Schoolgids Door het kind naar een nieuwe wereld. Schoolgids Montessorischool Maassluis

Schoolgids 2015 – 2016

Door het kind naar een nieuwe wereld

Schoolgids 2015 - 2016

Montessorischool Maassluis

Beste (toekomstige) ouders en verzorgers van Montessorischool Maassluis,

Voor u ligt schoolgids 2015 – 2016. Met deze gids geven we inzicht in hoe ons onderwijs dit schooljaar georganiseerd is. Voor alle ouders en verzorgers die hun kind op de Montessorischool hebben en voor ouders van toekomstige leerlingen, (PABO)studenten en andere belangstellenden geeft het een doorkijkje in de dagelijkse montessoripraktijk van de school en de regels en manieren die we hanteren. Voor het eerst naar de basisschool gaan, is een grote stap in het leven van een kind. Als ouder wil je je kind daarbij zo goed mogelijk begeleiden. U geeft immers uw kostbaarste bezit een aantal uur per dag uit handen. Dat betekent dat u er zeker van wilt zijn dat de school die u kiest, uw kind de beste kansen tot ontwikkeling biedt. In deze schoolgids proberen we een duidelijk beeld van de Montessorischool te geven. We vertellen u wat u van ons kunt verwachten en hoe ons onderwijs op school eruit ziet. Deze gids wordt jaarlijks geactualiseerd. Aan het begin van ieder schooljaar krijgt u ook een kalender uitgereikt met daarin de meest actu ele informatie zoals de data van onze activiteiten, de lestijden en andere informatie. Het is handig deze kalender bij de hand te houden. Uiteraard is deze gids nooit volledig. Mocht u suggesties, vragen of wensen hebben, dan bent u van harte welkom deze kenbaar te maken. Heeft u verder nog vragen of opmerkingen, of wilt u een rondleiding door onze school, neem dan gerust contact op met ons. Wij wensen u veel leesplezier!

Namens het team, Sander Fisser directeur



Inhoudsopgave HOOFDSTUK

1 1.1 1.2 1.3 1.4

ALGEMEEN Naam en adres Het schoolbestuur De Onderwijsinspectie Voor- en naschoolse opvang

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9

WAAR DE MONTESSORISCHOOL VOOR STAAT Een school die aansluit bij het kind De uitgangspunten van ons montessorionderwijs Het aanbieden van leerstof en nieuwe vaardigheden Een doorsnee schooldag op Montessorischool Maassluis. Ochtendpauze Tussentijdse opvang; overblijf (TSO) Gezonde voeding Verjaardag vieren De schoolbenodigdheden

3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Het onderwijsaanbod De basisontwikkeling De basisvaardigheden Externe organisaties binnen de school Externe organisaties buiten de school

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

LEERLINGENZORG Nieuwe leerlingen Inrichting van de zorg De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Zorgoverleg Rapportage en bescherming persoonsgegevens Weer samen naar school (WSNS) Overgang basisonderwijs - voortgezet onderwijs Resultaten van het onderwijs

5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6

OUDERS Ouderbetrokkenheid Inspraak Ouderhulp Vrijwillige ouderbijdrage Informatievoorziening Klachtenregeling

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5

DIVERSE PROTOCOLLEN Omgangsprotocol Regels voor schorsing en verwijdering Kledingprotocol Preventief luizenbeleid Aansprakelijkheidsverzekering

2

3

4

5

6



7 7.1 7.2

VAKANTIEVERLOF EN ZIEKTEVERZUIM Vakantieregelingen en lestijdenregelingen Verzuim / buitengewoon verlof



HOOFDSTUK 1

1.1

Algemeen

Naam en adres

Montessorischool Maassluis Adres : Seringenstraat 110 : 3142 NX Maassluis Telefoon : 010 – 59 174 10 E-mail: : [email protected] Internetadres: : www.montessorischoolmaassluis.nl Twitter : @MsmInfo

1.2

Het schoolbestuur

Montessorischool Maassluis valt onder het bestuur van Stichting Monton. Tot deze stichting behoren elf montessorischolen uit Midden Nederland. Het bestuur van deze stichting neemt voor belangrijke zaken de beslissingen en wordt vertegenwoordigd door mevrouw Carla Luycx, voorzitter van College van Bestuur.

1.3

De Onderwijsinspectie

Basisscholen moeten zich aan bepaalde regels houden. De Onderwijsinspectie heeft de opdracht te controleren of scholen de regels op de juiste wijze hanteren en voldoende kwaliteit leveren. Een inspecteur bezoekt periodiek de scholen om deze te beoordelen. Na een schoolbezoek wordt een rapport opgesteld. Voor meer informatie over de Inspectie van het Onderwijs en het inspectierapport kunt u kijken op de website www.onderwijsinspectie.nl of mailen naar: [email protected]. Ook op www.scholenopdekaart.nl vindt u een veelheid aan kengetallen over onze school. Natuurlijk kunt u ook bellen met vragen over het onderwijs. U kunt hiervoor bellen naar een speciaal nummer van de rijksoverheid: 0800 - 8051

1.4

Voor - en naschoolse opvang

Montessorischool Maassluis werkt onder andere samen met Stichting Kinderopvang Maassluis voor buitenschoolse opvang van uw kinderen. Kinderen kunnen hier ’s morgens terecht vanaf 7.30 uur en na school tot 18.00 uur. Ook in schoolvakanties is opvang gedurende de gehele dag beschikbaar. Er zijn negen locaties buitenschoolse opvang ondergebracht in de nabijheid van de verschillende basisscholen in Maassluis. Op www.kinderopvangmaassluis.nl vindt u alle adressen en kunt u de informatiegids downloaden.



HOOFDSTUK 2

2.1

Waar Montessorischool Maassluis voor staat

Een school die aansluit bij het kind

Montessorischool Maassluis wil dat al haar leerlingen een bijzondere tijd op de school hebben. Immers, de jaren die je op een basisschool doorbrengt, blijven je een leven lang bij. We proberen zoveel mogelijk een school te zijn zonder drempels, voor kinderen en / of ouders. Alle kinderen zijn daarom in beginsel welkom op onze school, ongeacht hun achtergrond of geloof. De school is een inspirerende, uitnodigende leeromgeving en tegelijkertijd een warme ontmoetingsplaats, waar kinderen zich in de eerste plaats veilig en welkom kunnen voelen. Montessorischool Maassluis is ook een plaats om met elkaar in contact te komen en van elkaar te leren. Onze leerlingen leren zichzelf, anderen en hun omgeving te respecteren met als uitgangspunt onze gemeenschappelijke waarden. In gesprekken delen we erva ringen en leren we kritisch te kijken naar situaties en gebeurtenissen uit de wereld om ons heen. Vanuit deze grondgedachte komen onze leerlingen tot uitstekend leren.

2.2

De uitgangspunten van ons montessorionderwijs

Maria Montessori De werkwijze op Montessorischool Maassluis is gebaseerd op de onderwijskundige principes van Maria Montessori. Zij was hoogleraar in de antropologie aan de universiteit in Rome en heeft zich een leven lang ingezet voor wat zij noemde: De rechten van het kind. Door veel te observeren ontwikkelde Maria Montessori een geheel nieuwe opvoedingsmethode. Het uiteindelijke doel dat haar bij de opvoeding van kinderen voor ogen stond, was dat het kind, als het volwassen is, in staat is zelfstandig, als vrij mens, zijn plaats in de maatschappij in te nemen. Om dit te bereiken, is het nodig dat een kind het kind-zijn in volle omvang kan beleven. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid nemen daarbij een belangrijk plaats in. Kinderen van vier jaar bezitten deze vaardigheden nog niet, maar we kunnen ze deze wel aanleren. Enkele uitspraken van Maria Montessori: Niemand kan vrij zijn zonder zelfstandig te zijn; Door het kind naar een nieuwe wereld; Kijk alleen maar naar kinderen en ze vertellen je wie ze zijn en wat ze nodig hebben; De omgeving moet zo veel mogelijk voldoen aan de behoeften van de kinderen in iedere ontwikkelingsfase. Enkele misvattingen over montessorionderwijs: Het is er vrijheid, blijheid; Ze doen maar wat; Resultaten zijn niet belangrijk; Het kind moet er geschikt voor zijn. Enkele feiten over montessorionderwijs: Het best scorende onderwijs van Nederland (bron www.rtlnieuws.nl/nieuws/special/montessorischolenhalen-hoogste-cito-score-81); Montessorischolen worden vierjaarlijks aanvullend geaccrediteerd, om de kwaliteit van de montessorivisie te waarborgen; Montessorileerkrachten zijn aanvullend gecertificeerd geschoold, d.m.v. tweejarige opleiding en praktijkbegeleiding. De taak van de leerkracht Het eerste doel van een leerkracht is het op weg helpen van de kinderen naar zelfstandigheid. De leerkracht staat bij ons in de groep - niet voor de groep, en begeleidt de kinderen daar in hun individuele leerproces. De leerkracht is ontwikkelingsgericht, dat wil zeggen dat we ervan uitgaan dat ieder kind tot een ander gedrag en prestaties in staat is en dat ieder kind verschillend mag zijn. De leerkracht verantwoordt de resultaten aan de hand van nauwkeurige procesbeschrijving waarbij gemaakte keuzes onderbouwd worden.



Met individuele- en groepslessen stimuleert en begeleidt de leerkracht het leerproces van ieder kind en daarbij ook het vermogen tot het aangaan van relaties en het kunnen samenwerken. We bieden ieder kind onderwijs op maat (adaptief onderwijs). Het kind wordt aangemoedigd en uitgedaagd om het niveau te behalen wat voor hem of haar haalbaar is. Steeds zoeken we naar wegen om het kind te motiveren en om de innerlijke motivatie te activeren. Dit maakt dat kinderen steeds beter in staat zijn om hun eigen keuzes te kunnen maken en leren verantwoordelijk te zijn. De leerkracht zorgt ervoor dat er in de groep een kalme, taakgerichte sfeer heerst waar iedereen zelfstandig of samen met een ander kind kan werken aan het behalen van gestelde doelen. De leeromgeving moet rustig zijn: De kinderen mogen elkaar niet storen tijdens het werk. Op deze manier wordt elk kind in staat gesteld zich te ontwikkelen naar eigen aanleg en tempo. Kinderen werken niet alleen individueel, er worden ook activiteiten met kleine groepen of met de hele groep gedaan. De ontwikkeling van de kinderen wordt in de dagelijkse praktijk geobserveerd, geregistreerd en gevolgd in het MKVS (Montessori Kind Volg Systeem). Ook nemen we onder andere toetsen uit het CITO-leerlingvolgsysteem af. Zowel de observaties van de groepsleerkracht, als de resultaten van deze toetsen kunnen aanleiding zijn om het onderwijsproces bij te sturen. De groepsindeling Er wordt in principe gewerkt met heterogene groepen, dat wil zeggen dat kinderen van versc hillende leeftijden bij elkaar zitten in de groep. De school is verdeeld in onderbouw- (groepen 0-1-2), middenbouw- (3-4-5), en bovenbouwgroepen (6-7-8). We hebben bewust gekozen voor deze combinaties. Doordat kinderen van verschillende leeftijden in een groep zitten, is het heel vanzelfsprekend dat kinderen samenwerken, elkaar helpen en van elkaar leren. In een groep schuift ieder kind op van ‘geholpen worden’ naar ‘kunnen helpen’. Tempo - en niveauverschillen vallen nauwelijks op. Jongere kinderen zien het materiaal waarmee de ouderen werken en dit motiveert hen om nieuwe (speel)activiteiten te kiezen. We proberen ons zoveel mogelijk aan deze visie te houden. Soms komt het voor dat we noodgedwongen van deze indeling af moeten wijken. De leeromgeving De omgeving heeft als doel het kind te prikkelen tot leren. Hoe meer de omgeving aangepast wordt aan de behoefte van een kind, des te beter zal het kind zich ontwikkelen. Dit betekent dat het materiaal goed zichtbaar en overzichtelijk in de lokalen is opgesteld en dat er voldoende keuzemogelijkheid is, passend bij de diverse individuele niveaus. Niet alleen het groepslokaal is aangepast aan wat kinderen nodig hebben. Ook de gangen en nevenruimten hebben we op deze manier ingericht. Het rijke aanbod aan uiteenlopende leermiddelen sluit aan bij de belevingswereld en interesses van de leerlingen. De leerkracht heeft de taak om de inrichting van de omgeving of klas zo vorm te geven dat via intrinsieke motivatie en een intensieve werkhouding een brede ontwikkeling van kinderen kan worden bevorderd. De manier waarop de leerkracht dit doet, is onder andere door het inrichten van aandachtstafels en ervaringsgerichte hoeken, het opzetten van projecten, het aanbieden van nieuwe materialen en het voorbereiden van individuele en groepslessen. Wij noemen een dergelijke door de leerkracht aangepaste omgeving de voorbereide omgeving.

