VOORZIEN IN RESERVES? ““G BE NB EN GE NG NIIN EN RZZIIE OR OO D”” EIID ELLE GEERREESSEERRVVEEEERRDD VVO Een notitie over reserves en voorzieningen bij de gemeente Schiermonnikoog
VVO O O R W O O R D OO OR RW WO OO OR RD D De gemeente is verplicht jaarlijks een notitie reserves en voorzieningen vast te stellen, waarin zij haar beleid ten aanzien van het omgaan met deze zaken weergeeft. Zo heeft de gemeente Schiermonnikoog bepaald in artikel 12 van haar financiële beheersverordening (ex. art. 212 Gemeentewet). Deze notitie dient ten minste te bevatten de hoogte en de aard van de reserves en voorzieningen en de wijze waarop rente of een inflatiecorrectie aan reserves en voorzieningen wordt toegerekend. Daarnaast is het voor het begrip van de lezer verstandig een theoretische uiteenzetting te maken van de verschijningsvormen van reserves en voorzieningen naar inzichten van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze notitie kent in de lopende budgetcyclus een verantwoordingsdocument dat nauw verwant is met de notitie: de paragraaf weerstandsvermogen in de (beleids)begroting en jaarstukken (onderdeel jaarverslag). Deze stukken moeten worden gezien als complementair: de notitie schetst het ontstaan en het doel van de reserves en voorzieningen en geeft een beleidsmatig overzicht van de keuzes die de gemeente Schiermonnikoog maakt. De paragraaf bevat o.a. de jaarlijkse verantwoording van de uitwerking van het in deze notitie geformuleerde beleid op begrotings- en rekeningsbasis. De paragraaf bevat ook die risico’s waarvan de omvang niet goed te bepalen is en die derhalve niet als voorziening kunnen worden opgenomen. De notitie zal niet een overzicht bevatten van de meerjarige ontwikkeling van de reserves en voorzieningen: dit wordt opgenomen in de begroting en jaarstukken, waarbij moet worden aangemerkt dat op grond van het BBV inzicht moet worden gegeven op mutatieniveau! De notitie zal een beleidskader schetsen waarbinnen de gemeente Schiermonnikoog haar keuzes maakt ten aanzien van reserves en voorzieningen. De notitie dient jaarlijks te worden geactualiseerd: welke reserves/voorzieningen zijn opgeheven en toegevoegd, met welk doel en welke (andere) beleidskeuzes zijn gedurende het jaar gemaakt. Voor de budgetcyclus is het voorstel aan te sluiten bij de begroting en de notitie gelijk met de begroting in november vast te stellen voor het daarop volgende jaar. Dit is de eerste notitie reserves en voorzieningen, waardoor zij terugwerkende kracht kent tot 1 januari 2005. Dit jaar worden notitie en begroting niet gelijktijdig vastgesteld. Wellicht ten overvloede is in de bijlage het overzicht reserves en voorzieningen opgenomen uit de bijlage bij de begroting van 2006. Schiermonnikoog, 20 december 2005
Voorzien in reserves?
2
IINNNHHHO O U D S O P G A V E OU UD DS SO OP PG GA AV VE E Voorwoord Inhoudsopgave Inleiding en theorie De situatie op Schiermonnikoog: de praktijk Toelichting per reserve en voorziening gemeente Schiermonnikoog Bijlage 1: overzicht reserves en voorzieningen begroting 2006
Voorzien in reserves?
2 3 4 7 9 13
3
IINNNLLLEEEIIIDDDIIINNNG G E N T H O E R E GE EN NT TH HE EO OR RIIIE E In het eerste hoofdstuk wordt eerst helder gemaakt wat precies wordt verstaan onder reserves en voorzieningen en welke reserves en voorzieningen worden onderscheiden in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Daarna komen de verwerkingsaspecten voor toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen aan de orde. Tenslotte wordt ingegaan op rentetoevoegingen aan reserves en indexatie van voorzieningen. Deze inleiding kan worden gezien als het kader waarbinnen de gemeente haar beleidskeuzes kan maken.
