Samenleving

POSTADRES

BEZOEKADRES

Postbus 250

T

0297 29 16 16

3640 AG Mijdrecht

F

0297 28 42 81

Croonstadtlaan 111

E

[email protected]

3641 AL Mijdrecht

I

www.derondevenen.nl

Vergadering commissie Inwonerszaken/Samenleving Datum:

12 maart 2012

Tijd:

19.30 uur

Plaats:

raadzaal

Registratienummer: Voorzitter:

De heer R. Kroon

Griffier:

Mevrouw E.C.M. den Hartogh

Raadsleden:

De heer E Doorn (D66), de heer A.J.C. Goldhoorn (Ronde Venen Belang), H.J. van der Greft (VVD), mevrouw M.E. Guggenheim-Root (SVAB), mevrouw K.B. Hagen (Lijst 8), de heer E.O. Hoogendijk (CDA), de heer H. Hoogenhout (ChristenUnie-SGP), de heer J.C.A.M. van Kessel (PvdA-GroenLinks-LokaalSociaal), de heer S. Koorn (Lijst 8), de heer F. Lugtmeijer (VVD), de heer J.S. Melkman (SVAB), de heer L.G.J. Rouwenhorst (CDA), mevrouw A. van Uffelen (PvdA-GroenLinks-LokaalSociaal), mevrouw M.M. VerbruggenEzendam (Ronde Venen Belang),

Meesprekers:

Mevrouw M. Wittebol (voorzitter Rekenkamercommissie - agendapunt 6a), de heer M. Verwer (vice-voorzitter Rekenkamercommissie - agendapunt 6a), de heer R. Blom (FC Abcoude - agendapunt 6b), de heer J. Duijsens (Hockeyvereniging Abcoude - agendapunt 6b)

Wethouders:

Mevrouw H.M. Spil (PvdA-GroenLinks-LokaalSociaal) en de heer D.L. Moolenburgh (CDA)

Ambtenaren:

Mevrouw K. van Dijk (agendapunt 5a), de heer B. Bresser (5b), de heer M. Koetsier (6a) en de heer B. de Jong (6b)

Notulist

Mevrouw I.L. Vos (Notuleerservice Nederland)

Notulen 1

Opening De voorzitter verwelkomt alle aanwezigen.

2

Spreekrecht burgers Van het spreekrecht voor burgers wordt geen gebruik gemaakt.

3

Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

4

Vaststellen notulen commissie Inwonerszaken/Samenleving van 13 februari 2012 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.

5

Punten voor de raad van 29 maart 2012

a.

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2012 De Ronde Venen en Verordening afstemming en handhaving 2012 De Ronde Venen (Raadsvoorstel 007/12) Mevrouw Van Dijk vertelt dat het voorstel een aanpassing van diverse wetten betreft. Vanavond is de eerste verordening met betrekking tot toeslagen en verlagingen aan de orde. Voor de noodzakelijke aanpassingen wordt verwezen naar het voorstel. De heer Koorn is benieuwd hoeveel geld de gemeente uitspaarde sinds de invoering van de WIJ (Wet Investeren in jongeren). Waarom geldt de betreffende verordening alleen voor jongeren tot 27 jaar en niet voor iedereen? De heer Van der Greft is benieuwd hoeveel gebruikers de verordening kent. De aanpassing betreft ondermeer te treffen maatregelen. Om hoeveel maatregelen gaat het? Mevrouw Guggenheim vraagt om een nadere uitleg van het ontvangen van een uitkering in combinatie met het bezitten van een eigen woning. Gemeld wordt dat uitkeringsgerechtigden gebaat kunnen zijn bij een extra opleiding. Wie betaalt dergelijke opleidingen? Mag de uitkeringsgerechtigde die een extra opleiding gaat volgen over eigen vermogen beschikken? Mevrouw Van Uffelen hoort graag of de verordening een eigen toepassing is. Gemeld wordt dat voor de uitwerking zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de huidige verordening. Waarom is de diversiteit in toeslagen beperkt tot 10% of 20%? Waren er landelijk andere toeslagen? De heer Hoogenhout constateert dat het vaststellen van de verordening een formaliteit is en voortvloeit uit landelijke wetgeving. In de nieuwe regelgeving moeten kinderen, op basis van de huishoudtoets, meebetalen aan de kosten van de huishouding alvorens bijstand kan worden verkregen. Dat is wel heel rigoureus. Dergelijke regelgeving betreurt de heer Hoogenhout. De heer Doorn sluit zich aan bij de woorden van voorgaande spreker. Uiteindelijk is het landelijk beleid. Het is belangrijk om er in deze gemeente het sociale aspect aan toe te voegen. Welke beweging kan de gemeente laten zien? Het onderwerp verdient een integrale benadering vanuit de diverse (gemeentelijke) diensten. Spreker is benieuwd wat het wezenlijke verschil is tussen beide vormen van beleid. De heer Doorn verwijst naar het commentaar van het Cliëntenplatform. Wat is de inbreng van gemeente De Ronde Venen? De heer Goldhoorn vraagt hoe vaak gebruik wordt gemaakt van de Bbz (Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen). Hoe vaak is het besluit verlengd in gemeente De Ronde Venen? Wethouder Spil vertelt dat de gemeente als lokale overheid het landelijke beleid moet volgen. Als er al sprake van een besparing zou zijn, dan is dat op landelijk niveau. De huishoudtoets doet geen recht aan individuen.