2.3

Het aanbieden van leerstof en nieuwe vaardigheden

De gevoelige periode Ieder kind is van nature nieuwsgierig en wil alles onderzoeken. Het is onze taak om deze natuurlijke ontwikkelingsdrang optimaal te stimuleren zodat het kind met plezier en intensief leert. Gedurende de gehele ontwikkeling van het kind zijn er momenten waarop een kind extra gevoelig is voor bepaalde onderwerpen en hier heel geïnteresseerd in is. Maria Montessori noemde dit de gevoelige perioden. Wat een kind moeiteloos leert in een dergelijke periode zal het niet, of met veel moeite leren in een andere periode. Het is van groot belang om aan te sluiten bij een gevoelige periode en activiteiten tijdens een dergelijke periode niet te onderbreken. Hierdoor leren kinderen taakgericht (met concentratie) te werken en zelf naar oplossingen te zoeken om hun leerdoelen te bereiken. Wij volgen de kinderen zoveel mogelijk in hun ontwikkeling, maar sturen deze op bepaalde momenten ook bij. Daar waar een kind een ontwikkelingsachterstand dreigt op te lopen, zal de groepsleerkracht ingrijpen en weloverwogen keuzes maken.



Zelfstandigheid In de visie van Montessori betekent opvoeden: Kinderen helpen om zich vanaf de geboorte te ontwikkelen tot vrije mensen die kunnen bijdragen aan een betere samenleving. Wij vinden het belangrijk dat de opvoeding erop gericht is kinderen in staat te stellen zelfstandig keuzes te maken en initiatief te tonen. Om dat te kunnen, moeten kinderen eerst leren zelfstandig te zijn. Op Montessorischool Maassluis helpen wij kinderen zelfstandig te worden, onder andere bij het ordenen van alle informatie die op hen afkomt. Het tempo waarin dat gaat, verschilt van kind tot kind. Ieder kind krijgt onderwijs op maat. Als een kind moeite heeft met bepaalde leerstof besteden we hier uiteraard extra aandacht aan, maar wij proberen de ontwikkeling niet te forceren. Passend Onderwijs is voor ons een vanzelfsprekendheid. We leggen het accent op wat het kind wel goed kan, want het zelfvertrouwen moet groeien. We werken vanuit het principe help mij zelf te leren. De kinderen leren door zelf te handelen en te ervaren. Het kind kiest zoveel mogelijk zelf zijn of haar werk en werkt op eigen niveau. Het wordt dus ook niet tegengehouden: Wie verder wil, kan dat. Dit maakt dat een kind enthousiast wordt en zelfvertrouwen krijgt: Ik kan het! Door observaties en registratie volgt de leerkracht de ontwikkeling van het kind aan de hand van didactische tussendoelen per ontwikkelingsgebied. De leermiddelen Met het materiaal dat we op school gebruiken, komen kinderen zelfstandig werkend en handelend tot ontdekkingen. Het is een schakel tussen denken en doen. Het kind leert door ervaringen. Voor iedere ontwikkelingsfase is er dan ook ander materiaal, oplopend in moeilijkheidsgraad. Het meeste materiaal is zelfcorrigerend. Dat betekent dat een kind met het materiaal het eigen werk zelf kan controleren. Het materiaal moet uitdagend en aantrekkelijk zijn voor kinderen. Met de materialen kunnen kinderen experimenteren, oefenen en de geleerde vaardigheden toepassen in de praktijk. Veel montessorimaterialen zijn door Maria Montessori en haar medewerkers zelf ontwikkeld. Nog steeds zijn dit waardevolle materialen. In onze school is naast montessorimateriaal ook een diversiteit aan andere moderne leermiddelen aanwezig.

2.4

Een doorsnee schooldag op Montessorischool Maassluis

Veel ouders hebben in de tijd dat zij op school zaten, overwegend gewerkt met een andere lesvorm, veelal het klassikale systeem. De juf of meester stond voor de klas en alle kinderen werkten op hetzelfde moment aan dezelfde les. Deze les was gericht op de grote middengroep, met extra opdrachten of aanvullende verdieping voor de kinderen die het makkelijk vonden en extra instructie voor de leerlingen die het niet zo snel begrepen. Op Montessorischool Maassluis gaat dat anders. De reden hiervoor is dat we bij kinderen eigenschappen als zelfstandigheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid willen bevorderen. Hoe verloopt een schooldag? De kinderen komen op school en geven de juf of meester een hand. Er is dan korte gelegenheid tot persoonlijk contact tussen de leerling en de leerkracht. Daarna gaat het kind de klas in en loopt het naar zijn plaats. Het ene kind wil nog wat aan zijn vriendje vertellen over de vorige dag, de ander geeft zijn plantje water of start direct met werken. Bij aanvang van de lesdag start iedere leerling met het werk, of is er al mee begonnen. De werkles In een werkles kiezen de kinderen, die deze vrijheid aankunnen, zelf een activiteit. In de onderbouw kunnen dat speelactiviteiten zijn, zoals spelen i n de poppenhoek of met het bouwmateriaal, werken met reken- of leesmaterialen (die door de kinderen ook als spelmateriaal worden ervaren). In de midden- en bovenbouw kiezen de kinderen het vakgebied waarmee ze aan de slag gaan. Vanaf groep 4, wanneer zij daar aan toe zijn, noteren de kinderen hun keuze op hun planning. Het is wel de bedoeling dat iedere week de diverse basisvaardigheden (vakken) aan bod komen. Als dat nodig is, begeleidt de leerkracht de kinderen bij het plannen van het werk. De kinderen kunnen in alle groepen individueel met een activiteit bezig zijn, maar ook samenwerken of samen spelen. De leerkracht loopt door de klas in vaste rondes en komt op deze wijze bij ieder kind langs. Tijdens deze rondes bekijkt de leerkracht hoe het kind individueel werkt en biedt hij/zij het kind soms een lesje aan. Een lesje is een korte, effectieve uitleg met of zonder materiaal, maar altijd maatwerk op basis van de ontwikkeling waarin het kind zich op dat moment bevindt. Omdat we niet klassikaal werken, geeft de leerkracht tijdens de werkles altijd van deze korte lesjes.



Als de leerkracht merkt dat meerdere kinderen op hetzelfde moment dezelfde instructie nodig hebben, kan er een groepslesje gegeven worden. Wanneer een kind iets niet begrijpt, kan het ook zelf om een lesje vragen. Verder voert de leerkracht tijdens de ronde door de klas feedbackgesprekken met kinderen. U bent van harte welkom om dit in de dagelijkse praktijk te komen bekijken, zodat u wellicht beter begrijpt hoe effectief deze benadering is. Elk kind werkt daardoor bij de meeste vakken automatisch op eigen niveau en wordt niet gefrustreerd door wachten tot het verder mag, of juist structureel overvraagd worden. Het kan ook zijn dat u een leerkracht op een kruk ziet zitten aan de rand van de kl as. Op dat moment observeert zij wat de leerling met de aangeboden stof doet. Door afstand te nemen ziet zij veel. Groepslessen en/of kringactiviteiten Naast de individuele werklessen zijn er ook momenten waarop activiteiten met heel de groep worden gedaa n: Kringgesprekken, introductie van een nieuw thema of een nieuwe aandachtstafel als onderdeel van Kosmisch onderwijs (te vergelijken met in thema’s geïntegreerde zaakvakken), creatieve / expressieve vakken (drama, muziek, handvaardigheid), culturele vormi ng of bewegingsonderwijs. Samenwerken en samenspelen wordt bij ons op school als een heel belangrijke activiteit gezien. Kinderen leren hiermee in groepsverband te presteren en om te gaan met verschillende meningen en persoonlijkheden. Dit is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling.

2.5

Ochtendpauze

Tijdens de ochtendpauze gaan de leerlingen een kwartier naar buiten en naar eigen inzicht kunnen de kinderen iets eten en drinken. Dit ochtendtussendoortje kan het kind vóór 8.30 uur op de daarvoo r bestemde plek leggen, iedere groep heeft. Het ochtendtussendoortje dient i.v.m. hygiëne en houdbaarheid wel afgesloten verpakt zijn (in een broodtrommel of andere verpakking). We hebben geen vaste tijden voor de ochtendpauze. Dit is afhankelijk van de werksfeer in de groep.

2.6

Tussenschoolse Opvang (TSO)

Op school is er de mogelijkheid dat kinderen op maandag, dinsdag en donderdag overblijven tussen 11.45 en 12.30 uur. Op vrijdag is dit van 12.15 tot 13.00 uur. Dit is niet verplicht. De kinderen die overblijven, nemen voor de lunch zelf hun eten en drinken mee. Er wordt samen gegeten onder begeleiding van een ouder. Voordat zij gaan eten kunnen de kinderen hun keuze doorgeven voor het speelhalfuurtje. Kinderen kunnen kiezen voor voetbal op het grote veld (alleen de bovenbouw), spelen op het schoolplein of tekenen of kleuren in de ‘huishoek’. We houden de kinderen aan de keuze die zij op dat moment gemaakt hebben. Wij vragen een vergoeding voor het overblijven. Dit geld wordt besteed aan de uren voor een overblijfcoördinator, een vrijwilligersbijdrage voor de overblijfouders en voor nieuwe materialen om mee te spelen. Zie voor de kosten de jaarkalender.

