en hun ouders/verzorgers) studiewijzers, digitale leerlijnen, huiswerk en feedback. Alle leerlingen in het eerste leerjaar krijgen de beschikking over een laptop. De mogelijkheden tot differentiatie nemen door het gebruik van de juiste digitale programma’s toe. Dat maatwerk is nodig omdat geen leerling gelijk is en er grote diversiteit van leren bestaat. Een ander onderdeel van die meer persoonlijke benadering is dat we onze kennis van verschillen in leerstijlen en leervoorkeuren omzetten in een gevarieerd lesaanbod. Leerlingen brengen hun eigen leervoorkeur in kaart. Op basis van de ervaringen die de afgelopen jaren zijn opgedaan in
VWO-Anders, sluiten docenten ook in de andere leerstromen meer aan op de behoefte aan grotere persoonlijke variatie in werk- en leervormen. Kennis over de ontwikkeling van het puberbrein en van actuele leertheorieën, kennis van het eigen leerprofiel, maar vooral de toepassing daarvan in de lessituatie staat in de ontwikkeling van de locatie centraal. Als school zijn we net als onze leerlingen voortdurend aan het leren. We houden wetenschappelijke ontwikkelingen bij. Niet alleen in theoretisch opzicht maar vooral ook die aspecten waarvan bewezen is dat zij een concrete bijdrage leveren aan beter leren. Onze leerlingen hebben ons duidelijk gemaakt dat zij niet alleen meer uitgedaagd willen worden, ook hebben zij behoefte aan meer keuzemogelijkheden en meer verantwoordelijkheid in hun programma. Om hen in staat te stellen te leren die verantwoordelijkheid te nemen, voert de locatie Alkenlaan in de brugklas (Master) Modules in. Op maandag, woensdag en donderdag hebben de brugklasleerlingen een lesuur de tijd om te werken aan een programma dat zij zelf hebben opgesteld met hun mentor. Op basis van de adviezen van de afgesloten rapportperiode besteedt elke leerling tijd aan leeropdrachten, die dienen als aanvulling, herhaling, verdieping en/of verrijking. In de Module uren, die intensief begeleid worden door bevoegde docenten, is tevens ruimte voor de lesmethoden ‘Leren als een speer’ (studievaardigheid) en GOT IT (rekenen, de voorbereiding op de verplichte rekentoets). Op vrijdag, in de twee mastermodule uren (maar ook daarbuiten) kunnen leerlingen deelnemen aan extra programma’s die leiden tot een internationaal erkend certificaat: versterkt talenonderwijs (Cambridge Engels, Goethe Duits). Niet alleen in de reguliere lessen
houden we rekening met de leervoorkeuren van leerlingen maar juist ook in de Modules en Mastermodules waar een persoonlijke keuze door de leerlingen wordt gemaakt voor het programma dat zij daar willen volgen om hun leren te verbeteren. Bovendien besteden we in deze uren tijd aan het ontdekken van ieders leervoorkeuren. Het IJsselcollege is een erkende Microsoft IT Academy: niet alleen docenten zijn en worden opgeleid door Microsoft in het gebruik van Windows en Office, ook leerlingen kunnen de wereldwijd erkende IT Academy certificaten behalen. We hebben ons toetssysteem geprofessionaliseerd en het programma -gericht op de aansluiting- verbeterd. De toetsen zijn opgebouwd volgens het RTTI-systeem: de vragen zijn te herkennen als Reproductie, Toepassing in
17
bekende situatie, Toepassing in nieuwe situatie en Inzicht. Deze indeling is leidend voor alle toetsen. Het biedt inzicht in het leerproces van de leerlingen, waardoor we beter kunnen bepalen welke leerroute voor een leerling de juiste is. Om de overgang van de onderbouw naar de bovenbouw te perfectioneren hebben we alle doorlopende leerlijnen onder de loep genomen en is daar waar nodig een extra dimensie toegevoegd. We zijn een Universumschool. Dat betekent dat er veel aandacht voor techniek en de Bèta-vakken in de gehele school is. In de derde klas volgen leerlingen het uitzonderlijke vak technisch ontwerpen en in de bovenbouw kunnen zij kiezen voor NLT (Natuur, Leven en Technologie) en bij voldoende belangstelling ook wiskunde-D als profielvak. De school neemt deel aan het samenwerkingsverband Beter ßèta, met onder andere de TU Delft. Dit jaar staat de ontwikkeling van ßèta Excellent op het programma. Voor wat betreft het onderwijs in de moderne vreemde talen is er gekozen voor een methode van taakgericht onderwijs. Bij deze talen werken we toe naar het ERK, het Europees ReferentieKader. In alle toetsen in de onder- en bovenbouw willen we de leerlingen laten zien op welk niveau zij presteren. Overige speerpunten in de onderbouw zijn het monitoren van leerlingen die dreigen uit te vallen en het versterken van het mentoraat. De pilot van de afgelopen anderhalf jaar met de Plusvoorziening was succesvol. Naar verwachting krijgen we daar ook het komend schooljaar subsidie voor. Wij zetten deze voorziening vooral in op het voorkomen van onnodige afstroom, zodat ook leerlingen met (tijdelijke) problemen in gedrag of thuissituatie het
18
onderwijs kunnen blijven volgen op het bij hen passende niveau. Leerlingen en docenten worden daarin begeleid door een deskundige op het gebied van gedragsproblematiek. Voor het bijsturen en verfijnen van onze plannen hebben we regelmatig contact met ouders/verzorgers, hetzij d.m.v. enquêtes, hetzij door speciale ouderavonden, waarop we het beleid toelichten en ouders vragen ons feedback te geven. Het afgelopen jaar heeft dat ertoe geleid dat ouders (en ook leerlingen) meedachten over het onderwijsaanbod, in het bijzonder het gebruik van ICT. Burgerschapsvaardigheden en maatschappelijke stage In het voortgezet onderwijs is de maatschappelijke stage vanaf 2015 niet langer verplicht. De doelen die bereikt moesten worden met maatschappelijke stage zullen voor een deel opgenomen worden in het verplichte programma Burgerschapsvaardigheden. De overheid ontwikkelt voor de scholen een duidelijker richtlijn voor de doelen en inhoud van Burgerschapsvaardigheden. De school heeft in de afgelopen jaren goede ervaringen opgedaan met maatschappelijke stages en we behouden een deel van die activiteiten zeker als inhoud voor het programma Burgerschapsvaardigheden. Een maatschappelijke stage is een praktische leerervaring waarbij jongeren tijdens hun schooltijd (verder) kennis maken met vrijwilligerswerk en een onbetaalde bijdrage leveren aan de samenleving. Leerlingen verrichten buiten of binnen de school vrijwilligersactiviteiten en maken zo actief kennis met verschillende aspecten van de samenleving. De leerlingen moeten tot 2015 gedurende de schoolloopbaan minimaal 30 uur maatschappelijke stages vervullen.