Commissie Inwonerszaken en Samenleving d.d. 12 maart 2012

De wethouder probeerde creatief te denken, maar is beperkt in de mogelijkheden. De huishoudtoets is per 1 juli van kracht voor bestaande huishoudens. De Eerste Kamer keurde het besluit goed onder voorbehoud dat nader onderzoek wordt gedaan naar jongeren en hun kansen. GroenLinks zal Kamervragen stellen. Als gemeente kan niet veel invloed worden uitgeoefend. Als er verschil is tussen de vormen van beleid dan betreft het vooral het minimabeleid. Het Rijk bepaalt de leeftijdgrens van 27 jaar. De gemeente koos ervoor deze lijn te volgen. De leeftijd is vooral relevant als men te maken krijgt met de Wet werken naar vermogen. De verordening kan nauwelijks worden aangepast. Het gaat om uitvoering van landelijk beleid. Mevrouw Van Dijk legt uit dat WIJ gold voor jongeren tot 27 jaar. Om te voorkomen dat er sprake is van een langdurige uitkering wordt een werk-leeraanbod gedaan. Deelname is verplicht voor jongeren onder 27 jaar. Circa 30 uitkeringsgerechtigden tot 27 jaar volgen een werk-leertraject. De gemeente kent ongeveer 300 (algemene) uitkeringsgerechtigden. De cijfers van opgelegde maatregelen heeft mevrouw Van Dijk niet paraat. Indien gewenst kan zij deze nazoeken. Er kan altijd worden afgezien van het opleggen van maatregelen. Eerst worden verwijtbaarheid en omstandigheden onderzocht. Een uitkering is niet afhankelijk van de Waarde Onroerende Zaken in het geval van een eigen woning, maar van het inkomen. Als er sprake is van veel overwaarde kan bijstand worden verleend in de vorm van een krediethypotheek (vordering). In de wet zijn vermogensgrenzen vastgelegd. Voorheen werd gewerkt op basis van toeslagen van 5%, 10% en 20%. Ter vereenvoudiging worden nu toeslagen van 10% en 20% gehanteerd. Echter, alle percentages zijn mogelijk tot een maximum van 20%. Het hanteren van een grote hoeveelheid toeslagpercentages is uitvoeringstechnisch onpraktisch. Utrecht voert het Besluit Bijstandsuitkering Zelfstandigen uit. Tot voor kort werd gemiddeld vijf tot zes maal per jaar een dergelijke uitkering aangevraagd. Wethouder Spil vult aan dat de extra opleidingen worden aangeboden in het kader van re-integratie en participatie. Een zorg van het college van B en W is het feit dat de financiële tegemoetkoming in 2011 met de helft zal worden verminderd. Er komt van alles op gemeenten af. Het college van B en W wil alvast voorsorteren op nieuwe wetgeving. De eerste stappen zijn gezet. De werkgroep ‘decentralisatie’ komt in week 12 voor de eerste keer bijeen. Werkgevers worden benaderd. Als werkgevers actief meewerken, kan iedereen aan het werk. De voorzitter constateert dat het voorstel als hamerstuk kan worden doorgeleid naar de besluitvormende raadsvergadering. b. Integraal accommodatiebeleid gemeente De Ronde Venen (Raadsvoorstel 009/12) De heer Hoogenhout is benieuwd welke accommodaties het beleid betreft. Gaat het om gesubsidieerde accommodaties of ook om andere voorzieningen zoals instellingen en kerken? Zijn sportaccommodaties inbegrepen? Spreker hoort graag of de bereikbaarheid van de accommodaties ook is afgewogen.