2.7

Gezonde voeding

Wij rekenen erop dat u uw kind gezonde voeding meegeeft voor het overblijven en het ochtendtussendoortje. Dit betekent geen koolzuurhoudende drank, snoep, chips en dergelijke. De kinderen kunnen op school, tegen vergoeding, schoolmelk drinken in de pauzes (zie voor meer informatie hierover in de jaarkalender). Samen eten is een sociaal gebeuren. Kinderen eten op school vaak met een groep van ongeveer vijfentwintig kinderen. Kinderen zien heel goed wat de buurman/buurvrouw in de broodtrommel heeft zitten. Kinderen vergelijken! Voor veel kinderen is een chocoladereep toch écht interessanter dan een boterham met kaas. Om opmerkingen als; ja, maar die heeft wel snoep te vermijden en om ervoor te zorgen dat kinderen gezond eten, gaan we ervan uit dat iedereen zich hieraan houdt. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om kinderen te leren de juiste voedingsmiddelen te nuttigen. Laten we de kinderen de gelegenheid geven om de gezonde voeding met elkaar te vergelijken en daarover met elkaar in gesprek gaan. Op school gaan we geen ‘strijd’ aan met het kind over het eten. Kinderen worden gestimuleerd om iets te eten en in ieder geval te drinken. Maar er wordt niet afgedwongen alles op te eten wat meegenomen is. Het eten wat over is, geven we mee naar huis zodat u het met uw kind kunt bespreken als er veel eten terugkomt.



2.8.

Verjaardag vieren

Een verjaardag is voor de meeste mensen (vooral) als je jong bent een heel groot feest. En dat mag gevierd worden. Wij vragen u van tevoren aan de groepsleerkracht door te geven wanneer u uw kind zijn/haar verjaardag op school wil laten vieren. De leerkracht zorgt voor een feestelijke viering in de groep . Kinderen mogen trakteren in de eigen groep en met twee vriendjes bij de andere leerkrachten van de school langsgaan voor felicitaties. Alle kinderen mogen bij de directie een cadeautje komen uitzoeken uit de verjaardagsdoos. Houdt u alstublieft de traktatie beperkt tot een (gezonde) kleinigheid. Wij respecteren dat sommige mensen geen verjaardagen vieren en zullen daar begripvol mee omgaan.

2.9

De schoolbenodigdheden

Wij vragen u een plantje voor op tafel en een waterdichte bloempot mee te geven aan uw kind.

HOOFDSTUK 3

3.1

Organisatie van het onderwijs

Het onderwijsaanbod

Voordat een kind bij ons op school komt, heeft het al veel spelenderwijs geleerd. Op school gaat het leren verder, maar ook spelenderwijs. Op onze school zijn veel materialen aanwezig waarmee het kind kan spelen en het allerlei nieuwe vaardigheden leert. De essentie daarbij is dat we vanuit concrete handelingen naar het mentale niveau werken. Dus eerst zelf doen en vervolgens zelf bedenken en beredeneren. In elke groep staan materialen die voor het niveau van de kinderen geschikt zijn. Rekenen en Begrijpend Lezen zijn al enkele jaren speerpunten bij ons op school. Bij opbrengstgericht werken analyseren we op regelmatige basis de onderwijsresultaten en passen we bepaalde zaken in ons onderwijs aan als dat nodig is. Hierdoor werken we continu aan het bewaken van de kwaliteit. De onderwijsopbrengsten (resultaatgericht) zijn voor ons een logisch gevolg van het onderwijsproces. Wij houden dat proces nauwlettend in de gaten aan de hand van observaties, signaleringen en toetsresultaten. Wij stemmen de resultaten af met het proces en andersom. Kort gezegd: Zijn alle betrokkenen (kind, ouder, school) tevreden met de uitkomsten? Kloppen die met het gevolgde proces, passend bij het individuele kind? Het gaat ons – ongeacht het daadwerkelijke, kwantitatieve resultaat – juist om de verantwoording ervan. Wat is de waarde van dit resultaat? Is die ontwikkeling adequaat, of juist boven of onder de verwachting die alle betrokkenen met elkaar hadden? Naast het cognitieve aanbod geven wij in alle groepen specifiek aandacht aan de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Door te spreken met leerlingen over zaken als 'eerlijk zijn', 'verdriet', 'geluk' en 'vertrouwen' dragen we bij aan een positieve sociaal-emotionele ontwikkeling. Observaties op dit gebied worden geregistreerd in het MKVS (Montessori Kind Volg Systeem). Daarnaast werken we met het groepsplan Gedrag van Kees van Overveld. Hiermee geven we aan het begin van het schooljaar aandacht aan het opbouwen van een veilige omgeving in de groep en een goede werkomgeving. Gedurende het schooljaar grijpen we hierop terug en maken we gebruik van diverse materialen om dit onderwerp levend te houden.

3.2

De basisontwikkeling

Kleuters leren het meest tijdens hun spel. Wij spelen hierop in door te zorgen dat er veel verschillende materialen aanwezig zijn in de groepen waarmee kleuters kunnen spelen en leren. We praten met de leerlingen, onder andere bij de kringactiviteiten, over allerlei onderwerpen zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. Dit is van belang voor het latere lees - en taalonderwijs. We besteden veel tijd aan voorlezen waardoor de luisterhouding van de leerlingen geoefend wordt. Ook vinden er gevarieerde, voorbereidende schrijfactiviteiten plaats. De rekenbegrippen krijgen in spelvorm ruim aandacht. Veel activiteiten introduceren we via thema’s. Voor ouders is er de mogelijkheid om de



woordenlijsten op te vragen die horen bij het thema waar de kleuters mee bezig zijn. Op deze manier kunt u ook thuis met uw kind over het thema praten en de woorden oefenen.

3.3.

De basisvaardigheden

Op school onderscheiden we verschillende vakgebieden:  Nederlandse taal; lezen, taal, schrijven;  Rekenen en wiskunde;  Wereld-oriënterende vakken (Kosmisch onderwijs);  Kunstzinnige oriëntatie; expressieactiviteiten zoals drama, muziek, handvaardigheid, tekenen;  Bewegingsonderwijs; lichamelijke oefeningen, sport en spelbevordering;  Engels;  Techniek. Lezen In het leesonderwijs onderscheiden we technisch, begrijpend en studerend lezen. Bij technisch lezen gaat het om het proces van het leren lezen. Begrijpend en studerend lezen richten zic h met name op begrip. In onze school wordt begonnen met lezen wanneer een kind daar aan toe is. In de onderbouw kijken we of het kind gevoelig is voor letters. Als dat zo is, bieden we de letters aan. Daarnaast gebruiken we de methode Wat zeg je? Wat hoor je? voor het aanvankelijk lezen. Wanneer een kind in de onderbouw nog niet begonnen is met lezen, dan start dit proces in de middenbouw. Hiervoor gebruiken we de Montessori-materialen en de boekjes van Veilig en Vloeiend. De kinderen die al kunnen lezen, krijgen de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen. Aan het eind van groep 3 kunnen in principe alle kinderen eenvoudige boekjes lezen en begrijpen. Dagelijks mogen de kinderen een nieuw leesboek (op het juiste AVI -niveau) gaan halen uit onze schoolbibliotheek. Begrijpend lezen is erg belangrijk. Je kunt pas genieten en leren van het lezen van een tekst als je ook begrijpt wat je leest. Tijdens het technische leesproces wordt dan ook steeds aandacht besteed aan het begrijpen van een tekst. Deze processen gaan hand in hand. Bij studerend lezen gaat het in de eerste plaats om het verwerven van informatie door middel van lezen. De nadruk ligt op het verwerken van informatie en om het onthouden en gebruiken ervan. Dit is van groot belang bij kosmisch onderwijs (wereldoriëntatie) en bij het maken van werkstukken. Voor de vaardigheid begrijpend en studerend lezen hebben we verschillende materialen zoals onder andere de leeszinnen en de methode Goed Gelezen. Taal / spelling Het mondeling taalonderwijs begint in de onderbouw. We besteden daar veel aandacht aan het luisteren (passief) en praten (actief). Dit gebeurt onder andere bij de kringactiviteiten en tijdens het samenwerken. We leren de kinderen zich zo vroeg mogelijk mondeling uit te drukken. Vanaf de middenbouw komt daar ook de schriftelijke taalvaardigheid bij en leren we kinderen het correct schrijven van woorden aan. Er zijn talloze werkjes waarin taaloefeningen gedaan worden (Taalsets). Zo krijgen kinderen de opdracht om te bekijken hoe zinnen in elkaar zitten, gaan ze woordsoorten benoemen en ontleden ze zinnen met taaldozen. Schriftelijk taalgebruik wordt in de midden – en bovenbouw nog verder uitgewerkt met de CED-spellingslijn. Vanaf de middenbouw creëren we een goede balans tussen mondeling en schriftelijk taalgebruik. De kinderen leren een voordracht te houden voor hun klasgenoten door boekbesprekingen, spreekbeurten en presentaties van hun werkstuk.



Schrijven In de onderbouw wordt spelenderwijs gestart met schrijven. De kinderen ontwikkelen hun grove motoriek door oefeningen te doen met grote vormen. Als dat goed gaat, werken we toe naar een verfijning van de motoriek. Ook activiteiten als plakken, knippen, kleien en werken met ontwikkelingsmaterialen zorgen voor een verdere ontwikkeling van de zintuigen en de motoriek. In de onderbouw beginnen we met het schrijven van cijfers en letters. We starten hier niet te vroeg mee, alleen als een kind eraan toe is. Daarnaast werken we met de methodes Novoskript en Schrijfdans om de motoriek te oefenen. In de middenbouw komt het schrijven structureel aan de orde. Via de weg van ontwikkelingsgericht schrijven wordt het schrijven zoveel mogelijk geïntegreerd aangeboden. Hierbij is altijd duidelijk wat het doel van schrijven is, nl. schrijven om te communiceren. Bij de schrijfontwikkeling kijken we wat een kind aankan. Rekenen Het concreet handelen en werken met materialen bij het rekenonderwijs is bij ons op school erg belangrijk. Het kind wordt door de vele Montessori-rekenmaterialen al vroeg gemotiveerd om bezig te zijn met rekenen. In de onderbouw leert een kind de getallen spelenderwijs door te werken met kralenstaafjes. Het maakt met het materiaal ‘sommen’. Ook leert een kind met grote getallen te werken en ervaart het dat 1000 ‘veel meer’ is dan 1. Het leert begrippen als meer en minder. In de middenbouw wordt er nog steeds veel met materiaal gewerkt. Wel wordt het materiaal steeds abstracter. Het kind leert optellen en aftrekken onder de 20, bewerkingen tot 100, de tafels, delen, vermenigvuldigen met behulp van het grote vermenigvuldigbord en bewerkingen tot 1000 en groter. Het leert al snel zowel met kleine als met zeer grote getallen te werken. Het bijzondere van onze school is dat de concrete materialen ook in de bovenbouw nog een belangrijke functie hebben. In de bovenbouw worden nog allerlei nieuwe bewerkingen, zoals breuken, machtsverheffen en worteltrekken, aan de hand van concreet materiaal uitgelegd en inzichtelijk gemaakt. Naast de materialen werken we met de rekenkaternen van het CED en met de WMBO rekenkaarten ontwikkeld door de Montessorivereniging. Kosmisch Educatie Onder Kosmische educatie wordt verstaan: Geschiedenis, staatsinrichting, aardrijkskunde, topografie en natuuronderwijs (biologie, techniek, gezond en redzaam gedrag en milieu). Het idee achter kosmische opvoeding en onderwijs is dat er door deze vorm van opvoeding en onderwijs bij het kind het inzicht ontstaat dat de feiten en verschijnselen waarmee het te maken krijgt, nooit uit losse fragmenten bestaan, maar deel uitmaken van een groter geheel, de kosmos. Op onze school bieden we kosmisch onderwijs aan via zelf ontwikkelde thema’s die getoetst zijn aan de kerndoelen. Hierdoor krijgt een kind inzicht in de relaties tussen alles wat bestaat. Het doet kennis op tijdens de groepslessen en wordt geholpen om op zelfstandige wijze met de materie bezig te zijn. In de midden - en bovenbouw wordt veel gewerkt met informatieboeken en wordt veel onderzoek gedaan. We hebben op school een mediatheek ingericht waar de kinderen kunnen werken. Tijdens de lessen kosmisch onderwijs werkt het kind alleen of samen aan een opdracht. Voor biologie werken we regelmatig ook met lessen en leskisten van het CNME (Centrum voor Natuur - en Milieu Educatie). Voor techniek hebben we twee grote kasten op school waar kinderen zelf ontdekkingen mee kunnen doen. Daarnaast organiseren we bij bijna elk feest (bijvoorbeeld Sinterklaas) een knutselmiddag waarbij kinderen ook techniekopdrachten krijgen.



