Schoolgids 2013 – 2014
De Taaltuin Nederlandse Taal- en Cultuurschool voor basis- en voortgezet onderwijs
Yogyakarta Indonesië
Inhoudsopgave blz. Een woord vooraf
4
Hoofdstuk 1 De school 1.1 De naam van de school 1.2 Leerkrachten en coördinator 1.3 De samenstelling van het bestuur 1.4 De schoolgrootte
5 5 5 6 6
Hoofdstuk 2 Waar de Taaltuin voor staat 2.1 Missie 2.2 Visie 2.3 Het klimaat van de school
7 7 7 8
Hoofdstuk 3 De organisatie van ons onderwijs 3.1 Taalrichtingen Primair Onderwijs 3.2 Doelen voortgezet onderwijs 3.3 Groepsindeling 3.4 Activiteiten voor de leerlingen 3.5 Voorzieningen op de leslocatie
9 9 10 11 11 14
Hoofdstuk 4 De zorg voor kinderen 4.1 Aannamebeleid 4.2 De opvang van nieuwe leerlingen 4.3 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen 4.4 De zorg voor leerlingen 4.5 Overgang naar Nederlands onderwijs
15 15 15 15 16 17
Hoofdstuk 5 De leerkrachten 5.1 Wijze van vervanging 5.2 Scholing van de leerkrachten
18 18 18
Hoofdstuk 6 De ouders 6.1 Het belang van de betrokkenheid van de ouders 6.2 Informatievoorziening aan de ouders 6.3 Klachtenprocedure 6.4 Inschrijfgeld en lesgeld
19 19 19 20 20
Hoofdstuk 7 Kwaliteitszorg 7.1 Individueel leerlingniveau 7.2 Schoolniveau 7.3 Omgevingsniveau
21 21 22 22
2
Hoofdstuk 8 De resultaten van het onderwijs 8.1 Uitstroom en aansluiting 8.2 Toetsresultaten 8.3 Verbeterplan 2013-2014
23 23 23 25
Hoofdstuk 9 Schooltijden en vakantierooster 9.1 Schooltijden 9.2 Schoolverzuim 9.3 Ophalen leerlingen na afloop van de les 9.4 Vakantierooster Schoolkalender
28 28 29 29 29 30
Hoofdstuk 10 Namen en adressen 10.1 De school 10.2 Externe Instanties
31 31 31
Exploreren van materiaal
3
Een woord vooraf Geachte ouder(s) / verzorger(s), Deze schoolgids is bedoeld om u als ouder te informeren over onze school en u te laten zien wat de Taaltuin voor uw kind kan betekenen. Voor het schooljaar 2013-2014 presenteren wij u een schoolgids die volledig is opgesteld volgens de richtlijnen van de Nederlandse Onderwijsinspectie. Wij hopen dat deze schoolgids een rol kan vervullen in de dialoog tussen school en ouders. Met deze schoolgids willen wij u inzicht geven in: - hoe onze school vorm geeft aan het taalonderwijs - hoe onze school de zorg voor kinderen in de praktijk uitwerkt - wat ouders en school van elkaar mogen verwachten Daar waar geen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs geldt de inhoud van de schoolgids voor beide vormen van onderwijs. Wij wensen u en uw kinderen een prettig en leerzaam schooljaar toe.
Namens het bestuur, Klarenda Nanninga (voorzitter) coördinator en leerkracht, Sabine Spijker leerkracht, Tamara van der Heijde
Voorleesmoment met de middenbouw
4
Hoofdstuk 1 - De school 1.1
De naam van de school
De naam van de school is ‘De Taaltuin’. Deze naam is ontstaan nadat op een dag de kinderen zich meer vermaakten in de tuin, met het vangen van een kikker, dan dat ze bezig waren met hun taalactiviteiten. Op dat moment realiseerde oprichtster en leerkracht Nicole zich dat de taal- en cultuurlessen net zo aantrekkelijk moeten zijn als de aangrenzende tuin bij de school, omdat anders het onderwijs niet zou aansluiten bij de behoeften van de leerlingen.
De Taaltuin
Juf Sabine en Juf Tamara 1.2
Leerkrachten en coördinator
De leerkrachten van de Taaltuin zijn Tamara van der Heijde en Sabine Spijker. Zij zijn beiden verantwoordelijk voor het basisonderwijs en Tamara neemt verder het voortgezet onderwijs voor haar rekening en verzorgt eveneens deels de peuterlessen. Op maandag-, dinsdag- en vrijdagochtend geeft Juf Anouk de peuters les. Sabine Spijker is de coördinator van de school. Zij heeft de dagelijkse leiding en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het bestuursbeleid.
5
1.3
Samenstelling van het bestuur
De Taaltuin is ondergebracht in een stichting, te weten Stichting De Taaltuin Yogyakarta. Deze stichting wordt geleid door een Nederlands bestuur. De stichting controleert de werkzaamheden van de schoolleiding en leerkrachten. In het bestuur hebben vijf ouders zitting genomen. Het bestuur stelt zijn eigen leden aan. Elk jaar brengt het bestuur verslag uit over de afgelopen periode tijdens de algemene oudervergadering. Er wordt door beide leerkrachten op organisatorisch en onderwijsinhoudelijk gebied nauw samengewerkt met het bestuur dat zich verantwoordt naar de ouders toe.
Leden van het bestuur: Voorzitter: Penningmeester: Secretaris: Vice-voorzitter: Algemeen bestuurslid:
1.4
Klarenda Nanninga Koen Vercaemer Franny Dethmers Frank van Paassen Gittan Gustafsson
Schoolgrootte
Voor dit schooljaar zijn er 27 leerlingen aangemeld in de leeftijd van 4 t/m 16 jaar. In het basisonderwijs zijn momenteel zes groepen, namelijk de kleuters (groep 1 en 2), groep 3, 4, 5, 6 en 8. In het voortgezet onderwijs hebben we een brugklas en een derde klas. In beide klassen zitten drie leerlingen. Daarnaast is er de Taalspeelgroep met 6 peuters in de leeftijd van 2 en 3 jaar.
De leerlingen van groep 5 aan het werk
6
Hoofdstuk 2 - Waar de Taaltuin voor staat 2.1
Missie
De Taaltuin heeft zich ten doel gesteld de Nederlandse taal aan te bieden aan Nederlandse en Vlaamse kinderen woonachtig in Yogyakarta en omstreken. Wij hebben als richtlijn 160 lesuren per jaar, ofwel 4 uur per week. Het schooljaar bestaat uit 40 lesweken. De Taaltuin streeft ernaar om de aansluiting met het Nederlands onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen. Hiervoor gebruiken wij taalmethodieken en de daarbij behorende toetsen. Ook maken wij gebruik van CITO toetsen. Op deze manier worden de leerlingen voortdurend gevolgd in hun leerproces en worden hun resultaten vergeleken met die van kinderen in Nederland. Ook bieden wij lessen aan die aansluiten bij de leeftijd en het niveau van de leerling, zoals dat ook in Nederland gebeurt. Daarnaast richten wij ons op de kerndoelen en de hierbij behorende deelvaardigheden van de Nederlandse taal, zoals deze zijn vastgesteld door de onderwijsinspectie. Voor de leerlingen van het voortgezet onderwijs streven wij naar het behalen van een van de profielen van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal. Naast de Nederlandse taal, maken ook de Nederlandse en Vlaamse cultuur onderdeel uit van het onderwijsaanbod. Hieraan gekoppeld willen we de kinderen inzicht geven in en respect bijbrengen voor de Nederlandse en Vlaamse cultuur. Uitgangspunten Bij het benaderen van de leerlingen zijn wij gericht op: - zelfstandigheid, onderlinge hulpvaardigheid en geloof in eigen kunnen; - het geven van individuele aandacht en zorg op eigen niveau; - respect en waardering voor ieders geloofsovertuiging en cultuur; - het stimuleren van een actieve en kritische leerhouding. Prioriteiten Gezien de uiteenlopende taalniveaus van de leerlingen wordt hoge prioriteit gegeven aan het ontwikkelen van individuele taalprogramma’s, dat wil zeggen ‘onderwijs op maat’.