De heer Van der Greft meldt dat de VVD het een goed voorstel vindt, met een duidelijke aanleiding en een goede vraagstelling. In de planning staat dat in fase 2 sprake zal zijn inventarisatie en analyse. Het valt te verwachten dat inventarisatiegegevens van bestaande accommodaties al voorhanden zijn. Het tijdspad zoals voorgesteld voor fase 1 tot en met 5 duurt naar de mening van spreker te lang. Kan voor de zomer een go/no-go-besluit worden genomen door de raad? Verenigingen willen eerder op de hoogte zijn van afspraken. De heer Goldhoorn verwijst naar het eerdere verzoek van Ronde Venen Belang om een inventarisatie van sportterreinen. De toezegging was dat het resultaat in de commissievergadering van november 2011 aan de orde zou worden gesteld. Wat is de reden van de vertraging? Waarom is het opstellen van kaders niet eerder opgepakt? De heer Rouwenhorst verwijst naar de onderwerpen zoals genoemd onder de agendapunten 5b en 6b. Integraal accommodatiebeleid betekent dan ook dat de buitenaccommodaties zijn meegenomen. Waarom is dat niet gebeurd? Spreker maakt zich zorgen over het lange tijdspad. Diverse inventarisaties zijn al gedaan. Waarom moet het zo lang duren? De heer Koorn sluit zich aan bij de opmerkingen en vragen over het tijdspad. Het werkbudget wordt geraamd op 15.000 euro en is ondermeer bestemd voor de inkoop van externe deskundigheid. Waarom is het niet mogelijk deze deskundigheid te zoeken binnen de eigen organisatie? De heer Doorn concludeert dat een achterliggende visie ontbreekt. De voormalige gemeenten hadden immers al jarenlang diverse type accommodaties. Wat Abcoude betreft, is het een kwestie van actualiseren. Uit de inleiding blijkt dat het een kwestie van financiën is. De heer Doorn vindt het van belang dat in deze economisch zware tijden eerst op de winkel moet worden gepast, voordat zaken worden gestroomlijnd en verbeterd. Om vergrijzing en ontgroening te voorkomen is het van belang om de jeugd hier te houden. Het college zou zich in het kader van het kernenbeleid moeten focussen op de realisatie van starterswoningen. De focus wordt gelegd op aspecten als mobilisering en digitalisering. De heer Doorn vreest dat daardoor allerlei voorzieningen moeten sluiten. Is de raad het eens met dit uitgangspunt? Het is beter om eerst fase 2 uit te voeren en op basis van een inventarisatie en analyse verder te praten over een kaderstellende notitie. Nu kan de opdracht aan het college alle kanten uit en zullen voorzieningen worden wegbezuinigd. De heer Van Kessel sluit zich aan bij de woorden van de heer Doorn. Spreker staat achter het idee om accommodaties volledig te benutten, maar het financiële aspect is een ander uitgangspunt. Is dit een poging om de financiën op orde te brengen wat accommodaties betreft, of is het een aanloop naar een volledige terugtrekking van de gemeentelijke overheid? Immers er staat ook vermeld dat inwoners en ondernemers moeten bijdragen aan de financiën. Wethouder Spil licht toe dat er geen integraal beleid op accommodaties is. Alle informatie is aanwezig, maar is verspreid over de diverse beleidsterreinen. De afdelingen moeten de aanwezige informatie op elkaar afstemmen.


Een eerste stap is het inventariseren van welke accommodaties er zijn op het gebied van sport, dorpshuizen, of het accommodaties van de gemeente zijn en of er een subsidieband is met de gemeente. Ruimtes die bijvoorbeeld kerken door kerken worden aangeboden, worden daarbij ook meegenomen. Het integrale beleid omvat ook sportaccommodaties. De bereikbaarheid van accommodaties per kern wordt meegenomen. Er zijn veel vragen over accommodaties. Er is behoefte aan om te weten of het een taak van de gemeente is om accommodaties te bieden. In de voormalige gemeente De Ronde Venen werd een ad-hocbeleid gevoerd. Er is melding gemaakt van het maximale tijdspad. Diverse beslispunten komen echter al vroeg in het proces aan de orde. Indien mogelijk zal het college van B en W trachten zaken zo snel mogelijk uit te voeren. Soms is het efficiënter om kennis en expertise in te huren. Met name de exploitatie van gebouwen vraagt om een expliciete deskundigheid. Het is nu niet mogelijk om goed op de winkel te passen omdat er zo veel vragen over accommodaties op de gemeente afkomen. Over het moment van invoering van het integrale beleid zegt de wethouder dat het feitelijk om een ‘werk in uitvoering’-beleid gaat. De raad besluit over het oppakken van zaken voor de verschillende deelgebieden op het moment dat de hoofdlijnen van het beleid van toepassing zijn. Het wordt krap om voor de zomer een zogenaamd go/no-go-besluit aan de raad voor te leggen. Vanwege de gemeentelijke herindeling, bezuinigingen en het DHV-rapport is de vertraging in dit dossier ontstaan. De gevolgen van vergrijzing en ontgroening zijn niet eenvoudig op te lossen. Er is wel aandacht voor in de diverse beleidsvelden. Het onderwerp wordt ondermeer meegenomen in het onderdeel jongerenbeleid, waartoe voor de zomer een voorstel volgt. Wethouder Moolenburgh legt uit dat er een enorme diversiteit aan relaties tussen de gemeente en sportverenigingen is. De volgende vraagstukken zijn aan de orde: Wat willen we beleidsmatig? De harmonisatievraag speelt en er komen veel vragen binnen bij de gemeente over het bieden van accommodatie. De financiële situatie van de gemeente is zodanig dat er geen ‘ja’ kan worden verkocht. Dit antwoord kan echter niet worden onderbouwd met een gedragen accommodatiebeleid. De wethouder deelt het gevoel voor urgentie. Waar er sprake is van urgentie zal het college van B en W in gesprek gaan met de betreffende vereniging of instelling, zodat het mogelijk is ‘de winkel open te houden tijdens de verbouwing’. De voorzitter constateert dat het voorstel kan worden doorgeleid naar de meningsvormende raad. 6

Overige punten

a. Onderzoek Rekenkamercommissie naar de subsidiering van Stichting De Baat De voorzitter verwelkomt de leden van de Rekenkamercommissie, mevrouw Wittebol en de heer Verwer. Lid Sporrel is met kennisgeving afwezig. Mevrouw Wittebol hecht eraan te vermelden dat de Rekenkamercommissie een onafhankelijke commissie is. Op basis van een klein vooronderzoek wordt een onderzoeksconcept opgesteld. Gedurende het onderzoek kan een andere afweging worden gemaakt.