Expressie De kinderen krijgen bij ons op school de ruimte om expressief bezig te zijn. Dit gebeurt via individuele activiteiten maar ook tijdens groepslessen van de leerkracht. In alle klassen wordt aandacht besteed aan muziek en drama. Om kinderen kennis te laten maken met diverse uitingen van kunst, zoals zang, dans, mime, muziek, beeldende vorming en toneel, nemen wij deel aan het Kunstmenu Maassluis. Daarnaast zijn we een adoptieschool van de Jeugdtheaterschool en organiseren we elk jaar een ‘speciaal’ project. De kinderen in groep 8 geven aan het eind van het jaar een voorstelling ter afsluiting van hun carrière op de Montessorischool Maassluis. Engels In de bovenbouw wordt gewerkt met de methode Just do it. Kinderen werken deze methode samen of individueel door. In het schoolplan, dat op school ter inzage ligt en iedere vier jaar opnieuw opgesteld en vastgesteld wordt, staan de vakgebieden en activiteiten beschreven. Deze vakgebieden zijn getoetst aan de referentiekaders en de kerndoelen. Dit geeft ons de mogelijkheid om het onderwijs op school nog beter te laten aansluiten op doelen en criteria die door de overheid aan het onderwijs gesteld worden. Informatie Communicatie Technologie: ICT De afgelopen jaren zijn divers elektronische devices een steeds belangrijkere rol gaan spelen in het onderwijs. Binnen onze school worden deze devices in de groep al op verschillende manieren ingezet als ondersteuning van ons onderwijs. Wij maken daarbij gebruik van programma’s die bij de taal - en rekenlijn horen en programma’s om extra te oefenen. We maken ook gebruik van de computer om alle toetsgegevens te verwerken. Daarnaast houden we het leerlingvolgsysteem bij in het programma Edus cope. Vanaf de herfstvakantie zal een deel van de administratie worden ondergebracht in ParnasSys. In de onderbouw staat één computer waar de kinderen op werken en vanaf de middenbouwgroepen staan er minimaal twee computers in een groep waar kinderen op kunnen werken. Ook in de mediatheek staan computers voor kinderen. We werken voor alle kinderen met een internetprotocol waarin duidelijke regels staan over het computergebruik op school. De school heeft ook een website. Via deze website houden wij u op de hoogte van alle laatste informatie. Bewegingsonderwijs Bewegen vinden we belangrijk. Het is een vast onderdeel van ons onderwijspakket. Het doel van ons bewegingsonderwijs is dat kinderen inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten. Doordat we werken met heterogene groepen wordt er bij het bewegen veel gedifferentieerd en op verschillende niveaus gewerkt. In de jaarkalender is het gymrooster en zwemrooster terug te vinden. Speciale voorzieningen binnen de school Het schoolgebouw bestaat uit zes groepslokalen, een personeelskamer, diverse werkkamers voor ambulant personeel, een speelzaal voor de onderbouw, een grote hal met daarin een leeshoek met kinderboeken en (samen)werktafels, gangen met werktafels en een mediatheek.



3.4

Externe organisaties binnen de school

Stagiaires Stagiaires van verschillende scholen uit Rotterdam en omgeving lopen stage op onze school. Zij geven geregeld lessen aan leerlingen. De groepsleraar is dan hun mentor. In sommige gevallen werken we ook met een LIO-stagiaire. Deze Leraar In Opleiding draait steeds meer zelfstandig een bepaalde groep. Binnen de school is er een opleidingscoördinator die het aanspreekpunt is voor de stagiaires, hun mentoren en de Pabo/Albeda.

Logopedie Als blijkt dat uw kind logopedie nodig heeft, wordt u verwezen naar de logopediste. Jeugdgezondheidszorg Gedurende het schooljaar krijgen de meeste kinderen uit groep 2 en groep 7 een preventief gezondheidsonderzoek (PGO) aangeboden. Zo’n gezondheidsonderzoek duurt ongeveer drie kwartier. Ouders die vragen hebben over problemen met eten, zindelijkheid, leren, gedrag of de gezondheid van hun kinderen, kunnen ook zelf telefonisch een afspraak maken met het Jeugdgezondheidscentrum. Hoe eerder u met uw vragen komt, hoe groter de kans is dat deze vragen of onduidelijkheden kunnen worden opgelost. In het jaar dat uw kind negen jaar wordt, krijgt het een oproep om te worden ingeënt tegen besmettelijke ziekten. Het kind krijgt dan twee prikken. De ene prik is tegen difterie, tetanus en polio (dtp -prik), de andere prik beschermt tegen bof, mazelen en rode hond (bmr-prik). Alle gegevens over uw kind worden vertrouwelijk behandeld. Schoolmaatschappelijk werk / Gezinsspecialist Schoolmaatschappelijk werk (SMW Minters) is een zorgvoorziening binnen Montessorischool Maassluis. Een schoolmaatschappelijk werker, in dienst van Centrum Jeugd en Gezin, is wekelijks op een vast tijdstip op onze school aanwezig. Schoolmaatschappelijk werk richt zich in samenwerking met de school op de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen van de ba sisschool en hun ouders. De schoolmaatschappelijk werker kan hulp bieden door het voeren van gesprekken en/of verwijzing naar andere hulpverlenende instanties. Heeft u hulp nodig voor uw kind(eren) of heeft u een vraag, dan kunt u via de intern begeleider een afspraak met de schoolmaatschappelijk werker. De naam- en contactgegevens van de schoolmaatschappelijk werker vindt u in de jaarkalender.

3.5

Externe organisaties buiten de school

Algemeen Meldpunt Kindermishandeling Het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is een advies - en meldpunt voor vermoedens van fysieke of psychische kindermishandeling of - verwaarlozing. De school kan hier advies opvragen en/of een melding doen. Wanneer er een melding vanuit school plaatsvindt, wordt dit voor af aan de ouders/verzorgers gemeld. Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is dé plek voor vragen over opvoeden, opgroeien, verzorging en gezondheid. Daarnaast biedt het centrum advies, ondersteuning en hulp op maat. Het CJG is er voor ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar. Ook voor vragen tijdens de zwangerschap kunt u bij het CJG terecht. Daarmee heeft het CJG de taken overgenomen van het Consultatiebureau Ouder & Kind en de Jeugdgezondheidszorg van de GGD. In het CJG werken jeugdartsen, verpleegkundigen, gezinscoaches, pedagogen en andere hulpverleners met elkaar samen. Kijk voor de namen van onze schoolverpleegkundige, de schooltandarts en de doktersassistente op de jaarkalender. Al deze hulpverleners zijn te bereiken via het Centrum voor Jeugd en Gezin.



HOOFDSTUK 4

4.1

Leerlingenzorg

Nieuwe leerlingen

Wanneer u uw kind bij ons wilt inschrijven, kunt u telefonisch een afspraak maken of op school langskomen voor een gesprek. Als dit mogelijk is, dan kunt u meteen spreken met iemand van de directie, de administratie of een staflid. Is dit niet mogelijk, dan kunt u altijd een afspraak maken voor een gesprek op een ander moment. Tijdens dit gesprek krijgt u informatie over de school en geven we u een rondleiding door de school zodat u de sfeer kunt proeven en kunt zien hoe wij werken. Ook ontvangt u dan de jaarkalender en de schoolgids zodat u een nog beter idee krijgt van onze school en het onderwijs op school. Heeft u besloten dat u uw kind bij ons wilt inschrijven, dan kun t u samen met een van onze medewerkers het inschrijfformulier invullen, of u krijgt dit mee naar huis om zelf thuis in te vullen. Zes weken voordat uw kind vier jaar wordt, wordt u door de leerkracht gebeld om naar onze school te komen. U kunt dan met de groepsleerkracht wendagen afspreken. Iedere nieuwe leerling mag vijf dagdelen komen wennen. Op deze dagen maakt uw kind kennis met de groepsleerkracht, de medeleerlingen en de school. Ook ontvangt u in deze periode een berichtje van een van onze groepsouders. Hij of zij maakt u graag wegwijs in praktische zaken als het aanvragen van een wachtwoord voor de website, het wie-is-wie-bord op school, enz. Op de dag dat uw kind vier jaar wordt, wordt hij of zij definitief ingeschreven op onze school. Tussen de vier en zes weken na de start op school nodigt de groepsleerkracht u uit voor een voortgangsgesprek. Ook met ouders van kinderen die ouder zijn dan vier jaar bij inschrijving, voeren we eerst een gesprek. Er wordt vooraf bij de vorige school geïnformeerd na ar de reden van de overplaatsing. Afhankelijk van de reden wordt er wel of niet verder onderzocht of wij uw kind kunnen inschrijven. Wanneer er wel tot inschrijving overgegaan wordt, verzoeken we de school van herkomst het onderwijskundige rapport en een b ewijs van uitschrijving naar ons toe te sturen. Kinderen die van een andere school een verwijzing (of procedure) voor het speciaal onderwijs hebben, nemen wij in principe niet aan. Via het samenwerkingsverband Onderwijs dat Past kunt u verkennen wat de mogelijkheden zijn. Voor aanname van kinderen die specifieke zorg nodig hebben, is er een protocol op school.

