Zorg Beter met Vrijwilligers Fase 2 is een implementatieproject van Vilans, MOVISIE en Fonds NutsOhra.
Samenspel binnen kleinschalig wonen Handreiking voor bijeenkomsten met vrijwilligers en beroepskrachten over samenwerking in kleinschalige woonvormen. De handreiking hoort bij de film ‘Samenspel binnen kleinschalig wonen’.
Zorg Beter met Vrijwilligers | Postbus 8228 | 3503 RE Utrecht | T 030 789 23 07 | F 030 789 25 99 | E
[email protected]
INHOUD
1 Inleiding
3
2
5
Visie op vrijwillige zorg
3
Thema’s uit de film • Opmerkingen vooraf • Communicatie • Rollen, taken en talenten • Vertrouwen en loslaten • Waardering • Inbedding in de organisatie • Samen, maar toch apart
7 7 8 9 11 12 13 14
4 Dilemma’s
16
5
19
Meer weten?
6 Bijlagen
Colofon
20 23
1. Inleiding Deze handreiking hoort bij de film ‘Samenspel bin-
De film en handreiking zijn bedoeld voor opleiders,
nen kleinschalig wonen’, een film over de samen-
trainers en andere medewerkers die voorlich-
werking tussen vrijwilligers en beroepskrachten
tings- en trainingsbijeenkomsten verzorgen voor
in kleinschalige woonvormen voor ouderen met
vrijwilligers en beroepskrachten. Juist omdat het
dementie. De film, een coproductie van Woonzorg
samenspel centraal staat, richt de handreiking zich
Flevoland en Vilans/MOVISIE, is onderdeel van het
op zowel vrijwilligers als beroepskrachten.
project ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’. Vilans en MOVISIE versterken met dit project de kwaliteit
De materialen zijn ook zeer goed bruikbaar voor
van het vrijwilligerswerk binnen zorgorganisaties.
een bijeenkomst van teamleiders en managers die met elkaar in gesprek willen over de plaats van
Werken in kleinschalige woonvormen vraagt van
vrijwilligers in kleinschalige woonvormen en de
vrijwilligers en beroepskrachten een grote mate
voorwaarden die nodig zijn voor een goed samen-
van zelfstandigheid, flexibiliteit en creativiteit.
spel met beroepskrachten. Verder vormen film en
Om een woongroep goed te laten functioneren,
handreiking een uitstekend instrument om tijdens
hebben ze elkaar hard nodig. Samen zorgen ze
een teamoverleg of intervisiebijeenkomst het
voor een goede sfeer, een ‘thuisgevoel’ en zorg
onderwerp ‘Samenspel binnen kleinschalig wonen’
en ondersteuning van goede kwaliteit.
te bespreken.
In kleinschalige woonvormen hebben vrijwilligers
Werkwijze
intensief contact met cliënten en medewerkers.
Van u als opleider/trainer vraagt het gebruik van
De film toont wat hun werk inhoudt en brengt
deze handreiking enige bekendheid met de
thema’s in beeld die een rol spelen in het samen-
samenwerking en interactie tussen beroepskrach-
spel tussen vrijwilligers en beroepskrachten. Verder
ten en vrijwilligers op de werkvloer. Ook is het
presenteert de film enkele dilemma’s. Bijvoorbeeld
van belang dat u op de hoogte bent van de visie
over communicatie met vrijwilligers en grenzen
die uw instelling heeft op vrijwillige zorg en de
aan de inzet en betrokkenheid van vrijwilligers.
manier waarop deze tot uiting komt in de dagelijkse praktijk. U kunt uw kennis hierover opfrissen bij
Doel en doelgroep
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl.
De handreiking en film willen uitnodigen tot gesprek, uitwisseling en discussie over de samen-
Tijdens trainingsbijeenkomsten is de film ‘leidend’.
werking tussen beroepskrachten en vrijwilligers.
Deze kunt u in haar geheel tonen (circa 10 mi-
Terugkerende vragen zijn: ‘Hoe doen wij dat hier?
nuten) en kort nabespreken aan de hand van de
Wat gaat goed? Wat willen we veranderen? Hoe
eerste indrukken en opmerkingen. De thema’s en
pakken we dat aan?’ Het tonen en bespreken van
dilemma’s die de handreiking presenteert, zijn
de film is daarbij niet bedoeld als een op zichzelf
direct ontleend aan filmscènes. Deze kunt u naar
staande activiteit, maar als onderdeel van een
eigen inzicht – afhankelijk van de samenstelling
groter traject dat zich richt op versterking van het
van uw groep – behandelen.
samenspel tussen vrijwilligers en zorgmedewerkers.
3
De handreiking en film maken een thematische behandeling van de verschillende onderwerpen mogelijk. Tijdens een bijeenkomst kunt u heel gericht bepaalde scènes tonen en bespreken. Dat betekent dat u kunt ‘shoppen’: de film en handreiking zijn ook in onderdelen zeer goed bruikbaar.
Leeswijzer De handreiking bestaat uit de volgende hoofdstukken: • Hoofdstuk twee: visie op de inzet van vrijwilligers in kleinschalige woonvormen. • Hoofdstuk drie: thema’s die u bij de bespreking van de film met beroepskrachten en vrijwilligers aan de orde kunt stellen. De thema’s zijn geënt op scènes uit de film. • Hoofdstuk vier: dilemma’s die zich in het samenspel voordoen. • Hoofdstuk vijf: verwijzingen naar meer informatie over het samenspel tussen beroepskrachten en vrijwilligers. Het betreft vooral materialen die het resultaat zijn van ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’. • Hoofdstuk zes: checklists en werkvormen bij de bespreking van de filmthema’s.
4
2. Visie op vrijwillige zorg ‘Voor mij is het belangrijk dat mensen plezier heb-
lichaam. Ook de woonomgeving, het sociale leven,
ben en dat ze het leuk vinden dat ik met hen bezig
het mentaal welbevinden en de autonomie,
ben’, zegt Marijke Tjabbes. Zij werkt als vrijwillig-
de regie over het eigen leven, zijn belangrijke do-
ster bij Woonzorg Flevoland. Zo ook Alberdien Nij-
meinen. Individuele zorgleefplannen zijn uit deze
enhuis die haar baan kwijtraakte, maar niet thuis
domeinen opgebouwd. Deze integrale visie op
wilde blijven zitten. ‘Dit is een mooie invulling van
zorg vereist zorgmedewerkers die vraaggerichte en
mijn tijd’, vindt Alberdien, ‘het is fijn dat ik er voor
belevingsgerichte zorg bieden.
iemand kan zijn en nodig ben.’
Inzet vrijwilligers onmisbaar Alberdien en Marijke werken als (woongroep)
In de ideale wereld hebben verzorgenden
vrijwilligers bij Woonzorg Flevoland. Nederland
voortdurend oog en oor voor hun cliënten. Ze
telt in totaal ruim 450.000 mensen die ervoor
hebben tijd voor een praatje, drinken koffie en
kiezen om hun talenten en een deel van hun tijd
kunnen op vragen ingaan. Maar in een periode
vrijwillig in te zetten voor hun medemens. Daarvan
dat jaarlijks op zorgbudgetten bezuinigd wordt,
doen 150.000 vrijwilligers dat binnen verzorgings-
trappen zorgorganisaties op de rem. Zij perken
en verpleeghuizen en gehandicaptenorganisaties.
hun aanbod in. De aanvullende inzet van
Gelukkig maar, want cliënten hebben er baat bij.
vrijwilligers is dan van grote waarde om cliënten
Zij krijgen extra aandacht. Er is iemand die naar hen
een zo aangenaam mogelijk leven te bieden.
luistert, met hen naar buiten gaat om te wandelen, een spelletje met hen doet of uit de krant voorleest.