2.2
Visie
Waar willen wij als Taaltuin naartoe: een structuur handhaven waarbij kinderen goed leren zelfstandig te werken met introductie van kieskasten; onderwijs op maat: het onderwijsaanbod is verdeeld in R1, R2 en R3, de groepsindeling wordt afgestemd op de taalsituatie en de leeftijd van de leerlingen; de opbouw van de lessen, waarbij voor instructie gebruik gemaakt wordt van het volgende model van directe instructie:
7
2.3
o inleiding o instructie o oefening o (zelfstandige) verwerking o evaluatie; het werken met een systeem voor kwaliteitszorg gebaseerd op jaarlijkse evaluatie aan de hand van diverse instrumenten (waaronder zelfevaluatie en ouderenquête) en verbeterplannen; opbrengstgericht werken aan de hand van de geanalyseerde toetsresultaten van alle klassen. gebruikmaking van een digitaal systeem voor het volgen van leerling resultaten op korte en lange termijn; het systematisch werken met handelings- en groepsplannen; nieuwe geldstromen zoeken die het voortbestaan van De Taaltuin in de huidige vorm kunnen garanderen.
Het klimaat van de school
Een goed pedagogisch en didactisch klimaat is van groot belang om een volwaardig mens te worden. Wij streven daarom naar een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat.
Spel bij de kleuters
8
Hoofdstuk 3- De organisatie van ons onderwijs 3.1
Taalrichtingen Primair Onderwijs
Bij Nederlands onderwijs aangeboden in het buitenland spreekt men van Richting 1, Richting 2 en Richting 3. Dit onderscheid is door NOB ten behoeve van de scholen ingevuld. NTC-onderwijs kenmerkt zich door uiteenlopende leeftijdsgroepen en taalniveaus. Op basis van het taalniveau van de leerlingen (en daarmee de doelstellingen van het onderwijs) wordt in het primair Nederlands onderwijs in het buitenland onderscheid gemaakt in Richtingen. Het niveau van de leerling bepaalt de Richting van de leerling. Dit niveau wordt in eerste instantie bepaald door de kwantiteit en kwaliteit van het taalaanbod buiten de school, en de (mogelijkheden van) taalproductie van het kind terug aan de ouder/opvoeder/leerkracht. Dit heeft alles te maken met een aantal kenmerken van de leerling of situaties waarmee de leerling te maken heeft. Bij de groepsindeling maken wij onderscheid in leeftijd, taalsituatie, taalrichting en het taalniveau. De taalsituatie geeft de achtergrond van de leerling aan. De taalrichting geeft het doel aan waar naar toe wordt toegewerkt. De taalsituatie is van invloed op het taalniveau en daarmee de taalrichting van de leerling. Er worden 3 taalrichtingen onderscheiden bij leerlingen die primair NTC-onderwijs volgen: NTC-richting 1 (PO): Deze richting is gericht op directe aansluiting bij onderwijs in Nederland. Richting 1 leerlingen volgen de tussen- en kerndoelen op hetzelfde niveau als leerlingen van dezelfde leeftijd in Nederland. Over het algemeen spreken deze leerlingen thuis overwegend Nederlands (in ieder geval met de Nederlandstalige ouder) en daarnaast misschien nog andere talen. De woordenschat zal daarom variëren en het schriftelijk taalgebruik zal beïnvloed zijn door het onderwijs in de taal op de dagschool. NTC-richting 2 (PO): is gericht op het zo goed mogelijk op peil houden van de Nederlandse taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Het onderwijs is dus niet primair gericht op directe aansluiting op het Nederlands onderwijs, maar richt zich op die lesstof die nodig is voor een goede basis in het Nederlands waardoor een eventuele overstap eenvoudiger zal verlopen. De leerlingen volgen de tussen- en kerndoelen met een achterstand van maximaal 2 jaar op leeftijdgenoten in Nederland. Deze kinderen zullen thuis Nederlands spreken, maar een andere taal zal vaker aangeboden worden. NTC-richting 3 (PO): is gericht op het aanleren van Nederlands als vreemde taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Het leerstofaanbod is gericht op de gewenste taalontwikkeling voor deze leerlingen gezien hun startniveau. Het betreft kinderen die nog vrijwel geen Nederlands spreken en dit als nieuwe taal moeten aanleren. In de praktijk zal dit neerkomen op uitbreiding van de woordenschat en spreekvaardigheid. De achterstand op leeftijdgenoten in Nederland is meer dan 2 jaar.
9
De Taaltuin heeft leerlingen in alle drie de taalrichtingen. Het onderwijs is zo ingericht dat Richting 1, 2 en 3 samen zijn ondergebracht in leeftijds- en niveaugroepen. Het kan zijn dat een leerling op de Taaltuin een of twee leerjaren lager is ingedeeld dan dat op de dagschool het geval is. In dat geval benoemen we deze leerlingen als R2 leerlingen. Zij worden ook getoetst op het niveau waarop zij les krijgen en zij maken geen toetsen die enkel op hun leeftijd zijn gebaseerd. Op die manier kunnen zij resultaten behalen die bij hun niveau passen. Leerlingen die meer dan drie jaar achterstand hebben, noemen wij R3 leerlingen. Ook zij worden beoordeeld op hun niveau en niet met gebruik van toetsen passend bij hun leeftijd. Het hele onderwijs voor hen is ingedeeld op hun specifieke niveau. Zo zijn de resultaten representatief. . 3.2
Doelen voortgezet onderwijs
In het voortgezet onderwijs wordt niet zozeer onderscheid gemaakt in taalrichtingen als wel in doelen. Er zijn drie verschillende doelen te onderscheiden: Doel 1 (VO): Aansluiten bij voortgezet onderwijs in Nederland; gericht op terugkeer in het Nederlands onderwijs. Toewerken naar kerndoelen van de onderbouw (jaar 1, 2 en 3) en exameneisen VMBO, HAVO of VWO van de Nederlandse taal en cultuur. Het programma kan afgesloten worden met een Staatsexamen Nederlands VMBO, HAVO of VWO. Doel 2 (VO): Behalen van internationaal diploma, zoals IB (language A of B ) en IGCSE of AICE. Gericht op doorstroom naar internationaal vervolgonderwijs of hbo of universitair onderwijs in Nederland. Doel 3 (VO): Bijhouden van het Nederlands: bereiken van zo hoog mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid. Kerndoelen worden op afstand gevolgd. Deze kinderen zullen thuis Nederlands spreken, maar een andere taal zal dominant zijn. Nadruk in NTC-voortgezet onderwijs op mondelinge taalvaardigheid; schriftelijke taalvaardigheid, minder accent. Daarbij geven het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs en Profiel Academische Taalvaardigheid toelating op enkele universiteiten en hogescholen. Het Staatsexamen NT2 wordt door Nederlandse onderwijsinstellingen algemeen erkend. Voor het voortgezet onderwijs op De Taaltuin is ervoor gekozen om het onderwijs in te richten op Doel 3, aangezien dat het beste lijkt aan te sluiten bij het niveau en de samenstelling van de leerlingen alsmede de doelstelling waar naartoe wordt gewerkt. Echter ligt op de Taaltuin een groot accent op de schriftelijke taalvaardigheid in het voortgezet onderwijs.
