raadsels een tekst vol gaten oma en opa spulletjes uit de oude doos kerst: een pak vol gaten
samengestelde woorden
afgeknabbelde letters, woorden en prenten
Geknabbel op zolder
gaatjes en muizen mijn huis schatten op zolder
Op zolder staat een grote doos met prenten en met foto’s. Maar hé, wat is dat? In die doos zit een groot gat! Een muisje heeft erin gebeten en de hoekjes opgegeten! Wat een ongeluk! Alle oefeningen stuk! Prenten, raadsels, woorden… alles in twee. Helpen jullie een handje mee? Neem de stiften en de lijm maar bij de hand. Het wordt vast enorm plezant.
Motiverende start Materiaal in bijlage afgeknabbelde kaarten: Knooppunt verhaal met gaten: Jack de kaasdief: tekst na dit project
Materiaal zelf te voorzien doos met een heleboel gaatjes erin
Je komt de klas binnen met een doos in je handen. In de doos zitten heel wat gaatjes. Wat een gek gezicht! Je vertelt enthousiast dat je gisteren je zoldertje hebt opgeruimd. Je vond er deze leuke doos. Er zitten vast een heleboel leuke oefeningen in. Opgewonden vraag je de kleuters om een handje te helpen bij het openen van de doos. In de doos zitten heel wat kaartjes, blaadjes, prenten… Alles wordt uit de doos genomen. De kinderen helpen mee. Maar dan merk je iets op. Misschien hebben enkele kleuters al opgemerkt wat er aan de hand was! Er is iets mis met die kaartjes, die blaadjes, die…. Het lijkt wel alsof er aan het papier is geknabbeld! Oh nee! Wie zou dat gedaan hebben? KRO . .
BL . . .
B . . .
. UIS
HUI .
. . . TS
. US
KA . .
. OOT
. . MP
PE .
. OM
. . AG
MUT .
HOE .
BR . .
BRI
Z
TAA . .
SCH MUT OE S
IS
V
TR . .
bel op zolder prenten D Project: Geknab : Afgeknabbelde tkaarten Opdrach
op zolder Project: Geknabbel e prenten B ten: Afgeknabbeld Opdrachtkaar
BA .
N
TROBLOE M ON KROO HOE D AMP
L
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Afgeknabbelde
op zolder C Project: GeknabbelAfgeknabbelde letters Opdrachtkaarten:
L
UIS
M
op zolder prenten C Project: Geknabbel Afgeknabbelde Opdrachtkaarten:
. EUR
T
OEP
S
BA HUI L
Project: Geknabbel op zolder Prenten bij het verhaal ‘Jack de kaasdief’
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Afgeknabbelde
op zolder A Project: GeknabbelAfgeknabbelde prenten Opdrachtkaarten:
Project: Geknabbel op zolder Opdrachtkaarten: Afgeknabbelde letters
M
N
F
AART
IETS
D
EUR
B
OOT
Z
AAG
letters D
S
letters A
PEE
R
B
Waarschijnlijk leggen de kinderen al snel de link met een muis op zolder. Alle oefeningen, verhaaltjes en prenten zijn stukgebeten. Er zijn hoekjes afgeknabbeld, gaatjes in gebeten…
17
Je kijkt sip voor je uit. Alles helemaal alleen opnieuw maken lijkt echt onbegonnen werk. Maar ja, wie kan je helpen? Je neemt eventjes een afwachtende houding aan en laat tijd voor interactie. De kleuters zullen al snel het idee opperen om jou een handje te helpen.
Uitwerking van de activiteit Bij dit project hoort heel wat extra materiaal dat je in bijlage vindt. Geef de verschillende opdrachten vooraf een eigen kleur. Dat maakt het voor de kleuters overzichtelijker. De opdrachten kunnen bij het maken van de weekplanner al even overlopen worden. De kinderen kunnen dan kiezen bij welke opdrachten ze een handje gaan helpen. De oefeningen worden eerst begeleid aangeboden. Dit kan klassikaal zijn of in kleine groep. Nadien kunnen sommige oefeningen ook als zelfstandig aanbod gebruikt worden , bv. in het taalkastje (zie Nog meer taal in je klas op p. 298). Vooraf verstevig je de kaarten en voorzie je op de achterkant een controlesysteem. Breng bijvoorbeeld verschillende tekens aan op de achterzijde van de kaarten. Op die manier kunnen de kinderen zelf controleren of ze de oefening correct hebben gemaakt. Bij de verschillende opdrachtkaarten zijn ook een aantal extra spelletjes, opdrachten en oefeningen uitgeschreven. Op die manier krijg je extra oefen- en spelideeën om de hele dag talig te werken rond de opdracht van de dag.
Hoe gaan we beginnen? Kringgesprek Alles wordt grondig bekeken. Op sommige blaadjes staan heel veel woorden en zinnen. Waarschijnlijk zal dit wel een verhaaltje zijn. Op andere blaadjes staan amper een paar letters. Op nog andere blaadjes staan stukken van prenten afgebeeld. Het valt op dat de papieren verschillende kleuren hebben. Of je kunt eventueel gewoon een gekleurde stip voorziet op de verschillende oefeningen. Op die manier zien de kinderen ook al snel welke oefeningen bij elkaar horen. Alles wordt volgens kleur gesorteerd.
Weekplanner opmaken Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien woordkaarten met de dagen van de week stempels groot blad papier en schrijfmateriaal
Er is veel werk aan de winkel! We moeten het werk verdelen over meerdere dagen.