Bij het IJsselcollege organiseren we de maatschappelijke stages voor de leerlingen in de onderbouw binnen de lestijd in de vorm van projecten voor alle leerlingen in een leerjaar. Zo doen we bijvoorbeeld een project waarbij de leerlingen van klas 2 van het VMBO een sportdag voorbereiden en uitvoeren voor een groep leerlingen van een basisschool voor verstandelijke gehandicapte kinderen. Alle leerlingen leveren in de onderbouw bovendien een bijdrage aan de goede doelen waar de school zich voor inzet zoals de Roparun. In de bovenbouw zijn de maatschappelijke stages over het algemeen individueel en de stages vinden binnen of buiten lestijd plaats. De leerlingen van de bovenbouw zoeken zelf een plaats in een organisatie waar zij een dag of twee dagen vrijwilligerswerk kunnen doen, maar de coördinator maatschappelijke stage biedt ook stageplaatsen aan. In alle locaties geven de mentoren de lessen Leefstijl en zij besteden in die lessen actief aandacht aan de ontwikkeling van Burgerschapsvaardigheden. De mentoren volgden een speciale training om het programma Leefstijl te kunnen geven.
Leerlingbegeleiding De docent Onze docenten bieden de ondersteuning en begeleiding die iedere leerling in de reguliere klassensituatie nodig heeft. De leerkracht neemt, wanneer zich problemen voordoen met een leerling of een groep leerlingen, contact op met de mentor. Onze docenten registreren relevante informatie met betrekking tot gedrag en ont-
wikkeling van de leerling in het logboek van het leerlingvolgsysteem (LVS). De mentor De mentor is voor de leerling, maar ook voor de ouders/ verzorgers de belangrijkste contactpersoon in de school. De mentor speelt een belangrijke rol in het schoolleven van de leerling. Niet alleen houdt hij/zij de studieresultaten in de gaten, de mentor is voor de leerling ook de aangewezen persoon als er problemen zijn. De mentor onderhoudt de contacten met de teamleider en de ouders/verzorgers. Elke klas heeft een eigen mentor die tevens de mentorlessen verzorgt. Mentorlessen In de lessentabel voor alle groepen is een mentorles opgenomen. In de onderbouw van het VMBO in de LWOO groepen zijn er twee mentorlessen. Het programma van de mentorlessen verschilt per opleiding, maar in de mentorlessen is altijd aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, sociale vaardigheden van de leerling, het groepsproces, loopbaanoriëntatie, keuzeproces en studievaardigheden. In de school wordt gewerkt met de programma’s Leefstijl in VMBO, MAVO, HAVO en VWO en het programma Kanjertraining in PRO. Voor de lessen loopbaanoriëntatie die gegeven worden ter voorbereiding op de keuze van vakkenpakket, profiel, afdeling of vervolgopleiding gebruiken de mentoren in de lessen lesmateriaal dat speciaal voor loopbaanbegeleiding en beroepskeuze is gemaakt. De teamleider Elke teamleider heeft de dagelijkse leiding over het team van docenten en mentoren dat aan een aantal groepen leerlingen lesgeeft. Voor de leerling en ouders/verzorgers
19
is de teamleider na de mentor de eerstvolgende in het contact en overleg met de school. De teamleider onderhoudt een nauw contact met de mentor over de ontwikkeling en schoolvorderingen van iedere leerling in de groep. Contacten met ouder(s)/verzorger(s) Ouderavonden In de eerste periode van het schooljaar organiseert de school voor de ouders/verzorgers van de leerlingen in alle leerjaren een ouderavond. Tijdens deze ouderavonden maken ouders/verzorgers kennis met de mentor en geeft de school informatie die speciaal voor dat leerjaar belangrijk is. Het kan gaan over de inhoud van het brugjaar, de keuze voor een afdeling of profiel, het examen of de werkweken. We informeren de leerling en de ouders/verzorgers over de voortgang van de studie periodiek met behulp van het rapport. In iedere vestiging is er gelegenheid voor ouders/verzorgers om de resultaten die op het rapport staan te bespreken. In het VMBO en het PRO komen de ouders/verzorgers 4 keer per jaar naar de school om het rapport samen met het kind op te halen en te bespreken met de mentor. In MAVO/HAVO/ VWO kunnen de ouders/verzorgers zich aanmelden voor een gesprek met individuele docenten of de mentor. Alle ouderavonden zijn opgenomen in de jaaragenda en de ouders/verzorgers ontvangen voor iedere ouderavond een uitnodiging.
Nieuwsbrief voor ouders/verzorgers Vijf keer per jaar verschijnt de ouderbrief met wetenswaardigheden over de gang van zaken op school. We sturen de brief per e-mail aan ouders/verzorgers waarvan het e-mailadres bij de school bekend is. Voor overige ouders/verzorgers plaatsen we de nieuwsbrief op de website. Website en portal (www.ijsselcollege.nl) Het IJsselcollege heeft een eigen website en een beveiligde portal, een ‘interne website’. Onze website is vooral bedoeld voor belangstellenden van buiten. Voor ouders/ verzorgers en leerlingen staat er enige beknopte, algemene informatie. Natuurlijk zijn de nieuwsberichten en de fotoboeken van activiteiten ook voor u leuk en interessant. Ouders/verzorgers kunnen hier ook het rooster inzien en inloggen in Magister (ons leerlingvolgsysteem).