Zo zijn Simon Plas en Sandra Eekma, beiden
De inzet en aandacht van vrijwilligers draagt ertoe
werkzaam als Psycho Geriatrisch Psychiatrisch (PGP)
bij dat cliënten ‘kwaliteit van leven’ ervaren.
Verzorgende bij Woonzorg Flevoland, blij met het
Binnen het project ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’,
werk van vrijwilligers als Marijke en Alberdien.
een project dat de kwaliteit van het vrijwilligers-
‘Er zijn zoveel momenten dat we handen te kort
werk verbetert, ontvouwen Vilans en MOVISIE hun
komen’, weet Simon, ‘vrijwilligers nemen heel veel
visie op vrijwillige zorg. Woonzorg Flevoland
werk uit handen van het vaste personeel, zodat
is binnen dat project een van de deelnemende
het voor iedereen prettig blijft om op de afdeling
koploperorganisaties. Het streven is dat alle
te werken.’ Sandra zou zonder vrijwilligers zelfs
zorgorganisaties werken vanuit een heldere visie
niet goed kunnen functioneren op de werkplek. ‘Ik
en een duidelijk beleid ten aanzien van vrijwillige
heb het gevoel dat ze compleet bij het team
zorg (meer informatie over visie en vrijwilligersbe-
horen’, zegt ze.
leid vindt u in het dossier Beleid op de website
Haar manager Marjan Bel beaamt dat je
(www.zorgbetermetvrijwilligers.nl).
vrijwilligers niet los kunt zien van het team. ‘Ze leveren een groot aandeel in de zorg rondom de
Integrale zorg
cliënten. Met hun werk vullen ze het werk van de
Opvattingen over zorg en ondersteuning zijn de
beroepskrachten aan.’ Woonzorg Flevoland ziet
afgelopen jaren sterk veranderd. In de huidige
vrijwilligers niet in de rol van ‘gatenvullers’, maar
visie op zorg staat de cliënt centraal en overheerst
wil juist de meerwaarde van vrijwilligers benutten
de gedachte dat een mens meer is dan zijn
door gebruik te maken van hun specifieke talenten.
5
Kwaliteiten vrijwilligers staan voorop Inzet van vrijwilligers is veel meer dan een middel om het aanbod van de zorgorganisatie op peil te houden. Natuurlijk speelt dat een belangrijke rol, maar het zou kortzichtig zijn om vrijwilligers als een verlengstuk van beroepskrachten te zien. Zij hebben eigen kwaliteiten die voor cliënten zeer waardevol zijn. ‘Bij Woonzorg Flevoland kijken we niet zozeer naar wat we nodig hebben, maar naar wat vrijwilligers kunnen’, zegt Sandra Eekma.‘ De ene vrijwilliger leest graag voor, de andere komt met de aaihond en een derde dekt graag de tafel en ruimt op.’ Binnen een klein team kunnen beroepskrachten prima anticiperen op de verschillende werkzaamheden die vrijwilligers verrichten. Het is zonder meer verstandig wanneer organisaties uitgaan van wat vrijwilligers zelf graag willen. Zij willen plezier hebben in wat ze doen. Zij willen hun ervaring en talenten inzetten omdat ze daar nu juist veel voldoening uit halen. Wie dat negeert zal moeite ondervinden bij het werven en behouden van vrijwilligers.
Zorg als coproductie Woonzorg Flevoland ziet zorgverlening niet als het alleenrecht van beroepskrachten. Er is sprake van een coproductie waarin beroepskrachten, vrijwilligers, familie en cliënten hun eigen rol spelen. Hoe beter het samenspel tussen deze betrokken groepen, hoe beter de kwaliteit van leven van cliënten. Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 5 ‘Meer weten?’.
6
3. Thema's uit de film Het samenspel tussen beroepskrachten en vrijwil-
Structuur thema’s
ligers kent verschillende aandachtspunten. Hoe
Bij ieder thema staat een tijdsaanduiding, bijvoor-
is de rol- en taakverdeling? Hoe verloopt de com-
beeld: filmbeelden vanaf 01:28. Desgewenst kunt
municatie? Is het vrijwilligerswerk ingebed in de
u een filmfragment herhalen. Verder geeft de
organisatie? Voelen vrijwilligers zich gewaardeerd?
handreiking een structuur voor de behandeling
Deze en tal van andere vragen, komen in de film
van de thema’s. Deze bestaat uit:
‘Samenspel binnen kleinschalig wonen’ aan bod. Hoofdrolspelers in deze film zijn Marijke Tjabbes
1. Citaat dat het thema typeert.
en Alberdien Nijenhuis (vrijwilligers), Sandra Eek-
2. Context: informatie ter markering van het
ma en Simon Plas (PGP verzorgenden) en Marjan Bel (manager kleinschalig wonen). In verschillende
thema. 3. Vragen en aandachtspunten: vragen, aandachts-
scènes maken zij duidelijk hoe de samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers in een
punten, overwegingen en tips die relevant
kleinschalige woonvorm gestalte krijgt.
zijn voor het thema. Afhankelijk van de samenstelling van de groep (beroepskrachten en/
Deze handreiking wil, naar aanleiding van de film,
of vrijwilligers) kunt u differentiëren in de vraagstelling. Centraal staat het samenspel, de
uitnodigen tot gesprek, uitwisseling en discussie
over thema’s die in de samenwerking tussen vrij-
4. Hoe doen jullie dat? Om het thema te operatio-
willigers en beroepskrachten een rol spelen. Daarbij zijn steeds terugkerende vragen: ‘Hoe doen wij
naliseren volgen de vragen: Herkennen jullie
dat hier? Hoe kan het anders? Hoe pakken we dat aan?’
interactie tussen beroepskrachten en vrijwilligers.
wat hier gebeurt? Hoe doen jullie dat? Wat werkt goed? Waar loop je tegenaan? Wat wil je
veranderen? Wat is daarvoor nodig? Hoe pak je dat aan? Wie onderneemt actie?