18
Daarom gaan we een weekplanner opstellen. De dagen van de week worden op een blad genoteerd. De kinderen kunnen de dagen van de week nastempelen. Naast de dag komt een kleur. De kleuren komen overeen met de gekleurde opdrachten of met de gekleurde stippen op de kaarten. Zo wordt al snel duidelijk welke opdrachten op welke dag moeten gemaakt worden. Bij het werken in groepen kunnen ook de namen van de kinderen naast een dag / kleur genoteerd worden. Het opmaken van een weekplanner is een zinvolle activiteit. Als leerkracht ben je natuurlijk vrij om te beslissen of je al dan niet gebruik maakt van een weekplanner om de activiteiten op te delen.
Dag 1: Opdrachtkaarten samengestelde woorden Materiaal in bijlage opdrachtkaarten samengestelde woorden: Knooppunt
Materiaal zelf te voorzien
Op deze kaarten staan prenten afgebeeld. Naast elke prent staat het woord. De prenten worden overlopen. Wat kan hier de bedoeling zijn? Komen de kinderen er zelf achter?
regen
jas
rug
zak
fiets
zak
kippen Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Samengestelde
helm
doek
ei
hand
schoen
tuin tu
telefoon
boek
poppen
wip
auto
brood
neus tand
bus
ffeest
doos voet
huis
wortel w
appel kast
pijn
vis
schommel
hoed ed
bal
trom
Project: Geknabbel op zolder Opdrachtkaarten: Samengestelde woorden
woorden D
Project: Geknabbel op zolder op zolder Opdrachtkaarten: Samengestelde woorden B C Project: Geknabbel Samengestelde woorden Opdrachtkaarten:
soep
taart
net
paard
pet A
De ene helft van de kaarten is aan de linkerkant afgeknabbeld. De andere helft is aan de rechterkant afgeknabbeld. Twee prenten horen bij elkaar. Samen wordt er gezocht welke prenten bij elkaar horen. Op die manier maken de kleuters lange woorden. Je kunt even stilstaan bij het feit dat sommige woorden heel kort zijn en andere woorden lang. Je kunt de kleuters ook het aantal letters laten tellen.
19
Extra bij dag 1: lekker lange woorden maken Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien groot blad papier schrijf- en tekengerei
Bij deze activiteit stimuleer je de kleuters om zelf lange woorden te maken. Je noteert een basiswoord op een flap. De kinderen zeggen er iets voor of achter. Bijvoorbeeld: het basiswoord is boek. De kinderen kunnen nu woorden bedenken met het woord ‘boek’.
prentenboek kleurboek
lievelingsboek
boek
boekenhoek boekenkast
leesboek boekentas
De nieuwe woorden schrijf je rond het woord ‘boek’. De woorden worden ondersteund met tekeningen. Het woord ‘boek’ wordt nog eens in kleur gezet. Je kunt ook tips geven om de kinderen een handje te helpen. Bijvoorbeeld Je kunt er in kleuren… In de klas staan de boeken in de… Een boek met prenten noemen we een… Er kunnen tal van basiswoorden aangeboden worden. Denk in de kerstperiode bijvoorbeeld aan het woord ‘kerst’ als basiswoord. (kerstboom, kerststal, kerstbal, Kerstmis, kerstcadeau, kersttaart, kerstversiering…) Andere basiswoorden zijn bijvoorbeeld bal, schoen, verjaardag, post, zwem… Extra bij dag 1: lange onzinwoorden maken Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien papier en stift tekenmateriaal: stiften, potloden, waskrijtjes…
Het is misschien leuk om eens lange onzinwoorden te verzinnen. Je kunt deze lange woorden noteren op een blad.
20
De kinderen maken bij hun onzinwoord een passende tekening. Bijvoorbeeld: het rozepootknorpotbeest, supersnelspringendracekonijn…
Dag 2: Opdrachtkaarten: wat hoort bij elkaar? Materiaal in bijlage opdrachtkaarten: prenten ‘Wat hoort bij elkaar?’: Knooppunt
Materiaal zelf te voorzien
Je neemt er de prenten bij. Wat hebben deze prenten gemeen? Welke prenten horen samen? Waarom? Vind jij vier prenten die bij elkaar horen? Kun je aan je vrienden vertellen waarom ze samen horen? Kun je met de vier prenten een klein verhaaltje maken? Probeer het maar. Gelukt?
? ? ? ? ? ?
SPOOK
MUIS
? wonen poten vliegen kleur BANG
MAAN
WIT
groot/klein HOL
KAAS
water
GRIJS
Project: Geknabbel op zolder Prenten dieren
Project: Geknabbel Hulpkaart dieren op zolder
voedsel ZWAARD
PRINS
PAARD
SPIN
WEB
?
staart VLIEG Kopieerblad
KASTEEL
ZWART
4
KONING
TROON
KROON
RIJK
BALLON
VLAG
TAART
MUZIEK
Project: Geknabbel op zolder Prenten: Wat hoort bij elkaar?
Nu iets moeilijker! Bij sommige tekeningen zie je onder het woord een streep staan. Neem die prenten even apart. Leg ze mooi onder elkaar. Probeer nu alle andere kaarten mooi te verdelen. Naast elke prent met streep moeten nog drie andere prenten komen. Alle prenten moeten gelijk verdeeld worden. Op het eerste zicht lijkt dit gemakkelijk, maar let toch maar goed op. Waar moet de prent met het kasteel? Hoort dit bij het spook of bij de prins? Misschien horen de prenten op meerdere plaatsen thuis. Je moet er voor zorgen dat er naast iedere prent met streep nog drie andere prenten komen te liggen. Schuif maar met de kaarten tot er overal vier prenten liggen die bij elkaar horen. Veel succes! Na het begeleid aanbieden van de prenten kun je deze kaarten ook in het taalkastje leggen. Voorzie ook hier opnieuw een eenvoudig controlesysteem door tekens aan te brengen op de achterkant van de prenten. Extra bij dag 2: raadseltjes Je kunt er tijdens een tussendoortje even deze raadsels bijnemen. Jij geeft de omschrijving en de kinderen raden over welk voorwerp het hier gaat.