Daarnaast organiseert de school incidenteel extra ouderavonden voor ouders/verzorgers die mee willen denken over de koers van de school, die belangstelling hebben voor bepaalde onderwijskundige ontwikkelingen of die geïnteresseerd zijn in een avond met een thema over opvoeding van jongeren.
20
21
De meeste informatie staat echter op de portal. Leerlingen halen er digitale opdrachten en de studeerwijzers vanaf, maar kunnen het ook bij steeds meer vakken gebruiken om opdrachten in te leveren. Ouders/verzorgers krijgen een eigen inlogcode tot de portal. Het datumschema en belangrijke documenten als het overgangsreglement en het leerlingenstatuut zijn via de portal beschikbaar. Informatie die op de ouderavonden wordt verstrekt, kunt u hier eveneens vinden. Persoonlijke contacten De mentor is voor de ouders/verzorgers de eerst aangewezen contactpersoon. Tijdens de eerste ouderavond maakt de mentor afspraken over de manier waarop hij of zij met u contact onderhoudt. Ouders/verzorgers die een andere medewerker willen spreken, kunnen via de administratie het contact leggen. Social media Ouders/verzorgers, maar ook andere belangstellenden, kunnen de school volgen via het Twitteraccount @IJsselinfo en de Facebookpagina’s van de locaties. Oud-leerlingen treffen elkaar en de school op de LinkedIn Group Alumni IJsselcollege. Decanaat De mentor is de eerst aangewezen persoon voor vragen over studie- en beroepskeuze. In de mentorlessen besteedt de mentor daar met enige regelmaat aandacht aan. De schooldecanen zorgen ervoor dat de mentoren over een geactualiseerd lesprogramma beschikken. Zowel leerlingen als hun ouders/verzorgers kunnen ook direct bij de decanen terecht met vragen over het kiezen van een sector of een profiel, het kiezen van een vervolgopleiding, de inhoud van beroeps- en universitaire
22
opleidingen en studiefinanciering. Als ouders/verzorgers één van de decanen willen spreken, dan kunnen zij altijd via de school een afspraak maken. De decanen geven tijdens de ouderavonden voorlichting over het keuzeproces in het voortgezet onderwijs of de vervolgopleidingen na het behalen van het diploma. De decanen informeren de ouders/verzorgers uitvoerig over de verschillende keuzemomenten in de opleidingen en de activiteiten die de school organiseert ter voorbereiding op die keuzes. Verzuimbeleid De school voert actief beleid met als doel onnodig lesuitval, onnodige leerachterstand en voortijdig schoolverlaten te voorkomen. De school heeft voor het effectief voeren van dit verzuimbeleid de medewerking van de ouders/ verzorgers nodig. Van ouders/verzorgers verwachten we dat ze bij noodzakelijk verzuim de school daarover zo vroeg mogelijk informeren. Meld uw kind ook weer beter, om te voorkomen dat er een makkelijke gelegenheid ontstaat om te spijbelen. Verzuimloket Schoolverzuim is vaak een voorbode voor latere schooluitval. Scholen en gemeenten zetten zich samen met het Ministerie van OCW en de DUO-IB-Groep in om voortijdig schooluitval te voorkomen. Een sluitend proces rond het melden en aanpakken van verzuim is een voorwaarde om schooluitval bij de bron aan te pakken. Om gemeenten en scholen hierbij te ondersteunen, is er landelijk een digitaal Verzuimloket ingevoerd. De school is verplicht ongeoorloofd verzuim te melden bij het Verzuimloket van de DUO-IB-Groep. Er is sprake van ongeoorloofd verzuim als een leerling:
• regelmatig te laat komt; • zonder kennisgeving van ouders/verzorgers afwezig is; • in schooltijd op vakantie gaat. Het Verzuimloket stuurt de gegevens door naar de leerplichtambtenaar die verantwoordelijk is voor de betreffende leerling. De leerplichtambtenaar neemt contact op met de school en/of met de ouders/verzorgers om afspraken te maken over het voorkomen van verder verzuim. Voor meer informatie over ongeoorloofd verzuim verwijzen we u naar de website www.leerplicht.nl. De zorgstructuur Onder de zorgstructuur verstaan we de manier waarop de school de ondersteuning voor leerlingen organiseert. In de school spreken we over drie lagen van ondersteuning: • de 1e lijn docent/mentor/teamleider; • de 2e lijn intern zorgteam; • de 3e lijn zorgadviesteam. We beschrijven deze drie lagen van ondersteuning hieronder in het kort. 1e lijn de laag van docent - mentor en teamleider De 1e lijn van zorg is de basiszorg die iedere docent, mentor of teamleider biedt aan iedere leerling. Ook de conciërges, die de leerlingen veelal buiten de lessen treffen, spelen hierin een belangrijke rol. Met basiszorg bedoelen we bijvoorbeeld de mentorles, de persoonlijke aandacht van de mentor voor iedere leerling of de aandacht van een docent voor een leerling met een eenvoudig leerprobleem. Om deze basiszorg goed te kunnen bieden, is er goede communicatie en vertrouwensband nodig van de mentor met de leerling, de ouders/verzorgers en het docententeam van de eigen klas. Door een
actief en direct contact met de ouders/verzorgers en door het overleg van docenten in de rapportvergaderingen en leerlingbesprekingen, vinden we voor de meeste kleine of eenvoudige problemen vaak een passende oplossing. De teamleider draagt zorg voor de coördinatie van de zorgactiviteiten in deze laag. 2e lijn het interne zorgteam Soms is er voor het aanpakken van een leerprobleem of een gedragsprobleem een bredere bespreking nodig. Dat doen we in het interne zorgteam. Het interne zorgteam bestaat uit de teamleiders, de schoolmaatschappelijk werker en de zorgcoördinator. De laatstgenoemde functionaris coördineert de zorgactiviteiten op een locatie. In de vestigingen voor Praktijkonderwijs en VMBO LWOO is er ook een remedial teacher aanwezig. De voornaamste taken van het interne zorgteam zijn diagnosticeren, adviseren van docenten(-teams) en mentoren en het doen van aanbevelingen voor het Ontwikkeling Perspectief Plan (OPP). Wanneer de problemen complex zijn of de afspraken over de noodzakelijke ondersteuning in het OPP niet het gewenste effect hebben, kan de zorgcoördinator voor verder advies terecht bij het zorgadviesteam (ZAT). 3e lijn het zorgadviesteam Dit overleg bestaat uit interne en externe specialisten op het gebied van de zorg voor leerlingen. Het zorgadviesteam bespreekt de resultaten van het handelingsplan en geeft advies over extra zorg die binnen en/of buiten de school aan de leerling geboden kan worden. Voor bespreking en het verwerken van persoonsgegevens door de school en (met name genoemde) externe partners, vraagt de school altijd vooraf toestemming aan de ouders/ verzorgers.