10
3.3
Groepsindeling
Om zo goed mogelijk onderwijs op maat te kunnen geven zijn de leerlingen op de Taaltuin ingedeeld in leeftijdgroepen. Aangezien de meeste groepen dermate klein zijn wordt er aan diverse groepen gelijktijdig lesgegeven in zogenaamde combinatieklassen. Voor dit jaar is de groepsindeling als volgt: Taalspeelgroep (peuters) Elea, Samoedra, Spyker, Rachella, Manon en Xylon. Onderbouw R1 en R2 (kleuters) Alicia, Hope, Yonah, Aurora en Dayton (groep 1 en 2) Middenbouw R1 en R2 (Groep 3- 5) Paco, Lieve, Ronggo (groep 3) Kimi, Demian, Bjorn en Ife (groep 4) Yolanda, Jessica en Cylia (groep 5) Bovenbouw R1, R2 en R3 (Groep 6 en 8) Indi, Lotte en Mats (groep 6) Mik, Sam, Nimue (groep 8) Voortgezet onderwijs Job, Carmela, Ronin (klas 1) Sonja, Yona, Alek (klas 3)
3.4
Activiteiten van de leerlingen
Taalspeelgroep De taalspeelgroep is gericht op peuters vanaf twee tot en met vier jaar. Tijdens de lessen wordt mondelinge taalvaardigheid en begrip van het Nederlands gestimuleerd. In de kring worden prentenboeken voorgelezen en worden liedjes en versjes gezongen. De opbouw van de lessencycli is thematisch. Aan de hand van wisselende thema’s worden nieuwe woorden en begrippen aangeboden en geoefend. In deze groep leren de kinderen spelenderwijs, ze leren samenspelen en wennen aan de dagstructuur.
Onderbouw groep 1 & 2 - R1& R2 In deze groep zal in eerste instantie het accent liggen op mondeling taalgebruik en woordenschatuitbreiding, het aanleren van begrippen en begrijpend luisteren. Het doel is om op speelse wijze de leerlingen vaardiger laten worden in de Nederlandse taal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van creatieve activiteiten als muziek en dans. Met behulp van de materialen uit de kast en knutselwerkjes wordt de grove en fijne motoriek gestimuleerd. Doordat dit een heterogene groep is, is er veel interactie tussen de jongere en oudere kinderen van de groep.
11
Voor de kleuters en de peuters zal er ruimschoots de gelegenheid zijn om de taalvaardigheid te ontwikkelen door het werken in de taalhoeken. We hebben een permanente computerhoek, luisterhoek, leeshoek en een themahoek.
Middenbouw groep 3 – R1 In deze groep wordt gebruik gemaakt van de leesmethode Veilig Leren Lezen. Met deze methode kunnen de leerlingen al snel nieuwe woorden lezen met de letters die ze hebben geleerd. Verder is er veel aandacht voor het automatiseren van de letters en klanken en het stimuleren van vloeiend lezen. Aan de hand van de oefeningen in de klas ontdekken de leerlingen langzaam maar zeker het systeem van het schrift: woorden bestaan uit losse letters en met die losse letters kun je oneindig veel nieuwe woorden maken. 'Vis' bestaat uit de letters v - i - s. Van 'vis' kun je heel gemakkelijk 'is' maken. En met de 'm' van 'maan' krijg je het woordje 'mis'. Het lijkt zo simpel, maar voor kinderen is dit een heel belangrijke ontdekking. De methode is zo opgebouwd dat er ruimte is om te differentiëren tussen de verschillende niveaus. Middenbouw groep 4 – R2 De leerlingen van de huidige groep 4 zijn momenteel nog bezig met de stof van het tweede deel van groep 3. Het tempo in de groep ligt lager zodat de letters goed ingeoefend kunnen worden en er wordt veel ruimte vrijgemaakt voor woordenschat. De leerlingen in deze klas hebben veel baat bij uitbreiding van hun woordenschat omdat deze nog niet op niveau is. In de groep wordt voornamelijk adaptief gewerkt. Dat wil zeggen dat ieder kind op zijn eigen niveau en tempo benaderd wordt. Zo kan ieder kind een ontwikkeling doormaken die het beste bij hem/haar past
Middenbouw groep 5 – R1 en R2 Op de Taaltuin wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Taal Actief’. Deze methode is gericht op de groepen 4 t/m 8. Binnen de methode wordt een aantal onderdelen uitgesplitst, zoals taal, spelling en woordenschat. De onderdelen zijn thematisch met elkaar verbonden. De leerkracht begeleidt de leerlingen stapsgewijs in het leren plannen, uitvoeren en evalueren van het eigen leerproces. In groep 5 wordt ook gestart met het geven van een presentatie zoals een spreekbeurt of boekbespreking.
12
Bovenbouw groep 6 – R1 en R3 In groep 6 blijven de leerlingen werken met de methode‘Taal Actief’. Binnen de methode wordt een aantal onderdelen uitgesplitst, zoals taal, spelling en woordenschat. Deze verschillende onderdelen zijn thematisch met elkaar verbonden en worden dan ook in clusters aangeboden. De begeleiding van de leerkracht is veelal gericht op het bevorderen van de zelfstandigheid van de leerlingen in hun eigen leerproces en daarnaast werken de leerlingen samen in groepsopdrachten. Ook wordt het geven van presentaties voortgezet. Bovenbouw groep 8 – R1 en R2 Ook in groep 8 blijven de leerlingen werken met de methode ‘Taal Actief’. Binnen de methode wordt een aantal onderdelen uitgesplitst, zoals taal, spelling en woordenschat. De onderdelen zijn thematisch met elkaar verbonden. De leerkracht begeleidt de leerlingen stapsgewijs in het leren plannen, uitvoeren en evalueren van het eigen leerproces. Net als in groep 7 wordt er veel tijd besteed aan werkwoordspelling. Ook wordt het geven van presentaties voortgezet. Naast Taalactief oefenen de leerlingen van groep 4 t/m VO begrijpend lezen door middel van actuele artikelen van de methode Nieuwsbegrip.
Voortgezet onderwijs klas 1 en 3 In het voortgezet onderwijs wordt de methode ‘Op nieuw niveau’ (klas 1) en ‘Op niveau’ (klas 3) gebruikt. In deze methodes worden per blok elf onderdelen aangeboden die ieder blok terugkomen, zoals begrijpend lezen, woordenschatverrijking, grammatica en lees- en schrijfvaardigheid. Ook ligt er in de methode een groot accent op communicatief en mondeling taalonderwijs. Klas 1 volgt nu de methode op VMBO niveau en klas 3 is gestart op Havo 3 niveau. Omdat dit een grote stap is van de VMBO methode die vorig jaar gebruikt werd, worden de leerlingen stap voor stap onder begeleiding van juf Tamara door de methode geleid. In het voortgezet onderwijs wordt veel gebruik gemaakt van de computer. Om stelopdrachten te maken, als informatiebron, maar ook om taaloefeningen te doen. Evenals in de bovenbouw moeten de leerlingen spreekbeurten en boekbesprekingen houden en tevens zullen ze dit jaar een aantal lees- en kijkverslagen maken.