4.2

Inrichting van de zorg

Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Binnen onze vorm van onderwijs volgen we de indivi duele ontwikkeling van ieder kind. We leggen dit vast in het Montessori Kind Volg Systeem (MKVS). We starten met het volgsysteem zodra het kind bij ons op school begint. Het leerlingvolgsysteem bestaat uit:  informatie van ouders verkregen bij inschrijving;  het onderwijskundig verslag van de vorige school (indien van toepassing);  ouders/verzorgers informatieformulier en evaluatie na zes weken school door de leerkracht;  observaties van leerkrachten van het dagelijks werk van het kind;  signaleringen van leerkrachten van het dagelijks werk van het kind;  registraties van leerkrachten in het digitale MKVS;  toetsgegevens van de methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen (Cito-toetsen, DLEtoetsen). Leerkrachten maken op basis van deze toetsen foutenanalyses en diagnosticeren eventuele problemen;  verslagen van gesprekken tussen leerkrachten en ouders;  verslagen van schoolarts, logopediste, externe deskundigen, enz. Op basis van deze gegevens stemmen leerkrachten hun (individuele of groeps -) onderwijsaanbod af en vermelden dit in de weekplanning of op de signaleringslijsten. Wanneer er een nieuwe leerling instroomt in de



midden- of bovenbouw worden er toetsen afgenomen door de leerkracht, of de IB (intern begeleider) op het gebied van spelling, rekenen en/of lezen. Dit wordt altijd vooraf aan de ouders gemeld en de resultaten worden altijd met de ouders besproken. Ouders hebben de mogelijkheid om de signaleringen in het MKVS en toetsresultaten in te zien tijdens de oudergesprekken. De leerkracht geeft de ouders uitleg en informeert ouders over de leerlingenzorg op Montessorischool Maassluis. Hoe werkt het Montessori Kind Volg Systeem (Mkvs) in de praktijk? Dagelijks observeert de leerkracht het kind en voert de leerkracht gesprekjes met het kind. De leerkracht in de midden- en bovenbouw bekijkt daarnaast het schriftelijk werk van kinderen. Al deze informatie verwerkt de leerkracht (signaleringen) in het Mkvs. Het Mkvs volgt het individuele kind in zijn totale ontwikkeling, dat wil zeggen op de diverse ontwikkelingsfases op ieder gebied. Iedere drie maanden worden de signaleringen (observaties, gesprekken, registraties van beheers - en verwerkingsmomenten) opgenomen in het kindprofiel. De signaleringen vormen de basis van het verslag dat heel de schoolcarrière meegaat met de kinderen en besproken wordt met de ouders. Drie keer per jaar voeren we met de ouders een verslaggesprek. Eenmaal per jaar zonder papieren verslag (herfstgesprek) en tweemaal per jaar aan de hand van een geschreven verslag. Twee keer per jaar voert de intern begeleider gesprekken met de leerkrachten naar aanleiding van de voortgang van de kinderen en de uitslagen van de toetsen. In dit overleg wordt gekeken of het onderwijs voor het kind bijgesteld moet worden en wordt er een individueel- of groepsplan opgesteld. De leerkracht, of eventueel een ondersteuner in de groep, voert dit plan zelf uit.

4.3

De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften

Op Montessorischool Maassluis krijgt ieder kind de zorg die het nodig heeft. Sommige kinderen hebben meer zorg nodig dan anderen. Soms omdat een kind zich sneller ontwikkelt, soms omdat de ontwikkeling vertraagt. De groepsleerkracht stelt in overleg met de ouders, en indien gewenst met de intern begeleider, een werk- of hulpplan op. Wanneer de problematiek niet helder is, zal er soms een extra toets of observatie plaatsvinden. Vervolgens wordt het plan opgesteld. Hierin staat op welke wijze het kind geholpen gaat worden. Zo staat er in het plan aan welke zaken we gaan werken, op wel ke wijze, wanneer en voor hoelang. Dit werk- of hulpplan zal bijna altijd in de groep worden uitgevoerd. Dit is mogelijk op onze school omdat alle kinderen individueel begeleid worden op hun eigen niveau. Aan het eind van de afgesproken periode vindt er een evaluatie plaats. We kijken dan samen met de ouders of het plan het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Wanneer dat het geval is, wordt het plan afgerond. Zo niet, dan wordt het plan gecontinueerd, al dan niet aangepast en bijgesteld. Naast vorderingen op cognitief gebied kijken we ook naar de sociaal-emotionele ontwikkeling en het gedrag van kinderen. We streven ernaar ieder kind ruimte te geven, zodat hij kan zijn wie die is. Kinderen met gedrags- of emotionele problemen worden of binnen de school opgevangen (schoolmaatschappelijk werk) of mogelijk doorverwezen naar andere professionele hulpverleners (Bureau Jeugdzorg). Door goed mogelijk te onderhouden met deze hulpverleners proberen we onze aanpak af te stemmen op de behoeften van het kind. Kinderen met leerlinggebonden financiering (arrangement) In augustus 2003 is de wet op leerlinggebonden financiering aangenomen. Deze wet stelt ouders van kinderen met een handicap of stoornis in staat een school te zoeken die het beste past bij hun kind; dat kan d e school in de buurt of juist een school voor speciaal onderwijs zijn. De school moet natuurlijk wel de zorg en aandacht kunnen bieden die het kind nodig heeft. Montessorischool Maassluis heeft haar mogelijkheden en grenzen aangegeven in een protocol dat wij hanteren bij aanvraag voor plaatsing met een specifieke behoefte. De voorwaarden en procedure zijn opgenomen in het zorgplan van de school, dat ter inzage beschikbaar is. Binnen de school krijgen kinderen met een zintuiglijke en/of lichamelijke of ander e beperking, die vanuit het rijk extra subsidie krijgen, specialistische hulp conform het opgestelde arrangement, in lijn met het schoolprofiel zoals dat is vastgesteld in het kader van Passend Onderwijs.



4.4

Zorgoverleg

Directie – intern begeleider In overleg tussen directie en intern begeleider wordt de zorg binnen school kortgesloten. In dit overleg wordt in samenspraak met de ouders besloten of hulp ingeschakeld kan worden van het samenwerkingsverband Onderwijs dat Past Schiedam-Vlaardingen-Maassluis (zie 4.6), het Centrum voor Jeugd en Gezin of het Schoolmaatschappelijk werk. Schoolmaatschappelijk werk (SMW) / Gezinsspecialist Als blijkt dat een leerling in de thuissituatie ondersteuning nodig heeft op sociaal-emotioneel gebied kan de leerkracht of intern begeleider de ouders hulp aanbieden via SMW Minters. De ouder kan ook zelf via onze intern begeleider hulp zoeken bij SMW. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) De intern begeleider en leerkrachten hebben overleg met medewerkers van het Centrum voor Jeugd en Gezin, zoals de schoolverpleegkundige en de schoolarts. Zorgadviesteam (ZAT) op school Het Zorgadviesteam is een initiatief van de gemeente Maassluis waarbij de school overleg heeft met externe instanties over zorg. Aan het overleg nemen deel: de schoolmaatschappelijk werker (SMW), de begeleider leerlingenzorg (BLZ) van WSNS, de verpleegkundige van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de intern begeleider en de directeur van onze school. Het adviesteam heeft als taak om kinderen die zorg nodig hebben in een vroeg stadium te signaleren en daardoor ook eerder te helpen of door te verwijzen naar ‘het Eén -loket’ (CJG). Wij kunnen kinderen aanmelden om ze vervolgens in een overleg met elkaar te bespreken en gezamenlijk af te stemmen hoe we het kind het beste kunnen helpen. Ouders en verzorgers die vragen of problemen hebben, kunnen altijd een afspraak maken met d e groepsleerkracht. U kunt ook de intern begeleider of de directie benaderen, indien u er met de leerkracht niet uit meent te komen. Wij stellen regelmatig contact met ouders zeer op prijs.

4.5

Rapportage en bescherming persoonsgegevens

De gegevens die door de ouders/verzorgers aan de school verstrekt worden en de resultaten van testen en toetsen van de leerlingen bewaren wij in de dossierkast of slaan we digitaal op in Eduscope of ParnasSys. De gegevens en resultaten worden gebruikt om twee redenen: 1.

2.

Schooladministratieve redenen; de school is verplicht om een leerlingenadministratie te voeren. Deze gegevensverzameling valt onder het vrijstellingsbesluit van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De begeleiding van leerlingen; de door de leerling behaalde resultaten spelen een belangrijke rol bij het begeleiden van de leerlingen. Ook deze administratie is vrij van meldingsplicht door het vrijstellingsbesluit van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

Gegevens zullen nooit zonder de expliciete toestemming van de ouders / verzorgers met derden worden gedeeld, tenzij de wetgever ons daartoe verplicht.

4.6

Passend Onderwijs

Samenwerkingsverband Montessorischool Maassluis maakt deel uit van een samenwerkingsverband Onderwijs dat Past SchiedamVlaardingen-Maassluis. Om de groei van het aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs te beperken, zijn samenwerkingsverbanden opgericht. Aan een samenwerkingsverband nemen ten minste één school voor speciaal basisonderwijs en een aantal bas isscholen deel.



Jaarlijks stelt het samenwerkingsverband een bovenschools zorgplan op, waarin maatregelen uitgewerkt staan om leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen zoveel mogelijk binnen de basisscholen op te vangen. Dit zorgplan is op school aanwezig en in te zien op de website van Onderwijs dat Past. Per 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. In deze wet is vastgelegd dat scholen binnen hun samenwerkingsverband in staat moeten zijn iedere leerling een passende onderwijsplaats te b ieden. Het zorgteam van Onderwijs dat Past Bij het zorgteam kunnen wij terecht voor advies en begeleiding. Het zorgteam kan ons adviseren over hoe wij tegemoet kunnen komen aan de onderwijs - en ondersteuningsbehoeften van een leerling. In overleg met ouders kunnen wij een leerling aanmelden bij het zorgteam. Dit gaat in de vorm van een ‘onderwijskundig rapport’, waarin we omschrijven wat onze hulpvraag is met betrekking tot de leerling. De aanvraag voor hulp wordt met de ouder doorgesproken en, als de ouder akkoord is, door de ouder ondertekend. Ook kan het zorgteam een extern onderzoek adviseren. De kosten van het onderzoek zijn voor rekening van de ouders. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) en Commissie Voor Indicatiestelling (CVI) Wanneer na planmatig uitgevoerde hulp blijkt dat wij als basisschool een leerling niet voldoende kunnen helpen bij zijn cognitieve en/of sociaal-emotionele ontwikkeling, dan kan het zorgteam van Onderwijs dat Past een verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs adviseren. Onder planmatig uitgevoerde hulp verstaan we onder andere: het uitvoeren van adviezen van Onderwijs dat Past (uitgewerkt in handelingsplannen en ontwikkelperspectieven) en hulp van de diensten van Onderwijs dat Past (beschreven in een bovenschools zorgplan). Een beschikking voor het speciaal basisonderwijs vindt plaats via de Permanente Commissie Leerlingenzorg ( PCL). Een indicatie voor het speciaal onderwijs bij een Regionaal Expertise Centrum (REC) wordt met hulp van Onderwijs dat Past aangevraagd bij de Commissie Voor Indicatiestelling (CVI) van het desbetreffende REC. Kinderen met een arrangement Kinderen die een indicatie hebben voor een school voor speciaal onderwijs (REC) en toch bij ons op school zitten, komen in aanmerking voor een arrangement, voorheen ‘rugzak’. Het is geen echte rugzak, maar een afgepaste hoeveelheid geld die de school ontvangt om de extra hulp, met ondersteuning van ambulante begeleiding vanuit het REC, voor deze leerling te realiseren binnen het basisonderwijs. Om een arrangement toegewezen te krijgen, dienen de ouders een aanvraag in. Wanneer wij als basisschool in staat zijn tegemoet te komen aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van deze leerling, dan kan het kind met het arrangement op school blijven.