23
De voorzitter van het zorgadviesteam is de zorgcoördinator van de locatie. De samenstelling is verschillend per locatie. In alle locaties nemen de teamleiders, de schoolmaatschappelijk werker, leerplichtambtenaar en de jeugdverpleegkundige van het CJG deel aan het overleg van het zorgadviesteam. In de vestigingen voor Praktijkonderwijs en VMBO LWOO is er ook een orthopedagoog/ psycholoog aanwezig. De school beschikt over een privacyreglement en een reglement ZAT. Jeugdverpleegkundige op school In het eerste en derde schooljaar van het voortgezet onderwijs krijgen jongeren een gesprek met onze jeugdverpleegkundige op school. De gesprekken gaan bijvoorbeeld over gezondheid, eten, slapen, vrije tijd, gedrag en puberteit. De jongere kan altijd bij de jeugdverpleegkundige terecht met vragen over gezondheid, opvoeden en opgroeien. Hij/zij geeft tips en adviezen en doet zo nodig onderzoek of verwijst door. Gesprekken met de jeugdverpleegkundige zijn vertrouwelijk. Centrum voor Jeugd en Gezin De jeugdverpleegkundige werkt nauw samen met de specialisten op het gebied van jeugdgezondheidszorg van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Bij het CJG kunnen ouders en kinderen ook rechtstreeks terecht met vragen over opvoeden, opgroeien, verzorging en gezondheid of voor advies, ondersteuning en hulp op maat. Meer informatie over het CJG is te vinden op de portal van het IJsselcollege. Meisjes krijgen in het jaar dat ze 12 jaar worden een oproep van het CJG om zich te laten vaccineren tegen
24
baarmoederhalskanker. Deze HPV-vaccinatie is gratis, maar niet verplicht. De jeugdverpleegkundigen van het IJsselcollege zijn ook te bereiken via CJG Capelle, de Linie 8-12, telefoon 010-2423200. Op de website www.cjgrijnmond.nl staan locaties, openingstijden en meer informatie. Bellen kan ook via de Opvoedlijn, 010-2010110. Begeleiding bij leerproblemen De school houdt in de werkwijze voor de begeleiding van dyslectische leerlingen zo veel mogelijk rekening met de aanwijzingen van het landelijke dyslexieprotocol. Voor leerlingen met een dyslexieverklaring stelt de mentor in overleg met de remedial teacher of de dyslexiecoach vast welke ondersteuning nodig is. De afspraken over de ondersteuning worden vastgelegd in het Ontwikkeling Perspectief Plan (OPP). De docentenvergadering bespreekt het OPP in de docentenvergadering en past het aan als dat nodig is. In het OPP staan de faciliteiten vermeld waar de leerling gebruik van maakt. In de school nemen leerlingen van klas 1 en zij-instromers in klas 2 en 3 deel aan een screening voor taal. Uit deze screening kan naar voren komen dat een leerling mogelijk dyslectisch is. In een dergelijke situatie biedt de school -in overleg met de ouders/verzorgers- ondersteuning bij het (doen) uitvoeren van onderzoeken die kunnen leiden tot een dyslexieverklaring voor de betreffende leerling. Een remedial teacher of een dyslexie coach ondersteunt de docenten en dyslectische leerlingen in de school. De remedial teacher in het VMBO en PRO ondersteunt de docenten en de leerlingen ook bij andere leerproblemen zoals dyscalculie.
Wanneer daar aanleiding toe is kan in de school een onderzoek naar (cognitieve) faalangst gedaan worden. Het zorgadviesteam doet een aanmelding voor een dergelijk onderzoek. De school biedt kortdurende (gratis) faalangstreductietrainingen aan. Schoolmaatschappelijk werk Het IJsselcollege beschikt in alle locaties over schoolmaatschappelijk werk voor leerlingen. De schoolmaatschappelijk werker heeft enerzijds een zelfstandige functie binnen de zorgstructuur, anderzijds is hij/zij deelnemer aan het overleg van het zorgadviesteam op de locatie. Het interne zorgoverleg verwijst leerlingen soms naar de schoolmaatschappelijk werker voor begeleiding. De leerling of de ouder/verzorger kan ook zelf een beroep doen op de hulp van de schoolmaatschappelijk werker.
Voor meer informatie hierover zie de website www.passendonderwijs.nl. Regeling hulp aan zieke leerlingen De verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan een leerling, ziek of niet, ligt wettelijk gezien altijd bij de school waar de leerling staat ingeschreven. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een kortdurende ziekte en langdurige ziekte. Men spreekt van kortdurende ziekte als deze naar verwachting niet langer dan veertien dagen duurt. De mentor is de eerst verantwoordelijke voor het contact met de leerling en de ouders/verzorgers. Hij informeert de teamleider en de zorgcoördinator en draagt zorg voor een regeling voor het huiswerk. Voor leerlingen die in het ziekenhuis zijn opgenomen of chronisch ziek zijn, kan de
De schoolmaatschappelijk werker begeleidt leerlingen kortdurend in de school of zorgt voor verwijzing naar een andere vorm van jeugdzorg. De schoolmaatschappelijk werker neemt vooraf contact op met de ouders/verzorgers van de leerlingen die naar schoolmaatschappelijk werk worden verwezen. Voor het VMBO, MAVO, HAVO en VWO werkt in de school een schoolmaatschappelijk werker van FlexusJeugdplein. Voor het Praktijkonderwijs werkt in de school een schoolmaatschappelijk werker van stichting MEE. Deze schoolmaatschappelijk werker gaat ook op huisbezoek bij alle hij hem/haar nieuw aangemelde leerlingen. De schoolmaatschappelijk werkers van Flexus en Mee werken nauw samen met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Leerlinggebonden financiering (regeling rugzakjes) Met de invoering van Passend Onderwijs in augustus 2014 vervalt de leerlinggebonden financiering.