BEGRIPPENKADER Iedereen die wel eens een gemeentelijke balans heeft gelezen herkent de begrippen wel: algemene reserve, bestemmings- en egalisatiereserves en voorzieningen. Wat nu precies het onderscheid is tussen deze verschillende termen is wellicht niet iedereen duidelijk. Het is belangrijk onderscheid te maken tussen de verschillende verschijningsvormen van reserves en voorzieningen. Hieronder volgt een uiteenzetting van de specifieke kenmerken van de verschillende reserves en voorzieningen. WAT ZIJN RESERVES EN WAAROM BESTAAN ZE? Reserves zijn het saldo van bezittingen (de activa) minus de schulden (de passiva). Samen met het resultaat na bestemming uit de programmarekening vormen zij het eigen vermogen van de gemeente. Er wordt onderscheid gemaakt in artikel 43 van het BBV tussen drie types reserves: 1. algemene reserve(s), zonder specifieke bestemming; 2. bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden (zogenaamde egalisatiereserves); 3. overige bestemmingsreserves. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de gemeenteraad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Specifiek kenmerk van een reserve is de vrije beschikkingsmacht: de gemeenteraad is bevoegd de bestemming (=doel) van een reserve te wijzigen. De overwegingen om een reserve in te stellen kan vanuit vijf verschillende functies worden benaderd: - financieringsfunctie: ter financiering van (huidige of toekomstige) investeringen - inkomensfunctie: het genereren van inkomsten, waaronder rente - egalisatiefunctie: opvang van fluctuaties van tarieven - bufferfunctie: opvang onverwachte tegenvallers - bestemmingsfunctie: realiseren van bepaalde activiteiten Het kenmerk van reserveren is “sparen vooraf”, waar het kenmerk van lenen “sparen achteraf” is. Bij overwegingen om te reserveren danwel te lenen zal dus altijd een afweging moeten worden gemaakt of het nodig is op dat moment de burger te belasten ten behoeve van de toekomst (reserveren), danwel de burger te belasten ten behoeve van het heden (lenen). Historisch is het zo dat de meeste gemeenten reserves hebben gevormd uit allerlei overschotten op rekeningsbasis. Deze reserves staan soms jaren op de balans, zonder dat er uitgaven op plaats vinden. De reserves nemen alleen maar in omvang toe omdat er jaarlijks rente-dotaties aan plaatsvinden. Ook in tijden van economische neergang blijven reserves op de gemeentelijke balansen staan: ze worden slechts in beperkte mate aangesproken en vaak wordt zelfs in deze tijden rente aan de reserves toegerekend, waarbij de vraag kan worden gesteld of voldoende integraal wordt afgewogen of dit op dat moment wel de meest geëigende beslissing is. WAT ZIJN VOORZIENINGEN EN WAAROM BESTAAN ZE? Voorzieningen vallen onder de passiva en zijn vreemd vermogen. Zeg maar: een bijzonder soort schuld. Voorzieningen ontstaan door verplichtingen en kennen dus –in tegenstelling tot de reservesgeen vrije aanwendbaarheid. Voorzieningen dienen te worden ingesteld door de gemeenteraad, maar de Raad heeft hierin geen keuzevrijheid. Aan voorzieningen mag geen rente worden toegerekend, maar sommige voorzieningen mogen wel worden geïndexeerd. Artikel 44 van het Besluit Begroting en Verantwoording onderscheidt verschillende soorten voorzieningen.
Voorzien in reserves?