4.7

Overgang basisonderwijs – voortgezet onderwijs

We onderhouden een goed contact met de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Aan het begin van het schooljaar informeren we de leerlingen van groep 8 en hun ouders over de gang van zaken rondom deze overgang. Uiterlijk in oktober is er een algemene voorlichtingsavond over het voortgezet onderwijs voor de groepen 8:  Groep 7; Voorlopig advies  Voor de herfstvakantie; aanmelding bij VO van leerlingen met LWOO behoefte of andere extra ondersteuning  november; toets CITO B8 voor leerlingen met niveau IV of V, bespreking met betreffende ouders  januari; open dagen bezoeken en voorlopige inschrijving  februari; school geeft definitief advies en stelt een onderwijskundig rapport op (OKR), ouders ontvangen het aanmeldingsformulier met inschrijfcode;  maart; 7 t/m 13 inschrijfweek, aanmelding met code vindt plaats door ouders (uiterlijk 15 april);  april; 19 en 20, alle leerlingen maken de IEP eindtoets;  mei; 15, plaatsing is nu definitief



Gesprekken In iedere groep wordt tijdens het verslaggesprek de ontwikkeling van uw kind met u doorgenomen. Ook in groep 8 is dit het geval. We doen dit aan de hand van de gegevens in het leerlingvolgsysteem. Ouders van leerlingen die in aanmerking komen voor Leer Weg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) of Praktijk Onderwijs (PRO), worden in september of oktober uitgenodigd voor een gesprek. Met deze leerlingen volgen we een apart traject, waarbij er hulp aangevraagd wordt om de leerling op de reguliere school voor voortgezet onderwijs te ondersteunen. Mocht u vragen hebben over de overgang naar een nieuwe school, dan kunt u altijd terecht bij de leerkracht van groep 8. Huiswerk In het voortgezet onderwijs krijgen de kinderen vrijwel dagelijks huiswerk op. Om ze daar alvast op voor te bereiden, geven we de leerlingen van groep 8 halverwege het schooljaar wekelijks huiswerk mee, zodat ze leren hoe je huiswerk het beste kunt plannen en kunt verdelen over de week. Ook leren kinderen op deze manier hoe je met een agenda om kunt gaan. Daarnaast krijgen de kinderen de opdracht om thuis aan hun werkstuk en/of boekbespreking te werken. We vinden het belangrijk dat het opgegeven huiswerk niet boven het niveau van het kind uitstijgt. Het gaat namelijk om het oefenen van leerstof die eerder behandeld is en niet om het maken van leerstof waar je moeite mee hebt. We vinden ook de hoeveelheid huiswerk niet belangrijk, maar wel dat het huiswerk op een vast moment in de week wordt gegeven. Deze regelmaat en de inzet die dit van het kind vraagt, dragen bij aan het ‘leren leren thuis’. Het is prettig als ouders hun kind de gelegenheid bieden huiswerk te maken, door bijvoorbeeld te zorgen voor een rustige werkplek. Daarnaast is het goed als ouders hun kinderen thuis begeleiden bij het maken van het huiswerk. Wanneer een kind moeite heeft met bepaalde leerstof dan roept de leerkracht, in het kader van zorgverbreding, de hulp in van de intern begeleider. Soms wordt er dan samen met de groepsleerkracht een handelingsplan opgesteld. Hierin kan afgesproken worden met de ouders dat extra werk thuis nodig is.

4.8

Resultaten van het onderwijs

Gewicht Ondergrens Landelijk gem. Bovengrens Schoolscore

VWO – Gymnasium VWO – Atheneum HAVO / VWO HAVO TL / HAVO VMBO – GL / TL VMBO – KL VMBO – BBL Praktijk onderwijs VSO Totaal LWOO


2014 – 2015 535,2 537,2 539,2 533.2 2015 1 3 4 2

% 19% 29%

6

2013 – 2014 6% 534.3 536.3 538.3 535.5 2014 4 3 4

21 4

29% 50%

1 48%

4 1

%

2012 – 2013 4% 534.6 536.6 538.6 525.4

2013 3 2 1 2

21%

% 20% 20%

53%

2

6

14

1 15

4% 100%

2

100%

6

7% 100%

2012 2 2 4 3 2 1 1 1 16 1

2011 – 2012 4% 534.6 536.6 538.6 526.4 % 13% 56%

25%

2011 3 2 4 7

2010 – 2011 2% 533.8 535.2 536.6 535.0 % 24% 52%

2 2 1

24%

21

100%

2010 3 5 1

% 17% 33%

6 50% 3

6% 100%

18

100%

2


HOOFDSTUK 5

5.1

OUDERS

Ouderbetrokkenheid

Ons werk op school kan alleen maar goede resultaten opleveren als het contact tussen thuis en school goed is. Samen met de ouders zorgen wij voor de ontwikkeling van de kinderen. Montessorischool Maassluis is zich bewust van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ouders en de school voor het opgroeien van uw kind(eren). Wij willen u als ouders dan ook zoveel mogelijk betrekken bij het reilen en zeilen op school. Wij hopen het gehele schooljaar samen te werken met een groep actieve ouders die willen meedenken over allerlei zaken op school (zie voor voorbeelden van deze activiteiten: 5.3). Door mee te d oen aan activiteiten op school komt u als ouder op een prettige manier in aanraking met de werkwijze van de school en maakt u ook op een andere manier kennis met leerkrachten, leerlingen en ouders. Om ervoor te zorgen dat het voor u duidelijk is wat u als ouder kunt doen en om alles goed te laten lopen, hebben we richtlijnen gemaakt voor de ondersteunende werkzaamheden van ouders in de school. De ouderactiviteiten vallen altijd onder verantwoordelijkheid van een leerkracht of van de directie.

5.2

Inspraak

Voor onze school zijn de Medezeggenschapsraad (MR) en de Steunvereniging (SV) van groot belang. Bij de inschrijving van uw kind wordt u automatisch lid van de Steunvereniging. De MR heeft altijd open vergaderingen waar elke ouder welkom is. Ouders hebben via deze twee platformen een mogelijkheid om inspraak te hebben op het beleid van de school en op hoe zaken op school geregeld zijn. Medezeggenschapsraad (MR) / GMR Het is wettelijk geregeld dat er op elke school een MR is. Een MR geeft ouders de mogeli jkheid om in het formele besluitvormingsproces van de school te participeren, ook ten aanzien van het formeel overleg met het bestuur van Stichting Monton. Voor een aantal in de wet beschreven onderwerpen heeft de MR instemmingsrecht, voor andere zaken heeft zij adviesrecht. De MR bestaat uit ouders (de oudergeleding) en leerkrachten (personeelsgeleding). De oudergeleding wordt gekozen door ouders. Hiervoor kunnen verkiezingen worden georganiseerd. Ouders in de MR hebben op grond van de wet een zittingstermijn van maximaal drie jaar. Daarna kunnen zij zich, als ze dat willen, nog één keer opnieuw verkiesbaar stellen. Er wordt een keer in de twee maanden vergaderd. De directeur van de school kan worden uitgenodigd, of verzoeken aanwezig te mogen zijn. De directeur heeft in de MR de rol als adviseur. Steunvereniging (SV) – Vrijwillige Ouderbijdrage Ouders, voogden en verzorgers van onze leerlingen zijn verenigd in de Steunvereniging Montessorischool Maassluis. De Steunvereniging int de vrijwillige ouderbijdrage en verleent daarmee (materiële) steun aan onze school voor zaken die niet met het geld dat wij ontvangen van de overheid kunnen worden gerealiseerd. De ouderbijdrage is vrijwillig van aard en daarvan worden diverse activiteiten voor de kinderen waarvoor de bijdrage wel is betaald, door de Steunvereniging financieel ondersteund. Voorbeelden hier van zijn: De musical, de schoolreis, excursies en het sinterklaas- en kerstfeest. Daarnaast worden er soms ook andere zaken vanuit de ouderbijdrage bekostigd die een meerwaarde hebben voor het montessorionderwijs. Indien u besluit de vrijwillige bijdrage niet te betalen, dan behoudt de school zich het recht voor om de betreffende kinderen uit te sluiten van de daaruit gefinancierde activiteiten. De overblijfbijdrage staat los van de ouderbijdrage en wordt geheel besteed aan de tussenschoolse opvang. Het bestuur van de Steunvereniging De Steunvereniging heeft een dagelijks bestuur (voorzitter, penningmeester en secretaris). Het dagelijks bestuur regelt de formele zaken. Zo is het bestuur formeel verantwoordelijk en aansprakelijk voor de zaken die opgezet en bekostigd zijn met behulp van de ouderbijdrage. Daarnaast is het bestuur verantwoordelijk voor de financiën van de Steunvereniging. Uitgangspunt is steeds de begroting die wordt vastgesteld en goedgekeurd in de jaarlijks te houden algemene ledenvergadering (ALV). In diezelfde algemene ledenvergadering wordt door het bestuur (financiële) verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid aan de hand van een jaarverslag. In



de algemene ledenvergadering wordt ook de hoogte van de ouderbijdrage en overblijfbijdr age vastgesteld. Het bestuur van de Steunvereniging onderhoudt verder op regelmatige basis contacten met de directeur en de Medezeggenschapsraad en vergadert zelf ongeveer eens per maand, waarvan een keer in de twee maanden met de directeur van de school. 5.3

Ouderhulp

Naast de MR (Medezeggenschapsraad) en de SV (Steunvereniging) zijn er allerlei andere mogelijkheden om als ouder bij de gang van zaken in en rond de school betrokken te worden. Groepsouders De groepsouders vormen vanaf dit schooljaar de s chakel tussen de leerkracht en de ouders van de betreffende groep. De groepsouder mobiliseert, organiseert en coördineert in overleg met de leerkracht hulp bij uiteenlopende activiteiten (lees en / of rekenhulpouders, feesten, bijzondere gelegenheden etc.) en helpt nieuwe ouders bekend worden met de andere ouders en de school. Om deze rol goed te kunnen vervullen, ontvangen de groepsouders de namen en contactgegevens van de ouders uit de betreffende groep. De groepsouders overleggen regelmatig met de betreffende leerkracht en komen een aantal keren per schooljaar bij elkaar met de directie om de voortgang te bespreken. Aan het begin van het schooljaar kunt u uw interesse bij de leerkracht bekend maken. Deze zal daarin bij meerdere geïnteresseerden een keuze maken en met de gekozen groepsouder zo snel mogelijk de jaarkalender doornemen. Overblijfkracht Op school is er de mogelijkheid dat kinderen tussen de middag overblijven (tussenschoolse opvang: TSO). Dit kan niet zonder de hulp van ouders. U kunt zich opgeven om samen met de kinderen te eten en te spelen tijdens de pauze. U ontvangt hiervoor u een vrijwilligersvergoeding. Zie voor meer informatie hoofdstuk 2.6. Hulpouders Behalve voor het organiseren van activiteiten zijn er ook veel hulpouders nodig om deze activiteiten op de dag zelf te begeleiden. Denk hierbij aan: de sportdag; Sinterklaas, Kerstmis, het Lentefeest, het schoolreisje, excursies, enz. Bij veel van deze activiteiten zijn ouders onmisbaar. Daarnaast kunnen wij vaak hulp gebruiken bij het maken van materialen en leermiddelen. Ook gaan ouders mee op schoolkamp, helpen ze bij het verkeersexamen en assisteren ze als leeshulp. De groepsouders of de werkgroepen zullen u regelmatig hiervoor benaderen. Mediatheek Iedere ochtend is de mediatheek van 8.30 tot 10.00 uur open voor kinderen. Hier kunnen kinderen informatieboeken lenen, aan hun werkstuk of presentatie werken en/of proefjes doen met de techniek- en KOO-materialen. De ouder van de mediatheek begeleidt de kinderen en helpt ze boekjes uitzoeken. Diverse materialen en leermiddelen zijn hier beschikbaar voor onderzoek en experiment.