25
school ondersteuning aanvragen van de Stichting Educatie Zieke Leerlingen in Rotterdam. Deze stichting werkt voor de uitvoering samen met het Centrum voor Educatieve Dienstverlening, kortweg CED genoemd. Wanneer leerlingen veelvuldig ziek zijn, vraagt de school de jeugdverpleegkundige van de GGD om advies. De jeugdverpleegkundige maakt ook deel uit van het zorg advies team. Indien nodig neemt de jeugdverpleegkundige met de ouders/verzorgers contact op over het ziekteverzuim. Zie voor meer informatie over hulp aan zieke kinderen de notitie over dit onderwerp op onze website.
Veilige school Het IJsselcollege hecht bijzonder grote waarde aan veiligheid op de locaties. Naast de inzet van personeel tijdens pauzes, staan er ook veiligheidscamera’s opgesteld rond het gebouw. Hier gaat een preventieve werking van uit. In het contact met de leerlingen is er aandacht voor het zich veilig voelen in de school. Tijdens de lessen Leefstijl bespreken we de diversiteit en de negatieve gevolgen van ‘pesten’. We hanteren een anti-pest protocol. Daarnaast zijn er speciale projecten over de gevaren van alcohol en drugs. De school neemt deel aan het overleg van de werkgroep Veilige School. In deze werkgroep overleggen de scholen voor voortgezet onderwijs met de gemeente Capelle aan den IJssel, het OM en de Politie over veiligheid op scholen. Daaruit is een aantal afspraken voortgekomen, zoals het incidenteel controleren van de kluisjes. Verder is er een goed contact met de wijkagent.
26
Docenten van praktijkvakken besteden extra aandacht aan het veilig gebruik van machines en apparaten. Voor het gebruik van bepaalde apparatuur is het dragen van veiligheidskleding noodzakelijk. In de bovenbouw van het VMBO moeten leerlingen in de technische afdelingen zelf zorg dragen voor de in het praktijklokaal verplichte veiligheidsschoenen en veiligheidsbril. In overige praktijklessen zijn incidenteel veiligheidsbrillen nodig en de school zorgt ervoor dat deze brillen aanwezig zijn in het lokaal. Van de leerlingen verwachten we dat zij in alle gevallen de veiligheidsinstructies van de docent opvolgen.
Bijzondere activiteiten Excursies en schoolreizen De school organiseert voor alle leerlingen in het eerste leerjaar in alle opleidingen een werkweek. In deze werkweken werken we ook aan het behalen van kerndoelen uit het onderwijsprogramma. Voor een deel is het programma erop gericht relaties tussen leerlingen onderling en de pedagogische relatie tussen docenten en leerlingen te versterken. In de bovenbouw maken meerdaagse (buitenlandse) excursies deel uit van het lesprogramma. Brede school VMBO en Praktijkonderwijs Brede school heeft als doel leerlingen, aansluitend aan de schooldag, extra activiteiten aan te bieden. Een tweede doel is het versterken van de relatie tussen de school en de buurt. De school biedt in het VMBO en het PRO in samenwerking met de gemeente Capelle aan den IJssel brede school activiteiten aan.
27
De brede school voor de leerlingen van klas 1 in het VMBO is ingeroosterd aan het einde van de middag. De leerlingen schrijven in op tal van workshops zoals streetdance, muzieklessen, het maken van een schoolkrant, het bouwen van een website, voetbal en andere sporten e.d. Alle leerlingen in klas 1 moeten in ieder geval deelnemen aan twee activiteiten van de brede school, maar ze kunnen het hele jaar door intekenen voor het programma. In het PRO en in het VMBO ligt de nadruk in het programma van de brede school vooral op extra sportactiviteiten.
Kwaliteitskaart en opbrengstenkaart
Examenresultaten
Het rendement onderbouw verdient een toelichting Het rendement onderbouw wordt opgebouwd uit de volgende onderdelen: • % onvertraagde doorstroom in leerjaar 3 zonder zittenblijven; • de onderwijspositie in leerjaar 3 in verhouding tot het onderwijskundig advies van de basisschool
In schooljaar 2013-2014 werden de onderstaande examenresultaten behaald.
Soort onderwijs
% geslaagden
Rendement onderbouw De kwaliteitskaart is een overzicht van de beoordeling zoals die door de onderwijsinspectie wordt uitgegeven. Deze publicaties zijn openbaar en staan op het internet (www.onderwijsinspectie.nl > daarna in het kader ‘Zoek Scholen’ invullen > voortgezet onderwijs; IJsselcollege; Capelle aan den IJssel en zoeken starten). U vindt daar tevens de opbrengstenkaart van de onderwijsinspectie. We hebben deze voor het gemak hiernaast voor u weergegeven.
VMBO-B
VMBO-K
94 92
MAVO
93
100
82
91
100
% leerlingen dat conform het advies van de basisschool in leerjaar 3 op de juiste onderwijspositie zit
96
96
92
92
92
Dat we ondanks de hoge percentages van de inspectie een onvoldoende krijgen heeft deels te maken met resultaten uit het verleden en met het feit dat de inspectie terecht de lat in Nederland hoog legt. Voor ons een uitdaging om ruim over die meetlat te springen. Naar aanleiding van het oordeel van de inspectie (met betrekking tot de onderwijspositie in leerjaar 3, zittenblijven en het niveau waarop de leerling in leerjaar 3 het onderwijs volgt in verhouding tot het advies van de basisschool) zijn we in gesprek met het basisonderwijs over de adviezen die door de basisscholen worden gegeven. Voor ons is het de uitdaging om de leerling te laten uitstromen op het niveau van het advies van de basisschool. School
VMBO-B
VMBO-K
MAVO
HAVO
VWO
(VMBO-T)
We hebben de cijfers over 2013 op een rijtje gezet.