4
Ten eerste zijn daar de voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s (art. 44, lid 1 BBV). Deze voorzieningen worden ingesteld voor: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs in te schatten. Voorbeeld: schadevergoeding, personele kosten bij reorganisatie, pensioenverplichtingen, wachtgelden (zie: arbeidskosten gerelateerde verplichtingen); op de balansdatum bestaande risico’s van bepaalde verwachte verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. Voorbeeld: verwachte claims bij garantstellingen; kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren (zogenaamde egalisatievoorzieningen. Voor het instellen van deze voorzieningen bestaat geen plicht). Voorbeeld: onderhoudsvoorziening. Daarnaast onderscheid het BBV voorzieningen bestaande uit door derden beklemde middelen die specifiek besteed moeten worden en bij niet (juist) besteden teruggevorderd worden. Denk hierbij aan specifieke uitkeringen van ministeries (WWB-werkdeel, Educatiegelden, RSU-gelden) maar ook verschillende overheidssubsidies (ESF, Leader-gelden etc.). Sinds de invoering van het BBV ontstaan voorzieningen niet zo maar: juist vanwege de strikte voorwaarden die aan het instellen van een voorziening worden gesteld, kunnen gemeenten (en provincies) niet zo maar een voorziening instellen. Voorzieningen zijn er omdat gemeenten verplichtingen hebben, risico’s lopen en verliezen in moeten calculeren op het moment dat de omvang daarvan redelijkerwijs kan worden bepaald. Anderzijds zijn er voorzieningen omdat gemeenten middelen van derden krijgen met een specifieke bestedingsverplichting: de termijn voor besteding loopt vaak over de jaren heen, danwel loopt de termijn van terugvordering over de jaren heen, waardoor voorzieningen ontstaan op de balans. ARBEIDSKOSTEN GERELATEERDE VERPLICHTINGEN Tot slot wordt in artikel 44 expliciet gemaakt dat voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume GEEN voorziening mag worden gevormd. Onder deze categorie vallen onder IZA-premies voor niet actieven. Voor wachtgelden en pensioenen van wethouders (tenzij volledig verzekerd) dienen altijd voorzieningen te worden gevormd.
ONTTREKKINGEN EN TOEVOEGINGEN AAN RESERVES EN VOORZIENINGEN Teneinde de transparantie van de gemeentelijke boekhouding zo groot mogelijk te houden zijn in het BBV enkele spelregels afgesproken met betrekking tot de verwerking van onttrekkingen en toevoegingen aan reserves en voorzieningen. VERWERKINGSASPECTEN RESERVES Zoals eerder is opgemerkt vormen de reserves samen met het resultaat na bestemming uit de programmarekening -wat apart zichtbaar dient te worden gemaakt als onderdeel van het eigen vermogen- het eigen vermogen van de gemeente. Teneinde een goed structureel zicht te krijgen op de exploitatie van de gemeente is in het BBV expliciet vastgelegd op welke wijze baten en lasten kunnen worden onttrokken en toegevoegd aan een reserve: Baten en lasten dienen via resultaatsbestemming te worden toegevoegd of onttrokken aan de reserve; Alleen investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen via resultaatsbestemming te worden onttrokken aan de reserve. Overige investeringen dienen te allen tijde te worden geactiveerd (uitzondering art. 59, lid 3).
Voorzien in reserves?
5
VERWERKINGSASPECTEN VOORZIENINGEN De verwerkingsaspecten van reserves en voorzieningen zijn zeer verschillend. Dat is ook af te leiden uit de manier waarop reserves en voorzieningen ontstaan. Dotaties aan voorzieningen vormen een last in de gemeentelijke exploitatie; Alleen vrijval van voorzieningen vormt een bate in de gemeentelijke exploitatie; Aanwendingen van voorzieningen komen rechtstreeks ten laste van de voorziening (daarvoor is deze voorziening ook gevormd); Aan de voorzieningen mag geen rente worden toegerekend, maar sommige voorzieningen mogen worden geïndexeerd. De conclusie die hieruit kan worden getrokken is dat de winstbepaling (=het bruto exploitatieresultaat) altijd inclusief voorzieningen is en dat de winstbestemming via de reserves loopt, waarna het netto exploitatieresultaat wordt bepaald.