13
Nederlandse/Vlaamse Cultuur Elk kwartaal wordt er een zogenaamde cultuurdag georganiseerd waaraan alle leerlingen van de Taaltuin deelnemen. Op deze cultuurdag staat een thema omtrent de Nederlandse/Vlaamse cultuur centraal. Deze cultuurdagen zullen plaatsvinden op een zaterdag, in de jaarplanning staan de data vermeld. We verwachten dat we deze dagen in samenwerking met ouders kunnen organiseren. Dit jaar zullen in ieder geval Koningsdag en Sinterklaas gevierd worden. Cultuur komt eveneens in de reguliere lessen aan bod, onder meer door het gebruik van een speciaal door het NOB ontworpen methode, te weten “Nederland in Zicht” en door de begrijpend leesmethode Nieuwsbegrip. Verder wordt er aandacht besteed aan familiecontacten en aan kinderen die zich voorbereiden op, of net terugkomen van een bezoek aan Nederland of België.
Een van de lesruimtes 3.5
Voorzieningen op de leslocatie
Het gebouw bestaat uit drie groepslokalen, een kantoortje, een bibliotheek, een keuken, een tuin met speelruimte en een zijterras. Op de school zijn drie computers aanwezig waar de leerlingen gebruik van kunnen maken. Op het zijterras van de school kunnen de ouders/verzorgers wachten tijdens de les. De groepslokalen zijn zo ingericht dat alle groepen er op eigen wijze gebruik van kunnen maken.
De grootste lesruimte
De bibliotheek
14
Hoofdstuk 4 - De zorg voor de kinderen 4.1
Aannamebeleid
Het onderwijs is bedoeld voor kinderen met een Nederlandse of Vlaamse achtergrond, maar in de praktijk betekent dat niet dat we ook alle kinderen kunnen aannemen. Richting 1 en 2 leerlingen zullen in principe vrijwel altijd aangenomen kunnen worden, aangezien zij de taal voldoende zullen spreken en de doelen wat betreft de Nederlandse taal van ouders en school op elkaar zullen zijn afgestemd. Richting 3 leerlingen zullen worden getest op hun niveau van de Nederlandse taal. Er zal sprake moeten zijn van een zekere taalbeheersing willen zij worden aangenomen en er zal een sterke motivatie moeten zijn bij zowel ouders als leerling. Tevens zal het kind qua leeftijd en niveau moeten passen in een van de bestaande groepen. Van de ouders zal daarnaast worden verwacht dat zij het onderwijs zullen ondersteunen door in de thuissituatie voldoende Nederlands aan te bieden en te helpen met thuisopdrachten.
4.2
De opvang van nieuwe leerlingen
Nieuwe leerlingen en hun ouders worden, na een telefonische afspraak, ontvangen door de leerkracht en/of de coördinator. Na een kennismakingsgesprek volgt de gelegenheid om rond te kijken. De formele inschrijving gaat middels een inschrijvingsformulier en tevens wordt er een intakegesprek gehouden. In dit gesprek worden de doelen van de ouders en de leerkracht op elkaar afgestemd. Mochten de ouders in het bezit zijn van een leerlingdossier van de vorige school, dan wordt dit verstrekt aan de schoolleiding. Mocht dit niet het geval zijn, dan verzamelt de leerkracht gegevens op basis van observaties en toetsen. Daarna wordt vastgesteld in welke taalgroep het kind geplaatst zal worden. Instroom kleuters Op de dag dat een kind vier jaar wordt, mag het kind in principe van de Taalspeelgroep naar de kleutergroep. Het precieze tijdstip van overgang wordt door de leerkracht vastgesteld aan de hand van observaties. In de periode daarvoor mag het kind met de kleuters meedraaien om te wennen.
4.3
Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen
De ontwikkeling van de leerlingen wordt onder andere bijgehouden aan de hand van toetsen. De leerlingen worden getoetst op het niveau waarop ze zijn ingedeeld, dus op de leerstof die is aangeboden. Dat zal bij Richting 2 en 3 leerlingen daarom een ander niveau zijn dan waarop ze op grond van hun leeftijd normaal gesproken zouden worden ingedeeld. Voor het volgen van de leerlingen wordt gebruik gemaakt van de volgende toetsen: - Via methodegebonden toetsen en leerkrachtobservaties worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden. - Onafhankelijk van de methodes hanteren we taalonderdelen van het CITOleerlingvolgsysteem waarin leerlingen op hun ontwikkelingsniveau (op het gebied van taal) ingeschaald worden. - Het lezen wordt getoetst middels AVI- en DMT-toetsen.
15
De leerlingmap Van iedere leerling wordt een leerlingmap bijgehouden. Daarin worden gegevens verzameld van leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, handelingsplannen, observaties en toetsen. Digitaal Leerlingvolgsysteem De leerlinggegevens worden vastgelegd in een speciaal computerprogramma, het zogenaamde digitaal leerlingvolgsysteem. De gegevens per leerling zullen daarmee overzichtelijker worden. Verslaggeving door de leerkracht De leerlingen krijgen tweemaal per jaar een rapport met daarin hun vorderingen op school. De ouders worden uitgenodigd door de leerkracht om dit verslag te bespreken in een tienminutengesprek. Naast de tweejaarlijkse gesprekken vinden er vanaf dit schooljaar ook al in oktober gesprekken plaats. Deze gesprekken zijn niet verplicht, maar als de ouders en/of leerkracht(en) graag al eerder over de vorderingen van de leerling willen praten, kan dat op dat moment. Indien hiertoe aanleiding is, kunnen ouders of leerkracht altijd het initiatief nemen tot een tussentijds gesprek.
4.4
De zorg voor leerlingen
Het onderwijs op de Taaltuin heeft als doel Nederlandse taal- en cultuurles te geven. Kinderen kunnen in de groepen instromen als hun mondelinge taalvaardigheid op basisschoolniveau is, met uitzondering van groep 1 en 2. Deze uitzondering wordt bij de kleuters gemaakt omdat zij in de kleutergroep nog ruimte hebben om tot een voldoende Nederlands niveau te komen. Een voorwaarde is wel dat het niveau aan het einde van groep 2 naar behoren is om te kunnen starten in groep 3. Tijdens het kennismakingsgesprek worden de ouders verzocht eventuele speciale zorg op leer- of sociaal-emotioneel gebied van de leerling te delen met leerkracht. Op de Taaltuin werken we met groeps- en handelingsplannen. In deze groepsplannen wordt de ontwikkeling van leerlingen (vaak op een bepaald vakgebied) gepland en regelmatig geëvalueerd. Handelingsplannen worden per leerling gemaakt en zijn bedoeld om een individueel doel te halen. Dit kan op het gebied van gedrag of leerstof zijn. Mocht blijken dat het geplande doel van het handelingsplan niet haalbaar is voor de leerling, dan zal de leerkracht in overleg met de ouders en schoolleiding bespreken wat verder de opties zijn. Wanneer een leerling specifieke behoeften blijkt te hebben, proberen wij daar als school zoveel als mogelijk in te voorzien. Echter, de zorg die we deze kinderen kunnen bieden is niet hetzelfde als dat dat in Nederland zou zijn of op de dagschool is. De middelen en ondersteuning die de leerkrachten ter beschikking staan, zijn veel minder toereikend dan in het Nederlandse onderwijs.