Rendement onderbouw
28
VWO
100
Opbrengstenoordeel VMBO-kader
HAVO
% onvertraagde doorstroom onderbouw
VMBO-basis
MAVO (VMBO-T)
HAVO
87
Van 3e leerjaar naar diploma zonder zittenblijven
VWO
88
Gemiddeld cijfer centraal examen - relatief
voldoende voldoende voldoende onvoldoende onvoldoende* onvoldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende onvoldoende voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
voldoende
onvoldoende onvoldoende
Cijfer schoolexamen minus cijfer centraal examen
gering gering gering gering gering verschil verschil verschil verschil verschil
Gemiddeld cijfer centraal examen - absoluut
boven de norm
boven de norm
boven de norm
boven de norm
boven de norm
* De indicatie ‘onvoldoende’ voor de HAVO en VWO afdeling aan de Alkenlaan is aanleiding geweest voor het bestuur om ervoor te kiezen op grondige en duurzame wijze de onderwijsopbrengsten te verbeteren. De systematiek van de inspectie om met een 3 jaar gemiddelde te werken, betekent dat het rode blokje jammer genoeg nog niet weg is.
29
Inspectie De onderwijsinspectie houdt toezicht op de kwaliteit van het voortgezet onderwijs. Bij het toetsingskader wordt vooral uitgegaan van het criterium risico. Op basis van het door de inspectie ingeschatte risico worden toezichtarrangementen afgesproken. De gegevens van de onderwijsinspectie zijn: Inspectie van het Onderwijs, Locatie Utrecht Park Voorn 4 Postbus 2730 3500 GS UTRECHT 088-6696000 E-mail:
[email protected]
Klachtenregeling en vertrouwenspersonen Uitgangspunt Geprobeerd moet worden de klacht eerst zo veel mogelijk bij de direct betrokkene aan te kaarten om tot een oplossing te komen. Als dat niet lukt, of als dat bijvoorbeeld door de aard van de klacht niet mogelijk is, kan gebruik worden gemaakt van de hieronder vermelde mogelijkheden. Een klacht kan mondeling of schriftelijk ingediend worden. Hier wordt een overzicht gegeven van de verschillende mogelijkheden/procedures die toegespitst zijn op de verschillende soorten conflict.
30
Bezwaaradviescommissie a. geeft advies aan het bevoegd gezag over bezwaar schriften van ouders/verzorgers/leerlingen tegen i. weigering tot toelating; ii. definitieve verwijdering van een leerling; iii. bevordering en/of revisie**; iv. plaatsing in een leerstroom; v. disciplinaire maatregelen. b. Beroepstermijn is 6 weken. ** Voor revisie geldt, om een afhandeling vóór de zomervakantie te kunnen bewerkstelligen, een apart reglement. Daarbij geldt artikel 4 van het reglement overgangsbeslissingen dat in te zien is op de website van het IJsselcollege. Voor de aanvraag van revisie dient een bezwaartermijn van 24 uur in acht te worden genomen, nadat de leerling en/of diens ouders/verzorgers op de hoogte zijn gebracht van het besluit van de overgangsvergadering om niet te bevorderen. De beroepstermijn voor bezwaren tegen het besluit van de revisievergadering is 6 weken. c. Bezwaaradviescommissie; Postbus 683; 2900 AR Capelle aan den IJssel
De landelijke klachtenregeling wordt gehanteerd voor overige klachten. Hierbij worden twee fasen onderscheiden. a. Regels voor interne conflicthantering. b. Landelijke klachtencommissie; Postbus 85191; 3508 AD Utrecht; telefoon 030-280 95 90.
Commissie van beroep voor het Examen ((voorheen Beroepscommissie) behandelt bezwaarschriften van ouders/verzorgers/leerlingen op basis van het eindexamenreglement. a. Het eindexamenreglement biedt de mogelijkheid om beroep aan te tekenen tegen maatregelen die de directeur heeft opgelegd aan een examenkandidaat die zich schuldig heeft gemaakt aan een onregelmatig heid. b. In het eindexamenreglement is de beroepstermijn tegen een opgelegde maatregel 3 dagen. c. Commissie van beroep voor het Examen, Postbus 683, 2900 AR Capelle aan den IJssel
Meldpunt vertrouwensinspecteurs Er is een landelijk meldpunt van de onderwijsinspectie. Hier kunt u klachten melden over seksuele intimidatie, seksueel misdrijf, fysiek en psychisch geweld, discriminatie, extremisme e.d. Het telefoonnummer is: 0900-111 31 11.
Het IJsselcollege beschikt over een bezwaaradviescommissie, een commissie van beroep voor het examen en is aangesloten bij onderwijsgeschillen.nl en de landelijke klachtencommissie. Vertrouwenspersonen Het IJsselcollege beschikt over twee externe vertrouwenspersonen, mevrouw H. Lobbe en de heer R. de Mulder. De vertrouwenspersonen functioneren als aanspreekpunt bij klachten. U kunt hen benaderen: Vertrouwenpersonen IJsselcollege, Postbus 683, 2900 AR Capelle aan den IJssel. U kunt hen ook per email bereiken via
[email protected] of
[email protected].
voor aansprakelijk. Wij adviseren deze dan ook zoveel mogelijk thuis te laten. Schade die door uw zoon/dochter veroorzaakt is, zal in veel gevallen wel verhaald moeten worden en vaak zijn ouders/verzorgers dan aansprakelijk. Vandaar dat wij u dringend adviseren om een W.A.-verzekering af te sluiten. De meeste gezinnen zullen dit wel al gedaan hebben. Een W.A.-verzekering dekt echter alleen schade als u of uw zoon/dochter aansprakelijk gesteld wordt door anderen. Nadrukkelijk is het afsluiten van verzekeringen een eerste verantwoordelijkheid van de ouders/verzorgers en niet van de school. Ook bij het afwikkelen van eventuele schadegevallen zal de school hooguit een adviserende rol kunnen spelen.