Klusgroep Deze groep bestaat voornamelijk uit vaders, maar ook moeders zijn natuurlijk welkom. De klusgroep komt ongeveer een keer per maand ’s avonds op school om kleine klusjes te doen. Hierbij kunt u denken aan het maken van kapotte materialen, licht, hang- en timmerwerk en verfwerk. Mocht u interesse hebben voor een van de bovenstaande werkgroepen of ons op een andere manier willen helpen, dan kunt u zich via de directie opgeven. Via de nieuwsbrief, mondeling door een medewerker of via de groepsouder kan om hulp van uiteenlopende aard verzocht worden. Hopelijk bent u ook een keer i n de gelegenheid om te helpen? 5.4 Informatievoorziening



De school doet haar uiterste best u op uiteenlopende manieren op de hoogte te houden. Dat is voor ons vanzelfsprekend. Wij rekenen erop dat u de door de school verstrekte informatie ook tijdig tot zich neemt. Naast de informatie in deze schoolgids staat er actuele informatie over onze school en de schoolactiviteiten in onze nieuwsbrief. We sturen deze nieuwsbrief tweewekelijks naar uw e-mailadres. Zorgt u er s.v.p. voor dat wij over het juiste e-mailadres beschikken en dat telefoonnummers actueel zijn. Elk jaar organiseren we een aantal activiteiten waarbij we verwachten dat alle ouders daarbij aanwezig zijn:  De informatieochtend op de eerste ochtend van het nieuwe schooljaar. U komt dan met uw kind mee de klas in en de leerkracht vertelt u wat u van ons mag en wat wij van u mogen verwachten dit schooljaar.  De ouders van de leerlingen uit groep 8 horen op een aparte ouderavond in de herfst over de procedure rondom begeleiding, keuze en overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Ook vertellen we u op deze avond over de Eindtoets en de adviesgesprekken.  De ouders van leerlingen van groep 1 tot en met groep 7 worden driemaal per jaar uitgenodigd voor een verslaggesprek. Op deze momenten bespreken we de voortgang van uw kind zonder papieren verslag daarbij, tweemaal wordt de voortgang besproken en worden de verslagen van tevoren meegegeven.  De ouders van de leerlingen uit groep 8 hebben, naast het herfstgesprek, eenmaal een voortgangsgesprek over het verslag en eenmaal een gesprek, waarbij de ouders advies krijgen over een mogelijke vorm van voortgezet onderwijs voor hun zoon of dochter. Dit is een gesprek met de leerkracht, soms samen met de intern begeleider en/of een directielid. Nadat de uitslag van de Eindtoets binnen is, wordt u uitgenodigd om deze uitslag op school te bespreken  Een aantal maal per jaar organiseren wij inloopmomenten. U kunt dan een half uurtje in de groep samen met uw kind aan het werk. Op de inloopmomenten zijn de kinderen en de meesters en juffen aanwezig.  Een- of tweemaal per jaar organiseren we een ouderavond rond een bepaald thema. Samen met ouders bespreken we bijvoorbeeld een vakgebied (ontwikkelingen en werk op school) en/of andere zaken die ons gezamenlijk bezighouden.

5.6

Klachtenregeling

Wanneer u een klacht heeft over de school, kunt u via de klachtenregeling uw klacht indienen. De procedure is als volgt: Als zich een probleem voordoet, neemt u dan direct contact op met de desbetreffende persoon. Leidt dit gesprek niet tot een oplossing, dan kunt u bij de directie uw klacht indienen. Als u ook in dit gesprek niet tot een oplossing komt, dan kunt u met behulp van de 'regeling klachtenbehandeling' nagaan welke stappen u kunt ondernemen om alsnog een oplossing te vinden. De klachtenregeling kunt u bij de directie verkrijgen. Voor klachten over seksueel misbruik, intimidati e, ernstig fysiek of geestelijk geweld kunt u ook contact opnemen met de vertrouwenspersonen van Stichting Monton, ons schoolbestuur. U kunt deze vertrouwenspersonen benaderen via hun tussenpersonen bij ons op school. Op de jaarkalender staan de namen van deze tussenpersonen. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met de vertrouwensinspectie. De vertrouwenspersoon:  gaat na of door bemiddeling een oplossing voor een probleem bereikt kan worden;  gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen va n een klacht bij het bevoegd gezag of bij de Stichting Monton;  verwijst de klager, indien noodzakelijk, naar gespecialiseerde instanties;  begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure.



HOOFDSTUK 6

Protocollen, regels en richtlijnen

Protocollen, regels en richtlijnen zijn op Montessorischool Maassluis middelen om de complexiteit van de school in werkbare banen te leiden als gezond verstand en wijsheid het onverhoopt laten afweten en om te voorkomen dat het spreekwoordelijke wiel telkens opnieuw dreigt te worden uitgevonden. De belangrijkste vermelden we in dit hoofdstuk.

6.1

Gedragsprotocol

Alle medewerkers van Montessorischool Maassluis vinden het van groot belang dat leerkrachten, leerlingen en ouders zich houden aan eenduidige, vooraf in goed overleg vastgestelde spelregels. Daarvoor is het gedragsprotocol vastgesteld. In dit gedragsprotocol wordt beschreven hoe wij met elkaar omgaan om de school een veilige en werkbare omgeving voor alle betrokkenen te kunnen laten zijn. Om ervoor te zorgen dat alles op school zo goed mogelijk verloopt en dat de gang van zaken voor iedereen duidelijk is, volgt hier een aantal schoolregels. Leerlingen brengen en halen ’s Morgens om 8.20 uur gaat de deur van de school open. Vanaf dat moment kunt u samen met uw kind de school binnenkomen en meelopen naar de groep. De leerkrachten staan tot 8.30 uur bij de deur om kinderen te begroeten en alvast op weg te helpen. Hun tijd daar is bedoeld voor de kinderen. Wel kunt u als ouder op dat moment een afspraak maken met de leerkracht of een korte mededeling doen. Om 8.30 uur starten de lessen en wordt u verzocht naar buiten te gaan. Het kan erg storend zijn voor de andere leerlingen als een kind te laat binnenkomt. Zorg er daarom voor dat uw kind voor 8.30 uur in de klas aanwezig is. Na schooltijd worden de kinderen van groep 1 tot en met 5 door de leerkracht naar buiten gebracht en overgedragen. De leerkracht blijft op het plein tot alle kinderen opgehaald zijn. De werktijd voor de leerkracht zit er dan nog niet op. Haal daarom om de kinderen op tijd op, zodat de leerkracht verder kan met de andere werkzaamheden. Fietsen, telefoons, e.d. Fietsen kunnen aan de zijkant van de school worden gestald. Bij diefstal of beschadiging van de fietsen, mobiele telefoons, enz. kan de school niet aansprakelijk worden gesteld. Telefoons van leerlingen mogen tijdens schooltijd niet aan staan en telefoons van volwassenen staan op stil. Wij verzoeken u dringend telefoons, mp3 spelers, enz. zoveel mogelijk thuis te laten. Wanneer kinderen toch hun telefoon, of ander apparaat, meenemen, wordt deze ’s ochtends bij de leerkracht ingeleverd. De leerkracht bewaart de telefoon tot het einde van de middag. Ook in dat geval geschiedt dat voor eigen risico. De school kan niet aansprakeli jk worden gesteld bij beschadiging of vermissing. Beeld- en/of videomateriaal op school gemaakt, mag alleen met toestemming van de directie naar buiten worden gebracht. Kinderen mogen in principe géén speelgoed mee naar school nemen. Gym- en zwemkleding Tijdens gymlessen dragen de leerlingen sportkleding en sportschoenen en tijdens de zwemlessen passende badkleding. Het is niet toegestaan te sporten met sieraden, horloges of andere accessoires om. Deze dienen te worden thuisgelaten, of op eigen risico in bewaring te worden gegeven bij de leerkracht. De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele beschadiging, vermissing of diefstal.

6.2

Regels voor schorsing en verwijdering

Problemen met leerlingen en/of ouders zullen gelukkig vrijwel nooit tot schorsing of verwijdering leiden. Problemen zijn er om opgelost te worden en in vrijwel alle gevallen gebeurt dit door met elkaar te praten. Mochten er onverhoopt toch zeer grote probl emen zijn, zoals ernstig wangedrag van een leerling dat zorgt voor verstoring van orde, rust en veiligheid op school, dan kan de directie in samenspraak met het bestuur overgaan tot schorsing of verwijdering. Hiervoor zijn door Stichting Monton procedures opgesteld die op school ter inzage liggen.



6.3

Kledingprotocol

Op school is een wettelijk verplicht kledingprotocol aanwezig voor ouders, leerkrachten en leerlingen. Voor kleding gelden de volgende regels:  

6.4

Kleding mag niet aanstootgevend zijn of een dis criminerend karakter hebben; Kleding mag niet zo verhullend zijn dat dit identificatie en communicatie in de weg staat.

Preventief luizenbeleid

De hoofdluis is een hardnekkig en vervelend beestje dat graag op schone hoofden komt. Wij hebben een preventief luizenbeleid op school. Ieder kind krijgt een eigen luizencape of –tas. Het gebruik hiervan is verplicht om eventuele besmetting op de kapstok voor te zijn. Iedere eerste woensdag na een vakantie worden alle kinderen gecontroleerd door ouders (vrijwilligers). Bij aanwezigheid van luizen of neten lichten we de ouders van het betreffende kind in. De ouders halen het kind op om het thuis een behandeling te geven tegen luizen. Daarna mag het kind direct weer naar school. Alle ouders die de luizencontrole uitvoeren, hebben voorafgaand aan de controles een instructie gehad.