Opmerkingen vooraf
5. Werkvormen. Enkele, bij de verschillende the-
Als trainer of opleider kunt u de thema’s en dilemma’s die hieronder zijn uitgewerkt, bespreken tijdens bijeenkomsten met vrijwilligers en beroeps-
ma’s, terugkerende tips voor werkvormen die u
kunt gebruiken. Enkele werkvormen zijn in deze publicatie opgenomen als bijlage.
krachten. De volgorde van de thema’s valt samen met de chronologie van de film. Bij de behandeling
De verwijzingen, vragen en werkvormen zijn niet
van de thema’s en dilemma’s is gebruik gemaakt
volledig, maar bedoeld ter ondersteuning. Uiter-
van het WIFA model. Dit model onderscheidt in de
aard kunt u uw eigen vragen formuleren en putten
samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrach-
uit eigen voorbeelden, werkvormen en casuïstiek.
ten vier belangrijke onderdelen: Waarderen, Informeren, Faciliteren en Afstemmen (zie het
Beginsituatie
dossier Samenwerken op de website
Belangrijke vraag is wat de beginsituatie is van
(www.zorgbetermetvrijwilligers.nl).
de groep voor wie u de voorlichting of training verzorgt. Zijn de deelnemers bekend met de visie van de organisatie op vrijwilligerswerk? Hebben vrijwilligers en beroepskrachten al ervaring met
7
‘samenspel’, het in een coproductie bieden van
hetzelfde doel: goede zorg verlenen en onder-
zorg en ondersteuning aan cliënten? Hebben zij
steuning bieden met aandacht voor welzijn en
vragen die ze aan elkaar of aan u willen voorleg-
welbevinden van cliënten. Goede communicatie
gen? Welke verwachtingen hebben zij ten aanzien
is nodig om dat doel te bereiken. Dat betekent
van de bijeenkomst en (nog) belangrijker: welke
onder andere dat je elkaar informeert, je verwach-
verwachtingen leven er ten aanzien van elkaar en
tingen uitspreekt en open staat voor het delen van
welke kijk hebben zij zelf op de inzet van vrijwil-
elkaars ervaringen en vragen. Goede communica-
ligers en de samenwerking?
tie is de smeerolie van het zorgverleningsproces. Miscommunicatie leidt tot ruis, misverstanden en
Voor u als trainer/begeleider is het relevant dat u
(verzwegen) onvrede. Om goede zorg te verlenen
weet heeft van deze vragen, ervaringen en
hebben vrijwilligers informatie nodig over cliënten
verwachtingen en daarop kunt aansluiten. Per slot
en het reilen en zeilen in de woongroep. Soms be-
van rekening is het belangrijk om tijdens bijeen-
treft het persoonlijke informatie die de vrijwilliger
komsten met vrijwilligers en beroepskrachten
aanknopingspunten biedt voor een praatje. Soms
maatwerk te leveren en gebruik te maken van de
gaat het om informatie over bijzonderheden in het
ervaring die reeds voorhanden is. De film biedt u
gedrag van cliënten, zodat vrijwilligers zich daarop
ingangen om met uw groep aan de slag te gaan.
kunnen instellen. Beroepskrachten die informatie delen, mogen van vrijwilligers verwachten dat zij
Thema’s die de film presenteert
er respectvol mee omgaan. Sommige organisaties gebruiken daarvoor een gedragscode die zij door vrijwilligers laten ondertekenen.
1. Communicatie - (Filmbeelden vanaf 01:28) ‘Eigen aan kleinschalig wonen is dat het heel
Vragen en aandachtspunten
intiem is, het is heel klein. Je hebt een klein aantal
Beroepskrachten en vrijwilligers die op dezelfde af-
cliënten, een kleine groep personeel. Je bent heel
deling of woongroep werkzaam zijn, moeten van
erg op elkaar aangewezen. Dus de communicatie
elkaar op de hoogte zijn wie wat doet en wanneer.
tussen vrijwilligers en personeel moet gewoon heel
Het is belangrijk dat ze weten welke beelden en
erg goed zijn’ (Sandra Eekma).
verwachtingen ze van elkaar hebben. En dat ze el-
‘De contacten verlopen heel soepel. Gewoon ge-
kaar informeren over zaken die relevant zijn in de
durende de dag en over en weer. Als ik een vraag
zorg voor de cliënten. De volgende punten zijn van
heb, stel ik hem aan de medewerker en als de me-
belang:
dewerker een vraag heeft dan kunnen ze die aan mij stellen. Dat is geen enkel probleem’ (Marijke Tjabbes).
1. Vrijwilligers moeten goed geïnformeerd zijn over cliënten. Bijvoorbeeld over: mobiliteit, eten, drinken, medicijngebruik, levensverhaal,
Context Zorgverlening is een coproductie van vrijwilligers
wensen en voorkeuren. 2. Vrijwilligers die in een 1-op-1 relatie met een
en beroepskrachten. Daarin hebben zij verschil-
cliënt werken hebben regelmatig contact nodig
lende taken en verantwoordelijkheden, maar
met de EVV-er of contactverzorgende van de
8
betreffende cliënt. Hoe gaat het met hem of
2. Rollen, taken en talenten - (Filmbeelden
haar? Wat zijn de speciale achtergronden van
vanaf 01:57)
de cliënt? Wat vermeldt het zorgleefplan?
‘Vrijwilligers binnen kleinschalige woonvormen
3. Beroepskrachten hebben baat bij informatie
vervullen verschillende rollen. Ze ondersteunen bij
van vrijwilligers. Bijvoorbeeld van een
het ontbijt, helpen mee bij activiteiten, ondersteu-
groepsvrijwilliger, die assisteert bij activiteiten
nen bij de maaltijd ’s avonds. We hebben iemand
en in de huiskamer bezig is. Deze vrijwilliger
die met een ’aaihond’ komt, we hebben op allerlei
ziet, hoort en ervaart dingen die ook voor de
vlakken vrijwilligers’
beroepskracht belangrijk zijn.
(Marjan Bel).
4. Vrijwilligers moeten hun verhalen en signalen
‘We vragen geen vrijwilligers op basis van wat wij
kwijt kunnen. Dan voelen ze zich meer
willen, of nodig hebben, maar we kijken naar wat
serieus genomen en blijven ze enthousiast en
ze te bieden hebben en wat ze kunnen’ (Sandra
gemotiveerd.
Eekma).
5. Het is belangrijk om, naast het elkaar informeren en afspraken maken, de afgesproken
Context
werkzaamheden te evalueren en feedback te
Vaak is de verleiding groot om vrijwilligers als ver-
geven.
lengstuk van de beroepskracht te zien: gewoon een paar ‘extra handen’. Hoe begrijpelijk ook, toch
Hoe doen jullie dat?
schuilt daarin een gevaar. Vrijwilligerswerk is
Naar aanleiding van bovenstaande aspecten, even-
weliswaar niet vrijblijvend, maar nog wel steeds
tueel aangevuld met elementen die vrijwilligers
vrijwillig. Vrijwilligers willen plezier hebben in wat
en/of beroepskrachten zelf aandragen, kunt u
ze doen, ze willen hun ervaring en hun talenten
vragen:
inzetten omdat ze dáár nu juist veel voldoening
• Herkennen jullie wat hier gebeurt?
uithalen. Woonzorg Flevoland waardeert dat en
• Hoe doen jullie dat?
wil vrijwilligers aanspreken op waar ze goed in
• Wat gaat goed? Waar loop je tegenaan?
zijn. Dat kan soms betekenen dat wensen van de
• Wat wil je veranderen? Hoe pak je dat aan? Wie
woongroep niet direct overeenkomen met wat
onderneemt actie?
vrijwilligers graag willen. Het vinden van een goede ‘match’ vraagt dan om iets meer inspanning en een
Werkvormen
creatieve houding. Dat kan tot mooie resultaten
Bijvoorbeeld:
leiden: bijvoorbeeld een vrijwilliger die regelmatig
• Checklist informeren van vrijwilligers
langskomt met een zogenaamde aaihond.