Ik heb vier poten n. maar kan niet lope s een heer al w Zowel een vrou neer. (stoel) zit op mij gezellig
Ik hou van zon, Ik hou van bloemen, ik hou van zoet. En ik kom rond je ore n zoemen
. (bij)
Het is geel, groen, rood of bruin. Het fladdert in de tuin. Het is ooit een rups geweest. Hoe heet dit beest? (vlinder)
21
Een lekker, knapperig hapje, recht of rond. Tijdens de speeltijd stop je me vaak in je mond. (koek)
Een prac ht een prac van een tuin, ht van e en wonin Ik ben h g et huis v an de ko . ning. (ka s
teel)
Beeld en klank, k. letters op een plan epen kan, pi Een muis die niet van? wat denk je daar nu elen sp Met mij kan je uren en! (computer) zonder je te vervel
Een mooie prent, in wel vijftig stukken. Pas jij alles weer in elkaar? Het zal je vast wel lukken! (puzzel)
Twaalf cijfers op een plaat, met mij kom je nooit te laat. Ik hang graag aan de muur en vertel je steeds het juiste uur. (klok)
Ik woon in een hol maar ben geen mol. Ik kan aardig piepen en met mijn staart zwiepen. (muis)
Ik ben w a Hou in kker, heel de n het kas teel de acht. Ik ben e wacht. en Misschie wit en vliege nd doe n kom ik k. ook bij jou op be
zoek! (s p
ook)
Ik ben rond en rood. Lekker in de soep of in sneetjes op je brood. (tomaat)
ooi. k je m ruiken. a a m Ik er p) je lekk n. (zee Ik laat een bad, e k i u r je geb Neem e mij zeker j l dan za
Grappige kleren, rode neus, grote schoenen, nooit serieus! (clo wn)
Hé, wauw, hier ligt een touw! Wat gek: het wordt groter als ik eraan trek. (elastiek)
22
Geel, gaatjes, jong en oud! Ik weet zeker d at een muis
van me houdt.
(kaas)
Ik lijk op een bal. Opgelet voor de knal! Want als je in mij gaat prikken, zal ik je ontzettend doen schrikken. (ballon)
Extra bij dag 2: klankgroepraadsels Om het bewustzijn van klankgroepen te oefenen kun je ook raadsels maken als volgt. Je spreekt met de kinderen af rond welk thema je raadsels gaat maken. Bijvoorbeeld rond de herfst, Sinterklaas, dieren, speelgoed… ✼✼ Vooraan ben ik ‘TO’ en achteraan ben ik ‘REN’. Rara… wat ben ik? TO REN ✼✼ Vooraan ben ik ‘AU’ en achteraan ben ik ‘TO’. Rara… wat ben ik? AU TO Nog enkele voorbeeldwoorden: knuffel, kasteel, ballon, ridder, vliegtuig, kegel, raket, muziek, trommel, potlood, kassa, keuken, racebaan… Nog iets moeilijker zijn woorden met drie klankgroepen. Vooraan ben ik ‘TO’, in het midden ben ik ‘VE’ en achteraan ben ik ‘NAAR’. Rara… Wat ben ik? TO VE NAAR Nog enkele voorbeeldwoorden: politie, telefoon, dobbelsteen, boekentas, papegaai, olifant, dierentuin, heksenhoed… Extra bij dag 2: raad het plaatje Materiaal in bijlage hulpkaart: Welk dier ben ik: kopieerblad 4 prenten dieren: Knooppunt
Materiaal zelf te voorzien prenten met voorwerpen en/of dieren (eventueel de prenten van een lottospel) Ook het spel ‘Wie ben ik’ kan perfect gebruikt worden binnen dit thema.
Hierbij zijn enkele variaties mogelijk. 1 Een kleuter trekt één kaart uit een aantal prenten. Op de kaart staat een voorwerp of een dier. De kleuter probeert het voorwerp of het dier te omschrijven. De andere kinderen proberen het voorwerp of het dier te raden.
Project: Geknabbel Hulpkaart dieren op zolder
?
? ? ? ? ? ?
? wonen poten vliegen kleur groot/klein water voedsel staart Kopieerblad
4
23
Als dit goed lukt, maak je het spel wat moeilijker. Je spreekt met de kleuter af dat hij een bepaald woord niet mag gebruiken tijdens de omschrijving. 2 Welk dier ben ik? Een kleuter trekt één kaart uit een aantal prenten. Op de kaart staat een dier. Eén van de kleuters mag nog niet zien welk dier er op de prent staat. Voorzie eventueel een kroontje. Het dier wordt dan met wat velcro of met een paperclip aan de kroon vastgemaakt. Door het stellen van vragen probeert de kleuter te weten te komen welk dier hij / zij is. De andere kinderen mogen enkel antwoorden met ‘ja’ of ‘nee’. Gebruik in het begin een hulpkaart met mogelijke vragen om de kinderen een handje te helpen bij hun zoektocht. Het zoeken van een voorwerp is opnieuw een stukje moeilijker.