Mevrouw Wittebol licht het belang van het onderzoek toe. Zij vat de kaderstellende taak van de raad bij subsidies samen. Middels een schema wordt de beleidscyclus weergegeven. In het kader van doeltreffendheid en doelmatigheid zijn de nodige conclusies getrokken. Op basis van die conclusies kwam de Rekenkamercommissie met aanbevelingen aan de gemeenteraad en het college van B en W. De heer Rouwenhorst merkt op dat de CDA-fractie de Rekenkamercommissie een uitstekend en nuttig instrument vindt. De verslaglegging is prikkelend. Het onderzoek heeft een grote toegevoegde waarde. De vraag is alleen waarom het onderzoek zo lang duurde. Neemt het college van B en W de aanbevelingen een-op-een over? Zijn het college van B en W en de ambtelijke organisatie in staat zaken zo snel mogelijk, ingrijpend en doelmatig te veranderen? Het is niet de bedoeling om de zwartepiet bij De Baat te leggen. In de interne organisatie moeten de pijnpunten naar boven worden gehaald. Het CDA heeft er alle vertrouwen in dat het college de structurele problemen op de juiste wijze aanpakt. De heer Lugtmeijer complimenteert de Rekenkamercommissie. Spreker kan zich voor een groot deel aansluiten bij de opmerkingen van de heer Rouwenhorst. Er wordt gesproken over een startgesprek. Is er ook sprake van een vervolggesprek? De informatievoorziening vanuit de ambtelijke organisatie bleek op onderdelen onvoldoende. Kan dit nader worden toegelicht? De heer Goldhoorn sluit zich aan bij de woorden van de heer Rouwenhorst. De Rekenkamercommissie concludeert dat de subsidie voor Stichting De Baat nog niet is vastgesteld. Er is toch een begroting vastgesteld en daarmee dan toch ook een subsidie? De heer Hoogenhout is benieuwd naar de bestuurlijke reactie. Op pagina 26 punt 9 wordt geschreven over liquide middelen. Kan uitleg worden gegeven over de renteopbrengst? De voorzitter verwijst de heer Hoogenhout naar de bijlage voor de bestuurlijke reactie. Mevrouw Hagen kan zich volledig aansluiten bij voorgaande sprekers. Het belang van de Rekenkamercommissie en van SMART is aangetoond. In 2013 zal de Nota Jeugd worden vastgesteld. Wat is de invloed van de aanbevelingen op die plannen? Mevrouw Guggenheim sluit zich aan bij voorgaande sprekers. Zij vraagt om nadere informatie over de conclusie dat de overhead hoog lijkt. Mevrouw Van Uffelen acht het onderzoek zeer waardevol. Het levert veel inzichten op. Overigens is het wel een onderzoek naar de welzijnsvisie die dateert van 2007. De resultaten worden betrokken bij het formuleren van nieuw gemeentelijk beleid. De raad stelt vooraf meetbare en controleerbare doelen vast. De discussie blijft of effectmeting in ‘Welzijnsland’ mogelijk is. Het is goed om een poging te wagen. Het gaat erom dat elk instituut duidelijke doelen heeft om er gevolg aan te geven. De kwartaalrapportages vanuit de gemeentelijke organisatie gingen wel degelijk in op de resultaten. Helaas zijn er geen verslagen van de kwartaalrapportages.


