Samenwerking en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg Een beschrijvend/ evaluatief onderzoek naar de samenwerking en communicatie tussen huisartsen en specialisten binnen de anderhalvelijnszorg
ZIO, Zorg in ontwikkeling Regio Maastricht-Heuvelland Mei 2014- Juni 2015
Onderzoeksteam bestaat uit: J.D.M. Hazelzet, student ‘Healthcare policy innovation and management’, UM Dr. M.E.A.L. Kroese, senior onderzoeker bij CAPHRI (HSR) en MUMC+ Dr. A.R. Huizing, coördinator chronische zorg en onderzoek, ZIO Drs. R. Meerlo, Projectmanager ZIO Kader Dit onderzoek is uitgevoerd in 2014-2015 in het kader van het afstudeeronderzoek van J.D.M. Hazelzet voor de Master studie ‘Healthcare policy innovation and management’ aan de Universiteit van Maastricht.
Wat is onderzocht? In dit onderzoek is bekeken hoe de samenwerking en communicatie tussen huisartsen en specialisten binnen de anderhalvelijnszorg verloopt. Wat was de aanleiding voor het onderzoek? Interdisciplinaire samenwerking en communicatie zijn belangrijk om kwalitatief goede zorg te verlenen. Binnen de proeftuin ‘Blauwe Zorg’ is anderhalvelijnszorg ontstaan om de samenwerking tussen huisarts en specialist te verbeteren en de rol van de huisarts als poortwachter te versterken. De samenwerking en communicatie tussen huisartsen en specialisten is in de huidige setting van anderhalvelijnszorg nog niet geëvalueerd. Wat zijn de centrale vraagstellingen binnen dit onderzoek? Hoe ervaren huisartsen en specialisten de huidige samenwerking en communicatie binnen anderhalvelijnszorg en is het noodzakelijk om veranderingen door te voeren? Hoe ziet het huidige verwijsproces eruit tussen huisarts en specialist binnen de anderhalvelijnszorg? Wordt dit ook zo uitgevoerd? Wat zijn de stimulerende en remmende factoren binnen het huidige proces van samenwerking en communicatie tussen huisartsen en specialisten in de anderhalvelijnszorg? Wat zijn mogelijke oplossingen voor de remmende factoren? Methode van het onderzoek De onderzoeksvragen werden beantwoord aan de hand van een document studie, observaties en 13 semigestructureerde interviews. In totaal werden 8 huisartsen (die allen in meer of mindere mate patiënten verwezen naar de stadspoli) geïnterviewd. Gekozen werd voor huisartsen met verschillende kenmerken; in geografische locatie (Maastricht/Heuvelland), deelname pilot (wel/niet), Leeftijd (50-/50+ jaar), soort praktijk (Solo/Duo). Daarnaast werden 5 specialisten werkzaam op de stadspoli geïnterviewd. Als theoretisch kader werd het 7S model van McKinsey gebruikt. Dit model maakt inzichtelijk in welke elementen stimulerende en belemmerende factoren worden ervaren en waar veranderingen moeten worden doorgevoerd. De 7 elementen betreffen harde elementen: Strategy, Structure en System (makkelijker te identificeren) en zachte elementen: Shared values, Staff, Skills en Style. Een achtste element werd toegevoegd: omgevingsfactoren. Wanneer deze 8 elementen niet in balans zijn moet een veranderplan worden opgesteld. De interview vragen waren gebaseerd op deze 8 elementen.
Belangrijkste resultaten: Schematische weergave van het verwijsproces via TIPP Referral process Patient
GP
Patient with a medical complaint
Consultation with GP
PC+ consult?
TIPP
Ms in PC+ centre
Receiving information from GP Preparing information and sending information to Ms after the appointment is made
Preparing consultation
yes
yes
no Consultation PC+
Other treatment Making referral in HIS and sending this to TIPP
Making the appointment at PC+ Making an advice report for GP And sending this to GP
Contacting TIPP
Receiving information from TIPP and waiting for advice report to continue with policy
Receiving advice report Taking action with the patient
Providing information to GP
Phase
Patient treated
GP: General practitioner Ms: Medical specialist
PC+: Primary care plus (anderhalvelijnszorg)
Belangrijkste resultaten: De meeste huisartsen en specialisten waren erg kritisch over de onderlinge samenwerking en communicatie binnen de nieuwe setting van anderhalvelijnszorg. De meeste problemen werden ervaren in de ‘harde’ elementen. De ‘zachte’ elementen waren vaak moeilijk te identificeren. Noodzakelijke veranderingen genoemd door respondenten binnen de harde elementen: In tabel 1 staan de aandachtspunten en mogelijke oplossingen die prioriteit hebben volgens de respondenten. Tabel 1: Aandachtspunten en mogelijke oplossingen
Aandachtspunten
Mogelijke oplossing
Verwijzing naar stadspoli via TIPP
Directer kunnen verwijzen naar de stadspoli Verkennen of de Tipp functie binnen de communicatie moet worden herzien of aangepast. Communicatie verbeteren met ICT applicaties (b.v. beveiligd mail netwerk, chat sessie).