Dag 3: Opdrachtkaarten: een afgeknabbelde letter Materiaal zelf te voorzien
BRI
Aan de hand van de prent-woordkaarten kunnen de kinderen de afgeknabbelde kaarten ook tijdens het zelfstandige aanbod opnieuw samenstellen. Maak het aanbod in het begin niet te groot.
24
SCHOEN
BRIL
B
VIS
TAART
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Afgeknabbelde
LAMP
letters B
R
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Afgeknabbelde
L letters C
OOT
IS
Z
L
Project: Geknabbel Prent-woordkaartenop zolder
FIETS
BA
PEE
IETS
EUR
UIS
V
Z
Project: Geknabbel Prent-woordkaartenop zolder
De nieuwe woorden kunnen ook op blanco kaarten geschreven en getekend worden. Op die manier kun je de gelijkenissen en de verschillen bij woorden in beeld brengen.
ZON
D
S
AART
OEP
M ZAA HOE DG
BOOT
M
TROM PEER
TRO
HOE
letters A
Kunnen de kinderen ook nog andere woorden maken met ‘ba’? bak, bad, …
MUTS
S
D
N
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Afgeknabbelde
T
F
S
DEUR
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Afgeknabbelde
MUT
M
KROON BAL
HUI
HUIS
N
BLOE
KROO
MUIS
L
SCHOE
SOEP
Op de opdrachtkaarten staan een aantal letters. De eerste of laatste letter is afgeknabbeld. Je neemt een kaart en leest: luidop: ba… Bij deze opdracht moeten de kinderen de ontbrekende letter aan het woord plakken. De kinderen zeggen bijvoorbeeld bal. De ontbrekende letter met de tekening wordt gezocht.
BLOEM
Materiaal in bijlage opdrachtkaarten: afgeknabbelde letters: Knooppunt prent-woordkaarten: Knooppunt
ON letters D
AMP
AAG
Extra bij dag 3: letters voelen en raden Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien stevige kartonletters
Eén kleuter wordt geblinddoekt en krijgt een stevige kartonletter in de handen. Het is de bedoeling dat de kleuter de letter goed probeert te voelen en zich een beeld probeert te vormen van die letter. De letter wordt nadien tussen enkele andere letters op het tapijt gelegd. De blinddoek mag af en de kleuter probeert te raden welke letter hij gevoeld heeft. Extra bij dag 3: woorden in stukken Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien eventueel de prenten van een lottospel als visuele ondersteuning of de prenten van de kopieerbladen
Er worden stukken van woorden uitgesproken. De kinderen vullen de woorden verder aan. Voorzie eventueel een visuele steun om het spel iets gemakkelijker te maken. schoe… -> schoen ba… -> bal scho… -> schop po… -> pop ... ... aart -> taart ... ast -> kast ... loem -> bloem ... roek -> broek ... oek -> koek
Dag 4: Opdrachtkaarten: een tekst vol gaten: Jack, de kaasdief Materiaal in bijlage Materiaal zelf te voorzien verhaal ‘Jack, de kaasdief’: tekst na dit project een afgeknabbelde cd (d.i. een oude cd + luister-cd 1 track 1 waarvan stukjes zijn afgebroken) In de doos zit ook een afgeknabbelde cd. Zorg ervoor dat de juiste cd al in de cd-speler zit. Je doet alsof je de afgeknabbelde cd in de cd-speler stopt, maar natuurlijk zit de goede cd er al in.
25
Op deze cd staat een verhaal vol gaten (met knabbelgeluiden). De kinderen moeten de tekst verder aanvullen. Voor een korte inhoud van het verhaal: zie luisterhoek. In de luisterhoek krijgen de kinderen ook de prenten van de voorwerpen, dieren, personen die moeten ingevuld worden. Aan de kinderen om de prenten in de juiste volgorde te leggen op een strook. Extra bij dag 4: liedjes en versjes verder aanvullen De kleuters vullen ook allerhande versjes, liedjes, rijmpjes verder aan. Dat is een erg leuk tussendoortje. Ook het ruime aanbod liedjes en versjes bij deze bundel kun je hiervoor gebruiken. Je zegt een versje op of zingt een liedje. Hier en daar stop je eventjes met praten of zingen. Of nog leuker: je maakt een knabbelgeluidje. De kinderen vullen de ontbrekende woorden, zinnen verder aan. Extra bij dag 4: rijmpjes aanvullen Vertel de kinderen korte rijmpjes die ze zelf mogen afmaken. In de zin ontbreekt een woord. Het rijmwoord moet door de kinderen ingevuld worden. Hou het in het begin vrij eenvoudig en bied rijmpjes aan die de kinderen als het ware kunnen voorspellen. Leg bij het uitspreken extra nadruk op de woorden waarop moet gerijmd worden. - - - - - - - - - - - - - - - - - -
26
In de wei zoemt een… (bij) In huis zit een… (muis) De koe zegt… (boe) Ik knip mijn haar met een… (schaar) De heer eet een… (peer) In dat hol zit een… (mol) Op de tafel ligt een lekkere… (wafel) Papa legt de krant in de… (mand) In bad word ik… (nat) Een haan lust geen… (banaan) Op de tak kruipt een… (slak) De olifant eet uit mijn… (hand) De aap valt in… (slaap) Een giraf krijgt nooit… (straf) Ik kleur de boot in het… (rood) Ik zoek mijn… (boek, broek, koek) De kat ligt op de… (mat) ...