Waar blijkt uit dat resultaten zijn geboekt? Hoe wordt een en ander in de toekomst vastgelegd? De heer Doorn zegt dat het draait om de vraag hoe het beleid kan worden vertaald in het kader van welzijn. Hoeveel is de gemeente bereid daarvoor te betalen? De overheadkosten lijken hoog. De fracties van Lijst 8 en D66 beweerden dat al eerder. De eerdere bezuiniging had op overhead in plaats van op uitvoering kunnen worden doorgevoerd. De heer Doorn is benieuwd naar de consequenties. Wanneer die onduidelijk blijven, overweegt de fractie van D66 een motie in te dienen. Mevrouw Wittebol wijst erop dat de ambtelijke organisatie niet is onderzocht. De Rekenkamercommissie verbaasde zich soms wel over de wijze van informatieverstrekking. Er zal nog een gesprek worden gepland waarin ondermeer de verbetering op het gebied van informatieverstrekking in de toekomst aan de orde wordt gesteld. Voor het doel van een startgesprek wordt verwezen naar het onderzoekprotocol. Naar aanleiding van een onderzoek van Berenschot over rekenkamercommissies leek het handiger om het onderzoeksproces anders aan te pakken. Met de betrokken ambtenaren en het college van B en W werd een startgesprek gevoerd. Het was beter geweest wanneer de wethouder lopende het onderzoek nogmaals was geïnterviewd. Dat is een omissie van de Rekenkamercommissie. Overigens waren de resultaten van het onderzoek hetzelfde gebleven. Over het vaststellen van subsidies zegt spreekster het volgende. De Algemene wet bestuursrecht spreekt van een voorlopige subsidie, vast te leggen in een beschikking. Na het indienen van jaarstukken is het vaststellen niet langer hetzelfde als het afrekenen van de subsidie. Over de welzijnssubsidie 2007 merkt mevrouw Wittebol op dat het beleid in 2007 nog gold. De effectmeting is ingewikkeld. Met elkaar moet worden gezocht naar mogelijkheden. Indien gewenst, kan de Rekenkamercommissie voorbeelden aandragen. Over de verslaglegging rond kwartaalrapportages zegt mevrouw Wittebol het volgende. Uit navraag is gebleken dat er veel besprekingen waren tussen de ambtelijke organisatie en Stichting De Baat. Deze gesprekken zijn niet schriftelijk vastgelegd. Soms speelde onhandigheid een rol bij het ontbreken van informatie. Dat maakte het voor de Rekenkamercommissie lastig om zaken te onderzoeken. Met de gemeentesecretaris zullen nadere afspraken worden gemaakt over de volledigheid van dossiers. Wanneer wordt gekozen voor een andere manier van subsidiëren (bijvoorbeeld conform de beleidsgestuurde contractformulering – BCF-methode), is het raadzaam om vooraf te weten wat het af te nemen product kost. Bij een evaluatie wordt dan inzichtelijk of de subsidie is ingezet zoals beoogd werd en of de inzet effectief was. Op basis van een evaluatie kan worden afgewogen of een product nog langer wordt afgenomen. Welzijnsbeleid is nooit kostendekkend te maken. De aanbeveling is om het beleid in ieder geval helder te maken. Het is aan het college van B en W en de gemeenteraad om te beslissen of moet worden bezuinigd op overhead. De heer Verwer zegt over het onderdeel liquide middelen dat daaraan geen oordeel is gehecht, maar dat wel een en ander is gesignaleerd door de Rekenkamercommissie. Volgens de subsidiebeschikking krijgt de stichting driemaal een bedrag van 30.000 euro (‘zaagtandbeweging’). Als 3500 euro rente moet worden geïncasseerd, zal er 170.000 euro op de bankrekening moeten staan. Dit komt niet overeen met de zaagtandbeweging. De Stichting heeft


160.000 euro schulden. Mochten de schulden worden opgeëist, dan zit er 10.000 euro in kas. Feitelijk betekent dit dat de Stichting failliet is. Dit is opvallend in het licht van de bedrijfsvoering van de stichting. Het is voor de gemeente van belang om dit aspect mee te nemen in de beoordeling van de jaarrekening. Wethouder Spil vertelt dat in 2009 twee welzijnsorganisaties vanuit een slechte positie samen zijn ondergebracht in een stichting. Stichting De Baat startte met een productenboek. De Rekenkamercommissie constateerde dat vervolgens wat verbeteringen zijn opgetreden. Het college van B en W las het rapport van de Rekenkamercommissie en deelt de bevindingen. Landelijk zijn er veel ontwikkelingen gaande. Het college van B en W is met gemeente Stichtse Vecht rond de tafel gaan zitten. Het is wenselijk om meer in de kernen te doen, met een kerngerichte wendbare welzijnsorganisatie, waarbij wordt gestuurd op resultaten en minder op producten. Het plan is opgevat om met één koepelorganisatie voor de twee gemeenten te gaan werken, waarbij met de koepelorganisatie wordt afgerekend op resultaten. De drie in beide gemeenten aanwezige welzijnsorganisaties zijn enthousiast over het idee. Voor het eind van het jaar volgt een blauwdruk. Een welzijnsvisie gericht op decentralisatie volgt. Daarin zijn de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie en de uitkomsten van benchmarken in andere gemeenten meegenomen. De heer Doorn is met stomheid geslagen over dit totaal andere traject, waarbij wordt gekozen voor één koepelorganisatie. De raad moet daarover eerst spreken en nadere informatie ontvangen. De financiering van Sport en Spel loopt wel via De Baat, maar de afrekening niet. Waarom zijn de financiële sturingsmaatregelen uit de modelverordening geschrapt? Wat wordt bedoeld met commerciële producten? Opmerkelijk is dat het productenboek niet door De Baat maar door de gemeente is opgesteld (pagina 21). Mevrouw Wittebol legt uit dat er veel versies van het productenboek zijn verschenen. Daarover is de nodige verwarring ontstaan. Eén versie is ambtelijk afgestemd met De Baat en in een commissievergadering behandeld. Aanbevolen is om in het vervolg de verschillende versies te nummeren. Mevrouw Van Uffelen vindt het een goed streven om meer te kijken naar de resultaten dan naar de inzet. Toch is het goed formuleren van doelen en te verkopen diensten van groot belang. Het zoeken naar schaalvergroting kan bijdragen aan een betere doelmatigheid en betere resultaten. Mevrouw Hagen vraagt de wethouder hoe men verwacht een grotere overkoepelende organisatie te kunnen controleren, bijvoorbeeld in het kader van overheadkosten. Spreekster verzoekt het plan voor een koepelorganisatie in de raad te bespreken. Eerst moeten kaders worden gesteld, moet beleid worden vastgesteld voordat doelen kunnen worden bereikt. De heer Hoogenhout schrok van de neiging naar grootschaligheid. Het college is daarmee bij de heer Hoogenhout aan het verkeerde adres. Wordt de samenwerking met Stichtse Vecht op het gebied van welzijn in de raad besproken?