Aansprakelijkheid en verzekeringen De school is verzekerd tegen ongevallenschade via een collectieve verzekering. Wanneer er materiële zaken van uw zoon/dochter gestolen worden is de school hier niet
31
Boeken en schoolkosten Gratis schoolboeken (lesmaterialen) De volgende lesmaterialen zijn gratis: • leerboeken; • werkboeken; • projectboeken en tabellenboeken; • examentrainingen en examenbundels; • eigen leermateriaal van de school; • de licentiekosten van digitaal lesmateriaal; • cd’s en dvd’s met lesmateriaal. Bestellen van de boeken Leerlingen of hun ouders/verzorgers bestellen de boeken bij Van Dijk Educatie. Alle bestelde boeken worden voor de leerlingen van de locatie Alkenlaan en Kanaalweg in de vakantie op het huisadres afgeleverd. Voor de leerlingen van de locatie Wiekslag worden de boeken bij de school afgeleverd. Bij het bestellen wordt door Van Dijk Educatie eenmalig een borg gevraagd van o 75,00 voor het gebruik van de boeken. Deze borg wordt bij het verlaten van de school weer terugbetaald. Net als de afgelopen jaren worden de boeken aan het eind van het schooljaar door Van Dijk ingenomen en gecontroleerd. Eventueel vermiste of beschadigde boeken worden door van Dijk in rekening gebracht of verrekend met de borg. Ondersteunende materialen en vakkleding Ondersteunende materialen worden niet gratis beschikbaar gesteld. Voorbeelden daarvan zijn: atlas, woordenboek, agenda en de kosten van ICT-applicaties, zoals een tekstverwerkingsprogramma, voor gebruik thuis. Ook zaken als een rekenmachine, schriften, multomap, pennen en dergelijke zijn voor rekening van de ouders/ verzorgers.
32
Voor een aantal beroepsgerichte vakken geldt dat leerlingen vakkleding nodig hebben om te kunnen deelnemen aan de praktijklessen. De school stelt ouders/verzorgers voor de zomervakantie in de gelegenheid om vakkleding of veiligheidsschoenen te bestellen bij een leverancier die op school de maten en de bestelling komt opnemen. De betaling geschiedt rechtstreeks door de ouders/ verzorgers aan de leverancier. Schoolfoto’s De schoolfotograaf maakt in de eerste periode van het schooljaar klassenfoto’s en individuele foto’s van de leerlingen. Ouders/verzorgers kunnen die foto’s bestellen. De bestelling en betaling lopen rechtstreeks via de fotograaf. Vrijwillige ouderbijdrage voor overige schoolkosten Deze bijdrage bestaat uit kosten die de school maakt voor: • De leerlingenpas. De pas is vereist bij de entree van schoolfeesten en schoolbibliotheek. • Een bijdrage in de kosten verbruiksmateriaal. Uitgaven t.b.v. leerlingenmateriaal bij de vakken tekenen, handvaardigheid, techniek, verzorging, Horeca enz. • Het printbudget. De leerlingen kunnen hiermee 200 kopietjes of printjes maken. Het printbudget kan door bijbetalen worden opgewaardeerd. Op de portal van de school komt een overzicht te staan van de kosten per leerjaar en opleiding. In dat overzicht staat precies waarvoor betaald wordt. Wij vragen deze ouderbijdrage, omdat de middelen die de school vanuit de overheid ontvangt ontoereikend zijn om goed en aantrekkelijk onderwijs te kunnen bieden. Ouders/ verzorgers kunnen er ook voor kiezen een deel van de ouderbijdrage te betalen.
33
Om ouders/verzorgers beter van dienst te zijn en de organisatie te professionaliseren, maakt de school met ingang van dit schooljaar gebruik van een systeem dat ons in staat stelt om de communicatie over schoolkosten digitaal te voeren. Ouders/verzorgers worden per email uitgenodigd om op de portal van de school aan te geven op welke manier zij de ouderbijdrage wensen te voldoen. Er kan gekozen worden voor betaling ineens of in termijnen. Als deze keuze is gemaakt, stuurt de school een digitale factuur. Ook de aanmelding voor deelname aan werkweken en overige activiteiten en de financiën daar omheen gebeuren vanaf schooljaar 2014-2015 digitaal.
Contact
Bijlage 1: Overzicht gebruikte afkortingen
IJsselcollege Postbus 683 2900 AR Capelle aan den IJssel
[email protected]
AKA
arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent
HBO
hoger beroepsonderwijs
LGF
Leerlinggebonden financiering
LWOO
Leerweg Ondersteunend Onderwijs
LVS
Leerlingvolgsysteem
HAVO
hoger algemeen voortgezet onderwijs
Werkweken en overige activiteiten In sommige leerjaren worden extra activiteiten, bijvoorbeeld een excursie of een werkweek, georganiseerd. Indien het kind aan de activiteit deelneemt, factureert de school de kosten via genoemd systeem. Als de betaling niet binnen de door ons gestelde termijn is betaald, kan het kind niet mee. Op school worden voor leerlingen die niet aan een bepaalde activiteit deelnemen vervangende activiteiten georganiseerd.
VMBO Kanaalweg 52a T 010-451 65 55
[email protected] www.ijsselcollege.nl
MAVO
middelbaar algemeen voortgezet onderwijs
MBO
middelbaar beroepsonderwijs
PRO
Praktijkonderwijs
PTA
programma van toetsing en afsluiting
ROC
regionaal opleidingscentrum
VMBO
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
VWO
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
W.A.
wettelijke aansprakelijkheid
ZAT
zorgadviesteam
Bijdrage aan het fonds van de ouderraad De ouderraad van de school verzoekt in een aparte brief om een bijdrage aan het fonds van de ouderraad. Die bijdrage gebruikt de ouderraad o.a. ten behoeve van extra activiteiten voor de leerlingen. Betaling van deze bijdrage is niet verplicht.