Dag 5: Opdrachtkaarten: afgeknabbelde prenten Materiaal in bijlage opdrachtkaarten: afgeknabbelde prenten: Knooppunt prent-woordkaarten van de afgeknabbelde woorden: Knooppunt
Materiaal zelf te voorzien
De opdrachtkaarten met de afgeknabbelde prenten zijn vandaag aan de beurt. De kinderen kunnen de afgeknabbelde prenten opnieuw vervolledigen door het ontbrekende deel erbij te tekenen. Naast de prent staat ook maar een deel van het woordbeeld. Aan de hand van de prent-woordkaarten kunnen de kinderen ook de ontbrekende letters erbij stempelen of schrijven.
KRO . .
BL . . .
B . . .
HUI .
HOE .
. US
KA . .
BR . .
. UIS
. . . TS
. OOT
KAST
. OM
. . MP PET
. EUR
. . MAG BOO
PE .
MUT .
TR . .
TAA . .
Project: Geknabbel op zolder Project: Geknabbel op zolder Opdrachtkaarten: Afgeknabbelde prenten B Opdrachtkaarten: Afgeknabbelde prenten C
BA .
BUS
op zolder D Project: Geknabbel Afgeknabbelde prenten Opdrachtkaarten:
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Afgeknabbelde
prenten A
KOM
op zolder Project: Geknabbel Prent-woordkaarten
Extra bij dag 5: afgeknabbelde foto Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien ‘afgeknabbelde’ foto’s van de kinderen
Je kunt natuurlijk ook werken met afgeknabbelde foto’s van de kleuters. Boven de foto staat maar de helft van hun naam. Het is aan de kleuters om de andere helft van hun gezicht er zelf bij te tekenen. Ze kijken welke letters van hun naam op het blad staan. De rest stempelen ze erbij. Hiervoor kunnen ze gebruik maken van een voorbeeldkaart indien nodig.
Verdere uitbreidingsactiviteiten en milieuverrijking Kringgesprek: schatten op zolder Wie heeft er thuis een zolder? Wanneer heb je geen zolder? (bijvoorbeeld als je in een flatgebouw woont) Ben je al eens op zolder geweest? Wat ligt er allemaal op zolder? Op deze manier kan er een woordweb ontstaan. In het midden van een groot blad schrijf je het woord ‘zolder’ eventueel met een tekening erbij. De kinderen noemen allerhande materialen en voorwerpen die ze al op zolder zijn tegengekomen. Naar aanleiding van het kringgesprek kunnen de kinderen thuis eens gaan snuisteren op zolder. Misschien vinden ze daar ook leuke schatten! Ze mogen die schatten meebrengen naar school en er iets over vertellen. Misschien schuilt achter een voorwerp een heus spannend of grappig verhaal! Misschien vinden ze een knuffel van toen mama nog klein was of een schilderij van 100 jaar oud of zwart-wit foto’s van oma en opa.
27
Misschien vinden ze iets dat ze helemaal niet kennen, iets wat nu niet meer gebruikt wordt. Sommige scholen hebben ook een pracht van een zolder! Misschien kunnen de kinderen met z’n allen een kijkje nemen op de zolder van de school.
Lees- en schrijfhoek Materiaal in bijlage afgeknabbelde prenten: opdrachtkaarten + bijhorende prent-woordkaarten : Knooppunt afgeknabbelde letters: opdrachtkaarten + bijhorende prent-woordkaarten : Knooppunt
Materiaal zelf te voorzien stempels, papier, schrijf- en tekenmateriaal
In de lees- en schrijfhoek kunnen heel wat afgeknabbelde blaadjes liggen. Aan de hand van voorbeeldkaarten worden de afgeknabbelde blaadjes opnieuw vervolledigd. De prent-woordkaarten van de afgeknabbelde woorden zijn aanwezig. Maak het aanbod zeker niet te groot. De kleuters maken een tekening bij het woord of tekenen het ontbrekende deel van de tekening erbij.
HOE . BR . .
BRI
TR . .
N
BLOE
M
TAA . .
BA .
L
SCHOE
KROO
N
op zolder prenten A Project: Geknabbel Afgeknabbelde Opdrachtkaarten:
HUI Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Afgeknabbelde
S
letters A
Voorbereidend schrijven Materiaal in bijlage schrijfwerkblad: Muizenstaart: kopieerblad 2 schrijfwerkblad: Muizenholletjes: kopieerblad 3 vers ‘Een doos met gaatjes’: kopieerblad 1
Materiaal zelf te voorzien waskrijtjes
Muizenstaart
Vers: Een doos met gaatjes
Een muis heeft best een Muizen hebben maar lange staart. Neem een een klein gaatje nodig waskrijtje enwaskrijtje staart. Start bij de muis ga maar een om naar hun holletje en start keerbij en volg de kronkels en de over dede langestip. Volg groene te gaan. Neem een krullen. Gelukt? Doe het maar verschillende Doe de bogen van de muizenholletjes. Stop keren na elkaar met verschillende dit verschillende keren na elkaar in een andere kleur. bij rood. kleuren.
Op zolder staat een grote doos met prenten en met foto’s. Maar o, o, wat is me dat? In die doos zit een groot gat! Een muisje heeft erin gebeten en de hoekjes opgegeten. Mijn mooiste tekening is stuk, het lijkt wel een puzzelstuk. Maar nu is hij wel speciaal en het grappigst van allemaal!