De heer Goldhoorn verwijst naar de door de Rekenkamercommissie opgestelde beleidscyclus, welke aangeeft beleidsdoelen te formuleren. De wethouder formuleerde de middelen terwijl de beleidsdoelen nog geformuleerd moeten worden. Eerst moeten doelen en kaders worden gesteld. Dan gaat het college op pad om alternatieven te ontwikkelen. De heer Lugtmeijer vraagt of het college van B en W alle aanbevelingen van de Rekenkamercommissie overneemt. De VVD is er niet van gediend dat kaderstelling door de raad achteraf plaatsvindt. Kaders moeten vooraf worden gesteld. Het voorstel ten aanzien van Stichtse Vecht moet vooraf in de raad worden besproken. De heer Rouwenhorst constateert dat de wethouder niet ingaat op de kern van het rapport, namelijk: effectievere en efficiëntere verbeteringen in de gemeentelijke organisatie. Spreker hoopt dat de wethouder gelijk heeft wanneer zij stelt dat het welzijnsbeleid in het kernenbeleid is inbegrepen. Het een-op-een overnemen van aanbevelingen en conclusies spreekt het CDA aan. Wethouder Spil merkt op dat de vorm haar niet uitmaakt. Het gaat erom dat eerst samen beleid wordt gemaakt. Een vrije markt voor welzijn is niet mogelijk. Ten aanzien van het jongerenbeleid moet eerst worden bekeken wat wordt beoogd. Het beleid wordt op onderdelen nu al samengesteld. Het belangrijkste is dat een eerste stap wordt gezet. De vorm komt daarna pas aan de orde. Nu kunnen bepaalde zaken nog worden veranderd. Op een later moment is dat niet meer mogelijk. Het kernenbeleid past er prima bij. Het ontwikkelen van een visie moet op lokaal niveau gebeuren. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van decentralisatie is een werkgroep van de gemeenteraad opgestart. In het kader van subsidiebeleid worden inmiddels zaken aangescherpt, zoals aandacht voor het maken van gespreksverslagen. Een nieuwe subsidieverordening wordt aan de raad voorgelegd. Er zal uiteindelijk geld moeten worden uitgegeven om het beleid georganiseerd te krijgen. Daarnaast kost monitoren ook geld. Over 5% bezuinigen op overhead in plaats van op De Fabriek zegt de wethouder dat het zo ‘lean and mean’ mogelijk gebeurt, maar dat de bezuiniging niet met terugwerkende kracht kan plaatsvinden. De heer Koetsier licht toe dat de financiële sturingsmiddelen er voor de kleinste organisaties uit zijn gehaald. Het was complex vanwege het moeten aanleveren van een balans. Voor grote organisaties zijn de financiële sturingsmiddelen nog wel aanwezig. Mevrouw Wittebol vult aan dat het doel van de VNG-modelverordening 2009 lag in de vermindering van de regelgeving. Er is sprake van onderscheid op grond van verantwoordelijkheden. Er zijn twee artikelen opgenomen over kostprijzen. De gemeente nam die artikelen niet over in haar verordening. In de nieuwe subsidieverordening zal worden meegenomen wat de reden is om de financiële sturingsmiddelen eruit te halen. Het voorstel voor aanpassing van de subsidieverordening komt voor de zomer van 2012 naar de raad. Een voorstel voor het aanscherpen van het lopende subsidieproces komt ook voor de zomer. Aanvragen voor subsidie moeten voor 1 mei worden ingediend. De wethouder zal kijken wat de juridische ruimte is.