16
Voorzieningen en plaatsing De groepen op onze school zijn dermate klein dat de leerlingen voldoende individuele aandacht krijgen. Dit maakt het voor de leerkracht in principe mogelijk om in geval van leer- of gedragsproblemen bij een leerling speciale aandacht te geven binnen de groep. Mocht echter de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang komen, dan wordt er gekeken naar andere opties om het leerproces soepeler te laten verlopen.
4.5
Overgang naar Nederlands onderwijs
Mocht er sprake zijn van overgang naar Nederlands onderwijs dan zullen de ouders en de leerling waar nodig bij de schoolkeuze voorgelicht worden door de leerkracht, eventueel in samenwerking met het NOB. De beoordeling van de leerkracht en van de CITO-toetsen worden hierbij vertaald naar de Nederlandse situatie. Bij de overdracht ontvangen de ouders het leerlingdossier. Het dossier omvat: - het onderwijskundig rapport - het schoolrapport - bewijs van uitschrijving
17
Hoofdstuk 5 - De leerkrachten 5.1
Wijze van vervanging
Er kunnen redenen zijn dat de leerkracht niet aanwezig is, zoals ziekte of familieomstandigheden. De leerkracht en coördinator zullen dit, in overleg met het bestuur, waar mogelijk, onderling opvangen zodat we de continuïteit van het onderwijs kunnen garanderen. In geval van overmacht zullen wij de ouders per e-mail of per telefoon trachten te bereiken. Daarom is het gewenst dat u bij wijziging zowel uw e-mailadres als uw telefoonnummers (thuis, mobiel, werk) aan ons doorgeeft.
Juf Sabine aan het lesgeven in groep 6/8 5.2
Scholing van de leerkrachten
De beide leerkrachten die verbonden zijn aan de Taaltuin zijn in het bezit van een Nederlandse onderwijsbevoegdheid voor het basisonderwijs. Voor de leerkrachten is het van belang dat zij de ontwikkelingen binnen het Nederlands onderwijs volgen en hun deskundigheid vergroten. De Stichting NOB zorgt ieder jaar voor bijscholingscursussen. Elk jaar wordt de mogelijkheid bekeken of de leerkracht mee kan doen aan de cursus.
Juf Tamara geeft instructie aan groep 4
18
Hoofdstuk 6 - De ouders 6.1
Het belang van de betrokkenheid van de ouders
Van ouders en de leerkracht wordt verwacht dat zij handelen in het belang van het kind. Wij proberen een goede samenwerking te creëren door de school toegankelijk te maken voor de ouders. Ouders krijgen zoveel mogelijk informatie. Indien de informatie toch niet duidelijk blijkt, is mondelinge of schriftelijke toelichting mogelijk. In het kader van het NTC-onderwijs is het bovendien noodzakelijk dat de ouders en de leerkrachten dezelfde doelen stellen ten aanzien van het te bereiken niveau van de Nederlandse taalbeheersing. De doelen die we stellen zijn mede afhankelijk van de mate waarin thuis Nederlands wordt gesproken. Het is tevens van groot belang dat de ouders de motivatie van het kind om Nederlands te leren stimuleren. Onder meer door zo vaak mogelijk Nederlands met het kind te praten, (voor)lezen van boeken, computerspelletjes doen, dvd’s bekijken en dergelijke.
6.2
Informatievoorziening aan de ouders
Ouders kunnen voor of na de les altijd binnenlopen en bij de leerkracht terecht voor algemene vragen. In geval van meer specifieke vragen of in geval van problemen wordt het op prijs gesteld als de ouders eerst een afspraak met de leerkracht maken. Na het eerste en het tweede rapport worden de ouders uitgenodigd voor een voortgangsgesprek waarbij de leerkracht toelichting geeft op het rapport. Mochten er tussentijds leer- of gedragsproblemen aan het licht komen, dan zal de leerkracht contact opnemen met de ouders. Eenmaal per jaar vindt er een inhoudelijke ouderavond plaats. Op deze avond krijgen de ouders o.a. informatie over de onderwijsvisie, gebruik van leermiddelen, huiswerk en werkwijze in de verschillende groepen. Ouderhulp tijdens cultuurdag carnaval
19
6.3
Klachtenprocedure
Uitgangspunt van de klachtenprocedure is dat klachten, problemen of vragen over het onderwijs in eerste instantie rechtstreeks worden aangekaart bij de leerkracht of de leiding van de school. Een ouder met bijvoorbeeld een klacht over het lesgeven, gaat daarmee naar de school. Als de leerkracht/schoolleiding en de ouder het probleem niet samen kunnen oplossen, wordt het bestuur ingeschakeld. Voor financiële zaken kunnen de ouders direct bij de penningmeester terecht. Er is een bepaalde getrapte aanspreekbaarheid c.q. bemiddeling bij klachten van ouders over (het lesgeven van) een onderwijsgevende. Deze ziet er als volgt uit: Niveau 1: De ouders nemen de klacht rechtstreeks op met de onderwijsgevende. Niveau 2: Vinden de ouders en/of onderwijsgevende geen bevredigende oplossing voor het probleem dan wordt de schoolleiding ingeschakeld. Deze kan overigens ook al op het eerste niveau ingeschakeld worden, maar dan slechts op verzoek van één van beide of beide partijen. Niveau 3: Indien ook na overleg met de schoolleiding de kwestie niet bevredigend kan worden opgelost, dan wordt de zaak voorgelegd aan het schoolbestuur. Deze zal in voortdurend overleg met het schoolleiding de kwestie herzien en deze hopelijk tot een oplossing kunnen brengen. Als de ouder het probleem niet met de leerkracht en evenmin met het bestuur kan oplossen, bestaat er een mogelijkheid om een beroep te doen op bemiddeling bij een vertrouwenspersoon. Deze functie is ingevuld door Eelco Watzema. Hij is te bereiken op telefoonnummer: 081 325889882
6.4
Inschrijfgeld en lesgeld
Inschrijfgeld: Wanneer een kind wordt aangemeld vragen wij Rp. 100.000,- inschrijfgeld. Lesgeld De bedragen voor dit schooljaar zijn als volgt vastgesteld: Lesgeld: Taalspeelgroep 3x per week, Primair Onderwijs & Voortgezet onderwijs Taalspeelgroep 5x per week
Rp. 5.500.000 Rp. 9.150.000
Betaling kan in een keer voor het gehele schooljaar of per semester. Het lesgeld dient te worden overgemaakt op de rekening van de penningmeester: t.n.v. Koen Vercaemer Permata Bank Cabang Katamso, Yogyakarta o.v.v. Lesgeld Rekeningnummer: 6910737986
Groepswerk in de bovenbouw
20
Hoofdstuk 7 - Kwaliteitszorg Het kwaliteitsbeleid van de school valt uiteen in vijf stappen, te weten: 1. bepalen van de kwaliteit aan de hand van diverse evaluatie-instrumenten 2. formuleren van prioriteiten en doelen 3. ontwikkelen van een aanpak 4. uitvoeren en evalueren 5. borgen van de kwaliteit De kwaliteitszorg is verdeeld in drie niveaus, het individueel leerlingniveau, het schoolniveau en het niveau van de omgeving van de school. 7.1 Individueel leerlingniveau Per leerling worden er jaarlijks twee rapporten samengesteld waarin de vorderingen worden besproken. De resultaten worden in een gesprek toegelicht en tegelijkertijd hebben ouders ook de gelegenheid om vragen te stellen. De rapporten worden voornamelijk samengesteld aan de hand van toetsgegevens. Dit zijn de Cito-toetsen en de methodegebonden toetsen. Ook wordt er gebruik gemaakt van observatieformulieren die worden ingevuld door de leerkracht.