(zie bijlage 1) • Schaalvraag (zie bijlage 3)
Vrijwilligers functioneren in verschillende rollen:
• Bespreking van een casus
als begeleider en ondersteuner, als woongroepvrij-
• Op www.vilans.nl/communiceren vindt u com-
williger of 1- op -1 vrijwilliger. Hun taken vloeien
municatiewerkbladen die specifieke thema’s
daaruit voort. In kleinschalige woonzorgvormen
behandelen en tips en werkvormen aanbieden.
zie je vrijwilligers die onder andere: activiteiten (mee)organiseren; helpen bij uitstapjes; samen
9
de tuin verzorgen; spelletjes doen en wandelen;
Hoe doen jullie dat?
begeleiden bij kerkbezoek en ziekenhuisafspraak.
Naar aanleiding van bovenstaande aspecten, even-
Dit zijn uitgerekend de activiteiten die beroeps-
tueel aangevuld met elementen die vrijwilligers
krachten als ‘leuke dingen’ en extraatjes zien.
en/of beroepskrachten zelf aandragen, kunt u
Activiteiten die er bij hen vaak bij in schieten,
vragen:
omdat ze vooral druk zijn met hun meer verzor-
• Herkennen jullie wat hier gebeurt?
gende taken en handelingen. En hoewel er tijdens
• Hoe doen jullie dat?
de uitvoering van de dagelijkse zorg óók ruimte
• Wat gaat goed? Waar loop je tegenaan?
is om aandacht aan het welbevinden van cliënten
• Wat wil je veranderen? Hoe pak je dat aan? Wie
te besteden, kan dat toch tot frustraties leiden.
onderneemt actie?
Daarom is het in het samenspel tussen beroepskrachten en vrijwilligers belangrijk om werkzaam-
Werkvormen
heden goed af te stemmen en open te communi-
Bijvoorbeeld:
ceren over taken en rolverdeling.
• Vrijwilligersscan (zie dossier Samenwerken op
Vragen en aandachtspunten
kunt u gebruiken om op een snelle en effectieve
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl). Deze scan 1. Maak goede afspraken over de rolverdeling en over de taken die de vrijwilliger – woongroepvrijwilliger of 1- op -1 vrijwilliger – uitvoert.
wijze te inventariseren hoe vrijwilligers en beroepskrachten op dit moment de samenwerking ervaren.
2. Houd bij het maken van afspraken over taken
• Schaalvraag (zie bijlage 3).
en activiteiten rekening met de talenten en
• Bespreking van een casus.
mogelijkheden van vrijwilligers. Dat betekent vaak dat afspraken individueel en op maat zijn. 3. Afstemmen is tweerichtingsverkeer. Stem als beroepskracht en vrijwilliger onderling af wie wat doet, hoe diegene dat doet en wanneer. 4. Bied duidelijkheid over de grenzen van vrijwilligerswerk. Zo heeft de vrijwilliger bijvoorbeeld geen verzorgende taken. Hij zal ook geen medicijnen uitdelen. Discussieer binnen de organisatie over de grenzen van vrijwilligerswerk. Welke werkzaamheden mogen zij wel of niet uitvoeren en waarom? (zie ook de Vilansnotitie ‘Grenzen verleggen’ in dossier Grenzen op
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl).
10
3. Vertrouwen en loslaten - (Filmbeelden vanaf 02:40) ‘Voor sommige collega’s was het wel een inbreuk op hun ‘familiegevoel’. Je moet als beroepskracht
2. Maak een overzicht van de vrijwilligers en vermeld wanneer ze werken en wat ze doen. 3. Drink samen koffie en wissel ervaringen uit over hoe het gaat.
de zorg voor jouw cliënt overlaten aan een vrij-
4. Vraag aan het einde van de dag eens of je
williger, een voor jou onbekend iemand. Ja, dan
‘lekker gewerkt hebt’.
moet je toch wel eerst iets loslaten. Maar het werd
5. Maak samenwerking tussen vrijwilligers en
snel geaccepteerd, want collega’s merken ook: het
beroepskrachten tot een vast bespreekpunt van
is toch wel handig dat we extra handen hebben’
het werk- en teamoverleg.
(Simon Plas).
6. Vraag vrijwilligers om input en laat hen zo af en toe participeren in het teamoverleg.
Context Vrijwilligers treden binnen in het domein van de
Hoe doen jullie dat?
beroepskrachten. Dat is nieuw en onwennig.
Naar aanleiding van bovenstaande aspecten, even-
Beroepskrachten en vrijwilligers moeten eerst
tueel aangevuld met elementen die vrijwilligers
ervaren hoe het is om samen te werken.
en/of beroepskrachten zelf aandragen, kunt u
Belangrijke vraag is hoe snel en soepel zorgmede-
vragen:
werkers ‘hun cliënten’ toevertrouwen aan de zorg
• Herkennen jullie wat hier gebeurt?
van vrijwilligers. De vaste teamleden moeten leren
• Hoe doen jullie dat?
loslaten en zien dat de ‘familie’ uitbreiding krijgt
• Wat gaat goed? Waar loop je tegenaan?
met meer ‘handen en harten’. Loslaten kan pas
• Wat wil je veranderen? Hoe pak je dat aan?
wanneer je durft te vertrouwen op de ander. Basis
Wie onderneemt actie?
daarvoor kan liggen in de motivatie die zorgmedewerkers en vrijwilligers delen: ze werken in de
Werkvormen
zorg omdat ze iets voor mensen willen betekenen.
Bijvoorbeeld:
Een vertrouwd gevoel ontstaat als je elkaar leert
• Vrijwilligersscan (zie dossier Samenwerken op
kennen, een relatie opbouwt en ziet wat het voor
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl).
cliënten betekent dat je je samen inzet voor het
• Schaalvraag (zie bijlage 3)
bieden van goede zorg. Gaandeweg groeit dan
• Bespreking van een casus
het gevoel dat je er samen voor je cliënten bent. Je vertrouwt op elkaars inzicht en deskundigheid.
Vragen en aandachtspunten Er zijn verschillende manieren om aan het krijgen van een vertrouwd gevoel te werken. Enkele tips zijn: 1. Stimuleer kennismaking en herkenning door het dragen van badges door beroepskrachten en vrijwilligers en het maken van een ‘smoelenboek’.
11
4. Waardering - (Filmbeelden vanaf 03:00)
Vragen en aandachtspunten
‘Ik merk wel dat ik gewaardeerd word, en dat ’t
Het project Zorg Beter Met Vrijwilligers hanteert
ook wordt uitgesproken door de medewerkers.
het WIFA model (zie dossier Samenwerken op
Dat laten ze duidelijk merken, vind ik’ (Alberdien
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl). WIFA staat
Nijenhuis).
voor Waarderen, Informeren, Faciliteren en Afstemmen.