RENTE EN INDEXATIE Zoals reeds opgemerkt mag aan reserves rente worden toegerekend, maar aan voorzieningen niet. Sommige voorzieningen mogen worden geïndexeerd, teneinde waardevastheid na te streven. Deze indexatie moet reëel zijn en gebaseerd op inflatiepercentages in het betreffende jaar. Voorzieningen gevormd door van derden verkregen middelen mogen niet worden geïndexeerd: de terugbetalingsverplichting is namelijk niet aan indexatie onderhavig! Het al dan niet toerekenen van rente aan reserves is een beleidsvrijheid van de gemeente. Per reserve kan worden bepaald of rente wordt toegerekend of niet. In de volgende paragraaf wordt verder op dit aspect ingegaan.
Voorzien in reserves?
6
D D E P M R O A N K N T K O O K P O G DEEE SSSIIITTTUUUAAATTTIIIEEE O SCCCHHHIIIEEERRRM DE EP PR MO RA ON AK NN KT NIIIK TIIIJJJK KO OP OO K PS OG G:: D WELKE RESERVES EN VOORZIENINGEN ZIJN ER OP SCHIERMINNIKOOG? Binnen de Schiermonnikoogse financiële huishouding worden tot en met 2005 de volgende reserves en voorzieningen onderscheiden: 1. algemene reserve: a. algemene reserve 2. overige bestemmingsreserves: a. reserve BTW compensatiefonds b. reserve Wet Voorziening Gehandicapten (WVG) c. reserve Algemene Maatschappelijke Vorming (AMV) d. reserve veerdam e. reserve decentrale arbeidsvoorwaarden f. reserve gemeentelijke gebouwen g. reserve riolering h. reserve wegen 3. voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s: a. voorziening Eemsmond b. voorziening uitkering wethouders (wachtgeld) 4. voorzieningen door derden beklemde middelen: a. voorziening onderwijs algemeen b. voorziening leer- en hulpmiddelen c. voorziening personeel onderwijs d. voorziening werkdeel WWB e. voorziening werkdeel WWB verrekening Rijk De hoogte van de reserve kent veelal geen relatie met het doel waarvoor de reserve is ingesteld. Anders gezegd: er is geen calculatie op basis waarvan de hoogte van deze reserves reëel is beoordeeld. Op deze regel zijn twee uitzonderingen: de reserve BTW-compensatiefonds is tot stand gekomen na een calculatie van de gevolgen van de uitname uit het Gemeentefonds toen het compensatiefonds werd ingesteld. De reserve Veerdam is tot stand gekomen na overdracht van de beheerstaken van Rijkswaterstaat naar de gemeente aangaande onderhoud aan de veerdam. De hoogte is bepaald door de ontvangen afkoopsom van Rijkswaterstaat. De hoogte van de voorzieningen kennen wel een relatie met het doel waarvoor ze zijn ingesteld. De onder 3 genoemde voorzieningen zijn verplichtingen waaronder een berekening ligt op basis van de meest actuele aanspraken die kunnen worden gedaan (aankoop grond Eemsmond op basis van een overeenkomst en uitkering wethouders op basis van jaarlijkse aanspraken naar de toekomst). De hoogte van de onder 4 genoemde voorzieningen worden bepaald door het saldo van baten en lasten van specifieke uitkeringen van derden. Deze middelen moeten (eventueel) worden terugbetaald op een korte of langere termijn, afhankelijk van de criteria die aan de specifieke uitkeringen worden gesteld. Inmiddels is duidelijk geworden dat de voorziening “Onderwijs algemeen” vrijvalt in de exploitatie 2005, wegens ontbreken van een verplichting (aan derden). In de bijlage van de begroting 2006 staat de voorziening nog vermeld. De Raad is het enige orgaan op Schiermonnikoog dat bevoegd is toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves te doen of reserves in te stellen of op te heffen. De Raad is ook als enige bevoegd Voorzieningen in het leven te roepen: de daadwerkelijke ontrekkingen en toevoegingen gedurende het jaar worden niet aan de Raad voorgelegd. Met het instellen van de voorziening is de autorisatie gegeven om voor dat doel gelden rechtstreeks ten laste van de voorziening te brengen.