Toetsrooster schooljaar 2013-2014 Leerstofgebied
Toets
Groep
NTC richting Wanneer?
Taal
Taal voor kleuters CITO
1 en 2
R1, R2
januari en mei
Taal
Kleuter observatielijst
1 en 2
R1, R2
januari en mei
Grafemen toets
3
R1
na kern 3 (oktober)
Fonemen dictee
3
R1
Cito spelling
3 t/m 6 8
R1, R2,R3 R1, R2
Cito spelling werkwoorden
8
R1, R2
februari (na cito spelling; alleen bij D en E leerlingen) januari en juni Eind oktober en eind januari Eind oktober en eind januari
Woordenschat
3 t/m 6
R1, R2, R3
januari en juni
AVI leestoetsen
3 t/m 8 (tot niveau AVI 9 uit is)
R1, R2, R3
DMT
3 t/m 8
R1, R2, R3
Groep 3-4-5-6-8: - januari - mei (groep 8 niet) Groep 3-4-5-6-8: - januari - mei (groep 8 niet)
Spelling
Woordenschat
Technisch lezen
21
Begrijpend lezen
Toetsen begrijpend lezen
3 t/m 8
R1, R2, R3
Groep 3: juni Groep 4: januari (E3) en juni (M4) Groep 5, 6 en 8: januari Groep 8: oktober
Er kunnen nog aanpassingen worden aangebracht in het rooster. Wij zullen u hiervan op de hoogte brengen. We willen de ouders dringend verzoeken om ervoor te zorgen dat de leerlingen tijdens deze toetsperiodes bij de lessen aanwezig zijn.
7.2
Schoolniveau
Uitgangspunt voor de leerkrachten van de Taaltuin is om zich op te stellen als lerende leerkrachten, wat inhoudt dat zij op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen op het gebied van taalonderwijs door nieuwe literatuur te bestuderen. De leerkracht stelt zich open voor collega’s om te consulteren en voor advies en kritiek van buitenaf. De Taaltuin streeft ernaar om voor de leerkrachten de mogelijkheid te scheppen de bijscholingscursus van het NOB bij te wonen. Ter verbetering van de kwaliteit van de school wordt jaarlijks een zelfevaluatie uitgevoerd door het bestuur, de coördinator en leerkrachten aan de hand van een zelfevaluatieinstrument van de stichting NOB. Daarnaast wordt voor het beoordelen van de kwaliteit gebruik gemaakt van de ouderenquête, leerlinggesprekken en/of –vragenlijsten, verslagen van de stichting NOB en de onderwijsinspectie. De bevindingen van de diverse evaluatie-instrumenten worden verwerkt in een verbeterplan en daarmee geïntegreerd in de organisatie van de school.
7.3
Omgevingsniveau
De Taaltuin onderhoudt contacten met de twee andere NTC-locaties in Indonesië. Uitgangspunt is dat er jaarlijks een ontmoeting plaatsvindt tussen de leerkrachten van NTC Bali en NTC Jakarta. Ook is er op regelmatige basis contact met stichting NOB. Zij bieden ondersteuning op diverse gebieden binnen het onderwijs en de schoolorganisatie.
De peuters luisteren naar een verhaal tijdens het hapje eten
22
Hoofdstuk 8 - De resultaten van het onderwijs
Voor de school en voor de ouders is het niet alleen belangrijk te weten wat het doel is van het onderwijs en hoe we dat willen bereiken, maar ook of de beoogde resultaten daadwerkelijk bereikt worden. Met de resultaten van de toetsen willen we als school de kwaliteit van het onderwijs in de gaten houden. Niet alle resultaten in het onderwijs zijn meetbaar of kunnen in cijfers uitgedrukt worden. Toch kunnen cijfers een ondersteuning geven in de beoordeling van de situatie. Daarom heeft de school, daar waar mogelijk, de nodige cijfers en resultaten verzameld om u te kunnen informeren over: - uitstroom en aansluiting - toetsresultaten - verbeterplan 2013-2014
8.1 Uitstroom en aansluiting Het leerlingaantal van de Taaltuin is ten opzichte van het vorige schooljaar gedaald van 34 naar 33. Er zijn vier leerlingen afgemeld, maar we hebben drie nieuwe peuters erbij gekregen. In de verwachting ligt dat het leerlingaantal stabiel zal blijven dit schooljaar. Waarschijnlijk komen er halverwege dit jaar ook twee leerlingen tijdelijk les volgen.
8.2 Toetsresultaten Zoals eerder in paragraaf 4.3. is aangegeven wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd door middel van het afnemen van toetsen. Sinds twee jaar werken we met nieuwe CITO toetsen. De CITO toetsen waar we mee werkten waren nogal verouderd en met het gebruik van de nieuwe toetsen voldoen we beter aan de eisen die de inspectie aan het leerlingvolgsysteem stelt. Omdat bij de nieuwere versies van de toetsen het niveau hoger ligt is er bij de meeste groepen een daling in de resultaten te zien. De CITO toetsen van het afgelopen jaar gaven de volgende resultaten in de diverse groepen te zien: Kleuters De leerlingen van 4, 5 en 6 jaar oud hebben de CITO toets ‘Taal voor kleuters’ gedaan. Bij de leerlingen van groep 1 en 2 viel een matige score te zien. In periode 1 is gemiddeld D gescoord en in periode 2 E. Een verklaring hiervoor kan zijn dat deze jonge leerlingen nog niet gewend zijn toetsen te maken en dat het taalgebruik van de toets niet bij de leerlingen aansluit. Een andere verklaring kan zijn dat het actieve gebruik van de Nederlandse taal pas laat op gang is gekomen waardoor er een achterstand gecreëerd wordt. De woordenschat is nog niet rijk genoeg ten opzichte van leerlingen in Nederland. Om de woordenschat op peil te brengen blijven we thematisch werken, veel herhalen in de lessen, ‘hameren’ op de woordenschat, woordenschat stapsgewijs uitbreiden en voorlezen.