Context
Het WIFA-onderdeel ‘waarderen’ geeft een aantal
PGP verzorgende Sandra Eekma zou zonder vrij-
tips):
willigers niet goed kunnen functioneren op de
1. Toon aan het einde van de dienst of van de dag
werkplek. ‘Ik heb het gevoel dat ze compleet bij
eens belangstelling voor hoe het ging.
het team horen’, zegt ze. Haar manager Marjan
2. Complimenteer elkaar met wat je doet.
Bel beaamt dat je vrijwilligers niet los kunt zien
3. Plan een speciale bijeenkomst over het
van het team. ‘Ze leveren een groot aandeel in de zorg rondom cliënten. Zij vullen het werk van de
uitwisselen van ervaringen en vragen. 4. Gebruik de Dag/Week van Zorg en Welzijn
beroepskrachten aan.’ Woonzorg Flevoland ziet
(derde week in maart) en de Landelijke Dag van
vrijwilligers niet als een verlengstuk van de
de Vrijwilligers (7 december) om elkaar eens in
beroepskracht. Integendeel: vrijwilligers hebben eigen kwaliteiten die voor cliënten zeer waardevol zijn. Vrijwilligers doen hun werk niet omdat het moet, maar omdat ze dat willen. Ze halen voldoening uit het zich inzetten voor een ander. Iemand die zich met hart en ziel inzet voor zijn medemens verdient regelmatig een schouderklopje of een belangstellende vraag. Het is stimulerend wanneer beroepskrachten en
het zonnetje te zetten. 5. Stel een uitstapje of bedrijfsfeest ook open voor vrijwilligers. 6. Betrek vrijwilligers bij kerstviering en andere feestelijke momenten. 7. Zorg voor scholingsmogelijkheden en onkostenvergoedingen voor vrijwilligers. 8. Erken en waardeer de meerwaarde van vrijwilligers voor cliënten.
vrijwilligers hun waardering voor elkaar uiten en regelmatig stil staan bij hoe de samenwerking
Hoe doen jullie dat?
verloopt. Daar blijft het vuur van branden.
Naar aanleiding van bovenstaande aspecten, even-
Waardering heeft niet alleen te maken met
tueel aangevuld met elementen die vrijwilligers
de inhoud van je werk, maar ook met elkaar
en/of beroepskrachten zelf aandragen, kunt u
serieus nemen, naar elkaar luisteren en weten
vragen:
dat er iets gedaan wordt met de signalen die je
• Herkennen jullie wat hier gebeurt?
(als vrijwilliger) naar voren brengt. Daarnaast
• Hoe doen jullie dat?
spreekt aandacht en waardering ook uit
• Wat gaat goed? Waar loop je tegenaan?
scholingsmogelijkheden, onkostenvergoedingen
• Wat wil je veranderen? Hoe pak je dat aan? Wie
en uitnodigingen voor gemeenschappelijke activiteiten.
12
onderneemt actie?
Werkvormen
daar, zeker in het begin, ondersteuning bij nodig.
Bijvoorbeeld:
Beroepskrachten willen die wel bieden, maar in de
• De checklist Heeft de vrijwilliger een plek? (zie
drukte van alledag blijkt dat erg moeilijk. Daarom
bijlage 2). Deze checklist geeft een overzicht van
is het zo waardevol dat een organisatie goed
wat een vrijwilliger nodig heeft om zijn werk
nadenkt over de inbedding van het vrijwilligers-
goed te doen en zich gewaardeerd te voelen.
werk in de organisatie.
Door deze checklist met elkaar in te vullen, krijg
Op afdeling de Uiterton praat iedereen met ieder-
je als team een beeld van waar verbeterpunten
een, maar zijn Simon en Sandra de speciale con-
liggen. Over zaken die voor verbetering vatbaar
tactpersonen voor vrijwilligers. Zij voeren voort-
zijn, kun je samen afspraken maken.
ganggesprekken met vrijwilligers. Gewoon om te bespreken hoe het gaat, wat de ervaringen zijn en
5. Inbedding in de organisatie
of er mogelijk iets moet veranderen. Soms volstaat
A.- (Filmbeelden vanaf 04:08)
een informeel gesprekje, soms wordt er echt tijd
‘Ik ben aanspreekpunt voor de vrijwilligers. Bij
voor vrijgemaakt. De contactpersonen vervullen
vragen over cliënten of over handelingen die
een brugfunctie op de afdeling. Zij zijn er zowel
verricht moeten worden, kunnen ze bij mij terecht’
voor de vrijwilligers als voor de zorgmedewerkers.
(Simon Plas, contactpersoon voor vrijwilligers).
Verder coacht manager Marjan Bel medewerkers vanaf de zijlijn en is bij Woonzorg Flevoland een
B.- (Filmbeelden vanaf 05:00)
coördinator vrijwilligerswerk actief. Tenslotte
‘Het is fijn om als vrijwilliger zelf nieuwe
werkt de Uiterton met een vaste vrijwilliger die als
vrijwilligers in te werken, omdat ik weet waar
‘maatje’ de nieuwe vrijwilligers wegwijs maakt op
je tegenaan kan lopen. Want als vrijwilliger die
de afdeling.
als eerste op de woongroep kwam, weet ik dat natuurlijk uit eigen ervaring’ (Marijke Tjabbes,
Vragen en aandachtspunten
vaste vrijwilliger op een kleinschalige woongroep).
Hoe beter de inzet van vrijwilligers is georgani-
‘Elke afdeling heeft een vaste vrijwilliger, die
seerd, hoe beter de samenwerking op de werk-
vrijwilligers inwerkt en die de vrijwilliger wegwijs
vloer verloopt. Natuurlijk hebben vrijwilligers
maakt’ (Sandra Eekma, evenals Simon Plas,
ondersteuning nodig. Ze moeten op goede facili-
contactpersoon voor vrijwilligers).
teiten kunnen rekenen. Je kunt je afvragen: • Hoe is het begeleiden en wegwijs maken van
Context ‘Soms is het wel eens lastig als vrijwilligers niet zelfstandig genoeg zijn, omdat wij door onze eigen drukke werkzaamheden niet veel tijd hebben om daar in te begeleiden’, zegt Sandra Eekma (Filmbeeld 05:38). Werken in kleinschalige woonvormen vraagt van vrijwilligers en beroeps-
nieuwe vrijwilligers geregeld? • Is een coördinator vrijwilligerswerk werkzaam? Welke rol en taken vervult deze coördinator? • Is een contactpersoon voor vrijwilligers aangesteld? Welke taken heeft deze contactpersoon? • Welke rol vervullen andere medewerkers in de ondersteuning van vrijwilligers?
krachten een grote mate van zelfstandigheid,
• Op welke voorlichting, scholing & training kun-
flexibiliteit en creativiteit. Vrijwilligers hebben
nen vrijwilligers en beroepskrachten rekenen?
13
Hoe doen jullie dat?
6. Samen, maar toch apart? – (Filmbeelden
Naar aanleiding van bovenstaande aspecten, even-
vanaf 05:58)
tueel aangevuld met elementen die vrijwilligers
‘Een vraag die je wel eens voor een dilemma
en/of beroepskrachten zelf aandragen, kunt u
plaatst is: waar betrek je een vrijwilliger bij en
vragen:
waar liggen de grenzen? Als je een teamuitje
• Herkennen jullie wat hier gebeurt?
hebt, gaan de vrijwilligers dan mee of ga je alleen
• Hoe doen jullie dat?
met je vaste collega’s, als het vaste team?’ (Marjan
• Wat gaat goed? Waar loop je tegenaan?
Bel).
• Wat wil je veranderen? Hoe pak je dat aan? Wie onderneemt actie?