Een muis heeft best een lange staart. Neem een waskrijtje en ga maar eens over de lange staart, start bij de groene stip en eindig bij de rode stip Volg de kronkels en de krullen. Gelukt? Doe het maar verschillende keren na elkaar met verschillende kleuren waskrijt. Opmerking: kleur vooraf de stippen in. Project: Geknabbel op zolder Vers: een doos met gaatjes
Project: Geknabbel op zolder Schrijfwerkblad: Muizenstaart
Kopieerblad
1
Project: Geknabbel op zolder Schrijfwerkblad: Muizenholletjes
Kopieerblad
2
Kopieerblad
3
Muizenholletjes Mensen houden niet zo van muizen. En muizen zoeken net graag een knus plekje in de kelder of op zolder. Ze hebben maar een klein gaatje nodig om naar hun holletje te gaan. Neem een waskrijtje en start bij de groene stip. Maak de bogen van de muizenholletjes. Stop bij de rode stip. Opmerking: kleur vooraf de 2 stippen op het schrijfwerkblad in de juiste kleur. Extra Neem er even het versje ‘Een doos met gaatjes’ bij. (kopieerblad 1) Zeg het versje ritmisch op. Ondertussen tekenen de kleuters de bogen van de muizenholletjes.
28
Doe dit verschillende keren na elkaar. Laat de kleuters telkens een andere kleur nemen en controleer of het schrijfmateriaal correct gehanteerd wordt.
Taalkastje Materiaal in bijlage opdrachtkaarten: samengestelde woorden: Knooppunt opdrachtkaarten ‘Wat hoort bij elkaar’: Knooppunt
Materiaal zelf te voorzien
De opdrachtkaarten van de samengestelde woorden en opdrachtkaarten (losse prenten) kun je aanbieden in het taalkastje. Als controlesysteem voorzie je op de achterzijde tekens zodat de kinderen hun taak kunnen controleren.
SPOOK
MAAN
BANG
WIT
MUIS
HOL
KAAS
GRIJS
tuin tu
huis
poppen
kast
wortel w
appel PRINS
PAARD
ZWAARD
KASTEEL
SPIN
WEB
VLIEG
ZWART
tand
KONING
TROON
KROON
RIJK
BALLON
VLAG
TAART
MUZIEK Project: Geknabbel op zolder woorden B Opdrachtkaarten: Samengestelde
bal
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Samengestelde
rug
taart
fiets
helm
neus
wip
zak
paard
pet
zak
boek
net
doek
bus
auto
trom
jas
schoen
telefoon
ed hoed schommel
voet
Project: Geknabbel op zolder Prenten: Wat hoort bij elkaar?
pijn
vis ffeest
regen
soep hand
kippen
Project: Geknabbel Opdrachtkaarten: op zolder Samengestelde
brood
woorden A
ei
doos woorden D
Project: Geknabbel op zolder woorden C Opdrachtkaarten: Samengestelde
Knutselhoek Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien knutselmateriaal naar keuze
- werken met borduurkaarten - werken met prikpennen om figuren uit te prikken - kijkdozen maken met piepgaatjes
Huishoek Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien ‘antieke’ spullen om een zolderkamertje in te richten: oude boeken, oude telefoon, kaders, oude lamp, oude foto’s…
Richt de huishoek in als een knus zolderkamertje met kussens en antieke spullen: een oude lamp, kaders, tapijtjes, oude boeken, een oude telefoon…
De winkelhoek wordt een antiekzaak Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien oude spullen kunnen ook in de winkelhoek verkocht worden: speelgoed van vroeger, oude boeken, kaders…
Hier worden schatten van op zolder verkocht.
29
Spelletjeshoek Materiaal in bijlage
Materiaal zelf te voorzien oude volksspelen
Hier kunnen een aantal oude spellen een plaats krijgen: - sjoelbak; - knikkeren (met knikkerdoos en gaten met punten); - blikkenspel: een gestapelde toren van blikken proberen omver gooien; - ringen werpen; - kegelen. Kijk ook even bij het project ‘Een muzikaal pak van de letterkoning’ voor ideeën om letters te integreren bij een spel.
Luisterhoek Materiaal in bijlage Materiaal zelf te voorzien vers: Een doos met gaatjes: kopieerblad 1 + cd cd-speler + hoofdtelefoon 1 track 1 verhaal met gaten: Jack de kaasdief: tekst na dit project + luister-cd 1 track 1 prenten bij het verhaal ‘Jack de kaasdief’: Knooppunt Luistertaak Er wordt een verhaal vol gaten verteld. De kleuters luisteren aandachtig naar het verhaal. Wanneer ze een ‘knabbel’geluid horen, nemen ze de juiste prent. De prenten worden zo op volgorde gelegd.
Vers: Een doos met gaatjes
Project: Geknabbel op zolder Prenten bij het verhaal ‘Jack de kaasdief’
Op zolder staat een grote doos met prenten en met foto’s. Maar o, o, wat is me dat? In die doos zit een groot gat! Een muisje heeft erin gebeten en de hoekje s opgegeten. Mijn mooiste tekening is stuk, het lijkt wel een puzzelstuk. Maar nu is hij wel speciaal en het grapp igst van allema al!
Project: Geknabbel op zolder Vers: een doos met gaatjes Kopieerblad
1
Korte inhoud: Jack, de kaasdief Jack is een stoere muis, een echte durver. Hij is helemaal niet bang om zomaar langs de zoldertrap naar beneden te klimmen en op zoek te gaan naar iets lekkers. Natuurlijk krijgt Tom, de poes, al snel iets in de gaten. Ben jij ook benieuwd of Jack kan ontsnappen aan de scherpe klauwen van Tom? Luister maar.
Boekenhoek In de boekenhoek voorzie je thematische boeken. Je kunt ook informatieve boeken rond muizen en knaagdieren aanbieden.