23
Groep 3 De toetsen die in groep 3 worden afgenomen richten zich voornamelijk op lezen en spelling. De eerste periode is er zeer laag gescoord op de toetsen. In de tweede periode is het leesniveau tot een gemiddeld niveau opgetrokken. Spelling en woordenschat bleven echter nog achter. Wij hebben gemerkt dat deze leerlingen gemiddeld een lage woordenschat hebben. Ook hebben zij moeite met het verklanken van Nederlandse woorden en letters. In groep 4 zal er meer tijd worden uitgetrokken voor woordenschat, per leerling zal er verlengde instructie worden gegeven (per leerling bekijken waar hij/zij uitvalt) en er zal eventueel huiswerk meegegeven worden. Groep 4 De leerlingen van groep 4 hebben vorig jaar een vijftal CITO toetsen gemaakt. Daarnaast ook de methodegebonden toetsen voor taal en spelling. De toetsen die op niveau waren zijn de leestempo toetsen en de taaltoetsen ui t de methode. Begrijpend lezen was net onder het gemiddelde en spelling (CITO en methodetoetsen) en woordenschat waren onvoldoende tot matig. We hebben gemerkt dat de leerlingen van groep 4 een lage woordenschat hebben. Ook wordt er veel fonetisch gespeld, zoals dat in de Indonesische taal ook vaak het geval is. Voor dit schooljaar wordt er een groepsplan gemaakt dat zich richt op het verhogen van de spellingvaardigheid. Groep 5 In groep 5 worden dezelfde toetsen als in groep 4 afgenomen. Bovengemiddeld waren de resultaten van de leestoetsen. De taal- en spellingtoetsen van de methode waren ook ruim voldoende tot goed. De CITO-toets van spelling was matig evenals begrijpend lezen. Onvoldoende was de woordenschattoets van CITO. Echter, de leerkrachten beoordelen de woordenschat van deze leerlingen over het algemeen ruim voldoende. We gaan daarom door met het tweewekelijks aanbieden van woordenschat in de methode. Daarnaast stimuleren we het lezen thuis en oefenen we de woordenschat met bijvoorbeeld voorlezen en (kring)gesprekken. Groep 7 De resultaten zijn over het algemeen voldoende. De leerlingen hebben de toetsen van de methode gemaakt en de CITO’s van spelling + de werkwoorden, begrijpend lezen en leestempo. Begrijpend lezen is echter een grote uitvaller. Een oorzaak daarvan kan zijn dat de leesstrategieën die toegepast worden bij begrijpend lezen onvoldoende bekend zijn. Om dit meer bekend te maken bij de leerlingen willen we met heel de bovenbouw (groep 6 t/m VO3) eens per maand de teksten van ‘Nieuwsbegrip’ oefenen. We zullen hetzelfde onderwerp behandelen, maar op verschillende niveaus (A-B-C) aanbieden. Groep 8 De resultaten van groep 8 zijn gemiddeld matig tot voldoende. De methodegebonden toetsen zijn allemaal verbeterd in de tweede periode naar een voldoende tot goed niveau. Bij twee van de drie leerlingen in deze klas is het Nederlandse aanbod in de thuissituatie beperkt. Engels en/of Indonesisch overheerst. Dit heeft invloed op de woordenschat en het vloeiend spreken en schrijven van het Nederlands. In de eerste klas van de het voortgezet onderwijs wordt er veel stof herhaald van groep 7 en 8. Door deze herhaling zal de basis wat meer ingeslepen worden, waardoor bijvoorbeeld de resultaten van werkwoordspelling naar verwachting omhoog zullen gaan.
24
Voortgezet onderwijs klas 2 In de eerste periode hebben de leerlingen gemiddeld een 7,8 gescoord bij de methodegebonden toetsen. In de tweede periode was dat gemiddeld een 6,6. Dat betekent dat de resultaten van de methodegebonden toetsen zijn gezakt. De oorzaak kan zijn dat de stof van de lessen thuis minder goed geoefend is. Dit schooljaar wordt er een combinatie gemaakt van het VMBO en het HAVO boek van de 3e klas. Op deze manier willen we de leerlingen meer uitdagen en naar een hoger niveau tillen. Midden/bovenbouw R3 De leestoetsen die deze leerlingen hebben gemaakt waren ruim voldoende. De taaltoetsen van de methode en de begrijpend leestoets van CITO ook. Woordenschat was echter onvoldoende. De leerlingen van deze groep hebben een minimaal aanbod van Nederlands thuis. Mede daardoor is de woordenschat van deze leerlingen zeer laag. De leerlingen krijgen les uit de methode van groep 5. Dit is gemiddeld 3 jaar onder hun niveau in vergelijking met hun leeftijd. Omdat de scores gemiddeld ruim voldoende zijn, werken we op dit niveau verder. Daarnaast zal er nog meer tijd aan woordenschat besteed worden in de vorm van (mondelinge) taalspelletjes, (voor)lezen en veel gesprekken. De woorden die worden aangeboden worden wekelijks herhaald.
Over het geheel genomen doen de leerlingen in de diverse groepen het voldoende en scoren ze gemiddeld op het niveau waarop ze zijn ingedeeld. Er zijn echter enkele zwakke onderdelen te zien, zoals de woordenschat in alle groepen. Wat niet vergeten moet worden is dat de CITO resultaten vergeleken worden met leerlingen in Nederland in dezelfde leeftijd. Deze leerlingen hebben door hun omgeving en vaak eentalige (Nederlandse) opvoeding een flinke voorsprong op kinderen die niet in Nederland opgroeien.
8.3 Verbeterplan 2013-2014 Aan de hand van de beoordeling van de kwaliteit door middel van diverse evaluatie-instrumenten, zijn we gekomen tot een vernieuwd verbeterplan. Een aantal punten is overgenomen uit het verbeterplan van het voorgaande jaar, omdat we daar ofwel nog niet aan toe waren gekomen ofwel omdat het betreffende punt nog voor verdere verbetering vatbaar is. Dit verbeterplan maakt tevens onderdeel uit van het schoolplan voor de periode 2010-2014, waarin het beleid op hoofdlijnen voor vier jaar is vastgelegd. De voornaamste verbeterpunten voor het schooljaar 2013-2014 zijn als volgt vastgesteld: Doel 1. Financieel draagvlak van de school vergroten. Doelstelling: verkrijgen van een bedrag gelijk aan de subsidie
Werkwijze & middelen -Fondsen- en donateurswerving - Eenmalige initiatieven om geld in te zamelen, zoals veiling, sponsorloop e.d.
25
Verantwoording Uitvoering Bestuur Werkgroepen met zowel bestuursleden als ouders
2. Oplossen visaproblematiek: verkrijgen rechtspersoonheid
3. Verbetering kwaliteitszorg
4. Nieuwe visie/missie
5. Bestuurlijke vernieuwing 6. Aanpassing beleid
7. Duidelijkheid aannamebeleid vergroten
7. Naamsbekendheid van de school vergroten ter ondersteuning van leerlingenwerving en verkrijgen fondsen/donateurs 8. Verbetering onderwijsresultaten
9. Verbeterde vastlegging van de analyses en conclusies t.a.v. resultaten CITO-toetsen
De verdere afwikkeling van de legaliteit overdragen aan andere tussenpersoon, te weten notaris Henri. Definitieve keuze maken tussen voortzetting traject perkumpulan of oprichting yayasan. - Systematisch bewaken van de uitvoering van het verbeterplan. - Tweejaarlijks gezamenlijke evaluatie toetsgegevens. Herformuleren van de visie en missie.