De heer Goldhoorn verzoekt het college met een voorstel te komen in het kader van het uitvoeren van de beleidscyclus. Kan het college aangeven wanneer beleidsdoelen worden geformuleerd? Wethouder Spil zegt toe dat via een memo zo spoedig mogelijk een planning volgt. De voorzitter constateert dat het betreffende memo voor de volgende commissievergadering in april zal worden aangeleverd door het college van B en W. b. Buitenaccommodaties sportverenigingen Abcoude De heer Goldhoorn licht de reden van het verzoek tot agenderen toe. In april 2011 stelde Ronde Venen Belang vragen naar aanleiding van een bezoek aan voetbalvereniging Abcoude. De fractie verzocht het college van B en W om een inventarisatie van buitensportverenigingen en -terreinen. Het antwoord van het college van B en W luidde dat de inventarisatie in november 2011 zou worden besproken. Er volgde geen bericht van het college. In januari 2012 stelde de fractie wederom vragen waarop geen antwoord volgde. Ook het rapport van Hockeyvereniging Abcoude liet alarmbellen rinkelen. De heer Duijsens, voorzitter Hockeyvereniging Abcoude, verwijst naar de beknopte samenvatting en toelichting op de investeringsaanvraag van de hockeyvereniging. Het is tevens een samenvatting van correspondentie en rapportages aan het college van B en W. De gemeente wil kernachtig verbinden. Alle kinderen moeten kunnen sporten. De inzet op sociale samenhang tussen kernen klinkt de hockeyvereniging als muziek in de oren. Al 36 jaar draait de hockeyvereniging in Abcoude grotendeels op eigen kracht. Slechts na de brand in het clubhuis is eenmaal financiële hulp gevraagd. De hockeyvereniging groeit verder, maar is beperkt in ruimte. Door een tekort aan capaciteit dreigt een ledenstop. Er is een goede relatie met FC Abcoude. Deze voetbalvereniging is bereid in te schikken. De bond is de vereniging ter wille, maar als een veld wordt afgekeurd, zullen 240 kinderen naar huis gestuurd moeten worden. Het duurt lang voordat de gemeente met een planning c.q. startnotitie komt met betrekking tot sportaccommodaties. De heer Rouwenhorst is benieuwd hoe het contact tussen de hockeyvereniging en de gemeente in de afgelopen twee jaar is verlopen. De heer Duijsens vertelt dat begin 2011 contact met elkaar is gezocht. Er is sprake van een goed contact. Als gevolg van het aftreden van wethouder Lambregts lag het proces even stil. De nieuwe wethouder bezocht het complex in januari 2012. Daarbij is de situatie besproken. De hockeyvereniging is ongeduldig gezien de nood. De heer Lugtmeijer begreep uit de woorden van de heer Duijsens dat er grote verschillen zijn in de ondersteuning van verenigingen. De heer Duijsens legt uit dat hij situaties kent waarin door de gemeente een huurprijs voor een veld wordt berekend aan een vereniging voor een fractie van de daadwerkelijke kosten. Hockeyvereniging Abcoude moet alle kosten zelf dragen.


Veld 1 wordt nog gedoogd, maar wanneer het zou worden gekeurd dan zal het zeker worden afgekeurd, waarna de helft van alle jeugdleden naar huis kan worden gestuurd. Het veld vormt een risico voor de spelers. Vanwege het ontbreken van een dempende laag is de kans op een knie- of enkelblessure erg groot. De heer Blom vertelt dat de sportparticipatie onder kinderen in Abcoude bijna 100% is. Dat vraagt om moderne en adequate sportaccommodaties. De accommodatie van de voetbalvereniging is zeer gedateerd. De velden voldoen niet meer aan de normen. De voetbalvereniging bouwde hierdoor een slechte naam op. Voor onderhoud ontvangt de vereniging een bijdrage van 37.000 euro. Het restant komt voor rekening van de vereniging. Daarbij zijn de kleedkamers afgekeurd en is er een restschuld van 120.000 euro. Spreker verwijst naar de situatie zoals bij Omnivereniging Kampong. Het gezamenlijk gebruik van een clubhuis en het sportpark heeft een toegevoegde waarde. Het volgende plan is opgevat. Veld 3 wordt opgeofferd. De nood bij de hockeyvereniging is het hoogst. De velden 4 en 5 worden aangelegd als kunstgrasveld. De gemeente zal de grootste investering moeten doen. De vereniging stelt voor om 30% van de contributie aan de gemeente te betalen alsmede een bijdrage uit de reserves en voorzieningen. De heer De Jong licht toe dat de kleedaccommodatie eigendom van de gemeente is. Vanaf de privatisering van sportvelden in 1997 is het groot onderhoud van velden en accommodaties overgedragen aan Stichting Hollandse Kade. Na liquidatie van deze stichting nam FC Abcoude de rechten en plichten over, dus ook het onderhoud. Op dat moment moet groot onderhoud worden gepleegd. Daarvoor moest de vereniging geld lenen. Mevrouw Guggenheim is benieuwd hoe het parkeren wordt opgelost bij de realisatie van fase 3. De heer Blom antwoordt dat veel ideeën voor parkeren zijn opgedaan. Gedacht kan worden aan parkeren onder het gebouw of op de Hollandse Kade. Ten slotte merkt spreker nog op dat er op dit moment 3 heren van 70 jaar en ouder 5 dagen per week actief zijn op de club om de ruim 750 leden te kunnen laten voetballen. Als een van de heren stopt, dan heeft de vereniging een groot probleem. De bestuursleden hebben drukke banen en kunnen die taken niet op zich nemen. De gemeente zal dan met een oplossing moeten komen. De heer Goldhoorn vraagt of het college van B en W een mogelijkheid ziet om Hockeyvereniging Abcoude en FC Abcoude tegemoet te komen, of moeten de verenigingen wachten tot oktober? Mevrouw Guggenheim vertelt dat de bestuursleden van de hockeyvereniging op het spreekuur van de fractie waren en hun verhaal deden. De fractie was op werkbezoek bij FC Abcoude en constateerde dat de accommodatie abominabel en gevaarlijk is. Vanwege de gevaarlijke situatie moet snel actie worden ondernomen. De fractie van SVAB zal brainstormen over een initiatiefvoorstel. De heer Lugtmeijer is van mening dat sportvelden in orde moeten zijn. Hoe is de situatie bij andere voetbal- en hockeyverenigingen? Spoed is vereist bij het opstellen van accommodatiebeleid.