Boekentips De lievelingstrui van Muis Auteur: Lynne Garner Uitgever: De Vries-Brouwers ISBN: 9789059271869 Muis is jarig. Opgewonden maakt hij zijn cadeautjes open. Even later is er nog maar één pakje over.
30
Kleine Muis zoekt een huis Auteur: P. Horacek Uitgever: Gottmer Uitgevers Groep b.v. ISBN: 9789025740870 Muis wil een huis dat groot genoeg is voor haar en haar appel. Ze gaat op tocht en komt verschillende dieren tegen. Nergens is plaats voor muis en haar appel. Muis krijgt honger en bijt af en toe eens van de appel. Haar appel wordt kleiner en kleiner. Uiteindelijk komt ze opnieuw bij haar eigen holletje. Hé, nu is haar huis wel groot genoeg voor haar en haar appel.
Tips: gezelschapsspel Muizenhuis (Janbibejan) Verdeel de bijgeleverde pinnetjes onder de spelers. Plaats een pinnetje bij de kleur of het getal in de kaas dat je gooit met de kleuren- of stippendobbelsteen. Probeer zo snel mogelijk jouw pinnetjes kwijt te raken. Staat er al een pinnetje? Dan moet je het pinnetje nemen. Gooi je het getal 6 of de kleur rood? Dan valt jouw pinnetje door het speelbord in het vangnetje. Een spel waarbij de kinderen snel zelfstandig aan de slag kunnen.
Talige tussendoortjes De talige tussendoortjes vind je in het deel ‘Nog meer taal in je klas’ op p. 297.
Tips naar andere thema’s Het project ‘Geknabbel op zolder’ is bij heel wat thema’s in te schakelen. Denk maar aan oma en opa, mijn huis, dieren, gaatjes… Bij dit project vind je de volgende materialen. - - - - - - - - - - - - -
Opdrachtkaarten: samengestelde woorden: Knooppunt Opdrachtkaarten: Afgeknabbelde letters: Knooppunt Prent-woordkaarten: Knooppunt Opdrachtkaarten: Afgeknabbelde prenten: Knooppunt Prent-woordkaarten van de afgeknabbelde woorden Prenten: Wat hoort bij elkaar?: Knooppunt Verhaal ‘Jack, de kaasdief’: tekst na dit project + luister-cd 1 Prenten bij het verhaal ‘Jack de kaasdief’: Knooppunt Schrijfwerkblad: Muizenstaart: kopieerblad Schrijfwerkblad: Muizenholletjes: kopieerblad Vers ‘Een doos met gaatjes’: kopieerblad + cd 1 Hulpkaart dieren: kopieerblad Prenten dieren: Knooppunt
31
Luistertaak: Jack, de kaasdief 1 Materiaal bij de luistertaak Suggestie Berg het materiaal voor deze luistertaak op in een leuk ’muizendoosje’ of een ’muizenmap’. Op de voorzijde van het doosje of de map kleef je een leuke tekening van een muis. De kaartjes lamineer je best vooraf. Voor deze luistertaak heb je de volgende kaartjes van Knooppunt nodig: ✼✼ stuk kaas, ✼✼ pizza, ✼✼ stoel, ✼✼ muis, ✼✼ computermuis, ✼✼ kat, ✼✼ skateboard, ✼✼ trap, ✼✼ tafel, ✼✼ speelgoedkist, ✼✼ schroevendraaier, ✼✼ koffielepel.
2 Luistertaak: Jack, de kaasdief Luister je mee naar het verhaal van Jack, de kaasdief? Fijn! Leg de 12 kaartjes met de afbeelding naar boven voor je op de tafel. Hou een beetje plaats vrij vlak voor je, want met die kaartjes moet jij iets doen. Project: Gek nabbel op zold er Prenten bij het verhaal ‘Jack de kaasdief’
We gaan eerst iets afspreken. Ik ga zo dadelijk een verhaal vertellen. Telkens als je dit geluid ‘Knabbel’ hoort, druk je vlug op de pauzetoets. Dan zoek je het juiste prentje en leg je dat links voor je op de tafel. Heb je het kaartje, dan gaan we weer verder. Probeer het eens een keer: ’Knabbel’. Prima! Dus elke keer als je ’Knabbel’ hoort, moet je een kaartje zoeken. Dat leg je dan voor je zodat de kaartjes een rij vormen. Leg ze wel goed in de juiste volgorde. Hier gaan we!