Bestuur
Daartoe aangewezen bestuursleden en ouders (vooralsnog Frank, Franny & Rita)
Bestuur
Coördinator
Bestuur
- bestuursreglement herzien - vervanging bestuursleden. Bekijken en beoordelen of het huidige beleid na de stopzetting van de subsidie gehandhaafd kan worden en waar nodig aanpassen. - aannamebeleid duidelijk in schoolgids omschrijven - eenduidigheid omtrent aanname bij bestuur, coördinator en leerkrachten - opzetten blog - actief op Facebook - opzetten website - folder/brochure
Bestuur
Bestuur, coördinator, leerkrachten Voorzitter bestuur
Bestuur
Voorzitter Bestuur
Bestuur
Voorzitter bestuur
Coördinator
Coördinator en werkgroepen
- VO-leerlingen een eigen portfolio laten maken waarin ze hun eigen doelen vaststellen, zodat ze meer betrokken zijn bij hun eigen leerproces - betere aanpak van niveauverschillen d.m.v. handelingsplannen volgens SMART-methode. - de analyse en conclusies van met name opvallende CITO-resultaten worden op papier vastgelegd -plan van aanpak per groep schriftelijk vastleggen
Coördinator
Leerkrachten
Coördinator
CoördinatorLeerkrachten
26
10. Bevordering zelfstandig werken
11. Bevordering begrijpend lezen 12. Verbetering implementatie ICT in de lessen
13. Leerkrachten zijn op de hoogte van onderwijsontwikkelingen in Nederland
14. Ouderbetrokkenheid bij het onderwijs van hun kind verhogen
-geleidelijk opbouw in tijdsduur zelfstandig werken in de onderbouwgroepen - aanschaf zelfcontrolerend materiaal Maandelijks klassikale uitvoering van teksten van ‘Nieuwsbegrip’. -meer kennis verkrijgen omtrent structureel gebruik van ICT in de lessen - verkregen kennis in praktijk brengen - aanschaf van noodzakelijk materiaal - goed onderhoud van computers, printers en internet Bijhouden van onderwijsontwikkelingen door middel van: - bestudering richtingwijzer NOB - aanschaf relevante boeken - beurs proberen te verkrijgen voor SEN taalspecialist -aansprekende presentatie tijdens jaarlijkse informatieve bijeenkomst - verbeterde voorlichting over VO -inloopmiddagen - naast de rapportgesprekken voor ouders een extra mogelijkheid voor een tussentijds gesprek
27
Coördinator
CoördinatorLeerkrachten
Coördinator
Leerkrachten
Coördinator
CoördinatorLeerkrachten
Coördinator
Leerkrachten
Coördinator
CoördinatorLeerkrachten
Hoofdstuk 9 - Schooltijden en vakantierooster 9.1
Schooltijden
Het NTC-onderwijs is een aanvulling op het onderwijs van de dagschool. Dat betekent dat de lestijden beperkt zijn tot naschoolse tijden. Alleen de lessen van de taalspeelgroep vinden in de ochtend plaats. Maandag: 09.00 – 11.30 15.00 – 17.00 17.00 – 19.00 Dinsdag: 09.00 – 11.30 15.00 – 17.00 17.00 – 19.00
= Taalspeelgroep(Juf Anouk) = Middenbouw R1& R2 - groep 3, 4 en 5(Juf Tamara en Sabine) = BovenbouwR1, R2 en R3 - groep 6, 8 en Voortgezet Onderwijs klas 1 en 3 (Juf Tamara en Sabine) = Taalspeelgroep (Juf Anouk) = Middenbouw R1& R2 - groep 3, 4 en 5(Juf Tamara en Sabine) = Bovenbouw R1, R2 en R3 - groep 6, 8 en Voortgezet Onderwijs klas 1 en 3 (Juf Tamara en Sabine)
Woensdag: 09.00 – 11.30 14.00 – 16.00
= Taalspeelgroep(Juf Tamara) = Onderbouw R1 & R2 - groep 1 en 2(Juf Tamara)
Donderdag: 09.00 – 11.30 14.00 – 16.00
= Taalspeelgroep(Juf Tamara) = Onderbouw R1 & R2 - groep 1 en 2(Juf Tamara)
Vrijdag: 09.00 – 11.30
= Taalspeelgroep(Juf Anouk) Bovenbouw in discussie
Kleuters aan het werk met ontwikkelingsmateriaal
28
9.2
Regels betreffende aanvang en schoolverzuim
De lessen beginnen precies op de aangegeven tijden. Vanaf 15 minuten voor aanvang zijn de kinderen welkom. Na de les is er ruimte voor een korte vraag of om een afspraak te maken. De ouders worden verzocht de leerlingen op tijd te brengen en te halen. Het is van groot belang voor de voortgang van het onderwijs en het behalen van de gestelde doelen om verzuim van leerlingen zoveel mogelijk te beperken. Wij willen u dan ook dringend verzoeken om het verzuim van uw kind zo beperkt mogelijk te houden. Er kunnen zich echter natuurlijk omstandigheden voordoen op grond waarvan een leerling echt niet kan komen. Mocht een kind niet aanwezig kunnen zijn dan dienen de ouders ons hiervan ruim tevoren per e-mail of telefonisch op de hoogte stellen.
9.3
Ophalen leerlingen na afloop van de les
Wij verzoeken u uw kind meteen na afloop van de les op te halen. De school draagt geen verantwoordelijkheid voor de leerlingen na afloop van de les.
9.4
Vakantierooster
We vragen de ouders hun verlof zoveel mogelijk met de schoolvakantie overeen te laten komen. Indien dit echter niet lukt, krijgt de leerling schoolwerk mee voor de betreffende periode.
Vakantieoverzicht en rode dagen 2013-2014 Eerst dag schooljaar : Idul Adha: Herfstvakantie Islamitisch Nieuwjaar: Kerstvakantie: Geboorte van de profeet: Chinees Nieuwjaar: Nyepi: Voorjaarsvakantie: Goede vrijdag: Waisak Hemelvaartsdag: Laatste lesdag:
19 augustus 2013 15 oktober 2013 21 – 25 oktober 2013 5 november 2013 23 december t/m 3 januari 2014 14 januari 2014 31 januari 2014 31 maart 2014 24 – 28 maart 2014 18 april 2014 15 mei 2014 29 mei 2014 20 juni 2014
……..= vakantie …….. = vrije dag …..… = cultuurdag
29
Schoolkalender 2013 – 2014
30
Hoofdstuk 10 - Namen en adressen 10.1
De school
NTC De Taaltuin Mantrijeron III/845 (gang Surami) Yogyakarta 55124 0274-385524 E-mail:
[email protected]
Leerkracht: Tamara van der Heijde
081 227913510
Coördinator en leerkracht: Sabine Spijker
08994600836
Peuterleerkracht: Anouk Wilke
089 85546461
Schoolbestuur: Stichting De Taaltuin Mantrijeron III/845 Yogyakarta 55124
E-mail:
[email protected] Tel. Klarenda Nanninga Koen Vercaemer Franny Dethmers Frank van Paassen Gittan Gustafsson
081 22692365 081 8261044 085 878866565 081 1286766 081 227412418
Vertrouwenspersoon: Eelco Watzema
081 325889882
10.2
Externe Instanties
Stichting NOB Parkweg 20a 2271 AJ Voorburg Nederland Tel.: +31 (0)70 386 66 46 Nederlandse Onderwijs Inspectie Correspondentieadres (onder vermelding van: Afdeling Buitenland) Postbus 88 5000 AB Tilburg Nederland
31