34
MAVO HAVO VWO Alkenlaan 83 T 010-451 46 00
[email protected] www.ijsselcollege.nl
PRO Wiekslag 3 T 010-284 95 50
[email protected] www.ijsselcollege.nl
35
Bijlage 2: Doorstroomschema
4
4
4
VMBO leerwerktrajecten
VMBO basisberoepsgerichte leerweg
VMBO kaderberoepsgerichte leerweg
MAVO
3
3
3
3
36
2
VMBO Onderbouw
VMBO Onderbouw
met of zonder LWOO
Kader Plus
1
1
Locatie Kanaalweg
UNIVERSITEIT
6
6
5
5
5
HAVO
VWO
VWO -
4
4
4
HAVO
VWO
VWO -
3
3
3
2
2
2
MAVO / HAVO
HAVO / VWO
VWO -
1
1
1
A
4
2
Locatie Wiekslag
HBO
A
Praktijkonderwijs Tot 18 jaar
MBO
A
ARBEIDSMARKT
Locatie Alkenlaan
37
Bijlage 3: Lessentabel PRO
Bijlage 4: Lessentabel onderbouw VMBO
De leerling kiest twee specialisaties in leerjaar 4 en één specialisatie in leerjaar 5. De specialisaties zijn: Consumptieve techniek, Groen, Zorg & Welzijn, Techniek of Verkoop. AVO bestaat uit Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde, mens en maatschappij. Leerjaar / Afdeling
1 2 3 4 5 AKA 6
AVO-lessen 12 11 6 4 4 4 1 SOVA 1 1 1 Drama 1 1 Arbeidsorientatie / interne 7 14 21 21 28 stage / stage Omgangskunde 2 2 2 6 1 Informatiekunde 2 1 1 1 Verzorging/koken 2 2 Plant en dier 1 2 Beeldende vorming 4 4 2 Muziek 1 1 Zelfverzorging 1 Workshops 2 2 Lichamelijke opvoeding 3 3 2 2 2 2 2 Schoonmaak 2 Uiterlijke verzorging 2 Consumptieve techniek 2 8 8 8 Groen 2 3 3 3 Zorg en Welzijn 2 3 3 3 Techniek 2 2 2 4 4 4 Verkoop 2 3 3 3 Min niet gekozen specialisatie -12 -16 Totaal 32 32 32 32 33 33 33
38
Klas
1BL 1BB/1KB 1KM 2BL 2BB/2KB
Nederlands 5 5 4 5 4 Engels 3 3 3 3 3 Duits 2 3 Frans 3 Wiskunde/rekenen 5 5 5 4 4 Mens & Maatschappij 3 3 3 3 3 Natuur & Techniek 4 3 3 4 3 Natuur & Zorg 3 3 3 3 3 CKV/Beeldende Vorming 2 2 2 2 2 Drama 2 2 2 Muziek 2 2 Lichamelijke oefening 3 3 3 3 3 Mentorles/leefstijl 2 1 1 1 1 Praktisch Sector Oriëntatie 2 2 Totaal uren per week 32 32 32 32 33 (brede school) 2 2 2
39
Bijlage 5: Lessentabel bovenbouw VMBO Leerjaar / Afdeling 3 3 Sector Economie Sector Techniek
Bijlage 6: Lessentabel MAVO / HAVO / VWO 3
4
4
4
Leerjaar 1MH 1HV 1VW 2MH 2HV 2VW 3MA 3HA 3VW 4MA 4HA 4VW 5HA 5VW 6VW
Sector Z&W
ne
3 3 3 3 3 2 3 3 2 3 3 2,5 3 3 2
basis kader basis kader basis kader basis kader LWT basis kader basis kader
fa
3 3 3 3 2 2 3 3 3 4 3 2,5 3 3 3
Nederlands Engels CKV Lichamelijke oefening Maatschappijleer1 Wiskunde/rekenen
3 3 3 3 3 3 3 4 5 3 4 3 4 3 4 3 4 3 4 3 3 3 3 3 3 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
du 3 2 2 3 3 2 4 3 2,5 3 3 3
Sector Z&W
Sector Economie
Sector Techniek
en
3 3 3 3 3 2 3 3 2 4 3 2,5 3 3 2
sp 2 2 2 2 3 2,5 3 3 3 fi 1 1 li 1 1 1 1 1
2 4
2 2 2 2 2 4 4 4 4 4 4 5 4 5 4 5
lt 1 1 1 1 gs
2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 2 3 3 3,5
(verplicht vak in de
ak
2 2 2 2 2 2 2 2 2 4 3 2 3 3 3
sector Techniek;
ma 1 1 2 2
keuzevak in de sectoren
wi/wic-AC 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 3 3 3 3 3
Economie en Z&W)
wis-B 4 4 3 4 4
Keuze: Maatschap- 1 1 3 3 pijleer2 Keuze: Rekenen 2 2 2 2 2 2 2 2 Keuze: Duits 3 3 3 4 Natuur-scheikunde1 3 4 3 3 Biologie 3 3 3 4 Economie 3 3 3 3 Beroepsgericht 13 12 13 11 13 12 14 12 10 14 12 14 12 programma Stage 12 Leefstijl 1 1 1 1 1 1 Mentorles 1 1 1 1 1 1 1 Totaal uren p/w 32 32 32 32 32 32 30 30 30 30 30 30 31 Totaal vakkenpak- 33 33 31 31 31 31 31 31 ket zonder keuzevak wis/rek
wis-D 3 na 2 2 2 3 2 2 4 3 3 4 3 4 sk 2 2 2 4 3 3 3 3 3 bi
2 2 2 2 2 2 3 4 4 3 4 3 3
anw 1 nlt 3 2 2 3 2,25 ec 1 1 1 3 2 2 4 3 3 4 3 4 m&o 3 2 3 3 3 lo
3 3 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1 2 1
kunst 2 1 1 1 1 te
1 1 1 1 1 1 2 1 1 3 3 3 3 [3] [3]
ha
1 1 1 1 1 1 [2] 1 1 3 [3] [3] 3 [3] [3]
ckv 1 1 1 1 mu
1 1 1 1 1 1
tn
2 2 2 2 2 2 1 1 1
sg 0,5 0,5 kwt 5 5 5 ml
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
pb 1 1 1 1
Totaal 32 32 32 32 32 32 38 33 32 54 59 52 58 54,5 53,8
40
41
VWO HAVO MAVO Alkenlaan 83 Capelle a/d IJssel T 010 - 451 46 00
[email protected]
VMBO Kanaalweg 52a Capelle a/d IJssel T 010 - 451 65 55
[email protected]
WWW.IJSSELCOLLEGE.NL
PRO Wiekslag 3 Capelle a/d IJssel T 010-284 95 50
[email protected]