32
Op onze zolder woont Jack. Hij woont in een klein holletje naast de bruine kast. En soms hoor ik hem eens piepen. Jack is een ’Knabbel’ (muis). Geen bange muis, nee nee, Jack is een durver. Hij durft bijvoorbeeld met zijn ogen dicht over een touw lopen. Hij durft ook van de zolder af te komen. Dan gaat hij naar onze keuken en steelt daar een lekker stukje brood, kaas of ’Knabbel’ (pizza). Vandaag heeft Jack reuzehonger. Hij besluit om iets lekkers te gaan stelen. Voorzichtig klimt hij langs de zoldertrap naar beneden. Hij stapt zo stil hij kan. Hij sluipt onder de grote tafel door en klimt eerst op een ’Knabbel’ (stoel). Van op die stoel klimt hij op de tafel. Wauw! Er ligt nog een stuk kaas op tafel. Het is een groot stuk kaas met ’Knabbel’ (gaatjes). ‘Dat wil ik!’, denkt Jack. Hij kijkt eens rond: alles is veilig. Voorzichtig sluipt Jack dichterbij. Hij sluipt langs het melkkannetje en voorbij de kop koffie. Mmm, dat is lekkere kaas. Hij breekt nog een stukje af en stopt het achter zijn oren, voor later. Maar dan gebeurt het: ‘Ting tengeling ting ting!’ Zijn staart blijft hangen aan een koffielepel. Die koffielepel valt van de tafel op de stoel en maakt een hels kabaal in de stille eetkamer. En wat nog erger is: in de hoek van de eetkamer staat een mooie grijze mand en in die mand ligt Tom te slapen. En Tom geeuwt: ‘Jauw, miauw, hiaauw’. Tom is een ’Knabbel’ (poes). Hij trekt één oog open: ‘Ik denk dat ik iets gehoord heb?’ Hij trekt nog een oog open. Tom kijkt rond. Hij ziet het computertafeltje met het scherm, het toetsenbord en de ’Knabbel’ (muis). Hij ziet de piano met zijn zwarte en witte toetsen. Dan kijkt Tom naar de stoelen. Ze zijn leeg. Of toch niet. Op één van de stoelen ligt een ’Knabbel’ (koffielepel). Hoe kan dat nu? Wie heeft die koffielepel laten vallen? Tom de poes springt op de stoel en kijkt voorzichtig naar de tafel. Hij ziet het melkkannetje staan, koffiekoppen en hé, daar beweegt iets… Tom ziet nog net een fijne staart bewegen tussen de koffiekoppen. ‘Een muis!’, denkt Tom en hij springt op de ’Knabbel’ (tafel). Jack de muis hoort de sprong en rent weg. Hij springt van de tafel op de stoel. Tom achtervolgt hem. Jack wil van de stoel op de grond springen om weg te rennen, maar hij springt verkeerd. Hij landt op een plank met wieltjes en die plank schiet pijlsnel vooruit. ‘Wauw,’ denkt Jack, ‘ik zit hier op een ’Knabbel’ (skateboard). Wat een geluk, dat gaat supersnel!’ Jack zoeft de kamer door. Maar hij kan niet sturen. Z’n skateboard rijdt recht naar de speelkamer en botst tegen de speelgoedkist. Jack schiet van het bord af en vliegt met een grote boog over de ’Knabbel’ (speelgoedkist). Hij landt met een koprol vlak voor de trap naar de zolder. ‘Oef, wat een geluk, hier moet ik zijn’, piept hij en hij klimt vlug de trap omhoog. Maar Tom is Jack natuurlijk achterna gehold. Hij heeft geen skateboard, maar kan wel heel snel lopen. Als Jack net boven is, is Tom net beneden aan de ’Knabbel’ (trap). ‘Snel naar boven’, denkt Tom. ‘Snel in mijn hol’, denkt Jack. Jack haalt het, hij is op tijd in zijn hol om te ontsnappen aan de klauwen van poes Tom. Maar Tom heeft een plan. ‘Ik blijf hier net zolang liggen tot die muis nog eens naar buiten komt’, denkt hij gemeen en hij gaat voor de ingang van het hol liggen en valt in slaap. Gelukkig verzamelt Jack veel spullen in zijn hol. Hij heeft spijkers, een hamer en ook een ’Knabbel’ (schroevendraaier). Die kan hij nu wel gebruiken. Hij neemt de schroevendraaier en prikt er mee in de neus van Tom. Tom schrikt wakker. ‘Auw, miauw, hier zit een mug,’ miauwt hij, ‘ik blijf hier niet langer.’ En Tom neemt de trap terug naar beneden en gaat lekker in zijn mand liggen. ‘Zo, hier kan ik tenminste rustig slapen’, geeuwt hij en doet zijn ogen dicht.
33
Jack is opgelucht. ‘Héhé, piep, nu kan ik tenminste rustig eten’, piept hij. Hij haalt een stukje gestolen kaas van achter zijn oren en eet het smakelijk op. Heb je alles goed kunnen volgen? Liggen alle kaartjes op een rij voor je? Nu gaan we controleren of het juist is. Is het kaartje juist, dan mag je het omdraaien. Als het kaartje fout is, dan laat je het liggen. Het eerste kaartje is de tekening van een muis. Had je dat goed? Knap hoor, draai het kaartje maar om. Het tweede kaartje is de pizza. Draai het maar om als je het goed had. Had je een kaartje fout, dan draai je het niet om maar laat je het gewoon liggen. Wat komt er na de pizza? De stoel! Als je het juist hebt, draai het dan maar om. En na de stoel volgt een stuk kaas met gaatjes. Welk kaartje komt er dan? Het is het kaartje met de poes. Draai maar om als het juist is. Het volgende, dus het zesde kaartje, is het plaatje met de muis. Maar het is geen gewone muis; het is een computermuis. Heb je het goed? Draai het plaatje maar om. We zijn al halfweg! Wat zag Tom op de stoel liggen? Het was een koffielepel. Draai maar om als je het juiste prentje had. Op het volgende prentje zie je de tafel. Nog maar enkele prenten te gaan. Het volgende prentje is dat met het skateboard op. Had je het goed? Draai het dan maar om. Weet je nog waar Jack tegenaan botste? Juist: het was de speelgoedkist. Als je het juist had, mag je het omdraaien. Nu volgt het prentje van de trap. En dan komen we nu bij het laatste: dat is het prentje met de schroevendraaier. Draai maar om als het goed is. Nu hebben we alle prenten gehad. Vond je het leuk? En vond je het een leuk verhaal? Vertel straks maar aan de juf of meester hoeveel prenten je goed had.
Opruimen Stop de kaartjes netjes terug in het doosje of de map en berg het op op de juiste plaats. Tot een volgende keer!
34