Geen snellere communicatie/ niet meer communicatie dan voorheen (geen beveiligd mailnetwerk om vragen te kunnen stellen) Verwijsbrief is niet altijd compleet Geen directe communicatie Probleem niet altijd helder
Verbeteren van de informatie verstrekking in het verwijsproces (verbeteren lay-out van de verwijzingen) Meer gebruik maken van de telefoon (plannen telefonisch consult) Multidisciplinair overleg tussen zorgverleners in de anderhalvelijn (team meeting plannen)
Naast de noodzakelijke veranderingen op het gebied van samenwerking en communicatie werden ook nog andere aspecten benoemd om het project te verbeteren. Dit betreffen zowel harde als zachte elementen, zie tabel 2. Tabel 2: overige aspecten
Aandachtspunten
Mogelijke oplossing
Wederzijdse verwachtingen niet helder
Gebruikersraad debat/ multidisciplinair overleg Eventueel een stadspoli voorziening in regio Heuvelland realiseren Verder ontwikkelen: gebruik maken van ‘early adopters’, PR, financiële vergoeding
Locatie van de stadspoli: niet altijd geschikt om gezamenlijk consult te houden Project moet verder opschalen
Conclusies De samenwerking en communicatie tussen huisarts en specialist in de nieuwe setting van anderhalvelijnszorg is volgens de respondenten nog niet optimaal. De meningen en ervaringen omtrent samenwerken en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg liepen echter uiteen. Momenteel zijn de 8 elementen uit het 7S model of McKinsey niet in balans. Binnen de verschillende elementen werden verbeterpunten gesignaleerd die aangepakt dienen te worden om een ideale situatie rondom samenwerken en communicatie te realiseren. Er zijn vijf prioriteiten die een directe relatie hebben met samenwerken en communicatie namelijk: 1) Directer kunnen verwijzen, 2) Communicatie verbeteren met ICT applicaties, 3) Verbeteren van de informatie
verstrekking naar elkaar, 4) Meer gebruik maken van de telefoon, 5) Multidisciplinair overleg. Het innovatieve concept is nog erg in ontwikkeling. Gedurende dit onderzoek heeft de onderzoeker te maken gehad met veel veranderende componenten. Het onderzoek is een momentopname van een innovatie die nog volop in ontwikkeling is. De interviews zijn gehouden in Januari 2015. Aanbevelingen voor verder onderzoek Aanbevelingen voor de praktijk: - Ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie omtrent samenwerken en communicatie binnen de anderhalvelijnszorg (lang termijn doel). - Overleg tussen huisartsen en specialisten over hoe men wil samenwerken en communiceren met elkaar. De gebruikersraad kan hier een belangrijke rol in spelen. Belangrijk is dat alles goed wordt gecommuniceerd naar de achterban. - Onderzoeken of de huidige ICT faciliteiten voldoen aan de behoeften van de huisartsen/ specialisten. Belangrijk is dat eerst de ‘zachte elementen’ verder bekeken moeten worden waarbij gebruikt moet worden gemaakt van het ‘double loop learning principle’. Dit principe houdt in dat aannames die gedaan zijn opnieuw worden bekeken. Aanbevelingen voor onderzoek: - Het is nodig om de ‘zachte elementen’ verder te onderzoeken m.b.t. samenwerking en communicatie. - Meer triangulatie van data is nodig om validiteit van het onderzoek te vergroten. Dit kan gedaan worden middels een grotere onderzoekspopulatie. - Verder onderzoek naar samenwerking en communicatie binnen anderhalvelijnszorg wanneer meer deelname is bereikt. Dit kan middels interviews/ WIZDIZ vragenlijst. - Een interventie die samenwerking en communicatie verbeterd kan worden getest in een ‘mixed method’ studie. - Om kwalitatief goede zorg te verlenen zijn interdisciplinaire samenwerking en communicatie belangrijke aspecten. grootschaliger onderzoek naar samenwerking en communicatie tussen andere eerstelijns zorgverleners (e.g. fysiotherapeuten/ ergotherapeuten/verpleegkundigen) kan daarom belangrijk zijn. Beleidsaanbevelingen: - Meer aandacht voor (na-)scholing op gebied van samenwerking en communicatie tussen zorgverleners. Thema’s hierin kunnen zijn: noodzaak van samenwerking voor de kwaliteit van zorg en effectiever communiceren. Meer informatie? Voor meer informatie of vragen kunt u contact opnemen met Judith Hazelzet (
[email protected]) of Anna Huizing (
[email protected]), coördinator chronische zorg en onderzoek, ZIO