Voorzien in reserves?
7
WELKE RESERVES EN VOORZIENINGEN BLIJVEN ER OP SCHIERMONNIKOOG? Over de reserves: het is de bedoeling in de loop van 2006 de realiteit van de (hoogte van de) reserves af te zetten tegen de noodzaak middelen in reserve te houden. Dit zal in samenspraak met het nieuwe gemeentebestuur plaatsvinden. De hoofdvragen die hierbij gesteld zullen worden, zijn: - is de reserve strikt noodzakelijk? - wat is een reële minimale of maximale hoogte van de reserve? - wat is de minimale totale reservebehoefte van de gemeente i.r.t. weerstandsvermogen? - is het noodzakelijk te allen tijde rente toe te voegen aan reserves in het algemeen of in het bijzonder en zo ja, welk percentage? - hoe verhouden de reserves zicht tot de voor dat doel in de exploitatie beschikbare middelen? - blijft het een reserve of wordt het een voorziening (onderhoud)? Over de voorzieningen: tenminste de verplichte voorzieningen zullen op de balans vermeld blijven. De voorziening Onderwijs algemeen blijkt zonder enige reden ingesteld te zijn: de middelen die in deze voorziening zijn niet door derden beklemd. De voorziening valt dan ook vrij in de exploitatie 2005. Wethouderspensioenen zullen niet als voorziening worden ingesteld, omdat deze volledig verzekerd zijn bij een externe partij. Op grond van in 2006 op te stellen (verplichte) meerjarige onderhoudsplannen voor riolering (GRP), groen (groenbeheersplan), wegen (MOP Wegen) en gebouwen (MOP gebouwen) is het mogelijk egalisatievoorzieningen hiervoor in te stellen. Voor de meeste genoemde onderdelen is momenteel een reserve gevormd: uit de inventarisatie van de verschillende meerjarenplannen moet blijken of en zo ja hoe hoog de te reserveren cq. te voorziene middelen zouden moeten zijn. De notitie reserves en voorzieningen 2007 zal antwoord geven op al deze vragen. WELK RENTE- EN INDEXATIEBELEID GELDT OP SCHIERMONNIKOOG? Momenteel wordt aan verschillende reserves het rente-omslagpercentage toegerekend. Voor het begrotingsjaar 2006 is het toe te rekenen rentepercentage 4,5% over de stand per 1 januari van het begrotingsjaar. Aan welke reserve rente wordt toegerekend en aan welke niet wordt duidelijk in de paragraaf Toelichting. Het indexatiepercentage is voor 2006 vastgesteld op 2% over de stand per 1 januari van het begrotingsjaar. Er zijn in 2006 geen voorzieningen waar een indexatie voor geldt. De rente- en indexatie-visie op Schiermonnikoog moet nog verder worden ontwikkeld. Dit past in een integrale afweging hoe in de toekomst om te gaan met de ontwikkeling van reserves en voorzieningen. Die stap zal moeten worden gemaakt in de loop van 2006 en zal dus terugkomen in de geactualiseerde notitie voor het begrotingsjaar 2007. De discussie met het nieuwe bestuur zal richtinggevend zijn voor de reservepositie van de gemeente Schiermonnikoog. Zoals eerder opgemerkt zal deze discussie niet beperkt moeten blijven tot de reserves en voorzieningen, maar zullen ook de in de exploitatie beschikbare middelen hierbij moeten worden betrokken. Het zou mooi zijn dat er vanuit een strategische Raadsvisie een meerjarig financieel beleid kan worden gedistilleerd, waarop de middelen in de exploitatie en de middelen in de vorm van reserves en voorzieningen worden afgestemd. Dit vraagt om keuzes naar de toekomst: keuzes die moeten worden gemaakt in het belang van de burger op Schiermonnikoog, maar zeker ook in het belang van die honderdduizenden toeristen die ieder jaar met veel plezier terugkomen naar het eiland Schiermonnikoog.