6.5

Aansprakelijkheidsverzekering

De school heeft een aansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering omvat personen- en/of zaakschade, welke door verzekerden aan derden wordt toegebracht. Onder verzekerden wordt verstaan: bestuurders, personeel, stagiaires, vrijwilligers, invalleerkrachten, bestuur van de steunvereniging, leden van de medezeggenschapsraad en hulpverleners voor zover zij werkzaamheden verrichten voor en in de school. Dit betekent dat uw kind verzekerd is tijdens zijn of haar verblijf op school. Maar let op; hierbij wordt er wel vanuit gegaan dat u zelf een ziektekosten- en een WA-verzekering heeft afgesloten voor uw kind. Indien leerlingen schade veroorzaken of letsel oplopen tijdens hun verblijf op school dan zal er eerst een beroep gedaan worden op eigen verzekeringen van de ouders. Kosten die niet verhaald kunnen worden op uw eigen verzekering, wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een eigen risico of onvoldoende dekking, zijn gedekt door de aansprakelijkheidsverzekering van school, mits de betreffende leerkracht nalatig is geweest. Tevens is er een schoolongevallenverzekering afgesloten voor leerlingen en personeel. De verzekering is van kracht tijdens de schooluren en gedurende de reis en het verblijf van evenementen in schoolverband. Voor de duidelijkheid, de school is tijdens de dagelijkse gang van huis naar school en omgekeerd niet aansprakelijk. Mocht er onverhoopt toch iets gebeuren, dan valt dat mogelijk nog wel onder de dekking van de ongevallenverzekering.



HOOFDSTUK 7

7.1

VAKANTIEVERLOF EN ZIEKTEVERZUIM

Vakantieregelingen en lestijdenregelingen

De overheid heeft vastgesteld dat de kinderen in acht jaar basisschool 7520 uur les moeten hebben aangeboden gekregen. In de jaarkalender vindt u de verantwoording van het aantal lesuren. Lesuitval door ziekte van leerkrachten Ziekte is nooit te plannen. Zodra we een ziekmelding van een leerkracht hebben doorgekregen, gaan we op zoek naar een invaller. Zo spoedig mogelijk staat er dan een andere leerkracht voor de groep. Deze wordt door de directie of een collega-leerkracht ingewerkt voor de periode dat dit noodzakelijk is. Het vinden van passende vervanging in combinatie van wettelijke verplichtingen ten aanzien van de vervanger sinds de invoering van de wet Werk en Zekerheid maken het scholen schier onmogelijk hier verantwoord invulling aan te geven. Daarom zal de school de volgende stappen volgen in geval van ziekte van een leerkracht:   



7.3

Bij een korte ziekteperiode verdelen we de kinderen, via een verdeelrooster, over andere groepen. De kinderen komen dan altijd in dezelfde groep; Studenten komen in aanmerking om voor de groep te staan als zij in de directe omgeving een mentor hebben of een groepsleerkracht die, als het nodig is, de groep kan overnemen; Naar huis sturen is een uiterste consequentie die vrijwel nooit voorkomt. Ouders worden hiervan van tevoren op de hoogte gesteld via een brief of een telefonische mededeling. Het schoolbes tuur en de Onderwijsinspectie zullen op de hoogte worden gesteld; Bij langdurige afwezigheid van een leerkracht melden wij ouders schriftelijk welke maatregelen we nemen om het onderwijsproces zo goed mogelijk doorgang te laten vinden.

Verzuim / buitengewoon verlof

Indien uw zoon of dochter ziek is, of om andere redenen de school niet kan bezoeken, verzoeken wij u ons hiervan vóór 08.30 uur op de hoogte te stellen. Dit kunt u telefonisch doen, via een briefje dat bij de groepsleraar wordt afgegeven of via het sturen van een e-mail. Wanneer u de melding telefonisch doet, vermeld dan op de eventuele voicemail duidelijk de naam en de groepsleerkracht van uw kind. Wanneer wij geen afmelding gehad hebben, zullen wij u ’s ochtends bellen om te vragen waar uw kind is. Onderwijs is van groot belang voor de toekomst van uw kind. Onderwijs vergroot de kansen in de samenleving van morgen. Het is daarom heel belangrijk dat uw kind alle lessen op school volgt. Gemiste lessen kunnen later gemiste kansen zijn. De Nederlandse overheid vindt dat ook en heeft in de Leerplichtwet vastgelegd dat ieder kind naar school moet gaan. Een kind mag dus nooit zomaar van school wegblijven. Ieder schooljaar komt een aantal ouders op school om extra verlof te vragen in verband met een vakantie. De school houdt zich strikt aan de regels van de Leerplichtwet. Vakantieverlof wordt in beginsel altijd afgewezen. Dit mag conform de Leerplichtwet nooit een grond voor verlof zijn, tenzij het werk van de ouders het onmogelijk maakt vakantie op te nemen tijdens de vastgestelde vakantieperiodes. Let wel: De extra dagen waarvoor u vrij vraagt, mogen niet aan het begin van het schooljaar vallen of aansluiten op een vastgestelde vakantie. Om extra verlof aan te vragen, dient u uiterlijk vier weken van tevoren een verlofformulier in te vullen. U kunt dit formulier op school bij de directie ophalen. Tevens dient u een werkgeversverklaring te overleggen, indien u meent van de reguliere vakantieperiode af te kunnen wijken. Regels in Maassluis:  

Als een kind rondom een willekeurige vakantie verzuimt, zal dit direct gemeld worden bij de afdeling Leerplicht van de gemeente Maassluis. Als een kind ziek gemeld wordt aansluitend of voorafgaand aan een van de schoolvakanties, zal dit gecontroleerd worden. Mocht niet duidelijk zijn of een kind daadwerkelijk ziek is, of er is niemand thuis aanwezig, dan zal er ook melding gedaan worden bij de afdeling Leerplicht.





Mogelijk wordt er proces-verbaal tegen u opgemaakt door de leerplichtambtenaar. De boete op het moment van schrijven per dag is 75 Euro per kind.

De school verstrekt geen verlof voor:       

goedkopere vakanties buiten het seizoen; door anderen betaalde vakanties; het ophalen van familie; situaties waarbij kinderen al jaren niet op vakantie zijn geweest; situaties waarbij al een ticket is gekocht of een reservering is gedaan; meereizen met anderen; situaties waarbij een andere zoon of dochter al vrij is.

Meer informatie over de verlofregelingen kunt u vinden op de website van de gemeente Maassluis. Voor verlof bij religieuze feesten dient de ouder/verzorger zich vooraf bij de directie te melden. Uitzondering op de leerplicht Alle leerlingen vanaf vijf jaar zijn leerplichtig. Om het mogelijk te maken vermoeide kinderen thuis te houden, is een uitzonderingsmaatregel opgesteld. Dit houdt in dat u vijf uur per week uw kind zonder toestemming mag thuishouden. U moet dit wel aan de groepsleerkracht melden. Deze periodes van vijf uur mogen niet opgespaard worden voor een extra vakantie. Nadat de leeftijd van zes jaar bereikt is, geldt deze uitzonderingsregel niet meer.



Belangrijke contactgegevens Montessorischool Maassluis BRIN nummer Adres Telefoon E-mail Website Twitter Bestuur Stichting Monton Adres Telefoon E-mail Website Medezeggenschapsraad (MR) Voorzitter MR Lid oudergeleding Leden personeelsgeleding

E-mail

: 23 EF : Seringenstraat 110 : 3142 NX Maassluis : 010 – 59 174 10 : [email protected] : www.montessorischoolmaassluis.nl : @MsmInfo

: Amsterdamseweg 41A : 3812 RP Amersfoort : 033 – 30 302 69 : [email protected] : www.monton.nl

: dhr. Marc van Putten (ouderlid, ook lid GMR) : mevr. Deborah Boerlage : mevr. Denise Knol (secretaris) : mevr. Cindy Sevriens : mevr. Eugenie Loos (alleen GMR lid) : [email protected]

Steunvereniging Montessorischool Maassluis (SV) Voorzitter : dhr. Niels Verburg Secretaris : mevr. Sabine van Vuuren Penningmeester : dhr. Jeroen Knol E-mail : [email protected] Team

Groep

Naam medewerker

e-mailadres

aanwezig op ma di

wo do

vr

OB A

mevr. Elseline Hordijk

[email protected]

V

V

V

V

V

OB B

mevr. Cindy Sevriens

[email protected]

V

V

V

-

-

mevr. Kim Newton

[email protected]

-

-

-

V

V

mevr. Femke Bruins

[email protected]

V

-

V

V

V

mevr. Cornelie Vrij

[email protected]

-

V

-

-

-

mevr. Monika Niehot

[email protected]

V

V

V

V

V

mevr. Eugenie Loos

[email protected]

-

-

V

V

V

mevr. Jelka Priem

[email protected]

V

V

-

-

-

mevr. Marieke van Baalen

[email protected]

V

V

-

-

-

mevr. Denise Knol

[email protected]

-

-

V

V

V

mevr. Kim Newton

[email protected]

V

-

-

-

-

Techniek mevr. Kim Newton

[email protected]

-

V

-

-

-

Zorg

mevr. Annemieke van Hoorn

[email protected]

-

V

V

-

-

Directie

dhr. Sander Fisser

[email protected]

V

V

V

V

-

MB A MB B BB A BB B Overige LO



Samenwerkingsverband Onderwijs dat Past Adres : Piersonstraat 31 : 3119 RG Schiedam Telefoon : 033 – 30 302 69 E-mail : [email protected] Website : www.onderwijsdatpast.info Inspectie van het Onderwijs Adres Telefoon Website

: Park Voorn 4 : 3544 AC Utrecht : 088 – 66 960 00 / 088- 66 960 60 : www.onderwijsinspectie.nl

Vertrouwensinspecteur Telefoon

: 0900 – 11 131 11 (lokaal tarief)

Centrum Jeugd en Gezin Adres 1 Adres 2 Telefoon E-mail website

: Vincent van Goghlaan 6 : 3141 KS Maassluis : Dr. Jan Schoutenlaan 110 : 3145 SZ Maassluis : 010 – 59 311 11 : [email protected] : www.cjgmaassluis.nl

Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond Adres : Delftseplein 29 : 3013 AA ROTTERDAM Telefoon : 010 – 23 300 00 E-mail : [email protected] Website : www.jbrr.nl Regionaal Bureau Leerplicht Telefoon E-mailadres

: 010 – 59 315 55 : [email protected]

Schoolmaatschappelijk Werk Minters Adres : Galgkade 3 : 3133 KN Vlaardingen Telefoon : 010 - 43 510 22 Fax : 010 – 43 536 27 E-mail : [email protected] Website : www.minters.nl Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs Adres : Postbus 82324 : 2508 EH Den Haag : 070 – 38 616 97 E-mail : [email protected] Nederlandse Montessori Vereniging Adres : Bezuidenhoutseweg 251 – 253 : 2594 AM 's-Gravenhage Telefoon : 070 – 33 152 82 E-mail : [email protected] Website : www.montessori.nl, www.kiezenvoormontessori.nl



Schoolgids Door het kind naar een nieuwe wereld. Schoolgids Montessorischool Maassluis

Recommend Documents