De heer Koorn is benieuwd of het college stadsdeel Amsterdam Zuidoost bezoekt om de problematiek te bespreken. Wethouder Moolenburgh vertelt dat hij uitstekende contacten onderhoudt met de portefeuillehouder in Amsterdam Zuidoost. Recent bracht het college een bezoek aan Amsterdam Zuidoost. De wethouder acht het niet kansrijk om daar financiële middelen te halen, maar hij zal het probleem blijven benadrukken in de contacten. De wethouder bedankt de insprekers. Hij had al eerder contact met beide verenigingen en was onder de indruk van de inventiviteit en creativiteit van hoe een en ander wordt geaccommodeerd en vormgegeven. Het accommodatiebeleid is het uitgangspunt van hoe moet worden omgegaan met sportaccommodaties. De vraag om accommodaties is fors. Bij een investering van 300.000 euro voor een kunstgrasveld is de gemeente wat de financiële middelen betreft beperkt in haar handelen. Geduld speelt een grote rol. Verenigingen denken na over hun gemeenschappelijke toekomst en dat valt te waarderen. Met elkaar moet het gesprek worden aangegaan over hoe een verdiepingsslag kan worden gemaakt. Accommodatiebeleid is noodzakelijk. Daartoe worden stappen gezet. Er moet ondermeer helderheid worden verschaft bij verenigingen over het verschillen tussen de oude en nieuwe gemeente. De heer Goldhoorn verzoekt het college van B en W op basis van een inventarisatie alvast met een creatieve oplossing te komen. In het geval van een lage huurprijs kan een club worden gevraagd bij te dragen aan bijvoorbeeld de aanleg van een kunstgrasveld. De heer Hoogenhout heeft begrip voor de problemen. Spreker vreest dat geld wordt geïnvesteerd in de verkeerde plek. De accommodaties van de hockey- en voetbalvereniging bevinden zich zo ongeveer op de slechtste plek, qua bodemgesteldheid, in de gemeente. Een verstandigere investering is het verplaatsen van beide verenigingen. Wethouder Moolenburgh meldt dat een ander acuut probleem aan de orde is op het veld van Hockeyvereniging Mijdrecht. Deze vereniging betaalt huur. De wethouder legt uit dat niet zomaar op dag x met nieuwe beheerafspraken kan worden gestart. De wethouder roept verenigingen op vooral creatief te blijven. In harmonie kan worden gekeken naar een logische manier van het doorberekenen van de kosten. Het verplaatsen van drie accommodaties, zoals door de heer Hoogenhout gesuggereerd wordt, is zeer kostbaar en gaat het draagvlak van de gemeente zeer ver te boven. De heer Goldhoorn zegt dat Ronde Venen Belang, samen met SVAB, serieus zal nadenken over een initiatiefvoorstel.


7

Informatie-uitwisseling

≠

De heer Rouwenhorst vraagt of het bedrag voor renovatie van De Schakel nog overeind staat. Daarnaast vraagt hij hoe de contacten verlopen tussen het college en de stichting in oprichting die zich heeft gevestigd in De Fabriek? Ook wil hij graag weten wat de stand van zaken is van inburgeringcursussen en integratiebeleid?

≠

De heer van der Greft verzoekt om voor de zomer van 2012 met nieuw minimabeleid te komen. De wethouder zegde toe dat er in september nog voldoende tijd is voor het verwerken van kleine financiële consequenties in de begroting van 2012.

≠

De heer Koorn verzoekt in aanvulling op de vraag van het CDA naar de stand van zaken i.h.a. bij De Fabriek. De voorzitter zegt toe dat de antwoorden schriftelijk/per memo volgen.

8

Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 22.40 uur.

Aldus vastgesteld in de raadscommissie Inwonerszaken/Samenleving van 16 april 2012

De griffier,


de voorzitter,

Samenleving

Recommend Documents