Voorzien in reserves?
8
TTO O E L M C O H N T N N K G O O P G E R R E S E R V E E N V O O R Z E N N G G E M E E N T E OE SCCCHHHIIIEEERRRM EL LIIIC MO CH ON HT NN TIIIN NIIIK NG KO GP OO OG PE G:: ER RR RE ES SE ER RV VE EE EN NV VO OO OR RZ ZIIIE EN NIIIN NG GG GE EM ME EE EN NT TE ES ALGEMENE RESERVES (AR): AR-01: Algemene reserve (met rentetoevoeging): 1. Doel: de algemene reserve dient ter dekking van rekeningstekorten en incidentele tegenvallers. 2. Regels aangaande voeding en ontrekking: de reserve wordt gevoed door rekeningsoverschotten en incidentele meevallers. 3. Hoogte: De minimale stand van de reserve bedraagt € 454.000. Er is geen maximum vastgesteld. 4. Rente: aan deze reserve wordt rente toegerekend via resultaatsbestemming 5. Rekeningnummer: 7.910.01.2 BESTEMMINGS- EN EGALISATIERESERVES (BER): BER-10 Reserve BTW-compensatiefonds (met rentetoevoeging): 1. Doel: de reserve is ingesteld om de negatieve consequenties van de invoering van het BTWcompensatiefonds op te vangen. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: een bedrag van 5% van de te declareren BTW moet worden gereserveerd voor nadeelgemeenten (en dus is in de praktijk maar 95% van de BTW direct te declareren). Een bedrag ter grootte van deze 5% komt jaarlijks ten laste van deze reserve en ten gunste van het rekeningresultaat (na bestemming). 3. Hoogte: de hoogte van de reserve is berekend aan de hand van de contante waarde van de jaarlijks te verwachten declarabele BTW minus de direct te declareren BTW (= de contante waarde van de compensatie voor nadeelgemeenten). 4. Rente: aan deze reserve wordt rente toegerekend via resultaatsbestemming 5. Rekeningnummer: 7.910.21.2 BER-11 Reserve veerdam (met rentetoevoeging) 1. Doel: deze reserve is ingesteld om het onderhoud aan de veerdam dat in de loop der jaren moet worden gepleegd te kunnen voldoen. In 2004 is de reserve gevormd door de afkoopsom die is ontvangen van Rijkswaterstaat te bestemmen voor toekomstig onderhoud. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: jaarlijks wordt een bedrag van € 8.750 aan de exploitatie toegevoegd ten behoeve van te plegen onderhoud en beheer aan de Veerdam. Niet bestede middelen vallen vrij in de exploitatie. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Rente: aan deze reserve wordt rente toegerekend via resultaatsbestemming. 5. Rekeningnummer: 7.910.31.3 BER-12 Reserve WVG (met rentetoevoeging): 1. Doel: de reserve is ingesteld om sterke fluctuaties in uitgaven door de jaren heen op het gebied van de WVG op te vangen (egaliseren). 2. Regels aangaande voeding en ontrekking: de lasten die uitgaan boven het jaarlijks in de begroting opgenomen budget voor de te onderscheiden aspecten binnen de WVG komen ten laste van de reserve via resultaatsbestemming. 3. Hoogte: de reserve bedraagt maximaal € 45.378. Er is geen minimum bepaald. 4. Rente: aan deze reserve wordt rente toegerekend via resultaatsbestemming. 5. Rekeningnummer: 7.910.22.2 BER-13 Reserve AMV (algemene maatschappelijke vorming): 1. Doel: de reserve is ingesteld om sterke fluctuaties in uitgaven door de jaren heen op het gebied van maatschappelijk werk op te vangen (egaliseren). Het contract met de stichting AMW staat een afwijking van 10% van het budget toe. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: de lasten die uitgaan boven het jaarlijks in de begroting opgenomen budget voor de te onderscheiden aspecten binnen maatschappelijk werk komen ten laste van de reserve via resultaatsbestemming. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Rente: aan deze reserve wordt geen rente toegerekend. 5. Rekeningnummer: 7.910.30.4
Voorzien in reserves?