Context Vrijwilligers zijn onderdeel van het reilen en zeilen
Werkvormen
op de woongroep. Tegelijkertijd hebben zij een
Bijvoorbeeld:
andere positie dan de beroepskrachten die het
• Samen invullen en bespreken van de checklist
‘vaste’ team uitmaken. Beroepskrachten hebben,
Heeft de vrijwilliger een plek? (zie bijlage 2) en
vanuit hun professionele achtergrond, andersoor-
de Vrijwilligersscan (zie dossier Samenwerken op
tige verantwoordelijkheden en dragen zorg voor
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl).
de continuïteit van het zorgproces. Daardoor hebben beroepskrachten, die nauw samenwerken met vrijwilligers, ook apart van hen besprekingen. Andersom willen vrijwilligers ook niet overal bij betrokken zijn. Soms vanwege de tijdsinvestering, soms omdat ze niet meer verantwoordelijkheid willen dragen. Beroepskrachten en vrijwilligers delen niet alles, maar moeten wel voldoende van elkaars werkzaamheden en inzet op de hoogte zijn. Het is dus zaak een goede mix te vinden tussen gezamenlijke- en aparte overleggen en activiteiten. Ondanks verschillen in positie maken vrijwilligers en beroepskrachten samen deel uit van hetzelfde team, of dezelfde woongroep. Het gevoel deel uit te maken van een team vertegenwoordigt een belangrijke waarde. Daarom is het belangrijk om gezamenlijk aan activiteiten deel te nemen, uitgenodigd te worden voor feestjes en betrokken te zijn bij teamuitjes. Ook het sturen van een kaartje bij ziekte of een feestelijke gebeurtenis versterkt het teamgevoel.
14
Vragen en aandachtspunten • In hoeverre - en op welke wijze - vind je dat vrijwilligers onderdeel uitmaken van het team? • Hoe staan beroepskrachten tegenover deelname van vrijwilligers aan bijeenkomsten, feestjes en uitjes? • Zijn vrijwilligers geïnteresseerd in deelname aan bijeenkomsten, feestjes en uitjes? • Vind je het als beroepskracht belangrijk om je ‘vaste team’ te behouden? • Waar zou je als vrijwilliger graag bij betrokken zijn en waarbij niet? • Organiseert het team minstens een keer per jaar een gezamenlijke activiteit, voorbereid door een groepje van zowel vrijwilligers als beroepskrachten?
Hoe doen jullie dat? Naar aanleiding van bovenstaande aspecten, eventueel aangevuld met elementen die vrijwilligers en/of beroepskrachten zelf aandragen, kunt u vragen: • Herkennen jullie wat hier gebeurt? • Hoe doen jullie dat? • Wat gaat goed? Waar loop je tegenaan? • Wat wil je veranderen? Hoe pak je dat aan? Wie onderneemt actie?
Werkvormen Bijvoorbeeld: • Vrijwilligersscan (zie dossier Samenwerken op
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl) • Schaalvraag (zie bijlage 3) • Bespreking van een casus
15
4. Dilemma’s De film toont enkele dilemma’s die zich in de samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers voordoen. Het gedrag van met name de beroepskrachten is in de voorbeeldsituaties met opzet wat scherper en prikkelender voorgesteld. Die uitvergroting maakt duidelijker waar het in de samenwerking om draait. Hieronder vindt u drie dilemma’s uitgewerkt.
• Herken je een dergelijke situatie? Hoe zou jij je voelen? Alberdien zegt dat ze wel bij de cliënten zou gaan zitten om een praatje te maken en om te kijken of ze iets kan doen. Zou jij dat ook doen? Hoe zou jij handelen? • Wat zou jij doen als je in de schoenen van Sandra stond? • ‘Als je druk bent is het lastig om tijd te maken’, zegt Sandra, ‘maar ik denk dat je dan prioritei-
Voorbeeld 1: ‘Even wachten……’
ten moet stellen en je moet realiseren dat als je
Hoe ga je om met een nieuwe vrijwilliger tijdens
er vandaag wel tijd insteekt, je er morgen profijt
alle drukte? – (Filmbeelden vanaf 06:12)
van hebt’. Wat vind jij, ben je het met Sandra eens?
Situatie - Vrijwilliger Alberdien komt nieuw op de woongroep. De woonbegeleider (Sandra) is druk
Voorbeeld 2: ‘Zo doen wij dat hier!’
bezig en wordt weggeroepen door een collega.
Hoe ga je om met een vrijwilliger die niet weet
Alberdien weet niet goed wat te doen en wacht in
wat jullie gewend zijn? - (Filmbeelden vanaf 07:46)
de huiskamer. Als Sandra even later terugkomt, heet zij Alberdien welkom en start met een korte
Situatie - De vrijwilliger (Alberdien) en de begelei-
uitleg over het reilen en zeilen van de woongroep.
der (Sandra) zijn beiden in de woonkamer. Het is
Dan wordt Sandra echter opnieuw weggeroepen.
tijd voor de lunch. Alberdien is wat afwachtend.
Alberdien moet alweer wachten. Het is een onge-
Sandra ziet haar aarzelingen en vraagt of ze wil
makkelijke situatie. Wat te doen?
helpen met het dekken van de tafel voor de lunch. ‘De bordjes staan daar in de kast’, zegt ze.
Commentaar
Alberdien pakt de bordjes uit de kast en begint de
‘Voor mij heel herkenbaar’, zegt Marijke Tjabbes.
tafel te dekken. Sandra kijkt bedenkelijk en pakt
‘Je hebt geen idee wat je moet doen’. Simon vindt
dan andere bordjes. Zonder iets te zeggen – maar
het ‘eigenlijk niet kunnen’. ‘Als er een vrijwilliger
met een houding van ‘Zo doen wij dat hier’ - laat
komt, moet je juist dankbaar zijn. Door een vrij-
ze Alberdien merken dat ze de verkeerde bordjes
williger goed op te vangen help je de hele woon-
pakte.
groep. Het is heel onpersoonlijk om te zeggen “Ik heb nu even geen tijd”. Je hebt altijd wel eventjes
Commentaar
de tijd, helemaal op kleinschalige woongroepen’.
‘Uit tijdgebrek komen deze situaties bij ons voor’, vertelt Sandra, ‘We gaan ervan uit dat iemand het
Vragen
wel weet en staan er niet bij stil dat je het ook
• Hoe ben jij ontvangen toen je voor de eerste
anders kan doen. Dus andere bordjes kan pakken
keer als vrijwilliger kwam werken? Hoe ging dat en wat vond je daar van? Had je vooraf bepaalde verwachtingen?
16
of de tafel anders kan dekken dan dat ik dat zelf altijd doe. ’Marijke: ‘Ik denk dat het belangrijk is dat een zorgmedewerker zegt: “Wij doen dat
altijd anders”. Dat mag je rustig tegen een vrijwilliger zeggen. En andersom, als de vrijwilliger zegt: “Dit lijkt me nu wel eens een keertje heel erg leuk”, dan moet daar ook open over gecommuniceerd kunnen worden.’ Alberdien: ‘Ik zou de vrijwilliger adviseren om gewoon haar eigen ding te doen, of om te vragen “Wat is de gewoonte hier binnen het huis?”.
• Vaak gaan vrijwilligers en beroepskrachten op basis van (onuitgesproken) verwachtingen met elkaar om. Spreek jij verwachtingen uit? Hoe doe jij dat? • Wat vind jij de ideale situatie en wat kun je doen om die te bereiken? • Ervaar je veel vrijheid om zaken zelf in te vullen? Hoe is dat bij jullie geregeld en wat vind je daar van? Zou je het anders willen?