9
BER-14 Reserve decentrale arbeidsvoorwaarden: 1. Doel: de reserve is ingesteld om uitvoer te geven aan decentrale arbeidsvoorwaarden. De middelen ten behoeve van decentrale arbeidsvoorwaarden zijn in samenspraak met het GO te besteden aan arbeidsvoorwaarden voor (groepen van) ambtenaren, in de meest brede zin van het woord. Hierbij valt (niet uitputtend) te denken aan opleidingsplannen, eenmalige uitkeringen etc. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: het bedrag dat onderdeel is van de uitkering uit het gemeentefonds en betrekking heeft op decentrale arbeidsvoorwaarden wordt jaarlijks toegevoegd aan de reserve. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Rente: aan deze reserve wordt geen rente toegerekend. 5. Rekeningnummer: 7.910.33.2 BER-15 Reserve gemeentelijke gebouwen (met rentetoevoeging): 1. Doel: de reserve is ingesteld ten behoeve van het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen. Naast de in de exploitatie beschikbaar gestelde middelen voor onderhoud dient deze reserve ter dekking van bijzondere lasten op het gebied van (achterstallig) onderhoud. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: de lasten die uitgaan boven het jaarlijks in de begroting opgenomen budget voor onderhoud gemeentelijke gebouwen komen ten laste van de reserve via resultaatsbestemming. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Rente: aan deze reserve wordt rente toegerekend via resultaatsbestemming. 5. Rekeningnummer: 7.910.50.2 BER-16 Reserve wegen (met rentetoevoeging): 1. Doel: de reserve is ingesteld ten behoeve van buitengewone lasten in verband met (achterstallig) onderhoud aan wegen op het moment dat het onderhoud op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording niet geactiveerd mag worden (zie notitie activerings- en afschrijvingsbeleid –in ontwikkeling-). Binnen de exploitatie is een substantieel onderhoudsbudget wegen aanwezig voor de reguliere onderhoudslasten. In de loop van 2006 wordt gewerkt aan een Meerjarig Onderhoudsplan Wegen. Zodra deze notitie is voltooid is er zicht op de meerjarige planning van activiteiten op het gebied van wegen en de daarmee gemoeide geldstromen. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: de lasten die uitgaan boven het jaarlijks in de begroting opgenomen budget voor (onderhoud) wegen komen ten laste van de reserve via resultaatsbestemming. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Rente: aan deze reserve wordt rente toegerekend via resultaatsbestemming. 5. Rekeningnummer: 7.910.53.2 BER-17 Reserve riolering (met rentetoevoeging): 1. Doel: de reserve is ingesteld ten behoeve van (achterstallig) onderhoud aan rioleringen in de gemeente Schiermonnikoog, voorzover deze kosten niet kunnen worden geactiveerd binnen de exploitatie. Op dit moment wordt gewerkt aan een Gemeentelijk Rioleringsplan waaruit de meerjarige planning van activiteiten en de daarmee gemoeide geldstromen inzichtelijk wordt gemaakt. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: de lasten die uitgaan boven het jaarlijks in de begroting opgenomen budget voor (onderhoud) riolering komen ten laste van de reserve via resultaatsbestemming. In de loop van 2006 wordt gewerkt aan een Meerjarig Onderhoudsplan Riolering (GRP). Zodra deze notitie is voltooid is er zicht op de meerjarige planning van activiteiten op het gebied van riolering en de daarmee gemoeide geldstromen. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Rente: aan deze reserve wordt rente toegerekend via resultaatsbestemming. 5. Rekeningnummer: 7.910.52.2
Voorzien in reserves?
10
VOORZIENINGEN VOOR VERPLICHTINGEN, VERLIEZEN EN RISICO’S (VZ): VZ-01 Voorziening Eemsmond 1. Doel: de voorziening is ingesteld ten behoeve van de afkoopsom voor de overdracht van een stuk grond dat wordt overgenomen van de gemeente Eemsmond en met ingang van 1 januari 2006 binnen de gemeentegrens van Schiermonnikoog valt (verplichting). 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: n.v.t. 3. Hoogte: het bedrag genoemd in de overeenkomst met de gemeente Eemsmond, ad. € 26.000 4. Indexatie: nee. 5. Rekeningnummer: 7.910.34.2
VZ-02 Voorziening uitkering oud wethouders 1. Doel: de voorziening is ingesteld ten behoeve van wachtgeldverplichtingen voor een drietal oud-wethouders van de gemeente Schiermonnikoog. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: de jaarlijkse lasten worden rechtstreeks aan de voorziening onttrokken.. 3. Hoogte: bij de begroting wordt elk jaar een berekening gemaakt van de actuele verplichting en de voorziening wordt daarop aangepast. 4. Indexatie: nee. 5. Rekeningnummer: 7.910.62.2
VOORZIENINGEN DOOR DERDEN BEKLEMDE MIDDELEN (VZD): VZD-10 Voorziening leer- en hulpmiddelen 1. Doel: de voorziening bevat specifieke uitkering ten behoeve van leer- en hulpmiddelen in het onderwijs. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: saldo van baten en lasten ten behoeve van de specifieke uitkeringen worden via de exploitatie aan de voorziening toegevoegd. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Indexatie: nee. 5. Rekeningnummer: 7.910.27.2
VZD-11 Voorziening personeel onderwijs 1. Doel: de voorziening bevat specifieke uitkering ten behoeve van personeel in het onderwijs. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: saldo van baten en lasten ten behoeve van de specifieke uitkeringen worden via de exploitatie aan de voorziening toegevoegd. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Indexatie: nee. 5. Rekeningnummer: 7.910.28.2
Voorzien in reserves?
11
VZD-13 Voorziening werkdeel WWB 1. Doel: de voorziening bevat overtollige middelen uit de specifieke uitkering werkdeel WWB in begrotingsjaar t die mogen worden meegenomen naar begrotingsjaar t+1 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: de lasten die in het begrotingsjaar t+1 worden gemaakt ten behoeve van het werkdeel WWB worden voordat het budget wordt aangesproken, rechtstreeks onttrokken uit de voorziening. De overtollige baten in de exploitatie worden ultimo het begrotingsjaar toegevoegd aan de voorziening. De middelen die aan het eind van begrotingsjaar t+1 nog in de voorziening zitten vallen vrij in de exploitatie en worden via de exploitatie gestort in de Voorziening werkdeel WWB verrekening Rijk (VZD-14) 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Indexatie: nee. 5. Rekeningnummer: 7.910.35.2
VZD-14 Voorziening werkdeel WWB verrekening Rijk 1. Doel: de voorziening bevat overtollige middelen vanuit het werkdeel WWB die moeten worden terugbetaald aan het Rijk. Er bestaat een relatie met de voorziening WWB werkdeel (VZD-13): laatstgenoemde voorziening is het voorportaal van deze voorziening. 2. Regels aangaande voeding en onttrekking: de lasten die uitgaan boven het jaarlijks in de begroting opgenomen budget voor onderhoud gemeentelijke gebouwen komen ten laste van de reserve via resultaatsbestemming. 3. Hoogte: er is geen maximum of minimum bepaald. 4. Indexatie: nee. 5. Rekeningnummer: 7.910.36.2
Voorzien in reserves?
12
Bijlage 1
Voorzien in reserves?
13