In een kleinschalige woonvorm zien vrijwilligers en beroepskrachten alles van elkaar. In deze scène
• Voel jij je wel eens door een ander op de vingers gekeken? Hoe ga je daar dan mee om?
gaat het uiteindelijk minder om het soort bordjes dat je gebruikt, dan om de gewoonte om altijd ‘die bordjes’ te pakken. Iedereen heeft bepaalde gewoontes en doet de dingen misschien net iets anders dan de ander. Dat geldt voor zowel vrijwilligers als beroepskrachten. Iedereen is anders. Als je samenwerkt leer je om te gaan met verschillen. Meestal is dat verrijkend. Soms is het lastig, maar wanneer zeg je daar dan iets van? Op zijn minst mag een verschil in benadering niet tot verwarring bij cliënten leiden. Het is dus altijd zaak om goed te communiceren over wat je doet en waarom je dat doet.
Vragen • Herken je de situatie uit de film? Kun je zelf een voorbeeld noemen en vertellen hoe je je voelde? Wat heb je gedaan? Heb je er samen over gesproken en vond je dat moeilijk? • Heb je het gevoel dat je het als vrijwilliger allemaal snel door moet hebben? Hoe ervaar je dat? • Neem je als begeleider wel voldoende tijd om vrijwilligers goed te informeren en wegwijs te maken? • Zou het ook anders kunnen dan in het filmfragment? Hoe zou jij het aanpakken als je in de schoenen stond van Alberdien of Sandra?
17
Voorbeeld 3: ‘Dat zijn jouw zaken niet!’
Vragen
Wat deel je wel over de cliënt en wat niet? –
• Herken je deze scène? Heb je als vrijwilliger zelf
(Filmbeelden vanaf 09:07)
ooit iets soortgelijks meegemaakt? Hoe reageerde je toen?
Situatie - Twee collega’s (Sandra en Simon) bespre-
• In de scène loopt Alberdien uiteindelijk veronge-
ken de situatie van een cliënt. Vervolgens komt
lijkt weg. Ze heeft er duidelijk geen goed gevoel
een van de vrijwilligers (Alberdien) met een vraag
bij. Hoe zou jij zoiets aanpakken? Zou je er op
over diezelfde cliënt: is er iets veranderd?
terugkomen en je uitspreken over je gevoel?
Simon vindt het lastig: welke informatie mag hij verstrekken? Hij geeft vervolgens een ontwijkend antwoord: ‘Ja er is iets veranderd. Maar dat zijn jouw zaken niet’. Alberdien loopt met een verve-
• Simon zegt in de scène: ‘Heb ik iets verkeerd gezegd?’ Heb jij als beroepskracht wel eens een soortgelijke situatie meegemaakt? Hoe pakte jij dat aan?
lend gevoel weg.
• Algemene regel is dat vrijwilligers alle informa-
Commentaar
doen. Welke informatie hebben vrijwilligers
tie krijgen die ze nodig hebben om hun werk te Vrijwilligers zijn onderdeel van het team en voelen
volgens jou nodig om hun werk goed te kunnen
zich nauw betrokken bij de cliënten. Tegelijkertijd
doen? Ben je tevreden met hoe het nu is? Is er
nemen zij wel een andere positie in dan de vaste
iets dat je zou willen veranderen en hoe pak je
medewerkers en delen daarom niet in álle informatie. Marijke Tjabbes begrijpt dat wel en zegt: ‘Het recht op privacy is heel erg belangrijk en dat
dat dan aan? • Hoe gaan jullie om met vertrouwelijke informatie? Is het duidelijk waar de grens ligt en is dat
moet je respecteren, ook als vrijwilliger.’
besproken met elkaar? Wil je dat er iets in ver-
Veel organisaties geven vrijwilligers om die reden
• In de scène zegt Simon Plas: ‘Er zijn bepaalde
andert? En wat dan? geen recht op inzage in privacygevoelige zorgleefplannen of dossiers. Woongroepvrijwilligers en vrijwilligers die in een 1-op-1 relatie werken, hebben echter wel enige achtergrondinformatie
zaken die vrijwilligers niet mogen weten.’ Ben je dat met hem eens? Kun je daar voorbeelden van geven? • Voel jij je als vrijwilliger wel eens niet serieus
nodig om te weten hoe ze met de betreffende
genomen? Kun je daar een voorbeeld van
cliënt om kunnen gaan. Maar waar ligt de grens?
geven? Hoe heb je gehandeld in die situatie?
Wat deel je wel over cliënten en wat niet? Algemene regel is dat vrijwilligers de informatie krijgen die zij nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen. Simon geeft een voorbeeld: ‘Als iemand Parkinson heeft en een stukje wil gaan lopen, dan moet die vrijwilliger natuurlijk weten dat die cliënt Parkinson heeft en niet gemakkelijk kan opstarten.’
18
5. Meer weten? 1. Voor meer informatie over het samenspel tussen vrijwilligers en beroepskrachten, zie
3. Voor meer informatie over het samenspel met familie, zie:
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl voor onder andere: • Handreiking kleinschalig wonen
• Film ‘Mantelzorg bij kleinschalig wonen’:
http://www.expertisecentrummantelzorg.nl/ smartsite.dws?id=141821.
• Sandra en Siona werken samen met vrijwilligers in de ouderenzorg • Sandra en Siona werken samen met vrijwilligers in de gehandicaptenzorg • Samen sterk voor Welzijn: lesbrief voor beroeps-
• Toolkit Familieparticipatie:
http://vilans.nl/Pub/Home/Onsaanbod/Producten/Producten-ToolkitFamilieparticipatie.html.
krachten in de zorg over samenwerking met vrijwilligers • Samenwerking vrijwilligers en beroepskrachten:
• www.vilans.nl (zoek op trefwoord Familieparticipatie)
het WIFA-model • Checklist Informeren van vrijwilligers (zie ook bijlage 1)
• Themadossier Samenspel op
www.expertisecentrummantelzorg.nl.
• Notitie ‘Grenzen verleggen. Belemmeringen en mogelijkheden voor samenspel tussen formele en informele zorg’. 2. Via www.vilans.nl/communiceren vindt u veel informatie over communicatie, onder andere downloadbare communicatiewerkbladen die specifieke thema’s behandelen en tips en werkvormen aanbieden.
19
6. Bijlagen Bijlage 1
Checklist Informeren van vrijwilligers
1. Vrijwilligers krijgen informatie over het gedrag van de cliënt.
Ja / nee
2. Vrijwilligers krijgen informatie over de medicijnen van de cliënt.
Ja / nee
3. Vrijwilligers krijgen informatie over het ziektebeeld van de cliënt.
Ja / nee
4. Vrijwilligers krijgen informatie over de mobiliteit van de cliënt.
Ja / nee
5. Vrijwilligers krijgen informatie over eten en drinken.
Ja / nee
6. Vrijwilligers krijgen informatie over wat de cliënt fijn vindt en niet.
Ja / nee
7. Wij bespreken met de cliënt waarover de vrijwilliger geïnformeerd moet worden.
Ja / nee
8. Vrijwilligers krijgen van ons die informatie over de cliënt die noodzakelijk is om het vrijwilligerswerk goed te doen.
Ja / nee
9. Regelmatig vragen wij aan de vrijwilliger of hij voldoende informatie heeft om zijn werk goed te doen.
Ja / nee
[Deze checklist is overgenomen uit ‘Samen sterk voor Welzijn’, een lesbrief van Sting (thans V&VN) voor beroepskrachten in de zorg over samenwerking met vrijwilligers in samenwerking met Zorg Beter met Vrijwilligers]
20
Bijlage 2
Checklist ‘Heeft de vrijwilliger een plek?’
1. Als een vrijwilliger klaar is met zijn werk, vraagt één van ons altijd hoe het was, of er nog vragen zijn et cetera.
Ja / nee
2. Vrijwilligers hebben een vaste contactpersoon op onze afdeling.
Ja / nee
3. Vrijwilligers weten welk soort informatie ze aan ons door moeten
Ja / nee
geven (signalen, observaties). 4. Als een vrijwilliger klaar is met zijn werk, vraag ik of hem nog dingen opgevallen zijn aan de cliënt die voor ons belangrijk zijn om te weten.
Ja / nee
5. Vrijwilligers worden op de hoogte gehouden van belangrijke veranderingen voor de cliënt zoals een verhuizing of een ziekenhuisopname.
Ja / nee
6. Vrijwilligers worden uitgenodigd voor afdelingsfeesten.
Ja / nee
7. Vrijwilligers worden tijdig geïnformeerd over het overlijden van een cliënt als zij die kennen.
Ja / nee
8. In het dossier van de cliënt staat genoteerd welke afspraken met een vrijwilliger zijn gemaakt.
Ja / nee
9. Met een vrijwilliger wordt minimaal jaarlijks geëvalueerd (passen de activiteiten nog bij de verwachtingen, hoe loopt het contact met de cliënt/en). 10. Wij sturen de vrijwilliger een kaartje bij bijvoorbeeld verjaardag en (langdurige) ziekte.
Ja / nee Ja / nee
11. Als een vrijwilliger (langdurig) ziek is, informeren wij hem of haar dat er een vervanger is gezocht.
Ja / nee
[Deze checklist is overgenomen uit ‘Samen sterk voor Welzijn’, een lesbrief van Sting (thans V&VN) voor beroepskrachten in de zorg over samenwerking met vrijwilligers in samenwerking met Zorg Beter met Vrijwilligers]
21
Bijlage 3
De schaalvraag Een werkvorm die in tal van situaties zeer goed bruikbaar is.
Beschrijving 1. Leg de schaal uit: Dit kan als volgt: Stel je eens een schaal voor van 0 tot 10, waarbij 10 staat voor de situatie zoals jij wilt dat die wordt. De 0 staat voor de situatie waarin er nog niets is bereikt van de gewenste situatie. 2. Vraag naar de huidige positie: Waar sta je nu op deze schaal? 3. Vraag naar wat er al is: Focus op wat er al zit tussen de 0 en de huidige positie. Voorbeeldvragen: Hoe is het je al gelukt om te komen op de positie waar je nu al bent? Wat heeft geholpen? Wat werkte vooral goed? Wat heeft nog meer geholpen? Vraag goed en aanmoedigend door op de antwoorden. 4. Vraag naar een eerder succes(je): Ga op zoek naar een situatie in het (liefst recente) verleden waarin de vrijwilliger/beroepskracht al wat hoger stond op de schaal. Vragen die je kunt stellen zijn: Heb je al eens wat hoger gestaan dan je huidige positie? Wat is de hoogste positie waarop je recent al eens hebt gestaan op deze schaal? Wat was er toen anders? Wat deed jij toen anders? Wat werkte er toen goed? Moedig de vrijwilliger/beroepskracht aan om even rustig te zoeken naar een voorbeeld. Vraag goed door op een nieuwsgierige toon totdat je levendig voor je ziet wat hij/zij deed dat werkte in deze situatie. 5. Visualiseren van één stapje hoger: Nodig de vrijwilliger/beroepskracht uit om te beschrijven hoe het eruit ziet op een hogere positie op de schaal. Voorbeeldvragen zijn: Hoe ziet één stapje hoger op de schaal eruit? Waaraan merk je straks dat je één stapje hoger bent gekomen? Wat zal er dan anders zijn? Wat kun jij dan doen? 6. Vraag naar het stapje omhoog: Nodig de vrijwilliger/beroepskracht uit om te bedenken welk stapje omhoog hij of zij kan zetten. Voorbeeldvragen: Heeft wat wij hebben besproken jou op een idee gebracht over hoe je een stapje vooruit kunt zetten? Hoe ziet dat stapje eruit?
22
Colofon
© mei 2013, Woonzorg Flevoland, Vilans en
en MOVISIE kunnen u desgewenst ondersteunen,
MOVISIE.
bijvoorbeeld met een kortdurend adviestraject of workshop. Daarmee verbetert u de inzet van vrij-
De film met handreiking Samenspel binnen
willigers in uw organisatie. Bent u benieuwd naar
kleinschalig wonen, een coproductie van Vilans,
wat wij voor uw organisatie kunnen betekenen
MOVISIE en Woonzorg Flevoland, is onderdeel van
en wilt u materialen downloaden? Lees meer op
het project ‘Zorg Beter met Vrijwilligers’.
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl.
Het project verbetert de kwaliteit van het vrijwilli-
Aan ‘Samenspel binnen kleinschalig wonen’
gerswerk in de zorg. De zorg wordt namelijk beter
werkten mee:
mét de inzet van vrijwilligers. Dat gaat niet zon-
Marijke Tjabbes
der betere zorg vóór vrijwilligers. Zorg Beter met
Alberdien Nijenhuis
Vrijwilligers helpt zorgorganisaties hierbij.
Rob Verschuuren
Fase 1 heeft al een schat aan informatiemiddelen
Rinus de Keuning
voortgebracht, zoals: handreikingen, themafol-
Desiree Roosingh
ders, praktijkvoorbeelden en tips. In Fase 2 wordt
Simon Plas
samengewerkt met vijftien zogenaamde koploper-
Sandra Eekma
organisaties om de in Fase 1 vervaardigde mate-
Mark Oord
rialen aan te vullen en te verspreiden. Woonzorg
Marjan Bel
Flevoland is een van de deelnemende organisaties. Met dank aan: Medewerkers, bewoners en familieZorg Beter met Vrijwilligers wordt gefinancierd
leden van Woonzorg Flevoland
door Fonds NutsOhra en uitgevoerd door Vilans en MOVISIE.
Redactie: Gerrit Jagt
Meer weten? Kijk op www.zorgbetermetvrijwilligers.nl
Met medewerking van:
en meld u op de website aan voor het e-zine.
Brigitte Nitsche
Volg actuele ontwikkelingen op Facebook
Wendy van Lier
Zorgvrijwilliger of Twitter @zorgvrijwilliger en
Marsha ‘t Lam
ontmoet anderen die zich beroepsmatig inzetten voor de samenwerking met vrijwilligers of vrijwilli-
Vormgeving:
gers zelf in de LinkedIn groep Zorgvrijwilliger. Hier
Wrikontwerp, Utrecht
kunt u ook deelnemen aan levendige discussies.
Zelf aan de slag? U kunt in uw organisatie zelf aan de slag met alle instrumenten, themafolders en voorbeelden van het project Zorg Beter met Vrijwilligers. Vilans
23
24
www.zorgbetermetvrijwilligers.nl